Jeugd & Vrede vzw – Kon. Astridlaan 160 – 2800 Mechelen tel. 015/43 56 96 – fax 015/43 56 97 www.jeugdenvrede.be –
[email protected]
Belgen – vredesprofeten van bij ons
Belgen – vredesprofeten van bij ons 1. BASISINFORMATIE 1. PATER DAMIAAN Pater Damiaan (1840 – 1889) werd recent nog door Canvaskijkers en Radio1-luisteraars verkozen tot de grootste Belg1. Pater Damiaan wordt ook wel de vader van de melaatsen genoemd. Hij heet Jozef De Veuster en groeit op in Tremelo, als zevende van een gezin van acht kinderen. Eigenlijk is hij door zijn vader voorbestemd om de graanhandel over te nemen. Maar Jozef heeft een roeping. Hij wil net zoals zijn broer Auguste (pater Pamphile) in het klooster van de picpussen treden, in Leuven. Het is niet gemakkelijk zijn ouders te overtuigen, maar in 1859 wordt hij kloosterling. Zijn ultieme droom is missionaris worden. En weer ondervindt hij tegenstand. Zijn leerachterstand is te groot. Maar hij vecht voor zijn droom en wordt zelfs naar Parijs gestuurd om Frans, Grieks en Latijn te studeren. Eind 1863 zou zijn broer naar Hawaï gestuurd worden, maar die wordt ziek. Jozef, intussen Damiaan, neemt zijn plaats in en vertrekt op missie. Bij aankomst in Honolulu (1864) wordt Damiaan bij gebrek aan priesters meteen tot priester gewijd. De melaatsenkolonie op Molokaï wordt al in het daaropvolgende jaar gesticht. Maar tot aan de komst van Pater Damiaan (“Makua Kamiano”) blijven de lepralijders aan hun lot overgelaten. In 1873 beslist bisschop Maigret een missionaris naar het eiland te sturen voor drie maanden. Damiaan zal er de rest van zijn leven blijven. De raad om geen enkel risico op besmetting te nemen, slaat hij in de wind. Hij werkt voor en met de melaatsen. Omdat niemand behalve hem op het eiland durft te komen, moet hij alles zelf doen. Hij bouwt en wijdt zijn kerk zelf, is tegelijk dokter en priester. Bij zijn oversten krijgt hij de naam van lastpost, omdat hij om hulp blijft vragen. Maar hij wordt ook een beroemdheid, ontvangt de koning van Hawaï en krijgt giften van over de hele wereld. Uiteindelijk wordt het leven onder de melaatsen Damiaan fataal. In 1889 sterft hij aan de gevolgen van lepra. Zijn stoffelijke resten liggen begraven in Leuven. In 1994 werd zijn rechterhand uit het graf gehaald om als relikwie te dienen. De paus zou immers naar België komen om Damiaan zalig te verklaren. Helaas brak de paus zijn heup en moest het feest een jaar worden uitgesteld. Ondertussen is Pater Damiaan al bijna tien jaar zalig, maar nog niet heilig. Het ontbreekt hem nog aan één wonder. Zijn rechterhand ligt intussen begraven op Molokaï. 2. PHIL BOSMANS2 Phil Bosmans werd geboren in Gruitrode (Limburg) op 1 juli 1922. Zijn vader was een kleine boer. Het gezin telde vier kinderen. In 1948 werd hij tot priester gewijd. Vanaf 1957 legt hij zich volledig toe op het realiseren van de uitbouw van Bond zonder Naam in Vlaanderen. Onder zijn bezielende leiding zagen tientallen sociale en culturele initiatieven het licht. In de uitbouw van de Bond zonder Naam stond steeds de kleine man centraal. In een periode waar er nauwelijks opvangstructuren bestonden, stampt hij samen met zijn vrienden het ene huis na het andere uit de grond. 1 2
www.degrootstebelg.be http://newsite.bzn.be/nl/
Later kwam de uitgeverij Lannoo met het idee honderd telefoonboodschappen die hij geschreven had, te bundelen tot het boek ‘Menslief, ik hou van je.’ Het verscheen in 1972. Het werd het meest verkochte boek in Vlaanderen. Alleen in Vlaanderen en Nederland werden er 800.000 exemplaren verkocht. In Duitsland alleen werden al 2 miljoen exemplaren verkocht. De jarenlange inzet van Phil heeft hem ook een aantal prijzen en beloningen opgeleverd. Zo ontving hij de Visser Neerlandiaprijs in 1968 en 1991. In datzelfde jaar mocht hij ook de prijs van de Vlaamse Gemeenschap in ontvangst nemen. Tot 1991 was Phil Bosmans voorzitter en afgevaardigd beheerder van Bond zonder Naam. Ondanks het feit dat Phil op rust is, heeft hij nog tegenslagen te verwerken gekregen. Zo kreeg hij in december 1994 een zwaar verkeersongeval. Enkele maanden later werd hij bovendien getroffen door een herseninfarct. Sinds de beroerte is pater Bosmans gehandicapt. Zijn rechterarm en –been zijn verlamd. Op zaterdag 7 maart 1998 vierde hij zijn gouden priesterjubileum in de kerk van zijn woonplaats in Kontich-Kazerne. In september van datzelfde jaar werd hij ook in privé-audiëntie ontvangen bij Koning Albert II. Tot op vandaag volgt Phil Bosmans van nabij de huidige activiteiten en de werking van Bond zonder Naam. Bond zonder Naam3 Bond zonder Naam Is een maatschappij-kritische organisatie die uitnodigt tot reflectie. Zij is pluralistisch en werkt zonder politieke, filosofische of religieuze bindingen. Ze doet een oproep om op te komen voor een meer leefbare en zorgzame samenleving. Bond zonder Naam zet via talrijke initiatieven en projecten ook woord om in daad. Bond zonder Naam is vooral bekend om haar spreuken, zoals bijvoorbeeld: ‘Wie je bent, is belangrijker dan wat je hebt.’ 3. PAT PATFOORT4 Pat Patfoort (1949) is een Belgische antropologe en doctor in de Biologie. Ze heeft twee zonen en verbleef acht jaar in Afrika. Pat Patfoort heeft een theorie ontwikkeld over geweldloosheid en heeft daar intussen al meerdere boeken en artikels over uitgebracht. Ze is medeoprichtster en voorzitster van De Vuurbloem vzw. Dit is een centrum voor geweldloosheid in omhang en conflicthantering in Brugge. Ze geeft voordrachten en vormingen op het gebied van conflicttransformatie en geweldloze conflicthantering en verzorgt ook bemiddelingen. De groepen waarmee ze werkt, kenmerken zich door een grote verscheidenheid. Rond opvoeding werkt ze met kinderen, adolescenten, ouders, leerkrachten en opvoeders. Op het niveau van volwassenen onder elkaar, gaat het om relaties in het gezin, collega’s op het werk, gedetineerden en politieagenten. Ze werkt ook rond conflicten op het interetnisch niveau, zoals in de Kaukasus, Kosovo, Rwanda, Oost-Congo, Senegal. Ze werkt regelmatig samen met de Quakers, katholieke organisaties zoals Pax Christi en Caritas, de OVSE (Organisaties voor Veiligheid en Samenwerking in Europa), de Raad van Europa en de VN.
3 4
http://www.bzn.be/nl www.patpatfoort.be
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Op www.degrootstebelg.be kun je het pleidooi van Jef Vermassen bekijken waarom Pater Damiaan volgens hem de grootste Belg is Er is in 2000 een film van Pater Damiaan gemaakt: Molokai, the story of father damian. Je kunt die eventueel bekijken met de leerlingen. Campagnes en projecten: www.damiaanactie.be Laat de leerlingen de website checken en nagaan welke projecten en campagnes er zijn. Op deze website vind je bovendien heel wat didactisch materiaal om te gebruiken in de klas. - De 1ste graad secundair onderwijs kan een opdracht uitwerken rond de nieuwe website van Damiaanacties - De school kan een grootbeeldprojectie van de campagnefilm aanvragen, met eventueel een animator in klasverband die uitleg geeft. - De school kan ook een didactische koffer uitlenen - Er zijn werkbladen beschikbaar voor het basisonderwijs en de 1ste en 2de graad secundair onderwijs 2.) www.bondzondernaam.be Laat de leerlingen zelf een ‘spreuk van de maand’ maken en hang hem op in de klas. Kijk ook eens naar www.boodschapzondernaam.be , een deelinitiatief van o.a. Bond zonder Naam. 3.) Ga naar http://www.uvv.be/uvv5/pub/cante/opv/pdf/04geweldloos.pdf . Dit is een artikel uit het magazine Antenne van september 2005. Geweldloos opvoeden. Interview met Pat Patfoort, door Bruno Cappelle. Laat de leerlingen een samenvatting van het artikel maken of stel enkele vragen over de tekst. Eventueel kan een rondetafelgesprek gehouden worden over de visie van Pat Patfoort i.v.m. geweldloos opvoeden.
Vrouwen voor vrouwen
Vrouwen voor vrouwen 1. BASISINFORMATIE Deze drie vrouwen zetten zich in voor vrouwen die onrecht en geweld worden aangedaan. 1. WARIS DIRIE5 De Somalische Waris Dirie was pas vijf jaar toen haar moeder haar naar een oude vrouw in het bos bracht. Met een kapot scheermesje en zonder verdoving werd haar clitoris weggesneden. Waris verloor het bewustzijn. Toen ze bijkwam, leed ze ondraaglijke pijn en kort daarop kreeg ze een zware infectie en had dagenlang hoge koorts. Waris Dirie overleefde het. Vrouwenbesnijdenis is een gruwelijke traditie waaraan nog steeds duizenden meisjes per jaar sterven en waardoor anderen voor het leven worden verminkt. Wanneer Waris’ vader haar in ruil voor vijf kamelen wil uithuwelijken aan een zestigjarige man, besluit ze te vluchten. Op veertienjarige leeftijd verlaat ze Somalië en vlucht naar Londen, waar ze ontdekt werd als model. Ze verhuisde in 1991 naar New York. Sinds 1994 is ze speciaal ambassadeur van de Verenigde Naties in de strijd tegen vrouwenbesnijdenis. In 2002 stichtte ze de Waris Dirie Foundation op, een organisatie die wereldwijd campagne voert tegen female genital mutilation. In 1998 publiceerde ze haar autobiografie Mijn woestijn; in 2002 gevolgd door Dochter van de nomaden. In juli 2005 publiceerde ze Onze verborgen tranen, over haar ervaringen met vrouwenbesnijdenis in Europa. Waris Dirie woont inmiddels in Wenen en heeft een zoon. 2. PATSY SÖRENSEN Patsy Sörensen (Antwerpen, 1 oktober 1952) is de drijvende kracht achter Payoke, oorspronkelijk een centrum voor vrouwen in de prostitutie. Ze is ook oprichtster van Asimodee vzw, een opvangtehuis voor slachtoffers van de vrouwenhandel. Ze was bovendien actief in de politiek tot 2004. De start van Payoke Patsy woont in Antwerpen en ’s avonds wandelde ze graag door de straten van het Schipperskwartier. Zo leerde ze indertijd de vrouwen kennen die in de vitrine werken. Een praatje aan de deur en van het een kwam het ander. Ze ging mee naar binnen en luisterde naar hun verhalen en problemen. Regelmatig deed ze boodschappen voor hen. Ze sprak die vrouwen aan, omdat iedereen hen negeerde en deed alsof ze niet bestonden6. Rond 1987 kwam er een ander klimaat in de rosse buurt. De vrouwen wisten niet of ze zouden kunnen blijven werken. Het stadsbestuur had allerlei plannen om de buurt te saneren door er sociale woningen te bouwen. Bij de klanten kwamen de buitenlandse, exotische vrouwen in de mode. De meeste van die vrouwen hadden een pooier. Die zocht voor hen een werkplaats en zette ze onder druk om aan klanten te geraken. Bovendien werd het raam continu gebruikt, de vrouwen werkten volgens een beurtrol, terwijl er bij de Belgische prostituees een zekere gemoedelijkheid heerste. Een prostituee huurde een vitrine, deed haar werk en sloot haar raam zodra ze ermee ophield. Door de toegenomen concurrentie werden de vitrines bijna constant gebruikt. De prijzen zakten in elkaar. 7
http://www.warisdirie.nl Sörensen P. (1994) De maskers af ! p. 33 7 Sörensen P. (1994) De maskers af ! p. 34 5 6
De meisjes moesten de buurt verlaten op bevel van het stadsbestuur vanwege de sociale woningen. Patsy vond het vreemd dat men die mensen zomaar kon broodroven, zonder dat wie dan ook voor hen in de bres sprong. Zij en een vriendin, Yolanda, wilden daarom een hoerenvakbond op poten zetten en ze vonden dat er opvang en begeleiding voor prostituees moesten komen. Op die manier onstond Payoke. Pa –Patsy, Yo- Yolanda. De werking van Payoke De werking van Payoke is geëvolueerd. Aanvankelijk wilde Payoke in de eerste plaats prostituees opvangen en informeren, maar ook hun belangen verdedigen. Om dat laatste te kunnen doen, moest er eerst voor gezorgd worden dat de prostituees geaccepteerd worden. Daartoe diende de maatschappelijke positie van de prostituee verduidelijkt worden. Het uiteindelijke doel van Payoke was toen dat prostitutie aanvaard werd als een beroep met een wettelijk statuut. De basis van de hulpverlening was toen het veldwerk. Door aanwezig te zijn in de prostitutiebuurten en door prostituees te bezoeken, boden ze hulp. Dat had voordelen: het bevorderde de aanvaarding van de hulpverlener door de prostituees, omdat die hun wereld binnenstapte. Het verlaagde de drempel, zodat prostituees later zelf naar Payoke kwamen8. De Antwerpse rosse buurt – het Schipperskwartier – werd later ‘opgekuist’. Sinds dan besloot Payoke niet meer rond prostitutie te werken om zich te kunnen toespitsen op mensensmokkel. Het aantal uitgebuite prostituees zou door de sanering van de politie zo sterk gedaald zijn dat Payoke zonder werk zat9. Payoke werkt voornamelijk op twee vlakken: enerzijds is er de administratief – juridische begeleiding van slachtoffers van mensenhandel, anderzijds is er begeleiding op psycho-sociaal vlak. Naast de vzw. Payoke bestaat de reeds vermelde vzw Asmodee, die instaat voor de residentiële begeleiding van (hoofdzakelijk vrouwelijke) slachtoffers van mensenhandel in het gelijknamige vluchthuis. Het team van professionele en vrijwillige hulpverleners zorgt voor materiële opvang en begeleiding op administratief en psycho – medisch gebied. Door allerlei buitenactiviteiten wordt gestreefd naar het terugvinden van de levenslust en het psychologische evenwicht door de cliënten. Asmodee heeft 10 opvangplaatsen voor slachtoffers van mensenhandel10. Koning Boudewijn In 1992 brengt koning Boudewijn een bezoek aan Payoke. Dit koninklijke bezoek doorbreekt het stilzwijgen rond gedwongen prostitutie en mensenhandel van buitenlands illegaal aanwezige vrouwen. Door zich op te werpen als verdediger van een specifieke groep uitgeslotenen stuurt hij een sein naar de politieke wereld, plaatst hij hun problemen op de politieke agenda, zorgt hij voor een meer respectvolle behandeling van deze vrouwen en hun kinderen11. Van koning Albert ontving Patsy Sörensen de onderscheiding van Groot officier in de Kroonorde.
Sörensen P. (1994) De maskers af ! p.50-51 uit: http://www.persopehb.be/dossierprostitutie%5B1%5D.htm 10 uit: http://www.antiracisme.be/NL/rapporten/mensenhandel/2002/2002_verslag-4.doc 11 http://users.pandora.be/michel.vanhalme/hermes22.htm 8 9
3. SHIRIN EBADI Shirin Ebadi (1947) is een Iraanse juriste. In 2003 werd haar de Nobelprijs voor de Vrede toegekend voor haar strijd voor de rechten van vrouwen en kinderen in Iran. Ze was de eerste moslimvrouw aan wie de prijs werd toegekend12. Shirin Ebadi werd in 1947 geboren in het provinciale Iran. Kort na haar geboorte verhuisde het gezin naar Teheran. Ebadi groeide op in een godsdienstig gezin uit de middenklasse. Zij omschrijft haar opvoeding als vrij streng, maar voegt daar meteen aan toe dat dit niet negatief moet worden opgevat. Ze werd zeer beschermd opgevoed en haar ouders omringden haar met alle zorg. Ze studeerde rechten, een familietraditie. In 1975 trouwde ze met Jawad Tawsulian, een vijf jaar oudere bouwkundig ingenieur, met wie ze twee dochters kreeg. Haar carrière begon al meteen bijzonder: in 1969 werd Ebadi de eerste vrouwelijke rechter van Iran. Ze verrichtte haar werkzaamheden bovendien onder twee politieke systemen die een volledige tegenstelling van elkaar zijn: eerst onder de sjah en vervolgens onder de beperkingen van de islamitische revolutie. Het carrière maken ging haar gemakkelijk af: op de universiteit behoorde ze tot de besten van haar jaar en ook na haar studies bewees ze een vlijtige werker te zijn. In 1975 werd ze verkozen tot voorzitter van het Iraanse genootschap van rechters. Na de revolutie van 1978/1979 moest Ebadi deze post opgeven en aftreden als rechter. Net als de meeste intellectuelen had Ebadi de revolutie gesteund, maar nu raakte ze dankzij diezelfde revolutie haar baan kwijt. De conservatieve geestelijken die aan de macht kwamen, vonden dat vrouwen te emotioneel en te gevoelig waren om rechter te zijn. Ze kreeg een bestuurlijke functie waaruit ze zich in 1984 liet ontslaan omdat ze het werk te saai vond. Ebadi vroeg een licentie aan als advocaat. Al tijdens haar tijd als ambtenaar deed Shirin Ebadi onderzoek. Ze schreef meerdere boeken, te beginnen met een boek over de rechten van kinderen. ‘voor die tijd had niemand in Iran enig idee van kinderrechten. Ik moest uitleggen wat kinderrechten eigenlijk waren.’ Daarna schreef ze nog een boek, waarin ze de internationale conventie over de rechten van het kind vergeleek met de situatie in Iran. ‘Langzaamaan kreeg ik meer interesse voor mensenrechtenkwesties.’ Ze schreef over de rechten van vluchtelingen en het boek History and Documentation of Human Rights in Iran dat, net als enkele andere van haar boeken, in het Engels werd vertaald en een standaardwerk werd over de mensenrechtensituatie in Iran. Ze had toen al besloten dat de geestelijken met hun eigen wapens bevochten moesten worden: met de koran. Ze begon te studeren, las de koran en islamitische jurisprudentie om zo te bewijzen dat veel wetten van de nieuwe Iraanse orde niet verenigbaar waren met de islamitische leer. Zo is het volgens de Islam helemaal niet verboden dat vrouwen rechter worden. Het zou tot 1999 duren voor de machthebbers van de Islamitische Republiek Ebadi ten dele gelijk gaven. Sinds enkele jaren mogen vrouwen weer als onderzoeksrechters werken. Ze mogen echter nog altijd geen definitieve uitspraken doen, omdat volgens de fundamentalistische interpretatie van het islamitische recht, vrouwen geen recht mogen spreken over mannen. Als advocaat zette Ebadi zich in voor vrouwen, in een rechtssysteem dat vrouwen enorm benadeelt. Een voorbeeld: volgens het heersende Iraanse recht worden kinderen na een scheiding automatisch aan de vader toegewezen. Bovendien hebben vrouwen slechts in enkele gevallen het recht om te scheiden: de mannen moet het ermee eens zijn of hij moet de vrouw al bij het sluiten van het huwelijk het recht tot scheiden hebben gegeven. De juriste Ebadi heeft tijdens talloze processen gestreden tegen het onrecht dat vrouwen wordt aangedaan, en de mannen en vrouwen die zij heeft vertegenwoordigd zijn haar daar nog altijd dankbaar voor. Ook op andere vlakken strijdt zij met evenveel inzet: door bijvoorbeeld in Iran de internationale dag van de vrouw te organiseren of door betogingen te houden tegen het Iraanse familierecht. Iraanse vrouwen 12
http://nl.wikipedia.org/wiki/Shirin_Ebadi
kennen haar als bezield spreekster tijdens demonstraties en tenslotte was zij verantwoordelijk voor de campagne waardoor mannen zich niet meer van hun vrouw konden laten scheiden zonder alimentatie te betalen. In 1994 trok Ebadi opnieuw praktische conclusies uit haar theoretisch, vergelijkend onderzoek. Ze stichtte de organisatie ter bescherming van kinderen. Ze is namelijk van mening dat het Iraanse recht op dit gebied voor hervorming vatbaar is. Zo kan bijvoorbeeld een vader die zijn kind vermoord heeft, volgens het geldende Iraanse recht alleen vervolgd worden als zijn vrouw aangifte doet. Dat gebeurt veelal niet, uit angst voor de represailles. Daarnaast mocht tot voor kort meisjes al op hun negende worden uitgehuwelijkt. In een van haar vele essays omschreef Ebadi dit als een moderne vorm van slavernij. Hoewel de huwelijksleeftijd inmiddels verhoogd is naar dertien jaar, niet in de laatste plaats dankzij het uitgebreide lobbywerk van Ebadi, zijn kinderen in Iran nog altijd volledig overgeleverd aan hun vader, aldus Ebadi. Daarnaast probeert de organisatie van Ebadi straatkinderen te helpen. Volgens cijfers van haar organisatie leven er allen al in Teheran tussen de 25000 en 30000 kinderen op straat. Overdag moeten ze bedelen en zijn zo de kostwinner van het gezin. Als ze niet genoeg verdiend hebben, durven ze vaak niet naar huis. Voor deze kinderen heeft de organisatie ter bescherming van kinderen tehuizen en scholen gesticht. Shirin Ebadi heeft altijd op de bres gestaan voor kinderen: de zwaksten in de samenleving. Dankzij de Nobelprijs voor de vrede vallen ook deze kinderen in de prijzen. De 1,3 miljoen euro die aan de prijs verbonden is, wil Ebadi namelijk gebruiken om deze kinderen te helpen. Ondertussen staat zij in Iran bekend als ‘koningin van de vrouwen en kinderen’. In het buitenland werd Ebadi bekend als berichtgeefster over de situatie van vrouwen en mensenrechten, en ze werd regelmatig uitgenodigd voor internationale conferenties. Al in 1996 kreeg ze van de organisatie Human Rights Watch een prijs voor haar betrokkenheid bij de strijd voor vrouwenrechten en ook ontving ze de Rafto Award, de Noorse mensenrechtenprijs. In 2000 werd ze gevangen genomen omdat ze zogenaamd de publieke opinie had beledigd. Momenteel doceert ze ook rechtswetenschap aan de universiteit van Teheran. Het Nobelprijscomité noemt als reden voor het verlenen van de prijs aan Ebadi met name haar inzet voor vrouwenrechten en rechten van kinderen. In Iran is Ebadi echter veel bekender geworden omdat ze in de afgelopen jaren enkele brisante zaken heeft behandeld, waaraan niemand zich de vingers wilde branden13.
