NIEUWSBRIEF VAN DE S TICHTING C ULTUREEL E RFGOED Z EELAND
Majolica kan
Bronzen Bacchus-beeldje
Vuurstenen bijl
Drietand, benen werktuig
IJzeren borstkuras
Kom van terra sigillata
Parfumsprenkelaar van blauw glas
Fluitje van roodbakkend aardewerk
www.scez.nl/beeldbankarcheologie
Gouden guinea van Carolus II
Bord van roodbakkend aardewerk
Tin/loden spiegeldoosdeksel
jaargang 12, december 2013 Majolica kom met makersmerk
Kopglas voor aderlaten
Aardewerkpot uit Pingsdorf
04
Tin/loden insigne Maria met kind
Kacheloventegel, roodbakkend aardewerk
Inhoudsopgave
SCEZpresse
2
SCEZpresse
3
CULTUURHISTORIE 2014: 200 jaar Provincie Zeeland - Start Zeeuwse Ankers
4 6 10
12
14
15 16 18 20
ARCHEOLOGIE Archeologisch nieuws Onderzoek en meldingen Vondst voor het voetlicht: Drie Zeeuwse pelgrimhoorns STREEKTALEN Streektaal Varia ERFOEDEDUCATIE Twee museale kindconcepten uitgewerkt: ‘Kiekus!’ en ‘Guus en Guusje’ MUSEA Ontwikkelingen in museumland Zeeuwse MuseumNa|8 Herdenkingsjaar Tweede Wereldoorlog 2014-2015 Volkscultuur Nieuws: Gloednieuwe Zeeuwse traditionals
23 • 24 25 26 • 27
MONUMENTEN Erfgoed- en watersector vinden elkaar in aanpak gevolgen klimaatverandering Inventarisatie van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog afgerond Kerkenproject gemeente Sluis van start Promotiemiddelen Vier Werven Overleg opgeleverd Restauratieprojecten bij ROP Zeeland Open Monumentendag: een dag vol macht en pracht! Onderhoud van bitumineuze dakbedekking Belastingaftrek voor eigenaren van rijksmonumenten
28
ERFGOED ALLERLEI Publicaties
31 •
Colofon | MOnuMENTaal Vacature Raad van Toezicht
22
Tradities moeten zich aanpassen anders lopen ze het risico te worden bijgezet in het rariteitenkabinet van de Nederlandse volkscultuur. Tradities staan of vallen met beleving. Beleving is emotie en emotie kan hoog oplopen. Je bent ergens voor of je bent ergens tegen, je vindt iets geweldig of je vindt het maar niets. Er zit onmiskenbaar iets onredelijks in beleving en emotie. Als u dit leest dan heeft u kunnen zien in welke mate de altijd behulpzame, vrolijke en soms wat onhandig opererende kompaan van Sinterklaas in uiterlijk en gedrag is veranderd. Hoe zag Zwarte Piet er uit en hoe gedroeg hij zich? Was het nog Zwarte Piet of was het gewoon Piet? Op het moment dat ik dit stukje schrijf woedt daarover een hevige discussie. Iedereen heeft natuurlijk gelijk. Het is maar net welke invalshoek voor de discussie wordt gekozen. Ik vind het boeiend om te horen hoe het Sinterklaasfeest is ontstaan en hoe de belangrijkste ‘dramatis personae’ met hun tijd zijn meegegaan en waarom. Misschien moeten we het traditionele Sinterklaasfeest gewoon zien als een kinderfeest met alle ingrediënten die een kinderfeest zo leuk maken: een spannend verhaal met geheimzinnige hoofdfiguren, een feestelijke intocht en een pakjesavond vol met verrassingen. Maar dat neemt niet weg, dat het Sinterklaasfeest op een ander niveau verbindingen blootlegt naar aspecten van onze samenleving in heden en verleden die minder feestelijk zijn en waar we onze ogen niet voor mogen sluiten. Ik doel dan op onderdrukking en discriminatie. Kijkend naar het verleden wordt gezegd: het waren andere tijden. Levend in het heden en kijkend naar de toekomst moet worden gezegd: dat niet meer. Zo kan de traditie van het Sinterklaasfeest en Zwarte Piet in twee dimensies worden beleefd, de ene niet minder dan de andere. Beleving is evenzeer van toepassing op deze Zeeuws Erfgoed. Zie bijvoorbeeld de archeologische schatten op de omslag. Beleving in 32-voud. De burgemeesters van Amsterdam en Sluis zullen zeker iets hebben beleefd op de Zeeuwse Klapbank in het op 30 september geopende Belfort in Sluis. Maar wat? Voor de deelnemers aan de Zeeuwse MuseumNa|8 in oktober moet de duisternis een beleving op zich zijn geweest. Volop beleving was er bij het zingen, spelen en het beluisteren van covers van Zeeuwse traditionals in De Spot op 15 november in Middelburg. In Zeeland kun je feesten, zoveel is die avond wel duidelijk geworden. Lees meer over dit alles verderop in dit nummer. Ik wens u goede dagen en een voorspoedig 2014. Wim Scholten, directeur
Wat is
u waard?
Uitkomst lezerswaardering en toekomst nieuwsbrief: zie pagina 27
Bij de omslag Sinds december 2013 is de Beeldbank van het Zeeuws Archeologisch Depot online te raadplegen via de website van de SCEZ. Van de vele duizenden voorwerpen uit het depot is een selectie gemaakt van circa 3.500 meest bijzondere vondsten. Deze zijn met foto, beschrijving en herkomst in de beeldbank ontsloten. Meer hierover op pagina 4.
www.scez.nl/beeldbankarcheologie
Op 28 juli 1914 verklaart Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië. Op 4 augustus trekken Duitse troepen België binnen en is de Eerste Wereldoorlog een feit. Nederland blijft buiten het conflict. De neutraliteitspolitiek van Nederland leidt in 1913 tot het bouwen van een kustfort ten oosten van Vlissingen. De Westerschelde moet worden verdedigd. Voorzien is in twee pantserkoepels met ieder twee kanonnen. In 1914 stopt de bouw. Het in Duitsland bestelde geschut wordt vanwege de oorlog niet geleverd en het kustfort (fort De Ruyter) wordt nooit afgebouwd. Nu, honderd jaar later, zijn de betonnen restanten nog duidelijk aanwezig. Het is erfgoed van een nooit gevoerde oorlog.
Cultuurhistorie
2014: 200 jaar Provincie Zeeland Start Zeeuwse Ankers In 2014 bestaat de Provincie Zeeland 200 jaar. Ter gelegenheid daarvan start in de eerste week van januari 2014 een televisieserie bij Omroep Zeeland over de Canon van Zeeland. Met deze televisieserie start ook Zeeuwse Ankers, het nieuwe samenwerkingsverband binnen het Zeeuwse erfgoed, dat tevens verbindingen legt met natuur en cultuur. Omroep Zeeland Met vijftig vensters in de Canon van Zeeland duurt de televisieserie één jaar lang. Wekelijks wordt een venster op de provinciale geschiedenis geopend. De uitzending vindt plaats op dinsdag. In de dagen daarna zullen bij dit venster activiteiten worden georganiseerd: lezingen, tentoonstellingen, wandelingen, herdenkingen, boekpresentaties, theatervoorstellingen en dergelijke. De geschiedenis van Zeeland kan zo niet alleen worden ontdekt, maar ook beleefd. Zeeuwse Ankers biedt aanknopingspunten in een provincie die meebeweegt op de golven van de tijd. zeeuwseankers.nl Vanaf januari 2014 zijn de verhalen bij de canonvensters en informatie over activiteiten, routes, et cetera te vinden op het digitaal platform zeeuwseankers.nl. Verhalen bij landschappen, verhalen bij monumenten, verhalen bij voorwerpen in musea, verhalen over de mensen.
zeeuwse
ankers
In Zeeuwse Ankers kunnen inwoners en toeristenkennismaken met de vele gezichten van Zeeland en luisteren naar de vele verhalen uit Zeeland. Aan de hand van wandel- en fietsroutes kan van alles worden ontdekt over het verleden van deze voormalige archipel, maar ook over wat er nu allemaal gebeurt en over de plannenvoor de toekomst. Vanaf januari 2014 zal het webportaal geschiedeniszeeland.nl opgaan in het nieuwe digitale platform zeeuwseankers.nl.
Ankerplaatsen In Zeeuwse Ankers zullen erfgoedorganisaties en culturele organisaties de komende jaren gaan samenwerken aan participatie en beleving, aan cultuurtoerisme, kennisoverdracht en behoud door ontwikkeling. Erfgoed wordt nadrukkelijk in de omgeving geplaatst, met landschappen, monumenten en musea als betekenisvolle ankerplaatsen. Deze zijn te bezoeken en er zullen activiteiten plaatsvinden, onder andere om belangrijke tradities in ere te houden. In de loop van 2014 zullen de eerste ankerplaatsen worden gemarkeerd en gepresenteerd met behulp van nieuwe media.
www.zeeuwseankers.nl
Iedere dinsdag in 2014 bij Omroep Zeeland vanaf 18.25 uur
De eerste vier vensters van de Canon van Zeeland
7 januari Herbedijking en Polders Noord-Beveland - 1598
21 januari Schotse Huizen - Veere - circa 1539
14 januari Ledel in de slag bij Kapitale Dam - 1831
28 januari Watersnood 1953
Zeeuws Erfgoed
3 december 2013/04 • C
ULTUURHISTORIE
Archeologie Vondstmeldingen en archeologisch spreekuur
Melding van archeologische vondsten dient te geschieden bij de SCEZ. Het materiaal wordt wanneer nodig geregistreerd en gedocumenteerd, maar blijft altijd in het bezit van de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan. Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan ook schriftelijk of telefonisch geschieden bij: SCEZ Postbus 49 4330 AA Middelburg T 0118-670870 E
[email protected] Daarnaast houdt de SCEZ op elke eerste dinsdagmiddag van de maand een archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in Het Schuitvlot Looierssingel 2 te Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten determineren (geldwaarde wordt niet getaxeerd), vondstmeldingen te doen, of allerlei vragen op het gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen. De eerstvolgende archeologische spreekuren vinden plaats op de dinsdagmiddagen 3 december 2013, 7 januari, 4 februari en 4 maart 2014 van 15.30 tot 16.30 uur.
Archeologisch nieuws Collectie Zeeuws Archeologisch Depot online
In het Zeeuws Archeologisch Depot (ZAD) van de SCEZ zijn vele duizenden vondsten opgeslagen. Deze zijn afkomstig uit honderden kleine en grote onderzoeken en opgravingen in Zeeland. Een deel van de vondsten wordt geëxposeerd in musea, niet alleen in Zeeland maar eveneens in de rest van Nederland of zelfs daarbuiten. Maar het merendeel blijft, soms tijdelijk maar ook voor langere tijd, opgeborgen in dozen in de diverse klimaatkamers van het depot. Zo bezit het ZAD afzonderlijke ruimten voor opslag van keramiek en glas, metaal, organisch materiaal, steen en de opgravingsdocumentatie. Alle vondstendozen staan inmiddels geregistreerd in het databasesysteem The Museum System (TMS). De laatste jaren is er hard gewerkt om de registratieachterstanden, die in de loop van de jaren ontstaan waren,
in te lopen en de gegevens vast te leggen. Ook zijn er van de fraaiste voorwerpen foto’s gemaakt die eveneens aan de TMS-database zijn gekoppeld. Dankzij het achterstandenproject ‘Probleemloos Toegankelijk’ kan nu een aantrekkelijk deel van de collectie worden gepresenteerd via de nieuwe digitale beeldbank van het depot: www.scez.nl/beeldbankarcheologie. Van de inmiddels meer dan 50.000 geregistreerde Zeeuwse bodemvondsten zijn in de beeldbank de 3.500 meest aansprekende vondsten te bekijken, inclusief informatie over de herkomst. In de database kunt u zoeken op periode, vindplaats, voorwerp en materiaal. Ook zijn de gegevens van de twee collecties die in beheer zijn van de SCEZ (van de Provincie Zeeland en van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen) afzonderlijk te raadplegen.
Internationale workshop metaalvondsten Domburg De vroegmiddeleeuwse metaalvondsten van het strand van Domburg zijn internationaal vermaard. Sinds de publicatie door Torsten Capelle in 1976 is de kennis op dit gebied aanzienlijk toegenomen. Daarom organiseerde de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met de SCEZ en het Zeeuws Museum een internationale workshop om de metaalvondsten met uitzondering van de munten opnieuw onder de loep te nemen. Engelse, Belgische en Nederlandse specialisten onderzochten ’s ochtends vondsten uit de collecties van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen en het Zeeuws Archeologisch Depot. Een uitzonderlijke vondst is een in de ‘Borre-stijl’ versierde negende-eeuwse gesp uit de opgraving Domburg-Badstraat. De grote hoeveelheid vroegmiddeleeuwse objecten als mantelspelden en broches uit de achtste en negende eeuw is bijzonder, maar duidelijk is dat er ook veel latere vondsten afkomstig zijn van het strand. Voor deze latere periode nam men tot nu toe aan dat de vroegmiddeleeuwse handelsnederzetting Walichrum al had opgehouden te bestaan. De middag was gevuld met lezingen waarin Walcheren en Domburg in de vroege middeleeuwen verder werden uitgediept en waarbij ook andere belangstellenden waren uitgenodigd. Uit de daarop volgende discussie kwam naar voren dat het voor een beter begrip van de vroegmiddeleeuwse handelsnederzetting Walichrum noodzakelijk is om alle strandvondsten van Domburg in één studie op te nemen.
Negende-eeuwse gesp uit de opgraving Domburg-Badstraat in Borre-stijl, een stijl typerend voor de Vikingen.
Dank voor uw medewerking!
Archeoloog Bernard Meijlink (WAD) verstrekt uitleg over onder andere de Walcherse ringwalburgen.
Zeeuws Erfgoed
4 december 2013/04 • A
Overige sprekers en publiek volgen een van de presentaties.
RCHEOLOGIE
Project Romeins Aardenburg afgesloten Vrijdag 25 oktober werd het Odyssee-project afgesloten met de presentatie van twee voorziene publicaties: een wetenschappelijk rapport van het onderzoek en een publieksboek. De presentatie vond plaats op de openbare basisschool Vorsterman van Oyen in Aardenburg: vóór de bouw hiervan is in 1975 een opgraving uitgevoerd met belangrijke uitkomsten over het militaire karakter van Romeins Aardenburg. Projectleider en co-auteur Robert van Dierendonck begon met een les voor groep 7/8 van de beide Aardenburgse basisscholen, gevolgd door een korte presentatie voor genodigden, onder wie collega-archeologen uit Nederland en Vlaanderen. Twee jonge ‘Romeinsen’ Lauren Huisman en Liesl van Eenennaam presenteerden de eerste exemplaren van het rapport aan cultuurgedeputeerde Ben de Reu van de Provincie Zeeland - de belangrijkste subsidiegever van het onderzoeksproject - en aan wethouder Peter Ploegaert van Sluis. SCEZ-directeur Wim Scholten overhandigde de eerste exemplaren van het publieksboek aan twee leerlingen van de basisscholen, Kirsten van de Poll en Steven van den Bos, daarmee benadrukkend hoe belangrijk het is om jongeren de eigen streekgeschiedenis mee te geven. Ook beide bestuurders gingen hier in hun dankwoord op in. Gedeputeerde De Reu zegde ook provinciale ondersteuning voor de verdere studie van de Aardenburgse vondsten toe. Wethouder Ploegaert wees erop dat een van de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport al was opgenomen in het vastgestelde gemeentelijk archeologiebeleid.
Leerlingen van de beide Aardenburgse basisscholen volgen de les over Romeins Aardenburg.
De kersverse Stichting Archeologisch Museum Zeeland organiseerde het avondprogramma in het Dorpshuis. Robert van Dierendonck hield voor circa tachtig belangstellenden een lezing over de Romeinen in Aardenburg en hun archeologische nalatenschap; de stichting belichtte de voortgang van het nieuw in te richten museum in het oude gemeentehuis van Aardenburg. Het wetenschappelijke rapport De Romeinse agglomeratie Aardenburg was binnen drie weken al uitverkocht. Het rapport is nu printing on demand te bestellen via www.hazenbergarcheologiepublicaties.nl. Het publieksboek Aardenburg en Zeeland in het Romeinse Rijk is te koop bij de Zeeuwse boekhandel en op termijn ook in het Gemeentelijk Archeologisch Museum Aardenburg (€7,50).
Een jonge ‘Romeinse’ overhandigt het wetenschappelijk rapport aan cultuurgedeputeerde Ben de Reu.
