No title

LES 8: Photo Story 3

http://www.msebel.nl

Vandaag ga je beginnen met het maken van de voorlichtingsdiashow. Hiervoor ga je het programma Photo Story 3 gebruiken. Het programma staat al geïnstalleerd op de schoolcomputers. Wil je er ook thuis mee aan de slag dan zul je het programma waarschijnlijk eerst moeten installeren. Start Photo Story 3 op

Start

(Alle) Programma's

Photo Story 3 Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Je kunt uit 3 opties kiezen: Een nieuw verhaal beginnen (standaard aangevinkt) Een verhaal bewerken Een verhaal afspelen


Kies optie 1 (Een nieuw verhaal beginnen).

Klik op “Volgende”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Maak eerst een map aan en plaats daarin de foto‟s die je in de diashow wil gaan gebruiken. Zet de foto‟s alvast in de goede volgorde.

Klik op de knop “Foto‟s importeren”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:


Standaard kom je hier in de map “Mijn afbeeldingen” terecht. Ga dus even op zoek naar de juiste map en kies de gewenste afbeeldingen. Je kunt ze allemaal tegelijk importeren door de shift-knop ingedrukt te houden terwijl je de foto‟s selecteert (zie afbeelding op de volgende pagina).

Klik op de knop “Openen”. Het programma importeert de foto‟s (zie miniatuurbalk onderin), en je krijgt de laatste foto uit de reeks te zien. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Je kunt een foto verplaatsen door op de miniatuur te klikken en hem met de linkermuisknop ingedrukt te verslepen. Aan de miniaturen kun je ook zien welke foto‟s zwarte randen hebben, dit zijn meestal „staande‟ foto‟s. Je kunt het programma zelf de zwarte randen laten verwijderen, maar dat betekent bijna altijd dat een deel van de foto weggesneden wordt. De geïmporteerde foto‟s kunnen beperkt bewerkt worden: zie de balk onder de geselecteerde foto.

Het kleurniveau (een beetje) verbeteren

Via “Bewerken” de foto bijsnijden.

Rode ogen verwijderen

Verwaterd

Foto‟s draaien

Zwart-wit

Experimenteer hier een beetje mee, zodat je ziet welk effect het heeft op de foto.


Klik op “volgende”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Nu kun je tekst toevoegen, dit moet je per foto doen per foto doen. Je hebt de volgende 4 mogelijkheden: Tekst typen Lettertype, grootte en kleur kiezen (Klik op pictogram A) De 3 uitvulmogelijkheden via de drie middelste pictogrammen De 3 positiekeuzes


Onthoud dat voor diashows de tekst onderaan de foto vaak het beste is, Dit is namelijk het minst storend voor de foto. Natuurlijk geldt dit niet altijd (zie voorbeeld). Onder de foto staat een pull-down menu. Dit geeft je de mogelijkheid een effect aan je foto mee te geven. Je kunt kiezen uit de volgende effecten: (Geen)

Kleurpotlood

Aquarel

Krijt en houtskool

Contour, grijs

Negatief

Contour, zwart

Sepia

Verspreide gloed

Sla alles even op als “Project”. Dan zijn alle beelden en teksten alvast bewaard! Doe dit op je USB-stick zodat je er thuis ook nog wat aan hebt.

Klik op “volgende”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:


Nu ga je echt beginnen met het maken van de diashow.

Klik op “Beweging aanpassen” (knop onder de foto). Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Beweging aanpassen is erg leuk. Op het eerste voorbeeldscherm krijg je twee afbeeldingen te zien: “Beginpostie” en “Eindpositie”. Het programma maakt altijd zelf een bepaalde keuze. Vindt je die goed, ga je naar de volgende foto door op de > pijl te klikken. Meestal is het veel leuker om zelf begin- en eindpositie te bepalen. Daartoe vink je het vakje “Begin- en eindpositie opgeven” aan. Onmiddellijk krijgen de beelden zes markeerpunten. Het beste is om met de beginpositie starten, door één van de zes vierkantjes te verslepen. Ook de eindpositie pas je aan. Het effect kun je direct zien door te klikken op “Voorbeeld” (dat duurt wel even). Ben je niet tevreden, dan doe je het gewoon opnieuw.. Let echter ook op de tijdsduur. Standaard staat die op 5 seconden. Vaak gebeurt het dat wijzigingen in de begin- en eindpositie ook tot verlenging van de tijdsduur leiden. Als je - zoals in ons tweede voorbeeld links met een klein kadertje begint, en rechts tot maximaal gaat, dan kan dat wel tot 20 seconden oplopen! Zorg er ook voor dat de tekst die je hebt toegevoegd voldoende in beeld komt! Meestal is een gemiddelde tijdsduur van 7 seconden prima.


