schoolgids 2009-2010 St. Josephbasisschool St. Josephstraat 5-7 4811 CL Breda tel: 076-5210360 e-mail:
[email protected] website: www.stjosephbreda.nl
Inhoudsopgave
Pagina
De St. Josephbasisschool en haar omgeving
4
De St. Josephbasisschool en haar bestuur INOS
5
De St. Josephbasisschool en haar organisatie
6
De St. Josephbasisschool en haar missie en visie
7
De St. Josephbasisschool in de praktijk
9
De St. Josephbasisschool en haar zorgstructuur
16
De St. Josephbasisschool en haar ontwikkelingen
20
De St. Josephbasisschool en haar ouders
23
De St. Josephbasisschool en haar opvang buiten de schooltijden
25
De St. Josephbasisschool en haar klachtenprocedure
26
De leerplicht en hoe de St. Josephbasisschool hier mee omgaat
28
En nog wat zaken
29
Praktische zaken
32
Namen, adressen en telefoonnummers
34
2
Woord vooraf
schoolgids 2009-2010
De basisschooltijd is een belangrijke periode in het leven. Ouders∗ en school dragen samen zorg voor de opvoeding van het kind. In ons onderwijsstelsel hebben scholen een zekere vrijheid om te bepalen wat zij belangrijk vinden om kinderen te leren en de manier waarop ze dat doen. Het is daarom zinvol een school te kiezen die bij uw kind en u zelf past. De schoolgids kan u daarbij helpen. In deze gids kunt u lezen waar de St. Josephbasisschool zich sterk voor maakt. Wij zijn een school in beweging. We ontwikkelen ons voortdurend. Kinderen, leerkrachten en ouders vormen op onze school een gemeenschap die tezamen de sfeer bepalen die zo kenmerkend is voor de St. Josephbasisschool. Deze en een aantal praktische zaken beschrijven we. We nodigen u uit om na het lezen van deze gids onze school te bezoeken. Hiervoor organiseren wij jaarlijks twee informatieavonden. U kunt zich hiervoor aanmelden. U kunt vervolgens een afspraak maken om de school in bedrijf te zien om zo te ervaren of de St. Josephbasisschool een school is die bij u en uw kind past. De schoolgids is ook bedoeld voor ouders die al voor de St. Josephbasisschool gekozen hebben. De gids geeft belangrijke informatie en kan als middel dienen om de dialoog tussen de school en u intensiever te maken. Juist omdat wij een school in beweging zijn, is en blijft die dialoog belangrijk. Wij nodigen u van harte uit te reageren als u vragen, opmerkingen of suggesties heeft na het lezen van deze gids. Ook wij willen leren.
Het team van de St. Josephbasisschool
∗
Daar waar ouders staat vermeld, lees: ouders of verzorgers.
3
De St. Josephbasisschool en haar omgeving Situering van de school Vlak bij de singels die om het oude centrum van de stad Breda liggen, bevindt zich de St. Josephbasisschool. Een mooi karakteristiek gebouw uit 1921, met aan haar voorzijde een speelplaats met heel sfeerbepalende oude kastanjebomen. Het kastanjeblad vormt dan ook het logo van de school. De school werd tot voor kort omringd door de gebouwen van de bierbrouwerij. Deze industrie is verdwenen, de gebouwen hiervan zijn afgebroken en ondertussen wordt het gebied opnieuw ingericht als woonwijk, de Drie Hoefijzerwijk. Door de sanering van de industriegebouwen is er ruimte gekomen om het gebouw van de St. Josephbasisschool met 6 lokalen en 2 speellokalen uit te breiden. Deze uitbreiding zal in de loop van het schooljaar 2009-2010 afgerond worden. Kenmerken ouders en omgeving De leerlingen van de school komen uit de omliggende buurten rondom singel en spoor, namelijk: oud Brabantpark; Binnenstad; Spoorbuurt; Belcrum; Doornbos en Liniekwartier. Wat identiteit betreft heeft zich van de ouders 27% als katholiek opgegeven, 4% islamitisch, 5% andere geloof en 64% geeft aan bij geen geloof te horen. Meer dan 90% van de ouders is MBO/HBO opgeleid. Ongeveer 80% van de ouders combineert zorg en arbeid en maakt daardoor gebruik van de mogelijkheid voor overblijven en meer dan 25% van de ouders heeft hun kind ingeschreven bij de voor- en naschoolse opvang (deze bestaat al sinds november 1996). De school is voor mensen met kinderen een belangrijke, bindende factor. Buurtgenoten ontmoeten elkaar op het schoolplein, kinderen leren elkaar op school kennen en gaan binnen de buurten met elkaar spelen. Het gaat hierbij om buurten waarbij sprake is van een gezonde sociale controle, waar mensen elkaar kennen en leren kennen en waar sprake is van vrijheid en veiligheid. Een ander karakter van deze buurten is dat deze divers is, zoals jong en oud, rijk en minder rijk, nieuw en bestaande bouw, kleine en grote huizen. Ouders zijn erg betrokken op de ontwikkelingen van hun kind. Ook zijn zij betrokken op de ontwikkelingen op school. Ouders zetten zich op allerlei manieren in om de school zo goed mogelijk te ondersteunen. Schoolgewicht en schoolgrootte jaar totaal 1,00 1,25 1-10-‘03 1-10-‘04 1-10-‘05 1-10-‘06 1-10-‘07 1-10-‘08
308 346 387 424 451 462
275 313 348 266 176 85
11 12 14 9 7 5
1,40
1,90
2 2
20 19 25 20 14 10
nieuwe weging
0
0.3
1,2
4-5 jaar 4,5,6 jaar 4 t/m 9 jr.