13 Katajun Amirpur (2003) Shirin Ebadi en haar strijd om de toekomst van Iran. P.9-15
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Houd een rondetafelgesprek over vrouwenbesnijdenis. Wat is vrouwenbesnijdenis?14 Genitale verminking bij de vrouw is de aanduiding voor alle ingrepen waarbij de vrouwelijke geslachtsorganen geheel worden verwijderd of worden beschadigd, vanwege culturele redenen of vanwege andere, niet-medische redenen. De Engelse aanduiding female genital mutilation (FGM) werd ingevoerd omdat veel slachtoffers ‘vrouwenbesnijdenis' te bagatelliserend vonden klinken. Men heeft het ook wel over female genital cutting of, vooral in Frankrijk, over vrouwelijke seksuele verminking, omdat niet alleen de geslachtsdelen maar ook het seksuele gevoel van de vrouw wordt verstoord. FGM kan op vier verschillende manieren worden uitgevoerd: - Verwijdering van de voorhuid van de clitoris en de clitoris zelf, of delen ervan. - Verwijdering van de voorhuid van de clitoris, de clitoris en de kleine schaamlippen, of delen ervan. Tachtig procent van alle besneden vrouwen heeft dit of eerder genoemde vorm ondergaan. - Verwijdering van delen of van alle uitwendige geslachtsdelen met vervolgens dichtnaaien van de wond op een klein gaatje na (infibulatie). - Het inprikken, doorsteken, insnijden, uitrekken van de clitoris of de schaamlippen, het littekens maken op de vagina of de schaamlippen door brandwonden te veroorzaken, het wegschrapen van de vaginale opening, het inbrengen van etsende substanties of kruiden om de vagina te verkleinen, en elke andere procedure waarbij de vrouwelijke geslachtsorganen worden verwond of besneden. FGM heeft voor de slachtoffers ernstige psychische en fysieke gevolgen. Tijdens en na de besnijdenis kampen de slachtoffers met trauma's, depressies, ernstige bloedingen, koorts, bloedvergiftiging, infecties, en sommige overlijden zelfs aan de gevolgen van besnijdenis. Andere meisjes hebben voor de rest van hun leven pijn tijdens de menstruatie of tijdens het plassen. FGM is in de praktiserende gemeenschappen een diepgewortelde traditie. Oorspronkelijk was het een overgangsritueel dat de volwassenheid inluidde en dat feestelijk werd gevierd. De gedachte erachter is in veel gebieden verloren gegaan, maar de ingreep zelf wordt nog steeds uitgevoerd. Als redenen noemt men: de kuisheid van de vrouw, de zekerheid dat ze maagd blijft tot aan het huwelijk, hygiëne, esthetiek, gezondheid. Traditioneel wordt hiervoor de midgaan (de vrouw die de besnijdenis uitvoert) ingeschakeld. Zij neemt een belangrijke sociale positie in, heeft in de meeste gevallen echter geen medische opleiding genoten en werkt met ongeschikte instrumenten als scheermessen en scherven. In de buurt van de Afrikaanse steden is echter een trend richting medicalisering te zien: FGM wordt steeds vaker in ziekenhuizen uitgevoerd. In Europa wordt FGM of door midgaans of door artsen – meestal uit de herkomstlanden van de slachtoffers – uitgevoerd. Ook wenden steeds meer vrouwen zich tot schoonheidsklinieken. 2.) www.payoke.be Prostitutie en mensenhandel Laat de leerlingen redenen zoeken waarom iemand in de prostitutie komt, gewild of ongewild. Laat leerlingen ook nadenken over de redenen van mensenhandel. Bespreek in groep.
14
http://www.warisdirie.nl
3.) http://www.liberales.be/cgi-bin/showframe.pl?figuur&ebadi Op deze website vind je de reden waarom Shirin Ebadi de Nobelprijs gekregen heeft. 4.) Maak een opstel over wie van de drie vrouwen je het meest aanspreekt en waarom. 5.) Ken je nog vrouwen die zich voor vrouwen inzetten? (bijvoorbeeld Goedele Liekens, www.goedele.be )
Godsdiensten en vrede - quakers
Godsdiensten en vrede - quakers 1. BASISINFORMATIE 1. QUAKERS Ontstaan De officiële naam van dit kerkgenootschap is de Religious Society of Friends of Het Religieus Genootschap der Vrienden. De grondlegger was George Fox, die leefde van 1624 tot 1691 in Engeland. De zeventiende eeuw was een woelige tijd van religieuze revoluties, afscheuringen en het ontstaan van nieuwe kerken. George Fox dwaalde er rond, op zoek naar een geloof dat hem paste. Hij bezocht de ene kerk na de andere, maar vond nergens het geluk. Hij zag mensen bijbelse teksten reciteren, maar geloofde niet dat ze die ook echt beleefden. Tot hij tot de slotsom kwam dat hij de enige was die voor zichzelf kon bepalen wat echt relevant was. Zo stichtte hij het quakerisme. De vroege aanhangers geraakten tijdens hun bijeenkomsten zo opgewonden dat ze begonnen te beven (to quake= schudden). Oorspronkelijk is het quakerisme geworteld in de christelijke traditie, gezien de tijd waarin het ontstond. Intussen is die christelijke dimensie erg verwaterd, zeker in Europa. De mate waarin quakers nog christelijk zijn, is afhankelijk van persoon tot persoon. Sommige quakers geloven zelfs niet in god, of zijn eerder moslim, hindoe of boeddhist. Doordat ieder in zichzelf op zoek gaat naar het innerlijke licht, en een persoonlijke spirituele band probeert te vinden met god, zijn er geen priesters of tussenpersonen nodig. Iedereen is een priester en staat even dicht bij god als een ander. De bijbel is volgens hen niet het enige woord van god. Dat vindt men overal in terug, zelfs in de Koran. Het innerlijke licht is universeel in alle religies, en zelfs voor mensen die nog nooit van de bijbel of van god hebben gehoord. Iedereen is vrij om te geloven hoe hij dat wil15. Eredienst Deze vrijheid manifesteert zich ook duidelijk in de bijeenkomsten die de quakers houden. De eredienst verloopt niet volgens een bepaalde structuur en er is geen voorganger. De dienst begint eigenlijk pas als een van de aanwezigen zich ‘heeft neergezet en anderen zich stil bij hem volgen.’ Hun gebedsruimten zijn zeer eenvoudig en kennen geen opsmuk16. In België, in Brussel, komen ook wekelijks quakers samen in het Quaker House aan de Ambiorixsquare. Iedereen is vrij om de bijeenkomst bij te wonen, ook wie geen lid is of wie nog nooit eerder kwam. Er is geen ceremonie voorzien, geen gebeden of gezangen. Enkel stilte, gedurende een uur ongeveer. Iedereen gebruikt die stilte om in zichzelf te kijken, als een soort contemplatie. Ieder kiest de manier waarop hij dit doet. Sommigen beginnen met een tekst uit de bijbel, anderen mediteren. Wie de behoefte voelt om de stilte te doorbreken, mag dat. Deze aanpak is heel verschillend van de Amerikaanse aanpak, die inmiddels ook wijd verspreid is in Afrika. Daar zijn de bijeenkomsten wel ‘geprogrammeerd’, d.w.z. dat op voorhand bepaald wordt wat er gezegd en gedaan zal worden. In plaats van een stille contemplatie te houden, wordt hier wel gepredikt door een soort pastor17.
God in Brussel: quakers doen het in stilte. In: http://www.brusselnieuws.be/site/rubrieken/1091053972/page.htm?newsID=1143029862 16 Smart, N. (2003) Godsdiensten van de wereld. Uitgeverij Kok. 17 God in Brussel: quakers doen het in stilte. In: http://www.brusselnieuws.be/site/rubrieken/1091053972/page.htm?newsID=1143029862 15
Vredesgetuigenis Sinds het ontstaan van de Quakers als religieuze organisatie, hebben zij zich voor geweldloosheid ingezet. Een van de vroegste en bekendste uitingen daarvan is hun Vredesgetuigenis, die ze in 1660 aflegden tegenover Koning Karel II van Engeland. " Wij verwerpen met grote nadruk alle oorlog en strijd tegen anderen en elk gevecht, anders dan met de wapenen van de geest, voor welk doel en onder welk voorwendsel het ook moge zijn. Dit is ons getuigenis voor heel de wereld. De Geest van Christus, waardoor we ons laten leiden is onveranderlijk en kan ons dus niet het ene ogenblik van iets afhouden, omdat het verkeerd is en ons er dan weer toe aanzetten. Het is onze diepste overtuiging, die we voor de hele wereld uitspreken, dat de Geest van Christus, die ons leidt in alle waarheid, ons nooit zal aansporen om met uiterlijke wapens te strijden en oorlog te voeren tegen wie dan ook en zulks niet voor het Koninkrijk van God, noch voor de Rijken van deze wereld." Sindsdien zijn er vele soortgelijke getuigenissen opgesteld, maar de bovenstaande wordt door alle Quakers over de wereld gezien als een soort fundament waarop hun principiële geweldloosheid gebaseerd is. Quakers in de wereld Quakers hebben zich over de gehele wereld verspreid. De grootste groepen zijn te vinden in GrootBrittannië, Verenigde Staten, Bolivia en Kenia. In Amerika vormden ze vroeger een belangrijk onderdeel van de puriteinse stroming in Amerika, hoewel ze alleen in de begindagen van hun vestiging in Pennsylvania een meerderheid vormden. De Quakers vonden het belangrijk om vriendschap te sluiten met de indianen, een contrast met de gangbare relatie tussen de blanken en deze autochtone Amerikaanse bevolkingsgroep. Quakers zijn pacifisten en maken geen onderscheid tussen mensen18. De quakers hebben door de eeuwen heen gewogen op belangrijke politieke beslissingen, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de slavernij en het toegankelijk maken van het onderwijs voor iedereen19. In België tellen de Quakers slechts 24 geregistreerde leden, maar wekelijkse bijeenkomsten worden ook door heel wat niet-leden bijgewoond. In België staat het quakerisme op de (niet-officiële) lijst van gevaarlijke sekten. Bij het Informatie-en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties (IACSSO) is er een dossier geopend, maar het wordt niet actief onderzocht aangezien er geen vragen of klachten binnenkomen.
Smart, N. (2003) Godsdiensten van de wereld. Uitgeverij Kok. God in Brussel: quakers doen het in stilte. In: http://www.brusselnieuws.be/site/rubrieken/1091053972/page.htm?newsID=1143029862 18 19
2. ANDERE GODSDIENSTEN De vijf grote godsdiensten Vaak spreekt men over de vijf grote godsdiensten: het Hindoeïsme, het Boeddhisme, de Joodse Godsdienst, het Christendom en de Islam. Daarnaast bestaan er nog een reeks religieuze bewegingen en godsdienstige groeperingen20. Het Boeddhisme staat gekend voor zijn gebod van geweldloosheid, wat een boeddhist tot vegetariër en pacifist maakt21. (Het pacifisme is het streven naar het geweldloos bijleggen van internationale conflicten, waardoor de noodzaak van een leger overbodig wordt.) De Dalai Lama is een gekende boeddhist. In de week van 29 mei 2006 was hij in België om onder andere een van de grootste Boeddhistische tempels van Europa, in Hoei, in te huldigen. Hij kreeg in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede. De Dalai Lama had tijdens zijn achtdaags bezoek in België een gesprek met Kardinaal Godfried Danneels over ‘vrede en wederzijds begrip’. Ook een rabbijn was bij dit interreligieuze gesprek aanwezig22. De deelnemers aan de dialoog spraken over de gemeenschappelijke waarden die hen verbinden en over hun wens om op een vredelievende manier samen te leven door dialoog, kennis en respect voor de ander23. Godsdiensten voor de Vrede24 De Wereldconferentie van de Godsdiensten voor de Vrede (World Conference of Religions for Peace) werd opgericht in 1970 in Kyoto. De WCRP verenigt mannen en vrouwen uit alle wereldgodsdiensten. Haar leden - werken met overtuiging aan vrede, onder elkaar, binnen hun respectieve geloofsgemeenschappen en tussen die gemeenschappen. - zijn gemotiveerd om in de verschillende sociale contexten de vrede als een dienst aan te bieden. - willen met aandacht voor de onderlinge verschillen een authentieke dialoog bevorderen. Ze heeft bijzondere aandacht voor de conflictzones in de wereld. Ze heeft concrete initiatieven genomen of voorgesteld in Bosnië, Kosovo, Sierra Leone, Indonesië en elders. Er bestaan verschillende internationale werkgroepen: conflictbeheersing, ontwikkeling, vrouwen en kinderen, ontwapening en veiligheid, mensenrechten, opvoeding tot vrede. "Wij zijn in Nairobi verenigd als mannen en vrouwen die, elk in hun eigen religieuze tradities geworteld, toch onderling verbonden zijn door een gemeenschappelijk doel en gezamenlijke acties. Met spijt moeten we erkennen dat het al te vaak gebeurt dat strijdende partijen in de conflictzones zich bedienen van de godsdienst om de vijandigheden ten top te drijven." (uit de Verklaring van Nairobi, 1984)
http://www.digischool.nl/kleioscoop/tekst/middeleeuwen_vij_god.htm http://www.digischool.nl/kleioscoop/tekst/middeleeuwen_vij_god.htm 22 http://www.katholieknederland.nl/actualiteit/2006/detail_objectID581326_FJaar2006.html 23 De standaard. Woensdag 31 mei 2006 24 http://www.wcrp.be/qui%20sommes-nous%20NL.htm 20 21
Oorsprong en historiek van WCRP-Belgium In 1981 werd de vereniging WCRP-België opgericht onder de stuwende inspiratie van de Leuvense professor Levy. De leden behoren tot alle grote godsdiensten die in België vertegenwoordigd zijn : katholieken, protestanten, orthodoxen, mohammedanen, joden, boeddhisten, hindoes. Activiteiten: " Bijeenkomsten rond de grondteksten van de verschillende godsdiensten, met luisteren en bezinning; interreligieuze gespreksbijeenkomsten " Gelovigen van verschillende godsdiensten samen brengen om van gedachte te wisselen en om tussen te komen in conflictsituaties " Ondersteuning van plaatselijke initiatieven, een communicatie- en informatienet, interreligieuze ontmoetingen " Oprichting van permanente werkgroepen, eventueel in samenwerking met andere landen of met andere verenigingen die aan vredesopvoeding doen De vereniging gaat eveneens in op verzoeken tot deelname aan : " Multireligieuze gespreksavonden " Voordrachten, rondetafelgesprekken, tentoonstellingen… in scholen en verenigingen Enkele principes: - De WCRP verwerpt syncretisme en alle pogingen tot ontkenning van de fundamentele verschillen tussen religieuze tradities en culturen. - Zij probeert een vredebrengende communicatie tussen de godsdiensten enerzijds en tussen gelovigen en niet-gelovigen anderzijds op gang te brengen en daarmee onwetendheid, vijandigheid en uitsluiting terug te dringen. - Ze hoopt te bereiken dat interreligieuze dialoog niet als zomaar een activiteit tussen vele andere beschouwd wordt, maar dat ze voor iedereen een persoonlijke zorg en een grondhouding wordt. Europese Raad van Religieuze Leiders/ Godsdiensten voor de Vrede De Europese Raad van Religieuze Leiders / Godsdiensten voor de Vrede (ECRL) is een groep van hoge religieuze leiders van Europa’s historische godsdiensten (het christendom, het jodendom en de islam) samen met boeddhisten, hindoes, sikhs en zoroasters die in Europa leven, die zich ertoe verbonden hebben samen te werken voor conflictpreventie, vredelievend samenleven en verzoening. In deze Raad maken volgende personen deel uit: Kardinaal Godfried Danneels, Mufti Mustafa Ceric, Metropoliet Kirill, Opperrabbijn René-Samuel Sirat, Bisschop Gunnar Stalsett, dh. Jehangir Sarosh. ECRL maakt deel uit van de Wereldconferentie van Godsdiensten voor de Vrede25.
