Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 27 maart 2012 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens. Aanwezige raadsleden: de heer M.A. Buikema de heer H. Gesink de heer S.M. Hielema de heer R.A. Kruijer mevrouw M.K. Leffers-Koning de heer J. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen de heer R.A. Veenwijk de heer J.P. van der Vis mevrouw J.H. Vogel de heer R. Vogel de heer T.M. de Vries mevrouw A.A. Waal-van Seijen de heer F.P. van der Zee
Afwezig raadslid: de heer V. van der Veen Voorzitter:
de heer F.H. Wiersma
Griffier:
mevrouw A. Penninga-Huisman
- tevens burgemeester
Aanwezige leden burgemeester en wethouders: de heer K.P. Berghuis de heer H.W. van Gelder mevrouw L.H. Veldhuis de heer H.E. Waalkens
- wethouder - wethouder - gemeentesecretaris - wethouder
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom en constateert dat de agenda wordt vastgesteld. 2. Spreekrecht voor het publiek. Naar aanleiding van agendapunt 7 maakt de heer J. Poelma namens de Lokale Leergeldstichting Groningen gebruik van het spreekrecht. Zijn stichting komt op voor de belangen van 4 tot 18 jarigen uit gezinnen met een smalle beurs. Middels het spreekrecht wil hij de bekendheid van genoemde stichting en haar doelstellingen vergroten. Hij denkt dat de Stichting Leergeld in staat is uitvoering te geven aan de verordening die wordt ingesteld en steunt dan ook het collegevoorstel. Spreker gaat vervolgens over tot het geven van nadere uitleg over de wijze waarop zij wenst te gaan functioneren en haar dienstenverlening opzet. Er kan daarbij een beroep worden op een landelijk bureau en wordt in haar activiteiten financieel gesteund door de provincie Groningen. De stichting werft bij voorkeur vrijwilligers binnen de gemeentegrenzen. Een onderzoek heeft uitgewezen dat 1
één euro verstrekt aan de stichting voor de samenleving tussen 4,6 en 6,3 euro oplevert. Er zijn 74 lokale leergeldstichtingen actief en 184 gemeenten zijn er lid van. Al met al beveelt hij de stichting van harte aan. 3. Aanwijzen van de primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot aanwijzing van een primus. Daartoe wordt getrokken nummer 10, de heer De Vries. 4. Vaststelling notulen van raadsvergaderingen en lijst van toezeggingen. Notulen 21 februari 2012 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Lijst van toezeggingen Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. 5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten. 6. Onderwijshuisvestingsprogramma 2012 Opiniërende bespreking: De heer De Vries steunt het collegevoorstel. Nu de MFA niet doorgaat kan geconstateert worden dat er een onderhoudsachterstand is bij de scholen en hij is er benieuwd naar of er inzicht is over de omvang. De heer Van der Vis is niet gelukkig met dit voorstel. Met het MFA-plan is rond een miljoen euro verspild en door het uitstel van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) tot 2013 komt de gemeente nodeloos te staan voor extra kosten. Op zichzelf genomen heeft hij er geen bezwaar tegen dat de voorliggende situatie wordt aangepakt. Is er al inzicht in de kosten die moeten worden gemaakt bij andere scholen. De heer Gesink maakt van dit voorstel geen punt maar wil graag opheldering over de plaats in de begroting van het frictiebudget waaruit de met het voorstel gemoeide uitgaven worden bekostigd. De heer Waalkens merkt op dat de MFA niet is afgeblazen en het college beraadt zich op de onderwijssituatie in haar volle omvang. In het IHP komt de omvang van de investeringen waarmee het onderwijs in alle opzichten op peil gebracht kan worden. Met het bestuur van de Handpalm-school is overeenstemming bereikt over de aanpak van de problemen in en buiten het schoolgebouw. Onderhoudsachterstanden bij