P
r
o
g
r
a
m
m
a
18e Doelencongres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie Rotterdam, de Doelen
6, 7 en 8 april 2011
Elf verschillende dagprogramma’s Inschrijving per dagprogramma ACCREDITATIE NVOG, VVOG, KNOV, BEN, NVTG EN NVVS
www.igoandpractice.nl
WEN
IN HE T
AL TE
RN
A TI
V
EF
VE
RT
U RO
TR ER
O UWEN
VO
OR
ST
A RT
ER S
V E RT R O
UW
E N VO
1
OR SWI
TC HERS
De eerste pil die natuurlijk estradiol afgeeft 2-4
1960 |
|
|
|
|
1970 |
|
|
|
|
1980 |
|
|
|
1961 Anovlar
1974 Microgynon 30
1981 Trigynon
1988 Diane 35
1e pil in Europa
verlaging EE
drie fasen pil
behandeling acne
|
1990
|
|
|
|
|
2000 ‘ 0 1
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09
1989 Femodeen
1996 Mirena
2001 Yasmin
nieuw progestageen
hormoonspiraal
nieuwe klasse progestageen
2006 Microgynon 20
2008 YAZ 24+4
2009 Qlaira
verdere verlaging EE
nieuw innameschema
natuurlijk estradiol
U-2112-NL 07.2010
programma 18e DOELENcongres infertiliteit, gynaecologie en obstetrie
Rotterdam, de Doelen
6, 7 en 8 april 2011
accreditatie De NVOG heeft het gehele congres (drie dagen) met 18 punten geaccrediteerd. Elk programma apart: 6 punten.
VVOG Voor de Belgische deelnemers werd accreditering aangevraagd bij het RIZIV. Zoals u weet is dat altijd iets van lange adem. Verwacht mag worden dat het congres evenals voorgaande jaren maximaal geaccrediteerd wordt. Zodra bericht is ontvangen, zal daarvan op de website melding worden gemaakt. Vergeet niet tijdens het congres aan de registratiebalie uw aanwezigheid te noteren op de handtekeningenlijst die dagelijks ter beschikking zal liggen.
KNOV Accreditatie is toegekend aan: 06-04-2011 Foetale echoscopie anno 2011, accreditatienummer A 11-003, score 7 uur; 07-04-2011 Obstetrie preconceptioneel en prenataal/antenataal anno 2011, accreditatienummer A 11-004, score 6 uur; 08-04-2011 Obstetrie perinataal anno 2011, accreditatienummer A 11-005, 6 uur. BEN Aan het dagprogramma ‘Foetale echoscopie anno 2011’ - 6 april 2011 - zijn 6 punten toegekend.
NVTG Het dagprogramma ‘Verloskunde en gynaecologie in de tropen anno 2011’ - 8 april 2011 - is geaccrediteerd met 2 studiepunten.
NVVS Het dagprogramma ‘Seksuele disfuncties; inzichten anno 2011’ - 7 april 2011 - is geaccrediteerd met 6 punten.
proceedings Evenals in 2007 en 2009 zullen de proceedings door DCHG worden uitgegeven. Alleen door deelname aan het congres zal men over de proceedings kunnen beschikken.
hoofdsponsors Bayer Schering Pharma Ferring
Voorwoord
6
Commissies Wetenschappelijk Programma
8
Sprekers, moderatoren en voorzitters
8
WOENSDAG 6 APRIL 2011 DAGPROGRAMMA 1 REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE ANNO 2011
14
DAGPROGRAMMA 2 SCOPIEËN IN DE GYNAECOLOGIE ANNO 2011
16
DAGPROGRAMMA 3 FOETALE ECHOSCOPIE ANNO 2011
18
WOENSDAG 6 APRIL
inhoudsopgave
DAGPROGRAMMA 4 OBSTETRIE PRECONCEPTIONEEL EN PRENATAAL / ANTENATAAL ANNO 2011
22
DAGPROGRAMMA 5 BENIGNE GYNAECOLOGIE ANNO 2011
24
DAGPROGRAMMA 6 ONCOLOGISCHE GYNAECOLOGIE ANNO 2011
26
DAGPROGRAMMA 7 SEKSUELE DISFUNCTIES; INZICHTEN ANNO 2011
28
DONDERDAG 7 APRIL
DONDERDAG 7 APRIL 2011
DAGPROGRAMMA 8 OBSTETRIE PERINATAAL ANNO 2011
33
DAGPROGRAMMA 9 UROGYNAECOLOGIE ANNO 2011
35
DAGPROGRAMMA 10 VERLOSKUNDE EN GYNAECOLOGIE IN DE TROPEN ANNO 2011
37
DAGPROGRAMMA 11 LIFELONG LEARNING EN MANAGEMENT ANNO 2011
39
Inschrijving, kosten en betaling dagprogramma’s
40
Onsite inschrijving is niet mogelijk
40
Congresbalie, congreszalen
41
Hotelaccommodatie, reservering en betaling
41
Aanvullende informatie
43
Notities bij de plattegrond; adres de Doelen; trein of auto?
43
Plattegrond Rotterdam Centrum
44
VRIJDAG 8 APRIL
VRIJDAG 8 APRIL 2011
voorwoord Kent u ook die momenten van gelukzaligheid, die u voor eeuwig zou willen vasthouden? Kan het deelnemen aan het 18e IGO-Doelencongres u boven de dagelijkse beslommeringen verheffen? Wellicht. Voor dat gelukzalig moment moet u natuurlijk wel open staan. Niettegenstaande het unieke karakter van dit congres 2011 is het schrijven van een voorwoord toch minder eenvoudig dan bij het eerste congres in deze reeks (1990). Toch is de primaire doelstelling van deze congresreeks door de jaren heen niet gewijzigd: met de driedaagse congressen (t/m 2001 jaarlijks) nascholing verstrekken aan de niet-universitair werkende Nederlandse en Vlaamse gynaecoloog door korte, bondige voordrachten en complete proceedings. Was in de jaren tachtig van de vorige eeuw het brede specialisme universitair uiteengevallen in de subspecialismen reproductieve geneeskunde, gynaecologie en obstetrie; niet-universitair werd deze ontwikkeling niet nagestreefd. Jaarlijks werd de niet-universitair werkende gynaecoloog dankzij de sprekers van het IGO-Doelencongres, altijd afkomstig van onder meer alle 12 Nederlandse en Vlaamse universiteitsklinieken, geïnformeerd omtrent de ontwikkelingen in genoemde subspecialismen, zodat hij/zij het specialisme in de volle omvang kon blijven uitoefenen. T/m 2001 kon daartoe met één dagprogramma per dag worden volstaan. Afgelopen decennium is het specialisme dermate uitgebreid, dat als gevolg daarvan ook het aantal dagprogramma’s sterk is toegenomen en het inmiddels voor elke niet-universitair werkende gynaecoloog duidelijk is dat het specialisme ook door hem/haar niet meer in de volle omvang kan worden uitgeoefend. Elk tijdvak heeft zijn vanzelfsprekendheden. In het tijdvak van authority based medicine, eindigend in de jaren 60-70 van de vorige eeuw - in Nederland gemarkeerd door hoogleraren als G.J. Kloosterman (UVA), J. Janssens (VU), W.P. Plate (Utrecht) en J.L. Mastboom (Nijmegen) - was verplichte extra scholing nog niet aan de orde, behoudens dan het bijwonen van NVOG-vergaderingen op een wisselende universitaire lokatie met tussen koffie- en lunchpauze voordrachten uit de ontvangende kliniek, om dan na de lunchpauze te vervolgen met voordrachten uit portefeuille. Verplichte nascholing, accreditatie van nascholing, herregistratie en visitatie zijn pas in de tweede helft van de jaren negentig tot ontwikkeling gekomen, derhalve langere tijd nadat de Doelencongresreeks van start was gegaan. Niet alleen ontwikkelingen beperkt tot specifieke onderwerpen van ons specialisme hebben de uitoefening van het vak in de dagelijkse praktijk gewijzigd. Met congresoverlappende thema’s is
6
aandacht geschonken aan deze ontwikkelingen, welke vooral rond de eeuwwisseling zich presenteerden: - 1996: evidence based medicine - 1997: informatietechnologie - 1998: screening - 2001: delegeren in de geneeskunde De thema’s werden in genoemde jaren tijdens het congres voor elk van de drie subspecialismen besproken. Bij het thema screening werd dit voorafgegaan door een bespreking van de ethische en wettelijke kaders. Met delegeren in ons vak wordt bedoeld de fertiliteitsartsen, de echoscopisten en 2e lijns verloskundigen. De niet direct vakinhoudelijke ontwikkelingen van het afgelopen decennium zijn: - de mogelijkheid om zich in een NVOG-register als subspecialist te laten inschrijven, ook als nietuniversitair werkende gynaecoloog. Men moet aan eisen voldoen, die steeds worden bijgesteld en waaraan men elke vijf jaar wordt getoetst. Men kan zich behoudens als perinatoloog, oncoloog en voortplantingsgeneeskundige binnenkort ook als urogynaecoloog laten registreren. En dat zal wel niet het laatste register zijn (algemeen en endoscopisch chirurg?); - het ontstaan van grote tot zeer grote maatschappen door ziekenhuisfusies, uitbreiding van het specialisme en het niet zelden parttime uitoefenen van het vak. Het zal u duidelijk zijn dat de context waarbinnen het IGO-Doelencongres 2011 wordt gerealiseerd niet meer vergelijkbaar is met de situatie in 1990. Vanwege de laatst genoemde ontwikkeling is sinds 2007 het dagprogramma ‘lifelong learning en management’ aan het IGO-Doelencongresprogramma toegevoegd. Bij management wordt onder meer besproken over welke kwaliteiten men moet beschikken om grote maatschappen in het gareel te houden. Vanwege de eis tot lifelong learning moet natuurlijk de vraag worden gesteld: “Wat is goed onderwijs?”. De Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs (NVMO) besteedt daaraan o.m. door een jaarlijks congres (aantal deelnemers 700-800) veel aandacht. Met zoveel aandacht kunnen veranderingen in het onderwijs van de aanstaande medici en
voorwoord medisch specialisten niet uitblijven. Veranderingen die aantoonbaar beter moeten blijken te zijn. Tenslotte zijn sinds 2009 ‘Seksuologie’ en ‘Verloskunde en Gynaecologie in de Tropen’ aan het programma toegevoegd. Hoewel elke gynaecoloog zal erkennen dat een seksuologisch probleem zich als gynaecologische klacht kan uiten en omgekeerd, staan wittejassengêne en onvoldoende kennis van hedendaagse inzichten in de seksuologie, de herkenbaarheid en evaluatie van deze problematiek vaak in de weg. Het daadwerkelijk kennis nemen van de gynaecologische en verloskundige zorg in de Sub Sahara landen voedt de motivatie om de a.s. tropenarts extra scholing te geven, zodat hij/zij beter voorbereid is op de gynaecologische en verloskundige pathologie die hij/zij zal aantreffen en daarnaast kennis neemt van de beperkte middelen waarmee hij/zij zijn/ haar diagnostisch en therapeutisch werk zal moeten doen. De Sub Sahara vrouw verdient onze inspanning, waar dit anders achterwege blijft en niet zelden resulteert in te vermijden morbiditeit en mortaliteit. De Sub Sahara vrouw die niettegenstaande haar beperkte middelen zelf zoveel aan haar directe leefomgeving toevoegt. Het IGO-Doelencongres 2011 biedt u de werkelijkheid van vandaag. Werkelijkheid welke morgen alweer geschiedenis is. Dat de werkelijkheid van de beoefening van ons brede specialisme verder reikt dan onze eigen beroepsgroep moge duidelijk zijn. Alleen mede dankzij die andere beroepsgroepen is het anno 2011 mogelijk de patiënt goede zorg op ons vakgebied te geven. Aan het einde van dit voorwoord dank aan al degenen die de realisatie van dit congres mogelijk maken. Reeds in februari 2010 werden de dertien Commissies Wetenschappelijk Programma (CWP) ingesteld. Alle commissieleden hebben daadwerkelijk programmavoorstellen ingediend, hebben vervolgens een top-tien van onderwerpen opgesteld en het conceptprogramma van de voorzitters beoordeeld. Dank aan de voorzitters voor hun inspanning. De voorzitters van elke CWP hebben ter inleiding van het programma een notitie voor u geschreven. Dank aan al die sprekers; zij houden niet alleen een voordracht, maar leveren ook hun bijdrage aan de proceedings, opdat de nascholing van dit congres op elk gewenst moment geraadpleegd kan worden. Dank aan de buitenlandse sprekers. Dank aan alle moderatoren. Ook dankzij de hoofdsponsors en exposanten kan het congres gerealiseerd worden. Een congres voor de niet-universitair werkende gynaecoloog, de universitair werkende gynaecoloog (veelal als spreker), de aios, de
7
VERVOLG fertiliteitsarts, de klinisch embryoloog, de echoscopist, de verloskundige, de seksuoloog, de tropenopleider, de tropenarts i.o. en de in onderwijs en management geïnteresseerde. Dit congres doet u beseffen, dat niets zo onzeker is als de toekomst. Geniet van het heden. Ook de IGODoelencongresreeks heeft niet het eeuwige leven. En wellicht beleeft u een gelukzalig moment, maar garanderen kan ik het niet. Dr. Evert Slager, gynaecoloog (Erasmus MC)
COMMISSIES WETENSCHAPPELIJK PROGRAMMA Het programma werd door een dertiental commissies opgesteld. Voorzitters: Prof. dr. J.A.M. Kremer, Prof. dr. Th. D’Hooghe, Prof. dr. D. Timmerman, Dr. M.H. Emanuel, Dr. A.L. Thurkow, Dr. R. Campo, Prof. dr. H.A.M. Brölmann, Prof. dr. F.W. Jansen, Dr. C.M. Bilardo, Dr. Ph. Loquet, Prof. dr. E.A.P. Steegers, Prof. dr. Y. Jacquemyn, Prof. dr. M.P.M. Burger, Dr. S. Weyers, Prof. dr. G.G. Kenter, Prof. dr. F. Amant, Dr. H.W. van Lunsen, Prof. dr. P. Enzlin, Prof. dr. G.H.A. Visser, Prof. dr. P. Defoort, Dr. J.P.W.R. Roovers, Dr. F. Claerhout, Prof. dr. J.J.M. van Roosmalen, Prof. dr. M. Temmerman, Dr. M.F. Schutte, Prof. dr. F. Scheele. Leden: Prof. dr. J.S.E. Laven, Prof. dr. H. Tournaye, Dr. P.A. van Dop, Dr. J. Gianotten, Dr. J. Bosteels, Dr. G.J.E. Oosterhuis, Dr. W.L.D.M. Nelen, Dr. D. De Neubourg, Dr. P.J.Q. van der Linden, Dr. V. Mijatovic, Prof. dr. S. Repping, Dr. E.J.P. van Santbrink, Dr. A. Wisanto, Prof. dr. F.J.M. Broekmans, Dr. F. Vandekerckhove, Dr. C.J.C.M. Hamilton, Dr. C. Wyns, Dr. P.M.A.J. Geomini, S. Veersema, Dr. B.C. Schoot, Prof. dr. J. Deprest, Prof. dr. J.M.M. van Lith,
