Geachte , Zoals u inmiddels bekend zal zijn, hebben de sociale partners1 in de bedrijfstak met elkaar afspraken gemaakt over een nieuwe pensioenregeling. De nieuwe regeling wordt uitgevoerd door een ander pensioenfonds, namelijk pensioenfonds PGB (hierna PGB). Eén van de gevolgen van deze afspraken is dat de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij (hierna BPFZ) stopt met het uitvoeren van de bestaande pensioenregeling en in 2016 zichzelf zal opheffen. Hierover is door BPFZ de afgelopen maanden al verschillende keren gecommuniceerd met uw werknemers onder het motto “haak-aan”. Zie ook de website www.haak-aan.nl. Via onze email nieuwsbrief hebben wij u op de hoogte gehouden van deze communicatie. Wij hebben nog niet met u gecommuniceerd wat de gevolgen zijn voor uw als werkgever. Als BPFZ wilden wij u graag met deze brief volledig informeren over zowel de nieuwe pensioenregeling als over de administratieve consequenties. Dat bleek helaas niet mogelijk. Met PGB is afgesproken dat wij ons op dit moment beperken tot de informatie die wij tot onze beschikking hebben. De vervolginformatie ontvangt u van PGB. Het nieuwe pensioenfonds: Met ingang van 1 januari 2016 wordt de nieuwe pensioenregeling uitgevoerd door PGB. De contactgegevens van PGB zijn: Telefoonnummer: 020 5418 180 Email: [email protected] Informatie over pensioenfonds PGB kunt u vinden op www.pensioenfondspgb.nl
1
De Redersvereniging voor de Nederlandse Zeevisserij, De Nederlandse Bond van Haringhandelaren, CNV Vakmensen
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij Kamer van Koophandel nr. 41199576 IBAN NL58 INGB 0651 2078 94
Uw aansluiting bij PGB PGB gaat u informeren over uw aansluiting als werkgever. U dient in elk geval rekening te houden met: Het tekenen van een aansluitovereenkomst; Verandering van de wijze waarop u de pensioenpremie dient te berekenen in uw loonadministratie; Nieuwe basisgegevens zoals franchise, premiepercentage, werkgeversbijdrage en de bedragen per uur, dag, week, maand, kwartaal en per jaar. Verandering van de wijze waarop u de informatie dient aan te leveren PGB hanteert een andere methode van factureren en incasseren De nieuwe pensioenregeling In bijlage 1 bij deze brief hebben wij een beschrijving opgenomen van de nieuwe pensioenregeling. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het definitieve pensioenreglement door PGB. Zodra dit beschikbaar is, zullen zij u hierover informeren. De werkingssfeer per 1 januari 2016: bent u wel of niet verplicht uw werknemers aan te melden voor de nieuwe pensioenregeling De werkingssfeer wordt bepaald door: De verplichtstelling van pensioenfonds PGB. De cao Pensioenregeling Zeevisserij. Deze omschrijvingen zijn tekstueel anders dan de huidige verplichtstelling en de cao’s waar BPFZ zich op baseerde. De teksten van de verplichtstelling en de cap Pensioenregeling Zeevisserij die over de werkingssfeer gaan treft u aan in bijlage 2. Voor werknemers, die verplicht zouden moeten deelnemen, maar waarvoor u zelf een pensioenregeling heeft afgesloten, dient u een vrijstelling aan te vragen bij pensioenfonds PGB. Als u werknemers heeft die niet onder de werkingssfeer vallen, kunt u vrijwillig deelnemen. Aanleveren van informatie aan het pensioenfonds Uiterlijk op 3 februari 2016 levert u nog, exact op de manier zoals u dat bent gewend, de informatie over december 2015 aan bij BPFZ/TKP. De benodigde informatie over januari 2016 levert u aan pensioenfonds PGB, volgens hun richtlijnen. Wat merken uw werknemers er van Uw werknemers hebben al de nodige communicatie van BPFZ ontvangen. U bent hier over geïnformeerd. In 2016 krijgen zij nog: Een startbrief van pensioenfonds PGB Een UPO over het jaar 2015 Een brief van BPFZ met daarin de vermelding van: o Hun pensioenaanspraak per 31-12-15 die door BPFZ is overgedragen aan Aegon o De hoogte van de indexatie die in 2016 wordt verleend door BPFZ o Het ter inzage leggen van het liquidatieverslag van BPFZ Een brief van Aegon Levensverzekering N.V. met daarin de bevestiging van de overgenomen pensioenaanspraak Het is belangrijk dat uw werknemers de twee laatstgenoemde brieven met elkaar vergelijken om te zien of de bedragen van de pensioenaanspraken gelijk zijn.
