LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/
10-8/8-6 lt/w
PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/
0-2/2-4 lt/w
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/
10/10 lt/w
Specifiek gedeelte Studierichting:
Autotechnieken
Studiegebied:
Auto
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2011/021 (vervangt 2006/091, 2002/207,2002/229 en 2002/231)
Nummer inspectie:
2011/339/1//D (vervangt 2002/52//1/N/SG/1/III/ /D/, 2004 / 122 // 1 / N / SG / 2H / III / / D/ en 2002/50//1/N/SG/1/III/ /D/)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
1
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
INHOUD Visie....................................................................................................................................... 2 Beginsituatie......................................................................................................................... 3 Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke/pedagogisch-didactische wenken ...... 6 TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ .....................................................................................6 PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ .......................................................................23 PV/TV Stage autotechniek/elektromechanica/elektronica .....................................................................41
Algemene pedagogisch-didactische wenken ................................................................... 42 Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 49 Evaluatie ............................................................................................................................. 52 Bibliografie ......................................................................................................................... 54
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
2
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
VISIE De studierichting derde graad TSO “autotechnieken” richt zich vooral op het verwerven van theoretische inzichten die nodig zijn om praktische probleemstellingen aan een voertuig te verhelpen. De leerlingen kunnen hierbij een gepaste diagnose stellen om herstel-, onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en een opgelegde revisie aan een voertuig realiseren. De studierichting TSO Autotechnieken dient tevens als voorbereiding op andere vervolgopleidingen. Gezien de theoretische onderbouw in deze TSO studierichting zal de praktijk vooral gericht zijn op het verwerven van inzichten aangaande technische systemen in een voertuig. De studierichting TSO „Autotechnieken‟ opent veel mogelijkheden. Leerlingen ontdekken de mogelijkheden binnen de specifieke technieken en de vernieuwingen in de sector. Om de bedrijfszekerheid te verzekeren van voertuigen worden de onderhouds- en herstellingsopdrachten gekaderd binnen een financieel- en duurzaam kader. Het planmatig en efficiënt onderhoud van voertuigen garandeert immers voor de klanten het efficiënt en economisch gebruik. Bedrijven hebben nood aan goed opgeleide werknemers die bereid zijn zich in te zetten om de vernieuwing binnen de sector de baas te kunnen. Een aantal competenties zullen aangeleerd worden via praktijk/stage binnen de bedrijven. Gezien de specifieke infrastructuur is het in deze studierichting namelijk aangewezen dat sommige praktijklessen kunnen doorgaan op de „werkvloer‟. De nood aan goed opgeleide beginnende werknemers is groot. Zij moeten zich willen inzetten om oplossingen te bedenken aan probleemstellingen die zich voordoen aan voertuigen. De leerling zal in de eerste fase vooral ingezet worden in het bedrijf, bij het onderhouden en herstellen van voertuigen. Gezien de milieuproblematiek en de hierbij horende regelgeving is er gedurende de opleiding ruime aandacht aan de recente motorvoertuigsystemen. De voorkomende formules zullen naast de praktische betekenis tevens het inzicht versterken. Bij alle onderdelen- waar toepasselijk – zal de nodige aandacht gaan naar:
het correct gebruik van de informatie en eenheden;
de veiligheid;
zorg voor het milieu. De maatschappelijke opwaardering en het verbeteren van het imago van het technisch onderwijs is een belangrijk streefdoel. Het is dan ook wenselijk dat het onderwijs en het bedrijf met elkaar samenwerken inzake de vernieuwingen binnen de sector, het ontwikkelen van de basiscompetenties en de ondersteuning. Bij de takenclusters horen specifieke competenties, die uitgeschreven zijn binnen de sector.
Een diagnose kunnen stellen.
Motorvoertuigen onderhouden en repareren met inachtneming van de door de constructeurs geleverde onderrichtingen en onder leiding van zijn directe overste.
Zelfstandig voertuigen klaarmaken voor een technische controle.
Frequente storingen opsporen, gebruik makend van gangbare testapparatuur.
Onderdelen uit- en inbouwen, herstellen, afstellen en in bedrijf stellen.
Samenwerken wat het domein van de reparaties betreft en de voorschriften rond veiligheid en hygiëne respecteren.
Een competentie kan omschreven worden als de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagelijkse en veranderende (werk)situatie én in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
3
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
BEGINSITUATIE De leerlingen komen vooral uit de tweede graad TSO elektromechanica, die de meest logische basisvoorbereiding is op deze studierichting. De vooropleiding in de autotechnieken steunt tevens op kennis van de leerlingen die zij op het gebied van autotechniek reeds verworven hebben vanuit hun eigen ervaringswereld en hun persoonlijke interesse. Leerlingen (met interesse en inzet) die uit andere studierichtingen komen, kunnen mits de nodige opvang deze studierichting aanvatten. Zij zullen in de eerste periode goed geobserveerd en begeleid worden door de leraren om hun ontbrekende competenties bij te werken. Door het specifieke van deze studierichting is de belangstelling en de motivatie groot. De recentste regelgeving in verband met de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon voltijds secundair onderwijs kan je terugvinden via Edulex.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
4
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De opleiding TSO “Autotechniek” heeft als doel de leerlingen voor te bereiden op diverse basiscompetenties. Zij zullen de technieken uitvoeren aan recente voertuigen. Het stellen van de juiste diagnose is hierbij van cruciaal belang. De uitlezingen worden geïnterpreteerd en gerelateerd aan hun specifieke opdracht. De leerling komt in contact met specifieke apparatuur, op school en tijdens de stage. Leerlingen uit deze studierichting zullen de technisch-technologische systemen leren ontdekken, begrijpen en interpreteren. Zij leggen relaties tussen de theorie en de praktijk, zij voeren in principe geen repetitief werk uit. De leerlingen kunnen de schema‟s eigen aan de recente voertuigen lezen en interpreteren. Zij kunnen een voertuig onderhouden volgens de gegevens van de constructeur en kunnen bij voertuigen het onderhoud voor de technische inspectie uitvoeren. De leerlingen kunnen specifieke mechanische en elektrische herstellingen veilig uitvoeren aan personenwagens aan de hand van de gestelde diagnose en volgens de gegevens van de constructeur. De leerlingen kunnen bij het stellen van een diagnose moderne meetapparatuur uit de autosector hanteren. De leerlingen krijgen inzichten in de werking van de motormanagementsystemen en kunnen soms meer complexe berekeningen eigen aan het vakgebied maken. De leerlingen werken volgens een opgelegde kwaliteitsprocedure/werkmethode en kunnen zowel individueel als in team werken. De leerlingen kunnen de beroepsgebonden tekens en codes correct gebruiken.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN IN VERBAND MET DE STAGE EN HET WERKEN OP DE WERKVLOER Bedrijfscultuur De leerlingen:
maken in een bedrijf kennis met de bedrijfscultuur, leren afspraken maken en leven ze na; zijn stipt en passen zich aan, aan het werkritme; werken in groep en onder leiding en staan open voor kritiek; passen de vaktaal toe.
Preventie De leerlingen:
passen de veiligheids- en milieuvoorschriften toe die van toepassing zijn in het bedrijf; passen de ergonomie toe; rapporteren storingen, onveiligheden of defecten via hiërarchische weg; werken net en sorteren het afval volgens instructies.
Communicatie De leerlingen:
voeren de gesprekken constructief en rapporteren de gegevens; lezen de vakspecifieke informatie, werkmethode, handleidingen; kunnen de informatie uit een tekening of schema halen die van toepassing is bij het uitvoeren van de opdracht; brengen een verslag uit van het uitgevoerde werk.
Voorbewerken De leerlingen:
maken afspraken met de vakspecialist in het bedrijf en werken ermee samen; bereiden onder begeleiding hun werkzaamheden voor;
volgen de werkvoorbereiding op van de opgedragen taken.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
5
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Administratie De leerlingen:
kunnen de specifieke administratieve gegevens aanvullen.
Bewerkingen De leerlingen:
volgen de procedures/instructies op, eigen aan het bedrijf;
passen de vakspecifieke technieken nauwgezet toe, eigen aan de opgedragen taken;
rapporteren de resultaten;
voeren een visuele kwaliteitscontrole uit en rapporteren de gebreken.
Onderhouden De leerlingen:
kunnen vakkundig en veilig werken met de gereedschappen en materialen;
kunnen tekeningen, instructies en schema‟s lezen om de werkzaamheden uit te voeren;
nemen hun verantwoordelijkheid op en kunnen werkzaamheden in team uitvoeren.
Naast de algemene doelstellingen in verband met de stage en het werken op de werkvloer worden de specifieke leerplandoelstellingen PV/TV Stage autotechniek/elektromechanica/elektronica gekozen uit de verder opgegeven inhouden/doelstellingen in overleg met het stagebedrijf.
ALGEMENE VAKGEBONDEN ATTITUDES Kwaliteitsbewustheid:
weten aan welke kwaliteitsvoorschriften dienen te voldoen, zich inspannen om tijdens de uitvoering van het werk, aan de vereisten te voldoen, in staat zijn het werk te toetsen en bij te sturen aan de hand van de opgegeven kwaliteitscriteria.
Nauwkeurigheid:
zorgvuldig kunnen handelen volgens een gedetailleerd stappenplan.
Flexibiliteit:
zich aanpassen aan de omstandigheden en werksituatie, procedures opvolgen om een probleemstelling te kunnen oplossen.
Verantwoordelijkheidszin: zich ervan bewust zijn dat ordelijk en nauwkeurig werken de veiligheid voor zichzelf en de anderen verhoogt, een opdracht binnen de opgegeven tijdsindicatoren afwerken Zin voor samenwerking:
bereid zijn om samen te werken om tot een optimaal resultaat te komen; samenhorigheid en collegialiteit nastreven.
Leergierigheid:
nieuwe toepassingen binnen het vakgebied opvolgen, het belang van een voortdurende competentieopbouw inzien.
Welzijnsbewust:
actief en proactief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne.
Milieubewust:
zich bewust zijn van de impact van eigen handelingen op het milieu.
Handigheid:
in staat zijn om op een behendige en vakkundige manier grondstoffen te verwerken en gereedschappen te hanteren.
Economische ingesteldheid:
grondstoffen en materieel optimaal gebruiken binnen een vooropgestelde tijd.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
6
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE/PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN TV /AUTOTECHNIEK/ELEKTROMECHANICA/ELEKTRONICA/ De uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid met een (U) en staan cursief gedrukt.