119 240 340
8 9 14
2 5 8
gewicht in % 10,7 9,5 10 9,2 7,8 10,2
Sinds 1995 groeit de school jaarlijks met een gemiddelde van 30 leerlingen. Gezien de beperkingen in de wijk om de huisvesting verder uit te breiden dan de nieuw te bouwen uitbreiding, zal de groei begrensd worden door het uitvoeren van het aannamebeleid. Daardoor is de jaarlijkse groei van de school vanaf 2007 aan het afvlakken. De school zal niet verder groeien dan 21/ 22 groepen. De St. Josephbasisschool heeft momenteel 20 groepen. De St. Josephbasisschool kent geen extra schoolgewicht en zal groepen formeren met een gemiddelde van 26 leerlingen.
4
De St. Josephbasisschool en haar bestuur INOS De St. Josephbasisschool valt onder INOS, stichting katholiek onderwijs Breda. INOS is het bevoegde gezag van 31 katholieke scholen in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, REC en speciaal voortgezet onderwijs in Breda. INOS heeft ongeveer 1500 personeelsleden, die onderwijs geven aan ruim 11.000 leerlingen. De organisatie bestaat uit: • College van Bestuur, dat de dagelijkse leiding heeft onder voorzitterschap van de heer Wim Kaizer. • Raad van Toezicht, die op hoofdlijnen toezicht houdt op de INOS scholen en het College van Bestuur. • Het directieberaad, dit zijn alle INOS-directeuren, die om de twee weken met elkaar vergaderen over het uit te voeren beleid. • De Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR), de overkoepeling van de Medezeggenschapsraden van alle INOS-scholen, geeft instemming en advies aan het College van Bestuur over schooloverstijgende maatregelen en beleid. Om het onderwijs aan te passen aan alle veranderingen die op ons afkomen is er een nieuwe koers ontwikkeld. De belangrijkste onderdelen van die nieuwe koers zijn: • Verregaande samenwerking tussen INOS scholen • Meer zelfstandigheid en resultaatverantwoordelijkheid binnen de scholen • Open staan voor en samenwerking met andere organisaties in de omgeving van de school • Directeuren zijn verantwoordelijk voor een zeer grote school of voor meerdere scholen • Directeuren krijgen ook taken die ten goede komen aan alle INOS scholen Op deze wijze wil INOS haar krachten bundelen en zullen alle scholen van de aanwezige kennis en ervaring binnen haar scholen kunnen profiteren. Zodoende vormen de basisscholen St. Joseph, de Spoorzoeker en de Liniedoorn vanaf 1 augustus 2008 één organisatorische eenheid, waarvan mevrouw Mária Peeters de directeur is. De scholen zijn opgedeeld in kleinere resultaatverantwoordelijke teams die gecoördineerd worden door teamcoördinatoren. Om te zorgen voor een geleidelijke en goede overgang zullen voor een periode van ongeveer twee jaar op de drie bovengenoemde scholen waarnemend directeuren de dagelijkse gang van zaken op zich nemen. De heer Mark Timmermans is vanaf 1 augustus 2008 de waarnemend directeur op de St. Josephbasisschool. Ook de teamcoördinatoren zijn per augustus 2008 gestart.
5
De St. Josephbasisschool en haar organisatie De St. Josephbasisschool heeft de volgende organisatie en overlegsituaties: Een bovenschools directeur Een directeur, zij is de eindverantwoordelijke van de drie basisscholen St. Joseph, de Spoorzoeker en de Liniedoorn en geeft leiding aan de tijdelijk benoemde waarnemend directeuren op bovengenoemde scholen. Zij hebben minimaal om de twee weken overleg. Het managementteam Het managementteam is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van de school. Het managementteam komt wekelijks bij elkaar en bestaat uit: • De waarnemend directeur. Hij is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en voor het uitvoeren van de beleidsvoornemens van het schoolplan. • Drie teamcoördinatoren. Zij hebben de taak alle onderwijsgerelateerde zaken binnen een bouw te coördineren. De St. Josephbasisschool kent drie bouwen, namelijk De onderbouw, de groepen 1 en 2 De middenbouw, de groepen 3 en 4 De bovenbouw, de groepen 5 t/m 8 • De interne begeleider (IB-er). Zij is verantwoordelijk voor de uitvoering en de inzet van alle zorg op de St. Josephbasisschool. Zij functioneert hiervoor in een extern zorgteam. Zij begeleidt leerkrachten t.a.v. de inzet van adequate zorg op de werkvloer. Zij communiceert haar bevindingen om de zes weken met de directeur. Het teamoverleg Het team is verantwoordelijk voor het geven van onderwijs aan leerlingen in hun bouw binnen de afgesproken kaders. Ook maken de teamleden zich verantwoordelijk voor het uitvoeren van de ontwikkelingen die zij hebben beschreven in hun jaarplan. Het team overlegt wekelijks in de afzonderlijke bouwen. Enkele keren per jaar zijn er gezamenlijke vergaderingen, o.a. visiebepaling; jaarevaluatie; enz. Ook zijn er drie tot vier keer per jaar gezamenlijke studiemomenten over nieuwe ontwikkelingen. De taakgroepen De taakgroepen bestaan uit enkele teamleden en werken aan een vooropgestelde opdracht van maximaal een jaar. Zij hebben als taak een ontwikkeling op een bepaald gebied te verkennen en voor te bereiden voor het team, bijvoorbeeld taakgroep techniekonderwijs; cultuurbeleid; muziekonderwijs; bewegingsonderwijs, enz. In de verschillende bouwen worden hun uitgewerkte voorstellen besproken. De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) - bestaande uit vijf teamleden en vijf ouders - adviseert de directie gevraagd en ongevraagd over het schoolbeleid. Ten aanzien van sommige zaken heeft de MR instemmingsrecht en kan de directie pas een besluit nemen na instemming van de MR. De MR vergadert maandelijks, gedeeltelijk in het bijzijn van de directeur van de St. Josephbasisschool.
