VAC JUPSIES BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
BESCHRIJVING VAN DE INTERVENTIE VOOR GEDRAGSGESTOORDE JONGEREN
VAC Jupsies
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[24-03-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave
BESCHRIJVING VAN DE INTERVENTIE VAC VOOR GEDRAGSGESTOORDE JONGEREN...........3 1.1 KERNACHTIGE OMSCHRIJVING ................................................................................................................3 1.2 DOEL VAN DE INTERVENTIE ....................................................................................................................3 1.3 DOELGROEP VAN DE INTERVENTIE ..........................................................................................................4 1.4 OMSCHRIJVING VAN DE INTERVENTIE .....................................................................................................5 1.4.1 Methodiek...........................................................................................................................................5 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse ......................................................................................7 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak...........................................................................8 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ........................................................................................10 1.5 OVERIGE VOORWAARDEN VOOR TOEPASSING .......................................................................................10 1.6 BESCHRIJVING ONDERZOEK NAAR EFFECTIVITEIT .................................................................................11 1.7 BEOORDELING ONDERBOUWING & ONDERZOEK EFFECTIVITEIT ............................................................12 1.8 OVERIGE INFORMATIE ...........................................................................................................................13
www.interventiesnaarwerk.nl
2
Beschrijving van de interventie VAC voor gedragsgestoorde jongeren 1.1
Kernachtige omschrijving
VAC Jupsies is een interventie voor gedragsgestoorde jongeren met een vonnis die (met hun ouders) van justitie de keuze krijgen tussen behandelen en in de gevangenis gaan. Het betreft jeugdige delinquenten die al vaker zijn ontspoord. Ze hebben een gedragsstoornis die als ziektebeeld wordt gezien. Ze zijn uit beeld geraakt bij hun school en de begeleiding vanuit school en leerplicht werkt niet meer. Jongeren worden zo snel mogelijk op werk gericht waardoor toekomstperspectief ontstaat en ze een plaats in de maatschappij krijgen. Jongeren worden in het thuissysteem gehouden maar tevens persoonlijk en intensief in een dagritme gebracht. Zowel jongere als gezin maken een nieuwe start. De risico’s op terugval worden daardoor veel kleiner. Zowel jongeren als hun ouders worden maatschappelijk en persoonlijk vaardiger. Ze leren nieuwe rollen. Dat lukt omdat ze ook direct de beloning van ander gedrag incasseren (vrede en een toekomstbeeld, salaris , geen politie aan de deur;). De interventie is gepositioneerd in de leemte tussen Justitie, psychiatrie, school, werk of toeleiding naar werk. VAC maakt deel uit van het behandelteam van een ontsporende jongere en het gezin waar die deel van uitmaakt. VAC levert de bemiddeling volgens de IPS ( Individual Placement and Support) methodiek. Deze sluit naadloos aan bij MST (de Multi Systeem Therapie) waarmee het gezin wordt hersteld. MST is geschikt voor jongeren in de leeftijd tussen de twaalf en achttien jaar met ernstige gedragsproblemen en crimineel gedrag. Daarnaast is er sprake van een hoog risico op nieuwe delicten in de toekomst. MST richt zich op de groep jongeren bij wie een uithuisplaatsing, vooral in een justitiële jeugdinrichting, dreigt of al heeft plaatsgevonden. MST geldt als een goed alternatief voor een uithuisplaatsing.
1.2
Doel van de interventie 1. Jongeren zo snel mogelijk op werk richten en in traject te houden, zodat zij hun keuze voor intensieve begeleiding naar werk (structurele dagbesteding waar mogelijk in de vorm van opleiding of betaald werk) gestand doen, actief vormgeven en hun straf niet hoeven uit te zitten; Korte termijndoel: minstens 75% van de jongeren een half jaar in traject houden; Lange termijndoel: 50 % van degenen die werk hebben verworven heeft dat na een jaar nog. 2. Het gezin/de ouders maatschappelijk vaardiger maken door het aanleren van nieuwe rollen in termen van (1) ondersteunende houding voor het verwerven van werk en (2) corrigerend opvoedend gedrag. Korte termijndoel: minstens 75% van de jongeren in traject geeft aan dat de omgevingssteun van ouders/gezin is toegenomen en dat deze steun mede veroorzaakt dat zij nog niet uitgevallen zijn; Lange termijndoel: minstens 35% geeft aan dat dit na een jaar nog zo is.
