DAK- EN THUISLOZEN
AAN:
WEBSITE WWW.INTERVENTIESNAARWERK.NL
Dak- en thuislozen Beschrijving van de interventie voor re-integratie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
[01-05-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie dak- en thuislozen ......................................................................... 3 1.1 Kernachtige omschrijving........................................................................................................ 3 1.2 Doel van de interventie ............................................................................................................ 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................... 4 1.4 Omschrijving van de interventie.............................................................................................. 5 1.4.1 Methodiek ........................................................................................................................ 5 1.4.2 Onderbouwing: probleem- of risicoanalyse..................................................................... 7 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak ......................................................... 9 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ...................................................................... 10 1.5 Beschrijving onderzoek effectiviteit ...................................................................................... 11 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit .......................................................... 14 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing .................................................................................. 16 1.8 Overige informatie................................................................................................................. 16
2
1
Beschrijving van de interventie dak- en thuislozen
1.1
Kernachtige omschrijving
Een gerichte en sluitende aanpak op het gebied van zorg, activering en begeleiding naar regulier en gesubsidieerd werk voor dak- en thuislozen en bewoners van opvangcentra en maatschappelijke instellingen (opvang en verslaafdenzorg). De interventie is uitgevoerd in de gemeente Utrecht door Centrum Maliebaan en Wesseling Arbeidsintegratie en een groot netwerk aan potentiële werkgevers en Onderaannemers, waarbij de onderaannemers tot taak hebben klanten direct (binnen 2 weken na intake) te plaatsen op een dagbestedingplek of arbeidsactiveringplek. Daarnaast worden er sportactiviteiten, woonbegeleiding, de inzet van belastbaarheidonderzoeken speciaal voor de doelgroep verslaving en psychiatrie geleverd.
1.2
Doel van de interventie
Doelstellingen Het bieden van een sluitende aanpak voor de meest kwetsbare doelgroep in Utrecht met de nadruk op de combinatie van zorg, activering en re-integratie met als uiteindelijk doel, reguliere arbeid, gesubsidieerde arbeid of vrijwilligerswerk. Dit wordt beoogd door het nastreven van de volgende subdoelen: De meest kansrijke cliënten zo snel mogelijk laten doorstromen naar werk, waardoor financiële onafhankelijkheid ontstaat. De minder kansrijke cliënten arbeidsritmetraining en werkervaring laten opdoen. Alle cliënten te begeleiden op activering, waarbij faciliteiten geboden worden om belemmeringen en beperkingen hanteerbaar te maken, en waar mogelijk, op te heffen. Cliënten hun plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel vergroten, wat reikt van maatschappelijke participatie tot geheel financiële onafhankelijkheid ten opzichte van een uitkering. De cliënten die zorg nodig hebben zodanig te begeleiden, dat zij actief deelnemen aan de samenleving en waar mogelijk begeleid worden naar enige vorm van werk. De cliënten die zorg nodig hebben en waarbij de zorg wordt aangeboden uit voorliggende voorzieningen en aanwezige faciliteiten, deze naar deze instellingen te verwijzen. Streefcijfers Concreet zijn de volgende verwachtingen voor 2006 gehanteerd: Intake/diagnose: 90 kandidaten Bemiddeling/ jobhunting: 90 kandidaten Nazorg: 45 kandidaten Jobcoachting: 35 kandidaten Motivatie interventie en arbeidsoriëntatie: 60 kandidaten Sollicitatietraining: 45 kandidaten Fysieke diagnose en training: 90 kandidaten Werkervaringsplaatsen met als doel activering en bemiddeling: 45 kandidaten Arbeidsritmetraining met als doel activering en bemiddeling: 45 kandidaten Dagbesteding: 25 kandidaten Arbeidsproductiviteitmeting werknemersvaardigheden: 75 kandidaten Verzuimaanpak - huisbezoek: 35 kandidaten
3
-
Verzuimaanpak – inzet bedrijfsarts: 35 kandidaten Lascursus: 10 kandidaten Cursus receptiemedewerker: 10 kandidaten Cursus kantinemedewerker: 10 kandidaten Cursus assistent activiteitenbegeleider: 10 kandidaten Dagbesteding kwekerij: 5 kandidaten Dagbesteding Timmerwerkplaats: 5 kandidaten Muziektherapie 1: 5 kandidaten Muziektherapie 2: 5 kandidaten Glas in lood: 5 kandidaten Nederlandse taal: 8 kandidaten Engelse taal: 8 kandidaten Computerles: 12 kandidaten
