omslag
10
FORUM #10/23.05.13
Topsectoren willen scoren
Hoe voorkomt Rutte II een wk-trauma? Hoe staat het eigenlijk met het Topsectorenbeleid? Toenmalig minister Verhagen stond bij ‘zijn’ Topteams als voetbaltrainer Fred Rutten bij Vitesse: klaar om de club de top-5 binnen te leiden. Maar het bedrijfslevenbeleid kan nog wel wat coaching gebruiken. ‘We creëren niet het gevoel dat je bij de Duitsers hebt: daar gáán ze weer.’ Tekst: Remko Ebbers | Foto: Patrick Post/HH
11
FORUM #10/23.05.13
omslag
b De door king met n menwer a s e van EZ e d it u k Kamp n e ) en s H ( ij w id nder O overhe n a v r e is mak e speler Jet Busse elangrijk het NWO b ( p a h c wetens man van len, voor erzoeksgeld e g n E s Jo nd publiek o dat veel . beheert)
n s: linkdesig
Jasper Ruhe/anp
illustratie
n BRAAK DE DOORraken moeten kome
1 RAFAEL VAN DER VAART MIDDENVELDER
een goede voorzet Drie ambities sprak minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie uit in de bedrijfslevenbrief van het kabinet in 2011: Nederland behoort in 2020 tot de top-5 van kenniseconomieën in de wereld, de investeringen in onderzoek en ontwikkeling stijgen naar 2,5 procent van het bruto nationaal product én overheid en bedrijfsleven ontwikkelen gezamenlijk initiatieven voor onderzoek en ontwikkeling voor meer dan 500 miljoen euro. Over vier jaar moet dat zijn gerealiseerd en tenminste 40 procent van dat bedrag wordt dan door het bedrijfsleven betaald. Aan de basis van al die cijfers moest een sterkere band staan tussen overheid, bedrijfs leven en wetenschap, de Gouden Driehoek. Door gezamenlijk op te trekken kunnen innovaties vaker en sneller op de markt gebracht worden (valorisatie) en waar mogelijk internationaal verkocht, is de gedachte. Op 6 juni bespreekt de Tweede Kamer de voortgang van het beleid. Zijn we al in een winning mood?
uitbreken voor de aanval Het integrale samen-staan-we-sterk-beleid is nog niet zo uit de verf gekomen, meent Emmo Meijer, corporate r&d director van FrieslandCampina. Hij werkte daarvoor bij Unilever en
12
dsm, en was verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling. ‘Toen het Topsectorenbeleid werd voorgesteld, is een beetje onderschat dat het een hele systeemverandering betekent voor de kennis- en innovatiesector. De overheid heeft gedacht: ‘Dat zoeken bedrijfsleven en wetenschap zelf wel uit’. Maar de echte discussie begint eigenlijk nu pas.’ Belangrijk in het beleid is dat iedereen met iedereen praat. ‘De bedoeling van het Top sectorenbeleid is dat het focus in vraagsturing geeft’, zegt Emmo Meijer. ‘Dat is heel belangrijk. Er werd altijd al veel gedaan, maar het borrelde alle kanten op. Ik merk nog steeds dat bij de wetenschap de houding is: we kijken wel wat er gebeurt en of we er iets mee willen. In het bedrijfsleven wordt daar veel absoluter over gedacht. Daar leg je een prioriteit of niet.’ Waarom doen die bedrijven het onderzoek dan niet zelf als ze het zo belangrijk vinden? Dat kan niet meer, zegt Meijer. ‘Bedrijven hebben nooit afscheid genomen van fundamenteel onderzoek. Ze doen het alleen niet meer in eigen beheer, maar in samenwerking met onderzoeksinstituten en vaak ook in samenwerking met collega-bedrijven. De wetenschap gaat zo snel, dat kunnen bedrijven niet zelfstandig bijbenen. Bij Unilever had ik zesduizend r&d-mensen en wij waren toch niet in staat om het tempo in de wereld te volgen.’