andere scholen zijn niet uitgesloten maar ze zijn niet onoverkomelijk. Bij de opstelling van het IHP wordt aansluiting gezocht bij het woon- en leefbaarheidsplan met het oog op de verwachte demografische ontwikkelingen. Hij is het met de heer Van der Vis eens dat een en ander lang op zich laat wachten. Alle onderwijskoepels worden bij de opstelling van het IHP betrokken. Toen het MFA-plan ontstond werd er vanuit gegaan dat niet zou worden geïnvesteerd in de bestaande gebouwen maar onder het noemer van frictiekosten, werd naast het reguliere onderhoudsbudget, extra geld gereserveerd voor extra kosten die zouden ontstaan. Er bestaat cynisme vanwege de langdurige onzekerheid en hij hoopt dat in de loop van het jaar in het IHP de nodige duidelijkheid ontstaat. De heer De Vries concludeert dat volgens hem het MFA van de baan is en dat de onderhoudsachterstanden binnen de perken zijn gebleven. De heer Van der Vis denkt ook dat het MFA van de baan is en het IHP daar voor in de plaats komt en dringt er op aan om in dezen reële termijnen te hanteren. De heer Waalkens legt uit dat voor 1 februari door de scholen wensen kenbaar gemaakt moeten worden en zo nodig moeten er dan keuzes worden gemaakt. Het is jammer dat een en ander zo lang duurt maar het heeft de voorkeur dat het IHP up to date is. De heer Roffel vraagt of het juist is dat de MFA over en uit is. De heer Waalkens merkt op dat er nog een bedrag voor is gereserveerd in de algemene reserve maar in haar oorspronkelijke vorm is de MFA van de baan. Het onderwijssituatie in Leens en de omliggende dorpen gaat deel uitmaken van het IHP. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 7. Verordening Participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand (Wwb) 2012. 2
opiniërende bespreking: De heer Schouten van Schagen is tegen dit voorstel omdat gemeenten langs een omweg door het rijk worden verplicht deze verordening in het leven te roepen. Spreker is er wel voor dat kinderen uit kansarme gezinnen aan het maatschappelijk leven kunnen deelnemen maar mag dit zijns inziens niet lopen via de individuele bijzondere bijstand. Het is beter de activiteiten te continueren op de wijze zoals die al zijn ingezet. Deze verplichting staat echter haaks op de autonomie zoals die in de Gemeentewet is geregeld. De gemeente moet meer activiteit aan de dag leggen om de betreffende categorie mensen op te sporen en te helpen. Formulieren moeten eenvoudig zijn in te vullen en niet alleen bijstandsgerechtigden maar door koppeling van bestanden moet iedereen die een laag inkomen heeft actief worden benaderd. Zo zou de persoonlijke situatie van klanten van de Voedselbank tegen het licht gehouden moeten worden. Mevrouw Vogel onderschrijft de uitgangspunten van dit collegevoorstel. Met inzet van de Stichting Leergeld kan actief bezig gegaan worden met het opsporen van deze kinderen. De heer Gesink vindt niet dat kinderen er de dupe van mogen worden dat ouders over weinig geld beschikken en daarom is hij het eens met de komst van deze regeling. Het is de vraag af of het gemeentehuis laagdrempelig genoeg is om kinderen die daarvoor in aanmerking komen te kunnen bereiken. De heer Waalkens legt uit dat de gemeente verplicht is het rijksbeleid uit te voeren. Deze verordening wordt in de BMW-gemeenten ingevoerd maar moet door de afzonderlijke raden worden vastgesteld. Rechthebbenden moeten actief worden opgespoord en daarbij kan gebruik gemaakt worden van informatie van de Voedselbank. Er kan ook gebruik gemaakt worden van de inzet van de Stichting Leergeld. Het is begrijpelijk dat mensen de nodige schroom hebben om voor hun kinderen een beroep te doen op deze voorziening en de Stichting Leergeld kan daarbij behulpzaam zijn. De heer Schouten van Schagen vindt dat met de