EIGEN WERK
AAN:
WEBSITE WWW.INTERVENTIESNAARWERK.NL
EIGEN WERK Beschrijving van de interventie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
[01-05-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie ....................................................................................................... 3 1.1 Kernachtige omschrijving........................................................................................................ 3 1.2 Doel van de interventie ............................................................................................................ 3 1.3 Doelgroep van de interventie................................................................................................... 3 1.4 Omschrijving van de interventie.............................................................................................. 4 1.4.1 Methodiek ........................................................................................................................ 4 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse..................................................................... 8 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak ......................................................... 9 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ...................................................................... 10 1.5 Beschrijving onderzoek effectiviteit ...................................................................................... 11 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit .......................................................... 14 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing .................................................................................. 16 1.8 Overige informatie................................................................................................................. 16
2
1
Beschrijving van de interventie
1.1
Kernachtige omschrijving -
1.2
Eigen Werk richt zich op het begeleiden naar zelfstandig ondernemerschap van oudere werkzoekenden uit de SUWI-keten door ondermeer het (groepsgewijs) aanleren van ondernemersvaardigheden. Sinds 1 september 2009 is de doelgroep verruimd met personen die nog een baan hebben maar (vanwege de crisis) met ontslag worden bedreigd. Voor deze laatste groep geldt geen minimum leeftijd.
Doel van de interventie -
Eigen Werk is een project van de Amsterdamse ketenpartners DWI, UWV en UWV WERKbedrijf.
-
Eigen Werk biedt oudere werkzoekenden de kans en de benodigde begeleiding om een eigen bedrijf te starten. Gebleken is dat de arbeidsmarktkansen voor oudere werkzoekenden geringer zijn dan de kansen voor jongeren. Door het zelfstandig ondernemerschap onder ouderen te stimuleren worden de kandidaten minder afhankelijk van vacatures en werkgevers en kunnen zij met de verworven kennis en ervaring toch zelfstandig in het bestaan voorzien.
-
Eigen Werk heeft als ambitie om in 2008 minimaal 300 kandidaten van 40 jaar of ouder in traject te nemen en 70% van hen binnen een jaar positief te laten uitstromen. Onder positieve uitstroom wordt gerekend: - WW startfase; - bescheiden schaalregeling; - volledig uitgestroomd; - loondienst.
-
Het uiteindelijke doel is om tussen de 60% – 70% van de kandidaten volledig te laten uitstromen.
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? - Werkzoekende 40-plussers die zelfstandig ondernemer willen worden. 3
-
Ook werkzoekenden die geen uitkering hebben, de zogenaamde niet-uitkeringsgerechtigden, kunnen hier aan deelnemen, mits ze bij het UWV WERKbedrijf als werkzoekende ingeschreven staan.
-
Sinds 1 september 2009 is de doelgroep verruimd met personen die nog een baan hebben maar (vanwege de crisis) met ontslag worden bedreigd. Voor deze laatste groep geldt geen minimum leeftijd.
-
Het probleem is dat deze doelgroep moeilijk aan het werk komt. De uitstroomkans voor met name 45-plussers is bijzonder laag. Er zijn ook weinig trajecten voor deze groep.
Prevalentie - Meer dan de helft van de niet werkende werkzoekenden (nww) in Nederland is 45 jaar of ouder. In januari 2008 waren 238.610 werkzoekenden 45 jaar of ouder (Bron: UWV WERKbedrijf). Van de werkzoekenden die in Amsterdam een uitkering van de gemeente krijgen, zijn er 25.000 tussen de 45 en 65 jaar. Contra-indicatiecriteria Binnen Eigen Werk worden onder meer de volgende contra-indicatiecriteria benoemd; de deelnemer… - wil diensten aan gaan bieden of producten op de markt brengen waar geen of onvoldoende vraag naar is; - is onvoldoende professioneel qua kennis of werkervaring en/of heeft geen realistische kijk op eigen vaardigheden en mogelijkheden; - is minder dan 20 - 32 uur per week beschikbaar; - beheerst de Nederlandse taal onvoldoende (minimaal NT3); - heeft onoverkomelijke fysieke en/of psychische problemen die zelfstandig ondernemerschap in de gekozen beroepssoort belemmeren; - heeft problematische schulden; mensen met problematische schulden hebben bij leveranciers vaak een stigma hetgeen het lastig maakt een eigen onderneming te beginnen. Veel nietwesterse allochtonen hebben een relatief grote kapitaalbehoefte (bijvoorbeeld voor het starten van een eigen restaurant), hetgeen de kans van slagen ook geringer maakt. - heeft zorgtaken die deelname belemmeren. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Selectie, intake en diagnostiek (ook wel fase 1) 4
-
Via voorlichtingsbijeenkomsten, een dvd, de website en brochures wordt reclame gemaakt voor Eigen Werk. Ketenpartners, maar ook andere organisaties, kunnen deelnemers aanmelden. Via een Vaardighedenchecklist kunnen zij beoordelen of kandidaten beschikken over de benodigde vaardigheden en motivatie om mee te kunnen doen aan het project. Deze checklist is te vinden op de website van Eigen Werk: www.projecteigenwerk.nl
-
Voorwaarden voor deelname zijn; de kandidaat… - is (circa) 40 jaar of ouder; - weet dat hij/zij wil gaan ondernemen; - weet wat hij/zij wil gaan ondernemen; - heeft een uitkering (WWB, WW, WAO, WIA) of een WWB-gesubsidieerde baan; dan wel staat ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf als werkzoekende en heeft geen uitkering of baan (nug); - woont in de eigen gemeente als de kandidaat een WWB-uitkering heeft; - opteert voor zzp (zelfstandigen zonder personeel) of éénmanszaak. Verder moet er geen sprake zijn van een van de contra-indicatiecriteria, zoals beschreven in paragraaf 1.3
-
Als op basis van de Vaardighedenchecklist wordt besloten kandidaten aan te melden, worden zij door het project uitgenodigd voor de maandelijkse Informatiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst krijgen zij een voorlichtingsfilm te zien, een presentatie van een eerdere deelnemer en van gastsprekers als KvK, FNV zelfstandigen en krijgen de kandidaten uitleg over de regelgeving rond ondernemen met een uitkering.