25
http://www.wcrp.be/statement/ecrlNl.htm
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Check www. http://www.quaker.dds.nl/ Laat de leerlingen op zoek gaan op welke manier Quakers zich nu nog inzetten voor vrede. 2.) http://www.groene.nl/2001/0151/jb_oorlog.html Hier vind je een tekst van Joeri Boom over de Heilige Oorlog. “De wereldgodsdiensten prediken verdraagzaamheid, maar toch ligt het op veler lippen: religie leidt tot oorlog en ellende. Vooral bij moderne conflicten blijft de rol van God schimmig. Is Hij oorzaak of excuus?” Het is een moeilijke tekst, maar kan als aanleiding dienen om een rondetafelgesprek te voeren over godsdienst, vrede en oorlog. 3.) Ga op zoek naar godsdiensten zoals de Quakers,het Boeddhisme die ook sterk vrede en geweldloosheid prediken. 4.) http://www.wcrp.be/statement/ecrlNl.htm Hier vind je een verklaring/open brief van het uitvoerend comité van de Europese Raad van Religieuze Leiders (6 februari 2006) 5.) Heel veel informatie over “vrede en godsdiensten” vind je op www.kuleuven.be/thomas
Historische figuren - humanisten
Historische figuren - humanisten 1. BASISINFORMATIE De drie besproken historische figuren zijn: Thomas More, Juan Luis Vives en Erasmus. Het zijn allen humanisten. Het humanisme is een literaire en wijsgerige stroming, waarin de mens op allerlei terreinen in het brandpunt komt te staan. Humanisten tegenover oorlog en vrede26 Oorlog of vrede, is een vraag van alle tijden. Men beschouwde lange tijd de oorlog als een noodlot van de mens. Zo beschouwden de Christenen de oorlog als een straf van God. De humanisten zijn de eersten geweest in West-Europa die de oorlog beschouwden als mensenwerk. Hun idee was dat de mens zo intelligent en vernuftig is dat hij niet enkel in staat is om zichzelf en anderen te vernietigen, maar ook om vrede te stichten en welvaart te brengen voor iedereen. Het pacifisme van de meeste humanisten is diep geworteld en zeer sociaal bewogen. 1. THOMAS MORE Thomas More (Londen, 7 februari 1478 – Tyburn, 6 juli 1535) was een Engels humanist en staatsman. Hij werd beroemd door zijn boek Utopia (1516), waarin hij zich afzet tegen het economische en politieke beleid van Engeland en een heilstaat met socialistische trekken tekent. Hij stond bekend als een wijs en fijnzinnig mens27. In 1504 werd More lid van het Engelse Lagerhuis. Hij was getrouwd met Jane Colt in 1504 of 1505 en ze kregen drie dochters en een zoon. Erasmus verbleef vaak bij More thuis en schreef daar in 1509 het aan More opgedragen ‘Lof der zotheid’ (cf. infra). In 1510 werd More rechter en kort daarna undersheriff van Londen28. Hij had medelijden met diegenen die leefden aan de zelfkant van de maatschappij en dit medelijden nam met de dag toe. In 1511 sterft zijn vrouw en hertrouwt hij met Alice Middleton29. In die tijd werd Hendrik VIII koning en aanvankelijk waren de humanisten enthousiast. Al snel bleek echter dat deze koning oorlogsplannen had tegen Frankrijk, maar de vredelievende More stond hier niet achter30. Als gezant van de koning verbleef hij in 1515 te Brugge en bezocht ook Brussel, Mechelen en Antwerpen. In deze periode schrijft hij zijn Utopia. Utopia31 De beschaving in Utopia is gestoeld op soberheid, discipline en tolerantie. De prikkel van het privé-bezit is verdwenen, maar meteen ook de buitensporige luxe van de bevoorrechte klasse. Aan elementaire goederen – en More rekent daarbij ook cultuur – is er nooit gebrek: iedereen heeft een woning, kleding en voedsel, maar die zijn dan ook voor iedereen dezelfde. Er wordt maar zes uur per dag gewerkt, maar wel door iedereen. Enkel kinderen, zieken, gebrekkigen en ouderen zijn daarvan ontheven; zij ontvangen de nodige aandacht en verzorging. Voor elkaar beconcurrerende ambachten is er op Utopia geen plaats. De productie is afgestemd op de behoeften, niet op winst, en wordt zeer planmatig van hogerhand geregeld. Oorlog bestaat niet, tenzij uit zelfverdediging of om een invaller te verdrijven in een De Maesschalck (1986) Oorlog of vrede ? Het oordeel van de humanisten. http://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_More 28 http://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_More 29 De Maesschalck (1986) Oorlog of vrede ? Het oordeel van de humanisten. 30 De Maesschalck (1986) Oorlog of vrede ? Het oordeel van de humanisten. 31 De Maesschalck (1986) Oorlog of vrede ? Het oordeel van de humanisten. 26 27
bevriend land. Iedereen, zowel mannen als vrouwen, is verplicht tot een militaire training, maar meestal wordt het karwei in de vreemde overgelaten aan de woeste Zapoleten (een ironische verwijzing naar de Zwitserse huurlegers). Op godsdienstig gebied zijn de Utopiërs erg tolerant, behalve tegenover atheïsten, die als paria’s worden uitgestoten. De priesters genieten hoge eer, maar zijn dan ook van onberispelijke levenswandel en weinig in aantal. Zij worden trouwens door het volk gekozen, zoals ook alle andere functionarissen in Utopia. Monniken vindt men weinig in Utopia en ze zijn ook nergens voor nodig. More zijn Utopia komt niet overeen met de werkelijkheid. Hij vraagt zich af waarom het christelijke Europa niet meer op zijn gedroomde Utopia lijkt. Waarom hier zoveel mensen leven in ellende, terwijl enkelen zich wentelen in overdaad? Waarom één enkele heerser het vreedzame volk mag opjagen en uitbuiten? In dienst bij de koning32 Na lang wikken en wegen, treedt More in 1518 definitief in dienst van de koning. In 1518 werd hij lid van de Privy Council en secretaris van de koning. In 1521 werd hij in de adelstand verheven (Sir Thomas More) en benoemd tot onderschatbewaarder. Het lijkt een erg ongelukkig moment, want kort daarop beginnen voorbereidingen voor een nieuwe oorlog en is More verplicht – uiteraard tot zijn eigen ontzetting – geld in te zamelen voor een militaire invasie in Frankrijk. More tracht zijn innerlijke onrust zoveel mogelijk te verbergen, vooral tegenover de koning. In 1527 overweegt Hendrik VIII oorlog te voeren tegenover Keizer Karel V, maar More slaagt erin Engeland te betrekken bij een algemene vrede tussen de voornaamste christelijke vorsten. In 1529 wordt More benoemd tot de hoogste ambt in Engeland, het kanselierschap. More werd zo een vooraanstaande politicus, niet alleen in Engeland, maar ook in de rest van Europa. Op een bepaald moment wil koning Hendrik VIII zich laten scheiden van Catharina van Aragón, omdat ze hem geen zonen (troonopvolgers) schonk. Hij vraagt de paus tot ontbinding, maar die weigert. Daarop roept Hendrik VIII zich uit tot Hoofd van de Engelse Kerk en stuurt aan op een scheuring. More, van zijn kant, erkent echter het oppergezag van de paus. Voor More is hier de maat vol: hij neemt ontslag als kanselier, zogenaamd om gezondheidsredenen. Een nieuwe wet (Act of Supremacy, 1534) bepaalt dat elke volwassen Engelsman kan opgeroepen worden de eed van trouw te zweren aan Hendrik VIII als hoofd van de Engelse Kerk. More weigert en wordt een jaar opgesloten in de Tower. Hij wordt beschuldigd van hoogverraad en eindigt op het schavot. In 1886 werd More zalig verklaard door paus Leo XIII. Zijn heiligverklaring vond plaats op 19 mei 1935. Als zijn kerkelijke feestdag is 22 juni vastgesteld. 2. VIVES Juan Luis Vives (Valencia, 6 maart 1492 – Brugge, 6 mei 1540) was een Spaanse geleerde die vrijwel zijn hele actieve leven in de Nederlanden woonde. Na Erasmus was hij de belangrijkste vertegenwoordiger van het humanisme in de Nederlanden. Bij het nageslacht is hij vooral als opvoedkundige bekend gebleven33.
Op basis van: De Maesschalck (1986) Oorlog of vrede ? Het oordeel van de humanisten en http://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_More 33 http://nl.wikipedia.org/wiki/Juan_Luis_Vives 32
Zijn joodse ouders waren tot het christendom bekeerd. In 1509 ging hij studeren aan de universiteit van Parijs. Teleurgesteld over het scholastieke onderwijs daar vestigde hij zich in 1512 in Brugge, in het huis van de Valentijnse koopman Bernardo Valdaura, met wiens dochter Margarita hij in 1524 trouwde. In 1517 werd hij als huisleraar toegevoegd aan de 19-jarige bisschop van Kamerijk, kardinaal Guillaume de Croÿ, die dat jaar aartsbisschop van Toledo werd. De twee verhuisden in 1517 naar Leuven, waar Vives als gastdocent aan de universiteit werd toegelaten en zijn vriendschap met Erasmus bestendigde. In 1521 kwam Croÿ om. Aan Vives werd in 1522 een professoraat in Alcalá aangeboden, maar een terugkeer naar Spanje was onmogelijk: Vives’ vader viel dat jaar in handen van de Inquisitie vanwege zijn vermeende terugval in het jodendom en werd in 1524 ter dood veroordeeld. Op grond van dezelfde beschuldiging werd het lijk van Vives’ reeds gestorven moeder in 1529 opgegraven en op de brandstapel gezet. Van 1523 tot 1528 woonde Vives afwisselend in Brugge en in Engeland, waar hij Grieks doceerde in Oxford en aan het hof van koning Hendrik VIII en Catharina van Aragón verkeerde; in 1527 werd hij opvoeder van hun dochter, de latere koningin Maria Tudor. Omdat hij de kant van Catharina koos toen Hendrik van haar wilde scheiden, moest hij Engeland in 1528 verlaten. De laatste twaalf jaar van zijn leven, die zijn productiefste waren als auteur, sleet hij voornamelijk te Brugge, al verbleef hij vanaf 1537 ook geregeld te Breda, aan het hof van de Nassaus, als huisleraar van Mencía de Mendoza. Zijn vriendschap met Erasmus bekoelde gaandeweg; zijn beste vrienden waren Frans van Cranevelt en de Engelse humanist Thomas More. Vives werd begraven in de St.-Donaaskerk in Brugge. Zijn vrouw Margarita overleed in 1552 en werd naast hem bijgezet. Kinderen hebben zij niet gekregen. De ideeënwereld van Vives34 a) Vives als pedagoog De belangstelling voor de opvoedkunde heeft Vives gemeen met de kring van humanisten o.l.v. Erasmus en More, maar Vives is in vele opzichten oorspronkelijker. Vooral zijn psychologisch doorzicht in de kinderziel is af en toe verbluffend. Rust en vrede beschouwt hij als een onontbeerlijke voorwaarde voor elk onderricht. Vives droomt zich een school ver van het drukke stadsleven, boeken zonder seks of geweld, een opleiding zonder te heftige discussies en onderlinge rivaliteit en bovenal zonder de traditionele angst voor de straf. Psychologisch doorzicht vergt Vives ook van de leraar, die de leerlingen voortdurend moet observeren, ook tijdens het spel, die de eigen aanleg en de geaardheid van het kind zal trachten te doorgronden en zijn onderwijs daarop afstemmen. Hij hecht veel belang aan de waarneming van de concrete dingen, vooral bij jonge kinderen. Als een der eersten begrijpt hij de betekenis van zintuiglijke waarneming en aanschouwelijke voorbeelden in het onderwijs. Ook verdiept hij zich in de geheimzinnige werking van het geheugen en erkent de noodzaak van gezonde ontspanning. Als pedagoog is Vives zijn collega’s eeuwen vooruit. Hij heeft een uitgesproken belangstelling voor de opleiding van de vrouw, die hij principieel even bekwaam acht voor intellectuele arbeid dan de man, al zal hij hen in de praktijk eerder oriënteren naar huishoudelijke bezigheden. Nog merkwaardiger is zijn pleidooi voor de opleiding van armen en steuntrekkenden. Zelfs de blinden wil hij wat meer leren dan enkel musiceren of mandjes vlechten. De mogelijkheden om de mens tot een verstandiger en dus, volgens Vives, beter mens op te voeden, zijn onbeperkt, als de wil daartoe maar bestaat. Dat komt trouwens niet enkel ten goede aan het individu, maar uiteindelijk aan de gehele samenleving.
34
De Maesschalck (1986) Oorlog of vrede? Het oordeel van de humanisten.
b) Vives als sociaal hervormer en pacifist Vives gelooft vast dat de mens van nature geneigd is tot het goede, tot liefde, vriendschap, harmonie en vrede. Deze neiging is de essentie van de mens zelf en onderscheidt hem van de dieren. Door de zondeval hebben echter de dierlijke passies de bovenhand genomen, is het verstand vertroebeld en is de mens tot een beest ontaard: mensen vermoorden elkaar, bestelen en bedriegen elkaar, haten elkaar zonder ophouden. De mens heeft zijn eigen natuur vernietigd. Hieruit is alle ellende van de wereld voortgekomen, speciaal de armoede en de oorlog. Hoogmoed en machtshonger drijven mensen ertoe geld op te potten, andermans goederen te ontnemen, zich allerlei eretitels en voorrechten aan te meten en als een dolle blindeman tekeer te gaan. Het enige middel om de vicieuze cirkel van geld en geweld te doorbreken, is zich te bezinnen over zichzelf, over de werkelijke menselijke natuur, die nu begraven is onder een zee van passies. Eens zover, kan men trachten ook anderen, vooral kinderen, herop te voeden tot redelijke en dus goede mensen. De boodschap van Christus is daarbij een machtig hulpmiddel, want het Christendom is niets anders dan de openbaring van de eigen menselijke natuur. Ook het Christendom tracht de stroom van dierlijke passies te bedaren en ons terug te voeren naar onze ware menselijke natuur. Deze zienswijze van Vives is in feite sterk optimistisch: de menselijke natuur is goed, we kunnen ernaar terugkeren, we kunnen de oorlog en de armoede overwinnen, als we maar werkelijk willen. De regering, de vorst, het lands-of stadsbestuur heeft de taak onderwijs te organiseren om aldus de mens te verlichten, de noodlijdenden bij te staan en de oorlog zoveel mogelijk uit te bannen. Het is een kwestie van bewustwording, een taak op lange termijn! Maar Vives geeft wel praktische richtlijnen. In zijn Subentione pauperum (over de onderdersteuning van de armen, 1526) pleit hij voor een openbare onderstand: armen en bedelaars moeten van de straat gehaald worden, geteld, samengebracht in hospitalen en weeshuizen, en men zal ze werk bezorgen. Het is een revolutionair programma, dat drastisch afwijkt van de middeleeuwse liefdadigheid, maar dat in de loop der eeuwen, toch gedeeltelijk zal gerealiseerd worden. In zijn concordia et discordia humani generis (Eendracht en tweedracht onder de mensen, 1529) pleit Vives voor een ééngemaakt Europa, verheven boven nationalisme en imperialisme, op de grondslag van verdraagzaamheid en onderling respect. Dit programma is nog meer revolutionair, aangezien tot dan toe enkel werd gedacht aan éénwording vanuit het perspectief van de Kerk of Keizerrijk. Tenslotte leert Vives dat plagen als armoede of oorlog niet enkel zaak zijn van vorsten of regeringen, maar ook en vooral van onszelf. Sociale hervorming en pacifisme beginnen eerst en vooral in ons eigen binnenste, in de strijd tegen egoïsme. 3. ERASMUS Als één van de grootste geleerden van zijn tijd, werd Erasmus de Prins der Humanisten genoemd. Hij leefde in de Renaissance, een periode van grote wijzigingen, gekenmerkt door de herziening van de meeste denkbeelden en een vernieuwde interesse voor de Grieks-Romeinse oudheid. Hij werd geboren te Rotterdam (1469) en stierf te Bazel (1536). Omwille van zijn intellectuele populariteit was hij, rond zijn dertigste, vaak te gast bij koningen, keizers of andere belangrijke personen uit zijn tijd... Erasmus was een homo viator, hij was steeds onderweg en had een grote invloed op de wetenschappers van zijn tijd. De Lof der Zotheid geniet de meeste bekendheid. Hij schreef dit werkje tijdens zijn terugkeer uit Italië, op weg naar Engeland. Bovenop het feit dat dit een pamflet is gericht tegen het gedrag van de leidende klasse en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, is de Lof vooral een geschenk van de humanist aan zijn vriend Thomas More bij wie hij in Engeland logeerde. Vriendschap is één van de meest sympathieke kenmerken van deze gekoesterde humanist.
Hij legde zich toe op de verdediging en de zuivering van het Latijn, de internationale en culturele taal van die tijd. Hij zorgde voor de herziening van christelijke tradities en was voorstander van een menselijkere benadering van de godsdienst en de vernieuwing van het pedagogische systeem door het publiceren van grammatica's, verhandelingen over de opvoeding van kinderen en door het oprichten van het "Collegium Trilingue" te Leuven. Erasmus is dus tegelijkertijd één van de grootste Neolatijnse schrijvers, een geëngageerd theoloog en een vernieuwend pedagoog35. Studenten kennen hem waarschijnlijk beter als de man die zijn naam leende aan een Europees uitwisselingsprogramma36. De invloed van Erasmus op het tijdperk van protestantse hervorming en katholieke tegenhervorming, is bijzonder groot. Maar nog meer succes oogstte hij, zowel toen als tegenwoordig, met een aantal gelegenheidswerkjes, geschreven in opdracht, uit innerlijke opwelling of als louter tijdverdrijf, zoals Lof der Zotheid, maar ook Klacht van de vrede. Klacht van de vrede Dit pacifistische werk verschijnt in 1517, maar kent een lange voorgeschiedenis. Van jongsaf gruwt de zachtmoedige Erasmus van geweld, zeker wanneer dit gebeurt onder de banier van Christus. Tijdens zijn verblijf in Italië, is Erasmus getuige van een bloedige veldtocht door de krijgshaftige paus Julius II, nochtans de ‘plaatsvervanger van Christus op aarde’. Hij walgt van deze vertoning. Het thema van de verwerpelijke oorlog werkt Erasmus achtereenvolgens uit in een brief en als toelichting bij één van zijn spreekwoorden. Dulce bellum inexpertis (Zoet is de oorlog voor wie hem niet kent). Erasmus aanvaardt daarin geen enkel argument om een oorlog te ontketenen en eindigt met zijn betoog met de woorden: “Laten wij ons toeleggen op de vrede, opdat Christus ons weer herkent als de Zijnen. Laten pausen, vorsten en steden daarover beraadslagen. Genoeg christenbloed is er tot nu toe vergoten. Maar al te zeer hebben wij de vijanden van Christus’ naam laten zien hoe inhalig wij zijn. Zo laat ons dan eindelijk, verzadigd van voortdurende krijg, vervuld blijven van het verlangen naar vrede. De ellende zelf drijft er ons toe; Christus eist het.” Het thema vindt tenslotte zijn definitieve vorm in de Klacht van de vrede. Ditmaal neemt de vrede zelf het woord. Overal op aarde is zij vervolgd en verdreven. Daarom roept zij hartstochtelijk de strijdende vorsten op deze waanzin te staken en te komen tot een blijvend bondgenootschap. De laatste jaren van zijn leven hebben Erasmus weinig vreugde gebracht. Zijn leer van verdraagzaamheid en zijn ideaal van oprechte harmonie kenden weinig navolging in deze troebele jaren. In Genève is Calvijn opgestaan, die een nog dogmatischer leer is toegedaan: de mens is al van voor zijn geboorte uitverkoren of verdoemd. Op vele plaatsen vlammen nu de brandstapels en worden mensen ter dood gebracht omwille van hun geloofsovertuiging. In Engeland heeft Koning Hendrik VIII zich afgescheurd van de katholieke kerk, omdat hij een andere vrouw wil huwen en de paus daartoe geen toelating geeft…In 1536 sterft hij.