www.interventiesnaarwerk.nl
3
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? De interventie is gericht op voortijdig schoolverlaters met gedragsstoornissen die psychiatrisch zijn geclasseerd. Jongeren met psychische problematiek of met psychiatrische problematiek of met een verstandelijke beperking aan wie een justitiële maatregel is opgelegd. Situatie bij aanmelding In 95%1 van de gevallen is bij aanmelding sprake van een medische diagnose met een DSM-4 classificatie. Ze worden al behandeld of staan daarvoor op een (korte) wachtlijst. Behandelprogramma’s in dit kader zijn Multi System Therapie (MST) of Functional Family Therapie (FFT). Beide zijn zeer intensieve behandelprogramma’s met een relatief korte behandel- of looptijd. Naast de medische situatie is er doorgaans sprake van een rechterlijke uitspraak. De rechter heeft een maatregel opgelegd met een opschortende werking indien betrokkene een behandeling met een programma voor dagbesteding aanvaart. Deze jongeren dreigen school te verlaten of hebben hun school voortijdig al verlaten en lopen grote kans op “besmettingsgevaar” door mede drop-outs zodanig dat ze een forse afstand tot de arbeidsmarkt dreigen op te lopen. Zij zijn veelal zeer (negatief) beïnvloedbaar en vatbaar voor recidive. Kenmerken Jongeren met een psychische stoornis die in aanraking komen met justitie hebben veelal de volgende gedragskenmerken: - Oppositioneel gedrag - Fysiek offensief - Verbaal offensief - Dreigend onverantwoord druggebruik - Moeite met gezag en regelgeving - Structuurafhankelijk - Niet in staat zelfstandig dagritme aan te brengen - Afhankelijk van controle - Beperkt in verantwoordelijkheidsgevoel - Beperkt in adequate assertiviteit - Grillig en onbetrouwbaar m.b.t. afspraken - Bovengemiddeld actief en beweeglijk - Triggergedrag - Grote kans op recidive 1
Informatie MST Nederland
www.interventiesnaarwerk.nl
4
-
Inactiviteit Dreigend isolement
Prevalentie Exacte cijfers zijn niet bekend maar naar schatting gaat het in Nederland om enkele duizenden jongeren met een psychische stoornis in combinatie met een justitiële maatregel2. MST West Brabant spreekt over minimaal 50 jongeren in de regio die direct hulp nodig hebben. Een vlottend bestand van landelijk enkele honderden cliënten (ruwe schatting 60 per provincie per jaar) zijn opgenomen in een MST/ IPS traject. Indicatiecriteria Aan de cliëntkant: jongeren met psychische problematiek of met psychiatrische problematiek of met een verstandelijke beperking aan wie een justitiële maatregel is opgelegd. Aan de gezinskant: er moet ten minste een basale structuur zijn en in dat systeem moet ook bereidheid en vermogen tot reflectie en leren aanwezig zijn. Contra-indicatiecriteria Aan de cliëntkant: zeer ernstige persoonlijkheidsstoornis of ziekte waardoor betrokken jongere niet kan omgaan met feedback of niet in staat is tot enige reflectie. Aan de gezinskant: geen vermogen tot reflectie of een zeer laag intelligentie niveau Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Diagnose VAC volgt MST; MST is geprotocolleerd en gedocumenteerd. IPS is een gefundeerde methode van arbeidsintegratie voor mensen met ernstige psychische stoornissen. Kenmerken: Focus op betaald werk Snel zoeken naar betaald werk Voorkeuren van cliënt staan centraal Langdurige ondersteuning Integratie van arbeidsbegeleiding in GGZ-teams Uitvoering VAC Jupsies combineert de aanpak tussen MST en IPS en richt zich op specifieke vormgeving van IPS voor deze doelgroep.