-
Indien kandidaten vervolgens besluiten deel te willen nemen, vindt er een Intakegesprek met een van de adviseurs van Eigen Werk plaats, waarin wordt ingegaan op de motieven van de kandidaat. Vervolgens wordt de kandidaat gevraagd een miniondernemingsplan op te stellen en een interactieve Ondernemersvaardighedentest af te leggen. Op basis van een vervolggesprek bepaalt de adviseur van Eigen Werk of een kandidaat wordt toegelaten of niet. De adviseur koppelt dit terug aan de toeleider bij één van de ketenpartners.
-
Als een kandidaat wordt toegelaten neemt het project de begeleiding van de klant over. Elke cliënt krijgt één vaste begeleider (een van de adviseurs van Eigen Werk) voor het gehele traject. Indien van toepassing ontvangen deelnemers vrijstelling van de sollicitatieplicht. De adviseur regelt indien nodig flankerende voorzieningen voor de deelnemer.
Uitvoering & activiteiten Fase 1: 0-3 maanden: een professioneel ondernemingsplan maken In het project worden de eerste drie maanden gebruikt om een concept ondernemingsplan op te stellen. -
De kandidaten komen eenmaal per week bij elkaar waarbij de groep (ongeveer 20 kandidaten) een programma volgt in de vorm van workshops en trainingen. Daar waar nodig of gewenst worden de workshops/trainingen verzorgd door externen zoals de Kamer van Koophandel.
-
Workshops/trainingen in de eerste fase behandelen onderwerpen zoals: 1. Wat is ondernemen? 2. Welke identiteit kies je als ondernemer en waarom? 3. Je ondernemersplan als “kompas” 4. Unique selling points, welke zijn/worden de mijne?
5
5. 6. 7. 8. 9.
Financiën Marketing Acquisitie Effectief communiceren Wet en regelgeving (o.a. Var-verklaringen, verzekeringen, vestigingseisen, Bbz (Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen), startende ondernemers in relatie tot WW etc.) 10. Belastingen -
Daarnaast wordt de groep onderverdeeld in drie kleinere netwerkgroepen van ongeveer 6 á 7 personen. Doel van deze netwerkgroepen is reflectie op elkaars plannen en op de uitvoering van deze plannen. Stimuleer en leer van elkaar. Zo wordt ook een netwerk gecreëerd van kandidaten die elkaar ondersteunen en/of samenwerking aangaan. Iedere netwerkgroep heeft een eigen coach (adviseur) die de groep voorziet van (huiswerk)opdrachten (zoals leer als ondernemer denken, presenteer je in 2 minuten, benoem je Unique Selling Points) en tevens dient als klankbord.
-
Voor iedere deelnemer fungeert deze adviseur tevens als individuele coach en worden er frequente coachingsgesprekken gehouden (eenmaal per vier weken) met als doel progressie in de voorbereiding van de onderneming te bewerkstelligen en te bewaken.
-
Ook ontvangt iedere deelnemer vier kennisvouchers. Deze vouchers kan de deelnemer inwisselen worden bij een externe consultant voor advies en informatie m.b.t. het concept ondernemingsplan. Iedere voucher vertegenwoordigt één adviesuur.
-
Go / No Go. Aan het eind van de periode moet het concept ondernemingsplan gereed zijn. Het plan wordt getoetst door de projectadviseur op grond van de volgende criteria: - Is het plan volledig en consistent? - Vertegenwoordigt het plan de identiteit van de ondernemer en de te starten onderneming? - Biedt het plan voldoende houvast voor het doorgaan met de onderneming en het verwerven van opdrachten in de tweede fase? Bij twijfel over bovenstaande bestaat de mogelijkheid om door een extern consultancy bureau een quickscan te laten uitvoeren.
