MENTO RAAT VOOR JONGEREN BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
Beschrijving van de interventie
Mentoraat voor Jongeren
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[26-05-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1. Beschrijving van de interventie ........................................................................................................... 3 1.1 Kernachtige omschrijving ...................................................................................................... 3 1.2 Doel van de interventie .......................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 4 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 4 1.4.1 Methodiek .......................................................................................................................... 4 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse..................................................................... 10 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak.......................................................... 11 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ........................................................................ 12 1.5 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................. 13 1.6 Beschrijving onderzoek effectiviteit .................................................................................... 13 1.7 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 15 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 16
www.interventiesnaarwerk.nl
2
1. Beschrijving van de interventie 1.1
Kernachtige omschrijving
Naam interventie: Mentoraat voor Jongeren Rotterdam 2005 - 2007 Kernachtige omschrijving interventie: Het Mentoraat Rotterdam beoogt jongeren (16+) die zonder startkwalificatie dreigt uit te vallen uit het onderwijs, op te sporen en (terug) te leiden naar werk, school of een re-integratietraject. Vier mentoren (in dienst van de Stichting Werk in West en Stichting de Ontwikkelbank) gaan actief op zoek naar deze jongeren via een zogeheten outreachende aanpak: zij laten hun gezicht zien daar waar jongeren zijn; meldt de doelgroep zich niet zelf het Mentoraat, dan zoeken medewerkers actief contact met hen. Doel is deze jongeren los te weken en te motiveren om het leven een positieve draai te geven. Kernbegrippen – naast de outreachende aanpak – zijn: in de eigen leefwereld benaderen, met wederzijds respect de helpende hand bieden, niet betuttelen, niet dwingen, helder, vasthoudend en activerend zijn en, last but not least: ‘een brug slaan tussen straatcultuur en loketcultuur.’ De methode waarmee dit alles is vormgegeven is al experimenterend ontwikkeld. De begeleiding van het Mentoraat voor Jongeren richt zich primair op werk en scholing. Het Mentoraat vormt de eerste schakel in de keten en zorgt er voor dat jongeren vooral gebruik maken van mogelijkheden voor scholing, werk en re-integratie die er al zijn in Rotterdam. Het Mentoraat leidt niet zelf op, voert geen trainingen uit, maar zorgt ervoor dat jongeren een goede keuze maken in de mogelijkheden die er voor hen zijn en leert hun gebruik te maken van de voorzieningen die voor hen bedoeld zijn. Het Mentoraat zorgt dat hulp wordt georganiseerd t.a.v. het aanpakken van belemmeringen en verleent waar nodig ook eerste hulp. Mentoraat voor Jongeren Rotterdam is een initiatief van Stichting Werk in West, Stichting DISCK en Stichting Ontwikkelbank Centrum. Het project is mede tot stand gekomen met een subsidie van het Europees Sociaal Fonds. Na de periode waarin Equal-subsidie werd verkregen (2005-2007), is het Mentoraat voortgezet. In 2007 is het Mentoraat 16- gestart, voor jongeren onder de 16 jaar die zonder startkwalificatie dreigen uit te vallen uit het onderwijs. Op 1 maart 2009 is, eveneens onder de vlag van het Mentoraat Rotterdam, een coachingsproject gestart gericht op jongeren met een vmbo-diploma die dreigen uit te vallen tijdens hun mbo-opleiding. Voor de goede orde: deze beschrijving heeft betrekking op het Equal-project gericht op 16+ .
1.2
Doel van de interventie
1) Het doel van de interventie is: het terugdringen van het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie (niveau MBO-2) de arbeidsmarkt betreedt. (Hieraan gekoppeld: zoveel mogelijk jongeren behorende tot de doelgroep zien op te sporen en te bereiken.) 2) Doel van de ontwikkeling van het Mentoraat Rotterdam: ‘een middel om jongeren individueel te bereiken en weer in verbinding te brengen met het uitgebreide systeem van centraal georganiseerde stedelijke voorzieningen. Taakstelling (jongens en meisjes steeds evenredig aantal) Deelnemers: 800 (< 19 jaar: 350; <19-23 jaar> 450) Verwijzen naar hulpverlening: 320 Verwijzen naar Jongerenloket: 960 Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid
www.interventiesnaarwerk.nl
Ja
Nee
3
Is er documentatie over de doelen van de interventie?
X
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
1.3
Nee
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? De doelgroep bestaat uit jongeren van 16 jaar en ouder die zonder startkwalificatie (MBO-2) zijn uitgevallen uit het onderwijs, woonachtig in de Rotterdamse deelgemeenten Centrum en Delfshaven. Het gaat, zoals beschreven in de Eindevaluatie, om ‘jongeren die bijna afgeschreven waren, hun dagelijks leven invulden op de sofa bij moeder, op straat in ‘de handel’ zaten of zwierven van woonadres naar woonadres zonder een perspectief.’ Prevalentie Het percentage voortijdig schoolverlaters in Nederland is binnen Europa hoog en voor Rotterdam geldt dat nog sterker. Er is een sterke samenhang met de etnische achtergrond van jongeren. Zo heeft van de Rotterdamse jongeren 34,8 procent van de Marokkaanse 22+ jongeren een startkwalificatie, tegen 48,3 van de Surinaamse jongeren en 70,5 procent van de Nederlandse jongeren. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Aanmelding bij het Mentoraat gebeurt altijd op vrijwillige basis en is niet aan voorwaarden verbonden. De jongere hoeft geen documenten of bewijsstukken te overleggen en geen formulieren in te vullen. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Uitvoering In de eindevaluatie van het Mentoraat voor Jongeren wordt de werkwijze ‘doelbewust aan personen en ervaringen opgehangen. De lezer treft dus niet 1 algemeen toegepaste en toepasbare methodiek aan….’ De vier vaste mentoren zijn uitgebreid geïnterviewd. Hoewel duidelijk is dat er verschillen in aanpak zijn tussen deze personen, keert ook een aantal elementen terug, zoals: - werken aan een vertrouwensband - een netwerk opbouwen (m.n. binnen de sociale kaart) en relatiebeheer - overtuigen i.p.v. dwingen - zo nodig confronteren - noodzaak tot het kennen van de straatcultuur - in staat zijn tot analyse van knelpunten voor route naar school, werk etc. www.interventiesnaarwerk.nl
4
-
in staat zijn jongeren zonder oordeel of vooringevulde agenda tegemoet te treden.