6
De St. Josephbasisschool en haar missie en visie Missie St. Josephbasisschool (waar wij voor staan) Kinderen zijn op ontwikkelen en leren ingesteld Ontwikkelen en leren krijgen meer kans als je jezelf verbonden weet De St. Josephbasisschool verbindt leren en ontwikkelen aan • het kind zelf – wij vinden het belangrijk dat ieder kind gezien wordt, dat het erbij hoort, dat het er wezenlijk toe doet. Dat het ziet wat het kan en dat wij daar op aansluiten om het verder te brengen. Dat wij zien wie in zijn leren en ontwikkelen ondersteuning nodig heeft en wie uitdaging en dat we dat ook daadwerkelijk, naar de mogelijkheden van de school, bieden, zodat ieder kind kan groeien in zijn/haar mogelijkheden, in zijn/haar talenten. • het kind en de ander – we vinden het belangrijk dat het kind leert en ervaart wat het voor anderen kan betekenen en hoe betekenisvol de ander voor hem/haar is. We willen het kind meegeven, dat samen doen en samen beleven en zorg dragen voor elkaar je verder brengt in het leven. • het kind en zijn activiteiten – we willen activiteiten afstemmen op wat het kind op bepaalde momenten nodig heeft. Wij zoeken naar die activiteiten die de betrokkenheid en zelfstandigheid van het kind verhoogt. Wij vinden het belangrijk dat het kind leert dat inspanning er toe doet, dat dit de weg is naar de verdere ontwikkeling van zijn/haar persoon. • het kind en zijn schoolgemeenschap – als school willen we een gemeenschap zijn waar ieder zijn/haar eigen actieve rol in neemt, ook het kind. We leren het kind hoe samen leven werkt. Wat de betekenis is van regels en afspraken . En wat de actieve rol is die het kind hier zelf in speelt. • het kind en de samenleving – de wereld van het kind is groter dan de school en de buurt. Kinderen hebben heel wat te ontdekken en te leren aan de wereld om hen heen. Leren en ontwikkelen gebeurt dan ook op vele plaatsen en ook via internet, televisie, sms en chatboxen. Wij helpen het kind hier in een weg te vinden en vervolgens zijn eigen plek te zoeken in deze steeds meer ingewikkelde en veeleisende (digitale) samenleving De vijf verbindingen zien wij symbolisch in het vijfvingerig kastanjeblad van het Josephlogo.
Visie St. Josephbasisschool (Wat wij willen) Visie op leren op de St. Joseph b.s. • Ontwikkeling van elk kind is uitgangspunt – de school is er voor het kind en niet andersom. De vraag van de individuele leerling is uitgangspunt van werken. Deze hulpvraag is van toepassing op elk kind, van hoogbegaafd tot een in zijn ontwikkeling bedreigd kind. • Het kind neemt mede verantwoordelijkheid voor zijn eigen leren – elk kind is van nature leergierig. De school stimuleert deze leergierigheid door het kind mede verantwoordelijk te maken voor zijn leren en ontwikkelen. Vanuit het principe dat ieder kind graag en veel wil leren. • Leren en organiseren gaan hand in hand – de school bevordert de effectiviteit van leren door het inrichten van rijke leeromgevingen. Het kind wordt in deze omgeving uitgedaagd tot samenwerken en samen leren. Een omgeving die motiveert, stimuleert en ondersteunt en ook structuur biedt, zodat kinderen weten wat van hen verlangd wordt. • Leren betekent ontwikkeling van de hele mens - niet alleen maar hoofd, maar ook met hart en handen. Met ruimte voor behoeften, zoals nieuwsgierigheid, geborgenheid, plezier, passie en aandacht. Een ontwikkelingsklimaat met optimale groeikansen voor kinderen. 7
Visie op identiteit op de St. Josephbasisschool. • De school is een katholieke school - in deze school wordt gewerkt vanuit katholieke inspiraties. • De identiteit van de school is gericht op het leggen van verbindingen - de school heeft een schoolgemeenschap waarin sprake is van meerdere levensbeschouwingen waarin deze levensbeschouwingen op verschillende persoonlijke wijzen gestalte krijgen. Vanuit haar identiteit verbindt zij deze levensbeschouwingen met elkaar. • De school geeft richting aan waarden - vanuit haar identiteit formuleert de school een aantal waarden die richting geven aan het onderwijs, zoals weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering. • Ieder kind ontwikkelt een persoonlijke identiteit - de school ondersteunt het kind bij het zoeken naar deze identiteit. Visie op maatschappelijke positionering op de St. Josephbasisschool. • Onderwijs is onze kerntaak - de school verzorgt onderwijs aan 4 tot 12 jarigen. De school is er niet alleen voor de overdracht van kennis. De school is een centrale schakel in een netwerk van instellingen die van betekenis zijn voor de ontwikkeling van het kind. De school is geen eiland, staat midden in de maatschappij. De school speelt in op nieuwe omstandigheden en gaat daar binnen het onderwijs mee om. • De school springt in op de behoefte aan een sluitende dagindeling voor het kind - de ontwikkeling van het kind is gediend met een samenhangend aanbod waarin opvang, educatie, zorg en vrije tijd is opgenomen. De school ontwikkelt zich daarmee tot een brede school. Een brede school op maat van de behoeften van de gebruikers.