2
MST Nederland had in 2008 met 18 teams 1000 jongeren in behandeling, in 2009 wordt MST met 5 behandelteams uitgebreid.
www.interventiesnaarwerk.nl
5
Met de systeembenadering richten MST (reguliere uitvoering) en IPS (uitgevoerd door VAC) zich zowel op de jongere als op zijn sociale systeem. Binnen de systeemgerichte benadering is samenwerken tussen verschillende disciplines een voorwaarde. Iedere verandering bij de jongere heeft immers gevolgen voor het sociale systeem en daarmee ook gevolgen voor inzet van de betrokken disciplines. Goed samenwerken houdt in dat iedere betrokkene in de casus kan beschikken over dezelfde informatie, met inachtneming van privacy en beroepsgeheim. Een succesvolle aanpak wordt gerealiseerd door middel van begeleiding van de individuele jongere bij het ontwikkelen van een bestendige schoolsituatie (tot 15-15,5 jaar) of het ontwikkelen van een gestructureerde vorm van dagbesteding als voorbereiding op reguliere arbeid en het behoud hiervan, indien mogelijk met praktijk gerelateerde scholing (vanaf 15-15,5 jaar). Daarnaast is er speciale aandacht voor de overstap van het traject van arbeidstoeleiding naar een stage en naar betaalde arbeid. Dikwijls is deze overgang voor de jongere (te) groot. Vooral de beginperiode van de indiensttreding van de jongere is een kritische fase. Angst voor het onbekende, de andere cultuur van het bedrijf en nieuwe mensen met wie de jongere een werkrelatie aan moet gaan, kunnen ertoe leiden dat hij vastloopt en terugvalt in zijn oude gedrag. Door de begeleidingscontinuïteit te bieden waarbij behandelaar en trajectbegeleider intensief samenwerken kunnen veel problemen na de indiensttreding voorkomen worden. De nauwe samenwerking met de behandelaars van het gezin is essentieel voor het slagen van dit programma. De methodiek van Individual Placement and Support3 (IPS) wordt als uitgangspunt voor de samenwerking genomen. IPS is een benadering van arbeidsrehabilitatie voor mensen met psychiatrische beperkingen die:
de nadruk legt op het steunen van mensen bij het verkrijgen van regulier betaald werk; de steun biedt die nodig is om succes op de werkplek te verzekeren; integraal onderdeel uitmaakt van de behandeling; wetenschappelijk onderbouwd (evidence-based) is.
IPS is ontwikkeld voor volwassenen en heeft inmiddels in veel landen waaronder in Nederland haar waarde bewezen. De bewezen werkende bestanddelen van IPS zijn: (1) een vertrouwensrelatie tussen jongere en begeleider en (2) een structuurbiedende omgeving, waarbinnen ‘nieuwe’ stimulerende ervaring kan worden opgebouwd en zich voordoende problemen kunnen worden opgelost. Deze structuurbiedende omgeving wordt hier ingevuld met werk of een stageplaats. Voor forensische jongeren, waarbij de behandeling en rehabilitatie (structurele dagbesteding waar mogelijk in de vorm van opleiding of betaald werk) samenlopen, is IPS nog niet eerder toegepast. De samenwerking met de Multi System Therapy4 team is inmiddels op gang gekomen. Locatie van uitvoering Bij jongere thuis, bij (potentiële) werkgever of stage verlener, elders).
3 4
Het Trimbos Instituut in Utrecht coördineert landelijk de IPS implementatie en doet onderzoek naar de effecten ervan in Nederland. De Viersprong in Halsteren coördineert landelijk de MST.