stichting nader moet worden overlegd omdat gemeenten verantwoordelijk zijn voor zorgverlening aan haar inwoners en hij wil benadrukken dat we niet terug moeten vallen op een vorm van bedeling. Het risico zit er in als we niet besluiten tot deze regeling dat we dan een deel van het rijksgeld kwijtraken en is er benieuwd naar of het hier gaat om geoormerkt geld. Het betoog van de wethouder wil hij ondersteunen met de indiening van de volgende motie: De gemeenteraad in vergadering bijeen draagt het college op: Overwegende: Dat de uitvoering van de motie Blanksma/Spekman gunstig is voor mensen met een laag inkomen zal zijn. Dat een extra inspanning nodig zal zijn voor de uitvoering van deze verordening – ook al omdat bij nalatigheid van de gemeente nadelige financiële gevolgen heeft. Verzoekt het college: Dat de gemeente nog actiever de rechthebbenden gaat opsporen, dit zou kunnen door bijvoorbeeld met intensievere voorlichting en een inkomstenspreekuur. Te bekijken of de bestaande formulieren eenvoudiger kunnen en breed beschikbaarder, zodat deze makkelijker – en dus door meer mensen (niet alleen bijstandsgerechtigden maar ook mensen met een heel laag inkomen) – kunnen worden ingevuld. De dienstverlening en voorlichting via internet uit te breiden Nog dit jaar aan iedere klant van de voedselbank het aanbod te doen om samen de persoonlijke situatie door te nemen en te kijken waar de mogelijkheden liggen. Bovenstaande zal resulteren in het niet gekort worden op deze gelden vanuit Den Haag. En gaat over tot de orde van de dag. De heer Waalkens vindt dat met het voorstel om de betreffende verordening vast te stellen het college toont dat ze zich actief wil inzetten. De mogelijkheid is daarin aanwezig om gebruik te maken van private organisaties voor het opsporen van rechthebbenden. De mogelijkheid om aan te sluiten bij de dienstverlening van de Voedselbank zal in relatie worden gebracht met het samenwerkingsgebied van de BMW-gemeenten en worden onderzocht. Al met al steunt het college deze motie niet. De heer Roffel vindt het vreemd dat het college reageert op een motie nog voordat de raad daarop is ingegaan. Mevrouw Vogel is het eens met de reactie van de heer Waalkens op deze motie. De heer Gesink vindt het vreemd dat GroenLinks enerzijds verklaart tegen dit voorstel te zijn en anderzijds overgaat tot het indienen van deze motie. 3
De heer Schouten van Schagen wil het gestelde door de heer Waalkens ondersteunen en hij heeft deze motie ingediend om er uiting van te geven dat een en ander zo wordt uitgevoerd. In principe is hij tegen de gevolgde procedure dat de vaststelling van deze verordening wordt opgelegd door het rijk. Deze motie dient hij in om te accentueren dat de gemeente gekort gaat worden als zij niet de nodige inzet levert. De heer Buikema leidt uit het verloop van de discussie af dat de heer Schouten van Schagen de motie beter kan intrekken omdat zij overbodig is. De heer Van der Vis vindt gelet op de toezegging van de heer Waalkens dat deze motie overbodig is. In welk stadium bevindt zich de procedure dat de Stichting Leergeld wordt ingezet. Is het rijksbijdrage die beschikbaar komt al of niet geoormerkt geld. De heer Schouten van Schagen is tevreden met de toezegging die de heer Waalkens deed en trekt vervolgens de motie weer in. De heer Waalkens wil er voor zorgen dat de middelen van het rijk die hiervoor vrijkomen op de juiste plek komen. Of het hier om geoormerkt geld gaat zal hij nagaan. De Stichting Leergeld wordt door de provincie gesubsidieerd onder de voorwaarde dat zij een systeem hanteert die de hele provincie dekt. Er hoeft geen afzonderlijke stichting te worden gevormd maar we kunnen meeliften op de al bestaande organisatie. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 8. Vestigen alleenrecht sociale werkvoorzieningsschap 2012. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis vraagt wat de gevolgen zijn van dit voorstel voor het schoonmaakpersoneel. Als er momenteel groenonderhoud wordt uitbesteed wat zijn de gevolgen van deze uitbesteding voor de betrokken bedrijven. De heer Schouten van Schagen sluit zich hierbij aan. Gaat de gemeente na afloop van de lopende contracten medewerkers in de schoonmaak en de groenvoorziening ontslaan. De kans zit er dan in dat de betrokkenen toch op het zere been van de gemeente komen doordat ze zo in de bijstand belanden. Mevrouw Vogel vindt dat dit voorstel een positief effect heeft voor Ability en ze verbaast zich enigszins over de opmerking van de heer Schouten van Schagen. De heer Vogel concludeert dat met dit voorstel een dubbelslag gemaakt kan worden. Door het wegzetten van werk naar Ability kan daar een nadelig saldo worden voorkomen en stemt met dit voorstel in. Is de gemeente verplicht om alle groenwerkzaamheden weg te zetten bij Ability of kan desgewenst ook gebruik gemaakt worden van de inzet van andere bedrijven. Heeft de gemeente invloed op de prijzen van Ability en zijn deze marktconform. De heer Berghuis legt uit dat het bestaande schoonmaakcontract afgelopen jaar afliep maar is verlengd tot 1 januari 2013. Als we het alleenrecht niet vestigen dan moet er een aanbesteding komen. De raad heeft het college opgedragen werk weg te zetten bij Ability en dit werk komt daarvoor in aanmerking. Als de prijzen niet marktconform zijn dan wordt niet in zee gegaan met Ability. De huidige schoonmaaksters zijn op de hoogte van de situatie en met Ability wordt overlegd of een aantal van hen door haar in dienst genomen kunnen worden. De heer Van der Vis merkt op dat het in deze branche gebruikelijk is dat schoonmaakpersoneel van het oude bedrijf overgaat naar het nieuwe. De heer Berghuis antwoordt dat dit hier niet het geval is omdat er niet wordt aanbesteed maar er een alleenrecht wordt gevestigd. Als Ability niet komt met marktconforme prijzen dan wordt deze regeling weer ingetrokken en zal er alsnog worden aanbesteed. De heer Kruijer merkt op dat marktconforme prijsstellingen voor schoonmaak soms leiden tot asociale tarieven. Hij pleit er voor dat de gemeente er op toeziet dat dit hier niet gebeurt. De heer Buikema vindt enerzijds dat hierdoor voor een categorie mensen bepaalde mogelijkheden ontstaan maar de keerzijde is dat regels voor het vestigen van een alleenrecht nog veel strenger zijn als voor een Europese aanbesteding. De heer Berghuis zegt dat het niet de bedoeling is om meer groenonderhoud uit te besteden aan Ability dan nu gebeurt. Het ligt niet in de bedoeling om in de bestaande structuur van uitbesteding van groenonderhoud wijzigingen door te voeren. Alleen het maaien van grote oppervlakten gaat wellicht over naar Ability. De heer Schouten van Schagen vindt dat het in het vrije marktverkeer verkeerd is om een alleenrecht te vestigen maar kan zich de argumenten om het toch te doen voorstellen omdat langs die weg het werk bij Ability veilig gesteld kan worden. De bezuinigingen op de sociale werkplaatsen gaan gewoon door en de regering heeft als 4
doel dat daar 70 % van de arbeidsplaatsen verdwijnt. Uiteindelijk zal Ability toch mensen moeten ontslaan en zal de gemeente een bemiddelende rol moeten spelen om mensen toe te leiden naar regulier werk. Het invoeren van het alleenrecht heeft een stigmatiserende uitwerking op de maatschappij. Omdat de betrokkenen niet beschouwd kunnen worden als volwaardige werknemers hebben ze bescherming nodig. De gemeente moet daarbij een actieve rol spelen en bij aanbestedingen de verplichting opleggen om mensen afkomstig van Ability in dienst te nemen. De meerkosten die hierdoor