TONEELKIJKERBUNDEL 2014 – 2015
Gemiddelde cijfer
Aantal recensies
Kunsthart - mugmetdegoudentand
8,87
19
Horror - Jakop Ahlbom
8,60
24
Als ik de liefde niet heb - Ro Theater
8,30
6
somedaymyprincewill.com - Trouble Man
8,24
33
Leger - Ro Theater
8,02
18
Suikerland - Theater Zeelandia
7,98
21
De liefde voorbij - Toneelschuur producties
7,97
22
Land van Over Zee Theater Zeelandia
7,90
8
Vrijdag - Het Nationale Toneel
7,71
37
Stilte - Toneelschuur producties
7,68
10
FiftyFifty - mugmetdegoudentand
7,64
25
Dag Vlieg - Via Rudolphi
7,63
11
Geloof Liefde Hoop - Maren Bjørseth, Frascati Producties
7,60
12
Selma en Louise - tg Bloody Mary
7,60
7
De vriend NV - Opium voor het Volk
7,57
14
Beton - Keesen & Co
7,55
18
Restaurant Amore - Golden Palace
7,54
30
Oom Wanja - Erik Whien, Toneelschuur producties
7,53
32
Hart - Matzer Theaterproducties
7,48
8
Solness - Het Nationale Toneel
7,45
15
Mijn vader was poppenspeler - Servaes Nelissen
7,40
10
Hollandse Luchten II: Pandgenoten - Trouble Man
7,38
17
Another great year for fishing - Tom Struyf
7,31
7
How to play Francesca Woodman - tg Maastricht
7,25
12
Judee Sill - Sluysmans & Van Warmerdam i.s.m. My Baby
7,25
13
Shoot the messenger - Moeremans & Sons
7,23
14
De Avond - Nieuw West, Marien Jongewaard
7,21
19
Route nationale - Orkater/De Nieuwkomers
7,06
10
It is a tale told by an idiot - 't Barre Land
7,02
17
Tanizaki - De Warme Winkel
7,01
17
Madame Bovary - Theatergroep Suburbia
6,95
21
Troep - Firma MES
6,95
30
Liefdeslied - Wittebols & Ligthert / Theatergroep Suburbia
6,94
13
Macbain - Dood Paard
6,93
14
Drive in - Bellevue lunchtheater
6,83
12
Stand up, lie down - De Gemeenschap
6,82
9
Kunst - Dood Paard / tg STAN
6,79
14
Osama the Hero - Toneelschuur Producties/Joost van Hezik
6,77
33
Marcus Bakker - Frascati Producties, Productiehuis Rotterdam
6,66
20
Looking for Paul - Wunderbaum
6,61
31
Pax Mama - De Nieuw Amsterdam
6,60
5
Schotland - Orkater / De Nieuwkomers / Lore Dijkman
6,60
11
The Great Warmachine - Joachim Robbrecht Do you still love me? - Sanja Mitrović / Stand Up Tall Productions
6,50
4
6,47
9
The Immortals - tg Oostpool
5,82
51
Moe maar op en dolend - Abattoir Fermé
4,26
13
SERIE 1
BETON – KEESEN & CO “Op het laatste kwartier na, dat niets meer toevoegde, een prachtige voorstelling die me ondanks mijn moeheid, verfriste en meenam.” -‐ Joep Vesters “Goed stuk. Het verhaal is akelig bekend. De maffe scenewisselingen halen je wel een beetje uit je inleving. We keken naar een tragisch verhaal maar gelukkig met de juiste dosis humor -‐ de herkenning van hoe onhandig je zelf met dit sort zaken omgaat.” -‐ Paul van Leeuwen “Erg goed stuk waar heel veel in zit: generatieconflict, maatschappij, doel van het leven. Prachtige teksten die ontroeren en ook grappig zijn. Goed gespeeld en uitstekende mime.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Uitstekende tekst, zeker in combinatie met het acteren weliswaar zwaar, maar ook humorvol. Uitmuntende acteurs, met name vader en moeder.Het toneelbeeld vond ik mooi, iets onduidelijks tussen warm en saai, zoals de personages.... Twee uur ademloos zitten kijken met wisselende emoties. Dat is een groot compliment. Enige punt van kritiek: het zeer sombere eind van de voorstelling. Het lijkt er op (onbedoeld) dat er in de houding van met name de vader en zoon en in de onderlinge relaties binnen het gezin als geheel geen ontwikkeling zichtbaar is. Zijn de koude relaties dichtgevroren? Bedoeld? Onbedoeld? ik bleef zitten met het gevoel dat al de heftigheid niet tot een katharsis heeft geleid en dat neemt veel van de sympathie voor de peronnages weg, met name van de zoon en de dochter, in mindere mate bij de avder, en het minst bij de moeder.” -‐ Steven van Dissel “Een beeldschoon en harmonisch begin met zoete muziek . De familieleden zweefden naar binnen in een aangenaam en knus decor. Ik zag een gezinsportret in een wrange familiekomedie, waarin iedereen vastzat in zijn eigen beleven. Mooie en puntige tekst, goede spelers. Het boeide mij zeer.” -‐ Annemarie Baronner “Dit is toneel! De dement-‐light moeder speelde de sterren van de hemel. Ik heb echt genoten.” -‐ Renée Torn “Er komt een inleider spreken over het stuk van deze avond. Tom Dommisse een filosoof. De toneelkijker groep blijkt groter dan verwacht, de tafel is vol en zelfs de schrijver van het stuk is aanwezig. Tom geeft een visie op het stuk die naarmate hij verder spreekt steeds verwarder wordt en bij de toehoorders diverse vragen oproept: wat is een generatieconflict vandaag de dag? Volgens de folder gaat het stuk over vaders en zonen en betreft het een boze komedie. Bij het betreden van de zaal treffen we als decor een bloemrijke (veel gordijn) woonkamer waarin het toneelstuk vorm krijgt. Een ouder echtpaar met een door de vader niet gewaardeerde zoon en een moeder die de boel een beetje bij elkaar houdt. Ook speelt er een dochter mee, die allerlei zaakjes moet regelen of opknappen. De ondertiteling van het stuk vind ik daarom mager net als uiteindelijk het stuk zelf. Het gaat over tegengestelde ideologieën die niet meer van deze tijd zijn. Het stuk zou zich zo kunnen afspelen in een huiskamer begin jaren 70 van de vorige eeuw. Er is weinig aanleiding tot lachen en het duurt toch ook wel lang. Jammer, vooral omdat er wel goed gespeeld wordt door de vader en moeder.” -‐ Fea Boegborn “Fijn dat er weer een inleiding was, die hebben we de afgelopen tijd nogal gemist. Vandaag ging Tom Dommisse vlot van start. Hij gaf zijn interpretatie van het stuk en gaf zijn mening over wat de schrijver Rob de Graaf (die ook aangeschoven was) zoal bedoeld had met het stuk over te brengen. In prachtige volzinnen schilderde hij het generatieconflict en de jeugd van vroeger en nu. De aanwezigen aan de tafel gingen protesteren. Het stuk zelf werd begonnen met een (letterlijk) zweverig binnenkomen van de spelers tot ze hun plek gevonden hadden op het toneel. De hele setting en verhaal van het bejaarde echtpaar en de kinderen werd al vlot duidelijk. De discussies en de "protest" fase van de zoon deden nogal gedateerd aan. Een situatie die eerder in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw te plaatsen is, dan in de tegenwoordige tijd. De dementerende moeder werd schitterend vertolkt door Monique Kuijpers, Dic van Duin speelde de vader erg nors en de kinderen vond ik ronduit matig spelen. Het hele stuk deed me denken aan dood van een handelsreiziger. De slotscene, waarin de zoon de de vader pest terwijl die niets meer terug kan zeggen, kon zo uit het verhaal "William and Mary" van Roald Dahl overgenomen zijn. Het decor was erg eenvoudig met dat grote gordijn, dat maar matig de grote luxe waarin het echtpaar leefde kon weergeven. Al met al duurde het allemaal veel te lang voor wat er op het toneel gebeurde.” -‐ Sjoerd Postma “Terwijl een hedendaags dilemma werd aangekaart, vond ik de regie oubollig. De personages vond ik nogal karikaturaal. Ik had liever een meer onderkoelde behandeling van het geponeerde tijdsbeeld gezien.” – Marijke Hoff “Is een tragikomedie over ouder worden en ouder -‐ kind relaties. Het verhaal brengt heel invoelend de thema's die nooit aan actualiteit zullen inboeten. De zoon lijkt wat in zijn adolescentie te zijn blijven steken, maar verder is het stuk heel realistisch (gebaseerd op ervaringen van de regisseur), zij het iets aan de lange kant. Uiteindelijk blijkt de moeder het meest heldere beeld van het gezin te hebben, deze rol is prachtig neergezet. Het decor is eenvoudig maar functioneel. Er wordt spaarzaam van theatereffecten gebruik gemaakt, de tekst is dominant; een aangename afwisseling op voorgaande stukken in deze theaterreeks.” -‐ Huib van de Donk
“De vader-‐zoonrelatie staat centraal in het stuk Beton. Van een 52 jarige zoon en een 80 jarige vader verwacht je dat ze berusten in de wederzijdse teleurstelling en er alsnog het beste van maken. De wat egoïstische en drammerige zoon, die wel een erfenis wil en werkt voor multinationals waar hij zegt een afkeer van te hebben, wil zijn 80 jarige vader alsnog het licht doen zien. De moeder, uitstekend vertolkt, die wil herkenbaar de lieve vrede bewaren. Maar als puntje bij paaltje komt is de zoon gehecht aan zijn vader. Het decor is aangenaam eenvoudig en functioneel. Alle aandacht kan zich richten op de tekst en de personen. ” -‐ Thea van der Heijden “Aan thema's geen gebrek in de voorstelline Beton: relatie vader -‐ zoon, dementie, zorg voor ouder wordende ouders die meestal op de dochter neer komt. In dit stuk ligt het er allemaal te dik op: zowel qua tekst als spel. Wel heel treurig als een zoon van 52 die zich door zijn vader niet gezien weet, zich nog steeds gedraagt als een miskende puber. De moeder die alles wil bedekken met de mantel der liefde en een vader, harder dan beton. Een teleurstellende voorstelling van schrijver Rob de Graaff, van wie ik hele goede stukken heb gezien.” -‐ Joke Feitsma “wat een bijzondere voorstelling, heel heftig en aangrijpend. Ik heb er veel aan moeten terugdenken. Het was emotioneel, ik werd er boos van en had de neiging weg te lopen. Dan is een voorstelling goed als het deze reacties oproept. Wat een prachtig spel van Dick van Duin en vooral van Monique Kuijpers!!” -‐ Hillie Kuipers “Een herkenbaar verhaal over verhoudingen binnen een gezin. De verziekte verhouding tussen vader en zoon vanwege hun verschillende opvattingen over de maatschappij en de zoon die naar liefde van zijn vader blijft zoeken. De dochter die zich bemoeit met de zorg voor haar ouders en denkt het goed te doen, maar niet de dank van haar moeder krijgt die ze verwacht. De moeder die niets in te brengen heeft in de relatie met haar man en meer aandacht heeft voor haar zoon dan voor haar dochter. Het werd met humor gebracht.” -‐ Marijke Bruggeman “Een stuk dat herkenbaar familie relaties bloot legt, die onder druk komen te staan als ouders hulpbehoevend worden. Moeder wordt dement, vader verspeeld het familiekapitaal op de beurs, dochter speelt de heilige, maar haakt af als het erop aankomt. De verguisde zoon, die zelfs op volwassen leeftijd nog steeds wordt gekleineerd door de vader, blijft over om de problemen op te lossen als de vader ook nog een infarct krijgt. Boeiend, maar jammergenoeg iets te lang uitgesponnen. Het kan krachtiger.” -‐ Margreet Iskra “Een erg liberale vader, en een erg onzekere en onderdanig moedertype. Niet altijd een herkenbaar, soms zelfs ronduit ouderwets!” -‐ Gerda van Doorn “Het hilarisch bitter familieportret is zeer herkenbaar. De zelfverzekerdheid van de rijke maar ook oud geworden babyboomers en de machteloosheid van de zoon, die altijd verantwoordelijkheid had ontlopen, maar nu werd geconfronteerd met het verval van zijn ouders en van zijn financiële zekerheid. Geweldig spel.” -‐ Liesbeth Hazekamp
FIFTYFIFTY - MUGMETDEGOUDENTAND “Prima spel van de acteurs, maar wat een eigenlijk open deur tekst. heeft dit stuk. Met middelmatige spelers was er weinig van overgebleven. Ondanks de interessante thematiek wist het stuk mij geen moment te raken of echt te boeien.” -‐ Joep Vesters “Mooie teksten en goed gespeeld. Het thema is al vaak gebuikt maar deze uitvoering is toch boeiend genoeg.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Hoewel ik in de eerste 10 minuten nog gewoon in mijn stoel zat en vandaar keek naar de acteurs veranderde dat al gauw in een echte theaterervaring -‐ dus dat je je stoel vergeet. Snelle en rake dialogen, personen waar je in meeleefde, veel humor. Geweldig. Klein minpuntje voor mij: Aangezien ik perceptiedoof ben kon ik helaas niet elk woord verstaan. Ik vraag me af of dat verholpen zou kunnen worden met speciale apparatuur. Maar mijn ervaring is dat het er meestal nauwelijks op vooruitgaat met zo'n koptelefoon.” -‐ Paul van Leeuwen “Fiftyfifty van Mugmetdegoudentand is een lichtvoetig relatiedrama dat een open relatie tussen een man en een vrouw van 40-‐50 jaar uitbeeldt. Intimiteit in een externe relatie bedreigt het huwelijk meer dan seksuele escapades. Marcel Musters en Lies Visschedijk zetten het stuk heel naturel en toegankelijk neer. Een mooi debuut van Aaf Brandt Corstius als toneel schrijfster.” -‐ Huib van de Donk “In Fiftyfifty geven Lies Visschedijk (Milou) en Marcel Musters (Jens) een waarachtig beeld van hoe het in een open relatie kan gaan. Lies Vischedijk ziet als Milou de relatie tussen Jens en zijn minnares Camilla als een bedreiging. De onzekerheid en jaloerse gevoelens die dat bij haar oproept weet zij met haar spel goed over te brengen. Daartegenover zet Marcel Musters een wat nuchtere en koele Jens neer. Jens voelt die zich op een gegeven moment gedwongen te kiezen tussen Camilla en Milou. Milou op haar beurt komt door middel van een deus ex machina tot inzicht dat Jens en Camilla hun relatie in stand moeten houden. De tekst is humoristisch en wordt zo natuurlijk gespeeld dat het lijkt of je als een vlieg aan de muur meekijkt in de huiskamer. Het is jammer dat Camilla de pleit wint door zielig te zijn en niet uit een positieve kracht.” -‐ Thea van der Heijden “De zaal loopt vol tijdens het reeds verlichte podium vol dozen. Je denkt aan internetpost (van de buren in jouw gang) maar het blijkt het interieur voor te stellen van het echtpaar Jens en Milou (Marcel Musters en Lies Visschedijk). Jens is blij zijn vrouw weer te kunnen verwelkomen na een zakenreis en probeert haar te helpen de relaxedheid te hervinden. Het echtpaar is echter modern en hun huwelijk open. Milou weet zich moeilijk af te sluiten en blijft op alles reageren en wil eigenlijk helemaal niet relaxen. Ze wil alles weten over de relatie die Jens heeft en begint hem aldoor, op mooi jaloerse en uitdagende wijze gespeeld, op naïeve wijze lastig te vallen. Jens probeert haar als het ware tegen zichzelf te beschermen, maar ze drijft maar door en begint zich uiteindelijk zelfs allerlei dingen te verbeelden. Een op humoristische wijze vertolkte crisis die eigenlijk ook wel weer weinig nieuws brengt. Kortom een klucht voor een vrolijk avondje uit.” -‐ Fes Boegborn “Een vrolijke avond. De goeiige Jens (Marcel Musters) wordt geheel overtroefd door zijn vrouw Milou (Lies Visschedijk) zowel in woordkeus als in aantal minnaars. Helaas voor Milou is Jens wel tevreden over zijn leven maar Milou niet. Haar jonge minnaars laten haar lopen. Op een onverwacht moment laat Jens iets teveel los over zijn relatie. Onder druk van Milou moet hij steeds meer vertellen en blijkt de oudere vrouw in zijn leven de bron van een ernstige vertwijfeling voor Milou. Hoe kan een man die zo’n leuke jonge vrouw heeft nu van een oudere vrouw houden? Een hilarische hoeveelheid argumenten en uitgesproken gevoelens worden nu door Lies Visschedijk met veel misbaar op het toneel gezet. De tekst van Aaf Brandt Corstius is zeer vermakelijk maar blijft wel een beetje steken op de oppervlakte. Het stuk mist hierdoor enige diepgang,en er blijft eigenlijk alleen een comedie over. Veel gelachen. Het decor was wel functioneel maar erg eenvoudig.” -‐ Sjoerd Postma “Ik heb met heel veel plezier naar dit toneelstuk gekeken: eigentijdse tekst, knappe dialoog en goed spel. In tegenstelling tot het eerste stuk uit de serie (looking for Paul Mc Cartney) was dit stuk nergens platvloers of vunzig. Kortom: een dikke 8.............!” -‐ Marjan Duijm “Erg goede en leuke acteurs (leuke nabespreking!) Geestige tekst, wel een beetje een modieus niemandalletje, naar mijn mening, maar dankzij de acteurs hier en daar ontroerend. Zonder regie, begreep ik, toch een zeer levendige mise-‐en-‐scene in prima en functioneel decor.” -‐ Steven van Dissel “Een flitsende humoristische tekst, knap gespeeld. Goed voor een heerlijke toneelavond. Aan het slot dreigt er een herhaling van zetten en de dan gekozen deus ex machina in de vorm van een sprekende foto is wel hilarisch, maar ook wat gezocht.” -‐ Liesbeth Hazekamp “Scherp, humoristisch, herkenbaar, eigentijds. Een waar genot om twee acteurs zo te zien en horen spelen. In een eenvoudig, maar funtioneel decor werd de verhouding tussen twee partners duidelijk gemaakt. Het lijkt eerst harmonieus, maar
gaandeweg begint het te wringen. Het komt tot een climax met een sprekende foto, een prima vondst, van de "rivale". Een tekst op hoog niveau, waardoor het stuk van begin tot eind boeit.” -‐ Margreet Iskra “Een open huwelijk, het lijkt ideaal als je maar goede afspraken maakt. met Fyftyfifty laat columniste Aaf Brandt Corstius in haar eerste theatervoorstelling zien dat het minder eenvoudig is dat het lijkt. Het decor is opgebouwd uit dozen: simpel maar efficiënt. Een echtpaar, meesterlijk gespeeld door Marcel Musters en Lies Visschedijk heeft het op het eerste gezicht goed voor elkaar. Regelmatig houden ze een 'vergadering' om de gang van zaken binnen te evalueren, zowel wat betreft de huishoudelijke zaken als de relationele. Over hun activiteiten buiten de deur wordt niet inhoudelijk gesproken, daarin laten ze elkaar vrij, dat is de afspraak. Totdat Milou erachter komt dat de relatie die Jens met notabene een oudere vrouw heeft, meer diepgang kent dan haar avontuurtjes. Jaloezie steekt de kop op en ze wil het naadje van de kous weten. De vlotte dialogen, met name in het eerste deel, zijn Musters en Visschedijk op het lijf geschreven. Deze twee acteurs zijn geweldig op elkaar ingespeeld, een genot om te zien. Het eind van het verhaal is wat flauwtjes.” -‐ Joke Feitsma “leuk bedacht maar het deed me niet zoveel. Een niemendalletje” -‐ Hillie Kuipers
HOW TO PLAY FRANCESCA WOODMAN – TG MAASTRICHT “Mooi en origineel decor . Bijzondere manier van Francesca uitbeelden , dit werd nl. door meerdere personen gedaan. Hierdoor vond ik het wel erg ADHD en ook wat rommelig. Het laatste gedeelte vond ik beter aanslaan en raken want daar werd het spel wat rustiger. Verder best lang!” – T. Bertling “Energie en jeugd, deze twee zaken staan voor mij centraal in deze voorstelling.” -‐ Joep Vesters “Goed geacteerd. De ene actrice wat sterker dan de ander. Knap om voor mij een onbekende overleden fotografe weer tot leven te wekken.” -‐ Renée Torn “Ik haat ... ik houd ... begon het stuk en dat gaf al vlug een gespannen sfeer. De vier speelster reageerden dusdanig op elkaar dat zij met de persoom Francesca samenvielen. Heel knap. Francesc op haar weg naar de volwassenheid bleek een kunstenaarsziel te hebben, was ambitieus, zocht erkenning en was seksueel geobsedeerd en depressief. Heel knp uitgebeeld De toepassing van de video gag een etra dimensie aan het stuk.” -‐ Annemarie baronner “Omdat er opnieuw geen voorbespreking is heb ik even naar Francesca W gegoogled. Even, want veel interessants over haar vond ik niet snel. Verrassend wel is dat ik mijzelf dikwijls ook wel Francesca noemde als ik iets wilde betekenen of in de aandacht wilde staan, maar met nog eens twee prachtige namen erbij: Eleonora Angelique! Dus ja, ik wil graag wat meer horen en zien over deze fotografe F. En veel krijg ik te horen, niet via één vertelster of vertolkster maar liefst 4 actrices zijn in de weer om Francesca volop vorm en inhoud te geven met alle moderne apparatuur. Erg in de weer, ja zelfs vermoeiend in de weer. Anno 2015 zijn vier actrices nodig met heel veel truttige jurkjes, uitkleed partijtjes en voortgaande loze teksten. Maar zich verkleden waarvoor, voor wat, voor wie is heden ten dagen niet zo relevant meer! De fotografe F specialiseerde zich in het vierkante formaat las ik op internet. Vierkant, een onacceptabele vorm voor een ansichtkaart, zie ik dat goed? Het decor toont een rijke collectie van (vermoedelijk) door F gemaakt foto's, maar zijn die vierkant of A4. ............en wat is er eigenlijk op die foto's te zien, wat wilde F laten zien? Tijdens het verloop van de voorstelling concludeer ik dat het ouderwetse selfies lijken, maar toch geen aandachttrekkerij om een aanstaande zelfmoord aan te kondigen.............. ?” -‐ Fea Boegborn “Dansende meisjes, daar begint het mee. Een voorstelling over Francesca Woodman, gespeeld door vier meisjes. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is de zeventiger jaren van de vorige eeuw. De foto's van Fransesca passen in die tijd. In deze tijd zouden er duizenden selfies en filmpjes door haar zijn gemaakt. Het gaat niet verder dan een zoektocht naar het leven. Dat dat zo abrupt werd afgebroken past ook in dat tijdsbeeld, waarin veel met drugs geëxperimenteerd werd. De verkleedpartijen vond ik meer van deze tijd. Er was erg veel tekst, maar inhoudelijk bleef het steken in de herhaling van wartaal. Het spel van Lore Dijkman was eentonig, de overigen hadden nog wel wat variatie in hun rol. Muziek had hier nog wat extra kunnen brengen, maar we moesten het blijven doen met projecties en beelden van rollende meisjes op het toneel. De truc met de naaktfoto's op de witte jurkjes was een opsteker. Samenvattend was het een te dun verhaal om zolang de spanning er in te houden. Het is dit seizoen het tweede verhaal over een niet zo interessant meisje uit de jaren zeventig dat op het toneel gezet wordt: eerst Judee Sill en nu Francesca Woodman. Ik vraag me af of de huidige toneelschrijvers die tijd wel goed begrijpen.” -‐ Sjoerd Postma “Originele uitvoering om een biografie te brengen, meer performance dan toneel. Leuke effecten met projecties.” -‐ Jan-‐Kees Stout “De worsteling van Fransesca Woodman met de het leven en vooral met de kunst wordt krachtig verbeeld in deze schitterde voorstelling, mede door het slimme gebruik van de camera’s. Extra compliment voor Jessie Wilms die met veel energie de voorstelling draagt.” -‐ Thea van der Heijden “How to play Francesca Woodman is een toneelstuk met vier vrouwen die elk de hoofdpersoon en enkele van de nevenpersonen spelen. Het leven van de jong door zelfmoord om het leven gekomen fotografe wordt indringend en bij momenten op virtuoze wijze gebracht. Er wordt slim en effectief gebruik gemaakt van foto's van Francesca en camera's gericht op deze foto's en de spelers. De inzet van de spelers werkt aanstekelijk; de aandacht van het publiek wordt moeiteloos vast gehouden. Toneel om van te genieten!” -‐ Huib van de Donk “Vier actrices die ieder een element uit het leven van deze fotografe verbeelden, de opstandige puber, de geobsedeerde fotografe die uiteindelijk dan toch opgeeft omdat ze door haar minnaar alleen wordt gelaten. Gelukkig hebben we de foto's nog en het was geweldig om al die foto's langs te zien komen. Vandaar een 10 voor de vormgeving.” -‐ Liesbeth Hazekamp
JUDEE SILL - SLUYSMANS & VAN WARMERDAM I.S.M. MY BABY “Spannend, leuke combi van verhaal, muziek, en bewegingstheater. Een aanrader. Prima gespeeld.” -‐ Joep Vesters “Mooi stuk, heerlijke muziek ! Zo nu en dan te kabbelend , weliswaar heel passend bij de persoon van Judee. Mooi gezongen, fijne voorstelling” -‐ Tilly Bertling “Mooi uitgevoerd stuk met erg mooi gebrachte muziek.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Mooi spel, mooie stemmen, mooie tekst, mooie foto's op de achtergrond. Zorgvuldige kledingkeuze. passend bij die tijd en bij de muizige Judee. Mijn complimenten, het was boeiend.” -‐ Annemarie Baronner “De hele voorstelling had ik een licht gevoel van gêne. Het leek of de spelers er niet echt in zaten. Niet dat ze dat niet probeerden. Ik kreeg in ieder geval niet het gevoel dat ik echt iets over Judee Lee kwam te weten dat ik niet al gehoord had in de voorbespreking.” -‐ Paul van Leeuwen “Mislukte voorstelling over het mislukte leven van Judee Sill door Sluysman & Van Warmerdam . Aan het begin van het stuk wordt een (Engelse) tekst geprojecteerd (een soort titelrol) en door doorrookte Amerikaanse stemmen uitgesproken. Die tekst was letterlijk hetzelfde als het verhaal in de inleiding van Michel Sluysman. Dat in een Nederlands toneelstuk een gesproken tekst (in het Engels) van een soort ondertiteling in wederom het Engels wordt voorzien vind ik absurd. De rol van Judee Sil werd gespeeld door zowel Lottie Hellingman als Cato van Dijck die soms zeer mooi samen dan weer geheel afstandelijk van elkaar de verschillende kanten van Judee lieten zien. Maar een ruig en spetterend leven maakten ze er niet van. Fraai was de begeleiding van de band My Baby. Toch bleef de meestal onbegrijpelijke, onverstaanbare en onvertaalbare muziek en een groot deel van de Engelstalige dialogen hangen in de vorm in plaats van de inhoud. Dat ze door Bach geïnspireerd was, heb ik niet kunnen horen. Omdat het verhaal al bekend was (door de titelrol) voordat het werd uitgevoerd, kwamen er weinig verrassingen in voor. Dat de muziek vaak ook nogal saai was, betekende dat het geheel slaapverwekkend werd. Geen boeiende avond dus, waarbij je je afvraagt waarom Sluysman en Van Warmerdam ervoor gekozen hebben Judee Sill als onderwerp te kiezen.” – Sjoerd Postma “Voordat we de zaal betreden leidt Michel Sluysmans het muziektheaterstuk in. Het zal gaan over het leven van Judee Sill een (mij onbekende) zangeres uit de jaren 70. Onmiddellijk moet ik denken aan die episode in Californië mede omdat ik net een boek uit heb dat die wilde periode zo fantastisch beschrijft. Het boek maakt goed duidelijk dat niet iedereen past in die "hippie" cultuur en hoe meer inhoudelijke bagage je hebt hoe behaaglijker je je zult kunnen voelen. Uit de inleiding blijkt dat Judee eigenlijk niet behoort tot de laatste categorie. We betreden de zaal waar muziek het eenvoudig decor vult. Het verhaal van de inleider wordt in het Engels op doek geprojecteerd. Om in de sfeer te komen? Dan gaat Judee zingen, Judee die op een bijzonder verrassende wijze vorm krijgt via een sterke regie. De zang doet denken aan andere zangeressen uit die tijd, die wel naam hebben gemaakt zonder dat je hun levens verhaal kent. Het levensverhaal van Judee -‐waarin diverse mannen een rol spelen (in wiens verhaal niet?)-‐ wordt goed gespeeld door Lotte Hellingman en Cato van Dijck. De invloed van de diverse mannen is evenwel niet herkenbaar in de muziek. Muziek die mede door het gitaarspel van Vincent van Warmerdam wel de tijd goed typeert hetgeen minder gezegd kan worden van de goed bedoelde tekst van dichteres Maria Barnas. Muziek die ik helaas niet mee naar huis nam.” -‐ Fea Boegborn “In een deels gezongen deels geacteerde voorstelling wordt het dramatisch verlopen leven van de zangeres Judee Sill weergegeven. Judee wordt door twee actrices gespeeld, die mooi in elkaar op gaan en soms weer contrasteren en zingen in close harmony. De begeleiding is ingehouden en past goed bij de zang. Het levensverhaal van Judee wordt muzikaal gevolgd en biedt geen verrassingen. De gezongen liedjes zijn aangenamer en interessanter om te beluisteren dan sommige van de songs uitgevoerd door Judee Sill zelf. Op de achtergrond worden beelden geprojecteerd die niet altijd het verhaal ondersteunen, maar ook niet storend zijn. Een voorstelling om heerlijk naar te kijken en luisteren.” -‐ Huib van de Donk “In een poëtische voorstelling maakt de toeschouwer kennis met de muziek en het levensverhaal van Singer-‐songwriter Judee Still. Omdat ik de heldere inleiding van Michel Sluysmans had gevolgd, begreep ik aardig de verhaallijn; wat me moeilijk lijkt als je het zonder die informatie moet doen. Maar ook zonder die kennis is het een waardevolle voorstelling, omdat er prachtig in gezongen wordt door Lottie Hellingman en Cato van Dijck. Mooi is de vondst deze twee samen de rol van Judee te laten spelen. De muzikale vormgeving is vaak teer en ontroerend. Het spel van Michel Sluysmans is sterk; steeds weet hij helder verschillende mannen uit het leven van Judee neer te zetten. De vormgeving, met name de projecties zijn ondesteuend aan de voorstelling.” -‐ Joke Feitsma “Door de voorstelling met de levensloop van Judee Sill te beginnen ben je als kijker goed voorbereid op wat komen gaat. Ook is meteen duidelijk dat het om een bijzonder persoon gaat. Het begin vind ik heel sterk, direct is duidelijk wie de jonge en wie de
oudere Judee is. Sluysmans & Van Warmerdam ism My Baby tonen een vrouw die al van kinds af aan eenzaam is. Haar omgeving (mannen) was aardig voor haar zolang ze nuttig was, verder heeft ze niet veel geluk gehad in haar leven. Haar vlucht in drugs is tragisch. De films op de achtergrond sluiten goed aan bij haar gevoelens. Veel bewondering oogst de livemuziek, prachtig. De voorstelling straalt rust uit zonder dat het saai wordt of het afbreuk doet aan het tragisch verlopen leven van Judee Sill. De biografie, Judee Sill, vormgegeven in muziektheater is een geslaagde voorstelling.” -‐ Thea van der Heijden “Ontroerende muziektheater. Het was een vondst om de kwetsbare figuur van Judee Sill te laten vertolken door twee vrijwel identieke speelsters. Het leverde prachtige duetten op. Een geweldige voorstelling.” -‐ Liesbeth Hazekamp “Dun verhaaltje gelardeerd met leuke zestiger jaren muziek.” -‐ Renée Torn
KUNST – DOOD PAARD / TG STAN “Goed gespeeld en goed stuk. Belgische acteur af en toe slecht te verstaan. Licht heel fel, vermoeiend bij zo'n lang stuk. Had een half uur korter gekund. Mooi hoe de acteur met dat schilderij rond danste. Stemt tot nadenken over hoe je met vriendschap om moet gaan. Alles zeggen wat je denkt is harteloos, dat toont het stuk goed aan. Dekor was wel heel schamel en koud. Ik begreep de funktie van de af en toe door het beeld lopende technicus niet.. Het nagesprek met Ysmina Reza was echt een hele mooie aanvulling en goed gedaan door A. korteweg!” -‐ Hillie Kuipers “Amusant, origineel en met verve gebracht.” -‐ Annemarie baronner “Geen voorbespreking, helaas weer niet, maar de naam Reza klinkt Perzisch en daar kwam/komt zoveel poëtisch vandaan... Sprookjes uit hoeveel nachten? Enorm teleurgesteld word ik door het decorloze toneel, de slechte akoestiek, maar met de titel "kunst" in mijn gedachten gaat het deze avond vast goed komen nog. En ja hoor, daar verschijnt het voor te veel geld gekochte schilderij eindelijk op het toneel. De discussie die zich daarna ontwikkelt tussen drie "veronderstelde" vrienden gaat helaas niet over (zoals de flyer suggereert: wat mag een schilderij kosten, is het relevant dat de staat geld besteedt aan kunst, moet kunst gesubsidieerd worden o.i.d. ) de problematische tijd waarin de kunst zich momenteel bevindt. Ik verwachte meer maatschappijkritiek te horen over kunst dan in de flyer stond, maar daar ging de dronkenmanspraatachtige avondvullende alledaagse ruziescheppende tekst niet over. Beetje cabaretgevoel kreeg ik heel even, maar dat wil dood paard toch niet opwekken? Veel werk aan de winkel voor een volgend stuk jongens, raadpleeg wat dames als je ruzie wil verbeelden, die kunnen echt zelfs hilarische ruzie maken. Beslist ook over kunst.” -‐ Fea Boegborn “Het stuk is gebaseerd op een tekst van Yasmine Reza, die ook in de zaal aanwezig is. Het is een van haar beroemdste stukken. Een groep vrienden discussiëren over een abstract kunstwerk dat één van hen voor veel geld gekocht heeft. De verschillende karakters van de vrienden worden met verve neergezet door de spelers. Ze beginnen op een leeg toneel dat gedurende de voortgang van de voorstelling steeds voller raakt. De ongemakkelijke sfeer tussen de spelers wordt soms uitgebreid tot het publiek. Het wordt het publiek soms ook ongemakkelijke gemaakt: de felle lichten naar de zaal gericht waardoor je pijn in de ogen krijgt, de onverstaanbaarheid van de spelers omdat ze in een galmende holle ruimte moeten spelen, een Vlaming die nogal binnensmonds praat en paar met volle mond pratende spelers. Dan het tenenkrommend verhaal over Ivo zijn moeder. Allemaal kleine pesterijen die de schrijfster zich permitteert om het publiek te provoceren. En dit alles met als onderwerp het witte schilderij van een bekende naam, waardoor het extra duur is en dus extra goed. Maar het gaat niet over kunst. Het gaat over geld en over beroemd zijn. De kunst-‐provocatie wordt feitelijk niet alleen door het schilderij vormgegeven maar ook door de schrijfster zelf (Yasmina Reza (°1959) is een Franse schrijfster en actrice. Haar vader was een Joods-‐Iraanse ingenieur van Russische afkomst, haar moeder een Joods-‐Hongaarse violist)" die zich beroemd wetend, koketterend met haar afkomst (Frans, Russisch, Iraans, Hongaars en 3 keer Joods), ons een leeg toneel weet voor te schotelen gelardeerd met een heel scala aan leuke, verwarrende, boze, schmierende, kitscherige en oppervlakkige dialogen, monologen en verkleedpartijen. Kortom een capita selecta van toneelstijltjes die nergens tot een geheel of tot diepgang geraken. Het is entertainment geworden en de kunst is de dupe.” -‐ Sjoerd Postma “Voor mij is dit een gedateerd stuk; regelmatig door de 4e wand breken heb ik al te vaak gezien en voegt niets toe. De eerste helft vind ik te langdradig en te hoogdravend; een eindeloze en slecht te verstane discussie over wat nu kunst is. De 2e helft is beter; hierin worden de onderlinge verhoudingen goed neergezet. Het acteerwerk is goed. De vormgeving voegt ook niets toe; het opbouwen van het volledig kale toneel had beter achterwege kunnen blijven. Door de kale vorm was zowel het beeld als de akoestiek slecht.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Het kost mij vaak enige moeite om 'in het stuk' te komen. Deze keer had ik daar veel last van aangezien de regisseur besloten had om het binnenkomen in de zaal geleidelijk over te laten gaan in de ontwikkelingen op de toneelvloer. Dat lag m.i. niet aan de spelers, die konden alledrie -‐ zoals in het verloop van het stuk wel bleek -‐ uitstekend hun personages laten spetteren. Verder had ik -‐ hoewel ik op de frontrij zat -‐ veel moeite om de dialogen te verstaan, vooral van Frank Vercruyssen. Ik ben perceptiedoof wat betekent dat het minste of geringste bijgeluid het mij vrijwel onmogelijk maakt om het gesprokene te verstaan. Versterking van het totale geluid -‐ zoals met een hoorapparaat of ringleiding -‐ helpt niet. Daar kunnen de spelers niets aan doen maar het achtergrondgeluid dat in de eerste 15 minuten te horen was deed mij de das om. Ik heb er genoeg van op kunnen vangen om dat erg jammer te vinden. Wellicht is het een idee om voor mensen als ik de tekst visueel beschikbaar te hebben.” -‐ Paul van leeuwen “Onverstaanbaar door sterk Vlaams accent en zonder microfoon van het publiek af praten. Ook door het onttakelde toneel was het geluid slecht.” -‐ Renée Torn “Een prachtige uitbeelding van de relatie van drie vrienden rondom discussie over kunst. In weerwil van de aankondiging dat dit stuk over kunst zou gaan en de vraag zou behandelen waar de grens ligt tussen kunst en niet-‐kunst gaat dit stuk over vriendschappen en de bedreigingen van deze vriendschappen. Het stuk wordt met overtuiging en dramatiek gespeeld, gelardeerd met humor, soms hilarisch. Situaties worden telkens gekanteld, bijna eindeloos en
afgesloten met een komische slot scene. Het decor is sober, doelmatig zei het met een uitstalling van voorwerpen die niet ter zake doen.” -‐ Huib van de Donk “Ik vond het een geweldig stuk, waarmee ik echter 1 probleem had. Een van de 3 spelers, van wie ik de naam niet weet (maar hij was degene die het kunstwerk a raison van 60.000 euro van zijn vriend negatief beoordeelde) soms slecht kon verstaan. Dat lag niet aan mijn gehoor, maar aan het feit dat deze persoon vaak te snel sprak en dan ook nog met een sterk Vlaams dialect. Ik weet niet of je van een Vlaams dialect of Vlaamse taal moet spreken, maar feit is dat ik deze acteur dikwijls niet kon volgen. Dit is jammer, want voor het overige heb ik erg van het stuk genoten!” -‐ Marjan Duijm “Waar het accent op de chemie van drie vrienden had moeten liggen, staat in de aankondiging de meningsvorming over kunst/geen kunst voorop. Dezelfde meningen over kunst/niet kunst, wat mag kunst kosten, verschillende keren voorbij zonder dat er bij de personen een ontwikkeling merkbaar is. Hoewel soms met humor gespeeld miste hadden de gesprekken geen diepte. Het geheel komt niet over als drie mannen die al een lange tijd met elkaar zijn bevriend. Na lange vriendschap heb je aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen, en ken je elkaars smaak wel. Het stuk werd wel met overtuiging en veel inzet gespeeld. Het decor is sober maar doelmatig. Van de uitgestalde voorwerpen is niet te zien welk doel ze dienen.” -‐ Thea van der Heijden “De wat rommelige vormgeving en het geregeld van outfit veranderen leidden in het begin wat af, maar door de tekst en het spel wordt je betrokken bij deze crisis in een jarenlange vriendschap. Enkele toevallig voorvallen (een wit schilderij van € 60.000 en een voorgenomen huwelijk) maken jarenlang smeulende ergernis los. Het gaat er hard aan toe, maar uiteindelijk blijkt deze vriendschap daartegen bestand. Adembenemend, spannend en hilarisch. En dan achteraf nog uitleg door de schrijfster zelf. Mooier kan het niet.” -‐ Liesbeth Hazekamp “Een wit schilderij brengt heel wat aan het licht in de voorstelling 'Kunst' van Dood Paard en TG Stan. Deze, inmiddels klassieker van Yasmina Reza brengt een actueel thema voor het voetlicht: wie bepaalt wat kunst is en de waarde daarvan. Essentiëler in deze voorstelling is de observatie van een vriendschap. Hie staat de vriendschap tussen drie mannen ervoor na 15 jaar? De aankoop van een wit schilderij van € 60.000 door Serge is de aanleiding tot het fileren van die vriendschap. Aanvankelijk mild, maar allengs in de voorstelling worden de oordelen en verwijten in pittige dialogen steeds grimmiger. Beurtelings worden de vrienden door elkaar onder handen genomen. De arrogante Serge, de cynische Marc en de sullige Ivan. Wat is de essentie van het schilderij....wat is de essentie van hun vriendschap. Om tot een antwoord te komen op beide vragen is het van belang om goed willen te kijken. Het decor is aanvankelijk een nagenoeg leeg toneel dat gaandeweg invulling krijgt. Jammer dat de acteurs geen micrifoons gebruikten; ik zat vrij bovenin de zaal en heb een groot deel van de tekst gemist.” -‐ Joke Feitsma
LOOKING FOR PAUL - WUNDERBAUM “De voorstelling bestaat feitelijk uit 2 onderdelen. Het eerste deel (het voorlezen van de e-‐mails) vond ik inspirerend. Qua tekst, vormgeving etc. Deze kwalificatie gaat m.i. niet op voor het 2e deel: een performance á la Paul McCarthy. Te lang, en in zekere zin déjà vu met een oudere voorstelling van Wunderbaum (te weten: Venlo). Een voor Wunderbaumb te gemiddelde voorstelling.” -‐ Joep Vesters “Een korte, leuke inleiding vooraf, waardoor je direct in het begin van de voorstelling er vól in zit. Mooie extremen in de vormgeving: de “saaie” e-‐maillezingen (deel 1) die plotseling omslaan in de meest ongecensureerde, ogenschijnlijk ongecontroleerde, en shockerende, betekenis-‐ en moraalloze, rauwe dierlijke scenes (deel2). Geweldige (mix van) acteurs, wat mij betreft: taal (deel1) en fysiek (deel2). Een bijzondere voorstelling: en het werkt! Gevoelens van bewondering en schaamte en onzekerheid en -‐veel-‐ humor wisselen elkaar af bij het ondergaan. Een beeld van de totstandkoming van een voorstelling zonder leiding/regie, van de openhartige samenwerking en wanhoop van de betrokkenen. Geeft het helderheid over het “thema” -‐wat is de betekenis van al dan niet gesubsidieerde kunst-‐ ? Nee, gelukkig geen “boodschap” maar waarnemingen en de verbeelding (of beter: uitbeelding) ervan. Mijn favoriet was toch eigenlijk Ines, het meisje van de boekwinkel. Ik had nooit eerder iets van Wunderbaum gezien en ben nu wel benieuwd naar hun volgende, ongetwijfeld ándere, voorstelling(en).” -‐ Steven van Dissel “Van Wunderbaum hoef je geen comfortabel avondje-‐uit te verwachten maar de voorstelling 'Looking for Paul' vraagt wel heel wat incasseringsvermogen. Dat het stuk veel discussie op gang brengt is zeker: kunst in openbare ruimte, subsidies, ethiek, ontregelende functie van kunst. De voorstelling is in drie fasen en iedere fase heeft een geheel eigen sfeer. Het eerste deel, met de nerveuze boekenverkoopster Inez is hilarisch; heel goed geacteerd door Maartje Remmers. Dan volgt het voorlezen van onderling verstuurde mails, op weg naar de voorstelling in LA. Bijzonder is dat deze setting, de acteurs op een rijtje in plastic stoelen, niet verveelt. Mooi is te zien hoe gezamelijke belangen en persoonlijke ideeën gaan botsen. Tenslotte deel drie: daarvoor moet de toeschouwer een sterke maag hebben. Diverse performances van Mc Carthy worden als een ratjetoe opgevoerd waarbij ketchup, mayonaise, chocoladesaus en augurken belangrijke ingrediënten zijn. Na een poosje voelde ik me zeer verwant met de Inez uit het eerste deel: Heidi, die aan een als buttplug dienende augurk knabbelt.....bespaar me die details, die hoef ik niet te zien.” -‐ Joke Feitsma “Een zeer verwarrend stuk, even verwarrend als het werk van Paul McCarthy. De mailteksten tekenen de moderne wijze van communiceren. De scenes n.a.v. het werk van McCarthy zijn rauw, heftig en boertig.” -‐ Liesbeth Hazekamp “De voorstelling laat zien dat het werken in een collectief zich afspeel in het spanningsveld tussen de keuze voor de groep en de eigen creatieve denkbeelden. Het proces om tot een voorstelling te komen is zeer moeizaam. Het eigenlijke onderwerp de bekostiging van kunst, (overheids-‐)subsidie versus particulier initiatief is met als voorbeeld Paul McCarthy’s beeld Santa Claus is zonder inleiding niet heel duidelijk. Wel laat ze zien dat ‘kunst’ ondefinieerbaar is en afhankelijk is van wat de gek er voor geeft. Ik waardeer het lef om op deze wijze de discussie aan te gaan over de financiering en de vorm van ‘kunst’. Het eerste deel, de voordracht van Inez van Dam, is persoonlijk en er wordt een kwetsbare inwoonster van Rotterdam neergezet. Het tweede deel, het voorlezen van emails, is origineel en heeft humor maar mist op den duur de spanning van de dialoog. Hetzelfde geldt voor het derde deel, de persiflage op de filmpjes van Paul McCarthy. In het begin grappig, op den duur onsmakelijk en gênant, kortom dat mag korter.” -‐ Thea van der Heijden “Wel lef om gezeten voor het publiek je tekst voor te lezen. Maar het pakte zeer goed uit. Gelukkig alles gelardeerd met veel humor. Ik heb genoten en gelachen. Minpuntjes: -‐ Persoonlijk ben ik niet dol op het af en toe helse niveau van de geluidsinstallatie. -‐ De slotscene had voor mij de helft korter gekund. De boodschap was al gauw duidelijk. Overigens had ik die niet zo snel doorgehad als ik die maffe video van Paul McCarthy niet van te voren gezien had.” -‐ Paul van Leeuwen “Slecht begin van nieuwe reeks 2014-‐2015 toneelkijker. Eerste deel te makkelijk; oplezen van tekst. Tweede gedeelte ; kabouter Plop voor volwassenen. Echt een aanfluiting. Ik heb 2 x geklapt uit beleefdheid en voor de "moeite". Opstaan heb ik alleen gedaan om mij naar de uitgang te begeven ” -‐ Renée Torn “Vanaf het begin zet dit stuk je op het verkeerde been, roept het vooral vragen op: is Inez een leek -‐ geweldig gespeeld in haar nervositeit. De e-‐mail dialogen waren bij tijden absurdistisch, totaal niet aansluitend, maar daarin heel geloofwaardig. De tweede helft had korter gekund, aandacht verslapte, mensen namen afstand. ook hier speelde de vraag of deze kunst
gesubsidieerd moet worden. En Inez heeft haar wraak gekregen. Er is na afloop veel gediscussieerd, jammer dat makers of Cees er niet waren. Als dat in het vervolg het beleid is zoals ik begreep, is dat een verlies.” -‐ Marijke Hoff “Het begin leek nog veelbelovend, maar met het eindeloos voorlezen van e-‐ mails werd het wel een erg makkelijk gemaakt stuk dat niet meer boeide. Het eindspektakel was gewoon erg goedkoop en smerig. Kunst mag best provoceren of grenzen verleggen maar dit is te makkelijk gemaakt. Hier zou inderdaad geen belastinggeld naar mogen gaan. Wil je een statement maken of een grens verleggen doe het dan goed.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Wunderbaum gebruikt het maken van theater zonder vrijgestelde regisseur om de discussie over Santa Claus van Paul McCarty te verbeelden door de chaotische en paniekerige sfeer weer te geven van de theatergroep voor de eerste uitvoering. Na de aanklacht van Inez, die tegenover het beeld woont en werkt, leest de groep de e-‐mails voor en reageert amper direct op elkaar. De reacties op elkaar worden uitgesteld weergegeven zodat er een reeks monologen ontstaat. Dit geeft een mooi dramatisch effect maar ruim een uur is lang voor zo'n statische performance, ook al houdt de humor de kijker lang bij het stuk. Het tweede deel geeft een potpourri van McCartney's werk en roept herinneringen op aan oudere films als de Grand Boeuf. Is hier sprake van kunst? Het antwoord is ja omdat deze caleidoscoop uiteenlopende reacties oproept van instemming (McCartney zelf) tot bevestiging dat McCartney's werk letterlijk kinderwerk is (anale fase). Of probeert de groep taboes die in de 60-‐er en 70-‐er jaren van de vorige eeuw reeds geslecht zijn opnieuw te attaqueren, net als McCartney? In ieder geval zet het tot discussie aan; dient kunst altijd mooi te zijn of mag het ook lelijk maar provocerend en prikkelend zijn. Het eten van een boterham met pindakaas zal na het zien van deze voorstelling nooit meer hetzelfde zijn.” -‐ Huib van de Donk “Orgineel, net niet plat wat natuurlijk moeilijk is ivm kabouter butplug. Onderhoudend en wel aardig gebracht.” – Tilly Bertling “Wunderbaum, de groep waarnaar ik altijd uitkijk om nieuwe producties te zien, eigenlijk tge ondergaan. Ik had dan ook uitgekeken naar deze voorstelling. Maar wat een debacle...... Een schitterend begin, de mail uitwisseling tussen de verschillende personages, het enthousiasme van de spelers, uitkijkend naar een super performence. En dan uiteindelijk: HET RESULTAAT. Een soort van "seksuele ontlading tussen alle partijen, een soort orgie in de breedste zin van het woord?" Niet shockerend, wel frusterend. What in the hell is going on. Jammer.” -‐ Gerda Heethuis “Na een hilarisch begin met een onbeholpen presentatie van de stad Rotterdam en het bezwaar tegen het beeld van kabouter Butplug, volgde een verrassend deel waarin E-‐mails werden voorgelezen. Dat lijkt statisch, maar was het absoluut niet! Geweldig hoe de spanning werd opgevoerd. Het derde deel was chaotisch, vies en te lang. Zonder de inleiding zou ik die ook niet begrepen hebben.” -‐ Margreet Iskra “ Het spel en de vormgeving is in het tweede gedeelte bijzonder origineel en levendig, Werken van de 'ketchupkunstenaar' Paul McCarthy worden nogal plastisch gespeeld. Veel te zien en te ruiken. Op regiegebied wordt in het tweede gedeelte ook de climax bereikt, waarbij je tijdens het eerste gedeelte wel wat zitvlees moet hebben, een tikkeltje langdradig.” -‐ Gerda van Doorn “Heel verrassend concept en heel erg goed gespeeld! Nog vaak aan terug gedacht en zelfs kabouter Budplug onlangs bekeken in Rotterdam!” -‐ Hillie Kuipers
MACBAIN – DOOD PAARD “Goed gespeeld door beide acteurs. Alles klopte in dit spel. Heb bewondering voor de verschillende personages die ze moeiteloos speelden en naadloos in elkaar over lieten gaan. En...dat het nog goed te volgen was.” -‐ Renée Torn “Geen idee wat er vanavond getoond zal worden. Van Dood Paard heb ik al wel gehoord en vermoedelijk ook wel iets gezien. Er is geen inleiding en dat helpt dus niet bij het opfrissen van het geheugen, maar dat is ook niet nodig wellicht. Met een aanstekelijk lachje worden wij vanaf het toneel in de zaal verwelkomd. Een mooie bank en wat prullaria eromheen en een heel bijzonder plafond. Onlangs zag ik in noord Iran bestek bijzonder mooi gedrapeerd. Zal eten centraal staan deze avond? Twee mensen dagen elkaar voornamelijk in woorden uit, en als het aan woorden ontbreekt of.. als er iets anders speelt of gaat spelen, is er een onheilspellend onweer op tilt. Het decor veranderd weinig maar het verhaal lijkt over iets anders te gaan, of is er toch iets gemeenschappelijks: volg ik het allemaal wel, is de rode draad alleen het woord bloed of daaraan verwante gebeurtenissen? Beslist een avond waar je moe van wordt zeg, lekker bezig geweest!” -‐ Fea Boegborn “Gillis Biesheuvel en Manja Topper zitten op de bank op ons te wachten als we binnenkomen in de zaal. De waanzinnigheid druipt er al af, door het schrille geluid dat Manja met haar lach weet te produceren. De zware stem van Gillis geeft een goed contrast. De teksten, goeddeels uit Macbeth geplukt, worden, half Nederlands en Engels, op schijnbaar willekeurige momenten geciteerd. De verhaallijn wordt pas langzaam duidelijk. Met oorverdovend geweld komt de waanzin boven. Het bos van Birnam rukt op in de vorm van een plafond dat op je afkomt, een plafond dat gevuld is met bestek, een soort "gedonder in de glazen". Hele scènes spelen zich achter de bank af met een soort poppenkast effect. Geluid en decor zijn heel effectief, al is het niet mijn smaak. Er blijft veel verborgen in deze voorstelling, het verhaal van Macbeth is slechts schetsmatig aanwezig (de hoogtepunten: Heksen, voorspelling, de koning, de moord op de koning, de niet uit een vrouw geborene en het bos van Birnam) en het verhaal van Kurt Cobain wordt al helemaal niet duidelijk. Als je het verhaal niet zou kennen, dan was er echt geen touw aan vast te knopen. Blijft over de geweldige prestatie van de spelers die deze krachttoer meerdere avonden achter elkaar moeten volbrengen. Dat verdient respect, maar of dat voldoende is om een zaal te vermaken blijft de vraag. ” -‐ Sjoerd Postma “de teksten waren snel en de figuren liepen erg in elkaar over wat ik erg goed vond. Met de reacties om mij heen voelde ik wel dat mensen moeite hadden met de types uit elkaar te houden. ik vond het heel knap , veel tekst en prachtig decor met de glasvezel achterwand en tafel met bestek. muziek heel indringend maar wel erg hard!” -‐ Tilly Bertling “Fantastisch. Heel goed om hiermee een toneelkijkerseizoen mee af te sluiten. Het is moeilijk om nog terugkijkend naar de voorafgaande voorstellingen in deze serie om 100% zeker te zeggen dat dit de beste was maar in elk geval zit hij bij de beste 2 of 3. Mijn oren hebben nog een tijdje nagesuisd van het geluidsgeweld, maar ook dat hoorde er gewoon bij. Mentaal suisde het ook nog even na. De energie van de twee spelers spatte er af. Geen zwak moment. Gelukkig was er ook voldoende ruimte voor humor van de absurdistische soort, daar hou ik van. En verder prachtige teksten als bliksemflitsen. Genoten.” -‐ Paul van Leeuwen “Het spel was geweldig, maar de overige elementen vergen erg veel aan kennis van het klassieke repertoire en de grunch. Als die ontbreekt, en er bovendien geen voor-‐ of nagesprek is, is het spartelen voor een eenvoudige toneelkijker.” -‐ Liesbeth Hazekamp “Het lachen, dat zo aanstekelijk klinkt als je de zaal binnenkomt, en maar door gaat en maar door gaat, tot op het hysterische af, plaatst je direct middenin dit beroemde drama. Een drama, knap door Gerardjan Rijnders geschreven naar teksten van Shakespeare's Macbeath en fragmenten referend naar het turbulente leven van Nirvana-‐zanger Kurt Cobain en zijn vrouw Courtney Love.De decors zijn schitterend. Het naar beneden zakkend glazen plafond uniek. Een voorstelling die in je lijf doorsiddert. Extra opmerking: dit stuk is gemaakt als collectief, er wordt geen regisseur genoemd. Heel knap in elkaar gezet. Aanrader.” -‐ Gerda Heethuis
MOE MAAR OP EN DOLEND - ABATTOIR FERMÉ “Erg slechte performance, met als dieptepunt het blazen op een roltong. Geen inhoud, geen tekst, te makkelijke uitvoering en ook nog slechte zang.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Onthechtend, verwarrend en toch dichtbij. Die woorden komen bij mij op na het zien van deze voorstelling. Zeer intens gespeeld.” -‐ Joep Vesters “Ik vond het een onbegrijpelijk en nogal smakeloos stuk. Ik heb niet kunnen doorgronden wat nu de rode draad in het stuk was: een man met 2 vrouwen, van wie de een " ingekleid" werd (reden?) en de ander gedurende lange tijd erotische / pornografische (?) bewegingen maakte.” -‐ Marjan Duijm “De titel is treffend gekozen, de acteurs dolen voor zover ze al iets doen, bereiken geen doel en komen vermoeid over. Het stuk is zeer traag, er is weinig tekst, behalve de voice-‐over slecht te verstaan en de effecten (meisje uit koffer, meisje onder tafel) zijn te doorzichtig. In een achteraf gelezen recensie wordt de indruk gewekt dat het gaat om het syndroom van Cotard, een veel te zeldzaam en onbekend syndroom om zonder uitleg in een stuk op te nemen. Helaas heeft de groep de kans om vooraf een toelichting te geven laten liggen. Een hoogtepunt is het gelijktijdig op twee uitrol toeters blazen -‐;). Experimenten dienen niet geschuwd te worden, helaas was dit een experiment wat weinig oproept. Er wordt veel gerookt in het stuk wat hinderlijk is voor de bezoekers. Kortom weinig tekst en weinig drama, een uur kan dan erg lang zijn. Hulde aan het zeer gedisciplineerde publiek.” -‐ Huib van de Donk “Misschien is een 5 nog wel teveel. Ik voel me niet bevoegd om over deze voorstelling te oordelen want ik begrijp hem niet. Ik heb ergens iets gelezen over de ge-‐depersonaliseerde mens waar we mee geconfronteerd worden. Dat is een kijk op de wereld die ik niet deel. Het is dat ik op de voorste rij was gaan zitten anders was ik misschien wel voortijdig opgestapt. De acteurs krijgen van mij wel een pluim voor hun moed om in een dergelijk stuk op te treden. Vandaar mijn applausje aan het eind.” -‐ Paul van Leeuwen “Bij het betreden van de zaal moeten we ons op verzoek haasten. En dat is niet erg want ik ben zeer benieuwd. Het is er nogal donker en er staat weinig op het podium: iets in plastic gehuld met zwaailicht. Er klinken geluiden -‐een soort eindeloze reeks-‐ die je naar je binnenste voeren. Daar komt dan een naakte man uit (Chiel van Berkel). Engelse teksten larderen het spel: een aankleedpartij van de man, een vrouw uit een doosje, een tweede vrouw ook al zo lenig (Mieke Laureys en Tine Van den Wyngaert, geen zussen dus?). Ik kan niet goed volgen of de tekst bij het verbeelde past, iets toelicht. Dan wordt op bizarre wijze een vrouw in vette klei gepakt er ontstaat een heuvellandschap waarover daadwerkelijk met een dinkeytoy wordt gereden. Het is evenwel niet lachwekkend wel indrukwekkend maar welke indruk. Het zou het dolen kunnen zijn, ach ik weet het niet, het aanschouwde komt allemaal zo onsamenhangend, zo zinloos over. Net als roken. Erotische driften....die gruwelijkheden symboliseren. Nee, enthousiast ben ik niet.” -‐ Fea Boegborn “Helaas was er geen inleider te vinden die iets wilde vertellen over wat we te zien zouden krijgen of over de bedoelingen van de schrijvers, spelers of regisseur. Een groot gemis bij een voorstelling als deze. De entree tot de zaal begint al spannend, omdat we allemaal tegelijkertijd de zaal in moeten. Daar was niet veel te zien, behalve een plastic zak waarin een zwaailicht ronddraaide en waarin zich enige beweging voordeed. Hier hebben we heel lang naar zitten kijken tot er een blote man uit kwam. Hij gedroeg zich een beetje exhibitionistisch. Zoals Henk Jurriaans zich als levend kunstwerk in 1969 het Stedelijk Museum tentoonstelde. En daar begint het stuk dan ook op te lijken, of misschien moet ik het niet over een toneelstuk hebben, maar over een performance. Het is immers geen stuk: er zit geen kop of staart aan en er zit geen verhaal in. Het is kunst. Kunst die schokkend is en provocerend en die je meeneemt, maar inmiddels wel erg gedateerd is. Hier schrokken we misschien 40 jaar geleden van en sommige mensen werden er boos over. Nu niet meer. Verkrachtingen zijn erg genoeg, die hoeven niet nog eens uitgesponnen te worden, als er geen functioneel verhaal omheen zit. De teksten, bestaand of verzonnen, waren meestal onverstaanbaar of onbegrijpelijk, waarbij het niet hielp dat het in het Amerikaans Engels werd gesproken. Een gewoonte waar steeds meer theatermakers gebruik van maken om zich "Internationale Allure" aan te meten, maar die niet over komt als ze door Nederlandstaligen gesproken worden in een zaal waar alleen Nederlanders zitten. De muziek, of beter het geluid was onheilspellend, evenals het licht. Toen de voorstelling afgelopen was bleek hij maar een uur te hebben geduurd, terwijl ik het gevoel had dat er wel twee uur voorbij waren gegaan. Een teleurstellende avond.” -‐ Sjoerd Postma “Moe wel, nauwelijks op en van het dolen heb ik niets gezien. De bedoeling van het stuk is geheel onduidelijk. Er is kop nog staart aan te ontdekken. De teksten zijn slecht te verstaan en de samenhang tussen verschillende onderdelen is raadselachtig.” -‐ Thea van der Heijden “Een voorstelling waarin niet echt wordt gesproken, een geluidsband met flarden van gesprekken draait mee. Als kijker blijf je moe en dolend achter na het zien van schokkende, onbegrijpelijke beelden, die langzaam beginnen, maar steeds heftiger worden.” -‐ Margreet Iskra
“Met stijgende verbazing naar dit stuk gekeken, maar na afloop wist ik echt niet wat ik nu gezien had. Is het allemaal fantasie? wat is er echt? In ieder geval voelde ik me, zoals voorspeld, een verwarde voyeur.” -‐ Liesbeth Hazekamp
SCHOTLAND - ORKATER / DE NIEUWKOMERS / LORE DIJKMAN “Muziek beter dan het stuk. Decor mooi.” -‐ Renée Torn “Ze deden hun best, maar het was kinderachtig en het deed mij denken aan een goedbedoelde voorstelling vaneen middelbare school. Mooi decor.” -‐ Annemarie Baronner “Ondanks het prima spel, ondersteunt door de muziek, goede teksten en mooie vormgeving vind ik het eindresultaat van het stuk niet geweldig, omdat ik er niet veel van heb begrepen.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Volgens mij beetje blijven steken in veelbelovend. Het idee is goed, de vormgeveing en de muziek zijn uitstekend maar ik had het idee dat de spelers er niet in slaagden mij het bedoelde gevoel van dreiging en onheil te geven.” -‐ Paul van Leeuwen “Eindelijk weer eens een voorbespreking, voor toneelkijkers..... en wie zijn er nog meer...? Lore Dijkman verhaalt over het schrijven van dit toneelstuk slechts(?) gebruikmakend van de twee broers uit het boekenweekgeschenk uit 1998, van A.G.: een geschenk, dat weinig verheffends heeft gedaan met de mooie titel/het oorspronkelijke verhaal: de heilige antonius. Heel snel al blijkt haar tekst af, vertelt Lore en dan lijkt er een heel proces na te komen. Met een volle lach laat ze prachtige foto's zien (ter voorbereiding van het decor? enig idee aan welk publiek .... de gemiddelde theaterbezoeker heeft die plaatjes al lang ervaren). Waarom die uiteindelijke (kleur) keuze, ik mag die vraag stellen... uiteraard, maar ik wil me laten verrassen. De keuze van de kostuums, werkkleding werd het vertelt ze met dezelfde lach ....de overal dus, maar niet waarom en niet waarom niet de schotse rok of de toverall want ze wil iets toverachtigs... Geen idee wat me te wachten staat (wordt het lachen???). Muziek hoor ik, als ik de zaal betreed met een decor geheel in kleur die overeenstemt met de door de schrijfster gesuggereerde. De gezichtsmimiek van één van de broers valt me op. Zou dat iets betekenen? Het stuk dat wordt gespeeld blijft erg simpel, bij het kinderlijke af en de gebaren (wat is toneel eigenlijk, laten zien wat voor standjes je kunt aannemen?) niet relevant, komt dat omdat de tekst misschien niets heeft?” -‐ Fea Boegborn “De inleiding van Lore Dijkman wordt verlevendigd door plaatjes uit haar computer. Ze vertelt hoe de voorstelling tot stand is gekomen en verraadt reeds enkele dingen die we te zien krijgen, zoals de kleding van de spelers en het decor. Merkwaardig was dat ze vertelde dat de test van het stuk reeds af was, althans "het stuk was klaar" voordat er nagedacht werd over het decor, de kleding en de regie. Het stuk zelf werd gedomineerd door het prachtige decor, een opblaasbaar duinenlandschap of een uitgestorte zak frieten die af en toe tot leven komt. De absurdistische omgeving werd hierdoor gezet, maar de functionaliteit van het decor t.o.v. de tekst is mij een raadsel. De tekst was een flinterdun verhaaltje waar de spelers, waaronder de schrijfster Lore Dijkman geen moeite mee hadden, maar die tekst was dan ook volstrekt inhoudsloos. Wat de schrijfster, spelers, regisseur en vormgever hier nou mee wilden vertellen komt bij mij niet over. Losse teksten, melige grappen en verwijzingen naar Beckett konden niet erg boeien, waardoor de voorstelling mij veel te lang duurde. Als dat prikkelend moet zijn, dan is dat aan mij niet besteed.” -‐ Sjoerd Postma “In een geelkleurig decor wordt het wachten van twee jonge mannen verstoord door de komst van een meisje. De tekst is evenals het decor surrealistisch, de fantasie heeft hier volop de ruimte. De muziek is mooi en komt soms als een verassing, hetgeen bij het surrealistische hoort. Het decor is creatief en wordt goed gebruikt. De inhoud van het stuk is niet genoeg om vijf kwartier te boeien. De tekst en speelstijl maakte een onvolwassen indruk, maar wellicht een belofte voor de toekomst. ” -‐ Thea van der Heijden “af en toe mooie tekst en de muziek was ook wel leuk. Toch maakt het geheel een matige indruk. Alsof het nog niet af is. De inleiding benadrukte ook erg dat het geheel als een experiment was begonnen en daardoor had je het gevoel alsof dat experiment nog steeds bezig was.” -‐ Hillie Kuipers “Vrolijke voorstelling, zeer creatief, mooie samenhang tussen spel, muziek en vormgeving. De inhoud miste wat mij betreft wel wat aan belang/diepte maar wel heb ik van begin tot eind geboeid toegekeken en geluisterd. Uitstekende acteurs en musici! Vooral de zang prachtig. Ga zo door! Ben benieuwd naar volgende projekt.” -‐ Steven van Dissel “Een absurdistisch situatie in een vervreemdend decor. Geïnspireerd op de heilige Antonio van Grunberg. Allen wachten op Frank, wat dan weer doet denken aan wachten op Godot of op De Bewaker van Peter Terrin. De situatie wordt steeds dreigender, onheilspellender. Loopt het uit op moord of spelen ze alleen een spel? De muziek is in elk geval goed.” -‐ Liesbeth Hazekamp
“Absurdistisch toneel, daar moet je van houden. Aan het enthousiasme van de jonge makers van Schotland ligt het niet, maar de tekst is zo onsamenhangend dat het inhoudelijk niets overbrengt. Wel prachtig is het decor en ook muzikaal is er wel iets te beleven. Helaas is dat niet voldoende voor een interessante voorstelling.” -‐ Joke Feitsma
SOLNESS - HET NATIONALE TONEEL “Sterke verhaallijn die wel wat spanning en emotie miste. Goed gespeeld maar schoot hier en daar een beetje over de top. Mooie sobere vormgeving.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Goed acteerwerk vooral "Hilde". Redelijk voorspelbaar verhaal. zeepbellen die,groot of klein, uit elkaar spatten vond ik een goede vondst.” -‐ Renée Torn “Goed doorwrocht toneelstuk. Met name de twee hoofdrolspelers blonken uit. Het decor vond ik wat steriel.” -‐ Annemarie Baronner “Uitstekende acteurs voor Solness en Hilda. De vormgeving zorgt dat het voor 100% de acteurs zijn die het stuk moeten dragen. Het verhaal is wel niet meer helemaal van deze tijd. Laat de regisseur eens durven om een ander einde voor Solness te verzinnen.” -‐ Paul van Leeuwen “Ondanks het goede spel van de acteurs (met een geweldige Anna Raadsveld), vind ik het stuk te gedateerd. Het weet me ook niet te overtuigen dat het goed is dat het nu door HNT gespeeld wordt.” -‐ Joep Vesters “In Solness worden de obsessie en angsten van een architect en de teloorgang van zijn persoonlijk leven gefileerd. In een sobere, kille vormgeving wordt prachtig spel neergezet, de twee hoofdrolspelers (Rietman en Raadsveld) zijn goed aan elkaar gewaagd en als in een steekspel dagen ze elkaar uit, naderen toe en stoten weer af, rond levensthema's die altijd blijven boeien. Na Tasso wederom een sterke uitvoering.” -‐ Huib van de Donk “Solness is in de greep van de angst voor de ouderdom en ingehaald worden door de jongere garde. Dat uit zich o.a. in manipulatie van zijn personeel en autoritair gedrag tegenover iedereen. Tegelijkertijd is het moeilijk dan wel onmogelijk weerstand te bieden aan de jonge vrouwen die zich aan hem aanbieden. Overmoed om indruk te maken op de jonge Hilde is Solness fataal. De rol van Solness wordt prachtig vertolkt door Mark Rietman, maar een compliment voor Anna Raadsveld die als Hilde krachtig tegenspel geeft.” -‐ Thea van der Heijden “meester architect, door zijn omgeving op een voetstuk gezet en zoals veel grootheden de realiteit verliezen.! mooi maar naar mijn smaak iets te verheven??” -‐ Tilly Bertling “De bouwmeester moet erkennen dat hij, ondanks al zijn gemanipuleer, de macht over zijn omgeving gaat verliezen en het meisje denkt in haar jeugdige onbezonnenheid dat alles kan en moet. Hun relatie is echter niet echt geloofwaardig.” -‐ Liesbeth Hazekamp
SOMEDAYMYPRINCEWILL.COM – SADETTIN KIRMIZIYUZ “Een schitterende voorstelling die het ene moment verbaast, dan weer ontroert, om je ook aaan het lachen te krijgen doch bovenal inspireert” -‐ Joep Vesters “Prachtig spel en muziek. Er zit veel vaart in het stuk. Het geeft een goed beeld van de dilemma's en de spagaat waarin jonge mensen uit andere culturen mee te maken hebben als ze in Nederland wonen en opgroeien.” -‐ Gerda van Doorn “Kirmiziyüz vertelt hoe zijn zusje haar grote liefde ontmoet en uiteindelijk met hem trouwt. Kirmiziyüz zet zijn eigen gekozen levenspad tegenover dat van zijn zusje. Hij zet zijn eigen opvattingen tegenover de zoektocht van zijn zusje. Het is knap zoals hij naadloos weet te wisselen tussen de personen die hij speelt. Ontroerend is te zien zoals hij in de huid van zijn zusje kruipt, de complexe relaties met haar familie weergeeft en haar wereld vertelt. Vooral het internetcontact is ondanks de complexe vragen die aan de orde komen met veel humor gebracht. Schijnbaar meegaand en willoos blijkt zij sterk en vasthoudend. Bewonderenswaardig zijn de lange monologen. De gekozen vorm met muziek en humor maakt het een mooie theateravond.” -‐ Thea van der Heijden “Dit is hoe, volgens mij, toneel moet zijn: het is een boeiend, meeslepend en ontroerend verhaal met grappige momenten. Stevig acteerwerk en muziek zonder grotesk te worden. Fijn om naar te kijken.” -‐ Jan-‐Kees Stout “De zaal is zoet rose van kleur bij binnenkomst en er wordt luide muziek gespeeld die doet denken aan een feestje dat op het einde loopt, maar door de ritmische herhaling ook nog wel uren door zou kunnen gaan. Dan verhaalt de acteur over het leven van zijn zus. Een tot een monoloog gebreide veelheid aan gespeelde dialogen, waarbij de muzikanten van de groep the Sadist vaak instrumenteel zijn. Jammer dat hun teksten niet altijd te volgen zijn. Het lijkt erop neer te komen dat Sadettin een visie wil geven op de ontregelde positie van een jonge vrouw in een sociaal culturele omgeving die heen en weer beweegt tussen traditie en vernieuwing. De acteur gaat wel erg op in zijn rol als jonge vrouw alsof hij jaloers is op het meisje, het meisje wellicht wel zou willen zijn, zoals zijn moeder dat had gewild. Dat is niet wat hij wilde vertellen……….toch?” -‐ Fea Boegborn “Wat bedoeld was als een vrolijke avond werd langdradige droevigheid. Bij binnenkomst in de zaal tref je het volgende tafereel aan: In een muzikaal bruidstaartdecor leeft een dronkenbroer zijn frustraties uit. Vervolgens tot de orde geroepen door zijn medespelers volgt het verhaal van het leven van een Turkse familie in Nederland, waarvan de dochter haar Turkse vakantieliefde trouwt omdat ze in Nederland de juiste niet kan vinden. Het hele verhaal wordt met passie verteld en in een dubbelrol met veel emotie gespeeld door Sadettin Kirmiziyüz. De belevingswereld van de hoofdpersonen wordt met veel verve neergezet. Door soms als verteller, dan weer als broer, dan weer als zuster op te treden kun je als publiek behoorlijk meeleven met het verhaal. Het verhaal zelf echter is nogal eenvoudig en banaal. Dat kun je met zo’n optreden niet helemaal repareren. De muziek, hoe onderhouden ook, hoe goed gespeeld, helpt ook niet. Het blijven onverstaanbare Engelstalige (waarom niet Nederlands of Turks?) liefdesliedjes die niks aan het verhaal toevoegen, maar slechts entertainment zijn. Daarmee ontaardt de avond dus in entertainment en wordt het geen toneel. Het droevige verhaal weten we al na een halfuur en daarna volgt er alleen maar meer van hetzelfde.” -‐ Sjoerd Postma “Van begin tot eind op het puntje van je stoel. De geschiedenis ontvouwt zich. Inkijkje in turkse cultuur. Muziek, zang en spraak gaan vloeiend in elkaar over.” -‐ Paul van Leeuwen “In vlot gespeeld muziek-‐theater zet Sadettin Kirmiziyüz met muzikale begeleiding door Trouble Man het verhaal neer van een Nederlands meisje met Turkse routes die haar liefde in Turkije vindt, vooraf gegaan door de ontzetting van haar oudere broer. De stevige rock muziek wordt mooi en soms gevoelig weergegeven maar de relatie met het verhaal is niet altijd duidelijk. Verschillende visies worden gelardeerd met humor aangereikt, het publiek mag zijn eigen conclusie trekken of in verwarring achter blijven. Hoofdrolspeler en band spelen met overtuiging, Sadettin schittert in de vrouwenrol en gaat onvermoeibaar discussies met zich zelf aan.” -‐ Huib van de Donk “Ik vond het een bijzonder levendige voorstelling, waarin tekst en muziek goed met elkaar in evenwicht waren. Bovendien nis het onderwerp zeer actueel. Kortom, ik heb zonder een moment van verveling naar het stuk gekeken.” -‐ Marjan Duijm “Het stuk werd met zoveel plezier gespeeld; toneelspel en muziek vormden een eenheid. Doordachte tekst. Er werd geen moraal aan verbonden, maar noopte wel tot nadenken. .” -‐ Annemarie Baronner “Voor mijn ogen zag ik een meisje langzaam volwassen worden en een weloverwogen besluit nemen om te trouwen. Haar bezorgde broer speelde hierin een grote rol. Fijn dat de familie haar haar eigen keus liet maken.