35 36
http://www.erasmushouse.museum// http://www.standaard.be/Artikel/detail.aspx?artikelId=G2VEEORI
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Wat vind je van Utopia? Houd een rondetafelgesprek. Beschrijf jouw eigen Utopia. De beschaving in Utopia is gestoeld op soberheid, discipline en tolerantie. De prikkel van het privé-bezit is verdwenen, maar meteen ook de buitensporige luxe van de bevoorrechte klasse. Aan elementaire goederen – en More rekent daarbij ook cultuur – is er nooit gebrek: iedereen heeft een woning, kleding en voedsel, maar die zijn dan ook voor iedereen dezelfde. Er wordt maar zes uur per dag gewerkt, maar wel door iedereen. Enkel kinderen, zieken, gebrekkigen en ouderen zijn daarvan ontheven; zij ontvangen de nodige aandacht en verzorging. Voor elkaar beconcurrerende ambachten is er op Utopia geen plaats. De productie is afgestemd op de behoeften, niet op winst, en wordt zeer planmatig van hogerhand geregeld. Oorlog bestaat niet, tenzij uit zelfverdediging of om een invaller te verdrijven in een bevriend land. Iedereen, zowel mannen als vrouwen, is verplicht tot een militaire training, maar meestal wordt het karwei in de vreemde overgelaten aan de woeste Zapoleten (een ironische verwijzing naar de Zwitserse huurlegers). Op godsdienstig gebied zijn de Utopiërs erg tolerant, behalve tegenover atheïsten, die als paria’s worden uitgestoten. De priesters genieten hoge eer, maar zijn dan ook van onberispelijke levenswandel en weinig in aantal. Zij worden trouwens door het volk gekozen, zoals ook alle andere functionarissen in Utopia. Monniken vindt men weinig in Utopia en ze zijn ook nergens voor nodig. 2.) De geest van Vives leeft verder. Check volgende websites en ga na waar precies zijn geest verder leeft. http://www.vives-vzw.org http://www.vives-comito.be 3.) Ook de geest van Erasmus leeft verder. Waar? http://www.erasmus.org http://www.erasmushouse.museum// 4.) Schrijf een opstel over de stelling “Er is nog niet veel veranderd sinds de tijd van Thomas More, Vives en Erasmus. We slagen er nog steeds niet in om in vrede te leven met elkaar.” Wat is jouw mening?
Personen en organisaties die zich inzetten voor kinderen in de oorlog
Personen en organisaties die zich inzetten voor kinderen in de oorlog 1. BASISINFORMATIE 1. GRACA MACHEL Graça Machel is geboren in Mozambique, in 1946. In 1975 werd ze Minister van Onderwijs en Cultuur van Mozambique. In de jaren negentig leidde ze in opdracht van de Verenigde Naties een grootschalig onderzoek naar de gevolgen van gewapende conflicten voor kinderen: het VN-rapport over kinderen in oorlog (1996). Het rapport werd heruitgebracht in 2002 tijdens een speciale zitting van de VN. Graça Machel is de weduwe van vroegere president van Mozambique, Samora Machel, die in een vliegtuigcrash in 1986 overleed. Ze is nu de huidige vrouw van de Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela. In 1995 ontving ze de ‘Nansen Medal’ van de Verenigde Naties voor haar humanitair werk, waarvan in het bijzonder voor kinderen die vluchtelingen zijn37. De huidige VN-vertegenwoordiger voor kinderen en gewapende conflicten is Olara Otunnu. 2. ELS DE TEMMERMAN Els De Temmerman (1962) studeerde Germaanse filologie aan de K.U. Leuven. Ze was hulpverlener bij Artsen zonder Grenzen in Soedan. Ze baande zich een weg met haar pen langs verschillende kranten en tijdschriften. In 1988 begon ze haar journalistieke loopbaan bij de krant Het Volk. Van 1992 tot 1996 werkte zij als Afrika-correspondente voor de VRT en de Nederlandse Volkskrant. Voor haar verslaggeving ontving zij meerdere prijzen. Als journaliste wordt ze meer dan eens geconfronteerd met geweld, agressie en conflicten overal ter wereld38. vzw Kindsoldaten39 "Wij sturen nu meer dan 2700 ex-kindsoldaten terug naar school. Maar er zijn duizenden meer die wij moeten weigeren omdat onze middelen beperkt zijn. Dat doet pijn. Mijn hart gaat uit naar elk van hen", aldus oprichtster Els De Temmerman van vzw Kindsoldaten. In 1998 hoorde Els De Temmerman voor het eerste over de ontvoeringen in Noord-Oeganda, toen ze het gebied bezocht voor de krant De Morgen. De omvang en de ernst van het kindermisbruik en het feit dat de wereld deze tragedie doodzweeg, deed haar besluiten een boek te schrijven. ‘De meisjes van Aboke’ gaat over de ontvoering van 139 schoolmeisjes uit een Italiaanse kostschool in Noord-Oeganda in oktober 1996. In een daad van bovenmenselijke moed ging de onderdirectrice, zuster Rachele, de rebellen achterna. Door haar eigen leven aan te bieden in ruil voor dat van haar meisjes slaagde ze erin 109 leerlingen vrij te krijgen. Ze moest er dertig achterlaten. Het boek vertelt het verhaal van enkele meisjes die wisten te ontsnappen uit het rebellenleger, en de jarenlange pogingen van zuster Rachele om de overige meisjes terug te vinden, een kruistocht die haar 37
http://en.wikipedia.org/wiki/Gra%C3%A7a_Machel http://www.unicef.org/graca/ http://www.un.org/special-rep/children-armed-conflict/ 38 http://www.kuleuven-kortrijk.be/alumni/verdienstelijk.html 39 http://www.childsoldiers.net/
voerde naar Bill Clinton, Nelson Mandela, de Paus en het Europees Parlement. Tot op vandaag zijn nog steeds zeven Abokemeisjes vermist, waarvan er vier gedood zijn. ‘De meisjes van Aboke’ is vertaald in het Italiaans, Engels, Spaans en Frans. Van bij de aanvang besliste de auteur de opbrengst van haar boek en van haar lezingen over dit onderwerp weg te schenken aan een project om het schoolgeld te betalen van de vrijgekomen ex-kindsoldaten. Meer dan tienduizend kinderen zijn de afgelopen jaren ontsnapt uit de Lord’s Resistance Army. De meesten komen vrij tijdens gevechten met het regeringsleger, als zij worden uiteengedreven of gewond neervallen op het strijdveld. Alle kinderen die terugkeren van de Lord’s Resistance Army zijn er vreselijk aan toe. Velen vertonen schotwonden, verminkingen, littekens van messteken en slagen, en wonden aan de voeten. De meesten zijn ziek, ondervoed en zitten van kop tot teen onder het schurft. Malaria, tuberculose, darmontstekingen en ademhalingstoornissen zijn de meest voorkomende ziekten. De meisjes komen allen terug met geslachtsziekten, sommigen hebben AIDS. Minder zichtbaar en moeilijker te genezen zijn de innerlijke littekens: het wantrouwen, de angst, de zelfverachting, de schuldgevoelens, de morele ontreddering en de woede tegenover een maatschappij die hen niet heeft kunnen beschermen. Door het feit dat zij jaren gemist hebben op school, hebben zij nauwelijks kansen op de arbeidsmarkt. De meisjes komen terug met baby’s waar zij financieel niet kunnen voor zorgen. In hun dorpen worden zij bovendien vaak uitgescholden voor ‘rebellen’ of ‘vrouwen van Kony’. De kinderen komen terecht in een van de opvangcentra in Noord-Oeganda, zoals dat van de vzw Kinsoldaten. Ze krijgen er gedurende enkele weken medische verzorging, traumaverwerking en psychologische begeleiding. Daarna moeten zij terug naar huis. Velen durven echter niet terug naar hun dorp uit angst voor vergeldingsacties van het LRA. De rebellen gaan actief op zoek naar ‘deserteurs’. Als ze hen vinden, wordt de hele familie en soms zelfs het hele dorp uitgeroeid. Als deze kinderen geen toekomstperspectief krijgen, dreigen zij te vervallen in delinquent of pathologisch gedrag en vormen zij een gemakkelijke prooi voor misdaadsyndicaten en toekomstige krijgsheren. Onderwijs is de beste manier om hen te rehabiliteren en te herintegreren in de samenleving. Met dat doel werd in 2000 de vzw Sponsoring Kinderen Oeganda opgericht, later de vzw Kindsoldaten genoemd. Ze startten met het financieren van de studies van vijfentwintig ex-kindsoldaten. Dank zij solidariteitsacties in scholen, service-clubs en andere organisaties en giften van talloze Vlamingen sturen ze momenteel bijna tweeduizend ex-kindsoldaten naar school, voornamelijk naar middelbare en beroepsscholen in Noord-Oeganda. 3. UNICEF40 Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, strijdt al meer dan 60 jaar wereldwijd voor het welzijn van kinderen en het respect voor hun rechten. Unicef is de grootste humanitaire en ontwikkelingsorganisatie voor het welzijn van kinderen en de rechten van kinderen in de wereld. Waarom Unicef? Omdat de toestand waarin kinderen leven ondermaats blijft. Unicef werd opgericht in 1946 als noodhulporganisatie om de kinderen die het slachtoffer werden van de tweede wereldoorlog te helpen. Vandaar de naam: United Nations International Children’s Emergency Fund. Unicef is actief in meer dan 160 ontwikkelingslanden en in ongeveer 40 geïndustrialiseerde landen om de toestand waarin de kinderen leven, te verbeteren en om hun rechten te promoten. In ontwikkelingslanden zet Unicef 40
www.unicef.be
ontwikkelingsprogramma’s op en wanneer nodig noodhulpoperaties. Unicef heeft 5 prioriteiten uitgewerkt. 5 prioriteiten Unicef wil garanderen dat elk kind: - een goede start krijgt in het leven - kwaliteitsvol basisonderwijs kan volgen - kan opgroeien in een gezonde en veilige omgeving die jongeren toestaat zich ten volle te ontwikkelen. Om deze doelstelling tot een goed einde te brengen heeft Unicef 5 grote thematische prioriteiten vooropgesteld voor het welzijn van kinderen en het respect voor hun rechten: 1. ontwikkeling van het jonge kind 2. vaccinatie van kinderen 3. basisonderwijs voor meisjes 4. de strijd tegen Hiv/Aids 5. bescherming van kinderen tegen uitbuiting en mishandeling In alle landen waar Unicef actief is, ontwikkelt Unicef programma’s gebaseerd op deze 5 thema’s. Deze thematische prioriteiten laten kinderen toe de 3 grote etappes van hun leven te doorlopen, zonder grote hindernissen en om gezonde en ontwikkelde volwassenen te worden. Enkele opmerkelijke realisaties -
De ratificatie van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind door 190 landen De adoptie van het Wereldactieplan ‘een wereld geschikt voor kinderen’ tijdens de Speciale Zitting van de VN over kinderen in 2202 De stijging van het vaccinatiepeil van kinderen wereldwijd van slechts 10% in 1970 naar bijna 80% vandaag. De nakende uitroeiing van polio De terugkeer naar school voor meer dan 2 miljoen meisjes in Afghanistan na de val van het Taliban regime De demobilisatie en de sociale reïntegratie van meer dan 11.000 kindsoldaten in Zuid-Soedan tussen 2001 en 2003
Ambassadeurs41 Door de jaren heen zijn er veel beroemdheden geweest die zich wilden inzetten om het werk van Unicef te ondersteunen. Ook vandaag zijn er nog een heleboel beroemdheden die zich aangesproken voelen door het werk van Unicef en zich als vrijwillige ambassadeurs voor het Kinderfonds inzetten. Zanger Robbie Williams, Julio Iglesias en Youssou N’ dour, acteurs Roger Moore en Susan Surandon en model Claudia Schiffer zijn maar enkele voorbeelden. Unicef België heeft ook zijn eigen ambassadeurs om het werk van Unicef te ondersteunen in België. Axelle Red, Helmut Lotti, Khadja Nin, Salvatore Adamo, Alain Hubert, Dixie Dansercoer, Frank De Winne en Jean-Michel Folon zetten zich vrijwillig in om het Belgische publiek te sensibiliseren voor de toestand van de kinderen in de wereld.
41
http://www.unicef.org/people/people_ambassadors.html
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Verdeel de klas in twee groepen. Laat een groep argumenten ‘pro’ zoeken om kinderen in een oorlog in te schakelen. Laat de andere groep argumenten ‘contra’ zoeken. Op http://www.terredeshommes.nl/filelibrary/kindsoldatenJ.pdf kunnen leerlingen informatie vinden over kindsoldaten. 2.) Auteur Dirk Bracke heeft een boek geschreven over traumatische ervaringen van Oegandese kindsoldaten “Als de olifanten vechten” (2002). Misschien hebben al leerlingen dit boek gelezen. Laat hen erover vertellen in de klas. 3.) Unicef is één organisatie die zich inzet voor kindsoldaten. Er zijn ook nog andere zoals Warchild. www.warchild.be . Laat leerlingen de overeenkomsten en verschillen zoeken. 4.) Unicef heeft een website op maat van kinderen: www.unicefkids.be Op deze website vind je onder andere hoe je met je klas een Unicef Loop kunt organiseren of hoe je een Wereldklas wordt.
Muzikanten die de vredesboodschap brengen
Muzikanten die vredesboodschap brengen 1. BASISINFORMATIE 1. BONO (U2) “Geen enkele muzikant heeft zich de voorbije jaren zo ingezet voor de goede zaak als Bono, de zanger van U2. Het heeft hem het respect opgeleverd van de machtigste politici ter wereld en ook religieuze leiders als Desmond Tutu en wijlen paus Johannes Paulus II loofden de passie waarmee hij zijn ideeën verdedigt. Zelf beseft Bono als geen ander in welke absurde situatie hij zich bevindt: een belachelijk rijke rockster die het voortouw neemt in een campagne om de armoede de wereld uit te krijgen. Maar ook: een man die voor zijn overtuiging vecht. Ongeacht of hij daarvoor geprezen of gekruisigd wordt42.” Achtergrond Paul David Hewson (geboren op 10 mei 1960 te Dublin), beter bekend onder zijn artiestennaam Bono, is de zanger van de Ierse rockgroep U2. Hij is getrouwd met Alison Stewart en heeft vier kinderen. Het gezin woont in Zuid-Dublin43. Hij is kind van een katholieke vader en een protestantse moeder en van nature een idealist, iemand die ervan uitging dat, als je de moeite deed om in jezelf te geloven, de mogelijkheden bijna onbegrensd waren44. Op het podium Zijn engagement vind je terug in zijn muziek. Een voorbeeld is het in 1983 uitgebrachte album WAR. Twee nummers van dit album werden hits over de hele wereld: New Year’s Day en het krachtige Sunday Bloody Sunday, dat teruggrijpt op het bloedbad op zondag 30 januari 1972 tussen demonstranten en het Britse leger in Noord Ierland45. ‘New Year’s Day’ is rechtstreeks geïnspireerd door de acties van Lech Walesa en diens Poolse vakbond Solidariteit46. Naast het podium Met zijn vrouw heeft Bono zes maanden geholpen in een Afrikaans weeshuis. In die periode heeft hij zijn hart verloren aan het zwarte continent. De schok om, al was het maar voor even, midden in die realiteit te leven, heeft zijn engagement nog aangescherpt en ligt mee aan de basis waarom hij in 1999 zijn schouders zet onder Jubilee 2000, een organisatie die tot doel heeft de armoede in de derde wereld structureel uit te roeien door de schuld van de 52 armste landen te laten kwijtschelden bij het rijke, geïndustrialiseerde westen47. De campagne kreeg wereldwijd media-aandacht en Bono, als voornaamste woordvoerder, werd ontvangen bij politieke zwaargewichten zoals Bill Clinton, George Bush, Tony Blair en Kofi Anan. Ook Steenhaut, B. Zanger loopt ook voorop in strijd tegen armoede en onrecht. De Morgen, 31/5/2005. Uit: www.demorgen.be/dossiers/artikel.html?articletable=artikels2005&i=MjAwNTA1M 43 http://nl.wikipedia.org/wiki/Bono_(zanger) 44 Uit: www.demorgen.be/dossiers/artikel.html?articletable=artikels2005&i=MjAwNTA1M 45 Uit: http://nl.wikipedia.org/wiki/U2_(band) 46 Uit: www.demorgen.be/dossiers/artikel.html?articletable=artikels2005&i=MjAwNTA1M 47 Uit: www.demorgen.be/dossiers/artikel.html?articletable=artikels2005&i=MjAwNTA1M 42
wijlen paus Johannes Paulus II, ontvangt hem en zegt zijn steun toe. De mobiliseringscampagne kent gevolgen. In 1999 scheldt de Britse regering voor honderden miljoenen pond kwijt aan Afrika. Amerika volgt. Na de millenniumwissel gaat Jubilee 2000 verder onder de naam Drop the Debt. In 2002 richt hij samen met Bobby Shriver en enkele activisten van de Jubilee 2000-Drop the Debtcampgne, de organisatie DATA48 op. Dit staat voor ‘Debt, Aids, Trade in Africa’. Het doel van de organisatie is om bekendheid te geven aan de schulden van Afrika, de snelle verspreiding van Aids en de oneerlijke handelsovereenkomsten die worden afgesloten49. Daarnaast laat hij zich nog voor de kar spannen van een heel assortiment organisaties. U2 steunt Oxfam, War Child, ze werken mee aan de Make Poverty History-campagne en trokken samen met Greenpeace de aandacht op het gevaar van de nucleaire fabriek in Sellafield50. 2. MICHAEL FRANTI51 Michael Franti is de frontman van Spearhead. Deze band bestaat sinds 1994 en brengt hiphop met funk-en soulinvloeden. Daarvoor was Michael Franti ook al met muziek bezig. Zo speelde hij in 1986 al met de groep The Beatnigs. Michael Franti staat gekend als een activist, niet allen merkbaar via zijn politieke teksten, maar ook zijn engagement naast het podium. Op het podium In zijn muziek zet hij zich onder andere af tegen oorlog en de doodstraf. In zijn land (Amerika) is dit nog steeds op bepaalde plaatsen toegelaten. Zijn liedjes zijn zowel een aanklacht tegen wat gebeurt in de wereld, maar ook een aantonen van hoe we onze spiritualiteit en verbondenheid met elkaar kunnen houden. Er is de song ‘Bomb the world’ dat geschreven is na 11 september 2001. Hij zingt ‘you can bomb the world in pieces, but you can’t bomb it into peace’. Over zijn rol zegt hij: ‘my role is as a storyteller and a songwriter I’m somebody who is trying to keep the spirits of other people up, despite all the chaos and fear around us.’ Naast het podium Michael Franti trok enkel met een gitaar en camera naar Irak, Palestina en Israël. Hij sprak er met de plaatselijke bevolking maar ging ook de confrontatie aan met de Amerikaanse soldaten. Deze reis werd vastgelegd in de film ‘I know I’m not alone’.