Versierde tinnen lepels gezocht Versierde lepel uit Zierikzee In de vorige Zeeuws Erfgoed stond een oproep om versierde tinnen lepels uit twaalfde/dertiende-eeuwse contexten te melden. Het betreft lepels waarvan de bakken zijn versierd met twee vissen, hoewel kruismotieven, (levens?)bomen, leeuwen en griffioenen ook voorkomen. In Nederland komen veel lepels met vismotieven uit Zeeland. Zoals in de vorige Zeeuws Erfgoed aangestipt bevat ook het Zeeuws Archeologisch Depot zo’n lepelfragment (inv. nr. 0019-7). Het is een Zierikzeese vondst uit 1991, aangetroffen in stortgrond van rioleringswerk aan de Balie (naast de grote kerk van Zierikzee). De overige vondsten waren glasparelbroches, metaalvondsten en als aardewerk Andenne/Paffrath (elfde-dertiende eeuw). Melding van dergelijke lepels wordt onveranderd op prijs gesteld. Reacties liefst met foto naar: F. (Froukje) Veenman, Gemeente Groningen, Postbus 7081, 9701 JB Groningen of
[email protected]. Alle meldingen worden zorgvuldig behandeld.
Zeeuws Erfgoed
5 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
Interactieve 3D-reconstructie Markt Middelburg
Expositie Belfort, Sluis
De Middelburgse Markt was niet altijd markt. Oorspronkelijk stond hier de grote Westmonsterkerk. Tussen de smalle stegen op het plein maakte in de loop der eeuwen het kerkhof plaats voor marktkramen, eind zestiende eeuw moest de kerk zelf wijken.
Het op 30 september heropende Belfort te Sluis toont in zijn nieuw ingerichte expositie een vitrine met middeleeuwse gebruiksvoorwerpen uit de opgraving aan de Lange Wolstraat / Hoogstraat, 1998 (bruikleen SCEZ).
De geschiedenis van de Markt komt binnenkort weer tot leven. Op verzoek van de Walcherse Archeologische Dienst (WAD) maakt het bedrijf DigiWorld3D een interactieve 3D-reconstructie van de Markt, vanaf circa 1450 tot nu. De reconstructie is gericht op een breed publiek en biedt gelegenheid om het aanzicht en gebruik van de markt door de eeuwen heen te beleven. Hierbij kan relevante informatie, van archeologisch onderzoek tot archiefgegevens en beeldmateriaal, worden opgevraagd. Als bonus komt er voor kinderen een spelfunctie om de geschiedenis van de markt spelenderwijs te doorlopen. Het project staat onder wetenschappelijke begeleiding van archivaris Peter Sijnke, bouwhistoricus Ad van Drunen en de WAD, en sluit nauw aan bij het Project Middelburg 1940.
Onderzoek en meldingen SCHOUWEN-DUIVELAND Metaalvondsen Zierikzee en Ouwerkerk Op 29 augustus meldde M. van der Zande een laatmiddeleeuws insigne van lood-tin en een flink leerfragment met beslag eraan bevestigd. Hij vond deze voorwerpen in stortgrond uit de binnenstad van Zierikzee, waar rioleringswerkzaamheden in uitvoering waren. R. van der Zande uit Ouwerkerk meldde een sterfibula uit de tiende-twaalfde eeuw. Hij vond deze op een akker ten westen van Ouwerkerk. Op dezelfde locatie had hij al eerder voorwerpen uit dezelfde tijd aangetroffen. Het vermoeden is gerezen dat dit de plek is van een afgegraven vliedberg, aangezien er nog een geringe verhoging in het landschap zichtbaar is.
Sterfibula uit Ouwerkerk, datering tiende-twaalfde eeuw (R. van der Zande).
Laatmiddeleeuws insigne van lood-tin uit Zierikzee (M. van der Zande).
Zeeuws Erfgoed
6 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
Grafsteen uit de late vijftiende eeuw, aangetroffen in de Nieuwe Kerk te Zierikzee. Hergebruikte grafstenen Nieuwe Kerk, Zierikzee Op 29 augustus verrichtte de SCEZ een archeologische waarneming in de Nieuwe Kerk te Zierikzee, na een vondstmelding door de heer A. Quist van grafstenen en losse voorwerpen onder de houten vloer van de kerk, waar men vloerverwarming aanlegde. 49 grafstenen waren omgevormd tot looppad in de lengterichting van de kerk. Daartoe waren de stenen afgezaagd. In de meeste gevallen waren de gegevens nog goed zichtbaar; 26 stenen droegen een tekst. De grafstenen dateerden uit de zeventiende/achttiende eeuw en behoorden volgens gemeentearchivaris Huib Uil tot begravingen in de voorganger van de Nieuwe Kerk, vóór de brand van 1832. Een bijzondere losse vondst betrof een groot fragment van een kolossale laatmiddeleeuwse grafsteen van waarschijnlijk een echtpaar. De onderste helft en rechter bovenhoek ontbreken. Afmetingen: breedte 1,40 meter, lengte 1,20 meter (circa een halve lengte), dikte 16 centimeter. Waarschijnlijk krijgt hij in de kerk een geschikte plek, zodat bezoekers hem kunnen zien.
Onderzoek Platte Capelledijk, Nieuwerkerk Waterschap Scheldestromen bracht in augustus een duiker aan onder de Platte Capelledijk, oostelijk van Nieuwerkerk (Duiveland). In verband hiermee vond een beperkt archeologisch onderzoek plaats. De Capelledijk was onderdeel van de oostelijke dijk rond de polder De Vierbannen, en waarschijnlijk vóór 1200 aangelegd. In 1354 is de Oosterlandpolder vóór deze dijk aangelegd. De oorspronkelijke dijk is opgebouwd uit zandige klei met hier en daar zandlaagjes of zandlenzen en verspreid voorkomende schelpennesten. Op de kruin bevindt zich een laag grind, hetgeen duidt op een oude weg. De
Mw. S. Hendrikse uit Middelburg determineerde dit object als een voorreformatorische grafzerk uit het laatste kwart van de vijftiende eeuw, met zes familiewapens in vierpassen in de hoeken en links en rechts in de rand; het grafschrift is aangebracht in gotische minuskels in spaartechniek. In de resterende linker bovenhoek bevindt zich een Andreaskruis met een dwarsbalk; in het middenveld een man en een vrouw, gescheiden door een verticale balk. Boven hun hoofden bevinden zich wapens met helmtekens en dekkleden en boven het hoofd van de vrouw onder andere een Andreaskruis. Het fragmentarische grafschrift luidt: ‘Hier leit begrave(n) Antonys ......./...........int iaer XIIIIc ende // ........................./............................./........................./ dinsdach voer sacramen(t)sdach.’ De vrouw overleed dus op de dinsdag voor Sacramentsdag, de tweede donderdag na Pinksteren, waarop het heilig lichaam en het bloed van Christus worden herdacht.
binnenberm langs de dijk is later verbreed en voorzien van een rijweg van grindverharding. De aanlegbreedte (zate) van de eerste dijkfase is circa 10 à 12 meter. De tweede fase bestaat uit een zandafdekking van de buitenglooiing en de dijkkruin van circa 0,50 meter dikte waarop een 0,60 meter dikke kleilaag is aangebracht. De dijk heeft nu een hoogte van circa 3 meter boven NAP. De zate bevindt zich op circa 0,30m - NAP. Dit komt overeen met het aansluitende polderniveau van de Oosterlandpolder. Opvallend zijn de veel voorkomende nesten van schelpenresten in een grof mengsel van roestbruine korrels. Daarnaast kwamen diverse aardewerkscherven aan het licht.
4 Zeeuws Erfgoed
7 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
In de dijk zijn naast 13 aardewerkscherven ook enkele delen van kloostermoppen en 2 fragmenten van daktegels gevonden. Deze zijn door archeologisch bureau Artefact! te Kamperland geanalyseerd. De scherven, bestaande uit rood en grijs aardewerk en lichtgrijs steengoed, dateren tussen de dertiende en vijftiende eeuw. Het dijkdeel van de doorgraving is, gezien de gevonden scherven en bouwmaterialen, waarschijnlijk opgebouwd (hersteld) omstreeks late vijftiende of vroege zestiende eeuw. In de grond waaruit de dijk is opgebouwd was afval terecht gekomen. Ten tijde van het dijkherstel moet er bewoning in de omgeving zijn geweest. Het afgeschaafde dijkprofiel van de Platte Capelledijk in westelijke richting gezien (B. Chamuleau).
NOORD- EN ZUID-BEVELAND Muntschat en versterkt huis bij Colijnsplaat In augustus 2012 werd bij de SCEZ de vondst van een kleine muntschat gemeld uit de omgeving van Colijnsplaat. Het bleek te gaan om zilveren munten uit de veertiende en begin vijftiende eeuw. Naar aanleiding hiervan ontdekte de SCEZ op luchtfoto’s dat sprake kon zijn van een omgracht terrein. De gemeente Noord-Beveland besloot nader onderzoek te doen naar de context van de muntschat, zodat het terrein een gepaste bescherming kan krijgen. De grondeigenaar en vinders waren bereid hieraan mee te werken. Onlangs vond het veldonderzoek plaats. De resultaten maken duidelijk dat het waarschijnlijk een muntschat betreft
die begraven is in de buurt van een laatmiddeleeuwse versterkte huisplaats. Er zijn verschillende laatmiddeleeuwse fundamenten gedocumenteerd. Eén fundering betreft muurwerk van twee rijen grote bakstenen, waarbinnen puin en mortel is gestort zodat een circa 1,20 meter dikke muur is ontstaan: een veel gebruikte bouwmethode in de veertiende/ vijftiende eeuw. Daarnaast lijkt het alsof het terrein omgeven was door een brede gracht van circa 10 meter. Alle gegevens worden de komende maanden geanalyseerd en zullen nieuwe inzichten bieden in de bewoningsgeschiedenis van Noord-Beveland vóór de stormvloeden van 1530/32.
WALCHEREN Veldbrandovens Derringmoerweg, Arnemuiden Tijdens het bouwrijp maken van enkele percelen aan de Derringmoerweg zijn resten gevonden van twee veldbrandovens. Men gebruikte deze voor baksteenproductie volgens een werkwijze die tot in de negentiende eeuw nagenoeg onveranderd bleef; vanaf begin twintigste eeuw namen de steenfabrieken de productie over. Eén oven was vrij goed bewaard gebleven en is door de WAD gedocumenteerd. Hij bestaat uit enkele geulen van circa 60 centimeter breed met daartussen iets hogere bankjes van circa 80 centimeter breed waarop de ongebakken bakstenen gelegd werden. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor muurtjes die kunnen wijzen op een daadwerkelijk gebouw of structuur. In de geulen stookte men hout, turf of steenkool waarmee men de gevormde kleiklompen bakte. Op twee van deze bankjes vond de WAD nog een gedeelte van de onderste laag bakstenen terug. Ze hebben een formaat van 26 x12 x 5,5 centimeter. De ovens zijn tijdelijk opgericht voor een specifieke bouw in de nabije omgeving. De datering is nog onbekend. Op basis van de baksteenmaten behoort bijvoorbeeld de wederopbouw van Arnemuiden na de verwoestingen door de Spanjaarden rond 1574 tot de mogelijkheden. Een uitgebreider verslag verschijnt in Nehalennia, afl. 182 (dec. 2013).
Onderzoek van een veldbrandoven aan de Derringmoerweg, Arnemuiden (foto WAD). Oude schoolplaat van Cornelis Jetses, ‘Op het zetveld bij de steenovens’.
Zeeuws Erfgoed
8 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
Nieuwe vondsten Neanderthalers, Noordzee De heer A. Goetheer uit Ovezande meldde op 3 oktober vuurstenen werktuigen, afkomstig uit de Noordzee in de omgeving van de Steenbanken, ongeveer 15 kilometer uit de Walcherse kust. Ze waren opgezogen door een schelpenzuiger. De werktuigen dateren uit de oude steentijd (midden-Paleolithicum) en zijn 40.000 tot 100.000 jaar oud. Ze zijn vervaardigd door toen levende Neanderthalers en vertonen een zwarte glanspatina, wegens langdurig verblijf in zeewater. Uit de omgeving van de vindplaats zijn in het recente verleden al vuurstenen werktuigen uit de oude steentijd, zoals enkele vuistbijlen, opgezogen en zelfs een klein schedelfragment van een Neanderthaler, de eerste die in Nederland is aangetroffen.
Vuurstenen vondsten van de Steenbanken, ongeveer 15 kilometer uit de kust van Walcheren (A. Goetheer).
Chinese munt bij Domburgse Watergang Julien Lambour uit Middelburg vond langs de Domburgse Watergang bij de Perduinsweg ten westen van Middelburg in 2010 een bijzondere munt. Deze is waarschijnlijk afkomstig uit vergraven grond van de watergang, die in die periode natuurvriendelijke oevers kreeg. De koperen munt heeft een diameter van 23 millimeter en centraal een vierkant gat van 6 x 6 millimeter. Het is een Chinese cash (van het Tamil-woord kasu), een eenheidsmunt die rond 210 voor Chr. werd geïntroduceerd en die men in het Chinese keizerrijk bleef aanmaken tot in de negentiende eeuw. Het gat werd benut om dergelijke munten samen te binden om zo hogere valuta-eenheden te maken (determinatie Arno van den Dorpel). De munt dateert uit de K’ang-hsi (Kangxi) periode en is in Peking geslagen tijdens de lange regeerperiode van keizer Sheng-tsu, 1661-1722. In die periode kwam vanaf 1668, na de Burgeroorlog in China, de import van Chinese producten door de VOC weer op gang, onder andere het bekende Kangxi-porselein. Waarschijnlijk is de munt met een schip van de VOC-kamer Zeeland naar Walcheren gekomen en als curiosum bewaard vóórdat hij in de grond terechtkwam: hij is opmerkelijk gaaf en niet gecorrodeerd.
Een ‘exoot’ langs de Perduinsweg: voorzijde Chinese munt, K’ang-hsi-periode (1662-1722).
ZEEUWS-VLAANDEREN Middeleeuws schaakstuk In de omgeving van Zuidzande vond Philippe Legrand een zeer bijzonder schaakstuk van walvis- of walrustand. De hoogte is ongeveer 5 centimeter, de breedte circa 4,5 centimeter. Deze stukken werden vanaf de twaalfde eeuw vooral in Noorwegen gemaakt. Men noemt ze ook ‘Lewis-schaakstukken’, naar een vondst van onder meer 78 van deze schaakstukken op de Hebriden in 1831. Overige vondsten van de Zeeuws-Vlaamse locatie, onder andere aardewerk, beslaan de periode dertiende tot en met achttiende eeuw. Er is ter plaatse geen (laat)middeleeuwse nederzetting bekend. Een in West Zeeuws-Vlaanderen gevonden ‘Lewis-schaakstuk’ (Ph. Legrand). >>Voorbeelden van Lewis-schaakstukken (Wikimedia Commons).
Zeeuws Erfgoed
9 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
Keerzijde van de Chinese munt.
Vondst voor het voetlicht
Drie Zeeuwse pelgrimshoorns
Decoratie op de klankbeker van de pelgrimshoorn uit Lange Delft/Reigerstraat in Middelburg (foto H. Hendrikse).
Pelgrimshoorn van het type waldhoorn, aangetroffen achter de Lange Delft (Reigerstraat) in Middelburg (particuliere collectie, foto H. Hendrikse).
Een bericht uit 1510: ‘Als men de relieken toont begint het volk op de hoorns te blazen, zodat men God niet kan horen donderen… en er is niemand wie niet de haren te berge rijzen en de tranen in de ogen schieten. In de omgeving van Aken worden namelijk hoorns van klei gebakken. Vreemdelingen nemen zulke aakhoornen mee naar hun vaderland en gebruiken die bij duisternis en onweer.’ Ook Zeeuwse pelgrims trokken en masse naar Aken en andere bedevaartsoorden in de Nederlanden en ver daarbuiten (soms ter uitvoering van een opgelegde straf ). En ook in Zeeland zijn pelgrimshoorns gevonden. Pelgrimshoorns waren meestal van aardewerk. In Zeeland zijn fragmenten of complete hoorns gevonden die behoren tot drie bekende typen: de eenvoudige (runder)hoorn, de waldhoorn en de trompet. Pelgrimshoorns hadden geen vingergaten, zodat slechts één toon, al of niet met boventoon, kon worden voortgebracht.