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
1
Theoretische grondslag: Toegepaste mechanica
1.1
de begrippen slag, slagvolume, expansie, compressie, vullingsgraad, Basisbegrippen toegepaste mechanica koppel, vermogen, rendement verklaren in functie van de autotechniek.
1.2
de begrippen isochoor, isobaar, isotherm, adiabaat, polytroop verklaren in functie van de autotechniek.
Basisbegrippen uit de thermodynamica
1.3
de basiswetmatigheden die het verband weergeven tussen druk, volume en temperatuur van een gas binnen de autotechniek definiëren. de basisformules gebruiken in een eenvoudige oefening die aan het verbrandingsproces gerelateerd is.
Wetmatigheden
de fasen in het kringproces toelichten en de wetmatigheden hierop toepassen. een pV diagram kunnen toelichten in functie van het kringproces. een kringproces tekenen en de belangrijke lijnen en punten verduidelijken.
Kringproces in relatie tot de autotechniek
het vermogen en het rendement definiëren en de soorten onderscheiden. verschillende soorten vermogens en rendementen toelichten. vermogencurven interpreteren aan de hand van een tekening. de wetmatigheden toepassen in een oefening. het rendement van verschillende voertuigen met elkaar vergelijken. de factoren die het vermogen beïnvloeden toelichten. het specifiek vermogen van een motor berekenen.
Motorvermogen en -rendement
1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
7
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20
LEERINHOUDEN
de rendementsverliezen van een voertuig aangeven. motoren met elkaar vergelijken op basis van hun rendement en hun toepassing. de vullingsgraad en aanzuighoeveelheid berekenen. de compressieverhouding berekenen. het draaimoment van een motor berekenen. merk gebonden prestatiediagrammen analyseren.
1.21 1.22 1.23 1.24
de soorten onderscheiden aan een voertuig. de werking verklaren. de kenmerken toelichten. nieuwe trends binnen de autotechniek herkennen en het nut ervan toelichten.
Overbrengingen in een voertuig
1.25
de kenmerken en het toepassingsgebied van olie en lucht toelichten in de autosector. een schema lezen en de symbolen verklaren. de begrippen atmosferische druk, onderdruk en overdruk omschrijven. de werking van een manometer toelichten. de gebruikelijke eenheden weergeven. de werking van de gebruikelijke compressoren, ventilatoren en pompen toelichten. de persluchtconditionering omschrijven. de werking van hydraulische pompen omschrijven. de praktische toepassingen van perslucht en hydraulica in een voertuig omschrijven. de functie van de verschillende componenten (schuiven, kleppen, ventielen, cilinders …) in een installatie toelichten.
Hydraulische en pneumatische systemen in functie van de autotechniek
1.26 1.27 1.28 1.29 1.30 1.31 1.32 1.33 1.34
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
8
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Gebruik aangepaste voorbeelden uit de praktijk om de leerstof te verduidelijken.
Voorzie opdrachten waarbij leerlingen moeten nadenken over specifieke problemen eigen aan het voertuig.
Laat de leerlingen de basisformules inoefenen en gebruik hierbij de gegevens van de constructeur.
Gebruik de ICT mogelijkheden om informatie in te winnen en te verwerken.
Organiseer bezoeken aan vakbeurzen om de vernieuwingen binnen de sector te detecteren.
Evalueer regelmatig de vorderingen van de leerlingen om hen beter te begeleiden.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
9
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 2
Theoretische grondslag: Motoren en alternatieve aandrijvingen
2.1 2.2
de verschillende soorten motoren opnoemen. motoronderdelen situeren in een motor zoals: cilinder, zuiger, zuigerpen, krukas, drijfstang, motorblok, carter, cilinderkop, kleppen, nokkenas, distributiesysteem. de onderdelen en de samenbouw relateren aan de werking. de soorten verbrandingstechnieken toelichten. de mengverhouding van een brandbaar mengsel opgeven. de werking van twee- en viertaktmotor verklaren. een arbeidsdiagram opstellen en toelichten. het toepassingsgebied van tweetakt en viertakt motoren toelichten de basisformules toepassen in relatie tot de verbrandingstechniek. bij een verbrandingsmotor het koppel en het vermogen bepalen. het nut en het werkingsprincipe van luchtfiltering en uitlaat geluidsdemping toelichten. de werking van de voornaamste luchtfilters toelichten. kunnen de kenmerken van uitlaten en luchtfilters opzoeken in functie van de praktijkopdracht. de hedendaagse brandstoffen met elkaar vergelijken. de nieuwe trends binnen de motortechnieken toelichten.
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21
LEERINHOUDEN
Verbrandingstechnieken
Koel en smeersystemen het doel van het koel- en smeersysteem omschrijven. de onderdelen van koel- en smeersysteem aanduiden in een schema en de werking toelichten. de soorten en de kenmerken van koelvloeistoffen en oliën met elkaar vergelijken. de samenbouw van het koel- en smeersystemen omschrijven (pompenregeling, filters). de soorten diesel- en benzinemotormanagementsystemen toelichten. Diesel en benzine motormanagement de werking van een modern motormanagementsysteem omschrijven.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
10
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 2.22 2.23 2.24 2.25 2.26 2.27 2.28 2.29 2.30 2.31 2.32 2.33
LEERINHOUDEN
een blokschema tekenen en toelichten. de onderdelen en samenhang van het motormanagementsysteem toelichten. de voor en de nadelen van verschillende recente verbrandingstechnieken bespreken. de soorten inspuitsystemen herkennen en de werking verklaren. de soorten uitlaatgastechnieken toelichten. de voor- en de nadelen van de uitlaatgastechnieken opsommen de werking van de voornaamste sondes verklaren. de werking van de emissiebeperkende systemen verklaren. de werking van drukvulling systemen toelichten. het nut van drukvulling systemen verklaren. de ontstekingsmogelijkheden bij diesel- en benzine motoren verklaren. de constructieonderdelen en hun functie van een ontstekingssysteem toelichten. Voor- en nagloeisystemen
2.34 2.35 2.36 2.37
het doel van een voor- en nagloeisysteem opgeven. de soorten voor- en nagloeisysteem bespreken. de werking van het voor- en nagloeisysteem verklaren. specifieke toepassingen en vernieuwingen binnen de autosector omschrijven.
2.38 2.39 2.40 2.41 2.42
Verstuivers en inspuitpomp het doel van de verstuivers en inspuitpomp omschrijven. de soorten verstuivers herkennen en de kenmerken opsommen. het begrip zelfontbranding verklaren. de kenmerken van verschillende verstuivingspatronen toelichten. de werking van de gebruikelijke inspuitpompen toelichten de kenmerken omschrijven. de mogelijkheden bij een toerentalregeling omschrijven.
2.43
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
11
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN Uitlaatgasturbo en compressoren
2.44 2.45
het doel van de uitlaatgasturbo en compressor omschrijven. de werking van de uitlaatturbo en compressor uitleggen.
2.46 2.47 2.48
Recente en andere motorsystemen het belang van nieuwe motoren verklaren. enkele soorten motorsystemen opsommen. de principiële werking van recente motorsystemen en alternatieve motorsystemen omschrijven. de werking van de onderdelen binnen de recente motoren omschrijven. de nieuwe trends binnen de autosector opgeven en hun voordelen opsommen. de werking van een hybridevoertuig vergelijken met een ander motorsysteem en de verschillen toelichten. de aandrijfonderdelen van een hybridevoertuig herkennen en de kenmerken opgeven. de veiligheidsaspecten toelichten in verband met het werken aan hybride en/of elektrische voertuigen.
2.49 2.50 2.51 2.52 2.53
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Gebruik recente catalogi om informatie over gereedschappen, grondstoffen en materieel op te zoeken.
Gebruik ICT-toepassingen en moderne aangepaste informatie om gegevens op te zoeken en te verwerken.
Zoek op het internet vernieuwingen op die van toepassing zijn op het vak en laat hen daarover een informatiemap aanleggen.
Schenk nodige aandacht aan een behoorlijk taalgebruik. Streef naar een zo groot mogelijke actieve woordenschat.
Bezoek de nodige beurzen om de vernieuwing binnen de sector bij te houden.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
12
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
3
Theoretische grondslag: Rollend gedeelte
3.1
Motorvoertuigen de verschillende motorvoertuigen indelen volgens aandrijving, gebruik/constructie, energiebron. De CX-waarde /luchtweerstandswaarde van een voertuig omschrijven en de factoren die deze beïnvloed verduidelijken. De constructiemogelijkheden om een voertuig veilig te maken toelichten. de kreukelzones in een carrosserie herkennen en de gevolgen die voorkomen bij beschadiging toelichten.
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17
het doel van de koppeling omschrijven. de soorten koppelingen onderscheiden en hun toepassingsgebied omschrijven. de werking van een koppeling verklaren. de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie toelichten. een gepaste diagnose stellen van een koppeling.
Koppeling
het doel van de versnellingsbak omschrijven. een transmissiediagram verklaren en hun toepassingsgebied omschrijven. een transmissiediagram verklaren. de soorten versnellingsbakken onderscheiden. de werking van de meest voorkomende versnellingsbakken verklaren. de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie verklaren. de werking van het blokkeersysteem uitleggen. de overbrengingsverhoudingen berekening.
Versnellingsbak
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
13
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
3.18 3.19 3.20
de werking toelichten. de soorten gangwissels herkennen. de werking verklaren in relatie tot het motormanagement.
Automatische gangwissel
3.21 3.22
het doel van het differentieel omschrijven. de soorten differentiëlen onderscheiden en hun toepassingsgebied toelichten. de werking van de meest voorkomende differentiëlen verklaren. de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie toelichten. de eindvertraging berekenen.
Differentieel
het doel van het aandrijfassen omschrijven. de soorten aandrijfassen onderscheiden en hun toepassingsgebied toelichten. de constructies van aandrijfassen toelichten en de voor- en nadelen van de verschillende samenbouwmogelijkheden opsommen. een eenvoudige sterkteberekening maken van aandrijfassen.
Aandrijfassen
Remmen
3.34 3.35 3.36
het doel van de remmen omschrijven. de soorten remmen onderscheiden en hun toepassingsgebied toelichten. de werking van de meest voorkomende remmen verklaren. de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie toelichten. de werking van de parkeerrem omschrijven. de diagnosetechniek bij een remcontrole toelichten. berekeningen uitvoeren aangaande de remdruk en remafstand.
