Maart 2001
www.behringer.com
NEDERLANDS
MIC2200
Versie 1.2
®
ULTRAGAIN PRO
Korte handleiding
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES CAUTION:
Om de kans op elektrische schokken te verminderen wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen. Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhoudsinstructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES: Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen. Instructies Voor Het Bewaren: Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen. Waarschuwing Voor Oplettendheid: Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen. Op te Volgen Instructies: Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd. Water en Vochtigheid: Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.). Ventilatie: Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatieopeningen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert. Hitte: Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren. Energiebron: Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf. Randaarding en Polarisatie: Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn. Bescherming van de Electriciteitsdraden: De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen. Schoonmaken: Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt. Periodes van niet in gebruik zijn: De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft. Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen: Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen. Schade die Service Vereist: Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer: - de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of - voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of - het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of - het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of - het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd. Controlebeurt: De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen. Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER en ULTRAGAIN zijn geregistreerde handelsmerken. © 2001 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
ULTRAGAIN PRO MIC2200
1. INLEIDING Met de ULTRAGAIN PRO MIC2200 hebt u nu de beschikking over een extreem muzikale en flexibele microfoonvoorversterker. Sinds de introductie van onze eerste ULTRAGAIN, ongeveer 5 jaar geleden, heeft dit apparaat furore gemaakt. De High-End-microfoon-voorversterker is ontwikkeld op basis van onze jarenlange ervaring en kennis op het gebied van versterkertechnologie en wordt wereldwijd in gerenommeerde studios, galminstallaties en radio- c.q. televisiestations toegepast. Het was dan ook een behoorlijke uitdaging om de nu al legendarische ULTRAGAIN nog verder te verbeteren. Met trots kunnen we zeggen dat ons dat toch gelukt is. De BEHRINGER ULTRAGAIN PRO behoeft geen enkel compromis op het gebied van bedieningsgemak, klank, technische gegevens en bewerking.
2. INGEBRUIKNAME De ULTRAGAIN PRO werd in de fabriek zorgvuldig verpakt om een veilig transport te garanderen. Vertoont de verpakking desondanks beschadigingen, controleer het apparaat dan onmiddellijk op zichtbare schade.
+
Stuur het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons terug, maar informeer beslist eerst de handelaar en de transportonderneming, omdat anders elke aanspraak op schadevergoeding kan vervallen.
2.1 Inbouwen in een rack De BEHRINGER ULTRAGAIN PRO neemt de ruimte in van één hogetonenspeakerunit bij inbouw in een 19-inchrack. Houd rekening met een extra inbouwdiepte van 10 cm voor de aansluitingen aan de achterzijde. Zorg voor voldoende ventilatie en plaats de ULTRAGAIN PRO bijvoorbeeld niet op een eindtrap, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
2.2 Netspanning Controleer voor u de ULTRAGAIN PRO aansluit op het net of de op het apparaat ingestelde voedingsspanning overeenkomt met de lokale netspanning! De zekeringhouder op de netaansluiting heeft 3 driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan tegenover elkaar. De ULTRAGAIN PRO is ingesteld op de netspanning die naast deze markeringen wordt aangegeven. De ingestelde spanning kan worden gewijzigd door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet voor exportmodellen, die bijvoorbeeld maar voor een netspanning van 115 V zijn ontwikkeld!! De verbinding met het net dient te gebeuren met een geaard netsnoer. Dit snoer voldoet aan alle veiligheidseisen.
+
Zorg er altijd voor dat alle apparaten geaard zijn. Verwijder voor uw eigen veiligheid nooit de aarding van de apparatuur en knoei niet met het aansluitsnoer.
2.3 Audioverbindingen De audio-in- en uitgangen van de BEHRINGER ULTRAGAIN PRO zijn volledig symmetrisch opgebouwd. Wanneer u de mogelijkheid heeft om met behulp van andere apparaten symmetrische signalen kunt maken, moet u dat beslist doen. Zo bereikt u een maximale stoorsignaalcompensatie.