In Aken vereerde men de vier ‘Grossen Heiligtümer’: de tunica van Maria, de windselen en de lendendoek van Christus en de onthoofdingsdoek van Johannes de Doper. Met pelgrimsinsignes die van een spiegeltje waren voorzien trachtten pelgrims in het gedrang het beeld en dus de kracht van de relieken op te vangen. Net als aan de insignes schreef men aan de pelgrimshoorns bovennatuurlijke kracht toe, blijkend uit het feit dat men er thuis ook op blies om onweer en dergelijke te verdrijven. Hier was sprake van een overgangsgebied met ‘buitenchristelijk’ volksgeloof. Hoorns die werden gebruikt tegen onweer, maansverduisteringen en andere verontrustende gebeurtenissen heetten in het Duits ook ‘Wetterhorn’. Het geschal van de pelgrimshoorns verwijst volgens sommige auteurs eveneens naar het bijbelboek Openbaringen, waarin de Apocalyps wordt aangekondigd met het blazen op bazuinen door zeven Engelen.
Bedevaartgangers schaften hun pelgrimshoorn in of onderweg naar het bedevaartsoord aan. Zij werd aan een riempje gedragen om de hals, over de schouder of aan de gordel. Pelgrimshoorns werden ook aakhoorns genoemd omdat ze vooral werden gebruikt bij de heiligdomsvaarten in Aken - maar bijvoorbeeld ook bij de ‘heylighe kermesse’ in Maastricht.
Zeeuwse vondsten Tijdens de restauratie van de Abdij van Middelburg is in 1962 in een beerput een pelgrimshoorn van witbakkende klei gevonden (afmetingen 49,5 x 11,8 x 5,9 centimeter) in een unieke trompetvorm. Op de klankbeker is een stempel met het Christusmonogram IHS aangebracht.
Zeeuws Erfgoed
10 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
Pelgrimshoorn van het Langerwehe-type uit de verdronken stad Reimerswaal (particuliere collectie, restauratie en foto A. van Oost).
Christusmonogram op de klankbeker van de pelgrimshoorn uit de Middelburgse Abdij (beeldbank SCEZ, Middelburg).
Pelgrimshoorn in de vorm van een trompet, aangetroffen bij de restauratie van de Abdij in Middelburg, 1962; collectie Zeeuws Museum, objectnr. M74-127-01(beeldbank SCEZ, Middelburg).
De vorm was vrijwel gelijk aan het type trompet dat in de zestiende eeuw als metalen instrument ingang vond; deze pelgrimshoorn wordt dan ook gedateerd in de eerste helft van de zestiende eeuw. Omstreeks 1982 vond de heer Anton van Oost ter plaatse van de verdronken stad Reimerswaal (Zuid-Beveland) een pelgrimshoorn (lengte 38 centimeter) uit de latere veertiende of de vijftiende eeuw van het eenvoudige (runder)hoorntype, die hij zelf restaureerde. Dit simpele, weinig gebogen type stamt uit het Duitse pottenbakkerscentrum Langerwehe (bij Aken) of het nabijgelegen Raeren. Het is het meest frequente type pelgrimshoorn. Het komt ook voor als lood-tinnen pelgrimsinsige of als broche van enkele centimeters. Het type vertoont gelijkenis met ivoren hoorns uit het Middellandse-Zeegebied, die vaak dienden als reliekhouder. Een andere particulier vond in 1988 achter een voor afbraak bestemd pand aan de Lange Delft in Middelburg, aan de achterkant grenzend aan Reigerstraat en Koorkerkhof, in een afvalput een pelgrimshoorn van grijs aardewerk van het waldhoorntype. Dit type was een kopie van de metalen jachthoorn en waldhoorn. Datering, mede op grond van de
Zeeuws Erfgoed
begeleidende vondsten, is tweede helft van de vijftiende eeuw. De hoorn is gevormd uit een in enkele slagen opgerold middenstuk met een korte klankbeker; het mondstuk bestaat uit een klein tuitje. Op de klankbeker is aan de rand een versiering ingekrast van gebogen lijntjes. Daar direct boven is een gekanteeld wapen aangebracht. De voorstelling van het wapen is mogelijk een gestileerde letter M (verwijzend naar Maria?). Elders in Nederland en Noordwest-Europa zijn ook pelgrimshoorns van dit type gevonden, echter (meest) van witbakkende klei. Jan J.B. Kuipers, documentalist archeologie Literatuur H. Hendrikse, ‘Hoorngeschal onder de Lange Jan’, Nehalennia afl. 73 (1989) 31-33. Jan J.B. Kuipers, Nederland in de middeleeuwen. De canon van ons middeleeuws verleden (Zutphen 2011), 137-140: ‘Heiligenverering en pelgrimages’. J.A. Trimpe Burger, ‘Een oudheidkundig onderzoek in de Abdij te Middelburg in 1961’, in: Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 14 (1974) 97-132.
11 december 2013/04 • A
RCHEOLOGIE
Streektaal Varia
Luisteren naar Nijntje an Zeê in het Zeeuws.
kinderen. Ook Jaap Murre, medeorganisator van ‘Uutgesproken Zeeuws’, was van de partij. Hij schreef voor deze dag zelfs speciaal een verhaal voor kinderen. Bij de Erfgoedmobiel vonden op de cultuurmarkt ook twee presentaties van nieuw verschenen boeken plaats. Het eerste boek was Nijntje an Zeê, het tweede Schrijvers op streek. Twee totaal verschillende producten, maar beide zeker de moeite waard. Nijntje an Zeê, de Zeeuwse versie van een van de bekende boekjes van Dick Bruna, was zo goed als uitverkocht nog voor het gepresenteerd werd in Goes op 6 september en in Middelburg op 7 september. Wie zich haastte, kon in de boekhandel nog net een van de laatste exemplaren meenemen. Een herdruk en een nieuwe vertaling staan echter voor het voorjaar gepland! Marja de Koning uit Zierikzee vertelde Nijntje met veel overtuiging aan alle kinderen die langskwamen. Ook de ouders luisterden met het nodige sentiment mee. Schrijvers op streek is een verzamelbundel met streektaalverhalen uit heel Nederland. Voor Zeeland herkennen we de bekende namen Engel Reinhoudt en Frans van der Heijden. Samensteller Jan Sleumer vertelde een stukje in het Gronings en Jaap Murre vertelde het verhaal van Frans van der Heijden, uiteraard in het Zeeuws. Voor de verzamelbundel vroeg Jan Sleumer twintig schrijvers een verhaal in te leveren. De Nederlandse vertaling werd vervolgens simultaan aan de oertekst afgedrukt. Daarnaast maakte fotografe Iris Réthy bij elk verhaal een indringend portret van de auteur. De SCEZ wilde op deze cultuurmarkt vooral aandacht besteden aan hetgeen er allemaal gaande is op het vlak van het immateriële erfgoed. Voor streektalen is dat in 2014 weer ‘Zing Zeeuws’. Binnenkort gaat de SCEZ weer van start met de voorbereidingen voor dit tweejaarlijkse evenement. De wedstrijd wordt dan voor de vijfde keer georganiseerd. Hierover hoort u meer in het volgende nummer van Zeeuws Erfgoed, via onze digitale nieuwsbrief of de website.
UiT! Cultuurmarkt Zeeland De SCEZ was van de partij op de UiT! Cultuurmarkt in Middelburg op 7 september. Zoals vorig jaar werden er weer verhalen verteld voor jong en oud, maar nu vóór de Erfgoedmobiel en niet erin. In de Erfgoedmobiel kon men wel luisteren naar Zeeuwse Traditionals, waarover meer elders in dit nummer. In de promotiestand voor de Erfgoedmobiel stonden stoeltjes waarop bezoekers even konden zitten en luisteren. Verschillende vertellers waren present. Jan Lauret en Pia van Vossen, finalisten van de verhalenwedstrijd ‘Uutgesproken Zeeuws’, vertelden er een reeks verhalen, zowel voor volwassenen als voor
Streektalendag Op 28 september vond in het Belgische Hasselt de streektalendag plaats, een combinatie van de streektaalconferenties en de dialectendagen die de afgelopen jaren werden georganiseerd door de Stichting Nederlandse Dialecten. Het thema ‘digi-streek-taal’ lag voor de hand, aangezien ook het streektaalwereldje niet kan achterblijven in de trend van digitalisering. Jos Swanenberg en Veronique De Tier presenteerden een overzicht van streektalige digitaliseringsprojecten in Nederland en België. Daarna kwam het project ‘Spraakmakkers. Taalvariatie in Limburg’ aan bod. Het ochtendprogramma stond vooral in het teken van dit project, omdat het pilotproject van Variaties vzw die dag werd afgesloten. In dit project werd de taalvariatie van en in Limburg in beeld gebracht. Allerlei filmpjes van Limburgers met diverse taalachtergronden zijn in beeld gebracht en van metadata voorzien. De filmpjes zijn te zien op de website www.spraakmakkers.be.
woordenboeken, over de Drentse taalbank en hoe je daarmee online kaarten kan tekenen (www.huusvandetaol.nl) en over de Limburgse DBNL (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren). Het zoeken van informanten voor de taalfilmpjes van het project ‘Spraakmakkers’ en het maken van urgentie-interviews over de mijnstreek waren eveneens interessant. Helaas konden de deelnemers niet overal tegelijk aanwezig zijn. De dag eindigde met de boekpresentatie van Schrijvers op streek en een streektalenquiz. Ook dit jaar was de streektalendag weer een goed gevulde en boeiende dag met voor iedereen wat wils.
De rest van de dag verliep zoals een traditionele dialectendag, met diverse workshops, een muzikaal intermezzo, een infomarkt en veel informeel overleg. Het programma bood heel wat keuzemogelijkheden. De woordenbank waarin ook de Zeeuwse woordenboeken zijn opgenomen (www.zeeuwsewoordenbank.nl) en Soundbites, de website waarop diverse verhalen in allerlei Nederlandse dialecten te horen zijn (www.meertens.knaw.nl/soundbites), werden er gepresenteerd. Joris Swinnen ging met zijn publiek in debat over de mogelijkheden om via de computer dialect te leren. Er waren informatieve sessies over sprekende Limburgse
Zeeuws Erfgoed
Luisteren naar streektaalmuziek.
12 december 2013/04 • S
TREEKTALEN
De burgemeesters van Sluis (r) en Amsterdam op de Zeeuwse Klapbank. Belfort Sluis heropend Op 30 september werd het Belfort in Sluis heropend voor het publiek. Bezoekers kunnen er vanaf woensdag tot en met zondag terecht voor een aantal permanente tentoonstellingen. Ook streektaal heeft in het Belfort een belangrijke plaats gekregen. De Zeeuwse Klapbank, de tentoonstelling die jaren geleden door de SCEZ werd gebouwd en twee jaar rondreisde, heeft er nu een permanent onderkomen gevonden. In het Belfort kan men nu dus terecht om het dialect van de hele provincie Zeeland te beluisteren. Het idee om in het Belfort een museumopstelling rond taal te creëren ontstond bij de Stichting Johan Hendrik van Dale. De initiatiefnemers waren Piet van Sterkenburg en Lo van Driel. Hun ideeën liggen ten grondslag aan wat de tentoonstelling over taal is geworden. Met als vertrekpunt Johan Hendrik van Dale, een onderwijzer uit Sluis die woordenboeken samenstelde en ook affiniteit had met de taal van zijn regio. Dit resulteerde dus in een mooie tentoonstelling over Johan Hendrik van Dale, over Sluis in vroegere tijden, over de geschiedenis van woordenboeken en over de Nederlandse dialecten, met nadruk op de Zeeuwse. Zo is er bijvoorbeeld een dialecttafel waarop men allerlei boekjes, woorden en andere afbeeldingen vindt in verband met de Nederlandse dialecten. Tentoonstellingsbezoekers willen tegenwoordig ook interactief bezig kunnen zijn en er zijn dan ook twee spelmogelijkheden gecreëerd. Zo is er een marktspel waarin de speler een marktkoopman is die zijn klant aan de marktkraam in het Zeeuws moet kunnen helpen. De klant vraagt op vijf verschillende markten in Zeeland naar een aantal producten en de speler/marktkoopman moet raden wat de klant precies wil. Ook kunt u achteraf extra informatie over de herkomst van het behandelde woord zien. In het andere spel moet u raden welk dialect een bepaalde spreker spreekt. Dat blijkt niet altijd zo evident te zijn. Sprekers uit Nederland en Vlaanderen hebben elk tien zinnetjes ingesproken in hun dialect. Leuk, maar niet zo gemakkelijk. Tenzij u natuurlijk de sprekers kent. De tweede verdieping omvat echter niet alleen de dialectafdeling.
Zeeuws Erfgoed
Er is eerst en vooral aandacht voor Johan Hendrik van Dale en voor woordenboeken; er is een vitrine over Van Dale ingericht en verder zijn er ook twee vitrines over de geschiedenis van woordenboeken. Bij deze vitrines kunt u een derde spel ontdekken, het woordenboekspel waarin u kennismaakt met diverse woordenboeken. Op de tweede verdieping kunt u tevens in vier filmpjes van vier minuten de diverse thema’s bekijken. De films zijn gemaakt in opdracht van de Stichting Johan Hendrik van Dale, die hiervoor samenwerkte met Rebecca van Wittene. Er is een filmpje over Sluis in de negentiende eeuw, over Johan Hendrik van Dale, over hoe een woordenboek wordt gemaakt en een over de Zeeuwse dialecten. Op de eerste verdieping vindt u de geschiedenisafdeling. Bezoekers kunnen in het Belfort gemakkelijk enkele uren ronddwalen. Een bezoekje aan Sluis mag dus de komende maanden zeker niet ontbreken in uw planning. Jaarlijks overleg streektaalprofessionals Voor de streektalendag plannen de streektaalprofessionals altijd een streektaaloverleg. Nederlandse en Belgische streektaalprofessionals komen dan samen om bij te praten. In een formele bijeenkomst komt een thema aan bod; dit jaar waren dat de diverse websites van de verschillende instituten. De vraag die hierbij gesteld werd, was of er behoefte is aan een overkoepelende website van de Stichting Nederlandse Dialecten. We zagen veel interessante websites en deelprojecten de revue passeren. Daarbij werd duidelijk dat er nog veel werk te doen is met en in streektaal. We nodigen eenieder dan ook uit om eens te kijken naar wat de andere provincies te bieden hebben. In Limburg hebben ze bijvoorbeeld een oefensite gerealiseerd waarop je de Limburgse spelling kan oefenen en in Drenthe en Groningen kan je online vragenlijsten invullen.
13 december 2013/04 • S
TREEKTALEN
Erfgoededucatie
Twee museale kindconcepten uitgewerkt
De Nederlandse Museumvereniging (NMV) heeft in 2011 een onderzoek laten verrichten naar hoe je meer kinderen naar het museum kunt krijgen. In het boekje Investeren in het publiek van de toekomst worden de resultaten van dat onderzoek beschreven. Het boekje beschrijft acht ideeën om museumbezoek voor kinderen te stimuleren. Twee ervan werden in september in Zeeland uitgevoerd. “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen kinderen kennis te laten maken met ons culturele erfgoed en de collecties die daar de tastbare verbeelding van zijn”, stelt de NMV. Wat zijn de beste methoden om kinderen te verleiden tot een museumbezoek? De NVM heeft acht ideeën, zogenoemde kindconcepten, in het boekje opgenomen met daarbij praktijkvoorbeelden. Twee van deze concepten
zijn als voorbeeld gebruikt om de volgende educatieve projecten te ontwikkelen: Concept 2 Het museum programmeert wisselende zelfstandige programma’s speciaal voor kinderen die in familieverband komen. Voorbeeld: MuseumJeugdUniversiteit in het Rijksmuseum van Oudheden Leiden. Concept 7 Het museum brengt samenhang aan in alle activiteiten en producten voor kinderen door ze onder één paraplu te presenteren, waardoor een soort eigen merk ontstaat dat voor kinderen herkenbaar is. Voorbeeld: Ridder Hoen in Kasteel Hoensbroek. Uit: Investeren in het publiek van de toekomst, Nederlandse Museumvereniging Amsterdam 2011
Kiekus! Naar een idee van de MuseumJeugdUniversiteit (concept 2), dat landelijk navolging geniet. Ruim zeshonderd leerlingen van de groepen 7 en 8 van de basisscholen op Schouwen-Duiveland hebben van 23 tot en met 27 september aan museumproject ‘Kiekus!’ meegedaan. Het project is de opvolger van verhalenproject ‘Lûûsterus!’, dat drie jaar geleden door de SCEZ gecoördineerd werd. ‘Kiekus!’ is een landschapsontwikkelingsproject, georganiseerd voor en met de acht samenwerkende musea op Schouwen-Duiveland. Bij ‘Kiekus!’ gaat het specifiek om het landschap, dat door de musea verschillend benaderd wordt en waar anno 2013 nog altijd sporen uit het verleden in terug te vinden zijn. ’s Morgens bezochten de leerlingen een museum en volgden ze een lezing. Kunstenaar Marinus van Dijke praatte in het Stadhuismuseum Zierikzee over kwetsbaar landschap, internationaal onderwaterfotograaf Dos Winkel hield een presentatie over onderwaterlandschap in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk, Nanning-Jan Honingh van Stichting Landschapsbeheer Zeeland sprak in museum de Burghse Schoole in Burgh-Haamstede over bunkers en vleermuizen in de Schouwse duinen. ’s Middags werd een tweede museum aangedaan, waar de leerlingen zelf aan de slag mochten met een doeactiviteit, bijvoorbeeld bolussen bakken bij de Brusea in Bruinisse. Na afloop werd de kinderen gevraagd om zelf hun Kiekus-verhaal te schrijven. Een lesje van vroeger in museum de Burghse Schoole. Zo maak je van een balkje een rond stokje in Museumhaven Zeeland.
