ONDERSTEBOVEN BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
.
OndersteBoven
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[08-09-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie ....................................................................................................... 3 1.1 Toelichting op de naam van de interventie............................................................................. 3 1.2 Doel van de interventie .......................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 4 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 5 1.4.1 Methodiek 5 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse 8 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak 9 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging 12 1.5 Beschrijving onderzoek naar effectiviteit............................................................................. 13 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 17 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................. 18 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 18
www.interventiesnaarwerk.nl
2
1
Beschrijving van de interventie
1.1
Toelichting op de naam van de interventie
OndersteBoven De interventie OndersteBoven bestaat uit een tweedaagse workshop door Peer Facilitation, gevolgd door begeleiding vanuit de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) te Enschede. ‘Als je niet weet wat je wilt, kun je ook niet vol vertrouwen een bepaalde richting inslaan’. Dat is in een notendop volgens OndersteBoven het probleem waar veel mensen zonder werk tegenaan lopen. De weg die dan overblijft is de bekende vicieuze cirkel. Geen werk is geen inkomen is weinig zelfvertrouwen. Peer Facilitation heeft een organisatiemodel uit het bedrijfsleven omgevormd tot een middel voor het helpen van mensen met een langdurige uitkering en afstand tot de arbeidsmarkt. Het doel: terug naar de basis. Wat is je passie. Wat vind je leuk. Wat kan je. Vragen en doorvragen. En natuurlijk goed luisteren. Aansluiten bij de mogelijkheden van de mensen. Startpunt van de interventie OndersteBoven wordt gevormd door een tweedaagse workshop door het bedrijf Peer Facilitation, waarin re-integratieconsulenten van de DMO en uitkeringsgerechtigden gezamenlijk worden gefaciliteerd op het gebied van zingeving, innerlijke motivatie en gedeelde waarden. Doel van de interventie is dat de knop omgaat bij de klant - ‘Ik wil weer iets gaan doen’ – of dat minimaal enige beweging bij de klant wordt bewerkstelligd. De beweging die tijdens de workshop is ontstaan, moet dus vervolgens in banen worden geleid met als uiteindelijk doel een vervolgstap, uit te drukken in een vorm van activering, participatie of re-integratie. De begeleiding van de deelnemers in de aanpak loopt via verschillende, op elkaar aansluitende stappen. Elke stap vormt een belangrijk onderdeel in het proces en gebeurt in samenwerking tussen de DMO, hun cliënten en Peer Facilitation.
1.2
Doel van de interventie
De interventie, d.w.z. de tweedaagse workshop door Peer Facilitation plus de daarop volgende begeleiding door de DMO Enschede, heeft als doel mensen in beweging te krijgen. Beoogd wordt een vervolgtraject in uiteenlopende richtingen: zorg, activering, participatie, re-integratie. OndersteBoven wordt succesvol genoemd als de klant: (indien van toepassing) aan de slag gaat met het wegnemen van blokkades (bijv. zelf hulpverlening gaat regelen, of hulp vraagt); zich ervan bewust wordt dat hij iets kan (en wat hij kan) i.p.v. alleen te kijken naar wat hij niet kan; zich opener opstelt naar de professional, zijn verhaal durft te doen; wensen omzet in doelen m.b.t. participatie/activering/werk (of een traject daar naartoe) Het gaat vooral om bewustwording, het besef dat men op meerdere manieren naar een situatie kan kijken (het glas is half leeg of half vol). Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets Theoretisch Effectief Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
3
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? Bijstandsklanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, met of zonder ontheffing van sollicitatieplicht. Toelichting: In Enschede wordt in het totale klantenbestand een onderscheid gemaakt in mensen met een (relatief) korte afstand tot de arbeidsmarkt en WWB-ers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die vaak al langdurig een uitkering ontvangen. De eerste groep behoort tot de klantengroep van het Werkplein. De tweede groep behoort tot de klantengroep van de wijkcentra. In deze tweede groep zitten zowel mensen die een ontheffing van de sollicitatieplicht hebben als mensen die dat niet hebben en is dus zeer divers van samenstelling. Voor het project OndersteBoven kan geput worden uit deze gehele doelgroep. De drempel is laag. Prevalentie en spreiding Iedere gemeente in Nederland heeft deze groep in haar WWB-bestand. Vooral in de grote steden is deze groep relatief fors en in specifieke wijken geconcentreerd. Van deze groep wordt vaak gedacht dat deze moeilijk te bewegen is. Vaak worden cliënten hieruit gezien als onbemiddelbaar. Indicatiecriteria In principe komen alle klanten van de wijkcentra voor deelname aan het project OndersteBoven in aanmerking. WWB-ers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die vaak al langdurig een uitkering ontvangen. Deze groep behoort tot de klantengroep van de wijkcentra. Motivatie is geen voorwaarde, wel redelijke beheersing van de Nederlandse taal en het kunnen functioneren in groepen. Contra-indicatiecriteria Voor deelname aan de workshops OndersteBoven zijn wel een aantal contra-indicatiecriteria vastgesteld: zware verslavingsproblematiek zware psychische/psychiatrische problematiek (met name aandoeningen die zich moeilijk laten combineren met groepsprocessen) zware lichamelijke problematiek geen of een zeer gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal er wordt al een traject gevolgd (NB. Een combinatie met een weinig tijdsintensief traject is vaak wel mogelijk) leeftijd boven de 55 jaar (om en nabij; ook hiervan mag worden afgeweken) Deze criteria zijn vooral vanuit de ervaring dat klanten met deze kenmerken niet volwaardig kunnen meedoen in de workshop. Toets beschikbare informatie t.b.v. beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets Theoretisch Effectief Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met demografische kenmerken en/of aard van de problematiek?