-
Deelnemers die uitvallen in of na deze fase worden weer opgepakt door de reguliere casemanager.
Fase 2: 3-6 maanden: proefdraaien met de onderneming Indien de deelnemer er in slaagt om een goed plan te ontwikkelen wordt bezien of voor het plan financiering (starterskrediet) nodig is. Als dat het geval is wordt door één van de twee geselecteerde adviesorganisaties – het bedrijf dat de deelnemer niet eerder heeft begeleid - een MKB-toets uitgevoerd. Deze MKB-toets heeft als doel de kans op een eventuele afwijzing van een Bbz-aanvraag voor een WWB- of WW-gerechtigde te verkleinen. Voor WAO-gerechtigden geldt dat een arbeidsdeskundige de kredietaanvraag beoordeelt en dat UWV een starterskrediet kan verstrekken. Het project draagt ook mensen voor bij startersfondsen. Voor WW-gerechtigden start op dit moment de startperiode WW (6 maanden). De WW-gerechtigde kan maximaal zes maanden met behoud van uw uitkering als ondernemer aan de slag zonder sollicitatieplicht. De inkomsten uit deze oriëntatieperiode worden na 2 jaar voor 70% verrekend met de uitkering. Voor WWB-ers die geen startkapitaal nodig hebben geldt dat gebruik wordt gemaakt van de “bescheiden schaal regeling” die voorziet in een aanvullende bijstandsuitkering als er op bescheiden schaal voor eigen rekening en risico werkzaamheden worden verricht en daarmee een bescheiden inkomen wordt verdiend. Dit als voorschakelproces op de aanvraag van een Bbz Vangnetvoorziening of de volledige beëindiging van de WWB-uitkering in verband met het
6
binnenhalen van voldoende inkomsten als zelfstandige. -
In de tweede fase wordt actief gewerkt aan de ‘performance’ van de ondernemer/onderneming en het daadwerkelijk verkrijgen van betaalde opdrachten.
-
Gedurende deze fase blijft het concept van de eerste fase intact. Oftewel: workshops/trainingen in groepsproces, onderverdeling in netwerkgroepen, individuele coaching. Workshops/trainingen in de tweede fase behandelen onderwerpen zoals: 1. Empowerment (kracht in jezelf) 2. Netwerken (Wat is dat? Hoe doe ik dat?) 3. Timemanagement 4. Prijsonderhandelen 5. Presentatie (dresscodes) 6. Opzetten van een kleine, effectieve en op maat kantooradministratie 7. Zo trots als een pauw (laat zien dat je onderneemt en wat je onderneemt). 8. In's & out's omtrent Bbz aanvragen
-
Gedurende deze tweede fase wordt gewerkt aan het definitieve ondernemingsplan. Dit plan wordt wederom door de adviseur bijgestuurd en getoetst. Dat geldt ook voor de voortgang in het behalen van betaalde opdrachten. Zo werken het ondernemingsplan en de daadwerkelijke uitvoering ‘hand in hand’. Go / No Go. Aan het eind van de tweede fase dient het ondernemingsplan gereed te zijn. Vervolgens kan blijken dat: - er voldoende zicht is op betaalde opdrachten/omzet om de uitkering per direct te beëindigen; - er wel degelijk progressie is, maar verlenging van het traject (met een formaliseerde periode van maximaal 3 maanden) wel gewenst en/of noodzakelijk is; - er een Bbz aanvraag van toepassing is; - er geen of onvoldoende progressie is in de uitvoering van de onderneming; de kandidaat wordt geadviseerd te stoppen en wordt direct actief bemiddeld richting betaald werk. Ook hierbij kan bij twijfel de expertise van een extern adviesbureau worden ingeroepen. Deze voert dan echter geen quickscan, maar een volledig onderzoek uit op het ondernemersplan. Vervolgens wordt een geformaliseerd besluit genomen door de desbetreffende uitkerende instantie op advies van de adviseur.
-
Fase 3: 6- 12 maanden: definitieve start van de onderneming Deze fase staat in het teken van de eerste daadwerkelijke opdrachten. -
De wekelijkse groepsbijeenkomsten komen te vervallen. Wel is verlenging van het traject in individuele gevallen mogelijk. Deze verlenging is - afhankelijk van de situatie van de individuele kandidaat - drie tot maximaal zes maanden en bestaat dan voornamelijk uit individuele coaching en begeleiding. In het algemeen worden WWB-ers langer begeleid dan andere cliënten.