3.37 3.38 3.39
de stuurbaarheid tijdens het remmen verklaren. het doel van ABS en ESP omschrijven. de werking van ABS en ESP systeem uitleggen.
ABS en ESP systemen
3.23 3.24 3.25 3.26 3.27 3.28 3.29 3.30 3.31 3.32 3.33
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
14
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
3.40
de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie toelichten.
3.41 3.42
Banden en velgen het doel van banden en velgen omschrijven. de soorten banden onderscheiden en hun toepassingsgebied toelichten. de specifieke maten en codes toelichten en de maatvoering uitleggen. de montage en demontagetechnieken omschrijven. de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie toelichten. het werkingsprincipe en nut van de uitlijntechnieken verklaren. de techniek om wielen te balanceren omschrijven. het verschil tussen dynamisch en statisch uitlijnen weergeven. de krachten benoemen die werken op een band. aan de hand van de slijtage van een band een diagnose stellen en hierbij preventieve onderhoudsadviezen verwoorden.
3.43 3.44 3.45 3.46 3.47 3.48 3.49 3.50 3.51 3.52 3.53 3.54 3.55 3.56 3.57 3.58 3.59
het doel van het stuurinrichting omschrijven. de soorten stuurinrichtingen onderscheiden en hun toepassingsgebied toelichten. de werking van de meest voorkomende stuurinrichting verklaren. de onderdelen en de samenhang ervan herkennen en hun functie toelichten. het doel en de werking van een stuurbekrachtiging verklaren. de nieuwe trends toelichten aangaande de stuurinrichting.
Stuurinrichting
het doel van de ophanging, veren en schokdempers omschrijven. de soorten ophanging, veren en schokdempers onderscheiden en hun toepassingsgebied toelichten. de onderdelen en de samenhang van de ophanging, de veren en de schokdempers herkennen en hun functie toelichten.
Ophanging, veren en schokdempers
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
15
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 3.60 3.61 3.62 3.63 3.64 3.65 3.66 3.67 3.68
LEERINHOUDEN
de werking van de meest voorkomende ophanging, veren en schokdempers verklaren. de kenmerken van luchtvering omschrijven. de controletechnieken toelichten. Geometrie het doel van de geometrie omschrijven. de invloeden van de geometrie op het rijden verklaren. de verbanden tussen de diverse hoeken toelichten. uit de technische informatie van de constructeur de geometrie opzoeken. de mogelijke technieken voor het in- en afstellen bespreken de werking van de gebruikte apparaten bij geometriecontroles omschrijven.
3.69 3.70
de voor- en nadelen van een vierwielaandrijving opsommen. de werking van een 4X4 aandrijving verklaren.
Vierwielaandrijving
3.71 3.72 3.73
een gepaste diagnose stellen. de kenmerken van een airco verwoorden. de onderdelen en de samenhang van een aircosysteem herkennen en hun functie toelichten (verdamper, compressor, condensator, filter, sturing, koelvloeistof). van het koel- en verwarmingsmiddel de kenmerken opgeven. het belang van de milieuaspecten verwoorden. de wetgeving omtrent de werking aan een aircosysteem situeren in technische documentatie de kenmerken van verschillende installaties opzoeken en met elkaar vergelijken. het aircosysteem vakkundig ledigen en vullen (U)
Airco
3.74 3.75 3.76 3.77 3.78
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
16
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Gebruik ICT-toepassingen en moderne aangepaste informatie om gegevens op te zoeken en te verwerken.
Gebruik technische informatie en schema‟s van recente voertuigen.
Schenk voldoende aandacht aan de veiligheid en milieuaspecten in het cursusmateriaal.
Structureer de lessen en voorzie samenvattingen om de kern te leerstof mee te geven.
Gebruik aangepaste didactische werkvormen om de leerlingen te motiveren en stimuleren.
Laat leerlingen werken aan didactische panelen met aangepaste instructie of gebruik didactische onderdelen om de constructie te verduidelijken
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
17
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
4
Theoretische grondslag: Auto-elektriciteit.
4.1
de wet van ohm en vermogen relateren aan een autotechnische pro- Algemene begrippen bleemstelling. het principe van spanning-/stroomdeler toelichten. de elektrische eenheden eigen aan voertuig gebruiken en de grootheden gepast omrekenen. de wetten van Kirchoff toepassen in een eenvoudige oefening. het toepassingsgebied van de brug van Wheatstone toelichten en kunnen het schema verduidelijken. Serie- en parallel schakelingen herkennen in schema‟s van een voertuig. de wetmatigheden aangaande auto elektriciteit toepassen in de specifieke oefenopdrachten. het begrip weerstand van een geleider toelichten in relatie tot autoelektriciteit.
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18
Stroomkring de soorten stroomkringen herkennen in een schema. de noodzaak van beveiligingssystemen inzien en herkennen en hun werking toelichten. de waarde van een smeltveiligheid bepalen. de verschillende schakelmogelijkheden omschrijven. de werking van relaisschakelingen die voorkomen in de autosector verklaren. de kenmerken en het toepassingsgebied van de gebruikte relais toelichten. metingen uitvoeren in de stroomkring zoals voorgeschreven door de constructeur. de werking van een eendraadssysteem toelichten. de oorzaken van de spanningsverliezen, stroomverliezen, kabelbreuk en kortsluiting aangeven en de gevolgen hiervan omschrijven. de mogelijkheden toelichten voor de beveiliging van de stroomkring.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
18
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 4.19 4.20 4.21 4.22 4.23 4.24 4.25 4.26
LEERINHOUDEN
Batterij de actuele soorten onderscheiden en hun kenmerken omschrijven. de energieomzetting omschrijven en het werkingsprincipe verklaren. de gegevens van een batterij met elkaar vergelijken in relatie tot het gebruik. het toepassingsgebied van de verschillende batterijen toelichten. het onderhoud van een batterij toelichten. de verschillende mogelijke technieken en werkmethodes bij het veilig laden van een batterij omschrijven. de voorzorgsmaatregelen bij het laden van een batterij opsommen. de nieuwe trends toelichten aangaande batterijen in de autosector.
4.31
Magnetisme en elektromagnetisme de specifieke begrippen bij magnetisme en elektromagnetisme verduidelijken. het toepassingsgebied binnen de autosector toelichten. soorten elektromagneten onderscheiden en de kenmerken opgeven. de werking van een relaisschakeling omschrijven eigen aan recente voertuigen. de wetmatigheden toepassen in oefeningen eigen aan de autosector.
4.32 4.33 4.34 4.35
het doel en de principiële opbouw toelichten. de onderdelen en hun samenhang onderscheiden in een schema. het werkingsprincipe van een ontsteking verklaren. de methoden om storingen te verhelpen toelichten.
Ontsteking (conventioneel)
4.36 4.37 4.38 4.39
het doel en toepassingsgebied omschrijven. het principe van de gelijkrichting verklaren. de werking van de spanningsregelaar verklaren. de uitvoering van generatoren in het voertuig herkennen.
Generatoren
4.40
het doel, de voor en de nadelen omschrijven van de gelijkstroommotor die van toepassing zijn in de autosector. het toepassingsgebied van gelijkstroommotoren omschrijven.
Gelijkstroommotoren
4.27 4.28 4.29 4.30
4.41
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
19
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 4.42 4.43 4.44 4.45 4.46 4.47 4.48
LEERINHOUDEN
de werking van gelijkstroommotoren omschrijven. de werking van de startmotor bespreken. de basisformules toepassen in een praktijkvoorbeeld. de karakteristieken en kenmerken van de gelijkstroommotor opzoeken en interpreteren. de veiligheidsinstructies toelichten die van toepassing zijn om te werken aan gelijkstroommotoren. de kenmerken van de gebruikte lichtbronnen omschrijven. de wettelijke bepalingen opzoeken in functie van een technische keuring.
Verlichting en signalisatie
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Gebruik ICT- toepassingen en aangepaste software om gegevens op te zoeken en te verwerken.
Benadruk de veiligheidsaspecten bij het stellen van een diagnose.
Respecteer de gegevens van de constructeur bij het verwerken van de gegevens.
Het is belangrijk om recente schema‟s te gebruiken om de aspecten toe te lichten
Gebruik recente informatie van de constructeurs om de lessen te stofferen
Gebruik naast de schooltaal ook de termen die gebruikt worden op de werkvloer.
Bezoek een autokeuringsbedrijf om het inzicht in de wettelijke voorschriften te versterken.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
20
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
5
Theoretische grondslag: Auto-elektronica
5.1
de elementaire structuur van de hedendaagse halfgeleiders omschrij- Halfgeleiders ven. het toepassingsgebied, de symbolen en de kenmerken van de verschillende soorten halfgeleiders opzoeken. de werking van diode, led, transistor en thyristor verklaren. de karakteristieken in verband brengen met het voertuig. de grafische voorstelling interpreteren. de schema‟s analyseren en begrijpen de principiële werking van de schakeling.
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15 5.16 5.17 5.18
het doel van de elektronische ontsteking toelichten. de conventionele en de elektronische ontsteking met elkaar vergelijken en hieruit conclusies trekken. de onderdelen en hun samenhang onderscheiden in een schema. de werking van een elektronische ontsteking verklaren. de methoden om storingen te verhelpen toelichten.
Elektronische ontsteking
Motormanagement het totaalconcept van het motormanagementsysteem omschrijven. de soorten actuatoren en sensoren onderscheiden en het toepassingsgebied toelichten. het werkingsprincipe van de gebruikelijke sensoren en actuatoren verklaren. de mogelijke aanstuurmogelijkheden en de signalen bij actuatoren en sensoren omschrijven. de begrippen foutcode, noodloop en zelfdiagnose in relatie brengen tot de verwerkings- en de regeleenheid. de technieken omschrijven om fouten in het motormanagementsysteem op te sporen. de invloed van defecten op de goede werking van het voertuig toelichten.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
21
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 5.19
de nieuwe trend binnen de motormanagement omschrijven.
