No title

Adres: Postcode:

Past. Dom. Hexstraat 16 6231HG Meerssen

Telefoon:

043-3642813

E-mail: Website:

[email protected] www.hwagveld.nl

Schooljaarverslag 2014-2015

Op ‘t Hwagveld

BS Op t Hwagveld Brinnummer: 11DJ

1

Beste lezer, Voor u ligt het schooljaarverslag 2014-2015 van BS Op ‘t Hwagveld te Meerssen. Het schooljaarverslag is bedoeld als interne verantwoording. Het is voor team en directie een terugblik op het afgelopen schooljaar: het vaststellen van behaalde resultaten als opmaat voor het formuleren van de beleidsvoornemens voor het nieuwe schooljaar. Tevens is dit document een verantwoording naar externen: de ouders, onze educatieve partners en de inspectie op onderwijs. Hoewel het opbrengstgericht werken een belangrijk onderdeel van onze school is reflecteren wij niet alleen op meetbare gegevens. Natuurlijk zijn wij er trots op wanneer deze goed zijn. Het geeft aan dat we de goede dingen goed doen. Tegelijkertijd, "de goede dingen goed doen" betekent ook dat niet alles kan en waarschijnlijk ook in de toekomst niet. Wel blijven wij leren en investeren in onze leerlingen en in onszelf. Het schooljaarverslag maakt deel uit van de kwaliteitscyclus: Schoolplan 2011/2015 (plan) De koers die wij doorlopen om onze visie na te streven. Schooljaarplan 2014/2015 (do) De vertaling van de koers naar het beleid op operationeel niveau. De werkzaamheden worden volgens de vastgestelde procedures uitgevoerd. Schooljaarverslag 2014/2015 (check) De bereikte resultaten worden vergeleken met de doelstellingen. De analyse van deze gegevens leidt tot conclusies die noodzakelijk zijn voor de volgende fase. Schooljaarplan 2015/2016 (act) Het meten en bespreken van de kwaliteit zorgt voor reflectie die het schooljaarplan 2015/2016 inhoudelijk mede bepalen. Wij zijn trots op onze behaalde resultaten. Deze waren echter niet mogelijk geweest zonder de bijzondere hulp van vele ouders, zoals de computerhulp, de knutselhulp, de hulp bij het overblijven, het opzetten van de activiteiten voor De Gezonde School en ga zo maar door. Er is hard gewerkt door de kinderen, maar zeker ook voor de kinderen. Het team van Op ‘t Hwagveld heeft hard gewerkt aan de vorderingen op de elementaire zaakvakken, maar heeft daarnaast ook veel tijd en energie in de creatieve vakken en schoolactiviteiten gestoken. Geen dag is hetzelfde geweest, geen dag is voorbijgegaan zonder in ontwikkeling te zijn. Het open karakter van het team kenmerkt Op ‘t Hwagveld.

Christa Somers-Schneiders Directeur


Op ‘t Hwagveld

Samen hebben we er een mooi schooljaar van gemaakt.

2

Inhoudsopgave

1

Leerlingen Kengetallen Interpretatie Vertaling naar praktijk

2

Medewerkers Kengetallen Interpretatie Vertaling naar praktijk

3

blz. 04 blz. 07 blz. 08

blz. 13 blz. 14 blz. 15

Opbrengsten blz. 16 blz. 19 blz. 19

4

Schoolplan

blz. 21

5

Gezonde school

blz. 26

Op ‘t Hwagveld

Kengetallen Interpretatie Vertaling naar praktijk


3

Hoofdstuk 1

LEERLINGEN

GEGEVENS TELDATUM 1 OKTOBER 2014 Aantal leerlingen per leeftijd op 1 okt. 2014 vergeleken met de vergelijkingsgroep:

Op ‘t Hwagveld

Helaas treft de leerlingenkrimp in Limburg ook onze school. We verwachten te stabiliseren rond de 140 leerlingen. Door de krimp kennen wij ook leegstand. Deze leegstaande lokalen worden sinds 1 aug 2013 verhuurd aan de peuterspeelzaal. Met hen kunnen wij tevens de doorlopende lijn van peuter naar kleuter een kwalitatieve impuls geven. Dit doen wij o.a. door de implementatie van VVEthuis.


4

AANTALLEN PER LEERJAAR We hebben gewerkt met 6 groepen: groep 1-2, groep 3-4, groep 4-5, groep 6, groep 7 en groep 8. Aantal leerlingen per leerjaar op 1 okt. 2014 vergeleken met de vergelijkingsgroep.

VOEDINGSGEBIED

Op ‘t Hwagveld

Onze leerlingen zijn voornamelijk woonachtig in de kern Meerssen. Wij delen ons postcodegebied met Bs De Gansbeek. Wij werken steeds meer samen en ondernemen ook gezamenlijke activiteiten. Wij groeien toe naar een intensieve samenwerking omdat wij verwachten over een aantal jaren samen te worden gevoegd. De gemeente Meerssen toont dit in haar huisvestingsplan. Hoewel beide scholen nu goede resultaten kennen willen we anticiperen op de toekomst (vergrijzing).


5

Trend voedingsgebied naar gemeenten 2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

Meerssen

98,2%

160

98,6%

146

99,3%

147

100%

147

6231

97,5%

159

95,9%

142

98%

145

96,6%

142

<5

1,4%

<5

<5

1,4%

<5

1,4%

<5

6235

6243

6241

1,4%

<5

<5

Valkenburg aan de Geul

1,2%

<5

<5

<5

6325

1,2%

<5

<5

<5

Bovenstaande tabel toont geen gemeenten en postcodes met voedingsgebied <1% en minder dan 5 leerlingen.

IN- EN UITSTROOM Net zoals iedere school hebben wij te maken met instromers en zij-instromers. Deze zij-instromers zijn wegens verhuizing of om andere redenen naar onze school gekomen. Het schooljaar 2014/2015 hebben wij afgesloten met in totaal 148 leerlingen, hiervan waren 6 leerlingen nieuw op school. Dit waren 5 instromers en 1 zij-instromer. Bij alle zij-instromers zijn de adviezen van de ‘oude’ basisschool voor ons richtinggevend bij plaatsing op onze school. Ook nemen wij standaard (zowel bij verhuisredenen als bij andere redenen) contact op met de basisschool om informatie op te vragen. Hiermee achterhalen wij of wij de benodigde zorg daadwerkelijk aan de betreffende leerlingen kunnen bieden.