Dr. E. Sleurs, Dr. W. Gyselaers, Dr. P. Ramaekers, Dr. A.C. Bolte, Dr. T. Brand, Prof. dr. J.A.M. van der Post, Dr. M. Laubach, Prof. dr. M.C. Cornel, Dr. T. Vanderheyden, I. Aalhuizen, Prof. dr. S.G. Oei, Dr. H.I.J. Wildschut, Dr. F.P.H.A. Vandenbussche, Dr. Joh. Van Wiemeersch, Dr. J.W. van der Slikke, Dr. J. Verguts, Prof. dr. J. Gerris, Dr. W.M. Ankum, J.M.A. Pijnenborg, Dr. H.W.P. Quartero, Dr. G.C.M. Graziosi, Prof. dr. R.F.P.M. Kruitwagen, Prof. dr. F. Van den Broecke, Prof. dr M.J.E. Mourits, Prof. dr. R.H.M. Verheijen, Prof. dr. W.A.A. Tjalma, Prof. dr. C.W. Burger, Dr. Ph. De Sutter, Prof. dr. L.F.A.G. Massuger, Dr. E.T.M. Laan, Dr. Ph. Th. M. Weijenborg, P. Leusink, Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz, Dr. G.G. Zeeman, Dr. J.J. Duvekot, Prof. dr. J.G. Nijhuis, Dr. F.J.M.E. Roumen, Prof. dr. P.P. van den Berg, A.T.P.M. Verbeeten, E. de Miranda, Dr. V. Dietz, R.A. Hakvoort, Dr. E.S.M. Tiersma, Dr. A. L. Milani, Dr. S.L.S. Ghesquière, Dr. E. Werbrouck, K.B. Kluivers, Dr. C.H. van der Vaart, Dr. J. Stekelenburg, E.W.M. Janszen, Dr. J. van Dillen, M.G.P. Lagro, Dr. K. Roelens, T. Meguid, Prof. dr. Y. Jacquemyn, Prof. dr. W. Ombelet, H.J. van Beekhuizen, M.G.K. Dijksterhuis, Dr. M.A.H.M. Wiegerinck. Lid en coördinator: Dr. E. Slager
SPREKERS, MODERATOREN EN VOORZITTERS BUITENLANDSE SPREKERS Prof. dr. L. Allen (London, UK) Prof. dr. Y. Ville (Paris, France) Prof. dr. J. Thornton (Nottingham, UK) Prof. dr. T. Högberg (Lund, Sweden) Prof. dr. E. Declercq (Boston, USA) Prof. dr. E. Stanford (Memphis, USA) A. Martin-Hilber (Basel, Switzerland) T. Meguid (Pitttsburgh, USA) D. Geelhoed (Tete, Mocambique) Dr. N. Dhont (Kigali, Rwanda) UNIVERSITAIR NEDERLAND Academisch Medisch Centrum Amsterdam Dr. W.M. Ankum, gynaecoloog Dr. T. Brand, bedrijfsgeneeskundige Dr. M. Brauer, psycholoog-seksuoloog Prof. dr. S. Buitendijk, epidemioloog Prof. dr. M.P.M. Burger, gynaecoloog Dr. G. Casteelen, psychiater Dr. M. Goddijn, gynaecoloog Prof. dr. M.J. Heineman, gynaecoloog E. Kleinrouweler, arts-onderzoeker Dr. E.T.M. Laan, psycholoog-seksuoloog NVVS Dr. H.W. van Lunsen, arts-seksuoloog NVVS Prof. dr. B.W.J. Mol, gynaecoloog
8
Dr. E. Pajkrt, gynaecoloog Prof. dr. J.A.M. van der Post, gynaecoloog Prof. dr. S. Repping, klinisch embryoloog Dr. J.P.W.R. Roovers, gynaecoloog Universiteit van Amsterdam F. van Balen, arts G.J.E. Gerrits, PhD, medical anthropologist Vrije Universiteit medisch centrum, Amsterdam Prof. dr. H.A.M. Brölmann, gynaecoloog Dr. M.C. Haak, gynaecoloog Dr. L. Henneman, klinisch geneticus Dr. J.A.F. Huirne, gynaecoloog A. de Jonge Prof. dr. C.L.J.M. Meijer, patholoog Prof. dr. E. Meuleman, uroloog Dr. V. Mijatovic, gynaecoloog Prof. dr. J.I.P. de Vries, gynaecoloog Prof. dr. J.M.G. van Vugt, gynaecoloog Dr. M.G.A.J. Wouters, gynaecoloog VUmc, Department of Medical Humanities, EMGO Institute for Health and Care Research, Amsterdam Th. van den Akker, tropenarts
SPREKERS, MODERATOREN EN VOORZITTERS Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam Dr. M. van Beurden, gynaecoloog Dr. M. Buist, gynaecoloog Dr. W.J. van Driel, gynaecoloog Prof. dr. G.G. Kenter, gynaecoloog Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam H. Bolt, arts-seksuoloog NVVS Prof. dr. G.J. Bonsel, arts-epidemioloog Dr. M.E.L. van den Burg, medisch oncoloog Prof. dr. C.W. Burger, gynaecoloog Dr. T. Cohen-Overbeek, arts prenatale geneeskunde Drs. S. Denktas Dr. G.R. Dohle, uroloog-androloog Dr. H.C. van Doorn, gynaecoloog Dr. N. Exalto, gynaecoloog Dr. A.T.J.I. Go, gynaecoloog Prof. dr. Th.J.M. Helmerhorst, gynaecoloog Dr. C. Janssens, epidemioloog Prof. dr. J.S.E. Laven, gynaecoloog Dr. W.I. van der Meijden, dermatoloog-veneroloog H. Pastoor, psycholoog-seksuoloog NVVS Dr. M.C.P. Slieker-ten Hove, bekkenbodemfysiotherapeut Prof. dr. E.A.P. Steegers, gynaecoloog Dr. A. Steensma, gynaecoloog Dr. H.I.J. Wildschut, gynaecoloog Erasmus Universiteit, Rotterdam Prof. dr. M. Varkevisser, gezondheidseconoom Universitair Medisch Centrum Groningen Prof. dr. P.P. van den Berg, gynaecoloog Dr. C.M. Bilardo, gynaecoloog Dr. D.H. Bogchelman, gynaecoloog Prof. dr. J.C.C. Borleffs, prodecaan onderwijs en opleiding Dr. M.F. van Driel, uroloog-seksuoloog NVVS Dr. F. van den Heuvel, kindercardioloog Prof. dr. G. Holstege, neuro-anatoom Dr. E.J. Messelink, uroloog, seksuoloog NVVS i.o. Prof. dr. M.J.E. Mourits, gynaecoloog Dr. R.M.J. Snijders, medisch bioloog Dr. H.E.K. de Walle, epidemioloog Prof. dr. W.C.M. Weijmar Schultz, gynaecoloogseksuoloog NVVS Prof. dr. A.G.J. van der Zee, gynaecoloog Leids Universitair Medisch Centrum J.J. Beltman, aios gynaecologie Prof. dr. F.W. Jansen, gynaecoloog Dr. W. Kolkman, aios gynaecologie Prof. dr. J.M.M. van Lith, gynaecoloog Dr. D. Oepkes, gynaecoloog Prof. dr. A.A.W. Peters, gynaecoloog Prof. dr. J.J.M. van Roosmalen, gynaecoloog Dr. Ph.Th.M. Weijenborg, gynaecoloog-seksuoloog NVVS
9
VERVOLG Universitair Medisch Centrum Nijmegen Dr. R.L.M. Bekkers, gynaecoloog Prof. dr. D.D.M. Braat, gynaecoloog I. van Empel, arts-onderzoeker Dr. K.B. Kluivers, gynaecoloog Prof. dr. J.A.M. Kremer, gynaecoloog S.A.L. van Leijssen, arts-onderzoeker S. Lince, aios gynaecologie Dr. W.L.D.M. Nelen, arts W. Rombouts, fysiotherapeut Prof. dr. F.P.H.A. Vandenbussche, gynaecoloog Prof. dr. J. van der Velden G. Woldringh, fertiliteitsarts Universitair Medisch Centrum Utrecht Prof. dr. F. van Bel, kinderarts Dr. F. J.M. Broekmans, gynaecoloog Dr. J.B. Derks, gynaecoloog Prof. dr. A. Franx, gynaecoloog K.E.A. Hack, aois gynaecologie Dr. P. Kastrop, klinisch embryoloog Dr. S.V. Koenen, gynaecoloog Dr. A. Kwee, gynaecoloog J. Labrie, arts-onderzoeker Dr. G.T.R. Manten, gynaecoloog Dr. L. Pistorius, gynaecoloog Dr. C.H. van der Vaart, gynaecoloog Prof. dr. R.H.M. Verheijen, gynaecoloog Prof. dr G.H.A. Visser, gynaecoloog Dr. M.E.M.H. Westerhuis, aios gynaecologie Dr. E. Wortelboer, aios gynaecologie Universiteit Utrecht, Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) Prof. dr. M. Noordegraaf Maastricht Universitair Medisch Centrum S.F.P.J. Coppus, aios gynaecologie Dr. T. van Gorp, gynaecoloog Prof. dr. J.G. Nijhuis, gynaecoloog UNIVERSITAIR VLAANDEREN Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Edegem Prof. dr. B. Blaumeiser, klinisch geneticus Prof. dr. Y. Jacquemyn, gynaecoloog Dr. E. Sleurs, gynaecoloog Prof. dr. W. Tjalma, gynaecoloog Universitair Ziekenhuis Gent Dr. N. Callens, psycholoog Prof. dr. P. Defoort, gynaecoloog Prof. dr. J. Gerris, gynaecoloog E. Leije Prof. dr. A. Makar, gynaecoloog Dr. J. Pelgrom, HIV-arts Dr. K. Roelens, gynaecoloog Prof. dr. M. Temmerman, gynaecoloog H. Verstraelen Dr. S. Weyers, gynaecoloog
SPREKERS, MODERATOREN EN VOORZITTERS
VERVOLG
Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit Brussel Prof. dr. J.J. Amy, em. hoogleraar gynaecologie Dr. H. Cammu, gynaecoloog Dr. S. Cosyns, gynaecoloog Dr. Ph. De Sutter, gynaecoloog Prof. dr. J. Smitz, gynaecoloog Dr. D. Stoop, gynaecoloog Prof. dr. H. Tournaye, gynaecoloog-androloog
Martini Ziekenhuis, Groningen J.M. van der Ploeg, gynaecoloog
Universitair Ziekenhuis Leuven Prof. dr. F. Amant, gynaecoloog Dr. K. Van Calsteren, aios gynaecologie Prof. dr. J. Deprest, gynaecoloog Dr. C. Deroose Dr. F. Claerhout, gynaecoloog Dr. D. De Ridder, uroloog Prof. dr. Th. D’Hooghe, gynaecoloog Prof. dr. P. Enzlin, ortho-pedagoog, seksuoloog Prof. dr. P. Neven, gynaecoloog Dr. E. Pazmany, seksuoloog Dr. W. Poppe, gynaecoloog Prof. dr. D. Timmerman, gynaecoloog Dr. C. Tomassetti, gynaecoloog Prof. dr. Th. Van den Bosch, gynaecoloog Dr. J. Verguts, gynaecoloog
Amphia Ziekenhuis, Breda Dr. D.N.M. Papatsonis, gynaecoloog
Katholieke Universiteit Leuven, Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht Dr. P. Borry Katholieke Universiteit Leuven, Psychologisch Instituut Prof. dr. K. De Witte, psycholoog UMC St. Pierre, Brussel Prof. dr. M. Degueldre, gynaecoloog Dr. M. Merckx, gynaecoloog UC Louvain Prof. dr. C. Hubinont
Groene Hart Ziekenhuis, Gouda E. Hallensleben, gynaecoloog M. Jozwiak, aios gynaecologie M.G.P. Lagro, gynaecoloog P. Leusink, arts-seksuoloog NVVS
Kennemer Gasthuis, Haarlem Dr. J. Gianotten, gynaecoloog Deventer Ziekenhuis, Deventer L. van der Leeuw-Harmsen, gynaecoloog Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch Dr. C.J.C.M. Hamilton, gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam M.G.K. Dijksterhuis, gynaecoloog Spaarne Ziekenhuis, Hoofddorp A.J.M. Bij de Vaate, aios gynaecologie Dr. M.H. Emanuel, gynaecoloog A. Vollebregt, gynaecoloog Atrium Medisch Centrum, Heerlen Dr. F.J.M.E. Roumen, gynaecoloog Sint Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein S. Veersema, gynaecoloog J. Kasius, anios gynaecologie Medisch Spectrum Twente, Enschede Dr. E. Everhardt, gynaecoloog Dr. J.J. Kolkman, MDL-arts Dr. H.W.R. Quartero, gynaecoloog
NIET-UNIVERSITAIR NEDERLAND Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam Dr. E.A. Bakkum, gynaecoloog Dr. P.J.M. van Kesteren, gynaecoloog Dr. M.F. Schutte, gynaecoloog
Ziekenhuis Medisch Spectrum Leeuwarden Dr. J. Stekelenburg, gynaecoloog
Ziekenhuis Bronovo, Den Haag Dr. J.P.T. Rhemrev, gynaecoloog
Isala Klinieken, Zwolle Dr. B.C. Cohlen, gynaecoloog
Máxima Medisch Centrum, Eindhoven Prof. dr. S.G. Oei, gynaecoloog Dr. A. Timmermans, gynaecoloog Dr. M.A.H.M. Wiegerinck, gynaecoloog
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam N. van der Lee, onderwijscoördinator B.R. van Moorst, seksuoloog NVVS-psycholoogpsychotherapeut Prof. dr. F. Scheele, gynaecoloog Dr. S. Scherjon, gynaecoloog A.L. Thurkow, gynaecoloog M. Westerman, onderwijscoördinator
Reinier de Graaf Groep, Delft A.L. Milani, gynaecoloog
10
Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Dr. V. Dietz, gynaecoloog
SPREKERS, MODERATOREN EN VOORZITTERS Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), Utrecht A.T.P.M. Verbeeten, verloskundige, voorzitter KNOV Forensische polikliniek kindermishandeling, Utrecht W.A. Karst, forensisch arts KNMG CenSeRe, Voorschoten M.J. Ramakers, arts-seksuoloog Cirquest, Amsterdam Drs. J. van der Steen, directeur Freya, Wijchen J. van der Schoor, directeur algemene zaken Overige sprekers H.J. van Beekhuizen, gynaecoloog, tijdelijk werkzaam in het Royal Marsden Hospital (London, UK) Dr. G.A. van Essen, huisarts (Amersfoort) H. Nagel, gynaecoloog-seksuoloog (Bunschoten) R. Scheenstra, aios KNO, vice-voorzitter LVAG (Utrecht) I. Veringa MSc, verloskundige (Voorburg) NIET-UNIVERSITAIR VLAANDEREN Sint Augustinus Ziekenhuis, Antwerpen (Wilrijk) Dr. Ph. Loquet, gynaecoloog Dr. Joh. Van Wiemeersch, gynaecoloog Ziekenhuis Oost-Limburg, Campus St. Jan, Genk Dr. G. Mestdagh, gynaecoloog Prof. dr. W. Ombelet, gynaecoloog Jan Palfijn Ziekenhuis, Merksem Prof. dr. B. van Herendael, gynaecoloog Imelda Ziekenhuis, Bonheiden Dr. J. Bosteels, gynaecoloog Heilig Hart Ziekenhuis, Tienen Prof. dr. G.G. Donders, gynaecoloog Heilig Hart Ziekenhuis, Roeselare Dr. H. Rommens, gynaecoloog AZ Groeninge, Kortrijk S.L.S. Ghesquière, gynaecoloog Leuven Institute for Fertility and Embryology (LIFE) Dr. R. Campo, gynaecoloog
11
VERVOLG
woensdag 6 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 1 REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE ANNO 2011 Er gebeurt veel binnen de reproductieve geneeskunde. De ene nieuwe techniek uit het laboratorium is nog maar net doorgedrongen tot de klinische praktijk, of de volgende staat alweer in de startblokken. Daarnaast neemt de hoeveelheid kennis op basis van evidence toe en wordt dat alles gebundeld in steeds betere richtlijnen. Tot slot gaan ook de patiënten zich roeren. Zij willen dat de zorg die wij geven beter aansluit bij hun wensen en verwachtingen. Hoogste tijd dus voor een update. Om te beginnen besteden we veel aandacht aan een aantal actuele vragen uit de praktijk, zowel vanuit de andrologie als de gynaecologie. We gaan onder andere dieper in op de plaatsbepaling van endoscopische technieken en op wat de hiaten nog zijn in onze evidence-based kennis. Na de lunch komen patiëntgerichtheid en richtlijnen aan de orde. Wat is patiëntgerichtheid en hoe kun je dat meten? Wat vinden patiënten eigenlijk van ons werk? Leveren wij hun een dienst of maken wij teveel de dienst uit? Ook veel aandacht voor nieuwe richtlijnen, die steeds meer ons beleid in de praktijk gaan bepalen. We eindigen met fertiliteitspreservatie, een hot topic op dit moment. Wat gaat vitrificatie voor ons betekenen en wat moeten we ermee in onze praktijk van alle dag?