+ +
Zorg ervoor dat de installatie en bediening van het apparaat uitsluitend door gekwalificeerde personen gebeurt. Let tijdens en na het installeren op een voldoende aarding van het bedienend personeel. Door elektrostatische ontladingen kunnen de prestaties van de apparatuur nadelig beïnvloedt worden. Niet-symmetrische XLR-Verbindingen mogen nooit als microfoonkabel gebruikt worden, omdat daardoor een gebruikte voeding via het mengpaneel wordt kortgesloten! 1. INLEIDING
3
ULTRAGAIN PRO MIC2200
3. BEDIENINGSELEMENTEN
Afbeelding 3.1: De voorzijde van de ULTRAGAIN PRO MIC2200 De BEHRINGER ULTRAGAIN PRO is voorzien van twee identiek opgebouwde kanalen. Elk kanaal is uitgerust met zeven drukschakelaars, zes draaiknoppen en 13 LEDs.
3.1 De elementen aan de voorzijde van de ULTRAGAIN PRO
Afbeelding 3.2: De bedieningselementen op het frontpaneel van de ULTRAGAIN PRO
1
+ 2
+
4
Met de +48 V-schakelaar wordt die +48 V- of fantoomvoeding geactiveerd. Condensatormicrofoons worden nu via de signaalleiding gevoed. Controleer, voordat u de +48 V-schakelaars inschakelt, of de aangesloten signaalbron hiervoor geschikt is, omdat anders de microfoon kan beschadigen. Met de MIC/LINE-schakelaar schakelt u tussen de MIC- en de LINE-modus. Wanneer de schakelaar ingedrukt is, werkt het apparaat in de MIC-modus. Vervolgens kunt u de +48 V-schakelaar desgewenst inschakelen. In de LINE-modus is deze functie niet beschikbaar. In de MIC-modus is de stekkeringangsbus buiten werking en kunt u de microfoonversterker alleen op de XLR-bus aansluiten.
3
De MIC GAIN-schuifregelaar is alleen in de MIC-modus actief. Met deze schuifregelaar stelt u de versterking van het ingangssignaal in tussen 10 en 60 dB. Omdat een erg grote versterking kan worden ingesteld, is het van belang dat u controleert of de ingestelde versterking toelaatbaar is. In geval van twijfel is het aan te bevelen om, de schuifregelaar op helemaal tegen de linker aanslag te schuiven en van daaruit de versterking langzaam opvoert. Let op het volgende: Door de hoge versterking kunnen niveaus worden geproduceerd die de volgend apparaten kunnen beschadigen.
4
Wanneer de CLIP-LED brandt wordt een niveau van minstens +18 dBu naar de microfoonversterkertrap gestuurd. De CLIP-LED is een waarschuwing en geeft aan dat de versterking met de MIC GAINschuifregelaar verlaagd moet worden om vervormingen door oversturing te voorkomen. De LED moet onder normale omstandigheden niet branden.
5
Met de PHASE REV.-schakelaar wordt het ingangssignaal geïnverteerd, d.w.z. de fase wordt 180 graden gedraaid. Deze functie werkt zowel op MIC- als LINE-signalen.
6
Wanneer het hoogdoorlaatfilter is ingeschakeld (LO CUT-schakelaar geactiveerd) kunt u met de FREQUENTIE-schuifregelaar de onderste grensfrequentie van het hoogdoorlaatfilter instellen. Het instelbereik ligt tussen 12 en 320 Hz en moet bij voorkeur als contactgeluidsfilter worden gebruikt. 3. BEDIENINGSELEMENTEN
ULTRAGAIN PRO MIC2200
7
Met de LO CUT-schakelaar wordt het hoogdoorlaatfilter in- c.q. uitgeschakeld.