VSO VMBO-Basis VMBO-Kader VMBO-TL TL-HAVO HAVO HAVO/VWO VWO GYMNASIUM


0 5 1 7 5 5 2 1 2

leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen

Op ‘t Hwagveld

In/eind schooljaar 2014/2015 hebben 40 leerlingen onze school verlaten. Er is één leerling verwezen naar het Speciaal BasisOnderwijs, tien leerlingen hebben wegens verhuizing afscheid genomen, één leerling heeft voor een ander onderwijsconcept gekozen en 28 leerlingen zijn naar het voortgezet onderwijs uitgestroomd. Deze 28 leerlingen zijn naar de volgende type opleidingen gegaan:

6

OVERIGEN Op 1 okt. 2014 bezoekt 9% van de leerlingen die in het buitenland zijn geboren de school. Op 1 okt. 2014 bezoekt 7% van de leerlingen met een niet-Nederlandse 1e nationaliteit de school.

Jaarlijks maken wij een analyse van onze leerlingenpopulatie en de behaalde resultaten om te bezien hoe wij met deze gegevens de inrichting en verrichting van ons toekomstig onderwijsaanbod beter kunnen vormgeven. De uitslaggegevens van deze analyse en de analyse van de CITO-toetsen vragen ons om doelgericht en maatgericht met ons onderwijsaanbod en leertijd om te gaan. Aantallen De krimp is een trend. We zien met name in de bovenbouw grote groepen kinderen, terwijl er minder geboortes zijn. De uitstroom staat niet in verhouding tot de instroom. 1 okt. 2008 1 okt. 2009 1 okt. 2010 1 okt. 2011 1 okt. 2012 1 okt. 2013 1 okt. 2014

183 leerlingen 179 leerlingen 159 leerlingen 163 leerlingen 148 leerlingen 148 leerlingen 147 leerlingen

We merken dat er regelmatig van school wordt gewisseld. Dit gebeurt om diverse redenen: 1 wijzigen gezinssituatie 2 verhuizing Deze redenen gelden zowel bij zij-instromers als zij-uitstromers. Het regelmatig wisselen heeft geen positieve invloed op de kinderen. Het aanpassen aan nieuwe regels, leren kennen van school en klasgenoten vergt veel. Dit is zorgelijk te noemen.

*Er wordt een gewicht toegekend van 0,3 of 1,2 afhankelijk van het opleidingsniveau van de ouders. (1,2: de ouder heeft maximaal basisonderwijs (tot en met het dertiende levensjaar) of (v)so-zmlk gehad, 0,3: de ouder heeft maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg gedaan. Of de ouder heeft maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs gehad.


Op ‘t Hwagveld

Demografische factoren • Het aantal leerlingen dat gebruik maakt van de buitenschoolse opvang is gemiddeld 10%. • 67% van de leerlingen heeft de katholieke godsdienst. • Bijna 75% van de leerlingen heeft een vorm van voorschoolse educatie genoten • Het percentage gewichtenleerlingen* is als volgt: 2012 2013 2014 Gewicht 0 84% 82, 5% 86% Gewicht 0,3 09% 07,5% 05% Gewicht 1,2 07% 10% 09%

7

Zorgvragen De individuele zorgvragen van onze leerlingen zijn voornamelijk gericht op taal / lezen. We merken dat onze leerlingen om diverse redenen hier extra behoefte aan hebben: • arm taalaanbod in de thuissituatie • dyslexie • Nederlands als tweede taal De analyse leerlingenpopulatie onderschrijft dit beeld. Kindkenmerken Het aantal kinderen met een diagnose ADHD of aan Autisme verwante stoornissen is relatief laag, doch de impact is hoog. Een aantal van deze kinderen vraagt om een specifieke aanpak in de klas. De jeugd van nu groeit op met internet. Wij hebben gemeten hoeveel kinderen een mobiele telefoon en/of een tablet ter beschikking hebben. Ook het hebben van een eigen account op facebook en het spelen van computergames zijn meegenomen. De percentages zijn afgezet tegen het aantal kinderen van groep 3 t/m 8. 50% is in het bezit van een eigen mobiele telefoon. 72% is in het bezit van een eigen tablet. 46% heeft een Facebook-account. 85% speelt computergames. Deze percentages zijn hoog te noemen. Het vraagt iets van ons onderwijs. Zie ‘vertaling naar de praktijk’.

WAT BETEKENEN DE AANTALLEN VOOR DE INDELING VAN DE KLASSEN? 147 leerlingen op een school zijn te weinig om 8 aparte klassen te maken. We werken daarom met enkele combinatiegroepen. Bij het maken van de combinatiegroepen kijken we naar de groepsaantallen, instructiebehoefte, groepsdynamiek en zorgbehoefte. We komen uit op drie combinatiegroepen: 1/2, 3/4 en 4/5. Het werken in combinatiegroepen is (nog) geen gewoonte op school. De organisatie is nog geen draaiboek. Vooraf wordt er heel hard gesleuteld hieraan en ook de ouders worden erin meegenomen. Het lesmodel in een combinatiegroep is lastig uitvoerbaar. We kiezen er daarom voor de klassenassistente in te zetten bij de combinatiegroepen zodat deze beter hanteerbaar zijn. We zijn nog zoekende hoe we dit in het passend onderwijs kunnen vormgeven. In het schoolplan 20152019 zal dit een belangrijke ontwikkeling zijn.

We hebben een grote zorgbreedte waar wij effectief mee om willen gaan, zodat de resultaten geen nadelige invloed ondervinden. Het vraagt tevens om een grote mate van differentiatie in zowel instructie als verwerking. We hebben dit grotendeels opgevangen in onze wijze van lesgeven: activerende directe instructiemodel. Bij de kleutergroepen is dit moeilijker en hebben we gezocht naar een andere aanpak waarbij opbrengstgericht werken spelenderwijs kan worden aangepakt. We hebben gekozen voor de


Op ‘t Hwagveld

HOE WORDT ERVOOR GEZORGD DAT DE ZORG (PASSEND ONDERWIJS) WORDT GEGEVEN? Kinderen verschillen steeds meer in niveau, cultuur en interesse, maar komen wel steeds vaker in dezelfde klas. De ontwikkelingen inzake passend onderwijs zullen dit versterken. De druk op de klas wordt groter, maar het aantal handen per leerkracht blijft twee. Haalbaarheid is de sleutel tot succes. Wij werken daarom met begeleid leren, individueel leren en samenwerkend leren. Een verantwoorde opbouw van een les is daarvoor een voorwaarde. Wij differentiëren in het activerende directe instructiemodel op een convergente wijze.