Prof. dr. J.A.M. Kremer
Prof. dr. Th. D’Hooghe
Kortom, reproductieve geneeskunde maakt stormachtige tijden door en vandaag is de kans voor een update over de betekenis van dit alles voor de klinische praktijk.
woensdag 6 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 2 SCOPIEËN IN DE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGISCHE PRAKTIJK In onze Nederlandstalige contreien, die nochtans sterk georiënteerd zijn op de Angelsaksische landen, berust de medische praktijkvoering nog vaak op mondelinge overlevering en opinies van experts. Binnen de prenatale echoscopie heeft de Fetal Medicine Foundation een paradigma-verschuiving teweeg gebracht, waarbij de foetale geneeskunde zich meer richt op evidentie uit multicentrische studies en mathematische algoritmen zoals gebruikt worden voor eerste trimester screening. De renaissance in de gynaecologische echoscopie werd slechts enkele jaren geleden ingezet met een reeks academische proefschriften. Deze sessie over gynaecologische echoscopie richt zich op klinisch relevante onderwerpen en tracht hierover tot wetenschappelijk gefundeerde conclusies te komen, die de dagelijkse praktijk zeker zullen beïnvloeden. In een eerste presentatie bespreekt Dr J. Bosteels, gynaecoloog in het Imeldaziekenhuis te Bonheiden en verbonden aan het centrum voor Evidence Based Medicine te Leuven, de zin en onzin van echoscopie bij elk gynaecologisch onderzoek. Hierop volgt een debat tussen Dr T. Van Gorp, gynaecologisch oncoloog in Maastricht en Prof D. Timmerman, gynaecoloog met interesse in de gynaecologische echografie te Leuven, over de manier waarop
12
Prof. dr. D. Timmerman
Dr. M.H. Emanuel
adnexcysten en tumoren echoscopisch onderzocht dienen te worden. Hierbij zal getracht worden om tot een consensus te komen, gebaseerd op recente ontwikkelingen in de gynaecologische oncologie en multicentrische gynaecologische echoscopiestudies. Vervolgens bespreekt Dr A. Steensma uit Rotterdam de echoscopie van de bekkenbodem, die dankzij de introductie van de transvaginale 3-D echoscopie een hoge vlucht heeft genomen. Het recente en nog controversiële probleem van het sectio caesarea litteken wordt behandeld door M. Bij de Vaate. Deze sessie wordt door Dr M.H. Emanuel afgesloten met een state-of-the-art overzicht van contrastechoscopie voor tubadoorgankelijkheid.
HYSTEROSCOPIE AMBULANTE AANPAK: DAAR LOOP JE MEE WEG! De belangrijkste vernieuwingen in de ontwikkeling van de hysteroscopie zijn te vinden in die van de ambulante toepassing ervan. Hier vindt, mits op juiste wijze uitgevoerd, de waarlijk minimaal invasieve behandeling plaats. Tegelijkertijd is deze wijze van behandeling nog lang niet in alle klinieken In Nederland en Vlaanderen volledig geïmplementeerd. De commissie heeft daarom gemeend er goed aan te doen de ambulante hysteroscopie als thema te kiezen, die als rode draad door de voordrachten zal lopen. Zo zal aandacht worden besteed aan de implementatie van een “one-stop” kliniek en de belemmerende factoren die men daarbij ontmoet. De verschillende diagnostische modaliteiten voor intra-uteriene diagnostiek, zowel bij bloedingsproblemen als bij subfertiliteit, zullen met elkaar worden vergeleken. De indicaties voor en methoden van ambulante behandeling van abnormaal uterien bloedverlies zullen worden besproken en tenslotte zal aandacht worden
LAPAROSCOPIE De grote laparoscopische chirurgie – te onderscheiden van de laparoscopische sterilisatie en de diagnostische laparoscopie – wordt het meest beoefend binnen de benigne gynaecologie. De totale laparoscopische hysterectomie (TLH) is een complexe ingreep die niet meer door alle gynaecologen zou moeten worden uitgevoerd, omdat vaardigheden alleen kunnen worden opgedaan en behouden bij voldoende aantallen. Ernstige – met name urologische – complicaties komen tijdens de leercurve van de TLH vaker voor dan erna. In ervaren handen zijn de complicaties vergelijkbaar met vaginale en abdominale uterusextirpatie. Verwijzing voor complexe (laparoscopische) chirurgie binnen de vakgroep naar diegenen die benigne gynaecologie als aandachtsgebied hebben past steeds meer in chirurgisch kwaliteitsbeleid. Bij de laparoscopische myomectomie en sacropexie is de geneeskunde tot kunst verheven en komen betere expositie van het operatiegebied en vlot herstel volledig tot hun recht.
A.L. Thurkow
Dr. R. Campo
besteed aan het groeiend aantal hysteroscopische sterilisaties en de verschillende methoden hiervoor. Wij hopen dat degenen die nog niet een dergelijke werkwijze hebben geïmplementeerd door dit programma zullen worden gemotiveerd en dat zij die al wel ambulant werken toch nog nieuwe inzichten en handige tips zullen opdoen. U zult zien: de ambulante aanpak: daar loop je mee weg!
Prof. dr. H.A.M. Brölmann
Prof. dr. F.W. Jansen
Dat de mogelijkheden van de laparoscopische chirurgie anno 2011 nog niet zijn uitgeput, wordt u met de vijf voordrachten van sessie II duidelijk. Met het dagprogramma ‘scopieën in de gynaecologie’ krijgt u weer zicht op dit zich snel ontwikkelende chirurgisch deel van ons mooie vak. Wij wensen u een inspirerende dag toe.
woensdag 6 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 3 FOETALE ECHOSCOPIE ANNO 2011 Dit programma bevat onderwerpen die van groot belang zijn voor al diegenen die betrokken zijn bij echoscopische screening en diagnostiek. Verschillende aspecten van screening naar aangeboren afwijkingen in het eerste en tweede trimester worden kritisch geëvalueerd, nieuwe ontwikkelingen worden besproken en de langetermijn consequenties van aangeboren afwijkingen en veranderingen in prevalentie van afwijkingen komen aan de orde. Dr. C.M. Bilardo
13
Dr. Ph. Loquet
WOENSDAG 6 APRIL
woensdag 6 april 2011 VERVOLG NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 2 SCOPIEËN IN DE GYNAECOLOGIE ANNO 2011
woensdag 6 april 2011 Voorzitters:
J.A.M. Kremer Th. D’Hooghe
SESSIE I MANNELIJKE SUBFERTILITEIT IN FOCUS
DAGPROGRAMMA 1 REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE ANNO 2011 12.20 – 12.40
KEYNOTE LECTURE
De belangrijkste gaps in evidence in de voortplantingsgeneeskunde B.W.J. Mol 12.40 – 12.45
Discussie
12.45 – 13.45
LUNCHPAUZE
Moderatoren: W. Ombelet en H. Tournaye 09.00 – 09.12 Wat heeft de clinicus aan de nieuwe WHO manual? E. Meuleman 09.12 – 09.24 Behandeling met vitamines en hormonen zinvol bij mannelijke subfertiliteit? G.R. Dohle 09.24 – 09.36 Hebben PESA en TESE consequenties voor de gezondheid van kinderen? G. Woldringh 09.36 – 09.48 Is IUI echt zinvol bij mannelijke subfertiliteit? B.J. Cohlen 09.48 – 10.10
Paneldiscussie
10-10 – 11.00
KOFFIEPAUZE
SESSIE III PATIENT CENTERED CARE Moderatoren: D.D.M. Braat en J. Bosteels 13.45 – 13.57
Wat is patient centered care? J.A.M. Kremer
13.57 – 14.09 Hoe meet je patiëntgerichtheid en wat doe je ermee? I. van Empel 14.09 – 14.21 Wat vindt de patiënt van de zorg die wij leveren? J. van der Schoor 14.21 – 14.35
Paneldiscussie
SESSIE IV SESSIE II
RICHTLIJNEN VOOR DE PRAKTIJK
VOOR DE PRAKTIJK Moderatoren: J.A.M. Kremer en J.S.E. Laven Moderatoren: Th. D’Hooghe en B.J. Cohlen 11.00 – 11.12 Kosteneffectiviteit van IVF in relatie met leeftijd en ovariële reservetesten F.J.M. Broekmans
14.35 – 14.47 Nieuwe WHO definities reproductieve geneeskunde en chirurgie: voorstelling en belang voor praktijk en registratie in België en Nederland Th. D’Hooghe
11.12 – 11.24 Miskramen: gevolg van vruchtbaarheidsbehandeling en te voorkomen? C.J.C.M. Hamilton
14.47 – 14.59 De nieuwe Nederlandse netwerkrichtlijn subfertiliteit W.L.D.M. Nelen
11.24 – 11.36 Is verwijdering endometriosecyste voor IVF nuttig of nodig? C. Tomassetti
14.59 – 15.11 Wat betekent de nieuwe Nederlandse richtlijn voor de indicatiestelling ART? J. Gianotten
11.36 – 11.56 KEYNOTE LECTURE
15.11 – 15.23 Wat betekent de EU directive en andere regelgeving voor uw IUI lab? P. Kastrop
Wat is de waarde van diagnostische en operatieve hysteroscopie/ laparoscopie in de reproductieve geneeskunde? J. Bosteels 11.56 – 12.20
14
Paneldiscussie
15.23 – 15.45
Paneldiscussie
15.45 – 16.35
THEEPAUZE
woensdag 6 april 2011
VERVOLG DAGPROGRAMMA 1 REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE ANNO 2011
SESSIE V FERTILITEITSPRESERVATIE
16.35 – 16.49 Vitrificatie van eicellen: de techniek S. Repping 16.49 – 17.03
Vitrificatie van eicellen: de indicaties J.S.E. Laven
17.03 – 17.17 Fertiliteitspreservatie op oncologische indicatie bij vrouwen J. Smitz 17.17 – 17- 31 Fertiliteitspreservatie op oncologische indicatie bij prepuberale jongens H. Tournaye 17.31 – 17.50
Paneldiscussie
17.50 – 18.00
SLUITING
J.A.M. Kremer en Th. D’Hooghe
15
DAGPROGRAMMA 1
Moderatoren: D.D.M. Braat en D. Stoop
woensdag 6 APRIL 2011 DAGPROGRAMMA 2 SCOPIEËN IN DE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 Voorzitters Echoscopie: Hysteroscopie: Laparoscopie:
D. Timmerman M.H. Emanuel A.L. Thurkow R. Campo H.A.M. Brölmann F.W. Jansen
ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGISCHE PRAKTIJK ANNO 2011 Moderator: D. Timmerman 09.00 – 09.12 Elk gynaecologisch onderzoek dient aangevuld met echoscopie J. Bosteels 09.12 – 09.32 Methodologie echoscopische beoordeling van de adnexa Visie D. Timmerman Visie T. van Gorp 09.32 – 09.44 Echoscopie van de bekkenbodem A. Steensma 09.44 – 09.54 Echoscopie van het Sectio Caesarea litteken A.J.M. Bij de Vaate 09.54 – 10.04 Contrastechoscopie voor tubadoorgankelijkheid M.H. Emanuel 10.04 – 10.30 Paneldiscussie 10.30 – 11.20 KOFFIEPAUZE HYSTEROSCOPIE ANNO 2011 Thema: Ambulante aanpak: daar loop je mee weg! Moderator:
R. Campo
11.20 – 11.32 Hoe implementeren we een “one stop” polikliniek voor intra-uteriene diagnostiek en therapie in de dagelijkse praktijk? G. Mestdagh 11.32 – 11.44 Intra-uteriene diagnostiek: wat is de gouden standaard? Echoscopie, hysteroscopie, (water- of gel-)contrastechoscopie? Th. Van den Bosch 11.44 – 11.56 Ambulante hysteroscopische therapie bij abnormaal uterien bloedverlies: wanneer en hoe? A. Timmermans
16
11.56 – 12.08 Diagnostische hysteroscopie bij subfertiliteit J. Kasius 12.08 – 12.20 Hysteroscopische sterilisatie: standaard of hobby? S. Veersema 12.20 – 12.40
Paneldiscussie
12.40 – 13.00 KEYNOTE LECTURE Hysteroscopische myomectomie; overzicht van de verschillende technieken B. van Herendael 13.00 – 14.00 LUNCHPAUZE ‘LAPAROSCOPISCHE CHIRURGIE ANNO 2011’ SESSIE I LAPAROSCOPISCHE CHIRURGIE: ONBEGRENSD OF GRENZELOOS? Moderator:
H.A.M. Brölmann
14.00 – 14.12 Het aandachtsgebied benigne gynaecologie een veilige laparoscopische haven voor dokter en patiënt H.A.M. Brölmann 14.12 – 14.26 Complicaties, nog steeds de achilleshiel van de laparoscopische chirurgie? E.A. Bakkum 14.26 – 14.40 Welke gynaecoloog mag anno 2011 de TLH verrichten; waar zijn de grenzen en hoe houden we de kwaliteitsparameters hoog? F.W. Jansen 14.40 – 14.54 Zijn er wel indicaties om een laparoscopische myomectomie te verrichten en moet ik die casus dan verwijzen? M. Degueldre 14.54 – 15.08 Mag ik nog wel een gewone achterwandplastiek verrichten, of moet het meteen een laparoscopische rectopexie zijn in een gespecialiseerd centrum? J. Deprest 15.08 – 15.35
Paneldiscussie
woensdag 6 APRIL 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 2 SCOPIEËN IN DE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 15.35 – 16.25
THEEPAUZE
SESSIE II
Moderator:
F. W. Jansen
16.25 – 16.39 Simulatie: wat is nieuw en wat kan worden afgeschreven? W. Kolkman 16.39 – 16.53 Moeten we het nog minimaal invasiever gaan doen? Wie wordt er eigenlijk beter van? J.A.F. Huirne 16.53 – 17.07 Hoe maak ik mijn TLH er nog eenvoudiger op: ruimte voor innovatie? J.P.T. Rhemrev 17.07 – 17.21 Diep infiltrerende endometriose: hoe multidisciplinair is deze ziekte en hoe innovatief moet ik het aanpakken? P.J.M. van Kesteren 17.21 – 17-35 TLH en endometriumcarcinoom: een goede laparoscopische indicatie in het oncologisch chirurgisch palet? Mag het nu echt? Waar wel en wanneer niet? M.J.E. Mourits 17.35 – 17.55
Paneldiscussie
17.55 – 18.00 SLUITING
17
H.A.M. Brölmann en F.W. Jansen
DAGPROGRAMMA 2
INNOVATIES VANUIT DE TECHNIEK EN TECHNOLOGIE
woensdag 6 april 2011 DAGPROGRAMMA 3 FOETALE ECHOSCOPIE ANNO 2011 09.00 – 09.05 INTRODUCTION
C.M. Bilardo Ph. Loquet
SESSIE I 12 WEEKS ULTRASOUND ASSESSMENT (deel 1) 09.05 – 09.25 Vroege voorspelling van pre-eclampsie Echoscopisch onderzoek (arteria uterina) E. Kleinrouweler
SESSIE II 20 WEEKS ULTRASOUND ASSESSMENT 13.45 – 14.00 Trends in indicaties en gevonden afwijkingen bij verwijzingen na ”SEO” T. Cohen-Overbeek 14.00 – 14.15 Trends in de prevalentie van congenitale afwijkingen bij foetus en pasgeborenen in Noord Nederland H.E.K. de Walle 14.15 – 14.30
Biochemisch onderzoek E. Wortelboer
09.25 – 09.35 Discussie
Discussie
SESSIE III BEYOND THE SEO/GUO (deel 1)
09.35 – 09.55 Early diagnosis of anomalous placental insertion Y. Ville
14.30 – 14.45 Cervixmeting en voorspelling van premature partus: “Triple P study” M.C. Haak
09.55 – 10.05 Discussion
14.45 – 14.50
10.05 – 10.30 Early cardiac assessment and diagnosis of congenital anomalies L. Allan
14.50 – 15.05 Neurosonografie: de vierde dimensie L. Pistorius 15.05 – 15.10
Discussie
Discussie
10.30 – 10.40 Discussion 10.40 – 11.30
KOFFIEPAUZE
SESSIE I 12 WEEKS ULTRASOUND ASSESSMENT (deel 2) 11.30 – 11.50 Nieuwe echomarkers bij onderzoek in het eerste trimester C.M. Bilardo 11.50 – 11.55
Discussie
11.55 – 12.15 Evaluatie van de combinatietest in Nederland en van de risico assessment software R.M.J. Snijders 12.15 – 12.25
15.10 – 15.35 Orofaciale sluitingsdefecten: een kleine anomalie? Belgisch perspectief: Ph. Loquet Nederlands perspectief: E. Pajkrt 15.35 – 15.45
Discussie
15.45 – 16.35
THEEPAUZE
SESSIE III BEYOND THE SEO/GUO (deel 2)
angdurige follow-up van chirurgisch L behandelde congenitale hartafwijkingen F. van den Heuvel
16.55 – 17.05
Discussie
16.35 – 16.55
Discussie
12.25 – 12.45 Tweelingdiagnostiek: controversen en klinisch protocol F.P.H.A. Vandenbussche
17.05 – 17.20 Gastroschizis: kunnen we de uitkomst verbeteren? G.T.R. Manten 17. 20 – 17.30
12.45 – 12.55
Discussie
12.55 – 13.45
LUNCHPAUZE
18
Discussie
17.30 – 17.45 Is intra-uteriene behandeling van congenitale hartafwijkingen een realiteit? D. Oepkes
woensdag 6 april 2011 Discussie
17.55 – 18.00
CLOSING REMARKS
C.M. Bilardo en Ph. Loquet
DAGPROGRAMMA 3
17.45 – 17.55
VERVOLG DAGPROGRAMMA 3 FOETALE ECHOSCOPIE ANNO 2011
19
donderdag 7 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 4 OBSTETRIE PRECONCEPTIONEEL EN PRENATAAL / ANTENATAAL ANNO 2011 Verloskunde is geëvolueerd van een mechanisch vak rondom de geboorte, via antenatale zorg naar een breed vakgebied wat centraal staat in het onderzoek en de zorg betreffende de levenslange gezondheid van de vrouw en het kind. Juist de eerste weken van de zwangerschap blijken daarin essentieel. In het eerste deel van dit programma wordt dan ook de nadruk gelegd op de preconceptiezorg zowel naar inhoud als naar het bereiken van de doelgroepen. De snelle evolutie in de medische genetica heeft ertoe geleid dat zelfs artsen die recent hun opleiding voltooid hebben niet bekend zijn met de recent in de klinische praktijk ter beschikking gekomen technieken. In het tweede deel van deze sessie hopen we dit op een heldere wijze op te lossen. Zowel in Vlaanderen als in Nederland is recent discussie ontstaan over het verlagen van de grens voor levensvatbaarheid en de mate waarin tot reanimatie wordt overgegaan bij extreme vroeggeboorte. In dit beleid mengen zich niet enkel medici en paramedici maar ook de gehele samenleving, inclusief ouders en ex-prematuren. De media en de medische wereld zijn gefascineerd door alles wat met genen te maken heeft. Er lijkt een paradigma shift plaats te vinden van evidence based medicine naar personalised medicine. Het onderzoek naar dragerschap van ziekten, nog voor deze zich kenbaar gemaakt hebben, is hiervan een eerste teken (sessie III).
