Van Turfvaart naar Toervaart
Samenvatting
1
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
2
Van Turfvaart naar Toervaart
Agenda voor de Veenkoloniën
Van Turfvaart naar Toervaart
Ontwikkeling vaarverbindingen Zuidlaardermeer Oost-Groningen
Samenvatting februari 2003
Provincies Groningen en Drenthe Waterschap Hunze en Aas Gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Aa en Hunze en Veendam 3
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
Productie Grontmij Advies & Techniek bv vestiging Groningen
4
Van Turfvaart naar Toervaart
Agenda voor de Gronings-Drentse Veenkoloniën Waar Oost-Groningen grenst aan Drenthe, strekken de veenkoloniën zich uit. Voor deze veenkoloniale regio ligt er een agenda vol met plannen klaar. Water als veenkoloniaal visitekaartje In de veenkoloniën rond de grens van Oost-Groningen en Drenthe gaat niet alles van een leien dakje. Het imago van dit gebied heeft versterking nodig. Bovendien moet de economie nieuw leven worden ingeblazen. In opdracht van de regering heeft de commissie Hoekstra de problemen onderzocht. De gezamenlijke overheden uit de veenkoloniën hebben dit onderzoek gebruikt, om de Agenda voor de Veenkoloniën op te stellen. Deze Agenda zet een duidelijke koers uit voor deze regio en komt met concrete projecten. De Agenda herstelt de veenkoloniale waterwegen in ere. Het stelsel van kanalen lag aan de basis van dit unieke veenkoloniale gebied. En nog steeds vormt het de basisstructuur van het landschap in de veenkoloniën. De functie van deze kanalen moet weer worden verbeterd en versterkt. Dat is goed voor de cultuurhistorie, het landschap, de natuur, het toerisme en het wonen in dit gebied. Een beter imago volgt dan bijna vanzelf.
kanalen als ruggengraat van het veenkoloniale landschap
Deze gewenste verbetering geldt voor de kanalen vanaf het Zuidlaardermeer tot aan Erica, ten zuiden van Emmen. Met de restauratie en het bevaarbaar maken van deze kanalen krijgen de veenkoloniën hun kloppende hart weer terug. Alleen gaat het nu niet meer om het transport van turf, maar om de toervaart. Dit omvangrijke plan wordt stap voor stap aangepakt. Varen van het Zuidlaardermeer naar Oost-Groningen De eerste etappe waarvoor concrete plannen zijn, bestaat uit de vaarverbindingen tussen het Zuidlaardermeer en Oost-Groningen. Deze vaarverbindingen volgen de bestaande route van het Zuidlaardermeer, via Kiel-Windeweer en Annerveenschekanaal naar Bareveld en een aan te leggen route naar het zeilmeer Langebosch bij Veendam. Verder is rekening gehouden met een verbinding via het Kieldiep naar Hoogezand. Het plan voor deze eerste etappe is uitge-
5
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
werkt in een rapport getiteld: Van Turfvaart naar Toervaart (Provincie Groningen, Grontmij 2002). De initiatiefnemers zijn de provincies Groningen en Drenthe, Waterschap Hunze en Aas en de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Aa en Hunze en Veendam. De samenvatting van het plan staat in deze brochure. Het genoemde plan past in de verbetering van het Nederlandse toervaartnet, die in 1985 is gestart. In dit toervaartnet is de vaarverbinding van Zuidlaardermeer naar Oost-Groningen nog steeds een belangrijke ontbrekende schakel. Het plan kan weer andere projecten in de omgeving op gang brengen.