www.data.org http://nl.wikipedia.org/wiki/Bono_(zanger) 50 www.demorgen.be/dossiers/artikel.html?articletable=artikels2005&i=MjAwNTA1M 51 http://www.spearheadvibrations.com/index.html 48 49
3. BOB MARLEY52 Robert Nesta Marley (6 februari 1945 – Miami FL, 11 mei 1981) was een Jamaicaanse reggae-artiest. Hij was een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de doorbraak van reggae buiten Jamaica en gold tevens als belangrijk voorvechter van het rastageloof. Marley ’s moeder was van Afrikaanse afkomst, zijn vader had Engelse ouders. Vrijwel direct na de geboorte van Bob verhuisde hij naar Kingston. Bob zou hem later slechts sporadisch zien. Hij overleed toen Bob tien was. Volgens Bobs moeder had Bob Marley zijn zachtaardige karakter en geringe lichaamslengte geërfd van zijn vader. Bob praatte veel over muziek met Clarence Macolm (een familielid), een voormalige gitarist. Op zijn tiende, terwijl hij nog op een armoedig schooltje zat, verdiende Bob een pond met zingen op straat. Zijn gitaar maakte hij van afval. Hij had veel vrienden en was een mooie, aardige jongen. The Wailers Op zijn zestiende vormde Bob Marley samen met Bunny Livingston en Peter Tosh het zanggroepje the Wailers (eerst The Rude Boys). Hun eerste opname was Judge not, in 1962 volgde One cup of coffee. In het begin hadden ze weinig succes, maar door deel te nemen aan talentenjachten, het spelen in kleine clubs en nieuwe opnames, werden de Wailers langzaamaan één van de populairste groepen in Jamaica. Bob Marley trad meer en meer op de voorgrond. De naam van de groep werd gewijzigd in Bob Marley and The Wailers. Hun volgende single Simmer Down werd een hit in Jamaica. De eerste Wailers songs waren gebaseerd op de populaire dansmuziek ska. Naderhand lieten The Wailers het ritme zakken, tot het langzamere reggae. In 1965 opende Bob zijn eigen opnamestudio, Tuff Gong, waar nu het Bob Marley Museum gevestigd is. Hij trouwde op 10 februari 1966 met Rita Anderson; een jaar later werd hun eerste kind geboren. Onder invloed van Rita kreeg Marley belangstelling voor de Rastafari-beweging. Hij zou later uitgroeien tot een van de bekendste uitdragers van dat geloof. 1971 was een goed jaar voor de Wailers. Voor het eerst in de geschiedenis gaf een gerenommeerd label, Island Records, een platencontract aan een reggaeband. Plotseling hadden ze toegang tot de modernste opnamefaciliteiten. Het eerste album Catch a Fire werd een groot succes. Voordien verscheen reggae alleen op singles of goedkope compilatiealbums. Het werd buiten Jamaica meestal als een vorm van novelty-muziek beschouwd. Internationaal succes In 1973 gaf Marley de groep een nieuwe look. Rita Marley, Marcia Griffiths en Judy Mowatt werden erin opgenomen en met nieuwe energie tilde Bob de reggaestijl naar internationaal niveau, door een opeenvolging van internationale tours. In 1976 was er een heuse reggae-mania in de Verenigde Staten en Bob Marley & The Wailers werden door Rolling Stone Magazine uitgeroepen tot "band van het jaar". In december 1976 werd een aanslag gepleegd op Marley en zijn familie. Een schutter sloop hun huis binnen en loste meerdere schoten op Bob. Hij werd wel geraakt in zijn buik en arm, maar was niet in levensgevaar. Hoewel hij wist wie de dader was is hij niet naar de politie gegaan, omdat dit volgens hem niets zou oplossen. In april 1978 trad Bob op in Jamaica op het One Love Peace Concert ter ere van de wapenstilstand tussen de twee belangrijkste politieke groeperingen in Jamaica. Vlak voor het einde van zijn optreden vroeg hij de politieke leiders, die beiden uitgenodigd waren, op het toneel te komen. Daar liet hij de twee aartsvijanden elkaar de hand schudden met de boodschap: One Love. Later dat jaar kreeg Bob "the Peace Medal of the Third World" van de Verenigde Naties. 52
Uit : http://nl.wikipedia.org/wiki/Bob_Marley
Een andere gebeurtenis waaraan door de rasta's een groot symbolisch belang werd gehecht was in 1977, toen Bob de ring werd overhandigd die afkomstig was van de Ethiopische keizer Haile Selassie, die in 1975 was gestorven. Het einde In 1977 kreeg Bob Marley last van een wondje aan zijn grote teen. Hij nam aanvankelijk aan dat het een voetbalblessure was maar toen de wond niet genas werd de diagnose 'melanoom (huidkanker) onder zijn nagel' gesteld. Hij wilde de teen niet laten amputeren omdat dat in strijd met zijn geloofsovertuiging was. De kanker sloeg vervolgens over naar zijn maag, zijn longen en zijn hersenen. In 1980 stortte hij tijdens het joggen in ten gevolge van een hersentumor. Hij had niet langer dan drie weken meer te leven. Toch stond Bob erop verder te reizen voor zijn volgende concert. Onder druk van zijn vrouw Rita werd dit toch geannuleerd. Hij ging voor behandeling naar Duitsland, waar ook longkanker, maagkanker, en huidkanker werden geconstateerd. Hij besloot terug te vliegen naar Jamaica om daar te sterven, maar kwam niet verder dan Miami waar hij op 11 mei 1981 overleed. Zijn lichaam werd bijgezet in een mausoleum in zijn geboortedorp
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Laat de leerlingen de volgende Engelstalige URL’s bekijken: www.jubileedebtcampaign.org.uk Dit is de website van Jubilee2000-dropthedept-campagne (cf. Bono). Deze campagne streeft ernaar de armoede structureel uit te roeien door de schuld van de 52 armste landen te laten kwijtschelden. www.data.org Dit is de website van de organisatie DATA (cf. Bono). Ze gaat in op de crisissen in Afrika: de Aids-crisis, de schulden die Afrika moet afbetalen en de oneerlijke handelsovereenkomsten. Zo kun je bijvoorbeeld de kaart van Afrika bekijken en zien hoeveel procent van de bevolking van elk land met Aids besmet is. De website gaat ook dieper in op hoe Afrika er bovenop kan geholpen worden. www.one.org Dit is de website van de campagne ‘One, to make poverty history’ (cf. Bono). Ze wil de Aidsproblematiek en de extreme armoede onder de aandacht brengen en wil dat beleidsmakers hier meer voor zullen doen. Mensen kunnen de campagne ondertekenen of steunen door een wit armbandje te dragen. http://www.bobmarleyfoundation.org/ Deze Bob Marley-organisatie streeft ernaar een dynamische organisatie te zijn die individuen, groepen en/of gemeenschappen uit Jamaica en Afrika, de mogelijkheid geeft programma’s op te stellen om de armoede aan te pakken en onderdrukte mensen ‘empowerment’ te geven. 2.) Laat de leerlingen luisteren naar (een van) de volgende songs en bespreek met hen de tekst. Sunday Bloody Sunday (U2), Bomb the world (Michael Franti) Het nummer ‘Sunday Bloody Sunday’ van U2 I can't believe the news today, I can't close my eyes and make it go away. How long, how long must we sing this song? How long? Tonight we can be as one. Broken bottles under children's feet, Bodies strewn across a dead end street, But I won't heed the battle call, It puts my back up, puts my back up against the wall. Sunday, bloody Sunday. Sunday, bloody Sunday. And the battle's just begun, There's many lost, but tell me who has won? The trenches dug within our hearts,
And mothers, children, brothers, sisters torn apart. Sunday, bloody Sunday. Sunday, bloody Sunday. How long, how long must we sing this song? How long, Tonight we can be as one. Tonight, tonight. Sunday, bloody Sunday. Sunday, bloody Sunday. Wipe the tears from your eyes, Wipe your tears away, Wipe your blood shot eyes. Sunday, bloody Sunday. Sunday, bloody Sunday. And it's true we are immune. When fact is fiction and T.V. is reality, And today the millions cry, We eat and drink while tomorrow they die. The real battle just begun. To claim the victory Jesus won, On a Sunday bloody Sunday, Sunday bloody Sunday. Het nummer ‘Bomb the world’ van Michael Franti Please tell me the reason Behind the colours that you fly Love just one nation And the whole world we divide You say you're sorry Say, there is no other choice But God bless the people them who cannot raise their voice We can chase down all our enemies Bring them to their knees We can bomb the world to pieces But we can't bomb it into peace We may even find a solution To hunger and disease We can bomb the world to pieces But we can't bomb it into peace Violence brings one thing More more of the same Military madness The smell of flesh and burning pain So I sing out to the masses
Vertel me alsjeblieft de reden Achter de kleuren waarvoor je vliegt Hou van slechts één natie En de hele wereld splitsen we Je zegt dat het je spijt Je zegt dat er geen andere optie is Maar God zegen de mensen, zij Die hun stem niet kunnen verheffen We kunnen al onze vijanden opjagen Hen op hun knieën krijgen We kunnen de wereld tot stukken bombarderen Maar we kunnen haar niet bombarderen naar de vrede We zouden zelfs de oplossing kunnen vinden Voor honger en ziekte We kunnen de wereld tot stukken bombarderen Maar we kunnen haar niet bombarderen naar de vrede Geweld brengt één ding Meer en meer van hetzelfde Militaire waanzin De geur van vlees en brandende pijn Dus ik zing tot de massa
Stand up if you're still sane To all of us gone crazy I sing this one refrain We can chase down all our enemies Bring them to their knees We can bomb the world to pieces But we can't bomb it into peace We may even find a solution To hunger and disease We can bomb the world to pieces But we can't bomb it into peace And I sing, power to the peaceful Love to the people y'all Power to the peaceful Love to the people y'all
Sta op als je nog zinnig bent Tot ieder onder ons die gek is geworden Zing ik dit ene refrein We kunnen al onze vijanden opjagen Hen op hun knieën krijgen We kunnen de wereld tot stukken bombarderen Maar we kunnen haar niet bombarderen naar de vrede We zouden zelfs de oplossing kunnen vinden Voor honger en ziekte We kunnen de wereld tot stukken bombarderen Maar we kunnen haar niet bombarderen naar de vrede En ik zing, macht aan de vredevollen Liefde aan alle mensen Macht aan de vredevollen Liefde aan alle mensen
http://www.spearheadvibrations.com/index.html Op de site van Michael Franti en Spearhead kun je naar enkele liedjes luisteren. 3.) Op http://www.humo.be/cps/rde/xchg/humo/hs.xsl/DezeWeek_Humofiles_799.html vind je een interview met Bob Marley door Humo in 1980. Hier vind je enkele van Bob Marley’s standpunten terug, onder andere over zijn ideeën m.b.t. de rastafaribeweging. Een Rastafari is een aanhanger van de Rasta- of Rastafaribeweging. Veel aanhangers zijn te herkennen aan hun natuurlijke baard, rood-geel-groene mutsen/ leger kleding en dreadlocks. Het woord Rastafari komt van Ras Tafari Makonnen, beter bekend als Haile Selassie I (of Zijne Keizerlijke Majesteit, Koning der Koningen en Leeuw van Juda). De beweging vond zijn oorsprong rond 1930 en werd vooral gevoed door Marcus Garvey die pleitte voor zwart bewustzijn en de repatriëring van zwarten naar Afrika. De rasta ziet Ethiopië als het beloofde land (Zion) alwaar alle zwarten ooit terug zullen keren. De westerse wereld wordt gezien als een kwaadaardige wereld (Babylon) en zal ooit tenondergaan. Rastas kleden zich in de kleuren van de Ethiopische vlag (rood, geel en groen). "Echte" rastafari's eten meestal geen vlees of alleen vis, soms ook witvlees. Dit hangt er vanaf hoe gelovig een persoon is. Ze eten alleen "ital food", oftewel wat op eigen land gekweekt en verbouwd is. De ideologie van de rasta's is gebaseerd op de Holy Piby. Dit is een herschrijving van de joodse en christelijke geschriften waarin ook de Ethiopische scheppingsmythologie is verwerkt. In het Rastafarianisme komen verschillende termen voor die zijn ontleend aan het jodendom. Zion is ook de berg waarop de stad Jeruzalem is gebouwd, Babylon is de stad waar de joden in de zesde eeuw voor Christus in ballingschap verbleven. Na deze ballingschap begon de bloeiende tweede tempelperiode die eindigde na de verwoesting van de tempel in 70 na Christus. De term Exodus (de uittocht) wordt gebruikt als een vooruitverwijzing naar de bevrijding van de zwarte mens. Tot slot is de godsnaam Jah afgeleid van Jahweh. De ideologie van de rasta's is vaak bezongen in de reggaemuziek. Zo is Bob Marleys Get up, Stand up te zien als een oproep op te staan voor de verwezenlijking van Zion in dit leven, niet daarna53.
53
http://nl.wikipedia.org/wiki/Rastafari
Bob Marley wordt vaak geassocieerd met rood-geel-groene kleuren en dreadlocks. Laat de leerlingen brainstormen over wat deze kleuren en dreadlocks zouden willen betekenen. Hun uitleg kan dan gelinkt worden aan de rastafaribeweging. Hoe denken ze over deze beweging? 4.) Kennen de leerlingen zelf nog muziekgroepen, artiesten die je kunt beschouwen als ‘vredebrengers’? (Bijvoorbeeld John Lennon, …)
Symbolen
Symbolen 1. BASISINFORMATIE 1. VREDESTEKEN54 Het Germaanse runeteken Algiz verbeeldt de levensboom, de opstaande stam met 3 opgaande takken en wordt aanzien als een verbindingsteken met de godenwereld. Het is een teken van bescherming en beveiliging van het leven. Het omgekeerde teken van deze levensboom, teken van bedreiging en dood, is in onze cultuur een antioorlogsteken geworden. Een protest tegen de dood en vernieling van het leven dat door oorlog wordt aangericht. Meestal verschijnt het teken verbonden met de levenscirkel. Vaak verschijnt dit teken in combinatie met het christelijke symbool van de vredesduif met een groene tak in de bek. De duif komt uit het verhaal van de ark van Noach die op zoek naar een teken van leven, terugkeert naar de ark met een kleine groene twijg, teken van een nieuw begin, van ontluikend leven. In de Middeleeuwen bij de kerstening, de verchristelijking van de Germaanse en Keltische cultuur wordt dit runeteken verbonden met het kruis van Jezus Christus. 2. REGENBOOGVLAG55 De regenboogvlag als vlag van de vrede heeft zijn oorsprong in Italië. Hij werd voor het eerst gebruikt tijdens een vredesmars in 1961 en werd populair door de campagne Pace da tutti i balcone (“vrede vanaf elk balkon”) in 2002, tegen de oorlog in Irak. De vredesvlaggen wapperen sinds het najaar van 2002 in heel Italië als protest tegen de steun van de Italiaanse regering om de oorlog tegen Irak te steunen. De vlag bestaat uit 7 gekleurde vlakken, van boven naar beneden violet, indigoblauw, azuurblauw, groen, geel, oranje en rood, met in het midden in witte letters het Italiaanse woord PACE (“vrede”). De vredesvlag wordt nu internationaal gezien als symbool van de vredesbeweging. 3. VREDESBOOM56 Vredesbomen wereldwijd (Voor foto’s check: http://www.kuleuven.be/thomas/actualiteit/indekijker_lo/7a/impuls_f.htm ) De olijfboom De olijfboom is een altijd groene bladhoudende boom. Zo is hij een blijvend teken van hoop en leven. Hij kent zijn oorsprong rond 3500 v.C in het oostelijke deel van de Middellandse zee. Hij speelt een belangrijke rol zowel in het Oude als Nieuwe Testament. Hij wordt gebruikt als voedsel (de olijf en de olijfolie) omwille van de uitzonderlijke hoge voedingswaarde en hun goede bewaarbaarheid, hij wordt gebruikt als medicijn en schoonheidsmiddel maar ook als lampenolie en voor de zalving en balseming. Als geen ander weten de wortels van de boom door te dringen in zeer diverse ondergronden op zoek naar het diepste water. De wortels brengen levend water boven van op 150 meter onder de grond. Een oude Hebreeuwse wet verbiedt de vernietiging van vruchtdragende olijfbomen, ook als die toebehoren 54
www.kuleuven.be/thomas/actualiteit/indekijker_lo/7c/impuls_c.htm nl.wikipedia.org/wiki/vrede 56 http://www.kuleuven.be/thomas/actualiteit/indekijker_lo/7a/impuls_f.htm 55
aan een vijand. Begin 1987,toen de Israëlische overheid een olijfgaard wilde rooien op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, verenigden Arabieren en Joden - onder wie de joodse burgemeester van Jerusalem - zich in een fel protest tegen schending van het symbool. Het hout van de veerkrachtige olijfboom is hard en sterk. Met zijn gele tint en forse, zwarte of donkerbruine tekening is hij heel geliefd bij houtbewerkers en meubelmakers. De oude Romeinen verboden zelfs het verbranden van olijfhout anders dan voor gebruik op de altaren voor de goden. Uit het hout van olijfbomen werden godenbeelden gesneden; het heilige bos in Olympia bestond uit olijfbomen, en takken daaruit werden overhandigd aan overwinnaars bij de spelen. En bij uitstek was de olijftak in het oude Rome het symbool van de vredesgodin Pax (Pax= vrede), De waarde en betekenis van deze boom voor het leven van mensen die er mede voor zorgde dat het leven er zoveel beter en zaliger door werd, zorgde ervoor dat deze boom symbool werd van het leven en de vrede. De olijfboompartij in Italië is vandaag een partij die vele gezindten verenigt en sterk de vredesgedachte in haar vaandel voert. In de Bijbel heeft de olijfboom een belangrijke plek. De duif die door Noach vanuit de Ark uitgezonden werd, keerde terug met een olijfblad in zijn snavel ten teken dat het land droog was gevallen en er weer vrede was tussen God en de mens. In de psalmen wordt de mens vergeleken met een groene olijfboom die in het huis van God staat. In de beeldende kunst van de Renaissance komt de relatie tussen de olijfboom en Christus tot uitdrukking in de annunciatie, de verkondiging van de aartsengel Gabriel aan Maria dat zij een kind zal baren. De engel heeft naast een lelie ook vaak een olijftak in de hand. Jezus’ lijdensverhaal speelt zich af op de Olijfberg. Bij doop, vormsel, priesterwijding en ziekenzalving wordt hiermee gezalfd. Ook bij kroningsceremoniën had sinds de zevende eeuw een zalving met olijf olie plaats.Gezagsdragers van de katholieke kerk hebben de olijfboom, als symbool van de vrede, vaak op hun reizen geplant In de Koran staat de olijfboom beschreven als een gewijde boom. De naam van de boom wordt ongeveer 200 maal vernoemd. Het licht van de brandende olijfolie staat symbool voor het licht van de hemel. "God is het Licht van de hemelen en de aarde. Een gelijkenis van Zijn Licht is als een pilaar, waarop een lamp is; de lamp is in een glas, (en) het glas is als het ware een schitterende ster, aangestoken van een gezegende olijfboom, die noch van het Oosten noch van het Westen is, waarvan de olie schier licht geeft, hoewel geen vuur ze aanraakt - licht op licht - God leidt tot Zijn Licht wie Hij wil en God stelt de mensen gelijkenissen voor, en God is bekend met alle dingen." (Koran Soera 24:35) Weymouthden Vrede tussen indiaanse volkeren en blanken in Amerika In het jaar 1701 werd in Montreal het Verdrag van de Grote Vrede ondertekend. Dit verdrag zou de conflicten tussen de verschillende indianenstammen en de Canadese overheid beëindigen. Ter bekrachtiging en als symbool werd een Weymouthden (Pinus strobus), White Pine, geplant met de woorden: Ik plant de boom van de vrede een grote den onder hem begraaf ik alle oorlogsinstrumenten. Hij heeft takken, die zich ontvouwen en steeds verder groeien, en de witte wortels strekken zich over de hele wereld uit. Sindsdien worden over de hele wereld vredesbomen geplant, gekoppeld aan geweldloosheidprojecten.