www.interventiesnaarwerk.nl
6
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee X
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem De gedragsstoornis van de jongere blijkt zonder systeeminterventie binnen het gezin vaak niet hanteerbaar. Door het uiteenvallen van het gezin komt het kind in losser contact met het gezin te staan. Vaak raakt het daardoor in een negatieve spiraal van fout gedrag en foute vrienden. Het kind heeft geen emotionele basis meer en zoekt ander houvast. De ouders verliezen grip en bieden geen ondersteuning (meer), corrigeren verkeerd gedrag niet (meer). Ook het contact met het schoolsysteem raakt daardoor losser. Leraren en begeleiders verliezen eveneens grip op de jongere. Jongeren zijn daardoor niet aantrekkelijk voor werkgevers. In deze kettingreactie ontstaat een negatieve spiraal, waardoor het probleem zich autonoom verergert. Jongeren met ernstige gedragsproblemen binnen uiteenvallende gezinnen zijn in het verleden ten onrechte, op basis van een civielrechtelijke maatregel, vanwege het ontbreken van adequate behandelmogelijkheden, in toenemende geplaatst in gesloten justitiële jeugdinrichtingen. Deze samenplaatsing van civiel- en strafrechtelijk geplaatste jongeren heeft grote maatschappelijke onrust veroorzaakt: “jongeren met ernstige (gedrags)problemen behoren vanwege het ontbreken van een adequate behandeling niet in een gevangenis”. Op grond hiervan zijn er sinds 2003 gesloten behandelplaatsen in de jeugdzorg mogelijk gemaakt en is de sector voor de geestelijke volksgezondheid (GGZ) door de overheid gestimuleerd om ook behandelmogelijkheden voor deze moeilijk te behandelen groep te ontwikkelen en te realiseren. Met risico of probleem samenhangende factoren In 1997 en 1998 publiceerden Kazdin en Lipsey twee belangrijke overzichtsstudies naar de effectiviteit van de behandeling van jongeren met complexe gedragsstoornissen. Zij vergeleken veel studies naar effectieve behandelprogramma’s. Veel van deze studies zijn met een randomised clinical trial (RCT) uitgevoerd. Dit betekent dat de behandelresultaten vergeleken zijn van jongeren die at random in een behandelgroep of in een vergelijkingsgroep zijn geplaatst. Deze vorm van onderzoek wordt gezien als de gouden standaard voor effectiviteitonderzoek. Tot nog toe zijn dit voornamelijk Amerikaanse wetenschappelijke onderzoeken omdat in Nederland onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen met RCT’s in de jeugdzorg nog niet is uitgevoerd. Kazdin en Lipsey concluderen dat behandelingen met de volgende kenmerken niet effectief zijn voor jongeren met gedragsstoornissen (1997, 1998): Behandelingen gebaseerd op psycho-analytische principes Survivalprogramma’s gericht op uitdagende activiteiten in een onbekende omgeving. Drugsvrije afdelingen Programma’s die gericht zijn op afschrikken. Zo blijken programma’s waarin jongeren gaan kijken in een gevangenis voor volwassenen averechts te werken. Ongestructureerde groepen van jongeren met anti-sociaal gedrag. Bij groepen, waarin jongeren met gedragsproblemen samen worden behandeld en het deviante gedrag onvoldoende
www.interventiesnaarwerk.nl
7
gecorrigeerd wordt, blijft het afwijkend gedrag in stand. In 2005 is in Nederland een eerste recidivemonitor uitgekomen (Wartna, 2005). Uit onderzoek naar bijna 8000 jongeren die in de zeven voorgaande jaren opgesloten zijn geweest in een Justitiële Jeugdinrichting, recidiveert 70% binnen vier jaar. Bij ruim 60% is sprake van ernstige delicten. Gemiddeld hebben de recidivisten vier strafbare feiten geplaagd. Het is moeilijk om op basis van dit onderzoek een uitspraak te doen over de effectiviteit van de gesloten plaatsingen omdat er geen vergelijking is gemaakt met andere groepen jongeren. Ondanks dit kan gesteld worden dat het criminele gedrag van jongeren ondanks een gesloten opname zeer hoog blijft. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem is duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X X
Nee