Nieuwe vaarverbindingen die breed worden gedragen De plannen voor de vaarverbindingen tussen het Zuidlaardermeer en Oost-Groningen hebben een breed draagvlak. De branche van de waterrecreatie staat er achter. Dat ook de betrokken provincies en gemeenten dit project toejuichen, is al gebleken. Zij zijn de initiatiefnemers. Wat zegt het beleid van al deze partijen over de nieuwe vaarverbindingen? Recreatiebeleid: varen in vrije tijd
Sinds 1985 werken ministeries, provincies en recreatie-organisaties samen aan de verbetering van ons vaarwegennet. Zij willen vooral de vaarmogelijkheden voor de recreatietoervaart verbeteren. Met dat doel is ook in 1995 de Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) opgericht. De SRN is verantwoordelijk voor de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (BRTN). De laatste versie hiervan is de BRTN 2000. In deze beleidsvisie zijn ook de vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost-Groningen opgenomen. In het beleid van de noordelijke overheden vormen deze vaarverbindingen een belangrijke wens. In 2001 hebben zij met de Duitse buren de visie Varen in het Land van Turf en Honing opgesteld. Daarin krijgt deze ontbrekende schakel een hoge prioriteit. Maar ook in het toeristisch-recreatieve beleid van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeenten HoogezandSappemeer, Aa en Hunze en Veendam wordt het belang van deze vaarverbindingen onderstreept. Natuurlijk hebben deze overheden daarvoor elk hun eigen motieven. Voor de provincie Groningen is het vaartoerisme één van de themas om toeristisch Groningen beter op de kaart te zetten. De provincie Drenthe ziet de nieuwe vaarverbindingen als een stimulans voor het veenkoloniale gebied. Ook worden de mogelijkheden voor de recreatietoervaart in Drenthe er door vergroot. De gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Veendam verwachten een stimulans voor hun waterrecreatiegebieden en hoogwaardige woonlocaties. Een vaar6
Van Turfvaart naar Toervaart
verbinding met Hoogezand en met het zeilmeer Langebosch / waterrecreatiecomplex Borgerswold behoren namelijk ook tot het plan. De nieuwe vaarroutes zijn duidelijk niet een op zichzelf staand recreatief project. De nieuwe vaarverbindingen vormen een belangrijke schakel in het noordelijke toervaartnet en betekenen daarmee een versterking voor het Zuidlaardermeer en het zeilmeer Langebosch. Omgevingsbeleid: varen in fraaie streken Maar niet alleen de vaarrecreatie in de regio wordt versterkt. Het beleid wil met deze vaarroutes ook andere recreatievormen als fietsen, wandelen en vissen stimuleren. Een ander doel is, om via het water het fraaie landschap en de rijke veenkoloniale cultuurhistorie open te leggen. Kortom: het beleid gaat verder dan vaar- en waterrecreatie, zelfs verder dan recreatie en toerisme. Dat blijkt ook uit beleidsnotas die meer gebiedsgericht van opzet zijn, zoals het Kompas voor het Noorden (Samenwerkingsverband Noord-Nederland, 1999). Dit brede beleids- en ontwikkelingsprogramma noemt het toerisme een belangrijke economische pijler voor het landelijk gebied. Het noorden moet als watersport- en toervaartgebied aantrekkelijker worden gemaakt. De provincie Groningen heeft in haar Provinciaal Omgevingsplan (POP, 2000) vooral de cultuurhistorische waarde van de Groninger vaarwegen geaccentueerd. In het POP worden dan ook mogelijkheden geschetst voor het samengaan van cultuurtoerisme en
vanaf het water genieten van het fraaie landschap en de rijke cultuurhistorie
vaarrecreatie. Hierbij worden opnieuw de vaarverbindingen tussen het Zuidlaardermeer en het Oost-Groninger vaarcircuit genoemd. Ook in het POP Drenthe (1998) wordt ervoor gepleit om deze verbindingen te onderzoeken. Dan is er nog de belangrijke Agenda voor de Veenkoloniën, waarmee deze brochure is begonnen. Het beleid maakt duidelijk dat de nieuwe vaarverbindingen van groot belang zijn. Dit belang is uiteen te rafelen in vier themas. 1. Verbetering van de kwaliteit en het imago van deze regio. Deze verbetering werkt door in de cultuurhistorie, het landschap, het wonen en de economie van het gebied. Dit geldt voor de veenkoloniale linten langs de doorgaande vaarroute, maar even goed voor omliggende grotere plaatsen als Hoogezand, Zuidlaren, Veendam en Wildervank. 7