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? (Verslaafde) dak & thuislozen. Bewoners van instellingen van maatschappelijke opvang en verslaafdenzorg. Prevalentie 15.200 dak- en thuislozen in 2001 (schatting in Zwerven in de 21e eeuw, 2003); andere schattingen zijn beduidend hoger. 4839 rechterlijke machtigingen en 6861 inbewaringstellingen GGZ in 2002, gemeld bij IGZ 8000 mensen met ernstige psychiatrische problemen die geen contact hebben met de hulpverlening en waarbij sprake is van geregeld optredende acute nood, bijvoorbeeld door verergering van ziekteverschijnselen, zoals wanen en hallucinaties, al dan niet in combinatie met verslavingsproblemen (Advies Gezondheidsraad, Zorg voor niet-opgenomen acute psychiatrische patiënten, 2004). Dak- en thuislozen concentreren zich vooral in de grote steden, omdat zij daar in de regel terecht kunnen voor opvang, verzorging en begeleiding. Er zijn locaties waar een beperkt aantal nachten een bed, maaltijd en wasgelegenheid geboden wordt, maar ook voorzieningen voor bijvoorbeeld dagbesteding, verzorging en verpleging. In sociale pensions kunnen dak- en thuislozen met een psychiatrische achtergrond terecht. Sommige dienstencentra bieden dak- en thuislozen de mogelijkheid om te wassen en post te ontvangen. Bovendien bieden deze vaak hulp bij het regelen van financiële en juridische zaken, een woning, werk of schuldsanering. Indicatiecriteria Sociaal kwetsbaren met complexe problematiek. Contra-indicatiecriteria Zware verslavingsvormen en agressief gedrag. Crimineel of agressief gedrag, dat leidt tot vervolging
4
-
of gericht is tegen een medewerker van Wesseling Arbeidsintegratie of Centrum Maliebaan of tegen een medewerker van een door Wesseling Arbeidsintegratie of Centrum Maliebaan ingezette medewerkende partij. Een situatie waarin het verslavingspsychiatrische ziektebeeld zo overheersend is, dat activering in de kleinste zin niet haalbaar is. In dit geval vindt overdracht naar erkende behandeling plaats.
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Structurerende visie op dienstverlening De gehanteerde methodieken berusten op gezamenlijke uitgangspunten van Centrum Maliebaan en Wesseling Arbeidsintegratie. Deze uitgangspunten betreffen achtereenvolgens: A. Visie op verslaving: Bemoeizorg; B. Visie op Sociale Activering: Werken als middel; C. Visie op re-integratie: Werken als doel. Er is voor de verschillende categorieën een specifieke methodiek ontwikkeld. De dienstverlening is opgebouwd uit basistrajecten bemiddeling, activering en zorg, verlengingstrajecten bemiddeling, activering en zorg en trajecten monitoring.
1. Methodiek Bemoeizorg Bemoeizorg zoekt aansluiting bij de doelgroep. Dit is het bieden van (ongevraagde) hulp aan (zorgwekkende) zorgmijders met een (vaak) complexe problematiek, waarbij verbetering van de kwaliteit van leven en reductie van overlast voor de omgeving als uitgangspunten dienen. Deze ‘zorg op maat’hulpverlening maakt gebruik van verschillende, op elkaar afgestemde methodieken en strategieën. De hulpverlening heeft een actief, outreachend en laagdrempelig karakter. De samenwerking tussen verschillende disciplines en organisaties is van wezenlijk belang om deze groep cliënten met de hulpverlening in contact te brengen. De bemoeizorg leidt toe naar de reguliere hulpverlening, waar vervolgens bij voorkeur een casemanager de ex-zorgmijdende cliënt overneemt. Stappenmodel Bemoeizorg: 1. Contact zoeken (casefinding) 2. Contact maken (vertrouwen winnen) 3. Incidenteel oplossen van een probleem (vertrouwen uitbouwen) 4. Contacttrouw realiseren (vertrouwen waarmaken, problemen inventariseren) 5. Planmatig werken (plannen uitvoeren, experimenteren) 6. Werkrelatie evalueren (doelen evalueren en bijstellen, opvolger introduceren) 7. Werkrelatie beëindigen (of definiëren voor de toekomst)
5
2. Methodiek sociale activering Bed, bad, brood gelden als basisvoorwaarde. Er wordt bij sociale activering gewerkt met de onderstaande methodieken en werkprincipes: Uitgaan van de mogelijkheden en kracht van mensen in plaats van belemmeringen Actieve en flexibele benadering Integrale aanpak Vrijwilligheid Sociale Activering is als volgt opgebouwd: 1. Dagloonprojecten, aangepast aan het grillige karakter van het leven op straat. 2. Dagactiviteiten; hiertoe behoren een inloop en een centrum waar de doelgroep gewoon kan zijn. Hiervoor is op dit moment een menukaart ontwikkeld. Ook worden speciale evenementen georganiseerd. 3. Dagbesteding nieuwe stijl: deelnemers krijgen de kans om werk te doen dat ze leuk vinden en aankunnen. 4. Arbeidsgerichte projecten: het gaat hierbij om het krijgen van werkgerichte vaardigheden. Randvoorwaardelijk product - praktische hulpverlening: om met de doelgroep dagtraining, arbeid, scholing en werkervaring maar juist ook de behandeling op het gebied van verslavingspsychiatrie mogelijk te maken, is het een absolute voorwaarde dat de basismateriële zaken goed zijn geregeld. Het product praktische hulpverlening biedt hierbij ondersteunende en activerende begeleiding. 