Ik proefde mee aan een nieuwe generatie met nieuwe denkbeelden. Dank voor mooie muziek, energiek spel met veel humor.” -‐ Tilly Bertling “Somedaymyprincewill.com is een energieke voorstelling waarin ideeën en vooroordelen over de Turkse cultuur op speelse wijze onder de loupe worden genomen. Het is de vierde en laatste voorstelling van acteur en theatermaker Sadettin Kirmiziyüz over zijn Turkse familie. In een sprookjesachtig decor vertelt Kirmiziyüz het verhaal van zijn zuster, die, als zoveel Turkse meisjes, in een lastige positie verkeert. Fungerend als hulp en tolk voor haar niet zelfredzame moeder, gedomineerd door vader en grote broer, leeft ze een weinig spannend bestaan in Zutphen. Broer Sadettin verwijt haar dat ze niks van haar leven maakt en is verbouwereerd als zijn zus besluit te trouwen met een Turk in Istanbul (ondanks tegenstribbelen van de mannen in haar familie). Verrassend is dat deze zus heel goed weet wat ze wil en een prima bestaan in Turkije blijkt te hebben. De voorstelling laat heel goed dilemma's zien, maar op zo'n luchtige manier, dat het geen zware kost is. De Sadist zijn muzikaal heel sterk, spelen van rock tot gevoelige ballads en participeren ook als acteurs. Prachtige voorstelling!” -‐ Joke Feitsma “Muziek en toneelspel zijn verweven. Muzikanten spelen ook verschillende rollen. Op een humoristische wijze wordt het thema: het accepteren dat iedereen op zijn of haar eigen manier gelukkig wordt, uitgebeeld. Toneel waar je heel vrolijk van wordt.” -‐ Liesbeth Hazekamp “In een verlaten feestzaal na een bruiloftsfeest vertelt Sadettin over de verbazing die hij heeft over de keuzes van zijn zus met wie hij in Zutphen is opgegroeid. Zij heeft namelijk besloten een hoofddoek te dragen en te trouwen met een man uit Instanbul waar ze nu ook zelf woont. In het eerste deel van de voorstelling maakt hij haar keuze belachelijk. In de loop van de voorstelling transformeert hij zich in zijn zus en wordt duidelijk waarom ze deze keuzes heeft gemaakt en ontstaat begrip voor die keuzes. De sfeer in de voorstelling kantelt en wordt ingetogener. De muziek ondersteunt de tekst en helpt de sfeer te bepalen. Het is een boeiende voorstelling die stof tot nadenken geeft.” -‐ Marijke Bruggeman “Heel goed plot, het lag voor de hand dat het meisje onder dwang naar Turkije zou zijn gegaan maar juist omdat het vrijwillig was, vond ik het goed bedacht.” -‐ Hillie Kuipers “In het decor van een verlaten feestzaal wordt het verhaal verteld van een zus. Geboren in Nederland, maar toch "terug" naar Turkije. Afwisselend zijn broer en zus -‐ een en dezelfde persoon -‐ aan het woord. Soms komisch, soms serieus. De broer begrijpt zijn zus niet. Waarom grijpt zij terug op oude gebruiken, terwijl ze modern Is opgevoed? Er wordt ook flink de draak gestoken met obsolete gewoonten uit de Turkse gemeenschap. Het geheel wordt begeleid door enthousiast gebrachte muziek in verschillende stijlen.” -‐ Margreet Iskra “Zeer goed spel van acteur en band. Alles klopte. Dit verhaal zet je aan het denken en doet je napraten over dit thema; familie, cultuur en karakter.” -‐ Renée Torn
STILTE - TONEELSCHUUR PRODUCTIES “Twee uur duurt het stuk en bij zo'n constante emotionele lading, is dat voor mij op het randje. Los van de leuke vondsten mbt licht en geluid, geeft het stuk je het gevoel dat je naar een lange psyco-‐analyse van een gezin zit te kijken. En dat is ook eigenlijk zo. Niets op aan te merken. Maar zwaar.” -‐ Joep Vesters “Goed gespeeld stuk met interessante inhoud. Het stuk kon mij helaas niet echt raken. Vormgeving vond ik erg mager en kil; ik zou zelf kiezen voor een meer vergane glorie vormgeving.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Goed gespeeld en een aangrijpend verhaal. Alle acteurs waren heel goed en goed gecast.” -‐ Hillie Kuipers “Een familie die bestaat uit vier ego’s die zichzelf stuk voor stuk de spil van de familie vinden. Geen van de gezinsleden is de belangrijkste speler, ze houden elkaar prachtig in evenwicht. Geen van de familieleden verzet daadwerkelijk enig werk. Het is aan de huishoudster om het familiehotel te redden, zij steekt als enige de handen uit de mouwen. Nergens een oplossing, het hotel is reddeloos verloren. Er is nergens een hoogtepunt, geen licht aan de horizon, maar dat heb je als je al jaren op dezelfde voet doormoddert. Een familie waar de verhoudingen volledig verstoord zijn, prachtig in een notendop neergezet. Gelukkig viel er hier en daar nog wat te lachten, anders zou je er somber van worden.” -‐ Thea van der Heijden “Ja, dit is gewoon goed klassiek theater. Goed gespeeld door alle acteurs. Je wordt in het verhaal getrokken. Zo hoort het ook. Ik heb genoten.” -‐ Paul van Leeuwen “De relaties in een gezin van twee zonen, vader en terminaal zieke moeder worden stevig neergezet en bijna analytisch ontrafeld. Overtuigend gespeeld door alle spelers, goed aan elkaar gewaagd, met een beetje humor gelardeerd zodat het stuk niet te zwaar wordt. Het blijft realistisch, alles wordt helder, niets wordt opgelost. Het decor is eenvoudig maar functioneel. Uit de toelichting gegeven door de regisseur bleek dat hij het stuk van zes naar twee uur heeft ingekort, te overwegen valt om de rol van de vijfde speler, factotum van het hotel te schrappen.” -‐ Huib van de Donk “Kille familie in een kille omgeving. Goed acteerwerk. Een beklemmend verhaal met veel onderhuidse spanning.” -‐ Renée Torn “Imponerend. 2 uur lang gebeiteld op mijn stoel gezeten. Genoten van het spel van deze auteurs. Dankzij de inleiding van Olivier Diepenhorst kunnen letten op vele extra facetten. Een toneelstuk dat officieel 6 uur zou moeten duren, samengevat in 2 uur: Subliem. Geemotioneerd door het spel van Tamara van Dop. Een avond die ik niet had willen missten. Toneelspel waar je graag naar kijkt.” -‐ Gerda Heethuis “Hoe een familie en een familiezaak ten onder gaan doordat allen steeds maar de werkelijkheid ontlopen. Geweldig spel.. ” -‐ Liesbeth Hazekamp
TANIZAKI – DE WARME WINKEL “Verrassend stuk met mooie wendingen en originele vormgeving. De erotische scenes zijn literair en esthetisch; de grenzen worden opgezocht maar niet overschreden.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Vrolijkheid alom bij de start van de voorstelling; ballorig zelfs. Knap is hoe de acteurs van De Warme Winkel kunnen switchen naar een totaal andere speelstijl binnen een voorstelling. Je kunt een speld horen vallen als de dagboekfragmenten uit De Sleutel van Tanizaki prachtig worden geprojecteerd en de acteurs nauwelijks aanwezig lijken maar met miniem spel vorm geven aan de personages uit het boek. Erotiek en jaloezie zijn de thema's die de acteurs vertalen naar hun eigen situatie. Evenals de Japanse dagboekfragmenten laten zien, blijken ook de overpeinzigen van de acteurs over de situatie en onderlinge verhoudingen tijdens het maakproces van de voorstelling heel subjectief en wordt er voor anderen gedacht. Wat is echt waar? Het bijna constante spel op de koto draagt bij aan de sfeer van deze boeiende voorstelling.” -‐ Joke Feitsma “Door verschillende vertellers eenzelfde situatie te laten beschrijven ontstaat een complex beeld. De spelers wisselen hun rollen volgens Tanizaki, in het Japan van begin 20ste eeuw, af met het beschrijven van eigen situaties tijdens het vormgeven van het stuk. Daardoor vloeien werkelijkheid en verbeelding in elkaar over. Prachtige beelden en muziek naast chaos.” -‐ Liesbeth Hazekamp “Het contrast tussen 'inleiding' en 1e deel was heel mooi. De verstilde uitvoering, begeleid door prachtige koto muziek en de stem (later?) van Mariko waren subliem. De verschillende gezichtspunten van het echtpaar op dezelfde gebeurtenis was verijkend, mooi. De dagboekteksten hadden wat korter gekund. Dat is mijn voornaamste kritiek.” -‐ Marijke Hoff “De Warme Winkel heeft hier duidelijk een mogelijkheid voor een boeiende voorstelling te pakken. Maar het is beslist niet af. Complementen voor de muzikante, de projektie van de teksten van Tanizaki. Het decor is ook goed. Zo zou je in de sfeer van de boeken van Tanizaki kunnen komen. Helaas is de uitwerking verder beneden de maat en komt vaak niet verder dan plat vertoon en Paul de Leeuw niveau humor die mijns inziens geen toegevoegde waarde hebben. Jammer. Ik zou zeggen, pak dit op en ga dit verder uitwerken.” -‐ Paul van Leeuwen “Verwarrend, maar toch te begrijpen. Ik vind het vernieuwend toneel wel goed. Niet een geweldig stuk maar de blootscenes waar nu eens acceptabel en soms zelfs ontroerend.” -‐ Renée Torn “Soms chaotisch, druk, een andere moment wat langzaam. Relatief veel onfunctioneel 'bloot'. Juist de sfeermomenten geven het stuk zijn charme.” -‐ Gerda van Doorn “Na een chaotisch begin bestaat het eerste deel van de voorstelling uit tekst via een overhead projector en stil spel van de acteurs. De noodzaak van de chaos aan het begin is me niet duidelijk geworden en het stille gedeelte duurde wel wat lang. De begeleidende Japanse muziek voegde duidelijk iets toe en was mooi. Het overgaan van het dagboek van Tanizaki in dat van de acteurs is een vondst.” -‐ Marijke Bruggeman “Ik kan de recensie niet verzenden. Invia moet ik dan indrukken en krijg dan de gestelde vragen in het Italiaans” -‐ Annemarie Baronner “Een driehoeksverhouding is ongeacht de tijd en cultuur een interessant gegeven. Zowel in de dagboeken in de roman ‘De sleutel’ als bij de acteurs draait zit de relatie vol onuitgesproken seksuele spanningen. Na het onrustige begin, waarin de spelers schijnbaar onschuldig met elkaar dollen, is het projecteren van de dagboekfragmenten mooi verstilt, maar wel wat lang. De op de koto gespeelde muziek is prachtig. Dat de spelers vervolgens tekst uit een boek en daarna van hun computer voorlezen vind ik getuigen van luiheid. ” -‐ Thea van der Heijden “Wat een plezier om dit toneelgebeuren mee te maken. De afwisseling was boeiend. De westerse wereld, tegenover de ingetogen Japanse stijl. Prachtig met muziek en stilering weergegeven. Complimenten. De inzage die ''De warmé winkel gaf over het ontstaan van het toneelstuk vond ik ook hartveroverend. De onzekerheden, het afhankelijk zijn van elkaar, zoeken naar kwaliteit. Het slot was sterk. Hoe heeft de muziekspeelster het beleeft? Doordacht en jullie kregen dan ook een warm applaus. Complimenten. ” -‐ Annemarie Baronner “Tijdens het binnenlopen van de zaal herinner ik mij een voorstelling waar de spelers ook het publiek willen laten merken dat ze er zijn. Overbodig, maar het decor is stijlvol door een interessante lijnvoering in vloer, gefingeerde muur en plafond. We vernemen tijdens het spel dat het stuk gaat over Japan en een Japanse schrijver in het bijzonder, of zijn het twee schrijvers. Dagboekpagina's worden geprojecteerd over de beleving van de echtgenote door de echtgenoot, die het meest kan genieten van haar voetjes. Het duurt nogal en de goed passende muziek van een Japans tokkelinstrument wordt op den duur helaas ook wat saai. Maar dan gaat het spel van de spelers (van de toneelgroep De Warme Winkel) schijnbaar over in een soort dagboek van de acteurs over hun theaterleven en beleving van elkaar. Niet de voetjes staan centraal, maar felverlichte billen. Ook de
Japanse speelster krijgt even een (toon)aangevende humoristische rol. Allerlei onsamenhangende gebeurtenissen worden kort verteld die dan later in een andere setting weer terugkomen. Ook daar zit zelfs wat humor in maar de verhaalde gebeurtenisjes zijn wel wat simplistisch. Die aanpak is op zich leuk, maar verdient verdieping waardoor het stuk niet hoeft te vervallen in slappe sekstafereeltjes.” -‐ Fea Boegborn “Een contrastrijke voorstelling van de Warme Winkel. Gedurende de voorstelling werd veel lawaai afgewisseld door uiterste stilte, werden erg donkere scènes afgewisseld door onverdraaglijk veel licht, prachtige kostuums afgewisseld door lompen en naaktheid, kortom, een zeer gevarieerde performance. In een grote puinhoop lijkt de voorstelling te beginnen. Met veel onderbroekenlol en andere flauwe grappen wordt het publiek vermaakt en beetgenomen en het toneel opgeruimd. Dan begint de verstilde Japanse muziek van de Japanse gastspeelster. De toverlantaarn laat teksten voorbijkomen van het dagboek van Tanizaki en de spelers van het collectief. Dit alles begeleid door een in Japanse kostuums opgevoerde vrijwel onbewegelijke pantomime. Na een uur komt er enige beweging in het geheel en wordt een prachtige dans uitgevoerd door de Japanse samen met het collectief. Deze dans was het hoogtepunt van een verder goed gespeelde voorstelling, waarin echter de inhoud wel erg mager was. Sex, sex en nog eens sex, waarmee je nog zo esoterisch of rauw of liefelijk mee om kunt gaan, maar het bleef een middelbare school voorstelling van lacherige meligheid. At the end the players also tried to speak English, to bring the performance (in vain) on an International level. ” -‐ Sjoerd Postma “Tanizaki van de Warme Winkel begint met een chaotische en vermakelijke opening waarna het spel geheel stilvalt om over te gaan naar Japanse sferen. De overgang slaagt, het publiek is muisstil op veel gegaap na, begrijpelijk want deze scene, zeg maar still, duurt te lang. De lagen vanuit Tanizaki's boek en de eigen gebeurtenissen zijn mooi verweven met recursieve effecten. Helaas wordt veel geprojecteerd of voorgelezen, zodat het acteer gedeelte wel erg kort geworden is. Het slot met de Koto is vooral een klucht. Kortom een mooi gegeven, knap geweven verhaallijnen, maar weinig tempo en weinig acteren.” -‐ Huib van de Donk “Ik sta heel ambivalent tgo het stuk. Vond het moeilijk te doorgronden, soms te veel geschreeuw. Ik denk dat achtergrondinformatie noodzakelijk is om het stuk op zijn waarde te schatten. En dat had ik te weinig, vandaar dat ik soms verbouwereerd naar sommige scenes zat te kijken!” -‐ Marjan Duijm “Warme winkel weet mij elk jaar weer te verrassen met iets nieuws. De opening is met hun zo eigen sfeer en energie altijd sfeervol. Verder toch een origineel gegeven door twee verhalen met elkaar te vermengen . Klassiek Japans en hedendaags. Veel rust en mooi geacteerd.” – Tilly Bertling
THE IMMORTALS – TG OOSTPOOL “Ik ben eerder vertrokken mede door slecht zittende bank en daar ik constant zapp neigingen kreeg . Leuk iets nieuws uitproberen maar met toneel heeft dit niet zoveel meer te maken. Nogmaals ik ben eerder vertrokken en hoop dat het mooi is geworden.” -‐ Tilly Bertling “Niet makkelijk te beoordelen. De (mooie) voorstelling boede mij ongeveer een klein half uur, toen werd ik vermoeid en verdrietig en verloor ik mijn nieuwsgierigheid. Alleen de droefheid bleef hangen. Ik heb het een uur volgehouden en kwam bij in de rustige foyer.” -‐ Steven van Dissel “Veel te lang, geen spanningsboog, saai” -‐ Joep Vesters “Hoewel ik het thema en de uitvoering goed vind, vond ik het moeilijk om lang aaneengesloten te kijken. In de huidige zappcultuur wilde ik ook soms wegzappen en doorspoelen. De performance leent zich niet voor 1,5 uur in een theaterzaal.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Ik had van te voren niets over het stuk gelezen. Ik kwam blanco in een ruimte met in het midden een soort mensenvolière onderverdeeld in vier kamertjes. Aan de vier zijden van de buitenkant vier schermen. Het duurt even voordat je door hebt dat de beelden worden gemaakt door de mensen in de volière met kleine webcams. Intussen dreunt er experimentele muziek. Ik begrijp de bedoeling niet goed. De beelden zijn soms fascinerend, soms bijna obsceen, meestal niet erg esthetisch. Het menselijk lichaam niet op zijn mooist. Ik voel me ongemakkelijk. Zelfs plaatsvervangende gêne. Pas in de nazit wordt de bedoeling mij duidelijk. Mijn beleving van dit spektakel maakt een 180 graden omzwaai. Een spiegel van ons hedendaags internet gedrag. Zelfs het ontbreken van esthetisch mooie beelden is geregisseerd. Alles gebeurde op de seconde af. Waanzinnig goed.” -‐ Paul van Leeuwen “Onbegrijpelijk, onaantrekkelijk, ongeloofwaardig.” -‐ Margreet Iskra “Ik ben geïnteresseerd in toneel. Wanneer ik in webcam gluren geïnteresseerd zou zijn doe ik dat wel via Facebook of schimmige internetsites.Mooi gemaakt maar je zou er omheen moeten kunnen lopen dan had het wat langer mijn aandacht gehad. Zo lang op een keiharde stoel en iets wat mij totaal niet boeit.... Zonde van mijn vrije avond!” -‐ Renée Torn “Het was overweldigend, goed en strak geregisseerd, maar ik vond het onaangenaam om te zien.” -‐ Annemarie Baronner “ik vond er helemaal niks aan en werd gek van de muziek. Hele deprimerende beelden. Ben weggelopen na een uur en begreep van iemand die het wel uit heeft gezeten dat er in het laatste half uur niet veel anders is geworden.” -‐ Hillie Kuipers “De zaal is bij binnenkomst onherkenbaar. Een soort vierkante etalage waar je omheen kunt lopen met daaromheen bankjes i.p.v. de oplopende theaterzaal. Het is licht en kleurrijk, met veel televisieschermen: 4 aan mijn zijde en vermoedelijk ook 4 aan de andere 3 zijdes dus 16 schermen. Nu heb ik het niet zo met televisie, maar wacht geduldig af tot iedereen zit, ik ga immers naar toneel. Al kijkend en kijkend naar een steeds minder toegankelijke kamer waar een vrouw (een actrice?) opnames maakt van zichzelf… nee niet van zichzelf, maar van stukjes van zichzelf en die projecteert. Er ontstaat een continuüm van beelden die iets lijken te suggereren. Het is wel druk en druk achter elkaar door en door met veel onzinnige verkleedpartijen. Er zit voor mij niet veel samenhang in: toont de actrice mij iets wat ze met mij wil delen, of is ze iemand die niet voor en door anderen leeft, vraag ik mij af. Hoe langer ik kijk hoe minder ik mij ga afvragen! Verstand op nul tenslotte en geen blijvende indruk.De nabespreking en het programmaboekje leren mij o.a. dat “de processor niet vertelt maar telt”. Een optelsom van beelden die ze de “desert of the real” noemen. De vlakte waar wij als een toerist overheen dwalen. Nergens heen op weg….. Mijn advies, kijk naar de wereld, ga zelf op reis en laat je niet beetnemen door schermtheater.” -‐ Fea Boegborn “Veel onzin, nauwelijks uit te zitten, youtube in het kwadraat!” -‐ Gerda van Doorn “Omdat ik pas na de voorstelling begreep dat het ging over filmpjes die jan en alleman over de meest inteme, maar ook banale zaken op internet zet, was ik volstrekt in verwarring over wat ik te zien kreeg. Nu ik dat weet begrijp ik het wat beter. Maar of dit nu de manier is om dat aan de orde te stellen ...? In ieder geval had het op deze manier geen 1 1/2 uur hoeven duren. Een half uur was ook genoeg geweest. Ik begon me al na een kwartier te vervelen.” -‐ Marijke Bruggeman “Me verheugend op een theaterstuk van Oostpool, ging ik naar de voorstelling. Daar werd ik verrast door een installatie waarin veel te horen en zien was, maar niet echt een voorstelling waar ik na een drukke dag op zat te wachten. Een avondje op de bank lokte me meer en ik ben dus snel vertrokken.” -‐ Joke Feitsma “Het duurt altijd even voordat ik er in kom, maar dat ligt aan mij denk ik. Als de spelers eenmaal op dreef zijn is het boeiend gebracht klein drama met een flinke knipoog. De razende woede uitbarsting aan het slot is adembenemend, bijna letterlijk. Doet me denken aan Wim de Bie's woede uitbarstingen maar dan nog een tandje bij gezet. Het decor is niet alleen maar een
uitdragerij uitstalling van prullaria die geen enkele hebberigheid oproept maar doet actief mee met de voorstelling.” -‐ Paul van Leeuwen
TROEP – FIRMA MES “Troep, heerlijke zelfbedachte, zelfgemaakte voorstelling van leuke acteurs/theatermakers. Wij zagen de laatste try-‐out. Origineel idee, origineel vorm gegeven: een heerlijk toneelbeeld (Troep) dat ook goed werd gebruikt. Zeer veel gelachen en me geen moment verveeld. Veel herkenning: de filosofie en de manie van sommige volgers ervan... Veel succes bij het inpakken voor de reisvoorstellingen! Ik kom zeker naar de volgende voorstelling van Firma Mess. En ik wil een glitterbiggetje (uitverkocht in Den Haag)” -‐ Steven van Dissel “Het thema van het stuk is te mager, te dun om te blijven boeien. Werd ook een beetje moe van het geschreeuw.” -‐ Joep Vesters “Het idee is heel goed, spannend. Alle spullen verspreid over het toneel zijn indrukwekkend. De uitwerking blijft wat oppervlakkig. Diverse losse scenes zonder samenhang. De personages zijn toch niet echt interessant. Uiteindelijk is het toch een beetje een saaie avond.” -‐ Liesbeth Hazekamp “Sublieme voorstelling van Firma Mess. Schitterend spel, dialoog. Firma Mess zet je weer aan het denken; tijdens en na de voorstelling. Ze zijn zo vernieuwend op gebied van de toneelkunst, geweldig. Ben meteen zelf weer veel gaan weggeven, weggooien; textielbak gevuld en nog steeds in huis aan het kijken wat weg kan. 8 spullen houden is moeilijk!” -‐ Renée Torn “Lekker fris en vernieuwend toneel. Firma MES brengt een mix van documentaire, realiteit en fictie met goed spel. Het is leuk om te zien en zet je aan het denken.” -‐ Jan-‐Kees Stout “De zaal is bij binnenkomst goed verlicht en het podium relatief donker. Toch zie je steeds meer en als de deuren zich sluiten en de schijnwerpers op het toneel gericht zijn hoop je dat je eigen huis er niet zo met duizenden spullen gevuld uit zal gaan zien. Maar je weet beter. Het met humor gelardeerde verhaal van de dames Eijmers en Mans, -‐vriendinnen die elkaar in elke hype staande weten te houden-‐ leert je dat je niet alleen staat “met al je spullen om je heen”. De troep wordt van alle kanten op zeer vakkundige wijze letterlijk en figuurlijk belicht en dat levert een waar schouwtoneel op. Een fantastische avond die je graag in je hoofd wilt bewaren, bewaren, bewaren, neergezet door een fantastisch gespeelde slotscene.” -‐ Fea Boegborn “Een vrolijke avond in de troep. Bij binnenkomen van de zaal ligt het toneel geheel vol met snuisterijen: Troep. Het begint met een opsomming van wat Barbara, de persoon waar het om draait, allemaal niet is (maar wel heeft). Die voorwerpen staan ook ergens op het toneel maar staan tussen de andere spullen. Wat volgt is een vermakelijke uiteenzetting over de dingen waarmee we ons omringen maar die we niet willen hebben maar toch gekocht hebben of gekregen van soms zelfs onze beste vrienden. Dit alles in het Haags, soms emotioneel soms afstandelijk. Het speelt ook in Den Haag wat het voor ons Hagenaars nog herkenbaarder maakt. De schuldgevoelens over het in bezit hebben van zoveel onzinnige voorwerpen worden steeds groter. Maar hoe kom je ervan af? Dat is nog moeilijker. De verwikkelingen worden met veel plezier op het toneel gezet door de Frima MES. De apotheose van het geheel wordt op onnavolgbare wijze vertolkt door Lindertje Mans met een zorgvuldig opgebouwde emotionele uitbarsting van liefde voor het nutteloze voorwerp, waarmee de ontnuchtering plaatsvindt. Een heerlijke avond waarbij vele zeer herkenbare gevoelens het toneel passeren.” -‐ Sjoerd Postma “Origineel idee om de grote hoeveelheid spullen waar menig mens mee behept is aan de orde te stellen door een minimalisme aan spullen, niet meer dan acht,te laten verbeelden door een Haags stel. De spanningen en de verrassingen die dit opleveren worden in een serie sketches die los achter elkaar gespeld worden, weergegeven Het midden deel duurt wat lang zonder dat er spanning opgebouwd wordt of nieuwe elementen worden toegevoegd. Het stuk zou ook goed door de twee vrouwelijke acteurs gespeeld kunnen worden.” – Huib van de Donk “In een decor van dagelijkse gebruiksvoorwerpen stelt MES de moderne consumptiemaatschappij aan de kaak. Mes laat de doorgeslagen tegenbewegingen aan het woord, men mag 8 of 100 voorwerpen bezitten. Door aan het eind te roepen dat Barbara niet bestaat en te redeneren dat bezit niet erg is haalt ze enigszins haar eigen stuk onderuit. MES lijkt niet zeker van haar boodschap. Hetgeen zo sterk begon eindigt daardoor nogal lauw. Het is een vrolijk stuk dat met humor wordt gebracht.” -‐ Thea van der Heijden “In een ruimte vol afgedankte troep vertellen de auteurs over een vrouw die met maar een paar voorwerpen wil leven en spelen vervolgens ook de vrouw, een vriendin en haar man. Hoewel er een paar leuke momenten in de voorstelling waren en het gevolg van haar keuze voor haar omgeving van tijd tot tijd goed over het voetlicht werd gebracht, heeft de voorstelling mij niet geboeid. Erg vervelend waren de opsomming waarmee de voorstelling begon en die van 100 voorwerpen waarmee een Amerikaanse vrouw wilde leven.” -‐ Marijke Bruggeman “Ik vond het helemaal niks. Jammer want het zijn zulke leuke mensen.Vergezocht en oppervlakkig.” -‐ Hillie Kuipers
“In een waanzinnig decor van herkenbare nutteloze voorwerpen wordt het verhaal verteld van een Haagse vrouw die verder wil met zo weinig mogelijk spullen. Ze krijgt weinig begrip van haar man en vriendin. Zelf worstelt ze uiteindelijk ook met de vraag of het nodig is om zo Spartaans door het leven te gaan. Het decor werd leuk gebruikt met verrassende verlichting. Het spel wat niet altijd overtuigend.” -‐ Margreet Iskra “In een waanzinnig decor van herkenbare nutteloze voorwerpen wordt het verhaal verteld van een Haagse vrouw die verder wil met zo weinig mogelijk spullen. Ze krijgt weinig begrip van haar man en vriendin. Zelf worstelt ze uiteindelijk ook met de vraag of het nodig is om zo Spartaans door het leven te gaan. Het decor werd leuk gebruikt met verrassende verlichting. Het spel wat niet altijd overtuigend.” -‐ Margreet Iskra “Absoluut een leuk thema maar te voorspelbaar uitgewerkt! Weinig verrassend!” -‐ Gerda van Doorn “Het leuke aan voorstellingen van de firma Mes is dat de theatermakers/acteurs onderwerpen aansnijden die dich bij hun hart liggen. Wellicht verklaart dat ook het enthousiasme waarmee ze hun voorstellingen op de planken brengen. Zo ook 'Troep', waarin het consumptiegedrag aan de orde wordt gesteld. In een afwisseling van het vertellen van een verhaal over Barbara, die ze hebben ontmoet bij een kringloopwinkel en gespeelde scenes met Barbara, komen de dilemma's aan de orde die je bij de zoektocht naar een bewust consuminderen tegenkomt. Het decor vol overbodige rotzooi spreekt voor zich. Lang wordt de toeschouwer in de waan gelaten dat Barbara echt bestaat. Jammer dat die illusie letterlijk onderuit wordt gehaald aan het eind van de voorstelling; dat had ik als toeschouwer graag zelf willen bedenken. De bedoeling is duidelijk, maar het verhaal is niet consistent.” -‐ Joke Feitsma
SERIE 2
ALS IK DE LIEFDE NIET HEB - RO THEATER “Prachtig, indringend, aangrijpend stuk. Moedig. Om over na te denken en door te praten. Knappe opbouw, geweldig spel. Groot compliment voor de acteurs!” -‐ Karina. Baarda “Bij aanvang klinkt het gedicht der Erlkönig zachtjes op de achtergrond. Alleen de laatste zin over het dode kind is duidelijk verstaanbaar. Aan het einde van de voorstelling blijkt dat het overlijden van een klasgenootje diepe indruk heeft gemaakt op Remy Jacobs, een jonge katholieke priester op wiens verzoek deze voorstelling werd gemaakt. Hij wil aandacht voor en openheid over het seksuele misbruik dat zoveel plaatvond in de katholieke kerk. Hij werd zelf jarenlang door twee verschillende mensen misbruikt. Hij en theatermaakster Marjolijn van Heemstra zijn gekleed in een mariablauwe lange jurk, die in de verte ook wel aan een kazuifel doet denken. Remy speelt lange tijd met een leeuwenkop op zijn hoofd, ongetwijfeld om zijn schaamte te verbergen. Er is veel moed voor nodig om met zo’n bekentenis naar buiten te komen, en dus gaat de kop weer op als aan het einde van het stuk het hele verhaal er uiteindelijk uitkomt. De voorstelling speelt grotendeels in relatieve duisternis, op de achterwand is een volledige eclips zichtbaar. Verder volstaan wat rotsblokken en glazen gevuld met water, die als muziekinstrument dienen. Als het op het einde langzaam lichter wordt is inmiddels duidelijk dat dat komt door de liefde. Geen wraak, zoals je zou verwachten, maar vergeving en vooral veel liefde. In de vorm van een mis wordt een indrukwekkend verhaal verteld op een hele liefdevolle manier. Dat de beide spelers geen professionele acteurs zijn is geen enkel probleem. Ze zijn echt en eerlijk en dat volstaat. Een hele mooie voorstelling!” -‐ Brigitte Van Mulken “Voor haar hebben we serie 2 gekozen. De voorstelling en het maken ervan lopen steeds door elkaar en daarin word ik volkomen meegesleept. Ik heb diep ontzag voor de makers die in dat proces tot op het bot gaan over een gecompliceerd en beladen thema als misbruik. Dat Marjolein zwanger is en haar buik naarmate de avond vorderde meer opzwol, beklemtoonde de realiteit van deze bijzonder krachtige en klemmende voorstelling.” -‐ Renée Besteman “Van een moeilijk onderwerp hebben Jacobs en Van Heemstra toch iets origineels proberen te maken. In grote lijnen is dat gelukt. Toch konden ze niet helemaal om het cliche heen. De vrij lange monoloog van Jacobs had wat mij betreft anders gekund. Het verhaal is te bekend. Wel goed met de beestenkop op waarmee de 'verlegenheid' minder schrijnend was. Het verhaal over de abortus was ook wat vreemd in het geheel. In het algemeen een voorstelling waar ik met plezier naar keek.” -‐ Tiny Hielema “ontroerend stuk” -‐ joost konings “Een voorstelling van Marjolijn grijpt je aan, is altijd boeiend en heeft diepgang. In "Als ik de liefde niet heb", weet Marjolijn samen met Remy het onderwerp seksueel misbruik in de kerk op een openhartige manier neer te zetten. Wat het stuk bijzonder maakt is dat het een andere blik geeft op het onderwerp door niet te focussen op een slachtoffer of daderrol.” -‐ Andre Smulders
ANOTHER GREAT YEAR FOR FISHING - TOM STRUYF “Innemend en uitputtend spel. Prachtige teksten, die ook de grens van de realiteit opzoeken: wat als de stilte het geluid van een grasmaaier is? Verkennend, filosoferend (wat is waarheid, wat is geluk?), zoekend naar antwoorden in de complexe en hectische wereld. Ook de toeschouwer wordt aan het denken gezet, vooral door de videofragmenten waarin diverse mensen hun (soms bedenkelijke) visie geven op 'de waarheid' en of manipulatie erg is. Acteur Tom Struyf is een rasverteller, soms erg grappig, dan weer heel persoonlijk. Een studente verwoordde het heel mooi bij de nabespreking: ik kan niet onder woorden brengen wat ik nou precies gezien heb, maar ik voelde en snapte het wel.” -‐ Dorien Leopold “Ik had graag gezien dat de verschillende elementen van de voorstelling als tekst, spel, beweging, muziek, beelden, interviews nog iets dichter bij elkaar waren gekomen maar het contact maken met het publiek door de vertelling terwijl man en vrouw elkaar lijfelijk in evenwicht hielden, was adembenemend.” -‐ Renée Besteman “Een theaterstuk dat door de regie sterk overkwam. maar dat inhoudelijk nog aan kracht zou winnen door cliënten en hun vertegenwoordigers. erbij betrekken.” -‐ Ronald Visser “Mooi uitgewerkt en vorm gegeven stuk, met wel wat moeizame samenhang tussen video-‐fragmenten en datgene wat op het toneel gebeurde. Misschien een iets te grote boodschap waar de vorm niet helemaal bij kon aansluiten.” -‐ Ronald Visser “Tom Struyf schept er plezier in om op een hele geraffineerde en charmante manier zijn publiek in de maling te nemen, t/m tijdens het nagesprek aan toe, en hij doet niet eens erg zijn best om dat te verstoppen. Hij laat nooit het achterste van zijn tong zien en laat veel te raden over, vooral over wat nou wel en wat niet autobiografisch is. Door zijn hele innemende optreden kun je hem dat onmogelijk kwalijk nemen. Tekenend hiervoor is het compliment dat hij krijgt van een studente tijdens het nagesprek. Zij vertelt dat er soms vragen bij haar opkwamen tijdens de voorstelling, maar dat ze zich daar niet druk over maakte, maar gewoon bleef genieten. Struyf wekt de indruk met allerlei frustraties rond te lopen, maar ondertussen zit hij volgens mij prima in z’n vel. In Another great year for fishing zien we middels videofilms van interviews met journalisten, spindoctors, psychiaters, een ex-‐politica en nog wat anderen hoe we gemanipuleerd worden. We krijgen halve waarheden voorgeschoteld alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Schaamteloos vertelt Kai van de Linde dat je lang niet alles hoeft te vertellen, hoe belangrijk ook. Dat moet pas als dat van de wet of van je geweten moet. De rest moet je vooral vóór je houden. Deze opmerking werd voorafgegaan door de zin “Laten we eerlijk zijn”. Hij wel!!! Als er tijdens dit stuk iemand ruim met de waarheid omgaat is het wel van de Linde. Om journalisten en het grote publiek om de tuin te leiden moet je bij politici, hun woordvoerders en de spindoctors zijn, zoveel is wel duidelijk. Via glasheldere interviews wordt dit ons voorgeschoteld. Vooral Joris Luyendijk laat duidelijk merken not amused te zijn, maar hij staat machteloos. Intussen probeert Tom Struyf in deze hele snelle wereld overeind te blijven. Dat brengt hij samen met danseres Nelle Hans schitterend in beeld. Zij put hem uit, geeft hem lastige opdrachten en helpt hem letterlijk en figuurlijk overeind en vooral in balans. Ze moeten wel veel vertrouwen in elkaar hebben, want de bewegingen zijn vooral op balans gericht, en zien er kwetsbaar maar heel fraai uit. In een supersober decor – er staat alleen een videoscherm – wordt dit stuk nog verfraaid door uitstekend geluidstoneel, ook al heel sober, maar to the point. Met humor, vakmanschap en liefde heeft Tom Struyf weer een “beeldige” en hele originele en verrassende voorstelling gemaakt.” -‐ Brigitte Van Mulken “Het stuk begreep ik niet. De aankondiging , hoe leef je in het nu in een wereld met een zap functie etc. Komt niet terug in de voorstelling, Wel mooie beelden en muziek, verhaal over zuidafrika , maar het thema, in de flyer aangekondigd kan ik niet ontdekken. De hoofdpersoon wordt het allemaal te veel en collabeert aan het einde.!!??? Het samen op bewegen met de vrouwelijke speler was mooi en goed gevonden. Het stuk is moeilijk te begrijpen.” -‐ Brenda v.d. Belt “Een interessante voorstelling die niet helemaal te begrijpen was voor mij. De fysieke inspanning was enorm en bewonderenswaardig maar de bedoeling ervan was mij niet duidelijk. Leuke jongen die Tom Struyf, dat maakte het kijken aangenaam. Wel duurde de worsteling te lang naar mijn idee.” -‐ Tiny Hielema
FIFITYFIFTY - MUGMETDEGOUDENTAND “Van begin tot eind genoten, geweldig spel, realistische dialogen. Aanrader!” -‐ Janine van der Zalm “In een decor van aan elkaar geplakte kartonnen dozen, dat een apenrots moet voorstellen, maar door de verschillende kleuren slim gebruikte tape stiekem ook een beetje doet denken aan het sloophout van Piet Hein Eek, speelt deze komedie zich af. Ze hebben het drukker met hun mobieltjes, laptops en tablets dan met elkaar. Ze delen alles 50/50 en vergaderen daar zelfs heel serieus over. Of het nou om geld gaat, om klusjes in huis of om verantwoordelijkheden, overal wordt over gepraat. Ze hebben een open relatie, en je kunt er op wachten, daar komt gelazer van. Zij heeft vier minnaars, hij maar één minnares, veertien jaar ouder dan hijzelf, en daar wordt zij dan (dus) jaloers op. Hij (Marcel Musters) is de lieve knuffelbeer die alles goedvindt, zij (Lies Visschedijk) doet wel stoer, maar is heel kwetsbaar. Met heel veel humor en een ijzersterke tekst van Aaf Brandt Corstius (en zonder regisseur) worden heel veel herkenbare situaties getoond. Dat gebeurt zo naturel dat je bijna zou denken dat het allemaal echt is. Dit lijkt iedereen wel te kunnen overkomen, als je tenminste van een open relatie houdt. Een heerlijk stuk, fantastisch geacteerd.” -‐ Brigitte Van Mulken “De voorstelling Fiftyfifty begon veelbelovend met een scherm met grappige sms-‐teksten en een decor van een licht bruin object dat later een soort all-‐in-‐one-‐meubel (keuken, bank..) bleek te zijn. Ik vond het spel goed, het was geloofwaardig dat de twee acteurs partners waren. En toch vond ik de voorstelling wat gemakkelijk. De thematiek, de nadelen van een open relatie, werd op een luchtige, vaak wel grappige manier uitgespeeld. De voorstelling werkte vanaf het begin al heel duidelijk toe naar de conclusie: een open relatie is vragen om problemen. De spanningsopbouw vond ik daardoor niet heel sterk. De tekst vond ik vooral alledaags, weinig meer dan dat. De keuze van de schrijver en de regisseur om een foto te laten spreken vond ik nogal ver gezocht en overtuigde niet echt. Deze voorstelling maakte me een beetje treurig. Er wordt een wereldbeeld geschetst van de randstedelijke moderne, samenwonende mens, volop met whatsapp en Ipad in de weer, continue in de babbelstand en veel aan het kibbelen. Al met al wat eendimensionaal.” -‐ Bas Wijnen “Een toneelstuk waarmee Aaf Brandt Corstius' haar debuut als toneelschrijver maakt, met deze 2 grote spelers, had mijn verwachtingen hooggespannen gemaakt. Iets te hoog, want het was een leuk, vermakelijk en bij vlagen sterk stuk, maar het kende ook een paar zwakke elementen. Het decor was functioneel maar saai, de teksten soms hilarisch, soms flauw. Het stuk had een raar, wat onbeholpen einde, en helaas gaf de nabespreking dit keer ook niet veel meerwaarde. Jammer dat Saartje de naam van Marcel Musters niet goed kon onthouden, maar verder ook geen prikkelende vragen had.” -‐ Dorien Leopold “Wát een heerlijke eigentijdse voorstelling. Ik was al fan van de stukjes van Aaf in de Volkskrant. Maar Aaf als toneelschrijver: geweldig! Een fifty-‐fifty vergadering over het gebruik van de gezamenlijke rekening, over de tijd die het kost om de kattenbak te verschonen. Zouden er echt stellen zijn die dat zo doen? Ik heb genoten van het spel van 2 rasacteurs, die duidelijk ook veel plezier hadden in de teksten die ze mochten aangrijpen. Bedankt Aaf!” -‐ Anita de Winter “Geestige tragi-‐komedie over de vrije liefde met als thema; jaloezie. De groene draak die gaandeweg de voorstelling de vrouw meer blijkt te bekruipen dan de man. Verrassende wending wat dat betreft, zeer naturel en geloofwaardig uitgespeeld ! Even eenvoudige als veelzeggende decorstukken, die het stel op een 'apenrots' plaatsten. Mooie verwerking van de plaats van de sociale media, met als hoogtepunt fragmenten uit de documentaire en het interview van Frans Bromet met het stel over hun open relatie en de vrije seks.” -‐ Ronald Visser “Een ongemakkelijke blik in een open relatie, met een flinke dosis humor. Een prachtig debuut voor de schrijfster Aaf Brand Corstius erg mooi op het toneel gebracht door Marcel Musters en Lies Visschedijk.” -‐ Andre Smulders “Wat heb ik genoten van de vlotte dialogen en de lol waarmee dit stuk gespeeld wordt. Hoe symbolisch een apenrots als decorstuk te gebruiken, meer is niet nodig. Aaf mag meer stukken gaan schrijven!” -‐ Erika Verhulst “mooi herkenbaar gegeven. goed gespeeld, naturalistisch” -‐ Joost Konings “Mooie relatiekomedie die stemt tot nadenken over open relaties en menselijke verhoudingen. Vooral het nagesprek op 15/10 was hartverwarmend om bij te wonen met name door de communicatie tussen de spelers en de zaal.” -‐ Renée Besteman
HART – MATZER THEATERPRODUCTIES “prachtige, klein gehouden voorstelling. ruim een uur wordt je meegezogen in een vrouwenleven, knap wisselend gespeeld door beide dames. met nauwelijks requisiten en andere opsmuk was ik geboeid van de eerste tot de laatste minuut.” -‐ Marie-‐ Josee van het Erve “De wisselende rol tussen de spelers was goed en verrassend. We hadden graag het weke vlees van Heinz willen zien. Helaas was het wel weer meer een vertelling dan een toneelstuk. De spelers waren erg goed.” -‐ Joost konings “Mooi vorm gegeven vertelling van een gereformeerd meisje uit Katwijk, neergezet door de beide actrices, dat kort na het uitbreken van WO II vanuit haar achtergrond van pedagogische en emotionele verwaarlozing al als 14-‐jarige een liefdesrelatie aanknoopt met een 17-‐jarige Duitse jongen. Dit gebeurt ook in het laatste jaar van de oorlog en daarna, met een (seksuele) relatie met een dikke vijftiger uit Duitsland (Heinz). Op deze 'foute' keuzes wordt zij gaandeweg en na de oorlog genadeloos afgerekend door haar omgeving. Daar doet de wraak die zij uiteindelijk op haar Duitse minnaar neemt niets aan af.” -‐ Ronald Visser “Een fascinerende en mooie voorstelling over keuzes die misschien niet weloverwogen gemaakt worden, maar zulke gevolgen kunnen hebben. De afwisseling van rollen van beide actrices maakte het ook boeiend. Een aanrader, wat mij betreft.” -‐ Erika Verhulst “Bijzonder knap gespeeld, de wisseling van de rollen en het goed begrijpbaar houden voor het publiek. Het is spannend en het heeft vaart en de problematiek is helder weer gegeven. goede spelers.” -‐ Brenda v.d.Belt “Greetje staat voor een onmogelijke keuze aan het begin van de oorlog. Ze is nog maar veertien, aan de lichamelijke liefde heeft ze al geproefd tot groot verdriet van haar ouders, en het milieu thuis in Katwijk is bekrompen. De Duitse officier Heinz woont in een luxe villa, waar heel wat afgefeest wordt, inclusief veel drank en seks. Daar is ze veel te jong voor, maar dat maakt niemand wat uit. Ze wordt uitgebreid “gebruikt” door iedereen en ze laat het over zich heenkomen. De twee actrices Wendell Jaspers en Fokka Deelen spelen haar en andere rollen om beurten op een hele verfijnde manier. Met humor en veel charme wordt dit trieste verhaal in een sober decor neergezet. Begeleid door lekkere muziek wordt dit onderwerp bijna licht. Je zou haast gaan geloven, net als Greetje, dat Heinz écht van haar houdt. Als hij aan het einde van de oorlog gewoon weer teruggaat naar zijn vrouw kan Greetje nergens meer terecht. Voor haar familie is ze een outcast geworden. Jaren later neemt ze wraak. Als een echte Carmen reist ze naar Berlijn, stelt Heinz voor om zijn vrouw voor haar in de steek te laten en mee te gaan naar Parijs, waar zij gaat studeren. Hij verlaat nog dezelfde dag zijn vrouw en zegt zijn baan op. Maar hij wordt keihard bedrogen, ze gaat alleen naar Parijs en hij hoeft het niet in zijn hoofd te halen om haar achterna te reizen. Si je t’aime, prends garde à toi!” -‐ Brigitte Van Mulken “Het samenspel van de twee actrices met de voortdurende rolwisseling maakte dat je op het puntje van je stoel zat om niets te missen van deze voorstelling die het lot behandelt van een jong meisje dat in oorlogstijd in onze ogen verkeerde keuzes maakt.” -‐ Renée Besteman “Tweede wereldoorlog verhaal van een tienermeisje dat thuis te weinig aandacht vindt en zich in de armen van oudere duitse soldaat stort. Een verhaal met alleen maar verliezers waarbij de zoektocht naar geborgenheid nooit ten einde komt. Een stuk dat lijkt te gaan over de gevolgen van het niet kunnen vergeven en de effecten daarvan.” -‐ Andre Smulders
HET LAND VAN OVERZEE – THEATERPROUCTIEHUIS ZEELANDIA “Een heel mooi decor. Prachtig gespeeld en verbeeld (het zeeuwse en het land aan de andere kant, zo herkenbaar). Het gebruik van de briefwisseling maakte de afstand zo zichtbaar.” – Erika Verhulst “Het enerzijds mooie maar ook trieste verhaal van twee zeeuwse zussen die emigreren naar Amerika en de relatie op afstand met hun moeder die in Zeeland achterblijft. Het stuk beslaat een periode van de midden jaren dertig tot vlak na de watersnood. Een tijd waarin alleen communicatie per brief mogelijk was. Mooi spel van moeder en dochter die er op hun eigen manier het beste van proberen te maken.” -‐ Andre Smulders “Alles klopte gisteravond bij de voorstelling 'het land van overzee'. Ik heb poëtisch en origineel taalgebruik gehoord in een meeslepend verhaal. Het spel van de twee actrices was heel ingeleefd, geloofwaardig en licht. Ik vond de keuze voor de lichtheid, ondanks het tragische levensverhaal van de moeder, erg sterk. De spanning die de geschetste lange afstandsrelatie tussen moeder en dochter opleverde werd prachtig neergezet, nog versterkt door de landschapsbeelden die werden geprojecteerd op het toneel, de melancholische, maar soms ook enthousiasmerende muziek, de ouderwetse voorwerpen en de transformatie die de dochter doormaakte van Zeeuwse boerentrien naar moderne Amerikaanse vrouw. ” -‐ Bas Wijnen “Mooi idee dat goed is uitgewerkt op de bedoelde onderdelen regie/choreografie, spel en vormgeving. Mooi ook dat naarmate de voorstelling vordert moeder en dochter eigenlijk gaandeweg verder uit elkaar groeien, terwijl ze tegelijkertijd meer en meer in elkaars armen worden gedreven (fysiek/letterlijk), Mooie zang-‐ en danspartijen. Tot slot mooie nostalgie en tegelijkertijd studie van afstand en afscheid nemen in het leven. De gesproken tekst vond ik iets te bombastisch voor gewone burgers uit de provincie. Komt ook door het Vlaams.” -‐ Ronald Visser “Voor altijd van de jouwen door de zee gescheiden te zijn met die wond die nooit geneest, is door de briefwisseling tussen moeder en dochters pijnlijk invoelbaar. Prachtige regie, die trouwens meer wegheeft van choreografie, van de twee sterke vrouwen door de tijd. Zij redden het maar de pijn van het verlies blijft schrijnen. Heb ook wat opgestoken van hoe dat in de jaren dertig in Zeeland toeging. Een aanrader.” -‐ Renée Besteman “Annechien/Zeelandia did it again. Ook bij Mooie Anna in 2010 werd ik gegrepen door het ontroerende verhaal, de bijzondere bijpassende muziek, en vooral het innemende en uitmuntende spel van Ilse Uitterlinden -‐ ditmaal in het goede gezelschap van Astrid van Eck. Ook dit keer was het decor 'klein' maar effectief: van wasrek tot winkel, van podium waar moeder en dochter -‐ gescheiden van elkaar, maar toch samen -‐ dansten, tot scheidingswand tussen de twee werelden. Een stuk vol tegenstellingen: arm en rijk, verleden en toekomst, aan-‐ en afwezigheid (wat ook gold voor de andere twee kinderen van Anna). De afstand en de pijn van het gemis was voelbaar, droevig, ontroerend en mooi. Het is in deze tijd van Facebook, internet en Skype bijna niet voor te stellen hoe anders en moeizaam contact in die tijd verliep. Een briefwisseling als basis voor een toneelstuk, het lijkt onmogelijk en minstens saai. Als je dan anderhalf uur ademloos zit te kijken en ontroerd de zaal verlaat is dat bewijs van een talentvolle regisseur en toneelgroep. Het stuk was 1 van de redenen voor mij om voor deze serie te kiezen -‐ en terecht. En overigens mag Cees vaker invallen als inleider, wat een heerlijk aangenaam, ontspannen en interessant gesprek leverde dat op.” -‐ Dorien Leopold “Het land van overzee is een vervolg op Mooie Anna, een van de mooiste voorstellingen van Zeelandia. Mooie Anna begon als jonge vrouw, die in het vervolg duidelijk ouder is geworden, dankzij fantastisch gespeelde bijbehorende motoriek. Vooral de handen zijn die van een oudere en vooral heel hard werkende vrouw. Haar beide dochters zijn naar Amerika verhuisd en via een briefwisseling, zoals dat ging in de vijftiger jaren, houdt ze contact met haar oudste dochter. In een sober decor zien we via hele mooie achtergrondbeelden hoe slecht het gaat met Zeeland en hoe goed de oudste dochter gedijt in de VS. De jongste dochter kampt met lege velden en een lege buik en haar man raakt helemaal in de Heere. Trots en schaamte, eigenschappen die ze overduidelijk van haar moeder heeft, weerhouden haar er van om ook te schrijven, dat doet ze alleen sporadisch met haar zus. Die laat via prachtige tijdsbeelden -‐ foto’s, muziek en kleding -‐ zien hoe goed het met haar gaat. Ze danst in gedachten met haar moeder, die meedanst met dit geluk, wat op toneel ontroerend werkt. Anna heeft het moeilijk in Zeeland, vanwege de armoede, het standsverschil en de dode akkers. Zelf zegt ze dat Zeeland dood is en vergeten door de rest van Nederland. Daar komt door de watersnoodramp eindelijk verandering in. Zeeland staat weer op de kaart, maar Anna is alles kwijtgeraakt, ook haar (verdronken) zoon. In een allerlaatste brief, die net als alle andere brieven nergens overdreven liefdevol is, maar van een ongelooflijk Zeeuwse nuchterheid, neemt ze definitief afscheid. Het land van overzee is een nieuwe parel aan de kroon van Zeelandia. Dat is vooral te danken aan het prachtige spel van Ilse Uitterlinden en Astrid van Eck, de regie van Annechien Koerselman, de hele fraaie enscenering en de als altijd uitstekende dramaturgie van Alex Mallems. ” -‐ Brigitte Van Mulken “Een briefwisseling op deze manier ten tonele brengen was origineel en goed gebracht. De 'verpauperde' moeder kwam echter niet echt bij me binnen. Ik kon niet door haar leeftijd en uiterlijk heen kijken. Zij bleef voor mij een moderne vrouw die zo het vliegtuig naar de VS zou kunnen pakken. Ook het heimwee van de dochter vond ik niet overtuigend. Net allemaal te 'gemaakt' . Al met al geen onaardige voorstelling maar niet 'pakkend'.” -‐ Tiny Hielema
HORROR – JAKOP ALHBOM “Zeer onder de indruk. Ik hou niet van horror maar heb met al mn zintuigen genoten van dit stuk. Alles was goed, grote bewondering voor de spelers ( allemaal heel goed en knap maar de "dode zus" was echt waanzinnig goed) maar ook alle andere medewerkers ; decor , regie, geluid, licht , kleding, grime ....alles klopte!” -‐ Janine van der Zalm “Een genre waar je van moet houden om het werkelijk te kunnen waarderen. Dan kan het je ook op gevoelsniveau raken. Dat is bij mij niet het geval. Dan rest een recensie over de uitvoering en de toneeleffecten. Die valt beslist positief uit: alles stond bol van de horror, zonder gesproken tekst, waarbij het er zo vaak zo dik bovenop lag, dat het bij het publiek leidde tot lachsalvo's. Knap gedaan, met verwijzingen naar het horror filmgenre. Wel leidde de voortdurende opeenvolging van 'enge' effecten zonder duidelijke verhaallijn gaandeweg de voorstelling tot verveling. De remake mag wat mij betreft worden voorzien van een verhaal en van tekst.” -‐ Ronald Visser “verbluffend, in werkelijk alle opzichten!” -‐ Marie-‐Josee van het Erve “Ongelofelijk, dit stuk: de beklemming, de lading, het samenspel, het verhaal, de originaliteit....echt geweldig!” -‐ Karina Baarda “Een ijzingwekkende voorstelling en uniek in zijn soort. Prachtige vormgeving van de rode draad in heden, verleden en hiernamaals. Door de inleiding herkende ik de verwijzingen naar de griezelfilms. De griezelende schoolklas in de rij voor ons werkte sfeerverhogend.” -‐ Renée Besteman “Dit was mijn derde Jakob Ahlbom. De eerste keer vond ik het leuk, knap, origineel, kortom geweldig. De tweede was veel minder omdat ik zag aankomen wat er kwam, nog altijd knap maar veel minder origineel. Deze derde keer was aardig maar toch ook weer veel van hetzelfde. Dat gestileerde vechten heb ik nu wel gezien. Gelukkig had ik een aardige inleiding die hielp om scenes te herkennen. De cliches van de horror! Jammer dat de inleider het belangrijke aspect van de sexualiteit niet had genoemd. Maar gelukkig ontdekten we dat zelf nog.” -‐ Tiny Hielema “Ik ben helemaal geen liefhebber van films, boeken of andere uitingen in het horrorgenre. Ik moest mezelf dan ook streng toespreken om deze avond te (durven) komen. En na de inleiding dacht ik voor de zoveelste keer: waarom doe ik dit? Maar ik ben gebleven en heb er geen moment spijt van. Wat een fantastische, gruwelijke, geniale voorstelling. Alle respect voor de acteurs die zonder woorden heel duidelijk hun verhaal vertelden. Voor de geweldige 'mindfucks' waar het stuk vol van zat -‐ met de loslopende afgehakte hand als toppunt. Voor het enorm inventieve decor, voor de zeer intensieve speelwijze, voor het gebruik van licht en muziek, voor de momenten dat het publiek soms nauwelijks durfde te kijken, dan weer reikhalzend op het puntje van de stoel zat. Dat dit in het theater mogelijk was is een topprestatie van alle betrokkenen. Net zo onmogelijk als mij enthousiast krijgen voor een horrorstuk.” -‐ Dorien Leopold “Alle horrorcliches komen in het hilarische Horror aan bod: haunted house, jong pasgetrouwd stel, verdwijningen en geluiden uit de kast, inclusief familiedrama dat het daglicht niet verdraagt en een Happy End. Alles gebracht met een knipoog, die wat mij betreft wel wat vetter gespeeld had mogen worden. Mooie verspringende decors en originele vondsten.” -‐ Margot Baker “zeer mooi theaterstuk. visueel een plaatje, leuk mooi spel. prachtige vondsten voor het beeld.” -‐ Joost Konings “Wat een gaaf stuk. Jakop heeft goed naar de grote horror klasiekers gekeken en die verwerkt in een stuk dat van begin tot eind boeit. Ook voor de niet horror fans is dit een geweldig stuk.” -‐ Andre Smulders
LOOKING FOR PAUL - WUNDERBAUM “Eerste twee delen waren redelijk tot goed, het laatste deel vond ik tenenkrommend” – H. Beerlage “"Een stuk kan niet mislukken zolang het concept maar goed is". Aldus een van de acteurs van Wunderbaum op het moment dat de toneelgroep al aardig verdeeld is geraakt over wat men zal opvoeren in Los Angeles. Daar zal men optreden op uitnodiging en met een beurs en daar wil men iets bijzonders van maken. Het concept van de ontevreden Rotterdamse Inez van Dam die meegaat om wraak te nemen op de kunstenaar Paul McCarthy wegens diens sculptuur Santa Claus (bijnaam Kabouter Buttplug) dat in Rotterdam op het plein staat waar zij woont is mooi bedacht. Maar dat ondanks het goede concept een stuk wel degelijk kan mislukken wordt hier aangetoond. Uitsluitend voorlezen van tekst en een apotheose met gooi-‐ en smijtwerk met onder meer mayonaise, spaghetti en stront, ziehier de hoofdkenmerken van deze voorstelling. En dat allemaal als één verwijzing naar kunstenaar Paul McCarthy, die hiermee een eerbetoon krijgt in plaats van een wraakactie. Gelukkig hadden we zitplaatsen veilig op de derde rij.” -‐ Ronald Visser “Hoe de menselijke geest door een kunstwerkwerk vervormd wordt door het voortdurend uit te vergroten; de prachtige foto's van personage en beeld en de weergave van het creatieve proces door middel van de reading waren boeiend en nieuw. De verwording of het failliet van een theatergroep of van de maatschappij ontknoopte zich helaas tot een uitgerekte uitsmijter.” -‐ Renée Besteman “Het eerste verbale deel van de voorstelling had een prachtige spanningsboog. Knap uitgevoerd ook. Tijdens het tweede deel van de voorstelling riep een jonge bezoeker achter mij: hebben deze mensen nog levende ouders?? Daaruit sprak de grenzeloze schaamte voor de vertoning die deze jonge bezoeker voelde en die ik met hem deel. Natuurlijk snap ik wat Wunderbaum duidelijk wilde maken maar de manier waarop sprak me niet aan.” -‐ Marie-‐Josee van het Erve “Een van de meest bizarre voorstellingen die ik ooit heb gezien. Wunderbaum wist me continue op het verkeerde been te zetten. Qua concept vond ik deze voorstelling heel knap. Ik heb me telkens afgevraagd of het verhaal wel of niet echt was gebeurd en of de boekenverkoopster wel of niet echt bestaat. Ik weet het nog steeds niet. De overgang van verhalend theater, gebaseerd op emails naar de perverse performance met poep, augurken en veel ketchup was onverwachts, ook al was ie een paar keer aangekondigd. De voorstelling heeft me aan het denken gezet, alhoewel de thematiek in 2010 actueler was dan nu, maar goed. Het spel overtuigde me, zowel in het eerste deel als het tweede deel. Waar het in het eerste deel heel naturel was en het leek alsof de acteurs zichzelf speelden, was de performance in deel 2 zo absurd, zo heftig en zo consequent doorgespeeld, dat ik er alleen maar bewondering voor kan hebben. De teksten in deel 1 waren zo 'normaal', maar tegelijkertijd ook slim geschreven... het zou zomaar echt kunnen zijn, of toch niet. Er was weinig gedaan aan vormgeving, dat vond ik niet storend.” -‐ Bas Wijnen “Bijzonder stuk, waarbij Wunderbaum heeft bereikt in volledigheid te laten zien wat Paul McCarthy als doel had: choqueren. Wij zaten op de eerste rij en werden bijna onpasselijk van de combinatie van beelden, geuren en tekst.” -‐ Karina Baarda “De voorstelling begint met een hele boze Inez van Dam. Ze laat geestige dia’s zien van het uitzicht vanuit haar woning, dat volgens haar helemaal verpest is door het beeld van Santa Claus, beter bekend als Kabouter Butplugg. Ze mag van Wunderbaum mee naar L.A. om daar Paul McCarthy, de kunstenaar, te ontmoeten. Ze staat te schudden van de zenuwen en doet dat zó overtuigend dat ik een tijdje dacht dat ze echt Inez van Dam was en geen actrice. Wat we te zien, of eigenlijk te horen krijgen is de e-‐mailuitwisseling in aanloop naar en het verblijf in Los Angeles. Daar willen ze de kunstenaar ontmoeten, wat wel lukt, maar op niks uitloopt omdat ze helemaal dichtslaan. De groep, inclusief een Amerikaanse acteur, is drie weken welkom in een lokaal theater, mits ze daarna een voorstelling maken over hun doel, een debat over het eventuele wegvallen van subsidie in de kunst. Dit laatste komt niet erg uit de verf. Intussen lezen ze elkaar hun mail voor en maken vooral ruzie over de voorstellen betreffende de a.s. voorstelling, die allemaal genadeloos worden afgekeurd. Als de deadline verstreken is hebben ze nog steeds niets en gaan dan maar helemaal los in een ode aan Paul McCarthy, een ode die vaak meer op een belediging lijkt, maar wel erg bij de kunstenaar blijkt te passen. Zonder inleiding zou ik dit deel niet begrepen hebben. Waarderen kon ik dit deel niet, want het poep-‐ en piesgehalte was wel erg hoog. Ook ketchup, augurken en spaghetti worden volop gebruikt, alles en iedereen zit onder. Dan begrijp je ook waarom het decor zo goedkoop oogt. Jammer van deze laatste 20 minuten, de rest van de voorstelling was heel aantrekkelijk en geestig. Sterke teksten en uitstekend spel.” -‐ Brigitte Van Mulken “Dit is theater zoals ik het liever niet meer zou willen zien. Het verhaal van kabouter Buttplug leek me zeker een kans om een mooie voorstelling te maken. Maar deel 3 wordt één grote vieze poepsmijtende klucht. Bah, hiervoor ga ik niet naar het theater!” -‐ Anita de Winter “Een duik in de hersenspinsels van de kunstenaar Paul McCarthy. Het stuk zelf gaat over het tot stand komen van een toneelstuk, met als uitsmijter in sneltreinvaart een interpretatie van verschillende werken van de kunstenaar. Dit is hersenvoer, maar dan niet voor mensen met een zwakke maag! ” -‐ Andre Smulders