Ja X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
4
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Stapsgewijze aanpak De begeleiding van de deelnemers in de aanpak loopt via verschillende, op elkaar aansluitende stappen. Elke stap vormt een belangrijk onderdeel in het proces en is een samenwerking tussen de DMO, cliënten en Peer Facilitation. stap 1: Selectie deelnemers Door medewerkers van de DMO (consulent) worden groepen van vijftien klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt geselecteerd voor een voorlichtingsbijeenkomst over de workshop OndersteBoven. Basisvoorwaarde voor de selectie is dat de kandidaten enige kennis van de Nederlandse taal hebben. Motivatie of bereidwilligheid bij de klant om aan de workshop deel te nemen, is geen argument om mensen niet voor deze bijeenkomst uit te nodigen. Sterker nog: klanten die geen enkele motivatie tonen om ‘in beweging te komen,’ worden juist uitgenodigd voor de voorlichtingsbijeenkomst. De eerste screening gebeurt op verschillende manieren. Sommige consulenten maken eerst een lijstuitdraai van hun bestand en selecteren daaruit potentieel geschikt geachte kandidaten; andere melden klanten individueel aan, bijvoorbeeld na screening via een persoonlijk gesprek. Maximaal vijftien ‘potentieel geschikte’ klanten tegelijk worden uitgenodigd voor de voorlichtingsbijeenkomst, die overigens in het kader van OndersteBoven ‘groepsintake’ wordt genoemd. Bij de samenstelling van de groep voor deze groepsintake wordt erop gelet dat er in principe een mix is wat betreft opleidingsniveaus, leeftijd en etnische afkomst. Na de groepsintake wordt met iedere kandidaat afzonderlijk een gesprek gevoerd. Groepsintake en individueel gesprek tezamen vormen een eerste diagnose van de klant (een uitgebreide diagnose vindt plaats bij stap 3, het individuele vervolggesprek). De bijeenkomst wordt bij voorkeur verzorgd door een consulent van de gemeente en een medewerker van Peer Facilitation. De consulent heeft een training/opleiding bij Peer Facilitation gevolgd onder meer gericht op het verzorgen van deze voorlichtingsbijeenkomst; de medewerker van Peer Facilitation is een voormalig WWB-klant die zelf succesvol is uitgestroomd na het volgen van OndersteBoven. stap 2: Tweedaagse workshop Kern van het traject wordt gevormd door de tweedaagse workshop. Tijdens deze workshop werken de cliënten en consulenten gezamenlijk aan de volgende elementen: het creëren van en participeren in langdurige en waardevolle relaties; werken in een team; leren van vaardigheden om negatieve patronen te overwinnen om zo plezier, vrolijkheid en liefde in het leven te brengen; hoe boosheid, angst, pijn, isolatie, eenzaamheid, terugtrekkend gedrag en frustratie achter ons te laten; vanuit een leiderschapspositie hoe om te gaan met de uitdagingen van de relaties in ons leven in plaats vanuit een slachtofferrol; ontdekken van wederzijds respect; leren om elkaar te coachen; het formuleren van hun professionele en persoonlijke doelen voor de toekomst. De interactieve processen tijdens een workshop: De hierboven vermelde elementen worden tijdens interactieve processen tussen de cliënten en
www.interventiesnaarwerk.nl
5
consulenten besproken. Belangrijke onderdelen daarbij zijn: - De ontwikkeling van ons bewustzijn; - De creatieve oorzaak: bewust kiezen voor positief gedrag; - De emotionele lagen van de mens: “van angst naar leiderschap”; - De verhouding met onszelf en anderen; - Vertrouwen in jezelf en in anderen. Per workshop neemt minimaal één consulent zelf actief deel. Consulenten zijn dus niet aanwezig louter om klanten te observeren. De meeste consulenten geven echter aan niet echt zelf persoonlijke doelen te stellen. ‘Je bepaalt zelf hoe ver je gaat.’ Peer Facilitation gaat ervan uit dat consulenten in principe met hun eigen klanten aan de workshop deelnemen. Om logistieke, maar ook andere redenen gebeurt dat niet altijd; sommige consulenten participeren juist liever niet met hun eigen klanten in de workshop. Zij vrezen dat anders hun professionele afstand en objectiviteit in het geding kan komen. Hoewel dit deel van het werkproces niet geheel is uitgekristalliseerd, lijkt het leidende principe als volgt: Soort relatie met klant Geen (geen klant uit eigen caseload) Neutraal Positief Vastgelopen
Gezamenlijke deelname aan workshop? Goed mogelijk Goed mogelijk Goed mogelijk Af te raden (werkt averechts