3. Methodiek re-integratie Kandidaten worden zo snel mogelijk na diagnose op een arbeidsritmetraining gezet. Zij worden daarbij geobserveerd en begeleid in basale werknemersvaardigheden, zoals op tijd opstaan, sociale contacten, het uitvoeren van opdrachten en het hanteerbaar maken van de verslaving. Heldere afspraken en afstemming tussen de kandidaat en betrokken partijen is daarbij een must en leidt tot succesvolle training. Daarnaast zijn kandidaten gebaat bij intensieve trajecten, waarbij kandidaten minimaal vier dagdelen per week worden verwacht op werk, bij individuele gesprekken of bij groepsbijeenkomsten. Alle bijeenkomsten hebben tot doel de kandidaat “naar buiten te laten treden” en controleerbare acties, werkzaamheden en opdrachten te laten ondernemen. Deze aanpak staat of valt met het aanbieden van een goede combinatie van een beschermde werk-/ leer- en trainingsomgeving en het maken van heldere werkafspraken met de kandidaten. Doel is activering van de kandidaat. Leer-/ training- en werksituaties zijn dusdanig ingericht dat de kandidaat uitgenodigd wordt te activeren en te reïntegreren. Er wordt een appèl gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de kandidaat. IRB- methodiek: Op het terrein van psychiatrische en psychosociale belemmeringen wordt gebruik gemaakt van de IRB-methodiek (Individuele Rehabilitatie Benadering Rehab ‘92), waarvan Wesseling Arbeidsintegratie licentiehouder is. De kandidaat wordt gemotiveerd en gestimuleerd te denken vanuit zijn mogelijkheden, waarbij tevens een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid voor het traject. Deze ontwikkelingsgerichte benadering heeft als effect dat de kandidaat meer vertrouwen in zichzelf en zijn arbeidsmarktperspectieven ontwikkelt. Gedurende het traject is er ook nadrukkelijke aandacht voor de directe omgeving van de kandidaat. JOBS methodiek: aansluitend op bovenstaande volgt de interactieve groepsbenadering (ontwikkeld door TNO Arbeid) voor het trainingsprogramma JOBS, een verrijkend werkmodel waarvoor Wesseling Arbeidsintegratie gekwalificeerd is. Deze methode versterkt, door middel van positieve stimulatie en interactie van de deelnemers in de groep, het zelfvertrouwen van kandidaten, geeft hen inzicht in hun eigen mogelijkheden en leert kandidaten kansen op de arbeidsmarkt te genereren. Methodiek Supported Employment (SE): Dit omvat het geheel aan ondersteunende maatregelen aan werknemer en werkgever, waardoor een werknemer met een handicap of belemmering in staat wordt
6
gesteld betaalde arbeid te verrichten en te behouden. De mogelijkheden voor arbeid die iemand bezit zijn de uitgangspunten, niet de beperkingen. SE bestaat uit een aantal onderdelen te weten: assessment, jobfinding, jobanalyse, jobmatching en jobcoaching. De dienstverlening is opgebouwd uit basistrajecten bemiddeling, activering en zorg, verlengingstrajecten bemiddeling, activering en zorg en trajecten monitoring. Duur van de trajecten: Basistraject = 13 weken; Verlengingstraject = 13 weken; Nazorg = 6 maanden en 1 dag; Monitortraject = maximaal 30 maanden (afhankelijk van soort plaatsing). Locatie van uitvoering De dienstverlening vindt plaats op diverse locaties in de stad Utrecht. Dit is een gevolg van het feit dat verschillende partijen delen van de dienstverlening op zich nemen. Alle locaties zijn op een loopafstand van maximaal tien minuten van een openbaar vervoerhalte en goed toegankelijk voor minder validen. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
1.4.2 Onderbouwing: probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Het probleem Daklozen zijn er in soorten en maten. Ze worden vaak ingedeeld in wel of niet overlastgevend, wel of niet verslaafd, wel of niet zorgmijdend. Dit zijn echter alle indelingen die de doelgroep voor de buitenwereld inzichtelijk maakt. Zij verwijzen echter niet naar de mogelijkheden tot participatie en/of re-integratie. Voor de dak- en thuislozen zelf gaat het om de ervaren veelal complexe problematiek. In de aanpak wordt vooral gekeken naar wat mogelijk is, gegeven de problematiek. Dit vanuit drie invalshoeken: visie op verslaving, visie op activering en visie op re-integratie. Ad A. Visie op verslaving: “Verslaving is een naar chroniciteit neigende ziekte” De visie op wat verslaving inhoudt en welke behandeling daarbij past, is aan verandering onderhevig. Inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat we verslaving moeten beschouwen als een psychiatrische aandoening, die veroorzaakt wordt door een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren. Van oudsher zijn we sterk in het behandelen van psychologische en sociale factoren, maar hebben we de biologische component wat laten liggen. We maken het model nu compleet: we spreken tegenwoordig dan ook van verslavingspsychiatrie en noemen problematisch middelengebruik of verslaving een ziekte of psychiatrische stoornis. Er zijn twee elementen die ertoe hebben geleid dat we tegenwoordig spreken over verslavingspsychiatrie in plaats van over verslavingszorg: verslaving wordt beschouwd als een chronisch verlopende ziekte, die veroorzaakt wordt door
7
-
veranderingen in de hersenen. Deze veranderingen kunnen veranderingen in gedrag en cognities (het vermogen om kennis op te doen) veroorzaken. Zo gedefinieerd is verslaving een psychiatrische ziekte; mensen die verslaafd zijn hebben vaak ook te kampen met andere psychiatrische ziekten (zoals depressiviteit, angststoornissen, persoonlijkheidsstoornis of ADHD).