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
1 Ingang Zuidlaardermeer 2 Restant gemaal Wolfsbarge 3 Betonbrug Wolfsbarge 4 Landbouwbrug (beton) 5 Dam De Toekomst 6 Betonbrug De Toekomst 7 8Ingang De Leine 8 Dam + duiker 9,10,12,13,15,16,17,18,20,40 en 42: Fiets/voetgangersbruggen
- geleiding aanbrengen - verwijderen - vervangen door beweegbare brug - vervangen door beweegbare brug - vervangen door sluis - verwijderen en beweegbare brug aanbrengen - bestaande ophaalbrug renoveren en electrificeren - vervangen door beweegbare brug - beweegbaar maken/vernieuwen en electrificeren
11 Houten ophaalbrug 14 Betonbrug 19 Bestaande brug 22,23,26,27 en 28: Draaibruggen 24,25,29 en 33: Voetgangersbruggen 30 Eexterveense verlaat 31 Ophaalbrug
- vernieuwen - vervangen d - beweegbaar
- gangbaar m
- gangbaar m - mechanisch - beweegbaar
en electrificeren door een beweegbare brug r maken en electrificeren
maken/vernieuwen en electrificeren
maken/vernieuwen en electrificeren h renoveren en electrificeren r maken en electrificeren
Van Turfvaart naar Toervaart
32 34 35 36 37 38 39 41 43/44
Betonbrug - vervangen door beweegbare fiets-/voetbrug Ophaalbrug Bareveld - compleet vernieuwen Dam - vervangen door beweegbare brug Kielsterachterweg - aanbrengen vaste brug (doorvaarthoogte 3.20 m) Borgercompagnie - aanbrengen sluis Borgercompagnie - aanbrengen vaste brug (doorvaarthoogte 3.20 m) Kielsterverlaat - mechanisch renoveren en electrificeren Vaste brug - beweegbaar maken Vaste fiets-/voetgangersbruggen (bestaand)
9 hj Grontmij
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
2.
Een ontbrekende schakel in het landelijke en regionale toervaartnet.
Met de invulling van deze schakel worden de rondvaartmogelijkheden sterk verbeterd. Dit geldt niet alleen voor motorboten, maar ook voor vaartuigen met staande mast. 3. Betere ontsluiting en ontwikkeling van het Zuidlaardermeer en het zeilmeer Langebosch. Beide meren worden beter toegankelijk en zullen vaker als vaardoel worden gekozen. Dit stimuleert weer de (water-)recreatie rond deze meren. 4. De economische versterking van de veenkoloniën. Door de vaarverbinding zullen meer toeristen de veenkoloniën bezoeken. Dit zal de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in de regio ten goede komen.
De realisatie van de vaarverbindingen Tot 1985 brokkelde het Nederlandse toervaartnet geleidelijk af. Kanalen werden afgesloten voor de toervaart, door dammen en lage vaste bruggen. Slib zorgde voor onvoldoende vaardiepte. Er moet dus nog wel iets gebeuren, voordat er weer kan worden gevaren. Vrije doorvaart Het kinderliedje van Berend Botje is veelzeggend. Berend Botje raakte zoek, toen hij onderweg was in zijn scheepje naar Zuidlaren. We weten niet van welke kant hij kwam. Maar vanuit Oost-Groningen zou hij inderdaad niet ver zijn gekomen. De nieuwe vaarverbindingen geven Berend Botje weer alle ruimte, of hij nu in een motorboot komt of in een schip met staande mast. Schepen met een opbouw tot circa 3 meter en een diepgang van circa 1,3 meter zullen er langs kunnen. Bovendien wordt de route tussen het Zuidlaardermeer en Oost-Groningen (via Bareveld) bevaarbaar voor schepen met staande mast. De doorvaartbreedte van de bestaande bruggen en sluizen is 6 meter; deze breedte wordt als minimum aangehouden. Om dit alles mogelijk te maken, zijn er vier belangrijke maatregelen nodig.
dammen worden verwijderd; bruggen ensluizen worden vervangen of aangepast
10
Van Turfvaart naar Toervaart
Het verwijderen van dammen Het vervangen of aanpassen van vaste bruggen en sluizen Het graven van de vaarverbinding naar zeilmeer Langebosch De bouw van enkele vaste bruggen en een sluis in deze verbinding.