stap 3: Individueel vervolggesprek: meer diepgaande diagnose & warme overdracht Het is uitermate belangrijk om de doelen die de deelnemers hebben gesteld tijdens de workshop, vast te houden. Om die reden plannen cliënt en consulent aan het einde van de workshop een vervolggesprek. Deze vindt plaats kort na de workshop, al moeten klanten wel de tijd krijgen om het gebeurde te ‘laten zakken’. Als termijn wordt maximaal twee weken aangehouden. Het gesprek vindt plaats met de consulent die aanwezig was bij de (dezelfde) workshop. Dit is dus niet altijd de ‘eigen’ consulent op grond van de caseload. Nadere diagnose: tijdens het individuele vervolggesprek worden geformuleerde doelen omgezet in concrete afspraken. Het gesprek vormt tevens een diepergaande diagnose, immers: bij stap 1 (selectie kandidaten) is slechts een eerste diagnose gesteld. Waardentest: Als extra element is een waardenmeting ingevoerd als coachingsinstrument. Deze waardenmeting is bij tienduizenden mensen in het bedrijfsleven, overheden, scholen (inclusief leerlingen) en landen in het buiten- en binnenland uitgevoerd. (zie voor meer informatie www.valuescentre.com) Deze methodiek en meting is ontwikkeld door Richard Barrett (voormalig “values coördinator” van de Wereld Bank). De meting wordt door de deelnemers uitgevoerd op de computer, begeleid door medewerkers van Peer Facilitation die speciaal zijn opgeleid om te kunnen coachen met behulp van dit instrument. Uit een lijst van ongeveer 100 waarden kiest de deelnemer de 10 waarden die voor hem of haar het meest belangrijk zijn in hun persoonlijk leven, de 10 waarden die het best hun huidige leven weergeven en de 10 waarden die zij wensen te ontwikkelen om de gestelde doelen te kunnen bereiken. Aan de hand van deze meting wordt een zogenaamde template gemaakt, waar de waarden die zijn gekozen op een niveau tussen de 1 en de 7 worden geplaatst. Er kan aan de hand van de waardenselectie geen beoordeling worden gemaakt. Het is een coachingsinstrument om de deelnemers te assisteren hun www.interventiesnaarwerk.nl
6
belangrijke waarde en daarmee ook de zingeving in hun leven op een positieve manier te realiseren. Uit het resultaat van de meting worden de gekozen waarden geplaatst op de zeven niveaus van bewustzijn. In onderstaande afbeelding staan de niveaus en hun betekenis weergegeven.
Zeven niveaus van bewustzijn Behoeften
Spiritueel
Mentaal Emotioneel Fysiek
Motivaties Dienstbaarheid
7
Betekenis voor anderen
6
Interne cohesie
5
Transformatie
4
Zelfwaardering
3
Relaties
2 1
Overleven
Ons
Wij
Ik
Warme overdracht: Na dit vervolggesprek wordt de klant warm overgedragen naar de vaste consulent. Het kan zijn dat de diagnose en de geformuleerde doelen aanleiding zijn om de klant over te dragen aan een andere consulent (RPA of Zorg). NB. Dit stuk in het werkproces is nog niet uitgekristalliseerd. In de praktijk zijn er meerdere varianten. Zo komt het voor dat de consulent die bij de workshop aanwezig was, een bepaalde klant in de caseload houdt, al behoort deze hier volgens de formele criteria niet toe. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een stevige vertrouwensband is ontstaan tussen consulent en klant en deze band naar verwachting wordt geschaad bij een overdracht. Ook speelt hierbij een rol dat niet de vaste consulent van de klant de workshop (nog) niet gevolgd heeft en daardoor minder goed beoordelen wat de klant heeft ervaren. Ook komt het voor dat weliswaar formeel overdracht plaatsvindt, maar er contact blijft bestaan tussen de klant en de consulent die bij de workshop aanwezig was. Dit uiteraard met instemming van de drie betrokken partijen. stap 4: Groepsbijeenkomst/terugkomdag Maximaal een maand na de workshop wordt een terugkomdag georganiseerd voor alle deelnemers van de workshops die in één maand hebben plaatsgevonden (gemiddeld drie workshops) . Per deelnemer wordt besproken "hoe het gaat" en hoe vanuit de groep, de DMO en Peer Facilitation concrete ondersteuning kan worden geboden voor het verder realiseren van de gestelde doelen. Daarnaast worden tijdens deze bijeenkomst data gepland voor de verdere follow-up waarbij consulenten en cliënten als team samenwerken aan de verankering en realisering van de gestelde doelen. Een nevendoel is dat tijdens deze bijeenkomst verder gebouwd wordt aan een onderling netwerk tussen de verschillende deelnemers. Tot slot: het vervolgtraject
www.interventiesnaarwerk.nl
7
De workshop heeft als doel mensen in beweging te krijgen. In de meeste gevallen betekent dit niet dat het directe resultaat van de workshop betaald werk is en het opzeggen van de uitkering - al komt dit wel voor. In de regel is er dus een vervolgtraject in uiteenlopende richtingen: zorg, activering, participatie, reintegratie. In principe eindigt het werkproces van OndersteBoven als een dergelijke vervolgstap concreet vormt krijgt. Soms blijft echter nog lange tijd contact bestaan tussen de klant en de consulent die bij de workshop aanwezig was en is er ook een vorm van coaching/begeleiding, naast die in het kader van het vervolgtraject. NB. Als nieuwe werkwijze binnen de gemeente (en dus ook als onderdeel van OndersteBoven) wordt binnenkort ingevoerd dat professionals iedere twee maanden een update maken van de motivatie, kennis van de Nederlandse taal en de levensloop (feitelijk en qua beleving). E.e.a. mede met als doel de plaats op de participatieladder te kunnen bepalen. Bevindingen worden vastgelegd in de vorm van een geschreven rapport en dus niet op basis van een checklist.