In de documentatie als ‘essentieel’ aangemerkte aspecten van/randvoorwaarden voor de aanpak zijn de volgende (deze zijn tevens aangemerkt als de ‘werkende bestanddelen; zie 1.4.3 en overlappen deels het bovenstaande) - de outreachende aanpak (voor uitleg begrip zie 1.1.) - de ‘specifieke achtergronden, ervaringen en belangstelling’ van de mentoren - inzetten op een persoonlijke aanpak (ipv. denken vanuit regels, procedures en eisen, ofwel de ‘loketcultuur’) - problemen oplossen volgens prioritering van de jongeren zelf - denken vanuit (en communicatie zoeken door zich in te leven in) de leefwereld van jongeren - veel PR - brugfunctie bekleden tussen straat- en loketcultuur - het directe contact tussen mentor en jongere; houding mentor (duidelijkheid geven, geen valse beloften; echt luisteren, zich kunnen verplaatsen) - casemanagement van mentoren: in kaart brengen en ordenen problematiek jongere, adequate hulp inschakelen, samenhang brengen in hulpaanbod, drempels slechten in hulpverlening. In het handboek Overdraagbare producten zijn elementen beschreven die voor iedereen die met jongeren werkt, bruikbaar zijn. Hieronder wordt e.e.a. beknopt weergegeven. Voorlichting - Van te voren onderzoek doen naar wat jongeren bezighoudt en waar vindplekken zijn. - Voorlichtingsmateriaal: een kort, aansprekend interactief voorlichtingsprogramma. Gekozen is voor de vorm van een ‘informatiekoffertje’. - Voorlichtingskanalen: groepsgewijs, zoveel mogelijk via ingang van bestaande activiteiten van professionele organisaties die contact hebben met de doelgroep. - Kaarten, flyers, folders etc. verspreiden op locaties waar veel jongeren komen, zoals buurthuizen, jongerencentra, coffeeshops, belhuizen - Via de website: www.mentoraat.com, met o.m.MSN-mogelijkheid. Individugerichte activiteiten De mentoren zijn op vaste tijden en plaatsen in het werkgebied voor jongeren bereikbaar en te spreken.. Het is een vrije, maar intensieve mogelijkheid voor eerste contact. Het sociaal cultureel werk en ambulant jongerenwerkers zorgen voor toeleiding op basis van vaste samenwerkingswerkafspraken. Zelforganisaties hebben een betere ingang bij bepaalde groepen jongeren, direct of via hun sociale netwerk. ‘Onzichtbare’ jongeren, in het bijzonder meisjes, worden daarmee bereikbaar. - Begeleiding: De begeleiding van het Mentoraat voor Jongeren richt zich primair op werk en scholing. Het Mentoraat vormt de eerste schakel in de keten en zorgt er voor dat jongeren vooral gebruik maken van mogelijkheden voor scholing, werk en re-integratie die er al zijn in Rotterdam. Het Mentoraat leidt niet zelf op, voert geen trainingen uit, maar zorgt ervoor dat jongeren een goede keuze maken in de mogelijkheden die er voor hen zijn en leert hun gebruik te maken van de voorzieningen die voor hen bedoeld zijn. - Overdracht: het maken van een volgende stap in de keten gebeurt met ‘warme overdracht.’ De mentor zorgt voor een rapportage, voor heldere afspraken en gaat zo nodig mee naar een eerste gesprek. - Nazorg: na plaatsing vindt minimaal twee maanden actieve nazorg plaats. - Intakeformulier: bij elk serieus contact wordt een intakeformulier ingevuld om de uitgangssituatie van de jongere in beeld te krijgen. Hierin staan de negen leefgebieden van de jongere genoemd en beschreven. Diagnosestelling vindt plaats aan de hand van vragen als: wat heb je gedaan, wat is wel/niet goed gegaan. Waar liggen je interesses? - Een Beroepskeuzetest behoort tot de mogelijkheden
www.interventiesnaarwerk.nl
5
Netwerken De mentoren gaan op zoek naar ‘’vindplaatsen’’ en leggen rechtstreeks of via professionals van uitvoeringspartners het eerste contact met jongeren en leggen de basis voor een follow-up. Externe partners zoals professionals van stichting Jong, Wenk en JADC die door andere activiteiten zicht en contact met jongeren hebben, introduceren mentoren van Mentoraat voor Jongeren op plaatsen en bij groepen waar de doelgroep van het project verblijft en introduceren in voorkomende gevallen jongeren en mentoren bij elkaar. - Aangezien een groot deel van de doelgroep zichzelf niet als doelgroep beschouwt, moeten veel jongeren via hun eigen sociale netwerk worden opgezocht. - Nauwe samenwerking met instellingen binnen het werkgebied, zoals zelforganisaties. Echter de jongere wordt niet ‘overgenomen’. Het zoeken is naar een gezamenlijke aanpak. Overdracht Overdracht naar een andere instelling gebeurt volgens een protocol. Loopacties Het Stedelijk Meld- en Coördinatiepunt voert in de deelgemeenten van Rotterdam periodiek zogeheten loopacties uit, waarbij aan de hand van beschikbare registraties getracht wordt schoolverlaters thuis op te zoeken. Deze loopacties geven een beeld van de actuele situatie van het geregistreerde bestand en vormen tegelijk een peiling van de behoefte bij jongeren aan verandering in hun situatie. Mentoraat voor Jongeren neemt deel aan de loopacties, draagt bij aan de doelstelling, maar heeft daarmee ook een ingang in het opsporen van jongeren. Benaderwijze: zeer vriendelijk en verontschuldigend. Wederzijds belang benadrukkend. Wervingsacties Het Mentoraat heeft diverse wervingsacties uitgevoerd, deels voor projecten welke jongeren een concreet perspectief op werk bieden, deels ook voor bijzondere activiteiten zoals die door het Mentoraat zelf georganiseerd zijn. Aansprekende