FORUM #10/23.05.13
De snelheid van de ontwikkelingen, noopt tot snel kunnen reageren met innovaties. Wie vast blijft zitten in een regeljungle, loopt achter stand op. Bij de lancering van het Topsec torenbeleid beloofde Verhagen dan ook om conflicterende regels en onnodige drempels te verwijderen. Dat is belangrijk, merkte Hans Schikan van het biotechbedrijf Prosensa. Het bedrijf ontwikkelt geneesmiddelen voor de ziekte van Duchenne, een zeldzame spierziekte die vooral bij jongens optreedt. De meeste patiënten belanden rond hun 10de jaar in een rolstoel en overlijden voor hun 30ste. Prosensa is wereldwijd een pionier op zijn gebied met internationale waardering voor het onderzoek. De basis daarvoor werd gelegd op het Leids Universitair Medisch Centrum en Prosensa werkt inmiddels samen met pharmareus GlaxoSmithKline om de ontwikkeling grootschaliger voort te zetten. ‘De eu stimuleert bedrijven ook actief om de toepassing van geneesmiddelen voor kinderen speciaal te onderzoeken’, legt Schikan uit. ‘Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat het
dwars door de verdediging heen Als bedrijfsleven en wetenschap iets hebben ontwikkeld, moet het ook verkocht worden. En dan moet je niet in Nederland blijven. ‘Een klein land als Nederland heeft veel buitenland’, zei oud-minister Luns al in de jaren vijftig op de vraag waarom Nederland toen twee ministers van Buitenlandse Zaken had. Dat had toen vooral te maken met het eerlijk verdelen van politieke kleur, maar als het gaat om valorisatie heeft Nederland aan één minister die zich bezig houdt met internationale handel niet genoeg. ‘Op zich gaat het wel goed’, zegt Bertrand van Ee, ceo van Royal Haskoning dhv. ‘De combinatie
van exportbevordering en ontwikkelings samenwerking wordt goed opgepikt door minister Ploumen. De relaties met ontwikkelde landen in Europa worden prima onderhouden door premier Rutte. In de transitielanden, de brics, Indonesië, Zuid-Afrika, Turkije, is het goed als de premier ook regelmatig mee gaat. Alleen het tempo van handelen mag wel iets omhoog, sneller reageren op ontwikkelingen in het buitenland. Twee jaar geleden was er een grote overstroming in Thailand. Daar waren we direct bij, maar daarna duurde het lang om die actie om te zetten in iets structurelers. Nu is er een publiekprivaat fonds om die opvolging te faciliteren en dus gaat het de volgende keer beter. Dit jaar gaat minister Schultz naar Myanmar (vroeger Birma; red.), dat had wel iets sneller gekund. Ik ben blij dat we nu gaan, maar Nederland is wel een van de laatsten. Duitsland en Frankrijk zijn al lang geweest. Dat naar buiten kijken kan beter.’ Maakt het uit of en welk bewindspersoon aanschuift bij een handelsmissie? Natuurlijk,
DE VOORZET
Stanley Gontha/anp
Nederland moet wel laten zien wat het in huis heeft, de etalage moet gevuld blijven. Belangrijk zijn de ministers die ook inhoudelijk veel te maken hebben met de topsectoren: Henk Kamp (EZ), Melanie Schultz (Infrastructuur en Milieu) en Edith Schippers (Volksgezondheid).
simpelweg aanpassen van een volwassen dosering optimaal is. Daarvoor is een speciale organisatie in het leven geroepen: PedCo. Nu zijn er ook al geruime tijd algemene Europese regels voor het testen van medicijnen op mensen. Toen wij wilden testen, bleek dat dit in Nederland alleen mocht met volwassenen. Dat is dus een probleem voor een bedrijf als het onze, omdat wij medicijnen ontwikkelen speciaal voor kinderen. We hebben toen over de grens gekeken. In België en Zweden bleek er geen probleem te zijn, terwijl die ook onder die eu-regels vallen. Het ging dus om een verschillende interpretatie van een paar zinnen.’ Prosensa wist een mouw te passen aan de opstelling van de Nederlandse toetsingscommissie voor klinische testen. De patiëntenvereniging met ouders van kinderen met Duchenne was uitermate ontstemd over die houding. Het rumoer dat zij maakte zorgde ervoor dat er een commissie is gekomen die onderzoekt of de Nederlandse gang van zaken niet aangepast moet worden. Eind goed, al goed? ‘Zoiets laat wel een smetje achter op het imago van Nederland’, vindt Schikan. ‘We zijn nu een topland op het gebied van medisch onderzoek, dat moeten we zo houden. Als regels hier anders worden geïnterpreteerd dan in buurlanden, wordt Nederland minder aantrekkelijk voor klinisch onderzoek.’ Maar ook over de grens kan de overheid zich nuttig maken op dat gebied. Schikan: ‘Nu zijn er dus twee Europese instituten die zich bezig
houden met medisch onderzoek. PedCo, dat zich richt op medicijnen voor kinderen, en de al eerde opgerichte European Medicine Authority. De oprichting van PedCo was een uitstekend initiatief, maar nu zijn er wel twee instituten waar we langs moeten met soms afwijkende visies op een ontwikkelings programma.’ Het kabinet moet er dus ook voor pleiten om in Europees verband regelgeving te harmoniseren en eventuele dubbelingen aan de kaak stellen.