“Lastig om te beoordelen omdat er in mijn beleving twee heel verschillende delen waren. Het eerste gedeelte dat over de voorbereiding gaat, vond ik erg leuk. De vorm van het voorlezen van de emailcorrespondentie en het beeldmateriaal, sprak mij aan; het was onderhoudend en informatief. Het tweede gedeelte vond ik te lang duren en was teveel afgeleid door het verspillen van voedsel. De inleiding vooraf was onontbeerlijk voor mij.” -‐ Erika Verhulst “In alle opzichten een uitstekende productie. Een originele aanpak van een onderwerp. Met fantasie en verve gebracht. Een heerlijke theateravond” -‐ Tiny Hielema “mooie vondst om het op deze manier te spelen. visueel goed om naar te kijken ietwat smerig maar je gaat met een voldaan gevoel weg” -‐ Joost Konings “Gelaagd stuk over de rol en het nut van kunst. Na de zeer boeiende inleiding door Doede Hardemann was duidelijk waar het deze avond over zou gaan: wat gebeurt er als (gesubsidieerde) kunst buiten de veilige muren van een museum komt en op straat belandt? Moet een kunstenaar willen 'pleasen' of mag hij/zij de toeschouwer ook andere emoties (afschuw, ongemak) laten ervaren? Wunderbaum deed dit zelf met dit stuk ook, en hoe. Aan de ene kant vol scherpe teksten en humor, aan de andere kant soms saaie, soms weerzinwekkende fragmenten. Het zorgde ervoor dat ik even tijd nodig had om het stuk op waarde te schatten. Maar de conclusie is, dat het een bijzonder (en) confronterende avond was die tot nadenken aanzet. En daarmee dus zeker geslaagd.” -‐ Dorien Leopold
MACBAIN – DOOD PAARD “Bijna iedereen komt met een lach op het gezicht naar buiten. En dat terwijl de hard knallende muziek en lichteffecten de laatste 10 minuten op je in gebeukt hadden. Maar wel afgewisseld met de rustige, poëtische tekst uit het derde deel die Gerard Jan Rijnders geschreven heeft. In evenwicht dus, met grote uitersten. Dat is karakteristiek voor deze voorstelling. En voor klassiek toneel, waar je gelouterd uit komt. Maar is Mac Bain klassiek? Op het eerste oog zeker niet. De speelstijl, decor, rekwisieten en kostuums zijn camp, overdreven, ironisch. Maar goed gedoseerd voor de toeschouwer, in evenwicht, ook onderling, tussen Manja ... en ... Biesheuvel. De tekstuele opbouw is helder en doordacht. Het begint met interviews waardoor we de popsterren leren kennen, dan volgt een korte samenvatting van de hoogtepunten uit het stuk van Shakespeare, waarna het eerder genoemde einde volgt. Ook hier eigentijdse harmonie. Mac Bain is diepgaand gebaseerd op gelijkenissen tussen Macbeth en Lady Macbeth enerzijds, en Kurt Cobain en Courtney Love van Nirvana anderzijds. Je gaat denken over macht, verveling, en vooral over het onoverkoombare, onmenselijke van moord. Echt tragisch. Dus inderdaad: een mooi klassiek stuk dat er bepaald niet zo uit ziet!” -‐ Roelof Jan Veltkamp “Boven de spelers hangt een glazen plaat die vol licht met bestek. De schaduwen hiervan verbeelden het bos dat in Macbeth steeds verder oprukt. Kurt Cobain en Courtney Love worden er uiteindelijk bijna door verpletterd. Daarmee is een mooi toneelbeeld gecreëerd en dan hebben we meteen het beste van de voorstelling gehad. Ondanks het harde en goede werken van de acteurs blijft deze voorstelling als een chaos overkomen. Het eerste deel, een gesprek tussen Courtney en Kurt, beide knetterstoned, is verreweg het beste deel. Manja Topper weet uitstekend een hysterische Courtney weer te geven en Gillis Biesheuvel is overtuigend de weg helemaal kwijt. Het tweede deel is een "komische" korte versie van Macbeth, waar de humor mij van ontging. Het derde deel is totale chaos. Geen touw aan vast te knopen, veel geschreeuw en het duurde allemaal veel te lang. Jammer!” -‐ Brigitte Van Mulken “Het concept is misschien aardig, maar te gezocht en/of jammerlijk slecht uitgewerkt. Al vanaf de opening kwam het spel me veel te gemaakt/gemakkelijk over -‐ te melig, gebruik van stemmetjes, teveel overacteren. Het 2e deel zou volgens de (ook vrij hopeloze) inleider hilarisch zijn -‐ ook deze belofte werd niet ingelost. Deel 3 was het dieptepunt, niet qua spel maar het gebruik van geluid, rook en licht was te overdadig en te irritant, de intermezzo's duurden veel te lang. Het neerdalende platform-‐vol-‐bestek als symbool voor de onontkoombare verplettering, tja. Oh well, whatever, nevermind, zou Kurt zeggen.” -‐ Dorien Leopold “De voorstelling was opgebouwd uit drie delen: het begon met een interview met rolwisselingen, aardig; een Macbeth in sneltreinvaart met grappige vondsten als middendeel maar het slotdeel was ronduit langdradig, zowel tekstueel, visueel en vooral ook auditief.” Renée Besteman “Fascinerend en irritant. Irritant door die vreselijke vrouw met haar gekrijs en dom gelach. Fascinerend door de hele opzet en het gegeven. Qua tekst kam het allemaal niet zo duidelijk over. Dat vond ik moeilijk te bevatten in een zo'n voorstelling.” Tiny Hielema “Grote complimenten voor Gillis Biesheuvel en Manja Topper om in een chaotische regie een overtuigende rol neer te zetten. Vooral de humor waarmee Gillis zijn rol vertolkt is een genot om naar te kijken. De acteurs dragen het stuk en verdienen alle lof.” Andre Smulders
HOLLANDSE LUCHTEN II: PANDGENOTEN - TROUBLE MAN “Heel veel (redelijk actuele) vlotte tekst. Prachtig vormgegeven. Geweldige inzet. Snel met veel humor gespeeld. Prima veelzijdige muzikant. Sommige symboliek snapte ik ( en andere toneelkijkers) niet, maar dat deed niks af aan de voorstelling. Heel genoegelijke avond !” – Hubert Coenen “Masker op, masker af, het zet ons publiek meteen op het verkeerde been.Deze vervremende vorm is sfeerbepalende en werkt. Een jong ste,l vol dromen en idealen, met kleine pasgeboren baby woont in een nomadentent maar moet wijken en gaat op zoek naar iets anders. Een actueel onderwerp als de woningproblematiek is een mooie aanleiding om de (morele) conflicten van onze huidige samenleving bloot te leggen. Kaspar Schellingerhoud geeft als "oud Kraker"met prachtig Amsterdamsaccent commentaar op de situatie. ” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Leuke herkenbare voorstelling, over waar en hoe je wilt wonen en is dat bereikbaar. Of is dat alleen bereikbaar voor onze kinderen die we onze idealen gunnen die we zelf niet bereikt hebben Begeleid door lekkere muziek .” -‐ Susan de Boer “Voor mij was de inhoud van het stuk heel anders dan vooraf op de flyer aangegeven. Dacht dat het over een moeder in Amsterdam en een moeder in Cairo zou gaan. Intrigeerde me. Maar het pakte anders uit. Zowel setting als inhoud representeerde de chaos die er in Egypte heerst op dit moment. Met alle gevolgen van dien voor moeders en zonen. Niet slecht gespeeld maar voor mij toch een gemiste kans.” -‐ Marie-‐Josee van het Erve
PAX MAMA – DE NIEUW AMSTERDAM “Bij Pax Mama moet je als kijker aan de slag. Het kost behoorlijk wat energie de boeiende elementen in het stuk te vinden. Dat komt vooral door de zeer abstracte manier waarop verschillende thema's opgeworpen worden maar niet echt uitgediept. In het keurslijf van de teksten van Grunberg is het een hele prestatie dat de acteurs, personages personen van vlees en bloed op het toneel weten te zetten. Waarschijnlijk vooral een stuk voor fans van Arnon.” -‐ Andre Smulders “Pax Mama komt over als een abstract beeldhouwwerk. Je kunt naar eigen inzicht de betekenis invullen. Dat is soms even wennen, maar het is in elk geval geen voorgekauwde kost. De voorstelling begint met beelden van een drukke markt op een videowand en in de hoek een hele mooie pop van een oud vrouwtje met een zo goed als kaal hoofd. Zij blijkt de moeder te zijn van een spion, althans, zo ervaart hij deze pop. Het gaat hier ongetwijfeld om een oorlogstrauma, zelfs zijn handler (een begeleider van een spion) krijgt hem na veel aandringen niet op andere gedachten. Zijn zus gaat ook door voor kat en buurvrouw . Waarheid en fictie lopen soms nogal door elkaar. Grunberg, de schrijver van dit stuk, laat het aan de toeschouwer over om uit te vinden wat hij er van vindt. Het stuk wordt zo sec mogelijk gespeeld en ook het decor is heel sober. De moeder vormt daarin een uitzondering, ze wordt heel liefdevol behandeld, vooral als Sabri Saad El Hamus haar op een emmer laat plassen. Oorlog en opstand hebben zware littekens nagelaten. Uit de slotmonoloog van de zus blijkt duidelijk dat vrouwen een hele hoge prijs betalen middels mishandeling en verkrachting. Wat dat betreft is oorlogsleed universeel. En dus ook de pijn die je familie wordt aangedaan.” -‐ Brigitte Van Mulken “De voorstelling boeide me geen moment. Ik herkende niets van een adoratie voor een moeder, laat staan voor DE moeder. De pop was mooi maar niet in dit verband.” -‐ Tiny Hielema “Het nagesprek met de acteurs verhelderde het dilemma om met een voor de voorstelling geschreven tekst een goede en heldere voorstelling te maken maar niet lukt vanwege de ontoegankelijkheid ervan. Mij schokte dat de crux van het verhaal meteen wegebde terwijl er toch iets vreselijks had plaatsgevonden. Het drama bleef te abstract.” -‐ Renée Besteman
SELMA & LOUISE – TG BLOODY MARY “Roadmovie naar Stroe zou de voorstelling ook kunnen heten. Bijzonder mooie tekst ook al was de taal soms niet helemaal te volgen maar dat gaf niets. Intens spel en mooie opbouw van het stuk waarin de vrouwen in hun reis naar de begrafenis van hun geliefde uiteindelijk afstand doen van hun gezicht naar buitens en nader tot elkaar komen. De zang voegde echt iets toe. Aanrader!” -‐ Renée Besteman “Een leuk, ongedwongen uurtje theater. Grappige tekst, leuke vrouwen, aardig onderwerp. Het had allemaal niet zoveel om het lijf, maar het gaf toch wat inzicht in het leven van twee jonge vrouwen die hun streek en afkomst ontgroeid waren maar ook weer niet.” -‐ Tiny Hielema “Prachtig 'road-‐theater' over twee vrouwen die op hun reis naar de uitvaart van een wederzijdse vriend/kennis beiden een verandering ondergaan dankzij de invloed van de ander. Ook over onvervulde wensen, idealen/idolen en de teleurstelling van de dagelijkse werkelijkheid. Mooi gevonden om de dames steeds weer te laten plaatsnemen in twee autostoelen die kunnen rollen. Zo komt het road-‐aspect in het verhaal goed tot zijn recht.” -‐ Ronald Visser “Leuk inspirerend stuk, herkenbaar, goed getroffen en humoristisch, lokale taal, sallands. Voor mij herkenbaar en een "thuis wedstrijd". Goed om een stuk met dialect naar den Haag te halen en ook in de randstad te spelen.” -‐ Brenda v.d.Belt “Mooie afwisseling van tekst en muziek, grappig en aangrijpend tegelijk. Originele vormgeving. Aandoenlijk, vriendelijk spel.” -‐ Karina Baarda “Selma (Ilse Warringa) krijgt een lift van Louise (Magda Nij Bijvank), die net als zij op weg is naar de begrafenis van hun oude jeugdliefde. Het hondje van Selma moet perse mee en moet die roadtrip duur bekopen, want tijdens een tussenstop rijdt Louise het beestje dood. Dit verandert de stemming nogal. Na eerst een hoop gekat en gekissebis en de nodige jalousie komen de dames wat nader tot elkaar. Ze halen herinneringen op aan hun middelbare schooltijd, zingen samen de muziek van hun (oude) liefde en doen allerlei bekentenissen. Zo heeft Louise zich tot het laatst als groupie gedragen zonder daar veel verder mee te komen en Selma sliep met hem, maar meer dan dat werd het niet, hoe graag ze dit ook wilde. Haar eenzaamheid spat ervan af. De dames hebben zich gewoon laten gebruiken. Ze besluiten uiteindelijk niet naar de begrafenis te gaan, er is teveel gebeurd. Het decor is sober gehouden, wat vangrails en twee autozitjes op wieltjes volstaan. Meer is ook niet nodig, op deze manier is er meer aandacht voor het uitstekende spel. In smeuïg Twents, wat gelukkig goed te volgen is, proberen de vriendinnen elkaar af te troeven. Selma is daarbij zó irritant dat het me soms verbaast dat Louise haar mee wil nemen, ik zou het niet gedaan hebben. Zuigen en treiteren kunnen ze overigens allebei als geen ander. Op het einde van het stuk nemen ze toch nog vriendschappelijk afscheid van elkaar. Selma en Louise is een lichte, plezierige voorstelling, niet erg diepgaand, maar wel heel plezierig om naar te kijken. ” -‐ Brigitte Van Mulken “Leuk gespeeld maar blijft een beetje een niemendalletje. een soort soap achtig iets met niet veel diepgang.” -‐ joost konings
SOLNESS – HET NATIONALE TONEEL “Indrukwekkend,boeiend onderwerp, prachtig weergegeven op toneel.” -‐ Brenda v.d. Belt “Prachtig thema, met minder goede uitwerking. Hoofdrolspeler was niet voldoende vilein in zijn spel. Mocht wel worden verwacht, ook gezien de affiche van deze voorstelling. De beide eerste bedrijven waren verder op zichzelf boeiend door de wendingen en ook inhoudelijk. De karakters ontwikkelen zich daar sterk. In het derde en laatste bedrijf was dit minder waardoor ik, ondanks de (zelfgekozen) dood van de bouwmeester het geheel helaas vond uit gaan als een nachtkaars.” -‐ Ronald Visser “De voorstelling valt in het niet bij de prachtige affiche die nu overal in de stad hangt. Daarop staat een man met ballen. Op het toneel staat een getroubleerde teddybeer die zijn stem forceert. We zagen een try-‐ out maar om de voorstelling alsnog spannend en interessant te maken, is het vermoedelijk te laat.” -‐ Renée Besteman “Het decor is heel sober, 20 witte tafels, veel tL-‐lampen, een laptop en een map met bouwtekeningen volstaan. Daardoor gaat alle aandacht naar de acteurs, die ondanks hun uitstekende spel toch geen diepe indruk nalaten. In de eerste akte staan alle tafels los van elkaar en iedereen moet zich door de rijen heen begeven, maar Hilde, het jonge meisje dat geobsedeerd bouwmeester Solness probeert in te palmen, springt gemakkelijk van tafel naar tafel. In de tweede akte, als er nog maar een paar rijen over zijn en de beweegruimte voor Solness daarmee kleiner wordt, dringt Hilde zich aan hem op door hem te overtuigen van een ontmoeting waar hij zich bijna niets meer van kan herinneren. Dit gegeven komt op mij nogal ongeloofwaardig over, je laat je als vijftiger toch niet in de luren leggen door een meisje van 22, als ziet ze er nog zo goed uit? Hij krijgt het steeds benauwder, de toekomst bestaat voor hem niet meer, zijn huwelijk is mislukt en met zijn werk heeft hij niet bereikt wat hij wilde. De jeugd rammelt aan de poort en hij zal op enig moment plaats moeten maken. In de derde akte staan alle tafels als een groot plankier tegen elkaar aan en kun je er alleen nog maar bovenop staan, veel keus heeft Solness dus niet meer. Als hij van de toren valt blijven er vragen over als : heeft hij zich laten sturen, is het een zelfgekozen dood of gewoon toch een ongeluk? Sterk gespeeld, maar soms toch wat onbevredigend.” -‐ Brigitte Van Mulken “In een perfect belicht en vormgegeven decors ontvouwt zich het drama in het bureau van bouwmeester Solness. Selfmade, overambitieus en manipulatief wordt hij gedwongen terug te zien op zijn carrière, zijn huwelijk, liefdesleven en zijn bouwwerken. Een merkwaardig meisje Hilde dat hij tien jaar terug heeft ontmoet is, nog in volle bewondering, achter de meester-‐bouwer aangekomen en houdt hem aan zijn loze beloftes van toen. Zij legt zijn manipulatieve manier van doen bloot, laat hem zijn probleem tussen plichten en schulden en zijn voorkeur voor jong, vitaal en levendig vrouwvolk erkennen. Daarmee contrasterend zijn angst verdrongen te worden door de nieuwe generatie en hoogtevrees. Sterk toneelspel brengt de emoties in dit psychologisch drama in het minimalistisch toneelbeeld naar het oppervlak. Het decors, dat doet denken aan minimalistisch ruimtelijk werk van Sol Lewitt, bestaat uit 20 (4 x 5) witte tekentafels, compleet met pennengoot, in een monumentaal perfect en koel verlichte tekenzaal-‐ruimte. Gaandeweg de voorstelling worden de tafels aaneen geschoven tot podium voor diepere inzichten van Halvard Solness : dat hij niet de grote man en bouwmeester is geweest. Oneerlijk in zijn huwelijk. Oneerlijk tegenover zichzelf en zijn opdrachtgevers. Niet steeds grootse architectuur met hemelreikende torenspitsen heeft gerealiseerd maar, door angst gedreven, woonhuizen voor de burgerij en zich nu aan het eind van zijn carrière moet terugtrekken en ruimte moet laten aan nieuw bouwtalent uit zijn eigen bureau. Veroordeeld om nog slechts luchtkastelen te bouwen die op spetterend schitterende wijze vorm krijgen op toneel.
Een topproductie van Boermans” -‐ Martien Vogelezang “Een ijzersterke performances van Anna Raadsveld en Jappe Claes tillen het stuk naar een hoger niveau. De worsteling van de arcitect Solness ontvouwt zich in de strakke structuur van het decor. Een mooi stuk waarin de spanning, tussen de jeugd die de hoofdrolspeler nieuwe levenslust brengt maar tegelijkertijd zijn rol als toparchitect onder druk zet, centraal staat.” Andre Smulders “Het decor vond ik verrassend en intrigerend (al die tafels). Het stuk vond ik over het geheel genomen een beetje tegenvallen, langdradig, daarentegen was het spel van Anna Raadsveld verfrissend en spannend.” -‐ ErikaVerhulst
STAND UP, LIE DOWN – DE GEMEENSCHAP “Veel tekst, goed gebracht, maar wat gezegd werd bleef niet hangen. Toch een interessante voorstelling. Er viel in ieder geval te lachen.” -‐ Drewes Hielema “Muziek, choreografie zijn goed. 5 personages goed gekozen. De tekst vond ik onecht overkomen, te gespeeld. Statisch en onecht kwam het bij me over. Het is ws. als satire bedoeld maar het kwam niet zo bij me over. De boosheid het harde schreeuwen vond ik overbodig, had ook anders gekund om over te komen.” -‐ Brenda v.d.Belt “Viertal monologen met ook nog een spreekstalmeester. Met grote zorg vormgegeven. Mooie, vileine en soms zeer strijdbare teksten over (de eigen) homoseksualiteit uit de mond van de twee mannen en twee vrouwen. En ook niet in de laatste plaats door de spreekstalmeester.” -‐ Ronald Visser “Prachtige tekst van Rob de Graaf en trefzeker spel van alle acteurs. De inleiding vooraf over het ontstaan van de voorstelling makt dat je er meteen helemaal inzit. Geestig, verdrietig, hilarisch, het zit er allemaal in. Alleen was het liggen tussendoor wel een erg letterlijke vertaling van Lie down, jammer van de gemiste kans.” -‐ Renée Besteman “Onder de klanken van een heerlijk truttig jaren-‐ 60-‐discomuziekje praat de gastheer een en ander aan elkaar. Hij ziet er fantastisch uit. Het decor oogt minder mooi, het bestaat alleen uit barkrukken en een tafel. Meer is ook niet nodig, dit stuk moet het hebben van het spel en vooral van de uitstekende tekst, die werd geschreven door Rob de Graaf. Drie homo’s en twee lesbo’s vertellen hoe het is om vandaag de dag voor je homoseksualiteit uit te komen. Het format is in de stijl van Stand Upcomedie, waarbij de zaal overigens niet mee mag doen. In de bar waar dit stuk speelt bereiden de acteurs zich voor op de grote zalen waar ze eens hopen te staan. Intussen klagen ze vooral veel over de maatschappij, die hen maar niet helemaal wil accepteren. Ze lijken allemaal een probleemjeugd te hebben gehad en hebben het nog steeds moeilijk. Daarbij zijn ze vooral boos op alles en iedereen. Omdat ze daar allemaal last van hebben zakt de voorstelling soms wat in, eigenlijk wel een keer bij elke monoloog, maar dat duurt steeds maar even. Met heel veel humor en danservaring komt alle gram eruit. Het is geen diepgaande voorstelling, ik kreeg ook niet de indruk dat dat de bedoeling was. Het was vooral een geestige en entertainende voorstelling, waarbij de laatste monoloog van Willemijn een hoogtepunt was. Ze leek wel écht kwaad! Knap!” -‐ Brigitte Van Mulken “Ik vond dit een middelmatig stuk, bij vlagen grappig maar niet ijzersterk. Humor blijft iets heel persoonlijks, maar dit was voor mij niet de juiste dosering en miste iets waardoor ik geboeid kon blijven. De rest van de zaal leek ook niet erg gepakt te worden, een enkele (en 1 weer net iets te luidruchtige) uitzondering daargelaten.” -‐ Dorien Leopold “Het stuk beweert een soort stand up comedy te zijn maar je komt er snel achter dat het niet zo is. het spel is wel amusant maar boeit niet echt.” -‐ joost konings “Een toneelstuk over stand-‐up, kwam voor mij als fan van stand-‐up comedy niet echt uit de verf. Het stuk was waarschijnlijk sterker geweest als de het spel "achter de schermen" van een stand-‐up theater had afgespeelt. Nu leidde de niet echt sterke comedy optredens te veel af van de boodschap van het stuk.” -‐ Andre Smulders
THE GREAT WARMACHINE – JOACHIM ROBBRECHT “citaat uit heel veel tekst van deze voorstelling: what a SHITtuation! Het is niet het woord wat ik zelf zou gebruiken maar past precies bij mijn mening over deze voorstelling. Ja er is overal en voortdurend oorlog in de wereld waarin wij leven. Dat kan me echt raken maar deze voorstelling deed dat geenszins!” -‐ marie-‐josee van het erve “Door me niet te richten op het begrijpen van de teksten maar de beelden en geluiden en de beweeglijkheid van de acteurs en de mise en scène over me heen te laten komen, maakte dat ik me opgenomen voelde in een levend kunstwerk. De spanningsboog haalde net het eind van de voorstelling.” -‐ Renée Besteman “Boeiend theater waarbij vrijwel alle zintuigen geprikkeld worden. Publiek en spelers maken beide deel uit van de oorlogsmachinerie die zich manifesteert in doorlopend geluid, beeld, tekst, beweging en onderling lijfelijk contact. Visionair en intelligent toneel, dat bij het publiek ook de iritatiegrens opzoekt en uitdrukkelijk aanspreekt. De toelichting achteraf zette de indrukken en ervaring in het nodige perspectief. Er ontstond zicht op de ontstaansgeschiedenis en de betekenis van het stuk, zoals bedoeld door de regisseur.” -‐ Ronald Visser “Deze voorstelling over oorlog in allerlei vormen, tot en met de oorlog in onszelf, is gemaakt volgens het format Cadavre Exquis, een gedicht waarbij steeds een ander een nieuwe regel schrijft zonder de rest van de tekst te kennen. In dit geval zijn het aaneengeknoopte uitspraken/theorieën over oorlog. Hoe zal oorlog er in de toekomst uitzien? In elk geval moeten we vooruit kijken en vooral niet terug., dat is de boodschap. Het is heel fysiek toneel, ook voor sommige bezoekers. Het decor bestaat uit grote zitzakken, die op het podium liggen en op de tribune, en het publiek mag gaan zitten/liggen waar het wil en dus liggen sommige bezoekers op het podium tussen de acteurs, of liggen de acteurs op de tribune op deze zitzakken, of op schoot bij iemand, zoals mij overkwam en wat ik als heel geestig heb ervaren. Tussen de bedrijven door gaan wodka en cola van hand tot hand. Er is heel veel om naar te luisteren en te kijken tegelijkertijd. De tekst is om soms slecht te verstaan om technische redenen, en daarbij helpen het Spaanse en het Japanse accent niet echt. Dat maakt het lastiger om geconcentreerd te blijven kijken, je krijgt of en toe de neiging om de tekst maar even te laten voor wat hij is of als satire te beschouwen. De voorstelling lijkt soms licht chaotisch, maar de nodige humor maakt dat het toch steeds een aantrekkelijk stuk blijft, dat niet volgens de gebaande paden verloopt maar lekker dwars wordt gepresenteerd. Boven dit geheel hangt een hele grote lamp die eruit ziet als het onderstel van een ruimteschip dat ons elk moment mee kan nemen naar de toekomst buiten deze aarde. Tot slot worden we bestookt met heel veel theaterrook. Gaan we vertrekken?” -‐ Brigitte Van Mulken “Het is heel nieuw voor me deze vorm van theater. Het doet wat met je, maar ik kan het moeilijk beschrijven wat dit is. Het zit knap in elkaar , is eigentijds. De boodschap die het meegeeft is van individualisme in de maatschappij.” -‐ Brenda v.d. Belt “De 'performance' sprak me niet aan. Ik miste een rode draad, een emotie, een geheel. Geen toppertje....” -‐ Karina Baarda “Een categorie zoals spel en tekst vind ik hier minder van toepassing. Er was geen tekst en nauwelijks spel. De acteurs hadden het wel druk met aan-‐ en uitkleden en allerlei handelingen verrichten. Het was een virtuele voorstelling die op zich niet boeiend was. Je kon er boos om worden of het saai vinden. Toch bleef ik kijken met de vraag 'wat willen ze hiermee?' Het nagesprek was het interessants van de hele avond. Als experiment geslaagd, wel even wennen.” -‐ Tiny Hielema “Na een half uurtje is de boodschap wel duidelijk. je wordt aan het lijntje gehouden omdat je hoopt dat er wat gaat gebeuren. hier zijn we weggelopen.” -‐ joost konings “De wereld van home made youtube videos, verpakt in een toneelvoorstelling. Oostpool weet op een klein oppervlak tientalle verschillende "huiskamers" met bizarre voorstellingen voor te toveren. Hoewel het decor een visueel spektakel biedt en de verschillende "acts" voor de camera elkaar naadloos opvolgen, is het moeilijk om de aandacht erbij te houden, vooral omdat de inhoud van de getoonde beelden boodschaploos zijn. Maar misschien is dat op zich de boodschap van het stuk.” -‐ Andre Smulders “confronterend, alarmerend gegeven, met veel humor gebracht! Stof tot nadenken dankzij firma Mes.” -‐ marie-‐josee van het erve “Verrassend spel, met prachtige tekst,eigentijds, goed gespeeld en uitgedragen. Af en toe te lange monologen en het gaat wel erg snel. Het einde van het stuk, is te abrupt.” -‐ Brenda v.d.Belt “De vloer ligt vol kringloopmeuk en dezelfde soort goedkope zooi hangt ook aan het plafond. Het is echt overvol. Heel veel spullen, troep en dingen die niemand meer wil hebben. We kopen veel te veel, bewaren bijna alles en hebben nooit genoeg. Barbara (Roos Eijmers) wil met heel veel minder gebruiksvoorwerpen toe zien te komen, en wat moet je dan allemaal
wegdoen en hoe vindt je man (Daan van Dijsseldonk)dat? Die vind dat maar niks. Haar beste vriendin, gespeeld door Lindertje Mans, komt tot overmaat van ramp met een heel lelijk cadeautje aanzetten “Vind je dit niet mooi? Je vindt het niet mooi, hè?” En maar doordrammen. Het drinkbakje voor katten wordt een doorschuifcadeau dat niemand wil hebben en onderweg voor een schuldgevoel zorgt. Er wordt ons een spiegel voorgehouden, op de bekende, humoristische wijze van Firma Mes. Zonder een oordeel te vellen (dat moeten we zelf doen) laten ze aan de hand van hele herkenbare situaties zien hoe wij omgaan met overdaad. Troep is een hele plezierige voorstelling, uitstekend geacteerd en met een sterke en geestige tekst. Ja, we zijn verwend, ook met de Firma Mes!” -‐ Brigitte Van Mulken “Wel erg luchtig en lichtvoetig toneel, met een thema dat actueel was in de jaren '70 van de vorige eeuw, op een bühne volgestouwd met spulletjes van de snuffelmarkt, waardoor choreografie doet denken aan het genre 'musical'.” -‐ Ronald Visser “Prachtig, tot nadenken aanzettend stuk! Wel iets aan de lange kant. Iets korter zou wellicht krachtiger geweest zijn.” -‐ Karina Baarda “Grappig gegeven, mooi decor, leuk uitgewerkt. Spel van "Barbara" als goed ervaren, anderen ietsjes minder. Vond het jammer dat de lijst in het engels werd opgelezen, het feit dat het iets Amerikaans is was duidelijk genoeg. Een vertaling lijkt mij fijner. Zeer leuke avond gehad!” -‐ Janine vd Zalm “Originele voorstelling van de firma Mes over hoe mensen omgaan met spullen en de macht daarvan. Verrassende ontknoping. Heel leuk nagesprek!” -‐ Renée Besteman “De zaal is gevuld met een veel jonger publiek dan bij andere toneelkijkervoorstellingen. Het is dan ook 'vanaf 12 jaar'. De jonge kijkers lachen veel. Ik niet. Consumentisme is het thema, en daar tegenover hoopte ik op het achtvoudige pad. Maar het werd uitsluitend 'je relatie met je spulletjes'. Het decor is herkenbaar vanuit de overbodige rotzooi vormgegeven. Ook verder komt het consumentisme sterk naar voren, en de moeilijkheid daarvan af te komen. Als van een verslaving. Maar zo luchtig als de hoofdpersoon dat beslist, zo ongeloofwaardig is het vervolg. Dat hindert niet, maar daardoor staat het geheel wel érg ver af van het ideaal dat de monniken vertegenwoordigen die maar 8 spullen zouden hebben, en verder in de hele voorstelling weg blijven. Misschien op één boeiend beeld na: de lege kamer van Barbara, aangegeven door twee perspectivisch opgestelde rijen namaak-‐rozekwarts-‐ lampen.” -‐ Roelof Jan Veltkamp “mooie vondst om het decor op deze manier neer te zetten. het spel vond ik redelijk naturalistisch. ik zou wel weer naar zo'n theaterstuk gaan” -‐ joost konings “Troep zet je aan het denken. Hoeveel spullen heb je eigenlijk nodig en hoeveel "troep" heb je wel niet om je heen verzameld. Het verhaal van iemand die nog maar wil leven met maar 8 dingen wordt sterk neergezet inclusief de sociale discussies die dat oplevert. Het decor is opgebouwd uit een bonte verzameling nutteloze dingen, die iedereen welk kent of zelfs in huis heeft, die de boodschap van het stuk versterken.” -‐ Andre Smulders
SERIE 3
DE AVOND – NIEUW WEST “Frits van Egters. Kantoorklerk. 10 dagen van zijn leven verstikkend beschreven. Vanaf de eerste bladzijde ruik je de te ver doorgekookte spruitjeslucht. 1981. Vier vrienden maken deel uit van een wereld zonder aan het leven deel te nemen. Ze kijken toe, kijken toe en kijken toe. Wat deed ik zelf in 1981? Ik heb me dat tijdens het stuk herhaalde malen afgevraagd. Mijn gedachten dwaalden af, ik zat niet op het puntje van mijn stoel. En om mij heen zag ik mensen die wakker schrokken als de muziek aanzwol. Miste ik gisteren iets? Ja. Maar ik weet nog niet wat. Een hanekam? Wat het te braaf? Miste ik spruitjeslucht? Of miste ik doorpakken? Soms is minder ‘meer’; teveel herhaling voor mij op twee momenten. Goede acteurs die geweldig zingen. Mooie muziek en dat alles in één zwart gat. Mooie opzet in een zwart gat met een goede afwisseling van scherpe tekst en muziek. Kortom, mooie ‘avond’ aan het Spui!” -‐ Anja van Velzen “Gezangzegde woorden en krachtige beelden: De Avond staat als een huis” -‐ Hannah Koutstaal “Hoe moet je dit stuk omschrijven..., het heeft niet echt de vorm van een toneelstuk, de acteurs richten zich heel erg op het publiek, spreekt die soms ook direct aan (hoewel een weerwoord niet echt de bedoeling is) Daardoor zit het soms heel dicht op de huid. Vier jongeren en hoe ze in de wereld staan,filosofische bespiegelingen,maar soms ook weer heel down to earth. Een mix van de tijd waarin "De"Avonden"van Van Het Reve speelde, en hoe de jeugd in de huidige tijd staat. Afgewisseld met songs van o.a. de Beatles die een bepaald gevoel weergaven. Gezongen door de acteurs zelf, geen geschoolde zangers, maar ze legden er zoveel gevoel en dynamiek in dat dat niet uitmaakte. Sympathieke gasten die hun ziel en zaligheid erin legden. Echt om van te genieten. Ook het decor en de rekwisieten vond ik uitstekend. Prachtig die brommertjes uit de zestiger jaren, helemaal versleten, en soms zonder zadel of met een fietswiel, en je dan toch een hele bink voelen. Knap aangevoeld en weergegeven door de schrijver en regisseur. 1 kanttekeningetje, soms werden de scenes te lang uitgerekt waardoor de spanningsboog soms wat inzakte. ” -‐ René van Dootingh “Weer zo’n verzameling van voordrachten, die een toneelstuk moeten verbeelden. Uitgekauwd hoor, regisseur verzin eens iets spannends! De acteurs deden hun best hoor, daar niet van. Oké het zijn kennelijk geen mime-‐acteurs, dus dat stukje kun je ze niet kwalijk nemen. Eerder een misgeslagen regieplank. Maar het voelde allemaal nogal misplaatst. Waarom geef je in godsnaam jongere acteurs teksten mee, die overduidelijk voor hun grootouders zijn bedoeld? En dan bedoel ik niet een nieuwe interpretatie van een repertoirestuk, maar nieuw geschreven tekst. Het moest een tijdsbeeld van begin jaren ’80 oproepen? Dan wel een interpretatie van een tijdsbeeld door één bepaalde bril gezien over een groep, waar de schrijver kennelijk zelf buiten heeft gestaan. Met je eigen beelden proberen de drijfveren van een ander te verklaren? Geen goed plan! En overigens zo ‘nieuw’ geschreven was die tekst niet, want hing van de citaten en clichés aan elkaar. Oké, kun je zeggen het is een theatrale bewerking van De Avonden, een literaire tekst, met de bedoeling om de geest uit Reve’s roman te vangen: lethargie. En jongelingen als Frits van Egters zijn nu eenmaal simplistisch en puberaal. Maar deze opzegoefening was wat al te puberaal puberaal. Ook als anticliché kwam bij mij de boodschap niet aan. Ook een anticliché kan in zijn tegendeel verkeren. En dat alles nog afgezien van het steenkolenengels waarin de tekst was gestoken, het zwakste element van de hele voorstelling. De meest tot de verbeelding sprekende oproep van het stuk was ‘let’s take [sic!] a drink’. Dat zegt naar mijn idee voldoende: gaperdegaap!” -‐ Theo Akse “4 jonge acteurs laten zich zien en horen! De sfeer en het tijdsbeeld van de jaren 80 dringen zich nadrukkelijk aan ons op, de Engelse taal doet het goed, is sterk en zangerig passend bij de teksten. De regie is strak en genuanceerd, elk woord, elke zin klopt qua tijd, qua beeld.Prachtig om te zien hoe tekst, muziek en beweging in elkaar overgaan. gefluister,snoeiharde gestileerde uitspraken, spreekkoren en religieus aandoende gezangen koppelen de verschillende gevoelens en episodes aan elkaar. Waar het stuk exact over gaat is niet echt duidelijk,wel ontstaat een beeld over de gemoedstoestand van de jongens en en de situatie waar zij in verkeerden.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Originele combinatie van tekst en zang. Goed inlevend gespeeld. Havo Engels vond ik storend, tekst in de flyer vond ik veel mooier dan de tekst in het stuk.” -‐ Aubrey Spijker “De voorstelling De avond roept de sfeer van de tachtiger jaren treffend op. Het jongerenbandje verbeeldde op overtuigende wijze -‐in woord en lied -‐de sombere stemming van de verloren generatie en hun activisme tegen kernwapens. Met hun brommers deden ze ook denken aan de jongerencultuur uit de jaren zestig met zijn beroemde representant Jan Cremer, vereeuwigd op zijn brommer op de voorkant van zijn boek, de bestseller "Ik, Jan Cremer" . De voorstelling eindigt met een positieve vibe.Ook hier dacht ik weer even aan de sixties. In gedachten neuriede ik " Let the sunshine in " van de musical Hair. ” -‐ Yolanda Daverveldt “De Avond is als voorstelling voor mij meer een muziekstuk dan toneel. De vier wat verveelde jonge mannen brengen teksten in het Engels over het voetlicht, meestal verbonden met 70-‐er jaren popsongs,
die mee gezegd, gezongen, geroepen worden Samen, alleen of afwisselend om beurten. Het wat machteloos vertellen zingen, gebaren schreeuwen, roepen van de jonge mannen wordt vrijwel steeds begeleid door heerlijk relaxte muziek : Bach, Eno, Stones. Wat Weemoed en Brommers en Bier. Dit relaxte samenspel nam al mijn aandacht waardoor de grote lijn van een mogelijke ontwikkeling me is ontgaan en heb -‐ met ogen dicht -‐ echt genoten van de muzikale opzet. Een prachtige avond.” -‐ Martien Vogelezang “De eerste deel van de voorstelling van Nieuw West vond ik slaapverwekkend. Ik zat op de vierde rij dus kan niet over de hele zaal oordelen, maar ik zag meerdere mensen lekker wegdutten. Ik had zelf ondanks de koffie tijdens de gezellige voorbespreking, ook moeite om mijn ogen open te houden. Gelukkig werden we in het tweede deel weer helemaal klaarwakker. De spelers deden hun best. Ik snap dat het de lethargie en de manische energie perfect voorstelde, maar had van mij dat eerste stuk korter mogen duren. Mooie stemmen. Als ik die een apart cijfer kon geven werd dat een 8.” -‐ Ingrid Ypma “Het was een aantrekkelijk schouwspel, genoeg variatie in het spel door de wisselende beurt van de sprekers. Zo af en toe ontging me de inhoud door de veelheid van tekst. Het decor was erg leuk en afwisselend.” -‐ marlies sneller “De link met het boek De Avonden van Van het Reve (één van de boeken die het meest indruk p mij gemaakt heeft) heb ik totaal gemist; het onderwerp van het totneelstuk werd door mij als nogal oubollig ervaren; ik dacht dat dit onderwerp al genoeg uitgekauwd was. De acteurs deden zeer hun best en daarvoor had ik respect.” -‐ Joke Zuidwijk “Boring performance. Not my piece of cake.” -‐ Frans Verberne “Buitengewoon Origineel en creatief Wanneer je als regisseur de uitgeschreven tekst van Rob de Graaf’s “De Avond [English Spoken]” onvoorbereid op je bureau zou krijgen, ben je waarschijnlijk binnen de kortste keren een zenuwinzinking nabij. Alleen perfect klikkende samenwerking en het coöperatief opbouwen van het idee voor deze voorstelling kan geleid hebben tot het ongelofelijke product, dat we op 9 december te zien kregen. Het gaat de hele avond over niks en toch wordt je als toeschouwer volledig opgeslokt door deze tekst. Waarschijnlijk had dezelfde voorstelling in het Sanskriet of Aramees evenzeer geboeid. De vier acteurs lieten perfecte timing zien en onderlinge samenwerking van het hoogst denkbare niveau. Het was net verfijnde kamermuziek. Volgens de krant zou deze voorstelling ook iets met popmuziek te maken hebben gehad. Ik weet daar helaas niets van en voel er geen binding mee. Het doeltreffende ritmische geluidsdecor droeg (dus ook voor iemand, die geen weet heeft van popmuziek) echter wezenlijk bij tot de kwaliteit van het gebodene. Net als de zangkwaliteiten van de acteurs overigens. Iets dat je maar heel af en toe tegenkomt. Het is te hopen dat Theaterzaken Via Rudolphi goede connecties heeft in Londen, New York, Sydney, Kaapstad en Auckland om deze prachtige voorstelling overal op de markt te brengen. En daarna in niet-‐Engelstalige landen, want je hebt eigenlijk dat Engels helemaal niet nodig om je mee te laten slepen. Alleen de erven en de bewonderaars van Gerard Reve zullen een lichte teleurstelling voelen omdat er praktisch niets van “De avonden” terugkomt. Helemaal niet erg, want ze hebben een onvergetelijke voorstelling gezien met –als zo vaak-‐ een bedroevend kort speellijstje. Bravo! ” -‐ Aart Blom “Normaal hou ik niet zo van het praten tegen de vierde wand. Dat vind ik geen toneel. Dat was deze voorstelling ook niet, er was geen verhaal met een plot of drama. Wel een poëtische vertolking van nostalgische gevoelens van verlangen, van somberte, van hoop. Mooi gedaan.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Eenvoudige, klein gehouden voorstelling. Geen overdreven toeters en bellen, maar n gewoon prettige voorstelling met zang/muziek/tekst in n summier decor. De inspiratiebron (de sfeer van het boek "de Avonden" van van t Reve) was goed getroffen: zelfs bijna te goed : net op t randje van lamlendigheid... Omdat er eigenlijk geen kop en geen staart aan te ontdekken viel is t geen voorstelling die je lang bij blijft, maar voor t moment was t voldoende.” -‐ Herna Versluis “fraai hoe een "sober decor en wat attributen , taal/tekst en spel je onderdompelen in de jaren 80 (met wat muzikale hulp uit de sixties). prima voorstelling” -‐ Henk Veeneman
DE LIEFDE VOORBIJ – JOHANNA TER STEEGE REINOUT BUSSEMAKER “Heel veel tekst, maar heel vlot gebracht met de nodige beweging erbij. Het was daardoor zeker geen statisch suf kijkspel. In het slot weet Johanna Reinout heel mooi te fileren zonder dat hij dat schijnbaar doorheeft. Bewondering om zoveel tekst ( en deel geheel zonder tekst maar met mimiek ) op zo'n prachtige manier te brengen : chapeau !” -‐ Hubert Coenen “De vormgeving is simpel, open en effectief. De pianomuziek ondersteunt en vult het verhaal sober en poetisch aan. (Ben benieuwd van wie de muziek is?) Ik vond het een realistisch, confronterend en menselijk verhaal vertolkt op een manier die je aangrijpt en fascineert .Prachtig spel, waarbij vooral het "stil spel" van Johanna Ter Steege mij de adem benam.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “De tekst van De Liefde Voorbij is zeker realistisch. het spel en de tekst van Johanna Ter Steege sprak mij als vrouw meer aan, haar blikken en houdingen gedurende de eerste helft, terwijl Reinout aan het woord was, waren ook prachtig. Ik herkende ook wel veel van de typisch mannelijke argumenten uit de tekst van Reinout Bussemaker. Frappant. Een iets minder kaal decor kan misschien, dit kwam wel erg koud over. Het was een gezellige avond.” -‐ Ingrid Ypma “Een kaal decor, 3 hoge wanden behangen met landbouwplastic en 1 kaal deurtje. Belichting: een aantal kale tl balken streng in het gelid aan het plafond. Twee acteurs, man en vrouw, vastzittend in-‐ en aan het eind van hun relatie, zoals al snel blijkt. De rolverdeling is heel bijzonder. Eerst voert de man het woord, mag 3 kwartier lang zijn gram spuwen, zonder enige interruptie van de vrouw, die echter non verbaal maar door haar mimiek toch heel nadrukkelijk meedoet in de actie. Haar mimiek is verstilt, maar heel duidelijk valt aan haar gezicht af te lezen wat de permanente aanval van de man met haar doet. Dan worden de rollen omgedraait, en mag de vrouw haar weerwoord geven. Hierbij is de man stil, maar minder expressief, Zit er merendeels wat gelaten bij. Ik vond de man haast psychopatisch in zijn kritiek. Voortdurend krenkend en onredelijk, alles bij haar leggend, en niet naar zijn aandeel kijkend in het falen van deze relatie. Dit was zo akelig dat ik misschien wel weggelopen was als ik niet middenin de zaal had gezeten. De vrouw maakte veel goed, niet dat het "leuk"werd, maar haar tirade tegen de man vond ik veel redelijker en invoelbaarder. Zij greep ook nog eens terug naar mooie herinneringen die ze zou willen blijven koesteren. Ondanks beider boosheid, zaten er in haar verhaal meer psychologische lagen. Maar de man moet ik een compliment maken over zijn taalvaardigheid. Weinig mensen zullen hem dit na kunnen doen. Kortom, een stuk dat schuurde, je je soms ongemakkelijk liet voelen, maar wel een héél sterk stuk! Kwalitatief supergoed!” -‐ René van Dootingh “Wat een heftig stuk, en wat prachtig gespeeld! De vrouw komt als "overwinnaar" uit dit stuk, dat was duidelijk een keus van de schrijver om voor hem moverende redenen.Je had ook een wat evenwichtiger verdeling van de "battle of the sexes" kunnen hebben als de man niet was neergezet als iemand die toch duidelijk de weg een beetje kwijt was. De initiele verbazing bij de vrouw is wat ongeloofwaardig, als iemand zo hard tegen je uitvalt moet er toch al eerder iets aan de hand zijn geweest? Dat moet zij toch al gemerkt hebben? In dit stuk is de vrouw duidelijk superieur, zij is verbaal , intellectueel en emotioneel veel sterker en verder dan haar man. Hoe meer de man spreekt en zijn relaas doet, hoe meer afschuw je voor hem krijgt en bijna zelf de neiging krijgt om weg te lopen. Haar repliek is ijzersterk. Vond het erg leuk om na afloop het nagesprek bij te wonen om de schrijver van het stuk te zien en te beluisteren. Top avond, hoe wrang het onderwerp ook was.” -‐ Janie Kropman “De Liefde Voorbij speelt in een vrijwel lege kleurloze ruimte. Het bestaat uit twee lange monologen. Eerst de man -‐Reinoud-‐ die een tirade houdt waarin hij de relatie beëindigt, mogelijke herstel uitsluit en tal van voor hem persoonlijke redenen en irritaties opvoert. Zij, Johanna, neemt het allemaal op, zichtbaar geschokt en geraakt. IJsberend als een leeuwin in de kooi. Dan gaat het licht uit, schakelt naar rood en vervolgens, terug in gewoon wit TLlicht, zet Johanna in haar monoloog Reinoud zwaar onder druk. Ook hij neemt het, zichtbaar uit het lood geslagen zittend op de grond in zich op, kan het niet echt aan, maar neemt geen enkele actie. Krachtige en indringende taal, gevloek, gescheld, verwijt, overspannen emoties. Taal wordt strijdmiddel in de twee lange monologen. Overeenkomstige gezamenlijke herinneringen staan ineens haaks op elkaar. De woorden en de dingen zijn in betekenis veranderd, verschoven, verdraaid .
Alleen de emoties zijn voor het publiek heel precies en duidelijk, vooral door de sterke lichaamstaal tussen de één in reactie op de monoloog van de ander. Deze onrealistische situatie, twee van die lange ruzie-‐monologen, die alleen op toneel kan worden neer gezet, toont het grote misverstand dat kan ontstaan tussen mensen die in alle vertrouwen samen voortgaan tot er iemand doorslaat, de relatie bruut wil eindigen, wel in goede vrede maar met getrokken bajonet en met de boedelverdeling al uitgewerkt. Totaal overspannen aan de grond en zonder wil. Als kijker blijf je achter met de vraag in welke realiteit de twee monologen in samenhang van een echtelijke ruzie kunnen bestaan. Is het niet slechts gedacht, of verwacht of gedroomd, toch reëel ? Het blijft een intrigerende open wond, pijn als gevolg van een frontale aanval en de donderende slag terug.” -‐ martien Vogelezang “Ik vond het te lang duren en zoveel woorden. Het was te veel. Het spel van Reinout wat onvoldoende boeiend, ik haakte af. Johanna had het 'voordeel' dat zij kon reageren op het verhaal van Reinout. Haar nonverbale spel vond ik beter” -‐ Marga Swart "In De liefde voorbij onderzoekt Rambert de (on)mogelijkheden van taal, die zo menselijke aller menselijke communicatie-‐ uitingen. Taal geeft ons mensen een oneindig en subtiel palet voor het uitdrukken van alle mogelijke omstandigheden, ideeën en emoties. Tegelijk betekent het gebruiken van taal meteen ook de begrenzing van ons begrip. Begrip, of beter het begrijpen, van de ander, want hoe subtiel ook, er zal altijd een barrière bestaan (ontstaan?) in de intenties van het gebruik van die taal. We zijn nu eenmaal niet in staat om ons daadwerkelijk in het hoofd van de ander te begeven. En is een begrip eenmaal benoemd, dan neemt de betekenis daarvan de werkelijkheid in zijn greep. Om dit onderzoek uit te voeren kiest Rambert voor een extreme situatie: een echtscheiding. In een dergelijk situatie immers komen alle mogelijke emoties, verwijten, inzichten, rationalisaties en invalshoeken voorbij, die de ex-‐geliefden maar in taal kunnen uitdrukken. Zo wordt het thema uitgediept. Beide protagonisten verklaren niet alleen hun huidige bevinden aan de ander, maar ook – met hindsight – de uitspraken van de ander uit het verleden, om daarmee mede de huidige situatie te duiden. In deze aflopende relatie komen de ideeën en emoties tot explosie, en daarmee de taal. Bussemaker en Ter Steege hebben dat goed begrepen. Hun acteerwerk en tekstbehandeling is op het scherpst van de snede. Als in een klassiek debat houden beiden een monoloog, met ieder evenveel spreektijd, terwijl de ander luistert en slechts met gedrag en mimiek reageert. Alles is gericht op de tekst en het spreken. Ook het decor is daarvoor ingericht: een kale witte ruimte verlicht door neutraal en zakelijk tl-‐licht. Er is geen afleiding mogelijk. Slecht een klein wit tafeltje met voor elk een lesje water staat vooraan midden op het toneel. Wat nog eens de indruk van een duel versterkt: bij tijd en wijle nemen de protagonisten een slokje water om de wedstrijd voort te kunnen laten gaan. En zo wordt de hele ruimte ook gebruikt, als het canvas in een boksring. De fascinatie ligt in het gebruik van taal door beide protagonisten. Met de weinige middelen die ze voorhanden hebben, weten ze de zaal een kleine twee uur vast te houden. Als publiek moet je wel de redeneringen volgen, en aan het einde bijna verplicht een keuze te maken. En dat is sterk, niet alleen vanwege het acteren en de enscenering, maar met name door de tekst. In deze Nederlands vertaling is de tekst krachtig, actueel en tegelijk subtiel. Geen gemakkelijk stuk, maar wel een stuk dat je tot nadenken aanzet over de ambiguïteit van taal. Enerzijds hebben woorden de kracht om te overtuigen, te duiden in alle graden van subtiliteit, en binnen te dringen, anderzijds zijn ze een vehikel om de werkelijkheid geweld aan te doen, en doen zij te kort aan daadwerkelijke inleving." Theo Akse “Eerst iets over t toneelbeeld: niks wat kan afleiden van t spel of de tekst en daardoor versterkt het beide ,alleen 3 witte plastic wanden, en geeft meteen n leegte aan om zelf in te vullen:Indringend door de lawine van teksten de invloed ervan op de acteur/persoon die de stroom woorden over zich heen moet laten komen en er op moet reageren, wat n enorme prestatie is, want ik geef t je te doen om n monoloog van meer dan 45 minuten over je heen te laten spoelen. Alleen n blik/oogopslag of bv n minuscuul ophalen van n schouder, n verplaatsing in de ruimte als enige reactie. Hetgeen geldt voor beide acteurs. Man/ vrouw, beidein n betoog over hun, af gelopen relatie. De een steriel en berekenend , de ander emotioneel. Boeiend.” -‐ Herna Versluis “De liefde voorbij. De setting is duidelijk: de relatie is voorbij. Wat wat zij nu precies de argumente of is dat niet zo belangrijk meer. En wie heeft er gewonnen of hebben beiden verloren.
Mooi spel, waarbij er in de hele wereld waarschijnlijk niemand is die overtuigender "verwijtend" kan kijken dan Johana ter Steege. ” -‐ Gerrit Jol “Een goed stuk, maar een beetje saai. Met excuses aan de prijswinnende toneelschrijver. De (lange) monologen waren confronterend en boeiend. Van Johanna Ter Steege had ik iets meer verwacht. Misschien waren de teksten aan de lange kant, waardoor het iets minder pittig werd. Het was wel mooi om naar de acteurs te kijken.” -‐ Heleen Wagenaar “Het was een verbaal spervuur van een echtpaar waarvan de liefde over was. Eerst ging de man een uur tegen de vrouw tekeer. De vrouw zei niets terug. Maar aan het gezicht van de vrouw was goed af te lezen wat zijn woorden met haar deden. Daarna was de vrouw aan de beurt en zweeg de man. Zijn lichaamstaal sprak echter boekdelen. Zeer fraai spel van beiden. Wat nu de oorzaak was van het feit dat de liefde tussen hen over was, werd me overigens niet duidelijk met al die gezwollen taal die over de toehoorders werd uitgeschud. Vooral de man zat hoogdravend te raaskallen. De vrouw drukte zich naar mijn mening veel beter uit. Ik kreeg de indruk dat de man niet tegen de verbale kwaliteiten en het intellect van zijn vrouw op kon en daarop was afgeknapt, maar het bleef gissen. Die onduidelijkheid maakte dat ik niet echt kon meeleven met het paar en mijn aandacht soms verslapte.” -‐ Yolanda Daverveldt “overtuigend gespeeld stuk, adequaat ondersteund door toneelbeeld en geluid. ook de tekst was van hoog niveau. Minpuntje het te uitgebreide vogel(-‐geluiden)boekje. dan toch liever Hans Dorrestein. Dag daarvoor naar Rothko geweest. Zelfde ervaring. De 24 uur daarna bleven de beelden en emoties zich onweerstaanbaar opdringen.” -‐ Henk Veeneman “rectificatie.soms ga je zo vaak naar toneel dat je voorstellingen verwisseld. nu de goede ( en dus niet Op en mooie...) Indringende voorstelling, die net zo als bij de Rothko tentoonstelling;twee dagen ervoor bezocht, nog een dag lang bleef naschokken. Fantastisch minimalistisch toneelbeeld, dat volledig recht deed aan de de dubbele monoloog. Verbazingwekkend hoe gesproken tekst en lichaamstaal in dialoog kunnen zijn. Hulde aan de spelers, zeer overtuigend.” -‐ henk veeneman “had meer verwacht van deze voorstelling; begreep uit de flyer dat het een terugblik was vanuit ieders perspectief op de relatie. ik vond het echter minder diepgang hebben en vond het jammer dat het alleen maar om de breuk zelf draaide en niet wat er aan vooraf ging.” -‐ krista van der schatte olivier “Ik zag het stuk op 4 maart in de Rijswijkse Schouwburg aangezien ik op 26 febr in het Trater aan het Spui verhinderd was. Het spel van Johanna, met name haar gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal tijdens de monoloog van Reinout, was zonder meer erg goed. Het stuk is een ware krachttoer voor beide acteurs, zulke lange monologen en zo boeiend over het voetlicht gebracht. Een interessante formule want indien het onderwerp van het stuk een woord en wederwoord zou zijn zou het geheel waarschijnlijk een ordinaire kijfpartij geweest zijn. Ik heb me geen moment verveeld hetgeen de verdienste is van tekstschrijver èn acteurs tezamen. Knap gedaan!” -‐ Joke Zuidwijk “In twee gepassioneerde monologen beëindigen een man een een vrouw hun relatie. Waarom de man bij de vrouw weg wil, wordt niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk kan hij er niet tegen dat zij een sterkere actrice is dan hij regisseur. Wat opvalt is dat zij verrast lijkt te zijn. Hij heeft nogal wat te melden als reden voor de breuk, het is toch gek dat daar niet al eerder over is gepraat. Vooral sterk is haar monoloog, er blijft niets van hem over. Bijzonder dat de acteurs en de personages dezelfde namen dragen, dat maakt dat de verwijten en persoonlijke aanvallen hard binnenkomen en dat merk je als toeschouwer.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Gespierde taal scheidt wat dierbaar was en goed herinnering heelt” – Hannah Koutstaal “Een technisch hoogstandje van auteur en acteurs Technisch heel knap is “De Liefde Voorbij” van Pascal Rambert. Je moet het stuk en de voorstelling echter wel classificeren in de virtuoze hoek, waarin ook bijvoorbeeld “Brand in de Jongejan” van Herman Heijermans thuishoort. We staan versteld van de techniek maar heel erg raken doet het stuk niet. We krijgen twee monologen te zien: een van 60 minuten waarin de man naar het schijnt tamelijk onverwacht zijn echtgenote verrast met de mededeling, dat hij er van door wil. Zo’n ononderbroken monoloog is een kunststuk op zich. Verrassender en knapper haast nog is het tegenspel van de wederpartij, die niks mag zeggen maar ons wel al die tijd bezig moet houden met een scala van misprijzende blikken. Johanna ter Steege doet dat technisch op het hoogst denkbare niveau. Zonder onderbreking komt daarna haar tekst van 45 minuten, waarbij Reinout Bussemaker de zware taak heeft haar al die tijd tegenspel te bieden. Zijn waaier aan gezichtsuitdrukkingen is wat beperkter. Ik geef het je echter te doen: onafgebroken zuur kijken en de toeschouwer toch afwisseling bieden! De keerzijde van de prestatie van de auteur is het volledige gebrek aan interactie tussen de spelers en met name het ontbreken van een antwoord op de vraag: komt het verlatingsbericht van de man nu helemaal onverwacht voor de vrouwelijke rol of had ze er al een beetje op gerekend? Dat je binnen enkele seconden na een onverwachte, een uur durende verklaring zo’n reactie gereed hebt liggen wijst toch op een andere startsituatie dan de schrijver ons eerst suggereert. We weten niets van de personages en hun voorgeschiedenis. Dat maakt de situatie toch behoorlijk bedacht.