Toets beschikbare informatie t.b.v. beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Welke problemen heeft de huidige doelgroep? Het gaat hier doorgaans om een multi-problemsituatie. Een kort overzicht van problemen die vaak tegelijkertijd kunnen spelen. Langdurig werkloos/verblijf in de bijstand Onvoldoende taalbeheersing Laag opleidingsniveau, beperkt leervermogen Schuldenproblematiek Medische en psychische beperkingen Ongezond leefpatroon Zorgtaken voor veelal moeilijke, veeleisende kinderen Ontbrekende sociale omgeving of niet stimulerende sociale omgeving Normen en waarden van de klant: andere dingen zijn belangrijker dan werk Niet-realistisch zelfbeeld (onderschatting of zelfoverschatting); weinig zelfreflectie Beperkt vermogen om zelf problemen op te lossen; kleine problemen opblazen Berusting, moed opgegeven Ontbreken van een gevoel zelf verantwoordelijk te zijn Niet bezig zijn met de toekomst; passie ontbreekt Het ervaren van een evenwicht: men is tevreden met en redt zich in de huidige leefsituatie (hetgeen kan samenhangen met bijv. niet-opgegeven neveninkomsten of samenwoonfraude) en voelt dus niet het belang van ‘ in beweging komen’ om uit de uitkering te komen. Dit wordt wel aangemerkt als ‘dubbele agenda’. Onderliggend gedachte is dat zich deze multi-problem situatie bij betrokkenen voordoet, omdat: hun manier van handelen onvoldoende zingeving, doel en passie oplevert; www.interventiesnaarwerk.nl
8
zij op een ontoereikende manier definiëren wat mogelijk is, waardoor ten onrechte ogenschijnlijke tegenstrijdigheden beleefd worden, een benadering van “OF” in plaats van “EN”; “WAT TE DOEN” ten onrechte belangrijker wordt gevonden dan “MET WIE” en “WAAROM” ; ten onrechte alleen het denken als uitgangspunt wordt genomen; blokkades ontstaan door een ander niveau van bewustzijn, waardoor vraagstukken niet als uitdagingen worden ervaren; betrokkenen ten onrechte niet het gevoel hebben regie over hun eigen leven te voeren. Hierdoor is er een wijziging bij betrokkene nodig. De focus van deze wijziging richt zich op het doorgaans diep geworteld standpunt over de wijze waarop betrokkene naar zichzelf kijkt, en naar de anderen en de wereld om zich heen. De innerlijke cultuur van betrokkene is het hoofdprobleem. Er is met andere woorden een cultuurverandering nodig. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X X
Nee
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Visie op persoonlijk bewustzijn als leidraad De methodiek is ontstaan vanuit een samenwerking tussen een gerenommeerd internationaal management consulting bureau en Gita Bellin & Associates (GBA) in Australië. De basis wordt gevormd door ruim veertig jaar wetenschappelijk onderzoek en een rijke ervaring vanuit het bedrijfsleven en de overheid op het gebied van motivatie en persoonlijk leiderschap. Aan de hand van deze methodiek heeft Peer Facilitation in samenwerking met dit bureau en GBA in binnen- en buitenland fusies en complexe verandertrajecten in het bedrijfsleven begeleid. Vanuit een sterke maatschappelijke betrokkenheid heeft Peer Facilitation de essentie van deze methodiek in Nederland als basis genomen en verder ontwikkeld voor ondersteuning aan gemeentelijke sociale diensten bij het participatieproces van hun cliënten. Kern daarbij vormt de visie op de ontwikkeling van persoonlijk bewustzijn. In deze methodiek worden diverse disciplines geïntegreerd, waaronder management, psychologie, pedagogiek en filosofie. Deze opmerkelijke combinatie heeft bij diverse bedrijven en overheden over de gehele wereld geleid tot het realiseren van gewenste motivatie en inspiratie van medewerkers en teams tijdens veranderprocessen. Achtergrond, cultuur, opleidingsniveau en levens- en werkervaring blijken geen rol te spelen in de mate van effectiviteit. Peer Facilitation heeft de methodiek ook voor het buitenland doorontwikkeld, als eerste voor Engeland en Letland, om overheden en NGO’s te kunnen ondersteunen in hun specifieke en landgebonden uitdagingen met betrekking tot re-integratie.