8

methode ‘Onderbouwd’. Deze methode wordt naast Schatkist gegeven en zal gedurende de implementatieperiode steeds meer ruimte krijgen. Preventie door convergente differentiatie: Het is beter om uitval te voorkomen, preventief te werken. Een klassikale instructie met daarna een verwerking waarbij de leerkracht intensief de leerlingen begeleidt en direct feedback geeft op het werk. De leerkracht legt uit en oefent samen met alle kinderen de leerstof in. Hierna geeft hij een verwerkingsopdracht en loopt door de klas om directe feedback te geven om fout inslijpen te voorkomen. Aan de risicoleerlingen geeft hij extra aandacht en instructie. Dit wordt de verlengde instructie genoemd. Voor de sterke leerlingen heeft hij een verdiepingsopdracht die aansluit op het leerdoel en de gegeven instructie. Door de klas bij elkaar te houden wat betreft het basisniveau, kan de instructietijd optimaal worden benut. Hiermee wordt getracht uitval te voorkomen, er wordt preventief gewerkt. Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen gebruik kunnen maken van de instructie in de groep. De instructietijd en het bieden van verlengde instructie helpt kinderen om de leerstof beter tot zich te nemen. Wij waken voor het aanbieden van verschillende oplossingsstrategieën aan zwakkere kinderen, omdat dit zeer verwarrend kan werken. Groepszorgprofielen: In een groepszorgprofiel staat beschreven hoe er omgegaan wordt met de verschillen tussen de leerlingen en welke maatregelen genomen worden om de opbrengsten te verbeteren en de leerlingen meer op maat les krijgen. Voorafgaande aan het opstellen van deze maatregelen moeten er zorgvuldige analyses vanuit het leerlingvolgsysteem gemaakt worden. Deze groepszorgprofielen zijn gekoppeld aan ons effectieve lesmodel. Handelingsgerichte aanpak (HGA): Sommige leerlingen hebben ondanks deze aanpak veel moeite zich de aangeboden leerstof eigen te maken binnen de gestelde tijd en op het verwachte niveau. Als dit hardnekkig is, kan er besloten worden tot het schrijven en uitvoeren van een handelingsplan. Dit is een formeel document dat ook om de instemming van de ouders vraagt. Werken aan de hand van een handelingsplan heeft een remediërend karakter en is erop gericht dat de leerling weer aansluiting vindt bij het programma van de groep.

Op ‘t Hwagveld

Ook de kinderen met diagnoses hebben een HGA wanneer hieraan behoefte is. Niet iedere leerling met ADHD of een aan autisme verwante stoornis heeft extra of anders onderwijsaanbod nodig. Dit kan ook veelal op zorgniveau 1 en/of 2 plaatsvinden. Het gedrag van deze kinderen hoeft niet altijd storend te zijn voor klasgenoten, voor de instructie of voor zichzelf. Dit is per kind afhankelijk. Daarnaast spelen de omgevingsfactoren een belangrijke rol; wat is zijn/haar plaats in de klas (letterlijk en figuurlijk), wat is de onderwijsstijl van de leerkracht, hoe is het klassenmanagement geregeld? Dit zijn elementen die o.a. bepalend zijn voor de werkhouding van de leerling in de klas. Naast het beïnvloeden van deze factoren, komt het echter ook voor dat wij wel een HGA opzetten. Vaak gebeurt dit dan in samenwerking met de trajectbegeleider uit de expertisepool, zodat de leerkracht de juiste handvatten krijgt om de leerling in de groep te kunnen laten functioneren.


9

Woordenschataanbod: Gezien de behoefte van meerdere leerlingen op een rijk talig aanbod hebben wij een samenwerking opgestart met de logopedistes. We vinden het van eminent belang dat kinderen in een periode waarbij de talige ontwikkeling absoluut noodzakelijk is hiertoe alle mogelijkheden krijgen aangeboden. Wachtlijst vinden wij hierin onacceptabel. Dit om te voorkomen dat de ontwikkeling stagneert. Op school hebben we afspraken gemaakt betreffende het aanbod van woordenschat. Dit is een doorlopende lijn afgestemd op het leeftijdsniveau van de kinderen. Het is zichtbaar in de groepen en op de gangen. Ook zijn wij actief in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Wij werken samen met de peuterspeelzaal Olleke Bolleke. In eerste instantie hebben we de papieren en de warme overdracht verbeterd. Afgelopen schooljaar zijn we gestart met VVE-thuis. VVE Thuis wil de onderwijskansen van peuters en kleuters vergroten door: • het bevorderen van hun taal- en denkontwikkeling, met het accent op het vergroten van de woordenschat; • het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat. Vóór ieder thema vind een info-bijeenkomst plaats. Ook de ouders van groep 2 zijn hiervoor uitgenodigd. We doen dit onder schooltijd waarbij we het voordeel hebben dat de ouders na de uitleg al spelenderwijs met het kind aan de slag kunnen (onder begeleiding van de leerkracht). Op deze wijze bereiken we meer ouders en de kinderen (en ouders) zijn enthousiast en trots. Helaas lukt het niet om alle doelgroepouders te bereiken.

Hoogbegaafdheid: Wij werken met een plusklas voor groep 6 t/m 8. De plusklas is bedoeld voor kinderen met hoge IQscores in combinatie met andere, cognitieve en niet-cognitieve persoonskenmerken, zoals snel kunnen denken, weinig instructies nodig hebben, in staat zijn om verschillende oplossingen voor een probleem aan te dragen, enz. Zij hebben ander onderwijs nodig dan hun medeleerlingen. Het verrijken en versnellen biedt bij deze leerlingen niet de juiste oplossing, wanneer deze enkelzijdig worden ingezet. De plusklas is voor kinderen in groep 6 t/m 8; het betreft de kinderen die aanzienlijk hoger scoren. Zij worden doorgetoetst om te bezien of de plusklas voor hen haalbaar is. Meer informatie hierover is op school te krijgen. Dit schooljaar hebben we ook meegedaan aan de pilot Masterclasses. Deze pilot is ontstaan uit een samenwerking van 10 Innovo-scholen met het Stella MarisCollege. Het doel is om de overgang van PO naar VO voor deze kinderen te vergemakkelijken.


Op ‘t Hwagveld

Lezen: Onze school legt een grote nadruk op het leren lezen en het leren begrijpen van teksten. Dit doen wij vanwege de vaak lagere woordenschat van leerlingen en het gegeven dat er minder thuis gelezen wordt dan wij zouden wensen. Leespromotie is een pijler van onze school. We doen dit o.a. door ons abonnement bij de bieb, het wekelijks meegeven van leesboekjes in een leestas, voorleeswedstrijd, stilleestijd in de klas, voorlezen. Het draait om leesplezier en leesfrequentie. Dit doe je niet alleen op middels leesboeken. De kinderen van nu lezen zeer veel op internet. Internetlezen heeft een ander soort inleiding (vallen met de deur in huis), zijn soms multimediaal en bevatten hyperlinks. Door die recht-voor-zijn-raapinleiding moet een lezer meteen een beroep doen op heel veel kennis van de wereld, traditionele teksten nemen de lezer meer bij de hand. Hyperlinks in de tekst, daar moet je iets mee doen, maar wat? Moet je ze volgen? Wat is de relatie met de tekst die je net aan het lezen bent? Het aanboren van online-informatiebronnen zetten wij veel in in groep 7 en 8 in combinatie met andere vakken.