Heeft u nog vragen? We helpen u graag. Op de website www.haak-aan.nl vindt u meer informatie. U kunt ook contact met ons opnemen via: (050) 522 50 05. U kunt ons bereiken van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. Of stuur uw e-mail naar [email protected]. Als u belt of mailt, houd dan uw werkgeversnummer bij de hand. Wij kunnen u dan beter van dienst zijn. Met vriendelijke groet,
Mw.Drs. M.A.G. Schaap Voorzitter bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij Bijlagen: - Pensioenregeling - Werkingssfeer
Pensioenregeling De belangrijkste verandering in de nieuwe pensioenregeling is dat dit een zogenaamde beschikbare premieregeling is. De werknemers bouwen niet langer een percentage pensioenuitkering op. In plaats daarvan wordt de maandelijkse premiebetaling gestort op een individuele pensioenrekening voor elke werknemer. Dat bedrag wordt belegd. Zo bouwen zij een pensioenkapitaal op, waarmee later een pensioen dient te worden gekocht. Meer informatie over de verschillen tussen de oude en de nieuwe pensioenregeling kunt u vinden op www.haak-aan.nl/werknemer/pensioenregeling. De nieuwe pensioenregeling heeft verder de volgende kenmerken: De pensioenleeftijd is 67 jaar - De combinatiepremie van de pensioenregeling voor de vissers is 16,1%, waarvan het werkgeversdeel 5,6 % bedraagt. De combinatiepremie van de lage pensioenregeling voor het walpersoneel is 9,9%. Het werkgeversdeel bedraagt 6,06% met een maximum bedrag per jaar van € 1.030,00. De combinatiepremie van de hoge pensioenregeling voor het walpersoneel is 16,1%. Het werkgeversdeel bedraagt 6,06% met een maximum bedrag per jaar van € 1.030,00. De premie wordt berekend over de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het loon minus de franchise. Er geldt een maximum loon waarover pensioen wordt opgebouwd. Hieronder staat een rekenvoorbeeld. Hoge regeling Lage regeling Inkomen per Inkomen per Inkomen per Inkomen per jaar 30.000 jaar 60.000 jaar 30.000 jaar 60.000 maximum loon 0 52.000 0 52.000 voor opbouw Af: franchise 15.600 15.600 15.600 15.600 Basis voor 14.400 36.400 14.400 36.400 premie berekening premie 16,1 % 16,1 % 9,9 % 9,9% totale premie 2318,40 5860,40 1425,60 3603,60 per jaar NB: dit schema bevat alleen de totale premie. De verdeling werknemersdeel/werkgeversdeel is niet aangebracht. -
Iedereen blijft dezelfde premie betalen, ondanks dat het opbouwen van pensioen voor een oudere duurder is dan voor een jongere. Dat betekent niet dat werknemers bij een gelijk loon ook een gelijk pensioen opbouwen. Alle premies worden elk jaar eerst bij elkaar gevoegd en dan weer herverdeeld over alle individuele pensioenrekeningen. Bij de herverdeling wordt rekening gehouden met de leeftijd. Ouderen krijgen een hoger bedrag dan jongeren. Jongeren dragen dus bij aan de pensioenopbouw van de ouderen. Dat was ook al zo in de oude regeling. Alleen was het daar niet zichtbaar. Waarom ouderen voor het pensioensparen hogere bedragen nodig hebben dan jongeren staat uitgelegd op www.haak-aan.nl/werknemer/begrippen.