-
Eigen Werk biedt vanaf 1 januari 2008 standaard follow-up activiteiten voor de reeds gestarte ondernemers via Eigen Werk. Hiertoe is de netwerkorganisatie Experience@Work opgezet. Experience@Work verzorgt twee maandelijkse thema-avonden en eenmaal per jaar een grote ondernemersbeurs waar alle ondernemers van Eigen Werk de gelegenheid krijgen zich te presenteren en te profileren. Experience@Work is de organisatie voor en door ondernemende 40 plussers en wordt gerund door ex-kandidaten. Eigen Werk faciliteert en financiert.
-
Ook kunnen de ondernemers gebruik maken van de website van het project: www.projecteigenwerk.nl De website (vaak geraadpleegd) heeft de volgende functies:
7
-
-
Informatie voor potentiële kandidaten; Informatie voor kandidaten die gestart zijn met hun bedrijf; Informatie en downloadbare documenten voor toeleiders; De ondernemersgids ; hier kunnen gestarte deelnemers zich op laten vermelden en het fungeert als een soort “interne Gouden Gids “, vermelding is gratis en wordt direct doorgelinkt naar de site van de ondernemer (business 2 business).
Bovenstaande methodiek wordt beschreven in het document ‘Evaluatie & Toekomstperspectief Eigen Werk’, van augustus 2007.
Sanctiebeleid Deelnemers nemen op vrijwillige basis deel aan Eigen Werk. Mede door de voorselectie levert de motivatie over het algemeen geen problemen op. Wel worden diegenen die deelnemen geacht deel te nemen aan wekelijkse groepsbijeenkomsten. Alleen ‘werk’ is een goede verzuimreden. De ervaring wijst uit dat vooral WWB-gerechtigden het plezierig vinden om directief en strak te worden begeleid. Locatie van uitvoering Het projectteam werkt bij voorkeur op een BVG. Dan hebben de adviseurs namelijk toegang tot de systemen van de eigen organisaties. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem De interventie Eigen Werk richt zich op het probleem dat oudere werkzoekenden moeilijk aan een baan kunnen komen. Momenteel is het merendeel van de werkelozen/werkzoekenden 40+. Er zijn ook weinig trajecten voor deze groep.Over de beeldvorming bij werkgevers wordt in de stukken niet gesproken. -
Gegeven de belemmeringen die deze werkzoekenden ervaren om aan het werk te komen, is het risico van langdurige werkeloosheid groot. “Werkloosheid, in het bijzonder langdurige werkloosheid, heeft belangrijke negatieve gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van mensen.” schrijven Roland Blonk en Veerle Brenninkmeijer schrijven hierover in 2007 Experimenteren in Activering. “Verschillende onderzoeken, zowel crosssectioneel als longitudinaal, hebben het verband aangetoond tussen werkloosheid en gezondheidsproblemen waaronder depressieve symptomen, afnemende fysieke gezondheid en alcohol misbruik (Caplan, Vinokur & Price, 1997). Daarnaast heeft recent onderzoek van Taris (2002) een negatieve relatie tussen de duur van de werkloosheid en geestelijke gezondheid aangetoond, naarmate de werkloosheid langer duurt, neemt de geestelijke gezondheid verder af. Verder zij er ook indicaties dat deze afgenomen geestelijke gezondheid belemmerend werkt voor het vinden van werk (Taris,
8
2002; Hamilton et al 1993). Een belangrijke verklaring voor deze relatie tussen werkloosheid en geestelijke gezondheid ligt in het belang van deel nemen aan sociale netwerken. Werk heeft, naast het verwerven van inkomen ook een belangrijke functie in het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk. Verschillende onderzoeken laten zien dat het de kwaliteit van de sociale contacten die mensen hebben gerelateerd is zelfvertrouwen en welbevinden in het algemeen (Hortulanus, Machielse & Meeuwesen, 2003). Bovendien bleek dat participeren in een bepaald netwerk sneller leidt tot participeren in andere netwerken. Zo wordt het meeste vrijwilligerswerk in Nederland verricht door mensen die tevens een baan hebben. Het zijn dus vooral mensen die langdurig buiten het arbeidsproces staan en zich in een lage maatschappelijke positie bevinden die veel risico lopen op blijvende psychische gezondheidsschade. Tegelijkertijd, zoals hierboven gememoreerd, bleek uit het onderzoek van Taris, dat deze blijvende psychische schade weer een negatief effect heeft op de intentie om werk te zoeken en te vinden (zie ook Caplan, Vinokur & Price, 1997). Met andere woorden, als mensen hun baan verliezen lopen zij risico op verschillende klachten, maar met name depressieve klachten. Duurt de werkloosheid langer dan is er een risico op blijvende gezondheidsschade. Deze blijvende gezondheidsschade heeft vervolgens een negatief effect op de intentie of motivatie om werk te zoeken, waarmee de werkloosheid in stand wordt gehouden. Gegeven deze zowel individuele (o.a. gezondheid en inkomensverlies) als maatschappelijke schade (o.a. productiviteitsverlies en gezondheidskosten) is het van belang de geschetste negatieve spiraal te doorbreken en mensen te ondersteunen in het vinden van werk. Het ligt voor de hand dit in een zo vroeg mogelijk stadium van de werkloosheid te doen, voordat demoralisatie optreedt, de inzet om werk te zoeken afneemt en de kans op blijvende gezondheidsschade toeneemt. In Nederland zijn verschillende instanties (UWV WERKbedrijf, re-integratiebedrijven, opleidingsinstituten) die cursussen, trainingen en begeleiding aanbieden om werklozen hierbij te ondersteunen. Dat neemt niet weg dat er een grote groep mensen is in de Nederlandse samenleving die langdurig werkloos is en waarbij deze demoralisatie en blijvende gezondheidsschade al is op getreden.” Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X
Nee X
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak Gelet op de hoge werkeloosheid onder deze doelgroep, de moeilijkheden van deze groep om een baan te vinden is maatwerk in de vorm van een specifieke methodiek voor deze doelgroep op z’n plaats. -
Zelfstandig ondernemerschap is in trek. Nederland telt ruim 800.000 ondernemers waarvan naar schatting een half miljoen zzp’ers (zelfstandige zonder personeel). Naar verwachting zal dat aantal de komende jaren nog verder toenemen (Financieel Dagblad). Het EIM1 verklaart de forse groei uit de behoefte aan flexibel personeel in het bedrijfsleven. Uit onderzoek is gebleken dat er in Nederland naar verhouding met andere Europese landen veel parttime ondernemers zijn. De Kamer van Koophandel stelt dat een substantiële groep van de parttime ondernemers naast een bedrijf ook een baan in loondienst heeft. Deze ontwikkeling draagt bij aan de dynamiek en
9
vernieuwing van de economie. Het voordeel is dat het starten van een bedrijf naast een baan in loondienst laagdrempeliger is vanwege een vast inkomen en de voordelen van sociale zekerheid van de werkgever. Het starten als zelfstandig ondernemer vanuit een uitkeringssituatie heeft dezelfde voordelen. Bekend is dat 10% van de werkzoekenden graag als zelfstandige zou willen starten. De politiek heeft hierdoor steeds meer oog gekregen voor de mogelijkheid om uitkeringsgerechtigden te laten reïntegreren richting zelfstandig ondernemerschap. Met name voor oudere uitkeringsgerechtigden die niet meer gemakkelijk een baan kunnen vinden biedt deze mogelijkheid uitkomst om alsnog te participeren in het arbeidsproces. Door het zelfstandig ondernemerschap onder ouderen te stimuleren worden de kandidaten immers minder afhankelijk van vacatures en werkgevers en kunnen zij met de verworven kennis en ervaring toch zelfstandig in het bestaan voorzien. Werkzame ingrediënten Bij het inrichten van het project is uitgegaan van een aantal basisprincipes: - Een intensief, zo kort durend mogelijk programma, waarin de kandidaat het werk doet maar op volledige ondersteuning kan rekenen; - Niet alleen een voorbereidingsperiode op zelfstandig ondernemerschap, maar ook daadwerkelijke uitvoering (door het werken aan het verkrijgen van opdrachten tijdens het programma); - De combinatie van een groepsproces en individuele coaching; - Inhuur van externe expertise alleen wanneer gewenst en of noodzakelijk; - Input en invloed van de kandidaten op de inhoud van het programma; - Een duidelijk keten-karakter profileren; dus niet alleen instroom van kandidaten vanuit de keten, maar ook daadwerkelijke inzet van personeel en budget vanuit de keten; - Regie en uitvoering door de keten; - Delen van kennis en vaardigheden onder de ketenpartners; - Het onderkennen en tackelen van wet- en regelgeving problematiek binnen de keten; - Het afgeven van signalen ter verbetering van wet- en regelgeving en afgeven van beleid en stuurinformatie onder de ketenpartners; - Een vangnet voor “uitvallers “ d.m.v. jobhunting. Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja
X
Nee X
X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Eigen Werk wordt uitgevoerd door adviseurs van de drie ketenpartners (DWI, UWV WERKbedrijf). Daarnaast is er secretariële ondersteuning. -
De projectleider wordt geleverd door de gemeente die alle medewerkers functioneel aanstuurt. Hiërarchisch vallen de medewerkers nog onder de eigen organisaties.
10
-
De adviseurs van Eigen Werk zijn professionals op het gebied van zelfstandig ondernemerschap.
-
Hun caseload is ongeveer 40 (60 bleek teveel gelet op het grote aantal taken, zie verder).
-
Klanten worden random aan de adviseurs toegewezen. Wel is het zo dat men elkaar over en weer inschakelt voor specialistische zaken. Zo wordt bijvoorbeeld de re-integratievisie van een UWVcliënt die wordt begeleid door een UWV WERKbedrijf of DWI medewerker wel door de UWVmedewerker opgesteld.