De volgende 6 bedieningselementen zijn voor de parametrischen equalizer.
8
Met de FREQUENTIE-schuifregelaar selecteert u de frequenties die gewijzigd moeten worden. Merk op dat de x0,1- en x10-schakelaars het frequentiegebied met de betreffende factor verkleinen, c.q. vergroten. Op die manier kunt u het hele audiogebied tussen 10 Hz en 20 kHz bestrijken. Wanneer beide schakelaar niet ingedrukt zijn, bestrijkt de schuifregelaar een bereik tussen 100 Hz en 2 kHz.
9
De x 0.1-schakelaar schakelt het frequentiebereik om naar 10 Hz tot 200 Hz. Daarmee kunt u met name frequenties in het basgebied bewerken.
10
De x 10-schakelaar schakelt het frequentiebereik van de Frequentieschuifregelaar om naar 1 kHz tot 20 kHz om. Daarmee kunt u met name frequenties in het hogetonenspeakergebied bewerken.
11
Met de BANDBREEDTE-schuifregelaar stelt u de flanksteilheid van het filter in. De bandbreedte kan liggen tussen 0,03 (Q=43) en 2 octaven (Q=0,67).
12
De LEVEL-schuifregelaar bepaalt de mate van niveaudemping, c.q. -versterking van het filter. Het regelgebied ligt tussen -15 en +15 dB.
13
Met de EQ IN/OUT-schakelaar kunt u de parametrische EQ in- c.q. uitschakelen. Schakel de equalizer altijd uit wanneer deze niet voor de audiotoepassing noodzakelijk is.
14
De OUTPUT-schuifregelaar regelt het uitgangsniveau van het apparaat met +/- 20 dB, d.w.z. het signaal kan maximaal 20 dB afgezwakt of versterkt worden. In de middenpositie van de schuifregelaar wordt het niveau niet veranderd. De schuifregelaar is zowel in de MIC- als in de LINE-modus actief.
15
De UITGANGSNIVEAU-indicator informeert u over het uitgangsniveau van het apparaat en geeft dit weer binnen het gebied van -30 tot +18 dB. De indicator is gekalibreerd op een referentie van +4 dBu.
3.2 De elementen aan de achterzijde van de ULTRAGAIN PRO
Afbeelding 3.3: De elementen aan de achterzijde van de ULTRAGAIN PRO MIC2200
16
SERIENUMMER. Neem a.u.b. de tijd en stuur ons de garantiekaart, volledig ingevuld van de handelaar, binnen 14 dagen na datum van aankoop toe, omdat u anders uw uitgebreide aanspraak op garantie verliest. Anders verliest u de aanspraak op de uitgebreide garantie. Behalve met de kaart, kunt u uw apparaat ook on-line, via onze internet-site (www.behringer.com) registreren.
17
ZEKERINGHOUDER/SPANNINGSKEUZE-SELECTOR. Controleer voor u het apparaat aansluit op het net of de op het apparaat ingestelde voedingsspanning overeenkomt met de lokale netspanning. Vervang een defecte zekering altijd door exact hetzelfde type zekering.
18
NETAANSLUITING. Gebruik het bijgeleverde netsnoer, om het apparaat op de netspanning aan te sluiten. Let ook op de aanwijzingen in hoofdstuk INGEBRUIKNAME.
19
AUDIO IN. Dit zijn de audio-ingangen van de ULTRAGAIN PRO. De XLR-bus is de gemeenschappelijke microfoon- en Line-ingang. De symmetrische 6,3 mm contactbus dient voor signalen met Line-niveau.