8
De St. Josephbasisschool in de praktijk In de voorgaande paragrafen heeft u kennisgemaakt met de kaders van waaruit wij werken, te weten onze missie en onze visie op onderwijs, identiteit en maatschappelijke positionering. In deze paragraaf leest u hoe we dit vertalen naar de praktijk. Onze kerntaken ‘welbevinden’ en ‘actief leren’ krijgen hier vorm. Identiteit De St. Josephbasisschool is een katholieke school. De populatie van onze school is een weerspiegeling van onze maatschappij: multireligieus oftewel kinderen van verschillende (of zonder) geloofsovertuigingen leren en spelen met elkaar. We streven ernaar een school, een gemeenschap te zijn waar alle betrokkenen zich goed voelen. Waar iedereen gezien wordt. Daarbij is de dialoog voor ons een heel belangrijk instrument. Je moet van elkaar weten om met elkaar samen te kunnen leven en spreken. Je moet van elkaar willen leren. Die openheid is gebaseerd op gelijkwaardigheid, respect én door vanuit nieuwsgierigheid naar de ander te willen luisteren. Onze katholieke identiteit komt op meerdere manieren naar voren. Bijvoorbeeld in ons godsdienstonderwijs of door de invulling van de schoolvieringen. Wij proberen in ons onderwijs kinderen gevoelig te maken voor de religieuze kant van het leven door de verwondering zoveel mogelijk te prikkelen. De verwondering over het leven en de dingen om je heen is niet te leren vanuit één vak. Het is een vormingsproces. Het zit verstrengeld in ons dagelijks handelen, in de verschillende leerstofgebieden en ook in het bespreken van de actualiteit en door deze te betrekken in ons onderwijs. Zo hopen wij de ogen te openen voor de verschillende kanten van het leven. In onze levensbeschouwelijke lessen laten we kinderen zien hoe vanuit het katholieke perspectief omgegaan wordt met belangrijke levensvragen. Per jaar komen 2 à 3 projecten aan bod waarin steeds een thema centraal staat. Het draait om vragen als: Wie ben ik? Wat betekent de ander voor mij? Wat kan ik voor mijzelf en de ander betekenen? Het team wordt daarbij begeleid door de identiteitsbegeleider van het diocesaan onderwijscentrum. Uit bijbelverhalen die we vertellen, leren kinderen hoe Jezus omging met verbondenheid. Naast deze godsdienstlessen komen ook andere geestelijke stromingen zoals islam en jodendom aan bod. Zo ontwikkelen kinderen respect voor andere opvattingen en belevingen. Als school staan we midden in de samenleving en willen we deel uitmaken van die samenleving. Maatschappelijke ontwikkelingen en tendensen betrekken we daarom in onze kijk op onderwijs. Het onderwijs moet kinderen voldoende toerusten om enerzijds deel uit te kunnen maken van de maatschappij, en anderzijds kritisch te kunnen zijn naar diezelfde maatschappij. Voor ons is het dus belangrijk om in verbinding te blijven met wat er om ons heen gebeurt, met ouders, met andere scholen en instanties. Het welbevinden van het kind vanuit de basisbehoeften Relatie (erbij horen en je gezien voelen) We hebben voortdurend aandacht voor de sfeer in de klas. Ieder kind moet zich vertrouwd, geaccepteerd en veilig voelen. Zichzelf kunnen zijn binnen de groep. Onze aandacht komt uiteraard tot uitdrukking in de zorg die we besteden aan de inrichting en indeling van de klas. Daarnaast bevorderen we een goede sfeer door in ons dagelijks handelen de waarden en normen als respect en solidariteit voor te leven. Ons uitgangspunt daarbij is om op basis van gelijkwaardigheid met elkaar te praten. We hebben oog voor gevoelens van kinderen en maken die individueel of in de groep bespreekbaar. Dit gebeurt tijdens kringgesprekken of gewoon door tijd te nemen om voorvallen uit te laten spreken tussen kinderen onderling. Zo worden kinderen het gewoon om gevoelens en meningen te bespreken. Het kunnen verwoorden en het gehoord worden draagt bij aan een goed klimaat in de klas. 9
Een goed pedagogisch klimaat, een sfeer van vertrouwen realiseren we door te werken aan een onderlinge sociale band. Het is dan ook niet voor niets dat we hebben gekozen voor onderwijs in groepsverband. Kinderen van vergelijkbare leeftijd hebben vaak dezelfde interesses, dezelfde belevingen in spel en in humor. Ze zitten op dezelfde ‘golflengte’. Gedurende de basisschoolperiode werken ze op die manier in een vertrouwde ‘sociale’ omgeving. Ze ervaren het groepsverband. De leerkracht heeft hier een belangrijke begeleidende taak. Competentie (vertrouwen hebben in eigen kunnen) Het is kinderen eigen te willen laten zien wat ze kunnen. Wij versterken dit gevoel door alle leerlingen zoveel mogelijk successen te laten ervaren. Dat motiveert, stimuleert en het vergroot hun zelfvertrouwen. We houden rekening met tempoverschillen door bijvoorbeeld individuele taakafspraken te maken. Ieder kind kan zijn taak daardoor ‘af’ krijgen. Dat geeft een kind het gevoel dat hij het goed doet. Het geloof in eigen kunnen vergroten wij ook door tijdens een extra (individuele) uitleg zoveel mogelijk aan te sluiten bij het niveau van het kind. Autonomie (dingen zelf willen doen) Wij bevorderen de zelfstandigheid van kinderen en laten ze voelen dat ze iets kunnen ondernemen zonder dat anderen hen daarbij moeten helpen. In de kleutergroepen maken de inrichting van hoeken en tafels en de opstelling van materialen het zelfstandig kiezen en werken vanzelfsprekend. Vanaf groep 3 bevorderen de moderne methodes en de handelingen van de leerkracht de zelfstandigheid. Er wordt klassikale instructie gegeven met aansluitend gelegenheid tot zelfstandige verwerkingen. Daarnaast kennen we de inloop-activiteiten. Kinderen kiezen bij binnenkomst uit verschillende materialen en middelen en gaan daarbij zelfstandig én op hun eigen niveau aan de slag. In verschillende groepen werken we met het ‘draaischijfmodel’, waar ook die ruimte voor zelfstandigheid is. Kinderen werken dan gedurende een bepaalde tijd in kleine groepen binnen een vakgebied aan zelfstandige taken. Vervolgens “draaien” ze door naar het volgende vak. Een ander voorbeeld van hoe we aan autonomie werken, is het zelf na laten kijken van het eigen werk. Kinderen krijgen daardoor inzicht in wat goed gaat en waar ze nog ondersteuning bij nodig hebben. Dit stimuleert de ontwikkeling van hun verantwoordelijkheid voor het eigen leren. Op deze manier zijn we dagelijks bezig met het welbevinden van het kind. Dit is een basisvoorwaarde om onze andere kerntaak –ontwikkelen en leren- invulling te geven.