1 0

De leerlingen hebben les gekregen in drie modules: debatteren, geschiedenis en Engels. Zoals beschreven betrof het een pilot. In een pilot worden diverse dingen uitgeprobeerd om te bezien hoe het doel zo goed mogelijk kan worden behaald. Na iedere module is door het Stella Maris College, door de basisscholen en bovenal door de leerlingen geëvalueerd. Onze eindevaluatie leverde de volgende conclusies op: - HOERA! De pilot is geslaagd! - De leerlingen leerden o.a. om probleemgericht te denken en op te lossen, te reflecteren, door te zetten, jezelf te presenteren, samen te werken en ICT vaardigheden toe te passen - De leerlingen vonden de wisselwerking tussen interactieve opdrachten en het ontvangen van feiten en weetjes heel prettig - De leerlingen vonden de begeleiding van de derdejaars leerlingen Stella Maris College erg fijn Onze samenwerking zetten wij voort. Het Stella Maris College zal wederom een ruimte ter beschikking stellen. Komend schooljaar bieden we de modules debatteren, geschiedenis, Engels en kunst aan. Deze modules worden gegeven door docenten van het Stella Maris College. De basisscholen zorgen voor begeleidende leerkrachten. Ook zullen de leerlingen van het Stella Maris College steeds een groepje leerlingen intensief begeleiden. Per school mogen enkele leerlingen meedoen. De basisschool besluit op basis van de ontwikkelingsbehoefte welke leerlingen dit zijn. De betreffende kinderen en ouders worden door de basisschool geïnformeerd. WAT VRAAGT DE ANALYSE VAN DE POPULATIE VAN DE METHODIEKEN? De methoden die wij hanteren / aanschaffen moeten voorzien zijn van: - Organisatie in combinatiegroepen - Aanbod voor meerbegaafden tot instructiegevoelige leerlingen - Lesmodel voor convergente differentiatie - Veel aandacht voor automatisering, maar ook voor inzichtelijk moeilijkere vraagstukken - Duidelijke leerlijn zonder te veel poespas (teveel verschillende strategieën) - Woordenschataanbod

Onderbouwd

Een jong kind leert in fasen. In elke fase ontwikkelt een kind nieuwe dingen. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld pas goed leren lezen wanneer ze 6 jaar oud zijn. Het is van belang dat leerkrachten die werken met jonge kinderen kunnen denken vanuit fases en de te bereiken doelen die bij deze fases horen. Het denken vanuit doelen, die passen bij de leeftijd van het kind én het gericht stimuleren daarvan zorgt voor betere leerresultaten

Planmatig handelen

Het afstemmen van het onderwijs op specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen is een complexe uitdaging voor elke leerkracht. Opbrengst- en handelingsgericht werken is een effectieve aanpak om doelgericht en planmatig om te gaan met verschillen tussen kinderen en om af te kunnen stemmen op de educatieve behoeften. Kern van opbrengsten handelingsgericht werken is het systematisch analyseren en interpreteren van de opbrengsten op leerling-, groepen schoolniveau om zodoende de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het doel van de cursus is het herkennen van de onderwijsbehoeften van het kind, de groep en de school door te observeren, analyseren en


Op ‘t Hwagveld

WAT VRAAGT DE ANALYSE VAN DE POPULATIE VAN DE NASCHOLING? De nascholing 2014-2015 richt zich op:

1 1

interpreteren om aan te kunnen sluiten in de zone van de naaste ontwikkeling door een adequaat leerstofaanbod en sociaal-emotionele ondersteuning. WAT VRAAGT DE ANALYSE VAN DE FYSIEKE LEEROMGEVING? De kinderen van nu, de digi-generatie, vragen in hun lesaanbod om de ICT-middelen in te zetten. De aandacht wordt langer vastgehouden, naarmate er meer flitsende items worden ingezet. Dit flitsen wordt ingezet via het active bord: gynzy, ambrasoft, dr digi, youtube, rekentuin en maatwerk. We vinden het echter ook belangrijk dat kinderen de rust ervaren en hun aandacht kunnen vasthouden zonder dat er continu een hoeveelheid prikkels op hen wordt afgevuurd. Zoals stillezen, werken aan verwerkingsopdrachten, enz. We merken dat de kinderen van nu sneller onrustig zijn. Wij vermoeden dat dit te maken heeft met de hoeveelheid prikkels die zij moeten verwerken. Belangrijk voor ons zijn: - Rust en structuur op school - Voorspelbaarheid in de klassen (ook in de fysieke leeromgeving) - Gestructureerd klassenmanagement - Afwisseling van activiteiten: luisteren, samenwerken, zelfstandig werken, ICT - Voldoende lichamelijke ontspanning middels gymlessen (hiervoor zetten we ook Active Living in, waarbij we prikkels in en buiten school aanbrengen waardoor kinderen geneigd zijn sneller te bewegen).

Op ‘t Hwagveld

Daarnaast bereiden wij de kinderen voor op de wereld van internet. Het thema mediawijsheid zit verweven in een aantal lessen in de week van Mediawijsheid. In de kidscorner hebben de kinderen aangegeven wat zij willen weten en willen leren. Deze informatie heeft ons geholpen om een opmaat-programma te maken. We merken ook dat er in de thuissituaties wisselend met internetafspraken wordt omgegaan. Dat is ook logisch, omdat de ouders niet met internet zijn opgegroeid. In ons nieuwsbulletins hebben we daar vaker aandacht aan besteed.


1 2

Hoofdstuk 2

MEDEWERKERS

GEGEVENS TELDATUM 1 OKTOBER Kerncijfers personeel (in fte) 2011

2012

2013

2014

Leraren

7,8

7,7

8,5

8,5

Management

0,5

0,4

0,4

0,4

Ondersteunend Personeel

0,8

0,8

0,7

0,7

Totaal

9,1

9,0

9,6

9,6

Leeftijdsopbouw van het team in vergelijking met het landelijk gemiddelde:

Op BS Op ‘t Hwagveld is 27,1% van het team van het mannelijke geslacht en daarmee weliswaar in de minderheid (landelijk bezien is de verhouding man-vrouw in het basisonderwijs 18,7–81,3 (volgens Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt).

Op ‘t Hwagveld

FUNCTIEHUIS Binnen de school zijn de volgende functies (volgens functiehuis INNOVO) in gebruik: directeur, intern begeleider, leerkracht LB, leerkracht LA, administratief medewerker en onderwijsassistente.