Voortreffelijke acteurs! De inbreng van regisseuse Meulemans, die al een langjarig trackrecord kent, is voor de buitenstaander moeilijk in te schatten. Komt het technisch niveau alleen van de spelers of heeft zij daar grote invloed op gehad? Het decor is lekker onheilspellend. ” -‐ Aart Blom “Prachtig om de emotie bij Johanna te zien in het eerste uur, zonder tekst, toch zo duidelijk! ” -‐ Aubrey Spijker “In twee monologen een liefdesrelatie beschrijven is origineel en geeft een enorme spanning in het spel. De ander die niets terugzegt maar door houding en gedrag meer dan luistert. Om dit spannend te houden moeten de teksten ijzersterk zijn en dat zijn ze dan ook. Schitterend gespeeld met name door Johanna ter Steege. In een leeg decor zodat de aandacht helemaal uitgaat naar de woorden en de lading ervan.” -‐ Frans Verberne
GELOOF, LIEFDE, HOOP – MAREN E. BJØRSETH “Trrrring. Geloof je? Geloof je in liefde? Hoop je op liefde? Hoe kan het gaan in een leven van een mens? Hoe kan het gaan met mensen? Wanneer wordt ‘hoop’ wanhopen? Hoe wanhopig kan een mens worden en hoe wanhopig kan een mens zijn? In zes elkaar logisch opvolgende en ineen vloeiende schetsen volgen diverse vragen elkaar ‘als een balletje in een flipperkast’ onderhoudend op. Sober. Scherpe dialogen. Soms een ritme van muziek waarop je wordt meegedragen. Hoe diep kan een mens ‘zakken’? Grauwheid van het bestaan? Grijs. Somber. Kaal. Het leven als ‘place to be’. Humor. Zolang je kunt lachen komt alles goed. Donker. Kern van ‘zijn’. Hoe eenvoudig is het je af te zonderen, duiven te voeren, een hert aaien? Je niet druk hoeven maken over een basis. Eten. Slapen. Werken. En dan weer eten en slapen. Lichtpunt? Op welk punt in je leven ben je aangekomen? Hoe onafhankelijk je ook bent of niet bent maar wel wilt zijn, je bent afhankelijk. In een steeds wisselende rol en in steeds wisselende relaties. Geloven, liefhebben. Soms hopen. Een dansje (durven) maken. In de steeds veranderende wereld zoals die is en waarin ‘de mens iets is wat overwonnen moet worden (Nietzsche). Daarmee moeten we het doen. BE. Om uiteindelijk te sterven. Waardig, karig en glimlachend scherp neergezet.” -‐ Anja van Velzen “Dit toneelstuk speelt in de sociaal-‐economische moeilijke periode van de dertiger jaren in Duitsland waarin de jonge vrouw Elisabeth probeert te overleven. Een zwaar, zo niet deprimerend, stuk, dat het nodige van de regie en de acteurs vergt. Complimenten daarvoor. De presentatie kwam op sommige momenten surrealistisch over. Alhoewel ik respect heb, nogmaals voor regie en acteurs, ging ik niet vrolijk de zaal uit. Maar dat ligt meer aan de inhoud, dus aan de schrijver Von Horvath, dan aan regie en acteurs. Ik ben wel benieuwd hoe de keuze op dit stuk tot stand is gekomen. In die zin jammer dat er geen inleiding was.” -‐ Joke Zuidwijk “Tot hoever de regisseur ook over de tekst beslist weet ik niet. Ook zou kunnen dat de geschreven tekst anders overkomt dan samen met het spel. Op de spelers heb ik geen kritiek, ze waren goed, soms grappig en soms zelfs vertederend. Maar het geheel vond ik meer een soort schoolvoorstelling voor alle leeftijden, iets geschreven door kinderen voor kinderen. Jammer misschien met inleiding had ik er anders naar gekeken? De circusjasjes of uniforms zijn ook een raadsel.” -‐ I.YPMA “ Oeps, dat was n mooie start van t toneelkijkersseizoen..... Onder de indruk van t spel: goed anticiperen op elkaar. Evenwichtig toneelbeeld, met eenvoudige middelen in woord/gebaar en decor werd t spel levendig, afwisselend, en boeiend-‐ tot-‐t-‐eind gebracht. Soms hilarisch met behulp van zang/muziek. Ook de decortekst in neonletters, die wisselend oplichtten hadden n functie. Het lijkt me moeilijk om de regie van zo'n stuk met lastige tekst en veel scenes te doen, maar dat was knap/goed gelukt. Benieuwd wat t seizoen verder brengt: dit smaakt naar meer.” -‐ Herna Versluis “Te veel regie deze keer. Na het zien van "Een Poppenhuis" in de regie van Maren Bjorseth waren mijn verwachtingen voor "Geloof Liefde Hoop" hoog gespannen. Te hoog waarschijnlijk. Het stuk als zodanig is meeslepend en emotionerend. Al is het Oostenrijkse rechtssysteem uit de dertiger jaren momenteel niet meer actueel, toch heeft de inhoud universele kracht. Maren Bjorseth had helaas nogal wantrouwen jegens de tekst en legde de nadruk sterk op het toneelmatige. "Jongens, het is allemaal maar spel, we zijn met toneel bezig; trek je er maar niets van aan". Jammer, jammer. In dat opzicht heb ik een sterke voorkeur voor de naturalistische regie van Domien van der Meiren bij de Toneelgroep Maastricht in 2010. Speel gewoon wat er staat en je grijpt de toeschouwer bij de keel! Nu niet. Het decor en de vormgeving waren in overeenstemming met de ontnaturalisering, die de regisseur nastreefde. Nettie Blanken liet zien dat de inzet van jonge spelers verfrissend werkt, maar dat oudere ervaren spelers met uitstraling het stuk dragen. Keja Kwestro is een belofte maar heeft nog jaren te gaan voordat ze werkelijk een leading lady kan zijn. Boeiend is aan de hand van Geloof Liefde Hoop de productiviteitsverhoging bij het Nederlandse toneel te zien: bij Theater in 1975 stonden er 21 man op het toneel, bij het NNT in 1995 nog maar 7, bij de Toneelgroep Maastricht 6 en nu 5. Vooruitgang? In elk geval financieël wel.” -‐ Aart Blom “Helaas waren we door fileproblemen niet in staat de voorstelling bij te wonen.” -‐ Hannah Koutstaal “Hele originele dialogen, maar ook verrassende fysieke bewegingen naar elkaar; die fysieke verrassingen maakten het stuk heel spannend. Ook de attributen, de kleding (turquoise accent bij alle acteurs) de rare geluiden zorgde voor verrassingen en daardoor hield ik de aandacht er ook gemakkelijk bij. Veel aandacht voor details, dus ook veel aandacht voor het publiek. Een stuk uit 1932 ook -‐ hoe actueel ! En ze had helemaal niets gedaan...” -‐ Marga Swart “Het stuk Geloof, Liefde, Hoop speelt zich af in een eenvoudig ruimte met wisselende invulling. De vijf spelers hebben, behalve de jonge vrouw, ook wisselende rollen die eenvoudig en vlot duidelijk worden. Er wordt krachtig gespeeld en ...... prachtig gezongen. Thema is een kafka-‐achtig spel van macht en hoop op betere kansen en geloof/ongeloof in de ander. Zichzelf bevestigende macht die zich herhaalt ten koste van de jonge vrouw.
Zij komt door een verloving op de cirkellijn van Geloof,Liefde&Hoop terecht. Wordt vervolgens min of meer vermalen door de kille maatschappij, door de opeenvolging van leugens, regeltjes, wantrouwen en machtsmisbruik. De komische laag in de spelletjes van de vele functionarissen kwam jammer genoeg niet helemaal uit de verf. Het wereldbeeld van : 'Iedereen lijkt medeschuldig maar de bovenal de verliezer' maakt inleving en je mee laten voeren met het verhaal wat ongemakkelijk. Goed zangwerk, strak en wat hoekig acteerwerk leveren een fraaie voorstelling. ” -‐ Martien Vogelezang “Geloof liefde hoop vertelt de ondergang van een mensenkind ten tijde van crisis. Geschreven tijdens de depressie van de jaren 1930 is het praktisch een getuigenverslag. Maar is de chaos en het cynisme van toen, en de overlevingsdrang wanneer mensen op zich zelf worden teruggeworpen, nog invoelbaar voor ons nu? We verkeren tenslotte weer in een mondiale wereldcrisis, en elke maatschappelijke samenhang lijkt verloren. In haar regie legt Bjørseth de nadruk op dit gevoel van verlies en onthechting. En deze regie slaagt daarin grotendeels. Er zitten enkele knappe dialogen in. Het spel bereikt dan zijn hoogtepunt, en is de inleving in de personages maximaal. Toch waren er ook mindere momenten. Met name wanneer het publiek wordt toegesproken of toegezongen. Het quasi belerende toontje is dan net te veel. Als toeschouwer begrijp ik echt wel wat het stuk uitbeeldt, dat behoeft geen toelichting of ondertiteling.” -‐ Theo Akse “Een mooi sociaal drama. het deed mij denken aan stukken van Brecht, Zo'n meisje dat eigenlijk niets verkeerd doet, maar een slachtoffer is van het systeem. Ik vond het mooi en heb vooral van het spel genoten, de dubbelrollen waren heel verrassend. Maria bijvoorbeeld die de ene keer bij de Sociale dienst zat en vervolgens de vrouw van de kantonrechter was, consequent op haar groete schoenen met groene veters.” -‐ Heleen Wagenaar “Bijzondere vorm: minimaal decor met kleine outfit wissels van de acteurs op het toneel. Sowieso blijven alle spelers ong. continu op. Was gefascineerd door de absurde dansjes / sequenties en zang die er op meerdere momenten in waren gemonteerd. Verder liepen de verhaallijnen mooi door elkaar en kwam het tot slot allemaal knap bijeen. Mooie voorstelling die me na een korte wenperiode elke seconde bleef boeien!” -‐ Corine van den Berg “Hilarische zwarte komedie over over een jonge vrouw, die vanwege een klein overlevings leugentje van het ene naar het andere probleem struikelt waarbij ze ook nog eens een keer door iedereen in de steek wordt gelaten.” -‐ Gerrit Jol “op niet mis te verstane wijze gaat de hoofdpersoon haar ondergang tegemoet gade geslagen door toeschouwers zowel in de zaal als op het toneel en niemand die een poot uitsteekt. iedereen probeert in de eerste plaats zijn eigen hachje te redden. het cynisme en absurdisme slaan een mooie brug naar het heden , ondersteund door het toneelbeeld en het spel.het levert een onderhoudend stuk op dat echter geen echte stelling inneemt, gelatenheid troef, geloof,hoop en liefde brengen geen uitkomst ” -‐ henk veeneman
A TALE TOLD BY AN IDIOT – ’T BARRE LAND “Het stuk was een opeenstapeling van absurde tweegesprekken, heel natuurlijk gespeeld en genoeg afwisseling. Meer vermakelijk dan dat het tot denken aanzette...of heb ik dan wat gemist?” -‐ Marlies Sneller “Moeilijk om na te vertellen, en dat is meteen de makke van dit stuk. Er is veel actie op het toneel, op een grappige manier, dus onderhoudend is het wel. Er zijn veel spelers in dit stuk die vaak als duo voor het voetlicht treden, en dan een kortere of langere dialoog houden. Dit klinkt wat te negatief, ze spelen goed, met humor, en vaak met veel actie. Ook wat ze elkaar te vertellen hebben is wel helder, maar het "beklijft" niet, vreemd genoeg.Ook is er halverwege nog een decorombouwing, waarbij een hele lattenwand wordt opgebouwd, met daarop de suggestie van bomen, of een bos, ziet er leuk uit, maar waarom dit gebeurt wordt me niet helder. Op het toneel een veelheid aan decorstukken die m.i. als los zand aan elkaar hangen, en m.i. verder ook geen functie hebben, behalve het oproepen van een sfeertje. Voor mijn gevoel hing het stuk te veel als los zand aan elkaar. Met een helderder verhaallijn was dit stuk veel sterker geweest. Hopelijk de volgende keer, al met al vond ik deze groep en de aankleding leuk en sterk genoeg om zich hierin verder te ontwikkelen.” -‐ René van Dootingh “ondanks alle 8-‐en , toch een 7 als geheel. omdat ik afentoe niet snapte wat er gebeurde....teveel raadsels waardoor ik op enig moment de moed om ze te ontraadselen opgaf. verder een doldwaas dollemansrit in hoog tempo met leuke vondsten” -‐ hubert coenen “Heel leuk, had tot 0.00 uur mogen duren. De teksten vond ik humoristisch, vilein en scherp, wat vaak samengaat. Het zijn goed acteurs. Het was een voorstelling, Het Barre land waardig.” -‐ Heleen Wagenaar “Via een deurpost bij de ingang worden we binnen geleid in een absurd maar geestig stuk dat zich als een kettingsnoer aaneenrijgt. Ieder personage op toneel komt aan bod, het geheel is een leuke inkijk in de keuken van het "toneelwezen" in al zijn facetten. Ik heb mij prima geamuseerd!” -‐ Janie Kropman “Wat een originele voorstelling, het leek allemaal zo gewoontjes, maar het was heel scherp. Af en toe bizar, mooi decorwisselingen, wat een rommel trouwens ...” -‐ Marga Swart “Nogal n rommelige, weinig geinspireerde indruk maakte t "geheel". Kop noch staart. Samenwerking van 3 gezelschappen werkte niet: niet meer doen.” -‐ Herna Versluis “It’s a tale told by an idiot is losjes gebaseerd op Reigen van Arthur Schnitzler. It’s a tale is opgebouwd rond een aantal opeenvolgende dialogen, die de acteurs haasje over van elkaar overnemen. Elke dialoog vormt zijn eigen vertelling, waarbij het centrale thema is wat nou eigenlijk betekenis is en zin geeft. De titel komt dan ook uit MacBeth, wanneer hij op het eind tot inzicht komt: Life’s but a walking shadow, a poor player / That struts and frets his hour upon the stage /And then is heard no more. It is a tale / Told by an idiot, full of sound and fury, / Signifying nothing. De regie wordt strak uitgevoerd, in zoverre er van één regie sprake is. De acteurs regisseren eerder zichzelf en improviseren zich soms door hun dialoog heen. Het resultaat is wel een samenhangend stuk, maar niet elke dialoog is tekstueel even sterk, en ook het spel wil nog wel eens van wisselende kwaliteit zijn. De bedoeling van het geheel is niet altijd terug te vinden in de bedoeling van alle delen. Het best is die wellicht samen te vatten in dit citaat: ‘Waarom kan een lamp, niet gewoon een lamp zijn?’ In het rommelige decor en de armoede-‐look die we van ’t Barre Land gewend zijn, vereist één en ander toch wel wat concentratie om de lijn te kunnen blijven volgen.” -‐ Theo Akse “"It is a tale told by an idiot”, de elf spelers in afwachting op het toneel, tussen een berg beter gesorteerde bric a brac spulletjes, met zorg in veelvoud. Het stuk speelt zich in kleine scenes van schijnbaar eenvoudige teksten, helder gesproken zinnen, die nog niet uitgesproken van betekenis veranderen, als het kan, schitterend. De gespeelde rollen zijn even-‐ zo veranderlijk en steeds in tweeën. Droogkomisch in een regenbui blijven staan oreren, zeggen het licht aan te doen en het uit zien gaan, handeling en tekst spelen tegen elkaar op. Fragmenten flarden fantasieën,
laten zien hoe het werk tot, tot stand is gekomen, acts van twee acteurs zonder dat een duet opklinkt of een dialoog werkelijk direct wordt laat staan dat een pas de deux gedaan wordt. Het spel drijft op de onderstroom van kunstkritiek gericht op toneelrecessencenten, theaterdirecties, zekerheid eisende subsidiegevers, het somber geschilderd publiek. Keert zich om, draait om zin in kleur verschiet aveverrechts, neemt alle stijlfiguren van verandering op. Alleen de decorsstukken blijven zichzelf en getekend, takkenbos blijft bos, de zitkruk staat en valt om, de acteur woont in de theaterloge, taart laat zich eten als chocola. Lichtvoetig en sprookjesachtig zonder ook maar even lang en gelukkig te wensen overlaten. Het kan : “Full of sound and fury, Signifying nothing".” -‐ Martien Vogelezang “Onnavolgbaar vaak niets zeggend toch op punten bij vlagen briljant” -‐ Hannah Koutstaal “Het is even wennen, voorstelling is Barre Land achtig en toch weer niet. Het duurt ook even voor je doorhebt waar het over gaat, wie deze personages in de wisselende tweegesprekken zijn en wat ze met elkaar te maken hebben. Dan ontrolt zich een min of meer samenhangend mozaiek -‐ voor zover mozaieken zich ontrollen -‐ over acteurs en andere betrokkenen bij het theater. Plus postbode. Leuk om steeds meer puzzelstukjes kwijt te kunnen.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Jammer, tegenvaller. Vaak acteurs onverstaanbaar. Hoge gillach vond ik ook geen succes. Elkaar van de kruk duwen kinderachtig. Dan liever een stuk met weinig acteurs, maar met meer inhoud.” -‐ Ingrid Ypma "Een weelderige avond. Slechts enkele tientallen jaren geleden was de aanblik van tien, vijftien of meer acteurs op het toneel een gebruikelijke aanblik. Zie daarvoor bijvoorbeeld het mooie boek van Xandra Knebel “Het Publiekstheater”. Tussen alle bezuinigingsvoorstellingen, die we tegenwoordig meestal in het vlakke vloer theater zien (en in hoge mate ook in de Grote Zalen!) is het een weelderige gewaarwording eens tien man op het speelvlak te zien, die daar eigenlijk helemaal niet nodig zijn. De samenwerking van ’t Barre Land, Tijdelijke Samenscholing en de Theatertroep brengt een warrige collage, waarin je eerst een verband met Strindberg probeert te leggen, hetgeen volstrekt onmogelijk is. Later stel je je al tevreden met het vinden van enige kop en staart aan het gebodene. Een doelstelling die je in de loop van de avond ook al moet laten varen. Tenslotte blijft er niets anders over dan een heerlijk zinloos mengsel, dat zonder regisseur wordt opgevoerd maar toch een doordachte indruk maakt. Aan decor en vormgeving is in al zijn betekenisloosheid veel aandacht besteed. Als dat allemaal tot de toeschouwer doorgedrongen is, ben je evenzeer bereid van jouw kant die aandacht te geven. Het is een verworvenheid van onze rijke maatschappij, dat we mensen kunnen vrijhouden, die hun fantasie de vrije loop laten en pittige eisen stellen aan de toeschouwer om daar in mee te gaan. Persoonlijk heb ik iets tegen theater zonder regisseur of enige andere vorm van een vaste leidende hand. Hier moet ik echter toegeven dat er toch iets heel bezienswaardigs ontstaat al is het moeilijk uit te leggen waarom. Het stuk is uitsluitend aan te bevelen voor de geharde kijker. " -‐ Aart Blom “te gemaakt stuk, werd teveel bij gehaald wat er in mijn ogen bij hoorde.” -‐ Krista van der Schatte Olivier “Een theaterstuk door toneelgezelschappen voor toneelgezelschappen. Te veel incrowd, te veel barre land.” -‐ Frans Verberne “De titel van het toneelstuk deed het al enigszins vermoeden. Dit keer was het weer een absurdistisch toneelstuk. De acteurs leverden prima acteerwerk. Daar ligt het niet aan. Maar waar ging het nou eigenlijk over? Het speelde zich af in de toneelwereld. Dat was mij wel duidelijk. Maar daar hield het zo'n beetje mee op. Het viel me zwaar om geboeid te blijven kijken, nu er geen verhaallijn in het stuk zat. Een personage zal me echter wel bijblijven van dit stuk. Dat is de recensent, die op een gegeven moment ons toeschouwers streng aankijkt en ons voorhoudt dat een recensie iets anders is dan een mening. Ik kan hem geruststellen. Dit stukje pretendeert niet meer dan een mening te zijn naast vele andere meningen.” -‐ Yolanda Daverveldt
KUNSTHART - MUGMETDEGOUDENTAND “De perfecte avond : alles klopte. Geëngageerd toneel, prachtige muziek ( zowel klassiek als house). Guy Clemens draagt zowat in zijn eentje de delen 2 en 3 ! Het verveelde absoluut geen moment, geen enkel punt van kritiek , alleen maar lof ! Voor herhaling vatbaar !!” -‐ hubert coenen “Geweldig leuk ge-‐engageerd toneel. Alles klopte: het spel, de vermakelijke teksten, het tempo en de timing. Dit is nu waar toneel ook over moet gaan: een knipoog en statement naar de onderwerpen die ons in onze maatschappij bezighouden. De acteur die Janssons , Mevrouw Janssons en Rutte speelde was echt weergaloos!! Daar wil ik meer van zien.” -‐ Janie Kropman “Op het toneel zit al -‐in een stilleven-‐ gereed de directeur van het Rijks. Hij heeft een afspraak met de vertegen-‐ woordigster van de Fietsersbond. Ze kennen elkaar -‐naar mate het gesprek vordert-‐ blijkbaar iets te goed en het escaleert tot een gewelddadig verlopende discussie tot verwurging aan toe. Prachtig scherp gesproken teksten nemen het publiek mee, tot en met alle begrip voor de dader : Pijbes. Tweede tafereel is nog hilarischer en speelt tussen de top-‐ambtelijk-‐regelaar, die de artistieke samenwerking tussen DJ-‐Armin-‐van-‐Buuren en KC-‐Marit-‐Jansons voor de Kroningsdag van WA voorbereid. Een betoverende rol voor de dirigent inclusief sterf-‐attacque-‐scene en een inkijkje in het huwelijk-‐ sleven van twee muzieklegendes. Heerlijke, bijna dodelijke muziekvoorbeelden vullen de verbeelding aan tot een totaalervaring van wat muziek kan doen in het hart. In het derde tafereel treffen we premier Mark achter zijn piano in voorbereiding op een speech. Een krachtig opgebouwd betoog ontaardt in totale ontkenning en vernedering van de culturele identiteit van de NL-‐burgers en haar kunstelite. Ook Halbe en Ivo en het Vrijmarkt-‐of Vrije-‐Markt-‐ denken moeten het ontgelden. Een vrolijke toptoneelavond vol stekelig-‐komediante teksten van Nathan Vecht, hilarisch en levensecht spel van drie topacteurs Guy Clemens, Sieger Sloot en Hannah van Lunteren onder regie van Lineke Rijxman. Veel mug, rake flinters goud en alles met scherpe tanden.” -‐ Martien Vogelezang “zeer actueel, knap gespeeld, boeiend van begin tot eind!” -‐ Marlies Sneller “Zeer goed gespeeld stuk. Interessant gegeven om echte gebeurtenissen te verwerken tot een toneelstuk; wat is nog waarheidsgetrouw en wat is fictie?” -‐ Krista van der Schatte Olivier “Topper van dit seizoen! Een kritisch komische voorstelling over de verhoudingen tussen politiek en Kunst, waarin Nederland op z'n smalst wordt neergezet. De acteurs zijn briljant in de uitbeelding van de verschillende personages en kunstvormen.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Kunsthart neemt het cultuurklimaat in Nederland vanuit verschillende perspectieven op de korrel. Verdienste van de voorstelling is dat deze niet blijft steken in voorspelbare standpunten, maar verrast door zijn kritische blik op de verschillende spelers binnen het Nederlandse kunstwereldje. Van de kunstenaar en de instellingsmanager tot de politicus en de belangengroep, allen komen aan bod en geven hun standpunt op het belang van de kunst in ons kikkerlandje. Met het nodige onderhuidse venijn beent Kunsthart daarbij op soms hilarische wijze de Nederlandse volksaard uit. Want ‘kunst’ moet natuurlijk ten dienste staan van het grote gemeenschappelijke belang. Alleen wat dat belang precies is, daar lopen de meningen onder de Nederlanders danig over uiteen. Elk forum vult daar zijn eigen kleine belang voor in, onder het mom van kunstliefhebber. Zo is Kunsthart en groot demasqué van particuliere belangen, waar onze polder zo rijk aan is. Een spiegel van het Nederlandse kabouterdenken. En om dit kabouterdenken kracht bij te zetten zet Kunsthart de polder helemaal op zijn kop door het enige echte maatschappelijke belang van kunst uit de mond te laten komen van degene die bij de meeste van zijn contrapartners op zijn zachtst gezegd als verdacht geldt: Mark Rutte. Een zalige Umwertung aller Werte, en alleen daarom al is Kunsthart een verademing. Voeg daarbij het geestdriftige spel, de spitsvondige teksten en de
eenvoudige maar doeltreffende vormgeving, en je hebt een puik stukje toneel, die tot nadenken en discussie stemt. Ga vooral zo door!” -‐ Theo Akse “Schiitterend drieluik over kunst perikelen in de muziek en museum wereld en de politiek. Flitsende voorstelling met als hoogtepunt het optreden van Guy Clemens in zijn rollen als Rutte, Mariss Jansons en de vrouw van Jansons” -‐ Gerrit Jol “Erg leuke stukken, goede acteurs, zoals we gewend zijn bij Mug. Er zaten van die verrassende details in het spel, heel leuk om te zien. Het laatste stuk had iets korter gekund, dan was het net iets krachtiger geweest.” -‐ Heleen Wagenaar “In een ogenschijnlijk simpel, maar toch vernuftig en doeltreffend decor worden drie scenes uitgespeeld. De rode draad vormt een kritische en zeer humoristische kijk op hoe wij in Nederland met kunst en cultuur omgaan. De scherpe en actuele teksten, de up-‐tempo regie en het lekkere spel resulteren in een heerlijk avondje muggen! Een aanrader voor een ieder die op één of andere manier met cultuurbeleid te maken heeft, of krijgt.” -‐ Derk Hazekamp “Wat een tekstschrijver, wat een spelers! Het wordt een probleem dat het hoogste cijfer bij de toneelkijkersserie maar een tien mag zijn! Afgelopen maanden hebben we al verschillende erg goede voorstellingen gezien, die –wat mij betreft-‐ hoge waarderingscjifers konden krijgen zoals “De Avond (English Spoken)”, “A Tale told by an idiot”, “Oom Wanja” en “Suikerland” maar nu komen we op een nog overtreffender trede van de trap. Uiterst slimme tekst van Nathan Vecht. Hij mag doorgaan met stukken schrijven! Van de goede spelers stond Guy Clemens deze avond duidelijk aan de top. Een prachtige transformatie van Mevrouw Jansons naar haar echtgenoot en vervolgens naar Mark Rutte. Een prestatie. Het kan niet anders dan dat de regie van Lieneke Rijxman een belangrijke hand heeft gehad in het succes van deze avond. Functioneel, lekker snel wisselend en makkelijk hanteerbaar decor, waar duidelijk over was nagedacht. Hulde voor de krachten achter Mugmetdegoudentand voor hun keuze van schrijver en spelers. Eindelijk ook eens gerechtigheid in Den Haag, waar veel toneel voor matig bezette zalen moet worden uitgevoerd: een volle bak en naar wij hoorden de andere avond ook al uitverkocht. Helaas een zeldzaamheid. Volgend jaar nog een serie?” -‐ Aart Blom “Ik vond er 1 echt uitspringen, die met dirigent. Ik had er meer van verwacht, vond het wel grappig, en het hield ook wel mijn aandacht. Maar ik was niet heel erg onder de indruk” -‐ Marga Swart “Fantastisch toneelstuk: humoristisch, scherp en hoogst actueel over de situatie waarin kunst en cultuur zich in Nederland bevinden. De karakterisering van Nederland als" niet groots en meeslepend maar klein en winstgevend " staat in mijn geheugen gegrift. De personages werden perfect neergezet. De bevlogen museumdirecteur die stuit op onbegrip van de vrouw van de Fietsbond die alleen oog heeft voor de wensen van haar achterban. De geborneerde bestuurder tegenover de chef-‐ dirigent van het Concertgebouw, voor wie zijn muziek het hoogste goed is. De vrouw van Armin van Buuren voelt de laatste beter aan. En dan is er nog de grappige uitwisseling van ervaringen tussen mevrouw van Buuren en de vrouw van de chef-‐ dirigent van het Concertgebouw als " vrouwen van" . De vrouw van de chef-‐dirigent van het Concergebouw is met haar wel zeer dominante persoonlijkheid hilarisch. Tot slot, onze premier die kunstminnend blijkt te zijn, het wat dat betreft niet getroffen heeft met zijn landgenoten en daarover op geestige wijze een boekje open doet. Dit stuk moeten Nederlandse politici en bestuurders zeker zien! Kunsthart heeft mijn hart gestolen!” -‐ Yolanda Daverveldt “Zeer herkenbaar en de karakters zijn zeer goed neergezet. Lachwekkend” -‐ Aubrey Spijker “Demugmetdegoudentand is voor mij voortaan DEGOUDENMUG, Fantastisch!” -‐ Ingrid Ypma “Met recht wordt het een cabareteske voorstelling genoemd, want de teksten en de situaties zijn vol humor. En tegelijk geeft het drieluik een ontluikend beeld van de kunstwereld en vooral van de spanning tussen kunst en maatschappij. Kunst en die spanning zijn onlosmakelijk verbonden; het is eigen aan de kunst en anders zou kunst niet bestaan. Diepgang, analyse en komische gesprekken gaan vloeiend in elkaar over. Guy Clemens laat zijn veelzijdigheid en kwaliteit van acteren zien. Sieger Sloot speelt met flair de typetjes, vooral het karakter van de managers en bestuurders weet hij sterk neer te zetten.” -‐ Frans Verberne “Flitsend toneelspel Herkenbare karakters En toch verrassend” -‐ Hannah Koutstaal “hilarisch stukken met acteurs die weten te overtuigen, vooral Guy Clemens als Rutte is fenomenaal. Sinds lange tijd weer uitbundig kunnen lachen.” -‐ henk veeneman
LEGER – RO THEATER “RO Theater brengt met Leger een indrukwekkende en aangrijpende nieuwe vertelling van een aloud thema. Het verwerken van trauma en verlies na een oorlog. De ontmoeting van een getraumatiseerde soldaat en de treurende vader van diens gesneuvelde kameraad werkt voor beiden helend. Mede door het onnavolgbaar realistische spel van Naber en Gilis komt dit in een modern jasje gegoten verhaal hard binnen. Het is de verdienste van regisseur Zandwijk en beide acteurs dat dit gegeven niet verdrinkt in de zwaarte van het onderwerp. En ook de tekst is van een intelligente kwaliteit. Met name de bezwerende herhalingen geven een doorkijk in de emotionele Werdegang van de karakters.” -‐ Theo Akse “De problematiek die aan de orde was in dit stuk werd helder neergezet. Het spel van beide acteurs was goed, met name van "Berk". Het decor werd door mij als een beetje vreemd ervaren, de gele wanden en de belichting vond ik niet echt geslaagd.” -‐ Joke Zuidwijk “In een scherp en indringend decors spelen twee mannen, militairen met ernstige trauma’s de gruwelijke herinneringen omver. Vinden een unieke vorm, een manier van omgaan met het alles verlammende verkrampende verdriet en de twijfel aan het eigen bestaan. Aanvaarden een plaats als treurende ouder en te kort schietende kameraad. Krachtige tekst en spel die de boodschap snoeihard aan laat komen bij het publiek. ” -‐ martien Vogelezang “Echt, allemaal hardstikke goed; eigenlijk wel allemaal tienen! Ik heb vol bewondering gekeken naar het fysieke: de spanning in het lijf van Berk, de onmacht in het lijf van Bouwman. Door de wisseling van hun kleren wisselden ze ook hun (fysieke) emoties uit, wat een vondst!” -‐ Marga Swart “Indrukwekkend en goed stuk” -‐ Hubert Coenen “Sterk stuk!!” -‐ René van Dootingh “Vanuit het gegeven dat de persoonlijke doorwerking van oorlogservaringen vaak ontwrichtend blijkt, zet Alize Zandwijk met haar team een indringende voorstelling neer waarin bijna alles raak is. Zoals de ongepolijste, scherpe tekst of het decor dat je als toespitsing van het drama en als mentale gevangenis kunt zien. Maar vooral het acteerwerk waarbij Gijs Naber een getraumatiseerde veteraan toont die nauwelijks meer aanspreekbaar is. Zijn wat verkrampte lichaamstaal is subliem. Later in het stuk vervoegt zich een eveneens beschadigde ex-‐ collega bij hem die sterk afwerend wordt bejegend. Zijn rol is haast even overtuigend. Bij beiden is ook het stemgebruik knap in de rol geïntegreerd. In het laatste deel ontstaat er tussen de twee toch toenadering, uitmondend in een wederzijds gebaar van aanvaarding en verzoening. In de praktijk zal dit zo niet gaan, maar het maakt het 'Leger' wat minder donker: er is altijd een kier naar het licht, naar perspectief. Ook beschikt een veteraan als in het stuk beslist niet (meer) over een dienstwapen. Al met al een bijzonder geslaagd stuk, helemaal in de context van 4 mei, door het Spuitheater passend gecombineerd met een voorafgaande herdenking en een korte presentatie van enkele scholieren.” -‐ Jeroen Schoot “Wrang aangrijpend onderwerp, politiek correct actueel... De wanhoop van de teruggekeerde soldaat was wel invoelbaar, maar er vond iets te weinig ontwikkeling van zijn karakter plaats om te duiden waarom hij, na het aantrekken van zijn militaire pak, enigszins tot rust komt. Dan werd de rol van de vader van de vermoorde soldaat beter uitgewerkt en daar voelde ik meer emotie bij. Decor goed gekozen: geel van : kaas, urine, het licht dat subtiel veranderde, hokachtig in elkaar gedrukte ruimte de geestvernauwing van de hoofdpersoon weergevend, goed gekozen. Zeer geslaagde avond verder, met eerst de herdenking, het toneel van de Haganum leerlingen ( chapeau!), het aangrijpende stuk "Leger" en na afloop flinke discussies aan onze borreltafel over oorlog en vluchtelingen.” -‐ Janie Kropman “Het toneelstuk is heel aangrijpend. De wanhoop en eenzaamheid van de getraumatiseerde soldaat zijn voelbaar. Er is ook wel sprake van humor in het stuk, maar die maakt het eigenlijk nog schrijnender. De lach bleef daardoor in mijn keel steken. Wie haalt deze jongen uit zijn isolement, vraag je je af. Zijn vriendin heeft hem verlaten. Zijn ouders, hoewel begripvol, kunnen hem niet helpen want zij hebben het niet meegemaakt. Dan verschijnt de vader van een gesneuvelde kameraad . De vader kampt met het onverwerkte verlies van zijn zoon, is verlaten door zijn vrouw en leeft met de muizen. De soldaat en de vader hebben een gedeelde ervaring. Alleen zij kunnen elkaar echt helpen. Dat laatste wordt op ontroerende wijze duidelijk gemaakt aan het einde van het stuk. De vader trekt het militair uniform dat hij aan heeft uit. Hij vraagt aan de soldaat om dit aan te trekken. Vervolgens omhelst hij hem
met in zijn rechter hand een bos bloemen, als was zijn zoon levend en wel teruggekeerd van de vredesmissie. Misschien adopteert hij met dit gebaar de soldaat wel als zijn zoon, dacht ik. Een troostrijke gedachte. ” -‐ Yolanda Daverveldt “Zeer indringend, ik werd echt gegrepen door de manier van spelen, zeer geloofwaardig.” -‐ Aubrey Spijker “Gijs Naber speelt Berk met zoveel kramp in zijn lijf dat je dit als toeschouwer overneemt. De spieren spannen zich als hij spreekt over zijn ervaringen, zonder die concreet te benoemen. Het gevoel van angst en verdriet en het verliezen van de zin i het komen krachtig nar voren via zijn woorden. Herman Gilis zet juist een vader neer die het verlies van zijn zoon wel heeft verwerkt. Zijn confrontatie met Berk en zijn toegestoken hand komt schitterend naar voren in het eenvoudige maar origineel en spannend decor. Vol met emotie en spanning in het lijf verlaat je de zaal; een topvoorstelling.” -‐ Frans Verberne “De wanhoop van Berk Bouwmans pijn. Mijn Simon leeft In mijn ziel geraakt.” -‐ Hannah Koutstaal “Ze hebben allemaal goed hun best gedaan! Rik van den Bos heeft voor zijn nieuwste toneelstuk een buitengewoon moeilijk onderwerp bij de kop genomen: post traumatische stress-‐stoornis na verblijf bij een legeronderdeel, dat in allerakeligst gebied onder allerakeligste omstandigheden bijna vruchteloos heeft moeten proberen de levensomstandigheden van de plaatselijke bevolking te verbeteren of in elk geval de strijd wat te matigen. Hij heeft gelukkig allerlei klippen weten te omzeilen, het stuk is niet overdreven sentimenteel of stuitend heroïsch geworden. Hulde voor de poging, maar de uitwerking had in ieder geval op mij niet de waarschijnlijk bedoelde emotionerende uitwerking. Ik zag twee uitstekende acteurs een bedachte tekst opzeggen. Ze deden goed hun best, maar ze konden toch niet echt leven blazen in hun materiaal en de toeschouwer meeslepen. Prachtige vormgeving overigens. Dat is de kracht van het gesubsidieerde toneel, waar de decors en de lichtinstallatie niet uit de kringloop hoeven te komen. Vier ballen in NRC-‐Handelsblad. Ik kom niet verder dan drie voor de goede bedoelingen en de inspanning. ” -‐ Aart Blom “Snap best dat theatermakers maatschappelijk relevant willen zijn. Alhoewel dat levert niet altijd de beste stukken. Politiek correct dat wel, zeker op de 4e mei, maar theater? Heb geen zin meer in dat soort obligate voorstellingen.” -‐ Gerrit Jol “ik miste dynamiek. Het eerste gedeelte duurde te lang, waardoor de aandacht weg was en moeilijk terug kwam. het thema sprak wel aan!” -‐ Marlies Sneller “aangrijpend stuk (zeker op 4 mei) dat je aan je stoel gekluisterd houdt. prachtig toneelbeeld die gekantelde kamer/doodskist. ” -‐ Henk Veeneman “Soms weet je niet welke woorden je aan papier moet toevertrouwen om aan te geven wat je vind. Beklemmend, herkenbaar. Van alle leeftijden en universeel. Ik zie holle ogen van jonge mensen in andere landen. Beschadigd door oorlog. En ik zie de blik in ogen van een Joodse tante. Soms vertelt ze iets. Maar eigenlijk nooit. Wil je het eigenlijk ook wel weten? Voorstelling met indrukwekkende dialogen. Dikke pluim voor de acteurs die dit neerzetten.” -‐ Anja van Velzen
MADAME BOVARY – SUBURBIA Verder veelbelovende titel en thema volstrekt niet waargemaakt. Onsamenhangende, door beide acteurs uitgeschreeuwde tekst maakte het een zware avond, ondanks decor en requisieten die het aanzien wel waard waren.” -‐ Ronald Visser “Alles is wit. Deze openingszin uit een vertaalde biografie van Strindberg schoot door mijn hoofd. Daarna was er geen ruimte meer voor andere gedachten en was er ‘slechts’ anderhalf uur aaneenschakeling van prachtige mimiek (Emma), krachtige spannende gedaanteverwisselingen (echtgenoot, minnaars) in een verpakking van wisselende beelden. Een eerste uitzicht uit het raam, een groene omgeving met knotwilgen, raakte bij mij afgelegenheid; kijken naar een wereld en het leven ‘zonder daar deel aan te nemen’. In mijn beleving volgden de scenes het boek -‐dat ik lang geleden las-‐ met bijna nauwkeurige precisie. Emma, in haar jurk(en) waarvan kleine meisjes dromen, gevangen in het (voor haar) alledaagse. ‘Madame Bovary’ wordt voor mij subliem door SUBURBIA vertaalt in een voorstelling met scherpe dialogen, mooie beelden en treffende muziek. Emma ontwikkelt zich echter niet en patronen herhalen. Die herkenning maakte dat ik op een bepaald moment dacht ‘mag even iets korter’. Niet veel maar iets. Maar wel met de melancholische aandacht voor Berthe: haar resteert de middelmatigheid van het gewone. Is dat niets? Aanrader voor avondje uit. Voorstelling gaf mijn dag ‘een gouden randje’.” -‐ Anja van Velzen “De toneeluitvoering van het boek Madame Bovary was uitstekend: een geweldige formule om de drie mannenrollen door Tijn Docter in een constante afwisseling te laten spelen. Het verhaal kan daardoor goed worden "samengevat" en het toneelstuk boeit daarom ieder moment! Emma wordt buitengewoon knap neergezet door Susan Visser.” -‐ Joke Zuidwijk “Ik wil ook zo'n mooie jurk! Prachtig hoe de jurken van Emma deel uitmaken van het verder heel eenvoudige decor. Het spel, met name van Susan Visser vond ik af en toe slecht: oppervlakkig werd de tekst afgeraffeld. Bij vlagen was het samenspel heel mooi. De rolwisselingen van Tijn Docter waren heel gaaf en subtiel.” -‐ Marga Swart “Het boek onlangs gelezen, dus nog vers in het geheugen. In het verhaal is zodanig ( begrijpelijk gezien de lengte) geknipt dat het gespeelde stuk wat fragmentarisch wordt. Daardoor komt, voor diegenen die het boek niet hebben gelezen, iets minder duidelijk over waarom Madame zo lijdt en ongelukkig is. Ook de passie komt niet goed uit de verf, anders dan in het nogal sterk aangezette spel van Susan Visser dat in mijn optiek tegen het hysterische aan zat. Nou was Madame Bovary ook wel erg labiel, dweepzuchtig, ongelukkig en hysterisch, maar het kwam in deze 90 minuten niet helemaal uit de verf waarom dat dan was. Zij deed mij een beetje denken aan Eline Veere. Het telkens veranderen van personage van Tijn Docter was goed gedaan. Als echtgenoot Charles , met het boerenaccent, vond ik hem het minst overtuigend overkomen. Het stuk was wat langdradig en daardoor soms een beetje saai. Er was met minimale middelen op het toneel toch een goed decor gemaakt. Veel vensters geprojecteerd, waar Emma ook is, ze zit altijd opgesloten en moet uit het raam kijken om wat meer van de wereld te zien. Al met al wel genoten van het spel, maar het boek vond ik veel beter.” -‐ janie kropman “Moest Susan Visser de bus halen ofzo? In een moordend tempo werd -‐ vooral het laatste half uur van de voorstelling -‐ Madame Bovary er doorheen gejast. Het is fijn voor het publiek als er af en toe een moment van reflectie kan zijn. Even verwerken wat je op het toneel ziet. Maar vanavond werd het publiek vastgegrepen en meegesleurd. Fast food toneel werd het soms. En dat is jammer. Want Susan speelde natuurlijk wel erg goed (in een prachtige jurk), Tijn Docter deed het prachtig in zijn driedubbelrol en het decor was in alle eenvoud buitengewoon toereikend.” -‐ Derk Hazekamp “Het was een prachtige voorstelling. Susan Visser ging geheel op in haar rol van Emma de Bovary met levendige mimiek en expressie. Thijs Docter schakelde moeiteloos over van zijn rol van Charles de Bovary naar die van de twee minnaars van Emma de Bovary, Rodolphe en Leon. In een split second veranderde zijn houding, stem en expressie en nam hij de gedaante van het andere personage aan. Een ware kameleon. De kostuums, in het bijzonder die van Emma de Bovary, waren heel mooi. Het decor was sober, maar de bewegende beelden op de achtergrond maakten dit geheel goed. Deze droegen zeer bij aan de sfeer van het stuk. Alhoewel het stuk zich afspeelt in de 19 e eeuw, heeft dit nog steeds zeggingskracht. Hoevelen van ons willen niet ontsnappen aan de sleur van het dagelijkse bestaan, zoals Emma de Bovary, en groots en meeslepend leven. Ook het statement dat Flaubert heeft willen maken met betrekking tot de (achtergestelde) positie van de vrouw heeft aan actualiteit nog altijd niet ingeboet. ” -‐ Yolanda Daverveldt “Een oud verhaal over de zeden uit de Freudiaanse tijd, een vrouw die ongelukkig is in haar huwelijk en die zich laat gaan in twee verhoudingen daarbuiten. Eén die zich voordoet als de grote passionele liefde maar haar daarna botweg laat vallen, en een lief aanbiddertje die nog carriere moet maken en die er daardoor voor terugschrikt om echt een relatie met deze vrouw te beginnen, want dat was o la la en not done in die tijd.
Grappig, goed geacteerd, maar wel een oubollig gegeven, in een oubollig vormgegeven stuk. Daarom maar een zesje.” -‐ René van Dootingh “Met weinig attributen en spelers wordt toch een boeiend toneelstuk neergezet: complimenten! De overgang van echtgenoot naar minnaar was erg verrassend en goed gedaan. Geen moment verveeld.” -‐ marlies sneller “Tja, een aardige bewerking van een klassieke roman levert niet altijd groots en meeslepend toneel op. Het blijft vooral aardig. In de roman beleven we de zielenroerselen van Emma Bovary direct mee, haar verzet tegen de ennui van het platteland en de gevolgen daarvan voor haar en haar omgeving. Deze toneelbewerking laat vooral de gevolgen zien, Emma’s zielenroerselen komen wat povertjes tot uitdrukking. En die zitten vooral in het decor, de belichting en de muzikale omlijsting. Het spel van Visser wil niet overtuigen, dat we hier getuige zijn van de ondergang van een getormenteerde ziel. Alsof het decor, de belichting en de muziek het maar namens haar moeten doen. Het spel van Docter in een driedubbelrol als Emma’s echtgenoot en twee minnaars is overtuigender. In zijn tegenspel draagt hij de voorstelling en redt zo wat er overblijft. Ook de tekst is niet altijd sterk en valt her en der uit zijn rol. Bij vlagen past die niet bij een (19e eeuws) kleinburgerlijk milieu. Te modern of juist te gezocht ouderwets. En dat clasht met bijvoorbeeld de aankleding, die juist wel naar de periode verwijst. En ook met Emma’s verzet tegen de conventies (van de 19e eeuw), waar de oorzaak van haar ondergang ligt. Maar als Emma de taal bezigt van een moderne hedendaagse vrouw, is ze in haar verzet volkomen ongeloofwaardig. Zwak spel of een regiefout? Doet er niet toe, als toneelstuk wordt de plank misgeslagen. Wilt u een avond zich verdiepen in de ondergang van een vrouw? Lees de roman.” -‐ Theo Akse “Drie mannen in 1 acteur vrouw bleef actrice resultaat: toneelstukje” -‐ Hannah Koutstaal “De voorstelling Mme Bovary is een prachtig duet waarin de man alle mogelijke liefhebbende rollen om hoofdpersoon Emma heen mag dansen. Emma gespeeld door Susan Visser mag jammer genoeg op het toneel de lange overpeinzingen en waarnemingen van Flaubert tijd noch ruimte geven. De regisseur heeft haar geen tijd tot verveling gelaten en dwingt haar om, op het hysterische af, van de éne dialoog in de andere te tuimelen. Er ontstaat een geweldige dynamiek die in de 19e eeuwse roman niet te vinden is en gelet op de tijd ook niet zou kunnen. Susan Visser speelt met de voor haar herkenbare comediante licht verontwaardigde toon en geeft zo een vreemd randje aan Emma die op zoek is naar meer leven en vooral meer liefdesleven in het kleinburgerlijke dorp. De haar tot waanzin brengende saaiheid en sufheid van het dorp komt op toneel niet tot uitdrukking als alleen in het gefoeter op haar Charles. Tijn Docter vult met veel souplesse en gemak alle metamorfoses van echtgenoot, minaar van stand, stille minnaar in. Jammer is dat de apotheker en middenstanden niet mee mochten doen als 'bad characters’, de mannenrollen komen hier toch nog te mooi en te makkelijk weg. Toneelbeeld en kostuums zijn minimalistisch in 19e eeuwse stijl in zwart>grijs>witte kleuren. Belichting en projectie zijn eenvoudig en functioneel gehouden, de laatste als vervanging van grote decorstukken. Een fraaie en snel gemonteerde voorstelling met snelle en scherpe dialogen over de langzame slome tijd de 19e eeuw van Gustave Flaubert.” -‐ Martien Vogelezang “Het verhaal speelt zich af op een witte vloer en tegen een witte wand, waar af en toe projecties op zichtbaar zijn. Vaak van een raam. Emma Bovary zit opgesloten in haar burgerlijke plattelandsleventje en snakt naar avontuur. Dat vindt ze bij verschillende minnaars, maar uiteindelijk loopt het slecht met haar af. Het begin is een beetje zwak, Visser en Docter spreken hun teksten monotoon uit en de minnaars lijken wel typetjes. Dat wordt beter als de graaf verschijnt en Emma een hartstochtelijke relatie met hem begint. Dan wordt het vuurwerk.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Mooi rustig wit decor en een paar meubels geven de 19e eeuw sfeer, mooi gecombineerd met de video projecties. Het spel van Susan Visser en Tijn Docter werkelijk super. Susan was zo vrouwelijk, elegant, vol energie en Tijn kon zo ontzettend knap heel vlug naar een ander personage omswitchen.