5.20
de noodzaak van datacommunicatie omschrijven en voorbeelden hiervan geven. de soorten datacommunicatie onderscheiden en hun toepassingsgebied verduidelijken. de onderdelen en de samenhang in een datacommunicatie toelichten. het principe van een multiplexsysteem verwoorden. de eigenschappen en het toepassingsgebied van multiplexsystemen omschrijven. de onderdelen en de samenhang van een multiplexsysteem in een schema toelichten. de technieken om fouten op te sporen omschrijven. de gevolgen van slecht functionerende datacommunicatie verklaren. de nieuwe trend binnen de datacommunicatie omschrijven.
5.21 5.22 5.23 5.24 5.25 5.26 5.27 5.28 5.29 5.30 5.31 5.32 5.33 5.34 5.35 5.36 5.37 5.38
LEERINHOUDEN
Datacommunicatie
Comfort- en veiligheidssystemen de soorten van anti-autodiefstalsystemen omschrijven. de werking van een anti-diefstalsysteem toelichten. de (actieve en passieve) veiligheidssystemen herkennen in een voertuig. de werking van een airbag en gordelspanner omschrijven. het werkingsprincipe van recente technieken zoals van ESP, ASR en ABS omschrijven. het gebruik en de werking van een GPS verduidelijken. de onderdelen en samenhang van veiligheidssystemen in een schema en in een voertuig herkennen. de werking van audio- en videosystemen toelichten. in technische informatie van constructeurs informatie opzoeken en met elkaar vergelijken in functie van comfort- en veiligheidssystemen. de onderdelen en samenhang van comfortsystemen in een schema en in een voertuig herkennen.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
22
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 5.39
LEERINHOUDEN
de vernieuwingen en de nieuwe trends op het vlak van comfort- en veiligheidssystemen herkennen.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Gebruik testopstellingen waar leerlingen kunnen experimenteren
Gebruik aangepaste didactische voorbeelden om de leerstof toe te lichten
Gebruik ICT-toepassingen en moderne aangepaste informatie om gegevens op te zoeken en te verwerken.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
23
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
PV PRAKTIJK /AUTOTECHNIEK/ELEKTROMECHANICA/ELEKTRONICA/ De uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid met een (U) en staan cursief gedrukt.
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
6
Doelstellingen en competenties die betrekking hebben op het voorbereiden, organiseren van de werkzaamheden en het opvolgen van de werkmethode
6.1
relevante technische informatie opzoeken en interpreteren betreffende de opdracht. rekening houden met de kenmerken van de gebruikte materialen. de relevante technieken situeren in functie van de opdracht. volgens de gegevens van de constructeur de herstel en/of de onderhoudsprocedure toelichten in functie van de opdracht. inzicht hebben in het doel van samenstellende onderdelen van de constructie.
Technisch- technologische aspecten in functie van de opdracht
een technische tekening lezen en interpreteren in functie van de opdracht. de vakspecifieke codes herkennen en hun functie toelichten. een blokschema maken om complexe systemen te vereenvoudigen. de meest voorkomende symbolen en normalisatie verklaren. een eenvoudige schets maken.
Schema’s en tekeningen
de verschillende schema‟s onderscheiden en hun nut omschrijven. de noodzakelijke gegevens opzoeken in schema‟s. de voorkomende symbolen en codes eigen aan de autotechniek verklaren. Een blokschema kunnen tekenen om complexe schema‟s/systemen te vereenvoudigen. elektrische bedrading- en klemmenschema‟s lezen. de recente technologieën herkennen in schema‟s. schema‟s interpreteren in functie van de opdracht.
Informatie uit schema’s
6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15 6.16 6.17
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
24
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 6.18 6.19 6.20 6.21 6.22 6.23 6.24 6.25 6.26 6.27 6.28 6.29 6.30 6.31 6.32 6.33 6.34 6.35 6.36
LEERINHOUDEN
de normalisatieaanduidingen herkennen en verklaren. de gebruikelijke normalisatie toepassen. de symbolen volgens DIN herkennen en opzoeken. de draadkleuren van elektrische geleiders onderscheiden. een eenvoudige schets maken van een bestaande toestand met aangepaste symbolen. de merkgebonden schema‟s lezen in functie van de praktijkopdracht.
Symbolen en normen
de plaats van de schakeling situeren in het voertuig. de schakeling relateren aan het schema. de principiële werking en het nut van de schakeling toelichten. het toepassingsgebied van de schakeling verduidelijken in functie van de opdracht. een eenvoudig schema tekenen in functie van de werkopdracht. de geleiderdoorsnede bepalen in functie tot de vermogen. het belang van de opgegeven veiligheidsaspecten inzien.
Schakelingen
een werkstrategie kiezen en de fasen binnen de opdracht onderscheiden. een werkmethode opmaken en opvolgen voor het geplande werk.
Werkstrategie en werkmethode in functie van hun opdracht
de gereedschappen, meettoestellen, machines nodig voor de werkzaamheden kiezen, veilig en correct bedienen en onderhouden. de nodige grondstoffen en het materieel bepalen om de geplande werkzaamheden uit te voeren. de nodige gebruikskenmerken, van de materialen en grondstoffen gepast respecteren.
Voorzien van de nodige grondstoffen, materieel en gereedschappen
aan de hand van technische informatie de goede werking van een technisch systeem controleren en de slijtage nagaan in functie van de opdracht.
Controleren van technische systemen in functie van de opdracht
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
25
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 6.37 6.38 6.39 6.40 6.41 6.42 6.43 6.44 6.45 6.46 6.47 6.48 6.49
LEERINHOUDEN
de taken en verantwoordelijkheden binnen de autosector omschrijven. de tewerkstellingsmogelijkheden binnen de sector situeren. vernieuwingen binnen de autosector toelichten.
Beroepsmogelijkheden
een storingsgeheugen uitlezen van een voertuig en interpreteren. een onderhoudsopdracht veilig uitvoeren, conform de gegevens van de constructeur. aan de hand van een checklist een technische controle uitvoeren. een voertuig klaar maken voor de technische controle. een geheugen reset uitvoeren bij een onderhoudsopdracht.
Een onderhoudsopdracht uitvoeren aan een voertuig
de nieuwe trends binnen de autosector herkennen. de kenmerken en de voordelen van de vernieuwing binnen de autosector verduidelijken. de nieuwe technische principes in de autosector verklaren. de samenhang van de nieuwe technische systemen omschrijven. gevaren omschrijven die kunnen ontstaan bij voertuigen die voorzien zijn van de nieuwe aandrijftechnieken.
De nieuwe trends binnen de autosector
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Gebruik concrete voorbeelden uit de leefwereld van de leerlingen en benader deze vanuit de recente technieken.
Bedenk gepaste projecten en opdrachten om de praktijk aantrekkelijk te maken.
Schenk de nodige aandacht aan een behoorlijk taalgebruik. Streef naar een zo groot mogelijke actieve woordenschat.
Door een enthousiaste begeleiding, zullen de leerlingen gemotiveerd blijven bij hun voorbereiding, bij het uitvoeren en bij de reflectiemomenten.
Overleg met andere leerkrachten over inhoudelijke aspecten en samenhangen van de lessen.
Gebruik ICT-toepassingen en moderne aangepaste informatie om gegevens op te zoeken en te verwerken.
Gebruik recente catalogi om informatie over gereedschappen, grondstoffen en materieel op te zoeken.
Gebruik de instructies van de leveranciers en constructeur als extra leidraad bij het uitwerken van de taken.
Gebruik enkel het passende gereedschap, grondstof en materieel.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
26
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Het gebruikte materiaal en na de controle terug op de voorziene plaats laten leggen.
Bezoek de nodige beurzen om de vernieuwing binnen de sector bij te houden.
Het verband tussen een goed ingerichte werkplek, het rendement, de netheid en het opruimen na de werktijd duiden.
Zoek op het internet vernieuwingen op die van toepassing zijn op het vak en laat hen daarover een informatiemap aanleggen.
Streef ernaar om in de onmiddellijke omgeving van de werkplaats over een ruimte te beschikken om informatie (via ICT bijvoorbeeld) op te vragen, besprekingen te houden en overleg te houden met leraar en medeleerlingen.
Gebruik de VDAB beroepenfilms om de inhoud en mogelijkheden van de specifieke beroepen te duiden.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
27
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
7
Doelstellingen en competenties die betrekking hebben op het toepassen van welzijn en milieu
7.1 7.2 7.3
het werkhuisreglement en de bijhorende procedures naleven. de persoonlijke beschermingsmiddelen gepast gebruiken. de veiligheidsregels toepassen bij het werken aan elektrische installaties van een voertuig. met orde en netheid werken. de basisveiligheid toelichten die aan de basis liggen van het VCAattest. (U) de basismaatregelen toelichten die van toepassing zijn bij een ongeval. veiligheidssymbolen herkennen en toepassen in functie van de opdracht. de gebruikte technische installatie veilig gebruiken en afsluiten. instaan voor het dagelijks onderhouden en schoonmaken van het materiaal en gereedschap.
Welzijn
systematisch opruimen en rangschikken van materiaal. de voorkomende symbolen en etikettering toelichten. afval herkennen en sorteren. van de gebruikte producten de belangrijkste etikettering/pictogrammen onderscheiden. het belang van efficiënt werken in relatie brengen tot de duurzaamheid.
Milieu
gewichten ergonomisch en veilig verplaatsen door gebruik te maken van aangepaste verplaatsingstechnieken.
Ergonomie
7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13 7.14 7.15
Werkplaatsreglement
Veiligheidsprocedures
PBM
Symbolen
In gebruik nemen en afsluiten van installaties
Orde en netheid
Opruimen
Rangschikken/sorteren
Voorkomende symbolen en etikettering
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Vergelijk de verschillen tussen de in de school na te leven afspraken en deze die in het bedrijfsleven gelden.
Bespreek de aspecten die van toepassing zijn uit de opleiding “VCA-attest”.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
28
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Wees steeds aandachtig om de voorschriften in verband met preventie, persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen, hygiëne en milieu na te leven.
Informeer de leerlingen vooraf over de werking van de machine alvorens zij hiermee aan het werk gaan en wijs hen op de mogelijke gevaren.
Respecteer de instructies opgegeven door de constructeur en de onderhoudsfiches.
Laat de leerlingen steeds werken in goede omstandigheden.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
29
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
8
Doelstellingen en competenties die betrekking hebben op het onderhouden en herstellen van benzinemotoren
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8
de motor en onderdelen uit- en inbouwen. de slijtage van onderdelen nagaan en de geometrie opmeten. de cilinderkop reviseren. kleppen regelen. de distributie en overbrengingssystemen controleren en vervangen. de compressie meten. een lektest uitvoeren. de motor in bedrijf stellen.