In deze tabel ziet u twee voorbeelden hoe de herverdeling eruit ziet in de praktijk:
Leeftijd Inkomen Franchise 2016 pensioengrondslag Parttime % Pensioenpremie 2016 in % Pensioenpremie 2016 in € Naar de individuele rekening 2016 Pensioenpremiestorting
De werknemer in de lage regeling krijgt eenmaal per jaar de gelegenheid om over te stappen naar de hoge regeling. Hij dient dit voor 1 november bij als werkgever aan te geven. Het bedrag dat elk jaar wordt bijgeschreven op de pensioenrekening van de werknemer komt (tenminste bij voldoende beleggingswinst) ongeveer overeen met een pensioentoename van 1,5% van de pensioengrondslag voor de hoge regeling en een pensioentoename van ongeveer 0,75 % van de pensioengrondslag voor de lage regeling. Dit noemen we de pensioen richt opbouw. Het partnerpensioen bedraagt 70% van de pensioen richt opbouw Het wezenpensioen bedraagt 20 % van het partnerpensioen, met een maximum van 5 wezen
Hoe werkt de nieuwe pensioenregeling? Van alle premies wordt in totaal zo’n 13 % ingehouden door PGB. Dit bedrag is bedoeld voor het betalen van de kosten van de pensioenregeling én voor het betalen van verzekeringspremies voor : Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Bij arbeidsongeschikt, blijft de werknemer toch pensioen opbouwen zonder dat er premie betaald hoeft te worden Partner- en/of wezenpensioen voor het geval de werknemer voor zijn pensioendatum komt te overlijden Het bedrag op de pensioenrekening wordt belegd, omdat beleggen op de lange termijn meer rendement oplevert. Het beleggen gebeurt automatisch. De werknemer hoeft hier niets voor te doen en hoeft ook geen keuzes te maken. Bij het beleggen wordt rekening gehouden met de leeftijd van de werknemer. We noemen dit: life cycle beleggen: • Hoe hoger de leeftijd hoe minder risico in de beleggingen • Hoe jonger hoe meer risico in de beleggingen. Er wordt belegd in zogenaamde vastrentende waarden (lager risico) en in zakelijke waarden zoals aandelen (hoger risico). De verhouding tussen deze twee soorten beleggingen wisselt afhankelijk van de leeftijd. De verdeling per leeftijdsgroep is: Leeftijd Jonger dan 40 jaar Tussen 40 en 57 jaar Tussen 57 en 67 jaar
Vastrentend 20% 30% 50%
Aandelen 80% 70% 50%
Zodra de werknemer 57 wordt, wordt elk jaar een deel van het bedrag op de pensioenrekening automatisch omgezet naar een recht op pensioenuitkering. Er wordt vanaf dat moment pensioen ingekocht, zonder dat de werknemer iets hoeft te doen. Het pensioen wordt aangekocht bij pensioenfonds PGB. Vanaf 2018 krijgen werknemers de mogelijkheid om ook al eerder dan hun 57e verjaardag zelf het bedrag op uw pensioenrekening om te zetten in een recht op pensioenuitkering. Hoe hoog de pensioenuitkering uiteindelijk wordt hangt af van verschillende factoren. Elk jaar wordt berekend wat het kost om een recht op pensioenuitkering in te kopen. Of het verstandig is dat een werknemer zijn bedrag op de pensioenrekening al eerder omzet in een recht op pensioenuitkering hangt af van twee overwegingen: 1) Er horen individuele risico’s bij de pensioenrekening én er horen collectieve risico’s bij de pensioen rechten die zijn ingekocht bij PGB. Meer uitleg is te vinden op www.haakaan.nl. 2) De rentestand: Bij een lage rente is het inkopen van een pensioenrecht duurder dan bij een hoge rente.