Prof. dr. E.A.P. Steegers
Prof. dr. Y. Jacquemyn
In de bewaking van de foetus tijdens de bevalling worden steeds meer nieuwe technieken ingebracht waaronder de spectraalanalyse, waar in de vierde sessie op wordt ingegaan. De vijfde en zesde sessie zullen zich concentreren op twee van de meest frequente complicaties in de zwangerschap, namelijk vroeggeboorte en preeclampsie. Preventie en predictie staan daarbij centraal. Er is veel discussie over de verschillen in perinatale sterfte in Europa. Zowel in Vlaanderen als in Nederland werden dienaangaande analyses verricht en richtlijnen rond zwangerschap en bevalling gepubliceerd. Deze worden naast elkaar gelegd in de zevende en laatste sessie.
donderdag 7 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 5 BENIGNE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 Ons programma spitst zich dit jaar toe op een aantal tot nog toe onderbelichte, alsook op een aantal nieuwe topics binnen de benigne gynaecologie. Het is opvallend hoe gevarieerd de problematiek op de vulvapoli is. Een gynaecoloog die zich toelegt op vulvovaginale afwijkingen moet van vele markten thuis zijn: pijnbestrijding, huidziekten, infectieziekten, immunologie, seksuologie, reconstructieve, ja zelfs plastische chirurgie, etc. In de eerste sessie wordt u omtrent een aantal belangwekkende ontwikkelingen bijgepraat. De tweede sessie gaat over chronische buikpijn. Ook weer zo’n multidisciplinair gebied waarin o.a. gynaecologen, MDL-artsen, seksuologen, urologen, chirurgen en psychologen/psychiaters actief zijn. Het zou voor patiënten ondoenlijk zijn om al deze specialisten te consulteren. Van de gynaecoloog wordt dan ook een integrale benadering verwacht. Als u deze sessie hebt gevolgd, zult u de eerstvolgende patiënten met enthousiasme ontvangen. Het onderwerp van de derde sessie is adolescentengynaecologie. Uw kennis omtrent dit ongelooflijk boeiende item wordt opgefrist. Belangrijke thema’s als de rijping van de genitalia interna (waarvan de menarche een markering is) en het herkennen van seksueel misbruik ontbreken hierbij niet. Verder wordt
20
Prof. dr. M. Burger
Dr. S. Weyers
de nadruk gelegd op de meer zeldzame congenitale afwijkingen. De afsluitende sessie handelt over operaties, over grote en kleine ingrepen, over nieuwe indicaties en nieuwe technieken. Bovendien wordt hier de link gelegd met een aantal onderwerpen uit de vorige drie sessies. De gynaecologische chirurgie behoort tot de kernactiviteiten van de meesten onder ons. Uw interesse zal ook vanmiddag niet ten onrechte worden gewekt.
donderdag 7 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 6 ONCOLOGISCHE GYNAECOLOGIE ANNO 2009
Prof. dr. G.G. Kenter
Prof. dr. F. Amant
DONDERDAG 7 APRIL
Bepaalt u nog steeds het CA-125 bij de follow-up van ovariumcarcinoompatiënten; in welke gevallen heeft een PET-CT scan zin; hoe zit het eigenlijk met de laparoscopische ingrepen en de robotchirurgie in de gynaecologische oncologie en wat is er nog meer voor nieuws te melden uit binnen- en buitenland? Wij hebben een programma gemaakt waarin we trachten een hoop van de vragen die ons dagelijks bezighouden in de gynaecologische oncologie de revue te laten passeren. Ook patiënten met een mammacarcinoom komen aan bod: voor de Belgische collega’s in de rol van hoofdbehandelaar en voor de Nederlanders als arts die vragen krijgt met betrekking tot gynaecologische klachten van de behandeling. En als uitsmijter de vraag: hoe houdt u plezier in uw werk binnen dit emotioneel zware aandachtsgebied?
donderdag 7 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 7 SEKSUELE DISFUNCTIES; INZICHTEN ANNO 2011 Het is een nog jonge traditie, maar ook de seksuologie heeft een vaste plaats gekregen in het tweejaarlijkse IGO-Doelenprogramma. Uit de reacties van deelnemers van vorige edities hebben we opgemaakt dat de algemeen werkende gynaecoloog het waardeert dat we proberen handvatten te geven voor het vaststellen, bevragen, signaleren en managen van seksuologische zorgen, problemen en disfuncties van patiënten en partners. Naar schatting 10% van alle nieuwe patiënten op een polikliniek gynaecologie heeft een hulpvraag die primair gerelateerd is aan seksuele gezondheid, i.c. seksueel functioneren en/ of seksualiteitsbeleving. Daarnaast heeft vrijwel elke gynaecologische aandoening op lichamelijk (bijv. genitale infectie), psychisch (bijv. borstkanker) en/of relationeel (bijv. fertiliteitsproblemen) niveau mogelijke repercussies voor het seksueel functioneren en/of de seksualiteitsbeleving. Het pro-actief ter sprake brengen van seksualiteit in consulten vergroot de kans dat patiënten zelf eventuele hulpvragen rond seksualiteit gaan formuleren, wat op zijn beurt weer de mogelijkheid vergroot om adequaat in te gaan op bestaande – maar veelal verzwegen – zorgbehoeften. Een open en niet veroordelende professionele houding van de hulpverlener gecombineerd met oog voor de diversiteit die er op het vlak van seksualiteit tussen mensen bestaat, maken dat patiënten zich serieus genomen voelen rond problemen waarmee zij vaak
21
Dr. H.W. van Lunsen
Prof. dr. P. Enzlin
al langere tijd worstelen. De keerzijde van deze vorm van professionele groei is dat gynaecologen die zich hieraan wagen soms met moreel, ethisch en/ of maatschappelijk gevoelige vragen, verzoeken en dilemma’s worden geconfronteerd. Wij zijn er alvast van overtuigd dat ook deze keer het programma zal bijdragen aan het initiëren, bestendigen en/ of bevorderen van seksuologische kennis en competenties van elke gynaecoloog die de zorg voor seksueel functioneren en seksualiteitsbeleving ook als zijn/haar taak ziet of zal leren zien.
donderdag 7 april 2011 DAGPROGRAMMA 4 OBSTETRIE PRECONCEPTIONEEL EN PRENATAAL / ANTENATAAL ANNO 2011 Voorzitters:
E.A.P. Steegers Y. Jacquemyn
SESSIE I OBSTETRIE PRECONCEPTIONEEL ANNO 2011 Moderator:
N. Exalto
09.00 – 09.12 Preconceptiezorg: hoe bereik je de mensen? S. Denktas 09.12 – 09.24 Hoe organiseer je de preconceptiezorg? G.J. Bonsel
12.25 – 12.45 KEYNOTE LECTURE Wanneer de antenatale periode veel te vroeg eindigt: perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte J.A.M. van der Post 12.45 – 12.50
Discussie
12.50 – 13.50
LUNCHPAUZE
SESSIE III SCREENING EN DIAGNOSTIEK DRAGERSCHAP Moderator:
B. Blaumeiser
09.24 – 09.36 Preconceptiezorg: wat is bewezen zinvol? E.A.P. Steegers
13.50 – 14.02 Status dragerschapsscreening in Nederland L. Henneman
09.36 – 09.48 De rol van de bedrijfsarts T. Brand
14.02 – 14.14 Bloedgroepantagonisme en haemoglobinopathie: screenen of niet en zo ja, hoe? E. Sleurs
09.48 – 10.05 Paneldiscussie 10.05 – 10.55
KOFFIEPAUZE
SESSIE II PRENATALE SCREENING EN DIAGNOSTIEK Moderator:
E. Sleurs
10.55 – 11.07 Screening en diagnostiek in de verloskunde: waar eindigt het één en begint het ander? H.I.J. Wildschut
14.14 – 14.30 Dragerschapstesten via internet - standpunt pro P. Borry - standpunt contra C. Janssens 14.30 – 14.45 SESSIE IV FOETALE BEWAKING TIJDENS DE ZWAGERSCHAP Moderator:
11.07 – 11.22 Micro-arrays, MLPA: de nieuwe genetica voor obstretrici B. Blaumeiser 11.22 – 11.34
1e Trimester screening J.M.G. van Vugt
11.34 – 11.46
Foetale diagnostiek in maternaal bloed A.T.J.I. Go
11.46 – 12.00 Embryonale beeldvorming: de toekomst N. Exalto 12.00 – 12.25 Paneldiscussie
Y. Jacquemyn
14.45 – 14.57 Het foetale elektrocardiogram tijdens de zwangerschap en spectraalanalyse S.G. Oei 14.57 – 15.05
Discussie
SESSIE V PREVENTIE EN PREDICTIE VAN VROEGGEBOORTE (deel 1) Moderator:
A. Franx
15.05 – 15.19 Predictie van vroeggeboorte: cervixlengte en fibronectine: één, geen, allebei of wat anders? M.G.A.J. Wouters 15.19 – 15.25
22
Paneldiscussie
Discussie
donderdag 7 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 4 OBSTETRIE PRECONCEPTIONEEL EN PRENATAAL / ANTENATAAL ANNO 2011 15.25 – 16.10
THEEPAUZE
SESSIE V PREVENTIE EN PREDICTIE VAN VROEGGEBOORTE (deel 2) Moderator:
A. Franx
16.10 – 16.24
Prevention of preterm labour: tocolysis C. Hubinont
16.24 – 16.30
Discussion
16.30 – 16.50 KEYNOTE LECTURE Intrahepatic cholestasis of pregnancy J. Thornton
SESSIE VI PRE-ECLAMPSIE EN ECLAMPSIE Moderator:
J.A.M. van der Post
16.50 – 17.02
Preventie van pre-eclampsie/IUGR J.I.P. de Vries
17.02 – 17.14 Predictie van pre-eclampsie en interventie: biochemie en vroege doppler A. Franx 17.14 – 17.25
Paneldiscussie
SESSIE VII BELEIDSADVIEZEN ROND ZWANGERSCHAP EN BEVALLING Moderator:
E.A.P. Steegers
17.25 – 17.37 Adviezen van het Kenniscentrum KCE rond zwangerschap en bevalling in Vlaanderen M. Temmerman 17.37 – 17.49 Signalementstudie (zwangerschap en geboorte): onderzoeksagenda G. Bonsel 17.49 – 18.00
Paneldiscussie
18.00
SLUITING
E.A.P. Steegers en Y. Jacquemyn
23
DAGPROGRAMMA 4
donderdag 7 april 2011 Voorzitters:
M.P.M. Burger S. Weyers
SESSIE I NIEUWE ASPECTEN VULVOVAGINALE PROBLEMATIEK
DAGPROGRAMMA 5 BENIGNE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 12.40 – 13.00 KEYNOTE LECTURE De erfenis van Archibald Cochrane. Van authority based naar evidence based medicine J. Gerris 13.00 – 14.00 LUNCHPAUZE
Moderator:
J.J. Amy
09.00 – 09.12 Vulvodynie W.I. van der Meijden 09.12 – 09.24 Lichen sclerosus J.J. Amy 09.24 – 09.36 Minder bekende oorzaken van vulvovaginitis H. Verstraelen 09.36 – 09.48 Immuunmodulatie bij VIN M. van Beurden 09.48 – 10.00 Klinische versus moleculaire diagnostiek bij fluorproblematiek G.G. Donders 10.00 – 10.25
Paneldiscussie
10.25 – 11.15
KOFFIEPAUZE
SESSIE II TRIAGE BIJ CHRONISCHE BUIKPIJN
SESSIE III ADOLESCENTENGYNAECOLOGIE Moderator:
M. Merckx
14.00 – 14.12
Congenitale uterusafwijkingen W.M. Ankum
14.12 – 14.24 Vroegtijdige menarche een nieuwkomer? M. Merckx 14.24 – 14. 36 Herkennen van seksueel misbruik bij kinderen W.A. Karst 14.36 – 14.48 Aanvullende diagnostiek hymen imperforatus D.H. Bogchelman 14.48 – 15.00 Multidisciplinaire behandelingsprotocol bij vaginale agenesie N. Callens 15.00 – 15.25 Paneldiscussie
Moderator:
S. Weyers 15.25 – 16.15
11.15 – 11.27 GYNaecologische inventarisatie problematiek en triage: gerichte consultatie andere specialismen Y. Jacquemyn 11.27 – 11.39 MDL-benadering (IBS en predisponerende factoren) J.J. Kolkman 11.39 – 11.51 SEKSuologische benadering (bekkenbodemhypertonie) M.J. Ramakers 11.51 – 12.03
UROlogische benadering (‘bekkenpijn’) E.J. Messelink
12.03 – 12.15
PSYchosomatiche benadering G. Casteelen
12.15 – 12.40
Paneldiscussie
24
THEEPAUZE
SESSIE IV NIEUWE CHIRURGISCHE INZICHTEN EN TECHNIEKEN Moderator:
M.P.M. Burger
16.15 – 16.27 De behandeling van een niche in het sectio litteken J.A.F. Huirne 16.27 – 16.39
Behandeling cyste/abces Bartholin J.P.W.R. Roovers
16.39 – 16.51
Nut van adhaesiolysis J. Verguts
16.51 – 17.03 Chirurgische behandeling van endometriosis V. Mijatovic
donderdag 7 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 5 BENIGNE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 17.03 – 17.15
Hysteroscopische sterilisatie S. Veersema
17.15 – 17.27 Operatieve behandeling lichen sclerosus M.P.M. Burger Paneldiscussie
17.55 – 18.00
SLUITING
M.P.M. Burger en S. Weyers
DAGPROGRAMMA 5
17.27 – 17.55
25
donderdag 7 april 2010 Voorzitters:
G.G. Kenter F. Amant
SESSIE I BELANGRIJKSTE ONDERZOEKSRESULTATEN VAN EIGEN BODEM Moderator:
W. Tjalma
09.00 – 09.12 CA-125 bepalingen en verdere diagnostiek in de follow-up van het ovariumcarcinoom M.E.L. van den Burg 09.12 – 09.24 Resultaten immunotherapie bij HPVgerelateerde tumoren G.G. Kenter 09.24 – 09.36 TLH of TAH bij het endometriumcarcinoom? M.J.E. Mourits 09.36 – 09.50 Paneldiscussie
DAGPROGRAMMA 6 ONCOLOGISCHE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 11.40 – 11.52 Zin en onzin in de follow-up bij verschillende vormen van gynaecologische tumoren: beeldvorming, tumormarkers, uitstrijkjes, etc; het Nederlandse beleid H.C. van Doorn 11.52 – 12.04 Operaties i.g.v. recidieven van gynaecologische tumoren? A. Makar 12.04 – 12.16 Personalized medicine in de gynaecologische oncologie: een toekomstperspectief F. Amant 12.16 – 12.50
Paneldiscussie
12.50 – 13.50
LUNCHPAUZE
SESSIE III LOPENDE STUDIES IN NEDERLAND EN VLAANDEREN
09.50 – 10.40 KOFFIEPAUZE SESSIE II BELANGRIJKE (NIEUWE) VRAAGSTUKKEN UIT DE DAGELIJKSE PRAKTIJK Moderator:
R.H.M. Verheijen
10.40 – 10.52 Waarde van de PET CT scan in de gynaecologische oncologische praktijk: voegt het iets toe? C. Deroose 10.52 – 11.04 Welke zijn de indicaties voor robotchirurgie in de gynaecologische oncologie? R.L.M. Bekkers
Moderator:
Ph. De Sutter
13.50 - 14.02
Ovhipec bij ovariumca W.J. van Driel
14.02 – 14.14 Pediatrische uitkomsten na chemotherapie in de zwangerschap. Cardiale en neurologische gevolgen? K. Van Calsteren 14.14 – 14.26 Diagnostische laparoscopie om operabiliteit van het hoog stadium ovariumcarcinoom te voorspellen. Doen we het gewoon of eerst een studie? M. Buist 14.26 – 14.40 Paneldiscussie
11.04 – 11.16
Sentinel node bij vulvacarcinoom A.G.J. van der Zee
11.16 – 11.28 Zijn borderline tumoren altijd hetzelfde en wat doen we ermee? S. Cosyns
SESSIE IV BELEID PREVENTIE CERVIXCARCINOOM ANNO 2011 Moderator:
11.28 – 11.40 Zin en onzin in de follow-up bij verschillende vormen van gynaecologische tumoren: beeldvorming, tumormarkers, uitstrijkjes, etc; het Vlaamse beleid W. Tjalma
26
Th.J.M. Helmerhorst
14.40 – 14.52 Nieuw BVO cervixcarcinoom met andere triage? Het nieuwe Nederlandse programma: toelichting advies Gezondheidsraad C.L.J.M. Meijer
donderdag 7 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 6 ONCOLOGISCHE GYNAECOLOGIE ANNO 2011 14.52 – 15.04 Nieuw BVO cervixcarcinoom met andere triage? Het Belgisch programma W. Poppe 15.04 – 15.15
Paneldiscussie
15.15 – 15.35
KEYNOTE LECTURE
Rol van chemotherapie bij het vroeg stadium endometriumcarcinoom T. Högberg 15.35 – 16.25
THEEPAUZE
SESSIE V
Moderator:
M.J.E. Mourits
16.25 – 16.37 Wat doe je aan gynaecologische klachten (m.n. iatrogene postmenopauzale klachten) bij behandeling van mammacarcinoom? Sporten of gedragstherapie? M. van Beurden 16.37 – 16.49 Hormonale therapie bij het mammacarcinoom en BRCA-patiënten P. Neven 16.49 – 17.01 Hoe pak ik de gevolgen van hormonale castratie en neveneffecten van hormonale therapie aan? C.W. Burger 17.01 – 17.13 Fertiliteitspreservatie vóór oncologische behandeling M. Goddijn 17.13 – 17.25 Preventie van burn-out bij de dokters in de gynaecologie? K. De Witte 17.25 – 17.50
Paneldiscussie
17.50 – 18.00
SLUITING
G.G. Kenter en F. Amant
27
DAGPROGRAMMA 6
KWALITEIT VAN LEVEN VAN PATIENT EN DOKTER
donderdag 7 april 2011 DAGPROGRAMMA 7 SEKSUELE DISFUNCTIES; INZICHTEN ANNO 2011 Voorzitters:
H.W. van Lunsen P. Enzlin
11.44 – 11.58 Bekkenbodemproblematiek en seksualiteit H. Nagel
09.00 – 09.10 INLEIDING EN OPENING 11.58 – 12.10
Paneldiscussie
12.10 – 12.30
KEYNOTE LECTURE 3
HOE WERKT SEKS?