www.interventiesnaarwerk.nl
9
Motivatietheorie van Maslow Voor de onderbouwing van de benodigde transformatie wordt ondermeer verwezen naar de motivatietheorie van Maslow. Maslow is een van de bekendste vertegenwoordigers van de humanistische psychologie, ‘the third way’ naast dieptepsychologie en behaviorisme. Volgens de humanistische psychologie doen zowel de dieptepsychologie als het behaviorisme de mens tekort. De mens moet niet benaderd worden als een door driften bepaald wezen (dieptepsychologie): dit reduceert de mensen tot een dier. De mens moet ook niet benaderd worden als een wezen dat alleen door beloning en straf te beïnvloeden is: dat reduceert de mens tot een machine. De humanistische psychologie wil de mens benaderen vanuit zijn mogelijkheden. De mens heeft een oneindig potentieel aan mogelijkheden in zich, en door zich daarop te richten kan deze oneindig meer uit zichzelf halen dan wanneer deze zich richt op de strijd tussen driften en geweten, of op conditionering door beloning en straf. De humanistische psychologie erkent wel de werking van die principes, maar stelt dat het te beperkt is om daar alleen naar te kijken. Zelfverwerkelijking is volgens de psychologen van de humanistische psychologie de kern van het menszijn. De natuur van ieder mens is er op uit de mogelijkheden en talenten tot ontplooiing te brengen. Dat geldt zowel op sociaal gebied (vriendschap met vrienden en vriendinnen) als op maatschappelijk gebied (schoolopleiding, baan, enz.). Er zijn echter veel belemmeringen die mensen er van afhouden werkelijk uit zichzelf te halen wat er in zit. Als betrokkenen erin slagen zelf die belemmeringen weg te nemen, dan zouden er oneindig veel meer mogelijkheden kunnen worden gerealiseerd. Mensen benutten nu helaas veelal slechts een fractie van onze potentiële mogelijkheden. Werkende bestanddelen: De workshop Onderste Boven
www.interventiesnaarwerk.nl
10
Interactie tussen klant en klantmanager in groep: werk vanuit saamhorigheid: laat zien dat klantmanager ook met zingevingproblemen, innerlijke motivatie bezig is, zoek naar gedeelde waarden tussen klant en klantmanager als basis voor samenwerking. De workshop Onderste Boven: Zorg voor transformatie en ontwikkeling van bewustzijn, ondersteun klanten bij het op zoek gaan naar hun passie, laat hen met nieuwe ogen naar hun eigen situatie kijken, ontwikkel groepsinteractie als ondersteuningsinstrument, doe veel verschillende oefeningen om bewustzijn en veranderingsbereidheid op te bouwen. Het individuele traject (voor en na te workshop Onderste Boven) Het individuele traject (voor en na de workshop) vormt de context voor de workshop. De werkende bestanddelen van dit voor- en natraject zijn sterk samenhangend met die van de workshop en worden volledigheidshalve in deze beschrijving opgenomen. Vertrouwensrelatie opbouwen: luisteren naar klant, inleven in situatie klant, denken vanuit klant, straal rust en geduld uit, herken en erken irritatie, geef eigen grenzen aan. Aansluiten op motivatie klant: zoek naar innerlijk aangrijpingspunt bij klant, op zoek gaan naar wat de klant echt graag wil, naar het verhaal, neem de klant serieus en communiceer erkenning. Kernovertuigingen ter discussie stellen: neem kernovertuigingen serieus en weerleg deze, wijs op goede voorbeelden, wijs op tegenstrijdigheden. Positieve klantbenadering: kijk naar mogelijkheden, veroordeel klant niet, maar biedt steun, wees geïnformeerd zonder vooringenomenheid. Realistische kijk: wijs klant of mogelijkheden, maar ook op beperkingen, rem klanten desnoods af, wees duidelijk als iets niet mogelijk is,, zoek naar alternatieven als wensen van klant niet mogelijk zijn, stel realistische doelen, maak die SMART.
Out of the box denken: klantsituatie als uitgangspunt, regels zo ver mogelijk oprekken.
Pas interventiestijlen toe: de persoonlijkheid van de klantmanager is medebepalend voor interventie: differentieer naar soorten klanten, herken en voorkom schadelijke effecten van eigen gedrag en herstel deze zonodig. Visualiseer situaties van klant: maak probleemsituaties beeldend, verduidelijk b.v. de klantsituaties door deze in de eigen levenslijn te positioneren. Richten op energie: haal de klant uit zijn belevingswereld door te spiegelen of juist te confronteren, toon begrip en inlevingsvermogen, stimuleer er anders naar te kijken. zorg dat er iets gaat stromen, dat de klant over zijn eigen rand kan (gaan) kijken, nieuw elan gaat voelen. Belemmeringen zelf laten opruimen: ondersteun je klant bij het opruimen van beleefde belemmeringen, coach de klant zoveel mogelijk daarbij, zodat hij zelf aan zijn belemmeringen gaat werken, neem het zo min mogelijk‘over’, schakel derden in en blijf betrokkenheid tonen.
Inzet rolmodel: zorg voor goede voorbeelden waar de klant zich mee identificeren kan.