1 3

FUNCTIEMIX Functiemix leraren (aandeel leraren per salarisschaal in fte)

Salarisschaal

Startmeting

2012

2013

2014

LA

100,0%

60,0%

47,1%

35,6%

LB

0,0%

40,0%

52,9%

64,4%

LC

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Overig

-

-

-

-

FUNCTIEMIX De functiemix is de verdeling van leraren over de salarisschalen LA, LB en LC. Elke school krijgt extra middelen om leraren carrièrekansen te bieden. Zo kunnen zij doorstromen naar een hogere beloningsschaal op basis van opleidingscriteria en/of door ervaring verworven competenties. Op 1 aug. 2014 diende 40% van ons team in LB te zijn benoemd. Dit quotum hebben we ruim bereikt. Op ‘t Hwagveld kende (m.i.v. 1 aug. 2014) de volgende specialismen: 2 leerkrachten: 1 leerkracht: 1 leerkracht: 1 leerkracht:

Gedrag* Taal / Lezen Het jonge kind Coaching en Begeleiding

Op ‘t Hwagveld

*Voor een leerkracht geldt een proefbenoeming. Deze wordt omgezet in een definitieve benoeming wanneer de leerkracht de Master SEN opleiding succesvol heeft afgerond.


1 4

Zonder twijfel biedt nascholing kansen voor de professionele ontwikkeling van zowel mensen als organisaties. Nascholingsbeleid neemt daarom een steeds belangrijker plaats in. We zien dit ook aan trends als ‘een leven lang leren’ en ‘de lerende organisatie’. Op ‘t Hwagveld investeert in haar personeelsleden om de leerlingen goed onderwijs te blijven bieden, nu en in de toekomst. In 2014-2015 heeft de nascholing er als volgt uitgezien: Nascholing

Inhoud:

Wie?

Kosten?

BHVherhalingscursus (Smit & Partouns)

De volgende onderdelen worden behandeld tijdens de cursus herhaling BHV:  Verlenen van Eerste hulp;  Kennis vergaren van belangrijke brandpreventie;  Maatregelen en voorzieningen;  Beperking en bestrijding van een beginnende brand;  Communicatie;  Oefening met slachtoffers Een jong kind leert in fasen. In elke fase ontwikkelt een kind nieuwe

4 pp

€400,00

Gereali seerd? ja

Groep 1-2

€ 1200

ja

Gehele team

€ 1200

1 pp

Lerarenbeurs

Onderbouwd

dingen. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld pas goed leren lezen wanneer ze 6 jaar oud zijn. Het is van belang dat leerkrachten die werken met jonge kinderen kunnen denken vanuit fases en de te bereiken doelen die bij deze fases horen. Het denken vanuit doelen, die passen bij de leeftijd van het kind én het gericht stimuleren daarvan zorgt voor betere leerresultaten Planmatig handelen

Master SEN

Het afstemmen van het onderwijs op specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen is een complexe uitdaging voor elke leerkracht. Opbrengst- en handelingsgericht werken is een effectieve aanpak om doelgericht en planmatig om te gaan met verschillen tussen kinderen en om af te kunnen stemmen op de educatieve behoeften. Kern van opbrengsten handelingsgericht werken is het systematisch analyseren en interpreteren van de opbrengsten op leerling-, groepen schoolniveau om zodoende de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het doel van de cursus is het herkennen van de onderwijsbehoeften van het kind, de groep en de school door te observeren, analyseren en interpreteren om aan te kunnen sluiten in de zone van de naaste ontwikkeling door een adequaat leerstofaanbod en sociaal-emotionele ondersteuning. Volgen van tweejarige MASTER SEN opleiding

ja

ja

En verder:  Alle leerkrachten hebben naast hun lesgevende opdracht ook andere taken. Deze taken zijn per persoon vastgelegd in de normjaartaak, welke jaarlijks wordt geactualiseerd. Daarnaast wordt van hen verwacht dat ze kinderen die moeilijkheden ondervinden, kwalitatieve extra hulp kunnen geven,  Vanwege zogeheten stille bezuinigingen en vereveningen (Passend Onderwijs) ontstaat er meer druk op een evenwichtige takenverdeling binnen de beschikbare tijd. Daarnaast worden de verantwoordingsdocumenten niet minder, eerder meer. De tijd voor nietlesgebonden taken zullen wij daarom selectief besteden. Selectief houdt in dat de werkzaamheden behorende bij het lesgeven voorrang krijgen boven bijv. maatschappelijke taken. Wij staan voor goed onderwijs en waarborgen dit.

Op ‘t Hwagveld

Totaal: €3200,00


1 5

Hoofdstuk 3

OPBRENGSTEN

EINDTOETS Het spreekt vanzelf, dat ouders geïnteresseerd zijn in de resultaten van de leerlingen. Ook het afgelopen schooljaar zijn de resultaten van de Eindtoets Basisonderwijs (Cito), waar alle kinderen aan hebben meegedaan in groep 8, boven het van ons te verwachten niveau: een heel mooi resultaat. Eindtoets

Onze voor onze leerling-populatie gecorrigeerde score (LG)

Landelijk gemiddelde score (LG)

2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009

535,7 536 535,9 535,8 539,4 535,4 537,3

534,9 534,6 534,8 535,3 535,3 534,2 535,2

De Inspectie hanteert het Schoolrapport met Correctie voor het Leerling-gewicht (LG). De correctie bestaat hieruit dat scholen met een sterke schoolbevolking hogere opbrengsten moeten kunnen laten zien. Hun gemiddelde wordt gedrukt. De resultaten van scholen met ouders, die minder goed zijn opgeleid worden opgehoogd. In de tabel staat onze score en ernaast de Landelijke gemiddelde score van met ons vergelijkbare scholen. Met ingang van schooljaar 2011-2012 geldt een nieuwe systematiek voor de beoordeling van de Cito eindtoets. De aangepaste systematiek maakt voor alle scholen gebruik van de ongecorrigeerde schoolscore. De onder- en bovengrens die geldt is afhankelijk van het percentage gewogen leerlingen op de hele school. Deze grenzen zijn afgeleid van het landelijk gemiddelde voor scholen met hetzelfde percentage gewichtenleerlingen. Eindtoets

NIETLandelijk gecorrigeerde gemiddelde score score Hwagveld

Gemiddelde van de schoolgroep

2015 2014 2013 2012

535,5 536,6 536 535,9

535,1 534,2 534,6 534,9

Op ‘t Hwagveld

534,8 534,4 534,7 535,1


1 6

Groep 3 Toets DMT 2009 Rek-Wisk 2012 Spelling 2012

Lln Gemiddelde tot vaard.score 11 20,3 11 28,8 11 101,9

Inspectie- Lannorm delijk Groep %A %B %C %D %E < 15% gem. niveau 25 25 25 15 10 21,0 23,0 C 36 9 18 36 32,1 C 27 18 27 27 107,8 E 9 9 45 36

