ESSAYS
Dit essay is gepubliceerd in het boek ‘Dynamic Food’ (2013). Dynamic Food is een reizend platform dat onderzoek doet naar en informatie verzamelt over de relatie tussen stad en platteland. In 2050 zal 75% van de wereldbevolking in steden wonen. Dit heeft effect op ons voedselsysteem en onze stedelijke omgeving. In het boek wil Dynamic Food laten zien hoe de relatie tussen stedelingen en de lokale voedselvoorziening nu is en hoe deze er in de toekomst uit zou kunnen zien. Meer informatie en bestellingen: www.dynamicfood.nl /
[email protected]
DYNAMIC FOOD
MAC VAN DINTHER JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
MAC VAN DINTHER
Interview Mac van Dinther Mac van Dinther is sinds 1996 journalist bij de Volkskrant en schrijft voor dezelfde krant restaurantkritieken. In 2011 verscheen zijn boek ‘Ons Eten’, waarin hij de oorsprong van de Nederlandse maaltijd onderzoekt. Mac van Dinther stelt dat we een probleem hebben in onze relatie met eten. “We zijn de weg kwijt en weten niet welke producten we moeten kopen. We moeten weer snappen dat goede producten ook bij jou uit de buurt kunnen komen.”
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
Zelf bracht de liefde hem voor het eerst op een boerenerf. In een ijskoude boerenschuur op het erf van zijn huidige vrouw werd de zojuist door henzelf geoogste prei stronk voor stronk schoongemaakt. De wortelen en het zand gingen eraf, het loof werd gekortwiekt, en dan moest de prei ook nog op grootte gesorteerd worden. “Dat prei door zoveel mensenhanden gaat, terwijl het in de winkel maar vijfenzeventig cent per kilo kost, kwam als een schok bij mij binnen. Dat had ik me nooit gerealiseerd.” VROEGER WIST JE WAAR JE ETEN VANDAAN KWAM. HOE KOMT HET DAT WE ONZE RELATIE MET VOEDSEL VERLOREN ZIJN?
“Rond voedsel spelen belangrijke vraagstukken zoals biodiversiteit, klimaatbelasting en verspilling een grote rol. De trend van meer groente en minder vlees is eigenlijk begonnen bij een groter milieubewustzijn en de vraag naar meer duurzaamheid. In 2006 gaf de FAO (Food and Agriculture Organization) het rapport Livestock Young Shadow uit. Daarin werd voor het eerst doorberekend welk effect de vleesconsumptie heeft op het milieu. Het eten van vlees bleek méér bij te dragen aan het broeikaseffect dan al het transport in de wereld bij elkaar. Het was een schokkend rapport.
Als je je realiseert dat vlees eten het milieu meer belast dan een auto dan is dat een boodschap die aankomt.” TRANSPORT EN LOGISTIEK SPELEN EEN BELANGRIJKE ROL IN ONS VOEDINGSSYSTEEM.
“Onze voedselindustrie is geglobaliseerd; er wordt ingekocht in die landen waar de productie het goedkoopst is. Ook transport is relatief goedkoop. Een lokaal product is daarom niet per definitie goedkoper. Neem Willem & Drees. Die trekken op de Nederlandse kaart voedselcirkels van veertig kilometer en bevoorraden de supermarkten die binnen die cirkels liggen. Daartegenover staat Albert Heijn, dat twee grote verdeel- centra heeft. In Warmenhuizen wordt alles gesneden en in Barendrecht wordt alles verzameld. Misschien zitten de supermarkt en de boer nog geen tien kilometer bij elkaar uit de buurt, maar de producten worden soms alsnog honderden kilometers getransporteerd. Het blijkt kostenefficiënter te zijn dan hoe Willem & Drees het doen, maar dat gaat tegen je gevoel in. De grootste kostenpost van Willem en Drees is de logistiek. Ze moeten slimme routes bedenken met verschillende distributiecentra, terwijl Albert Heijn alles in één klap regelt. De supermarkten bestellen niet eens meer groenten en fruit, het wordt allemaal automatisch bijgehouden. Als de bloemkool in een bepaald filiaal hard gaat dan krijgen ze de dag erop extra bloemkool zonder dat de filiaalhouder daar iets voor hoeft te doen. Je hebt dus een grote, ontwikkelde industrie, waar je een lokale infrastructuur tegenover moet zien te plaatsen. En die moet dan weer de kans krijgen zijn levensvatbaarheid te bewijzen.”