Benzinemotoren monteren en demonteren met aangepast gereedschap en volgens de instructies van de constructeur
8.9 8.10 8.11 8.12 8.13 8.14 8.15 8.16
een gepaste diagnose stellen. antivries meten en aanvullen. de werking van het koelproces veilig controleren. koelsysteem controleren op lekken. onderdelen van het koelsysteem veilig demonteren en monteren. de thermostaat vakkundig vervangen en uittesten. een radiator vakkundig vervangen. sensoren uitmeten en vervangen conform de instructies van de constructeur.
Koelen
8.17 8.18 8.19 8.20
een gepaste diagnose stellen. de oliedruk veilig opmeten. de werking van het smeerproces controleren. een oliepomp veilig vervangen.
Smeren
8.21 8.22 8.23 8.24 8.25
verbindingen visueel controleren op uitwendige beschadiging. een blokschema tekenen. de aansluitingen en de verbindingen controleren. de drukken eigen aan het voertuig veilig meten. de benzine aanvoer veilig controleren.
Motormanagement systemen benzinemotoren
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
30
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 8.26 8.27 8.28 8.29 8.30 8.31 8.32
de plaats van de sensoren en actuatoren aanduiden in het voertuig. de sensoren en actuatoren veilig uitmeten en vervangen. inspuittijd opzoeken en uitmeten/controleren. een scoopbeeld interpreteren. stationair toerental controleren. foutcodes uitlezen en interpreteren. het storingsgeheugen wissen.
8.33 8.34
een gepaste diagnose stellen. de viergas analyser gebruiken in functie tot de uitlaatgastechniek toepassen. de meetresultaten interpreteren en vergelijken met de gegevens van de constructeur. de lambdasonde veilig uitmeten. de katalysator beoordelen.
8.35 8.36 8.37
LEERINHOUDEN
Uitlaatgastechnieken
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Demonstreer de handelingen die nodig zijn bij delicaat montagewerk.
Gun de leerlingen de nodige voorbereidingstijd zodat ze hun werk grondig kunnen voorbereiden.
Controleer individueel en remedieer de leerlingen tussentijds zodat de fouten zich niet opstapelen.
Overtuig jezelf als leraar dat de leerlingen de meetopstelling correct hebben uitgevoerd vooraleer ze de meting uitvoeren.
Gebruik steeds goedwerkende meet- en controlegereedschappen om de werkzaamheden uit te voeren.
gebruik passende instructies en verduidelijk deze met bijvoorbeeld de nodige figuren
Maak een specifiek zelfevaluatieformulier op eigen aan de werkzaamheden en gebruik dit tijdens de overlegmomenten met de leerlingen.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
31
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
9
Doelstellingen en competenties die betrekking hebben op het onderhouden en herstellen van diesel motoren
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
Dieselmotoren monteren en demonteren met aangepast gereedschap en volgens de instructies van de constructeur
9.8 9.9 9.10 9.11 9.12
een gepaste diagnose stellen. een motor veilig uit- en inbouwen. onderdelen situeren en deze veilig uit- en inbouwen. brandstofomloop tekenen. de verschillende pompen herkennen. brandstofsysteem ontluchten. verstuivers veilig controleren, vervangen en testen met aangepast gereedschap. pompen veilig uit- en inbouwen. pompdistributie instellen. de compressie meten. de compressor uit- en inbouwen. basis storingen opsporen en verhelpen.
9.13 9.14 9.15 9.16 9.17 9.18 9.19 9.20 9.21
een gepaste diagnose stellen. de soorten pompen herkennen op de motor. de opstelling van de pompen herkennen op de motor. de pompen veilig uit- en inbouwen. de distributie uitvoer veilig afstellen. het inspuitmoment veilig controleren. basis storingen opsporen en verhelpen. sensoren veilig uitmeten. foutcodes uitlezen en interpreteren.
Dieselsystemen
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
32
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
9.22 9.23 9.24 9.25 9.26 9.27 9.28
gepaste diagnose stellen. Motormanagement systemen diesel motoren een blokschema tekenen. de drukken veilig meten. de diesel aanvoer veilig controleren. sensoren en actuatoren veilig uitmeten en vervangen. foutcodes uitlezen en interpreteren. het storingsgeheugen wissen conform de instructies van de constructeur.
9.29 9.30 9.31 9.32
gepaste diagnose stellen. de roettester vakkundig aansluiten en bedienen. de meetresultaten interpreteren. in en afstelwerkzaamheden veilig uitvoeren.
Uitlaatgastechnieken
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Demonstreer de handelingen die nodig zijn bij delicaat montagewerk.
Bij de werkzaamheden is het belangrijk dat de specificaties ter beschikking staan van de leerling.
Het correct toepassen van montage- en afstelgegevens bij het uitvoeren van werkzaamheden draagt bij tot de eigen veiligheid, de veiligheid van de gebruiker en de kwaliteit van het geleverde werk.
Toon de slijtage aan, aan de hand van bestaande onderdelen en didactische modellen (let wel op dat de onderdelen ordelijk bijgehouden/opgeborgen worden).
Aandacht besteden aan de instructies van constructeur om met de juiste gereedschappen en machines op een correcte wijze te werken.
Laat de leerlingen na overleg met de verantwoordelijke leraar zelf opzoekwerk verrichten, voorbereidingen treffen, bestellijsten opmaken alvorens aan de uitvoering te beginnen.
stel haalbare tijdschema‟s op bij de opdrachtenreeks.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
33
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
10
Doelstellingen en competenties die betrekking hebben op het onderhouden en herstellen van het rollend gedeelte
10.1
een gepaste diagnose stellen voor de goede werking van de versnel- Versnellingsbak lingsbak na te gaan. een versnellingsbak veilig uit- en inbouwen. de versnellingsbak veilig monteren en demonteren volgens de gegevens van de constructeur. de werking van de versnellingsbak controleren. een overbrengingsverhouding berekenen van de versnellingsbak. lagers en tandwielen vervangen van de versnellingsbak. de synchro‟s vakkundig vervangen van de versnellingsbak. schakel en vergrendelinrichting afstellen van de versnellingsbak. de sensoren controleren en vervangen.
10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 10.15 10.16 10.17 10.18 10.19 10.20
goede werking van aandrijfassen nagaan en een gepaste diagnose Aandrijfassen stellen. de aandrijfassen veilig in- en uitbouwen volgens de gegevens van de constructeur. de stofhoezen van de aandrijfassen vervangen. de speling en de werking veilig controleren van de aandrijfassen. de goede werking van een differentieel nagaan en een gepaste diagnose stellen. de soorten differentiëlen herkennen in voertuigen. een differentieel veilig demonteren en monteren. de werking van een differentieel controleren en bijstellen.
Differentieel
de goede werking van een koppeling nagaan en een gepaste diagnose stellen. de koppeling demonteren en monteren volgens de gegevens van de constructeur. de werking van een koppeling veilig controleren.
Koppeling
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
34
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
10.21 10.22
de bediening van een koppeling vakkundig afstellen. de ontluchting vakkundig realiseren.
10.23
de goede werking van remmen nagaan en een gepaste diagnose Remmen stellen. schijf- en trommelremmen veilig monteren en demonteren volgens de gegevens van de constructeur. de werking van de remmen veilig controleren en bijstellen. het remsysteem vakkundig ontluchten. remzadel reviseren. (U) de hoofdremkabel vervangen en afstellen volgens de gegevens van de constructeur. een hoofdremcilinder vakkundig uit- en inbouwen. een hoofdremcilinder reviseren. (U) de rembekrachtiging vakkundig uit- en inbouwen. de rembekrachtiging veilig uittesten. een remcontrole uitvoeren en het resultaat interpreteren.
10.24 10.25 10.26 10.27 10.28 10.29 10.30 10.31 10.32 10.33 10.34 10.35 10.36
ABS
10.39
een gepaste diagnose stellen bij een ABS systeem. de onderdelen van een ABS systeem aanduiden in het voertuig. het antiblokkeersysteem ontluchten volgens de gegevens van de constructeur. blokschema maken van een ABS systeem. de werking controleren en foutcodes wegwerken voor een ABS systeem. de bijhorende sensoren vakkundig uitmeten.
10.40 10.41 10.42 10.43 10.44
de banden en velgen controleren en een gepaste diagnose stellen. de kriksteun aanduiden en gebruiken. de maten op de banden en velgen verklaren. banden vakkundig herstellen. de slijtage van banden beoordelen.
Banden en velgen
10.37 10.38
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
35
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
10.45 10.46
wielen veilig balanceren. de wettelijke voorschriften nagaan.
10.47
de werking van een vering en ophanging controleren en een gepaste diagnose stellen. het veer en ophangsysteem visueel controleren. de veerpoten veilig uit- en inbouwen. de schokdempers uit- en inbouwen. een extra vering aanbrengen. (U)
Vering en ophanging
de werking van de stuurinrichting controleren en een gepaste diagnose stellen. het stuursysteem vakkundig uit- en inbouwen. slijtage en speling nagaan bij een stuurinrichting. het stuurhuis uitbouwen, controleren en inbouwen. wieluitlijning meten en de nodige afstelwerkzaamheden veilig uitvoeren. wiel en fuse standen opmeten en afstellen.
Stuurinrichting
10.48 10.49 10.50 10.51 10.52 10.53 10.54 10.55 10.56 10.57 10.58 10.59 10.60 10.61 10.62 10.63 10.64 10.65 10.66 10.67
de werking van een airco controleren en een gepaste diagnose stel- Airco len. de onderdelen en de samenhang van de airco aanduiden in het voertuig. de kenmerken van het koel en verwarmingsmiddelen omschrijven. het aircosysteem vakkundig ledigen en vullen. algemene controle van de airco op lekken en functionaliteit. de kenmerken van verschillende airco‟s met elkaar vergelijken. de milieuregelgeving respecteren in functie van de airco. veilig demonteren en montage van elementaire carrosserieonderdelen. veilig demonteren en montage van interieuronderdelen. mechanische verbindingen vakkundig realiseren in functie van de
Mechanische verbindingstechnieken
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
36
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 10.68
noodwendigheden. in functie van de opdracht een eenvoudige MIG/MAG of TIG lasbewerking veilig uitvoeren. (U)
10.69 10.70
de concrete werking van het veiligheidssysteem controleren. foutcodes interpreteren en de gepaste conclusies treffen.