-
De adviseurs krijgen een opleiding om zoveel mogelijk zelf te kunnen doen en derden alleen in te schakelen voor specialismen.
-
Diverse andere organisaties leveren inhoudelijke bijdragen, zoals het Team Zelfstandigen van de gemeente, de Kamer van Koophandel, FNV Zelfstandigen, de Belastingdienst en enkele adviesbureaus.
-
Er is geen eigen klantvolgsysteem. Men werkt vooral met kantoorapplicaties en papieren dossiers.
Borging: Voortgang- en kwaliteitbewaking Begin 2007 is men gestart met een deelnemersevaluatie middels een enquête voor de kandidaten die na beëindiging van het groepsproces uitgereikt wordt. Over de uitkomsten meer in de volgende paragraaf. -
1.5
De wijze van kwaliteitsbewaking wordt verder bepaald door de uitvoerder.
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Procesevaluatie De werking van Eigen Werk in het eerste projectjaar is uitvoerig geëvalueerd. Daarbij zijn zowel de verschillende organisaties, de betrokken adviseurs als de deelnemers betrokken. -
Uit deze procesevaluatie komt de indruk naar voren dat deze methodiek zeker effectief is. Dit wordt verderop bij de effectevaluatie onderbouwd.
-
Een deelnemersevaluatie heeft een respons van 55%; daarmee wordt voldaan aan de normen van kwalitatieve meting. De vragen in de deelnemersevaluatie hebben met name betrekking op het programma en de werkmethodiek. Aan de respondenten is gevraagd op een aantal onderwerpen een cijfer te geven.
-
Veruit de meeste kandidaten geven het project op alle onderdelen een hoog cijfer. De algehele waardering voor Eigen Werk is een 8,1. De hoogste score wordt behaald op het onderdeel ‘toegevoegde waarde van Eigen Werk’, namelijk een 8,4. Wat verder opvalt, is dat maar liefst 11
99% van de respondenten aangeeft door Eigen Werk een positiever beeld te hebben gekregen van de uitkeringsinstanties. -
De kandidaten kregen middels open vragen ook de kans suggesties te geven. Zo werd de suggestie gedaan op de website een forum te creëren waar ervaringen uitgewisseld kunnen worden. De website van Eigen Werk gaat hiervoor deels als platform dienen.
-
De procesevaluatie heeft geresulteerd in een beter zicht op de succes- en faalfactoren en op verschillende verbetermogelijkheden. Deze zijn opgepakt in het vervolg van Eigen Werk, de slag naar standaard dienstverlening.
-
Als succesfactoren worden onder meer genoemd: - Ketensamenwerking; - Het samenvoegen van expertise zorgt voor verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening; - Deelnemers worden niet onnodig lastig gevallen met en kunnen zich volledig concentreren op de opzet van hun onderneming; - Eigen Werk denkt en opereert als bedrijf en vervult hiermee een voorbeeldfunctie richting de deelnemers; - Kandidaten doen het werk, maar kunnen rekenen op volledige, professionele ondersteuning; - Empowerment van de kandidaten zorgt ervoor dat de kandidaten zich gesterkt voelen bij hun activiteiten dan wel tussentijds uitstromen richting een reguliere baan; - Persoonlijke begeleiding vanuit de keten zorgt ervoor dat de instanties een gezicht krijgen en het vergroot het wederzijdse commitment; - De deelnemers hebben invloed op het programma; feedback van de kandidaten verhoogt de kwaliteit van de dienstverlening; - De oprichting van een netwerkorganisatie (Experience@Work).
-
Ook zijn er belangrijke lessen geleerd. Zo blijken workshops waarin deelnemers worden uitgenodigd zich kwetsbaar op te stellen of hun gevoel onder woorden te brengen, niet voor alle bevolkingsgroepen geschikt te zijn. Ook is gebleken dat een caseload van 60 kandidaten teveel is; men werkt nu met een caseload van 40. Ook heeft men geleerd van in welke situaties Eigen Werk niet werkt; dit is vertaald naar de contra-indicatiecriteria zoals beschreven in paragraaf 1.3.
Effectevaluatie De effecten van Eigen Werk in het eerste projectjaar zijn door het project zelf gemeten en beoordeeld. -
Er zijn 519 aanmeldingen binnengekomen, van wie 284 kandidaten gedurende het jaar zijn geplaatst en gestart (55%).
-
29 kandidaten hebben het project tussentijds verlaten. De meest voorkomende redenen waren privé problemen zoals ziekte, het oplopen van een achterstand, geen resultaat boeken en te vaak afwezig zijn bij bijeenkomsten. Tot slot zijn er kandidaten die gedurende het trainingsprogramma erachter zijn gekomen dat zelfstandig ondernemerschap momenteel niet de juiste keuze is. Er zijn 17 kandidaten die het trainingsprogramma geheel doorlopen hebben en toch niet als zelfstandig ondernemer aan de slag zijn gegaan. De redenen zijn ook hier uiteenlopend, maar hadden veelal betrekking op onvoldoende progressie en de stap tot zelfstandig ondernemerschap nog niet durven te zetten.