Als dit klaar is, ontstaan er nieuwe vaarwegen met een totale lengte van ongeveer 21 kilometer. Voor tweederde loopt deze route door fraaie veenkoloniale dorpen en voor de rest door open gebied. Deze veenkoloniale linten herbergen veel cultuurhistorie en zijn voor een deel beschermd. De vaarverbinding met het zeilmeer Langebosch doorkruist landbouwgebied en loopt langs het zweefvliegveld. In deze verbinding moeten bij een kruising met enkele gasleidingen speciale voorzieningen worden getroffen. Wat er verder geregeld moet worden Maar ook als de vaarweg klaar is, zijn we er nog niet. Allerlei andere zaken moeten goed geregeld zijn, voordat jachten en zeilboten vrijuit kunnen varen. Denk aan de vaardiepte van het Zuidlaardermeer. Door het uitbaggeren van de vaargeulen moet hier dezelfde bevaarbaarheid ontstaan als op de nieuwe route. Verder moet de bediening van de aangepaste bruggen en sluizen in de vaarroutes worden geregeld. Een continue vorm van bediening is natuurlijk de beste oplossing; vaarrecreanten hebben dan vrijwel geen wachttijden en kunnen hun gang gaan. Incidenteel kan dat door automatische (zelf-)bediening van bruggen en sluizen. Maar bij het merendeel van de bruggen zullen brugwachters worden ingezet. Dit geldt voor alle grotere verkeersbruggen en voor situaties waar meerdere bruggen bij elkaar liggen. De bedieningstijden zijn in principe dezelfde als op de aansluitende vaarwegen. Dit betekent voorlopig, dat de bruggen worden bediend van 1 mei tot 1 oktober, op maandag tot en met zaterdag, s morgens van 8 tot 12 uur en s middags van 1 tot 5 uur. In de toekomst wordt de brugbediening mogelijk uitgebreid met de zondagen, als daar behoefte aan is. Verder zijn natuurlijk voldoende en goede aanlegplaatsen van belang. In principe worden daarvoor plekken op de vaarroutes uitgezocht die qua landschap, cultuurhistorie of recreatie iets te bieden hebben. Aandacht is dan ook nodig voor de wisselwerking tussen het varen en de bestaande cultuur en recreatie. Hetzelfde geldt voor de promotie van de nieuwe vaarweg en de omgeving. Voor particuliere aanlegplaatsen zijn goede afspraken nodig; zo kan wildgroei worden voorkomen. Ook het vermijden van nadelige effecten op de omgeving krijgt de nodige aandacht; denk bijvoorbeeld aan de natuurgebieden rond het Zuidlaardermeer. Tegelijk worden mogelijke voordelen voor de natuurlijke omgeving benut. Denk aan nieuwe mogelijkheden die ontstaan voor milieuvriendelijke oevers en voor de migratie van vissen. 11
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
Schip met geld Belangrijk is, dat er allereerst ergens een schip met geld komt aanleggen. Het hele project is opgedeeld in vier deeltrajecten, waarvan de kosten zijn geraamd. Voor het hele project is ruim 18 miljoen euro nodig. Daarnaast zijn er natuurlijk de terugkerende kosten van onderhoud, beheer en exploitatie. Maar de initiatiefnemers laten het niet alleen aankomen op een schip met geld. De provincies Groningen en Drenthe, Waterschap Hunze en Aas en de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Aa en Hunze en Veendam zullen zelf financieel bijdragen aan het project. Daarnaast wordt gerekend op subsidies van de Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) en van het Kompas voor het Noorden. Ook over het beheer en onderhoud en de kosten daarvan zijn afspraken gemaakt. Het eigendom van alle voorzieningen voor de scheepvaart, zoals bruggen, sluizen en aanlegsteigers, is verdeeld over de provincie Groningen, de drie gemeenten en Waterschap Hunze en Aas. Het beheer van het water en het dagelijks beheer komt in handen van één organisatie: Waterschap Hunze en Aas. De kosten van dit beheer dragen de partijen gezamenlijk.