2 ARJEN ROBBEN AANVALLER
13
FORUM #10/23.05.13
omslag
DE GOALS
Stanle y Gon
tha/an
p
En dan moet er geha ndeld worden. Voor de belangrijke internationale contacten staan dr ie mensen in de spits: premier M ark Rutte, Lilianne Ploumen (B uitenlandse Handel) en minister en ambassadebaas Frans Timmer mans (Buitenlandse Zake n).
3 ROBIN VAN PE R A ANVALL
ER
zegt Van Ee direct. ‘Dat heeft te maken met status en egards. Toen de president van Tanzania Nederland bezocht was het goed dat minister Kamp ook bij de ontmoeting met Nederlandse ondernemers was. De nieuwe president van China begint zijn buitenlandse bezoeken niet voor niets in Tanzania, hij weet waar de belangen liggen. In Afrika gaat het heel hard, we realiseren ons niet hoe groot dat continent is. In dat spel kan Nederland meespelen, wij hebben daar goede relaties. We merken dat zelf ook in Mozambique. Daar is jaren geleden een ontwikkelingshulprelatie begonnen. Nu dat land economisch boomt, plukken we er de voordelen van dat ze ons kennen.’
inkopppen maar En hoe weet het buitenland wat we allemaal hebben? De Nederlandse kennis en kunde moeten in de etalage worden gezet. Zoals de aanleg van de deltawerken nog doorklinkt in de Nederlandse bemoeienis in het veiliger maken van New Orleans na de orkaan Katrina. De overheid als launching customer. En dan is het misschien niet zo effectief als staatssecretaris Mansveld van Milieu bepleit om straatverlichting uit te zetten als er binnen de landsgrenzen ook hightech techniek aanwezig is die verlichting automatisch regelt naar behoefte. Van Ee: ‘Als je de etalage niet blijft vullen, kun je niets verkopen. Het idee van
14
SIE
een rondreizende marktkoopman die alles in zijn vrachtauto heeft, voldoet niet.’ Nederland heeft genoeg om in die etalage te zetten vindt Van Ee: Brainport, Wageningen Food Valley. ‘Deltares maakt de grootste bak ter wereld om een golf te produceren met alle modulatie die je kunt wensen. Daarvoor komen onderzoekers uit de hele wereld naar Nederland. Met dat soort projecten moeten we creatiever om gaan. Ik snap heel goed dat de overheid even niet zoveel geld heeft. Dan moeten we bijvoorbeeld meer naar publiekprivate oplossingen. Het begint bij de acceptatie van de overheid dat die etalage gevuld moet blijven. Zeg als je in Indonesië bent ook wat Nederland voor dat land kan betekenen. Met Schiphol en de haven van Rotterdam kunnen we Indonesië helpen hun goederen in Europa te verspreiden. Een handelsrelatie moet twee kanten op gaan.’
en goaaaaaaaaaaaal Er valt dus nog veel te doen? Meijer, Schikan en Van Ee zijn huiverig voor teveel politieke daadkracht. Als iedereen zijn plasje over h et Topsectorenbeleid gaat doen en het weer wijzigt, komt er niets van terecht. ‘Het heeft vijftien jaar geduurd om de technisch topinsti tuten op het huidige niveau te krijgen’, zegt Emmo Meijer. ‘Zoveel tijd heb je echt nodig. Als je het beleid weer gaat wijzigen wordt het FORUM #10/23.05.13
een chaos. Belangrijk is dat er geen verwijdering optreed omdat de partijen elkaar verkeerd begrijpen. Het zou goed zijn als de overheid mensen zoekt die de taal van wetenschappers, het bedrijfsleven en de overheid kent om te tolken. Die weten welke lading woorden hebben binnen de verschillende culturen.’ Bertrand van Ee vindt ook dat het beleid aan de basis goed is. ‘Het moet vooral steeds verder verbeterd worden. Afspraken maken en afstemmen over wie waar naartoe gaat, gaat steeds beter. Maar houd het tempo hoog en zet in op mentaliteit, de wil om samen sterker te willen zijn. Je moet het gevoel hebben dat je krijgt bij het Duitse voetbalelftal: daar gáán ze weer. Niet steeds achterom kijken wat er is gedaan, maar vooruit kijken naar wat je nog wilt doen. Als je de aanval goed op orde hebt, heb je tijd om de verdediging te organiseren.’ Lees ook de artikelen over het Topsectorenbeleid in Forum 13 en 17 uit 2011 op www.vno-ncw.nl