Actief betrokken zijn in eigen ontwikkelen en leren We willen dat alle kinderen actief betrokken zijn in hun eigen ontwikkelen en leren. Daartoe zetten we ons op meerdere fronten in. Onze jongste kinderen laten we zo veel mogelijk zelf kiezen waar zij mee willen spelen, we zien dat daardoor hun betrokkenheid bij de gekozen activiteit groot is. Ook stimuleren we de betrokkenheid van de leerlingen door structurele aandacht voor interactie. Interactie tussen leerkracht en leerling en ook bij de leerlingen onderling. Voorts zorgen we dat de leerstof in eigen tempo en op eigen niveau verwerkt kan worden. De methodes en materialen bieden thema’s die aansluiten bij de beleving van de kinderen. De kinderen buigen zich steeds over realistische en herkenbare problemen; we streven ernaar dat het ‘hun’ probleem wordt. Als leerkrachten prikkelen we de leerlingen daartoe door te variëren in instructie en werkvormen. Dit actief betrokken zijn in eigen ontwikkelen en leren doen we in de groepen 1 en 2 in verticale groepen (jongste en oudste kleuters zitten bij elkaar) en vanaf de groepen 3 in horizontale groepen. Kinderen van dezelfde leeftijd zitten in één groep. Daarmee bereiken we enerzijds aandacht voor het ‘erbij’ horen, de vertrouwde groepsband, kinderen herkennen zich in elkaar doordat zij ongeveer in de zelfde ontwikkelingsfase zitten. Anderzijds kunnen kinderen mét en ván elkaar leren. Een 10
rekenprobleem kan bijvoorbeeld langs meerdere wegen tot een oplossing gebracht worden. Het is geen eenrichtingsverkeer maar de leerlingen verwoorden steeds hún oplossingsmanier. Zo kan dat rekenprobleem wel vijf goede oplossingen kennen. Dit biedt kinderen uitdaging en houvast. De interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerling en leerkracht is belangrijk bij deze manier van werken. Het draagt tevens bij aan het welbevinden van kinderen omdat ze weten dat iedere weg naar een oplossing altijd het verwoorden waard is. Bij de verwerking is veel variatie in werk- en groeperingvormen om tegemoet te komen aan de individuele verschillen van de leerlingen. De methodes die we vanaf groep 3 gebruiken, bieden basisstof met herhalings- en verrijkingsmogelijkheden. Als team krijgen we steeds meer zicht op de verschillen tussen leerlingen. Met elkaar ontwikkelen we antwoorden op hoe we omgaan met die verschillen. Het is een proces waar we bewust mee bezig zijn en blijven. Zo wordt er in de groepen 3 en 4 gewerkt met hoeken, waaronder een vaste instructiehoek, zodat de leerstof adaptief (op maat) kan worden ingezet. In verschillende groepen wordt al vanaf schooljaar 2006-2007 vormen van klassendoorbrekend werken ingezet. Leerkrachten maken op deze manier gebruik van elkaars kwaliteiten.