Werk Competentiemeting (WCM
www.interventiesnaarwerk.nl
11
Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en/of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging
Eisen begeleiding
Naast de beschreven werkmethodiek wordt de persoonlijkheid van de professional bij deze interventie nu als een essentieel werkend bestanddeel gezien. Een voorwaarde voor de begeleiding van klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt richting werk/activering maken, in de Enschedese praktijk, is het scheppen van een vertrouwensband. Verder maken de volgende elementen deel uit van een professionele houding: kunnen luisteren naar de klant; zich kunnen inleven in de situatie van de klant; kunnen denken vanuit de klant een positieve benadering (schrijf de klant niet af!) kijken naar mogelijkheden negativiteit bij de klant ombuigen naar een meer positieve kijk geduld en rust uitstralen de klant niet veroordelen maar steunen weten wanneer deskundige hulp van derden in te schakelen het mijden van vooroordelen het herkennen en erkennen van irritatie (van de professional zelf). Iedereen is het erover eens dat irritatie negatief werkt, maar soms niet is te voorkómen. De vraag of het aan de klant ligt of aan de professional zelf, is daarbij niet relevant. Irritatie erkennen (alsmede de eigen grenzen daarbij) is wel relevant én professioneel. Geïnformeerd zijn zonder vooringenomen te worden. Wat betreft het zich voorbereiden op afspraken met klanten, en specifiek de vraag of het klantdossier vooraf wordt doorgenomen, wordt als volgt gehandeld: in principe neemt de professional ter voorbereiding op gesprekken met klanten het klantdossier door. Dit mede om te voorkomen dat de klant informatie moet geven die allang bij de gemeente bekend is. Dit kan irritatie opwekken (‘Dit heb ik al 5 keer verteld!’). Men realiseert zich echter dat informatie verouderd of anderszins niet meer adequaat kan zijn en treedt de klant tegemoet met een open, niet-bevooroordeelde houding. Een uitzondering wordt soms gemaakt bij een afspraak voor een WCM-test (afkorting van Werk Competentie Meting). In deze situatie nemen sommige professionals eveneens het dossier door. Andere doen dat niet, vanuit de gedachte zo volledig neutraal te staan ten opzichte van de klant; met kennis over/vooringenomenheid ten opzichte van de klant zou de uitkomst van de test beïnvloed kunnen worden. Duidelijk zijn, ook wanneer iets niet mogelijk is in praktische of juridische zin) ‘Out of the box’ kunnen denken (de situatie van de klant voorop stellen, i.p.v. zich al op voorhand laten beperken door wet- en regelgeving); beseffen dat regelgeving in veel gevallen is ‘op te rekken.’ Actief contact zoeken en onderhouden met andere collega’s/instanties (netwerk); bijv. bij
www.interventiesnaarwerk.nl
12
Onderste
Borging
Gemeente Enschede voert met Peer Facilitation voor de borging een gemeenschappelijke ontwikkeltraject uit. Een van de acties is deelname aan het Gildeproject, waarin het voor- en natraject van de workshop optimaal wordt afgesteld op de workshop OndersteBoven zelf (zie ook onder werkende bestanddelen).
1.5
Beschrijving onderzoek naar effectiviteit
Er heeft een gefaseerde procesevaluatie en een resultaatevaluatie plaatsgevonden.
Procesevaluatie
Peer Facilitation heeft de aanvankelijk in Australië ontwikkelde, bewezen en stabiele methodiek naar Nederland gehaald en toegesneden op de multi-probleem doelgroep van sociale diensten. Samen met de gemeente Enschede vindt systematisch verdere doorontwikkeling plaats. In dat kader is OndersteBoven ingebracht in het Gildeproject. Daarin is de methodiek fasegewijs geëvalueerd, doorgetrokken naar de rol van de bijdrage van de rol van de re-integratiecoach van sociale diensten, op haar beoogde werking en uitvoering onderzocht, verbeterd en verrijkt, beschreven, gesystematiseerd en verder onderbouwd. In de zomer van 2009 wordt dit met onafhankelijk verricht kwalitatief onderzoek verder vervolmaakt. Van elke ontwikkelfase is een beschrijving aanwezig. Klanttevredenheidsonderzoek In december 2009 is een klanttevredenheidsonderzoek verricht (Klanttevredenheid OndersteBoven, Epsilon research, Wim Zwinkels). De conclusies worden hier integraal weergegeven. Workshop Deelnemers zijn in het algemeen tevreden over alle aspecten van de workshop: de inhoud, de omvang van de groep, de inzet van rolmodellen en de informatievoorziening vooraf tijdens de groepsintake. Uitschieters richting zeer tevreden zijn de kwaliteit van de trainers Rombout en Jacqueline Peer en de locatie Erve Hulsbeek. Ook de aanwezigheid van de consulent wordt positief gewaardeerd. De workshop wordt gemiddeld gewaardeerd met het cijfer 7,6. Deelnemers geven aan dat men door de workshop met name meer zelfinzicht heeft gekregen en meer zelfvertrouwen heeft gekregen. Ook het vertrouwen in DMO is door de workshop gestegen. Een ruime meerderheid van de deelnemers is ervan overtuigd dat men door de workshop zelf de eigen situatie kan veranderen en door de workshop de passie heeft gevonden. Deze punten worden ook spontaan als leerervaring genoemd. Een meerderheid is het eens met de stelling dat de workshop helpt om op termijn aan het werk te komen of iets anders te gaan doen en dat men door de workshop een beeld heeft gekregen wat men wil gaan doen. Verbeterpunten bij de workshop liggen volgens de deelnemers met name bij de concretisering www.interventiesnaarwerk.nl
13