Guus en Guusje Op 18 september presenteerde Ada van Hoof van het museum Polderhuis Westkapelle het door haar samengestelde boekje en de website ‘Guus en Guusje’. De naam Guus is het dialectwoord voor kind in het ‘Wasschappels’ en kan zowel voor jongens als meisjes worden gebruikt. Guusje begon als stripversie van een dijkwerkertje en is uitgegroeid tot mascotte van het museum. Er zijn nu al veel verschillende varianten, variërend van een Klusguusje en Dieker Guus tot Guusje Goochel. Het idee hiervoor kreeg Ada na het volgen van de door SCEZ georganiseerde cursus ‘Visie op educatie binnen het museumbeleidsplan’, waarin het onderzoek van de NVM aan de orde kwam. Kindconcept 7 is door Ada uitgewerkt in het Guus en Guusje-beeldmerk. Het gaat in het boekje en op de website om ‘dingen doen’. De website www.guusenguusje.nl is interactief: kinderen mogen hun werkstukjes en verhaaltjes opsturen, waarna ze online kunnen worden geplaatst. De komende maanden wordt rondom Guus en Guusje een format ontwikkeld voor een lespakket voor het basisonderwijs. Mascotte Guusje en het ‘Dingen Doen boekje’.
Zeeuws Erfgoed
14 december 2013/04 • E
RFGOEDEDUCATIE
Musea
Ontwikkelingen in museumland
Dakisolatie op de schuur van Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg moet voor een beter binnenklimaat gaan zorgen (foto Raymond Ruysschaert).
Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg in Dreischor Museum Goemanszorg was in 2004 een van de eerste musea in Zeeland met de status ‘geregistreerd museum’. Nu bijna tien jaar later krijgt het museum een nieuwe impuls om deze kwalificatie te behouden en de kwaliteit te bevorderen. Daartoe is dit jaar begonnen met een forse verbouwing van de schuur: het dak wordt hersteld en geïsoleerd ter verbetering van het klimaat; de entree wordt verplaatst en samen met de toiletten nieuw ingebouwd om een andere indeling en inrichting van de schuur te realiseren. Er wordt hierbij ingezet op flexibele wanden, zodat er meer ruimte beschikbaar komt voor bijeenkomsten en evenementen. In het museum krijgen de thema’s vlas en meekrap, trekpaard en de geografie van Schouwen-Duiveland extra aandacht. Vanaf Pasen 2014 kunnen bezoekers het (vernieuwde) museum weer bezoeken. Gemeentelijk Archeologisch Museum in Aardenburg Het Gemeentelijk Archeologisch Museum Aardenburg verhuist (waarschijnlijk in 2015) naar het voormalige stadhuis aan de Markt in Aardenburg. Het beeldbepalende gebouw, dat prominent aan de Markt staat, stamt uit de wederopbouwperiode (1950-1951). De SCEZ heeft in juni 2013 een museumconcept opgesteld dat aansluit bij de ambitie van het museum om uit te groeien van lokaal/regionaal museum tot archeologisch museum voor Zeeland. Het nieuwe museum zal het verhaal van de archeologie in de provincie Zeeland vertellen, van de prehistorie tot een paar honderd jaar geleden. Daarin komt het belang
Voormalig stadhuis van Aardenburg, de nieuwe locatie voor Archeologisch Museum Zeeland.
Zeeuws Erfgoed
van Aardenburg als Romeinse vesting en middeleeuwse handelsstad duidelijk aan bod. Het vernieuwde museum gaat deel uitmaken van de culturele biografie van Zeeland - Zeeuwse Ankers en de thematische musea in de provincie Zeeland, waaronder het Watersnoodmuseum, het Bevrijdingsmuseum Zeeland en het Industrieel Museum Zeeland. Op 7 oktober is een nieuwe onafhankelijke stichting opgericht, genaamd Stichting Archeologisch Museum Zeeland. Op dit moment worden de resterende gelden geworven en het inrichtingsplan verder uitgewerkt. Wie figuurlijk mee wil bouwen aan het nieuwe museum kan zich wenden tot de Stichting Archeologisch Museum Zeeland (
[email protected] of 06-51265002). Voor meer informatie: www.museumaardenburg.eu. Museum De Schotse Huizen in Veere In het juninummer van Zeeuws Erfgoed maakten wij melding van de plannen van Stichting Delta Cultureel om van de Schotse Huizen in Veere een nieuwe culturele ontmoetingsplek te maken. Hiertoe was aankoop van de monumentale panden van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVBO) noodzakelijk. Afgelopen najaar leken deze plannen in duigen te vallen, omdat de Schotse Huizen tot een groep van 34 rijksmonumenten behoren, die de minister voor Wonen en Rijksdienst, drs. Stef Blok, als geheel wil overdragen aan de nieuwe Nationale Monumentenorganisatie. Binnen die constructie zag Delta Cultureel geen mogelijkheden om de museale exploitatie van de Schotse Huizen voort te zetten en kondigde aan deze opdracht aan de minister te zullen teruggeven. Intensief overleg tussen Delta Cultureel, RVOB, gemeente Veere en zes Veerse ondernemers in de maand oktober heeft ertoe geleid dat er toch een rendabele toekomst voor de Schotse Huizen gevonden kan worden. Zowel de gemeente als de zes Veerse ondernemers zijn bereid een financiële bijdrage te leveren. Dit ten gunste van een ‘time out’ van een jaar waarin gewerkt kan worden aan de ontwikkeling van een nieuw exploitatieconcept binnen de bestaande huursituatie. Dit concept gaat uit van een combinatie van een culturele en een commerciële functie, waarbij de erfgoedfunctie van de panden centraal blijft staan en de toekomstige activiteiten goed kunnen worden ingebed in het totale culturele aanbod van Veere.
15 december 2013/04 • M
USEA
Museumconcept Archeologisch Museum Zeeland.
Zeeuws maritiem muZEEum in Vlissingen De Kazematten in het Keizersbolwerk in Vlissingen zijn gerestaureerd. Dat was nodig vanwege vocht, scheuren, losse stenen en instabiele wanden. Vanaf 20 augustus tot 27 oktober kon het publiek door middel van een rondleiding er een bezoek aan brengen. De bijzondere locatie uit 1811, die lange tijd niet voor publiek toegankelijk was, heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis. Zo zijn de sporen van Karel V, Michiel de Ruyter, Napoleon en Rommel (WO II) hier nog tastbaar. Een samenwerking tussen waterschap Scheldestromen, de gemeente Vlissingen en het muZEEum heeft ervoor gezorgd dat de Kazematten publiek toegankelijk zijn geworden. Op dit moment zijn de Kazematten weer gesloten, maar vanaf 2014 zal het muZEEum de Kazematten ieder jaar openstellen vanaf het voorjaar tot het najaar. Er zal dan tevens een expositie over de geschiedenis van deze plek te zien zijn. Poort van heden naar verleden De Kazematten uit 1811 liggen onder de Boulevard ter hoogte van het standbeeld van Michiel de Ruyter. Het is het hart van het Keizersbolwerk, een onderdeel van de Vlissingse vestingwerken uit 1548. Niet verwonderlijk dat historische beroemdheden zoals Karel V, Michiel de Ruyter, Napoleon en Rommel (WO II) telkens weer voor deze plek kozen. De strategische ligging ten opzichte van Antwerpen en het diepe vaarwater maken dit tot een bijzondere locatie. Kazemat Een kazemat is een militair bouwwerk dat gebruikt werd voor verdedigingsdoeleinden tegen vijandelijk vuur. Vaak werden er ook voorraden zoals munitie bewaard en dienden ze in oorlogstijd als woonruimte voor de militairen. De Kazematten in Vlissingen bestaan uit diverse ruimtes en hebben ook diverse functies gehad. Er is onder meer een originele garnizoensbakkerij uit de tijd van Napoleon in ondergebracht. Ooit konden hier 4.800 broden per dag worden gebakken. Entree naar de Kazematten van Vlissingen (foto museum).
Zeeuwse MuseumNa|8
In de maand oktober vond de zevende editie van de Zeeuwse ‘MuseumNa|8’, ditmaal volgens een nieuwe formule: de musea waren op verschillende avonden geopend. Op zaterdagavond 26 oktober, tevens de landelijke Nacht van de Nacht, waren het Zeeuws Museum en Terra Maris open met gratis toegang. Welterusten Terra Maris Een spannend verhaal voor kinderen van 6 t/m 8 jaar in en om Terra Maris. Twintig bezoekers (kinderen met hun ouders) gingen in het donkere museum naar het aquarium op zoek naar slapende vissen. Vissen slapen ook, net zoals wij, maar ze kunnen hun ogen niet dicht doen. Ook doen ze een pyjama aan; ze veranderen ‘s nachts van kleur zodat ze niet opvallen en zich goed kunnen verstoppen. Buiten in de museumtuin ging de zoektocht verder. De uil, de bunzing en de vos zaten goed verstopt. Na afloop was er een hapje en een drankje en konden uilenmaskers gemaakt worden. Een Vlaams jongetje betitelde de activiteit als: “Het was keileuk… maar nu wil ik gaan slapen.” Glow in the dark in het Zeeuws Museum In het Zeeuws Museum konden kinderen zich laten schminken met glow in the dark make-up en de blacklight-route door de donkere stad volgen. Een deel van het museum was in het donker gehuld, zoals bij de glow in the dark-mummievertellingen in de duistere tapijtzaal. De winnaars van de Zeeuwse Kunstbende 2013 presenteerden de voorstelling ‘Held’. In het museumcafé speelde singer-songwriter Inge van der Schelde met haar band. Alle activiteiten waren meer dan volgeboekt.
Zeeuws Erfgoed
16 december 2013/04 • M
USEA
De deuren staan open voor de activiteit ‘Welterusten Terra Maris’.
In de museumtuin vertelt de gids over nachtdieren, zoals deze opgezette uil.
Kinderen ontdekken dat pissebedden een bolletje worden als je ze aanraakt.
Kinderen laten hun geschminkte gezicht zien bij een blacklight-lamp.
Voorstelling ‘Held’ door winnaars Zeeuwse Kunstbende 2013.
Herdenkingsjaar Tweede Wereldoorlog 2014-2015 Zeeland bezet en bevrijd 1940-1944/45 Najaar 2014 wordt in Zeeland de Slag om de Schelde herdacht, de operatie in 1944 die de sleutel vormde voor de bevrijding van Nederland en de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog. Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en de Bevelanden kwamen hierbij vrij. Ook Tholen en Sint-Philipsland werden najaar 1944 bevrijd.
Zeeland maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog tweemaal onderdeel uit van het internationale strijdtoneel. Zowel tijdens de Duitse inval in mei 1940 als vier jaar later, in oktober en november 1944, lag Walcheren in de frontlinie. Zeeuws-Vlaanderen kreeg het vooral in september en oktober 1944 zwaar te verduren. Veel van de oorlogsschade in Zeeland is tegenwoordig nog steeds terug te zien in bebouwing en landschap. Ook zijn er in Zeeland zes musea die de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend houden: Oorlogsmuseum Gdynia in Axel, Luchtoorlogsmuseum Wings to Victory in Arnemuiden, Bevrijdingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp, Oorlogsmuseum Switchback in Oostburg, Dijk- en Oorlogsmuseum Polderhuis in Westkapelle en het Bunkermuseum in Zoutelande. Daarnaast zijn er tal van oorlogsmonumenten, waar jaarlijks de vele slachtoffers worden herdacht.
Bij de verschillende herdenkingsactiviteiten in het najaar van 2014 zijn nog een aantal veteranen aanwezig. Ruim een half jaar later, in mei 2015, wordt in heel Nederland zowel het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 als de landelijke bevrijding in 1945 (toen ook pas SchouwenDuiveland bevrijd werd) herdacht. Verder wordt in Zeeland vanaf mei 2015 het ‘vergeten bombardement’ op Middelburg herdacht. Veel erfgoedorganisaties in Zeeland nemen in 2014 deel aan het herdenkingsjaar. Het programma van activiteiten (tentoonstellingen, wandelingen, marsen, ritten, vluchten, herdenkingen, jeugdactiviteiten, lezingen, openingen en onthullingen) wordt gepresenteerd op www.bevrijdingzeeland.nl. De SCEZ geeft provinciale coördinatie aan de publiciteit rondom dit herdenkingsjaar.
Bevrijding Zeeland. Britse of Canadese militair met vrouw in Zeeuwse streekdracht (foto Beeldbank WO2 - Nationaal Bevrijdingsmuseum).
Impressie van een eerdere Veteranendag op de Markt in Middelburg (foto Ad Kunst).
Fietsen langs sporen van de oorlog in Zeeland In 2011 verscheen het boekje Fietsen langs sporen van de oorlog in Zeeland. De publicatie bevat veertien fietsroutes langs belangwekkende plekken van de Tweede Wereldoorlog in Zeeland en daarbij ook nog enige achtergrondinformatie. In de routes zijn ook de zes Zeeuwse oorlogsmusea opgenomen. Het boekje is zowel bij deze oorlogsmusea als in de Zeeuwse boekhandels te koop.
Stille Getuigen van de Slag om de Schelde In de film ‘Stille Getuigen van de Slag om de Schelde’ uit 2009 vertellen 24 Zeeuwse getuigen aan de hand van 24 voorwerpen in de Zeeuwse oorlogsmusea, samen het verhaal van een van de zwaarste slagen in de Nederlandse oorlogsgeschiedenis: de Slag om de Schelde. De film is op dvd te koop in de zes Zeeuwse oorlogsmusea.
Museumzuil met film ‘Stille Getuigen van de Slag om de Schelde’.
Beheer en behoud van oorlogsmonumenten In de herdenkingsjaren 2014-2015, ‘Zeeland bezet en bevrijd 1940-1944/45’ worden veel herdenkingsbijeenkomsten georganiseerd bij de Zeeuwse oorlogsmonumenten. Aan de vooravond hiervan doen zich diverse vragen voor: Staan de oorlogsmonumenten er goed bij? Is het beheer en behoud ervan goed geregeld? Helaas is dat niet altijd het geval. Op de website www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten is een overzicht te vinden van de meer dan 3.000 oorlogsmonumenten in Nederland, waaronder alle 173 objecten in Zeeland. U kunt via deze website ook gratis de Handreiking Beheer en Behoud Oorlogsmonumenten bestellen. Eventuele schade aan Zeeuwse oorlogsmonumenten kunt u melden via de website www.meldpunterfgoedzeeland.nl. De publicatie bevat veertien fietsroutes in Zeeland.