Leuk idee van de kostuumontwerpster : gevangen in haar hoepelrok. De prachtige wikkelrokken waren de kersjes op de taart. oh ja de wals en het lied waren ook zo romantisch.” -‐ Ingrid “Decor leek bij aanvang erg minimalistisch (witte vloer en achterwand) maar bleek tijdens de voorstelling een prachtig projectiescherm. Gaf leuke extra kleur aan diverse (buiten) scenes. Vond verder het spel van Tijn Docter erg goed, hij wisselde knap tussen de 3 mannenrollen die hij voor zijn rekening nam. Suzan Visser raffelde haar teksten soms wat haastig af. Alles bij elkaar vond ik het wel een onderhoudende voorstelling. Bij het napraten leek het er wel op dat de gemiddelde mannelijke bezoeker het redelijk dunne verhaal minder boeiend vond dan de vrouwelijke kijker :).” -‐ Corine van den Berg “Madame Bovary was n onderhoudend toneelstuk waarin vooral de manlijke rollen goed werden ingevuld door 1 persoon die op knappe wijze dmv minieme hulpmiddelen in n fractie van n seconde van persoon wisselde op geloofwaardige wijze...De tekst paste ook goed bij de verbeelde personen en de emoties van Madame Bovary van verveling en onrust tot hysterie en eenzaamheid, verlangen naar spanning en verandering werden op geloofwaardige wijze vertolkt. Het mooie was t gebruik maken van de projectie op de achtergrond, die zelfs meedanste toen de spelers dansten.... Het mindere was t bekende verhaal en daarom niet zo spannend, al zou je door deze vertolking toch nog eens t boek gaan herlezen...” -‐ Herna Versluis “De kern van het verhaal is een vrouw die gevangen zit in haar verlangen. Emma's werkelijkheid is saai en dat wordt goed in beeld gebracht door het spel van Charles. De verleiding van een opwindend leven of zoals in de aankondiging "haar honger naar liefde en poëzie en muziek" blijft in spel en tekst oppervlakkig. Verleiden voert de boventoon tussen Emma en Rodolphe en Léon. Verder speelt Susan Emma gedurende bijna de hele voorstelling met heftige stem passend bij de wanhoop, hysterie en opwinding, waardoor het toch ook vlak wordt, weinig afwisselend. Wanhoop kan ook zacht mijmerend tot uitdrukking gebracht worden. Decor en kostuums geweldig eenvoudig en treffend.” -‐ Frans Verberne “Je identificeren met een hysterisch vrouwtje? Léon van der Sanden heeft een grote staat van dienst als bewerker van literatuur tot toneel. Een hoogtepunt was voor mij "De Avonden" naar Gerard Reve. Voor Theatergroep Suburbia heeft hij nu "Madame Bovary" onder handen genomen. Het is niet een van zijn beste bewerkingen geworden. Niet voor niets is deze roman een klassieker, die het al meer dan 150 jaar heeft volgehouden! Dat zie je echter niet terug op het toneel. De toneelbewerking zou heel meeslepend kunnen zijn en sterk emotionerend. Dat komt er echter niet van en we krijgen om met Martin Schouten ("Een jaar in het duister, toneeldagboek van een eenmansjury") te spreken "verteltoneel" te zien. Je hebt aldoor het gevoel, dat er diepere lagen kunnen kunnen liggen maar dat ze niet zichtbaar worden. Je wordt niet meegesleept door de tragiek van Emma Bovary , die er niet toe kan komen haar ambitieniveau te realiseren. Je blijft naar een hysterisch vrouwspersoon kijken, die je eigenlijk koud laat. Of dit nu aan de toneelbewerking, de regie of de spelers ligt is moeilijk te zeggen.Waarschijnlijk aan een combinatie van factoren. De regie haalt er niet uit wat er in zit. Mooie decoroplossingen passend in het kleine budget voor een tweemansvoorstellinkje. Susan Visser kan prachtig haar mooie kostuum dragen. Tijn Docter schakelt bekwaam tussen de drie verschillende personages, die hij te spelen krijgt. Daarover geen klagen. Toch boeit het stuk niet echt. Heel even een zweem van Tsjechov-‐achtige melancholie, maar dat is snel weer voorbij. De tragiek van het echtpaar blijft onderbelicht.” -‐ Aart Blom “om met een cliche te beginnen: het boek was beter. eerlijk gezegd kon de voorstelling mij niet boeien, te braaf en zeker niet zinderend, vlak gespeeld met weinig overtuiging in een decorbeeld dat veel weg had van een stilleven met weinig zeggingskracht.” -‐ henk veeneman “Susan Visser speelt een mooie madame Bovary en verzint nieuwe jurken uit lappen stof en gordijnen, maar blijft desondanks een klein beetje saai.” -‐ Gerrit Jol
MARCUS BAKKER “Marcus Bakker. Ik had een gedachte. Als jurist-‐geen kleinkind-‐geen communist (in onwillekeurige volgorde) heb ik herinneringen op mijn manier ingevuld. De voorstelling begon (voor mij) saai en zwart-‐wit. Het hangende en soms draaiende kostuum bleef echter mijn ogen trekken. ‘Dit of dat’ zonder tussenweg of nuancering. En het bleef (voor mij) saai. Monologen waren éénrichting. En ‘zwart-‐wit’. Ik geef toe, de nieuw ingegeven liederen vind ik ‘een vondst’ en brachten me bij de les. Net als een aantal zinnen. Ja, de zanger heeft een mooie stem en een aantal ‘zinnen’ zijn prachtig. Al kan ik deze nu ik dit schrijf niet meer produceren (do 13-‐11-‐2014; 9:15 uur). Was het krachtiger geweest als de film (einde) meer als rode draad had gediend en op andere momenten was teruggekomen? Ik weet het niet. Maar het had mijn aandacht beter vastgehouden. Wat ik er ook van vind en ondanks dat mijn gedachten meerdere malen afdwaalden: Marcus Bakker als ‘gedachte’ is krachtig monumentaal neergezet. Want wie is nu Marcus Bakker? Een mens zoals wij allemaal waarvan de vele gezichten door iedereen met eigen herinneringen zijn ingevuld. ” -‐ Anja van Velzen “Een sympathiek stuk, gespeeld door de kleinzoon van Marcus Bakker, de grote roerganger van de Nederlandse Communistische Partij, en anderen, waaronder twee muzikanten die verrassend mooie teksten hadden gecomponeerd op mooie muziek. De tweede hoofdrol was voor mij de actrice die haar rol stevig en mooi neerzette. Het typische aan dit stuk was, dat het niet geacteerd leek, maar heel naturel overkwam. Vooral de kleinzoon gaf gestalte aan de herinneringen aan zijn grootvader, en bleef daarbij heel dicht bij zichzelf. Voor de anderen was die afstand natuurlijk groter, ook gezien hun leeftijd, ze zullen in hun leven waarschijnlijk deze bekende Nederlander niet meer bewust meegemaakt hebben. Bijzonder dat zij toch meegegaan zijn in deze geschiedenis. Mooi gespeeld, integer, sympathiek, en een extra compliment voor de zanger/componist.” -‐ René van Dootingh “Toneelspelers centraal, wie? of de muziek een onsamenhangend geheel” -‐ Hannah Koutstaal “De lange teksten werden op den duur vervelend, vooral de oratie op de tafel aan het eind. De muziek leek niet te passen in het stuk en sommige handelingen ook niet (smoothies) hetgeen ergernis bij mij opwekte. Het spel van vooral de vrouwelijke speler was goed.” -‐ M. Sneller “Mooie muziektheatervoorstelling door kleinzoon Michiel over Marcus Bakker, destijds prominent lid van de Communistische Partij Nederland. Knap gedaan, leuk afgewisseld met goede muziek en zang en het verdelen van de tekst met Carole van Ditshuyzen. Ik wist vooraf helemaal niets over Marcus Bakker, maar zag na afloop om me heen veel vooral oudere mensen, die nog glunderend zaten na te genieten.” -‐ Ingrid Ypma "De voorstelling ‚Marcus Bakker’ toont de twijfels van een jong acteur, tevens kleinzoon van een groot politicus. Even welbespraakt, 'hij kan het mooi zeggen’ vertelt hij de geschiedenis van grootvader en kleinzoon. Draaipunt is het dilemma : politiek of toneelspel. Aangevuld met het verhaal van theaterklasgenote Carole van Ditshuyzen wordt de voorstelling in twijfels met een ondertoon van teleurstelling klemgezet. De krachtige dialogen worden afgewisseld met fraaie soft-‐ protest-‐songs van Stan Vreeken en Jasper Slijderink. Teleurstellend is het totaal gebrek aan interactie, het helder gesproken teksttoneel lijkt zich wel in een andere dimensie af te spelen dan de echt prachtige muzikale prestaties. Het blijven twee losstaande elementen in de voorstelling die beide geen enkele ontwikkeling doormaken. Het kleinzoon-‐van-‐dilemma eindigt in een groot verhaal op tafel in historisch kostuum waarin de twijfel nog weer bevestigd wordt. Deze toneelvoorstelling met een sterke ""Tijdelijke Samenscholing""-‐ bezetting blijft hangen in nogal narcistisch particuliere vertwijfelingen gezellig omlijst met relaxte muziek. Is het een gemis aan een schrijver/regie/dramaturgie? Ik weet het niet." Martien Vogelezang
“Wat is dat toch met jonge(re) toneelmakers tegenwoordig? In een poging tot ultieme zelfexpressie, lijkt elke vorm meer van hetzelfde te worden. Weer een ‘leerstuk’ met liedjes tussendoor, om vooral de twee minuten-‐spanningsboog voor te zijn. Bewerkingen van ‘protestsongs’? Alsjeblieft zeg, wie wil je behagen? Je mag best meer vragen van je publiek, moeten ze zich ook eens inspannen. Nee, die vorm ben ik nu wel op uitgekeken. En de inhoud dan? Tja, dat lijkt ook meer van hetzelfde. Ongeacht het thema, verwordt die tot misplaatste nostalgie. Revisionisme lijkt het soms wel: de geschiedenis dunnetjes overdoen, maar dan in de – achteraf – juiste versie. Ja, dan is het makkelijk leunen op de herkenning – en goedkeuring – door eerdere generaties gelijkgestemden. Het theater ontbeerde hier echter elke vorm van inleving en ontroering. Het valt vast niet mee om anno 2014 jong te zijn. Maar hé, elke generatie moest eens opgroeien. Nee, jeugd is dezer dagen een overschatte eigenschap.” -‐ Theo Akse “Leuke spelers – een beetje zinloos ingekaderd. Een toneelstuk van 1 uur 45 minuten is volwaardiger dan een toneelstuk van 1 uur 15 minuten moeten de makers gedacht hebben. Daarom voegen we er maar wat muziek aan toe! Toen ik op de flyer zag, dat er levende muzikanten bij de voorstelling over Marcus Bakker betrokken waren, verheugde ik mij al op vergeten repertoire van Jaap van der Merwe of Frits Lambrechts of op de CPN-‐versie van socialistische strijdliederen, die de VARA destijds op prime time uitzond. Helaas, het mocht niet zo zijn. Een van de muzikanten kon aardig vertellen en deelde ons mede dat hij eigen (Engelstalige) liedjes had geschreven op basis van (Engelstalige) protestsongs. Ik hoop dat andere toeschouwers er van genoten hebben, zelf voel ik met zulk soort muziek geen enkele binding. Voor mij blijft het tijd rekken. Dat was niet nodig geweest! We zagen leuke en sympathieke spelers die zichzelf voor de moeilijke opgave had-‐den gesteld een biografische voorstelling te maken waarin ze het personage niet na-‐speelden maar over hem vertelden. Er was echter veel meer te vertellen geweest. Hoe kon een belezen en erudiet man als Marcus Bakker, zeer gezien in de kringen van het openbaar bibliotheekwerk zich handhaven in een slangenkuil of addernest als de CPN? Hoe ging hij om met een uitermate moeilijk type als Paul de Groot? Hoe praatte hij de daden van de Sowjet Unie voor zich zelf goed? Op het allerlaatst bleek er ook nog zeer interessant filmmateriaal beschikbaar, waar de parallellen met het huidig tijdsgewricht van het doek spatten. Leuke spelers, gemiste kansen en muziek, die voor mij geen zin had of een toevoeging betekende. Desalniettemin: lof voor de interessante poging tot biografisch documentair toneel.” -‐ Aart Blom “een theatermaker die zich afvraagt of hij niet in de politieke voetsporen van zijn opa moet treden. Acteur zoekt zingeving. Wat heb ik als publiek daarmee te maken? De tekst is weinig gelaagd, het verhaal ook. ik had liever wat meer meegekregen van leven en dilemma's van de politicus Marcus Bakker. Uit het stuk blijkt dat hij via het verzet de CPN in is gedwarreld. Maar dan moet hij later toch de nadelen van het communistisch systeem hebben gezien. Ik worstel zelf regelmatig met loyaliteitsvraagstukken. Ben ik loyaal aan een beweging, ook als ik het niet met alles eens ben wat de andere leden van die beweging doen? waar ligt de grens? De muzikanten speelden best aardig en de tekst kwam er bij de acteurs best leuk uit. Maar het was teveel een conference, te weinig theater.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Ik vond het een zwakke voorstelling. Kan komen door mijn fysieke conditie ... ik viel bijna in slaap. Verrassend vond ik wel de muziek. Maar het bleef wat lauw allemaal. Het laatste stuk (dat de kleinzoon op de tafel stond) vond ik veel te lang duren.” -‐ Marga Swart “Als je politieke opa echt iets heeft betekend, een bijdrage aan ons aller leven heeft geleverd, moet je dan als kleinzoon dat proberen te evenaren? Of moet je je eigen weg volgen, en "gewoon" toneelspeler worden? Een toneelstuk zou ik "Marcus Bakker" niet willen noemen. Meer een publieke, muzikaal omlijste overweging. Uitgebreid toegelichte reacties op protestsongs larderen de zo vastberaden mogelijk twijfelende Michiel die eigenlijk geen toneelspeler wilde worden, maar misschien niet anders (wil?) kan dan dat. Er komt niet echt een plot. Het stuk hangt van anekdotes aan elkaar. Heel onderhoudend, dat wel, maar er ontbreekt iets. Misschien de regie? Er is wel een coach geweest bij het totstandkomen van het stuk, maar wellicht had die kunnen adviseren er meer een geheel van te maken. Nu blijft het steken bij leuke muziek, grappige verhaaltjes en een hoop getwijfel, ook bij de toeschouwer over wat hij hier nu precies mee aan moet. Okay, de smoothies waren lekker.” -‐ Derk Hazekamp “stuk zou bij mij hoger scoren als het half uur korter zou zijn. laatste half uur was wat mij betreft compleet overbodig met lang verhaal over olifant. Zonde want eerste 1,5 uur prachtig; mooie muziek en zang, goed geacteerd, origineel toneelstuk!” -‐ krista van der schatte olivier “Ik ben geen dochter of kleindochter van Marcus Bakker en al helemaal geen communist. Maar ik vond het stuk wel een fraai eerbetoon aan de mens en politicus Marcus Bakker, zonder dat diens fouten uit het oog werden verloren. Het geheel werd
omlijst met aansprekende protestsongs, losjes gebaseerd op oude protestsongs uit de jaren zestig. Deze teksten hadden weliswaar geen relatie met Marcus Bakker, maar idealisme en geloof in een rechtvaardiger wereld waren ook een drijvende kracht voor Marcus Bakker. De kleinzoon heeft niet gekozen voor politiek maar voor het toneel. Maar als Michiel Bakker toch ooit nog kiest voor de politiek, dan zal hij zich, anders zijn opa, ruimte geven om te twijfelen, het beste medicijn tegen totalitair denken. Dat is winst. Punt van kritiek is waarom we de beelden van Marcus Bakker pas na afloop te zien kregen. Een paar beelden van Marcus Bakker hadden in de voorstelling zelf moeten zijn verwerkt. Dat paste toch veel beter dan het lawaai van een blender. Dat laatste neemt niet weg dat Marcus Bakker trots kan zijn op zijn zeun en diens toneelgezelschap.” -‐ Yolanda Daverveldt “Bijzonder dilemma: zoektocht naar wie was Marcus bakker: je opa waar je om geeft, maar ook een man met invloed en niet altijd jouw politieke ideeën. Zang bijzondere aanvulling, mooi neergezet. Het leek te ontstaan op het podium, naturel gespeeld, niet volledig ingestudeerd, knap om dat te durven.” -‐ Aubrey Spijker “Even dachten we in de verkeerde voorstelling beland te zijn, toen we de kale vloer zagen met alleen de muziekopstelling en de kale stoeltjes en ook in t begin geen woord wat we in verband konden brengen met Marcus Bakker. Alleen "ik ben de kleinzoon, echt waar". Een beetje apart dus. Wij zelf moesten ons thuis eerst even inlezen ivm "hoe zat t ook alweer" en daarom lijkt t me handig als de getoonde beeldfragmenten aan t begin van de voorstelling te zien zijn, ook om n wat breder publiek te boeien, want mensen onder de 40jr zullen anders waarschijnlijk minder geinteresseerd zijn, wat jammer is want t geheel was origineel en boeiend genoeg. Pech voor ons dat we geen tijd hadden voor t nagesprek om te horen over t maakproces voorafgaand aan de voorstelling.” -‐ Herna Versluis “Ik was er benieuwd naar: een voorstelling over Marcus Bakker; een politicus waarover mijn vader altijd zei, dat hij de beste redenaar was, die hij ooit had gezien. We kregen hem nog even te zien op film aan het eind van de voorstelling die gemaakt werd door de echte kleinzoon (leuk die familiegelijkenis) en zijn partner als acteurs en drie musici. De muziek bestond uit herschreven protestsongs uit die tijd. Leuk en goed gedaan, maar de tekst was niet echt verstaanbaar. Daarom voegde het wat mij betreft weinig toe aan het beeld dat we van Marcus Bakker kregen uit de anekdotes en herinneringen, politiek en persoonlijk. De worsteling van de kleinzoon om in die oude instabiele bibberende man die grote politicus te zien is heel voorstelbaar. Een olifantje Koelewijn als vorm om eigen belevenissen te vertellen aan de (klein)kinderen is mooi om te horen. Maar gek genoeg vond ik, dat deze persoonlijke noten wat gezocht aandeden. En wat was de toegevoegde waarde van de smoothies? En wat was de toegevoegde waarde van het spelen dat je je tekst kwijt bent, omdat er iemand in het publiek in slaap gevallen zou zijn? En wat was de toegevoegde waarde van het Napoleon-‐achtige uniform waarin de redevoering aan het eind werd gehouden? Al met al het gevoel van een niet echt geslaagde voorstelling en dat is jammer.” -‐ Marijke de Jong “Sympathieke zoektocht van kleinzoon Bakker naar achtergrond van opa en naar wat hij (kleinzoon) zelf wil doen in het leven. Parallel aan zijn zoektocht maken we kennis met een muziek duo dat eigen verzetsnummers brengt ( goede zanger overigens!). Ik neem aan dat de muzikanten erbij zijn gehaald om het stuk wat te verluchtigen/aan te vullen, maar zag daar niet zo het nut van in, er ontstond geen ontwikkeling van de figuren die speelden. Met een knappe monoloog eindigt kleinzoon, chapeau! Verder duurde het stuk mij iets te lang. Leuk om aan het eind beelden van M.Bakker van vroeger geprojecteerd te zien en bijzonder om opnieuw te horen hoe hij destijds werd verguisd door vele van zijn politieke collega's, dat was ik een beetje kwijt. Een aardig stuk over een recht door zee figuur die vasthield aan zijn principes, en over de zoektocht van een kleinzoon naar de geschiedenis van zijn opa. ” -‐ janie kropman “Een theaterstuk gemaakt door de kleinzoon van Marcus Bakkker over Marcus Bakker. Geslaagd theater met een monoloog op de tafel als grandieuze uitsmijter over de ambitie om dingen te veranderen in de politiek.” -‐ Gerrit Jol
OOM WANJA – TONEELSCHUUR PRODUCTIES “Eindelijk een Oom Wanja waar ik niet bij in slaap viel! Mooie moderne en gevoelige tekst, en een bij deze tijd passende uitvoering. Prachtig spel van de acteurs. Het gesloten huis (keet) vond ik wat gezocht, de kracht waarmee het geheel af en toe met een knal uit elkaar viel was echter veelzeggend.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Een deprimerende geschiedenis, maar goed, dat is Tsjechov's verhaal. Spiegel van het plattelandse Rusland. Het decor was knap gemaakt, Oom Wanja stak met kop en schouders boven de andere spelers uit. Het spel van de anderen was te vaak wat statisch, een beetje stijf. Wegens de moeilijkheidsgraad van het onderwerp toch een 8 als totaalcijfer.” -‐ Joke Zuidwijk “Eerste 2 bedrijven erg goed, daarna vond ik het minder worden maar moeilijk om aan te geven waar dat aan ligt. Wisselend spel vd acteurs, vond de professor en Jelena minder goed spelen, de andere juist erg goed.” -‐ Krista van der Schatte Olivier “Een aardig stuk, en aardig gespeeld. Oom Wanja zelf vond ik de meest aansprekende persoon, levendiger in mimiek en emoties dan de andere spelers. De inhoud van het verhaal werd helder weergegeven. Regelmatig vond ik dat de scenes te lang doorgespeeld werden waardoor de verveling toesloeg. Die sfeer zit natuurlijk ook in het stuk, maar het lijkt me niet de bedoeling dat ook de toeschouwers erdoor bevangen worden. Het decor was verrassend, er viel veel te zien en het lijkt me een heel werk om dat elke keer op te bouwen. Toch bleef het voor mij een grote rommelzolder met troep die niets met elkaar te maken had. Wat ik wel erg goed en leuk gevonden vond, waren de houten wanden die neergeklapt konden worden, en waar zich dan een scene achter afspeelde.” -‐ Rene van Dootingh “lekkere rommilige uitdragerij ala sammie se winkel in suid afrika... de acteur, die wanja speelt zet een zeer ontroerend einde neer ( hoewel hij wat jong is voor de rol van oom)” -‐ hubert coenen “Whien heeft met Oom Wanja een invoelende bewerking van de meester van het verloren levensgeluk op de planken gezet. Teruggebracht tot de essentie raakt het aan de kern van Tshechovs theatrale wereldbeeld, wij mensen zijn niet in staat ons eigen geluk te maken, maar kunnen daar slechts van dromen. Dus dromen we maar. Whien stuwt zijn cast tot de juiste hoogte. De acteurs leveren een puik stukje werk. En met de juiste dosering aan absurditeit – nu eenmaal eigen aan het leven -‐ ontstaat een ingeleefd en menselijk portret van Tsjechovs karakters. Decor, belichting en geluid benadrukken daarbij de essentie van de waarneming. Enig minpuntje is de tekstbewerking, die hier en daar iets te modern prekerig wordt voor een stuk van Tsjechov.” -‐ Theo Akse “Een ijzersterk stuk en prima spelers! Als er bij de start van “Oom Wanja” lange stiltes vallen denk je even: gaan we terug naar Peter Scharoff en de vijftiger jaren? Als de voorstelling echter vordert komen we in een eigentijdse bewerking terecht van dit stuk, dat in die zin uitermate “klassiek “ is, dat je er duizend en interpretaties aan kan geven en onder alle omstandigheden blijft boeien. Ook een zware bezuinigingsslag kan het stuk in deze vormgeving makkelijk verdragen. Had de Toneelgroep Amsterdam er volgens de database van de UvA nog tien spelers voor nodig, Suburbia negen en de commerciële producent Hummelinck Stuurman acht, deze keer moest het verhaal gedragen worden door vijf acteurs. Ze deden het prima, er ging niets verloren van de spanning en het meeslepend karakter van de tekst. Jeroen de Man is aan de jonge kant voor Wanja maar omdat hij niet zo uitstraalt als een jeune premier (wat op zijn leeftijd normaal gesproken een zwakte is) kon hij prachtig gestalte geven aan de woede en opgekropte frustratie van Wanja. Kerckhoffs als schitterend leeghoofd, Aparicio Torres een mooi kordaat en zorgend meisje, dat haar eigen belang en verlangen opzij kan zetten, Horsting precies de figuur, die hij moest zijn en Velissariou (ook aan de jonge kant voor de rol) een openbaring als persoon aan wie leeghoofdigheid wordt verweten maar die toch vol weemoed en gelaagdheid zit. De functie van het decor wordt niet helemaal duidelijk maar gooit in elk geval gedachtes aan berkenbomen en samowars opzij. Gelukkig weer eens een keer geen video. Dat is een mooi hulpmiddel maar wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt door regisseurs. Erik Whien mag doorgaan met regisseren. Ik kijk uit naar zijn volgende behandeling van een klassiek stuk. ” -‐ Aart Blom “Een indrukwekkende bewerking van Anton Tjechows klassieker "Oom Wanja". Onder regie van Erik Whien ontstaan ongemakkelijke stiltes, vol onbegrip en kilte, ondanks de broeierige nazomer op het Russische landgoed, waar Oom Wanja met nicht Sonja zich een slag in de rondte werken. Reden van het ongemak is de komst van de Professor, vader van Sonja, die tot eigen voordeel een verandering wil:
of zich op het landgoed vestigen, of verkoop van het landgoed, om in de stad weer verder te leven. Prachtige confrontaties, korte intriges, mislopende avonturen, onbeantwoorde liefdes, onhandig wapengebruik tonen aan dat het plattelandsleven deze verandering niet aan kan en zeker niet aan wil. Haarscherp en klein gespeeld blijft er voor de kijker genoeg in te vullen in het wat statische verhaal. Afhankelijk van het wereldbeeld van de beschouwer loopt het wel of niet goed af, blijft alles bij het oude, vol zelfopoffering en plichtgetrouwheid, in de hoop op een beter hiernamaals.” -‐ Martien Vogelezang “Het originele stuk is volgens de inleider erg ingekort en ontdaan van tussenspel waarin de stilstand van de personages nog meer tot uiting komt. Toch blijft die lamlendigheid bijna verstikkend aanwezig. Je voelt de uitzichtloosheid. Vooral die van Oom Wanja komt sterk naar voren. Zijn karakter en situatie worden goed uitgebeeld. De verlangens van de andere personages en hun onvermogen om daar invulling aan te geven, blijven oppervlakkig. Misschien ok het gevolg van het mindere spel vooral van Jelena. Het decor is origineel, maar of degenen die de inleiding niet hebben gehoord dit decor (ongebruikte dingen die er zijn maar niet gebruikt worden en staan voor de verlangens) ook enigszins konden plaatsen is de vraag. Interessante inleiding van regie-‐assistente Nina Spijkers; goede combinatie van informatie over Tsjechov, de voorstelling en haar persoonlijke visie. Veelbelovend.” -‐ Frans Verberne “t Was mijn eerste 'Oom Wanja' en dat schijnt uit te maken. Ik keek wel even op van deze jonge 'oom', maar niet zo erg als anderen, bleek in de nabespreking. De acteur ziet kan zijn teksten behoorlijk levensecht te uiten, net of het ter plekke is verzonnen. Elena mooi verveeld, op het randje van geschift. goede acteurs. Later nog nagedacht over waar die lethargie eigenlijk vandaan komt. Dat zie je eigenlijk niet goed in het stuk, wat de opvatting van de regie daarover is.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Mijn "eerste" Oom Wanja, dus onbevooroordeeld. Allereerst: hele goede en prettige inleiding vooraf, top! Goed geacteerd, de verveling, leegte, somberheid kwamen goed over. Waar ik toch moeite mee heb is de discrepantie tussen een stuk dat al zo oud is en daarom toch de kenmerken van een andere samenleving/tijd met zich meedraagt, en de gekozen jonge mensen, waarvan men weet dat die niet meer zo zouden reageren in de huidige maatschappij. Voor mij wringt dat. Soms was het in het begin wat saai, de spanning werd langzaam goed opgebouwd.” -‐ Janie Kropman “het geheel was in alle opzichten goed, niets aan toe te voegen!” -‐ Marlies Sneller “Volop geschrapt maar wat overbleef te weinig voor een goed verhaal” -‐ Hannah Koutstaal “Inlevend gespeeld, wanhoop mbt het leven is voelbaar. Tekst vond ik niet zo rijk, voor mij geen prachtige zinnen.” -‐ Aubrey Spijker “Toneelkijkers. Een nieuwe avond aan het Spui. Omdat het me soms niet meevalt weer naar toneel te gaan en ik ‘mijn aandacht maar niet kan vasthouden’ wandel ik wat sceptisch door de binnenstad naar het Spui. Tsjechov. ‘Oom Wanja’. Mijn Russische juf destijds was er dol op en iedere keer weer moest ik met haar door een donker en koud Moskou mee naar een veraf gelegen theatertje voor weer een andere versie. Weemoed? Of een lokaal Haagsche afzakking in ‘een stukje Russische ziel’? Glimlachend zie ik het decor en ik ben direct verplaatst naar de sfeer waar ik ooit in verwondering in dwaalde. Wat een dokter! Prachtige dialogen en verzinken in een bodemloze triestheid. Gevangen door de verschillende personages die op een totaal andere manier dan ik ze ooit eerder zag tot leven kwamen. Als mensen ‘van nu’ in een somberheid die me deed denken aan die koude avonden in afgelegen klein theater Moskou. Sfeer van toen in een licht van nu. Arme Sonja, arme oom. Wat een noodlot. Pluim voor TONEELSCHUUR! Ademloos heb ik de voorstelling gevolgd en mijn juf van toen geschreven dat ik naar ‘Oom Wanja’ was geweest. Gewoon in Den Haag. Dankjewel voor deze mooie avond. ” -‐ Anja van Velzen
“Dit is toneel waar ik van hou. Tsjechov, maar het zou ook een actueel stuk kunnen zijn. Van begin tot eind zit ik geboeid te kijken, te lachen, me in te leven. Een prachtig decor, fantastische acteurs, Het Nationaal Toneel staat als een huis.” -‐ Heleen Wagenaar “Ook een ogenschijnlijk onbelangrijk ophalen van de neus maakt de voorstelling zeer subtiel en pijnlijk naturel. Verwachtingen en veronderstellingen vertragen de personages. Traag dralen en om elkaar heen draaien zijn prachtig in deze treurige voorstelling. Lang niet zulk mooi niet opgeklopt spel gezien. Wat een verademing. Ook Jelena schuurt vreemd. dank.” -‐ carolien van der donk namens Marlies Sneller. “Het uitzichtloze leven van Wanja en Sonja wordt verstoord door 2 nieuwe bewoners en de dokter die zich ineens iedere dag laat zien. Aan het eind van het stuk wordt dat uitzichtloze leven weer opgepakt, maar dan zijn er al veel onbereikbare liefdes langs gekomen. Mooi spel, maar miste toch wat overtuiging en vuur.” -‐ Gerrit Jol
OSAMA THE HERO – TONEELSCHUUR PRODUCTIES “zowel tekst, toneelbeeld,spel etc. maken zichtbaar hoe uitzichtloosheid er uit kan zien. Vooral de "container" als een soort doos van pandora vond ik een goede vondst.” -‐ Henk Veeneman “Een prachtig decor dat een hele voorstelling prachtig blijft. Ondanks de gedachte ‘achter’ het stuk en goed spel kon het me niet boeien. Ik ergerde me. Niet aan de rauwheid. Wel aan het schreeuwen van een bepaalde acteur. Afschuwelijke stem. Het was het geheel. Ik vond het niet mooi. Kleding was niet mooi. Waarom keuze voor deze kleding en niet aansluiten bij wat ‘op internet doolt’? kakkerhipsterpunkergothic in onwillekeurige volgorde. Dat had het voor mij spannender gemaakt. En het had afgelopen moeten zijn ‘aan tafel’. Een juffrouw die in volle afzondering als lichtpuntje voor de mensheid liefde en schoonheid verkondigt? Mosterd na een Japanse maaltijd met olijfolie. Nee. Niet ‘mijn ding’.” -‐ Anja van Velzen “visueel overweldigend ! goede vondst om aan het begin met cameraś te werken en een prima decor. tevens een geweldadig thema, dat afentoe (te) heftig was ( denk aan de recente IS-‐acties !) je komt ogen en oren tekort.” -‐ hubert coenen "TV kan ik ook thuis wel kijken. Aanvankelijk dacht ik “als ik naar de TV wil kijken doe ik dat thuis wel”. De intro van “Osama the Hero” duurt erg lang, is gewoon TV beeld, al pakt het wel mooier uit op zo groot mogelijk doek als het toneel van het Theater aan het Spui kan toelaten. Je ziet ook wel een spannende decoratie van zwarte vlekken op het witte doek. Maar hier kom ik niet voor! Het stuk won aanmerkelijk aan kracht toen er eenmaal levende mensen op het toneel verschenen. Het leek erg actueel. Toen ik thuis nog eens op Internet nakeek wat er over het stuk en de schrijver bekend was, kwam ik er achter dat de tekst uit 2004 stamde. De Heer Kelly was zijn tijd toch wel goed vooruit met al zijn onthoofdingen. Als abstracte en poëtische verbeelding heeft de voorstelling wel wat. Als verhaal is het stuk warrig. Er wordt met regelmaat over een pedo gesproken. Thuis de achtergrond documentatie lezend merkte ik dat het mij helemaal ontgaan was dat het personage Mark iets zou hebben gehad met het personage Mandy. Eerstgenoemde sprak net zo aardig over zijn vrouw, die recent bij een garagebrand het leven had verloren. Mandy leek me nou niet echt meer een kind. In de voorfilm was ze juist een vrouw van de wereld, een (Engels sprekende) BN-‐er. Justus van Dillen was eigenlijk veel te elegant voor een gewelddadig persoon uit een achterstandswijk. Hij kan wel heel mooi een gemeen lachje op zijn gezicht toveren. Het is moeilijk te zien of de tekst nu zo warrig is of dat de regie het stuk juist expres alle duidelijkheid heeft ontnomen. Als je de avond over je heen laat komen als moeilijk te doorgronden poëzie over de gewelddadige wereld waarin we leven en de huiselijkheid, die we desondanks toch maar ruim plaats proberen te geven in onze dagelijkse omstandigheden, is het stuk te waarderen. Een openbaring is het echter niet. In het verleden had je hier een avond met twee eenakters van moeten maken: de netto speeltijd van levende mensen was wel super kort!"-‐ Aart Blom “Een voorstelling die er inhakte! Veel verwijzingen naar het hedendaagse rauwe terrorisme, 9/11, genadeloze psychopaten met een killersmentaliteit, en als afwisseling een scene die m.i. verwees naar de toppolitici die er afstandelijk en zonder gevoel mee dealen. Het bleef echter wat hangen in "verwijzingen naar", goed gedaan, heftig spel, af en toe zo onaangenaam dat je weg zou willen lopen. Er werd prachtig gebruik gemaakt van onze hedendaagse digitale techniek door de spelers allemaal een cameraatje in de hand te geven om zichzelf en de anderen daarmee life te projecteren op levensgrote abstracte doeken rondom de speelvloer, waardoor de gezichten soms metersgroot en zeer indringend tot ons kwamen. Ik vond het een heel dynamisch en sterk stuk. Origineel vormgegeven, door de techniek nóg indringender gemaakt.” -‐ René van Dootingh “Osama the Hero' heeft de ondertitel 'opstand van de onderbuik' meegekregen. Het stuk bestaat uit drie qua sfeer heel verschillende delen. Deel één: start met een lege toneelkubus met zwartspiegelend middenpodium waarop een gevangene met witte kap op stil zit. De zwartwit gespatte achter-‐ en zijdecors krijgen een projectie, beeld met geluid, nogal rauw op elkaar gemonteerd, een opgefokt verslag van een buurtrelletje. Deel twee : hier komen de buurtpersonages in actie op het toneel, gewapend met prof-‐camera, gaan ze de gevangen buurtbewoner te lijf vanwege vage beschuldigingen met veel kabaal en geschreeuw tot bloedens -‐ vooral verf -‐ aan toe. Deel drie omvat verhalen van de vier buurtbewoners die opvallend heel doodgewoon zijn na hun verschrikkelijk optreden. De jongste plakt de moraal op het verhaal. De aangewezen inhoud in deze allerlaatste monoloog is mij niet echt duidelijk geworden, mijn aandacht was alweer ver weg.
Een teleurstellende voorstelling die vooral blijft staan dankzij sterk acteerwerk, maar ten onder gaat aan een overdosis effecten van projectie en geluid: verbaal geweld : geschreeuw en gevloek, fysiek geweld : rode verf en rubberhamer, technisch geweld : live-‐camera op toneel en theatraal geweld : het zwartwitdecors met zwart-‐hoogglans podium waarop wit opvangzeiltje. De drie delen spatten uit elkaar door de machteloze keuze voor al te zwaar aangezette contrasten. Misschien was de boodschap ‚de machteloosheid van mensen’ in het contrast met hun angsten, hun werkelijkheid? Maar dan, welke mensen? Het publiek in de zaal? Nee die leken er niet op, hoewel, in het laatste deel? Het publiek in de mindere buurten? Zou kunnen, maar hoezo, wat en waarom precies? Het afwezige publiek achter de televisies die allemaal ‚wel wat' vinden? De massa, de maatschappij, iets in ons, onder ons? Het wordt niet duidelijk. Zonde van zoveel inzet en talent.” -‐ Martien Vogelezang “Veelbelovend begin houdt aandacht maar verslapt bij start van monologen” -‐ Hannah Koutstaal “Osamo the Hero gaat over actuele onderwerpen en standpunten waar we met z'n allen niet meer om heen kunnen.De combinatie van prachtige vage sneeuwachtige beelden en uitgesproken rauwe zwartgallige teksten teksten op 3 schermen versterken de voorspelbare en gewelddadige aanslag die later door buurtgenoten op de 15 jarige Gary wordt gepleegd met de dood tot gevolg.De voorstelling laat zien hoe angst en boosheid kan leiden tot buitensporig denken en gedrag.De acteurs zetten hun rol sterk neer, maar roepen met hun spel meer een sfeer van onmacht met de situatie op dan een sfeer van onheil en wraak. Gezien het gegeven onderwerp had ik dat wel verwacht.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “De manier waarop het onderwerp, dat in dit stuk aan de orde wordt gesteld, werd weergegeven heeft mij matig kunnen boeien. Maar dan doel ik meer over de bestaande tekst van Kelly dan de regie en het spel. De regisseur heeft zich met dit stuk wel iets op de hals gehaald en zeker gepoogd het beste eruit te halen. Hetzelfde geldt voor de acteurs. Alleen, ik heb me niet geamuseerd.” -‐ Joke Zuidwijk “De videobeelden vond ik overdonderend en sleepten me meteen het verhaal binnen. De voorstelling weerspiegelt de huidige maatschappij. De enorme invloed van de (sociale) media, de opkomst van het populisme (gevoelens zijn belangrijker dan feiten) en wat eigenlijk van alle tijden is, hoe onverdraagzaam en wreed mensen kunnen zijn tegenover het individu dat anders denkt en voelt dan zijzelf, hetgeen zeer doeltreffend werd neergezet door de acteurs. De opstand van het volk, dat ook van deze voorstelling van van Hezik het thema is, belooft in dat opzicht weinig goeds.” -‐ Yolanda Daverveldt “Een groep buurtbewoners vermoordt een jongen van wie zij denken dat hij een terrorist is. De belangrijkste moordenaar wordt ervan verdacht dat hij pedofiel is. Beetje ingewikkeld allemaal. Wat ik mooi vond was het laatste 'bedrijf': als je dan zoiets hebt gedaan of je bent erbij geweest: wat doe je dan erna? De moordenaar annex pedofiel zit zo te zien nergens mee. De anderen wel. Maar de vraag die bij mij bleef hangen: wat moet ik daarmee? ik ben niet zo van de onderbuik. de andere toeschouwers ook niet. Moet ik mij nu afvragen of het een goed idee is om eigenrichting toe te passen?” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Gruwelijk toneelbeeld, misselijkmakende scene waarin Gary wordt mishandeld. Door de nabespreking wel wat meer begrip voor het stuk gekregen, het was eigenlijk knap vorm gegeven, eerlijk gezegd, maar door het nare onderwerp en de hardheid van zowel het geluid als de beelden, heb ik er geen aangename voorstelling door gehad. Hoeft natuurlijk ook niet, toneel is niet altijd bedoeld als zoete laafversnapering, maar dit was mij iets te veel van het goede, kon er niet tegen. v Heezik komt over als een intelligente jongen die heel goed weet wat hij wil, daar gaan we nog de nodige indringende stukken van zien, daar ben ik van overtuigd. ” -‐ Janie Kropman “In Osama the hero speelt regisseur Van Hezik met beelden. Zijn de beelden die we voorgeschoteld krijgen een getrouwe weergave van de werkelijkheid? Zijn ze echt? Zijn ze compleet? Of gaat er iets anders achter de oppervlakte schuil, en zijn de
beelden maar een format? En hij toont wat er kan gebeuren als mensen die beelden één op één geloven, en niet (meer) in staat zijn tot interpretatie. En wat de remedie is tegen deze kortzichtigheid. Het stuk is als een triptiek opgebouwd. Het eerste deel bestaat enkel uit beelden geprojecteerd op de drie wanden van het toneel. Het publiek in verwarring latend of dit daadwerkelijk gebeurt, of dat het van te voren is opgenomen, m.a.w. geregisseerd en geënsceneerd. Dan volgt in het tweede deel een consequentie van deze beeldvorming in de vorm van eigenrichting. Op basis van de beeldvorming is men tot een ‘onomstotelijke’ bewijsvoering gekomen van de schuld van de hoofdpersoon. Een behoorlijk zwart-‐witte beeldvorming en dito bewijsvoering. Tenslotte volgt in het laatste deel het inzicht, dat achter de beelden een persoon schuil gaat. Pas als je de moeite doet door de beelden heen te kijken kom je tot echt contact. En dan blijkt dat nabijheid en intimiteit niet eng zijn, maar juist verrijkend. En het er juist om gaat om dat extra stapje te zetten, wil je niet als afgestompte internet-‐verslaafde eindigen. Onder deze krachtige regie zetten de acteurs ingeleefde rollen neer. In elk deel zetten zij de onschuld en onoprechtheid, de verontwaardiging en verwondering met overtuiging neer. Vormgeving en decor zijn optimaal toegesneden op het stuk. De achterwand en zijwanden zijn het beeldtriptiek, terwijl het verhoogde toneel in het midden dienst doet als forum en als gesprekstafel. Met name in het derde deel kent de tekst en zekere poëtisch waarde. Een intrigerend stuk met een actueel onderwerp, dat scherp geregisseerd, gespeeld en vormgegeven is.” -‐ theo Akse “Heel goed stuk, wel moeilijk. je moest het van de woorden hebben en het verhaal eigenlijk loslaten. Het gaf veel; stof tot discussie en nadenken. Enge dingen zaten erin: zo verwijt de 'groep' menigeen dingen die ze zelf doen. Goede acteurs in een mooie setting.” -‐ Heleen Wagenaar “Briljant vormgegeven stuk, agressief spel, maar toch dmv montage via camera's, geprojecteerd op de 3 achterwanden, met n afstand tot t onderwerp, de terrorist, zodat de sympathie uitgaat naar de slechterik. Het 1e kwartier is er alleen beeld te zien en wordt er via microfoon gesproken,wat beklemmend werkt. Wel is t zo dat het gebruik van projecties in t algemeen langzamerhand gaat vervelen; het lijkt wel of er geen stuk meer gespeeld kan worden zonder gebruik ervan of van moderne media. Je raakt er verzadigd van.” -‐ Herna Versluis “De videobeelden in het begin zorgden niet voor begrip, eerder voor verwarring. Net op tijd begon het tweede deel, waarin de boodschap duidelijk werd, maar dan weer iets te voor de hand liggend was. Het derde deel was mooi qua decor, maar ook nu weer was de tekst verwarrend. De hoeveelheid geweld daarbij, naar mijn idee niet nodig, zorgde er uiteindelijk voor dat ik een 5 heb gegeven.” -‐ marlies sneller “Dankzij de nabespreking snapte ik het stuk, dit was voor mij cruciaal. Marteling vond ik afschuwelijk, is hier een andere vorm voor te bedenken?” -‐ Aubrey Spijker “De voorstelling begint als performance met videobeelden. Het is even spannend maar gaat al snel vervelen. Geen idee waar de teksten over gaan. Geen idee waarom de pedofiel wordt opgevoerd. Is het omdat slecht (de pedo) en goed (het vriendinnetje loopt niet echt weg) dicht bij elkaar liggen. Langzaam wordt duidelijk hoe moeilijk het is goed en kwaad te onderscheiden. Is de geboeide persoon schuldig of niet? Iedereen wordt heen en weer geslingerd tussen wraak en vergeving. Het middenstuk is sterk waarbij in de groep alle emoties door elkaar lopen en de 'terrorist' toch vermoord wordt. Het laatste deel waarin de drie personen rond de tafel om de beurt teksten uitspreken waarvan de betekenis me totaal ontgaat is weer saai, saai, saai, .....” -‐ Frans Verberne “heel bijzonder toneelstuk, was blij met het nagesprek want vond het moeilijk te plaatsen waar al de marteling goed voor was. door gesprek met de regisseur kon je het beter in perspectief plaatsen.” -‐ krista van der schatte olivier “twee maanden geleden gezien en ik moet bekennen dat de voorstelling geen beelden meer bij mij oproept. Blijkbaar geen indruk gemaakt, waag me dan ook niet om cijfers te geven.” -‐ Henk Veeneman
PANDGENOTEN – SADETTIN KIRMIZIYUZ “De vastgoed affaire op familie formaat. Hoe grijpt het in, als je plotseling je huis moet verlaten. Verlangens, ambities, dromen en de zorg voor de kinderen. Goeie muziek.” -‐ Gerrit Jol “Het grote “probleem” van Sadettin is dat hij nu moet opboksen tegen zijn eigen succes met Hollandse Luchten I: Jeremia. Daarin kregen we volkomen nieuwe feiten te horen uit een nog ontontgonnen stuk van onze vaderlandse geschiedenis en nieuwe samenhang van inzichten. Prachtige voorstelling! Nu werd ons een aardige collage voorgeschoteld van krantenknipsels, die elke lezer van de kwaliteitspers al vele malen had zien voorbij komen. Niet slecht gedaan maar er waren weinig of geen nieuwe invalshoeken al is het altijd weer aardig te horen hoe Sadettin verklaart dat hij geworden is zoals hij is door op een volledig witte middelbare school terecht te komen en kennis te maken met een andere wereld dan hij van huis uit kende. Om het stuk tot verkoopbare speelduur op te rekken was Kaspar Schellingerhout ingehuurd om met regelmaat voor (lawaaiige) rustmomenten te zorgen met enige muziek en om de noodzakelijke overgangen te versoepelen. Persoonlijk heb ik niks met dat soort muziek en mag deze wegblijven. Maar dan heb je nog geen oplossing voor de noodzakelijke rust en de overgangen. Wel is Schellingerhout een leuke acteur met heerlijke Amsterdamse tongval. Tevens zorgde hij voor fraaie relativering van het betoog over die allergezelligste krakers, die uiteraard ook hun donkere kanten hebben. Over Saar Vandenberghe geen kwaad woord, een charmant meisje! Originele vormgeving van decor en kostuums, die langs indirecte weg de rommelige sfeer van het krakersleven in beeld omzette.” -‐ Aart Blom “Weer een ontzettend leuk stuk, dat me voortdurend met een glimlach op het gezicht opzadelde. Bijzonder leuk vormgegeven, fantasievol decor. Heel goed vond ik de musicus die ontzettend veelzijdig is, allerlei instrumenten weet te bespelen, en er ook nog eens goed bij weet te zin gen, met originele teksten, en verrassende muziek, die me af en toe deed denken aan Pink Floyd, maar beslist uit het eigen koppie kwam van deze sympathieke heer. Man en vrouw zijn goed op elkaar ingespeeld, en hanteren dezelfde sprookjesachtige stijl. Smaakt naar meer!” -‐ René van Dootingh “Dit stuk behandelde op zeer geëngageerde wijze een actueel thema. Het werd door de twee spelers op serieuze èn soms hilarische wijze neergezet. Het decor was geweldig goed, zeer origineel. Het masker van Sarah gewéldig! Complimenten aan de drie artiesten!” -‐ Joke Zuidwijk “Graag zou ik deze pagina leeg laten: al te lang tijd gespendeerd aan een juffrouw die met vreselijke stem waggelend tussen ‘standpunten’ en dus zonder trouw te blijven aan principes in een slappe monoloog een podium vult. Bah.” -‐ Anja van Velzen “Ik vond het decor, de muziek, het 'poppenspel', intrigerend. Ik haakte af op de tekst, zo veel, en zo vol overtuigingen, en meningen, ik werd er een beetje moe van.” -‐ Marga Swart “Wonen en leven in wondermooie balans van spel en muziek” -‐ Hannah Koutstaal Sadettin Kirmiziyüz brengt met Pandgenoten een onderhoudende, speelse voorstelling waarmee hij zijn publiek op intelligente wijze weet te boeien. De tekst is modern en lichtvoetig, het spel aanstekelijk en decor en muzikale omlijsting zijn doordacht en effectief. Pandgenoten belicht de Werdegang van een krakersstel. Hoe zij, door omstandigheden gedwongen, hun verheven hooggestemde idealen inruilen voor realiteitszin, en zelfs zoiets als maatschappelijke ambitie gaan vertonen. We zijn getuige van de menselijke emoties die gepaard gaan met een dreigend verlies van het oude vertrouwde en de noodzaak om te veranderen. Het hele spectrum van woede, weerstand, cynisme, wantrouwen tot uiteindelijk aanvaarding en ontdekken van nieuwe mogelijkheden komen voorbij. Hierin bevat Pandgenoten echo’s van De Kersentuin, en je zou het stuk dan ook als een moderne variant op Tsjechovs stuk kunnen opvatten. Een minpuntje is wel de soms wat al te aanwezige rabiate Amsterdamse krakersideologie. Dit ontsiert het stuk, dat zonder dit motief misschien zomaar tot een klassieker over verdriet, loslaten, onzekerheid en mogelijkheden zou kunnen uitgroeien. Theo Akse “Mooi ingetogen autobiografisch verhaal over de woontoestanden in NL en de onzuiverheden en het wangedrag daaromtrent. De humor in het stuk maakte het aantrekkelijker om het onderwerp tot je te nemen, terwijl je eigenlijk diep bedroefd wordt over hoe er met deze zaken wordt omgegaan in ons land. De muziek van Casper Schellingerhout was goed! Hij zorgde ook voor de nodige afleiding zodat het niet saai kon worden. Mijn complimenten, knap in elkaar gezet!” -‐ janie kropman “Het toneelstuk geeft een beeld van het Nederlandse volkshuisvestingsbeleid van de afgelopen dertig jaar, bezien vanuit het perspectief van de krakers. Het stuk was bij vlagen grappig, maar duurde wel lang.” -‐ Yolanda Daverveldt “voor de eerste dacht ik niet bij een toneelvoorstelling te zijn, maar bij een visueel vormgegeven opiniestuk van een van de zaterdag bijlages van de weekendkranten of opiniebladen.. Alle opties passeerden de revue, maar van echte stellingname was
geen sprake. Vooral de teksten waren te vrijblijvend en werden ook emotioneel niet overtuigend neergezet. Het vormingstoneel in de jaren 60 en 70 ging daar adequater mee om. Niettemin een onderwerp dat zeker de aandacht verdient” -‐ henk veeneman “mooi stuk, concreet onderwerp van verschillende kanten belicht.” -‐ krista van der schatte olivier “Interessante voorstelling leek het te worden over hoe wij samenleven en wat we dromen over wonen. Het stuk zelf blijft echter zeer oppervlakkig. De echt keuzes en diepere emoties bij wonen komen niet uit de verf. Op sommige momenten niet meer dan een algemeen artikel over wonen in een tijdschrift.” -‐ Frans Verberne
RESTAURANT AMORE – GOLDEN PALACE “In een horeca-‐gezellig vooroorlogs interieur staat de keuken van de kok-‐kunstenaar van Restaurant Amore. Hij schotelt zijn zichzelfbedienende gasten met veel gevoel voor theater de heerlijkste en vooral erotiserende gerechten voor. De chef is gespecialiseerd in het bereiden van liefde-‐ en lustgerechten pour le moment décisif. Op het -‐ in horeca onmisbare HDTV-‐scherm -‐ worden beelden getoond van 17e eeuwse jachtstillevens afgewisseld met documentaire-‐beelden uit slachterijen. Het drama speelt om een wat onhandig stel dat hier voor het eerst komt en uiteindelijk geheel meegevoerd wordt in de Restaurant-‐ Amore-‐cultuur. De amuses, carpaccio's, foie gras, verse geslachte kip, alles rolt na groteske aankondiging via de lopende band de keuken uit. Als daad van verzet wordt nog even, geheel tegen de wetten van het restaurant in, wat FastFood uit de schoudertas [hamburger+chips+ketchup] getoverd. De grote contrasten in smaak ennnn.. de exotische wijze van opdienen brengen uiteindelijk alle gasten tot de gewenste opperste extase. Het decor bestaat uit de keuken als atelier van de artiest met de typerende restaurant-‐effectieve inrichting zoals aluminium uitgifteluikjes, kunststof rolbanden, uit-‐de-‐keuken-‐loer-‐raampjes en vettige schuifdeuren die op goed getimede momenten de keukenpraktijk in volledige transparantie tonen. Alle uitersten rond ons voedsel zijn door Golden Palace opgespoord en ingezet als kostelijke parodie op onze hoog ontwikkelde kook-‐ cultuur van de laatste jaren. Een heerlijk kolderiek stuk.” -‐ Martien Vogelezang “Erg geestig stuk, zeer verrassend en goed gespeeld. Het overmatig proppen had voor mij niet zo gehoeven. Juist de invalshoek van genieten van eten, de fysieke expressie van dat genieten, de onderlinge communicatie die dat opleverde vond ik zo verrassend en nieuw. Proppen is bekender en voordehand-‐liggender in onze fastfoodmaatschappij!” -‐ marlies sneller “Leuke avond. Helaas was ik niet bij het eten, maar het marktje had heerlijke hapjes. Heb een ontzettend lekker brood gekocht. Van de acteurs vond ik de "Italiaanse dame" het beste, bovendien in schattige jurk. Maar de andere 5 acteurs waren ook erg grappig en gekleed in de stijl van hun rol. Weinig tekst maar door de goede mimiek was dat niet een gemis. Vormgeving, leuk gevonden vooral de lopende band met als verrassing hierop het levende toetje.” -‐ Ingrid “Er wordt ons een mooie spiegel voorgehouden over ons gedrag omtrent voedsel. Erg vermakelijk, mooi decor! Leuke combinatie met diner in foyer, kraampjes met (info over) voedsel . Golden Palace zoals ik ze ken...” -‐ janie kropman “Absurd-‐humoristisch theater bleek een klucht te zijn. Aanvankelijk vond ik het hilarisch en moest erg lachen. Maar ik kon me er niet blijvend op concentreren. De acteurs waren erg goed, in een mooi decor. Het stuk zelf vond ik een beetje tegenvallen.” -‐ Heleen Wagenaar “Wat een leuk stuk! Heerlijk om tussendoor eens zo'n lekker gek, komisch stuk te zien! De acteurs zetten op een heldere manier verschillende typetjes neer, er werd niet veel gesproken, maar dankzij levendige mimiek werd het een wervelend geheel. Ook het decor was erg goed gedaan met allerlei machinale trucjes en een levensechte keuken die eruitzag of de kok er al 40 jaar in werkte.” -‐ René van Dootingh “Het uitgangspunt is goed gekozen: eten is meer dan alleen een functie. Het is ook en vooral passie en orgastisch genot, wat aan rechtlijnig Nederland niet altijd is besteed. En dat toont Restaurant Amore in deze satire middels een man die zijn ietwat sleetse relatie nieuw leven wil inblazen. Terwijl hij wel in is voor experimenten, is zijn vriendin juist het ‘wat de boer niet kent’-‐ type, de archetypisch van enige smaakbeleving gespeende Nederlander. Eten doe je om niet te sterven. Of zoals hij het uitdrukt: ‘Ja ze is een beetje een moeilijke eter’. Dat laatste mede geïllustreerd doordat zij blijkbaar last heeft van anorexia. Opeens schrokt ze zelf meegebracht kant en klaar voedsel naar binnen om dat meteen op het toilet weer uit te braken. Eten is problematisch.
En op zich een goede grap om een gast in een exquise restaurant zelf meegebracht ingeblikt eten te laten opeten, en dat onder de vrolijke beelden van een fast food-‐keten-‐reclame. Wat weer een satire op de populariteit van fast-‐food oplevert: iedereen lust het, juist omdat er geen enkele smaak of kraak aan is, het is eten voor kleine kinderen. Maar niet getreurd, door haar mee te nemen naar Restaurant Amore, bekend vanwege de fantastische kookkunsten van de kok, hoopt de man de passie bij zijn vriendin weer wakker te schudden, wat uiteindelijk ook lukt. Dus dat loopt gelukkig goed af. De acteurs weten wel weg met dit gegeven. De gepassioneerd-‐tirannieke kok, de fanatieke gasten met soms bizarre eetgewoonten, de net niet wanhopige man en zijn fletse vriendin worden met overtuiging uitgebeeld. Jammer alleen dat er weinig ontwikkeling in de karakters zit. Met uitzondering van het stelletje blijven het stereotypen, die niet verder komen in hun gedrag. Morgen zal het zelfde tafereel zich op precies dezelfde wijze afdraaien. Oké, kun je zeggen, het is een satire, dus ja die werkt het best met stereotypen. Maar wat de satire verpest is de onderhuidse – en soms helemaal niet onderhuidse -‐ morele boodschap die in Nederland altijd met eten gepaard schijnt te moeten gaan. Altijd weer die obligate enge beelden van zielige kuikentjes, ganzen en varkens. En dat is nou precies het probleem van eten in Nederland: eten wordt gereduceerd, niet alleen tot een problematische of kinderlijke, maar vooral tot een morele functie. En over dat laatste gaat deze satire dan helaas net niet. Dit zwaarste punt zou juist de beste satire opleveren, maar was blijkbaar een stapje te ver voor de makers. Nu bleef het steken bij een thuiswedstrijd voor een publiek dat toch al overtuigd is van de eigen hoogstaande moraal. Wat is dan de zin van dit toneelstuk geweest? Het was een beetje als de toastjes met ‘zalmsalade zonder vis’, die na afloop in de foyer werden aangeboden. Wat is de bedoeling van een product dat niet is wat het pretendeert te zijn? Als je geen vis wilt eten, moet je geen zalmsalade kopen. En als je niet tegen kritiek kunt, moet je niet naar het theater gaan. Om de een of andere reden moest ik in de tram op weg naar huis opeens aan Charlie Hebdo denken…” -‐ Theo Akse “zeer vermakelijk stuk, vormgeving, spel etc sloten goed op elkaar aan. zelfs de karige tekst gaf de maaltijd extra smaak; de uitbundige fysieke reacties op de gerechten was tongstrelend.” -‐ Henk Veeneman “De motoriek van die ene meneer was geweldig! En prachtig werd getoond wat heerlijk eten met je kan doen. Wat mij wel stoorde, vooral het engels; het italiaans vond ik helemaal in het stuk passen. Ik kan me nu niet meer herinneren hoe het stuk eindigde .... zegt wel iets over of het de hele voorstelling boeiend genoeg was.” -‐ Marga Swart “Restaurant Amore is een aanrader voor liefhebbers van absurdistisch toneel, zij het dat stuk wel wat voorspelbaar is. Onze eetcultuur wordt door de acteurs op hilarische wijze verbeeld. Een van de personages deed mij met zijn onhandigheid denken aan Mr. Bean. Er valt veel te lachen, maar een moralistisch tintje ontbrak niet. Op een groot scherm zag je ontluisterende beelden van onze vleesproductie. Het decor was zeer fraai. Een restaurant met een open keuken en een lopende band waar de gasten hun bord met eten vanaf moesten halen.” -‐ YPM Daverveldt “Een hilarisch/ beetje bizar geheel zou ik t stuk " Restaurant Amore" van Golden Palace willen noemen... Vooral t decor is ingenieus , vindingrijk en belangrijk voor de beleving te noemen. De tegenstelling tussen t eten in n restaurant en de voedselindustrie wordt zichtbaar gemaakt mbv n scherm waarop bv t "leventje" van kuikentjes wordt vertoond. Met humor wordt door de acteurs met weinig woorden, maar met destemeer mimiek n restaurantbezoek uitgebeeld waarbij meerdere types eters worden gespeeld. We hebben genoten van n stuk dat behalve amusant ook ervoor zorgde dat we opgewekt konden napraten over hoe we met eten en alles ,ook nare dingen er om heen omgaan.” -‐ Herna Versluis “Hilarische topper. Hoort thuis in de top tien van "vreet" voorstellingen allertijden.” -‐ Gerrit Jol “Liever een bestaan dat vluchtig is dan voor een zwaar overtrokken.” -‐ Hannah Koutstaal
SUIKERLAND – PRODUCTIEHUIS ZEELANDIA “Eigenlijk toch wel een 9,5 ! Spitse dialogen, perfekte vormgeving, hoog tempo, genoten van mimiek ( zowel de loopjes, de gebaren, gezichtsuitdrukking , houding,,,) Bijzonder geslaagde avond !” -‐ hubert coenen “Suikerland zou gaan over de levensverwachtingen en twijfels van jonge mensen, of zoals aangekondigd de ‘doodsangst om aan het leven te beginnen’ van moderne dertigers. En inderdaad er stonden drie dertigers op het toneel, broer en zus Axel en Mila, en verloofde van broer Geesje. Dertigers, die het kennelijk moeilijk vonden om keuzes in het leven te maken, zoals alle jonge dertigers van alle generaties. Het werd echter niet geheel duidelijk wat nou zo bijzonder was aan deze drie dertigers. Er werd het een en ander aangestipt, de overheersende moeder, de zachtmoedige vader, de professionele druk, de werkomgeving, de maatschappelijke positie en zelfs de leefomgeving. En werd zelfs een oorzaak voor hun spleen benoemd: moeder die Mila met vader ‘in bed‘ betrapte, maar waar verder niks is gebeurd. Moeder greep tenslotte ‘op tijd’ in, en Mila hield er geen beschadiging aan over. Verder werd nog wat bijzonder gedaan over Mila’s hartinfarct, maar ook daar leed ze, na het plaatsen van drie stends, geen permanente schade van. Axel heeft ook zo zijn problemen in het leven. Een carrière die niet uit de verf is gekomen, pesterijen op het werk, en een beslissing om partner van zijn vader te worden, waarvan hij eigenlijk niet goed weet of hij zelf die beslissing heeft genomen. Tenslotte is er Geesje, die op jonge leeftijd haar moeder heeft verloren. Haar vader lijdt daar het meest onder, wat voor haar de grootse lijdensweg betekent. Is dat allemaal zo bijzonder? Het gebeurt altijd en overal, zoals de Amerikanen zeggen: shit happens. Maar alle drie claimen ze het recht van spreken – of beter soms: zwijgen -‐ over onheil, om te verklaren waarom ze nu doen en laten, wat ze nu doen en laten. Maar na alle mogelijk exterieure oorzaken bleef er slechts één oorzaak over: jezelf. Tenminste zou je denken. Maar dat kwam niet erg uit de verf. Het bleef bij heen en weer schuiven van verwijten, voorgewende onnozelheid, jaloezie en gezochte problematiek. Waar bestond die spleen dan uit? Het feit dat er eigenlijk nooit iets heel erg bijzonders, noem eens wat: oorlog, natuurrampen of terroristische aanslagen, heeft plaatsgevonden in je jonge leven? Want daar draaide het op uit: de vraag welk inzicht er nou aan het eind was ontstaan, welke ontwikkeling hebben de karakters doorgemaakt? Ik kon die niet ontwaren, het bleven tweedimensionale stereotypen. En dat levert niet echt heel boeiend toneel op. In elk geval niet in de regie en niet qua tekst. Het spel dan? Dat pakte bij vlagen wel. Her en der zaten er tekstvondsten in, die met duidelijk speelplezier werden gebracht. Maar als er dan weer Publikumsanrede plaatsvond, en dat gebeurde erg vaak, en minder dialoog op de planken, was het moeilijk de aandacht erbij te houden. De aankleding? Het decor bestond uit een suikerspin roze (een vondst gezien de titel) uitsnede van een gevel met oranje vertrekhal-‐bankjes ervoor. Een vondst als metafoor voor de façade, waarachter de karakters zich proberen te verstoppen om hun eigen afwachtende houding en gebrek aan zelfinzicht te maskeren. Alles bij elkaar niet een heel erg boeiende voorstelling, waarvan de noodzaak mij niet helemaal duidelijk werd. ‘Doodsangst om aan het leven te beginnen’? Doe effe normaal!” -‐ Theo Akse “Productiehuis Zeelandia stelt in Suikerland het krimpprobleem van regionale leegloop versus verstedelijking aan de orde. ( tekst Peer Wittebols, regie Lidwien Roothaan). Een actueel probleem in een dunne, maar wel grappige verhaallijn over een gezin: vader, moeder, dochter (Eva Marie De Waal), zoon (Jan Paul Buijs) en zijn lief ( Lottie De Bruijn), wordt door de laatste drie personages sterk en met veel humor op het toneel gezet. Aanleiding is de terugkeer van zoon met zijn stadse vriendin naar de advocatenpraktijk van zijn vader in Middelburg. Daar treft hij zijn zus, nooit uit Zeeland weggeweest, maar nu na een klein familedrama eigenlijk wel weg wil maar niet kan. Dit verzwegen drama is de motor achter het stuk en tekent de gezinsverhoudingen heel precies uit. Vader, een advocaat zonder ruggegraat, moeder een kinderachtig overheersend tiep, die van zwijgen haar sterkste wapen heeft gemaakt. Kinderen proberen met hun tekort aan emotionele aandacht verder te komen in deze dynamische wereld. In een decors en kleding van N.Foster-‐kleuren worden de zwaktes van de personages getoond in haarscherpe teksten. Publiek blijft achter met de vraag is dit nu typisch regionaal-‐Zeeuws of juist zwaar-‐zwart-‐geloofsgebonden? Alle grote levensvragen: trouwen ± kinderen wel/niet, blijven/verhuizen, excuses wel/niet, komen in deze lichte komedie langs. Mooi acteerwerk, waarin het goedwerkend team van schrijver, regisseur en acteurs nog in te herkennen is.” -‐ Martien Vogelezang
“wat een leuke voorstelling! Het begon al met de aankleding, zowel de acteurs als het decor waren in heldere kleuren gekleed, geel blauw, rood, waardoor je het gevoel kreeg dat je een sprookje of stripverhaal zou binnenstappen. Dat stemde gelijk al vrolijk en verwachtingsvol, en daarin werden we niet teleurgesteld! De acteurs vond ik ook goed gecast, ze speelden hun rollen erg goed, een beetje maf, zoals ieder rechtgeaard mens ook zou moeten zijn, en met een prettige dosis humor, die het stuk licht hield, ondanks al het menselijk leed waar men aan leed. Complimenten voor de tekstschrijver die de menselijke geest met al z'n kronkels goed aanvoelt. Lekker simpel, vrolijk en mooi decor. Een binnenhuis interieurtje is ook inderdaad niet nodig. Verrassende muziek, bekende melodieën die op een simpele manier met andere instrumenten gespeeld werd, waardoor het wat vervreemdend maar wel erg mooi was.” -‐ René van Dootingh “KLEURRIJK DECOR. Heerlijk huiskamer. Heel truttig eigenlijk maar ook weer niet door de kleuren. Geweldige jurk met schoenen van Geeske. Verrassende herkenbare eenvoud. Noem ‘Zeeland’ een andere provincie, ieder dorpje waar jonge mensen ‘naar de stad’ gaan en niet meer terugkomen. Op een enkeling na dan. En ‘zij die bleven’. Feest der herkenning; voor mij in ieder geval. Keuzes die je maakt en terechtkomt in een leven waarin je dan blijft hangen? Zinnen en spitsvondigheden waar je hartelijk om kunt lachten in een eindeloos gesprek waar geen einde aan komt en waarin je wordt meegenomen. ‘Met pappa in bed en mamma dacht er het hare over’ had wat verrassender mogen zijn. En Axel, die had zijn broek wel mogen aanhouden, dat had anders gekund. Die witte onderbroeken, die hingen vroeger op de boerderijen aan de waslijn . Bah. Ga ik terug? Geen denken aan! Compliment aan schrijver en acteurs.” -‐ Anja van Velzen “Sterk stuk met dito acteurs.” -‐ Krista van der Schatte Olivier “Heel eigentijds toneelstuk met geestige dialogen, zeer goed en met vaart gespeeld. Het taaltje van geliefden met die gekke stemmetjes vond ik echt hilarisch. Zeeland werd op de hak genomen. Er is schone lucht, maar er gebeurt weinig en er is veel sociale controle. Het appartement van de zus dat het decor vormde van het toneelstuk, zag er " over de top" uit met felle knalkleuren roze en oranje en LED-‐lampjes Bij het zien van dit toneelstuk schoot mij het sentimentele liedje " Zomer in Zeeland" van Saskia en Serge te binnen, dat nu ironisch klinkt. ” -‐ Yolanda Daverveldt “De voorstelling "Suikerland" van Zeelandia wordt in een aangenaam tempo gespeeld door drie jonge acteurs, waarbij de woordkeus/tekst precies bij de persoon past. Soms cynisch, soms oprecht en onzeker. De dertigers staan voor allerlei keuzes in hun leven en zijn er nog niet uit wat t beste voor hen is in relatie, werk, woonplaats. Vooral de acteur zit tussen 2 vuren: zus, vriendin, en ook nog zijn werktoekomst: hij zigzagt onzeker in zijn tekst en is er op t eind nog niet uit. De dames komen er wat beter vanaf. De plaats van handeling: t huis van de zus met de contouren van kermisachtige lampjes, zorgt dat de sfeer van t stuk komisch, niet te zwaar wordt.” -‐ Herna Versluis “Geloofwaardig spel in stuk over terugkeer naar geboortegrond” -‐ Hannah Koutstaal “Het aantrekkelijke van dit stuk is de actualiteit van het onderwerp. De acteurs overtuigen zeer in hun rol. Het is een boeiend theaterstuk waarnaar ik met plezier heb gekeken en geluisterd.” -‐ Joke Zuidwijk “Leuk, vlot gespeeld en geschreven stuk. Herkenbare problematiek omdat ik regelmatig in Zeeland vertoef. De karakters komen mooi tot ontwikkeling en het open einde was juist gekozen. De tijd vloog om!” -‐ Janie Kropman “Het was leuk en vermakelijk, maar helaas niet meer dan dat. Ik miste ontwikkeling in het stuk, spanning, dynamiek. Maar ja. Tevens vond ik het jammer dat er niets met het aardige decor werd gedaan, zo'n snoephuis, dat er maar stilletjes bij stond.” -‐ Heleen Wagenaar “Een nieuwe parel aan de kroon van Peer Wittenbols! Voor een klein gezelschapje met speelbeurten in Wissenkerke, Heinkenszand en Krabbendijke heeft Peer Wittenbols een voortreffelijk boulevardstuk geschreven dat gemakkelijk verkocht kan worden aan kleinere Duitse theaters, die altijd behoefte hebben aan gezellig en aansprekend nieuw repertoire om vervolgens door te stomen naar Berlijn, Londen en Parijs. Het stuk is goed te vergelijken met bijvoorbeeld “Kunst” van Yasmina Reza. Om een beetje bij de Calvinistische Nederlandse wal te blijven is er een wat diepere liggend “probleem” aan het stuk toegevoegd maar daar word je niet warm of koud van. We zien vooral een snedig ping pong spel van vermakelijke dialogen, die zonder een ogenblik tempo te verliezen door voortreffelijke, -‐zij het nog niet in Nederland in film of op TV wereldberoemde acteurs-‐ wordt gebracht. Vooral Lottie de Bruijn, een paar jaar terug al in een opvallende bijrol in “Am Ziel” van Thomas Bernard te bewonderen, maakt prachtig gebruik van haar wat ongebruikelijke maatvoering en laconieke uitstraling. Ik heb altijd bewondering voor mensen, wiens of wier voorkomen niet onmiddellijk aan een theatercarrière doet denken, maar die uiteindelijk optimaal gebruik maken van hun afwijking ten opzichte van het standaard schoonheidsideaal, dat je in het theater verwacht. Ook Jan Paul Buijs en Eva Marie de Waal doen het voortreffelijk aan de boulevard. Naar alle waarschijnlijkheid daartoe prima op de
been gezet door een ervaren en door de wol geverfde regisseur als Lidwien Roothaan. Geen bezuinigingstoneel met drie personages en een simpel decortje deze keer, maar volwaardig stuk voor het wereldwijde amusementstoneel. Van Serooskerke naar Londen!” -‐ Aart Blom “Suikerland laat drie verschillende persoonlijkheden zien die door tekst en spel mooi getypeerd worden. Dromen en dilemma's komen mooi naar voren, alsook de gebondenheid met en het willen loskomen van de ouders. De relatie tot de ouders kwam veel aan bod terwijl het thema wel of niet hechten aan je geboorteland oppervlakkig werd uitgewerkt. Jammer.” -‐ Frans Verberne “Het was best een leuke voorstelling en ik heb me goed geamuseerd. Maar de onthullingen zag ik al een tijdje van tevoren aankomen. Als iets niet gezegd kan worden, gaat het om taboes en daarvan zijn er niet zoveel. Maar sterk spel vooral van Maxie. Of eigenlijk wel van allemaal. En het decor was fantastisch, zo suikergoedroze.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Décor en kleding in knallende kleuren. Zeelandia weg uit Zeeland. Een snelle voorstelling over weggaan en terugkomen in de schoot van de familie.” -‐ Gerrit Jol “blijven, gaan of terugkomen, de zilte klei blijft zuigen. zo ook de tekst, hoe verfrissend om te horen hoe sprankelend die kan klinken. tragikomisch geheel levert dat op waarbij de spelers aan elkaar gewaagd zijn.” -‐ Henk Veeneman
IMMORTALS – TONEELGROEP OOSTPOOL “Helaas, ik ben niet de perfecte toeschouwer voor de voorstelling Immortals / Boogaerdt Van der Schoot (Toneelgroep Oostpool). Geen Youtuber, te oud, te ouderwets, niet mijn dag? Ik weet het niet. Waarschijnlijk alle 4 redenen bij elkaar. Wil ook geen negatieve beoordeling geven, want ben na 3 kwartier weggegaan. Dus misschien werd het daarna helemaal anders? Positief commentaar: bijzondere vormgeving, mooie kleurenbeelden. Voor jonge mensen vast een bijzondere belevenis.” -‐ Ingrid Ypma “Een optelsom aan beelden maakt ons tot zielige voyeurs levend in een troosteloze onpersoonlijke wereld. Knap gemaakt, met een duidelijke visie op wat kunst zou "mogen" zijn. Van interactie met de acteurs/spelers is geen sprake, een pijnlijke ervaring voor de toeschouwer. Laboratorium kunst !” -‐ Joske van Duijne Strobosch “In het midden van de zaal staat een vierkant bouwsel, bestaande uit vier kamertjes, die zijn afgeschermd van het publiek en van elkaar met rolgordijnen en luxaflex. je kunt wel door de kieren kijken, en dan zie je een hoop spullen en mensen (1 mens per kamertje). Aan iedere buitenwand hangen vier schermen. Het publiek zit op een tribune naar de vier buitenzijden te kijken, of beter, naar de schermen die er hangen. Op de schermen worden youtube-‐achtige filmpjes vertoond. Daarop is te zien wat de 4 mensen doen. En dat is nogal bizar, zand op een hoopje vegen, zich raar opmaken, een poppetje bewegen. alles onderstreept door een harde beat. Het blijft lang meer van hetzelfde. op een gegeven moment zat het publiek er gezellig doorheen te babbelen. Daar had je helemaal geen last van. ” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij "Een verspilde avond Het valt niet uit te sluiten dat in 2114 deze voorstelling als een van de mijlpalen van de 21ste eeuw wordt gezien. Neem mij maar niet kwalijk dat ik mij dat in 2014 nog niet heb gerealiseerd. Konden we bij “Hideous (wo)men” onze ogen nog uitkijken naar de perfecte timing en de theatertechniek van hoog niveau; hier zagen we onsamenhangende beelden en onsamenhangend geluid waar wel veel techniek aan te pas kwam maar die hoefde niet perfect te zijn. Het zou niet opvallen als het ene beeld vijf minuten achterliep op het andere. De abonnees van de toneelkijkersserie zijn gehard en wel wat gewend. Zij komen de volgende keer heus wel weer (alleen misschien niet meer als de Dames Boogaerdt en van der Schoot ondanks alles toch nog weer zouden worden geprogrammeerd). De oningewijde daarentegen, die eens een avondje naar de Schouwburg wil en per ongeluk een kaartje koopt voor de Toneelgroep Oostpool, die zie je de eerstkomende drie jaar niet meer terug. Er is waarschijnlijk meer dan evenredig subsidiegeld verstookt om iets te maken voor een verkleind aantal verkoopbare stoelen. Ik vind dat soort activiteiten rampzalig voor de podiumkunsten als branche. Door de kiertjes van de gordijnen konden we wel zien dat de Dames zich verschrikkelijk inspanden en als razenden in de weer waren. De bijbehorende man kon dan meteen een beetje ingepeperd worden, dat hij van weinig belang was en steeds maar kort voor zendtijd in aanmerking kwam. De speelsters hebben hun best gedaan, kunnen we in elk geval zeggen, van regie was weinig te bespeuren want de volgorde van de beelden maakte niks uit en de vormgeving bleef verborgen achter gordijnen en lamellen.[Deelnemer serie 3 -‐ door datumruil gezien op 18 november]"” -‐ Aart Blom “Internet. Youtube. Vluchtig. Snel. Soms achterblijvend in ‘een hoofd’. De gedachte van de makers horende denk ik ‘opzet subliem geslaagd’. Walgelijk-‐mooi-‐ontroerend-‐hilarisch. Alles tegelijk. Uit onderzoeken blijkt dat een gemiddeld iemand tussen de 20-‐30 minuten per dag ‘online’ met name spelletjes speelt. Youtube en ‘anders internetten’ vallen daarmee in het niet bij het spelen van spelletjes. Jammer dat daar niet bij is aangesloten. De voorstelling was voor mij te lang. Veel te lang voor het vluchtige van de virtuele wereld. Soms maakt meer minder. Het steeds herhalen in tijd maakte het absurde te hilarisch; een grote clownspartij die maar niet stopte. Sommige beelden schokten wellicht nog begin jaren ’70. Maar nu? Korter was krachtiger geweest. Daarbij; enige waarschuwing was op z’n plaats geweest: ongeschikt voor mensen gevoelig voor psychose.” -‐ Anja van Velzen “Confrontatie met de realiteit, de wereld van facebook, youtube etc. Goede spiegel om voorgehouden te krijgen. Tijdens het stuk ga je door allerlei fasen: nieuwsgierig, verveling, benieuwd, irritatie ed. Knap dat dit met een installatie bereikt wordt. Zeer bijzonder” -‐ Aubrey Spijker “Exhibitionisme verlost het menszijn van de laatste laag vernis” -‐ Hannah Koutstaal “Hier dan een nieuwe vorm van theater, met een bombardement aan beelden en soundbites, waar je niet om heen kunt. In een carré-‐opstelling wordt een publieke peepshow voorgeschoteld, die het publiek onderdeel van, nee medeplichtig aan de
voorstelling maakt. Gebaseerd op wat internet de moderne mens zoal te bieden heeft aan zelfexpressie en (verondersteld) talent, plegen Bogaerdt en Van der Schoot onderzoek naar het verlangen naar contact in de hedendaagse samenleving. In deze handzame samenvatting is dat verlangen vervormt tot exhibitionisme, voyeurisme en narcisme. Internet is makkelijk: als exhibitionist heb je geen direct publiek, maar je weet dat er altijd mensen zullen kijken, gluren. En er is niemand die jouw prestaties beoordeeld, althans als je wilt kun je dat negeren. Als voyeur heb je het ook makkelijk: je kunt gluren zonder betrapt te worden. Elke confrontatie is te omzeilen, uiteindelijk zet je gewoon je computer uit. Zo blijft het bij twee maal eenrichtingsverkeer. Er is slechts een schijn van interactie als surrogaat voor werkelijke communicatie. Een eenzaam universum, waarin de mens is overgeleverd aan zijn eigen – op hol geslagen – fantasie, zonder enige context of toetsing. Bogaerdt en Van der Schoot maken er een subtiel spel met het publiek van. Door de carré-‐opstelling is het ook mogelijk het publiek zelf te observeren. En dat is wellicht nog leerzamer dan de voorstelling zelf. Want in tegenstelling tot het getoonde zijn de reacties van de toeschouwers niet gespeeld. En die zijn onthutsend: menig toeschouwer zit, onder het mom van theaterbezoek aan het scherm geplakt, welwillend bereid zich tot voyeur te laten maken. Deze provocatie wordt nog eens kracht bijgezet wanneer de spelers uit hun krochten kruipen en tussen het publiek plaatsnemen, terwijl het spektakel gewoon doorgaat. Dat lijkt aanvankelijk een narcistisch trucje: heerlijk op internet je eigen beelden terugzien. Maar hier zit een addertje onder het gras. De theatermaaksters houden het publiek niet alleen een gigantische spiegel voor, maar laten je die ook nog eens zelf ophouden. Narcistischer kan bijna niet. De wereld teruggebracht tot een uitstalkast van het onvermogen tot contact, met narcisme, voyeurisme en exhibitionisme als schurende vervangers. Deze theatervorm zet je werkelijk aan het denken.” -‐ Theo Akse “Ik weet niet wat ik hiervan moet vinden. Ik vond het niet mooi, wel fascinerend: wat een rommel en hoe vies kan iets zijn. Ik weet ook niet of dit wel theater is: meer een museumopstelling of zoiets. Ik vond veel dingen lelijk. Ik ga liever niet voor lelijke dingen naar het theater. Niet meer opnemen in de toneelkijkerserie graag.” -‐ Marga Swart “Het was een verrassing toen ik de theaterzaal binnenstapte. Er stond een huis met vier kamers. In elke kamer was iemand bezig, ja met wat eigenlijk, voor een webcam. Aan de zijkanten van het huis hingen flat screens zodat je kon zien wat zich in alle vier de kamers tegelijk afspeelde. Het riep bij mij wisselende reacties op. Het ene moment was het hilarisch, dan weer afstotend. Heel soms leken de beelden zo goed op elkaar afgestemd te zijn, dat ik dacht aan videokunst. De voorstelling deed een beroep op bijna al mijn zintuigen. Behalve het beeld en de muziek, was er de geur van maggie nadat er behoorlijk was gekliederd door een van de spelers met de maggiefles. Maar waar leidde dit nu alles toe? Het was voor mij onbegrijpelijk. Het begon op mijn lachspieren te werken. Ik heb nadien gelezen dat het stuk beoogde de allesoverheersende beeldcultuur aan de orde te stellen. Op zich een interessant thema. Wat ik echter miste, was een verhaal.” -‐ Yolanda Daverveldt “Vond het meer een installatie voor een museum tentoonstelling. Het is duidelijk: het gezelschap wil ons een spiegel voorhouden over hoe ons gedrag tegenwoordig vooral wordt beheerst door het exhibisionisme op facebook, twitter, en al dat soort media. De opzet was leuk gevonden, de vier "huiskamers" waarin alles zich afspeelt, maar het duurde allemaal veel te lang waardoor het behoorlijk saai was om naar te kijken. Maar, punt was wel gemaakt: we zijn soms wel heel raar bezig met zijn allen, heel "gemaakt" en artificieel in onze contacten. Althans: wie de schoen past trekke hem aan...” -‐ janie kropman “Deze keer is Zaal Twee leeg zonder tribune. De ruimte is ingedeeld met een bouwsel van aluminium kaders . Rondom bankjes voor het publiek, in het midden vier ruimtes van twee bij drie meter aan een met aan elke buitenzijde telkens vier monitoren, naast elkaar, iets boven ooghoogte voor het publiek. De vier ruimtes zijn met luxaflex, lamellen of rolgordijntjes gescheiden. Vier acteurs hebben ieder een eigen kamertje waarin een onvoorstelbare bende aan spulletjes, kleding, speeltjes en veel webcam-‐compu-‐techniek waarmee zij aan de gang gaan. Aan de gang alsof een webcammer vanuit de schijnbare beslotenheid van haar twee bij drie kamertje zichzelf aan alle belangstellende internetters, de wereld, wil laten zien. Aankleed-‐ en ontkleedpartijen, slimme proefjes, installatiewerkjes, schminkwerk, bindwerk, plakwerk alles gericht op de kleine groothoekcameras direct voor het publiek zichtbaar op de monitoren. Alles live op monitor en tegelijk ook in de vier ruimtes half zichtbaar door gordijntjes inclusief de live-‐geluiden en -‐geuren. Op de achtergrond loopt een geluidsband die herkenbare teksten en geluiden van YouTubeProducties aangelengd met technische geluiden, tikken, ruisjes, brommen, tuutjes etc. weergeeft. Het geheel lijkt geïmproviseerd maar is het persé niet, met een duidelijk begin een finale en een aantal middenstukken heeft de voorstelling een zorgvuldig samengestelde opbouw.