20
AUDIO OUT. Dit zijn de audio-uitgangen van de ULTRAGAIN PRO. De bij elkaar horende Stekker- en XLR-bussen zijn parallel bekabeld. 3. BEDIENINGSELEMENTEN
5
ULTRAGAIN PRO MIC2200
Afbeelding 3.4: De verschillende stekkertypen vergeleken
6
3. BEDIENINGSELEMENTEN
ULTRAGAIN PRO MIC2200
4. TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO-INGANGEN Microfoon Aansluitingen Type Impedantie Max. ingangsniveau CMRR Line Aansluitingen Type Impedantie Max. Ingangsniveau CMRR
XLR-aansluiting Transformatorloze, DC-ontkoppelde ingang 3 kOhm symmetrisch +10 dBu symmetrisch en niet-symmetrisch gemiddeld 40 dB, >55 dB @ 1 kHz XLR- en 6,3 mm Stekker-aansluiting Transformatorloze, DC-ontkoppelde ingang 60 kOhm symmetrisch +23 dBu symmetrisch en niet-symmetrisch gemiddeld 40 dB, >55 dB @ 1 kHz
AUDIO-UITGANGEN Aansluitingen Type Impedantie Max. uitgangsniveau
XLR- en 6,3 mm Stekker-aansluiting Elektronisch gestuurde, servo-gesymmetreerde uitgangseindtrap 60 Ohm symmetrisch, 30 Ohm niet-symmetrisch +21 dBu symmetrisch en niet-symmetrisch
SYSTEEMGEGEVENS Frequentiebereik Ruisafstand THD IMD Overspraak
10 Hz tot 200 kHz, +/- 3 dB >94 dBu, ongewogen, 22 Hz tot 22 kHz 0,011 % gemiddeld @ +4 dBu, 1 kHz, Versterking 1 0,01 % gemiddeld SMPTE <-88 dB, 22 Hz tot 22 kHz
FUNCTIEREGELAAR Mic Gain Frequentie (Lo Cut) Frequentie (PEQ) Bandbreedte Level Output
variabel (+10 tot +60 dB) variabel (12 tot 320 Hz) variabel (10 Hz tot 20 kHz), afhankelijk van de x 10- en x 0.1-Schakelaars variabel (0,03 tot 2 Octaven) variabel (-15 dB tot +15 dB) variabel (-20 dB tot +20 dB)
FUNCTIESCHAKELAAR +48 V Mic/Line Phase Rev. Lo Cut x 0.1 x 10 EQ In/Out
Inschakeling van de fantoomvoeding Omschakeling van Line- naar microfoon-voorversterker Fasedraaiing (180°) Activering van het hoogdoorlaatfilter omschakeling van de frequentieschuifregelaar op 10 Hz tot 200 Hz omschakeling van de frequentieschuifregelaar op 1 kHz tot 20 kHz Activering van het parametrische filter
INDICATORS Clip Uitgangsniveau Functieschakelaar
Oversturingcontrolelamp LED-indicator met 12 posities: -30/-24/-18/-12/-6/-3/0/+3/+6/+9/+12/+18 dB LED-indicator van elke schakelaar
VOEDING Netspanning
Vermogensopname Zekering Netaansluiting AFMETINGEN/GEWICHT Afmetingen (H * B * T) Gewicht Transportgewicht
USA/Canada 120 V ~, 60 Hz U.K./Australië 240 V ~, 50 Hz Europa 230 V ~, 50 Hz Algemeen exportmodel 100 - 120 V ~, 200 - 240 V ~, 50 - 60 Hz maximum 20 W 100 - 120 V ~: T 500 mA H 200 - 240 V ~: T 250 mA H Standaard geaard snoer circa 1 3/4" (44,5 mm) * 19" (482,6 mm) * 8 1/2" (217 mm) circa 3 kg circa 4,2 kg
De firma BEHRINGER zet zich er steeds voor in, de hoogste kwaliteitsstandaard te waarborgen. Vereiste modificaties worden zonder aankondiging vooraf verricht. Technische gegevens en uiterlijk van het apparaat kunnen daarom van de genoemde aanduidingen of afbeeldingen afwijken.
4. TECHNISCHE GEGEVENS
7