De leerstof Als onderwijsinstelling heb je te maken met de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). De overheid stelt daarin doelen waaraan het basisonderwijs in Nederland moet voldoen. Dit zijn de kerndoelen. De leerinhouden die wij bieden op de St. Josephbasisschool zijn in overeenstemming met de kerndoelen zoals vastgesteld in de Wet Primair Onderwijs, zowel wat betreft de inhoud als wat betreft de omvang (zie voor de kerndoelen de website: www.slo.nl en zoek vervolgens de site TULE = tussendoelen en leerdoelen). In de kleutergroepen worden de leerinhouden vanuit thema’s aangeboden. Deze thema’s dragen bij aan een brede ontwikkeling. Ze vinden aansluiting bij de ontwikkeling en belangstelling van de kinderen en zijn gericht op voorbereidend lezen, rekenen en schrijven. Tevens is er aandacht voor een doorgaande lijn naar groep 3. In ons kleuteronderwijs zijn enkele aspecten van basisontwikkeling geïntegreerd. Wij gaan uit van het vrije kleuterinitiatief. Kleuters kiezen zélf waar ze mee willen spelen/werken. Dit verhoogt de betrokkenheid. We laten kinderen leren van de leerkracht, van elkaar, het materiaal en de omgeving. We zorgen dat het materiaal gevarieerd is en dat de omgeving hen uitdaagt. De leerkrachten maken gebruik van het voeren van denkstimulerende gesprekken. In de groepen 3 t/m 8 is de leerinhoud geordend volgens een methodische leerlijn. De methodes van rekenen, taal, lezen, begrijpend lezen en de wereldoriënterende vakken worden in een cyclus van acht jaar vernieuwd. Bij de keuze van de methodes en materialen laten we ons leiden door onze visie op onderwijs, zodat de betrokkenheid op actief ontwikkelen en leren mogelijk is, evenals het omgaan met verschillen. Leerkrachten hebben de opdracht het onderwijs hierin verder te ontwikkelen. Op de St. Josephbasisschool besteden we aandacht aan cultuur en creativiteit. Als we het over cultuur hebben, denken we allereerst aan die van onze eigen stad. Als centrumschool zitten we midden in de cultuur die de stad Breda ons biedt. We laten de kinderen kennismaken met die cultuur door hen ernaar te laten kijken, eraan te laten deelnemen en erover te praten. Met de groepen van de middenbouw bezoeken we de Grote Kerk en het historisch stadshart. Wanneer er in het museum Breda een passende tentoonstelling is, gaan we daar in het kader van beeldende vorming naar toe. We laten ons in het cultuuronderwijs ondersteunen door het BISK (Brabants Instituut Steunfunctie Kunstzinnige vorming). Bovendien nemen wij deel aan het onderdeel cultuureducatie van de gemeente Breda “De ontdekking”. Beide organisaties integreren 11
hun aanbod tot één programma. Zij organiseren activiteiten op het gebied van de verschillende kunstdisciplines, zoals muziek, toneel, dans, film, beeldende kunst en literatuur. De bedoeling is dat alle kinderen in hun basisschooltijd met iedere discipline minimaal twee keer in aanraking komen. Een ander belangrijk onderdeel is de creativiteit. Wij vinden dat kinderen zich zowel op leergebieden als op creatief gebied goed moeten kunnen ontwikkelen. We begeleiden de kinderen productgericht, maar zeker ook procesgericht. Het is dus niet alléén belangrijk hoe het werkstuk eruit ziet, het gaat er ook om hoe het kind eraan gewerkt heeft en hoe het de problemen die het tegenkwam heeft opgelost. Dit principe van creatieve oplossingen zoeken, geldt uiteraard ook bij andere lessen. Creativiteit is ook heel belangrijk bij feesten, speldagen en andere bijzondere evenementen. Cultuur en creativiteit liggen dicht bij elkaar. Op de St. Josephbasisschool organiseren wij vanaf schooljaar 2005-2006 in het voorjaar jaarlijks een kunstweek vanuit de disciplines beeld, muziek en drama. Kunstenaars worden ingehuurd om met de kinderen speciale activiteiten te gaan doen. In het schooljaar 2009-2010 zal de kunstweek in het teken van beeldend staan. Ook leerkrachten krijgen één studiedagdeel training in deze discipline. Voorts hebben we in overleg met de oudercommissie gekozen om jaarlijks per groep een educatieve schoolreis aan te bieden. We proberen daarbij aan te sluiten bij de leerstof. Zo bezoekt groep 6 het prehistorisch dorp in het kader van de lessen over de prehistorie en de groepen 5 een bekend kasteel in het kader van geschiedenislessen over Ridders en Kastelen. De leermiddelen In de kleuterbouw wordt gewerkt met enkele aspecten van de basisontwikkeling. Dit is een concept voor ontwikkelingsgericht onderwijs aan jonge kinderen in de onderbouw van de basisschool. Via het intensieve spel willen we het leren en ontwikkelen van kinderen stimuleren. Hiermee hopen wij een basis voor een brede persoonsontwikkeling te leggen en een leidraad te geven aan de ontwikkeling van spelactiviteit naar intentionele leeractiviteit. De materialen die in de groepen aanwezig zijn, zijn gevarieerd, om zowel de motorische, cognitieve, beeldende, emotionele en sociale ontwikkeling te stimuleren. Er wordt gewerkt in hoeken waarin regelmatig inhoud en materiaal aangepast wordt aan de belangstelling van de kinderen. Het materiaal is aantrekkelijk. Het voldoet aan veiligheidseisen die voor kinderen gesteld zijn. Ook in de groepen 3 en 4 is concreet leer- en ontwikkelingsmateriaal beschikbaar. De materialen kunnen gekozen worden tijdens de inloop en tijdens het werken. In de bovenbouw zijn eigentijdse methodes en bijbehorende materialen in de groep aanwezig. Er is een documentatiecentrum waar naslagwerken beschikbaar zijn. Audiovisuele middelen worden regelmatig ingezet. Wij volgen afleveringen van de schooltelevisie, bijvoorbeeld: het tv-weekjournaal, nieuws uit de natuur en Klassewerk. Actief burgerschap Onze school heeft tot taak kinderen de kerndoelen bij te brengen van actief burgerschap en sociale integratie. Zij leren zich betrokken te voelen bij en participeren in de samenleving. Dit vereist van ons onderwijs het bijbrengen van kennis, houding en sociale vaardigheden om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Ons lesprogramma heeft aanknopingspunten, tijd en aandacht voor dit thema. Onze gekozen methode sociaal-emotionele ontwikkeling, de Kanjermethode, gaat uit van actief burgerschap en sociale integratie. De manier van omgaan met elkaar die wordt aangeleerd, wordt in alle vakken en in alle leerjaren doorgevoerd. Binnen de wereldoriënterende vakken en levensbeschouwelijke vorming wordt structureel aandacht besteed aan onze staatsvorm, de grondrechten van alle burgers, het milieu en wat dat betekent voor ons gedrag. Daarnaast worden actuele thema’s in de vorm van projecten uitgelicht.