Verslaving als psychiatrische stoornis neemt binnen de psychiatrie een zelfstandige plaats in, vandaar de term verslavingspsychiatrie. Het belangrijkste kenmerk van verslaving is: craving (de drang naar een middel). Ook al is iemand niet meer lichamelijk afhankelijk van een middel, craving blijft altijd. Dit is als volgt te verklaren. Het gebruik van bepaalde verslavende stoffen (zoals alcohol, opiaten, nicotine, cocaïne) veroorzaakt veranderingen in de hersenen. Deze veranderingen in de hersenen zijn verantwoordelijk voor de trek of craving. De grootte van deze hersenafwijkingen en de snelheid waarmee die afwijkingen plaatsvinden zijn erfelijk bepaald. Dit is de biologische component van het biopsychosociale model, dat gehanteerd wordt in het denken en handelen in de verslavingspsychiatrie. Naast deze biologische component zijn de psychologische en sociale factoren belangrijk in het ontstaan en voortduren van de verslaving. Deze drie factoren zijn sterk met elkaar verweven. Omdat de biologische component zo belangrijk is in het ontstaan van verslaving, moet die in de behandeling natuurlijk terug te vinden zijn. Het medisch-psychiatrisch aandeel van de behandeling zal meer op de voorgrond komen te staan, maar psychologische en sociaalmaatschappelijke interventies blijven een fundamenteel onderdeel van de behandeling. We spreken niet voor niets van het biopsychosociale model. Omdat het medisch-psychiatrisch aandeel meer aandacht krijgt, spreken we van verslavingspsychiatrie als een gespecialiseerde vorm van gezondheidszorg. Voor onderhavige aanbesteding zal continu een zorgvuldige afweging worden gemaakt of een verslaafde cliënt kan worden ondersteund vanuit de gezondheidszorg en waar inzet van aanvullende voorzieningen, vanuit onze dienstverlening, nodig is. Ad B. Visie op Sociale Activering “werken als middel” “Sociale Activering is het aanleren van ‘actief’ gedrag”. Een onderdeel van de behandeling van de OGGZ-doelgroep (OGGZ staat voor openbare geestelijke gezondheidszorg) is werk en dagbesteding. Succesvol werk of een zinnige dagbesteding van deze cliënten is voor een groot deel afhankelijk van de omgang met hen. Sociale Activering wordt ingezet met als doel: het ondersteunen van sociaal kwetsbaren, wat bijdraagt tot een toename van de kwaliteit van leven van deze doelgroep en de kwaliteit van de maatschappij. Sociale Activering biedt producten met als gemeenschappelijke deler dat ze allemaal ondersteunend zijn aan de behandeling van langdurig verslaafde cliënten met een meervoudige problematiek. Gespecialiseerde ondersteuning is voor hen noodzakelijk, omdat de ondersteuning uit het reguliere circuit niet voldoet aan de eisen van deze cliënten. De producten van Sociale Activering van Centrum Maliebaan beslaan drie terreinen: Sociale Activering met hobby, dagbesteding en werk als middel in de behandeling; Sociale Activering met hobby, dagbesteding en werk als doel; praktische hulpverlening in de vorm van specialistisch maatschappelijk werk. De eerste en derde zijn succesvol gebleken, terwijl het tweede genoemde product “Sociale Activering met werk als doel” een lastige opgave bleek. Het is op dit vlak dat Wesseling Arbeidsintegratie en Centrum Maliebaan elkaar hebben gevonden. Gedurende het afgelopen jaar heeft Centrum Maliebaan in het kader van bovenstaande gewerkt aan het project “Werken aan Perspectief”. Wesseling Arbeidsintegratie en Centrum Maliebaan zijn elkaar, in de uitvoering van het huidige contract Dak- en Thuislozen, meerdere malen tegengekomen bij activiteiten in het kader van Sociale Activering
8
voor de doelgroep. Daarbij hebben wij vooral op het vlak “werken als doel” samengewerkt. Er is gebleken dat Wesseling Arbeidsintegratie juist haar specialisme heeft in het begeleiden van de cliënten waarvoor gesubsidieerd, regulier en structureel vrijwilligerswerk binnen bereik ligt. Ad C. Visie op re-integratie: “werken als doel” “In beweging komen is leren verantwoordelijkheid te nemen”. Voor wat betreft de re-integratie van kandidaten worden vooral de visie en methodieken van Wesseling Arbeidsintegratie gehanteerd. Wesseling is gespecialiseerd in de begeleiding naar werk als doel, waarbij expertise van de trajectbegeleiders voor deze doelgroep wordt ingezet. Uitgaande van de kenmerken van de doelgroep, waarop deze offerte van toepassing is, verwacht Wesseling Arbeidsintegratie van kandidaten een actieve houding richting maatschappelijk herstel en Sociale