Klik op “Overgang” Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Hier kun de overgang tussen de foto‟s onderling bepalen. Ook kun je de tijdsduur van de overgang zelf bepalen.

LET OP: elke wijziging moet opgeslagen worden, en als je dit vergeet wijst het programma je daarop. Het is belangrijk dat je hier voldoende tijd en aandacht aan besteedt. Ga hiermee door tot je alle foto‟s hebt gehad.

Klik op “Sluiten”

Klik op “Volgende” Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Dit is het scherm voor de muziekkeuze. Je staat op de eerste afbeelding.


Klik op “Muziek selecteren”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Standaard kom je hier in de map “Mijn muziek” terecht. Ga dus even op zoek naar de juiste map en selecteer de juiste muziek.

Klik op “Openen”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Het geselecteerde muziekstuk verschijnt boven de miniatuurband. Die band loopt door tot de laatste foto, of tot het einde van de duur van de muziek. Je kunt zelf bepalen bij welke foto de muziek begint.


Het is niet altijd het mooiste om de hele diashow door dezelfde muziek te laten horen: aan de goede variatie herkent men een goede regisseur! Kies bij voorbeeld aan het einde van een reeks beelden over hetzelfde thema, een nieuw muziekstuk. Dat doe je door op de minatuurafbeelding van de gewenste foto te klikken, en dan weer naar “Muziek selecteren” te gaan. En zo voeg je een tweede stukje muziek in. En verderop kan je nog een derde, vierde, enzovoort invoegen. Het effect kun je ook via “Voorbeeld” onmiddellijk zien en horen.

Klik op “Volgende”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Let op: Wacht nog even met opslaan. We moeten eerst in het vak “Bestandsnaam” een goede naam kiezen, en een opslagplaats (USB-stick).

Klik op “Bladeren”. Selecteer de juiste locatie (USB-stick) en geef het bestand een passende naam.


Klik op “Instellingen”. Je krijgt dan het volgende scherm te zien:

Hier kun je de beeldresolutie aanpassen. Die staat standaard op “640 x 480”. Voor weergave op een computer is dit voldoende. Wil je projecteren op (redelijk) groot scherm, ga dan hoger. Dit doe je door te klikken op “Instellingen”, en in de balk “Profiel” voor type 3 (600 x 800) of zelfs type 4 (1024 x 768) te kiezen. Onthoud echter dit: hoe hoger de resolutie, hoe groter het bestand. Bij type 4 en 50 foto‟s kom je al gauw in de buurt van 70 à 80 MB!. Sla nu nogmaals het “project” op.

Klik op “Volgende”. De diashow wordt nu in 3 stappen opgeslagen: Eerst komt de mixing van de beelden Dan het koppelen van het geluid Tenslotte het genereren van beeld, beweging en klank.


Je krijgt dan de volgende schermen te zien:

Het resultaat is een Windows Media File (.wmv). Je moet dus over de Windows Media Player beschikken. Deze zit standaard op een Windows computer (let er wel op dat je minimaal versie 10 hebt).

Opgelet: het kan zijn dat het opslaan vastloopt! Je krijgt dan het bericht dat het programma niet meer goed functioneert en dat je moet herinstalleren, of dat er een fout is in de Windows Media Player. Dit komt dan doordat je teveel foto's hebt gebruikt en/of teveel bewegingsvarianten en muziek hebt gebruikt. Normaal kan je zo'n 80-90 foto's inladen en in diashowvorm brengen.


No title

Recommend Documents