Omschrijven wat er allemaal speelt en gebeurt is eigenlijk ondoenlijk. Het is makkelijker aan te geven wat er niet is. Meest ingrijpend is het gebrek aan schoonheid, aan esthetiek: alles gaat zoals het gaat direct via webcam de wereld in. Dan is er het gebrek aan decorum: alles lijkt te mogen en te kunnen, veel huid en haar en kleding aan en uit, masker op en over, scherp en onscherp, belasten, ontlasten, betasten, kleur afgewisseld met zwartwit. Opvallend is het gebrek aan maat: een veelheid aan spulletjes en trucjes die worden ingezet. Allermooist is het gebrek aan begrijpelijkheid: vier acteurs in aparte kamertjes echter met flinter dunne scheidingen tussen elkaar en het publiek, presenteren zich direct via webcam aan het publiek dat in de nabijheid op drie meter afstand zit met de meest waanzinnige acties. Acties die met de vier monitoren naast elkaar de doordachte opbouw laten zien. Met de begeleiding van de geluidsband ontwikkelt zich een toon een sfeer van continuïteit, van eindeloosheid. De vier acteurs springen met hun acties van het één naar het ander, de geluidsband zorgt voor de verbinding tussen de vier beeldprojecties uit de webcam-‐kamertjes. Met een veelsoortigheid aan geluiden en tempi, plaatst dit al het beeldwerk op of in de richting van ons oneindige netwerk van het internet, naast de echtste werkelijkheid in Zaal Twee met rondom publiek dat alles ziet, hoort en ruikt. Ongecensureerd vastgelegd en in zijn geheel naar buiten gebracht als een viervoudige berg van creativiteit die zonder noodzaak of verbetering door de webcam wordt geperst. Het alles dat vooral bestaat uit tactiel werk van de acteurs. Het precieze gevoel dat net als de exacte geur niet door de monitor weergegeven kan worden maar direct door de kijker wordt ingevuld bij het beeld en geluid. De voorstelling vindt een einde in drie live-‐beelden van gezichten die met zwart geschminkte ogen in camera kijkend, zichzelf via de webcamera tonen aan de buitenwereld. Als een mini-‐en-‐intiem-‐internet waar het zou kunnen ontsnappen aan de onbekendheid, de vergetelheid, de erkenning. De finale wordt ingezet als de vier acteurs direct uit hun kamertje stappen en tussen het publiek plaats nemen en kijken naar de …. „herhaling". Het eindigt wat internettyficieel met extra geluid > licht uit > beeld op zwart > blauw weer aan> een passend welverdiend applaus voor The Immortals.” -‐ Martien Vogelezang “Vooral door de nabespreking kreeg het stuk betekenis. Ik werd heen en weer geslingerd tussen interesse, verveling, afgeleid worden, op zoek gaan naar betekenis. Daardoor wel heel anders dan anders!” -‐ marlies sneller “bijzonder toneelstuk, heel veel emoties beleef je als kijker van ergernis tot verveling tot herkenning. heb vaak op het punt gestaan om weg te gaan maar uit nieuwsgierigheid toch gebleven. heel waardevol de nabespreking achteraf om het toneelstuk te bespreken.” -‐ krista van der schatte olivier “Zonder enige voorkennis naar deze voorstelling gegaan. Zonder enige weet of affiniteit met YouTube of Facebook hebbende was het binnenkomen in de zaal al n verrassing: een 4kante doos met kamertjes, waarvan de rolgordijnen neergelaten waren zodat er n glimp te zien was wat zich in de hokjes afspeelde. Wat er gebeurde in de intimiteit van de kamer was te zien op televisieschermen die "buiten" voor t publiek zichtbaar waren: heel goed bedacht dat er van alles binnenshuis gebeurd en mensen dat absurd genoeg opnemen en dan willen delen met de buitenwereld: wat n hartverscheurende eenzaamheid.” -‐ Herna Versluis
“Dit was niets voor mij.Ik vond het zo erg, dat ik na een half uur de zaal ben uitgelopen. Geef mij maar een mooi stuk, dat best vernieuwend mag zijn. Maar dit was zo maf en onnavolgbaar. Ik had die prdodukties op de schermen en de muziek na een kwartier wel gezien en gehoord, het kon me niet boeien, geen touw aan vast te knopen. Vorig jaar heb ik ook de voorstelling 'Hideous women', daar kon ik naar kijken, maar deze...” -‐ Heleen Wagenaar “Een YouTube'achtige voorstelling over een leven in het publieke domein. Zeer oorspronkelijk manier om nieuw theater te maken. 4 acteurs doen "dingen" in 4 afzonderlijke kamers, wat voor de toeschouwers daarbuiten te volgens is via TV monitoren en af en toe ook een beetje via de lamellen als die open staan. Komisch, beetje spannend en af en toe walgelijk. Net het "echte" leven op internet. ” -‐ Gerrit Jol “Deze performance was overweldigend vanaf de eerste minuut. Je kwam ogen tekort. Snel afwisselende beelden; direct wat zich voor je neus afspeelt en indirect via de monitoren. Een spiegel van onze huidige snelle maatschappij met vele beelden, afwisselend, uitdagend en vaak zonder betekenis. De acts wisselen elkaar in hoog tempo af en zijn verrassend, speels en bizar. Een verwijzing naar internet. Af en toe raakt het aan gevoel en emotie, maar al snel gaat het kijken over naar het mechanische. Hoe doen de acteurs het, hoe maken ze gebruik van de techniek, de webcams, de materialen die ze in hun hol verzameld hebben. En ja, er is sprake van een zekere afstemming tussen de vier spelers. Het totaal is intrigerend om naar te kijken. Het statement is weer gemaakt door Oostpool. Benieuwd of na de eerdere voorstellingen in deze serie de kijker weer verrast kan worden.” -‐ Frans Verberne “Dit was een lastige. Want hoe classificeer je dit huis-‐tuin-‐en-‐keuken-‐vlijt-‐gefröbel op de vierkante meter? Het concept is interessant: wat doen al die mensen op YouTube, zowel de makers van de filmpjes als de kijkers? Waarom fascineert iemand die een heel volkoren omtovert tot een slof zo dat we daar enkele minuten van ons leven aan willen spenderen? Daar over nadenken is minstens zo interessant als het live bekijken van wat er in die vier kamertjes voor je neus afspeelt. Een interactieve voorstelling werd het in de zin dat er rustig rondgelopen werd om één en ander van een ander standpunt te kunnen bekijken. En daar zit precies mijn twijfel: was dit een voorstelling, of misschien meer een installatie die eerder in een galerie, museum of op een tijdelijke plek thuishoort? Zoals Boogaerdt en Van der Schoot zelf aangaven: de voorstelling had ook 3 uur kunnen duren en ze speelden met de gedachte dat mensen dan zelf kunnen bepalen wanneer ze het zat waren. Zoals gezegd: lastig. Er is een poging gedaan tot opening, middenstuk en slot, er is sprake van regie, het ziet er fraai (voor zover dat hier van toepassing is) uit, er wordt geacteerd, maar is het daarmee een theatervoorstelling die in deze reeks thuishoort en beoordeeld dient te worden in samenhang met de andere voorstellingen? Ik twijfel, en dat tonen m'n cijfers.” -‐ Derk Hazekamp
VRIJDAG – HET NATIONALE TONEEL “De inleiding heb ik helaas gemist, ik was verhinderd op donderdag dus zag vrijdag op dinsdag. Hoewel de voorstelling een dikke 2 uur duurde, is de tijd om gevlogen. Geen moment van verveling. Heel goed gespeeld, leuke vlotte tekst, goede vormgeving. Veel publiek. Het was de moeite waard en een gezellige avond! ” -‐ Ingrid Ypma “Toneel zoals toneel bedoeld is Met alle respect voor de armlastige groepjes, die meestal het vlakke vloer theater bevolken. Met onderbetaalde spelers en voor een paar tientjes decor moeten zijn hun kunsten laten zien. Het is een verademing weer eens een toneelstuk te zien van een gerespecteerde toneelschrijver met hoofdrolspelers uit de hogere klassen van de CAO en een decor (waar overigens veel te veel mee wordt gesjouwd) van professionele makelij. Gaandeweg kom je er achter dat we met een schitterend opgebouwd stuk te maken hebben, dat erg lastig te spelen moet zijn. We bevinden ons in laagopgeleid milieu in een dorpse omgeving, ver van de grote wereld. We zien echter een tamelijk intellectueel echtpaar met veelgelaagde karakters, dat voortdurend moet schakelen tussen redelijk en onredelijk, meegaand en koppig. Vooral de overgangen van Stefan de Walle (een eersteklas speler overigens) waren bij deze try out nog niet echt geloofwaardig of begrijpelijk. Waarom werd hij zo af en toe opeens kwaad? Omdat het zo in zijn script stond of omdat het uit een (voor de toeschouwer) begrijpelijk gevoelspatroon kwam? Voor mij zag ik nog te veel voorgeschreven tekst en te weinig karakter. Ariane Schlüter kwam als volksvrouw geloofwaardiger over. In de regie van Hugo Claus zelf in 1969 bij de Nederlandse Comedie was het laagopgeleide karakter van de hoofdpersonen helder gemaakt door ze een eigengemaakt Vlaams te laten spelen dat overigens prima was toegesneden op Nederlandstalige oren. Eén hilarische zin is mij bijgebleven toen het over de levenswandel van Christiane ging “Heel Gent (met een zachte g) is over haar heen gegaan, uitgenomen de tram (met een echte a)”. Kort en bondig een karakter geschetst. Nu bleef die kans totaal onbenut (minpunt voor de regie). Hulde overigens voor Vincent van der Valk, die het lage opleidingsniveau van zijn karakter prachtig vorm gaf ondanks de gecompliceerde redeneringen, die zijn personage had meegekregen. ” -‐ Aart Blom “Een psychologisch drama wat qua stijl doet denken aan "Who is afraid of..." Het lijkt een stuk uit dezelfde school, en enigszins uit dezelfde periode . Het onderwerp is wel van alle tijden (een vader, door tienerdochter beschuldigt van incest, maar is die beschuldiging waar of niet?) In ruim twee uur vormgegeven. Goed gespeeld, duidelijke types, lekker verschillend van elkaar. Knap dat het onduidelijk blijft wat er nu wel of niet gebeurt is. Levendig toneelbeeld, die een paar keer opnieuw ingericht werd. Dat verlevendigde het toneelbeeld wel, maar het waarom was me niet duidelijk. Toch had ik het gevoel naar een wat gedateerd stuk te kijken, wsch. door de manier van spelen. Het deed me erg denken aan veel stukken in de koninklijke schouwburg, zgn. moderne klassiekers, met veel bekende namen, die me ook dat gevoel geven. Op de één of andere manier blijven die stukken afstandelijk, en kunnen ze niet m'n aandacht blijven vasthouden, waardoor de speelduur van ruim twee uur een zware opgaaf wordt. Dit, ik geef het toe, ondanks de goede kwaliteit van het stuk.” -‐ René van Dootingh “Misschien zijn niet alle thema’s uit Claus’ Vrijdag nu nog actueel. Wie ligt er tegenwoordig nog wakker van een buitenechtelijke relatie? Maar de emoties en zingeving uit het stuk zijn dat nog altijd wel, die zijn van alle tijden. Daarbij is de wereld van Claus nooit zwart-‐wit, maar altijd vele tinten grijs. Ook dat is nog steeds herkenbaar. En zeker actueel in onze tijden van stellingname en extremisme: grijs is noodzakelijk. Overigens stelt Claus een nog steeds actueel onderwerp aan de orde: incest. Nog steeds een taboe, sterker: waarschijnlijk nu een groter taboe dan pakweg in de jaren 1970. Daarbij legt Vanderputte in zijn regie de vinger op de vraag wie er nu eigenlijk incest pleegt met wie? De vader met de dochter, of de dochter met de vader? Ze lijken beide even (on)schuldig. Dit raakt aan de centrale thematiek van Vrijdag, en van Hugo Claus in het algemeen. Hoe verhoudt de mens zich tot de ander wanneer geen maatschappelijk moreel kompas voorhanden is, of enkel een verstikkend opgelegde moraal? Bij Claus gaat het uiteindelijk om het individu, dat zijn eigen moraal in de wereld moet vinden. Wat buren of gevangenisdirecteuren er ook van mogen vinden, George en Jeanne zullen zelf moeten bepalen hoe ze met elkaar verder willen. Dat geeft de acteurs alle ruimte om voluit te gaan. Wat spelen De Walle en Schluter prachtig deze twee mensen, die door schaamte, woede, schuld en verwijt verscheurd worden, en ondanks dat toch in staat blijken tot liefde en verzoening. Maar eerst moeten de demonen van het verleden verjaagd worden, en dat gebeurt op deze vrijdag van Georges thuiskomst uit de gevangenis. En het zijn flink harde noten die ze kraken, want zoals dat hoort, inzicht verkrijgen gaat altijd van au. Niet alleen Georges en Jeanne moeten in het reine komen, ook de relaties met minnaar Erik en dochter Christiane moeten geheeld worden om door te kunnen gaan. Van der Valk en Harmsen vertolken deze rollen met verve. Een mooi voorbeeld hoe de karakters over de eigen schaduw heen springen om verzoening te vinden is in één van de laatste scenes verbeeld. George neemt afscheid van Erik door hem bijna te bevelen voor de laatste keer met Jeanne te vrijen voordat hij vertrekt. Uit het besef dat dat beter is voor beider gemoedsrust, maar ook omdat hij, als hij verder wil met Jeanne, zij hem niet kan verwijten, dat hij Erik zonder meer heeft weggejaagd.
Deze Vrijdag is krachtig uitgevoerd, met een to the point regie en meeslepend spel. Een modern onderzoek naar een oude vraag: van wie is mijn moraal?” -‐ Theo Akse “Uiteraard een beladen stuk gezien het onderwerp. Werd op zich goed gespeeld, prima acteurs, maar vond ze niet allemaal even goed gecast voor dit stuk. Claus is een intellectueel, de spelers allen hoogopgeleide ontwikkelde mensen, en dan moet je met die combinatie van schrijver en spelers een laag milieu c.q. arbeidersklasse gaan vormgeven. Dat is mijns inziens niet goed gelukt. Vond A.Schluter te oud en te "deftig" voor haar rol. Het kinderlijke, eenvoudige dat ze moest uitstralen was daardoor niet geloofwaardig. Stefan de Walle kwam iets beter tot zijn recht, had ook last van zijn mooie dictie,en op het laatst, met rode neus en verwarde haardos had ik meer het gevoel naar een clown te kijken dan naar een getormenteerde man, ook door de veelvuldige handbewegingen, het hield niet op. Dan was V van der Valk beter gecast als jongen van "eenvoudig" milieu. S.Harmsen was veel te "modern" voor een puber uit de jaren zestig. Het stuk eindigt met de positieve boodschap van vergeving en daarna opnieuw verder, ik kon dat niet zo beleven. Met alle decorstukken aan de kant geschoven in de trant van "schoon schip maken", en het verzoende stel met kinderwagen met daarin weer een meisje, beloofde voor mij weinig goeds, ik had het gevoel dat de geschiedenis zich weer zou herhalen. Misschien wat cynisch gedacht, maar in de loop van mijn leven te vaak geconfronteerd met dit soort dilemma's om te kunnen veronderstellen dat er beterschap bij de dader zal optreden. Nogmaals, hulde voor het spel en de inzet van de acteurs, het geheel boeide mij zeker. Had wel nog iets korter gekund...” -‐ janie kropman “Ik werd helemaal meegetrokken in de emoties, je voelde de wanhoop, worsteling, onzekerheden, boosheid etc. Een brok in mijn keel, echt prachtig! En wat een gevoel voor timing.” -‐ Aubrey spijker “Op dit moment ervaar ik met een wekelijkse gang naar het Spui ‘Toneelkijkers’ bijna als ‘overdosis’. En voorafgaand dacht ik ‘niet weer vanavond'. VRIJDAG. Een zaterdagavond met een gouden randje: vanaf het allereerste begin opgegaan. Niet alleen Stefan de Wallen, alle acteurs waren groots. Niets geen overdosis; een feestje. Decor-‐tekst-‐mimiek-‐passie-‐wanhoop-‐liefde-‐ woede. Vol en intens. En desondanks een ingetogen spektakel. Genoten. Ben bang dat de volgende ‘Toneelkijkers’ alleen maar kan tegenvallen.” -‐ Anja van Velzen “Dat rokje van Jeanne geeft zo goed aan hoe ze is: meezwaaien met alles om te overleven...” -‐ Marga Swart “Vrijdag is een indrukwekkende voorstelling met een heftig thema:incest en hoe je na zo'n gebeurtenis verder moet als familie. De emoties die daarmee gepaard gaan, agressie, woede, kilte en vertwijfeling worden door de spelers indringend verbeeld. Het toneelstuk dateert uit 1969, maar is nog steeds actueel. "Dat soort dingen vertel je niet. Die hou je binnen familie" zegt de moeder van de misbruikte tienerdochter". Dit is nog steeds herkenbaar. Daarom bestaat het bange vermoeden dat gevallen van incest waarvan we weet hebben, slechts het topje van de ijsberg zijn.” -‐ Yolanda Daverveldt “De klassieker VRIJDAG van Hugo Claus [1969] is met zijn vraagstelling 'hoe verder na dramatische misstappen binnen een gezin' nog helemaal actueel in de bijzondere situatie : gesloten gezin, man, vrouw en dochter, laagopgeleid in een dorp of buitenwijk. De man komt terug na drie jaar gevangenisstraf vanwege incest en moet verder in de nieuwe situatie van vrouw met nieuw kind van vriend/buurjongen. Het diepgaand psychologisch drama is door Claus heel precies en levensecht neergezet in een herkenbare situatie. De topacteurs van NT Van der Walle en Schlüter realiseren het op aangrijpende wijze op het toneel, . De droom/flashback van de vader over zijn dochter wordt prachtig dromend verbeeld. De uiteindelijke oplossing van het familiedrama komt toch nog als een spannende ontknoping met de humor die je bij het arbeidersmilieu verwacht. Enige wat echt wringt is de eigentijdse keurige taal die helder uitgesproken wordt door de hoofdrolspelers. Overduidelijk speelt het in een verleden, de jaren zestig, in een arbeidersomgeving, maar dat is in het taalgebruik echt niet te herkennen. Alleen de dictie van de buurjongen past in die situatie. In de eenvoudig vormgegeven decors, goed voor de vier verschillende ensceneringen met kleurige belichting en levendige muzikale intermezzo's krijgt alles de juiste plaats in het kleine huisje van Jeanne. Een toptoneelavond vol sterk NT-‐werk.” -‐ Martien Vogelezang
“Mooi stuk, ik vond het van hoog niveau en was verbaasd over een slechte recensie die ik vanochtend las. Goede acteurs, een rol die Stefan de Walle op het lijf is geschreven. Ariane Schluter vind ik altijd goed. Het stuk was ook zo goed, maar dan heb je het ook over Hugo Claus. Ik vond het top!” -‐ Heleen Wagenaar “ik voelde me helemaal niet betrokken bij de figuren. het werden geen mensen van vlees en bloed voor me. de acteurs deden duidelijk wel hun best, maar daardoor werd het niet beter of actueel. "erik " vond ik helemaal niks : slecht te verstaan en stond alsmaar van het ene been op het andere te wiebelen... daardoor duurde het stuk ook veel te lang. alhoewel het decor niet helemaal duidelijk was , was het wel grappig.” -‐ hubert coenen “Behalve het wat overdreven loopje van Ariane Schluter vond ik het spel van hoogstaand niveau!” -‐ marlies sneller “Vrijdag is inderdaad een stuk als een emotionele rollercoaster! In deze regie is het arbeidersmilieu minder benadrukt en is het sappige Vlaams verdwenen. Het decor is functioneel en karig ingevuld met enkele losse, waarschijnlijk symbolisch bedoelde attributen, zoals enige loshangende bomen, trap, kinderwagen en een droogkap. De klassieke tekst van Hugo Claus is vervangen door een vlijmscherpe moderne Nederlandse tekst die de 4 fenomenaal spelende acteurs elk een unieke kans geeft om alle aspecten van vergeving,woede en verzoening, haat en liefde, kilte en passie uit hun rol te halen.Met name de kleine seksueel getinte scene tussen vader George en tienerdochter Christiane is mij bijgebleven.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Een boeiend geheel over n moeilijk onderwerp. Stefan de Walle en Ariane Schluter pakten beide de tekst als echte toneelveteranen op. Ariane S ging letterlijk licht als n ballerina om met zware onderwerp incest...; ontweek ahw in haar personage de zwaarte van t weten ervan. Stefan de Walle vertolkte op geloofwaardige wijze de vertwijfeling/ontreddering van George: hoe nu verder. De bijrollen van Sallie Harmsen en vooral Vincent van der Valk vulden mooi aan: oppervlakkigheid/ desinteresse en egoisme ten top. De vormgeving dmv n bank, n voordeur n raam, zat ingenieus in elkaar: het was duidelijk dat voor de personages de buitenwereld en de reactie op t gebeurde ook erg belangrijk was. Eigenlijk was er n open einde: "hoe nu verder"....” -‐ Herna Versluis “Voorbij het snelle oordeel achter het gelijk zo met compassie gespeeld” -‐ Hannah Koutstaal “Mooi gedaan. De achtbaan van emoties waarin George en Jeanne terechtkomen als hij ineens op de stoep staat, heel invoelbaar. Wat kan Stefan van der Walle goed explosieve karakters neerzetten. En Ariane Schluter als positivist, zo aandoenlijk. Het geschuif met decorstukken vond ik ook passend, de situatie veranderde ook steeds. En op het eind wordt alles opgeruimd. Maar ja, zoals we in het nagesprek tegen elkaar zeiden: over een jaar zijn ze vast uit elkaar.” -‐ Susan de Boer en Geertje van der Waaij “Ik heb genoten van Hugo Claus' "Vrijdag". De regie en het spel van de acteurs verdienen alle lof; de onderwerpen incest en ontrouw binnen één en hetzelfde gezin worden zowel emotioneel als met de nodige humor "behandeld". Prima voorstelling.” -‐ Joke Zuidwijk “Vrijdag is een voorstelling waarbij de acteurs heen en weer geslingerd worden tussen uiteenlopende emoties. Van liefdevol naar woede in 3 seconden. Worstelend met schuldgevoelens al dan niet terecht en op zoek naar de waarheid, vergeving en hoe de toekomst vorm te geven. De tekst weet die spanningen en emoties geweldig neer te zetten; geen hoogdravende verhandelingen om de emoties te duiden, maar direct, reëel, met humor, soms plat. Passend bij het milieu maar daardoor duidelijk en eerlijk. De acteurs slagen er niet allemaal in om het niveau van de tekst te bereiken. Stefan de Walle is geweldig. Vincent van der Valk speelt teveel een typetje. Het decor is functioneel en niet zo verrassend, behalve dan de hoop zand midden op de vloer. Geweldig gevonden.” -‐ Frans Verberne “Jammer dat we ook niet een cijfer mogen geven voor casting. Want daar wrong het bij mij een beetje: Ariane Schluter als die in de jarig 60 gesitueerde vrouw uit de arbeidersklasse die met de buurman in bed duikt? Ze speelt, net als de anderen, prachtig, maar toch: het overtuigd niet 100%. Verder een prima voorstelling: puike tekst, mooi decor (al zit je op de buitenste paar stoelen buiten de optimale zichtlijnen) en al met al een mooie toneelavond.” -‐ Derk Hazekamp “De recensies vooraf waren heel positief, misschien dat het daarom een beetje tegenviel. Beetje saai en niet overtuigend..” -‐ Gerrit Jol “een stuk dat je niet onberoerd laat; kwetsbare personages die op de puinhopen van het verleden toch aan een toekomst te denken.” -‐ Henk Veeneman
SERIE 4
DAG VLIEG – VIA RUDOLPHI “Of het nou kwam door de vrouw achter me die constant zat te lachen om dingen die ik niet lachwekkend vond of dat het gewoon niet mijn avond was weet ik niet, maar ik vond het niks. Ik vond de onderbroek te flauw, sommige scenes er te dik bovenop en het geheel te traag. Het uitbeelden van de vlieg was mooi en echt. Geen topavond voor mij.” -‐ Noor Zwijnenburg “Alhoewel dit niet mijn favoriete genre is, kan ik de voorstelling wel waarderen. Zeer actueel thema, want op die dag was net in de publiciteit dat Rotterdam alle 75-‐jarigen enkele keren per jaar gaat opzoeken, om te voorkomen dat ze verkommeren en niemand naar ze omziet. Goed vond ik ook het geluid, de spelende kinderen, de vlieg, de stilte.En de enorme lichaamsbeheersing van de acteur.” -‐ Hera Tseng “Dit was de derde minevoorstelling op een rij voor ons. Immortals, Horror en dag Vlieg. Totaal verschillende optredens. Er zijn maar weinig personen in Nederland die zo'n uitdaging aankunnen en durven. En hiervan is Rene v t Hof er een van. Een ongelooflijke toneel/acteerprestatie die neergezet wordt. Een probleem vind ik de duur. Het is niet gemakkelijk om dit personage 70 minuten lang boeiend op toneel te zetten. Er zit veel tragikomedie in. Hier wordt door publiek verschillend op gereageerd. Van ingetogen genieten tot onbedaarlijk lachen om soms ook platte dingen zoals de volle onderbroek. Inspiratie door verborgen eenzaamheid. De Vlieg die halverwege komt binnenwaaien wordt soms ook zeer herkenbaar in beeld uitgevoerd. Ik ben blij dat ik vanavond aanwezig kon en mocht zijn.” -‐ frits brouwers “Rene van 'T Hof speelde een waanzinnig mooie voorstelling. Elk detail klopte. Als voorbeeld bijvoorbeeld het in je broekzak willen doen van je zakdoek ...... Fantastisch goed doorgevoerd. Het decor in spiegelbeeld was een mooie vondst; immers als je oud en dement aan het worden bent weet je niet meer waar je iets hebt gelaten! Kortom Subliem!!!” -‐ Rubi Hendriks “Je kijkt in een symmetrisch opgezette, wat steriel ogende woon/slaapkamer, proper achtergelaten door de dienstdoende thuiszorgwerker. Een naamloze, dementerende man worstelt met prozaïsche zaken als aankleden, iets uit een kastje pakken of naar de tafel lopen. Maar via deze dingen vooral met zichzelf. Zijn handelingen verlopen extreem traag en vol misverstand, waardoor geen twijfel bestaat over zijn toestand. Die toestand is overigens helder genoeg om een plan tot zelfdoding te gaan uitvoeren, waarvoor enkele attributen gereed liggen. Wat later zoemt er een bromvlieg rond die hij tevergeefs tracht uit te schakelen. Intussen dringen soms kindergeluiden door, mogelijk flarden van jeugdherinneringen als fragmenten van een laatste terugblik. En tegen het einde ook het knallen van een zweep, wat een verleden suggereert dat niet zonder zware beproevingen was. Zijn onbeholpenheid vond ik tegelijk grappig en ongemakkelijk. Belangrijker is dat het stuk ook een werkelijkheid lijkt te tonen waarin existentiële vragen gemakkelijk heel dichtbij kunnen komen. Regisseur Beppie Meeuwissen en René van 't Hof confronteren ons daarmee in een humoristische en tegelijk serieuze vorm, waarbij vooral de knappe bewegingen en gebaren opvallen. Enkele scènes waarin de motorische manco's even niet gelden en de man bijv. de vlieg sierlijk nabootst, kon ik niet goed plaatsen omdat ze strijdig leken met zijn toestand en de nogal dringende doodswens in het stuk. Gezien dit laatste gegeven, vind ik ook de titel wat al te onschuldig gekozen. Voor mij is Van 't Hof een zeldzaam sterke acteur als het om lichaamstaal gaat, sterk genoeg on een verhaal te dragen. Tekst? Geen moment gemist!” -‐ Jeroen Schoot “Een prachtige voorstelling over een triest leven. Een kaal maar veelzeggend decor: de oude man leeft z’n laatste dagen tussen meubels die links en rechts hetzelfde zijn, veelbetekenend voor zijn beperkte fysieke mogelijkheden. Zijn laatste dagen: want het touw verwijst al naar zijn einde; wat ik overigens niet meteen doorhad. Ook het geluidsdecor had wat te zeggen en was mooi: van buiten dringen de, mooi vormgegeven, geluiden uit zijn naaste omgeving tot hem door, maar uit dat portaal komt niemand hem opzoeken en het heien uit de buitenwereld gaat z’n gang terwijl hij van meubel naar meubel strompelt en balanceert. Ook het zoemen van de vlieg later was technisch mooi. Balanceren inderdaad; steeds was ik bang dat hij zou vallen. Prachtig spel, wat een techniek en kracht om die bijna-‐spagaat en het bijna-‐vallen uit te voeren; je zag de spanning in zijn benen. Het was een genot om naar te kijken. In dit bewegingstheater miste je geen tekst. En eentonig werd het niet: net als het zeulen met de stoel te lang zou gaan duren, schuift hij opeens met een vaart een heel eind vooruit: een mooi gedoseerde en humoristische onderbreking. Evenals het spel van blazen door de stofzuigerstang (met onverwacht succes!) een mooie pauze was in het voortdurende gestuntel. Dan valt hij maar staat weer op: een mooie spanningsboog in het geheel. Tenslotte beklimt hij toch de stoel, die op het bed schommelt; knap lichamelijk spel. Voordat hij echter de strop kan vast maken valt hij met stoel en al en blijft liggen terwijl buiten de stemmen blijven klinken. Prachtig bewegingstheater met veel trieste maar ook grappige momenten” -‐ Heleen Sissingh “Om de een of andere reden had René mij met zijn spel meteen te pakken. Ik was de hele voorstelling gefocust op zijn bewegingen en bleef daar tot het einde toe door geboeid. Mogelijk kwam het doordat in de voorbespreking was gezegd hoe (fysiek) zwaar de voorstelling van de acteur was. Ik wilde dat misschien bevestigd zien ...? In de nazit begreep ik dat sommige andere toneelkijkers het stuk heel anders hadden ervaren. Maar zelfs het tweede klemmende keukenkastje was voor mij niet flauw of vermoeiend geweest. Met elke uitgesponnen, vertraagde actie van René werd de oude man eenzamer en diens situatie treuriger; het was indringend. Jammer dat enkele aanwezigen vanaf het zien van de onderbroek dachten dat het hele stuk om te lachen was. Als ik niet zo geconcentreerd was geweest hadden zij de voorstelling voor mij waarschijnlijk grondig verpest.” -‐ Henk Zwijnenburg
Van Beppie Melissen, die de inleiding verzorgde en tekende voor de eindregie, hoorden we dat René van ’t Hof niet lang meer wilde wachten met het spelen van deze voorstelling, omdat hij er anders te oud voor zou zijn. Als je ziet hoe ongelooflijk zwaar deze voorstelling fysiek is snap je dat meteen. In een heel geestig en bijna volmaakt symmetrisch decor met o.a. twee keukens, worstelt de oude man met een traag, stram en onwillig lijf en met veel eenzaamheid. Met veel moeite komt hij overeind om – na lange tijd en heel veel getob – iets uit het keukenkastje te halen. Als het te lastig wordt om het in datzelfde kastje terug te zetten probeert hij het met het tegenoverliggende kastje. Met een ondeugende blik, alsof hij aan burgerlijke ongehoorzaamheid doet, krijgt hij het voor elkaar. Mime, slapstick, humor en een uitstekende lichaamsbeheersing zijn de kenmerken van deze voorstelling. Hoe meer hij tobt, hoe harder hij het publiek laat lachen. Als hij last krijgt van een vlieg laat hij deze uiteindelijk verdwijnen in zijn hele grote onderbroek. Plaats genoeg in dat ding, dat net niet tot aan z’n oksels komt. Omdat een mens met zo’n lichaam en zoveel eenzaamheid niet veel meer aan zijn leven heeft besluit hij er een einde aan te maken. Ook dat gaat gepaard met zoveel moeizame bewegingen dat de poging mislukt. Nou ja, mislukken, hij valt van de stoel op het bed af en valt dood neer. Dan waait via het portiek de enige duidelijke gesproken tekst binnen. Een jongetje vertelt een mop. Een ijzersterke tragikomedie, mooi vormgegeven, fantastisch gespeeld en voorzien van een prima geluidsdecor. -‐ Brigitte Van Mulken “In Dag vlieg zien we Reneé van 't Hof in een solo als oude man. We kijken in zijn huis. We zien een groot bed en stoelen die in het midden staan opgesteld. Aan beide kanten staan verder dezelfde attributen, als het ware gespiegeld. Dat zijn een oventje met schemerlamp en een kastje. De man staat op en kleedt zich aan, maar door zijn moeizame manier van bewegen is dat een spannend gebeuren. Je voelt bijna de stramheid in je lijf als je naar zijn bewegingen kijkt en je voelt de tragiek van het ouder worden en dan dingen niet meer goed kunnen. Als hij zich vasthoudt aan wankele deurtjes loopt het allemaal maar net aan goed af. Ondanks, of misschien wel juist door die tragiek, heeft dat ook iets komisch. De dingen die gebeuren zijn eigenlijk minimaal, maar de manier waarop het gebeurt is heel spannend. De oude man balanceert moeizaam, maar in werkelijkheid betekent dat een grandioze lichaamsbeheersing van Reneé van 't Hof. Heel knap hoe hij een normaal gesproken simpele handeling van opstaan en aankleden weet neer te zetten als een tragikomische belevenis. Het leidt tot de poging er een eind aan te maken, maar zelfs dat gaat niet zonder slag of stoot. Ik vind het een indrukwekkende voorstelling.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Melancholie en treurigheid voelde ik aan het begin van de voorstelling. In eerste instantie stoorde het gelach uit de zaal me ten zeerste. Maar naarmate de voorstelling vorderde kon ik ook mijn lachen niet inhouden. Humor met een diep tragische ondertoon” -‐ Anjo Schaap “Een mime voorstelling in een decor van geluid en muziek. Een oude aandoenlijke man die de indruk schept nooit meer zijn huis te verlaten. Toch doet hij pogingen zich te kleden, maar van mij had hij iets minder lang in zijn veel te grote onderbroek mogen rondlopen en sommige handelingen waren wel zeer voorspelbaar. De vlieg die hem komt tarten is wel haast levensecht en de irritatie die hij wekt niet minder.” -‐ Rudy Ramondt
DE VRIEND NV – OPIUM VOOR HET VOLK “Een onderhoudend stuk. Mooi gespeeld. Had vooral sympathie voor de dochter die in de contramine ging, maar uiteindelijk toch overstag ging. Beleefde veel plezier aan het spel van politicus. Genoot van de familiale sfeer, die ondanks dat ik anders ben opgegroeid, herkenbaar was. Intermezzo's met harde muziek slim gekozen. Decor helemaal prima. Heb me goed vermaakt. Vond het stuk ook realistisch: zo gaat het waarschijnlijk ook in het echt.” -‐ Saskia Herberghs “Zeer actueel onderwerp, dat op een realistische manier is neergezet. Het laat zien hoe de mens tot het slechte geneigd is of daartoe snel en makkelijk te verleiden. Ook hoe groepsdruk werkt, maatschappelijke status allesbepalend kan zijn en een zuiver geweten het verliest van het materiële eigen belang.Mooie personages, heel herkenbaar en zo weinig sympathiek... Het stuk was wel een groot contrast met de voorbespreking, die ik niet sterk vond. Maar ik heb wel veel sympathie voor zijn missie, dus zie wel uit naar volgende producties.” -‐ Hera Tseng “Familieverhoudingen in zwaar weer door grootscheepse pensioenfraude van een goedwillende weduwe. De Vriend beeldt dit gegeven onderhoudend uit op de solide basis van een tekst met veel humor en een conventioneel decor. Sterk punt van de regie is om de familie uit contrasterende types samen te stellen wat de verschillen in reactie op de fraude helder op het podium brengt. Onderlinge emotionele beïnvloeding en manipulatie zijn goed herkenbaar. Waarbij handhaving van de eigen bestaanszekerheid volstrekt domineert boven compassie met slachtoffers -‐ vergelijkbaar met de gang van zaken in praktijkgevallen. De humor in De Vriend is er wel debet aan dat ik het vooral als een komedie heb ervaren. Het laatste fragment bevestigde dat: toen was het echt menens en moesten er keuzes worden gemaakt. Maar dat gebeurde niet. Een open einde legt de kernvraag terug bij de toeschouwer, wat verdedigbaar is. Maar in dit geval had ik graag een meer dramatische ontknoping gezien. Door die achterwege te laten bleef het stuk wat mij betreft te braaf en werd de beste kans om de zwaarte van het thema te treffen, alsnog gemist...” -‐ Jeoen Schoot “Verrassend goed en leuk, zeker in combinatie met het 'groepsgesprek' vooraf. Vrijwel alle aspecten van fraude die Willem de Vlam daar aan de orde stelde, kwamen terug in het stuk. Dat was voor hem uiteraard geen verrassing, maar voor ons wel, omdat hij het vooraf niet concreet over het stuk leek te hebben. De Vriend was boeiend en goed gespeeld, de vaart zat er lekker in en was veel te zien.” -‐ Henk Zwijnenburg “een op het oog zeer verwarrende filosofische inleiding gekregen van de schrijver dhr de Vlam over begrip FRAUDE, er werd heftig gediscussieerd. Op mijn vraag wat de discussie te maken had met het komende stuk was zijn antwoord ALLES. Waar wij met onze groep over gesproken hadden werd stukje bij beetje uitgerafeld op toneel. Wat zal dhr de Vlam genoten hebben van zijn inleiding. Heerlijk genoten van leuk humorvol spel met steeds meer betrokkenheid en ontwikkeling. Vijf totaal verschillende kinderen die allen bewust en onbewust deel van fraudeproces zijn geworden. Ik ben blij dat ik dit heb mogen meemaken. Mogen in de toekomst terugkomen.” -‐ frits brouwers “Wat een heerlijke voorstelling. Ieder personage een eigen rol en betekenis binnen het verhaal, niemand is meer of minder. Ik denk dat het voor acteurs leuk is om dit te spelen. Enig minpuntje vond ik het eind; wel erg voor de hand liggend. Het stuk had van mij mogen stoppen op het moment dat Willemijn met de telefoon in haar handen staat. Misschien wilde ik hoop houden op één persoon die niet mee zou doen....maar was zelfs dat teveel gevraagd!? Prima inleiding trouwens; de ideale opstap naar het stuk!” -‐ Noor Zwijnenburg “Het onderwerp fraude klinkt niet erg sexy, maar Opium voor het volk weet er wel raad mee. Terwijl moeder Eva de Vriend rustig meedeelt dat ze naar de politie gaat om aangifte te doen van de grootscheepse fraude die ze jarenlang heeft gepleegd – ze heeft ruim zes miljoen achterovergedrukt – schieten haar vijf kinderen een voor een in de stress. Ze blijken achteraf al hun weelde aan moeders bedrog te danken te hebben en willen dit voor geen prijs inleveren. Vooral bij de oudste zoon, die politicus is, hakt het er hard in. Hij weet het zeker, een verdere carrière in de politiek kan hij wel schudden. De kinderen hebben veel minder last van hun geweten dan hun moeder, dus zit er niets anders op dan haar op andere gedachten te brengen. Ze lijkt onvermurwbaar, maar gaat uiteindelijk toch overstag. De fraude gaat gewoon door, zoals zo vaak. De tekst is sterk en vol humor, en het spel is uitstekend, vooral dat van moeder Leny Breederveld.” -‐ Brigitte Van Mulken “De voorstelling was erg voorspelbaar. Er werd redelijk in geacteerd maar nergens verrassend. Een matig wat mij betreft. De inleiding voorafgaande aan de voorstelling was eveneens matig. Geen nieuws onder de horizon” -‐ Rubi Hendriks “Een goedlopend vlot stuk. Ook met een echt thema, dat niet al te onzichtbaar maar redelijk duidelijk is, waar je over gaat nadenken. Alle spelers waren goed tot erg goed, er zat geen uitschieter naar beneden bij. Alleen het eind was te abrupt, daar had veel meer mee gedaan kunnen worden: moeder wordt toch gearresteerd en de ruzie tussen de kinderen escaleert, of de jongste dochter zwicht niet voor de druk en haalt toch een voor een de anderen over etc.” -‐ martijn romijn “Lekker lopende voorstelling met goede teksten en tekstwendingen.. Het niveau van het spel was zeer uiteenlopend, maar dynamisch. De muzikale intermezzo's vond ik iets te hard, maar prachtig qua belichtingseffect.” -‐ A. Tevel
“Wat is fraude? Wie is het slachtoffer? Ben je zelf medeplichtig? Dat waren de discussiepunten tijdens de toneelkijkersinleiding.... Ik ben er nog niet uit.... Heb genoten van de voorstelling, maar het blijft wel vragen oproepen....” -‐ Anjo Schaap “Bij de beginscène, de zoon fotografeert zijn moeder, denk je dat er een jubileum of een mooi afscheid zal volgen. Integendeel: de moeder zal haar kinderen vertellen dat ze er een punt achter zet en haar fraude gaat aangeven. Maar wat is fraude? Wordt die ook niet vaak opgedrongen als je met je eerlijkheid anderen zou benadelen? Over dat dilemma maakte de auteur een mooie voorstelling; met een mooie plot. De moeder moest wel toen haar man er financieel een puinhoop van had gemaakt, zo verdedigde zij zich tegen haar kinderen en: “jullie zijn nu toch maar goed terecht gekomen”. De ene fraude sleurt je mee in de volgende: de onwetende kinderen moeten nu wel nieuwe constructies verzinnen om hun huizen en posities niet te verliezen. En: de moeder, zich nu vrij voelend omdat haar kinderen gearriveerd zijn, kan dan wel open kaart willen spelen, maar op haar beurt wordt zij nu gedwongen het spel verder mee te spelen: een mooie ommekeer. Mooie parallellen ook. De ene dochter met een eigen bedrijf zet aan tot knoeien, en dus tot fraude, als zij van haar werknemers een onmogelijke levering eist. Een andere dochter met een op eigen kracht veroverde carrière in de wetenschap, denkt ze, weigert wèl mee te doen met het bedrog van de familie …… totdat ze, op haar beurt overreed door de moeder, ook toegeeft omdat de anderen anders geschaad worden, en zich als laatste in de familiekring voegt. De moeder kreeg mooie en rake statements in haar tekst aangeboden, maar zij vertolkte die ook mooi; ook de politicus-‐zoon zette zijn personage karakteristiek neer met zijn radde praatjes. Het mooie van deze voorstelling was dat een serieus , tot nadenken stemmend thema vertolkt werd op een luchtige en humoristische wijze, zodat je ook gewoon genieten kon.” -‐ Heleen Sissingh “Vooraf hebben we eerst een verkennend gesprek over het begrip fraude met de schrijver van het stuk Willem de vlam. Wanneer noemen we iets fraude, maakt het uit met welk doel het is gebeurd of om wiens geld het gaat, of wie de slachtoffers zijn? Het is een goede opwarmer voor het stuk. Moeder, een geweldige rol van Lenie Breederveld, ontvangt haar 5 kinderen voor een gezamenlijke bijeenkomst waarin zij hen iets te vertellen heeft. De kinderen komen een voor een binnen met dezelfde vraag: je bent toch niet ziek? In de manier waarop de kinderen binnen komen en aandacht vragen voor hun eigen verhaal, wordt meteen het personage getekend. Er is een kort gesprekje dat na een tijdje als het ware versneld wordt doorgespoeld. Een goede regievondst van Paul Knierem waardoor het stuk vaart en spanning houdt. Dan onthult moeder uiteindelijk dat ze zich morgen gaat aangeven bij de politie omdat ze fraude heeft gepleegd. Vervolgens heeft ieder kind wel een reden vanuit de belangen van de eigen achtergrond om haar hier van af te brengen. Dit geeft ook aan de spelers de gelegenheid ieder kind nog meer een eigen karakter te geven in het spel. Aangifte doen heeft voor alle kinderen consequenties. Een zoon is net op een verkiesbare plaats in de politiek gekomen, die kan dit echt niet hebben nu. Een dochter zit met haar bedrijf in een cruciale fase, deze aangifte zou fataal zijn. De dochter die de morele standaard probeert hoog te houden, komt tot de conclusie dat juist de kleine man slachtoffer zou worden en zo heeft ieder zo zijn eigen motivatie. Al deze discussies met de kinderen geven op een geestige en onderhoudende manier een soort zedenschets van deze tijd. Het wordt met vaart en verve gespeld in een simpel maar doeltreffend decor.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Het was ware 'entertainment'. M.a.w. leuk en ongecompliceerd vermaak met een voorspelbaar verloop. Een moeder die op slinkse wijze voldoende geld heeft weten te vergaren om haar kinderen een de door hen gewenste toekomst te kunnen geven. Als duidelijk wordt dat die toekomst op drijfzand is gebouwd, blijkt ze egotrippers te hebben gebaard, die bereid zijn om in de criminele schoenen van hun moeder te stappen. Leuk gespeeld, leuk decor, fijne avond gehad.” -‐ Rudy Ramondt
DO YOU STILL LOVE ME – SANJA MITROVICH “Alhoewel het onderwerp me niet bepaald boeit heb ik me niet verveeld. De acteurs waren goed en ik vond de supporters op het komische af. Dat je zo verknocht aan een voetbalclub kunt zijn, dat er niets belangrijker is dan de club is nauwelijks invoelbaar. Wat ik wel goed vond van dit stuk is dat je ook ziet dat er andere supporters zijn (waarschijnlijk het merendeel) dan hooligans, dat dat ook een keer getoond wordt. Er is hier geen ruimte voor, maar ik wil toch zeggen dat Het Meisje een heel leuke ervaring was.” -‐ Hera Tseng “Een supporterscultuur leeft deels van vijandbeelden zoals je via media en spreekkoren verneemt, deels van gezamenlijke voor-‐ en tegenspoed. Vooral het laatste lijkt voor de huidige Feyenoordsupporter de gemene deler bij uitstek: er is een treurbiotoop ontstaan die de levens van supporters verknoopt, zowel onderling als met de club. Een belangrijke sociale functie. Met een theatercultuur waarin juist het doorbreken van schema's en vanzelfsprekendheden een rol speelt, heeft dit weinig te maken. De analogie van de passie waar Mitrovic haar stuk op ent, bestaat soms in de emotionele intensiteit van de betrokkenen, maar meer ook niet. Ik denk niet dat de cliché-‐cultuur van het voetbal, inclusief de uitingen, een rol gaat spelen in de theaterwereld. De poging om in de vorm van 'Do you still love me?' iets van dat voetbal naar het podium te halen, is m.i. wat geforceerd evenals het opvoeren van anderen dan geschoolde acteurs. Daarnaast vond ik de humor in veel gevallen te kinderlijk (wellicht is het stuk meer geschikt voor het onderwijs) en ontbrak het soms aan vaart. Het mooiste fragment vond ik het gezongen lied met accordeon; de verdere muziek redelijk. Het décor deed suffig aan en te weinig op voetbal geïnspireerd.” -‐ Jeroen Schoot “Dit was een stuk waar ik niet zo veel mee kan, maar misschien over een jaar nog glashelder herinner. Ik vond het spel af en toe overdreven fysiek, of té intellectueel. De rijdende camera's voegden zeker een extra dimensie toe. Ik denk dat het maken van dit stuk voor de groep een mooie ervaring was/is, maar als kijker vond ik dit geen hoogtepunt” -‐ A. Tevel “Ik heb dit stuk een 7 gegeven. Die ruime voldoende is te danken aan mijn sympathie/respect voor de amateurs die meededen, aan mijn bewondering voor de professionals die op deze manier met amateurs werken en aan het feit dat ik zelf op Feijenoord geboren ben. Dan kun je zo'n voorstelling onmogelijk een onvoldoende geven.” -‐ Henk Zwijnenburg “een internationaal optreden.in aantal landen wordt deze productie met regionale amateurs opgevoerd (Frankrijk, Belgie Nederland GB). Gekozen werd voor de hooliganpassie Feyenoord. Maar dat kan door elk voorwerp of persoon vervangen worden. Wat maakt dat wij soms emotioneel en niet rationeel verbonden zijn aan iets. Wat leidt ertoe, wat hebben we ervoor over, waar doen we zn afstand toe? De inleiding om te komen tot daadwerkelijk spel rondom het thema duurde relatief erg lang. Wij hebben nog even nagesproken met de echte Feyenoord fan.Deze heeft nog verder aantal zaken rondom zijn passie met ons besproken. Ben blij dat ik weer deelgenoot kan zijn van de avond al ben ik reeds 58 jaar ADO-‐fan. ” -‐ frits brouwers “In deze Nederlands, Vlaams, Engels en Frans gesproken voorstelling zien we voetbalsupporters/hooligans versus toneelspelers. Ze lijken heel verschillend, maar hebben heel veel overeenkomsten, veel meer dan je zou verwachten. Liefde en passie voor het (voetbal)spel, clubliefde en vooral saamhorigheid binnen de groep. En wanneer ze dilemma’s voorgeschoteld krijgen maken ze soms hele dwarse keuzes, vooral de fanatieke Feijenoordsupporter, die soms gemankeerd overkomt. De fans zijn allemaal amateurs, wat zo’n voorstelling best kwetsbaar maakt, maar het werkt uitstekend. Een verrijking van het stuk zijn de achtergrondbeelden en de prachtige teksten van o.a. Shakespeare en Racine (uit Berenice, heel mooi!). Een hele plezierige voorstelling” -‐ Brigitte Van Mulken “Ach, ik vond het stuk best onderhoudend en ik heb me niet verveeld. Voor een stuk met amateurs was het best aardig, maar de bedoeling vond ik hoog gegrepen: de passie van de Feyenoord-‐fans vergelijken met die van theaterliefhebbers. Het leek een excuus om er af en toe een onbegrijpelijke tekst doorheen te gooien, die verder voor mijn gevoel toch niet raakte aan die andere passie. Hier werden schijnbaar twee werelden bij elkaar gebracht maar niet echt. Het bleef in die zin erg lichtvoetig, een aardig tussendoortje maar toch eerder iets dat je in het lokale amateurtheater verwacht te zien.” -‐ Saskia Herberghs “Jammer van de niet-‐acteurs; zonder meer aardige en lieve mensen, maar dat maakt ze nog geen goede toneelspelers. Het idee sprak me aan; iedereen heeft zo z'n helden, voorbeelden etc. en volgt deze op eigen wijze. En ieder heeft er zo z'n eigen opoffering voor over. Toch kwam het niet helemaal lekker uit de verf; sommige teksten te lang, andere delen te kort door de bocht of te makkelijk. De tegenstelling tussen goed en kwaad was onvoldoende.” -‐ Noor Zwijnenburg “Aanvankelijk moet ik erg wennen aan de voetbalfans, die op een wat ongemakkelijke manier (niet voor theater geschoold) hun liefde voor Feyenoord belijden. Het zijn verhalen over hoe hun liefde voor de club is ontstaan en wat de clug voor hen betekent. Hun verhaken worden afgewisseld met de verhalen van de theatermakers,die duidelijk wel gewend zijn hun teksten voor publiek uit te spreken. Ik betrap mezelf op vooroordelen ten aanzien van de voetbalfans. Hierdoor raak ik ook wel gegrepen door, en kan ik me indentificeren met het onderzoek dat Sanja Mitrovic hier doet naar die liefde. Er zitten hele
duidelijke paralellen. Allebei de groepen houden zich bezig met de liefde voor het spel en hebben problemen met het omgaan met de grenzen hiervan. In feite verschilt alleen de vorm van het spel, maar fanatiek zijn ze allebei. Alle twee gaan ze soms over grenzen waarbij anderen benadeeld kunnen worden, maar dat doet niets af aan hun onvoorwaardelijke liefde. In het stuk nemen ze het publiek mee in een filosofisch getinte ontdekkingstocht naar die overeenkomsten en verschillen. dit doen ze op zo'n manier dat ik de hele tijd geboeid blijf. Dat is wel heel knap want dat had ik toen het stuk begon zeker niet verwcht.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans
DRIVE IN – BERG EN BOS “Op het begin na waarvan onduidelijk is wat de twee figuren op het podium doen en wat ook later niet duidelijk wordt zit de rest van het verhaal zeer knap in elkaar. Het blijft boeiend om naar te kijken. Dit komt ook doordat in de monologen/ dialogen een verheldering wordt gegeven over de vorige monoloog/ dialoog. Hierdoor krijg je de rode lijn te pakken en word je nieuwsgierig hoe het verder gaat. De vervreemding wordt mooi weergegeven en stemt tot nadenken. De sobere uitvoering, alleen een scherm met twee sprekende hoofden werkt daar extra aan mee.” -‐ Jacqueline Verhagen “Ik vind het razend knap hoe de de twee spelers, met alleen hun gezichten en de tekst als uitdrukkingsmogelijkheid, een sfeer van eenzaamheid, desillusie, isolement weten op te roepen. Ik zit in een warme zaal, maar voel toch het miezerige, winderige novemberweer. De jongen verbergt zich achter de procedures en de regels en zou daaruit willen ontsnappen. De vrouw valt hem daarop aan, maar is uiteindelijk slaaf van nog veel ingrijpender regels en procedures van het moderne management. Waar kiezen we voor? Voor de vrijheid van het individu of voor de veiligheid van de zekerheid van werk waar we onszelf geweld aan moeten doen? Dat is mijn interpretatie. Een indringend en belangrijk thema. Het idee om de spelers naast elkaar op een gefilmd drieluik (aan welke kant zit de hemel en aan welke kant zit de hel?) te laten spelen, benadrukt de afstand tussen beide spelers en tussen spelers en publiek. Omdat de gezichten groot worden geprojecteerd wordt het prachtige spel heel zichtbaar. Het nadeel van deze regie van afstand is dat ik het gevoel heb dat deze voorstelling niet lang blijft hangen. Pas nu bij het schrijven voel ik pas weer hoe mooi het is. De naaktheid aan het slot vind ik wat al te letterlijk. Het beeld van het loket met dame verdwijnt daardoor abrupt, terwijl dat juist zo krachtig is. De twee verklede spelers aan het begin voegt voor mij niet iets toe.” -‐ Hilde van Dijk “Gevangen zijn in conventies, maatschappelijk bepaald en door het werk, dat is de kern waar het in dit stuk om draait. Die conventies vervreemden mensen van zichzelf en van elkaar, waardoor werkelijk contact wordt geblokkeerd. Bij aanvang presenteren de acteurs zich in vermomming, wat het beeld van vervreemding en verloren identiteit meteen neerzet.Het podiumscherm in grijstinten met voor de acteurs ieder een eigen paneel aan weerskanten van een non-‐descript landschap, onderstreept dit. Deze vormgeving is zó effectief dat er eigenlijk maar weinig tekst nodig is voor de uitwerking van het thema. De tekst in dialoogvorm past overigens goed en wordt vooral door het expressieve stemgeluid van Sanne Moeremans tot een aansprekend geheel. Dat geldt minder voor de muziek die te harmonisch lijkt voor de onmacht die zich op het podium(scherm) afspeelt. De scene zonder kleren, aan het slot, kan je zien als een vertwijfelde en vergeefse poging om communicatie tot stand te brengen. Drive-‐In is een geslaagde voorstelling met een sombere boodschap die iedere kijker stof tot nadenken biedt.” -‐ jeroen schoot “Een zwart drieluik dat als beeldscherm dient, met in het midden foto’s van mooie donkere luchten en aan de zijkanten de live opgenomen beelden van de twee acteurs. De voorstellingen begint met twee beren op de weg en een sterke tekst over een autorit die bij een fastfoodloket eindigt. Daarna kijken we de hele voorstelling naar een film, die weliswaar rechtstreeks wordt uitgezonden, maar die geen moment lipsynchroon loopt en die me het gevoel gaf dat ik net zo goed naar een bioscoop had kunnen gaan. De tekst was met vlagen sterk, maar soms ook saai, en het onredelijke en vaak ook hysterische gedrag van de actrice (Sarah Moeremans) maakten dat ik moeite had om gefocust te blijven. Dat gebeurde niet bij haar tegenspeler Maurits van den Berg, hij maakte beslist meer indruk. Mooi vond ik de rustgevende zwartwitbeelden, die de kwetsbaarheid van deze mensen benadrukte. Achteraf had ik het gevoel dat deze voorstelling langskwam en niet meer dan dat.” -‐ Brigitte Van Mulken “Ergerlijk via de twee schermen te kijken. Was het live? ” -‐ Brigitte Terburg “Na alle drie de vorige voorstellingen te hebben gezien op Oerol was dit wel even 'heel wat anders'. Moest er even over nadenken. In de tram naar huis (40 minuten met lijn 1) viel het kwartje. Toen zag ik beide personen dus echt voor het loketje staan! Zo knap dat ze zich langzaam bloot geven! @Rick vdBos: sorry dat het wat langer duurde. Je blijft een held in teksten!” -‐ Anjo Schaap “Ik had direct na het stuk geen idee wat ik ervan vond. Ik was niet geraakt of enthousiast, maar ook niet afwijzend; gekke gewaarwording; ik vond niks. Later kreeg ik een soort thema in mijn hoofd; namelijk tegenstellingen. Het was een voorstelling vol tegenstellingen. Zij een goede baan, hij achter de intercom bij de hamburgerketen, zij buiten in de kou, hij lekker warm binnen, de harige wezens aan het begin, de blote mensen aan het eind, zij met een uitgesproken verhaal en mening, hij nog niet zo goed formulerend, zij zich opdringend aan hem, hij haar afhoudend. Zij op zoek naar warmte: gevonden in een openbaar toilet en in de armen van een junk; hoe warm is dat? Ik weet nog steeds niet wat deze voorstelling met me doet, maar het houd me wel bezig.” -‐ Noor Zwijnenburg “De voorstelling viel tegen. Er was erg weinig gedaan met de vormgeving. Dit vormde een statisch geheel en benutte niet alle mogelijkheden ( van tevoren werd juist aangegeven meer te kunnen doen met alle mogelijkheden van het spelen in een
theater!). De teksten waren prachtig, zeer poëtisch! Uiteindelijk toch een onvoldoende beoordeling gegeven.” -‐ Rubi Hendriks “Mooie teksten en tekstlijn. Statisch en vervreemdend spel, dat wel passend was. De 'apen' bij aanvang en de naaktscene bij de afloop kon ik niet plaatsen (maar misschien is ook dat passend ;-‐). Vooraf had ik mij niet gerealiseerd dat dit een lunchprogramma is, kortom dat het een kleinere hap voor tussendoor is. Toen het dan ook na 35 min was afgelopen had ik juist de verwachting dat het écht zou beginnen.” -‐ A. Tevel “Bij de start zien we twee niet herkenbare donker Fabeltjeskrantdieren. Na korte tijd verdwijnen ze achter in de coulissen. Dan verschijnt er op een drieluik op de zijpanelen video-‐ of livebeelden van twee acteurs. Wie zijn dit? Dezelde Fabeltjeskrantfiguren, twee acteurs die live spelen achter het scherm of gewoon een opgenomen video. Het blijft een vraag. Er ontspant zich een gesprek tussen twee eenzame individuen.Een man en een vrouw. Zij komen nauwelijks uit hun keurslijf ondanks dat ze het toch graag zouden willen.Zij blijven gescheiden door een glazen wand. Het lijkt erop dat zij elkaar zouden willen aanraken maar het lukt hen niet.De beelden zijn aaneengesloten in een shot opgenomen.Op het eind staan ze bloot in de wereld uitgekeeld naakt. Hebben ze zich blootgegeven of willen ze dat nog doen. Er resten nog veel vragen. Ik ben weer blij dat ik deze toneelavond heb mogen beleven!!!!!!!!!!!!!” -‐ frits brouwers “Een korte maar mooie voorstelling, origineel van uitvoering. Jammer dat ik aan het begin niet wist dat het een mini-‐stuk was zodat ik eerst meer verwachtte; en met verkeerde ogen keek. Ook de eerste scène, als je twee in dikke slobberkledij gehulde personages ziet, zette me even op het verkeerde been: ik verwachtte nog meer theatrale figuren te zien – achteraf heb ik de achter haar verscholen gezichten geinterpreteerd als een sprekende tegenstelling met de latere blote gezichten. Daarna volgde een onzichtbare verteller wiens introducerende voordracht van de personages en achtergrond ik erg evocatief vond: ik zag de vrouw lopen in de koude winderige avond. De daarop volgende dialoog, het eigenlijke verhaal , kreeg je voorgeschoteld in een originele en zeer adequate vorm. Het publiek zag via schermen slechts de gezichten van de twee tegenspelers maar wel in close-‐up zodat je de expressie van hun gevoelens kon meebeleven; de kern van het verhaal. Een mooie vondst. Een beetje jammer vond ik het dat het middelste scherm, de omgeving voorstellende, een gelige tint had. Dit verstoorde de harmonie met de twee zijpanelen in grijs-‐wit. Mooi zoals in de zakelijke ontmoeting aan een loket de twee gesprekpartners zich langzaam bloot geven, duidelijk gemaakt door de letterlijke vertolking aan het slot. Ik vond deze voorstelling een genre dat op een Parade meer tot zijn recht komt: klein maar fijn” -‐ Heleen Sissingh “Mijn gast was teleurgesteld omdat hij dacht dat het een videoshow was en geen theater... zelf had ik daar geen last van want voor mij was het duidelijk dat het geen vooraf opgenomen beelden waren. Daarom geef ik wel de vormgeving een wat minder cijfer. De spookverschijningen rechts en links van het toneel aan het begin... tja... ik neem aan, achteraf, dat dat bedoeld was om duidelijk te maken dat twee vreemden elkaar spraken zonder een ontmoeting. De twee beelden waren indringend en de tekst boeiend en het verloop onvoorspelbaar. Een knappe, onconventionele voorstelling.” -‐ Rudy Ramondt
HORROR – JAKOP AHLBOM “Verrassend, mooie beelden , duurde iets te lang, goed acteer en dans” -‐ brigitte terburg “Zelden vertoond in theaters. Aan een stuk doorgespeeld waarbij ze in films honderden malen scene's overdoen en er miljoenen euro's in pompen. Magistraal, fenomenaal, horror, humor, meesterlijk,vindingrijk, verrassend, zeer onderhoudend!!!!!!!!!!!! Staande ovatie. Moet ook de grens over. Er wordt niet gesproken. Kan overal vertoond worden. Verder een toneel/theaterstuk zonder verdere dubbele bodem of ingewikkelde boodschap. Chapeau. Ik ben wederom blij dat ik hierbij aanwezig kon en mocht zijn.” -‐ frits brouwers “Spectaculaire voorstelling!. ik ben helemaal niet van het horrorgenre, maar dit was echt geniaal. Ik heb enorm genoten van de formidabele uitvoering, de geweldige effecten, die steeds verrassend en af en toe heel geestig waren. Ook de opbouw van het decor, de verschillende lagen; het was echt helemaal de sfeer als in horrorfilms, lekker dik aangezet. de inleiding vooraf door Rudi was een mooie voorbereiding.” -‐ Hera Tseng “Wat een prachtige beeldende voorstelling weer van Jacop Ahlbom.Werkelijk alles klopt. Een virtuoos spel van absurdisme waarin opnieuw verbijsterend goed word gespeeld. Een voorstelling met veel speciale effecten, zwarte humor en komisische situaties. Maar bovenal een voorstelling waar het aangrijpende verhaal van de twee zusjes in de slotscene op ontroerende wijze mij als kijker ook echt raakte!!!. ” -‐ Rubi Hendriks “Je gelooft je ogen niet'. Bij het zien van Horror viel me dit cliché in naast associaties met de meest vernuftige filmtrucs. In dit stuk krijg je die live op het podium geserveerd. Ahlbom's meesterschap hierin is ongelooflijk. Maar ook de vormgeving vind ik een vondst. Op de toneelvloer zijn 3 subpodia gebouwd waarvan er 2 in vooroorlogse stijl zijn gemeubileerd (inclusief een garderobekast). Daarop wordt in afwisseling geacteerd en soms gelijktijdig. Dat trekt de kijker telkens naar een wat andere omgeving met een sterke suggestie van verschillen in sfeer. Sowieso vind ik de sfeertekening een belangrijke kracht van Horror. Zonder de leidraad van een tekst is de timing bij de vele acties ronduit verbluffend, ook in relatie tot het geluid. Soms luistert het angstwekkend nauw: het ontwijken van bijlslagen is bij Ahlbom secondenwerk. Bloeddorstigheid is zelden ver weg, dus de titel kon eigenlijk niet passender. Maar wat vertelt het stuk nog meer? Welk punt wordt er gemaakt? Daar laat Ahlbom het woord aan de kijker, ongeveer zoals je naar een schilderij kunt kijken met als titel 'Zonder titel'. Er speelt bijv. een heftig leefstijlconflict tussen twee schitterend weergegeven, ijzig stramme ouders en hun dochters. Later in het stuk raakt een schijnbaar argeloos, jong bruidspaar in de verwikkelingen verzeild. Dat is mogelijk een manier om te laten zien dat horror, of althans de fascinatie daarvoor, in iedereen zit. Opvallend is ook dat de vormgeving ons zo'n 80 jaar terugvoert, zonder dat dat nu strikt wordt aangehouden. Maar evengoed kan Ahlbom vanuit een puur artistieke drijfveer genoegen scheppen in de visuele illusies die hij oproept. Hij doet dit met bijzonder vaardige acteurs die zowel het grove gebaar als de fijne motoriek subliem inzetten. Een ongekende voorstelling.” -‐ Jeroen Schoot “Zoals altijd bij Ahlbom was het weer een lust voor het oog. Alle horror-‐cliches werden vakkundig uit de kast gehaald en het was technisch bijzonder vernuftig. Het verhaal was dit keer alleen minder sterk, vooral het deel over het 2e koppel gasten leek meer als opvulling te dienen en werd meer van hetzelfde.” -‐ Martijn Romijn Horror is een voorstelling in de allerbeste Ahlbomtraditie. Mensen verdwijnen – al dan niet zichtbaar voor het publiek – in meubelstukken of wanden, om even later totaal onverwacht ergens anders weer op te duiken. Schilderijen, tv’s en andere voorwerpen leiden een eigen leven en zorgen voor de nodige spanning en humor, wat ook al een vast gegeven is bij Ahlbom. Dansante bewegingen, mime en een fantastisch geluidstheater begeleiden de meer dan uitstekende acteurs. In een superspookhuis maakt een jonge vrouw van alles en nog wat mee, en het is allemaal even luguber en onwaarschijnlijk. Moord en doodslag en vooral veel bloed horen bij dit genre en worden dus ook niet geschuwd. Ik heb vooral genoten van de afgehakte hand die gewoon zijn eigen gang ging en op de meest onverwachte momenten weer tevoorschijn kwam. Bij de acrobatische delen moest ik terug denken aan Lebensraum, ook een ode aan de film, maar dan speciaal aan Buster Keaton en zijn slapsticks. Horrorfilms zijn van een totaal andere orde, maar deze voorstelling is met net zoveel liefde en vakmanschap gemaakt als al die mooie andere stukken van deze publiekslieveling van de toneelkijkers en andere bezoekers van TAHS. Een rasechte Jakop Ahlbom! -‐ Brigitte Van Mulken “Ik heb mensen gesproken die al een x-‐aantal 'Ahlboms' hebben meegemaakt en na het zien van Horror slechts gematigd positief waren; ze hadden het gevoel dat het met Ahlbom meer van hetzelfde begon te worden. Best mogelijk, maar voor mij was het pas de tweede confrontatie met het werk van de Zweed. Twee jaar geleden heb ik geweldig genoten van Lebensraum. En hoewel Horror op diverse punten sterk deed denken aan die voorstelling, wil ik de komende jaren nog wel een x-‐aantal van dit soort spektakelstukken zien. Top.” -‐ Henk Zwijnenburg “Horror? Ik hou helemaal niet van griezelen, word er doodsbang van. En van Jakop Ahlbom had ik nog nooit gehoord. Dus met enige reserve, maar gelukkig toch altijd met veel meer nieuwsgierigheid, ben ik naar deze voorstelling gegaan.