naar de eigen situatie en het meer richten op het arbeids(toeleidings)proces. Follow-up De follow-up lijkt een fors probleem te zijn binnen de gemeente. Ruim eenderde geeft aan geen vervolggesprek gehad te hebben na de workshop. Deze groep bestaat zowel uit deelnemers uit 2008 als 2009. Ook naar wijkkantoor zijn geen significante verschillen. Over de vervolggesprekken die wel gehouden zijn, zijn de klanten tevreden. Het gemiddelde cijfer dat de klanten aan de vervolggesprekken geven is 7,1. Men is tevreden over de consulent. Het overgrote deel is het eens met stellingen als “Mijn consulent luistert goed naar wat ik te vertellen heb.”, “Mijn consulent stimuleert mij om mijn eigen situatie te veranderen.” en “Mijn consulent is duidelijk over wat de gemeente voor mij kan betekenen.” De overgrote meerderheid vond de tijd tussen de workshop en het eerste vervolggesprek goed. Ook over de tijd die genomen wordt voor de gesprekken is men tevreden. Alleen de inhoud van de vervolggesprekken scoort iets lager. Klanten zijn relatief ontevreden over de manier waarop de persoonlijke doelen uit de workshop zijn omgezet in concrete afspraken. Duidelijk minder wordt gescoord op de stelling dat de vervolggesprekken helpen om op termijn aan het werk te komen of iets anders te gaan doen. De genoemde verbeterpunten hebben vaak betrekking op het vervolg geven aan de afspraken en doelen uit de workshop en de snelheid daarbij. Er is volgens de klanten te weinig aandacht voor de wensen, de passie en het doel uit de workshop. Klanten hebben hun eigen ideeën en hebben het idee dat ze daarbij onvoldoende medewerking en ondersteuning van DMO krijgen. Persoonlijke arbeidsituatie Bij 40% van de 60 klanten is de positie na de workshop en vervolggesprekken veranderd. Daarbij gaat het vaker om re-integratietrajecten en opleidingen dan om betaald werk. Wel zijn de klanten die in beweging gekomen zijn relatief vaker op meerdere fronten actief geworden. Van de groep die in een nieuwe situatie terecht gekomen is, geeft 30% aan dat de workshop geholpen heeft om in de nieuwe situatie terecht te komen. Bij de vervolggesprekken ligt dit percentage op 60% Dit past in het beeld dat klanten negatiever zijn over de vervolggesprekken. Succes en falen schrijven zij met name toe aan de meer concrete vervolggesprekken. De verwachtingen door de workshop zijn hooggespannen en hoewel men door de workshop wel het inzicht verworven heeft om de eigen situatie te veranderen, lukt dit in de praktijk in lang niet alle gevallen. Bij de groep die vervolggesprekken heeft gehad is in de helft van de gevallen de arbeidssituatie veranderd. Vervolggesprekken zijn dus belangrijk om de situatie van de klant te veranderen. Verschillen naar klantkenmerken Het blijkt dat mannen minder positief zijn over de workshop dan vrouwen, bij de vervolggesprekken is er geen verschil in waardering. Jongeren zijn in het algemeen minder positief dan ouderen, zowel voor de workshop als vervolggesprekken. Klanten die korter in de bijstand zitten zijn in het algemeen minder positief over de workshop en met name over de vervolggesprekken. Bij niet-Nederlanders is er een groter verschil in waardering tussen de workshop en de vervolggesprekken dan bij Nederlandse klanten. Niet-Nederlanders waarderen de workshop beduidend beter. Bij Nederlandese klanten is de waardering voor de vervolggesprekken bijna net zo hoog als de waardering voor de workshop. Klanten uit de
www.interventiesnaarwerk.nl
14
regio Zuid zijn iets positiever over zowel workshop als vervolggesprekken. De aantallen klanten uit de andere wijken zijn te gering om statistisch betrouwbare uitspraken over te doen.
Resultaatevaluatie Start OndersteBoven: begin 2008 In 2008 hebben 62 cliënten de workshop gevolgd, met de volgende bewegingen als resultaat: Uitstroom naar werk (inclusief eigen bedrijf): 9 Gestart met re-integratietraject: 3 Gestart met een voorschakeltraject (incl. activeringscentrum): 3 Neemt deel aan programma Workstep: 10 Gestart met een opleiding (inclusief taaltraject): 13 Aanmelding WSW: 1 Vrijwilligerswerk (buiten Workstep om): 5 Start hulpverleningstraject: 6 Uit de uitkering om andere redenen dan werk: 2 Anders: 10 26 cliënten die voor de workshop waren geselecteerd, zijn niet komen opdagen. De redenen en aantallen cliënten: Ziekte: 8 (2 personen ernstige psychische klachten; 6 personen lichamelijke klachten) Geen oppas: 2 Zonder opgaaf van redenen niet verschenen: 15 Onvoldoende kennis van de Nederlandse taal: 1 Tussen 1-1-2009 en 30-6-2009 hebben 112 cliënten de workshop gevolgd. Van de eerste 28 cliënten zijn de resultaten in kaart gebracht. Uitstroom naar werk (inclusief eigen bedrijf): 4 Gestart met re-integratietraject (inclusief projecten): 4 Gestart met een voorschakeltraject (incl. activeringscentrum): 2 Neemt deel aan programma Workstep: 8 Gestart met een opleiding (inclusief taaltraject): 6 Aanmelding WSW: Vrijwilligerswerk (buiten Workstep om): 3 Start hulpverleningstraject: 1: Uit de uitkering om andere redenen dan werk: Anders: Conclusie Onderste Boven wordt succesvol genoemd als de klant: (indien van toepassing) aan de slag gaat met het wegnemen van blokkades (bijv. zelf hulpverlening gaat regelen, of hulp vraagt); zich ervan bewust wordt dat hij iets kan (en wat hij kan) i.p.v. alleen te kijken naar wat hij niet kan; zich opener opstelt naar de professional, zijn verhaal durft te doen; het gaat vooral om bewustwording, het besef dat men op meerdere manieren naar een situatie kan
www.interventiesnaarwerk.nl
15
kijken (het glas is half leeg of half vol) en dus uiteindelijk: wensen omzetten in doelen m.b.t. participatie/activering/werk (of een traject daar naartoe); Uit de resultaatevaluatie wordt duidelijk dat deze laatste doelstelling gehaald wordt.