LEERINHOUDEN
Veiligheidssysteem
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Demonstreer de handelingen die nodig zijn bij delicaat montagewerk.
Bij de werkzaamheden is het belangrijk dat de specificaties ter beschikking staan van de leerling.
Laat de afstelgegevens opzoeken in de technische informatie van de constructeur; het zal bijdragen tot kwalitatief werk.
Gebruik bestaande onderdelen en didactische modellen om de technieken te duiden. (let wel op dat het gebruikte onderdelen ordelijk bijgehouden/opgeborgen worden).
Laat enkel de correcte wijze van werken toe en corrigeer hun handelingen tijdig.
Laat de leerlingen een gestructureerde werkprocedure volgen omtrent het voorbereiden, uitvoeren en bijsturen.
Alvorens aan de uitvoering te beginnen dient de leraar zich goed voor te bereiden en alternatieven te bedenken.
Het veilig en ergonomisch werken staat centraal, hecht er ruimschoots belang aan.
Gebruik bij sommige onderdelen korte informatieve filmfragmenten over de aangehaalde technieken.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
37
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
11
Doelstellingen en competenties die betrekking hebben op het onderhouden en herstellen van het de elektrische uitrusting
11.1 11.2 11.3 11.4
de basiswetmatigheden relateren aan een auto technisch probleem. Algemene begrippen de elektrische schakelaars en verbruikers in een voertuig herkennen. een elektrisch schema lezen en gepast gebruiken. elektrische componenten in het voertuig veilig controleren en vervangen volgens de gegevens van de constructeur. de elektrische bedrading opzoeken in een schema en in het voertuig. de elektrische componenten veilig testen en uitmeten. de elektrische accessoires plaatsen volgens de gegevens van de constructeur. soepele elektriciteitssnoeren, kabels en draden veilig aanwenden in functie van het toepassingsgebied. Specifieke elektrische verbindingstechnieken veilig toepassen naar de noodwendigheden.
11.5 11.6 11.7 11.8 11.9 11.10 11.11 11.12 11.13 11.14 11.15 11.16 11.17
elektrische meettoestellen en testers op een veilige en correcte ma- Meten en controleren nier gebruiken zoals volt-, ampère-, ohmmeter. de meettechniek veilig uitvoeren conform de richtlijnen van de constructeur. de meetwaarden interpreteren en vergelijken met de gegevens van de constructeur. zich op een correcte manier vergewissen of een installatie veilig kan gebruikt worden. de voorkomende elektrische symbolen en pictogrammen herkennen in een schema en relateren aan de opdracht. Een elektrisch schema lezen in functie van de opdracht. de samenbouw van de installatie herkennen. de technische informatie op de toestellen aflezen en interpreteren (zoals kenplaat van een motor, spanningswaarden op een toestel …)
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
38
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 11.18
LEERINHOUDEN
diverse storingen zoals onderbrekingen, kortsluiting, spanningsverlies, stroomverlies … vaststellen en een hersteladvies opmaken. de werkwijze conform de gegevens van de constructeur veilig toepassen om storingen op te zoeken en te verhelpen.
Storingen zoeken
Basis elektronica
11.23 11.24 11.25
de technische informatie raadplegen en gebruiken in functie van de opdracht. de componenten herkennen in een schema en in het voertuig. de voorkomende signalen in een voertuig onderscheiden en hun functie toelichten. de werking van het systeem vakkundig controleren. de basiscomponenten vakkundig uitmeten. Veilig meten volgens de instructies van de constructeur.
11.26 11.27 11.28 11.29
een gepaste diagnose stellen. de componenten terugvinden in een schema en in het voertuig. de installatie uittesten en uitmeten. de onderdelen vakkundig vervangen.
Voorgloei installatie
11.30
de werking van de startmotor controleren en een gepaste diagnose stellen. de componenten terugvinden in een schema en in het voertuig. de installatie en de bijhorende onderdelen uittesten en uitmeten. de starter veilig uit- en inbouwen.
Starter
de werking van de een alternator controleren en een gepaste diagnose stellen. de componenten terugvinden in een schema en in het voertuig. de installatie uittesten/uitmeten en defecte onderdelen veilig vervangen. de componenten en de alternator veilig uit- en inbouwen.
Alternator
11.19 11.20 11.21 11.22
11.31 11.32 11.33 11.34 11.35 11.36 11.37
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
39
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 11.38 11.39 11.40 11.41 11.42 11.43 11.44 11.45 11.46 11.47 11.48 11.49 11.50 11.51 11.52 11.53 11.54 11.55 11.56
LEERINHOUDEN
de werking van de elektronische ontsteking controleren en een gepaste diagnose stellen. de componenten terugvinden in een schema en in het voertuig. de installatie en componenten uittesten op een voertuig en uitmeten. de onderdelen van een elektronische ontsteking vervangen.
Elektronische ontsteking
de werking van de batterij controleren en een gepaste diagnose stellen. celtest veilig en vakkundig uitvoeren. de batterij veilig in- en uitbouwen en aansluiten conform de instructies van de constructeur. de aansluitkabels veilig controleren. preventief onderhoud veilig uitvoeren. de veiligheidsvoorschriften respecteren.
Batterij
de werking van het verlichtingssysteem controleren en een gepaste Verlichting diagnose stellen. algemeen onderhoud vakkundig uitvoeren van het verlichtingssysteem. de verlichtingscomponenten veilig uit- en inbouwen volgens de gegevens van de constructeur. de verlichting vakkundig uittesten en afstellen conform de wettelijke voorschriften. preventief onderhoud veilig uitvoeren. een trekhaakaansluiting installeren conform de gegevens van de constructeur. de signalisatie gevers en de comfortinstallatie controleren en een gepaste diagnose stellen. systeem uittesten aangaande de signalisatie gevers en de comfortinstallatie. componenten veilig uitmeten en vervangen.
Signalisatie gevers en comfortinstallatie
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
40
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Het is aan te raden dat leerlingen in contact komen met de hedendaagse technieken tijdens hun opleiding, zodat zij de noodzakelijke moderne inzichten verwerven.
Probeer zoveel mogelijk probleemoplossende taken te voorzien.
Tracht zo veel als het kan de succesbeleving bij de leerlingen te bevorderen.
Gebruik moderne technische informatie bij het opzoekwerk
Demonstreer de techniek en schenk ruime aandacht aan de veiligheid.
Laat de leerlingen hun werk grondig voorbereiden en controleer individueel.
Laat de procedures correct opvolgen bij de uit te voeren werkzaamheden.
Schakel ICT-mogelijkheden in (bijvoorbeeld bij het simuleren van schakelingen).
Gebruik enkel het passende gereedschap, grondstof en materieel.
Organiseer bezoeken aan vakbeurzen om de vernieuwingen binnen de sector te detecteren.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
41
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
PV/TV STAGE AUTOTECHNIEK/ELEKTROMECHANICA/ELEKTRONICA DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
De stage is niet gericht op het realiseren van extra doelstellingen. De basis voor het bepalen van de activiteiten tijdens de stage zijn de doelstellingen uit het gedeelte PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica en TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica. De school/vakgroep/stagebegeleider bepaalt, in overleg met het stagebedrijf, welk van deze doelstellingen, tijdens de stage extra kunnen worden gerealiseerd in een reële context. Deze doelstellingen worden opgenomen in de stage-activiteitenlijst.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
42
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
In het leerplan zijn een aantal uitbreidingsdoelstellingen opgenomen. Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt. Alle leerplandoelstellingen moeten worden gerealiseerd gedurende de opleiding (derde graad) behalve deze aangeduid met (U). Uitbreidingsdoelstellingen moeten enkel bereikt worden als het niveau van de leerlingen dit toelaat. Zij kunnen ook gebruikt worden bij de invulling van het complementair gedeelte besteed.
Maak duidelijke afspraken met de leerling en leg bij elke opdracht uit wat belangrijk is. De leerling ontwikkelt zo het vermogen om het eigen werk te organiseren en te evalueren.
Bij het creëren van een onderwijssituatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de evenwichtige opbouw van de opeenvolgende les fases. De lesdoelen worden steeds op een eenvoudige en aanschouwelijke manier voorgesteld, kort en gestructureerd, aangepast aan het niveau van de leerlingen. Elke les fase wordt beëindigd met een duidelijke synthese. Om de leerling doelgericht te laten werken is het noodzakelijk, dat de leerling over de nodige informatie beschikt.
Als leerkracht heb je ruime aandacht aan de juiste studiemethode voor de leerlingen (leren leren). De leerlingen krijgen zoveel mogelijk kansen om zelf dingen te ontdekken.
Succes beleven is voor elke leerling belangrijk en is een middel tot waardering. Het gebruik van verschillende werkvormen tijdens het leerproces is essentieel
Gebruik de agenda als communicatiemiddel en noteer er ook positieve commentaren in.
Overleg met andere leerkrachten (in de vakgroep) over inhoudelijke aspecten en de samenhangen ervan.
VOET Wat en waarom? 1
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal:
een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;
zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:
1
lichamelijke gezondheid en veiligheid,
mentale gezondheid,
sociorelationele ontwikkeling,
omgeving en duurzame ontwikkeling,
politiek-juridische samenleving,
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
43
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Per graad:
socio-economische samenleving, socioculturele samenleving.
leren leren,
ICT in de eerste graad,
technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt. Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan. Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving. Het open leercentrum als krachtige leeromgeving Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen. Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum
uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,
ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,
uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
44
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen. Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken?
Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.
Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken. Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:
ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken);
ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …
digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;
materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem;
kranten en tijdschriften (digitaal of op papier). In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als „stille‟ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid). Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:
het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden;
het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook „van op afstand‟ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;
het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren). Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten. Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken. ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren. ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
45
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.
Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma‟s bieden.
Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.
Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …
Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma‟s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma‟s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
TIMING - JAARPLAN Van elke leraar wordt verwacht dat hij/zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning opmaakt. Met het planningsdocument kan je aangeven hoe je het leerplan zal realiseren. Het is moeilijk aan te geven hoeveel tijd er aan elk hoofdstuk besteed wordt, daar het tempo van de leerlingen afhankelijk is van hun inzet, hun bereidwilligheid om te leren, de aanpak van de leerkracht, de instructies en uitgewerkte opgaven voor de leerlingen, de leesvaardigheid van de leerlingen, de aangeboden probleemstellingen en projecten, de aanwezige infrastructuur … Het is dan ook aangewezen de timing en de jaarplanningen te bespreken in de vakgroep. Die planning kan gemaakt worden via smartschool. Horizontale en verticale samenhang van de aangeboden leerstof is noodzakelijk. De opbouw van de leerstof zal progressief binnen een leerlijn uitgewerkt worden. Eenvormigheid en duidelijkheid zal de transparantie versterken. De verschillende jaarplannen van de verschillende leerkrachten moeten op elkaar zijn afgestemd. Overleg tussen de verschillende leraren is absoluut noodzakelijk en kan best gerealiseerd worden binnen de vakgroep. Om het graadsleerplan te realiseren zullen tijdens het schooljaar de vorderingen van de verschillende leerkrachten regelmatig geëvalueerd worden, waarbij leerkrachten hun voorstellen tot bijsturing van de jaarplannen kunnen motiveren.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
46
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
ORGANISATIE VAN DE GIP (GEÏNTEGREERDE PROEF) De geïntegreerde proef (geïntegreerde proef) geeft scholen en leraren de kans om uitdagende en boeiende opdrachten te realiseren met een ruime meerwaarde voor zowel de leerling, de leraar als de school. Waarom een geïntegreerde proef De geïntegreerde proef is een decretale verplichting voor alle leerlingen binnen de eindjaren van de 2. onderwijsvormen BSO, KSO en TSO De geïntegreerde proef biedt de scholen de mogelijkheid om leerplandoelstellingen op een geïntegreerde, vakoverschrijdende, projectmatige en praktijkgerichte wijze in een reële context te realiseren. Hierdoor komen meerdere beroepsvaardigheden, algemene kennis en communicatievaardigheden evenwichtig aan bod waardoor het participeren aan het latere beroepsleven en het functioneren in de maatschappij gemakkelijker wordt. Wat is een geïntegreerde proef Het begrip “geïntegreerd” heeft een meervoudige betekenis. In de geïntegreerde proef worden meerdere vakken verweven zodat de leerling een opdracht krijgt waarin hij zijn verworven competenties uit meerdere vakken van het specifiek gedeelte tegelijk zal aanwenden. Een geïntegreerde proef is een globale opdracht waarin doelstellingen uit verschillende vakken zijn opgenomen die een samenhangend geheel vormen. De geïntegreerde proef is geen bundeling van losse opdrachten uit verschillende vakken. Tijdens de realisatie van de geïntegreerde proef komen zowel het toepassen van kennis, het uitvoeren van vaardigheden als het ontwikkelen van attitudes op een geïntegreerde en evenwichtige wijze aan bod. De inbreng van externe juryleden stimuleert een bredere kijk op mogelijke oplossingen waardoor het geïntegreerd karakter van de proef wordt geaccentueerd. De proef is een totaalproject waarin zowel proces als product evenwichtig aan bod komen en als dusdanig gelijkwaardig worden geëvalueerd. De regelgever biedt de school veel ruimte en creativiteit bij de invulling van de geïntegreerde proef. De school beschikt over de vrijheid om een geïntegreerde proef schoolgebonden in te vullen, afhankelijk van de lokale situatie, het profiel van de school, de interesses van de leerlingen, de inbreng van externe juryleden … Een „model‟ geïntegreerde proef voor een studierichting bestaat niet. Wel zal de jury kiezen voor een boeiende opdracht met een maximale link naar de actuele context zodat de geïntegreerde proef een effectieve meerwaarde betekent voor de leerling. Betrokken vakken Vakken van het specifieke gedeelte die de specificiteit van de studierichting bepalen, worden betrokken bij de opstelling en de organisatie van de geïntegreerde proef, met klemtoon op het vakoverschrijdend karakter. Kennis en vaardigheden uit de vakken van de basisvorming kunnen eveneens nodig zijn voor het realiseren van de geïntegreerde proef. De opdracht
De geïntegreerde proef wordt bij voorkeur opgebouwd rond een praktische realisatie vertrekkende vanuit een probleemstelling of een project en geformuleerd door middel van operationele doelstellingen.
De regelgever bepaalt niet welke vakken verplicht moeten worden opgenomen in de geïntegreerde proef. Concreet betekent dit dat niet alle vakken van het specifiek gedeelte verplicht in de geïntegreerde proef moeten worden opgenomen,
Vakken uit de basisvorming zoals PAV, Nederlands, wiskunde, Frans … kunnen opgenomen worden in de geïntegreerde proef. Dit is echter geen wettelijke verplichting en het is aangewezen deze vakken enkel op te nemen in de geïntegreerde proef indien de opname van
2
Voor de juiste regelgeving in verband met het organiseren van geïntegreerde proef raadpleeg je Edulex.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
47
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
deze vakken een meerwaarde betekent voor de leerling of een kwaliteitsvolle uitvoering van de opdracht ondersteunt,
Doelstellingen van de stage een onderdeel kunnen vormen van de geïntegreerde proef (maar dit is geen noodzaak).
De geïntegreerde proef kan uitgevoerd worden door een individuele leerling, door een groepje leerlingen of door de volledige klas. De opdracht kan verschillend zijn per leerling, gelijklopend zijn of een deel zijn van een groter geheel. Eventueel kunnen de leerlingen zelf kiezen of ze de geïntegreerde proef individueel dan wel in groepsverband uitvoeren.
Begeleiding De geïntegreerde proef is een procesmatig geheel en kan ingedeeld worden in een planningsfase, een ontwikkel of uitvoeringsfase fase en een voorstellingsfase. Elke leraar, die vakken geeft die betrokken zijn bij de geïntegreerde proef (zowel AV, TV en PV), zorgt - binnen zijn vakgebied - voor de nodige begeleiding van de leerlingen. De geïntegreerde proef-begeleider heeft, naast de begeleiding binnen zijn eigen vakgebied, ook een coördinerende taak. Ouders, leerlingen en de delibererende klassenraad worden tijdig en regelmatig geïnformeerd betreffende de vorderingen. Meer informatie over de geïntegreerde proef kan je vinden op de GO! Website of vraag je bij de pedagogische adviseur.
ORGANISATIE VAN DE STAGE Wat is een stage? Een stage is een begeleid, buitenschools leerproces, gericht op het verwerven van kennis, attitudes en vaardigheden in een reële werksituatie, gekoppeld aan een reeks leerplandoelstellingen. Het is een verdieping en/of een aanvulling van de schoolse vorming. Via de stage dient de leerling de mogelijkheid te krijgen het leerproces dat hij op school doormaakt verder te optimaliseren. De doelstellingen die men op de stageplaats wil realiseren zijn opgenomen in een stageactiviteitenlijst. Regelgeving Bij de organisatie van een stage zal er steeds over gewaakt worden dat de vigerende regelgeving strikt gevolgd wordt. Afwijkingen (indien nodig) zullen tijdig aangevraagd worden. Prospectie van stageplaatsen De keuze van geschikte stageplaatsen is uiterst belangrijk voor de verwezenlijking van de stagedoelstellingen. Daarom dient de nodige aandacht besteed te worden aan een zorgvuldige prospectie en selectie van stageplaatsen. Het is niet aangewezen dat de leerling zelf naar een stageplaats zoekt. Hij kan wel voorstellen formuleren, maar de contacten worden door de school gelegd. Goede stageplaatsen voldoen aan een aantal basisvoorwaarden:
bonafide en dus voldoen o.m. aan de wettelijke voorschriften;
respecteren de regelgeving in verband met het welzijn en milieu;
de activiteiten in overeenstemming met de stagedoelstellingen;
het aantal stagiairs staat in verhouding tot het aantal werknemers; stagiairs zijn geen goedkope werkkrachten;
de stagementor krijgt voldoende tijd en ruimte voor de begeleiding van de leerling-stagiair;
er is voldoende kwalitatieve uitrusting en apparatuur beschikbaar;
de stageplaats zal bij voorkeur binnen een redelijke afstand van de woonplaats van de stagiair liggen;
de stagementor kan voldoende tijd vrijmaken voor contacten met de stagebegeleider.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
48
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Vastleggen van de stageactiviteiten In onderling overleg tussen stagebegeleider, de vakgroep en stagementor wordt voor elke individuele leerling een stageactiviteitenlijst opgesteld. Deze activiteiten:
vinden hun verantwoording in het leerplan;
ondersteunen de schoolopleiding;
liggen binnen de psychische en fysieke mogelijkheden van de leerling. De lijst met stageactiviteiten wordt gekoppeld aan de stageovereenkomst.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
49
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN3 Om de leerplandoelstellingen geïntegreerd te realiseren, wordt er voorkeur gegeven aan het feit dat de lessen gegeven worden in een daartoe aangepast vaklokaal en/of werkruimte. De inrichting van de vaklokalen zal de leerlingen inspireren tot een algemene attitude van netheid, zorg en veiligheid.