Zeeuws Erfgoed
19 december 2013/04 • M
USEA
VOLKSCULTUUR NIEUWS
Gloednieuwe Zeeuwse traditionals
Een moordballade, een drinklied, een meilied, een afscheidslied en een koenkellied… Zomaar een greep uit de Zeeuwse traditionals die onlangs in gloednieuwe uitvoeringen in het Middelburgse poppodium De Spot klonken. Muzikaal erfgoed Eeuwenoud zijn deze liedjes en ze werden gezongen in huiskamers en cafés, op straat en bij het werk op het land. Tegenwoordig kennen maar weinig mensen ze meer. De SCEZ bracht dit voorjaar een dubbel-cd uit met een selectie van 52 oude Zeeuwse volksliedjes. Radiomaker Ate Doornbosch en andere liedjesverzamelaars hadden deze vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw bij Zeeuwen thuis verzameld en door hen laten inzingen. Vijftien Zeeuwse popbands en muzikanten van nu waagden zich aan de uitdaging om zo’n oud liedje in een eigentijds jasje te steken. Op vrijdagavond 15 november verzamelden ze zich in De Spot om hun nieuwe traditionals ten overstaan van het publiek voor het eerst ten gehore te brengen. Het werd een avond vol springlevend muzikaal erfgoed. Van ‘spoken word’ tot ‘rammelblues’ De muzikale afwisseling was groot. De folkcombinatie Gebroeders Bin bewerkte het lied over het trieste lot van de Zierikzeese gareelmaker
Leijdekker en zijn vrouw en kind, die bij een bombardement in de Eerste Wereldoorlog de dood vonden. De folk- en countryzanger Sjef Hermans zong zijn versie van de moordballade ‘Hier ligt mijn tedere bloem in het graf ’. Michael van Oostende bracht een pakkende spoken word-performance met ‘Heer wilt mijn stem verlichten’, een loflied op de bij. Eric de Vries zong het fijngevoelige Cloris, oftewel het afscheidslied ‘Vaarwel bruidje schoon’. De rockband I Could Float Here Forever maakte indruk met een instrumentaal optreden waarin de veldopname van Pieternella van den Hoeks ‘Daar gunter in die velden’ uit 1952 was gesampled. De ‘rammelblues’-band Zinkzand verraste met een eigenzinnige uitvoering van de medley ‘Tweê cent en ’alf ’. De band ging deze drinkliederen onder meer te lijf met twee emmers en een grote zaag, waarmee ze voortreffelijke muziek wist te maken. Onder de optredende artiesten waren verder Pier en Co, Broeder Dieleman, Gork A27, Krapuul, Deadbeats, Vandryver en Ries de Vuyst. Twee Italianen De grote finale bracht alle artiesten op het podium voor ‘Wij zijn een paar Italianen’, vanouds een daverende meezinger op Walcheren. Zoals verwacht, kon ook het publiek in De Spot daaraan geen weerstand bieden.
Zinkzand gaf een heel eigen interpretatie aan een serie drinkliederen (foto Nous Davidse).
Zeeuws Erfgoed
20 december 2013/04 • M
USEA
I Could Float Here Forever weefde de veldopname van ‘Daar gunter in die velden’ door hun instrumentale rock.
Binnenkort verschijnt een live-registratie van deze avond op cd met bonusnummers van Crappydog en Magdeleen van Eersel. Voor meer informatie: www.scez.nl/volkscultuur. Eerder verscheen de dubbel-cd Zeeuwse Traditionals met het boekje van de hand van Jeanine Dekker en Marco Evenhuis. De set is nog altijd voor €15 te koop bij de SCEZ en de grotere boekhandel.
Eric de Vries vertolkte het prachtige ‘Cloris’.
Zeeuws Erfgoed
21 december 2013/04 • M
USEA
Erfgoed- en watersector vinden elkaar in aanpak gevolgen klimaatverandering Van 25 tot 28 september vond in Amsterdam de internationale conferentie ‘Protecting Deltas: Heritage Helps!’ plaats. De bijeenkomst, georganiseerd door de Nederlandse afdeling van International Council on Monuments and Sites (ICOMOS), probeerde het bewustzijn te vergroten dat de erfgoed- en de watersector elkaar nodig hebben om toekomstige problemen op het gebied van klimaatverandering het hoofd te bieden. Ruim honderd nationale en internationale experts namen aan de conferentie deel. Voorafgaand aan de start van de conferentie in Amsterdam waren de deelnemers op 24 september te gast in Zeeland, waar een bezoek aan de Deltawerken werd gebracht. Tijdens de conferentie werd stilgestaan bij het feit dat de gevolgen van klimaatverandering, zoals de exponentiële groei van natuurrampen en overstromingen, voor laaggelegen delta’s en steden de komende decennia steeds groter zullen worden. Bescherming van deze laaggelegen gebieden lijkt dan ook steeds moeilijker te worden. Naast de gevolgen werd ook aandacht besteed aan enkele belangrijke oorzaken van klimaatverandering, zoals de groei van de wereldbevolking, die een enorme impact heeft op het klimaat en daarmee op de watercyclus. Relatie tussen water en erfgoed De vertegenwoordiger van UNESCO Cambodja, Anne Lemaistre, verduidelijkte de relatie tussen water en erfgoed aan de hand van de UNESCO-werelderfgoedlijst: “Het watererfgoed dat wij nu kennen is in oorsprong de hoofdader van vroegere beschavingen. Al eeuwenlang gaat de mensheid op innovatieve wijze om met de schaarste of juist de overvloed aan water. Dit heeft wereldwijd invloed gehad op sociale en economische transformatieprocessen en heeft daarmee dus ook een culturele component. Het overdragen van traditionele kennis en gebruiken is van groot belang om goed om te kunnen gaan met de kansen en bedreigingen die water biedt”. Haar collega-spreker Peou Hang, regeringsvertegenwoordiger van de werelderfgoedsite Angkor in Cambodja, benadrukte vervolgens het belang van de participatie van de lokale gemeenschappen en autoriteiten hierbij: “Lokale participatie vergroot het draagvlak om preventieve maatregelen te treffen, maatregelen die op termijn ook economische voordelen bieden.”
De Oosterscheldekering geniet internationale faam, maar is tevens alweer een innovatie van een vorige generatie.
Zeeuws Erfgoed
Kennisuitwisseling en integrale benadering Sprekers uit verschillende deltasteden, zoals Venetië, New York, Amsterdam en het Braziliaanse Recife, wisselden hun ervaringen met watermanagement uit door lokale voorbeelden te presenteren vanuit planologisch, stedenbouwkundig en erfgoedperspectief. Duidelijk werd dat erfgoedprofessionals met hun kennis van traditionele technieken en architectuurgeschiedenis stedenbouwkundigen kunnen helpen bij projectontwikkelingen en watermanagement van steden. Anderzijds kunnen waterprofessionals met kennis van rampenbeheer, effectbeoordeling en ingenieurschap, beheerders van erfgoedsites ondersteunen bij het voorkomen en beheersen van wateroverlast. Ondanks de grote overlap van de erfgoed- en de watersector blijken beide sectoren in de praktijk maar zeer beperkt samen te werken. Kennisuitwisseling en een integrale benadering van de problematiek is echter nodig om de wederzijdse kansen voor beide sectoren beter te herkennen en te benutten en zodoende de risico op rampen in delta’s zo klein mogelijk te houden. Deze constatering vormde ook de kern van de aanbevelingen uit het Amsterdam Statement on Water and Heritage, dat op 27 september op de conferentie werd gepresenteerd.
Wonen met en op het water op het Westerdokseiland in Amsterdam. Welke invloed heeft de klimaatverandering op termijn op de manier van wonen en werken in onze hoofdstad?
Voorafgaand aan de start van de ICOMOS-conferentie in Amsterdam brachten de conferentiedeelnemers op 24 september een bezoek aan de Zuidwestelijke Delta. Het programma in Zeeland vond plaats in de vorm van een miniconferentie op Neeltje Jans. Tijdens deze miniconferentie werd een belangrijke bijdrage geleverd door de Provincie en Rijkswaterstaat, dit in de vorm van een presentatie over de cultuurhistorie in de Zuidwestelijke Delta. In de presentatie werd duidelijk gemaakt dat in het landschap van de Zuidwestelijke Delta overal de sporen van de strijd tegen het water zijn terug te vinden. Maar ook dat het water tegenwoordig niet alleen meer als bedreigend wordt gezien, maar tevens als een bron van ecologische en economische waarden. De Oosterscheldekering is een duidelijke icoon van dit ‘nieuwe denken’. Gebouwd om ons te beschermen tegen het water, maar ook om de ecologie en economie veilig te stellen. Deze waterkering geniet dan ook internationale faam als innovatieve oplossing op het gebied van de omgang met water en trekt vele bezoekers vanuit de gehele wereld. De Oosterscheldekering is echter ook een innovatie van een vorige generatie. Het is dan ook belangrijk om toonaangevend op het gebied van innovatie te blijven, om watermanagementoplossingen te ontwikkelen die ook elders in de wereld toegepast kunnen worden. De Zuidwestelijke Delta heeft hierin een naam hoog te houden.
22 december 2013/04 • M
ONUMENTEN
Inventarisatie van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog afgerond Recentelijk is door de SCEZ een provinciale inventarisatie van fysieke restanten uit de Tweede Wereldoorlog afgerond. De inventarisatie maakt deel uit van het Europese Interreg IV Twee Zeeën-project ‘World War II Heritage’ en omvat een kleine vijftig objecten en structuren die nog steeds in het Zeeuwse landschap waarneembaar zijn. De inventarisatie is in twee delen uitgevoerd (regio Walcheren en regio overig Zeeland), waarbij de rapporten vanwege de voertaal binnen de Europese Interreg-projecten in het Engels zijn opgesteld. Hoofddoel van het project is de instandhouding en ontsluiting van het erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog in de Twee Zeeën-regio (Noordwest-Europa). Het project, waarbij tien partners uit Zeeland (gemeente Middelburg, gemeente Vlissingen, het Zeeuws maritiem muZEEum en de Provincie Zeeland als leadpartner), Vlaanderen, Engeland en Frankrijk zijn aansloten, is opgezet volgens drie aanvullende activiteitslijnen. De afgeronde inventarisatie maakt, samen met een verzameling nieuwe ooggetuigenverslagen, deel uit van de eerste activiteitslijn. Deze lijn heeft als doel het verzamelen, samenstellen en presenteren van historische informatie die gerelateerd is aan de geschiedenis en het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog. De in Zeeland uitgevoerde inventarisatie is beperkt gebleven tot een kleine vijftig objecten en structuren, waarbij bij de keuze rekening is gehouden met het belang, de toegankelijkheid en het toeristisch potentieel van het object/de structuur. De inventarisatiegegevens zijn behalve in de twee deelrapporten (onder de titel Inventory Physical Remains World War II) ook in een projectdatabase opgenomen en zullen met het afronden van het gehele project medio 2014 voor het publiek toegankelijk worden.
Het in 2010 onthulde Canadese monument op de Sloedam (bestaande uit twee gedenkplaquettes, op de voorgrond van de foto) is een van de geïnventariseerde objecten binnen het Europese project ‘World War II Heritage’.
Kerkenproject gemeente Sluis van start In het kader van de Visie Erfgoed en Ruimte (VER) van het Rijk zal er in 2014 in de gemeente Sluis een project worden uitgevoerd dat betrekking heeft op de relatie tussen bevolkingsontwikkeling en erfgoed. De bevolkingsontwikkeling wordt in diverse Zeeuwse gemeenten gekenmerkt door krimp, hetgeen vaak problemen, maar ook kansen kan opleveren. Dit project probeert te onderzoeken hoe erfgoed, en met name religieus erfgoed, een positieve rol kan spelen in dit proces. De voornaamste doelstelling van dit project is te komen tot een proactieve aanpak, waarbij het religieuze erfgoed kan bijdragen aan de leefbaarheid en andere ruimtelijke problemen van de regio, die in relatie staan met deze bevolkingsontwikkeling. Kerken zijn daarbij een belangrijke erfgoedcategorie. Enerzijds omdat ze vaak centraal in de dorpen en steden zijn gelegen en een belangrijke identiteitsbepalende factor zijn. Anderzijds schuilen er niet alleen kansen in deze centrale ligging, maar ook in de ‘gemeenschapsfunctie’ die ze van oudsher vervullen. Deze gebouwen bezitten dus de nodige potentie. Het nieuwe project, genaamd ‘Kerk, krimp en kans’, hoopt inzicht te geven welke van deze potenties verzilverd kunnen worden. Naast een ‘informatiefase’ waarin gegevens worden verzameld over waarde, technische staat en behoudsperspectief, zal er vooral binnen de lokale gemeenschappen onderzocht worden waar de kansen liggen. Daartoe zullen allerhande tijdelijke evenementen worden georganiseerd om de samenleving bij het gebouw te betrekken, nieuwe functies uit te proberen en het maatschappelijk debat op gang te brengen. Uiteindelijk is het doel om te komen tot één concrete nevenbestemming (een kerk die er één of enkele functies bij krijgt om de exploitatie rond te krijgen) en één concrete herbestemming (een kerk die aan de eredienst onttrokken zal worden en een volledig andere functie
krijgt). Een bijzonder aspect aan het religieuze erfgoed in de gemeente Sluis is dat er maar liefst twintig kerken zijn gebouwd in de wederopbouwperiode (1940-1965/1970). Deze bouwperiode heeft eveneens prioriteit in de kadervisie van het Rijk. Op een uitzondering na, is geen van de kerken uit die periode op enigerlei wijze beschermd. Om de waarden van de kerken uit deze periode in de gemeente Sluis goed te kunnen duiden, zullen alle Zeeuwse kerken uit de wederopbouw gewaardeerd worden. Het project wordt gedragen door de SCEZ, SCOOP, de Provincie Zeeland, de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed en de gemeente Sluis. De belangrijkste rol is uiteraard weggelegd voor de eigenaren van de gebouwen en de lokale gemeenschappen.
De protestantse Eloykerk in Oostburg, voorbeeld van een kerk uit de wederopbouwperiode met een 'monumentaal' karakter.
Zeeuws Erfgoed
23 december 2013/04 • M
ONUMENTEN
Promotiemiddelen Vier Werven Overleg opgeleverd Sinds kort hebben de vier scheepswerven die aangesloten zijn bij het Vier Werven Overleg de beschikking over nieuw promotiemateriaal. Vanaf september zagen een flyer, een brochure, een video, informatieborden en roll up banners het levenslicht. Het promotiemateriaal is ontwikkeld in het kader van het project ‘Vier Werven’, een grensoverschrijdend maritiem project dat mogelijk is gemaakt door een financiële bijdrage van het Scheldemondfonds. Bij het Vier Werven Overleg zijn vier museale scheepswerven in de Scheldemondregio aangesloten: het Centrum Nautisch Rupelmonde en de Scheepswerven Baasrode in de provincie Oost-Vlaanderen in België en de Museumhaven Zeeland (Zierikzee) en de Historische Scheepswerf C.A. Meerman (Arnemuiden) in de provincie Zeeland. Het Vier Werven Overleg beoogt een duurzaam samenwerkingsverband en heeft zich tot doel gesteld het maritieme verleden van de Scheldemondregio onder de aandacht van het publiek te brengen, dit onder andere door het ontwikkelen van een gezamenlijke promotie. Het ligt in de verwachting dat het binnen het project opgeleverde promotiemateriaal zal bijdragen aan een toenemend aantal bezoekers aan de werven, aan het delen van kennis en aan het versterken van de samenwerking tussen de aangesloten werven.
Afbeelding van de roll up banner, een van de opgeleverde producten binnen het project Vier Werven.
De Stads- & Commerciewerf, onderdeel van de bij het Vier Werven Overleg aangesloten Museumhaven Zeeland in Zierikzee.
Restauratieprojecten bij ROP Zeeland Velen zijn het erover eens: monumenten in Zeeland moeten behouden blijven voor de toekomst. Niet alleen voor de eigen identiteit van de provincie en haar inwoners, maar zeker ook voor de toeristen die elk jaar Zeeland bezoeken. Maar ook in de restauratiebouw zijn de gevolgen van de bezuinigingen voelbaar door een terugloop in het aantal projecten. Toch zijn er nog steeds een aantal restauratieprojecten in uitvoering en diverse projecten in voorbereiding.
Restauratie Nederlands-hervormde kerk in Driewegen Opdrachtgever: Protestantse Gemeente DEO Aannemer: Bouwgroep Peters
Kademuren aan de Kousteensedijk in Middelburg Opdrachtgever: gemeente Middelburg Aannemer: Bouwgroep Peters In de vorige uitgave van Zeeuws Erfgoed lichtten wij de fasen van het herstelwerk aan de verrotte houten fundering al toe. Inmiddels is de fundering vervangen door een stevige, betonnen constructie, waarna twee leerlingen metselen aan de slag zijn gegaan met het dichtmetselen van de kademuur aan de natte zijde. Aan de straatzijde komt een betonbekisting waarin zelfdichtende beton wordt gestort. Zo draagt de kademuur weer volledig op de nieuwe fundering. Het beschreven systeem is vrij nieuw voor kademuren. Voor de leerlingen metselen ligt hier nog een belangrijke taak om de rest van de kademuur te herstellen.
De Nederlandse hervormde kerk in Driewegen in de steigers.
Op de betonnen fundering wordt de kademuur weer dichtgemetseld. Leerling restauratiemetselen bezig met voegwerk aan de kerkgevel.
Aan de natte zijde is nog veel herstelmetselwerk te verrichten. Pand King George I in Middelburg Opdrachtgever: BV Monumentenbeheer Middelburg Aannemer: Bouwgroep Peters Bij een project als King George 1 aan de Singelstraat 7 gaat veel voorbereidend werk zitten om uit te zoeken wat tijdens het restauratiewerk aangetroffen kan worden. In een aantal vertrekken van het pand is een gedeelte van de wanden en plafonds ontmanteld om de toestand van de houten kapconstructie en de balklagen te onderzoeken. Nu deze bekend is, kan Bouwgroep Peters de calculatie voor de restauratie maken. In september is de omgevingsvergunning verleend en het streven is om dit jaar nog met de restauratie te starten.