Vredesbomen in Afrika: drakenbloedboom, apebroodboom, palmboom De boom, als symbool van vrede, is ook in Afrika bekend. In Kameroen is de Dracaena (nkeng ou yap sfeguem), de Drakenbloedboom de Vredesboom. Dracaena kennen we alleen als kamerplant. In Kameroen worden deze bomen door moeders die tweelingen geboren hebben, geschud. Op deze manier worden fouten die de gemeenschap gemaakt heeft, hersteld. De Baobab-bomen worden 5 tot 25 m hoog wat in de savannen van Oost-Afrika echt wel groot is. De boom kan een omtrek van 20 meter krijgen en kan heel oud worden, wel duizenden jaren wordt er beweerd. Een andere naam is de Apebroodboom, vanwege de grote vruchten die door apen gegeten worden en hebben een uitzonderlijk grote stamomtrek (tot 11 m). Tijdens het korte, ongeveer drie maanden durende natte seizoen slaat de Baobab grote hoeveelheden water op in zijn dikke, vezelachtige, brandbestendige stam en in zijn wortels en bladeren. Mede hierdoor vervult de Baobab een belangrijke functie in het ecosysteem. Vrijwel alle delen van de boom worden door mens en dier gebruikt. Vogels en kleine apen als galago's of 'bush-baby's' leven in de kruin van de boom en gebruiken die als speel- en nestplaats. Olifanten eten de bladeren en onttrekken vocht en voedsel aan de schors. De bladeren zijn rijk aan suikers en vitamine C. Ze worden soms gekookt als groente gegeten. In Noord-Afrika wordt het fijngemalen blad als smaakmaker (lalo) toegevoegd aan de koeskoes, een gerecht bereid uit pap van zwarte gierst. Uiteraard zijn er de lekkere vruchten, daarvan maakt de plaatselijke bevolking een verfrissende drank van het 'apenbrood', door het vruchtvlees te vermengen met water of melk. Ook bavianen en andere dieren, zijn verzot op de vruchten. De zaden van de Baobab worden soms geroosterd en dan gebruikt als vervanger voor koffie. Omwille van al deze functies en om het feit dat planten, dieren en mensen door deze boom worden samengebracht in een vredevolle samenleving wordt deze boom ook aanzien als vredesboom57. Op andere plaatsen in Afrika, waar geen Drakenbloedbomen of Apenbroodbomen groeien, symboliseren de bladeren van de Palmboom de vrede. Vredesbomen in Azië: Ginkgo-boom Naast de bekende olijfboom in het Middenoosten staat de Ginkgo-boom in Japan bekend als vredesboom. Deze boom heeft de kenmerken van een loofboom en een naaldboom, waardoor hij een teken van sterk leven bij uitstek is. De Ginkgo's schors schijnt een beschermende werking te bieden tegen vuur en daarom plant men hem ook bij tempels aan. Bij de grote brand in Tokio in 1923 overleefden veel Ginkgo's terwijl andere bomen dood gingen. De Ginkgo wordt van oudsher geplant in China en Japan in tempeltuinen, bij kastelen en heilige plaatsen, waarschijnlijk om o.a. zijn voedzame zaden, geneeskrachtige kwaliteiten, bescherming tegen vuur en schoonheid. Door zijn natuurlijke weerstand tegen ziekten, insectplagen, luchtvervuiling, vuur en zelfs radioactieve straling wordt de Ginkgo toegepast als straatboom in stedelijke omgevingen. Hij staat ook in parken, langs boulevards etc. vanwege zijn unieke vorm en goudgele bladkleur in de herfst. Oude Ginkgobomen worden in Japan als een god vereerd. Daar bindt men een shimenawa (rijstkoord) om de enorme boomstam, waarmee men ook boze geesten denkt te weren en hoopt men op een vredevol leven ver weg van het kwade. 57
Kijk ook eens bij de actie Boabab wereldklas http://www.bevrijdewereld.be/site/baobab.php
Bekendheid verwierf deze boom doordat hij als herinnering aan de atoombomaanslag in Wereldoorlog II op de stad Hiroshima als symbool van vrede werd geplant. Volgens de verhalen gebeurde dit door een kind dat zaden van deze boom in de grond stopte op een plaats waar alle vegetatie verdwenen was. Andere verhalen zeggen dat de Ginkgo bomen de eerste bomen waren die zich langzaam van deze catastrofe herstelden en zij zo teken waren van hernieuwing en verrijzenis, van, nieuw beginnend leven en de hoop op vrede. Een Ginkgo die ongeveer 1 km van de plaats van de bominslag naast een tempel stond werd zwaar beschadigd, maar bleek daarna weer uit te lopen zonder belangrijke vergroeiingen. De tempel zelf werd wel vernietigd. Deze boom is nu beschermd en daarom heeft men de trap van de nieuw gebouwde tempel eromheen gebouwd. Een plaat erop heeft als opschrift: "No more Hiroshima". Hierom ziet men de Ginkgo als een symbool van de hoop58.
58
Lees meer over de Gingko: http://www.xs4all.nl/~kwanten/nedindex.htm
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) Laat kinderen in groepen een bepaalde vredesboom uitkiezen en laat hen op zoek gaan naar meer informatie, gegevens, foto's, verhalen, gedichten over deze bomen in de media. Kinderen kunnen ook een boom in de gemeente uitkiezen als vredesboom of een bepaalde andere boom naar keuze. Kinderen kunnen een boom tot vredesboom maken via versiering (witte linten met vredesboodschappen), gedichten (haiku's). Als kunstwerk kunnen ze zelf een vredesboom ontwerpen waarin betekenissen van vrede in beeld worden gebracht. (uit: http://www.kuleuven.be/thomas/actualiteit/indekijker_lo/7a/impuls_f.htm ) 2.) Laat leerlingen op de website: www.vredesweek.be de link zoeken met de vredesboom. 3.) Laat leerlingen op zoek gaan naar een vlag die heel goed lijkt op de vredesvlag, maar een andere betekenis heeft (de vlag van de holebibeweging). 4.) Laat leerlingen hun eigen vredessymbool ontwerpen en voorstellen. 5.) Laat leerlingen zoeken naar de subcultuur die met het vredesteken geassocieerd wordt (hippies).
Vredesorganisaties
Vredesorganisaties 1. BASISINFORMATIE 1. HANDICAP INTERNATIONAL59 Hoe het begon In 1979 werkten twee Franse artsen in een vluchtelingenkamp in Thailand. Ze verzorgden er Cambodjaanse slachtoffers en waren erg onder de indruk van alle ellende. Honderden gewonde mannen, vrouwen en kinderen moesten ze verzorgen. De verwondingen waren heel vaak veroorzaakt door antipersoonsmijnen. Dat zijn mijnen die speciaal bedoeld zijn om mensen te verwonden of te doden. Veel mensen werden stil van het verhaal van de Franse artsen. Ze vonden dat er iets gedaan moest worden om gewonde oorlogsslachtoffers beter op te vangen. Bovendien wilden ze ervoor zorgen dat mensen die in de oorlog gehandicapt raakten, toch een normaal leven konden leiden. In 1982 stichtten ze daarom Handicap International in Frankrijk. Al gauw besloten ook andere landen hun afdeling van Handicap International op te richten. In België was dat in 1986. In 1992 lanceerde Handicap International een internationale campagne om het gebruik van antipersoonsmijnen te verbieden. Het project kreeg de steun van meer dan 100 landen. In België werd onder impuls van de Vlaamse Vredesweek een voortrekkersrol opgenomen door een strikte wetgeving uit te werken rond deze ‘antipersoonsmijnen’. Heel wat landen stemden uiteindelijk in met het verbod. De actie leverde Handicap International in 1997 de Nobelprijs voor de Vrede op. Handicap International vandaag Blauwe veters De blauwe veters zijn het symbool van landmijnslachtoffers. Sommige mensen overleven een mijnongeluk. Maar vaak verliezen ze een been en dat is een zware handicap. In het plaatselijk verzorgingscentrum van Handicap International krijgen ze de nodige zorgen. Ze moeten eerst oefeningen doen om hun spieren te versterken. Nadien krijgen ze hun eigen, aangepaste prothese met een kunstvoet. Zo kunnen ze na een tijdje weer gaan en staan wat ze willen. Het kunstbeen wordt een stuk van henzelf. Uiteindelijk merkt bijna niemand meer dat er onder hun rok of broek een kunstbeen steekt. En bovendien kunnen ze opnieuw doen wat iedereen doet: elke morgen twee schoenen aantrekken, zelf de veters knopen en op stap gaan… De veters betekenen voor de slachtoffers zoveel als een nieuw, normaal leven. Handicap International koos dan ook de blauwe veters als symbool: dagelijks geven zij mensen, jong en oud, een prothese en een nieuw leven. Daarin knopen ze zelf hun veters en stappen ze rond, op twee voeten. Antipersoonsmijnen: grote boosdoeners Een mijn is een stuk metaal, dat gevuld is met materiaal dat kan ontploffen. In oorlogsgebieden stopt men die mijnen onder een dun laagje grond. Wanneer een auto over die mijn rijdt, zorgt het gewicht van de auto ervoor dat de mijn echt ontploft. Daardoor vallen er elke keer slachtoffers. 59Uit:
www.handicapinternational.be
Er bestaan verschillende soorten mijnen. Antitankmijnen zijn bedoeld om het verkeer te treffen dat door mijnenvelden rijdt. In die tanks zitten natuurlijk ook mensen. Maar het zijn vooral de antipersoonsmijnen die Handicap International uit de wereld wil helpen. Want die zijn speciaal gemaakt om mensen (die per ongeluk op mijn lopen) te doden of te verwonden. Het is erg moeilijk en gevaarlijk om de mijnen op te sporen. Je mag er immers niet op trappen of er te bruusk mee omspringen, want dan ontploffen ze en is de schade groot. Hoe wreed deze mijnen ook zijn, toch worden er in oorlogsgebieden nog elke dag nieuwe mijnen geplaatst. Die blijven ook na de oorlog in de grond zitten. Het werk van Handicap International is dus nog niet ten einde. Ontmijners van Handicap International maken de landmijn onschadelijk. Ze hebben een erg zware taak. Ze moeten mijnen opsporen en ervoor zorgen dat die onschadelijk gemaakt worden. De ontmijner draagt steeds speciale beschermende kledij als hij dit soort werk doet. Ontmijnen zelf is een hele klus: • Op een plek waar mijnen kunnen liggen, gaat de ontmijner eerst met een metaaldetector over de grond. • Als hij denkt dat hij een mijn gevonden heeft, gaat de ontmijner op de knieën zitten. Met een lange priem, een fijn werktuig, prikt hij schuin in de grond. Zo probeert hij te ontdekken waar het voorwerp juist zit en hoe groot het is. • Als het echt om een landmijn gaat, begint hij voorzichtig de aarde eromheen te verwijderen. • De mijn komt bloot te liggen zonder dat de ontmijner die heeft aangeraakt. • Hij brengt nu een kleine lading springstof aan op de mijn en gaat op een veilige afstand staan. Hij waarschuwt de anderen en brengt de gevonden landmijn tot ontploffing. De mijn vormt nu geen gevaar meer. Het lijkt misschien geen onoverkomelijk werk. Maar als je weet dat sommige mijnenvelden honderden niet-ontplofte mijnen bevatten, dan snap je wel dat ontmijners erg veel en zwaar werk moeten leveren. Want een mijn leggen duurt enkele seconden, maar een mijn vinden en onschadelijk maken vraagt veel geduld en tijd. Bovendien blijft het steeds een gevaarlijke taak. Handicap International: altijd ergens in de weer... Wat doen ze? Handicap International wil graag dat mensen met een handicap die in probleemlanden leven, een onafhankelijk leven kunnen leiden. Als je het heel eenvoudig bekijkt, kun je zeggen dat ze met Handicap International eigenlijk drie dingen doen. Ze voorkomen, ze helpen hen opnieuw te lopen en ze begeleiden. Met voorkomen bedoelen ze: ze trachten ervoor te zorgen dat het aantal oorlogsslachtoffers beperkt wordt. Daarvoor gaan ze bijvoorbeeld in oorlogslanden mijnen ruimen. Of ze gaan kinderen vertellen dat ze niets mogen oprapen dat ze niet kennen. Een landmijn kan ontploffen zodra ze die aanraken. Het helpen van slachtoffers, dat doen ze door hun de juiste hulpmiddelen te geven. Ze krijgen bijvoorbeeld een prothese, dat is een kunstbeen, wanneer dat nodig is. Een kinesist zorgt er dan voor dat mensen met zo’n kunstbeen weer vlot kunnen lopen. Om ervoor te zorgen dat de mensen met hun prothese weer een normaal leven kunnen leiden, moeten ze hen ook begeleiden. Dat doen ze door hun een aangepaste opleiding te geven, waardoor ze makkelijker aan werk geraken.
Hoe doen ze dat? Het aantal slachtoffers beperken, hen verzorgen,begeleiden… dat kunnen ze natuurlijk niet zomaar doen. Er is een goede samenwerking voor nodig. Ze pakken het zo aan: • In gebieden waar problemen zijn en veel oorlogsslachtoffers leven, de zogenaamde ‘conflictgebieden’, geven ze ook plaatselijke kinesisten een opleiding. Ze zorgen ervoor dat zij alles weten over de prothesen die ze leveren. Ze leren hun ook hoe ze mensen met een prothese de beste begeleiding kunnen geven. • Om te voorkomen dat nog meer mensen gewond raken door antipersoonsmijnen, leiden ze gespecialiseerde ontmijners op. Die gaan in conflictgebieden op zoek naar verborgen mijnen en zorgen ervoor dat ze geen gevaar meer vormen voor de plaatselijke bevolking: ze maken ze met andere woorden onklaar. • Het contact tussen de mensen ter plaatse moet vlot verlopen en de kinesisten moeten hun werk goed kunnen uitvoeren. Ze zorgen dan ook voor de uitbetaling van het loon, het onderhoud van de gebouwen, het vervoer, enzovoort. • Tot slot zorgen ze er ook voor dat slachtoffers een opleiding krijgen waardoor ze het leven van alledag kunnen hervatten. Op die manier willen ze hen ook weer aan het werk krijgen. Waar vind je hen? Met Handicap International zijn ze actief in 15 landen in de wereld. In totaal ondersteunen ze daar 60 projecten. Het gaat steeds om mensen die gehandicapt zijn of worden, door ziekte, gebrekkige hygiëne, of ongevallen met antipersoonsmijnen. Wie steunt hen? Wereldwijd hebben ze meer dan 3000 medewerkers. Daarnaast krijgen ze ook de steun van een aantal andere organisaties of mensen die hun werk een warm hart toedragen. Dat zijn de ‘investeerders’. Ze steunen hun werk door een bepaald bedrag te schenken. Ongeveer 70% van hun inkomsten zijn bedragen die van organisaties komen. De andere 30% krijgen ze van mensen die geld geven uit eigen naam. Bovendien krijgt Handicap International ook de bescherming van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mathilde. 2. AMNESTY INTERNATIONAL60 Hoe het begon Amnesty International is opgericht in 1961 door de Britse advocaat Peter Benenson, nadat hij een artikel had gelezen over twee Portugese studenten die tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld werden omdat ze een toost op de vrijheid hadden uitgebracht. Benenson begon na te denken over middelen om de Portugese regering - en andere repressieve regeringen - er toe te brengen dergelijke slachtoffers van onrechtvaardigheid in vrijheid te stellen. Hij kwam op het idee om de autoriteiten te bestoken met protestbrieven. Om de aandacht van het publiek op het lot van politieke gevangenen te vestigen, organiseerden Benenson en andere activisten een campagne die een jaar duurde, genaamd "Appeal for Amnesty, 1961". Deze ging van start met een krantenartikel dat op 28 mei 1961 overal ter wereld verscheen onder de titel "The Forgotten Prisoners." Het artikel riep mensen op om - onpartijdig en vreedzaam - te protesteren tegen de opsluiting van mannen en vrouwen wegens hun politieke en religieuze overtuiging. Deze gevangenen werden 60
www.amnestyinternational.be
"gewetensgevangenen" genoemd. Het artikel kreeg een gigantische respons. Binnen een maand hadden meer dan duizend lezers brieven gestuurd waarin zij steun of praktische hulp aanboden. Tevens stuurden ze gegevens over talloze andere gewetensgevangenen. Dit zou de drijvende kracht achter Amnesty International worden: acties van "gewone" mensen overal ter wereld. Zes maanden na de publicatie van het artikel kondigde Benenson een volgende stap aan. Wat begonnen was als een tijdelijke actie werd uitgebouwd tot een permanente internationale beweging, Amnesty International. Amnesty International vandaag Wat is Amnesty International? Amnesty International is één van de vele mensenrechtenbewegingen. Zij beroept zich vooral op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Op 10 december 1948 werd die door de Verenigde Naties aangenomen. Sindsdien hebben bijna alle landen zich achter deze Universele Verklaring geschaard. Amnesty International vindt alle rechten van de mens even belangrijk. Niet alleen politieke en burgerlijke rechten zoals het recht te zeggen en te denken wat men wil, het recht verenigingen op te richten en te vergaderen, het recht een eigen godsdienst te kiezen, enz. Maar ook sociale en economische rechten zoals het recht op onderwijs, gezondheidszorg, eten en onderdak. Amnesty voert - bijvoorbeeld door lessenpakketten voor scholen - ook promotie voor alle mensenrechten. In haar acties beperkt Amnesty International zich echter tot een welbepaald deel van de schendingen van mensenrechten in de wereld. Dat doen ze omdat ze vinden dat ze beter een beperkt aantal taken goed doen, dan veel taken slecht. Werkwijze: Onpartijdig, ongebonden en onafhankelijk Van wezenlijk belang voor de geloofwaardigheid van Amnesty is haar onpartijdige opstelling. Amnesty voert geen actie vóór of tegen regeringen of politieke systemen. De organisatie vindt dat onder ieder systeem de rechten van de mens dienen te worden nageleefd. Amnesty is niet gebonden aan enige regering, politieke partij, ideologie, godsdienstige gezindte of aan enige economische belangengroep. Van zeer groot belang voor Amnesty is ook haar financiële onafhankelijkheid. Amnesty accepteert geen giften of subsidies van de federale overheden. Voor het werven van fondsen zijn richtlijnen opgesteld, om te voorkomen dat Amnesty werkelijk of schijnbaar afhankelijk wordt van welke groepering dan ook. Voor haar werk is Amnesty geheel aangewezen op giften en contributies van haar leden, donateurs en sympathisanten. Amnesty accepteert geen gebonden giften. Amnesty afdelingen werken meestal niet rond individuele gevallen in eigen land; wel kunnen afdelingen bij hun regering aandringen op de ondertekening van internationale mensenrechtenverdragen, op versterking van de mensenrechtencomponent in het buitenlandse beleid, op afschaffing van de doodstraf of op verbetering van de asielwetgeving. Het Amnesty actieterrein Amnesty International ijvert voor de naleving van alle mensenrechten. Hun werk rond individuele gevallen van schendingen beperkt zich echter tot het voeren van onderzoek en actie rond ernstige schendingen van het recht op fysieke en mentale integriteit, de vrijheid van meningsuiting, en het verbod van discriminatie. Amnesty ijvert voor de vrijlating van mannen en vrouwen die vastgehouden worden, waar ook ter wereld, wegens hun overtuiging, huidskleur, geslacht, etnische of sociale afkomst, taal, geloof of
filosofische overtuiging. Eén voorwaarde: ze mogen geen geweld gebruikt hebben of er toe aangezet hebben. Amnesty bepleit eerlijke processen binnen een redelijke termijn voor politieke gevangenen en werkt voor politieke gevangenen die zonder aanklacht of proces gevangen zitten.Amnesty eist de stopzetting van politieke moorden en 'verdwijningen'. Amnesty verzet zich tegen de doodstraf, tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf voor alle gevangenen zonder uitzondering. Zowel regeringen als gewapende oppositiegroeperingen worden op hun gedrag aangesproken. De laatste hebben zich weliswaar niet, zoals regeringen, door ondertekening van verdragen gebonden aan de mensenrechten, maar zijn wel gehouden aan de normen van het internationaal humanitair recht. Amnesty promoot ook de waarden die vastliggen in de internationale mensenrechtencampagnes door bewustmakingsacties in scholen, of grotere publieke evenementen. De kleur van de vrijheid Respect voor mensenrechten afdwingen is een werk van lange adem. Maar er worden resultaten geboekt. Sinds 1961 adopteerde of onderzocht Amnesty International meer dan 43.500 gevallen van schendingen van mensenrechten. Van deze gevallen zijn er nu 40.750 afgesloten; in veel gevallen betekent dit dat die mensen zijn vrijgelaten. Zo'n positieve afloop is hoopgevend, maar komt er meestal pas na veel inspanningen. Vaak is het zelfs niet mogelijk om aan te tonen welke resultaten precies geboekt worden. Heel belangrijk is trouwens de niet meetbare - preventieve functie van acties. Ook al komt een gewetensgevangene niet vrij, ook al is het te laat voor een slachtoffer van een politieke moord, toch hebben de acties van Amnesty zin. Veel autoriteiten zouden immers liefst hebben dat er geen haan kraait naar schendingen van mensenrechten. En dat was ook vaak zo vóór Amnesty ontstond. Maar vandaag is het tegendeel waar. Meer dan duizend plaatselijke organisaties over heel de wereld werken nu voor de verdediging van fundamentele mensenrechten. Onder andere vrouwen, zoals de Moeders van de Plaza de Mayo (Argentinië), zijn dikwijls heel actief in plaatselijke mensenrechtenorganisaties. Nieuwsmedia besteden bijna dagelijks aandacht aan mensenrechtenkwesties. Steeds meer landen sluiten zich aan bij internationale mensenrechtenverdragen. Eind 1993 stelden de Verenigde Naties een Hoge Commissaris voor de Mensenrechten aan. Dit gebeurde pas nadat Amnesty en andere organisaties hiervoor een jaar lang actie voerden. Acties en centen Amnesty is een onafhankelijke, onpartijdige en a-politieke organisatie die werkt dankzij de steun van haar leden en sympathisanten. Want Amnesty heeft geld nodig om het team onderzoekers te betalen dat schendingen van mensenrechten opspoort, om die schendingen bekend te maken via pers en rapporten, om acties en actiemateriaal voor te bereiden voor de honderdduizenden vrijwilligers over heel de wereld. Een onderzoeksmissie sturen naar een land om ter plekke feiten te verzamelen over de mensenrechtensituatie, kost gemiddeld 3000 euro. Een actiedossier opstellen waarmee vrijwilligers aan de slag kunnen om mensen vrij te krijgen, kost 500 à 750 euro. Waar komt dat geld vandaan? Amnesty wordt volledig gefinancierd door mensen zoals u. Ze engageren hen dat elke euro die binnenkomt, zo spaarzaam en efficiënt mogelijk gebruikt wordt voor respect voor mensenrechten. Daarom worden de inkomsten en uitgaven van Amnesty jaarlijks gecontroleerd door externe financiële experts. Daarom passen zij ook het principe van open boekhouding toe. Iedereen heeft het recht om de financiële jaarverslagen van Amnesty op te vragen en na te kijken.