Activering, met als doel het aanvaarden van betaalde arbeid. Tegelijkertijd is er het besef dat deze beweging voor de meerderheid van de kandidaten een moeilijke stap is, die voor betrokkenen omgeven wordt door beperkingen (verslaving, psychische problematiek, huisvesting), onzekerheden, twijfel, angsten en teleurstellingen. Kandidaten, en met hen wellicht hun directe omgeving, zullen geneigd zijn zich te richten op hun beperkingen en de zorg die ze nodig hebben, waardoor hun situatie blijft zoals deze is. Daarnaast hebben we, met de beschreven doelgroep, kandidaten in huis waarbij de kans op terugval een gegeven is. Voor Wesseling Arbeidsintegratie betekent dit dat trajectbegeleiders de dak- en thuislozen begeleiden in dit moeilijke proces van het hanteerbaar maken en overwinnen van beperkingen, angsten en twijfel, in relatie tot de plichten die de WWB-daklozen kandidaten oplegt. Daarnaast betekent het een gedegen, concreet uit te voeren plan van aanpak, waarbij de taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen helder zijn beschreven en uitvoerbaar zijn. Toets Theoretisch Effectief Ja Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? X Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Nee X X
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak “Kort maar krachtig” Door de parallelle inzet van instrumenten en door het inzetten op korte trajecten, kunnen kandidaten geactiveerd worden zodat ze de regie en verantwoordelijkheid nemen voor stappen die ze in de toekomst moeten zetten. Vanuit deze visie is een ketenaanpak ontwikkeld die bestaat uit verschillende producten die op elkaar afgestemd zijn en parallel met, dan wel aansluitend aan elkaar, worden ingezet. Centrale gedachte is dat, wanneer de kandidaat eenmaal aan het traject begonnen is, alleen een voortdurende betrokkenheid en stijgende intensiteit van het traject zal leiden tot resultaat. Bij de in te zetten dienstverlening voor re-integratie van moeilijke doelgroepen hebben de volgende kenmerken de nadruk: korte doorlooptijden en parallelle flexibele inzet van de trajectonderdelen; directe plaatsing op arbeidsritmetraining en werkervaring, stage of baan of dagbesteding; intensieve individuele coaching en monitoring; zorgvuldige afweging van de inzet zorg, activering en re-integratie;
9
-
strakke verzuimbegeleiding, zodat verwijtbaar gedrag tot het minimum beperkt wordt; waar mogelijk directe beloning van activiteiten die cliënten uitvoeren in het kader van werk dat leidt tot productie.
Gedurende het gehele traject worden cliënten in een uitgebalanceerde methode aangesproken op verantwoordelijkheden, het nakomen van afspraken en het leveren van een positieve inzet ten behoeve van zijn/ haar re-integratieproces. De trajectbegeleiders hebben ervaren dat het voor kandidaten een positieve uitwerking kan hebben wanneer op een correcte manier uitvoering wordt gegeven aan een handhavings-/ sanctiebeleid door de gemeente, in combinatie met de door Wesseling Arbeidsintegratie uit te voeren trajecten. Het motto is een eenduidige boodschap van alle betrokken partijen naar de kandidaten toe, om een helder en werkbaar beleid uit te voeren. In het kader van het handhavingsbeleid stellen de partners een heldere procedure voor, die te allen tijde ook wordt gecommuniceerd naar de kandidaat. Daarbij vindt intensief overleg plaats met de afdeling Bijzondere Doelgroepen van de gemeente Utrecht en de trajectbegeleider over mogelijk te sanctioneren verzuimgedrag van een cliënt. Samenvatting werkzame ingrediënten Succesvolle ingrediënten, met als doel competentieverhoging: intensieve individuele ondersteuning; groepsgewijze training van motivatieondersteuning en bevordering; arbeidsmarktoriëntatie; praktijktraining: plaatsing op werkstage, vrijwilligerswerk, leerwerkplekken; het maken van een functieanalyse, werknemersanalyse en werkgeversanalyse; assessment; beroepskeuzetest; ondersteuning bij regelen randvoorwaarden. Toets Theoretisch Effectief Ja Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Nee X
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Personeel Centrum Maliebaan Centrum Maliebaan leverde de volgende zaken: organiseren van de instroom van de doelgroep, in samenwerking met Altrecht; vormgeven van de intake en diagnostiekfase, samen met Wesseling Arbeidsintegratie; inzetten van de specifieke deskundigheid van de doelgroep, in combinatie met de trajectbegeleiders van Wesseling Arbeidsintegratie.