Zeeuws Erfgoed
Deze Nederlands-hervormde kerk, die gesticht is in 1678 en waarvan de oorspronkelijke vormen bewaard zijn gebleven, is versierd met natuurstenen beeldhouwwerk. Inwendig heeft de kerk een gebeeldhouwde preekstoel die omstreeks 1679 is gedateerd. De toegang tot het kerkterrein is geflankeerd door bakstenen pijlers die voorzien zijn van schilddragende leeuwen met wapens van Driewegen en Coudorpe. Om deze kerk te behouden is Bouwgroep Peters bezig met onderhouds- en restauratiewerkzaamheden. Aan de voor- en zijgevel wordt het metselwerk en het voegwerk hersteld. Op veel plaatsen is er houtrot geconstateerd aan balkkoppen, deuren, luiken en kozijnen. Ook de klokkenstoel vertoont houtrot en zal hersteld moeten worden, een mooi karwei en een uitdaging voor leerling en leermeester. Niet alle restauratiewerken worden als ROP-leerlingbouwplaats uitgevoerd. Sommige zijn te klein om een erkenning als ROP-leerlingbouwplaats voor aan te vragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het herstelwerk aan de kademuren en de Westpoort in Sluis. Hier is het aannemersbedrijf Leenhouts bezig om met een leerling metselen de werkzaamheden uit te voeren. Ook regelmatig onderhoud aan monumenten is belangrijk om in de toekomst grote restauraties te voorkomen. Onlang gestarte ROP-projecten Restauratie Stadhuis in Veere, restauratie Meestoof De Nijverheid in Kapelle, restauratie Nederlands-hervormde kerk in IJzendijke.
25 december 2013/04 • M
ONUMENTEN
Open Monumentendag Een dag vol macht en pracht! Met het thema van afgelopen Open Monumentendag, Macht & Pracht, kon Zeeland met haar rijk historisch verleden goed uit de voeten. Meer dan driehonderd monumenten waren op zaterdag 14 september opengesteld en ondanks een bewolkte start in de morgen waren die dag weer vele belangstellenden op de been. De onuitputtelijke inzet van vrijwilligers bij de opengestelde monumenten maakte deze dag weer zeer geslaagd. In nauwe samenwerking met de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) ondersteunde de SCEZ de publiciteit rondom het publieksevenement door middel van een uitgebreid digitaal programmaoverzicht van de Zeeuwse gemeenten op de website pzc.nl en een lezersaanbieding in de krant. De Monumentenwacht was ditmaal met een promotiestand in Middelburg te vinden bij het prachtige laatgotische stadhuis op de Markt, samen met ruim honderd klassieke automobielen van de jaarlijkse Oldtimerdag. Geïnteresseerde bezoekers en passanten konden bij de promotiestand informatie inwinnen over onderhoud en herstelwerk aan monumenten. Een handige aanvulling daarop vormt de hernieuwde uitgave Monumenten onderhouden van Monumentenwacht Nederland. Deze was die dag tegen inlevering van de aanbiedingsbon uit de krant met korting bij de stand verkrijgbaar. De vijf winnaars van een prijsvraag over het stadhuis ontvingen ook een exemplaar van de uitgave. De publicatie is voor €17,95 (inclusief verzendkosten) te koop bij de SCEZ. Abonnees van de Monumentenwacht betalen €10. Die dag konden nieuwe abonnees van de Monumentenwacht ook profiteren van een aantrekkelijk aanbieding: naast een gratis exemplaar van Monumenten onderhouden betalen zij het eerste jaar geen abonnementskosten. Veel belangstelling was er verder voor de demonstraties van de monumentenwachters tijdens de proefinspecties aan de gevel van het oude stadhuis. Proefinspectie van de gotische gevel van het voormalige stadhuis van Middelburg.
Onderhoud van bitumineuze dakbedekking Veel monumentale gebouwen uit de periode 1850-1960 hebben naast hellende daken ook platte daken die gedekt zijn met een bitumineuze dakbedekking. Tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw was dit zogenaamde mastiek dak opgebouwd uit drie lagen bitumen en voorzien van een ballastlaag van grof grind. De Monumentenwacht informeert u graag over het onderhoud ervan. Veel van deze bedekkingen liggen al aanmerkelijk langer dan de normale levensduur (25 à 30 jaar) en dienen vervangen te worden door een nieuwe bedekking. In verband met verscherpte milieueisen mag teermastiek, zoals deze dakbedekking wordt genoemd, niet meer worden toegepast. In de afgelopen jaren heeft de Monumentenwacht bij inspecties van platte daken geconstateerd dat er regelmatig problemen ontstaan bij onderhoud en vernieuwing van deze daken en bij de afwerking van aansluitingen en dakranden. De Monumentenwacht is u hierbij graag van dienst om u te adviseren over de juiste toepassing van de juiste materialen en de goede wijze van afwerking (detaillering).
Dakbedekkingmateriaal mag niet vast verbonden worden met opgaand muurwerk. Door verschil in beweging tussen dak en muur, als gevolg van temperatuurverschillen van de buitenlucht en bezonning, kunnen scheuren in de dakbedekking ontstaan. Deze opstaande ‘dakomrandingen’ hebben het dan extra zwaar te verduren. Voor het duurzaam beschermen en in verband met het monumentale karakter van betreffende panden wordt een zinken afdeklijst hier sterk aanbevolen. Onderhoud Reinigend onderhoud van platte daken dient afhankelijk van de situatie ter plaatse één tot drie keer per jaar plaats te vinden. Dit onderhoud bestaat uit het verwijderen van aanwezige rommel, van de mossen en van andere begroeiingen van het dakoppervlak. Ook is het zaak de waterafvoeren zorgvuldig te controleren en de eventuele ‘obstakels’ rondom de waterafvoeren te verwijderen.
Vernieuwen Voor een optimale levensduur van de dakbedekking van platte daken volgen hieronder enkele beknopte aanwijzingen: Bij vernieuwing van de dakbedekking dient men vooraf goed te kijken of er nergens water op het dak blijft staan door een verkeerd afschot of door doorbuiging van een balklaag. Water dat langdurig op het dak blijft staan zorgt voor versnelde veroudering van de bedekking. Daarom zo nodig de balklaag verstijven en het afschot herzien. Voorbeeld van bitumineuze dakbedekking met een laag grind.
Zeeuws Erfgoed
26 december 2013/04 • M
ONUMENTEN
Belastingaftrek voor eigenaren van rijksmonumenten Eigenaren van rijksmonumenten kunnen onder bepaalde voorwaarden kosten van restauratie en onderhoud aan hun pand als aftrekpost opvoeren bij hun aangifte inkomstenbelasting. Dit betekent dat de fiscus een percentage van de gemaakte kosten voor zijn rekening neemt. Voorwaarden belastingaftrek Bent u eigenaar van een rijksmonumentenpand? Verricht u onderhoudswerk aan uw pand? Dan mag u de kosten daarvoor aftrekken als u voldoet aan de volgende voorwaarden: - u bent eigenaar van het pand, het maakt daarbij niet uit of u in Nederland woont of daarbuiten; - het pand is ingeschreven in het rijksmonumentenregister; - u betaalt de onderhoudskosten dit jaar. U mag alleen kosten aftrekken voor het vervangen of repareren van onderdelen van uw rijksmonumentenpand. Het moet gaan om onderhoudskosten. Dat zijn werkzaamheden bedoeld om het pand in bruikbare staat te houden of te herstellen, waaronder achterstallig onderhoud. Deze kosten moeten in redelijkheid zijn gemaakt. Het gaat dus niet om een verbetering, zoals een uitbreiding van het pand. De onderhoudskosten zijn (na aftrek van eventuele subsidies) voor 80% aftrekbaar. Op de website van de Belastingdienst is aangegeven welke kosten wel en welke kosten niet aftrekbaar zijn.
Wat is
Aftrek van onderhoudskosten is alleen mogelijk als het rijksmonumentenpand: - een eigen woning is in box 1 (inkomen uit werk en woning); - een onderdeel van uw bezittingen en schulden is in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen).
Bureau Monumentenpanden Belastingdienst Bureau Monumentenpanden (BBM) is een gespecialiseerd onderdeel van de Belastingdienst dat antwoord kan geven op alle fiscale vraagstukken in verband met rijksmonumenten. BBM geeft u inzicht in de fiscale en financiële gevolgen van uw restauratieplan en stelt voorafgaand aan de restauratie vast welke onderhoudskosten voor u aftrekbaar zijn. Het aanvraagformulier hiervoor kunt u downloaden vanaf de website van de Belastingdienst. Meer informatie Belastingdienst Bureau Monumentenpanden Bezoekadres: Inputplein 1, Postbus 4050, 3800 EB Amersfoort Telefoon: 088-1528155
[email protected] www.belastingdienst.nl > privé > woning > bijzondere situaties > rijksmonumentenpanden
u waard?
In september hebben we u gevraagd een enquête over Zeeuws Erfgoed in te vullen. Op 30 oktober hadden 255 van u dat gedaan. Hartelijk dank daarvoor! Onder de inzenders (digitaal zowel als schriftelijk en mondeling) zijn 10 boekenbonnen verloot. De gelukkige winnaars hebben die inmiddels in hun bezit. De antwoorden op de 8 vragen hebben interessante informatie opgeleverd. Hieronder volgen beknopt de antwoorden. Waarom heeft u een abonnement? Ruim 75% zegt een abonnement te hebben vanuit algemene interesse voor het erfgoed. Welk cijfer geeft u Zeeuws Erfgoed? Ruim 56% geeft een 8. De cijfers 7 en 9 worden elk door 16% gegeven. Leest u naast Zeeuws Erfgoed ook de digitale nieuwsbrieven van de SCEZ? Bijna 70% antwoordt hierop met nee. Heeft u voor uw informatie over erfgoed genoeg aan de digitale nieuwsbrieven van de SCEZ? Bijna 53% antwoordt hierop met nee. Bezoekt u de website van de SCEZ? Ruim 47% zegt de website incidenteel te bezoeken (ruim 11% wekelijks of maandelijks). Volgt u de SCEZ op Twitter? Ruim 98% antwoordt hierop met nee. Welke bladen over erfgoed, cultuurhistorie en landschap in Zeeland leest u nog meer? Ruim 41% leest ook heem- en oudheidkundige bladen. Bijna 27% leest ook Zeeuwslandschap. Ongeveer 14% leest ook Nehalennia of Zeeland. Blijft u abonnee van Zeeuwse Erfgoed als u hiervoor moet betalen? Ruim 59% antwoordt hierop met ja.
Zeeuws Erfgoed
Als de 255 respondenten representatief zijn voor alle lezers van Zeeuws Erfgoed dan is er draagvlak voor het continueren ervan in de vorm van een betaald abonnement. Een substantieel percentage waardeert het blad, leest het met plezier en ziet een digitale variant of digitale nieuwsbrieven (nog) niet als een volwaardige vervanging. Relatief veel respondenten geven in hun toelichting aan dat ze de ontwikkeling naar digitale nieuwsvoorziening om kostenredenen begrijpen en dat ze een betaald abonnement - al of niet gekoppeld aan een donateursregeling - niet vreemd vinden. Men had het ook wel verwacht. Toch zijn er ook de nodige respondenten die aangeven dat ze een betaald abonnement niet willen of kunnen bekostigen. Wat telt is ook de hoogte van het bedrag. Wat betekent dit alles nu voor de toekomst van ons blad? Het was geen eenvoudige afweging maar we hebben de knoop doorgehakt. In 2014 wordt een betaald abonnement voor Zeeuws Erfgoed ingevoerd. Maar daarvoor hebben we wel voldoende abonnees nodig. Deze ontvangen in het vervolg voor €14 (het ingangsjaar is daarmee gelijk gemarkeerd) vier keer per jaar het blad en eventuele specials. Met het abonnementsgeld zijn alleen de druk- en verzendkosten gedekt. Bent u abonnee van de Monumentenwacht dan blijft u het blad automatisch ontvangen. U betaalt daarvoor geen meerkosten. In maart 2014 verschijnt het laatste nummer dat nog gratis aan alle huidige abonnees wordt toegezonden. Het wordt een afscheid en een nieuw begin. We hopen dat vele lezers samen met ons zullen kiezen voor een nieuw begin.
27 december 2013/04 • M
ONUMENTEN
| ALGEMEEN
Erfgoed Allerlei PUBLICATIES SCEZ kan geen aanvullende informatie verstrekken over de verkoop van verschenen publicaties.