wervingsacties met veel publiciteit zijn onder andere de werving van sportstewards en de werving voor het mediaproject geweest. Geduld en aanhouden maakt het mogelijk om contact op te bouwen en het samenwerken te organiseren. Met vmbo-scholen zijn afspraken gemaakt om jongeren die de overstap naar het MBO naar verwachting niet succesvol zullen maken, vroeg in beeld te krijgen. (Dit heeft slechts twee leerlingen opgeleverd.) Outreachend: Heel specifiek voor het Mentoraat voor Jongeren is de outreachende aanpak, door ervoor te zorgen vaak en regelmatig het gezicht laten zien op die locaties waar jongeren komen en een breed netwerk op te bouwen met andere organisaties en instellingen. Outreachend werken vraagt van de mentoren ook het voortdurend zoeken naar nieuwe wegen om de jongeren uit de doelgroep te vinden, het aanboren van nieuwe bronnen en het opbouwen van nieuwe samenwerkingsrelaties. Voorbeeld: aanwezig zijn op de banenmarkt, zichtbaar zijn in de buurt. Winkel: Het Mentoraat voor Jongeren kent een eigen winkel met roze balie. Dat valt op en trekt jongeren aan. Vaste openingstijden in de middagen zijn bekend gemaakt. Per middag heeft een vaste mentor winkeldienst. De winkel vormt vooral de uitvalsbasis voor de mentoren en is een belangrijk aanlooppunt geworden voor jongeren. De jongeren weten de winkel te vinden via mond tot mond reclame of door de uitstraling van de winkel zelf en de informatie die in de etalage wordt geboden. De centrale locatie en de uitstraling leiden er ook toe dat veel jongeren binnenlopen met vragen op andere terreinen dan werk of scholing. Deze worden verwezen naar de voor hen relevante instellingen. Bovenal is de winkel een plek die geschikt is om jongeren te ontvangen voor afspraken, waar jongeren informatie over voor hen relevante zaken kunnen vinden, waaronder werk en scholing en waar ze gebruik kunnen maken van computer plus internet. Debatten: het Mentoraat heeft twee debatten georganiseerd met jongeren over werk en scholing.
www.interventiesnaarwerk.nl
6
Speciale werk- en scholingstrajecten/werving van jongeren voor specifieke banen: Voor de werving van jongeren bij speciale projecten als: MKB winkelpersoneel drogisterij, DMK, schilder en houthandel, sportsteward, leren op de werkvloer voor winkelpersoneel bij ROC Albeda, zijn verschillende wervingsmiddelen ingezet door het Mentoraat voor Jongeren. Bij aanmelding wordt middels een intake bekeken of de betreffende jongere tot de doelgroep behoort en of zij voldoen aan de criteria van het project Het Mentoraat voor Jongeren verzorgt de aanmelding, maakt afspraken en doet overdracht aan de hand van een rapportage naar betreffende instantie. De jongere wordt uitgenodigd voor een voorlichtingsbijeenkomst. Met jongeren die niet geschikt zijn wordt een ander traject bepaald. De sportstewards Door het ID-College is het project Sportstewards ontwikkeld en is in samenwerking met het Albedacollege uitgevoerd in Delfshaven. Een aparte projectorganisatie onder de naam Stichting Sportsteward Promotion is opgezet. Het mentoraat voor jongeren heeft de werving en toeleiding voor dit project uitgevoerd. Het project richtte zich erop werkloze, voortijdige schoolverlaters op te leiden tot sportstewards. Dit zijn de medewerkers die bij voetbalwedstrijden zorg dragen voor supportersbegeleiding, maar ook ingezet kunnen worden als verkeersregelaar. Het traject omvat een training van drie maanden waarna werk wordt gegarandeerd in de stadions van de drie Rotterdamse betaalde voetbalclubs. Daarnaast zullen de stewards te zijner tijd worden ingezet bij grote Rotterdamse evenementen als het zomercarnaval en de marathon. Ten behoeve van de werving is intensief het netwerk van het Mentoraat voor Jongeren in Delfshaven benaderd en zijn er voorlichtingen georganiseerd bij diverse netwerkorganisaties. De werving heeft een toeloop van ca 35 kandidaten opgeleverd. Met kandidaten die niet geschikt blijken om het beroep sportsteward te gaan uitoefenen, is een alternatief traject vastgesteld. Vindplaatsen De outreachende aanpak is meer dan het uitvoeren van werkzaamheden op locatie. Outreachend werken vraagt van de mentoren ook het voortdurend zoeken naar nieuwe wegen om de jongeren uit de doelgroep te vinden, het aanboren van nieuwe bronnen en het opbouwen van nieuwe samenwerkingsrelaties. Outreachend Het opbouwen van een relatie met de jongeren ontstaat door voortdurend in beeld te zijn. Een bekend gezicht te worden, maakt onderdeel uit van deze aanpak. Het vertrouwen, dat opgebouwd wordt op deze manier, zorgt er voor dat de jongere zich kan en durft aan te melden. Mentoren als ondernemers. Mentoren zijn in hoge mate zelf verantwoordelijk voor het behalen van resultaten en de wijze waarop ze dat doen. Het kader wordt gevormd door een gezamenlijke visie, iedere mentor heeft een vaste taakstelling op het bereiken van jongeren en er zijn een beperkt aantal voorschriften omtrent registratie en verantwoording. Daarbinnen heeft de mentor geheel de vrijheid om zijn werk vorm te geven, zijn netwerk op te bouwen en wegen te vinden om zijn resultaat te behalen. Groepsaanpak en de rol van het Mentoraat voor Jongeren hierin: a. Cool. In 2006 is in het Centrumgebied de groepsaanpak van start gegaan. Juist in het Centrumgebied is het Mentoraat voor Jongeren sterk betrokken