Diagnostiek bij seksuele problemen Ph.Th.M. Weijenborg
Moderator:
P. Enzlin
12.30 – 12.35
Discussie
09.10 – 09.30 KEYNOTE LECTURE 1
12.35 – 12.55
KEYNOTE LECTURE 4
Preventie van retraumatisering in de gynaecologie H.W. van Lunsen
P. Enzlin en H.W. van Lunsen
SESSIE I
Seks en het Brein; inhibitie en activatie G. Holstege
09.30 – 09.35 Discussie 12.55 – 13.00 Discussie 09.35 – 09.55 KEYNOTE LECTURE 2 13.00 – 14.00 LUNCHPAUZE De vrouwelijke seksuele respons 45 jaar na Masters & Johnson. Huidige inzichten en implicaties voor de (gynaecologische) praktijk E.T.M. Laan
SESSIE III SEKSUALITEIT EN CONTEXT Moderator:
Ph.Th.M. Weijenborg
09.55 – 10.00 Discussie 10.00 – 10.14
Hoe word ik seksuoloog? P. Leusink
10.14 – 10.20
Discussie
SESSIE II SEKS, LIJF & CULTUUR (deel 1) Moderator:
P. Leusink
10.20 – 10.34
Het hymen en de gynaecoloog B.R. van Moorst
10.34 – 10.40
Discussie
10.40 – 11.30
KOFFIEPAUZE
14.14 – 14.28
De partnerrelatie bij dyspareunie E. Pazmany
14.28 – 14.40
Paneldiscussie
SESSIE IV PCOS EN SEKSUALITEIT Moderator:
E.T.M. Laan
14.40 – 14.54 Zelfbeeld, seksarche en seksualiteit bij vrouwen met PCOS H. Pastoor 14.54 – 15.00 Discussie
SESSIE II SEKS, LIJF & CULTUUR (deel 2) Moderator:
P. Leusink
11.30 – 11.44
Verzoek tot labiumcorrectie H.W. van Lunsen
28
14.00 – 14.14 Pijngedrag van vrouwen met dyspareunie M. Brauer
15.00 – 15.20 KEYNOTE LECTURE 5 Gynaecologische endocrinopathieën (POF, AGS, etc) en seksualiteit W.C.M. Weijmar Schultz 15.20 – 15.30
Discussie
15.30 – 16.20
THEEPAUZE
donderdag 7 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 7 SEKSUELE DISFUNCTIES; INZICHTEN ANNO 2011 SESSIE V SEKS, VROUWEN, DOKTERS EN MANNEN Moderator:
W.C.M. Weijmar Schultz
16.20 – 16.40
KEYNOTE LECTURE 6
Seksuele anamnese: dysforie van hulpverleners (gynaecologen?) P. Enzlin 16.40 – 16.50
Discussie
17.04 – 17.10
Discussie
17.10 – 17.45
KEYNOTE LECTURE 7
Met de hand: een culturele geschiedenis van soloseks M.J. van Driel 17.45 – 18.00
SAMENVATTING VAN DE DAG EN SLUITING
H.W. van Lunsen en P. Enzlin
29
DAGPROGRAMMA 7
16.50 – 17.04 Casus: mannelijke seksuele disfunctie en ongewenste kinderloosheid H. Bolt
vrijdag 8 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 8 OBSTETRIE PERINATAAL ANNO 2011 Bij het schrijven van dit voorwoord is de politieke rust in Nederland weer enigszins teruggekeerd, maar heerst in België en Vlaanderen nog grote onzekerheid. Hoe anders is het gesteld met de verloskunde. Onrust in Nederland en oorverdovende rust in Vlaanderen. Obstetrie perinataal beslaat alle thema’s die te maken hebben met à terme perinatale sterfte en morbiditeit en reikt opties aan om deze te verbeteren. Veel voordrachten uit Nederland en beschouwingen vanuit Vlaanderen. Een dag vol informatie en vooral discussie, met hoofdrolspelers bekend van commissies, wetenschappelijke artikelen, krant, radio en TV. Een dag dus om niet te missen.
Prof. dr. G.H.A. Visser
Prof. dr. P. Defoort
vrijdag 8 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 9 UROGYNAECOLOGIE ANNO 2011 De urogynaecologie heeft zijn plaats weten te veroveren als een vast programma-onderdeel in het IGO-Doelenprogramma. Er is ook voldoende te vertellen om een dag te vullen met een update op het gebied van diagnostiek en behandeling. In de ochtend wordt aandacht besteed aan nieuwe maar ook langer bestaande diagnostische testen en hun waarde bij de besluitvorming en counseling. Daarna belichten verschillende sprekers de verschillende chirurgische opties die er bestaan om een prolaps van het middelste compartiment te behandelen. Steeds minder wordt de keuze bepaald door historie en opleiding, steeds meer door evidence, vaak gebleken uit onderzoek van eigen bodem. De gastspreker komt uit de Verenigde Staten en geeft zijn visie op de plaats van mesh chirurgie, een “ongoing debate”. Na de lunch passeren verschillende operatieve technieken voor stress-incontinentie de revue waarbij duidelijk moet worden of nieuw ook beter betekent. Nieuw in het programma zijn de debatten, waarbij twee deskundigen hun tegengestelde mening verdedigen, en u als aanwezige wordt uitgenodigd om zich in de discussie te mengen. Het programma wordt afgesloten met een sessie over complicaties van vaginale mesh-chirurgie.
30
Dr. J.P.W.R. Roovers
Dr. F. Claerhout
Het programma biedt, zoals u dat gewend bent, een hoog gehalte aan direct klinisch toepasbare kennis. Door de grote afwisseling van onderwerpen en invalshoeken belooft het een dynamische en hopelijk inspirerende dag te worden.
vrijdag 8 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 10 VERLOSKUNDE EN GYNAECOLOGIE IN DE TROPEN ANNO 2011 In 2000 formuleerden de wereldleiders in het kader van de VN de zgn. Millennium-ontwikkekingsdoelen (MDGs). Drie doelen hebben betrekking op de geneeskunde en ze hebben alle drie te maken met ons vakgebied van de gynaecologie en verloskunde. MDG 5 beoogt in het jaar 2015 de moedersterfte wereldwijd met driekwart te hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. De kindersterfte moet met twee derde zijn gereduceerd in dat jaar en met name de sterfte in de eerste levensmaand neemt nog maar weinig af (MDG 4). In MDG 6 gaat het om het bestrijden van onder meer HIV, tuberculose en malaria. Zwangerschappen gecompliceerd door deze ziekten zijn zowel voor moeder als kind een gevaar. De overdracht van het HIV van moeder op kind is hierbij een groot probleem. Steeds vaker zullen gynaecologen en verloskundigen elders in de wereld hun vak uitoefenen en met deze problematiek geconfronteerd worden. Er zijn ook nog vele tropenartsen voor wie bezinning op deze problematiek van groot belang is. Maar ook de vrouwen van daar zijn steeds vaker ook in onze samenleving aanwezig, zodat kennis en expertise op dit terrein ook voor de practicus in ons land relevant is. We zien het als een goede ontwikkeling dat u in het kader van de IGO-Doelencongresreeks evenals in 2009 door een keur van nationale en internationale
Prof. dr. J.J.M. van Roosmalen Prof. dr. M. Temmerrman
specialisten in dit boeiende vakgebied wordt binnengevoerd. Dit jaar zullen met name de kwaliteit van de verloskundige zorg met audit als instrument in low-resource settings worden getoetst. Voorts zullen de mogelijkheden en beperkingen van de operatieve gynaecologie en aanpak van onvruchtbaarheid aan de orde komen. Tevens wordt een sessie gewijd aan de traditionele schadelijke praktijken zoals vrouwenbesnijdenis en “dry sex”. De dag mondt uit in het aannemen van de Doelen Declaration 2011: Sexual health and rights. Wij verwachten een grote opkomst!
vrijdag 8 april 2011 NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 11 LIFELONG LEARNING EN MANAGEMENT ANNO 2011
In deze sessie wordt de opleiding vanuit verschillende gezichtspunten besproken. De tijd is voorbij dat de medische vervolgopleiding bestond uit theorie uit een boek, de kunst afkijken en ervaring opdoen, al is het meester-gezel principe nog steeds de basis. Specialisten worden bestookt met een overmaat aan kennis, wensen van ‘het publiek’ en patiënten, eisen van overheid, IGZ en verzekeraar, marktwerking en ingewikkelde registraties in een steeds snellere en complexere ziekenhuiswereld. De arts van nu kan zich niet meer terugtrekken in het veilige domein van zijn spreekkamer om één op één met zijn patiënt op basis van persoonlijke opvattingen, de dingen te laten gebeuren die hij voorschrijft. Patiënten (die ons het meest aan het hart liggen) willen goed behandeld worden en dat begint vanaf het moment dat zij het nummer bellen c.q. via internet contact opnemen voor een afspraak en eindigt pas als zij na het bezoek aan de arts en eventuele, natuurlijk ‘evidence based’, behandeling weer thuis zijn. Voor dat hele traject is heel wat nodig. In de eerste plaats een arts met vakkennis en vaardigheden en ook een arts die kan communiceren, die kan organiseren en die goed samenwerkt met de patiënt en ook met collega’s,
31
VRIJDAG 8 APRIL
Lukt het u nog het voortouw te nemen voor de opleiding? Wat is belangrijk aan alle veranderingen rond de opleidingen? Waar gaan we naar toe?
Dr. M.F. Schutte
Prof. dr. F. Scheele
verpleegkundigen, spreekuurassistenten, managers en bestuurders. Kortom een arts met meer competenties dan die van de medisch expert. En dan komen nog de eisen die het ziekenhuis, de verzekeraar en overheden stellen! Hoe leid je daar voor op? Competent betekent het juiste gedrag om de juiste doelen te bereiken en dat is te leren. Het leren is volop in ontwikkeling: E-B en M-learning, kent u de begrippen en de mogelijkheden? Hoe goed was de opleiding tot heden, wat weet u over de jonge klaren, hoe klaar waren zij? In de keynote lecture wordt u een helicopterview aangeboden en inspirerend commentaar op onze voor organisatiegerichte geesten verbazende opleiding. Na
vrijdag 8 april 2011 VERVOLG NOTITIE BIJ DAGPROGRAMMA 11 LIFELONG LEARNING EN MANAGEMENT ANNO 2011 de lunch wordt aandacht besteed aan kwaliteit van aios en opleiders en aan leiderschap. Natuurlijk blijft ook de politiek niet buiten beschouwing, evenmin als de invloed van bestuurders. Opleiding is de basis van het voortbestaan, opleiding is hot, er gebeurt van alles: Vat moed en stort u in het relatief onbekende, het zal u boeien en het zal uw ogen openen.