• Boeken en eenmalige uitgaven Tineke Apello, Jan Hendriksen en Gerrit Zomer (teksten), Wim van de Berge (foto’s), 20 jaar Van Loon Hardzeildagen 1994-2013 (Arnemuiden: Stichting Behoud Hoogaars, 2013) 35 pag.; ill., foto’s. Geeft een kort overzicht, voorzien van veel foto’s van de nu twintigjarige Van Loon Hardzeildag en de originele pendant die Hendrik Willem van Loon zelf in de jaren twintig van de twintigste eeuw organiseerde. André Bauwens en Estelle Slegers, Peter Verdurmen (foto’s), Aardenburg. Zo was het | Zo is het (Aardenburg: Durenkamp, 2013) 120 pag.; ill., foto’s; 978-94-9152808-8. Fotoboek van Aardenburg waarbij oude foto’s vanuit exact hetzelfde fotografische perspectief in de tegenwoordige tijd zijn gefotografeerd. Foto’s zijn voorzien van een historische uitleg. Jacqui Bolt (tekst) en Robert M. van Dierendonck (tekst, red.), Wouter K. Vos (red.) Aardenburg en Zeeland in het Romeinse Rijk
(Leiden: Hazenberg Archeologie | Middelburg: SCEZ, 2013) 44 pag,; ill., foto’s; ISBN 978-90-818683-6-5. Publieksboekje n.a.v. de onderzoeksresultaten van het Odyssee-project Romeins Aardenburg (2010-2013). Archeologen ontdekten in de twintigste eeuw resten van een stenen fort in het centrum van Aardenburg. Het bleek om de resten van een fort uit de Romeinse tijd te gaan. In vier hoofdstukken zoomt het boekje in van het grote Romeinse Rijk naar Zeeland en Aardenburg. Een extra verhaallijn over de belevenissen van Perula en Laucus, twee Menapische kinderen die de bouw van een nieuw fort in Aardenburg
meemaken, beschrijft het dagelijkse leven van mensen in de latere Romeinse tijd. Met illustraties en reconstructietekeningen van Mikko Kriek, VUhbs Amsterdam. Nanda van den Berg, Karien van Veggel (red.), Kruisdijkschans in oude glorie hersteld (Wilhelminadorp: Stichting Het Zeeuwse Landschap, cop. 2013) 80 pag.; ill., foto’s, plgr., tek.; ISBN 978-978-94905-9-2. Verschenen ter gelegenheid van de afronding van de restauratie van de Kruisdijkschans bij Sluis die vormgegeven werd door de Stichting Het Zeeuwse Landschap, nadat het complex anno 2010 totaal vervallen was en leeg stond. De drie hoofdstukken gaan in op de Staats-Spaanse tijd en het ontstaan van de schans rond 1640. Het tweede hoofdstuk gaat over de functies van de Kruisdijkschans: fort, buitenplaats en boerderij en het laatste hoofdstuk over het herstel van de schans. Met literatuuropgave. René van den Berge, Oostkapelle. Buitenplaats van Walcheren (Bergschenhoek: Marberg Media, 2013) 80 pag.; ill., krt., grav., foto’s; ISBN 978-90-820494-0-4. Toeristisch boekje met historische informatie over streek en cultuur, ook buiten Oostkapelle. Bevat onder meer hoofdstukken over de dorpsgeschiedenis, strand en kust, de Manteling, de kastelen Westhove en Duinbeek, buitenplaatsen, kerken, de korenmolen d’Arke en cultuur en folklore. Johan Bos, De aannemerij van mijn vader (Soest: Boekscout, 2013) 123 pag., ill., foto’s; ISBN 978-940220018-8. De ex-emigrant Arjaen Bos (1906) start na de oorlog in het Zeeuwse Heinkenszand de aannemerij Bos & van Doornik, gespecialiseerd in grond-, weg- en waterbouw. Zoon Johan (1944) tekende deze geschiedenis op. In de veertien hoofdstukjes komen allerlei zaken voorbij zoals de opzet van het bedrijf, de sociale leer als levensvisie, bijzondere projecten, kantoorwerk, de komst van een wagenpark en sociale ongelijkheid in de bouw. Cees van Bovenkamp, Uitgebeeld verleden van Kortgene & Geersdijk (Waarde: Van den Bovenkamp, 2013) 107 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-907069-734-1. Fotoboek met bijschriften bij elke foto van Geersdijk en Kortgene in de periode van circa 1900-1970. Sylvia van Dam Merrett-van Lynden, Een jaar rond op een Walcherse boerderij. Verhalen van Jan Vader en anderen (Veere: Museum de Schotse Huizen,
Zeeuws Erfgoed
2013) 195 pag.; ill., foto’s; ISBN 97890-820361-1-4. Aan de hand van een fictief boerengezin op Walcheren wordt het leven op een boerderij op het eiland voor de Tweede Wereldoorlog beschreven. Dit is gedaan aan de hand van teksten van Jan Vader, Frans van den Dries en A. Geschiere, die veelal in De Wete verschenen. Net als op een boerderij volgen we het leven daar met de maanden en seizoenen. Daarbij ontbreken uiteraard de feestdagen en bezoeken aan de Middelburgse markt niet. Met literatuuropgave. Jacobus Ermerins, bew. door P.M.J. van de Watering, Rommerswael. Compilatie van eenige Zeeuwsche oudheden uit echte stukken behelzende eene beschrijyving van de gewezene stad Rommerswael (Middelburg, 1788 [Halsteren: Van de Watering, 2013]) 140 pag.; ill., foto’s, krt., tek. Bewerkte versie van het origineel dat verkort is weergegeven waarbij de tekst grotendeels getranscribeerd is. Ad Franken, De overval op het distributiekantoor te Kloosterzande 20-03-1944 (’s-Gravendeel: drukkerij Van den Herik, 2013) 98 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-820896-0-8. Naast hoofdstukken over de voorbereiding, uitvoering en nasleep van de overval wordt stilgestaan bij transport van de buit, arrestaties en gevangenneming en dwangarbeid van de overvallers, lijst van slachtoffers, nabestaanden en bijlagen. Bevat een lijst met afkortingen, bronnen en literatuur. Sander den Haan, ‘Met een mooye koepelkamer’ De buitenhof aan de Lange Nobelstraat in Zierikzee ca. 1790-1898 (Zierikzee, 2013) 23 pag.; ill., foto’s, krt., tek. Biografie over de buitentuin van de Lange Nobelstraat waarin onder meer Zierikzee als groene tuinstad wordt beschreven en verder, tuin, interieur en exterieur van de huizen worden behandeld. In de bijlage zijn de hofbezitters vermeld. Met een summary en een index op persoonsnamen. Pieter Cornelis Hoek, Melchior Leydecker (1642-1721). Een onderzoek naar de structuur van de theologie van een gereformeerd scholasticus (Middelharnis: VU University Press, 2013) 335 pag.; ill.,; ISBN 978-908659-656-0. De theoloog Melchior Leydecker was een zeventiende-eeuwse representant van de gereformeerde scholastiek. Deze biografie werd als proefschrift verdedigd aan de VU in Amsterdam. Het eerste hoofdstuk omvat de inleiding en onderzoeksvragen. In het tweede hoofdstuk wordt Melchior Leydeckers’ leven en werk bekeken. Hoofdstuk drie bevat godsleer; vier: Gods kennis, scientia; vijf: God’s wil, volunta; zes: Gods macht, potentia; zeven: God en werkelijkheid, predestinatie en
28 december 2013/04 • E
RFGOED
ALLERLEI
providentie; acht: Wijdere omtrekken (over theologie-begrip en christologie) en negen: Conclusies, evaluatie en uitzicht. Bevat een summary, drie bijlagen, een lijst van geraadpleegde literatuur en een index. Eric van Hooydonk, Strijd om de stroom. Een politieke geschiedenis van de de Schelde 2 dr. (Leuven, 2013) 392 pag.; ill., foto’s, krt., tek., grav.; ISBN 978-90-5826-950-8. De auteur behandelt de geschiedenis van de rivier vanuit Belgisch standpunt en doet dit strak chronologisch waarbij de gebeurtenissen aan jaartallen worden opgehangen. Wel is een indeling in vier perioden gemaakt: de strijd om het gezag over de Schelde (57 v. Chr.1585), de strijd om de opening van de Schelde (1586-1792), de strijd om de vrijheid van de Schelde (1793-1997) en de strijd om de functies van de Schelde (1998-2113). Het boek is zeer uitvoerig en rijk geïllustreerd. Met fotoverantwoording. J.M.G. Leune, Fort Sint Martijn op Hoogerwerf. Studia 126 (Brussel: Algemeen Rijksarchief, 2013) 653 pag.; ill., krt., tek., foto’s, tab.; ISBN 97890-5746-305-1. Na het voorwoord volgens afkortingen, overzicht van afbeeldingen en verantwoording van bronnen. Daarna komen de vier delen: compendium van de geschiedenis van het fort Sint Martijn thematisch geordend, een calendarium met een chronologisch overzicht van gebeurtenissen, een repertorium van betrokkenen bij het fort en een addendum met bijlagen. Het eerste deel dat 200 pagina’s beslaat is weer onderverdeeld in tien hoofdstukken en vormt de lopende tekst van het boek waarin zaken als Spaans en Staats bezit, het fort als vesting, natuurgeweld, bestuur, leiding, financiering, garnizoen, geschut en ammunitie en het leven binnen de vesting aan bod komen. Met geraadpleegde literatuur, personenindex en geografische index. Frans Meijaard, Reggie Corijn, Wilma Valk, Breskens en de visserij (Aardenburg: Durenkamp, 2013) 280 pag.; ill., foto’s, ISBN 978-94-9152810-1. De drie auteurs schreven gezamenlijk enkele tientallen hoofdstukken over onder meer de verbondenheid van Breskens met de visserij, de haven, vishandel, de vismijn, de naoorlogse periode, scheepstypen, haring- en garnalenvisserij en ongevallen op zee. Met verantwoording en inhoudsopgave ineen. Danker Jan Oreel (tek.), René Verhulst (scenario en tekst), De banneling van Tobago. Zeeuwen in de west en De banneling van Tobago. Dossierversie (Goes: Paard van Troje, 2013) 48 pag., tek.; ISBN 978-9071937-19-4 en 978-90-71937-20-0.
Stripboek over de planter Lucas Pol die de strijd aanbindt met Zeeuwse kolonisten op Tobago. Hij wordt verbannen en belandt in Goes. Het gedeelte dat op Tobago speelt is gebaseerd op historische bronnen. Van het boek verscheen tevens een gelimiteerde uitgave waarin onder meer een facsimile-uitgave van de oorspronkelijke verklaring van Lucas Pol bij een Goese notaris over de wantoestanden tijdens het bewind van William Gayner op het eiland Tobago in 1636, met een vrije vertaling van Frank de Klerk. Bevat 8 extra pagina’s achtergrondinformatie en schetsen. Verschenen in genummerde en gesigneerde oplage van 350 exemplaren. Daarnaast is uiteraard ook de reguliere stripversie verkrijgbaar (zie ISBN). Henk Postma en Wim Vreeke, Fonteinen van Aarde. Het oorlogsdagboek van Jaap Komejan (Vlissingen: Bardboek, 2013) 120 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-94-91855-00-9. Deze publicatie bundelt het oorlogsdagboek van Jaap Komejan uit Mariekerke, waaruit de PZC in de herfst van 2010 publiceerde, met tal van omlijstende artikelen uit die krant. Het geheel belicht op verhelderende wijze het verloop van de strijd om Walcheren (1944).
Auteur Martinus de Kam (l) met uitgever Adriaan Langendonk van het Schrijverspodium en archeoloog Robert van Dierendonck van de SCEZ tijdens de boekpresentatie van ‘Nehalennia’ op 2 oktober in de Drvkkery in Middelburg. Martinus de Kam, Nehalennia. Het laatste offer (Middelburg: de Drvkkery|Schrijverspodium, 2013) 120 pag.; krt.; ISBN 978-90-70174-86-6. Met bijdragen van de SCEZ op het terrein van de Zeeuwse archeologie ten tijde van de derde eeuw na Christus. Historische jeugdroman over een van de meest dramatische perioden uit de geschiedenis van Zuidwest-Nederland: de tijd waarin Zeeland bijna van de kaart verdween. Een periode waarover zo weinig bekend is, dat de verbeeldingskracht van een schrijver hard nodig is om er een spannend verhaal over te maken. De veertienjarige jongen Freio staat er alleen voor. Hij moet voor de boerderij van zijn ouders
zorgen en zijn familie beschermen. Zijn vader Paluso is per schip vertrokken voor een gevaarlijke reis. Alleen Nehalennia, beschermgodin van de zeevaarders, heeft de macht om hem veilig thuis te brengen. De jongen staat voor de onmogelijke opgave om een offersteen voor de godin te bemachtigen bij behouden terugkeer van zijn vader. Een spannend jeugdboek, maar ook boeiend voor volwassenen. Arjen Roelse, Hoe tergend zijn geschrijf tegen mij ook mag zijn. Bestuurders van de gemeente Renesse 1888-1933 (Rotterdam: Brave New Books, 2013) 172 pag.; ill., foto’s; 978-94-02104561. Behandelt de geschiedenis van lokale bestuurders en gebeurtenissen en ontwikkelingen in politiek Den Haag tegenover die op het eiland SchouwenDuiveland. In het bijzonder die in de gemeente Renesse, in de periode van 1888 tot 1933. Bevat twee grote hoofdstukken onderverdeeld in vele kleine en grotere paragrafen. Na voorwoord en inleiding volgen ‘het landsbestuur’ en ‘het gemeentebestuur van Renesse’. De auteur put voornamelijk uit Krantenbank Zeeland als bron. Met literatuuropgave en register. J.P. Sigmond, Zeemacht in Holland en Zeeland in de zestiende eeuw (Hilversum: Verloren, 2013) 431 pag.; ill., foto’s, krt., tek., grav.; ISBN 97890-87-04349-0. De auteur beschrijft de Nederlandse zeemacht van de Habsburgse vloot van Karel V tot het begin van het Twaalfjarig Bestand in 1609. Na een uitgebreide indeling volgt een indeling in drie delen: de Bourgondisch-Habsburgse zeemacht 1500-1560; een vloot op de binnenwateren 1572-1585 en de Staatse vloot op de Noordzee en de Atlantische oceaan 1585-1609. Het eerste deel bevat hoofdstukken over de keizerlijke vloot van Zeeland, de tocht van 1544 en de zeegewesten Zeeland en Holland, hun havensteden en bevaren zeegebieden. In het tweede deel volgen hoofdstukken over de strijd op de Zeeuwse stromen en de Hollandse binnenwateren en de Zuiderzee, onder meer aan de hand van tapijten. Deel 3 behandelt de blokkadevloten voor de Vlaamse kust, de samenwerking met de Engelsen, de tocht van 1602 en de periode tot het Bestand van 1609. Met eindnoten, gebruikte bronnen en literatuur en index. Peter Sijnke, Kloveniersdoelen. Een korte geschiedenis (Middelburg: de Drvkkery, 2013) 48 pag.; ill., krt., tek., grav., foto’s; ISBN 978-90-7017479-8. Uitgegeven bij de heropening van de Kloveniersdoelen als cinema. Bevat zes hoofdstukken over een omschrijving van het monument, de schuttersgilden van Middelburg en de gebruikers van de Kloveniersdoelen. Ze dienden onder meer als schutters-
doelen, recrutendepot, militair hospitaal, hulpkazerne, kleuterschool, muziekbibliotheek, kunstenaarscentrum, onderkomen van de Stichting Nieuwe Muziek en sinds kort als filmzaal en grand café. Een vijfde hoofdstuk gaat over die nieuwe gebruikers en het laatste over de tuin van de Kloveniersdoelen. Met bronnenen literatuuropgave. Bevat veel interessante foto’s die laten zien hoeveel in de loop van de tijd aan het gebouw veranderd is. Peter Sijnke, Jeanine Dekker, Hans Sinke en Inge Heuff, Van stadsschuur naar silo (Vlissingen: Den Boer/de Ruiter, 2013) 80 pag.; ill., foto’s, tek., krt. De vier auteurs hebben allen vanuit hun professie raakvlak met het onderwerp: de silo aan het Kanaal door Walcheren. Het boek werd uitgegeven in het kader van de restauratie van de silo als toekomstig Middelburgs monument. In een viertal hoofdstukken wordt een korte geschiedenis van de stad geschetst, de aanleg van de kanaalwerken en de aanleg van de stoommeelfabriek door de firma Wed. J.H.C. Kakebeeke Gz. in 1889. De silo waar het hier om gaat is echter die van de Coöperatieve Landbouwvereniging (CLV) Eiland Walcheren uit 1963. Eén hoofdstuk behandelt de herbestemming van de silo en de wijze waarop hier bouwkundig vorm aan wordt gegeven. Met illustratieverantwoording en geraadpleegde bronnen en literatuur. Lina van der Sluis (tekst), Gilles Vingerling (red.), ’t Is ’n bitje oorlog in Nederland. Herinnering van Martien en Lina aan de oorlogsjaren 1940-1945 (Zuid-Afrika, 2012) 88 pag.; foto’s, krt. Oorlogsherinneringen betreffende de families Van der Sluis, De Putter en De Jager op Schouwen-Duiveland (met name Bruinisse) en in West-ZeeuwsVlaanderen (met name Klein-Brabant en Braakmanpolder). J.G. Smit, J.W. Burgers en E.T. van der Vlist, ‘Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten van Zeeland, 1318-1572. Band I t/m III. RGP 263 (Den Haag, 2011) 3 banden: 354, 355-920, 921-1483 pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN 978-90-5216-178-5. In het eerste deel wordt een uitgebreide inleiding gegeven op de dagvaarten, de Staten van Zeeland en die van de eilanden, er zijn lijsten met afkortingen, lijsten van geraadpleegde literatuur en een overzicht van archieven en archivalia. Daarna volgen de integrale teksten verspreid over drie banden. Band III bevat een index van zaken en termen. Johan Thomas, Historie van Westdorpe (Terneuzen: J. Thomas, 2013) 287 pag.; ill., foto’s, krt. Overzicht op de geschiedenis van het dorp Westdorpe. Zonder inhoudsopgave.
Jacoline Vlaander, Fort Rammekens. Een poort naar de toekomst (Vlissingen: Den Boer/de Ruiter, 2013) 72 pag.; ill., foto’s, krt., tek., grav.; ISBN 97890-70174-83-5. In opdracht van Staatsbosbeheer uitgegeven boekje over de renovatie/restauratie van fort Rammekens waarin zowel informatie over archeologische vondsten, geschiedenis, flora en fauna van het fort zijn verwerkt. Vier hoofdstukken behandelen de periodes 1547-1600 (Furore met een fort), 1600-1795 (Het fort als decor), 1795-1900 (Van haven tot fort) en 1900-heden (Fort in de schijnwerpers). Met illustratieverantwoording, geraadpleegde bronnen en colofon.
• Tijdschriften Tijdschriften Zeeuws Tijdschrift 63/nr. ¾ (2013) 164. Bevat een keur aan grote en kleine bijdragen waaronder ‘Zeeland in het Rijksmuseum’ door Frits de Coninck, waarbij hij een keuze maakt uit 10.000 aan Zeeland gerelateerde voorwerpen in het Rijks. Albert Clement schrijft over het orgel van de Koorkerk in Middelburg. Fransisca van Vloten kijkt terug op de tiende schildersweek van Domburg. Johan de Koning schrijft over ‘Boeddha in de polder’ het hoofdkwartier van de beweging Triratna in Hengstdijk die met een opmerkelijke architectuur is neergezet. Verder zijn er bijdragen van Katinka Polderman, Menno Steketee, Lorenzo Benedetti, Mario Molegraaf, René de Visser, André van der Veeke en Marlies Jongejan. Zeeland 22/3 (2013) 83-122, 4 pag. Willem van de Broeke, economisch historicus, schreef over drie eeuwen vlasteelt en vlasverwerking in Zeeland. Peter Henderikx reageert op een vorig artikel van Lo van Driel over de herkomst van de Zeeuwen in ‘Sueven, Zeeuws en Zeeuwen.’ Lo van Driel voorziet ook de argumenten van Henderikx van passende repliek. Tom Meijer stoft een vergeten stuk muziekgeschiedenis af met ‘Het dansorgel in Zeeland.’ Verder zijn er nog de rubrieken aanwinsten, boekbesprekingen en de agenda van het Zeeuws Genootschap.