En? Wat heerlijk dat er een toneelkijkerserie bestaat, anders had ik nu nog steeds niet van Ahlbom gehoord. En Horror is fantastisch. Ik had nog wel uren kunnen kijken en me willen verbazen. Hoe is het mogelijk om zulke mooie en fantasierijke filmische acts op het toneel te krijgen. Ik kan de eigen hand die zich tegen je keert en je aanvalt nog wel volgen, maar het eigen leven van die bloederig afgehakte hand (zonder geluid van een motortje!) is onnavolgbaar en hilarisch. De vanzelfsprekendheid waarmee de spelers over de tafels glijden, op de grond vallen, tussen de zitting van de bank verdwijnen, links in het bos zitten en twee seconden later in de kast hangen heeft me zo overdonderd, dat ik me een klein kind op de kermis ging voelen. Wat heerlijk moet het zijn om zo'n stuk te maken en alles wat je maar kunt bedenken ook echt uit te voeren. Hoe kan iemand zijn hoofd 360 graden draaien? Op film snap ik dat, maar recht voor mijn neus? In het ' echt'? Ik werd volledig meegesleept in deze hilarische, wondere wereld. Alles in deze voorstelling staat ten dienste van de menselijke verbeeldingskracht. Het decor is al even geweldig. De afzonderlijke onderdelen roepen een geheel eigen sfeer op, waarbij ik de geest van het oude huis heel mooi vond gesuggereerd door het transparante doek ervoor. Vader en moeder met de rechte rug en de rechtlijnige opvattingen vond ik het toppunt van griezeligheid. Aan het eind is het servies kapot, liggen de meubels door elkaar gesmeten, is er een hoofd door een televisiescherm gegaan, zitten alle kleren onder het bloed, is het louvredeurtje vakkundig door midden gehakt, maar is de hand gelukkig weer aan zijn eigenaar genaaid. Wat een rotzooi! Moet dat allemaal weer binnen een dag opgeruimd zijn? Om dat voor elkaar te krijgen is nog eens een hoop fantasie nodig, lijkt me zo.” -‐ Hilde van Dijk “Wat voel ik mij als toneelkijker toch bevoorrecht. Veelal voegt een inleiding toch wat toe. Deze keer ook weer. De filmwetenschapper die ons vorig jaar wees op de specifieke trekjes van Buster Keaton nam ons nu mee door alle clichés van het Horrorgenre.En ja, dat zie je dan allemaal in de voorstelling. Onvoorstelbaar dat Jakop dat allemaal voor elkaar krijgt. De mix van mime, illisionisme, acrobatiek is subliem. Vrienden en familie die deze voorstelling elders nog op het programma hebben staan heb ik aangeraden om toch even (zeker in het geval men niet van horror houdt) even op internet/YouTube te zoeken naar de mega-‐clichés. Compliment ook voor de vormgever. Een decor in 3 lagen met megaveel effect. Voor mij zeker de beste voorstelling van de eerste helft van mijn toneelkijkerseizoen (De Zone zou ik ook minimaal een 9 geven, maar die zit officieel niet in de serie). Ben benieuwd of er een voorstelling in de 2e helft dit kan evenaren.” -‐ Anjo Schaap “Horror was weer een echte “Ahlbom”-‐voorstelling en toch weer anders dan de vier vorige die ik van hem zag. In deze Horror zaten minder trucjes en goocheltoeren, het ging hier meer om het griezelaspect. Anders dan in het griezelverhaal van Bug ontbrak de tekst weer. Slechts met spel en decor werd een geheimzinnige en duistere wereld opgeroepen die de personages afschrikte en het publiek voor raadsels plaatste; en de eigenlijke inhoud vormde. Het decor beeldde perfect een oud – middeleeuws, zoals in de gothic novel? – kasteel uit waarin gasten(?) of nieuwe bewoners(?) niet welkom waren en als indringers behandeld werden: zij werden bedreigd met geheimzinnige verschijnselen zoals kindergehuil terwijl er geen baby was. Waren het nieuwe bewoners die in hun droom belaagd werden door de geesten van de vroegere? Ondanks het periodieke neerzetten van een onderwereld(?) aan de zijkant bleef het raadselachtig waar de personages zich nu eigenlijk bevonden – dat was geen bezwaar want het bleef een heerlijk kijkspel. Hoe dan ook: de schimmen uit het verleden waren het ècht door hun versteende gezichten, waaruit duidelijk afkeuring van de nieuwelingen sprak, hun ouderwetse kledij, in mooie afwijkende kleuren, en hun stijve afgemeten loop en handelen. De inhoud bestond uit slechts enkele gruwelijke gebeurtenissen zoals het afhakken van een hand: die daarna uit zich zelf verder ”liep” wat zorgde voor hilariteit en een mooie rustpunt in het griezelgeheel. De griezelfactor zat meer in de raadselachtige verschijningen: van een verdubbeling of verwisseling van personages keek je niet meer op maar dan verbaasde een derde verschijning je toch weer. Ook in deze “Ahlbom” konden we weer genieten van mooie gevechten opgebouwd uit acrobatiek en prachtige moderne-‐dans componenten; deze waren ook mooi gedoseerd: frequenter en heftiger tegen het eind. Knap spel. En knap werk achter de schermen om de vermommingen vliegensvlug uit te voeren. Weinig gruwelijke handelingen maar wel een unheimische en dreigende wereld.” -‐ Heleen Sissingh “Wat een heeerlijke voorsteling. Prachtig decor, met veel onverwachte invalhoeken. En natuurlijke veel horror, soms op een clowneske wijze. Een woordeloze voorstelling, goed te volgen. Het spel was soms een beetje houterig; dat gold m.n. voor de vechtpartijen.” -‐ A. Tevel “In de voorbespreking krijgen we een aantal filmfragmenten voorgeschoteld. Het zijn voorbeelden van de verschillende stijlmiddelen die in horrorfilms gebruikt worden. Dit zijn: piepende deuren, plotselinge flashbacks, het zien van figuren uit een duister verleden, noodweer, dreigende muziek en dingen die een onverwcht eigen leven gaan leiden. Het zijn dezelfde stijlmiddelen die ook Jacob Ahlbom toepast in zijn nieuwste stuk Horror. Dankzij de voorbespreking zijn ze ook goed herkenbaar. Het is gelukkig weer een stuk waarin niet met tekst gewerkt wordt, maar waarin elkaar snel opvolgende situaties voor zichzelf spreken omdat ze heel beeldend zijn.Het is een verhaal waar je moeilijk vat op krijgt, maar dat toch boeit omdat het je van begin tot eind meeneemt in de spanning van het gebeuren. Het start met een figuur en later twee die in een onbewoond huis binnen komen tijdens een noodweer. Ze hebben rode capes aan. De situatie is ongewis, het is donker en er heerst een spookachtige sfeer. Onverwacht komen er dingen in beweging. Die spookachtige sfeer wordt de hele voorstelling goed volgehouden. Het decor draagt daar zeker toe bij. De ruimte verandert regelmatig op een ingenieuze manier. De situaties volgen elkaar snel op. De ene keer kijken we tegen een wand, even later hangt er een doorzichtig gordijn en zitten daar figuren uit een voorbije tijd aan een gezinstafel. Er worden duistere zaken gesuggereerd. op de meest onverwachte ogenblikken duiken er ineens figuren op vanuit allerlei onwaarschijnlijke hoeken en gaten. Er zijn hier in het verleden dingen gebeurd die niet pluis zijn. De duistere krachten ervan werken nu nog door. Een lose hand beweegt zich over de grond. Via
bijna onmogelijke acrobatische toeren, die het handelsmerk van Jacob Ahlbom zijn, veranderen de situaties in rap tempo op het toneel. De timing is perfect en draagt bij aan de opbouw van de spanning. Pas aan het eind bij het halen van het applaus is duidelijk met hoeveel mensen er gespeeld is.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Ik dacht dat ik niet van griezelen hield, maar dit mag je toch echt niet missen! Van begin tot eind gefascineerd zitten kijken en genoten van de prachtige, vaak gruwelijke en hilarische vondsten. Een zeer ingenieus decor met knappe effecten dat je voortdurend versteld doet staan. Vloeiend en dynamisch gespeeld. Een aanrader!” -‐ Rudy Ramondt
LIEFDESLIED – WITTENBOLS EN LIGTHERT “Ik vond dat het stuk heel lang nodig had om iets met me te doen. Vond de personages in eerste instantie niet geloofwaardig; zijn het karikaturen (vooral de zuster vond ik flauw) of waren de types het net niet?? Toen de personen iets van zichzelf gingen laten zien/horen werd het boeiend; er bleken allemaal lijntjes tussen de verschillende mensen te zijn. Onderhoudend, iets te lang en wat een slap einde...” -‐ Noor Zwijnenburg “Anders dan de titel doet vermoeden, wordt er in Liefdeslied niet echt gezongen. 'Liefdeslééd' als titel zou de inhoud.van het stuk wat beter dekken. Want er ontspint zich een rode draad van teleurstelling, tragiek, bedrog, gewoontevorming en onverschilligheid die uiteindelijk alle liefde lijkt te smoren. Rond deze terugkerende punten wordt met verve geacteerd, waarbij de vrouwelijke rollen sterker oogden dan die van de mannelijke rechercheur. Met de professie van verpleegkundige werd naar hartenlust de spot gedreven waardoor ik me vaak toeschouwer van een komedie waande. Lizzy overtuigde omdat zij de meeste podiumactie in haar rol had. De uiteenlopende karakters in combinatie met de stevige, vaak grappige tekst van Wittenbols maakten het stuk tot een onderhoudende ervaring. De nog verpakte interieurdelen waren vooral effectief bij de verwarring en frustratie die in de beginscenes werd uitgebeeld. Die eerste delen vond ik wel aan de lange kant waardoor het stuk soms vaart leek te missen. Rond de verhaallijn legt Liefdeslied de nodige vragen bij de kijker en dat vond ik een goede keuze.” -‐ Jeroen Schoot “Toen het doek viel, wist ik eigenlijk niet precies wat ik van dit stuk moest denken, laat staan hoe ik het zou moeten waarderen. Een fijne 8 of misschien toch maar een mager 6'je. Na de gezamenlijke evaluatieborrel met onze toneelkijkersvrienden en een nachtje slapen wist ik het. Dit is gewoon een 7. De 1e helft krijgt een 6 omdat het stuk naar mijn smaak niet goed op gang kwam. Op een gegeven moment dacht ik: dit een geen toneelvoorstelling, dit is een toneelstukje. Maar halverwege werd het geleidelijk beter, interessanter en intrigerender. De nogal karikaturale types (vreemd contrast met de toch vrij serieuze inhoud) werden menselijker en boeiender. Deel twee geef ik een 8. Pluspunt is dat het stuk veel aanknopingspunten gaf voor een interessant nagesprek. Waarom zat het horloge in het dashboardkastje? Bewijzen de laatste foto's op de smartphone dat het zelfmoord was? Of heeft Raaf ze alleen genomen om zijn vader te herdenken? Maar waarom dan de foto's van de waterkant? Het nagesprek geef ik een 9.” -‐ Henk Zwijnenburg “Een zeer vlakke voorstelling. Onbegrijpelijk dat deze voorstelling zoveel sterren heeft gekregen in de media.” -‐ Rubi Hendriks “De cast is veelbelovend, vier topacteurs laten prachtig spel zien en aan het decor ligt het ook zeker niet, maar toch stelde dit stuk mij enigszins teleur. Het zal het verhaal zijn, dat in mijn ogen nogal mager overkwam, ondanks de soms sterke teksten. Misschien komt dat omdat er geen echte verrassingen in zaten, er gebeurde niets dat niet al veel vaker voorbij komt en na afloop bleef ik met lege handen achter. Ik snap dat je ’s nachts in een ziekenhuis op jezelf en elkaar wordt teruggeworpen, maar op een gegeven moment ging het helemaal niet meer over de toestand van het slachtoffer, Raaf, en bleef het onduidelijk of het nou om een ongeluk ging of misschien wel over zelfdoding. Op het einde blijkt dat hij nog ademt en dan is het stuk nogal plotseling afgelopen. Dat kwam wat afgeraffeld op me over. Hoe ik dit stuk heb ervaren? Het kwam langs.” -‐ Brigitte Van Mulken “Het decor is kil, blauw, wit en dat geeft precies de sfeer weer van een verlaten ziekenhuis, midden in de nacht, waar ongeruste en angstige mensen wachten op nieuws over hun geliefde. De videobeelden zijn in deze sfeer zelfs een beetje overbodig. Hou het maar zo kaal mogelijk, zou ik zeggen. Moeder en schoondochter vechten de klassieke strijd uit over de liefde voor de zoon, respectievelijk de echtgenoot. Gelukkig wordt dit overbekende, cliche gegeven nergens banaal, terwijl die valkuil toch levensgroot is. Vier mensen vertellen elkaar hun herinneringen aan de liefde, het huwelijk, de teleurstellingen daarin. Dat is boeiend van begin tot eind, zeker ook door het prachtige spel van de vier, Beppie Melissen voorop. De tekst is mooi in zijn afwisseling van poetisch, dramatisch, emotioneel en humoristisch, maar ik zou het niet uitsluitend poetisch willen noemen, zoals aangekondigd was. In de inleiding op het stuk werd verteld dat zelfs het verschil in toonhoogte betekenis had, maar dat heb ik helemaal niet herkend. Iets te subtiel voor de toeschouwer die alle aandacht nodig heeft voor spel en tekst? Ik hou van toneel dat me ook achteraf nog bezig houdt. Dit stuk doet dat niet, ook al werd het prachtig gespeeld. Daarvoor waren er toch te weinig momenten die echt aangrijpend waren. De vraag of Raaf, net zoals zijn vader, een poging had gedaan om zelfmoord te plegen, is voor mij niet relevant geworden.” -‐ Hilde van Dijk “Een voorstelling met veel tekst, maar voor mij té veel tekst. Concentratie zakte weg, visueel werd ik ook niet echt geprikkeld. Soms een grinnik-‐momentje, met af en toe een flauw grapje.” -‐ A. Tevel “Prachtige tekst, prachtig spel. We hebben genoten van de voorstelling die van begin tot eind weet te boeien. Het blijft spannend. Zeker een van de beste stukken die ik dit seizoen heb gezien. Twee dingen begreep ik niet: waarom draagt Anneke Blok de verpleegster een pruik? Waarom wordt op drievierde van de voorstelling het decor verschoven? Verder niets dan lof.” -‐ Saskia Herberghs
“een traag op gang komend stuk, de inleiding tot ontboezemingen en boeiende ontwikkelingen vergt enig geduld daarna wordt een kleine rollercoaster van onthullingen, hier gaat het mij steeds meer pakken en boeien. Uiteindelijk een onderhoudende avond. Ik ben blij dat ik weer aanwezig mocht zijn.” -‐ frits brouwers “De titel van de voorstelling luidde “Liefdeslied”, maar ik vond het geen lied. Voor poezie waren de verbale uitingen niet mooi genoeg en was er te weinig diepgang in het stuk. Wel een onderhoudende voorstelling: moeder en schoondochter blijken verschillend te denken over het huwelijk van de zoon/man. Gaandeweg hoor je dat dat huwelijk toch wat anders in elkaar steekt dan je eerst dacht. Maar zo spannend als een detective is die ontwikkeling niet; wel leuk dat de opvattingen van de rechercheur en de verpleegkundige over hun huwelijk dit onderwerp in een algemener licht plaatsen. De rol van de moeder, en haar spel, maakten er wel een onderhoudende voorstelling van. De vertolking van de overige rollen was voldoende maar de inhoud van deze teksten gaf geen gelegenheid tot interessant of leuk spel. De verbouwing van het ziekenhuis, die alleen bleek uit het decor, voegde niks toe aan het verhaal. De vijf of zeven?-‐delige lampenset was mooi voor het oog maar vertelde niet meer over het overige decor. Een gezellige voorstelling; maar het verhaal was simpel en werd niet interessanter of mooier gemaakt door een aparte interpretatie of mooie uitvoering.” -‐ Heleen Sissingh “Als het stuk begint staat een jonge vrouw met kracht tegen een drankapparaat te schoppen. Ik krijg er bijna pijn in mijn tenen van. Ze blijkt zich in de gang van een ziekenhuis te bevinden in afwachting van de uitslag over haar vriend die met zijn auto te water is geraakt. De inrichting van die ziekenhuisgang komt aardig overeen met haar gemoedstoestand: het is nogal chaotisch, alles staat voorlopig opgesteld, er wordt verhuisd. Er is een zuster die nog niets kan meedelen over zijn toestand en een agent die meer wil weten over de toedracht van het ongeval. op een gegeven moment komt ook de moeder van Raaf, de man, op een zeer aanwezige manier binnen. Al deze personages bevinden zich ook in een soort transitieperiode. Hoe zal het aflopen met Raaf en hoe verhouden ze zich tot hem en tot elkaar? Een beeld van Raaf krijgen we alleen uit de verhalen over hem en dat beeld is niet eenduidig. Er wordt gespeculeerd over wat er gebeurd kan zijn, daarbij krijgen we ook een blik op de mogelijke onderlinge verhoudingen. De personages gedragen zich op een niet erg sympathieke manier naar elkaar. Ze komen bepaald niet op zijn voordeligst over. Er wordt wat dat betreft meer gezegd tussen de regels en in gedrag dan in woorden. Dat maakt het boeiend maar ook verwarrend om naar te kijken. Ik heb steeds het gevoel dat ik op het verkeerde been word gezet en dat de zaak toch weer nieuwe aspecten vertoond. Dat is precies wat het stuk van Wittenbols en Ligthert laat zien in een consequente regie met mooiie rollen van Beppie Melissen, Anneke blok, Astrid van Eck en Paul Kooy.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Op alle punten goed. Een herkenbaar wittenbols-‐stuk met sterke spelers. Wel wat kort, met name het eind voelde wat onaf. Ik had het gevoel dat er nog meer in had gezeten qua dramatiek.” -‐ Martijn Romijn “Een nacht met 4, op nieuws wachtende, mensen in de hal van een ziekenhuis. Strak mooi decor, hoewel de decor wissel door het op een andere manier plaatsen van grote witte blokken, voor mij geen toegevoegde waarde had. Mooi is de manier waarop de personages zich ontwikkelen waardoor duidelijk wordt dat dit geen liefdeslied is, maar juist een gebrek aan en verlangen naar liefde.” -‐ Rudy Ramondt
MIJN VADER WAS POPPENSPELER – SERVAES NELISSEN “Leuke en mooie voorstelling waar enorm veel liefde uit spreekt voor de vader, de poppenspeler. Ook bijzonder dat je meteen een autobiografische inkijk krijgt van de acteur. Leuk dat deze voorstelling in onze serie is opgenomen.Het decor zag er zeer verzorgd uit. Reuze knap wat je met weinig middelen kunt oproepen.” -‐ Hera Tseng “In de voorstelling brengt Servaes een hommage aan zijn vader. Het is aandoenlijk om te zien; soms is hij de kleine jongen maar met zijn moeder op pad de verstandige zoon. Ik kreeg geen grip op het geheel; vond het achteraf wat onsamenhangend. Het beste van de voorstelling vond ik het moment waarin Servaes omhoog komt in de kast en als "echte zoon" met zijn vader (als pop) praat. Jammer dat dat onderdeel niet verder werd uitgewerkt. Het tijdsbeeld is goed neergezet en de laatste filmbeelden van zijn vader in het busje een mooi einde van de voorstelling.” -‐ Noor Zwijnenburg “Servaes Nelissen laat met expressie en raffinement zien dat hij groots kan poppenspelen. Des te meer verbaast het dat de regie deze kwaliteit relatief weinig inzet vanuit de kast zelf. Veel tijd wordt besteed aan de dialoog met zijn overleden vader vóór de kast en aan biografische uitleg. Maar voor de toeschouwer maakt niet uitleg maar uitbeelding een voorstelling interessant. Door de gekozen opzet kwam de voorstelling wat traag op gang en werd het minder een verhaal, meer een mix van ongelijksoortige fragmenten. Sommige van die fragmenten waren trouwens prachtig. Jammer genoeg moesten we daarbij de oorspronkelijke, karakteristieke poppen van Jan Nelissen missen. Dat Jan Nelissen ook veel voorstellingen maakte voor volwassenen, kwam niet naar voren en vond ik een forse omissie. Daarmee had Servaes Nelissen zijn vader meer recht gedaan als unieke kleinkunstenaar met een breed bereik. Al met al een voorstelling die vanuit de regie onvoldoende doordacht lijkt en gered wordt door het talent van Servaes.” -‐ Jeoen Schoot “Servaes Nelissen schetst een mooi liefdevol én eerlijk portret van zijn vader en zet een sterk pleidooi neer voor de verbeelding. Hij zoekt rechtstreeks het contact met het publiek en wisselt met schijnbaar gemak tussen zijn rol als zoon, als poppenspeler en als vader. Positief stuk. Prachtig einde met 'home-‐video' van het gezin met als laatste beeld zijn vader in de Citroen, die de zoon (en het publiek) geluidloos toespreekt. Mooie muziek schaars ingezet. Jammer dat hij deze keer zijn hond niet bij zich had (in de foyer na afloop).” -‐ Saskia Herberghs “Een knappe voorstelling en een mooie eerbetuiging aan de vader van de schrijver en acteur. Heel mooi zoals de dode poppen tot leven kwamen in de handen van de poppenspeler. De andere vinger-‐techniek van Servaes en zijn vader, zoals in de inleiding getoond, was duidelijk te zien in het spel van de minieme, verfijnde bewegingen. De afwisseling van spelen voor de kast en erin was interessant, je zag nu de techniek – en het bracht wat onderbreking voor de kijkers. Het verschil en de overeenkomst met het spel van een “gewone” acteur werd duidelijk. Mooi zoals tegelijk gespeeld werd met de andere denkbeelden van zijn vader, die niet de kast uit wilde. Servaes deed dat wel; heel leuk door een deur onder het kasttoneeltje uit te komen. Ook het spel van zijn begin aan de tafel, “bloot” op het toneel voor de kast, was knap acteren. Een mooie voorstelling om te zien. Waarin we bovendien een kijkje kregen in de historie en opvattingen uit de poppen-‐wereld van zijn vader, en van hem zelf.” -‐ Heleen Sissingh Het voorgesprek vindt plaats in de kleedkamer. Totaal onvoorbereid (of speelt Servaes Nelissen dit, want dat weet je bij deze man nooit) vertelt hij e.e.a. over het vak van poppenspeler en over zijn vader en het gezin waar hij uitkomt. Daarna gaan we naar de voorstelling, waar hij een gedeeltelijk autobiografisch verhaal vertelt, op zijn bekende manier. Hij doet of hij een beetje een sneue man is, wat hij als geen ander kan, en weet met subtiele humor en uitstekend poppenspel ons te vermaken. Het blijft volslagen onduidelijk wat echt is en wat hij erbij heeft verzonnen. In een mooi poppenhuis -‐ poppentheater moeten we zeggen – speelt een groot deel van de voorstelling zich af. Tussendoor komt hij letterlijk uit de kast en onderbreekt hij het verhaal met anekdotes, foto’s en zelfs een heerlijk oud familiefilmpje op het einde. Als we alles mogen geloven zijn de oude poppen van zijn vader in een depot terechtgekomen en gaat hij, geholpen door zijn vader, die voor de gelegenheid uit de dood is opgestaan en in de zaal aanwezig is, inbreken in datzelfde depot. Daarna brengt hij zijn dronken vader – met zijn poppen -‐ terug naar de begraafplaats. Dit was een heerlijke voorstelling en wat fijn dat Servaes Nelissen het vak van poppenspeler in ere houdt! -‐ Brigitte Van Mulken “Humoristische afrekening en herbeleving van jeugd en ouders. Met zeer onderhoudende voorstelling. Had op sommige onderdelen mogelijk iets korter gekund. Uiteindelijk toch met goed gevoel op verleden kunnen terugkijken. De inleiding vooraf in de kleedkamer was een leuke proloog die ook aantal zaken in voorstelling achteraf konden verduidelijken. Geen moment verveeld en weer een tevreden avond gehad.” -‐ frits brouwers “Mooi neergezet verhaal over vader/zoon-‐relatie. Herkenbaar en ontroerend. Soms iets te traag spel, iets te monotone tekst. Had in een intiemere zaal gepast.” -‐ A. Tevel “De film/videobeelden riepen bij mij een vaag gevoel van herkenning op. Het kan haast niet anders dan dat ik Jan Nelissen (op tv) heb zien spelen in het verleden.
Een zeer persoonlijke voorstelling, waar ik met bewondering naar heb gekeken. Maar ook zo erg persoonlijk dat het soms een ongemakkelijk, zelfs schurend gevoel gaf....” -‐ Anjo Schaap “Een ontroerende ode aan een vader. Servaes Nelissen weet je te raken met zijn verhaal en (poppen)spel. Het is rommelig en amusant en als hij in zijn kast verdwijnt is zijn poppenspel ronduit briljant en fascinerend om te zien.” -‐ Rudy Ramondt
OOM WANJA – TONEELSCHUUR PRODUCTIES “Leuk om weer een klassiek stuk te zien, maar qua vormgeving vond ik het, ondanks de toelichting in de inleiding, tegenvallen.De lamlendige, lusteloze sfeer van ongelukkige mensen, die allen smachten naar het onhaalbare of treuren om het verlorene wordt met overtuiging gespeeld. En toch roept het geen empathie op, waarschijnlijk door de teksten die soms aversie oproepen of het soms wat trage slepende spel.” -‐ Hera Tseng “Ik geef de 9 vooral voor de bewerking van de tekst. Het terugbrengen van het aantal karakters tot 5 en daarmee het stuk tot de kern maakt het enorm veel beter. Het is duidelijker, compacter en kernachtiger geworden doordat alle overbodige franje, een plaag van veel Russische stukken, weggesneden is. Daardoor zijn de overblijvende personages helderder en zijn al hun relaties duidelijk en belangrijk geworden. Er zijn minder scenes maar die hebben wel meer diepgang gekregen. De rommel is teruggekomen in het decor maar daar past het juist wel: al die onaffe nutteloze zooi geeft goed weer waaruit het bestaan van de karakters bestaat. Ik vond het spel niet van alle spelers even sterk. Ali Ben Horsting vond ik het sterkst omdat in zijn spel ook veel ruimte en soberheid zat. Sommige anderen speelden naar mijn idee af en toe te veel (in gebaar of mimiek). Ook vind ik de relatief jonge leeftijd van Jeroen de Man in de Wanja-‐rol lang onwennig. De humor en luchtigheid waren goed gedoseerd door de spelers.” -‐ Martijn Romijn “aanvulling op mijn zojuist verstuurde beoordeling: de 'muziek' , of misschien beter 'soundscape' was erg mooi. Goed dat er niet voor bestaande muziek gekozen is maar voor die sfeergeluiden. Mooie diepe brommen, gekners en gepiep.” -‐ Martijn Romijn “Een mooie Tsjechov, waarin het echte leven wordt neergezet zonder teveel somberheid. De kleine humoristische "speldenprikjes" maakten het stuk lichter en draaglijker. Wat een goede voorbespreking trouwens van Nina Spijkers; zo kijk je toch met andere en bewustere ogen! Het uitgeklede stuk (minder personen dan oorspronkelijk) liet toch genoeg van alle personages zien zonder kaal te zijn. De slotmonoloog over het leven na de dood kwam een beetje uit de lucht vallen maar paste wel op de één of andere manier; misschien net iets te lang? ik weet niet...” -‐ Noor Zwijnenburg “Indrukwekkende, mooie voorstelling. Ik voel de drukkende hitte die als een natte warme deken over je heen valt, bijna letterlijk. Verstikkend zoals het leven van de personages is en zoals het echte leven ook kan zijn. Het is de vraag die wij ons altijd blijven stellen in het leven: is dit het nu? maak ik de keuzes die ik wil maken? buit ik het leven genoeg uit? Zeker in onze tijd wordt ons voorgehouden dat het leven opwindend en spannend is, dat er altijd kicks zijn, dat we allemaal toptalenten zijn, als we dat maar willen. Gelukkig is er dan iemand als Rene Gudde, die troostend zei, net zoor zijn dood deze maand, dat het gedoetje, de zorgen, dat dat het leven is. In deze voorstelling komt dit essentiële dilemma prachtig tot uiting. Wanja die gek wordt als er ook maar iets verandert in zijn leven. Het leven valt stil wanneer de professor en zijn vrouw komen logeren, maar als diezelfde professor een voorstel doet om uit de slopende sleur te geraken, wordt Wanja woedend. Hij wil werken, zoals hij dat altijd gedaan heeft en altijd zal blijven doen. Hoe zinvol is zijn werk eigenlijk? Sonja, de jongste van allemaal, is tevens de wijste. Zij verlangt naar de liefde en legt zich er bij neer als die niet bereikbaar blijkt te zijn. Zal haar dat lukken? Haar troost is het leven na de dood, maar wat als die niet beschikbaar is? Het stuk wordt door alle spelers prachtig gespeeld, vooral Sonja en de dokter maken indruk en Wanja, naarmate het stuk vorderde. Zoals gezegd is de hitte, de regen en het onweer bijna voelbaar. De verlichting roept de verlaten sfeer op van het eenzame landgoed, waar we ons bevinden. De opslagplaats vind ik, ondanks de uitleg vooraf, wat minder geslaagd. ” -‐ Hilde van Dijk “altijd weer verrassend hoe een Tsjechov eruit gaat zien. Met deze voorstelling boeiende compacte voorstelling gezien die geen moment voor wegzakkers zorgde. Onverwachte Wanja eigentijds neergezet. Herkenbare rollen met eigen identiteiten. Overtuigende dokter. Kortom ik mag zeggen dat ik blij ben dit weer te hebben mogen meemaken.” -‐ frits brouwers “Deze Oom Wanja wordt gered door wat ik niet zelden als bijzaak ervaar, nl. het decor. Een kerkhof vol spullen die eens nuttig waren of het hadden kunnen worden. Een visueel monument dat het onbeholpene en het stuurloze van veel menselijke aspiraties drastisch onderstreept. Het acteerwerk dat dan nog volgt, is naast deze notie vooral aanvullend en bevestigend. De expressie van de arts vond ik daarin het sterkst met zijn mix van geïnteresseerdheid, onverschilligheid en opportunisme. De andere acteurs hadden sterke fragmenten maar ik twijfelde soms of ze echt 'in' het thema zaten. Mogelijk is die indruk deels het gevolg van het langzame eerste deel van het stuk, waardoor de tragiek ervan voor mij te zeer werd verdund.” -‐ Jeroen Schoot “Dankzij de gemengde recensies (met Volkskrant ** en Trouw als uitschieters ***** als uitschieters) ging ik met gemengde gevoelens mijn eerste ontmoeting met Oom Wanja tegemoet. Het werd een geweldige meevaller. Graag onderschrijf ik het oordeel van de Trouw-‐recensent: “Ali Ben Horsting maakt van de bevlogen, afgestompte arts een geweldig complexe personage. En natuurlijk de onvergelijkbare Jeroen de Man als Wanja. Met zijn schutterige en speelde bewegingen, overstromende emoties en onberekenbare maar zeer goed voor te stellen gedrag, geeft hij aan het begrip naturel spel een nieuw dimensie.” Ik vond het een heerlijk avondje.” -‐ Henk Zwijnenburg
“Oom Wanja In deze versie van oom Wanja heeft Erik Whien het stuk gestript. Alle bijfiguren zijn verdwenen. Het doel hiervan is volgens de regieassistent Nina Spijkers om de ruis er uit te halen en het stuik terug te brengen tot de essentie. Mijn probleem hierbij is dat deze bijfiguren mede de tijd kleuren waarin het stuk zich oorspronkelijk afspeelt. In welke tijd het nu geplaatst wordt, blijft voor mij onduidelijk door tegenstrijdigheden. Het decor bestaat uit een half verscholen door houten schotten afgeschermde, hoop zooi, gestolde voornemens die nooit tot uitvoering gekomen zijn. Ze staan te wachten tot ze in gebruik genomen worden. Daarbij is modern materiaal, wat de suggestie wekt dat het stuk in deze tijd speelt. Als het stuk eindigt en Wanja en Sonja weer in de tredmolen van de tijd stappen, beginnen ze met rekeningen schrijven met pen en inkt uit een potje, wat wijst op een ver verleden. Als het stuk begint zitten Wanja en de dokter aan de zijkant van het toneel, ze zijn als het ware aan de kant geschoven, ze staan niet midden in het leven. Op zich wel goed bedacht, maar het levert een wat onhandig en chaotisch toneelbeeld op. Het blijft voor mij onduidelijk hoe het leven verliep voordat de professor , de vader van Sonja,met zijn jonge vrouw komt logeren. De verhoudingen wijzigen zich in de loop van het stuk. Van een idool waarop iedereen zich richt wordt de professor een uitvreter die door de mand valt. Ook bij zijn vrouw heeft hij zijn aanzien verloren, zoals zij toegeeft aan de dokter, die op haar verliefd is. Ze blijft echter op afstand en gaat niet of nauwelijks op zijn gevoelens in. Ze lijkt besmet met het virus van afwachting waar iedereen mee kampt in dit stuk. De verhoudingen onderling komen tot een climax als de professor het huis wil verkopen. Wanja komt in verzet nu zijn huisvesting en die van Sonja in gevaar komen. Hij wijst de professor er op dat het landgoed niet van hem is, maar van zijn dochter Sonja. Het is gekocht als bruidschat voor de overleden moeder van Sonja en nu haar bezit. Een bezit vrij van schulden omdat zij altijd hard gewerkt hebben. Bovendien heeft Wanja zijn vader destijds toestemming gegeven zijn eigen erfdeel te gebruiken voor de bruidschat van zijn zusje. Hoe deze Wanja zich verhoudt tot de tot niets komende man in het stuk, blijft in deze regie onduidelijk. Tijdens de logeerpartij van de professor en zin vrouw ligt het leven stil, ook dat van de dokter, die niet meer naar zijn patiënten gaat, zijn bomen in de steek laat en alleen maar drinkt en een oogje heeft op Elena. De professor is vooral aanwezig in zijn eisende gedrag waar iedereen in eerste instantie in mee gaat, maar dat ze eigenlijk allemaal spuugzat zijn. Het tot stilstand gekomen leven wordt vooral in veel stil spel weergegeven. Ik vind dit fysieke spel niet erg sterk misschien wel omdat het gedrag van de personages iets ongerijmds heeft. Ik had me meer van een regie van Erik Whien voorgesteld. ” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Aan het eind van Oom Wanja was ik wel wat verbaasd dat de een en driekwart uur van de voorstelling al voorbij was: m.a.w. ik had me niet verveeld. En toch ervoer ik geen hoogtepunten of wendingen in dit stuk; het bleef steeds hetzelfde. Zelfs de twee pistoolschoten brachten geen schrik noch verandering teweeg. Als het de bedoeling was om de verveling en voortdurende onveranderlijkheid op het Russische platteland te doen voelen aan het publiek , dan was de voorstelling wel geslaagd. Maar de tragiek van hun leven werd niet overgebracht in deze voortkabbelende vertolking. Jammer dat ik de tekst van Tsjechov niet zo ken dat ik de bewerking van Vandeputte en Whien beoordelen kan. Het omklappen van de wanden van het decor, waar de personages (eerst) omheen dwalen, waardoor de achtergrond/omgeving van het leven van de personages midden op het toneel getoond werd, vond ik een leuke vondst. Wel vond ik het decor te groot en overheersend in verhouding tot de acteurs en dat het de personages wat verdrong; en wel erg rommelig. Ik begreep dat het een verplaatsing naar onze tijd was; maar het toonde slechts rommel; niet de afval, het verval, van een mislukte bedrijfsvoering. De casting van Oom Wanja vond ik niet adequaat: hij was te jong. Hij was ook te nonchalant gekleed. Jammer want zijn uitbarstingen van woede werden wel goed gespeeld. Toegegeven: in onze tijd zou Oom Wanja er zo bij lopen en doen: en toch wrong het ergens, al weet ik niet waar het in zat.” -‐ Heleen Sissingh “Altijd weer verrassend hoe, met een paar luttele ingrepen, een meer dan honderd jaar oud toneelstuk, toch naar deze tijd getild kan worden. En dat zonder de tekst of sfeer van Tsjechov geweld aan te doen. Het rommelige, in het begin verscholen, decor maakt de wanorde die in de hoofden van de personages plaatsvindt, gaandeweg zichtbaar en tastbaar.” -‐ Rudy Ramondt “In deze uitvoering van Oom Wanja is alleen dokter Astrov, een rol van Ali Ben Horsting, echt overtuigend. Zijn spel staat als een huis, wat ik vooral niet kan zeggen van Jeroen de Man, die Oom Wanja speelt. Regelmatig kreeg ik de indruk dat hij een simpele ziel voor moet stellen in plaats van iemand die apatisch is geworden van het niets doen. Tien jaar lang is hij ondergesneeuwd geraakt door zijn zwager, die de hele gang van zaken bepaalt op het landgoed. Ook zijn nichtje Sonja, de feitelijke eigenares, laat alles maar over zich heen komen. Zij is de enige die het hoofd koel houdt en offert zichzelf volledig op. Intussen is het hele landgoed vervallen, wat duidelijk tot uitdrukking komt in het armoedige decor. Goed en matig spel, en soms zelfs onbegrijpelijk spel wisselen elkaar regelmatig af, waardoor het geheel soms rommelig overkomt. Net als je denkt dat het goed loopt en aantrekkelijk wordt komt er weer een dip. Jammer, waarschijnlijk laat de regie het hier afweten.” -‐ Brigitte Van Mulken
OSAMA THE HERO – TONEELSCHUUR PRODUCTIES “Lastig om iets over te zeggen. Ondanks dat Joost van Hezik adviseerde om niet teveel in het verhaal te verdwalen, was ik toch erg begaan met Gary. Het zette me aan het denken over hoe ik in zo'n situatie zou handelen; meelopen/doen met de grote monden of de ballen hebben om mijn eigen mening te geven en mijn gevoel te volgen; een echt dilemma. Ik vond de schermen waar de beelden op werden geprojecteerd heel mooi uitgevoerd. Zeker in combinatie met de glanzende tafels waar het geheel zich op afspeelde. Ik heb bewondering voor Tim Linde die zo lang op zijn knieën zat dat hij pijn moet hebben geleden. Ik vroeg me af wat hij via zijn koptelefoon hoorde; meditatieve muziek of teksten om op iets anders te focussen? Dit stuk bevatte meer lagen, welke mij mogelijk stukje bij beetje zichtbaar worden.” -‐ Noor Zwijnenburg “Knap geregisseerd stuk. Het feit dat het eerste deel (bijna de helft) zich afspeelt op 3 grote schermen met een geblinddoekte gevangene op het toneel heeft wel impact. Het is een heftig stuk, veel geweld en negativiteit, maar tegelijkertijd liet het ook de mooie kanten zien. Zo houd ik zelf ondanks alle bloed en agressie toch een positief gevoel over, bijvoorbeeld door het vasthouden aan de waarheid ten koste van alles, of de schoonheid van een gerecht. Een goede voorstelling en ik zie uit naar het volgende deel van de vierluik.” -‐ Hera Tseng “De voorstelling roepte bij mij herinneringen op aan de overmatige gebruik van video in het Duitse toneel van de jaren 90. De vorm maakt moe en de gevoelde afstand naar de dinge op de vloer wordt groter. Het is soms radicaal en dapper, weinig te doen. Missschien is het ook mijn beeld van te realiteit waar te hype van de beeldcultuur en de mediakritiek een beetje vorbij is en ik denk dat andere stromingen of tegenbewegingen belangrijker zijn. Goede acteerwerk; de accent van de acteuren bij de onvertalende stukken en de gebruik van een false hammer waren voor mij in de uncanny valley.” -‐ Rene Wiermer “Dit avondje toneelkijken begon sterk dankzij het voorgesprek met Joost van Herik met zijn interessante inkijkje in de totstandkoming van het stuk (in zijn hoofd en in zijn samenwerking met de spelers). Door de grote moeite die ik recentelijk had om The Immortals te verteren, ging ik vervolgens met niet al te hoog gespannen verwachtingen de zaal in. Het zou immers weer iets heftigs worden met 'veel beeld en weinig verhaal' (als ik zo mag samenvatten). Mijn vrees bleek ongegrond. Vanaf de eerste tot de laatste minuut heeft dit stuk mij bijzonder aangesproken en geboeid. Misschien doordat ik de wereld zoals die ons werd voorgeschoteld -‐ de personages en hun denkwereld, gedrag, oordelen en agressie -‐ herkenbaar vond. De kritiek dat dit stuk denigrerend zou zijn voor bewoners van 'krachtwijken' deel ik niet. Het zou m.i. in bewerkte vorm net zo goed in Aerdenhout of Bloemendaal gesitueerd kunnen worden. Ook daar laat de mensheid zich geregeld van zijn onvolwassen/primitieve kant zien. Kortom: spannend, verrassend maar vooral indringend.” -‐ Henk Zwijnenburg “Naast de titel die een rake provocatie is, blijft van Osama the hero vooral de vorm bij. Je ziet een zwart, glad grid van zo'n 6 bij 6 m waarop de acteurs hun spel ontvouwen. Sommigen gebruiken er loopcamera's bij en de live beelden daarvan zijn zichtbaar op grote wandschermen.In andere, voorgemonteerde beelden zie je een Osama-‐adept en soms Osama zelf, afgewisseld met scènes waarin een kennelijke pedofiel een jonge meid wil bepotelen en meer dan dat. Soms zijn de beelden erg vaag door (te) fel podiumlicht. Een loopcamera bedienen betekent voor de acteur in kwestie een zekere expressieve beperking. Hier krijg je er beeld in wandformaat voor terug. Ook dragen die camera's en het vrijwel ontbreken van kleuren buiten zwart, wit en grijs, bij aan de onheilspellende kilte op het podium. En die onderstreept weer de uitzichtloosheid van de vastgebonden jongeman in het midden, beschuldigd van een garagebrand. De kern is dat mensen bij hun kijk op maatschappelijke vragen graag houvast zoeken in zwart/wit schema's met simpele vijandbeelden -‐ die niks oplossen en vaak destructie opleveren. Het stuk spitst deze notie tamelijk drastisch toe. Vooral in de langdurige scène waarin het geweld eerst het 'recht' bepaalt en dan beangstigend eenvoudig escaleert tot een uitkomst met dodelijke afloop. Ook kan geweld in mediale vorm haast ongefilterd gaan mengen met het alledaagse bestaan, bijvoorbeeld als clipje onder het bereiden van een maaltijd. Dergelijke fragmenten uit het stuk zijn sterk, beklemmend en hilarisch tegelijk. Ze geven ook aan dat geweld een haast universele verleider kan zijn die velen weet in te palmen. De relatie met het thema revolutie waar regisseur Joost van Hezik over sprak, blijft intussen dun: over 'revolutionaire' motieven als het vestigen van een theocratie of het levenslang vastzetten van pedofielen, vernemen we eigenlijk niks. Het slot is een soort epiloog waarin het pedo-‐slachtoffer al mijmerend in een park, afstand neemt van het zwart/wit denken waar zij ook deel van uitmaakte. Zij wil in dat park gaan wonen, voor haar een 'heile Welt' zonder narigheid. Die escape lijkt een persoonlijke redding maar kan ook een illusie blijken. Ze geeft ons nog mee dat mensen vooral door onvolwassenheid telkens in simpele schema's vervallen. Onvolwassenheid impliceert dat er kansen bestaan voor een betere toekomst -‐ geen verrassend inzicht. Hier stelt Osama the hero teleur omdat het naast de optie van een escape geen ander perspectief opent om maatschappelijke vragen tegen het licht te houden. De grote kracht van het stuk zit vooral in de scherpe, contrastrijke vorm, veel minder in de inhoudelijke aanpak.” -‐ Jeroen Schoot “In 2008 zag ik dit stuk ook al eens, en ook toen maakte het weinig indruk op me. De enscenering is prachtig en het spel is uitstekend, en dat was het dan wat mij betreft. Wat het decor betreft, dat bestaat uit 3 videowanden die tegelijkertijd de afgebrande muren van een garagebox zijn. De speelvloer is een zwarte glanzende lage tafel, heel mooi! Er komt via het spel en de video’s heel veel informatie tegelijkertijd op je af, soms wat teveel, je weet haast niet waar je kijken moet. Het is me net als de vorige keer onduidelijk wat de auteur, Dennis Kelly, met dit stuk wil zeggen. Dat we intolerant en bevooroordeeld zijn? Dat
we het geweld niet schuwen en heel gemakkelijk met de vinger naar anderen wijzen? In dat geval is de boodschap goed overgekomen, hoewel dat natuurlijk niets nieuws is.” -‐ Brigitte Van Mulken “ik heb de voorstelling in 2008 gezien in een uitvoering van de Queeste. De voorstelling gaat over beeldvorming, het beeld dat je zelf uitdraagt en ook hoe dit beeld wordt geïnterpreteerd door anderen. Het laat ook de gevolgen zien, waar alle betrokkenen als het ware inglijden. In de eerste voorstelling die ik zag werd het verhaal min of meer chronologisch verteld. Hier ligt het accent meer op het proces van de beeldvorming met behulp van de huidige communicatiemiddelen. Dit leidt tot een snelle opeenvolging van beelden. Het werkt daardoor associatiever. Het toneelbeeld lijkt een hele grote kijkdoos, open aan de kant van het publiek. Op de grond zit een figuur met een doek over zich een. Er worden in een heel snel tempo allerlei beweringen naar voren gebracht met behulp van snel wisselende projecties waarbij de boodschapper zelf prominent in beeld komt in de virtuele ruimte. Het lijkt een sneeuwbal van beweringen, het een roept het ander op in één grote escalatie. De teksten zijn niet echt goed inhoudelijk te volgen, maar het is wel duidelijk dat het tot een climax stijgt. De zittende figuur wekt de woede op van de anderen. Drie figuren komen nu live de vloer op en richten zich op de zittende figuur. De hele oppervlakte van de vloer spiegelt, waardoor de focus helemaal hierop wordt gericht. Ze hakken eerst met woorden op de jongen in en tenslotte wordt hij ook daadwerkelijk gemolesteerd. Het lijkt een proces dat niet meer is te stoppen, ondanks het protest dat een van de meisjes wel laat horen, doet iedereen mee aan de slachtpartij. Het lijkt erop dat niemand zich echt dader voelt. Door de manier waarop het in beeld wordt gebracht komt het heftig binnen, ondanks het feit dat het verhaal slechts in assiociatieve fragmenten wordt gebracht. Wat de daders doen staat niet in verhouding met wat het slachtoffer slechts heeft beweerd. In die zin is het een actueel thema dat hier aan de ore wordt gesteld. Het doet me meteen denken aan een artikel in de Volkskrant over het proces van het pesten. Daarbij wisselen de rollen regelmatig. Er is niet een pester en een slachtoffer, er zijn ook helpers, die soms helpen om zelf geen slachtoffer te worden en ook de daders voelen zich regelmatig slachtoffer. Deze voorstelling vormt hiervan wel een mooie illustratie.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Het beeld van een Vogelaar-‐, probleem-‐, 'kracht'wijk kunnen we allemaal wel oproepen. De vooroordelen daaromtrent ook waarschijnlijk (zo niet, luister dan even naar Wilders). Zelfs als een man van middelbare leeftijd een verhouding heeft met een jonge vrouw en daarom als 'pedofiel' wordt bestempeld, kan ik begrijpen (mijn dochters bestempelden Moskowicz ook als zodanig tijdens zijn relatie met Jinek). Maar wat is de relatie met een vermeende brandstichter/terrorist???? De veelvuldig herhaalde vraag: "weet je wel wie ik ben" van Francis aan Gary heb ik ook niet begrepen (maar misschien ligt dat aan mij). Ernstig geweldadige scenes daar kan ik niet goed tegen. Rest mij de volgende opmerkingen: Wat dit een goede voorstelling: ... Tja..... Heb ik er van genoten? .... nee niet echt Dacht ik er later over na? ... ja wel zeker!.....” -‐ Anjo Schaap “De kijkwijzer gegeven bij de inleiding was let op de interacties niet direct op de spelers. Ik heb beide proberen te doen.Heb ook speciaal geprobeerd de camera posities te volgen. Helaas waren de beelden niet altijd helder te volgen. Dat kan mogelijk met wat meer contrastwerking verbeterd worden. Het spel raakt de actualiteit en laat ons als kuddedieren zien. De werels is niet de mensen dat zijn wij. Zo eindigde de epiloog als ik het goed onthouden heb. Onderhoudende avond maar geen hoogtepunt voor mij. Ik ben blij dat ik deze avond weer aanwezig kon en mocht zijn.” -‐ frits brouwers “weinig te zien, video is jammer,” -‐ brigtte terburg “In een van de recensie in de kranten las ik dat het maken van politiek theater uiterst gevoelig ligt. In deze voorstelling wordt een dappere poging gedaan om over een aantal gevoelige onderwerpen een mening uit te dragen. In tekst en spel werd dit niet altijd overtuigend gebracht waardoor het gissen werd welke boodschap nu eigenlijk werd uitgedragen. Vanuit idealisme een voorstelling willen maken over politiek kan dus ook volkomen haar doel voorbij schieten. helaas was dit bij deze voorstelling aan de hand! De vormgeving vond ik erg sterk en mooi gevonden om driedimentionaal het spel te kunnen volgen.” -‐ Rubi Hendriks “Een thema kon ik er eerst niet in ontdekken. Wegens de verplichte recensie bleef ik er echter over piekeren. Toen ging ik er toch een geraamte in zien: geen relaas van het gebeuren maar een indringende beschrijving van drie aspecten van de handeling. Eerst wordt de beleving van het slachtoffer getoond, dan de doodslag zelf en vervolgens de “drijfveer” van de daders. Het eerste deel vond ik ondanks de inleiding van de regisseur onrustig en verwarrend om naar te kijken. Drie wanden die in beeld de moord verbeelden: het beeld was groot maar vaag en bewoog voortdurend naar en van de kijker af, en de drie toonden niet hetzelfde. Maar was dat niet wat het slachtoffer ervoer, dat gebonden en geblinddoekt op het midden van het toneel zat, niet begrijpend waarom hij daar, tussen die drie wanden, gevangen zat. Daarna zag je hoe de drie daders de man, die geen kwaad gedaan had, aanvielen; hun ondervraging en bedreiging maakte ook aan het publiek niet duidelijk waarom ze hem nu eigenlijk veroordeelden tot het gruwelijke vonnis. In het laatste deel zitten de drie daders aan een grote tafel, ver van elkaar want er is geen onderlinge relatie. Het lijk ligt op de tafel maar dat negeren ze. Ieder van hen houdt een “monoloog” die totaal geen verband houdt met het voorgaande. Alle drie reageren ze niet op elkaars verhaal maar gaan na de onderbreking door met hun eigen zegje; de oudere man praat maar over de details.van het koken en de kruiden, en dat na de gruwelijke hamerslagen die hij uitdeelde. De vrouw die aanzette tot de moord blijft maar haar obsessie "fight fight with fight" herhalen.