32
vrijdag 8 april 2011 DAGPROGRAMMA 8 OBSTETRIE PERINATAAL ANNO 2011 Voorzitters:
G.H.A. Visser P. Defoort
12.08 – 12.25
Paneldiscussie
SESSIE III SESSIE I
ORGANISATIE VAN ZORG
Moderator:
S. Buitendijk
09.00 – 09.12 Perinatale uitkomst onder laagrisico vrouwen 1e en 2e lijn: nationale cohortstudie onder 632.320 vrouwen A. de Jonge
Moderatoren: E.A.P. Steegers en A.T.P.M. Verbeeten 12.25 – 12.37 Gynaecoloog in huis: voldoende evidence of gewoon doen? G.H.A. Visser 12.37 – 12. 57 KEYNOTE LECTURE
Concentratie van zorg de oplossing? J. van der Velden
12.57 – 13.10
Paneldiscussie
09.24 – 09.36 Grootstedelijke perinatale problematiek E.A.P. Steegers
13.10 – 14.00
LUNCHPAUZE
09.36 – 09.48 Waarom gaat het in Vlaanderen zoveel beter? H. Cammu
Risicofactoren voor à terme intrauteriene sterfte G.H.A. Visser
09.48 – 10.10
Paneldiscussie
SESSIE IV
10.10 – 10.30
KEYNOTE LECTURE
09.12 – 09.24 Mortaliteit en ernstige morbiditeit op de NICU van à terme pasgeborenen A. Kwee
Cesarean delivery, perinatal mortality and morbidity to low risk women E. Declercq 10.30 – 11.20
PERINATALE BEVINDINGEN EN BELEIDSOVERWEGINGEN
11.32 – 11.44 Leidt toename van inleidingen tot meer sectio’s? S.V. Koenen 11.44 – 11.56 Prognostische betekenis van VT/ cervixlengte op de uitkomst van de inleiding E. Pajkrt
33
Moderator:
Y. Jacquemyn
14.20 – 14.32
Primen/inleiden (nieuwe trials) M. Jozwiak
14.32 – 14.44 Uterus-EMG een veilig alternatief voor intra-uteriene drukmeting? S.G. Oei 14.44 – 14.56
STAN of niet? M.E.M. Westerhuis
14.56 – 15.06
De techniek van SC S. Scherjon
15.06 – 15.25
Paneldiscussie
15.25 – 16.15
THEEPAUZE
E.A.P. Steegers
11.20 – 11.32 Morbiditeit en mortaliteit bij niet ontdekte dysmaturiteit (DIGITAT) S. Scherjon
11.56 – 12.08
DE BEVALLING (deel 1)
KOFFIEPAUZE
SESSIE II
Moderator:
14.00 – 14.20 KEYNOTE LECTURE
Electieve SC niet vóór 39 weken D.N.M. Papatsonis
SESSIE IV DE BEVALLING (deel 2) Moderator:
P. Defoort
16.15 – 16.27 VBAC (Vaginal Birth After CS): let op tekenen van dreigende uterusrupuur J.G. Nijhuis
DAGPROGRAMMA 8
OORZAKEN VAN PERINATALE STERFTE EN ERNSTIGE MORBIDITEIT A TERME
vrijdag 8 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 8 OBSTETRIE PERINATAAL ANNO 2011 16.27 – 16.39 Pijncognitie als voorspeller voor de vraag naar pijnstilling tijdens de baring; prospectieve cohort studie I. Veringa 16.39 – 16.51
Tweelingen: vaginaal of SC? K. Hack
16.51 – 17.03
Asfyxie aanpak prenataal J.G. Derks
17.03 – 17.15
Asfyxie aanpak postnataal F. van Bel
17.15 – 17.35
Paneldiscussie
17.35 – 17.55
KEYNOTE LECTURE
Continue training van verloskundige skills G. Oei 17.55 – 18.00
SLUITING
G.H.A. Visser en P. Defoort
34
vrijdag 8 april 2011 DAGPROGRAMMA 9 UROGYNAECOLOGIE ANNO 2011 J.P.W.R. Roovers F. Claerhout
SESSIE I DIAGNOSTIEK BIJ UROGENITALE PROLAPS Moderator:
F. Claerhout
09.00 – 09.12 Indicatie voor transperineale 2D, 3D en 4D echoscopie K.B. Kluivers
12.25 – 13.00 KEYNOTE LECTURE Informed consent: Are native tissue repairs inferior to mesh augmented repairs? E. Stanford 13.00 – 14.00 LUNCHPAUZE SESSIE III DE OPERATIEVE BEHANDELING VAN STRESS-INCONTINENTIE
09.12 – 09.24 Indicatie voor colpocystodefaecografie H. Rommens
Moderator:
09.24 – 09.36 Erfelijke factoren bij prolaps S. Lince
14.00 – 14.12 TOT of mini-sling is eerste keus bij SUI D. De Ridder
09.36 – 09.48 Wanneer is urodynamisch onderzoek zinvol bij urogenitale prolaps? S.A.L. van Leijsen
14.12 – 14.24 Retropubische TVT is eerste keus operatie SUI C.H. van der Vaart
09.48 – 10.00 Klinisch bekkenbodemfunctieonderzoek door de gynaecoloog S.L.S. Ghesquière
14.24 – 14.36 Prolaps en stress-incontinentie: combinatie chirurgie of niet? J.M. van der Ploeg
10.00 – 10.25
Paneldiscussie
14.36 – 14.50
10.25 – 11.15
KOFFIEPAUZE
14.50 – 15.15 Behandeling van stress-incontinentie (DEBAT) Standpunt A: direct chirurgische behandeling (PORTRET) J. Labrie Standpunt B: altijd eerst fysiotherapie M.C.P. Slieker-ten Hove Debat olv F. Claerhout
SESSIE II DE OPERATIEVEBEHANDELING VAN HET MIDDELSTE COMPARTIMENT Moderator:
J.P.W.R. Roovers
11.15 – 11.27 Vaginale hysterectomie is eerste keus behandeling bij descensus uteri J. Verguts 11.27 – 11.39 Sacrospinale fixatie is eerste keus behandeling bij descensus uteri V. Dietz 11.39 – 11.51 Manchester-repair is eerste keus behandeling bij descensus uteri E. Everhardt 11.51 – 12.03 Uterussuspensie met mesh is eerste keus behandeling bij descensus uteri F. Claerhout
Paneldiscussie
15.15 – 15.40 Prolaps stadium 1 en 2 (DEBAT) Standpunt A: geen ruimte voor conservatieve behandeling E. Hallensleben Standpunt B: altijd met conservatieve behandeling beginnen W. Rombouts Debat J.P.W.R. Roovers 15.40 – 16.30
THEEPAUZE
SESSIE IV COMPLICATIES VAN MESH CHIRURGIE Moderator:
12.03 – 12.25
J. Deprest
E. Everhardt
Paneldiscussie 16.30 – 16.44 Classificatie en diagnostiek van complicaties J. Deprest
35
DAGPROGRAMMA 8 + 9
Voorzitters:
vrijdag 8 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 9 UROGYNAECOLOGIE ANNO 2011 16.44 – 16.58
Behandeling van mesh-complicaties A.L. Milani
16.58 – 17.12
Rol van mesh bij primaire prolaps? A. Vollebregt
17.12 – 17.26 Complicatieregistratie en kwaliteitsbewaking mesh-chirurgie J.P.W.R. Roovers 17.26 – 17.50
Paneldiscussie
17.50 – 18.00
SLUITING
J.P.W.R. Roovers en F. Claerhout
36
vrijdag 10 april 2011 DAGPROGRAMMA 10 VERLOSKUNDE EN GYNAECOLOGIE IN DE TROPEN ANNO 2011 Voorzitters:
J.J.M. van Roosmalen M. Temmerrman
12.30 – 12.50
Paneldiscussie
12.50 – 13.50
LUNCHPAUZE
SESSIE I MATERNALE EN PERINATALE MORTALITEIT, MORBIDITEIT EN AUDIT Moderator:
J.J.M. van Roosmalen
09.00 – 09.12 De drie fasen van delay in de verloskundige zorg wereldwijd J. Stekelenburg 09.12 – 09.24 De determinanten van perinatale stefte M. Lagro 09.24 – 09.36 De determinanten van maternale sterfte K. Roelens 09.36 – 09.48 HIV in perinatal health J. Pelgrom
SESSIE III HARMFUL TRADITIONAL PRACTICES Moderator:
M. Temmerman
13.50 – 14.02
Female genital mutilation E. Leye
14.02 – 14.14
Genital practices (dry sex/HIV) A. Martin-Hilber
14.14 – 14.26
SC op dode kinderen J.J.M. van Roosmalen
14.26 – 14.38
Onvoldoende family planning M. Temmerman
14.38 – 15.00 Paneldiscussie 15.00 – 15.20 KEYNOTE LECTURE
10.00 – 10.12 De rol van audit bij het reduceren van maternale en perinatale morbiditeit en mortaliteit in een districtsziekenhuis in Malawi Th. van den Akker
Zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot MDG 4 en MDG 5: wat zijn de successen en wat zijn de failures? T. Meguid 15.20 – 16.10
10.12 – 10.40
Paneldiscussie
10.40 – 11.30
KOFFIEPAUZE
SESSIE II ONCOLOGIE EN OPERATIEVE GYNAECOLOGIE Moderator:
H.J. van Beekhuizen
11.30 – 11.48 Cervixcarcinoom: diagnostiek in de tropen, behandeling en preventie A.A.W. Peters 11.48 – 12.02 Beperkingen oncologische en benigne operatieve gynaecologie H.J. van Beekhuizen 12.02 – 12.16
Prolapschirurgie L. van der Leeuw-Harmsen
12.16 – 12.30 Preventie en behandeling van vesicovaginale fistel (VVF) J.J. Beltman
37
THEEPAUZE
SESSIE IV PRESERVATIE VAN FERTILITEIT BIJ MAN EN VROUW Moderator:
W. Ombelet
16.10 - 16.22 Socio-culturele gevolgen van kinderloosheid in de derde wereld F. van Balen 16.22 – 16.34 Risicofactoren voor infertiliteit in Rwanda N. Dhont 16.34 – 16.46 Overzicht van de huidige aanpak van infertiele koppels in Sub-Sahara Africa G.J.E. Gerrits 16.46 – 16.58
MDG 5 en infertiliteit: tijd voor actie W. Ombelet
16.58 – 17.20
Paneldiscussie
DAGPROGRAMMA 9 + 10
09.48 – 10.00 HIV and maternal health D. Geelhoed
vrijdag 10 april 2011 VERVOLG DAGPROGRAMMA 10 VERLOSKUNDE EN GYNAECOLOGIE IN DE TROPEN ANNO 2011 17.20 – 17.55 SEXUAL HEALTH AND RIGHTS: THE DOELEN DECLARATION 2011
M. Temmerman en T. Meguid
17.55 – 18.00
SLUITING
J. J.M. van Roosmalen en M. Temmerman
38
vrijdag 10 april 2011 Voorzitters:
M.F. Schutte F. Scheele
DAGPROGRAMMA 11 LIFELONG LEARNING EN MANAGEMENT ANNO 2011 SESSIE III ASSESSMENT: HOE WORDT JE EEN STER?
09.00 – 09.10 INLEIDING/OPENING
SESSIE I ONDERWIJSKUNDE; HOE LEER JE EFFECTIEF? Moderator:
Moderator:
J.M.M. van Lith
14.00 – 14.15
Meten van de kwaliteit van de aios J.M.M. van Lith
M.F. Schutte en F. Scheele
M.G.K. Dijksterhuis
09.10 – 09.25 Gedragstraining: hoe het goedkoper en effectiever kan J.C. van der Steen 09.25 – 09.40 E-learning is een essentieel onderdeel van een cursus anno 2011 M.C. Haak 09.40 – 09.55 E-learningnetwerk in de NVOG P.P. van den Berg
14.15 – 14.30 Meten van de kwaliteit van de opleiders M.J. Heineman 14.30 – 14.45
Wat maakt een leider? Th.J.M. Helmerhorst
14.45 – 15.10
Paneldiscussie
15.10 – 16.00
THEEPAUZE
SESSIE IV DOELMATIGHEID VAN DE OPLEIDING
09.55 – 10.15
Paneldiscussie
Moderator:
10.15 – 11.05
KOFFIEPAUZE
16.00 – 16.25 De specialistenopleing als kartel M. Varkevisser
SESSIE II DE COMPETENTIEGERICHTE OPLEIDING (CanMEDS) Moderator:
F. Scheele
M.A.H.M. Wiegerinck
16.25 – 16.40
Het NFU-voorstel is okee J.C.C. Borleffs
16.40 – 16.55
Het NFU-voorstel in de ogen van aios R. Scheenstra
11.05 – 11.20 Waar lopen jonge specialisten tegen op? M. Westerman
16.55 – 17.10 De nuance vanuit het college geneeskundige specialismen G.A. van Essen
11.20 – 11.35 Wat willen patiënten en medewerkers van ons? N. van der Lee
17.10 – 17.40
Paneldiscussie
17.40 – 18.00
WRAP UP
11.35 – 11.50 Ideeën voor de opleiding tot gynaecoloog F. Scheele
M.F. Schutte en F. Scheele
11.50 – 12.05
Kan het in e-Pass? S.F.P.J. Coppus
12.05 – 12.30
Paneldiscussie
12.30 – 13.00 KEYNOTE LECTURE Commentaar op een verbazende opleiding M. Noordegraaf 13.00 – 14.00 LUNCHPAUZE
39
DAGPROGRAMMA 10 + 11
INSCHRIJVING, KOSTEN EN BETALING DAGPROGRAMMA’S Inschrijving online en met inschrijvingsformulier U kunt zich online inschrijven via http://www.igoandpractice.nl of met het bijgevoegde inschrijvingsformulier. Uw beroepsvereniging en indien van toepassing uw BIG-registratienummer bij inschrijving vermelden. Kosten MCI Amsterdam Office verbonden aan uw inschrijving en registratie De eenmalige niet-variabele inschrijvings- en registratiekosten zijn bij dit congres losgekoppeld van de deelnamekosten, omdat men -in tegenstelling tot de meeste andere meerdaagse congressen- ook per dag kan inschrijven. De werkzaamheden samenhangend met uw inschrijving, verwerking betaling, bevestiging inschrijving, registratie en aanmelding nascholing worden evenals voorgaande jaren uitgevoerd door MCI Amsterdam Office. De daaraan verbonden kosten van 45,- euro worden éénmalig (onafhankelijk van de mate waarin u aan het congres deelneemt) in rekening gebracht. Deelname dagprogramma’s U kunt voor één, twee of drie dagen inschrijven. Per dag kunt u aan één dagpropgramma deelnemen. Bij inschrijving maakt u een keuze. Bij de deelnamekosten zijn inbegrepen: • deelname aan het dagprogramma / de dagprogramma’s waarvoor u hebt ingeschreven; • congrestas; • koffie ’s morgens voorafgaand aan het programma, alsook alle pauzedranken; • rijk gevarieerde lunch, verzorgd door Maison van den Boer; • alle garderobekosten; • de proceedings van het volledige congres • deelnamecertificaat en aanmelding van uw bijscholing (afhankelijk van uw beroepsvereniging); • relatief kleine bijdrage aan de hoge niet variabele kosten van het congres. Belangrijke data • 9 maart 2011: Met het toenemend aantal deelnemers aan de Doelencongresreeks wordt ernaar gestreefd de inschrijvingen meer gelijkmatig in de tijd te laten verlopen. Een financieel voordeel wordt daarom gegund aan hen die voor of op 9 maart 2011 inschrijven; de betaling moet dan ook uiterlijk 9 maart 2011 zijn ontvangen.
Onsite inschrijving is niet mogelijk Vanwege meerdere logistieke redenen is onsite inschrijving bij dit congres niet mogelijk.
40
• 31 maart 2011: Op donderdag 31 maart 2011 sluit de inschrijvingstermijn. Ook de betaling moet dan zijn ontvangen. Kosten deelname dagprogramma’s Tot 9 maart 2011 zijn de deelnamekosten per dagprogramma 225 euro; na 9 maart 2011 zijn de kosten per dagprogramma 245 euro. Kosten bij deelname gehele congres Bij inschrijving voor de drie opeenvolgende congresdagen betaalt men tot 9 maart 2011 een gereduceerd tarief van 620 euro; na 9 maart 2011 685 euro. Gereduceerde kosten deelname voor aios, anios, rustende NVOG- en VVOG-leden, fertiliteitsartsen, seksuologen, echoscopisten, 2e lijnsverloskundigen en tropenartsen i.o. Voor aios, anios, rustende NVOG- en VVOG-leden, fertiliteitsartsen, seksuologen, echoscopisten, 2e lijnsverloskundigen en tropenartsen i.o. is een gereduceerd tarief van toepassing tot 9 maart 2011: 190 euro per dagprogramma, 535 euro bij deelname voor drie dagen; na 9 maart 2011 zijn deze bedragen respectievelijk 210 euro en 580 euro. Betaling De betaling moet uiterlijk woensdag 31 maart 2011 zijn ontvangen. Betaling op ABN-AMRObankrekeningnummer 51.75.17.809 van de Stichting Fertiliteit en Praktijk te Rotterdam, met vermelding “IGO-2011”. Bij buitenlandse overboekingen tevens de IBAN en BIC code vermelden: IBAN NL95ABNA0517517809, BIC ABNANL2A. Op het inschrijvingsformulier moet de categorie waartoe men behoort worden omcirkeld en -indien van toepassing- de naam van het ziekenhuis waar men werkzaam is, worden vermeld. Wanneer de betaling vanuit de maatschap of via derden geschiedt, gaarne steeds duidelijk laten vermelden voor welke deelnemer de betaling bedoeld is om verwarring bij de registratie te voorkomen. De inschrijving geschiedt in volgorde van binnenkomst van betaling. De betaling wordt na binnenkomst schriftelijk bevestigd. Bij annulering wordt na aftrek van de administratiekosten MCI de helft van de deelnamekosten terug gestort, indien het annuleringsbericht voor 9 maart 2011 is ontvangen. Bij annulering op en na 9 maart 2011 vindt geen restitutie plaats.
congresBALIE, congreszalen Teneinde u bij tijdige aankomst in staat te stellen niets van het congresprogramma te missen is in een ruime congresbalie voorzien, waar u uw congresdocumentatie en badge ontvangt. Bij de congresbalie zal een zaaloverzicht worden geplaatst, welke u ook in uw congrestas vindt.
De congresbalie is elke congresdag vanaf 08.00 uur geopend. Wellicht is een hotelovernachting in Rotterdam te overwegen, ten einde uw tijdige aankomst bij de Doelen te bevorderen.
HOTELACCOMmODATIE, RESERVERING EN BETALING HORECA Korte karakteristieken Voor de hotelaccommodatie is voor een vijftal gebieden gekozen, van waaruit de Doelen makkelijk te bereiken is, met uw auto, te voet, dan wel met openbaar vervoer.
I. In de directe omgeving van de Doelen (A), in het hart van Rotterdam (zie plattegrond Rotterdam Centrum): 1. The Manhattan Hotel (vijf sterren). Het hotel is gevestigd in de indrukwekkende Millennium Tower, op de hoek Weena-Kruisplein, pal naast de Doelen, daarmee verbonden via een luchtbrug (over de Kruisstraat). Het Manhattan Hotel is het enige 5-sterren hotel van Rotterdam; het biedt alle faciliteiten en services die je daarvan mag verwachten. Parkeergarage in de Kruisstraat (Plaza Casino garage). 2. Hilton Rotterdam (vier sterren). Aan het Weena, de Kruiskade, het Hofplein en vlakbij het Centraal Station gelegen. De ruime entreehal ademt een ontspannen sfeer. Boekt u de executive kamer, dan hebt u toegang tot de executive lounge, alwaar elke ochtend het ontbijt geserveerd wordt en waar u ‘s middags en ‘s avonds terecht kunt voor hapjes en drankjes zonder extra kosten. Parkeergelegenheid: in de parkeergarage van de Fortisbank op de Kruiskade (gelegen direct naast de ingang van het Hilton op de Kruiskade). Talrijke restaurants in de directe omgeving, o.m. de Kruiskade (dit is een straat) en het Schouwburgplein.