geweest bij de ontwikkeling en uitvoering van de groepsaanpak De mentor voor het Centrumgebied heeft zorg gedragen voor het opstellen van het plan van aanpak, de coördinatie van het in kaart brengen van de in het gebied aanwezige groepen jongeren en heeft in de startfase gefunctioneerd als assistent projectleider. Met de groepsaanpak worden groepen jongeren nauwgezet en systematisch in kaart gebracht, maar wordt bovenal een gezamenlijke aanpak afgesproken tussen alle partijen, die betrokken zijn. In Cool wordt daartoe samengewerkt door Stichting Jong, WENK, SONOR en Politie Rijnmond. Extra inzet is geleverd door het mobiele team, inhoudelijke ondersteuning wordt verzorgd door Bureau Lamers. Bij het onderzoek zijn de samenstelling van de groep en het gedrag van de groep geïnventariseerd. Wat is de vorm van overlast en wat zijn, als daar sprake van is, de criminele gedragingen. Tevens wordt er ingezoomd op de individuele leden van de groep en wordt beoordeeld in hoeverre er sprake is van
www.interventiesnaarwerk.nl
7
drugsgebruik, of wat de situatie rondom werk, school of uitkering is. Andere voor de jongere relevante leefgebieden worden, voor zover van toepassing, in kaart gebracht. Dit alles leidt tot een analyse van de groep en een indeling volgens de Bekemethodiek naar de categorieën hinderlijk, overlastgevend en crimineel. De individuele jongeren worden afhankelijk van hun gedrag ingedeeld in vijf categorieën. De analyse biedt zowel voor de groep als voor de individuele groepsleden de handvatten om tot een doelgerichte en meetbare aanpak van de problematiek te komen. De aanpak van overlastgevende jongeren is niet primair een taak van het Mentoraat voor Jongeren. De inzet van onze mentor als assistent-coördinator is echter wel een logisch gevolg geweest van de rol van het Mentoraat als netwerkorganisatie en van de bij het Mentoraat aanwezige expertise op het gebied van jeugdproblematiek in brede zin. b. Overschie In de zomer van 2006 heeft het stedelijke Mobiel Team een analyse gemaakt van 2 jongerengroepen in de Deelgemeente Overschie. Dit is gebeurd in opdracht van Deelgemeente Overschie naar aanleiding van een quickscan gemaakt door de politie, door middel van de Beke-methodiek. In de analyse van het Mobiel Team kwam naar voren dat één groep in Overschie bestaat uit jongeren waarvan er een aantal criminele handelingen verricht. Eén van de aanbevelingen in dit rapport was een integrale aanpak van deze groep, waarbij diverse partijen, zoals politie, jongerenwerk, opbouwwerk en DOSA, betrokken zijn. Ten behoeve van de inzet op dagbesteding werk en scholing is de hulp van het Mentoraat ingeroepen. Bijzonder aan de inzet in Overschie is dat de mentor een persoonsgebonden budget mag inzetten om kosten te dekken voor dagbesteding, snelle inkoop van trajectactiviteiten of aanschaf van artikelen die nodig zijn om aan het werk te gaan. Het gaat daarbij om vooral kleine bedragen voor bijvoorbeeld een strippenkaart of werkschoenen. In de meeste gevallen wordt het persoonsgebonden budget in de vorm van een voorschot ingezet; uiteindelijke financiering dient uit reguliere middelen plaats te vinden. Voorkomen uitval Bij het Mentoraat voor Jongeren zijn diverse groepsactiviteiten uitgevoerd, welke de hoofddoelen: begeleiding naar een volgende stap in de keten en beperking van uitval, ondersteunen. In de eerste plaats bindt de activiteit de jongeren, zolang zij nog niet kunnen starten met een reguliere opleiding, aan het Mentoraat. De activiteit heeft een zodanige aantrekkingskracht en uitdaging voor de jongeren dat zij tot de start van een nieuwe opleiding betrokken blijven en daarmee ook bij het Mentoraat. In de tweede plaats biedt de activiteit zelf ook de mogelijkheid om de jongeren te trainen en zich goede werknemersvaardigheden eigen te maken. Voorbeelden van groepsactiviteiten, welke ontwikkeld zijn om uitval te voorkomen: a. Radio Realness. Radio Stanvaste is een zender die goed wordt beluisterd onder jongeren. In voorjaar 2006 heeft het Mentoraat tezamen met een groep jongeren een vast radioprogramma verzorgd op Radio Stanvaste. Voorafgaand aan het daadwerkelijk maken van het programma zijn de jongeren getraind door Radio Stanvaste en het Mentoraat. Het doel van deze activiteit was drieledig: • eenvoudige basisvaardigheden aanleren als: op tijd komen, tegenslagen overwinnen, afspraken nakomen • het oplossen van meningsverschillen, die evenzeer essentieel zijn bij het maken van een radioprogramma als bij werk of opleiding • het maken van een radioprogramma over werk en scholing, die de deelnemers in het project er ook toe aanzetten, om zelf over die onderwerpen na te denken Met de uitzendingen verwacht het Mentoraat een sterke publicitaire uitstraling. Werkwijze: bij Radio Standvaste is zendtijd ingekocht en een medewerker heeft zich vrijgemaakt om de jongeren te begeleiden met radio- en studiovaardigheden. De vaste groep jongeren kwam wekelijks bij elkaar om de ene week redactievergadering te houden en de andere week de uitzending life te presenteren. Het gehele project heeft 12 weken geduurd. De inhoud van de uitzending werd zelf vorm gegeven. De jongens en meisjes kregen 25 minuten om zichzelf te promoten. Interviews en het uitnodigen van gasten maakten onderdeel uit van de programma’s. b. Mediaproject en digitale CV.