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen – aanpak Uit de meta-analyse van Kazdin (1997) en Lipsey (1998) is ook gebleken wat bij deze doelgroep wel effectief blijkt. Kenmerken van effectieve behandelprogramma’s voor jongeren met gedragstoornissen zijn: Structuur biedende vaardigheidstrainingen met een gedragsmatige aanpak van vaardigheden en cognities, zoals bijvoorbeeld probleemoplossende vaardigheden, denkstrategieën, communicatietrainingen, bekrachtigen van gewenst gedrag. Systeembenadering waarbij de gezinscontext en opvoedingsvaardigheden van de ouders bij de behandeling betrokken worden. Het gezinssysteem wordt gestimuleerd eigen positieve krachten te benutten: empowerment. Multimodale programma’s gericht op meerdere systemen om de jongeren heen: individu, thuis, school en de peers. Kazdin en Lipsey hebben in hun studie drie programma’s aanbevolen. Multi-Systeemtherapie (MST), Functional Family Therapy (FFT) en Parental Management Training (PMT). IPS is ontwikkeld voor volwassenen en heeft inmiddels in veel landen waaronder in Nederland haar waarde bewezen. De bewezen werkende bestanddelen van IPS zijn: (1) een vertrouwensrelatie tussen jongere en begeleider en (2) een structuurbiedende omgeving, waarbinnen ‘nieuwe’ stimulerende ervaring kan worden opgebouwd en zich voordoende problemen kunnen worden opgelost. Deze structuurbiedende omgeving wordt hier ingevuld met werk of een stageplaats. Juist de combinatie tussen twee aangetoond werkende aanpakken van MST en IPS staat centraal in deze interventie. Factoren van belang voor de behandeling Het centrale uitgangspunt van MST is dat antisociaal gedrag veroorzaakt wordt door kenmerken van de jongere, het gezin, de vrienden, de school en de woonomgeving en dat daarom zo nodig aan al deze
www.interventiesnaarwerk.nl
8
factoren gewerkt moet kunnen worden. In onderstaand figuur wordt schematisch weergegeven van welke factoren in wetenschappelijk onderzoek aangetoond is dat deze delinquent gedrag veroorzaken en dus aan welke factoren voor behandeling gewerkt moet worden, om de jongere effectief naar werk te begeleiden.. Eerder Familie
delinquent
+
gedrag
+
Weinig ouderlijk toezicht Weinig affectie
Delinquente
Veel conflicten
vrienden
School
Delinquent
+
gedrag
+
Lage betrokkenheid Slechte prestaties
Figuur 3: Relationeel model ter verklaring van delinquent gedrag (MST Overview, MST Services) Een belangrijke doelstelling is dat de risicofactoren op nieuwe delicten moeten worden verminderd en dat de beschermende factoren van de systemen moeten worden versterkt. Ouders, broers en zussen, school, de sportvereniging of leeftijdsgenoten worden daarom actief betrokken in de behandeling. MST draagt bij aan het versterken van de probleemoplossende vaardigheden van ouders. Dit heeft als consequentie dat ouders meer in hun positie van ouder komen. Door belangrijke anderen uit het systeem van de jongere in de behandeling te betrekken, verbetert de grip op het functioneren van de jongere. Zo leidt de betrokkenheid van leraren bij de behandeling van de jongere tot een grotere motivatie om naar school te gaan. Een ander voorbeeld is het stimuleren van contacten met leeftijdsgenoten die een positieve attitude hebben, tot minder problemen bij de jongere leidt dan de omgang met negatieve vrienden. Combineren van MST en IPS De MST begeleider heeft een centrale regierol in het gezin, de IPS begeleider heeft die centrale rol voor de jongere. Beide hebben ze contact met alle andere betrokkenen, maar zij regisseren. Tussen MST en IPS worden afspraken gemaakt over de regie. Zowel IPS als MST werken vanuit de systeemleer. Beiden betrekken in hun aanpak het ecosysteem rond de primaire probleemhouder, en ze interveniëren zo breed mogelijk. De persoon of het systeem worden daardoor als geheel erkend, en er wordt rekening gehouden met het relevante complex van slaag- en faal factoren bij deze persoon of dit gezin. Hypotheses 1. De verbinding tussen gezinsbegeleiding en persoonsbegeleiding zorgt ervoor dat de veranderingen bij de een worden gezien en erkend door de ander. 2. De verbinding tussen therapie en werken bij IPS zorgt voor de ontwikkeling van een realistisch toekomstperspectief op werk, gesteund door onmiddellijke beloning van goed gedrag, w.o. salaris. Samenvatting werkzame ingrediënten 1. De koppeling van IPS aan MST: daarbij wordt de dagstructuur van de jongere met activiteiten op een reguliere werkplek of stageplaats zo ontwikkeld dat de ingezette gedragsverandering als gevolg van MST wordt bestendigd bij ouders, schoolbegeleiders en anderen. 2. Het leggen van twee verbindingen tegelijk. De verbinding tussen gezinsbegeleiding en persoonsbegeleiding zorgt ervoor dat de veranderingen bij de een worden gezien en erkend door de ander. De verbinding tussen therapie en werken bij IPS zorgt voor de ontwikkeling van een