II. Wijnhavengebied (B), geheel door water omgeven, onder meer de Wijnhaven. In dit gebied zijn tot dusverre vijf woontorens gerealiseerd. 3. H2OTEL (drie sterren). Dit drijvend hotel in de Wijnhaven heeft een bar/ brasserie en lounge. De geopteerde silver kamers zijn fraai en karakteristiek ingericht. Het hotel ligt op 15 à 20 minuten loopafstand van de Doelen. Parkeergelegenheid: in de parkeervakken van de openbare weg voor het hotel. ‘Van Popering’ is een restaurant in de Schilderstraat, 5 minuten lopen van het hotel en van dezelfde eigenaar.
41
In het verlengde van de Schilderstraat, de Witte de Withstraat, vindt u nog veel meer restaurants.
III. In de omgeving van de Witte de Withstraat (C) gelegen, een straat die leeft, ook ’s avonds; veel horeca. 4. Parkhotel (vier sterren). Dit hotel is bij veel congresdeelnemers reeds bekend en geliefd; een hotel om steeds naar terug te keren, op loopafstand van de Doelen aan de Westersingel gelegen. Parkeergelegenheid: het hotel heeft een eigen afgesloten parkeergelegenheid. 5. Hotel Emma (drie sterren), dicht bij het Parkhotel gelegen. Een zeer verzorgd, betrekkelijk klein hotel met de gemakken van een groot hotel. Gunstig gelegen: op loopafstand van de Doelen. Parkeergelegenheid: het hotel heeft een eigen afgesloten parkeergelegenheid.
IV. Rond de Erasmusbrug (D). Deze brug, sinds de oplevering ervan in 1996 het beeldmerk van Rotterdam, is het middelpunt waaromheen het nieuwe centrum van Rotterdam op de Noord- en Zuidoever van de Nieuwe Maas zich ontwikkelt. 6. Golden Tulip Rotterdam-Centre (vier sterren). Het hotel is op de Noordoever aan de voet van de Erasmusbrug en aan de Leuvehaven gelegen. Van hieruit met een snelle watertaxi over de Nieuwe Maas varen is een bijzondere ervaring. Het restaurant van het hotel biedt u een fraai uitzicht op de Leuvehaven. Parkeergelegenheid: onder het hotel. De Doelen bereikt u met openbaar vervoer binnen ongeveer 7 minuten. Loopafstand ongeveer 15 minuten. 7. Hotel Quartier du Port (vier sterren). Dit hotel is gevestigd aan de Van Vollenhovenstraat, het centrum van het Scheepvaartkwartier, een wijk die over zijn volle lengte aan de Nieuwe Maas is gelegen. Achter een authentieke gevel is sinds enkele jaren het moderne hotel gehuisvest. Direct naast het hotel gelegen -en binnendoor te bereiken- een patisserie/
HOTELACCOMmODATIE, RESERVERING EN BETALING VERVOLG HORECA boulangerie, dat evenals het hotel tot de Dudokketen behoort. Het hotel beschikt over de ruime ‘Deluxe kamers’ en de nog ruimere ‘Executive kamers’. Het Scheepvaartkwartier is een wijk met vele karakteristieken, onder meer: een eigen haventje (de Veerhaven), monumentale panden domineren het westelijk deel van de wijk, hoogbouw domineert het oostelijk deel; in dit deel moet de komende jaren de hoogste woontoren (218 m) van Nederland verrijzen. In de directe omgeving van het hotel vindt u veel horeca. Voor een uitstekende steak kunt u terecht bij El Gaucho (enkele panden van het hotel verwijderd); voor ‘Fruits de Mer’ en andere visgerechten bij de in 2009 geopende succesvolle Harbour Club Rotterdam in het Park, op loopafstand van het hotel. Het restaurant van het Wereldmuseum (ook vlakbij het hotel gelegen) was de winnaar van de gouden pollepel 2010. Wilt u voor een zeer redelijke prijs toch goed eten, dan is de Ballentent aan de Parkkade een aanrader. Parkeergelegenheid hotel: in de parkeervakken van de openbare weg of in de parkeergarage onder de oprit van de Erasmusbrug (te bereiken via de Gedempte Zalmhaven). 8. Suite hotel Pincoffs (vier sterren). Dit kleine hotel, gelegen op de zuidoever van de Nieuwe Maas vlabij de Erasmusbrug, is niet allen een slaapplaats, maar ook een belevenis. Moderne kamers -allemaal verschillend van grootte- in een voormalig douanekantoor. Een pareltje. Ontbijtbuffet, geen diner. Voor het diner zijn er vele mogelijkheden op de Wilhelminapier: in de plint van de woontoren Montevideo, Hotel New York en Las Palmas, het grote visrestaurant van Herman den Blijker Het hotel heeft een beperkte eigen parkeerplaats; parkeren is ook mogelijk in de parkeergarage van de Maastoren, het hoogste gebouw van Nederland, gelegen aan de voet van de Erasmusbrug .
V. Aan de noordelijke ingang van de stad (E). 9. Hotel Rotterdam Blijdorp (vier sterren). Dit moderne hotel, geopend in 2008, beschikt over 189 kamers, gesitueerd rond een atrium. Het hotel is op slechts enkele minuten van de A13/A20 gelegen, direct naast diergaarde Blijdorp en naast een hypermodern fitnesscentrum (David Lloyd, voor wie met deze keten bekend is). Als gast van het hotel kan men voor slechts 10 euro van alle faciliteiten van het fitnesscentrum - inclusief zwembad - gebruik maken. Het hotel beschikt over een ruime eigen parkeerplaats; parkeren gratis. Afstand tot de Doelen: 5 - 10 min, met eigen auto of openbaar vervoer (bus 33) De kamerprijzen Hieronder volgen de kamerprijzen, inclusief ontbijt, exclusief stadsbelasting (5,5%) Het betreft hier
42
gereduceerde tarieven; deze tarieven zijn van toepassing bij reservering tot 9 maart 2011. De betalings- en annuleringsvoorwaarden zijn per hotel verschillend; deze bij reservering bij het door u gewenste hotel opvragen. The Manhattan Hotel Rotterdam Hilton Standaard kamer Executive kamer H2OTEL Silver kamer Parkhotel Hotel Emma Golden Tulip Waterfront kamer Design Panorama (water en design) Hotel Quartier du Port Deluxe kamer Executive kamer Suite hotel Pincoffs Hotel Rotterdam Blijdorp
185,- euro 140,- euro 160,- euro 85,- euro 155,- euro 85,- euro 140,- euro 165,- euro 122,50 euro 132,50 euro 165,- euro 115,- euro
Reservering Het bij deze mailing gevoegde hotelreserveringsformulier zendt u per fax naar het hotel van uw keuze (aankruisen). Daags na het faxen van de reservering telefonisch bij het hotel informeren (alleen op werkdagen) of uw reservering gerealiseerd is. Advies: een kopie maken van het nog niet ingevulde formulier voor het geval het hotel van eerste keuze vol is. U kunt ook het hotelreserveringsformulier van de website downloaden. Tijdige reservering Na 9 maart 2011 vervallen de gereduceerde prijzen van de kamers die in optie zijn genomen. Voorkom teleurstelling: vol=vol. Reserveer ook tijdig het door u gewenste restaurant. Betaling en annulering De betalings- en annuleringsvoorwaarden zijn voor de verschillende hotels niet uniform. Bij kamerreservering naar de betalings- en annuleringsvoorwaarden van het door u gewenste hotel informeren, met name of ter garantie van de reservering een betaling vooraf wordt verlangd. Adressen, telefoon-, fax-, banknummers en websites van de hotels The Manhattan Hotel Weena 686 3012 CN Rotterdam Tel. 010-4302000 Fax 010-4302001 Rekeningnummer 56.55.47.364 www.manhattanhotelrotterdam.com
HOTELACCOMmODATIE, RESERVERING EN BETALING VERVOLG HORECA Rotterdam Hilton Kruiskade 13 3012 CM Rotterdam Tel. 010-7108000 Fax 010-7108080 Rekeningnummer 42.63.65.984 www.hiltonrotterdam.nl H2OTEL Wijnhaven 20a 3011 WR Rotterdam Tel. 010-4445690 Fax 010-2140474 Rekeningnummer 67.95.40.431 www.H2OTEL.nl Parkhotel Westersingel 70 3015 LB Rotterdam Tel. 010-4363611 Fax 010-4364212 Rekeningnummer 50.34.34.493 www.parkhotelrotterdam.nl Hotel Emma Nieuwe Binnenweg 6 3015 BA Rotterdam Tel. 010-4365533 Fax 010-4367658 Rekeningnummer 69.32.64.926 www.hotelemma.nl
Golden Tulip Hotel Inntel Leuvehaven 80 3011 EA Rotterdam Tel. 010-4134139 Fax 010-4133222 Rekeningnummer 65.42.91.705 www.hotelinntel.com Op de website doorklikken naar Rotterdam Hotel Quartier du Port Van Vollenhovenstraat 48-50 3016 BJ Rotterdam Tel. 010-2400425 Fax 010-2709735 Rekeningnummer 22.63.22.203 www.quartierduport.nl Suite hotel Pincoffs Stieltjesstraat 34 3071 JK Rotterdam Tel. 010-2974500 Fax 010-2974513 Rekeningnummer 12.15.89.145 www.hotelpincoffs.nl Hotel Rotterdam Blijdorp Energieweg 2 3041 JC Rotterdam Tel. 010-2988777 Fax 010-2988788 Rekeningnummer 12.59.51.779 www.hotel-rotterdam-blijdorp.nl
aanvullende informatie Organisatie Dr. E. Slager Willemsplein 552 3016 DR Rotterdam Fax 010-4048235 E-mail:
[email protected] Programma www.igoandpractice.nl
Congresbureau t.b.v. de inschrijving en registratie MCI AMSTERDAM OFFICE Jan van Goyenkade 11 1075 HP Amsterdam Tel. 020-6793218 Fax 020-6758236 E-mail:
[email protected] www.mci-group.com
notities bij de plattegrond; adres de doelen; trein of auto? De letters A t/m D en de getallen 1 t/m 8 (zie bij hotelaccommodatie) zijn op de plattegrond aangegeven. Regio E valt buiten de plattegrond. De Doelen (Kruisplein 40) is op 2 minuten loopafstand van het Centraal Station gelegen: u steekt het Weena over en u bent op het Kruisplein. Het is sterk te overwegen per trein naar het congres te komen: het voorkomt fileleed en parkeerkosten, maar bovenal: u arriveert op tijd. Komt u met de auto naar de Doelen, dan volgt u in de stad de borden centrum; u komt dan
43
uit bij het Hofplein (met vijver); daar gaat u het Weena op (aan beide zijden hoge gebouwen); u gaat niet de tunnel in, maar houdt rechts aan tot het Stationsplein, daar linksaf (goed opletten ivm bouw) het Kruisplein op. De Doelen ziet u links; ter hoogte daarvan linksaf naar de parkeergarage onder het Schouwburgplein.
����������������������������������������������� ����������������������������������������������� ����������������������������������������� ����������������������������������������� �������������������������������������� ��������������������������������������
������������������������������������������������������
PLATTEGROND ROTTERDAM CENTRUM Best Western Crown Hotel Rotterdam
Station Hofplein 30 Jeugdtheater Hofplein
1
59 Centraal Station
c
2
1
VVV Rotterdam Info Café
F
de Doelen
8
38
62 Stadhuis
13 Nationaal 20 Schoolmuseum
52
Eden Savoy Hotel
33
50 Orange Flagship Store
58
A
51
27 25 39 Stadhuisplein
F
c
54
F
c
Openbaar Vervoermuseum 21
Splashtours
34 Off Corso 49
c
40
48 22
12 Oude Luxor Theater 35
c Holland Casino
28
Rotterdam Store
24
The Westin Rotterdam
6
44
3
Hilton
Rotterdam Bycycle Fietspoint Rotterdam CS F Engels Grandcafe Restaurant 9 10
Groothandelsgebouw
d 15
PLASWI FAMILY
c F
Sleep-in Mafkees Use-It
17
29 Hollywood Music Hall
UNDER CONSTRUCTION
5
18 Gemeentearchief Rotterdam
29-01-2008 17:02:13 29-01-2008 17:02:13
park wijck Plas
Waterbus 80x66.indd 1 Waterbus 80x66.indd 1
Experience Rembrandt t
������������ ������� ������ ����� ��� ������ ������ ����������������������������� ����������������������������������������������� ������������������������������������������������ ���������������������������������������� � ������������������������������
26
F
2
31
Dudok
164 32 Bibliotheek 60
NH Atlanta 4
Bibliotheektheater 23 11 St. Laurenskerk
36
Pathé De Bijenkorf 43
45
WATT
72
Beurs WTC
7
Schouwburgplein
37 Rotterdamse Schouwburg
c
55
74
F
89
Beurstraverse 56
66
Stayokay
Kijkkubus 14
41
De Unie
46
57
162 Oude Haven
161
149 Tapasboot / Indian Curry Boot
61
Selexyz Donner
154 Mariniersmuseum
City Informatiecentrum
53
19 Schielandshuis
157
c
47 Paradijskerk
Rotown
c 75 Theater Lantaren/Venster
c
77
5
109
79
4
85
105
88
3
153 Havenmuseum
16 110 116
82
78
102
115 Skatepark
F
65 80
73
Hotel Emma 63
F
F
155 Maritiem Museum
42 67
106 99
Bilderberg Parkhotel
Home Hotel 87 92 Huis Sonneveld 90 Arminius
76 91
NAi 96
C
111
97
98
108 101
117 Bazar
113
94 Museum Boijmans Van Beuningen
103
156 Blits
146 Rederij Halfland
A Small Hotel 86 Eurohotel
Chabotmuseum
69
159 Walk of Fame 152
114
83
Willemsbrug 166
F
112
84
100
163
c
B
107 148 Rebus Varende Evenementen
147 Hulstkampgebouw
151 Vlaggenparade 89
Stayokay
6
144
De H Golden Tulip Rotterdam Centre
104
141 Natuurhistorisch museum
95
140 158
93 Kunsthal Rotterdam
Villa Zebra 171
7
Westelijk 129 Handelsterrein
120
Grand Hotel Philadelphia
132 134 Lulu Room 119
136
122 Tulip Inn
124 Spido
D
143 121 Maritime Hotel / Zeemanshuis
8
Fast Ferry Erasmusbrug 179
133 Noorse Zeemanskerk 135 Museumtheater De Evenaar 130 Wereldmuseum 142 Watertaxi
128 Belasting & Douanemuseum
123
172 Nieuwe Luxor Theater
138 175 180
131
118
Euromast
Montevideo 181
139
Het Park
169 Cruise Terminal Rotterdam Las 177 Palmas 170 Nederlands Fotomuseum
174
173 Humphrey’s 125
oot 126
137
Hotel New York 167
176 Odyssee
127
44
ROTTERDAM ZUID ROTTERDAM ZUID
2 Maassilo 224
c
220 214
F
Art Hotel
Verkorte productinformatie Mirena® Samenstelling Mirena is een hormonaal intra-uterien systeem met een depot van 52 mg levonorgestrel. Gedurende een periode van vijf jaar wordt hieruit per 24 uur gemiddeld 12 microgram levonorgestrel afgegeven. Indicaties Anticonceptie; behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies of menorragie (bij deze indicaties vervangen na 5 jaar); progestageen adjuvans ter voorkoming van endometriumhyperplasie tijdens oestrogeentherapie in de peri- en postmenopauze (na 3 jaar vervangen). Contra-indicaties Zwangerschap of het vermoeden ervan; acute, subacute of chronische ontstekingen in het kleine bekken, ook in de anamnese; genitale infecties; soa; in de afgelopen 3 maanden: een abortus gecompliceerd door een infectie; endometritis post partum; cervicitis; cervixdysplasie; bevestigde maligniteit van het corpus uteri of van de cervix, of het vermoeden daarvan; aanwezigheid of vermoeden van mammacarcinoom of andere geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen; abnormale vaginale bloeding waarvan de diagnose (nog) niet is vastgesteld; congenitale of verworven anatomische afwijkingen van de uterus, waaronder myomen, indien het cavum uteri hierdoor wordt vervormd; aandoeningen die chronisch met een verminderde weerstand gepaard gaan of die als gevolg van bacteriëmie kunnen verergeren (klepafwijkingen, aangeboren hartafwijkingen); acute aandoeningen van de lever of levertumoren; actieve tromboflebitis of trombo-embolische processen; overgevoeligheid voor een van de bestanddelen. Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Wanneer bij de behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies de bloeding niet tot staan komt, of wanneer er sprake is van zware doorbraakbloedingen, moet met een andere (bijvoorbeeld organische) oorzaak van de bloeding rekening worden gehouden. Onregelmatige bloedingen kunnen sommige symptomen en aanwijzingen voor endometriumpoliepen of -carcinoom maskeren. Bij recidiverende endometritis of ontstekingen in het bekken, of als een acute infectie niet binnen enkele dagen op een behandeling reageert, moet het IUD worden verwijderd. Bloedingen en pijn kunnen symptomen van partiële of volledige expulsie van een IUD zijn. Een IUD dat zich niet meer op de juiste plaats bevindt, moet worden verwijderd en vervangen. De kans op perforaties kan verhoogd zijn bij inserties post partum, bij vrouwen die borstvoeding geven en bij vrouwen met een uterus in retroflexie. Als een insertie moeilijk is verlopen en/of bij ernstige pijn of bloedverlies tijdens of na de insertie, moet door middel van lichamelijk onderzoek en echografie een perforatie worden uitgesloten. De mogelijkheid van een ectopische zwangerschap moet worden overwogen in geval van lage abdominale pijn, en met name als de menstruatie uitblijft of als een vrouw met amenorroe begint te bloeden. Het absolute risico van ectopische zwangerschap bij Mirena-gebruiksters is klein. In de eerste maanden na het inbrengen kan het IUD buik- of rugklachten veroorzaken. In zeer zeldzame gevallen kan tijdens het inbrengen resp. verwijderen van het IUD gedurende korte tijd verlies van bewustzijn of een verminderde polsfrequentie optreden. Bijwerkingen Menstruele klachten (amenorroe, spotting, onregelmatig bloedverlies), goedaardige ovariumcysten, depressieve stemming, zenuwachtigheid, verminderd libido, hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, acne, rugpijn, pijn in het bekken, dysmenorroe, vaginale secretie, vulvovaginitis, gevoelige borsten, pijnlijke borsten, expulsie van het IUD, gewichtstoename, stemmingswisselingen, migraine, opgeblazen gevoel, alopecia, hirsutisme, pruritus, eczeem, ontstekingen in het bekken, endometritis, cervicitis/ Pap-smear normaal (klasse II), oedeem, huiduitslag, urticaria, uteriene perforatie. Handelsvorm Verpakking met 1 IUD. Registratienummer RVG 16681. Naam en adres van de registratiehouder Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht, tel. 0297 280 666. Datum van goedkeuring / herziening van de SmPC 15 januari 2010. Afleveringsstatus UR. Uitgebreide informatie (SmPC) is op aanvraag beschikbaar. Referenties 1. Farminform, MAT april 2010 in cycli van niet-orale hormonale anticonceptie: Mirena 74%, koperspiraal 11%, prikpil 7%, Nuvaring 5%, Implanon 2%, Evra 0,3%.