Groep 4 Toets Begrijpend lezen 2012 DMT 2009 Rek-Wisk 2012 Spelling 2012

Lln Gemiddelde tot vaard.score 21 8,2 21 58,3 21 48,2 21 120,0

Inspectie- Lannorm delijk Groep %A %B %C %D %E < 15% gem. niveau 25 25 25 15 10 12,6 D 10 14 48 14 14 48,0 53,5 A 33 24 33 10 45,0 51,6 D 14 19 29 33 5 120,1 C 24 24 24 29



Inspectie- Lannorm delijk Groep %A %B %C %D %E < 15% gem. niveau 25 25 25 15 10 20,0 25,3 C 24 29 24 18 6 66,0 70,4 A 35 35 18 12 65,0 72,2 A 41 24 24 6 6 126,7 B 24 41 12 24



Inspectie- Lannorm delijk Groep %A %B %C %D %E < 15% gem. niveau 25 25 25 15 10 26,0 31,8 C 18 18 27 23 14 82,4 A 36 32 14 14 5 79,0 85,8 C 18 32 18 27 5 133,6 B 18 41 18 14 9



Inspectie- Lannorm delijk Groep %A %B %C %D %E < 15% gem. niveau 25 25 25 15 10 38,0 44,2 A 43 38 19 88,3 A 38 29 10 24 94,0 99,6 A 43 33 24 139,0 A 52 29 5 10 5



Inspectie- Lannorm delijk Groep %A %B %C %D %E < 15% gem. niveau 25 25 25 15 10 47,0 55,2 B 25 21 29 11 14 95,5 A 56 37 7 106,0 111,6 A 26 33 30 7 4 143,2 A 46 36 14 4


Op ‘t Hwagveld

TUSSENRESULTATEN In het volgend overzicht leest u de groepsresultaten; de gemiddelde vaardigheidsscore. De inspectie voor onderwijs heeft voor een aantal toetsen en leerjaren een norm vastgesteld. Deze norm is gebaseerd op onze leerlingenpopulatie. De kolom ‘landelijk gemiddelde’ geeft het gemiddelde van de referentiescholen aan. Ook leest u het groepsniveau uitgedrukt in A – B- C – D – E, waarbij de A-score het hoogst haalbare is. Als laatste wordt aangegeven welke percentage van de groep een A, B, C, D of E heeft gescoord.

1 7

SOCIAAL-EMOTIONELE RESULTATEN Het sociaal-emotioneel volginstrument VISEON meet de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind op 9 onderdelen. De leerkrachtlijst is onderverdeeld in de volgende dimensies voor groep 3 t/m 8:  zorgvuldige vs. onzorgvuldige werkhouding  aangenaam vs. storend gedrag  emotionele stabiliteit vs. instabiliteit  sociaal vs. teruggetrokken gedrag Bij de leerlinglijst komen de volgende 5 dimensies aan bod (groep 5 t/m 8):  Zelfvertrouwen  Werkhouding  Relatie met andere leerlingen  Relatie met de leerkracht  Schoolbeeld De school als geheel scoort >C op de leerkrachtvragenlijst: Zorgvuldige werkhouding 93% 87% 87,5%

2012 2013 2014

Aangenaam gedrag 93% 77% 80%

Emotionele stabiliteit 100% 90% 94%

Sociaal gedrag 92% 89% 96%

De school als geheel scoort >C op de leerlingenvragenlijst:

2012 2013 2014

Zelfvertrouwen

Werkhouding

Relatie met leerkracht

81% 84% 82%

92% 81% 95,5%

96% 95% 91,5%

Relatie met andere leerlingen 76% 91% 87%

Schoolbeeld

90% 95% 92%

FUNCTIONEREN OUD-LEERLINGEN Er is gekeken naar de totale groep uitstromers van 2012. Dit waren 22 leerlingen. Van de 22 leerlingen functioneren 20 leerlingen in het 3e leerjaar V.O., zonder vertraging op of boven het geadviseerde niveau. Dit is 91%.

Op ‘t Hwagveld

DOUBLURES In schooljaar 2013/2014 zijn in totaal 1 leerling blijven zitten in groep 3-8, op een totaal van 120 leerlingen in de betreffende groepen. 2 + 1 = 3 : (119 +120) 239 x 100 = 1,26% = <3% Kleutergroepverlenging Op 1 oktober 2014 zat 1 leerling in groep 3 met een leeftijd van 7 jaar of ouder.


1 8

Om de opbrengstgegevens te interpreteren maken wij gebruik van de indicatoren van de onderwijsinspectie. Deze laten een positief beeld zien, en wel als volgt: TUSSENTOETSEN Maart 2015 (medio-toetsen) Technisch lezen groep 3 en 4

=

VOLDOENDE

Rekenen en wiskunde groep 4 en 6

=

VOLDOENDE

Begrijpend lezen groep 6

=

VOLDOENDE











In schooljaar 2014-2015 is een nieuwe methode voor Technisch en Begrijpend lezen gekozen gaan worden. Er is gekeken naar een methode die zowel naar de onderkant van zorg, als naar de bovenkant van zorg voldoende uitdaging biedt. Tijdens Ralfi staat het lezen en de betekenis centraal, daarom is het essentieel dat de kinderen de stukken tekst goed begrijpen. Woordbegrip is daarbij een zeer belangrijke bepalende factor. Herhaald en ondersteund lezen geeft goede uitgangspunten voor een positieve ontwikkeling m.b.t. de woordenschat. De te lezen stukken zullen vaak een rijke woordenschat bevatten (rijker dan gewoon mondeling taalgebruik) en de herhaling borgt de integratie van de geleerde woordenschat over langere termijn, hetgeen ook versterkt wordt door het feit dat de betreffende woorden binnen een duidelijke context worden aangeboden (www.ralfilezen.nl). In groep 1 t/m 3 wordt gewerkt vanuit een thema uit de methode (Schatkist en VLL). Er wordt gewerkt met verhalen, een woordweb, woordtrap, woordparaplu (op de gang), kijktafel met kaartjes met ondersteunende woorden bij de voorwerpen (ook op de gang). Leerlingen brengen zelf materialen mee voor de kijktafel. De woorden van de kijktafel en van het thema worden 7x herhaald aangeboden. In groep 4 worden moeilijke woorden uit een tekst gehaald. Deze woorden worden opgehangen aan de paraplu (gang) en op het bord geschreven. Na 2 weken worden de woorden van de paraplu gehaald en herhaald. Groep 5 t/m 8 werken met woorden uit de thema’s van de W.O. vakken. Deze woorden worden op een groot vel papier geschreven. Hier worden tekeningen en plaatjes bij geplakt ter ondersteuning. De vellen papier worden in de klas opgehangen en gebruikt tijdens de W.O. lessen.

Eindtoets In vergelijking met de scholengroep (14) scoort Op ’t Hwagveld boven het gemiddelde. Taal scoorde goed, minder was echter samenvatten, interpunctie en woordenschat. Rekenen scoorde redelijk. Meten en meetkunde bleek voor de kinderen lastig te zijn.