12
-
Op peildatum 1 mei 2007 is van de eerste groep 76% van de kandidaten volledig uitgestroomd. Uit de stukken wordt niet duidelijk of deze personen nog steeds volledig aan het werk zijn. Van alle in het projectjaar jaar gestarte kandidaten (284) zijn 159 kandidaten deels, dan wel volledig uitgestroomd. Dat is 55%. Bij het schrijven van de evaluatie was de verwachting dat het percentage deels en volledig uitgestroomde kandidaten op termijn nog hoger zal worden aangezien kandidaten die net gestart zijn met het traject zullen nog (deels) uitstromen. Van de kandidaten die nu deels zijn uitgestroomd is de verwachting dat op termijn ongeveer 70% volledig zal uitstromen. Daarmee zou een volledige uitstroom van kandidaten tussen de 60 en 70 procent behaald worden.
-
Om de effectiviteit verder te beoordelen heeft het project de bovengenoemde resultaten (in zoverre mogelijk) vergeleken met de resultaten van externe partijen van zowel DWI als UWV. Bij deze externe partijen worden klanten individueel begeleid in de voorbereiding naar zelfstandig ondernemerschap en bij het ontwikkelen van een ondernemersplan. Indien nodig kunnen trainingspakketten worden ingezet.
-
Voor de twee externe partners van DWI geldt dat van de klanten die in dezelfde periode als het project Eigen Werk een traject doorlopen hebben 12% respectievelijk 21% het traject volledig afgerond heeft en een levensvatbaar ondernemingsplan opgesteld heeft. Deze trajecten voorzien echter niet in begeleiding bij het opstarten van de onderneming en het rond krijgen van de financiering. Met andere woorden er is geen zicht op resultaat met betrekking tot uitstroom. De kosten van deze trajecten kunnen oplopen tot € 4.359,25.
-
UWV biedt trajecten naar zelfstandig ondernemerschap voor de periode van een jaar. Klanten van het UWV kunnen aan de hand van een Individuele Re-integratieovereenkomst (IRO) zelf het re-integratietraject bepalen. Duur van het traject is maximaal 18 maanden. Helaas bleek het niet mogelijk om behaalde resultaten te presenteren.
-
Al met al kan Eigen Werk als bijzonder effectief beschouwd worden.
Prijswinnaar Eigen Werk heeft in december 2007 in Porto de 2e prijs behaald op de European Enterprise Award. Het betreft hier een door de Europese Commissie uitgeschreven wedstrijd over heel Europa om nieuwe aansprekende initiatieven op gebied van ondernemerschap te promoten. Er werden in totaal 300 projecten ingediend, waarbij de voordracht per land door het ministerie van Economische Zaken geschiedde. De Europese Commissie heeft uiteindelijk 48 projecten beoordeeld. Evaluatie in de toekomst Eigen Werk is in gesprek met prof. Dr. M. van Praag, hoogleraar Economie aan de UVA om gezamenlijk een wetenschappelijk onderbouwde en objectieve onderzoeksmethode te ontwikkelen die zich richt op: - Wwat is de toegevoegde waarde van begeleiding richting ondernemerschap; - De maatschappelijke neveneffecten (voelen kandidaten zich prettiger, gelukkiger, gezonder door deelname/afronding aan Eigen Werk); - De economische effecten voor Amsterdam en omgeving van starters via Eigen Werk. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?
Ja X
Nee
13
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de X doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X
Nee
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) X Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Nee
1.6
X X X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Commentaar beoordelingspanel Inhoudelijk gezien wordt gezocht naar onderbouwing van de hypothese dat de kans dat oudere werkzoekenden een eigen bedrijf starten significant wordt vergroot als zij daarbij intensief en op maat begeleid worden. De gedachte is dat ouderen gemotiveerd zijn om hun verworven kennis en ervaring toch in te kunnen zetten. Hun kans om weer in eigen onderhoud te kunnen (gaan) voorzien wordt vergroot omdat zij door een eigen bedrijf te starten minder van werkgevers (die soms een vooroordeel hebben) en vacatures (zijn er soms niet) afhankelijk zijn. De interventie is qua beschrijving meer gericht op organisatorische vormgeving dan om een inhoudelijke methodiek. Ouderen zijn er in soorten en maten. Sommigen hebben algemene en specifieke (werknemers)vaardigheden, anderen ontberen deze. De selectie van doelgroep is dus van belang en verloopt via tests, maar die worden verder niet inhoudelijk traceerbaar in de analyse betrokken. Zo is het maatwerkkarakter (wie krijgt welke cursussen/werkende bestanddelen) niet goed traceerbaar. Het oordeel is dat de beschreven interventie wel lijkt te werken (in termen van een significant percentage mensen dat een plan maakt voor een onderneming, proefdraait en start), maar niet duidelijk wordt welke specifieke aanpak voor wie nu rendeert. Ook niet welke kritische succesvoorwaarden voor welke groep (deelpopulatie) van toepassing zijn. Het advies is dat de interventie aan kracht zou winnen met een specifieke probleemanalyse en aanpak. Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze X
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken
14
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. Toelichting
Er is geen globale probleemanalyse en evenmin een redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken. De interventie wint aan richting als er beschreven wordt wat er nodig is (vaardigheden/motivatie) om een bedrijf te starten/runnen, de instroomtesten hierop te baseren (wie beschikt al over welke vaardigheden en de juiste motivatie) en de leidende principes achter de maatwerktrajecten te omschrijven (hoe zijn de verschillende ontbrekende vaardigheden bij welomschreven groepen aan te leren?).