www.interventiesnaarwerk.nl
8
Onder het motto “Niet Dippen maar Dimmen” hebben twee groepen jongeren een videoclip en een persoonlijke digitale cv gemaakt. Jongeren uit de groep voortijdig schoolverlaters weten doorgaans goed wat ze niet kunnen en waar ze in mislukt zijn, zeker daar waar het school of werk betreft. Dit project is er vooral op gericht om de jongeren weer te laten Denken In Mogelijkheden (DIM). Natuurlijk heeft het maken van een videoclip een coole uitstraling naar de jongeren en hierin schuilt voor hen ook een belangrijk deel van de aantrekkingskracht van dit project. Jongeren hebben hun veelzijdigheid en talent kunnen laten zien bij het maken van beats en raps, het ontwerpen van tags, styling van kleding en decor voor de video-opnamen en bij het opnemen zelf. Het proces met de groep is er echter ook op gericht om tegelijkertijd de jongeren hun capaciteiten en hun mogelijkheden te laten ontdekken en de waarde daarvan op de arbeidsmarkt te leren kennen. Het presenteren van jezelf in een videoclip dwingt jongeren er bovendien toe om goed na te denken hoe ze deze capaciteiten aan een ander kunnen tonen. Niet Dippen maar Dimmen is door het Mentoraat samen met de Stichting Medianetwerk uitgevoerd. c. Beroepenoriëntatie Veel schooluitval wordt veroorzaakt doordat jongeren kiezen voor een beroepsrichting die niet aansluit bij hun talenten en capaciteiten. Wanneer jongeren dus een nieuwe start willen maken, zoals bij veel van de Mentoraatjongeren aan de orde is, is het vooral zaak deze keer wel een doordachte en goede keuze te maken. Werk in West, één van de moederorganisaties van het Mentoraat, heeft hiertoe de beroepenoriëntatie door bedrijfsexcursies ontwikkeld, welke in nauwe samenhang met het Mentoraat wordt uitgevoerd. De bedrijfsexcursies laten jongeren in de praktijk ruiken en proeven aan een beroep. Veel jongeren kiezen voor een beroep met status, met een goede uitstraling. Administratie, commerciële beroepen, ICT of mode en schoonheidsverzorging. Daarentegen kiezen nog maar weinig jongeren voor beroepen in de technisch ambachtelijke sector. Loodgieter, installatiemonteur, bakker of machinebankwerker zijn beroepen waarin goed verdiend wordt, maar welke desondanks toch maar weinig aantrekkingskracht op jongeren uitoefenen. Dat, terwijl veel jongeren juist meer gebaat zouden zijn met een beroep waar ze vooral met een praktische vorm meer tot hun recht zouden komen. Onbekend maakt onbemind. Jongeren kennen deze beroepen onvoldoende, dus kiezen ze er niet voor. De beroepenoriëntatie is er dus vooral op gericht om jongeren een goed en eerlijk beeld te geven van een breder spectrum aan beroepen dan ze tot nu toe kennen. Leren over de aantrekkelijke kanten van een beroep, maar ook over de minder aantrekkelijke kanten. Hoe gaat het er aan toe op de werkvloer, wat wordt er van je geëist? Laat jongeren vooral kennis maken met beroepen door op de werkvloer en, soms letterlijk, in de keuken te kijken. De bedrijfsexcursies zijn hierop geënt. De jongeren gaan in kleine groepen naar een bedrijf toe en verrichten, als het werk het maar enigszins toelaat, een of meer praktijkopdrachten. Dit alles onder begeleiding van een vakman. Tot nu toe zijn er in wisselende samenstelling excursies gegaan naar: • een havenbedrijf • een metaalbedrijf • een modeatelier • een autoassemblagebedrijf • een hotelkeuken • een binnenvaartschip • een schilderbedrijf • een meubelmakerij Voor- en nabespreking maken een vast onderdeel uit van de excursie en zijn zeer enthousiast door de jongeren gevolgd. Groepsactiviteiten ontwikkeld in coproductie: d. Pimp my scooter. Pimpen is in de mode. Zet MTV of een andere jongerenzender aan en er wordt wel iets gepimpt. Het pimpen heeft een grote aantrekkingskracht op jongeren. In dit project worden oude scooters door jongeren opgeknapt en mooi gemaakt. Naast het aanleren van technische vaardigheden is er juist ook veel aandacht voor werknemersvaardigheden en sociale competenties. Ook deze activiteit is ingezet als
www.interventiesnaarwerk.nl
9
overbrugging voor jongeren die wachten op de start van een nieuwe opleiding. Pimp my scooter is een idee van Melissa Strangio en wordt door haar uitgevoerd. Het Mentoraat heeft zorg gedragen voor plaatsing van jongeren en heeft tevens de werk- en scholingsbegeleiding verzorgd. Het project is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Zuid-Holland. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee X
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Het percentage voortijdig schoolverlaters in Nederland is binnen Europa hoog en voor Rotterdam geldt dat nog sterker. In Nederland sluiten het schoolsysteem en de sociaal-culturele en sociaaleconomische oriëntatie van grote groepen leerlingen slecht op elkaar aan. In veruit de meeste gevallen lukt het de jongeren niet om het vol te houden op school, daar zij flink in de problemen zijn geraakt. In de praktijk van het Mentoraat zijn jongeren met forse schulden, problemen thuis en een onstabiele huisvesting eerder regel dan uitzondering. Slechte prestaties en zich niet kunnen handhaven binnen het schoolsysteem leiden tot uitval en geven zeker niet het vertrouwen aan de jongeren om het opnieuw op school te gaan proberen. Zichzelf weer melden bij een school of bij welk loket dan ook is daarom iets wat niet van deze jongeren is te verwachten. Niet alleen sluiten het schoolsysteem en de sociaal-culturele en sociaaleconomische oriëntatie van grote groepen leerlingen slecht op elkaar aan, hetzelfde geldt voor de straatcultuur waarin veel jongeren uit de doelgroep leven, met de loketcultuur. Er zijn wel loketten, hulpverlenende instanties gericht op de doelgroep, maar deze jongeren komen er niet. Andersom bereiken de hulpverlenende instanties deze jongeren in onvoldoende mate. Met risico of probleem samenhangende factoren Bij veruit de meeste jongeren die in begeleiding worden genomen, is het voortijdig schoolverlaten de resultante van allerlei voorafgaande problematiek. Deels is die gelegen in het gedrag of het gebrek aan sociale competenties bij de jongere zelf. Dat zijn bijvoorbeeld: te weinig doorzettingsvermogen en discipline om iets af te maken, om zich aan afspraken te kunnen houden, om prioriteiten te kunnen stellen of om aanspreekbaar te zijn op gedrag. Deels is de problematiek gelegen in de sociale omgeving van de jongere. Gebrek aan stabiele huisvesting, gebrek aan steun van huis uit of anderszins problemen thuis, sociale druk vanuit de vriendenkring. Daarnaast hebben de jongeren die uitvallen opvallend veel te maken met schuldenproblematiek, drugsgebruik of zijn zij in aanraking (geweest) met justitie. Toeleiden naar werk of scholing is zinloos als ook niet aan voorliggende problematiek gewerkt wordt. Tegelijkertijd zijn de verwachtingen van de jongere torenhoog en overschatten ze hun eigen mogelijkheden op werk ofwel onderschatten de ze eisen die in beroepen en aan werknemers gesteld worden en de inspanningen die daarvoor geleverd moeten worden. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? www.interventiesnaarwerk.nl
Ja X
Nee
10
Is duidelijk wie het probleem heeft? X Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in X stand houdende of verzachtende factoren?