www.interventiesnaarwerk.nl
9
realistisch toekomstperspectief op werk, gesteund door onmiddellijke beloning van goed gedrag, w.o. salaris. 3. Een groot netwerk bij werkgevers waardoor er ook echt direct een plaats voor een jongere kan worden gevonden. 4. Het in actie komen op het natuurlijk moment in de behandeling: binnen enkele dagen of weken een stage of werk plek arrangeren. Daarbij is permanente bereikbaarheid een essentiële randvoorwaarde. 5. ‘Ontschot’ werken aan een sluitende aanpak. Een nauwe samenwerking met behandelaars door netwerkvorming tussen alle betrokken instanties en een aanpak waarbij de regie in één hand wordt gehouden. Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Voor MST : opgeleide en gecertificeerde MST therapeuten. Voor IPS gekoppeld aan MST: arbeidsdeskundigen en re-integratiecoaches , Beide professies HBO-plus, intro cursussen MST, intro cursussen IPS, gecertificeerd, werkend onder intensieve supervisie (eenmaal per week caseload bespreking) en intervisie, (eenmaal per 6 weken casuïstiek en methodiek bespreking)
Overige eisen Gebuikte registratie- en evaluatie instrumenten tellen (Overige) eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking. ? Overige randvoorwaarden uitvoering voorfinanciering; de behandeltijden van een aanvraag voor een voorziening zijn lang en we hebben te maken met verschillende regelingen
1.5
Overige voorwaarden voor toepassing
Overige voorwaarden voor toepassing
www.interventiesnaarwerk.nl
10
Van 12- 18 jaar: Instemming van Jeugdzorg en de leerplichtambtenaar. Een toekenning van PGB budget in het kader van de AWBZ of : na 15,5 jaar en instemming van de leerplichtambtenaar toekenning participatiebudget gemeente: In het kader van de regeling op de Participatibudgetten of na 15,5 jaar als terugkeer naar school niet haalbaar is een IRO (UWV) voor arbeidstoeleiding in het kader van de SUWI verantwoordelijkheid UWV Kosten plm € 15.000 , afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. Bij werk is er als reguliere voorziening de Regeling Persoonlijke Ondersteuning (jobcoaching) van UWV.
1.6
Beschrijving onderzoek naar effectiviteit
Bij het onderzoek en de beoordeling van de effectiviteit gaat het om de studies die de makers, opdrachtgevers of uitvoerders van de interventie ter onderbouwing van hun werk aandragen. Dit onderdeel wordt idealiter ingevuld door iemand die thuis is (of zich goed thuis kan maken) op het terrein van onderzoek naar de effectiviteit van interventies. Zie hier ook het Handboek meetmethoden, dat te downloaden is van de website. De theoretische onderbouwing komt uit de andere onderdelen van de vragenlijst naar voren. In dit onderdeel gaat het om de proces- en resultaatevaluaties die mogelijk uitgevoerd zijn. Bij de resultaatevaluaties kan een nader onderscheid worden gemaakt tussen direct en indirect bewijs. Procesevaluatie Over MST is heel veel bekend, over IPS bij volwassenen ook. Beide zijn met diverse procesevaluaties doorontwikkeld. Het zijn stabiele interventies geworden. Er is met deze intensiteit nog geen systematisch onderzoek verricht naar IPS bij jongeren en er is nog geen onderzoek verricht naar deze combinatie van MST en IPS. Dit is wel in voorbereiding, er zijn subsidie aanvragen ingediend. In een actuele zojuist verrichte procesevaluatie is wel nagegaan in welke mate de variant van IPS, die bij VAC Jupsies wordt toegepast, zich onderscheidt van gangbare re-integratie naar werk. Er zijn methodische bijstellingen gedaan op basis van de eerste ervaringen van de