Verwachte gevolgen voor de omgeving Het project kost dus veel geld. Volgens goed Hollands gebruik komt dan altijd de vraag, wat het oplevert. Want voor wat hoort wat. Oftewel: wat voor andere effecten mogen we van dit project verwachten? Economische stimulans Het is duidelijk dat met dit project allerlei belangen zijn gediend. Daarbij gaat het onder andere om de sociaal-economische effecten. Maar kunnen die belangen, nu het project handen en voeten krijgt, ook hard worden gemaakt? Marktonderzoek wijst uit, dat de toervaart verder zal groeien en dat er ook meer mensen zullen gaan varen. Dus zal ook de behoefte groeien aan goede voorzieningen voor de toervaart. Ongetwijfeld zal er via de nieuwe vaarverbindingen druk gependeld gaan worden tussen het zeilmeer Langebosch en het Zuidlaardermeer. Horecaondernemers zullen daarop inspelen en onderweg aan de oever de mogelijkheid bieden voor een kopje koffie of iets anders. De economische betekenis van de recreatietoervaart gaat dus verder dan de sector van de waterrecreatie. Zowel activiteiten van bewoners als van diverse bedrijfstakken zullen direct of indirect worden gestimuleerd. Denk aan omwonenden en recreanten die de verhuurmogelijkheden van de kleine watersport benutten. Denk aan bedrijven voor reparatie, onderhoud en de horeca. Met behulp van ervaringscijfers uit de regio kunnen de directe economische effecten worden ingeschat. Het gaat hierbij vooral om de groei van bestedingen door (vaar)toeristen, als de nieuwe vaarverbindingen er eenmaal zijn. Deze extra bestedingen zullen 12
Van Turfvaart naar Toervaart
naar verwachting ongeveer 1,9 miljoen euro per jaar bedragen. Rekening houdend met de extra bestedingen buiten de sector, zal dit bedrag oplopen tot 2,2 miljoen euro per jaar. Dit levert naar verwachting 84 extra arbeidsplaatsen op; hierbij is rekening gehouden met het uitstralingseffect op andere sectoren. De aanleg van de vaarverbindingen zelf brengt een tijdelijke werkgelegenheid met zich mee van ongeveer 245 mensjaren. Verder is er nog sprake van zogenoemde uitgelokte investeringen van bedrijven. Voor de termijn van vijf tot tien jaar zijn die geschat op 5 tot 7 miljoen euro.