Werkingssfeer Tekst verplichtstelling: de deelneming in de Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven zoals in dat besluit is bepaald onder I. en II. is verplicht gesteld voor: iedere man of vrouw vanaf de eerste dag van indiensttreding bij de werkgever tot de eerste dag van de maand waarin hij of zij recht krijgt op een AOW-uitkering, a. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij de werkgever met één of meer werknemers in dienst, die activiteiten verricht die worden gerekend tot grafische bedrijven, zoals omschreven in de hierna genoemde onderdelen A tot en met K; b. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij de werkgever, die deel uitmaakt van in een groep verbonden ondernemingen waartoe ook grafische bedrijven behoren zoals omschreven in de hierna genoemde onderdelen A tot en met K en die één of meer werknemers in dienst heeft, wier gewone taak het is bedrijfsmatige werkzaamheden te verrichten in of ten behoeve van één of meer van deze tot de groep behorende grafische bedrijven. Het gestelde onder sub b is niet van toepassing op werknemers die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij werkgevers die lid zijn van de Vereniging Repro Nederland, c. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij de werkgever die een onderneming drijft in het Kartonnage- en het Flexibele Verpakkingenbedrijf zoals omschreven in het hierna genoemde onderdeel L en waarvan de functie is opgenomen, of gezien de aard van de werkzaamheden behoort te worden opgenomen, in de functierangschikkingslijst en waarvan de functie niet zwaarder wordt gewaardeerd dan 170 ORBA-punten (zie bijlage 1), d. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij een werkgever die een onderneming drijft in de bereide verf- en drukinktindustrie zoals omschreven in het hierna genoemde onderdeel M, e. die werknemer is van een werkgever in de zeevisserij als omschreven in het hierna genoemde onderdeel N. een en ander met uitzondering van degenen die werkzaam zijn als vakantiekrachten en/of stagiairs N. De zeevisserij: Werknemer van een werkgever in de zeevisserij is: a. met uitzondering van degene die op grond van artikel 1, lid 2, van de Wet zeevarenden zoals deze op 1 mei 2014 luidt (Staatsblad, 25-4-2014, nr. 161); niet als zeevarende wordt aangemerkt, degene die, door middel van zijn zee-arbeidsovereenkomst met een scheepsbeheerder of een rechtspersoon die tot hetzelfde concern behoort als waartoe de scheepsbeheerder behoort, verbonden is arbeid te verrichten aan boord van een vissersvaartuig en die naar de omstandigheden beoordeeld, 1°. in de Europese Economische Ruimte woonachtig is en onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving valt, of 2°. in een land woont waarmee Nederland een verdrag of overeenkomst heeft gesloten inzake sociale zekerheid op grond waarvan de zeevisser onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving valt,
waarbij wordt verstaan onder: vissersvaartuig: elk zeevissersschip in de zin van Boek 8, I, Titel 1, artikel 2, lid 3, van het Burgerlijk Wetboek zoals deze bepaling op 1 januari 2016 luidt dat op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden te voeren; scheepsbeheerder: de scheepsbeheerder van een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel l, van de Wet zeevarenden zoals deze op 1 mei 2014 luidt (Staatsblad, 25-4-2014, nr. 161); zee-arbeidsovereenkomst: de arbeidsovereenkomst in de zeevisserij als bedoeld in Boek 7, Titel 10, Afdeling 12A, artikel 739, aanhef en onderdeel c, van het Burgerlijk Wetboek zoals deze bepaling op 1 januari 2016 luidt; b. de in Nederland woonachtige persoon die in loondienst van een in Nederland woonachtige of gevestigde natuurlijke of rechtspersoon als lid van de bemanning arbeid verricht aan boord van een zeevissersschip dat een vreemde vlag voert en op wie de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is; c. degene die werkzaam is in de schuur, op het erf en in de technische werkplaatsen van de werkgever, alsmede het kantoor-,toezichthoudend- en leidinggevend personeel; d. degene die in loondienst is van een in Nederland gevestigde werkgever, die het verhandelen in het groot van haring als bedrijfsactiviteit heeft, Indien de zeevisserij en/of de haringgroothandel wordt uitgeoefend in één of meer afdelingen van een onderneming, de verplichting tot deelneming slechts geldt voor de werknemers, die in de onderneming in de regel, naar de relevante loonsom gemeten, voor ten minste 70% voor die afdeling of voor de afdelingen werkzaam zijn. Tekst cao Pensioenregeling Zeevisserij Artikel I.2.1 1. Deze overeenkomst is van toepassing op: a. vissers die; en b. walpersoneel dat, voor hun uitkering bij ouderdom verplicht verzekerd zijn ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). 2. Deze overeenkomst is niet van toepassing op: a. personen die voor hun uitkering bij ouderdom niet verplicht verzekerd zijn ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW); b. stagiairs die geen werknemer zijn in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek; c. vakantiekrachten, tenzij hierna anders is overeengekomen. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: Visser: elke werknemer op wie de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de trawlvisserij van toepassing is; Walpersoneel: elke werknemer op wie de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het zeevisbedrijf van toepassing is;