10
Hiertoe zet Centrum Maliebaan trajectbegeleiders in, die ervaring hebben met en kennis hebben van de doelgroep op het gebied van maatschappelijk werk, sociale activering en verslavingspsychiatrie. Personeel Wesseling Arbeidsintegratie Voert de bemiddelings-en activeringstrajecten uit, rapporteert en communiceert met de klantmanagers van Bijzondere Doelgroepen. Borging: Voortgang- en kwaliteitbewaking Wesseling arbeidsintegratie voldoet aan de eisen van het BOREA-keurmerk en beschikt over een registratiemethode voor cliënt- en trajectinformatie.
1.5
-
Wesseling Arbeidsintegratie werkt met een op maat gemaakt geautomatiseerd cliëntvolgsysteem. Dit systeem voldoet aan de wettelijke richtlijnen van de Wet Werk en Bijstand en aan de richtlijnen die gelden bij de inzet van ESF-subsidies. Het cliëntvolgsysteem voldoet eveneens aan de richtlijnen voor de statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG).
-
De gemeente Utrecht heeft, tijdens de gunning van het huidige contract, het cliëntvolgsysteem laten auditen, waarbij het systeem is goed bevonden.
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Evaluatieonderzoek De interventie is separaat op proces- en resultaatniveau geëvalueerd. Op procesniveau heeft er in 2006 een externe audit plaatsgevonden. Op resultaatniveau worden de gegevens periodiek aan de opdrachtgever gerapporteerd. Elk jaar een audit van Blik op Werk keurmerk (2006, 2007). Audit kwaliteitsonderzoek van de gemeente was in 2007. Procesevaluatie Er is een audit gedaan om een gedegen beeld te vormen van de kwaliteit van de uitvoering van het betreffende re-integratiecontract. De audit moest leiden tot verdere verbetering van die kwaliteit. De bevindingen zijn gebruikt om de procesoptimalisatie te realiseren.De resultaten van de audit zijn ook input geweest voor contractgesprekken met het re-integratiebedrijf. De audit is verricht bij re-integratiebedrijf Wesseling en haar onderaannemers en besloeg de volgende onderdelen; Een interview met de contractmanager/projectleider Twee maal een interview met de coördinator/consulent Twee afzonderlijke gesprekken met twee consulenten Twee cliënt-consulent gesprekken Bezoek bij drie onderaannemers waar cliënt werkplekken (arbeidsritmetraining) worden aangeboden De aandachtspunten n.a.v. de evaluatie 2007 Conclusies audit Ondanks het grote aantal aandachtspunten heeft de audit een positief beeld van de invulling van het contract Dak- en Thuislozen weergegeven. De werkplekken (arbeidsritmetraining) en consulenten zijn goed afgestemd op de behoefte van de doelgroep. De meeste knelpunten bevinden zich in onduidelijkheden wat betreft contractuele en financiële afspraken. Wesseling werkt rondom deze
11
onduidelijkheden en geeft een eigen invulling. Zowel de consulenten als de klantmanagers ervaren geen hinder van de onduidelijkheden en zijn tevreden over de onderlinge samenwerking. Een strakkere aanpak wat betreft afspraken met en over cliënten met meer officiële dossieropbouw is wenselijk. Op basis van deze conclusies is een verbeterplan opgesteld. Resultaatevaluatie Evaluatie aanmeldingen De opdrachtgever heeft een indicatie gegeven van het aantal aanmeldingen aan het begin van de opdracht: Tussen de 75 – 125 kandidaten zouden per jaar aangemeld kunnen worden. Wij zijn er in ons plan van aanpak voor de interventie vanuit gegaan dat er 90 kandidaten vanuit de Doelgroep Dak en thuislozen per jaar zouden worden aangemeld. In de loop van 2007 is daar de doelgroep Vluchtelingen bijgekomen. Deze worden aangemeld via afdeling Bijzondere Doelgroepen, waaronder ook de Dak- en thuislozen vallen. Gezien de cijfers blijkt de interventie ook toepasbaar voor deze doelgroep: Van de 26 gestarte trajecten, zijn er 18 kandidaten geplaatst, onderverdeeld in: 44% gesubsidieerd werk; 11% regulier werk; 27% vrijwilligerswerk. Evaluatie niet gestart en uitval Aan het begin van de opdracht is het doel gesteld dat van de in traject genomen (verslaafde) dak- en thuislozen de uitval maximaal 20% is. In 2006 zijn er 101 kandidaten aangemeld en zijn er 88 kandidaten gestart in het traject. Het percentage kandidaten dat niet start in een traject is in 2006 11,9% en in 2007 7,9%. Het uitval percentage in het eerste jaar is 36,4%. In het tweede jaar, 2007, zien we dat het uitvalspercentage 9,7% is. Een forse daling op zowel het percentage niet gestart als uitval. Daarbij zijn bij het percentage uitval zowel de gevallen van verhuizingen, detentie en ziekte meegerekend. Verklaring cijfers: De interventies is in het eerste jaar van de opdracht zowel voor de opdrachtgever als de uitvoerder een nieuwe manier van werken. Er wordt