SPECIFIEKE ONDERDELEN Volgende materiële uitrusting behoren tot de basisuitrusting van de garage in de school: werkgebied Persoonlijke gereedschappen
materiële uitrusting
sleutels
schroevendraaiers
tangen
hamer
Persoonlijke beschermingsmiddelen/col- lectieve beschermingsmiddelen
ICT
Didactische uitrusting
Mechanische meet- en controlegereedschappen
3
handschoenen veiligheidsbril
veiligheidsschoenen
werkkledij
pc‟s (voldoende in aantal) met aangepast software, aangesloten op internet
vaste data projector
printer
specifiek lokaal autotechniek
didactische voertuigen met bijpassende werkplaatshandboeken en onderhoudsboekje
didactische motoren op steun
didactische onderdelen
recent voertuig
meetlat en schuifmaat
meetklok met voet
uitwendige en inwendig micrometers
voelmaten
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Specifieke Elektra- gereedschappen eigen aan de garage-uitrusting
Smering
Koeling
Motor
Remmen
Ophanging – stuurinrichting en aandrijving
Diverse
universeel uitleestoestel en labscoop
multimeter en set testsnoeren specifiek voor de garage
Soldeerbout en tinzuiger
startkabels
batterijlader en aanverwante testgereedschap
olie afzuigapparaat
oliedruk meter
oliefiltersleutel/onderhoudsset
olie opvangreservoir (milieu wetgeving)
antivries meettoestel
cilinderkoppakking test
koelsysteem tester
vulsysteem en ontlucht systeem
compressiemeters
koelvloeistofconcentratie meter
lektester
momentsleutel en gradenboog
druk- onderdrukpomp
riemspanningsmeter
roetmeter
serieel en parallel autodiagnose toestel
universeel motor tester (met scoop en viergas analyseer)
remontluchtapparaat
remreiniger
universele remgereedschappen
wielsuitlijntoestel
balanceer toestel
band- herstelgereedschappen
bandendrukmeter
bandenlichter
banden montagemachine met aangepast gereedschap
loodjestang
montagevloeistof en borstel
profielmeter
universele koppelingsgereedschappen
universele gereedschappen bij het onderhoud en herstelling van de ophanging
universele trekkers
ventielgereedschap en trekbeugel
boormachine
compressor luchtpistool
hefbrug
50
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
51
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
hogedrukreiniger
lichtregelapparatuur
looplamp (24V)
luchtdrukinstallatie
MIG/MAG of TIG -lastoestel
reinigings- en opbergmateriaal
rolkrik, assensteun en werkkraan
slijpmolen
spiegel
uitlaatgasafzuigsysteem
universele klein gereedschap eigen aan de autotechniek
werkbank met bankschroef
OVERIGE
didactische onderdelen van recente wagens
didactische audiovisuele middelen over autotechnieken
didactisch leermodel van de vierslagmotoren tweeslagmotor
didactisch leermodel benzine- en dieselmotor
didactisch leermodel versnellingsbak
didactisch leermodellen stuurinrichtingen
didactisch paneel elektriciteit
montage-, demontage-, controle en meetgereedschappen om het leerplan te realiseren
onderhoudsboekje en werkplaatshandboek van een moderne wagen
PC + CD-ROM in functie van specifiek software voor autotechniek (aanbevolen is dat deze PC op internet is aangesloten)
meetgereedschap om de diverse leerplandoelstellingen te realiseren
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
52
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
EVALUATIE De evaluatie valt te kaderen binnen het evaluatiebeleid van de school. Het spreekt dus vanzelf dat de individuele leraar zijn evaluatie moet afstemmen op deze visie. De evaluatie gebeurt aan de hand van evaluatiecriteria in functie van de doelstellingen. Een goed functionerende evaluatie beantwoordt aan een aantal randvoorwaarden. De evaluatie is:
planmatig: de leerling (en zijn ouders) moeten weten wat, wanneer en waarom;
voorspelbaar: het gevraagde moet duidelijk herkenbaar zijn voor de leerlingen; de leerling moet de juiste oplossing kunnen terugvinden, ook na het evaluatiemoment; hij moet eruit kunnen leren;
efficiënt: doelgericht om leerlingen te begeleiden vanuit een positieve benadering; evaluatie dient niet om af te straffen;
valide: dit wil zeggen volledig in overeenstemming met wat werd gezien en wat kan verwacht worden;
relevant: de cijfers moeten in verhouding staan tot de inspanning en het relatief belang;
procesgericht: evaluatie mag niet teveel als een finaliteit beschouwd worden; het is een deel van het opvoedingsproces;
objectief: dit wil zeggen, vergelijkbaar met anderen; het is belangrijk dat de verschillen kunnen uitgelegd worden en als dusdanig dat deze ook worden aanvaard;
transparant: de toetsen moeten zo snel mogelijk na verbetering aan de leerlingen worden voorgelegd en liefst met hen worden besproken. Een goed functionerende evaluatie beantwoordt aan een aantal kwaliteitscriteria:
Stel alleen geldige vragen. Enkele voorwaarden hierbij zijn:
de opgaven moeten overeenkomen met de leerplandoelstellingen;
wat geëvalueerd wordt, moet ook voldoende ingeoefend zijn;
de moeilijkheidsgraad moet aanvaardbaar zijn.
Verhoog de betrouwbaarheid en verklein de foutenmarge door:
duidelijke en ondubbelzinnige vragen te stellen;
het puntengewicht in relatie te brengen met het belang van de doelstellingen;
vraag per vraag te corrigeren op basis van een correctiemodel met puntenverdeling;
relatief veel vragen te stellen en per moeilijkheidsgraad te rangschikken (want dat motiveert meer);
aan de leerling voldoende tijd te geven;
de quotering niet te verlagen voor spelfouten, zorg of lay-out of een gebrekkige manier van uitdrukken, tenzij dit het doel is (bijv. wanneer de school een vakoverschrijdend taalbeleid erop nahoudt);
veel evaluatiebeurten te voorzien (zonder te veel onderwijstijd in beslag te nemen!).
Zorg voor een voorspelbare evaluatie door:
de vragen voldoende herkenbaar te maken en aan te sluiten op de wijze van toetsen die ze gewoon zijn;
de beoordelingscriteria vooraf gekend zijn;
de leerlingen goed op de hoogte brengen van wat ze moeten kennen en kunnen.
Maak van de evaluatie een nuttig instrument (leraar en leerling leren eruit) door:
het examen of de toets te laten inkijken en klassikaal te bespreken;
aan de leerling feedback te geven en te leren waarom een antwoord juist of fout is;
conclusies te trekken voor de manier van onderwijzen (didactische aanpak);
de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken te analyseren.
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
53
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Belangrijk is de evolutie van hun prestaties, daarom zal de leraar voortdurend hun vorderingen nagaan en zo nodig remediërend optreden. Een aantal redactieregels bevorderen deze voorwaarden:
duidelijke vraagstelling met precieze afbakening van aantallen, te gebruiken juiste hulpmiddelen en onafhankelijkheid van de items bij deelvragen of opeenvolgende vragen;
correcte formulering qua taalgebruik: eenvoudig, concreet en zonder overbodigheden, vragen met een zelfde vraagvorm groeperen, vermijden van dubbelzinnige items, vermijden van (dubbele) negaties;
verzorgde lay-out: BIN-normen, geen vraag over twee pagina‟s gespreid, overzichtelijke nummering, goed leesbare teksten en duidelijke figuren. Naast de evaluatie door de leraar, is het wenselijk dat de leerlingen bij de evaluatie betrokken worden via:
peerevaluatie (leerlingen evalueren elkaar);
zelfevaluatie (de leerling evalueert zichzelf). Door gebruik te maken van een zelfevaluatie zullen de leerlingen zichzelf in vraag stellen;
co-evaluatie (samen met de leraar).
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
54
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE Informatie over de handboeken kan je bekomen via het internet. Je zoekt via de zoekmachine naar de desbetreffende uitgevers waar je de voornaamste info kan terugvinden. Boekdelen EDUCAM zie website Verschillende cursusdelen zijn er te bestellen over diverse onderdelen Toekomst op wielen en de garagasten: zie website Verschillende cursusdelen kunnen gratis bekomen worden. VTOTotaal Voertuigtechnieken Nijgh Versluys Ericastraat 18 3742 SG Baarn Boekdeel 1A ISBN: 978-90-425-3628-9 Boekdeel 1B ISBN: 978-90-425-3629-6 Boekdeel 2A ISBN: 978-90-425-36302 Boekdeel 2B ISBN: 978-90-425-36319 Enkele werken: Praktijk ISBN: 978-90-425-3632-6 Verschillende boekdelen theorie en praktijk Innovan - Rouboslaan 3. - NL - 2252 TR Voorschoten - Nederland
ABS - Antiblokken - systemen bij personenauto's
Adviesset P1
Adviesset P2 bedrijfswagens
Adviesset P2 personenwagens
Adviesset V1 bedrijfswagens
Adviesset V1 personenwagens
Autotechniek zakboekje
Benzinemotoren
Carrosserietechnieken (2 delen)
Dieselmotoren (2 delen)
Katalysatoren
LPG-installaties
Testapparatuur voor motoren
Testapparatuur voor onderstellen
Autodata bvba - Thillostraat 3 - 2920 Kalmthout
Autodata - Afstegegevens 1992
Autodata - Benzine-injectie
Autodata -
Autodata - Distributie
Autodata - Koppelingen
Autodata - Werktijden
Bosch-Technische leergangen Delta press BIJV.
Cursussen van de verschillende constructeurs.
Leerboek 1, 2A en 2B J. Nuyens
Vaktekenen en Tekeninglezen L. Van de Wiele, A. De Bruyn, Plantyn
Wabco J.A. Reuvekamp Delta press BIJV.: luchtdruksystemen
TSO – derde graad – Specifiek gedeelte Autotechnieken
55
TV /Autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10 lestijden/week, 2e leerjaar: 10 lestijden/week) PV Praktijk /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 10-8 lestijden/week, 2e leerjaar: 8-6 lestijden/week) PV/TV Stage /autotechniek/elektromechanica/elektronica/ (1e leerjaar: 0-2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2-4 lestijden/week)
Werkboek 1, 2A en 2B W. Buts Kluwer Editorial Kouterveld 2 1831 Diegem
Auto - alarmsystemen en wegrijblokkeringen
Auto – elektroschema‟s ISBN 90 201 2459 5
Autotuning
Benzine - inspuitsystemen
De aandrijflijn ISBN 90 201 2012 3
De complexe aandrijflijn
ISBN 90 201 2446 3
De elektrische Installatie
ISBN 90 201 1825 0
De moderne auto - elektro
ISBN 90 201 2929 5
De techniek van de auto
ISBN 90 201 2242 8
Dieselinspuiting voor personenauto's
Elektronica in de auto ISBN 90 201 2950 3
Elektronische regelsystemen 1 ISBN 90 201 2945 5
Elektronische regelsystemen 2 ISBN 90 201 2951 1
Het rijdend gedeelte A ISBN 90 201 1972 9
Het rijdend gedeelte A+B
Het rijdend gedeelte B ISBN 90 201 2216 9
ISBN 90 201 2960 0
ISBN 90 201 2929 7 ISBN 90 201 2943 0
ISBN 90 201 2976 7
ISBN 90 201 2279 7
Motorschade, Schade aan verbrandingsmotoren Merk-Educatie Buurtlaan west 113 3905 Veenendaal
Aandrijfsystemen
Hydraulische remsystemen
Luchtdrukremmen
Luchtdruksystemen
Montagetechniek
Motorvoertuigentechniek
Samenleving en techniek
Vervaardigingstechniek
Voertuig 3a en 3b
ISBN 90 201 2944 9