Op ‘t Hwagveld

Tussentoetsen De interventies na toetsen vinden plaats op leerlingniveau, groepsniveau en schoolniveau. In het schooljaarverslag beschrijven we de acties op schoolniveau:

1 9

Op ‘t Hwagveld

Er is geen trend in de resultaten betreffende de eindtoets op te merken. De onderdelen staan grillig ten opzichte van elkaar. Wel een trend is dat taal hoger scoort dan rekenen. Op ’t Hwagveld heeft vanwege de leerlingenpopulatie een groot aanbod voor taal. De tussentoetsen laten zien dat dit nodig is. De eindtoets geeft daarentegen altijd of in ieder geval zeer regelmatig een beeld dat dit in orde is.


2 0

Hoofdstuk 4

SCHOOLPLAN

VERBETERACTIE 1 Programmalijn:

Eigentijds leren

Werkproces 04: Differentiatie in instructie en verwerking Concreet: Elk kind is verschillend. Het ene kind leert heel snel, een ander kind kan over het algemeen goed meekomen, weer een ander kind heeft extra tijd en hulp nodig. Het is daarom belangrijk elk kind die zorg te geven die het nodig heeft. Om dat te realiseren wordt door middel van een leerlingvolgsysteem de ontwikkeling van alle leerlingen gevolgd. Bij convergente differentiatie is er een minimumdoel voor de hele groep. De klas is in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau. Alle leerlingen doen mee aan de klassikale instructie. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, zodat de leerkracht tijd heeft om de zwakke leerlingen verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepingsstof. Convergente differentiatie heeft hoge verwachtingen van zorgleerlingen. Zij worden niet bij voorbaat opgegeven of op een eigen leerlijn gezet. Het nadeel van een eigen leerlijn is dat de instructietijd voor de zorgleerlingen relatief kort is, terwijl convergente differentiatie de instructietijd voor deze leerlingen juist verlengt. Beoogd resultaat IN 2015 Algemeen: De leerkracht stemt de instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen. De leerkracht stemt de leertijd per leer- en/of ontwikkelingsgebied op groepsniveau af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leraar stemt de hoeveelheid leertijd af op de onderwijsbehoefte van de leerling. Genomen maatregelen IN 2014-2015 Cursus ONDERBOUWD en implementatie van de methode voor de groepen 1-2:

Instructie in de basisvaardigheden is opgebouwd volgens het effectieve directe instructiemodel. De leerkracht stemt de instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen. De leerkracht stemt de verwerkingsopdrachten af op relevante verschillen tussen de leerlingen.


PLAN

DO

CHECK

ACT

PLAN

DO

CHECK

ACT

PLAN

DO

CHECK

ACT

Op ‘t Hwagveld

Een jong kind leert in fasen. In elke fase ontwikkelt een kind nieuwe dingen. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld pas goed leren lezen wanneer ze 6 jaar oud zijn. Het is van belang dat leerkrachten die werken met jonge kinderen kunnen denken vanuit fases en de te bereiken doelen die bij deze fases horen. Het denken vanuit doelen, die passen bij de leeftijd van het kind én het gericht stimuleren daarvan zorgt voor betere leerresultaten Cursus Planmatig werken voor het gehele team: Het afstemmen van het onderwijs op specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen is een complexe uitdaging voor elke leerkracht. Opbrengst- en handelingsgericht werken is een effectieve aanpak om doelgericht en planmatig om te gaan met verschillen tussen kinderen en om af te kunnen stemmen op de educatieve behoeften. Kern van opbrengsten handelingsgericht werken is het systematisch analyseren en interpreteren van de opbrengsten op leerling-, groepen schoolniveau om zodoende de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het doel van de cursus is het herkennen van de onderwijsbehoeften van het kind, de groep en de school door te observeren, analyseren en interpreteren om aan te kunnen sluiten in de zone van de naaste ontwikkeling door een adequaat leerstofaanbod en sociaal-emotionele ondersteuning.

2 1

De leerkracht initieert feedback over het verloop van de les.

PLAN

DO

CHECK

ACT

Effecten Alle leerkrachten zijn competent om in het lesgeven de benodigde aandacht aan nagenoeg ALLE kinderen te geven; de kinderen die een grotere zorgvraag hebben tot kinderen die geen zorgvraag hebben. OOK de kinderen die zich naar verwachting ontwikkelen krijgen hun aandacht in de les, ondanks de soms grote groepen. Voor (nagenoeg) alle kinderen is in het directe instructiemodel onderwijs op maat. In de VCB wordt specifiek aandacht besteed aan de groepsbehoefte en benodigde groepsontwikkeling. De intern begeleidster bespreekt de groepsdoelen en monitort deze. Aandachtspunt is het lesgeven aan kinderen waarvoor de leerstof te moeilijk is en zij sociaal emotioneel gezien niet op instructieniveau kunnen worden ingedeeld. Het zijn de kinderen die uitstromen naar VSO – LWOO. Kinderen die verdienen te leren door te doen, maar niet/nauwelijks door het vergaren van kennis en theorie.

VERBETERACTIE 2 Programmalijn:

Passend Onderwijs + samenhangende arrangementen

Werkproces 10:

planmatig handelen;

Werkproces 11:

afstemming met educatieve partners

Concreet: Sinds het schooljaar 2012-2013 zijn de peuterspeelzaal Olleke Bolleke en bs Op ‘t Hwagveld een VVE-koppel. Na het realiseren van de warme overdracht hebben we als volgende speerpunt VVE Thuis genomen. VVE Thuis biedt ouders en kinderen VVE activiteiten voor de thuissituatie. Wat houdt VVE Thuis in? VVE Thuis bestaat uit themaboekjes voor de ouders met elk acht activiteiten, zoals voorlezen, liedjes, puzzels, knutselen en bewegen. Er worden per jaar minimaal zes thema’s aangeboden.

Beoogd resultaat IN 2015 Algemeen: het bevorderen van de taal- en denkontwikkeling, met het accent op het vergroten van de woordenschat; het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat


Op ‘t Hwagveld

Bij ieder nieuw thema wordt een ouderbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst krijgen ouders informatie over het thema en leren ze hoe ze ermee kunnen werken. Al doende komen de ontwikkeling van het kind en de omgang tussen ouder en kind aan de orde. Vervolgens gaan de ouders thuis met hun kind spelen, praten en lezen.

2 2

Genomen maatregelen IN 2014-2015 De ingezette lijn is voortgezet en uitgebreid naar VVE-thuis bijeenkomsten voor de ouders van groep 2. Door de kinderen deelgenoot te maken van de cursus merken we dat de ouders het prettiger vinden. De ouders krijgen eerst uitleg en gaan vervolgens met de kinderen aan de slag. Op deze wijze worden de ouders betrokken bij het onderwijsproces en stimuleert het om ook thuis aan de slag te gaan. Monitoring op prestatie-indicatoren Minimaal 80% van de VVE-ouders volgen 80% van de ouderbijeenkomsten.