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.
ALS JE HET OVER TRANSPORT HEBT, DAN HEB JE HET OOK OVER KLIMAATBELASTING.
“Toen er meerdere tomatenkwekers kwamen, is er een hele industrie omheen gebouwd. Er kwam een veiling, een transportsysteem en een handelssysteem. Door de samenklontering van hun netwerk staan ze sterker. Nu deze infrastructuur er eenmaal is, gaan ze er ook mee door. De sector is zich wel enorm bewust van de kwetsbaarheid van dit systeem, daarom
“Ja. Een tekenend voorbeeld: Odin is in de jaren negentig begonnen met groente- pakketten met biologisch-dynamische groenten van het seizoen. Als consument neem je een abonnement en krijg je wekelijks groenten aangeleverd. Dit is ontstaan omdat de boer een bepaalde productie heeft en zekerheid wil hebben over zijn afzet. De boer moet in het begin van het jaar al investeren, maar kan pas aan het eind van het jaar iets verkopen. De groentepakketten zorgen voor een gegarandeerde afname van de klant. En de klant kan erop vertrouwen dat wat de boer levert, goed is. Dit was vanaf het begin af aan erg populair, maar in de winter kwam er altijd de klacht dat er alleen maar knollen en kolen in het pakket zaten. Wat logisch is; de boeren hadden in de winter nou eenmaal niets anders op het land staan. Het gevolg was dat de klanten begonnen af te haken. Uiteindelijk werd er water bij de wijn gedaan en stopten ze in de winter ook paprika’s in de pakketten. De groothandel gaat tegenwoordig ook af en toe naar het buitenland om in te kopen. Ik kan me herinneren dat ik een keer in juni bij Odin was, toen bleek dat in het fruitpakket van die maand niets uit Nederland zat. Dan is het zijn doel voorbijgeschoten, vind ik.”
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
WAAROM KWEKEN WIJ NOG TOMATEN EN BIJVOORBEELD GEEN PRODUCTEN DIE MINDER MILIEUBELASTEND ZIJN?
MENSEN WILLEN IN DE WINTER OOK VERSE GROENTEN ETEN.
MAC VAN DINTHER
“Ik heb een tijdje terug een artikel geschreven met behulp van Milieu Centraal, een Utrechts bureau dat de klimaatbelasting van producten uitrekent of laat uitrekenen. We hadden twee supermarktkarretjes tegenover elkaar gezet: één met etenswaren die het milieu zwaar belasten en een ander dat milieuvriendelijker was gevuld. Ik vond het verrassend dat de appels uit Nieuw-Zeeland die de halve aardbol over moeten, qua klimaatbelasting niet heel slecht afsteken bij de appels uit de Betuwe. Ik zit al heel lang in het vak, maar dat zet je wel weer aan het denken. Alles wat uit het Westland komt, zoals tomaten, is slechter voor het milieu dan de tomaten uit Zuid-Spanje. Die kassen verbruiken zoveel energie dat ze onmogelijk duurzamer kunnen zijn. Lokaal is dus niet per definitie beter voor het milieu. Alleen transport per vliegtuig, dat is wel een enorme klap voor het milieu. Een medewerkster van Milieu Centraal zei dat we daar eigenlijk een logo voor zouden moeten ontwerpen. Soja uit Brazilië die met een schip komt, geeft maar weinig klimaatbelasting. Bij alles wat per boot of vrachtwagen komt, hoef je geen bedenkingen te hebben.”
wordt er heel hard gewerkt om de kassen energie- en milieuvriendelijker te maken. Er worden bijvoorbeeld steeds vaker insecten ingezet tegen plagen. Desondanks blijven ze de kassen warm stoken en telen ze ook in de winter. Door de kassen zijn er groenten in de supermarkten gekomen waarvan we niet meer het idee hebben dat daar een seizoen achter zit. Tomaten en paprika’s zijn het hele jaar verkrijgbaar. Ook het seizoen van asperges wordt opgerekt door de grond te verwarmen waarin de asperges groeien.”
MAC VAN DINTHER
“Het geeft wel aan dat het lastig is om strak vast te houden aan de seizoenen. Eigenlijk moet je doen wat de mensen vroeger in de winter deden: de conserven aanbreken. De kelder van mijn schoonouders stond vroeger vol met weckflessen. Je kan in de winter zuurkool eten, of sperziebonen uit blik. Dat is heel normaal. In de zomer en in de herfst haal je binnen wat je in de winter opeet. De trend is tegenwoordig dat alles vers moet zijn, maar eigenlijk zou je met conserven de winter moeten overbruggen.”