ontstaan kunnen door die bedrijven worden meegenomen in de offerte. Wellicht zijn er nog andere mogelijkheden om de belangen van werknemers van Ability te steunen. De heer Buikema denkt dat ook het verplicht moeten aannemen van mensen van Ability een stigmatiserende uitwerking heeft. De heer Schouten van Schagen denkt dat dit niet het geval is. We zitten met een regering die er naar streeft dat 70 % van de werknemers van Ability vertrekt. De heer Van der Vis stelt dat het aantal werknemers van Ability wordt afgebouwd en er minder mensen worden aangenomen. Volgens hem begrijpt de heer Schouten van Schagen de situatie bij Ability niet want er wordt daar de komende tijd niemand ontslagen. De voorzitter onderbreekt de discussie tussen de heren Schouten van Schagen en Van der Vis omdat dit voorbijgaat aan dit collegevoorstel. De heer Berghuis zegt dat er naar wordt gestreefd om werk weg te zetten naar Ability en wil het daar bij laten. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten waarbij geacht wordt dat de heer Schouten van Schagen heeft tegengestemd 9. Verordening tot wijziging van de bouwverordening. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen enz. Geen van leden doet verslag van een bijgewoonde vergadering. 11. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en daarna wordt de beantwoording weergegeven). Vraag van de fractie van GroenLinks (de heer Schouten van Schagen) In het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten staat dat gemeenten er voor kunnen kiezen om wel of niet een PGB-regeling in te stellen (kanbepaling), nu zijn gemeenten dat vanuit de Wmo verplicht. Die verplichting om ook een PGB aan te bieden zal vervallen. Er is ongerustheid ontstaan bij mensen die in een woon en zorg situatie afhankelijk zijn van een PGB Budget en verkeren in onzekerheid. Wij vragen of de gemeente niet afwacht tot de wet voor overheveling van begeleiding behandeld wordt. Daarom kaarten we dit nu aan en kan dit in de Wmo-verordening meegenomen worden zodat het geregeld is voor de overheveling. Motivatie: Wij zouden graag zien, wanneer de gemeente iemand een aanbod voor Wmo-zorg doet en mensen dus een indicatie hebben voor zorg, deze persoon dan ook de keuze heeft om die zorg zelf middels een PGB in te richten. Het gaat hier dus om zorg waar iemand op grond van de gemeentelijke Wmo-verordening een aanbod voor krijgt. Deze rondvraag geldt dus niet specifiek voor de groep die door landelijke PGBmaatregelen geen recht meer hebben op een PGB voor AWBZ-zorg of daar nog over in onzekerheid zitten. Al zal het duidelijk zijn, dat GroenLinks ook voor deze groep het PGB willen behouden. Wij vragen of de gemeente zal bekijken dat zij ervoor kiest om ook voor deze groep middelen vrij te maken om hun zorg en hun PGB te garanderen. Nadere informatie Wat houden de plannen van het kabinet m.b.t. de overheveling van begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo in? 5
Extramurale begeleiding wordt vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo. Het gaat om zorg voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke handicap, mensen met een psychiatrische stoornis en ouderen met een problematiek met een psychogeriatrische grondslag (bijvoorbeeld dementie). Het gaat om zorg die buiten de instelling (dus vaak bij mensen thuis of in een woongroep) wordt gegeven, begeleiding bij bijvoorbeeld eten of administratie, maar ook groepsbegeleiding als dagopvang of een logeeradres (kortdurend verblijf). Het is de bedoeling dat na behandeling in de Kamer de gemeentes minimaal een jaar krijgen voor de voorbereiding, maar vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat 2013 een overgangsjaar is, waarin nieuwe cliënten of cliënten met een herindicatie onder de Wmo komen te vallen. In 