interventie in de ‘gecombineerde’ praktijk. Ook zijn op basis hiervan de indicatie- en contraindicatiefactoren aangepast. Resultaatevaluatie Er is een tussentijdse resultaatevaluatie beschikbaar, waarin de realisatie van de korte termijn doelstellingen geëvalueerd wordt. Het betreft de resultaten van de eerste pilot is gestart op 1 oktober 2008. De verschillende deelnemers zijn gemonitord. Steeds is in kaart gebracht wat de beginsituatie is, welke streefsituatie beoogd wordt, wat de stand van zaken is (huidige situatie) en welke acties er ondernomen zijn/worden. Eerste doelstelling Er zijn twee van de 18 uitgevallen ;1 zit nu in de gevangenis, 1 is zwanger en thuis; beide zijn nog weinig veranderd in hun gedrag De langst lopende gevallen zijn van juli en september 2007, dat is gerekend tot medio 2009 31 resp 29 maanden. Andere gevallen lopen sinds januari 2008 (14 maanden), oktober, november en december 2008 (6,5 en 4 maanden). In alle gevallen is er stabiliteit in school, werk of dagbesteding en een meer positieve houding naar zichzelf, toekomst en maatschappij. www.interventiesnaarwerk.nl
11
De conclusie is dat de korte termijndoelstellingen -minstens 75% van de jongeren een half jaar in traject houden of anderszins zinvol bezig houden dat ze zich voor hun toekomst blijven richten op de maatschappij- ruimschoots gehaald zijn. Van de 18 heeft zich 1 terug getrokken wegens zwangerschap en hebben we voor 1 aan justitie voorgesteld deze alsnog zijn straf te laten uitzitten. De anderen en hun gezinnen doen het uitstekend, in houding, gedrag en prestaties. Tweede doelstelling De tweede korte termijndoelstelling houdt in dat minstens 75% van de jongeren in traject geeft aan dat de omgevingssteun van ouders/gezin is toegenomen en dat deze steun mede veroorzaakt dat zij nog niet uitgevallen zijn. Uit gesprekken en overzicht blijkt ook dat deze doelstelling gehaald wordt. Daarmee ligt de pilot meer dan op koers. De kansen voor het behalen van de langere termijn doelen lijken daarmee zeer groot. Die kunnen overigens pas op termijn worden vastgesteld. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de X doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Nee X
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect X bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Nee
1.7
X
X X X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
De interventie VAC Jupsies combineert twee onderbouwde en bewezen methodieken MST en IPS. Beide zijn geprotocolleerd en gedocumenteerd. Er is een sterk kwaliteitsbewakingssysteem ingericht voor de uitvoering. De combinatie zelf staat nog in de kinderschoenen. De onderbouwing van de effectiviteit van juist de combinatie van deze twee methodieken vraagt dus nog om additioneel bewijs. Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken
www.interventiesnaarwerk.nl
12
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. Toelichting Hoewel in de interventie twee onderbouwde en bewezen methodieken MST en IPS gecombineerd worden, lijkt de specifieke combinatie erg aannemelijk; deze vraagt echter nog wel om additionele bewijskracht. Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
Toelichting Sterk van de procesevaluatie is dat deze is opgebouwd vanuit een aantal gedetailleerde casuïstiekbeschrijvingen. De elementen van (1) de invloed van medicalisering; (2) de invloed van leerplichtambtenaren en (3) de dreiging met een vrijheidsstraf als factor, zouden alle meegenomen moeten worden in het onderzoek naar de werkzame bestanddelen. Sterk is verder de nadruk op de bewaking van de kwaliteit van de uitvoering door het gehanteerde kwaliteitssysteem voor professionals. Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting Korte termijndoelen lijken wel gehaald, maar deze conclusie kan met beter onderzoeksontwerp beter onderbouwd worden. Het advies is eveneens om de langer termijn effecten in beeld te brengen.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Vereenigde Arbeidskundige Compagnie samen met MST Nederland Begonnen in West Brabant, inmiddels in uitbreiding. Andere MST teams zijn leading, VAC volgt.