3. ARTSEN ZONDER GRENZEN61 Artsen Zonder Grenzen is een privaatrechterlijke vereniging met een internationale roeping. De vereniging bestaat hoofdzakelijk uit artsen en paramedici, maar staat open voor andere beroepen die kunnen bijdragen tot haar opdracht. Alle leden onderschrijven de volgende beginselen: Ze verlenen hulp aan volkeren in nood, aan slachtoffers van menselijke of natuurrampen en oorlogsgeweld, en dit zonder enig onderscheid van ras, godsdienst, filosofie of politiek. Ze zijn steeds neutraal en onpartijdig, en eisen in naam van de universele medische ethiek en in naam van het recht op humanitaire hulp, de volledige en onvoorwaardelijke vrijheid om hun functie uit te oefenen. Ze verbinden zich ertoe de deontologische principes van hun beroep te respecteren en een totale onafhankelijkheid te bewaren tegenover elk bewind en elke politieke, economische of religieuze macht. Ze aanvaarden op vrijwillige basis zich bloot te stellen aan de risico’s en gevaren die de missies die ze volbrengen met zich mee kunnen brengen. Ze vragen voor zichzelf of hun rechthebbenden geen enkele andere vergoeding dan die welke de organisatie hun kan geven. Wie zijn de Artsen Zonder Grenzen? Artsen, chirurgen, anesthesisten, verpleegkundigen, laboranten, logistieke en administratieve medewerkers, … Jaarlijks vertrekken er met AZG zo’n 2000 mensen om noodlijdende bevolkingsgroepen in meer dan 80 landen bij te staan. Sommige Artsen Zonder Grenzen zetten zich in voor korte periodes, andere blijven dan weer enkele jaren op post. AZG verleent hulp in verschillende situaties Bij conflicten Om oorlogsgewonden zo adequaat mogelijk op te vangen, stuurt AZG teams met chirurgen, anesthesisten, verpleegkundigen en logistiekers naar de plaats van het onheil. Dergelijke interventies zijn veeleisend en niet zonder gevaar. Het uitvoeren van chirurgische ingrepen vereist een minimum aan hospitalisatiecapaciteit en hygiëne: het stockeren en verdelen van medisch materiaal en geneesmiddelen, het ontsmetten van de lokalen en de instrumenten, de installatie en het onderhoud van de operatieblokken, de opleiding van hulppersoneel zijn een bittere noodzaak. De teams staan ook in voor medische steun en voedselhulp aan ontheemden. Vluchtelingen Conflicten en hongersnood geven dikwijls aanleiding tot massale vluchtelingenstromen. Vluchtelingen op zoek naar asiel in een gastland zijn doorgaans hun hele hebben en houden kwijt. Ze palmen terreinen in en beginnen hun zoektocht naar voedsel en drank. Deze overbelasting van de lokale voorzieningen, zorgt vaak voor spanningen in het gastland. AZG heeft de afgelopen 25 jaar de medische en logistieke opvang van vluchtelingen op punt gesteld. In samenwerking met de vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR), die doorgaans de kampen beheert, staat AZG in voor de verzorging en voeding van de mensen, voor vaccinatiecampagnes en sanitaire voorzieningen. 61
www.azg.be
Natuurrampen Bij aardbevingen, tyfoons, overstromingen en vulkaanuitbarstingen loopt het aantal slachtoffers snel op. Dit gaat ook vaak gepaard met een ontwrichting en desorganisatie van de hulpdiensten. Onmiddellijk reageren met de adequate middelen is een noodzaak en vergt een logistieke organisatie. Bij AZG ligt gestandaardiseerd materiaal in de vorm van kits klaar voor gebruik in permanent aangevulde urgentiestocks. Praktische handleidingen zorgen ervoor dat de hulpverleners meteen aan de slag kunnen na aankomst in het rampgebied. Medische hulp op lange termijn Naast medische noodhulp engageert AZG zich ook op langere termijn in landen waar de medische structuren ontoereikend of zelfs onbestaande zijn. Zeker de helft van AZG's projecten zijn langetermijnprojecten. Vitaal hierbij is de vorming van lokaal personeel. In nauwe samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid van de landen in kwestie, staat AZG in voor de rehabilitatie van ziekenhuizen en poliklinieken, voor de organisatie van vaccinatieprogramma's, voor de respons op epidemieën. Epidemieën Meer dan ooit teisteren nieuwe en oude epidemieën onze planeet. Overwonnen gewaande ziekten als hersenvliesontsteking, cholera, polio, rode hond, gele koorts en difterie, slaan opnieuw toe. Recenter deden ook aids en ebola hun intrede. In arme landen kan er door gebrek aan voldoende financiële middelen in de gezondheidssector vaak niet snel en adequaat gereageerd worden. Als medische organisatie kan AZG zich beroepen op een groep van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen die zich te allen tijde vertrekkensklaar houden. Zij zijn experten, zowel in het organiseren van preventieve vaccinatiecampagnes, als in het behandelen en genezen van reeds besmette personen. Sociaal medisch werk in steden Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) woont de meerderheid van de wereldbevolking - zo'n 2, 6 miljard mensen - in steden en hiervan leeft tweederde in het zuidelijk halfrond. Steden trekken de arme plattelandsbevolking aan, die geen andere keuze heeft dan zich te vestigen in krottenwijken. Door de hoge bevolkingsdichtheid, promiscuïteit en de gebrekkige hygiëne krijgen infectieziekten hier vrij spel. Maar er is meer. Voor vele mensen zijn steden hoe langer hoe meer synoniem voor ellende: prostituees, daklozen en straatkinderen worden steeds talrijker. AZG heeft doelbewust haar actieterrein uitgebreid om groepen die geen toegang hebben tot de gezondheidsstructuren, te kunnen verzorgen. Hierbij worden de vrijwilligers geconfronteerd met specifieke problemen zoals seksueel overdraagbare aandoeningen en aids, drugverslaving en infecties aan de luchtwegen.
2. VERWERKINGSSUGGESTIES Op de website van de onderliggende organisaties kun je al heel wat lesmateriaal downloaden of aanvragen. Jeugd&Vrede vulde hier en daar aan. 1. HANDICAP INTERNATIONAL 1. Op de website kun je een lessenpakket downloaden. Klik daarvoor op de startpagina op ‘Kid’s Corner’ en dan op ‘informatiedossier voor leerkrachten’. Dit lessenpakket is bestemd voor de laatste graad van het basisonderwijs. 2. Laat de leerlingen informatie zoeken over antipersoonsmijnen en de Blauwe Veters. 3. Laat een Ambassadeur van Handicap International komen in de klas 2. AMNESTY INTERNATIONAL 1. Op hun website kun je lesmappen voor het lager en secundair onderwijs downloaden. Voor het lager onderwijs gaat het om vier lesmappen over verschillende thema’s: kinderrechten, martelen is mensenwerk, mensenrechtenstrijders en Luchtpost. Wat het secundair onderwijs betreft, zijn er negen onderwerpen: doodstraf, kinderrechten, martelen, mensenrechtenactivisten, racisme, vervolgd om hun geloof, vrouwenrechten, werk van Amnesty en Kindsoldaten. 2. Laat de leerlingen zelf een Schrijf-ze-Vrij-actie organiseren. 3. Ga op zoek naar de oorsprong van Amnesty International. 3. ARTSEN ZONDER GRENZEN 1. Op de website zijn reeds volgende zaken beschikbaar: 1. Meteor Meteor is een multimediakoffer die samengesteld is uit een videoreportage, een pedagogisch dossier voor de leerkracht en een brochure voor de kinderen. Leerkrachten van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs kunnen deze koffer gratis uitlenen. Meteor stelt nieuwe vriendjes zonder grenzen voor. Deze kinderen vertellen over hun leven, hun vreugde, hun angst. Het doel van Meteor is een ‘bewustzijn voor de ander’ te ontwikkelen. 2. AZG binnenstebuiten Deze brochure vol kleur en illustraties legt de grote principes van Artsen Zonder Grenzen uit aan 10- tot 12-jarigen. 3. Op kamp met AZG Dit is een project dat in samenwerking met de Belgische jeugdbewegingen tot stand kwam. Het wil de jongeren van 10 tot 18 jaar a.d.h.v. een intensief rollenspel sensibiliseren voor de situatie van vluchtelingen uit Darfur. Gedurende een halve dag kruipen de jongeren in de huid van een Soedanese vluchteling of een medewerker van Artsen Zonder Grenzen. Op die manier kunnen ze zich een beeld vormen van de situatie van vluchtelingen en het werk van de Artsen Zonder Grenzers. www.azg.be/nl/opkamp/index.htm 2. Zoek de overeenkomsten tussen de drie organisaties.
Vredesprofeten
Vredesprofeten 1.BASISINFORMATIE 1. MAHATMA GANDHI Mahatma Gandhi (1869 – 1948) is geboren in India. Hij werd opgegroeid met het principe ‘ahimsa’ (niet pijn doen aan alle wezens) en was vegetariër. Toen hij dertien jaar was, werd Kasturba Makharji aan hem uitgehuwelijkt. Hij volgde een rechtenstudie in Engeland waarna hij naar Zuid-Afrika vertrok. Daar zette hij zich in voor de Indische bevolkingsgroep. Gandhi in Zuid-Afrika Toen hij vernam dat de Indiërs niet meer mochten stemmen, zette hij zijn plannen tot vreedzaam protest uiteen. Gandhi riep het volk op zich te verzetten, maar er mocht geen geweld gebruikt worden en er mocht niet gescholden worden. In de zeven jaar die hierop volgden, werden duizenden in elkaar geslagen, gevangen gezet en vernederd, maar er werd van de kant van de Indiërs geen geweld gebruikt. Het publiek in Zuid-Afrika begon meer en meer sympathie te krijgen voor Gandhi en uiteindelijk startten er onderhandelingen. Gandhi in Indië Hij keerde terug naar India en werd daar in 1921 voorzitter van het Indisch Nationaal Congres. India was toen in handen van de Britten en hij vond dat de onafhankelijkheid van India een van de doelen in het partijprogramma moest worden. Hij begon zijn geweldloos platform uit te breiden met de ‘swadeshi’: boycot van buitenlandse goederen en Britse goederen in het bijzonder. Als voorbeeld nam hij kleding en hij riep iedereen op zelf kleding te spinnen. De campagne was enorm succesvol, maar het ging mis toen er ergens geweld werd gebruikt en Gandhi daarvoor verantwoordelijk werd gesteld. Hij werd opgepakt. Na zijn vrijlating volgden er in de loop van de jaren nog geweldloze acties, zoals de zoutmars van 400 km tegen de belasting op zout. Of het vasten gedurende 21 dagen uit protest tegen de Britse onderdrukking. De ‘Quit India’- campagne was tot op de dag van vandaag de grootste en meest massale beweging voor onafhankelijkheid. Gandhi wou zijn eisen voor onafhankelijkheid meer kracht bij zetten en schreef de ‘Quit India’ resolutie. Hij riep iedereen op om op een vreedzame wijze protest te leveren. De campagne was een succes en de Britse regering maakte duidelijk dat de macht in Indische handen zou komen te liggen. In 1946 wees Gandhi de voorstellen van de Britse regering af, omdat hij wantrouwig was tegenover het onderverdelen in moslim- en hindoestaten. Dit was een van de weinige keren dat het Congres zijn advies niet opvolgde en het voorstel accepteerde. Het Congres wilde niet alleen zo snel mogelijk de macht overnemen van de Britten, maar voelde er ook weinig voor om een coalitie met de Moslimliga te gaan vormen. Na veel overleg gaf Gandhi uiteindelijk toestemming het land te verdelen. De onderverdeling van India in een staat die voornamelijk door moslims werd bewoond en een staat die voornamelijk door hindoes werd bewoond, resulteerde in een grote volksverhuizing, omdat vele dorpen en steden een gemengde bevolking hadden, en was de oorzaak van veel geweld. Tussen 1946 en 1947 kwamen meer dan 5.000 mensen om het leven in onlusten tussen beide groepen. Het nieuwe moslimland werd gecreëerd uit gebieden in het oosten en westen van India. Het werd oorspronkelijk West- en Oost-Pakistan genoemd, maar staan tegenwoordig bekend als Pakistan en Bangladesh.