PLAN

DO

CHECK

ACT

Effecten

Door de kinderen deelgenoot te maken van de cursus merken we dat de ouders het prettiger vinden. De ouders krijgen eerst uitleg en gaan vervolgens met de kinderen aan de slag. Op deze wijze worden de ouders betrokken bij het onderwijsproces en stimuleert het om ook thuis aan de slag te gaan. 80% aanwezigheid blijkt zeer moeilijk realiseerbaar te zijn. Met name de doelgroepouders blijven moeilijk bereikbaar.

Programmalijn:

Passend Onderwijs

Werkproces 10:

Aannamebeleid

Vanaf 1 augustus 2014 is het aannamebeleid aangepast met het volgende: - Ouders melden hun kind schriftelijk aan. Dit doen zij minimaal 10 weken voordat het nieuwe schooljaar begint. Daarbij geven zij aan dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. - Binnen 6 weken beslist de school of het kind kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal 4 weken worden verlengd. - Als het kind niet kan worden toegelaten, moet de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een gewone school zijn of een school voor speciaal onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen.

Beoogd resultaat MIV aug 2014 De school neemt kinderen aan waarvoor zij Passend Onderwijs kan bieden. De school geeft zo goed mogelijk onderwijs aan deze kinderen, ongeacht de extra zorgbehoefte.


Op ‘t Hwagveld

VERBETERACTIE 3

2 3

Genomen maatregelen IN 2014-2015 Vanaf augustus 2014 moet iedere school een schoolondersteuningsprofiel (SOP) hebben, waarmee ze laat zien welke ondersteuning ze kan bieden. Het SOP is een bron aan informatie om nieuwe ontwikkelingen op school te initiëren in relatie tot de reeds aanwezige strategische beleidsplannen. De mogelijkheden van onze school om optimaal zorg te verlenen kent namelijk ook grenzen. Die worden bepaald door condities, zoals de beschikbaarheid van personeel en financiën, maar ook door het vermogen van de leerkracht goed om te gaan met verschillen en het vermogen van de school om de leerkracht daarbij te steunen en een zorgstructuur in te richten waarin direct kan worden gereageerd op de zorgbehoeften van leerlingen en ondersteuningsbehoeften van leerkrachten.

Op ‘t Hwagveld

Bij het verder ontwikkelen en verstevigen van onze zorgplicht conformeren wij ons aan de algemene doelstellingen van het samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland:


2 4

Effecten

Op ‘t Hwagveld

Met de invoering van de Wet op Passend Onderwijs vond ook de transitie jeugdzorg naar de gemeente plaats. Gezamenlijk zijn ervaringen opgedaan waarbij de zorg voor het kind centraal staan. De invoering en transitie leiden tot andere procedures in de zorg voor onze kinderen. In het nieuw op te zetten zorgplan (2015-2016) wordt duidelijk hoe deze verlopen.


2 5

Hoofdstuk 5

GEZONDE SCHOOL

Onze school heeft het landelijke vignet Gezonde School behaald! Het vignet Gezonde School is een erkenning voor scholen die structureel werken aan het verbeteren van de gezondheid van hun leerlingen en medewerkers. En dat doen wij! Wij vinden de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen bijzonder belangrijk. We willen dat ieder kind zich gelukkig voelt en stralend door het leven gaat. Ieder jaar weer maken we er een speerpunt van. Een speerpunt om preventief zo goed mogelijk te handelen (na reflectie en nieuwe inzichten), maar ook curatief als er iets speelt wat het welzijn van een kind bedreigt. Opvallend is dat wij met grote regelmaat van bezoekers (vervangende leerkrachten, ouders, maar ook de onderwijsinspectie -juni 2014-) te horen krijgen hoe warm zij deze ontwikkeling beleven. Op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling doen wij als school heel veel. Echter hoeveel aanbod ook, het blijft een beleving en een dynamiek. Graag zouden wij de garantie geven dat op onze school nooit sprake zou zijn van een sociaal emotioneel probleem. Dat is helaas niet zo, geen enkele school kan dit garanderen. Wel geven wij de garantie dat we ons zowel preventief, maar ook curatief maximaal inspannen om ieder kind een goed gevoel over zichzelf mee te geven. Een gevoel waarbij een kind trots is, zichzelf accepteert en geniet van de wereld om hem heen. Zo zorgen we voor actieve en gezonde leerlingen, een veilige schoolomgeving, een fris klimaat én hebben we aandacht voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van de leerlingen. Naast de sociaal emotionele ontwikkeling zijn wij ook zeer actief op het gebied van gezonde voeding. In 2014-2015 was Op ‘t Hwagveld ingeloot als een van de 500 scholen die meedoen aan het EU Schoolfruitproject. Dit project was geïnitieerd door de overheid en werd gesponsord door de supermarktketen Lidl. Het is een Europees voorlichtingsprogramma dat de nadruk legt op het eten van voldoende groente en fruit. Kern van het EU Schoolfruitprogramma is het gezamenlijk eten van groente en fruit in de klas. De school kreeg 22 weken lang 3 stuks groente en fruit voor alle leerlingen. Deze groente en fruit kregen de leerlingen op 3 vaste dagen in de week. De geleverde groente en fruit werden door een aantal hulpouders gewassen, gesneden en op schalen gelegd, zodat de leerkrachten het alleen maar aan de kinderen hoeven uit te delen. Het project liep van begin januari 2015 tot begin juni 2015. Naast het gezamenlijk eten van de groente/fruit kregen de kinderen in de klas les over gezonde voeding, werden er informatiebijeenkomsten gehouden om ouders bij het project te betrekken en werden er stukjes over gezonde voeding opgenomen in de schoolnieuwsbrief. Tegen het einde van het EU Schoolfruitproject werd door team de wens uit gesproken om verder te gaan op de gezonde weg die er is ingeslagen.

In het schooljaar 2015/2016 gaat basisschool Op ’t Hwagveld voor gezond met het project ‘Gezond bezig!!’ Het project bestaat uit drie onderdelen: Lekker Fit!, Smaaklessen en Superchefs. Verder is er een nieuwe Handreiking Voeding en Trakteren opgesteld, waarin nogmaals goed gekeken is hoe we de school een gezonde omgeving voor onze kinderen kunnen maken.


Op ‘t Hwagveld

Hoe nu verder? Voedingseducatieproject Gezond Bezig!!

2 6

Op 't Hwagveld Past. Dom. Hexstraat 16 6231HG Meerssen

Op ‘t Hwagveld

043 3642813 [email protected]


2 7

No title

Recommend Documents