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
BIJ WIE LIGT DAN DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR GOEDE VOEDING?
“Die mag overal liggen. Als de overheid geen verantwoordelijkheid neemt dan kan je dat als consument altijd zelf nog doen. Je mag één keer in de vier jaar stemmen, maar elke keer als je producten koopt of eet, kan je een afweging maken. ‘Voting with your fork’, noemt de Amerikaanse schrijver Michael Pollan dat. Dat je stemt door te kopen, geldt natuurlijk niet alleen voor voedsel. Maar voedsel is zo elementair dat ook de keuzes die je op dat gebied maakt, heel wezenlijk zijn. Je kan van veel dingen afzien, maar niet van eten. De betekenis van eten gaat ook heel ver; het gaat zelfs over de inrichting van ons landschap. Eten vormt de wereld om ons heen, meer dan andere producten. Als varkens in dichte stallen zitten, dan komt dat omdat wij goedkoop varkensvlees willen eten. Boeren laten koeien in de wei lopen omdat wij dat nodig vinden. Er zijn overigens ook boeren die een showwei hebben, een stal waar een kleine wei bij zit, alleen omdat het er goed uitziet. Een etalage-wei voor toeristen.”
HOE MAKKELIJK KUNNEN WE TEGENWOORDIG OP DE KWALITEIT VAN ONS VOEDSEL VERTROUWEN?
“Mensen laten zich wat hun voedsel betreft graag angst aanjagen en wijken dan massaal uit naar iets anders. Denk aan de dioxinekippen of de EHEC-bacterie in komkommers. Als het niet meer in het nieuws is, eten ze het weer. Ze zeggen: ‘als het niet goed is dan hoor ik het wel’. Mensen verschuilen zich vaak - tegen beter weten in - achter de media en de overheid.” “Als er in de supermarkt een keurmerk op de eieren staat, dan moet je ervan uit kunnen gaan dat dat klopt. Alles staat of valt met vertrouwen. Je besteedt dat vertrouwen als het ware uit aan de mensen die voor je voedsel zorgen. Je gaat naar een biologische winkel omdat die controleren dat alles wat daar ligt, daadwerkelijk biologisch is. Bij lokale producten wordt het ingewikkelder, want er zijn nauwelijks lokale winkels. Als je dat belangrijk vindt dan moet je zelf op de fiets in de buurt boodschappen gaan doen. Je moet wel in een gebied wonen waar dat kan. Niet in alle gebieden in Nederland is er veel landbouw in of om de stad.” Veel restaurants serveren lokale producten, maar als je goed kijkt, zie je dat dat niet altijd klopt. “Ik heb laatst een recensie geschreven over een restaurant dat pretendeert zoveel mogelijk met bio- en streekproducten te koken, maar toen ik er kwam, lagen sperziebonen en aubergines op mijn bord - terwijl het voorjaar zo koud was dat het bijna winter was, en je dus noch sperziebonen noch aubergines uit de streek zou moeten kunnen krijgen. Ik was stomverbaasd. Dat is wel vervelend, dan wordt je vertrouwen beschaamd.”
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.
“Kijk, dat je bedrijven als Albert Heijn en Lidl maar tot op zekere hoogte kan vertrouwen, dat hoef je niemand te vertellen. Als ik lasagne met rundvlees koop dat paardenvlees blijkt te bevatten dan denk ik: typisch Albert Heijn en Lidl. Maar als ik de natuurvoedingswinkel of een biologisch restaurant bezoek - plekken die gerund worden door mensen met hoge principes - en ik word dan voor de gek gehouden ... tja, dat hakt er dan wel extra hard in. Ook al weerhoudt het mij er niet van om de volgende keer opnieuw te gaan.”
“De consument gaat naar een biologische winkel, omdat hij verwacht dat ze ook lokale producten verkopen. Dat blijkt niet zo te zijn. In dat gat is Marqt nu gesprongen. Ze verkopen veel biologische producten, maar kijken ook verder. Er is een groep consumenten die lokaal nu belangrijk vindt, misschien wel net zo belangrijk als biologisch. En daarin voorziet Marqt. Die winkel catert voor goedwillende consumenten met een aardig salaris. Die groep, in vaktermen Cultural Creatives, bestaat uit drie tot vier miljoen Nederlanders met een net hoger dan gemiddels inkomen, die bewust met voeding bezig zijn. Dát zijn de consumenten die als eersten gaan nadenken over duurzaamheid, milieu, enzovoort; de groep die als eerste moet worden aangesproken. Je kan niet bij de massa beginnen.” HOE WEET JE ALS CONSUMENT WAT GOEDE VOEDING IS? WAAROP MOETEN WE ONZE KEUZES BASEREN?