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Ja X
Nee
X
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect X bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
www.interventiesnaarwerk.nl
X
Nee
X X X
16
1.6
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt. Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken.
X
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting
Er is wel een probleemanalyse, maar die lijkt weinig specifiek: iedereen lijkt hetzelfde algemene probleem te hebben. Deze probleemanalyse is in deze interventie wel verbonden met een sterk theoretisch en conceptueel kader van de motivatietheorie van Maslov. Dat is een sterk element. Daarnaast is de benadering een vertaling van een interventie die in het (internationale) bedrijfsleven overtuigend aangetoond is en als werkend wordt beschouwd. Echter, onduidelijk blijft of de oplossing voor het probleem van de manager uit het bedrijfsleven, ook hout snijdt voor de langdurig werkloze.
Procesevaluatie
Een procesevaluatie ontbreekt. X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht. In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken.
Toelichting
De procesevaluatie is ondersteunend aan het ontwikkelproces. Sommige fasen van de interventie zijn aan het papier toevertrouwd; er zijn echter ook ontbrekende schakels. De procesevaluaties lijken wel door de netwerkbenadering bij betrokken kennis- en dienstenverlenende organisaties te hebben plaatsgevonden. De samenhang van de verschillende modules en de gebruikswaarde van de in het traject ingezette instrumenten is erdoor toegenomen. Toch zou middels onderzoek de daadwerkelijke werking van de werkende bestanddelen gevolgd en op basis daarvan nog beter ingeregeld kunnen worden. In december 2009 is een klanttevredenheidsonderzoek verricht.
Resultaatevaluatie
Een resultaat- c.q. effectevaluatie ontbreekt. X
www.interventiesnaarwerk.nl
Er heeft in de praktijk een resultaatmeting plaatsgevonden zonder
17
controlegroep (na-meting of voor- en nameting) gericht op het beoogde eindresultaat en / of de specifieke doelen van de interventie. Er heeft in de praktijk een resultaatmeting plaatsgevonden met een experimentele en controlegroep (voor- en nameting) gericht op het beoogde eindresultaat en / of de specifieke doelen van de interventie Toelichting
1.7
De resultaatevaluatie heeft het karakter van een uitstroomlijstje en ontbeert een helder onderzoeksdesign met controlegroepen. Zwak punt is ook dat de 60% van degenen die niet zijn komen opdagen voor de workshop, buiten beschouwing zijn gebleven in de analyse.
Overige voorwaarden voor toepassing
Geen.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Peer Facilitation vof Jacqueline & Rombout Peer Lage Bergweg 25 7361 GT Beekbergen E-mail:
[email protected] Tel: 055.5050.524 Fax: 055.5050.192 Mobile: 0651.498.515 (Jacqueline Peer) Mobile: 0610.520.001 (Rombout Peer) Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Enschede Centraal bezoek- en postadres: Stadskantoor Hengelosestraat 51 Postbus 186 7500 AD Enschede Tel. Stadskantoor: 053 - 481 81 81 Overeenkomsten met andere interventies Geen
www.interventiesnaarwerk.nl
18
Lijst met aangehaalde literatuur Een deel van deze literatuur wordt letterlijk gebruikt in de workshop, een ander deel vormt een basis voor het gedachtegoed. Auteur Mandela, Nelson Roest, van der Peter (samensteller) Daniël Goleman Anna Wise Coelho, Paulo Ruiz, Don Miguel Ruiz, Don Miguel Dyer, Wayne W. Anodea, Judith Hay, Louise L. Senge, Peter; Scharmer, C. Otto; Jaworski, Joseph; Flowers, Betty Sue Zohar, Danah Wilber, Ken Sitchin, Zecharia Patel, Mansukh; Goswami, Anita Krishnamurti, J Myss, Caroline Dalai Lama Tolle, Eckart Dr. Murphy, Joseph Holmes, Ernest
www.interventiesnaarwerk.nl
Titel In the words of Nelson Mandela; A Little Pocketbook Spiritualiteit; een bloemlezing Emotionele Intelligentie The High Performing Mind De Alchemist The Mastery of Love The four Agreements There’s a Spiritual Solution to every problem Eastern Body Western Mind; Psychology and the Chakra System as a Path to the Self Heel je Lichaam Presence; exploring profound change in people, organizations and society The Quantum Self; Human nature and Consciousness defined by the New Physics Integral Psychology The 12th Planet Ommekeer Een wereld in crisis; Leven in onzekere tijden Sacred Contracts; Awakening your divine potential How to practice the way to a meaningful life The Power of Now The Power of your Subconscious Mind Licht op Genezing; de Science of Mind
19