van de klantmanager gevraagd om gericht te verwijzen, via de menukaart. Er wordt van de uitvoerder gevraagd kandidaten binnen korte tijd gericht te plaatsen. Samenwerking tussen alle betrokken partijen moet vorm krijgen. In het eerste jaar blijkt dat het lastig is, zowel voor de klantmanager als voor de jobcoach om een kandidaat gericht te plaatsen op respectievelijk een traject en een arbeidsactiveringsplek. Van de meeste kandidaten zijn weinig tot geen gegevens aanwezig en het is moeilijk in te schatten of het gaat om een zorg, activerings- of bemiddelingstraject en wat het hoogst haalbare doel is na maximaal een half jaar. Daarnaast is het risico op verzuim en uitval bij deze doelgroep vooral in de eerste periode van een traject het grootst. Zowel de opdrachtgevers als de uitvoerders zijn beter geworden in de verwijzingen en plaatsingen op traject. Samenwerking is gestructureerd en verloopt soepel. Zelf de kandidaten zijn gewend geraakt aan de manier van werken van zowel de gemeente als de uitvoerder. De boodschap naar de klant is duidelijk: ”als je een uitkering aanvraagt, ga je gelijk aan de slag” en er is sprake van het “rond zing” effect: kandidaten communiceren met andere “doelgroepers” over hun positieve ervaringen met de trajecten. Evaluatie plaatsingspercentages t.o.v. voorafgestelde doel In de offerte zijn we ervan uitgegaan dat het grootste gedeelte van de kandidaten op een activeringstraject richting vrijwilligerswerk of andere vorm van activering geplaatst zou worden. En dat het kleinste aantal op een zorgtraject geplaatst zou worden. Daar tussen in zit het percentage dat
12
op een bemiddelingstraject richting (gesubsidieerd) werk geplaatst wordt. Als je kijkt naar de cijfers instroom in 2006 en 2007 per traject, ziet u dat dit ook de praktijk is in zowel 2006 als 2007. Kijkend naar de plaatsingsresultaten is het volgende beeld te zien: Activeringstrajecten in 2006: Vanuit de activeringstrajecten is 9% geplaatst op regulier werk, 18% op gesubsidieerd werk en 71% op vrijwilligerswerk of andere vorm van activering. Doel was: 76% geplaatst op vrijwilligerswerk. Bemiddelingstrajecten in 2006: 57% op gesubsidieerd werk, 42% op vrijwilligerswerk of andere vorm van activering, waaronder scholing vanuit het traject. Doel was: 10% werkzoekenden bemiddeld naar reguliere arbeid. 20% bemiddeld naar gesubsidieerde arbeid. 5% teruggeleid naar scholing met studiefinanciering. Zorgtrajecten in 2006: 80% geplaatst op zorg. In de praktijk betekent dit dat deze kandidaten ook geplaatst zijn op enig vorm van activering en werk. Een kandidaat heeft een regulier baan. Doel was: 76% geplaatst op zorgtraject. Activeringstrajecten in 2007: 4% regulier werk, 36% op gesubsidieerd werk en 58% op vrijwilligerswerk of andere vorm van activering. Doel was: 76% geplaatst op vrijwilligerswerk. Bemiddelingstrajecten in 2007: 70% gesubsidieerd werk; 5% regulier werk. De snelheid in bemiddeling is in het tweede jaar toegenomen. Zie hogere plaatsingspercentages in 2007 ten opzichte van gestarte trajecten. Doel was: 10% werkzoekenden bemiddeld naar reguliere arbeid. 20% bemiddeld naar gesubsidieerde arbeid. 5% teruggeleid naar scholing met studiefinanciering Zorgtrajecten in 2007: 20% regulier werk; 30% gesubsidieerd werk; 50% vormen van beschermd werken en activering. Doel was: 76% geplaatst op zorgtraject Conclusies effectiviteit aanpak Vooronderstellingen bij de interventie zoals beschreven in de offerte kloppen met de evaluatie: Samenwerking met betrokken partijen (gemeente, zorg, behandeling, activering) met als doel een sluitende aanpak werkt: uitval is klein, klant blijft in traject. Samenwerking met onderaannemers om snelle plaatsing op een arbeidsactiveringplek te garanderen, werkt: klanten worden binnen twee weken na intake geplaatst. Korte trajecten met gericht gestelde doelen werkt: Snelle plaatsingen binnen maximaal 6 maanden. Direct activering van de klant door plaatsing op activeringsplek, werkt in alle gevallen (bemiddelings-, activerings- of zorgtraject): draagt bij aan resultaat op korte termijn en resultaat vaak hoger dan de insteek. Samenwerking met partij met expertise werkt: klanten komen daar terecht waar ze thuishoren en
13
-
-
waar de expertise zit om ze te bemiddelen en te activeren. Het grootste percentage plaatsing zit ‘m in het gesubsidieerde werk. Dit was ook de inschatting vooraf. Percentage plaatsingen op regulier werk stijgt. IN de nazorg en monitoring wordt ingezet op het bereiken van een hoger gesteld doel: Van vrijwilligerswerk naar gesubsidieerd werk, van gesubsidieerd werk naar regulier werk. Deze fases van de trajecten lopen nog.