Deze voorstelling liet zien hoe mensen zonder enige reden een moord op onschuldigen kunnen begaan, misschien zelfs zonder het te beseffen. De verwarring van het slachtoffer werd daarbij indringend verbeeld.” -‐ Heleen Sissingh “Misschien heb ik het niet begrepen, misschien was dat de bedoeling. Het is onduidelijk waar dit stuk over gaat, m.u.v.frustraties en martelingen. Maar het hoe en waarom blijft tot het einde duister. In ieder geval voor deze kijkster. De de vormgeving sprak mij nog het meeste aan. Het toneelbeeld was indrukwekkend, maar compenseerde het gebrek aan inhoud onvoldoende.” -‐ Rudy Ramondt
RESTAURANT AMORE – GOLDEN PALACE “Goed gespeeld door de acteurs. Een ieder blijft wel in zijn-‐haar rol, maar zag ik niet meerdere lagen in, of het moet zijn waar ze in veranderen door het eten. De beelden op het scherm passen niet in de setting van een restaurant, of de entourage, maar zijn als aanklacht tegen de consumptiemaatschappij wel zeer confronterend.” -‐ Hera Tseng “Uit eten gaan associeer ik op de eerste plaats met gezellig en daarnaast ook met lekker. De personages die in Restaurant Amore komen eten, hebben een andere insteek. Ze zijn geobsedeerd door het eten. Dat eten is voor hen een bijna orgastische egotrip, alleen het verorberen van het voedsel telt. Ze komen een voor een het restaurant binnen. Een man is al aanwezig en ligt met zijn hoofd op tafel tot dat er eten komt. De kok loopt rond en lijkt hier niet van op te kijken. De gasten dekken zelf hun eigen tafel. Ieder zit apart, op zichzelf, onderlinge communicatie ontbreekt. Er wordt een spel gespeeld met onze verwachtingen van een restaurant die haaks staan op wat er hier gebeurt. Op een scherm links staan eerst schilderijen van voedseltableaus geprojecteerd. Deze worden afgewisseld met filmbeelden uit de voedselindustrie. Kuikentjes op een lopende band die al piepend gescheiden worden. Kuikentjes die uit het ei breken, slijmerig en wel. Beesten die in een slachterij hangen. Allemaal niet direct beelden waarbij je denkt: ha, lekker! Als het eerste hapje door de kok gebracht wordt, raken de gasten in vervoering. Dan komt er nog een gast binnen die nog op zijn metgezel wacht. Hij is niet bekend met de regels hier, die zijn ook nogal absurd voor een restaurant. Het absurde wordt versterkt doordat de andere gasten alles heel normaal lijken te vnden. De rest van het eten komt via de loopband en de gasten vallen er op aan, op zo'n manier, dat je er bijna niet naar kunt kijken. toch raak je als toeschouwer geboeid door de taferelen die zich voor je ogen afspelen. De gasten gaan onverstoorbaar door alsof alles heel gewoon is, terwijl de situaties absurd zijn. Dat heeft een komische werking waardoor je als kijker de hele tijd betrokken blijft. Het kanappe is dat je na afloop ook nog blijft doordenken over eetpatronen in onze maatschappij.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Onverwacht onderhoudend en plezierige voorstelling. Een knipoog naar de bioindustrie maar een kostelijke voorstelling. Goede casting van de 6 spelers. Heel divers en internationaal. Met veel humor en expressie gespeeld. Overtrof aanzienlijk de verwachtingen. Ik ben blij dat ik hiervan getuige ben geweest.” -‐ frits brouwers “Een man hangt als een dweil over zijn tafeltje terwijl zoete ballroom muziek en een passend decor de verlokkingen van Restaurant Amore aankondigen. Gasten komen los van elkaar binnen en kiezen een plek. In de dampende keuken is een kok bezig die je niet zo gemakkelijk op een subtiliteit zult betrappen. Verse vleesgerechten lijken bij Amore een specialiteit -‐ een kip hakt hij ter plekke de kop af. Obsessief peilt hij vanuit zijn domein de bewegingen van de gasten. Hun expressie verschuift allengs van schuchtere gebaren naar een orgieachtige wirwar, waarin conventies worden afgelegd en ieder zich ongeremd tot het eten en tot elkaar verhoudt. Er wordt met verve geacteerd, met een onderhoudende komedie als resultaat. Het stuk onderstreept dat eten als communicatievorm indringender is dan woorden, een fysieke taal met sociale kenmerken die het nodige meedeelt over degene die eet. De opbouw van de podiumactie van rustig naar hectisch en de variatie in types, vind ik geslaagd. En Ingrid Kuijpers heeft de vele hilarische momenten mooi gespreid. De beelden uit de bio-‐industrie werkten bij mij als een terzijde, een kanttekening zonder veel relatie met de verdere voorstelling en zonder echte invloed op de beleving van het stuk.” -‐ Jeoen Schoot “Een heerlijke voorstelling. Lekker absurd en goed doorgevoerd en mooi geacteerd. Het aan de kaak stellen van de consumptiemaatschappij werd mooi in beeld gebracht doch kwam nergens belerend over. Geef mij maar meer van dit soort voorstellingen.” -‐ Rubi Hendriks “Wat zal het een opgave zijn geweest voor de spelers om bij iedere gang van dit curieuze menu opnieuw de extase en het genot over het gebodene, dat wel godenvoedsel moet zijn, op de toeschouwer over te brengen. En dat lukt. Met prachtige gezichtsuitdrukkingen, kleine gebaren en fantastische lichaamshoudingen wordt ieder nieuw bord eten een hoogtepunt in de voorstelling. En wat een voordeel om een zwarte acteur te zijn: je oogwit wordt zo ongeveer je sterkste punt in het toch al geweldige spel! Mijn ogen kon ik daar nauwelijks van afhouden. En dat was weer jammer, want dan miste ik weer een subtiele verandering bij een andere speler. De lopende band vond ik een hilarische vondst, want daarmee werd beweging en spanning in de voorstelling gebracht. Wat zou er nu weer gebeuren? De inhoud en de betekenis van de voorstelling vond ik mager. Zeg niet dat die er niet was, want de schrijnende videobeelden van kuikentjes met gekapte snaveltjes die waarschijnlijk aan het eind van hun lopende bandleven in de shredder zouden verdwijnen blijven een mens bij. Net zoals de ganzen, waarvan de lever gelijktijdig op toneel werd geconsumeerd. Had daar wat meer mee gedaan, of had dat helemaal weggelaten. Nu bleef dit element een beetje steken en dat maakte deze voorstelling uiteindelijk vrij inhoudsloos. Mijn eerste gedachte na afloop was dan ook: heerlijk om naar te kijken, maar maak het een half uur korter en ga ermee op de Parade staan.” -‐ Hilde van Dijk “’s Werelds allerbeste kok, daar moet je wezen. In zijn zelfbedieningsrestaurant wordt het eten een orgastische ervaring. In een prachtig interieur met hele mooie Art Decodeuren en een lopende band voor de gerechten kijken de gasten elkaar het eten uit de mond. Ze hebben weinig tekst, maar je krijgt al trek als je de ingrediënten hoort, die in het Italiaans (prociuto crudo con melone, permigiano di Parma) of Frans worden uitgesproken. Het is pure poëzie. Op een videoscherm komen intussen beelden
voorbij van stillevens, kuikentjes (schattig!! hoor ik een paar meisjes achter me kirren), de bio-‐industrie (nu griezelen de meisjes) en vooral van dode dieren. De vaste gasten kennen de spelregels, en alles verloopt soepel tot er een nieuwe gast binnenkomt. Hij moet nog wennen, en later zijn vriendin al helemaal. Zij lijkt last te hebben van anorexia, want ook dat is iets dat bij eten soms om de hoek komt kijken, en ontregelt de boel daar nogal mee. Nadat de amuses en het voorgerecht langs zijn geweest is het tijd voor kip. Hele verse kip wel te verstaan, de kok zit op hilarische wijze een kip achterna, die zich bijna niet wil laten vangen. We griezelen en liggen in een deuk tegelijkertijd. Pas als de kip is uitgescholden voor putain (!) laat zij zich slachten. Op de achtergrond klinkt steeds hele lekkere 30er-‐jaren filmmuziek, die voor een relaxte sfeer zorgt, maar het loopt helemaal uit de hand als die supersexy stem van Eartha Kitt langskomt. C’est si bon zorgt voor een orgie. De rust keert pas weer als de muziek de boel weer kalmeert. Intussen is de relatie tussen de twee gelieven ernstig verstoord. Hij heeft ook zoveel moeite met kiezen tussen goddelijk eten en een vriendin die niet veel om eten lijkt te geven. Het stuk lijkt soms lekker traag te verlopen, maar dat is maar schijn, want ondanks de weinige tekst gebeurt er heel erg veel, je kijkt je suf! Ik heb genoten van een hele geestige, echte Golden Palacevoorstelling, waar ik helemaal blij van werd. Heel verzorgd en uitstekend geacteerd!” -‐ Brigitte Van Mulken “Misschien een beetje hoog cijfer voor een voorstelling als deze, maar ik heb al sinds Snowbirds een zwak voor Golden Palace. Als ik na een dag van hard werken naar het theater ga met een kaartje voor Golden Palace op zak, heb ik altijd goede zin. Misschien in het geen toneel met een hoofdletter T, maar ik vind de stukken over het algemeen vermakelijk met een hoofdletter V. Dat geldt zeker voor Restaurant Amore.” -‐ Henk Zwijnenburg “Ik had een leuke avond, maar verder zou ik niet zo goed kunnen schrijven wat ik ervan vond. Aardig stuk.” -‐ Noor Zwijnenburg “Restaurant Amore; maar er was nauwelijks contact tussen en met de gasten. Een verhaal of plot bevatte de voorstelling dit keer niet. Er werd een bepaalde situatie neergezet – van hieruit was het stuk al experimenterend ook ontstaan. Dat kan best een leuk spel opleveren zoals bij Rampentraining voor Stewardessen en Death by Powerpoint, eerdere voorstellingen van hetzelfde gezelschap, ook het geval was. Dit keer kon het resultaat als geheel mij echter niet bekoren. Wat was het onderwerp of uitgangspunt achter dit stuk; selfservice en onpersoonlijkheid, lopende band of voedselverwerking ? Het laatste zou getoond kunnen zijn in de video van kuikens op de lopende band: een leuke ‘tegenhanger” maar erg kort en te simpel van uitwerking voor een voorstelling. Om de gast die vanuit de keuken op de lopende band het restaurant binnenviel kon je even lachen, maar meer ook niet. Toen hij afgelikt werd door de andere gasten vond ik het te geforceerd worden en niet meer leuk. In deze scène zag ik ook geen link met het onderliggende idee. Of was dit slapstick? Blijkbaar houd ik daar niet van. Wat de verdere uitvoering betreft: de kostuums waren mooi en raak getroffen; ze hòòrden bij het gedrag van de personages. Ook waren er een paar mooie glijdende loopjes, dansjes, te zien. Kortom een paar leuke invallen en hilarische scènes maar als voorstelling was het mager en erg kort.” -‐ Heleen Sissingh “Ai.... Eens per jaar ga ik ook decadent uit eten met mijn broers, zonder vragen te stellen.... Kwarteltjes, Foie Gras, en andere buitengewone hapjes. Ik kijk er nu toch iets anders tegen aan” -‐ Anjo Schaap “Een heerlijke voorstelling vol smakelijk 5-‐sterren genot. Er wordt weinig gesproken (wel in verschillende talen, zoals ook de gerechten uit verschillende landen komen) aangevuld met niet mis te verstane lichaamstaal. Ook zeer confronterend met walgelijke beelden over wat de mens nodig acht om deze culinaire hoogstandjes te kunnen volbrengen.” -‐ Rudy Ramondt
ROUTE NATIONALE – GLORIA / ORKATER NIEUWKOMERS “Goed spel, de combinatie met de muziek maakte het compleet! Het spel van Gloria droeg de voorstelling, prachtig!” -‐ A. Tevel “Hoge verwachtingen, maar die zijn helaas niet uitgekomen.Teksten die weinig deden en niet erg overtuigend gespeeld.Het bloederige tafereel was voor mij niet goed te plaatsen en ronduit walgelijk.Geen mooie afsluiting van het seizoen.” -‐ Hera Tseng “Ik was na afloop van Route Nationale in de war. Ik vond het stuk geweldig en ik wist niet waarom. Waar had ik nu eigenlijk naar zitten kijken? Het decor was zo mooi, zo ingenieus, zo mooi van kleur, het spel uitstekend, vooral van Sanne Vanderbruggen (zonder daarmee Croiset en Utlu tekort te willen doen) en de muziek suggestief, maar waar ging het nu over? Was het alleen maar vorm, met een suggestie van diepzinnigheid die niet meer is dan een leeglopende ballon? Dat zeker niet, want dan was ik geïrriteerd geweest. en dat was ik zeker niet. Wat ik wel heb gezien, en dat is mijn intepretatie, zijn de beestachtige trekken die mensen krijgen wanneer ze in situaties verzeild raken waar ze de controle verliezen, de agressiviteit van mannen tegenover vrouwen (dat herinnerde ik me vooral nog uit de film Ingorgo naar het verhaal van Cortazar), de manipulaties van vrouwen tegenover de man. En als alles aan het eind dan toch nog goed komt, dan trekken we onze kleren recht en doen we alsof er niets gebeurd is. Daar ging dit stuk voor mij over. Mooi dat wij dat zelf kunnen interpreteren. En wat een geweldige acteurs. Veelbelovend.” -‐ Hilde van Dijk “Een van de minder alledaagse voorstellingen in onze serie maar zeker niet de minste. (En ook nog mooi getimed in de week van 60 jaar file in Nederland.) Persoonlijk vind ik het wel aardig als ik gedurende een voorstelling niet direct weet wat ik ervan moet vinden. Dat houdt me tijdens het kijken scherp en geboeid. RN riep de meest uiteenlopende associaties op, van Les vacances de Monsieur Hulot tot een vliegtuig dat neerstort in het Andes-‐gebergte, waarna de overledenen elkaar opeten. Intrigerend.” -‐ Henk Zwijnenburg “Muziektheater is niet echt mijn ding en ik heb moeite me aan dit stuk over te geven. De muziek werkt bij mij niet als een verbinding en helpt me niet om grip te krijgen op dit stuk. Een stel gaat met tegenzin op pad om een bezoek te brengen aan haar ouders buiten de stad. Het stuk is geïnspireerd op een film van godard. De absurdistische elementen spreken me wel aan. Deze komen ook tot uiting in de aankleding. Ik kijk met verbazing hoe Sanne Vanderbruggen op die onmogelijke steltschoenen kan lopen. Verder blijft het voor mij een verzameling losse elementen met af en toe interessante onderdelen, maar die blijven te veel los zand. Kortom, het stuk slaat bij mij niet echt aan.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Twee hoogopgeleide mensen, strak in het pak en de lak, zijn op weg naar haar ouders, wat zij een slecht idee vindt, want dat zijn domme, onbeschaafde mensen. Dan komen ze in een file terecht. Ze staan lang stil en de file groeit, zoals we vernemen van Gloria, die de lengte van de file omroept en de weersverwachting doorgeeft. De muziek begint heel sober en het ritme wordt door een luid tikkende metronoom aangegeven. Als de emoties oplopen en de hoofdrolspelers hun gevoel voor decorum steeds meer kwijtraken wordt de muziek rijker. Het verhaal krijgt een bizarre wending en is niet altijd even helder, maar het blijft aantrekkelijk en soms ook heel grappig. Een hele vermakelijke voorstelling!” -‐ Brigitte Van Mulken “Wat moet je ervan vinden. De spelers geven aan laat het maar over je heen komen! Maar tuurlijk zitten er diepere lagen in. Wat doen wij? kuddedieren, de beest in je. hechtheid van relaties enz. Het stuk krijgt extra cachet door de muzikale ondersteuning en de bindende rol van Gloria. Al met al een vermakelijke avond. En ik ben tevreden dat ik ook deze avond weer heb mogen meemaken.” -‐ frits brouwers “Stilstaan in een file is een 'dankbare' opstap naar stuurloos gedrag en het putten uit oerinstincten van overleving biedt nauwelijks soelaas. Orkater & co vergroten dit gegeven absurdistisch uit in een aansprekende voorstelling. Deze opzet is een sterke keuze van de regie die de vervreemding en hulpeloosheid van het individu toont in wisselende en soms bizarre gedaanten. Het acteerwerk van het echtpaar is top notch in zowel dramatiek als humor. De andere rollen inclusief de muziek geven extra dimensies aan het stuk, ook in sfeertekening. Qua dosering zijn tekst en muziek goed ingeweven in de voorstelling. Decor en vormgeving hebben in deze setting minder gewicht maar bij Route national vullen ze het podium goed op. De relatie met een autoweg was m.i. te dun. Al met al een heel sterke productie.” -‐ Jeroen Schoot “Er zaten leuke stukken in, in het eerste deel, maar de algehele lijn daarvan kon ik niet ontdekken. Na het nagesprek en het lezen van de folder begreep ik er meer van; maar een voorstelling moet toch ook op zichzelf de strekking en het onderwerp kunnen overbrengen; vind ik. Het houterige lopen en bewegen en de overdreven kapsels vond ik leuk; evenals de absurde dialogen, reacties en handelingen. Die momenten op zich spraken me wel aan. Ik genoot ook van de choreografie van sommige fragmenten, zoals het lopen in zigzag-‐lijnen wanneer de personages elkaar achtervolgen. Knap om de grapjes zo te doseren dat het leuk bleef want vaak was de vertolking op het randje van ‘flauw’. Aan het eind vond ik het wroeten in het bloed te ver gaan. Ook de interacties tussen de personages waren mooi getimed. Maar de aankleedscènes vond ik te saai en te lang. Visueel was het eerste stuk mooi en grappig – en daarom vond ik, visueel ingesteld?, het eerst een mooie voorstelling. Van de muziek weet ik te weinig om die hier te kunnen beoordelen. Wat de slagwerkers deden was wel erg knap in de vlugge fragmenten; de
rustige muziek aan het eind waardeerde ik meer. Ik vroeg me wel af in hoeverre de waardering van het geziene afhankelijk van je eigen stemming is. Ik verwachtte niet veel van dit stuk omdat ik minder met die muziek heb. Toen ik, na een drukke dag elders, in de zaal zat, heb ik wel plezier beleefd aan deze voorstelling – omdat het ontspanning voor me was? ” -‐ Heleen Sissingh
SHOOT THE MESSENGER – MOEREMANS EN SONS “Het is een voorstelling die je uit je comfortzone probeert te halen en dat is wel gelukt. Lastig in het oordeel is wat je er dan van moet vinden, want wordt het ongemak veroorzaakt door het onverwachte, het ongewone of is het feit dat het enorm traag (veel stilte/leegte, supertraag verschijnende teksten) was de reden voor het ongeduld wat opkomt? Dat neemt niet weg dat er leuke vondsten waren, waar ik hard om moest lachen. Iets korter had het krachtiger gemaakt.” -‐ Hera Tseng “Shoot the messenger......of toch maar niet? Accepteren we de boodschap of gaan we verhaal halen? Misschien geven we een eigen interpretatie aan de boodschap, of laten we ons bij een slechte boodschap lijmen met een " Wiedergutmachungsverschnaperung". En zouden deze vragen en twijfels op zich de boodschap zijn van " Shoot the messenger"? In een wereld waarin we worden gebombardeerd met boodschappen zijn het in ieder geval zinnige vragen. Gelukkig neemt Moeremans & Sons het in dit theaterstuk (dat maar niet wil beginnen) niet al te serieus. In een verbijsterend hoog tempo praten de acteurs met, door en tegen elkaar. De timing is perfect, zodat de hilarische tekst volledig tot zijn recht komt. Heel gewaagd van de regie om het laatste deel van het stuk plotseling stil te laten vallen, terwijl de boodschappen onverminderd doorgaan, maar dan in een andere vorm. Ik werd van een kijker en luisteraar plotseling een lezer, en met mij de acteurs. Zij reageerden op de teksten en dat gaf weer een nieuwe en grappige draai aan het stuk. Het decor vond ik een tikkeltje te sober, maar door het ijzersterke spel van de acteurs bleek dat geen bezwaar. En trouwens.....hebben ze die slang nou nog gevonden, de reden van alle chaos, wachten en onzekere boodschappen?” -‐ Hilde van Dijk “Ietwat verrassend begint de voorstelling op de gang buiten de zaal en met een dialoog vol misverstanden zodat je al vermoedt dat het stuk niet bedoeld is om houvast te bieden. Dit wordt bevestigd door het terugsturen van de bezoekers i.v.m. 'een gevaarlijke slang' -‐ nadat ieder zich al in zijn of haar stoel had gevleid. Een rolvaste zaalwacht tekent voor deze actie. Zij meldt even later dat iedereen alsnog de zaal in mag omdat het gevaar inmiddels bezworen is. Met deze intro is de toon gezet. Het stuk speelt met de stelling dat menselijke ervaringen en gebeurtenissen veelal weinig ordening kennen of ongerelateerd zijn. Dat levert chaos op en met die chaos kun je maar beter leren leven: orde scheppen lukt alleen schijnbaar of incidenteel. Een voorbeeld van het eerste is het podiumscherm waar de bezoekers braaf een half uur naar kijken als naar de PC op hun eigen bureau: een veilige en vertrouwde structuur. Een voorbeeld van het tweede zijn de strak synchroon getimede close harmony fragmenten: schitterende stukjes ambachtelijk geschapen orde. De teksten zijn doorspekt met scherpe commentaren en kleine vervormingen van spreekwoorden waardoor betekenissen losraken. Dat is precies de bedoeling: samenhang en ordening bestaan bij de gratie van een oceaan aan chaos en misverstand. De scene met de uitgereikte snoepjes onderstreept dit op hilarische wijze. Ook het vervreemdende effect van met de rug naar het publiek gerichte spelers draagt daartoe bij. Mede daardoor en door het sobere decor, was er visueel overigens niet heel veel te beleven. Een ander minpunt was voor mij de scène met het podiumscherm die nogal wat vaart uit het stuk haalde. De uitmonstering van de acteurs als een soort groene brigade vond ik daarentegen weer grappig. Al met al is het de jonge theatergroep Moeremans&Sons gelukt om een thema van betekenis op te werpen in een soms verrassende en onderhoudende vorm.” -‐ jeroen schoot “Een goed begin van het theaterseizoen. Verrassend en lekker anders begin Sommige stukjes waren voorspelbaar, maar er waren zulke mooie filosofische zinnen die jammer genoeg soms maar weinig tijd tot indalen kregen. Het gehussel met uitdrukkingen en spreekwoorden was het leukst als het niet expliciet benoemd werd. De tekst op het scherm was soms echt te langdradig, wat mij betreft. Al met al een lekkere voorstelling en echt even weg uit het dagelijks leven, terwijl we eigenlijk naar onszelf zaten te kijken.” -‐ Noor Zwijnenburg “De zaal loopt langzaam vol als een theatermedewerkster vraagt of we allemaal nog even naar buiten willen gaan. Even lekker de boel ontregelen. Daar beginnen twee “bezoekers” uitgebreid en in heel hoog tempo te klagen over de gang van zaken. Als we de zaal eindelijk in mogen gaan de dames, aangevuld met een aantal collega’s, gewoon door met zeuren en vooral ook roddelen. Met heel veel humor wordt er, heel herkenbaar, al klagend en zingend en filosoferend gewacht op het begin van de voorstelling. Intussen raken de “bezoekers” steeds meer ontregeld. Wie gaat er nu het voortouw nemen en regelt een oplossing? Niemand natuurlijk, zoals te doen gebruikelijk. Wel veel commentaar, maar daden, ho maar. Na het wiedergutmachungssorrysnoepje, dat tien jaar over de datum is (wat kun je daar niet allemaal van krijgen!) begint dan eindelijk de voorstelling. Een tekstrol met vervreemde teksten draait langzaam, spuit vreemde theorieën en is voorzien van veel humor. Het decor is sober, de tekst en het spel zijn ijzersterk en de herkenbaarheid groot. Er wordt ons een mooie en geestige spiegel voorgehouden.” -‐ Brigitte Van Mulken “Wat een verfrissende voorstelling! Heerlijk om als publiek voortdurend op het verkeerde been gezet te worden. Prachtig uitgewerkt thema en zeer goed doorgevoerd. Mooie teksten! Teksten die er toe doen. -‐ Rubi Hendriks “amusante voorstelling, bekeken door de ogen van het publiek, leuke enscenering, herken de mopperende nederlandse bevolking, spelers en publiek een, veel tekst waarvan sommige stukken filosofisch met diepzinnige opmerkingen en of vragen, mogelijk dat na zo'n zin iets meer pauze ingelast kan worden voor bezinning, dit jonge gezelschap rouleert elke voorstelling van rol, knap!” -‐ frits brouwers
“Verfrissende voorstelling, enthousiast gebracht. De grinnik-‐momentjes werden afgewisseld door zware volzinnen. Zo zwaar soms dat ik 4 zinnen later dacht: 'waar gaat dit eigenlijk over, of wil ik dat wel weten'. De passerende teksten op de beamer duurden mij iets te lang, maar dat was misschien wel de bedoeling. Aangenaam vervreemdend.” -‐ A. Tevel “Verfrissend, geinig , hilarisch. Genoten ook van de stiltes.” -‐ Brigitte Terburg “oktober is voor mij eigenlijk geen maand voor theater. Te druk op het werk, teveel vrije dagen inleveren en vaak veel te laat thuis. Donderdag 9 oktober stapte ik na een te drukke werkdag in Leiden om 18.35 uur in de trein. Met de gedachte: ik wil naar huis (= Delft), te moe om me te concentreren op een voorstelling. Toch uitgestapt in Den Haag. En terecht. Ik kwam blij thuis! Pas dit weekend de recensies gelezen. Helemaal mee eens! 'Ontregeling' bij een voorstelling ben ik wel gewend na meer dan 20 jaar Oerol. Maar dit was hele vrolijke ontregeling. AANRADER” -‐ Anjo Schaap “Aan het begin van de “voorstelling” moesten we al meteen de zaal uit om er buiten te luisteren naar boze reacties van het “gespeelde” publiek. Na terugkomst in de zaal begon de voorstelling nòg niet maar kregen we slechts reacties van een publiek hierop(?) te zien – zo begreep ik het althans. Deze dialogen, vaak plotseling afgebroken, waren, geïsoleerd beschouwd op zins-‐ niveau, wel interessant maar een parallel of tegenstelling met het voorgaande kon ik er niet in ontdekken. De acteurs zaten toen, begrijpelijk, vooraan tussen het echte publiek, maar soms zo ver uit het midden dat ik hen niet verstaan kon; jammer naar het gelach te oordelen. Ook gingen ze mij te vlug zodat ik ze niet altijd volgen kon, laat staan de betekenis of humor ervan vatten. Na een tijdje ging het gordijn van het toneel óp het toneel open; maar slechts voor een rollend scherm met “halve” citaten waarvan ik de zin niet begreep. Deze teksten schoven ook te langzaam voorbij zodat de aandacht verslapte én het waren er te veel. Plotseling ging het gordijntje weer dicht –waarom toen ? – en keerden we terug naar het gespeelde publiek. Weer werden we tegengesproken – leek ! mij. In de beide publiek-‐scènes speelde boosheid een rol; dat was echter het enige verband wat ik er in kon ontdekken. Ook een relatie tussen het gespeelde publiek en de voorbij schuivende “citaten” kon ik er niet in vinden. Kortom: ik kon niks met deze “voorstelling”.” -‐ Heleen Sissingh “Als we bezig zijn de zaal in te gaan, worden we weer naar buiten gestuurd. In eerste instantie is het onduidelijk waarom. Na een kort toespraakje mogen we alsnog naar binnen, maar als iedereen zit moeten we weer de zaal verlaten. Vanaf dat moment komen alle theaterwetten op losse schroeven te staan. Dat werkt letterlijk ontregelend. Normaal gesproken is het publiek stil en wordt dat publiek vanaf het toneel toegesproken. Nu wordt er op verschillende plekken door mensen die er kennelijk bijhoren iets gezegd. Er wordt verwarring geschapen, er wordt met ons gespeeld en we laten dat gebeuren. Dat roept een mengsel aan gevoelens op. Enerzijds raak ik in de war en voel ik enige irritatie, maar tegelijkertijd heeft het ook iets komisch. Vooral omdat er cliché uitdrukkingen gebruikt worden, die soms ook verhaspeld worden. Een paar spelers stellen zich op als publiek en geven commentaar op de situatie. Dat roept dan ook weer tegenspraak op. Via deze vorm van metacommunicatie wordt er letterlijk voor en met het publiek gespeeld. Het boeit omdat dit bij mezelf gevoelens oproept die meteen weer in vraag gesteld worden, waardoor je ook met jezelf bezig bent. Aan het eind wordt er gebruik gemaakt van een tekst die zich heel langzaam ontrolt. Naar mijn smaak duurt dat net even te lang en gaat het ten koste van de spanningsboog, hoewel ook die daarmee ter discussie komt te staan. Over het geheel genomen vind ik het een intrigerende voorstelling, die me op een originele manier aan het denken zet over theaterwetten en mijn verwachtingen ten aanzien van het kijken naar toneel.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Het begin is rommelig, waar ik op zich niets op tegen heb, maar het moet wel een doel dienen en dat kwam bij mij niet naar binnen.De acteurs zaten grotendeels met de rug naar het publiek wat naar mijn mening de interactie acteurs/publiek belemmerd en de schouwburgmedewerkster, ik geef toe een moeilijke rol omdat hij zo weinig inhoud had, was houterig. Dus wat mij betreft: verrassend anders en dat kan ik waarderen, maar de voorstelling haalde het inhoudelijk niet geheel.” -‐ Rudy Ramondt
SOMEDAYMYPRINCEWILL.COM – SADETTIN KIRMIZIYUZ “Somedaymyprincewill.com vond ik misschien wel het beste en boeiendste wat ik de afgelopen jaren als toneelkijker voorgeschoteld heb gekregen. Wat een interessante, snelle maar ook evenwichtige mix van vrolijk en ernstig, speels en serieus, hard en zacht, Turks en Nederlands, begrip en kritiek (in alle richtingen), betrokkenheid en afstand, tekst en muziek. Niets dan lof voor het idee, de tekst, het verteltalent, het spel, de muziek. Fantastisch als je een maatschappelijk thema zo kunt verpakken en zo kunt brengen. ” -‐ Henk Zwijnenburg “De kijker komt bij aanvang meteen in de stemming door de live muziek en het decor dat een enorme zoetgetinte bruidstaart laat zien. Daarop rust een soort hemelbedconstructie die in dit geval is afgewerkt met een feestelijk bankje i.p.v. met een bruidsbed. Aan de hiermee aangekondigde trouwpartij van de beeldschone Nederlands-‐Turkse dochter gaan verwikkelingen vooraf die samen het thema van de voorstelling vormen. In een hoog tempo en bijzonder energiek gespeeld, komen haar zorgen en ervaringen voorbij: familie, broer/zus, gezag, culturele spanning, zoeken naar identiteit, een polderimam, werk, discriminatie, internet, chatroom, en natuurlijk de liefde. Door de dik aangezette teksten en cliché's, krijgt de ernst van deze punten tegelijk ook een hilarisch karakter. Dat bijv. de rol van de schone dochter gespeeld wordt door een man, versterkt dit alleen maar. Alle vier de acteurs tonen zich bovendien vaardige muzikanten. Die muziek gebruikt het idioom van de Westerse popmuziek met daarbinnen ook traditionele Turkse motieven, wat telkens helder maakt dat het hier om een mix van twee werelden gaat. De expressieve kracht van de muziek maakt dit stuk m.i. tot een complete theaterervaring. Kortom, een ongekende bundeling van talent in actie in één voorstelling.” -‐ jeroen schoot “Mooie voorstelling om naar te kijken, maar die je ook aan het denken zet over de positie van allochtone medeburgers. Ik heb genoten van The Sadists; sinds Alabama Chrome ben ik een echte fan. Veelzijdige musici die ook als acteurs steeds beter worden. Het voor de 2e keer zien van de voorstelling zorgde in dit geval voor verdieping, zonder het gevoel van herhaling.” -‐ Hera Tseng “We zien een feestzaal, waar een bruiloft is geweest, met een verhoging als een grote roze bruidstaart, tevens podium. We worden ontvangen met hele aanstekelijke muziek, een hele fraaie mengeling van Turkse en Nederlandse muziek, van traditioneel tot rock. Dit zijn de Sadists op hun allerbest! Sadettin Kirmiziyüz speelt de broer, maar vooral ook zijn zus, die gaat trouwen. Naadloos en heel subtiel valt hij van de ene rol in de andere. De Sadists nemen de andere rollen voor hun rekening, en net als Sadettin doen ze dat heel kundig en met veel gevoel voor humor. Terwijl de bruid vertelt over haar leven worden we geconfronteerd met de vele vooroordelen die wij Nederlanders erop na houden v.w.b. Turken, en omgekeerd. We kunnen er wat van met z’n allen. Dit gebeurt met zoveel humor dat de voorstelling steeds heel licht blijft en toch ook serieus genomen moet worden en ook ontroerd. Dit is een prachtig stuk, dat terecht in reprise ging en voor een heel breed publiek geschikt is, inclusief de scholieren die met velen kwamen en muisstil zaten te genieten. Als je dat kunt ben je pas echt goed. IJzersterke teksten, spel en muziek en een fantastische regie, mooi geënsceneerd, kortom, een geweldige voorstelling!” -‐ Brigitte Van Mulken “Een voorstelling met heel veel kracht en energie. Een fantastische samenwerking tussen Sadettin Kirmiyuz en The Sadists. Wat een ongelooflijke timing bij de opeenvolging van scenes en personages. En wat een mooie poetische humorvolle ontroerende tekst. Het spel werd door allevier de acteurs/muzikanten virtuoos gespeeld. Hulde!!!” -‐ Rubi Hendriks “Het beste aan de voorstelling waren de tekst (meer qua inhoud dan qua taal) en de muziek. De muzikanten speelden bovendien hun rollen mooi overdreven. het onderwerp was op een boeiende manier uitgewerkt en vormgegeven. Het belangrijke minpunt vond ik echter de spelkwaliteiten van de hoofdrolspeler. Ik vond hem teveel verteller en te weinig acteur.” -‐ Martijn Romijn “Een heuse aanrader deze voorstelling: tekst geweldig, spel ook, ritme van de voorstelling mooi. Voorstelling blijft boeien. Ik ben zeer enthousiast. Ook over de muziek en de rol van de muzikanten die soms alleen amuseren, mooie muziek spelen maar ook tegenwicht bieden aan Sadettin en/of zijn verhaal over de bruiloft van zijn zus versterken. Mooi dat culturele verschillen van beide kanten worden belicht, waardoor je als toeschouwer bij jezelf te rade gaat over man-‐vrouwverhoudingen, het leven van Turkse immigranten in Nederland die nog met een voet in Turkije staan en hoe daar tegenaan te kijken. Fantastisch spel van Sadettin die als er iets onverwachts gebeurt (ballon knapt, mobieltje gaat af) daar gemakkelijk op inspeelt.” -‐ Saskia Herberghs “Heerlijke voorstelling! De combinatie van levendigheid/bravoure en klein spel/emotie maakte het tot een boeiend stuk. Uiteraard tilde de muziek en het spel van 'The Sadists' het stuk naar een hoger niveau. Ik heb er een bloedhekel aan wanneer mannen vrouwenrollen spelen, maar dat was in dit geval gelukkig redelijk neutraal, en niet over-‐the-‐top.” -‐ A. Tevel “Dit stuk is in harmonie met zichzelf. Muziek, tekst, acteurs, licht en geluid, serieuze zaken gecombineerd met absurditeit, werkelijkheid afgezet tegen dromen, zakelijkheid en relativeren... zoals ik direct na afloop zei: "Alles klopt gewoon" (later gelezen op de poster) en dat was bij dit stuk het geval voor mij. De emoties van de mensen in dit stuk zijn te volgen, te
begrijpen en te voelen, misschien zou ik het ook zo hebben gedaan. Hoe prachtig paste de muziek bij de tekst en het spel, soms aantrekkelijk soms gooit het je ver weg naar een ander gevoel. Fantastisch toneel!” -‐ Noor Zwijnenburg “Wat ben ik blij dat Sadettin Kirmiziyüz en de Sadists gezien heb. Ik heb niet eerder een Turkse man het lot van Turkse meiden, in dit geval zijn zusje, zo inlevend, ontroerend, overtuigend en hilarisch zien vertolken. De drie musici blijken behalve opzwepende muziek te kunnen maken, ook nog eens goed te kunnen acteren, net zoals Kirmiziyuz zelf. De tekst gaat razendsnel, is zoals gezegd humoristisch en heel krachtig. De vormgeving is adequaat: het liederlijke einde van een bruiloftsfeest en net zo makkelijk het internetcafe in Istanboel. Het stuk begint met zang, dans, dronkenschap, wat platte grappen en ook nog eens een pruik. Langzaam maar zeker komt er ernst in, vanaf het moment dat de pruik onder de hoofddoek verdwijnt en het zusje de hoofdrol overneemt van de jolige jongere broer. Dat de vrolijkheid daar doorheen blijft spelen, zonder cynisch of geforceerd te worden is een bijzonder knappe prestatie. Een oprechte voorstelling.” -‐ Hilde van Dijk “Niet voor niets voor de tweede keer in reprise. Er is al veel over geschreven. Heerlijke open inkijk in strijd tussen en met culturen in verschillende lagen en op verschillende niveau's.Binnen gezin, NL/Turkije, toneelssubsidietrekker/broer in donkere circuit enz. Dit alles heerlijk aaneengeregen met fantastische muziek enthousiast en met bravoure gespeeld. Een kostelijke avond met veel humor en kritische noten.Er zit van alles in. Hoog cijfer! Ik ben blij dat ik er weer bij mocht zijn.” -‐ frits brouwers “Gezien met mijn dochter als introducee. Terechte prijswinnaar. Herkenbare problematiek. Maar als de tekst 'zwaar' werd, werd het 'opgelicht' door de muziek van Sadists! Hulde!” -‐ Anjo Schaap Wat een energie en tempo van deze musici! De afwisseling van muziek en tekst/ grappen vond ik een goed concept. Hierdoor had de toehoorder even rust tussen de vele spitsvondigheden en aanmerkingen en bleef de tekst boeien. Er zaten heel wat dubbele typeringen en hekelingen in; leuk om die uit de mond van een “Turk” te horen. Knap en leuk zoals de acteurs zich met enkele accessoires omtoverden tot andere personages. Vooral de (mannelijke) hoofdacteur Sadettin werd een ander en vaak zelfs een vrouw: zijn zusje. Bovendien voltrok die verandering zich van de ene tel op de andere. Alleen maar jammer dat ik wel eens even bij een rake typering of bewering stil wilde staan, maar dan raasde de cabaret-‐trein al weer door. -‐ Heleen Sissingh “Ik heb deze voorstelling aan het begin van de eerste tournee gezien en vond hem toen al geweldig. Dit keer is het in de grote zaal en het duurt even voordat iedereen binnen is en een plaats heeft gevonden. Die tijd wordt op een grandioze manier opgevuld. De muziek speelt, je valt als het ware binnen op een bruiloftpartij. De Sadists spelen meeslepende muziek in een hoog tempo, de sfeer zit er in. Je hebt bovendien tijd om het geheel van de feestzaal in je op te nemen. Als de voorstelling begint weet Sadettin meteen de aandacht vast te houden. Op een humoristische manier vertelt hij het verhaal van zijn zusje, de Schone van Zutphen. Het is meteen ook het verhaal van de verhoudingen in het gezin en zijn eigen plaats daarin. Hij schakelt soepel van de rol van verteller naar de rol van zijn zusje. Hij transformeert op een superieure manier door heel simpel een hoofddoek om te doen en hij is zijn zusje. Even soepel schakelt hij weer terug in de rol van de vertellende broer. De jongens van de Sadists nemen af en toe een aanvullende rol voor hun rekening, ook dat verloopt bijna organisch. Het is een boeiend verhaal dat op een geweldige manier wordt gebracht. Het geeft een inkijkje in de complexe positie van het enige meisje in het uit Turkije afkomstige gezin, dat opgroeit in Nederland. Tussendoor geeft Sadettin ook kritisch commentaar op regelingen als Turkse les op school en het verdwijnen van de Turkse zender op de tv, waardoor de Turkse gemeenschap massaal overgaat op schotelantennes. Door de soaps die daarop te zien zijn, ontstaat een scheef beeld van Turkije. Een Turkije dat de kinderen alleen kennen van vakanties en dat daarmee al vertekend is. Zijn zusje komt door haar positie als vrouw veel meer in een isolement dan de jongens. Zij gaat over op de hoofddoek en bouwt zo aan haar identiteit. Uiteindelijk trouwt ze met een man in Turkije. Dat is de bruiloft waar we nu zijn beland. Op een liefdevolle manier vertelt Sadittin zijn verhaal waarin hij het leven van zijn zusje beschrijft. Hij speelt en vertelt over zijn eigen onmacht er verandering in aan te brengen. Ik vind de voorstelling in de hernemeing nog beter dan hij al was. Misschien komt dat ook omdat ik nu meer tijd heb om te zien hoe knap de transformaties van verteller naar zusje plaats vinden. Alles klopt aan deze voorstelling: het deocr, de manier van spelen, de muziek en ook de aanvullende rollen van de Sadists. In een woord: geweldig!” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Over een moslima die de vrijheid zoekt door te trouwen. Erg knap spel van Sabettin Kirmiziyuz die zijn zusje probeert te begrijpen door, letterlijk, in haar huid te kruipen. Het huwelijksfeest, inclusief de huwelijksband (mooie muziek), wordt nagespeeld met Sabettin als bruid die via het internet een Turkse huwelijkspartner vindt. Mooi gegeven, mooi toneelbeeld, mooie muziek...” -‐ Rudy Ramondt “Een heerlijke voorstelling, up-‐to-‐date, rap, humoristisch, venijnig. Goed gespeeld; toen de lichamelijke ellende van broer-‐lief werd besproken dacht 'oh shit, dat gaat écht niet goed!' Het verhaal zelf vond ik iets te extreem, met een nogal vage afloop. Enorm genoten!” -‐ A. Tevel
THE IMMORTALS – BOOGAERDT / VD SCHOOT “Alhoewel het thema mij als bestuurskundige zeer aansprak, was de uitvoering niet zodanig dat ik ervan kon genieten. Dat ligt voor een deel natuurlijk aan mezelf; Youtube, facebook, maar met name waarvoor deze media worden ingezet en hoe het voor velen een alles beheersend, levenvullend doel lijkt ligt zo ver van wat mij zinvol lijkt. Ik kon dan ook echt niet genieten van de beelden, die zo niet interessant zijn....” -‐ Hera Tseng “Bewegend beeld op videoschermen vormt steeds vaker een onderdeel van de podiumtaal in het theater. 'The Immortals' trekt deze lijn door naar een heuse videoproductie. Inclusief het handwerk dat nodig is om de beelden, zowel live als voorgemonteerd, te kunnen tonen. De stampende beat aan het begin voelt als het dynamisch kloppende hart van de voorstelling. Druk doende met webcams en computers, voeden de 'acteurs' vanuit 4 beperkt zichtbare ministudio's elk één videoscherm met een onophoudelijke beeldenstroom. De acteurs hebben een (be-‐) dienende, tekstloze rol. De beelden op de diverse schermen zijn totaal ongerelateerd, die op één afzonderlijk scherm soms een beetje. Je kijkt in feite naar een een video-‐ installatie waar de performance van de makers live wordt bijgeleverd. In de setting van een theater is dit vernieuwend en het werkt ook vervreemdend. Dit laatste lijkt precies de bedoeling van de maaksters Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot. Door het woud van beeldmateriaal uit allerlei bronnen is het voor de mens van nu, die zelf óók beeldproducent is geworden, lastig om een weg te vinden. Want op welke basis filter en beoordeel je de vloed aan visuele prikkels? Een moeilijk te beantwoorden vraag in wereld waarin je vrienden ook allemaal achter schermen zitten... Daarmee werpen de maaksters een belangrijke kwestie op. Door dit in beeldtaal te doen zonder tekst, blijft de boodschap geloofwaardig en vermijden ze om eventueel als belerend te worden weggezet. Wat mij betreft een interessante en gedurfde podiumproductie.” -‐ jeroen schoot “Toen na 25 minuten de hoop op iets van spel of theater langzaam vervlogen was, ben ik weggegaan. Televisie kijken of Youtube kijken kan ik thuis ook en dan met normale muziek.” -‐ martijn romijn “Het blijft een dilemma: wat doe ik met een voorstelling die me tot nadenken stemt en daardoor betekenis krijgt, maar die ik tegelijkertijd niet wil zien? De betekenis: is Facebook voor mij de vervulling van de behoefte aan onsterfelijkheid? En wel zo letterlijk dat niemand weet hoe mijn account te verwijderen na mijn dood? En welk beeld van mezelf laat ik dan achter? Waarom hou ik niet gewoon op met het bekijken van geinige filmpjes, want ja, die pianospelende kat (waar nu zelfs een compositie omheen gebouwd is, ook weer te zien op YouTube!) die ken ik ook. Wat hou ik nog binnenshuis? Ik vind het een buitengewoon creatieve vondst van Toneelgroep Oostpool om met live beelden letterlijk het binnenste buiten te keren en zelfs van buiten af naar jezelf binnenin te kijken. En dat het dan heel lelijk is, afstotend, dat snap ik ook nog wel. Maar ik wil er helemaal niet anderhalf uur naar kijken! Een vissenkop is niet aantrekkelijk, de binnenkant ervan buiten op scherm tonen is nog minder aantrekkelijk, maar die kop bakken tot de stank me de adem benam, is vies. Zinloze beelden van even zinloze bezigheden die over de hele wereld getoond worden. Die boodschap is mij duidelijk geworden. Het is alleen jammer dat ik het theater moest missen, het toneelspel, de tekst, taal, de ontroering. En dat missen we natuurlijk met de sociale media ook. Verwarring dus.” -‐ Hilde van Dijk “Net als de vorige keer dat ik Oostpool aan heb werk gezien (It's a Small World) bracht de epiloog meer helderheid over de bedoelingen van de makers dan het stuk zelf. En net als toen slaagde Oostpool er met The Immortals in mij behoorlijk op de zenuwen te werken met irritante, vaak veel te lang doordreinende muziek en (voor mij) goeddeels onbegrijpelijke en soms erg onsmakelijke beelden. Halverwege het eerste uur bekroop mij het gevoel dat dit stuk vooral voor makers interessant is, en leuk om te doen. Zij waren ieder in hun eigen hokje intensief bezig met een bijzonder kunststukje, dat op zichzelf knap in elkaar was gezet en knap werd uitgevoerd, ook qua techniek. Maar voor mij als kijker was het geen pretje. Als het de bedoeling van de maakster was haar unheimische gevoel over de wereld waarin mensen elkaar alleen nog maar ontmoeten via schermen over te brengen op het publiek, dan is dat prima gelukt. Maar zelf ben ik tamelijk actief op de social media, beleef ik er overwegend plezier aan en zie ik er zelden of nooit bizarre filmpjes. Kortom: ik kon niks met dit stuk, met uitzondering van het laatste halfuur toen de rust geleidelijk terugkeerde.” -‐ Henk Zwijnenburg “De nabespreking heeft mij uiteindleijk iets meer duidelijk gemaakt over de voorstelling. Het was een aanslag op akoustische en visuele vermogens. Heb geprobeerd een lijn te pakken en te zine in het verhaal maar is mij niet gelukt. Wel werd de muziek tegen eind serener werden beelden identiek close ups van de spelers en werden de beelden iet meer live waarna de spelers zichzelf gingen bekijken tussen het publiek. De bedoeling en intentie van de regisseur is mij meer duidelijk geworden. Op hun manier hebben zij een manier gevonden om iets bestaands toonbaar en "bespreekbaar"te maken (het blijft een iet gesproken/mime voorstelling. Zelf ben ik geen gebruiker van social media buiten email en Whatsapp. Wordt mindermeegezogen in de wereld. Toch ben ik blij dat ik ook dit weer heb mogen meemaken (ondergaan)” -‐ frits brouwers “Tijdens deze theatrale installatie krijgen we te zien hoe de virtuele levens van vooral eenzame mensen eruit zien. Het publiek zit om een vierkante opstelling met steeds vier beeldschermen heen en kan soms ook door de luxaflex heenkijken. Er klinkt een strakke beat, de eerste filmpjes komen van youtube en daar zitten best wel wat leuke beelden bij. Langzaamaan worden deze beelden overgenomen door livebeelden vanuit de vier cabines, waarin steeds een performer zit, die communiceert via een camera. Na de nodige verbazing over zoveel onzin en treurigheid, begint de ergernis, gevolgd door verveling. Het is steeds meer van hetzelfde en daarom lopen er mensen rond om te zien of er vanaf een andere tribune misschien iets anders te zien is. Niet dus, mensen beginnen weg te lopen, wat niet vreemd is, want deze voorstelling heeft niets te bieden. Iedereen weet toch wel dat het op internet veel flauwekul te koop is, daar hoef je toch geen anderhalf uur over te doen om dat duidelijk te maken?
Als blijkt dat het stuk op zijn einde loopt veer ik even op, misschien komt er nog iets bijzonders, maar helaas, ook hier word ik teleurgesteld. Dan maar zien of de nabespreking nog wat heeft te bieden. Ook nu valt het resultaat tegen. Op mijn opmerking dat je niet mee hoeft te doen aan Facebook, Twitter e.d. wordt vaag gereageerd, het lijkt wel of er helemaal niet over die optie is nagedacht. Jammer, en zonde van de tijd.” -‐ Brigitte Van Mulken “Een bar stuk. Het is vooral gemaakt voor de spelers zelf en niet voor mij als kijker. Er werd gesuggereerd dat iedereen alleen maar troep binnen krijgt via beeldschermen, maar dat ervaar ik niet. Ik heb tijdens de voorstelling meer rotzooi gezien dan ik daarvoor ooit zelf heb bekeken. Het wakker schudden geldt vooral de acteurs zelf mijns inziens.” -‐ Noor Zwijnenburg “Het statement wat de makers wilden maken was na 5 minuten al genoeg duidelijk gemaakt. Een mooi idee. Doch schoot volledig haar doel voorbij. Leuk als installatie in een museum. Maar niet om als avondvullend programma te dienen. Ik zou tegen de dames willen zeggen ' genoeg onderzoek gedaan en nu weer echt het theater in'” -‐ Rubi Hendriks “Tsja,wat valt er te zeggen over een stuk dat je in eerste instantie erg ongemakkelijk doet voelen. Van te voren wel diagonaal door het programmaboekje gescrolled (wie leest er tegenwoordig nog rechttoe rechtaan?), maar zat toch met verwarring en ergernis te kijken. En, dit is echt waar, had na 20 minuten het gevoel de kamer van mijn puberzoon binnen te lopen die op 3 schermen tegelijk naar een irreële wereld zit te kijken! Het nagesprek verhelderde veel, misschien zou een voorgesprekje op z'n plaats zijn geweest. Kortom, een voorstelling die te lang duurde (de mevrouw voor mij had haar 5e scherm erbij gehaald en zat ontspannen te WF-‐en), die zeker ongemakkelijk was, maar die mij lang zal heugen! Overigens ben ik blij dat het aspect 'geweld' buiten beeld is gebleven, anders was het nog heftiger geweest.” -‐ A. Tevel “Net als bij Bimbo, een eerdere “voorstelling” uit de reeks ‘Visual Statements’ van dezelfde makers keek het publiek weer naar schermen in plaats van naar acteurs. Toen indringende muziek die de overheersing van het beeld erin hamerde en veelzeggend was. Nu een eentonige dreun die de saaie beelden begeleidde. Het kijken naar vier schermen tegelijk vond ik vermoeiend. Erger was dat het mij onduidelijk was wat de saaie registraties voorstelden, laat staan dat ik begreep wat de makers ons hiermee probeerden te zeggen. Dat we voor de gek gehouden worden met het schuiven van een kartonnen poppetje over een schildering wat de maanlanding op het scherm tovert , is even leuk maar niks nieuws. En moet het schillen van een sinaasappel mij interesseren? wat wil het wrijven over een been zeggen? Het gelijkblijvende beeld van een gezicht of de eigenaar ervan op de grond zit of op een ladder staat, illustreert de manipulatie van de camera; maar is wel heel mager in een voorstelling. De hoop dat deze vertoning nog een wending nam deed mij de vervelende anderhalf uur uit zitten. Helaas: het bleef eentonig en vooral onbegrijpelijk. Pas bij de verklaring na het eind vernam ik dat dit eerder op Facebook gezette filmpjes waren. Achteraf drong eerst het thema van de verplaatsing van scènes uit het privé-‐domein naar de buitenwereld tot mij door; al kon ik het niet eens zijn met de complexe conclusies van de makers hieruit. Dat zij een spiegel wilden voorhouden aan de volgers van Facebook –of heb ik het mis?-‐ en wilden waarschuwen voor het gevaar om de virtuele omgeving als de werkelijkheid te beschouwen , begreep ik ook pas bij de nabespreking. Hun stelling dat Facebook je dwingt tot meedoen deel ik niet; je kunt toch weigeren? Samengevat: hun waarschuwing zei mij niets. Voor mij was het een slechts een kennismaking met die wereld – hoewel wel een nuttige; die helaas gebracht werd in een vervelende, smakeloze en onbegrijpelijke uitvoering.” -‐ Heleen Sissingh “Deze voorstelling van Bianca van der Schoot en Suzan Boogaerdt is een vervolg op eerdere voorstellingen: Bimbo, Small World en Hideous Women. In al deze voorstellingen worden aan het publiek beelden gepresenteerd die ongemakkelijk zijn en die een reflectie geven op maatschappelijke ontwikkelingen. Respectievelijk: de seksualisering van de maatschappij, het gericht zijn op vermaak en events en de gladde inwisselbare soapfiguren die ontmenselijkt zijn. Ik vond dat stuk voor stuk belangrijke voorstellingen waarin op een beelden manier in theatervorm maatschappelijk belangrijke issues aan de orde werden gesteld. In deze voorstelling gaat het over de invloed van de beeldcultuur, de manier waarop mensen zich presenteren in de virtuele wereld, die daarmee bijna belangrijker wordt dan de echte. Het decor komt overeen met dat van Bimbo, alleen gaat het hier om een hok waarvan de jalouzieën gesloten zijn. In Bimbo kon je achterom kijken en een blik werpen op wat er binnen gebeurde. Dat gaf ook een band met het overige publiek. Hier kun je slechts de schermen zien, die aan de vier zijden staan opgesteld, maar dat is een erg individuele ervaring. Je bent slechts aangewezen op de beelden die worden vertoond. Pas aan het eind gaan de jalouzieën langzaam omhoog. De beelden zitten vol verwijzingen naar de beelden op de social media. Daar begint mijn probleem, want die gebruik ik nauwelijks omdat ik het zonde van mijn tijd vind. Ik heb er ook niet het geduld voor. Dat speelt me ook hier parten. Ik krijg hoofdpijn van het bombardement aan beelden. en het gaat maar door! Als maatschappijkritiek vind ik het een briljante vondst, maar ik vind het vreselijk om naar te kijken. Het zit er allemaal in: het gericht zijn op de eigen persoon, het uitvergroten van allerlei details tot in het oneindige, het neerzetten van een zo gepolijst mogelijk image van jezelf, het eindeloos verwijzen naar andere hits. Ik snap dat het aan de orde wordt gesteld, ik erken dat het een belangrijk maatschappelijk issue is op dit moment, maar als theaterervaring heb ik er zelf veel moeite mee.” -‐ Anne-‐ Mieke Akkermans “Helaas niet tot het eind volgehouden. Het begin met de 4 hokjes en 4 videobeelden met wat er in de hokjes plaatsvond, was nog wel fascinerend door het onbekende, maar allengs werden de afbeeldingen op videoschermen van de gespeelde situaties in de hokjes decadenter en smeriger. En het duurde, en duurde, en duurde... mij te lang. Ik zag er geen toekomst in en ben weggegaan. Cijfer 4 voor de moeite en het lef om zo iets te brengen.” -‐ Rudy Ramondt
VRIJDAG – HET NATIONALE TONEEL “Mooie voorstelling met twee topacteurs! De casting van Eric is wel bijzonder: het was een totaal ander type dan je zou verwachten, wat het een beetje ongeloofwaardig maakte.De tegenstelling in de karakters van George en Jeanne zorgde ervoor dat het niet een loodzwaar stuk werd. Wat ook aan het denken zet is het hypocriete van G&J; bijna 2 uur word je op het verkeerde been gezet (heeft hij het nou wel of niet gedaan) om dan tegen het eind te zien dat het zo is, dat Jeanne het ook w ist, maar dat je zoiets binnen de familie moet houden. Prima inleiding van Remco!!!!” -‐ Hera Tseng “Prachtig gespeeld. Complimenten met name voor de twee hoofdrolspelers Stefan de Walle en Ariane Schluter. Ook rol van de wispelturige, provocerende, liefde zoekende dochter bijzonder gespeeld door Sallie Harmsen. Moeite had ik met de minnaar, misschien alleen al om zijn uiterlijk: schriel mannetje, ordinair kapsel, misschien wel een beest in bed maar toch niet echt een rivaal van Georges Vermeersch? Ik vond juist mooi dat de spelers niet werden neergezet als volkse types, al waren ze het misschien wel. Stefan de Walle komt aanvankelijk op met door brillantine glimmend achterover gekamd haar en een regenjas maar maakt fysiek een soort van metamorfose door. Ondanks dat Remko van Rijn in het voorgesprek had gezegd dat in het midden werd gelaten of Georges wel of niet zijn dochter had misbruikt, vond ik dat na afloop wel vaststaan. Het bleef wel de vraag of de dochter hier op aan had gestuurd. Ik vond het stuk lang duren en zakte halverwege een beetje weg, ook door de donkerte en de warmte in de zaal. Toch vond ik het overwegend spannend en mooi. Ook het decor: suggestieve hoop zand (de tuin) met schep en het huis. Wel gek dat de vitrages aan de buitenkant van het raam hingen. Wat ik ook niet snapte: waarom Stefan met veel gezucht en gehijg de decorstukken aan de kant duwde. Vertel me niet dat dat juist de sleutelscene was.” -‐ Saskia Herberghs “Pfft ik zit helemaal vol na afloop, ben doodop, alsof ik de emoties zelf heb doorgemaakt. Het stuk is een rollercoaster van gevoelens, die me door de avond slingert. Het aantrekken en afstoten van de personages onderling is goed te volgen en toch ook irritant, de tekst past precies bij het moment. Wat een prachtig acteerwerk van Stefan, Ariane en Vincent. Toptoneel!” -‐ Noor Zwijnenburg “Bij aanvang staat of schuifelt Georges non-‐descript in de donkerste hoek van zijn eigen woonkamer. Waarmee hij haast letterlijk de vraag verbeeldt of hij daar nog wél echt bij hoort of eigenlijk niet. Voor iemand die een tijdlang gedwongen is weggeweest, een begrijpelijke vraag. Want intussen vormen zich nieuwe realiteiten waarin mensen en relaties vervangbaar blijken. Een sterke zet van de regie, denk ik, om deze hamvraag aan het begin te onderstrepen want hij vormt min of meer de draad van het stuk. Met de toespitsing op de nasleep van bewezen geachte seksuele handelingen van Georges met zijn dochter en de komst van een tweede kind -‐ nu van een buurman, trekt Hugo Claus een vulkaan aan emoties het podium op. Ariane Schluter en Stefan de Walle tonen met top-‐acteerwerk dat ze daar wel raad mee weten. Vervreemding, haat, affectie, onmacht, toenadering, afstoting, wraakzucht, alles wordt krachtig uitgebeeld.Tragikomisch maar hoogst amusant vond ik o.m de scène waarin Georges buiten zinnen raakt als hij ziet dat de tuin niet is bijgehouden. Maar ja, zijn terugkomst uit de gevangenis was nu eenmaal onverwacht. Dit laatste vind ik een wat gekunsteld punt in Claus' opzet, waar hij mogelijk voor koos vanwege het extra aan contrast. Terwijl dat in Vrijdag toch ruim voorhanden is. Aan allerlei details merk je ook dat het verhaal zowat een halve eeuw oud is, bijv. aan de afwezigheid van het woordje 'therapie'. In onze tijd vormen verwikkelingen als in Vrijdag een onbetwiste prooi voor psychiatrische interventie. Al met al kijk ik terug op een erg aansprekende voorstelling met een m.i. bijzonder goed passende, onopvallende vormgeving.” -‐ jeroen schoot “Wel fijn weer eens traditioneel toneel te mogen zien na de vorige experimenten. Twee uur lang teksttoneel zonder pauze; maar aan het eind was je verbaasd dat het al tijd was. De tekst van Hugo Claus verveelde niet; het verhaal stak mooi in elkaar en was realistisch voor dat milieu: het echtpaar blijft toch bij elkaar nadat de vrouw tijdens de afwezigheid van haar man vreemd gegaan is. Een plot met weinig verrassingen die toch de aandacht vast hield dankzij het spel en de regie. Het acteerwerk was prachtig. Dat gold voor alle vier acteurs. Maar vooral voor Ariane Schluter die de haar geboden scènes met stil verdriet en wisselende stemming uitbuitte. En extra voor Stefan de Walle, al was het maar omdat hij twee uur lang continu speelde. Zijn plotselinge woede-‐uitbarstingen, opeens overgaand in stil verdriet, waren technisch knap terwijl in de latere scènes de verstilling en berusting heel mooi werden neergezet. Twee uur lang stak hij in het lijf van zijn personage. Een knappe regie ook. De kleine veranderingen in het acteren, niet te zien maar wel degelijk aanwezig gezien het resultaat, voorkwamen dat de lange teksten gingen vervelen. Het decor was passend voor dit stuk: het toonde mij de sfeer die paste in de wereld van deze personages, terwijl ze door hun opbouw uit concrete fragmenten – die gemakkelijk gewisseld konden worden – op de achtergrond van tekst en spel bleven. Kortom het was twee uur lang genieten. ” -‐ Heleen Sissingh “Ik vond het spel en de tekstbehandeling nogal stroef, en soms niet overtuigend. Met als negatieve uitschieter 'Erik' en als positieve uitzondering 'Christiane'. Het decor was aardig, hoewel ik denk dat met de berg aarde (de tuin) meer gedaan had kunnen worden. De hertaling heeft het stuk wel verbeterd (voor Nederlanders).” -‐ Martijn Romijn “Eigenlijk te moe om naar de voorstelling te gaan (zie ook Immortals).Maar deze voorstelling wilde ik echt zien. Mogelijk niet 100% maar ik heb wel genoten. En na 2 slapeloze nachten, sliep ik hierna als een roosje. Prachtig spel, mooie tekst! (en werkstress dus volledig op de achtergrond)” -‐ Anjo Schaap
“En weer staat de Vrijdag stevig!! Met Stefan weer een sterke geloofwaardige Georges. Goed casting en uitstekend gespeeld met zijn wisselende buien en volkse inslag. Ook dochter Christiane speelt een overtuigende rol. Wat is droom wat is realiteit.Krijgt de kans om haar talenten spel zang dans met verve te etaleren. Ook Ariane speelt perfect inspelend op gebeurtenissen en met uitstekende timing haar rol. Voor mij mag zij haar rol wel volkser en platter spelen. Zij komt als ander volkstype over dan de vloekend en tierende Georges. Weer genote. Ik ben blij dat ik hier weer aanwezig kon zijn.” -‐ frits brouwers “Het was met Vrijdag weer eens een ouderwets avondje genieten van wat wij thuis 'toneel-‐toneel' noemen: spannend stuk, sterke tekst, topacteurs in een goed decor. En dan ook nog zo'n geweldige inleiding van Remco om alles vooraf al even in een contact geplaatst te krijgen. Slecht héél af en toe zat er een wat minder geloofwaardige stemmingswisseling in, maar zoiets is lastig te vermijden in een stuk waarin diverse personages elkaar voortdurend afwisselend haten en liefhebben.” -‐ Henk Zwijnenburg “Ik was verbaasd dat dit stuk me op geen enkele manier kon overtuigen. Het begon al met de struik bleekselderij die in een hoop zand werd gegooid. Wat een tenenkrommend beeld. Stefan de Walle kon alleen schreeuwen of normaal praten, er zat weinig nuance in en Ariane Schluter bleef vooral lachen bij de meest vreselijke uitspraken. De timing vond ik ook niet goed, net een halve seconde te laat. Maar wellicht was dat te wijten aan het nog niet ingespeeld zijn. De symboliek van het decor ontging me een beetje, ik vond het oubollig overkomen.” -‐ Hilde van Dijk “Als ik binnen kom laat ik eerst het iconische toneelbeeld op me inwerken. Er hangen stoelen ondersteboven aan het plafond. De bank staat met de rug naar het publiek. Verder ligt er een grote berg aarde achter de bank waar een schop in staat. Ook staan er hier en daar deuren opgesteld die structur geven aan de ruimte. Het leven van de familie Vermeersch staat letterlijk op zijn kop, alles is op de schop gegaan. George Vermeersch, gespeeld door Stefan de Walle, is vervroegd uit de gevangenis naar huis gekomen. Hij is veroordeeld voor misbruik van zijn dochter Christiane (Sallie Harmsen). Hij heeft dit altijd ontkend. Hij mocht nu eerder naar huis omdat zijn vrouw pas is bevallen. Het kind is niet van hem, maar van de buurman Erik (Vincent van de Valk) In verschillende rondes vinden er confrontaties plaats: Met zijn vrouw Jeanne (Ariane Schlüter): hoe moet zij nu verder en met wie? Met de buurman Erik, een echte hosselaar die overal een slaatje probeert uit te slaan. Erik is wel mooi gecast maar in het begin slecht te verstaan omdat hij onduidelijk spreekt. Of moet Jeanne toch verder met haar man? en hoe dan met het kind? Ze verkent op een praktische manier de mogelijkheden. Verder is er de dochter. Is de confrontatie die zij met haar vader heeft reëel of komt hij voort uit een soort schuldgevoel van de vader? Is dat dan op echte schuld gebaseerd of heeft de dochter hem vals beschuldigd, inspelend op misschien vage gevoelens voor haar in een milieu waarin incest wel vaker voorkomt? In alle confrontaties spelen deze vragen op de achtergrond. Daar doorheen speelt voor ieder van de personages de confrontatie met de nieuwe realiteit en met zichzelf en hun daden in het verleden. De vraag is nu: hoe om te gaan met de nieuwe situatie, met jezelf en de ander? Hierop ligt het zwaartepunt van de regie. De confrontaties zijn heftig. Jeannne probeert overal het beste van te maken, zowel met George als met Erik zoekt ze naar de mogelijkheden van een toekomst. George is in eerste instantie ongenaakbaar en afstotend in zijn gedrag. Hij neemt uiteindelijk min of meer de regie over de toekomst. Het hele palet aan emoties wordt door alle spelers mooi neergezet. De tekst biedt de gelegenheid om als toeschouwer mee te leven vanuit de verschillende personages. Dat maakt het ook spannend om naar te kijken en na afloop nog verder door te denken over het mogelijke verdere verloop.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Vrijdag van Hugo Claus is uiteraard een prachtig stuk. Toch raakte ik pas geboeid in de derde acte toen Sallie Harmsen als de dochter Christiane opkwam. Wat een prachtige spel en veelbelovende én veelzijdige actrice. Ariane Schluter's spel was ook erg goed. Zij kan zo naturel spelen, heeft een formidabele tekstbeheersing en kan bijzonder goed de verschillende lagen in haar spel laten zien. De mannen lieten het mijns inzien een beetje afweten. Stefan de Walle laat eigenlijk altijd eenzelfde soort spel zien. Gedegen, vast wel goed maar weinig verrassend. Het lijkt of hij alle rollen ongeveer hetzelfde speelt en Vincent van der Valk was zwak en niet overtuigend. Voor het acteerwerk van de dames zou ik wel een negen willen geven. Uiteindelijk wordt het dan toch een zeven!!!” -‐ Rubi Hendriks “Georges Vermeersch, gespeeld door Stefan de Walle, komt twee maanden vroeger dan gepland terug uit de gevangenis. Daar heeft hij 3 jaar doorgebracht i.v.m. seksueel misbruik van zijn dochter. Hij mocht eerder naar huis omdat zijn vrouw een dochtertje heeft gekregen (van de buurman). De dochter van het misbruik woont niet meer thuis, maar komt later op de dag wel langs in een droom van Georges, waarbij ze haar vader als een ware Lolita inpalmt. Zij is op vrijdag geboren, een dag vol ongeluk en bijgeloof, en heeft een hele katholieke naam gekregen, Christiane. Als zij zijn droom binnenwandelt heeft haar vader al het nodige bier op en veel ruzie gemaakt. Hij ziet er aso uit en gedraagt zich ook zo. Hij is regelmatig agressief, je zou er bang van worden, maar dat geldt tot mijn verbazing niet voor zijn vrouw en voor de buurman. Verbaasd was ik ook over het vele geschuif met het decor. Achteraf hoorde ik dat dit sloeg op het leven van deze mensen, dat helemaal op zijn kop staat. Dat was me zonder al dat gedoe ook wel duidelijk, het werkte uiteindelijk alleen maar storend. Intussen krijg ik steeds meer de
indruk dat Georges onschuldig heeft vastgezeten, wat benadrukt wordt door Jeanne (Ariane Schlüter), die hem naar de mond praat, en door de verleidingskunsten van Christiane. Net als je zeker weet dat hij niet schuldig was komt de aap uit de mouw, hij heeft het wel degelijk gedaan. Dit stuk zou gaan over vergeving en het gunnen van nieuwe kansen door de maatschappij. Ik zag vooral de angst voor Georges en veel mooipraterij. Zo’n man gun je geen nieuwe kans. Ik ben nooit een fan van Hugo Claus geweest en deze uitvoering helpt daar niet bij. Ik blijf met veel vragen zitten en heb me vooral afgevraagd wat de regisseur, Casper Vandeputte, heeft willen uitdrukken. Zo sterk als zijn regie in Speeldrift was, zo zwak was hij hier. De acteurs hebben het niet af laten weten, hun spel was uitstekend” -‐ Brigitte Van Mulken “Incest en buitenechtelijke relaties... Hugo Claus weet altijd te boeien en met acteurs als Ariane Schluter (Jeanne) en Stefan de Walle (Vermeersch) is succes zo goed als verzekerd. Het toneelbeeld was sober en doeltreffend.” -‐ Rudy Ramondt