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak In maart 2000 werden tijdens een top van de Europese Unie de Lissabon-akkoorden gesloten. Het strategische doel van “Lissabon” is om van Europa in 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. In de akkoorden zijn concrete doelen geformuleerd over arbeidsparticipatie, productiviteit en investeringen in onderwijs en scholing. Een van die doelen is dat iedere jongere zijn schoolloopbaan afsluit op tenminste mbo-2 niveau. Wie dat niveau niet heeft gehaald, de school heeft verlaten en geen baan heeft, geldt als voortijdig schoolverlater. Er zijn middelen nodig om de verstoorde aansluiting tussen school en arbeidsmarkt (zie 1.4.2) alsnog te leggen. Sinds 2003 heeft het gemeentebestuur van Rotterdam deze problematiek hoog op de agenda geplaatst en vertaald in afspraken met het onderwijs. De rol van de deelgemeenten daarbij is vooral te zoeken naar maatregelen die jongeren bereiken in hun woon- en leefsituatie. Het Mentoraat voor Jongeren Rotterdam is in dat verband ontwikkeld als een middel om jongeren individueel te bereiken en weer in verbinding te brengen met het uitgebreide systeem van centraal georganiseerde stedelijke voorzieningen. Het Mentoraat kent een onconventionele aanpak (w.o. de ‘outreachende’ werkwijze, zie hieronder) waarmee de jongeren beter worden bereikt dan door gebaande paden te bewandelen. Een belangrijk deel van de werkzaamheden van de mentoren bestaat feitelijk uit casemanagement. In kaart brengen en ordenen van de problematiek, zorgen dat adequate en deskundige hulp wordt ingeschakeld en dat er samenhang zit in het hulpaanbod en dat waar nodig, drempels tot de hulpverlening worden geslecht. Daarbij is het steeds zoeken naar de balans tussen eigen verantwoordelijkheid van de jongere en het bieden van hulp. Regels, instroomcriteria of de noodzaak je te verantwoorden bij instellingen vormen voor jongeren soms onneembare barrières en zijn een reden om af te haken. Dit vormt voor de mentor soms een reden om zo nodig mee te gaan naar afspraken. Aan de andere kant blijft de jongere altijd verantwoordelijk voor het eigen gedrag en de keuzes die hij maakt. De mentor helpt bij het bewust maken van die keuzes. Veel jongeren staan opnieuw voor het maken van een beroepskeuze. Veruit de meeste jongeren melden zich bij het Mentoraat met de vraag om “een baantje, maakt niet uit wat, als het maar verdient”. De mentor probeert ook met de jongere te kijken naar het perspectief op langere termijn. Het vinden van werk dat ook op termijn duurzaam een inkomen kan bieden. Het vinden van werk dat past bij de capaciteiten en kwaliteiten die ze juist wel hebben en welke weg is er dan te bewandelen om dat doel te bereiken, zo nodig met de inzet van opleiding of training. W.b. de zelfoverschatting: Aan de mentor is de taak om de jongere weer met de beide benen op de grond te krijgen, hem een reëel beroepsperspectief te laten ontwikkelen en toch tegelijkertijd zijn zelfvertrouwen te versterken en hem bewust te laten worden van eigen kwaliteiten en capaciteiten. Samenvatting werkzame ingrediënten - de outreachende aanpak - aansluiting maken met de doelgroep: van kunnen ‘levelen’ in de eerste fase naar jingeren bewegen tot handelingsgerichtheid en zich houden aan afspraken - de ‘specifieke achtergronden, ervaringen en belangstelling’ van de mentoren - inzetten op een persoonlijke aanpak (ipv. denken vanuit regels, procedures en eisen, ofwel de ‘loketcultuur’) - problemen oplossen volgens prioritering van de jongeren zelf
www.interventiesnaarwerk.nl
11
-
denken vanuit (en communicatie zoeken door zich in te leven in) de leefwereld van jongeren veel PR brugfunctie bekleden tussen straatcultuur en het officiële systeem het directe contact tussen mentor en jongere; houding mentor (duidelijkheid geven, geen valse beloften; echt luisteren, zich kunnen verplaatsen) casemanagement van mentoren: in kaart brengen en ordenen problematiek jongere, adequate hulp inschakelen, samenhang brengen in hulpaanbod, drempels slechten in hulpverlening. Positionering mentoren: los van de officiële instanties Inzet van projecten, speciaal op de doelgroep afgestemd (zoals Pimp my Scooter). NB. Dit alleen i.v.m. doelstelling 2.
Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Een mentor heeft voldoende opleiding nodig om zich in het veld van welzijn, sociale dienstverlening, reintegratie en hulpverlening snel te oriënteren, zich makkelijk te presenteren en zelfbewust te kunnen opereren. Vrees voor autoriteiten past daar niet bij, arrogantie evenmin. Dat laatste hangt sterk samen met de positie van mentoren. Ze hebben geen mandaat of bevoegdheid en kunnen nooit ook maar iets afdwingen. Financieel is hun armslag per jongere beperkt tot enkele tientjes. Ten opzichte van instellingen – wat zij niet zijn – is hun positie nauwelijks afgebakend. De basis voor die invloed is, dat zij meer weten van individuele jongeren en soms ook van jongeren in het algemeen. De basis daarvan is weer, dat ze jongeren zonder oordeel en zonder ingevulde agenda tegemoet treden. Het feit dat ze geen instantie vertegenwoordigen, op geen autoriteit een beroep doen, geen normensysteem opleggen, maar alleen als persoon zonder ingebakken reserves een jongere tegemoet treden, dat maakt ze thuis op de straat. Angst, vooringenomenheid, arrogantie en achterbaksheid worden daar snel afgestraft, gewoon door je te laten staan. Dat is ook waar mentoren kwetsbaar in zijn: jongeren die niet verschijnen of definitief afhaken. Dat jongeren zich slecht in standaardpatronen laten passen begrijpen de mentoren, elk vanuit hun eigen ervaring. Juist daarom treden ze niet alleen op als advocaat, maar ook als boksmaatje: ze gaan in de clinch om zwakke plekken aan te tonen. Verder durven ze nog steeds te verschillen, ook onder elkaar. Overige eisen Zijn niet beschreven.
www.interventiesnaarwerk.nl
12
1.5
Overige voorwaarden voor toepassing
Kosten Behalve middels een Equal-subsidie is het Mentoraat Rotterdam bekostigd door de gemeentelijke dienst voor Onderwijs en Welzijn, het JOS (Jeugd-Onderwijs-Samenleving). JOS heeft e.e.a. onder meer via Wgelden gefinancierd.
1.6
Beschrijving onderzoek effectiviteit
De evaluatie van het Mentoraat Rotterdam is in boekvorm verschenen: Tussen straat en loket – Eindevaluatie Equal-project Mentoraat voor Jongeren Rotterdam 2005-2007. Duidelijk is dat de methodiek werkende weg is ontstaan en dus de weergave ervan (m.n. in de publicatie ‘Overdraagbare producten – Handboek Equal-project….2007’) in feite het resultaat is van een voortdurende procesevaluatie. Een citaat uit het boek ‘Tussen straat en loket’: ‘… evaluatie na 2.5 jaar werken aan een succesvol project. Een rapportage die wat minder dan gebruikelijk langs de gebaande paden van een evaluatie loopt en niet de mogelijkheid van een shortcut naar conclusies en aanbevelingen biedt. Wij dagen u uit om u mee te laten voeren door de persoonlijke verhalen die de essentie van de werkwijze en de basis voor het succes vormen. Mensen maken, zo blijkt eens te meer, succes. Hun specifieke achtergronden, hun ervaringen en belangstelling zijn bepalend gebleken voor de wijze waarop het Jongerenmentoraat zich heeft ontwikkeld.’ In de inleiding wordt vermeld dat Niettemin bevat de evaluatie ook het nodige cijfermateriaal alsmede punten die onder de noemer van procesevaluatie vallen. Voor INW relevante onderdelen daarvan worden hieronder weergegeven. -
Meer jongens dan meisjes verlaten de school vroegtijdig. Desondanks is gepoogd meer – met name allochtone - meisjes te bereiken. Getracht is d.m.v. interviews meer zicht te krijgen op de leefwereld van niet bereikte allochtone meisjes om zo die groep op een andere manier alsnog te bereiken. - Anders dan aangenomen vond vaak rechtstreekse verwijzing naar werk en scholing plaats (i.p.v. via het Jongerenloket) - Er moet veel aandacht zijn voor de competenties van de jongerenmentor (voor de weergave daarvan zie 1.4.4) Uit het Productenboek Een groot deel van de doelgroep zoekt zelf geen professionele begeleiding en definieert zichzelf niet als probleemgroep in termen van het Mentoraat voor Jongeren. Jongeren moeten daarom in veel gevallen worden opgezocht via hun eigen sociale netwerk op plaatsen waar ze vaak verblijven. Dat kan zijn bij activiteiten van organisaties, bij uitgaansgelegenheden, op plekken op straat of op privé-adressen, die soms een verzamelplaats vormen. Om dit anders aan te pakken zijn met Wenk, stichting Jong, JACD, Disck. afspraken gemaakt over de manier waarop er doorverwezen wordt en wie welke verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van het traject. Met Disck zijn gesprekken gevoerd en plannen ontwikkeld om de groep van voortijdig schoolverlaters inzichtelijk te maken en toe te leiden naar het mentoraat voor jongeren. Een gezamenlijke casebespreking en een sterkere rol voor het jongerencontactteam van Disck is hier mede onderdeel van naast het houden van de spreekuren op de verschillende locaties van Disck. Met Wenk zijn afspraken gemaakt voor een gezamenlijke aanpak van voortijdig schoolverlaters. Met de ambulante jongerenwerkers van de stichting Jong heeft de mentor regelmatig contact op de hangplekken in het betreffende werkgebied.