2014 moet dan ook de zorg voor de “oude” cliënten overgeheveld zijn. Vraagt het college voor deze zorg een PGB-regeling te ontwikkelen zodat de ongerustheid en zorgen die mensen hebben die afhankelijk zijn van zorg weggenomen kan worden. Dat middels het PGB voor begeleiding mensen in staat worden gesteld om te werken, thuis te kunnen blijven wonen of zelf voor hun kind te zorgen. Dat het kabinet voornemens is vanaf 1 januari 2013 de functie begeleiding over te hevelen vanuit de AWBZ naar de Wmo. Dat dit de zorg betreft voor mensen met een zeer diverse zorgvraag en dat deze mensen zoveel mogelijk eigen regie moeten kunnen voeren om zelf te kunnen beslissen over hoe die zorg wordt ingericht. De heer Waalkens deelt mee dat deze gemeente in verhouding tot andere gemeenten meer mensen telt die een PGB hebben. Als onderdeel in de samenwerking van de BMWE-gemeenten zal dat dus consequenties hebben. Voor nieuwe gevallen die vallen onder de PGB wordt met zorgaanbieders gezocht naar oplossingen. Momenteel is het college bezig met de inrichting van de organisatie. De problemen die worden aangestipt in deze vraagstelling worden bekeken. Er wordt naar gestreefd om de beschikbare middelen zo eerlijk mogelijk te verdelen. Er komt een projectleider die vast te stellen regelingen/verordeningen en financiering van dit project op orde zal brengen. Het zelf kunnen organiseren van de zorgverlening blijft de nodige aandacht houden ook omdat we het wel met elkaar moeten betalen. Het college is er verdrietig om dat aan het zelfstandig kunnen regelen van de zorgverlening een eind komt maar hij ziet het als een uitdaging om gezamenlijk met de zorgaanbieders dit probleem ter hand te nemen. De heer Schouten van Schagen concludeert dat de onderwerpelijke kwestie de nodige aandacht heeft. Vraag van de fractie van ChristenUnie In januari 2011 hebben wij als fractie vragen gesteld over het trottoir aan de Leensterweg in Ulrum. Aan de zuidzijde van de Leensterweg ontbreekt een stuk trottoir waardoor voetgangers de Leensterweg moeten oversteken indien zij over het trottoir en niet over de rijbaan verder willen lopen. De wethouder vond dit zelf ook een niet wenselijke situatie en heeft toegezegd dit te gaan bekijken om naar een oplossing te zoeken. Ook de vereniging Dorpsbelangen Ulrum heeft zich er mee bemoeid. Nu blijkt dat in d’ Olrommer van februari 2012 een artikeltje is opgenomen waarin wordt vermeld dat het doortrekken van het trottoir niet doorgaat omdat een tweetal aangrenzende bewoners, waar de gemeente grond van moet kopen om het trottoir door te laten lopen, de grond niet willen verkopen. Vragen: Klopt het artikeltje in d’ Olrommer. Zo ja, zijn er dan nog andere mogelijkheden b.v. parkeervakken te gebruiken voor het trottoir. Zo nee, wat is de stand van zaken. Waarom wordt de raad of de vragenstellers daar niet over geïnformeerd. De heer Berghuis antwoordt dat het artikel in d’ Olrommer klopt. De situatie zoals die nu is blijft in stand omdat er geen andere mogelijkheden voor zijn. Als later toch de benodigde grond kan worden aangekocht dan zal daartoe worden overgegaan. Voor het feit dat de vragenstellers niet zijn geïnformeerd excuseert hij zich. De heer De Vries vindt dat ter plaatse met het oog op de verkeersveiligheid dit een rare situatie is. Volgens hem kunnen de twee resterende parkeervakken net zo goed weg zodat het voetpad kan worden doorgetrokken. Er hoeft dan geen grond te worden aangekocht. 6
De heer Berghuis antwoordt dat dan een herstructurering moet plaatsvinden die veel geld gaat kosten. Het is beter dat eerst in gesprek wordt gegaan met de bewoners. 12. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 21.10 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2012.
, voorzitter.
, griffier.
7