vaarwater als dynamisch element in de woon- en leefomgeving
Effecten op de leefbaarheid van de woonomgeving zijn moeilijker zichtbaar te maken. Toch zijn ze er. Denk aan de instandhouding van winkels, werkgelegenheid en recreatie in de veenkoloniale linten. Denk aan de vergroting van de leefbaarheid, door een aantrekkelijker woonen werkklimaat. Verder zijn er effecten te verwachten op de waarde van onroerend goed. Water in de omgeving van de woning wordt steeds meer gewaardeerd. Inpassing in de natuurlijke omgeving Tot de nieuwe vaarroutes behoort een verbinding met het Zuidlaardermeer. Daar worden over een beperkte lengte de natuurgebieden aan de oevers van het meer doorkruist. Grote delen van het Zuidlaardermeer en de oevers horen tot de Ecologische Hoofdstructuur. Dit is het landelijke netwerk van routes waarlangs allerlei dieren van natuurgebied naar natuurgebied kunnen trekken. Ook is het Zuidlaardermeergebied een zogenaamd Vogelrichtlijngebied. Daarnaast is het een watergebied van internationale betekenis en is het gebied aangemeld voor de Habitatrichtlijn. Dit alles betekent, dat gedeelten van het gebied erg belangrijk zijn voor trekvogels, broedvogels en overwinteraars. Verder zijn de moerassige oeverlanden erg waardevol; in de aangrenzende schraallanden komen zeldzame planten voor. De nieuwe verbinding met het Zuidlaardermeer raakt de beschermde gebieden alleen aan de oostzijde, waar de vaarverbinding aansluit op het meer. Hier ligt onder andere het natuur- en recreatiegebied Wolfsbarge. De vaarroute volgt hier de bestaande Leinewijk, zodat er bijna geen verdere ingrepen nodig zijn. Door de nieuwe vaarverbinding zal verder het vaarpatroon op het meer zich wijzigen. Moeilijk is te zeggen wat hiervan de effecten zullen zijn. Denkbaar is zelfs dat het rustiger wordt op het meer, omdat het rondvaargedrag afneemt. s Nachts is de rust al zoveel mogelijk gewaarborgd; voor grote delen van het meer is aanleggen dan verbo13
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
den. Voor de rest lopen de vaarroutes door grootschalig landbouwgebied met beperkte natuurwaarden. De plannen voor de nieuwe vaarverbinding met het Zuidlaardermeer zijn in 2002 getoetst aan de Habitat- en Vogelrichtlijn. De toetsing geeft enige beperking aan voor de ontwikkeling van oevervegetatie, als de recreatiedruk toeneemt. Hinder voor trekvogels zal meevallen; in de trekperiode is er in principe geen brugbediening. Verstoring van broedvogels moet verder worden vermeden. Beperkingen in het leefgebied van de otter kan op andere plekken weer worden opgevangen. Positieve natuureffecten zijn er ook; hier en daar zullen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Vooral de visstand zal hiervan profiteren. Ook wordt door de nieuwe vaarroutes het leefgebied van vissen vergroot, zodat ze meer mogelijkheden hebben voor natuurlijk trekgedrag.
14
Van Turfvaart naar Toervaart
Meer informatie?
Natuurlijk valt er over dit project veel meer te vertellen. Dat is ook gebeurd, in het volledige plan voor de vaarverbindingen tussen het Zuidlaardermeer en Oost-Groningen. Dit plan is in rapportvorm verschenen onder de titel Van Turfvaart naar Toervaart. Het rapport is in een kleine oplage verspreid onder de betrokken partijen. De brochure die u nu gelezen hebt, is een verkorte uitgave van dit plan. Het hoort als samenvatting bij het plan, maar wordt ook los verspreid. Het plan en deze samenvatting zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de gezamenlijke initiatiefnemers en projectpartners:
Provincie Groningen Provincie Drenthe Waterschap Hunze en Aas Gemeente Hoogezand-Sappemeer Gemeente Aa en Hunze Gemeente Veendam.
De contactpersoon die namens de initiatiefnemers meer informatie kan geven over het project, is de heer W. Brandsma van de provincie Groningen, tel. (050) 316 40 56. Per e-mail is hij bereikbaar via
[email protected] . Ook kunnen belangstellenden hun vragen over dit project kwijt bij de eigen gemeente, de provincie Drenthe of Waterschap Hunze en Aas. Contactpersonen hiervoor zijn:
Provincie Drenthe: de heer R. van de Poel, tel. (0592) 36 57 03. Waterschap Hunze en Aas: de heer J. van der Laan, tel. (0598) 69 38 00. Gemeente Hoogezand-Sappemeer: de heer K.J. Ploegman, tel. (0598) 37 38 60. Gemeente Aa en Hunze: de heer P. van der Veen, tel. (0592) 26 77 57. Gemeente Veendam: de heer H. van Minnen, tel. (0598) 65 24 05.
15
Vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen
16