www.interventiesnaarwerk.nl
13
Mentoraat voor Jongeren – Taakstelling en resultaat 656 VSV jongeren zijn bereikt en terug geleid naar school, een leerwerktraject of een baan. Dat is 82% van de doelstelling (zie onder) Taakstelling (jongens en meisjes steeds evenredig aantal) Deelnemers: 800 (< 19 jaar: 350; <19-23 jaar> 450) Verwijzen naar hulpverlening: 320 Verwijzen naar Jongerenloket: 960 Resultaat Deelnemers: meisjes 183 (< 19 jaar: 51; <19-23 jaar> 126; leeftijd onbekend 7) jongens 441 (< 19 jaar: 99; <19-23 jaar> 224; leeftijd onbekend 49) Verwijzen naar hulpverlening: onbekend (verwijzingen naar hulpverlening zijn niet beschouwd als uitstroom en dus niet als zodanig geregistreerd). Verwijzen naar Jongerenloket: 9 meisjes, 33 jongens Zie tabel 14 Eindevaluatie: Van alle bereikte jongeren zijn er slechts 17 uitgestroomd naar het ROC en 66 naar een praktijkopleiding. Duidelijk is dat aan de eerste doelstelling, het terugdringen van het aantal jongeren zonder startkwalificatie, slechts in geringe mate is voldaan (doelstelling vermeldt geen aantallen of %). Opmerkelijk: • De totale taakstelling van 800 bereikte jongeren is met 656 jongeren voor 82% bereikt. • Het aantal jongens kwam 10 procent boven de taakstelling uit, het aantal meisjes bleef daar met ruim de helft bij achter. • Het accent lag nog sterker op de oudere leeftijdsgroep dan verwacht. • De verwijzingen naar het Jongerenloket zijn ver bij de verwachting achtergebleven. In de praktijk fungeerde het Jongerenloket voor de mentoren niet als het centrale draai- en verdeelpunt waar elke jongere naartoe moest. Alleen jongeren die en uitkering nodig hadden, met eventueel een verder traject, werden ernaartoe verwezen en begeleid. Voor andere vormen van uitstroom bleken andere wegen ‘beter begaanbaar.’ E.e.a. hing samen met de ‘loketcultuur.’ Vermeld wordt dat het Jongerenloket sterk in beweging is gekomen tijdens het Mentoraat. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de X doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X
Nee
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
X
X X
14
1.7
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
De interventie als geheel is overtuigend en levert kennis op. Doelstellingen zijn niet eenduidig geformuleerd. Het gaat om het terugdringen van het aantal jongeren zonder startkwalificatie, maar ook om het overbruggen van de kloof tussen jongeren die leven ‘in een straatcultuur’ en instanties die hen van dienst kunnen zijn in hun leven. Ofwel: jongeren bekend maken met en leiden naar de voor hen relevante voorzieningen. Dat maakt dat diverse resultaten gemeten moeten worden, en deze ook voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Bovendien is het de vraag hoe zinvol het is om na te streven dat iedere jongere de school verlaat met minimaal een startkwalificatie op zak. De realiteit is dat een deel van deze jongeren nooit deze kwalificatie zal behalen. Het is dan zinvoller deze groep te begeleiden richting werk – en dat gebeurt ook feitelijk in deze interventie, bijv. middels projecten als Pimp my scooter. Maar dat is, gezien de doelstelling, geen formeel resultaat. De beschreven werkzame bestanddelen (zie 1.4.3) zijn vooral gericht op het behalen van de tweede doelstelling, t.w. de jongeren in verbinding brengen met voor hen beschikbare voorzieningen. Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. Toelichting Analoog aan de niet helder geformuleerde doelstellingen is de onderliggende redenering niet geheel helder en consequent doordacht. Deels gaat het om jongeren die zelf vinden dat ze geen problemen hebben, deels om jongeren die wel problemen ervaren maar niet de weg naar ‘de loketten’ weten te vinden. Het doel van het Mentoraat zou als volgt kunnen worden omschreven: jongeren niet alleen begeleiden in, maar ook doen beseffen dat zij iets hebben aan het systeem. Mogelijk had een deel van de betrokken jongeren niet werkelijk een probleem (en zouden zij geen risico gevormd hebben voor de samenleving). Er zijn immers jongeren zonder startkwalificatie tijdelijk ‘niets’, maar eigener beweging na een x periode de draad weer oppakken richting kwalificerende scholing. De vraag is dus welk percentage van de bereikte jongeren ook zonder het Mentoraat aan het werk/aan scholing zou zijn gekomen. Dit vraagt om een controlegroep (zie ook bij resultaatevaluatie). Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht X
www.interventiesnaarwerk.nl
In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
15
Toelichting De procesevaluatie is erg uitgebreid; niet alleen het project maar ook de interventie zelf is geëvalueerd. Ook zijn de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken. Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting Het resultaat in relatie tot de tweede doelstelling, het bereiken van de doelgroep en hen in verbinding brengen met het systeem (dat hen behulpzaam kan zijn) is behoorlijk bereikt: 82% (656) van het totaal aantal beoogde jongeren (800). Het gaat ook in het overgrote deel om de doelgroep die beoogd werd: jongeren die zonder startkwalificatie van school gaan. Wat betreft de eerste doelstelling – terugdringen van het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt zijn geen streefaantallen of –percentages genoemd. Echter relatief weinig jongeren zijn teruggekeerd naar school en bij die groep is pas na enkele jaren vast te stelen of zij alsnog een startkwalificatie hebben behaald. Gesteld kan worden dat deze doelstelling niet is bereikt, gezien het geringe aantal, maar feitelijk ook niet is gemeten. Een controlegroep is niet geformeerd, maar zou juist bij deze interventie zinvol zijn geweest om de vraag te kunnen beantwoorden wat het Mentoraat nu werkelijk betekent (het nettoresultaat) voor de beoogde doelgroep.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Mentoraat voor Jongeren Coolsingel 57 3012 AB Rotterdam Telefoon 010 4121025 Contactpersonen: mevrouw B. Müller en de heer A. Leutscher url: www.mentoraat.com Het project Mentoraat voor Jongeren wordt gedragen door zeven ontwikkelpartners: 1. Stichting Werk in West 2. Stichting Ontwikkelbank Centrum 3. Stichting De Werkmij 4. Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) Rotterdam 5. Stichting Disck www.interventiesnaarwerk.nl
16
6. Deelgemeente Rotterdam Delfshaven 7. Centrumraad Rotterdam De deelgemeente Delfshaven en de Centrumraad zijn vanaf de start bij het project betrokken als opdrachtgever en medefinancier. Overige informatie Stichting Ontwikkelbank Centrum, Coolsingel 63, 3012 AB Rotterdam, tel. 010-4121025 Ed Gloudi, directeur; e:
[email protected] Equal project: Mentoraat Rotterdam 2004/EQA/0055 http://agentschap.szw.nl/index.cfm?fuseaction=dsp_document&link_id=73232
Lijst met aangehaalde literatuur Een Rotterdamse aanpak (ISBN 978-90-812625-3-8) Handboek Equal-project Mentoraat voor Jongeren Rotterdam 2005 – 2007 Tussen straat en loket – Eindevaluatie Equal-project Mentoraat voor Jongeren Rotterdam 2005-2007.
www.interventiesnaarwerk.nl
17