www.interventiesnaarwerk.nl
13
Overige informatie VAC (i.s.m. MST), Frans Hoebink & Herman Foeken Postadres: Postbus 171 5100 AD Dongen Bezoekadres: Koopvaardijweg 2 4906 CV Oosterhout tel 0162-322464 fax 0162-322565 email
[email protected] www.v-a-c.nl
Lijst met aangehaalde literatuur http://dms.dartmouth.edu/prc/employment Trimbos instituut: ZonMw, GGZ Nederland en Trimbos-instituut trekken samen op in het ontwikkelen van het kennisbeleid en het opstellen van een kennisagenda. Op 29 maart 2007 sloten zij daartoe een convenant. De kennisagenda is in 2007 opgesteld in samenspraak met vele betrokken partijen. Multisystemic Overview, MST Services, 2008 Achtergrond literatuurlijst Berger, M., Boendermaker L. (2003). Multisysteembehandeling in Nederland: voorstel voor de introductie van MST. Utrecht: NIZW Leunissen, J. (2005) Minder cellen, meer Multi SystemicTherapy. In: Boon, A. & Haijer, Z. (2005). Een vasthoudende behandeling. SWP Boonstra, C., Jonkman, C., Soeteman, D. & Bussbach J.J. van. Intern rapport Psychotherapeutisch Centrum de Viersprong: Multisysteemtherapie voor ernstig antisociale en delinquente jongeren; twee jaar follow-up studie. Bronfenbrenner, U., (1979). The ecology of human development. Cambridge, Cambridge, MA: Harvard University Press. Haley, J. (1976). Problem solving therapy. San Francisco: Jossey-Bass Henggeler, Sc., Schoenwald, S.K., Borduin, C.M., Rowland, M.D. & Cunningham, P.B. (1998). Multisystemic Treatment of Antisocial Behavior in Children and Adolescents. Treatment manuals for practioners. New York/London: The Guilford Press Kazdin, A.E. (1997), Practitioner Review: Psychosocial treatments for conduct disorders in children.
www.interventiesnaarwerk.nl
14
Journal of Child Psychology and psychiatry, 62, 161-182 Lipsey, M.W. & Wilson, D. (1998). Effective intervention for serous juvenile offenders: a sysnthesis of research. In: R. Loeber & D.P. Farrington (eds.). Serious & violent juvenile offenders, risk factors and successful interventions (p. 313-345). Newbury Park, CA: Sage. Loeber, R., Slot, N.W. & Sergeant, J.A. (2001). Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie, omvang, oorzaken en interventies. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Minuchin, S. (1974). Families and family therapy. Cambridge, MA: Harvard University Press Nieuwenhuis H. (2006). Scriptie: Multisysteemtherapie, een reële optie voor de behandeling van jongeren met ernstig antisociaal en delinquent gedrag en met andere gedragsproblemen in Vlaanderen? Leurs, M. (2006) Voorstel Innovatie Programma Multi System Therapie / Functional Family Therapy. Den Haag. ZonMw Ministerie van Justitie (2008). Referentiedocument Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. http://www.justitie.nl/onderwerpen/criminaliteit/erkenningscommissie Multisystemic Overview, MST Services (2008). www.mstservices.com Ogden, T. & Halliday-Boykins, C.A. (2004). Multisystemic Treatment of Antisocial Adolescents in Norway: Replication of Clinical Outcomes Outside of the US. Child and Adolescent Mental health, 9 Schoenwald, S.K., Heiblum, N., Saldana, L., Henggeler, Sc. (2008). The International Implementation of Multisystemic Therapy. Retrieved from the world wide web (May 29, 2008) at http:// ebp.sagepub.com Wartna, B.S.J., Blom, M. & Tollenaar, N. (2004). De WODC- recidivemonitor. Retrieved form the World wide web (Februari 01, 2008) at: http://www.wodc.nl/onderzoek/cijfers-en-prognoses/recidivemonitor/index.aspx.
www.interventiesnaarwerk.nl
15