12
Methodes/ bronnenboeken De volgende methodes gebruiken we momenteel. Daar waar geen methodes genoemd worden, werken we vanuit thematische projecten. Om te kunnen volgen of de leerlingen de leerstof begrepen hebben maken we gebruik van methode- of niet-methodegebonden toetsen. Vak Rekenen
Taal/rekenen Taal/lezen
Naam Ideeënboek/ rekenavonturen (bronnenboek) Pluspunt
Groep 1 en 2
Toetsinstrumenten Leerlingvolgsysteem KIJK
3 t/m 8
Methodegebonden toetsen Cito RW 2002 + 2006
Kijk- en doeboek (bronnenboek) Schatkist (bronnenboek)
1 en 2 1 en 2
Veilig leren lezen 2e maanversie
3
Taalactief
4 t/m 8
Estafette (voortgezet technisch lezen) 4 t/m 7
Schrijven
Schrijfdans/schrijfkriebels (bron) Pennenstreken Schrijftaal Begrijpend lezen Tekstverwerken
1 en 2 3 4 t/m 8 4 t/m 8
Wereldoriëntatie
Wijzer door de wereld Wijzer door de tijd Leefwereld Handvaardig
5 t/m 8 5 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8
Tekenvaardig Textielvaardig Beeldvaardig Bewegingsonderwijs in het speellokaal Basislessen bewegingsonderwijs Junior Wegwijs Materialen van 3VO Kanjermethode
1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 en 2
Beeldende vorming
Beweging
Engels Verkeer Sociaalemotionele ontwikkeling
3 t/m 8 7 en 8 1 t/m 8 7 1 t/m 8
Leerlingvolgsysteem KIJK, Protocol L&D gr. 1+2 Methodegebonden toetsen Cito DMT, protocol L&D gr 3 Methodegebonden toetsen Cito SVS (spelling) Methodegebonden toetsen Cito DMT AVI, protocol L&D gr. 4
Methodegebonden toetsen Cito TBL Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen
SCOL (volginstrument)
De computer Als kinderen op school komen zijn de meesten bekend met een computer. Zij leren spelenderwijs omgaan met de verschillende mogelijkheden van een computer en ook leren zij omgaan met de grote hoeveelheden informatie, die ze via dit medium kunnen ontvangen. Onze maatschappij stelt steeds hogere eisen aan vaardigheden voor het gebruik van nieuwe media. Het op de juiste manier inzetten van en omgaan met die nieuwe media vormt ook in ons onderwijs een uitdaging en krijgt 13
hier ieder jaar een betere afstemming op. Zoals ook op andere terreinen van je vrij kunnen bewegen, biedt dit ook mogelijkheden tot negatief gebruik van dit medium. Wij hanteren op school een internetprotocol. Dit is te vinden op de website van de school. Door de aanleg van een netwerk is Kennisnet, Internet en E-mail voor de kinderen beschikbaar. Per groep zijn er enkele multimediacomputers ter beschikking. Deze computers worden voornamelijk voor het verwerken en automatiseren van de leerstof of voor tekstverwerken gebruikt. Ook voor het zelfstandig eigen maken van leerstof. Ieder jaar bekijken we per leergebied welke software kinderen zo optimaal mogelijk kunnen ondersteunen in het zich eigen maken van de leerstof. Naast het zelfstandig werken en het extra inoefenen van leerstof krijgt het informatie verwerven en verwerken in de bovenbouw steeds meer vorm. Het nieuwe netwerk en het groeiende aantal computers zorgt voor een intensiever gebruik en inzet van deze media. Dit schooljaar zullen we in een aantal lokalen digitale schoolborden aanbrengen. Hiermee kunnen de lessen een interactiever karakter krijgen en is het mogelijk instructies van veel beeldmateriaal te voorzien. Sinds enkele jaren maakt de school gebruik van de e-mail dienst. Dit is een digitale mogelijkheid voor alle medewerkers van de school om elkaar en ook ouders van informatie te voorzien. Ouders, die zich hiervoor aangemeld hebben, ontvangen op deze manier de weekbrief. Groepering- en werkvormen De kleuters zitten in heterogene groepen. Dat betekent dat kinderen van 4, 5 en 6 jaar met elkaar spelen en leren. In een natuurlijk proces geven oudste en jongste kleuters kennis en vaardigheden aan elkaar door. Er is ieder dagdeel een kring waar “samen beleven, samen zijn” belangrijk is. Kinderen kiezen zelf of ze alleen, in tweetallen of in groepjes willen ‘werken en spelen’. De lokalen en de gangen zijn in rijke ‘hoeken’ verdeeld, waar de mogelijkheid is tot samenwerken en samenspelen. Leerlingen vanaf groep 3 leren in groepen van vergelijkbare leeftijd. Op groepsniveau vindt interactieve instructie plaats. Na de instructie kiezen zij activiteiten in verschillende hoeken al dan niet in een draaischijfmodel. Aan de begeleid inoefentafel krijgen kinderen van de leerkracht directe feedback of extra instructie. De andere kinderen werken individueel of in een groep. Samen werken wordt op verschillende manieren en momenten gestimuleerd. Net als de groeperingvorm wordt ook de werkvorm afgestemd op het beoogde leerdoel en afgestemd op bijvoorbeeld de leerstijl van het kind. Het kan dus zijn dat tijdens de verwerking sommige kinderen met concreet materiaal de oplossing zoeken, sommigen zetten het probleem in schema, weer anderen zijn aan het overleggen