• Heem- en oudheidkundige bladen Wij van Zeeland, mededelingenblad van de Nederlandse genealogische Vereniging, Afdeling Zeeland (2013,4), biedt in dit nummer nieuws uit de regio’s Goeree Overflakkee, SchouwenDuiveland, Noord- en Zuid-Beveland en Walcheren. M. NeuteboomDieleman vertelt over de bedijking van het Stroodorpe poldertje bij Krabbendijke, waarin Jacob Rottier een rol vervulde die hem geen geluk bracht. In de serie ‘Voorouders komen
4 Zeeuws Erfgoed
29 december 2013/04 • E
RFGOED
ALLERLEI
tot leven’ gaat dezelfde auteur in op de voorouders van de zestiende-eeuwse familie Van Oostee in Yerseke, waarvan geen samenhangende genealogie is vast te stellen. ‘Notaris Jacob Weststrate en zijn familie’ uit de ‘voorouderserie’ is van de hand van P. Weststrate. P. Harthoorn heeft de geschiedenis van een hofstede De Potterie en haar bewoners beschreven, een boerderij die zijn naam dankte aan de Veerse koopman Daniël de Pottere. Later was het een buitenplaats van de familie Lampsins; in 1905 is het oude huis afgebroken en werd een nieuwe hofstede gebouwd met de naam De Tijd Slijt. Van de familie Quakkelaar/Kwakkelaar blijken heel wat voorouders met justitie in aanraking geweest te zijn (A. Scheffer), en K. Koppejan toont aan dat oude verhalen mooi zijn, maar lang niet altijd helemaal kloppen. In het tijdschrift komt een serie artikelen over de reis van het snauwschip d’Eenigheid naar West-Afrika; R. de Groot verzorgt de eerste aflevering in dit nummer. Schouwen-Duiveland In Stad en Lande, het mededelingenblad van de vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland (juli 2013), de geschiedenis van vijf generaties Van Langeraads, die ‘boerden’ op de hofstede ‘Dreischors Nieuwland’. J. Padmos schrijft ‘Nathan Samuel Polak (1802-1871): een bijzondere joodse inwoner van Zierikzee’. Nathan Polak ligt begraven op de joodse begraafplaats aan de Grachtweg. M.K. Buth traceerde op het eiland veertien arrensleden die hier besproken worden, en K. Buth kent de geschiedenis van een Schouws rijtuig, de barouchette genaamd. B. Blikman-Ruiterkamp geeft nog eens een kleine biografie van Jacob Cats en laat een aantal van zijn spreuken de revue passeren. P. Noordermeer schrijft over een verhaal dat hem is verteld door een vroegere medewerkster van het distributiekantoor, dat van 1939 tot 1952 was ondergebracht in het postkantoor in de Meelstraat in Zierikzee, en hij weet ook nog een verhaal te vertellen over een zoekgeraakte bonnenkaart in oorlogstijd. Tholen De Nieuwsbrief van de Heemkundekring Stad en Lande van Tholen (augustus 2013) bevat huishoudelijke mededelingen: een excursie naar West-Brabant, een overlijdensbericht van twee leden, een ouderwetse keutjesavond en nieuws over de Open Monumentendag. Walcheren In De Wete, gedaan aan de leden van de Heemkundige Kring Walcheren (2013, 4), gaat het eerste artikel over het optreden van de landwacht op Walcheren in 1944, waarbij met name commandant Bierens een niet al te fraaie rol speelde (J. Braat).
De bewoningsgeschiedenis van het Hof Ravestein wordt beschreven door J. Simons in het artikel ‘Groei en krimp’. J. Francke schrijft over Walcherse walvisvaarders op Spitsbergen: de problemen die ze ondervonden met de daar aanwezige Engelsen, het gesteggel over de verdeling van de vangst, de traanovens op Smeerenburg en het eiland Zeeusche Uitkijck. Een boeiende fotoreportage uit een boek Verdwijnend volk van Roel Houwink (uitgegeven 1935) werd verzorgd door A. de Klerk, die daarbij hoopt op reacties van lezers op verschillende vragen die na het zien van de foto’s bij hem opkwamen. Het ‘Vadertje’ van F. van den Driest gaat over koeken die in december gebakken werden en als ‘hijlickmaekers’ of huwelijksmakelaar door jongens benut werden om een meisje het hof te maken. Ditmaal twee nummers van Arneklanken, het kwartaalblad van de Historische vereniging Arnemuiden (2013, 2 en 3). P. Feij begint met zijn beschouwingen over Arnemuiden in de Franse tijd aan een nieuw tijdvak, de tijd van koning Willem I, die zelfs de Arnemuidse armen niet helemaal vergat. Zoals steeds duikt A.H.G Verouden in de kerkenraadsberichten, in nr. 2 beschrijft hij dat ook bij kerkgangers een flink alcoholprobleem kan bestaan. J. Adriaanse schrijft over de scheepswerven in Arnemuiden, een bewerking van zijn lezing ter gelegenheid van het jubileum van de Stichting Historische Scheepswerf C.A. Meerman. A. Geldof en S. Huibregtse komen met het tweede deel van hun stuk over Zeeuwse visserstruien en komen tot de conclusie dat we nog veel te weinig weten over dit Zeeuwse erfgoed. In nr. 3 van het tijdschrift biedt M.A. Lieveld-van Belzen een artikel aan over burgemeester Dirck van Deelen, een fel anti-rooms propagandist uit de zeventiende eeuw. L. Schouls weet bijzonderheden te vertellen over de schilderijen van Daniel van den Queborne die in het Arnemuids museum aanwezig zijn, evenals de archeologisch waardevolle potten uit de ijzertijd waarover J. Adriaanse zijn licht laat schijnen. Den Spiegel van de Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Gemeentearchief Vlissingen (2013, 4) begint met ‘Het Cabinet der Godsaligheyt’ van P. van Druenen, een artikel in de serie ‘Zichtbaar Verleden’ over de calvinisering van Vlissingen door Walen, Vlamingen en Fransen, waarbij hij uitgaat van het boek Het Cabinet der Godsaligheyt uit 1685 van apotheker Reyniersen. J. den Exter schrijft over de geschiedenis van de jachthavens in Vlissingen. De auteur baseert zijn stuk op het jubileumboek dat is verschenen in 2009 bij het 75-jarig bestaan van ‘De Schelde’,
Zeeuws Erfgoed
aangevuld met eigen onderzoeksresultaten en persoonlijke herinneringen. Het Vlissingse familiebedrijf Koolwijk Shipstores bestaat 90 jaar. A. Verdonk-Rodenhuis interviewde de gepensioneerde Anton Koolwijk, waardoor de lezer heel wat te weten komt over de geschiedenis van het gerenommeerde bedrijf bij de buitenhaven in Vlissingen. In ‘Flessenpost ontmaskert muiters’ van R. Paesie zien we hoeveel het digitaliseren van oude krantencollecties heeft bijgedragen aan het bekend worden van bijzondere gebeurtenissen en wetenswaardigheden uit ons verleden. De auteur verhaalt over een schip dat in 1875 uit Antwerpen vertrok naar New York en waarop vreemde zaken gebeurden. De Bevelanden Het eerste artikel in De Spuije, het tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden (zomer 2013), gaat over een nieuwe parochierechtkamer in Kapelle, in gebruik genomen in 1658. Auteur G. Lepoeter vertelt over de aankoop, verbouwing en inrichting en over de betekenis die het nieuwe gebouw had voor het dorp. Over een neergestort Duits vliegtuig in 1943 in Kapelle schrijft J. Brouwer. Wonder boven wonder brachten alle inwoners het er levend vanaf; van de vier bemanningsleden overleefden twee de crash niet. K. Sluijter schenkt aandacht aan de rage van de Zeeuwse knop, die je gewoon niet meer ontlopen kunt, en aan moeilijkheden en mogelijkheden bij het beheren van een belangrijke museumcollectie. In 1815 verkeerde West-Europa na de Napoleontische oorlogen in een diepe crisis. Er heerste grote armoede en werkloosheid. Er werd daarom in Goes een spijskokerij opgericht, in het gebouw aan de Kleine Kade, dat nog het ‘Soepuus’ wordt genoemd (auteur J. Boogaard). Over een grote brand in 1877 in Kapelle gaat het artikel van O.W. Hoogerhuis. Naar aanleiding van deze brand beschrijft de auteur de werking van de brandweer in die tijd. De technische hulpmiddelen waren in de negentiende eeuw niet te vergelijken met die in onze eeuw: voor zo’n grote brand bleken een tweehonderd brandweerlieden aan het werk geweest te zijn. Zeeuws-Vlaanderen In het Bulletin van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten (2013, 3) is het derde deel van het dagboek van soldaat Marinus Wandel opgenomen, die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder andere ingezet werd in Sluis, Axel, Willemstad, Hulst en Zuiddorpe. Dit gedeelte is gedateerd tussen 29 februari en 26 juni 1916 en speelt zich af in Zuiddorpe. Verder in dit nummer mededelingen van de excursiecommissie, van de Stichting Museum
30 december 2013/04 • E
RFGOED
ALLERLEI
‘De Vier Ambachten’ en van de werkgroep archeologie. De Nieuwsbrief van de Heemkundige vereniging Terneuzen (september 2013) is gewijd aan Axel. P.W. Stuij beschrijft de grenzen van steden en dorpen in het Axeler Ambacht: de grote veranderingen sinds de Tachtigjarige Oorlog tot na de Franse tijd, daarna het vaststellen van de nieuwe grenzen door landmeters van het Kadaster in opdracht van de Provincie en uiteindelijk de grenzen na de herindelingen van ZeeuwsVlaanderen in 1970 en 2002. R. van Elslande probeert licht te werpen op de stamboom van de familie Van Axele en hun heerlijkheid, de stad Axel. Het oudste document waarin een lid van de familie Van Axele wordt vermeld dateert uit 1085. J.R. de Jonge brengt berichten uit de Axelse Courant van 1961 en 1965 weer tot leven. Ze gaan over de aanleg van de verdedigingswerken na de inname van Axel door Prins Maurits, over het stadhuis uit 1662, de geschiedenis van de molens in Axel en over leven en werken in de negentiende eeuw in de stad. In het kader van het 800-jarig bestaan van Axel dit jaar werd een ‘Keuredag’ georganiseerd. E. Hamelink legt uit wat een keure inhoudt, hoe en waar de keure bewaard werd en wanneer een oude traditie in ere werd hersteld. In Tijdschrift, Bulletin van de Heemkundige Kring West-ZeeuwsVlaanderen (2013, 3), een artikel van L. van Driel: ‘Hoe men het beste naar Sluis kan zeilen’. Onder andere met behulp van kaarten wordt duidelijk gemaakt dat het geen klein kunstje was zonder kleerscheuren de monding van het Zwin in te varen. Ettelijke moeilijkheden, bijvoorbeeld een grote zandbank bij Retranchement, moesten overwonnen worden. Gelukkig bleken plaatselijke vissers dikwijls goede loodsen te zijn. A.R. Bauwens neemt de straatnamen in Breskens onder de loep, die wel erg maritiem blijken te zijn. Ook wil deze auteur graag reacties van de lezers op een foto van een bakker met bakkerskar en een klant. In ‘West-Zeeuws-Vlamingen in Wisconsin’ maakt M. de Groote aan de hand van brieven van de families Bril, Van Ouwerkerk en Risseeuw duidelijk hoe het veel emigranten verging in town Holland, Sheboygan county en Milwaukee. Een flink aantal mensen vertrok in 1851 - onder andere 84 uit Zuidzande - op zoek naar een beter bestaan in Amerika. Het blijkt dat niet alleen landarbeiders wegtrokken voor meer kansen, ook aan ambachtsmensen was gebrek in Amerika. De brieven gaan over de nieuwe leefomgeving, de verdiensten, de vrijheid, de eerste grondaankoop en de contacten met de nieuwe landgenoten. De auteur volgt in haar artikel verschillende mensen met hun goede en slechte ervaringen.
A R C H E O L O G I E C U LT U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N
Colofon
Zeeuws Erfgoed jaargang 12 nr. 4 • december 2013
Zeeuws Erfgoed is een uitgave van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea, streektalen en volkscultuur in Zeeland. Zeeuws Erfgoed wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland. Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk via postbus 49 o.v.v. Zeeuws Erfgoed. Redactie Saskia Buitenkamp, Marinus van Dintel, Jan Kuipers, Veronique De Tier en Janneke de Wit Eindredactie Saskia Buitenkamp, Marinus van Dintel en Jan Kuipers Foto’s Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld. De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen met de rechthebbenden. De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust. Opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg Druk Grafimedia Partners, Middelburg Contact Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Postbus 49 4330 AA Middelburg Bezoekadres Het Schuitvlot, Looierssingel 2 T +31 (0)118-670870 | E
[email protected] Twitter SCEZ @erfgoedzeeland
De Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) is aanspreekpunt en kenniscentrum voor het materiële en immateriële erfgoed in Zeeland. In dialoog met de maatschappij wordt erfgoed geduid en beleefbaar gemaakt. De SCEZ heeft een spilfunctie bij het realiseren van het provinciale erfgoedbeleid. De SCEZ houdt zich vanuit de werkvelden archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea en streektalen bezig met het integraal en op ontwikkeling gericht adviseren en ondersteunen van overheden, particuliere organisaties en burgers. Door middel van monumenteninspecties en het beheer van de provinciale archeologische collectie draagt de SCEZ actief bij aan het in stand houden van het cultureel erfgoed. Er worden wisselende, op de actualiteit inspelende activiteiten en projecten geïnitieerd en gecoördineerd. De SCEZ kent 3 sectoren: de sector Advisering en Ontwikkeling, de sector Bedrijfsvoering en Ondersteuning en de sector Instandhouding. In totaal werken er momenteel 39 personen. Er is een Raad van Toezicht van 5 leden en een eenhoofdig bestuur. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland.
Aan dit nummer droegen bij • ARCHEOLOGIE Bas Chamuleau, Robert van Dierendonck, Henk Hendrikse, Hans Jongepier, Karel-Jan Kerchaert, Jan Kuipers en Bram Silkens • CULTUURHISTORIE Leo Adriaanse • ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes • MONUMENTEN Marinus van Dintel, Wim Jakobsen, David Koren, Tony Veenstra en Jan van Zon • MUSEA Leo Adriaanse, Jeanine Dekker en Janneke de Wit • STREEKTALEN Veronique De Tier • ALGEMEEN Wim Scholten • ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking
Aanlevering van kopij Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij voorkeur digitaal tot 13 januari 2014,
[email protected] of via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.
www.scez.nl Bezoekadres: Het Schuitvlot, Looierssingel 2, Middelburg
ARCHEOLOGIE CULTUURHISTORIE ERFGOEDEDUCATIE MONUMENTEN MUSEA STREEKTALEN Vanwege het aflopen van de zittingstermijn is de SCEZ op zoek naar
een enthousiast en betrokken lid van de Raad van Toezicht met kennis en contacten op het terrein van wetenschap, bedrijfsleven en/of fondsenwerving Leden hebben bestuurlijke ervaring, affiniteit met politieke besluitvormingsprocessen, een ‘open mind’ ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en een brede kijk op de Zeeuwse samenleving in het algemeen en op het werkterrein van de SCEZ in het bijzonder. Bij gelijke geschiktheid gaat, gezien de huidige samenstelling van de Raad van Toezicht, de voorkeur uit naar een vrouw. De Raad van Toezicht werkt vanuit de principes van de Governance Code Cultuur. De Raad van Toezicht komt gemiddeld vier keer per jaar bijeen. Leden ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op basis van de vacatieregeling van de Provincie Zeeland. Nadere informatie kunt u inwinnen bij de heer mr. drs. G.W. van der Brugge MA, vicevoorzitter, tel. 06-51384929. Voor algemene informatie over de SCEZ, zie www.scez.nl. Uw belangstelling kunt u schriftelijk (met kort curriculum vitae) kenbaar maken vóór maandag 16 december 2013 aan de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, t.a.v. de heer mr. drs. G.W. van der Brugge MA, postbus 49, 4330 AA Middelburg.
Zeeuws Erfgoed
31 september 2013/03 • C
OLOFON
Benen spinschijf
Messing tabaksdoos
Pot van handgevormd aardewerk
Messing zegelstempel
Tinnen klepkan, kinderspeelgoed
Majolicabord met tekst I H S
Leren wambuis
Gezichtskruik van steengoed
www.scez.nl/beeldbankarcheologie
Zilveren schilling, Edward VI
Pelgrimshoorn van witbakkende klei
Wrijfschaal van terra sigillata
Bronzen hanger met fallus
Deukbeker van gevernist aardewerk
Tin/loden insigne Heilige Job
Vuurstenen werktuig
Tin/loden leeuwenbroche