“Ik werk nu met een collega aan een serie artikelen die we dit najaar willen publiceren, over de tien geboden van goed eten. Alles wat de consument tegenwoordig wordt geadviseerd, zoals ‘eet lokaal’, ‘eet biologisch’, ‘eet minder vlees’, ‘gooi niets weg’, willen we op een rijtje zetten. Daarvan gaan we uitzoeken hoe praktisch en uitvoerbaar dat is en hoeveel het echt oplevert. Het gaat eerst om het motief: je wil lokaal eten, maar waarom wil je dat? Omdat je het leuk vindt, omdat je de boeren in jouw buurt wil steunen of bijvoorbeeld voor het milieu, omdat het duurzaam is? Als het om duurzaamheid gaat, moet je ook onderzoeken of jouw lokale eten wel echt zo duurzaam is. Als je in het Westland woont dan is alles
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
“Ik ben opgegroeid in de tijd van de eerste natuurvoedingswinkels. Het concept klopte als een bus, maar je moest heel sterk de over- tuiging delen om daar ook boodschappen te willen doen. Het brood was keihard, het graan zat in zakken. De winkels zijn nu allemaal gaan professionaliseren, werken marktgerichter en doen daarom water bij de wijn. Dan krijg je winkels die een stuk aantrekkelijker zijn voor de gemiddelde consument. Maar je ziet er ook artikelen liggen die daar eigenlijk niet thuishoren. Een dergelijk bedrijf heeft dan in zijn ontwikkeling toch een aantal idealen verloren.”
KUN JE IETS VERTELLEN OVER DE VERHOUDING TUSSEN BIOLOGISCH EN LOKAAL VOEDSEL? GAAT DAT ALTIJD SAMEN?
MAC VAN DINTHER
“Nog een verhaal, van een tijdje geleden. Bij de biologische winkel waar ik vaak kom, stond een keer een mand sjalotjes die allemaal zacht en rot waren. Ik attendeerde de bedrijfsleider daarop. Hij beloofde dat hij ze weg zou halen. Maar toen ik een dag later terugkwam, stonden ze er nog. Dat is een kwalijke zaak: veel mensen vinden biologisch eigenlijk al veel te duur en als je dan ook nog slechte spullen gaat verkopen dan raak je klanten kwijt. Ik vind dat echt waardeloos.”
MAC VAN DINTHER
uit de kassen natuurlijk super lokaal, maar absoluut niet duurzaam. Voordat je een gebod kiest, moet je eerst je motief onderzoeken. Mensen willen bijvoorbeeld biologisch eten omdat het gezonder is, maar is het eigenlijk wel gezonder? Misschien is er voor jou helemaal geen reden om biologisch te eten.” “We doen heel gezellig over een kleine boer. De meeste mensen denken dan aan een boer met klompen en een pet op, maar een lokale boer kan ook een groot industrieel met een trekkerpark zijn. Als je bepaalde boeren wil steunen door lokaal te eten dan moet je weten welke boeren dat zijn. Als je echt in alle opzichten goed wil eten, dan moet je het uitzoeken. Dat kan ook, maar voor veel mensen is dat te veel gevraagd.”
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
WAAR KOMT DIE HANG NAAR LOKALE PRODUCTEN VANDAAN, DENK JE?