Verkorte productinformatie Qlaira® Samenstelling: 2 donkergele tabletten met elk 3 mg estradiolvaleraat; 5 middelrode tabletten met elk 2 mg estradiolvaleraat en 2 mg dienogest; 17 lichtgele tabletten met elk 2 mg estradiolvaleraat en 3 mg dienogest; 2 donkerrode tabletten met elk 1 mg estradiolvaleraat; 2 witte tabletten zonder werkzame bestanddelen. Hulpstof: lactose (niet meer dan 50 mg per tablet). Indicatie: Orale anticonceptie. Contra-indicaties: Manifeste of eerder doorgemaakte veneuze trombose (diepe veneuze trombose, longembolie). Manifeste of eerder doorgemaakte arteriële trombose (zoals myocardinfarct) of prodromale aandoeningen (zoals angina pectoris en ‘transient ischaemic attack’). Manifest of eerder doorgemaakt cerebrovasculair accident. Aanwezigheid van een ernstige of meerdere risicofactor(en) voor het ontstaan van veneuze of arteriële trombose, zoals: diabetes mellitus met vasculaire symptomen, ernstige hypertensie, ernstige dyslipoproteïnemie. Erfelijke of verworven predispositie voor veneuze of arteriële trombose, zoals bijvoorbeeld APC-resistentie, antitrombine-III-deficiëntie, proteïne-C-deficiëntie, proteïne-S-deficiëntie, hyperhomocysteïnemie en antifosfolipide-antilichamen (anticardiolipinen-antilichamen, lupus anticoagulans). Pancreatitis of een voorgeschiedenis daarvan, indien geassocieerd met ernstige hypertriglyceridemie. Manifeste of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoening zolang de leverfunctiewaarden niet genormaliseerd zijn. Manifeste of eerder doorgemaakte levertumoren (benigne of maligne). Aanwezigheid van geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen (bijvoorbeeld van de geslachtsorganen of de mammae), of het vermoeden daarvan. Vaginale bloedingen waarvan de diagnose niet is gesteld. Geschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen. Overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of voor één van de hulpstoffen. Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: De aanwezigheid van één ernstige risicofactor of van meer risicofactoren voor respectievelijk veneuze of arteriële aandoeningen, kan ook bijdragen tot een contra-indicatie. De mogelijkheid van een therapie met anticoagulantia zou ook in overweging moeten worden genomen. Gebruiksters van een combinatie-OAC moeten er speciaal op worden gewezen hun arts te raadplegen in geval van mogelijke symptomen van trombose. In geval van vermoede of bevestigde trombose moet het gebruik van het combinatie-OAC worden gestaakt. Bijwerkingen: Vaak (≥ 1/100 tot 1/10) werden gerapporteerd: hoofdpijn, buikpijn, acne, amenorroe, vervelend gevoel in de borsten, dysmenorroe, metrorragie, gewichtstoename. Zie verder de SmPC. Handelsvorm: 3 x 1 wallet. Elke wallet (28 filmomhulde tabletten) bevat in de volgende volgorde: 2 donkergele, 5 middelrode, 17 lichtgele, 2 donkerrode en 2 witte tabletten. Registratienummer: RVG 101491. Naam en adres van de registratiehouder: Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht, tel. 0297 280666. Datum van goedkeuring/herziening van de SmPC: 12 november 2008. Afleveringsstatus: UR. Uitgebreide informatie (SmPC) is op aanvraag verkrijgbaar. Referenties: 2. Fruzzetti F, Bitzer J. Review of clinical experience with estradiol in combined oral contraceptives. Contraception 2010;81(1):8-15. 3. Product Monograph Qlaira® 2009, Bayer Schering Pharma AG. 4. Dusterberg B, Nishino Y. Pharmacokinetic and pharmacological features of oestradiol valerate. Maturitas 1982;4:315–24.
Verkorte productinformatie YAZ® 24+4, filmomhulde tabletten, 0,02 mg/3 mg Samenstelling Elke lichtroze filmomhulde tablet bevat 0,020 mg ethinylestradiol (als betadexclatraat) en 3 mg drospirenon. De witte tabletten bevatten geen werkzame stoffen. De lichtroze tablet bevat 46 mg lactose, de witte tablet 50 mg lactose. Indicatie Orale anticonceptie. Contra-indicaties Manifeste of eerder doorgemaakte veneuze trombose (diepe veneuze trombose, longembolie). Manifeste of eerder doorgemaakte arteriële trombose (zoals myocardinfarct) of prodromale aandoeningen (zoals angina pectoris en ‘transient ischaemic attack’). Manifest of eerder doorgemaakt cerebrovasculair accident. Aanwezigheid van (een) ernstige of meervoudige risicofactor(en) voor het ontstaan van arteriële trombose: diabetes mellitus met vasculaire symptomen; ernstige hypertensie; ernstige dyslipoproteïnemie. Erfelijke of verworven predispositie voor veneuze of arteriële trombose, zoals APC-resistentie, antitrombine-III-deficiëntie, proteïne-C-deficiëntie, proteïne-S-deficiëntie, hyperhomocysteïnemie en antifosfolipide-antilichamen (anticardiolipine-antilichamen, lupus-anticoagulans). Pancreatitis of een voorgeschiedenis daarvan, indien geassocieerd met ernstige hypertriglyceridemie. Manifeste of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoeningen, zolang de leverfunctiewaarden niet genormaliseerd zijn. Ernstige nierinsufficiëntie of acuut nierfalen. Manifeste of eerder doorgemaakte levertumoren (benigne of maligne). Aanwezigheid van geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen (bijvoorbeeld van de geslachtsorganen of de mammae), of het vermoeden daarvan. Vaginale bloedingen waarvan de diagnose niet is gesteld. Geschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen. Overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of voor één van de hulpstoffen van de filmomhulde YAZ 24+4-tabletten. Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik De aanwezigheid van één ernstige risicofactor of van meer risicofactoren voor respectievelijk veneuze of arteriële aandoeningen kan ook een contra-indicatie vormen. De mogelijkheid van een therapie met anticoagulantia zou ook in overweging moeten worden genomen. Gebruiksters van gecombineerde OAC’s moeten er speciaal op gewezen worden om hun arts te raadplegen in geval van mogelijke symptomen van trombose. In geval van vermoede of bevestigde trombose moet het gebruik van het gecombineerde OAC worden gestaakt. Bijwerkingen De volgende ongewenste geneesmiddelenreacties werden vaak (≥1% en <10%) tijdens het gebruik van YAZ 24+4 gerapporteerd: emotionele labiliteit, hoofdpijn, misselijkheid, pijn in de borsten, metrorragie, amenorroe. Zie verder de SmPC-tekst. Handelsvorm Verpakkingen met 3 strips. 1 strip bevat 24 lichtroze werkzame filmomhulde tabletten en 4 witte filmomhulde placebotabletten. Registratienummer RVG 33842. Naam en adres van de registratiehouder Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht, tel. 0297 280666. Datum van goedkeuring/ herziening van de SmPC Juni 2008. Afleveringsstatus UR. Uitgebreide informatie (SmPC) is op aanvraag verkrijgbaar.
45
Referenties: 1. Hompes PG et al. Fertil Steril. 2008;89:1685-93. 2. Platteau P et al. Reprod Biomed.Online 2008;17(2):190-8. Naam van het geneesmiddel: Menopur. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Menotrofine (HMG) overeenkomend met 75 IE FSH en 75 IE LH per injectieflacon. Farmaceutische vorm: poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Therapeutische indicaties: Stoornissen in de fertiliteit ten gevolge van een onvoldoende endogene stimulatie van de gonaden. Bij de vrouw: infertiliteit veroorzaakt door anovulatie, onvoldoende follikelrijping en als gevolg daarvan optredende insufficiëntie van het corpus luteum, in die gevallen waarin andere behandelingen hebben gefaald. Bij de man: geselecteerde gevallen van een gestoorde spermatogenese. Menopur kan tevens gebruikt worden voor gecontroleerde ovariële hyperstimulatie om meervoudige follikelgroei te induceren bij geassisteerde reproductietechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI). Contra-indicaties: Bij vrouwen: zwangerschap, vergroting van de ovaria of cystevorming die niet veroorzaakt is door het polycysteuze ovarium syndroom (PCOS), gynaecologisch bloedverlies met onbekende oorzaak, tumoren van de uterus, ovaria of mammae of tumoren van hypofyse of hypothalamus, overgevoeligheid voor humaan gonadotrofine. Bij mannen: prostaatcarcinoom, testistumor. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Vóór behandeling dient bij vrouwen de ovariële activiteit gecontroleerd te worden door middel van echografie en serumoestradiol bepalingen. Gedurende de behandeling dienen deze controles regelmatig te worden uitgevoerd totdat stimulatie optreedt. Bij de eerste verschijnselen van overmatige ovariële hyperstimulatie dient de behandeling onmiddellijk te worden afgebroken en dient te worden afgezien van hCG toediening. Deze voorzorgsmaatregel is vooral van belang bij patiënten met polycystische ovaria. Vóór behandeling met Menopur 75 IE dient een lichamelijk onderzoek te worden uitgevoerd om anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, primair ovariumfalen of niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld stoornissen van de schildklierfunctie, bijnierschorsfunctie, hyperprolactinemie of diabetes) uit te sluiten. Bijwerkingen: overmatige ovariële hyperstimulatie, overmatige oestrogeenproductie. De kans op meerling-zwangerschappen is verhoogd door therapie met Menopur. Soms treedt tijdens de behandeling misselijkheid en braken op. Op de injectieplaats kunnen zich lokale reacties voordoen. In enkele gevallen kan koorts ontstaan en kunnen overgevoeligheidsreakties optreden tijdens de behandeling. In zeldzame gevallen kan langdurige therapie leiden tot antilichaamvorming welke de behandeling ineffectief maakt. Registratiehouder: Ferring B.V, Postbus 184, 2130 AD Hoofddorp. Registratienummer: RVG 24536. Afleverstatus: UR. Datum: Jan 2007
Referenties: 1. European and Middle East Orgalutran Study Group. Hum Reprod 2001;16(4):644-51. 2. Al Inany HG et al. Reprod Biomed.Online 2007;14(5):640-9. 3. Kdous M et al. Tunis Med. AL_get (this, ’jour’, ’Tunis Med.’); 2009 Dec;87(12):834-42. Naam van het geneesmiddel: Decapeptyl. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: 0,5 mg/ ml triptoreline-acetaat. Farmaceutische vorm: Oplossing voor injectie. Therapeutische indicaties: downregulatie van de hypofyse vóór en tijdens gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij geassisteerde reproductietechnieken. Contra-indicaties: bekende overgevoeligheid voor triptoreline, of één van de hulpstoffen, zwangerschap. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: De verhoogde risico’s bij toepassing van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals ectopische zwangerschap en meerlingzwangerschap, gelden ook bij gebruik van triptoreline-acetaat. Verhoging risico op overmatige ovariële hyperstimulatie, vooral bij vrouwen met polycystische ovaria. Daarom is strikte medische controle gedurende de stimulatiefase vereist. Bij symptomen van overmatige ovariële hyperstimulatie, dient de stimulatie met gonadotrofinen te worden gestaakt en mag beslist geen hCG worden toegediend. LH-activiteit in dit stadium kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Ovariumcystes kunnen voorkomen in de initiële fase van de behandeling met triptoreline-acetaat. Bijwerkingen: Pijn op de plaats van injectie. Ten gevolge van wisselende gonadotrofine- en estradiolspiegels (stijging in eerste dagen gevolgd door een daling) treden regelmatig bijwerkingen, zoals: opvliegers, stemmings-wisseling, hoofdpijn en moeheid. Vaak worden gezien: huiduitslag, jeuk. Soms worden gezien: misselijkheid, buikklachten, duizeligheid en pijnlijke of gevoelige borsten. Na een midluteale start treedt vrijwel altijd een normale menstruatie op. In enkele gevallen kan een lichte doorbraakbloeding (“spotting”) optreden. Bij gebruik van triptoreline tezamen met gonadotrofinen zou de kans op ovariële hyperstimulatie iets groter kunnen zijn dan bij gebruik van gonadotrofinen alleen. Ovariumcystes kunnen voorkomen in de initiële fase van de therapie. Registratiehouder: Ferring BV, Postbus 184, 2130 AD Hoofddorp. Registratienummer RVG 11779 (0,5 mg/ml). Afleverstatus: UR. Datum: Jan 2007
46 Ferring B.V., Postbus 184, 2130 AD Hoofddorp. Telefoon: 023-568 03 00. Fax: 023-568 03 90
De bottom line, bij IVF. Bij IVF gaat het maar om één ding: het vervullen van een kinderwens. Daarom is het wellicht goed te weten dat Menopur en Decapeptyl een onovertroffen resultaat bieden als het gaat om levendgeboren kinderen.
Kijk voor uitgebreide informatie elders in dit blad.
U KENT FERRING GYNEACOLOGIE OOK VAN:
LutrePulse Set ®
gonadoreline
18e Doelencongres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie Rotterdam, de Doelen
MAART 2011 MA
6, 7 en 8 april 2011
APRIL 2011
7
14
21
28
4
11
18
25
DI
1
8
15
22
29
5
12
19
26
WO
2
9
16
23
30
6
13
20
27
DO
3
10
17
24
31
7
14
21
28
VR
4
11
18
25
1
8
15
22
29
ZA
5
12
19
26
2
9
16
23
30
ZO
6
13
20
27
3
10
17
24
9 maart 2011: met inschrijving en betaling vóór of op deze datum worden euro’s bespaard 31 maart 2011: uiterste datum van inschrijving en betaling 6, 7 en 8 april 2011: 18e IGO-Doelencongres; onsite inschrijving is niet mogelijk
48