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht of de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht. X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht én de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht.
Toelichting
In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en context betrokken. Het inzicht in de werking van de interventie zou toenemen als per deelpopulatie kritische succesfactoren worden achterhaald.
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting
De resultaten zijn behaald, maar een eenduidig ijkpunt ontbreekt. Ook wordt niet duidelijk hoe de bereikte resultaten precies toe te schrijven zijn aan de ingezette instrumenten. De overtuigingskracht zou toenemen door hierin te voorzien. Door specifieker in te zoomen en op meerdere plaatsen onderzoek te doen met controlegroepen zou de aangetoonde effectiviteit aan overtuigingskracht winnen.
15
1.7
Overige voorwaarden voor toepassing
Kosten -
Eigen Werk is geheel ketengefinancierd. De financiering verloopt via UWV WERKbedrijf (fte’s en Opstapje) en DWI (fte’s en W-deel).
-
Berekend is dat de gemiddelde directe kosten (exclusief huisvesting en personele lasten) ongeveer € 1350 per kandidaat bedragen. Inclusief huisvesting en personele lasten worden deze op € 3100 geschat.
-
De kosten van de trajecten van de externe partners van DWI kunnen oplopen tot € 4.359,25.
-
UWV WERKbedrijf heeft re-integratietrajecten die € 4.500 exclusief BTW kosten voor de periode van een jaar onder restrictie no cure less pay. Klanten van het UWV kunnen ook aan de hand van een Individuele Re-integratieovereenkomst (IRO) zelf het traject bepalen. Dit betekent dat klanten zelf een re-integratiebedrijf kunnen inschakelen voor de begeleiding naar werk. De kosten van het individuele traject worden tot een bedrag van maximaal € 5.000,00 exclusief BTW vergoed. De betaling van de kosten aan het re-integratiebedrijf vindt plaats op basis van zogenoemde resultaatfinanciering. Dit houdt in dat 50% van de kosten van het traject worden vergoed op basis van inspanning en 50% op basis van resultaat.
Overige voorwaarden voor toepassing Voor de toepassing van de interventie is geen speciale indicatie vereist, anders dan dat de cliënten tot de doelgroep dienen te behoren.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie De methodiek Eigen Werk is ontwikkeld door de Amsterdamse ketenpartners Dienst Werk en Inkomen (DWI), UWV WERKbedrijf, in samenwerking met Economische Zaken en verschillende externe partners en is als pilot uitgevoerd in Amsterdam. In Amsterdam is Eigen Werk inmiddels standaard dienstverlening. -
Eigen Werk wordt naast Amsterdam, ook ingezet in Alkmaar. Behalve op een vestiging in Alkmaar vindt een deel van de werkzaamheden ‘ring Alkmaar’ plaats op de UWV WERKbedrijflocatie in Hoorn.
-
Contact: Frans Heessels, Teammanager Eigen Werk Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen IJsbaanpad. no. 9, 1076 CV Amsterdam Telefoon : 020 3464794 Mobiel : 06-22393470 E-mail :
[email protected]
16
Overeenkomsten met andere interventies Verschillende re-integratiebureaus bieden trajecten aan voor de begeleiding naar zelfstandig ondernemerschap. Zie ook paragraaf 3.5
Overige informatie www.projecteigenwerk.nl
Lijst met aangehaalde literatuur Martine van Belkum, Liesbeth Kruiythoff en Luuk Mallee (2007). Niet Zonder Werk. Work Fist als re-integratieinstrument,.Sociaal Bestek. E.J.P Desain, L. Malle (2006). Evaluatie Niet Zonder Werk, Amsterdam Zuid Oost. Regioplan. Roland Blonk, Veerle Brenninkmeijer. Experimenten in Activering. TNO. Roland Blonk, Roel Cremer, Eva Bol, & Freek Heerema (2007). Jobs first. Een innovatief traject om werklozen met zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar werk. Verslag van een experiment. TNO Kwaliteit van Leven | Arbeid
17