Gandhi vierde de onafhankelijkheid niet, maar bracht de dag door in Kolkota waar hij rouwde om de verdeling en een oplossing probeerde te vinden voor het geweld tussen beide groeperingen. In 1948 werd Gandhi op weg naar een gebedsdienst door een Hindoe doodgeschoten. De laatste woorden van Gandhi waren "He Ram!" (Oh God!) en staan gegraveerd op zijn monument in New Delhi. De uitvaartplechtigheid werd bijgewoond door vele honderdduizenden62. Invloed van Gandhi63 Wat is de invloed van Gandhi geweest op de loop van de geschiedenis tijdens de tweede helft van deze eeuw? De omvang van de invloed die hij heeft gehad is nauwelijks te beschrijven. Zijn autobiografie gaf hij de titel: "Het verhaal van mijn experimenten met de Waarheid". Waarheid stond voor hem gelijk aan 'liefde', 'geweldloosheid', het 'goddelijke'. Maar het was een voortgezet 'experimenteren met waarheid' dat met hem evenmin begon als eindigde. Hij sloot aan bij de eeuwenlang bestaande stromingen van mensen en groepen die streven naar gerechtigheid en vrede; naar het gelijkwaardige welzijn van ieder mens, en van ieder levend wezen, op aarde. En dit via een methode waarin het 'welzijn van ieder' vooraan staat: de geweldloze manier van omgaan met elkaar en van het tot stand brengen van veranderingen ten goede. Het bijzondere van Gandhi was niet eens zozeer dat hij leefde naar wat hij voorhield, maar vooral dat hij dit bleef doen nadat hij een van de invloedrijkste mensen van India geworden was. Weinig politici houden vast aan hun idealen als ze politieke macht krijgen en oog in oog komen te staan met de complexe vragen die dit met zich meebrengt. Gandhi's houding dwong over de gehele wereld respect af. Hij liet zien dat ook op het politieke vlak geweldloosheid mogelijk was. Maar daar liet Gandhi het niet bij. Hij betrok zijn ideeën ook op het economische vlak, op het terrein van de religie, van de opvoeding, van de emancipatie en van de cultuur. Hij streefde naar een 'geweldloze samenleving', een maatschappij gebaseerd op liefde en menselijke waarden, een gedecentraliseerde, zichzelf besturende, niet-uitbuitende, samenwerkende samenleving: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. Hij 'experimenteerde' met zijn streven binnen zijn eigen ashram-gemeenschap, en in Zuid-Afrika en India. En zijn streven werd overgenomen door mensen en groepen in de gehele wereld. Gandhi's boodschap aan de wereld is terug te vinden in organisaties op het terrein van de vrede, mensenrechten, emancipatie, vakbonden, het milieu, de dierenbescherming, het vegetarisme, de natuurgeneeskunde; in een aantal bevrijdingsorganisaties en in vele leefgemeenschappen. De International Fellowship of Reconciliation; de War Resisters' International; Peace Brigades International; de Gandhiaanse organisaties in een groot aantal landen; de Sarvodaya-bewegingen in India, Sri Lanka en Japan; Servicio y Paz in Zuid-Amerika; Albert Luthuli, Bisschop Desmond Tutu, Beyers Naud®, Nelson Mandela in Zuid-Afrika; Esquivel en Dom Helder Camara in Zuid-Amerika; Coretta en Martin Luther King, A.J.Muste, Dorothy Day, Barbara Demming, Joan Baez, Peace Pilgrim, de vakbondsleider Cesar Chavez, de onderzoeker Gene Sharp, en vele anderen in Noord-Amerika; Moeder Teresa en Vinoba Bhave, en velen met hen, in India; Aung San Suu Kyi in Birma; Mw. Gedong Bagoes Oka in Indonesi‘; Sulak Sivaraksa in Thailand; de Dalai Lama van Tibet; Thich Nhat Hanh uit Vietnam; Michail Gorbatsjov uit de Sovjet-Unie; Joseph Abileah, Mubarak Awad en Elias Chacour uit Israël/Palestina; de filosoof en aktivist Bertrand Russell, en de econoom van de kleinschaligheid Schumacher, uit Engeland; de Ark-Gemeenschappen van Lanza del Vasto, ondermeer in Frankrijk; Lea Provo uit België; de Peace by Peace-beweging in Noord-Ierland, om slechts enkele van de bekendere organisaties en personen (waaronder vele Nobelprijswinnaars voor de Vrede) te noemen. Zij allen zijn in belangrijke mate beïnvloed door Gandhi; hij gaf hen de inspiratie en het middel van de geweldloosheid, om ook op het terrein van 'maatschappij en politiek' te gebruiken. Hierdoor zette hij, en dat is misschien wel zijn grootste verdienste, een proces in gang om te komen tot een vreedzamere wereld die toekomst heeft
62 63
http://nl.wikipedia.org/wiki/Mahatma_Gandhi Wim Robben. In : http://www.geweldloosactief.nl/b02gandhi.html
voor ieder. Aan iedereen die zich daarvoor wil inzetten de uitdaging om hier in haar of zijn leven aan te werken. 2. LEA PROVO64 Lea Provo is ereburger van de gemeente Wommelgem, hoewel ze daar nooit gewoond of gewerkt heeft. Men beschrijft haar als een van de moedigste, sterkste en meest ondernemende vrouwen van Vlaanderen. Pater Phil Bosmans, de stichter van de Bond zonder Naam, loofde haar op deze manier: “In Lea zie ik een explosie van Gods liefde, in een wereld vol liefdeloosheid, onvrede en haat”. Voor haar was religie onverbrekelijk verbonden met solidariteit en geweldloosheid. “Alle mensen zouden elkaar moeten bekijken en behandelen als broeders en zusters”, zei Lea Provo. “Als kinderen van de ene vader.'' Lea Provo zette zich in India in voor de allerarmsten. “Moeder Lea'', zoals zij door de Indiërs werd genoemd, werd als Lea Eggermont op 25 december 1921 geboren in Hoboken, nu Antwerpen. Zij was de jongste van vier kinderen. In die tijd stond Hoboken bekend als een ‘rood nest’. Ook haar vader was een strijdende actieve socialist. Toch deed zij haar plechtige communie en dat was in die tijd in zo'n gezin helemaal niet gebruikelijk. Later vertelde ze dat die gebeurtenis een diepe indruk op haar had gemaakt. Toen het gezin uiteenviel, kwam Lea terecht op de Katholieke Beroepsschool voor Juffrouwen waar zij haar diploma Handel behaalde. Absolute geweldloosheid Midden in de oorlogsjaren, in 1942, huwde Lea Provo met de Mortselnaar André Provo. Zij kregen één kind: Paul. Samen met haar man begon Lea in Mortsel een speelgoedfabriekje. Het echtpaar had erg veel belangstelling voor natuurgeneeskunde, vegetarisme en de principes van geweldloosheid. Via enkele vrienden maakte Lea kennis met Lanza del Vasto. Hij was een discipel van Gandhi en werd door hem ‘Shantidas’ (dienaar van de vrede) genoemd. Lanza del Vasto stichtte in Frankrijk de Gemeenschap van de Ark die gebaseerd was op absolute geweldloosheid. Lea werd de spil van de Vrienden van de Ark in Vlaanderen. Dat was het begin van haar maatschappelijke inzet. Die kwam in een stroomversnelling toen zij de vredesmars San Francisco – Moskou (1960-1961) begeleidde doorheen ons land. Haar zoon Paul liep het gedeelte van die mars van hier tot Moskou mee. Als gevolg van deze actie stichtte zij met enkele vrienden het Comité voor geweldloze vredesactie. Luther King en andere marsen Toen gebeurde er iets dat haar leven grondig zou veranderen. In 1963 verongelukte haar man, André Provo, tijdens het fruitplukken. Lea bleef zijn naam dragen. Zij wilde haar leven een diepere zin geven, trok naar Amerika en nam in datzelfde jaar deel aan de grote mars voor rassengelijkheid in Washington. Toen Martin Luther King zijn redevoering hield met de beroemde uitspraak ‘I have a dream’, stond zij in zijn buurt. Zij zong mee ‘We shall overcome’ en zij is daar altijd in blijven geloven. Terug in België hielp zij mee aan de oprichting van de Burgerdienst voor de jeugd die zich bekommerde om gewetensbezwaarden tegen de militaire dienst waarvan het statuut pas wettelijk was geworden. Lea werkte met het Comité voor geweldloze vredesactie mee aan de anti-atoommarsen en begon in 1965 met openbare vastenacties in verschillende steden, onder andere in Rome tijdens het Concilie. Er waren ook geweldloze acties tegen de vestiging van het Navo-hoofdkwartier in België, tot in het parlement toe. 64
www.sevapur.be
De miserie van de kastelozen Als alternatief voor de militaire dienst stuurde het Comité een jonge gewetensbezwaarde naar India, maar die kon de opdracht, nagaan wat er van de Gandhiaanse geweldloosheid was overgebleven, niet aan. Lea vertrok dan zelf naar ginder. Ze werd er zo sterk getroffen door de schrijnende miserie, vooral van de kastelozen, dat ze in België orde op zaken stelde en terugkeerde naar India, om er voorgoed te blijven. In een interview in De Standaard vertelde ze: “Ik stond hier op een heuveltje en ik keek zuchtend rond. En ik zei: Denk je nu echt, Heer, dat ik hier moet blijven? Hij zei niets en dus ben ik maar gebleven.'' Een dorp voor de armsten Toen stichtte zij in het zuiden van India, in de deelstaat Tamil Nadu, samen met zeven Indiërs Sevapur, een ‘dorp van dienstbetoon’. Zij wilden de armsten onder de armen, uitgebuit door een grootgrondbezitter, samenbrengen en begeleiden naar onafhankelijkheid en volledige ontplooiing. In Sevapur wonen nu 140 gezinnen en je ziet er huizen, straten, velden met waterputten, ateliers, een school, een gezondheidscentrum, kortom een dorp. Rondom Sevapur wordt in 17 dorpen gewerkt met een peterschapsproject voor kinderen, zodat de hele streek de kans krijgt zich geleidelijk te ontwikkelen. Op vraag van de Indiase overheid werd uit het niets een tweede dorp opgebouwd: Vinobajipuram (dorp gewijd aan de goede Vinobe, een hindoegod), ditmaal voor gerepatrieerde Tamils uit Sri Lanka. In India werd haar samen met Moeder Theresa de Award for Peace toegekend en hier werd Lea lid van de ‘Eresenaat van de Europese Beweging'’, op voordracht van wijlen rector Hendrik Brugman. De gouverneur van Tamil Nadu zei in 1978: “Als Gandhi nog zou leven, zou hij haar komen zegenen.'' Vreugdevol dienen In de laatste jaren van haar leven kreeg dementie vat op haar. Daarom kwam zij voor een grondig medisch onderzoek in 1997 naar België. Toen werd de ziekte van Alzheimer vastgesteld. De dokters oordeelden dat Lea beter naar Sevapur kon terugkeren, waar ze volgens haar eigen gewoonten verder kon leven, want hier herkende ze nauwelijks nog iemand. Op 30 september 1997 is Lea Provo in Sevapur overleden, temidden van haar geliefde Indiërs, enkele weken nadat Moeder Theresa, die Lea zeer goed had gekend, was gestorven. Enkele weken later, op zaterdag 15 november, had in de Sint-Pieter en Pauluskerk een herdenkingsviering plaats. Vele Wommelgemnaars kenden haar omdat zij tijdens haar verblijven in België altijd bij haar zoon Paul in Wommelgem logeerde. Ze gaf daar voordrachten en in het gemeentehuis hadden exposities plaats over haar projecten. De gemeente Wommelgem nam in 1977 het peterschap op voor Sevapur en schrijft hiervoor jaarlijks een bedrag in op de begroting. Het levenswerk van Lea Provo leeft in India verder in de door haar gestichte organisatie Inba Seva Sangam (Vreugdevol Dienen), in ons land ondersteund door Sawes (Samenwerking Sevapur). 3. MARTIN LUTHER KING65 Martin Luther King, Jr. (Atlanta, Georgia, 15 januari 1929 – Memphis, Tennessee, 4 april 1968) was een Amerikaanse dominee, politiek leider en was het meest prominente lid van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. King werd beroemd in de jaren '50 en '60 dankzij zijn geweldloos verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten, onder meer door een massademonstratie op 28 augustus 1963 en het boycotten van 65
http://nl.wikipedia.org/wiki/Martin_Luther_King
stadsbussen die alleen voor blanken toegankelijk waren. Zijn verbale vaardigheden en charismatische uitstraling leverden hem veel roem op, maar King had ook vijanden. In 1963 hield hij de legendarische toespraak I have a dream. Een jaar later kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede. Op 39-jarige leeftijd werd Martin Luther King doodgeschoten. Voor velen is hij een symbool voor de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten gebleven. De derde maandag in januari is in de VS de Martin Luther Kingdag, een nationale feestdag, gewijd aan King en zijn gedachtegoed. Invloed van Gandhi King studeerde theologie (waarbij zijn grote voorbeeld Mahatma Gandhi was, omdat deze ook streefde naar geweldloosheid bij protesten en wilskracht) en in 1955 kreeg hij ook het doctoraat en werd hij dominee van de baptistische kerk in Montgomery, Alabama. Busboycot Op 1 december 1955 weigerde de zwarte, zwangere Rosa Parks haar plaats in een bus aan een blanke reiziger af te staan. De politie, blank, werd er bij gehaald en gaf de blanke chauffeur en passagier gelijk. Rosa Parks werd van de bus gegooid. De zwarte gemeenschap van Montgomery, onder leiding van dominee King, reageerde op het incident met een geslaagde busboycot (1955-56) van de voor blanken bestemde stadsbussen en in 1956 bereikte hij een belangrijke overwinning toen de bussen van Montgomery zowel blanken als zwarten toelieten. Hij bereikte spoedig nationale bekendheid vanwege zijn uitzonderlijke spreekvaardigheden en persoonlijke moed. King stichtte de Southern Christian Leadership Conference (SCLC), waarvan hij de voorzitter was. Dankzij deze vereniging ging hij verder met de gelijkheid van de zwarte Amerikanen. Zijn filosofie van niet-gewelddadige weerstand leidde tot zijn arrestatie bij talrijke gelegenheden in de jaren '50 en de jaren '60. King werd gehaat door aanhangers van de rassenscheiding in de zuidelijke staten. Er werd een aanslag op zijn woonhuis gepleegd en hij en andere boycotleiders werden veroordeeld op laste van samenzwering. Massademonstratie Toch hadden zijn campagnes succes: op 28 augustus 1963 hield hij een toespraak in Washington, waar meer dan 250.000 mensen op af kwamen. Hierin beschreef hij dat blanken en zwarten kunnen samenleven en sprak hij de legendarische woorden "I have a dream". In 1964 kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Op 6 augustus 1965 ondertekende president Lyndon Johnson de "Voting Rights Bill" en willigde zo de meeste van Kings eisen in. De leidende positie van King binnen de burgerrechtenbeweging werd midden de jaren '60 uitgedaagd, toen er stemmen opgingen om meer militante acties te voeren in plaats van het door King nagestreefde vreedzame protest. Hij behield echter zijn belangrijke positie en ging zich ook op andere zaken richten. Zo uitte hij kritiek op de Vietnamoorlog en maakte hij zijn zorg over armoede kenbaar. Op 4 april 1967 — exact een jaar voor zijn dood - sprak King duidelijk tegen de rol van de Verenigde Staten in de oorlog en stelde dat de Verenigde Staten in Vietnam was om het "als Amerikaanse kolonie te bezetten" en dat de Verenigde Staten morele veranderingen behoefden. Op 4 april 1968 werd hij doodgeschoten op het balkon van het Lorraine Motel (sinds 1991 een burgerrechtenmuseum).
2.VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) De beroemdste toespraak van Martin Luther King is I have a dream. Op http://www.kinderenwebhotel.be/sounds/mldream1.wav kan je de toespraak horen. Laat de leerlingen zelf hun I have a dream schrijven. "I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal." I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. I have a dream that one day even the state of Mississippi, a desert state, sweltering with the heat of injustice and oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice. I have a dream that my four children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today."
Vertaling: "Ik heb een droom, dat er een dag zal komen dat dit land zal opstaan en de ware betekenis van haar motto zal naleven. "Wij vinden de volgende waarheden vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk zijn geschapen." "Ik heb een droom, dat er een dag zal komen dat op de rode heuvels van Georgia de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders gezamenlijk aan de tafel van broederschap zullen aanschuiven." "Ik heb een droom, dat zelfs in de staat Mississippi, een staat die wordt verstikt door onrecht en onderdrukking, zal veranderen in een oase van vrijheid en gerechtigheid. "Ik heb een droom, dat er een dag zal komen dat mijn vier jonge kinderen in een land zullen leven waar zij niet worden beoordeeld op hun huidskleur, maar naar de waarde van hun karakter." "Vandaag heb ik een droom!" 2.) Probeer met je klas gedurende een week de geweldloze gedachte toe te passen in interactie met elkaar. Bespreek na deze week: is het gelukt? Waarom wel, waarom niet? Wat was er moeilijk? 3.) Bekijk de website: www.sevapur.be Wat doet deze organisatie. Met welke twee personen wordt ze gelinkt?
Personen uit de Arabische muzische wereld
Personen uit de Arabische muzische wereld 1. BASISINFORMATIE 1. KHALED Khaled (1960) is een Algerijnse zanger van populaire raïmuziek, een muziekstijl populair in de landen van de Maghreb. Khaled begon zijn muziekcarrière als Cheb Khaled (Arabisch voor jonge Khaled) en bracht op zijn 14de zijn eerste plaat uit. In 1986 ontvluchtte hij het geweld in Algerije uit angst voor zijn leven en verhuisde naar Parijs. Daar liet hij de ‘Cheb’ vallen en bracht het titelloze album Khaled uit. Hij continueerde daar zijn succesvolle carrière. Hij moderniseerde de Algerijnse raï en maakte het daardoor toegankelijk voor een groot internationaal publiek. Khaled is erg geliefd bij de Algerijnse immigranten in Frankrijk66. Omdat hij het verkeerd vond om vrolijke liederen te zingen in een land waar gerouwd werd om vermoorde dierbaren, duurde het pas tot 2000 voor Khaled weer in Algerije optrad. Khaleds boodschap aan de wereld is: liefde, vrede en broederschap67. Hij zingt vrijwel uitsluitend in het Arabisch. Een enkele keer neemt hij wel een tekst in het Frans op, zoals Aïscha. 'Ik was niet ontevreden, maar de woorden kregen de melancholie van het Frans en verloren de Arabische poëzie. Je kunt het Arabisch niet integraal in het Frans vertalen. Engels zou beter gaan omdat het zinsritme en de grammatica meer overeenkomen, maar die taal is me niet vertrouwd genoeg om elk woord te kunnen voelen'. 'De enige bijdrage die ik kan leveren is de jeugd wat levensvreugde bezorgen. Ik maak feestmuziek. Niets meer dan dat. Ik verkondig de vrijheid, voor de Maghrebijn, voor de vrouw. Ik propageer het joie de vivre. Een echt doel heb ik niet in mijn muziek. Daarom ben ik zo populair in Algerije. Want ze hebben daar niet zoveel pleziertjes. Ik ben de woordvoerder van de hoop68'. 2. OUM KALSOUM69 Oum Kalsoum (1898 – 1975) wordt beschouwd als de grootste Egyptische zangeres ooit. Ze verkocht meer platen dan Elvis Presley en The Beatles bij elkaar. Telkens ze een concert gaf, waren de straten uitgestorven. Bijna een halve eeuw lang trad ze schier ononderbroken de eerste donderdag van de maand op in de bioscoop Kasr el-Nil of in het Azbakiyyatheater. De concerten werden sinds 1935 live uitgezonden, eerst alleen in Egypte, maar al snel in vrijwel alle landen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Op die dagen was voor de kranten de tekst van het nieuwe lied dat zij die avond zou zingen het belangrijkste nieuws op de voorpagina. Liepen de soms wel vier uur durende concerten uit tot diep in de nacht, dan verschenen de volgende morgen in de hele Arabische wereld de ochtendbladen een uurtje later en vertrokken treinen en bussen niet op tijd. Niemand die het stoorde. Dat hoorde er zo bij en de bewoners van het gebied tussen de Atlantische http://nl.wikipedia.org/wiki/Khaled http://www.muziekweb.nl/m0/shared/cat/ti/ti.php?t=JK125554 68 http://www.vpro.nl/programma/plantage/afleveringen/3479298/items/3534765/ 69 http://digiboek.50megs.com/oumkalsoum/oum01.htm 66 67
Oceaan en de Perzische Golf waren het niet anders gewoon dat eens per maand alles anders liep. Generaties in minstens twintig verschillende landen groeiden op met haar muziek. Khadafi moest vanwege het maandelijkse concert van Oum Kalsoum zelfs zijn revolutie uitstellen. Zijn mannen hingen in plaats van te revolteren tegen het gezag van koning Idriss Senoessi in tranen voor het televisiescherm. Haar thema’s waren bijna altijd een verloren liefde, dapperheid en droefenis, of religieuze gezangen. In 1954 maakt de revolutie in haar land een diepe indruk op haar. Ze breidt haar stijl uit en zingt naast lofliederen op Egypte ook politiek getinte songs. In 1967 breekt de zesdaagse oorlog uit. Een geëmotioneerde Oum Kalsoum maakt bekend dat ze pas weer zal zingen als de Palestijnen hun land terug hebben. Het is een extra domper op het toch al zo zwaar geteisterde moreel van de Arabische wereld: een verloren oorlog en de allermooiste stem, vol hoop en verlangen, die weigert te klinken. Iedereen probeert haar van haar besluit af te brengen. Uiteindelijk stemt Oum weer toe op te treden, maar alleen als alle inkomsten ten goede komen aan de Palestijnse vluchtelingen en slachtoffers onder de Egyptische soldaten. Op zondag 2 februari 1975 sterft Oum Kalsoum. De radio begint de aankondiging van haar dood met het citeren van de koran, een teken van hoogachting, uitsluitend gebruikelijk bij de dood van staatshoofden. Een bewogen begrafenis brengt op 5 februari zo’n drie miljoen mensen op de been.
2. VERWERKINGSSUGGESTIES 1.) De twee artiesten zijn niet bij iedereen zo bekend. Laat de leerlingen op zoek gaan naar mensen die de artiesten goed kennen, in bezit zijn van CD’s… Laat hen nagaan hoe ze tegenover de twee artiesten staan. 2.) Laat de leerlingen op zoek gaan naar gelijkaardige figuren. 3.) http://digiboek.50megs.com/oumkalsoum/index.htm Op deze site kan je de biografie van Oum Kalsoum lezen. http://khaled-lesite.artistes.universalmusic.fr/main_site.php Dit is de officiële site van Khaled