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X
Nee
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Nee
1.6
X
X X X X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Commentaar beoordelingspanel Inhoudelijk gezien wordt gezocht naar onderbouwing van de hypothese dat dak- en thuislozen met een op hun problematiek gerichte interventie wel degelijk te activeren zijn, soms zelfs naar regulier werk. Deze redenering wordt maar zeer ten dele geëxpliciteerd door te verwijzen naar een aantal theoretische verhandelingen. De theoretische verhandeling over verslaving als ziekte is echter niet gerelateerd aan de interventie. De interventie wint aan richting als verschillende problemen separaat onderbouwd worden. Het maken van verschil tussen beïnvloedbare en onbeïnvloedbare factoren kan daarbij zeker helpen. Ook onderscheid tussen beoogde gedrags- en situatieverandering draagt bij aan meer focus. In de aanpak worden randvoorwaardelijke organisatorische elementen (parallelle goed op elkaar afgestemde trajecten) op een weinig traceerbare wijze verweven met specifieke probleemgerichte (verslaving, dakloos, schulden,etc.) werkende bestanddelen. De doelgroep is breed. Er is sprake van een aanpak gericht op een meervoudige problematiek. Daarbij is de ene dakloze echter de andere niet. Er is een grote variatie. De aanpak zou aan inzichtelijkheid winnen als duidelijk wordt gemaakt welke groep met welke kenmerken nu precies met welke specifieke (mix van) werkende bestanddelen wordt benaderd.
14
De resultaatevaluatie is redelijk overtuigend. De aanpak lijkt wel te werken (in termen van activering, niet onbelangrijk voor deze doelgroep), maar er wordt niet duidelijk welke mix van inhoudelijke elementen voor de verschillende deelpopulaties van de brede doelgroep er daarbij toe doet. Het advies is dat de interventie aan kracht zou winnen als de inhoudelijke aanpak voor de verschillende problemen (alcohol/soft of harddrugsverslaving, dak- en/of thuisloos, al dan niet structurele schulden, etc.) separaat en consistent wordt uitgewerkt. Door de aanpak van elk probleem theoretisch te onderbouwen en te evalueren wordt gerichte kennis opgebouwd.
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief
Toelichting De theoretische verhandeling over verslaving als ziekte is echter niet gerelateerd aan de interventie. De interventie wint aan richting als verschillende problemen separaat onderbouwd worden.
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht of de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht. De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht én de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht.
Toelichting De interventie zou inzichtelijker worden als nagegaan wordt welke uitwerking probleemspecifieke werkende bestanddelen op welke deelpopulatie hebben.
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
15
Toelichting Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek). De resultaatevaluatie heeft een redelijke overtuigingskracht. De resultaten zijn behaald, maar niet duidelijk wordt hoe deze precies toe te schrijven zijn aan de ingezette instrumenten. Voor welke gevallen was nu de organisatorische afstemming van deeltrajecten of juist de specifieke probleemgerichte interventie de verklarende factor? Door specifieker in te zoomen en op meerdere plaatsen onderzoek te doen met controlegroepen zou de aangetoonde effectiviteit aan overtuigingskracht winnen.
1.7
Overige voorwaarden voor toepassing
Kosten Er is een prijslijst trajecten in offerte, maar deze is niet geschikt voor de berekening van de kosteneffectiviteit.
Overige voorwaarden voor toepassing Niet van toepassing
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Wesseling Groep in combinatie met Centrum Maliebaan Overeenkomsten met andere interventies JOBS, Activering, Leren en werken Overige informatie Voor zover mogelijk en relevant: Offerte re-integratie voor dak- en thuislozen 2006, gemeenten Utrecht, combinatie Wesseling Arbeidsintegratie en Centrum Maliebaan, Mariska van Minnen, 18 november 2005 Audit dak- en Thuislozen, Achterhalen bevindingen en knelpunten binnen het contract, Annemiek Schrijvers, Contractmanagement SoZaWe 2006 Verbeterplan uitvoering contract Dak- en thuislozen Utrecht, Mariska Minnen, 2008 Resultaatevaluatie, Mariska Minnen, maart 2008
16