“Koks spelen een belangrijke rol in deze ontwikkeling, doordat ze nu lokale producten serveren. Tijdens de revolutie van de mole- culaire keuken, waarin veel nieuwe kooktechnieken werden geïntroduceerd en eten een ingewikkeld symfonieorkest was, haalde men allerlei stunts uit. Het kon niet gek genoeg, soms herkende je niets meer op je bord of kon je je gebit thuislaten, omdat je het allemaal tegen je gehemelte kon plakken en door kon slikken. Daarna wilde men wel weer eens gewoon eten op het bord. In de Franse keuken ging het altijd al om terroir; de herkomst was een kwaliteitskenmerk. Zo had je lam uit de Pauillac en Bretonse oesters.” “De huidige herkomst-trend is ongeveer tien jaar geleden opgekomen. Toen ik met mijn restaurantkritieken begon, kwam alles wat goed was uit het buitenland. Nederland was geen kwaliteitskenmerk. Topkok Jonnie Boer van de Librije in Zwolle zette als één van de eersten weer dingen uit zijn eigen
streek op de kaart, zoals snoekbaars uit de Vecht. Voorheen werden die geëxporteerd naar het buitenland. Als iedereen bij de supermarkt lamsvlees uit Nieuw-Zeeland en ossenhaas uit Ierland kan kopen, kan een topkok zich juist weer onderscheiden door lokale producten te serveren. Zo werkt dat. Dus werden specifieke leveranciers in de buurt gezocht. Dat wordt nu tot in het extreme doorgevoerd in trends als ‘nieuw ruig’ of ‘nieuw regionalisme’.” “De overgang naar lokaal is niet alleen ontstaan door ons groeiend bewustzijn van wat we eten, of omdat we ook weer eens gewoon eten op ons bord wilden hebben. Die trend is mede door de crisis gedreven. Veel restaurants hebben moeite om de financiering rond te krijgen en gaan daarom voor lokale producten en een eenvoudige uitstraling. Dat je dat uitstraalt wil trouwens niet altijd zeggen dat het eten er ook goedkoop is. Ik was laatst bij het Amsterdamse restaurant Gebr. Hartering, één van de gangmakers van nieuw ruig, maar ik heb er wel 180 euro neergelegd voor een avond eten. Daarvoor kan ik net zo goed in een sterrentent gaan zitten, terwijl dit restaurant uitstraalt: ‘we zijn simpel, we doen niet zo ingewikkeld en we zijn goedkoop.’ Overigens heb ik wel top gegeten.” ER ZIJN OP HET MOMENT VEEL KLEINE INITIATIEVEN DIE ZICH BEZIG HOUDEN MET LOKALE VOEDING. BLIJFT EEN BEDRIJF KLEINSCHALIG ALS HET SUCCESVOL WORDT?
“In mijn boek schrijf ik over Klispoel, een ontzettend schattig bedrijfje dat handelt in waterkers en babysla. In de Verenigde Staten ben ik eens naar een Earthbound geweest, een biologische slakwekerij en het grootste biologische bedrijf ter wereld. Ook zij zijn ooit klein begonnen, maar inmiddels leveren ze door heel de VS en wordt hun
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.
HOE ZIET DE VOEDSELVOORZIENING ER IN DE TOEKOMST DAN UIT?
“In West-Europa zouden we op onze dure schaarse grond bijzondere dingen moeten maken. In plaats van grote hoeveelheden Gouda kaas kunnen we hele goede, speciale kazen maken. De rest besteden we dan uit. Nederland zal altijd wel een melkproducerend land blijven; we hebben veel grasland, waar we niets anders mee kunnen doen dan er koeien op laten grazen. Deze
MOETEN WE ONS DAAR ZORGEN OVER MAKEN?
“Niet meer dan over olie. Als het transport van soja uit Brazilië te duur wordt dan wordt het interessant om hier lupine aan te planten. Nu gebeurt dat alleen nog voor de goede gedachte, omdat men denkt dat wat in Brazilië gebeurt niet goed is. Ik schreef laatst over de vleesvervangers van Vivera, die van lupine worden gemaakt. Vivera ging ervan uit dat de lupine in Overijssel, drie kilometer van de fabriek, klimaatvriendelijker was dan de soja uit Brazilië. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn, maar dat hebben ze niet eens onderzocht. Terwijl ik het na twee telefoontjes al wist. De sojateelt in Brazilië is veel efficiënter, waardoor de opbrengst per hectare hoog is, wat de transportkosten compenseert. Het landgebruik, ook een belangrijke factor voor klimaatbelasting, is dan veel lager. Het punt is dat ze het niet hadden uitgezocht, maar er zonder meer van uit gingen dat lokaal altijd milieuvriendelijker is. Daar zakt mijn broek van af. Ik vroeg de directeur: ‘Heb je dat wel nagezocht?’, zijn antwoord was ‘Nee, dat spreekt toch voor zich?’. Nou dat spreekt dus helemaal niet voor zich. Ze spelen daarmee puur op het sentiment: het komt uit de buurt, dan is het gezellig en goed.”
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.
JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
“Cees Veerman, de voormalige minister van landbouw, bracht in zijn laatste jaar als minister een rapport uit waarin hij toen al schreef dat we in West-Europa de bulkproductie moeten overlaten aan die landen waar dat goedkoper kan, waar de menskracht goedkoper is, waar er nog land in overvloed is. Sommige gebieden zijn zo evident geschikt om een bepaald soort gewas te telen dat de productie zich volledig naar die gebieden zou moeten verplaatsen. De tomatenteelt zou zich dan bijvoorbeeld volledig in Zuid-Spanje of Marokko concentreren.”
specialisatie wordt in de toekomst aangevuld met specifieke landbouw die in zijn eigen streek in de lokale behoefte voorziet. Als we in Nederland tomaten of paprika’s willen kweken dan zouden we ons moeten richten op hele bijzondere soorten met heel veel smaak. Zodoende krijg je plekken waar grote bulken rijst, graan, soja, varkens vandaan komen, aangevuld met specifieke landbouwplekken. Die ontwikkeling is al in gang gezet; meer dan de helft van productie van onze soja vindt nu in Brazilië plaats, terwijl soja de basis is van onze hele veehouderij.”
MAC VAN DINTHER
sla verpakt in een grote fabriek. Op de plek waar ze zijn begonnen, staat nog steeds een idyllische boerderijwinkel, om de illusie in stand te houden. In de fabriek mocht ik niet komen. Ik wilde van buiten een foto maken maar werd door de beveiliging tegengehouden. Ze hebben een bepaald imago en willen dat zo houden. Dat gebeurt overal. Ik wilde ooit een verhaal schrijven over Kwekkeboom kroketten. Oorspronkelijk werden deze gemaakt in een banketbakkerij in Amsterdam, maar tegenwoordig worden ze allang gemaakt in een fabriek. Daar mocht ik niet komen, omdat ze willen ‘communiceren’ dat de kroketten uit een bakkerij komen. Dat is niet zo, maar ze willen wel dat imago verkopen. Dat is niet anders dan koeien op een pak melk, lekker grazend in een grote wei.”
MAC VAN DINTHER JE KAN NIET BIJ DE MASSA BEGINNEN
“Het is natuurlijk zo dat je je kwetsbaar maakt als je alles uit één bron haalt. De vee-industrie van China drijft enorm op Braziliaanse soja. Ze proberen daar nu land te kopen, om de eigen voedselvoorziening veilig te stellen. Dat is iets wat altijd al gebeurde, niet alleen wat voedsel betreft natuurlijk. De oorlog in Het MiddenOosten en Irak werd ook gevoerd om de olieaanvoer veilig te stellen.” KUN JE IETS MEER VERTELLEN OVER DE SPECIFIEKE LANDBOUWPLEKKEN DIE ZICH ZULLEN ONTWIKKELEN? “Ik zag een tijdje terug een presentatie van Plant Lab, een bedrijf dat een kas heeft ontwikkeld van een hectare en dan tien verdiepingen hoog. Daarmee konden ze volgens eigen zeggen honderdduizend mensen van verse groenten en kruiden voorzien. Ik zeg niet dat ik dat toejuich, maar het is een fascinerend idee. Daarnaast heb je het idee van de varkensflats. Ze zijn verguisd, maar het is op zijn minst een interessante gedachte. Ik heb voor mijn boek meegelopen op een varkensbedrijf; die varkens staan hun hele leven op een betonnen vloer. Of dat nou op de begane grond is of op de tiende verdieping, dat zal dat varken worst wezen. Daar wordt hij niet gelukkiger of ongelukkiger van. Als je de bio-industrie acceptabel vindt - en dat vinden we nu blijkbaar want we eten dat vlees - dan is die flat niet minder acceptabel, maar wel stukken efficiënter. Het is misschien zelfs diervriendelijker. De varkens hoeven niet meer vervoerd te worden, maar worden naar de lift gebracht. Zoeff naar beneden naar de slachterij en daar lopen ze zo het mes in. Ook hiervoor geldt: ik zeg niet dat ik er voorstander van ben. Integendeel, ik heb liever dat we minder en diervriendelijker geproduceerd vlees eten. Wat ik duidelijk wil maken, is: het idee van een varkensflat is echt niet veel erger dan de stallen die we nu hebben, maar het heeft de beeldvorming tegen. Dat is eigenlijk hetzelfde als wanneer je zegt dat lokaal eten altijd goed is, maar dan omgekeerd.”
De inhoud van dit document mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijk toestemming van Dynamic Food.