met elkaar. Tijdens de evaluatie worden de verschillende oplossingswegen uitgewisseld. We bieden door de uiteenlopende werkvormen zowel uitdaging als houvast. De zelfstandige verwerkingen geven inzicht in wat je zelf kunt. Met zelfstandig werken, bijvoorbeeld in de verschillende hoeken, streven we ernaar dat kinderen een actief aandeel hebben in de keuze, planning en beoordeling van het werk of spel. Een kind hoeft nooit ‘stil’ te zitten. Dit streven verdient nog verdere ontwikkeling. Evaluatie De eerste en belangrijkste vorm van evaluatie is de directe terugkoppeling die de leerkracht aan de leerlingen in de groep geeft. De prestaties en leerprocessen van de leerling worden gezien in het licht van de leerstof en de mogelijkheden van de leerling. De vorderingen worden getoetst met methodegebonden toetsen. Periodiek worden de basisvaardigheden getoetst met gestandaardiseerde toetsen van Cito. Aan de hand van de rapporten kunt u zich driemaal per jaar een beeld vormen van de vorderingen van uw kind. De landelijk genormeerde toetsen staan hierin ook vermeld, opdat het helder wordt hoe de in het rapport opgenomen waarderingen kunnen worden ingeschat. 14
Omdat vanaf groep 3 de leerstof klassikaal ingezet wordt, is er in groep 1 – 2 veel aandacht voor de oudste kleuter. We bekijken of de kleuter voldoet aan de voorwaarden die nodig zijn om aan het structurele leerproces in de groepen 3 te starten. Kleuters worden bekeken en gevolgd vanuit de normeringen van het leerlingvolgsysteem “KIJK”. Dit is een observatie- en registratiesysteem waarin zichtbaar is hoe het kind zich ten opzichte van leeftijdgenoten ontwikkelt. Ook op schoolniveau is het nodig ontwikkelingen te evalueren en prioriteiten voor het komend jaar te stellen. Met het team hebben we door het jaar heen evaluatiemomenten over ingezette ontwikkelingen. Aan het eind van het schooljaar houden wij een evaluatiedag waar we de voor dat jaar gestelde doelen met elkaar evalueren en eventueel bijstellen. Ook worden dan doelen voor het komende schooljaar gesteld die aansluiten op gebieden waar we ons nog verder in willen ontwikkelen.
15
De St. Josephbasisschool en haar zorgstructuur De zorg voor de leerlingen De leerkracht is degene die het kind het beste kent. Hij/zij weet welke leerstof de leerling beheerst aan de hand van oefenwerk en methodegebonden toetsen en door te observeren hoe de leerling zijn werk aanpakt. De leerkracht geeft, als dat nodig is, de leerling extra aandacht door verlengde instructie en/of extra oefenstof tijdens het werken in de draaischijf, tijdens zelfstandig werkmomenten en tijdens de inloop. Daarnaast worden alle kinderen systematisch in hun ontwikkeling gevolgd: in de groepen 1 en 2 middels het “Kijk” registratiesysteem en vanaf groep 3 aan de hand van landelijk genormeerde toetsen. Alle af te nemen toetsen staan vermeld op de toetsjaarkalender. De leerkracht bespreekt de leerlingen en hun resultaten in een cyclus van 6 of 12 weken met de Intern Begeleider ( IB-er) en/of TC-er. Zo kunnen problemen met leren, maar ook met gedrag, in een vroeg stadium gesignaleerd worden. De IB-er wordt ondersteund door het zorgteam. Het zorgteam bestaat naast de IB-er, uit mensen met specifieke expertise, zoals een collega uit het speciaal basisonderwijs en een orthopedagoog/ psycholoog van de onderwijsbegeleidingsdienst Edux (op school ligt een folder van Edux ter inzage). Als niet meteen duidelijk is wat de oorzaak van het probleem is, bekijkt de IB-er welke expertise hierbij wenselijk is. Dat kan een observatie zijn door een deskundige uit het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs, bespreking in het zorgteam en/of een onderzoek. Wordt het een door school aangevraagd en betaald onderzoek , b.v. naar het leervermogen van uw kind, dan kunt u dit niet weigeren. Wij handelen dan volgens de afspraken die we omtrent de leerlingenzorg hebben vastgelegd. Het zorgteam beschrijft haar activiteiten in het jaarlijkse “Werkplan zorgteam”. Hiervoor wordt kennis genomen van en gezorgd voor zoveel mogelijke samenhang met het zorgplan van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS) INOS, waar de St. Josephbasisschool onder valt. Zodra er sprake is van extra begeleiding en/of onderzoek worden ouders hiervan op de hoogte gesteld en gevraagd om de benodigde formulieren hiervoor in te vullen. Is het probleem duidelijk, dan stelt de leerkracht een handelingsplan op. Dit wordt met de ouders besproken en door hen ondertekend. Onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht wordt dit plan (soms met hulp van een extra leerkracht) onder schooltijd in de klas uitgevoerd, op tijden dat andere leerlingen zelfstandig werken. Dit handelingsplan wordt intern geëvalueerd om te kijken of bijstelling nodig is. We streven er naar om formatiemiddelen in te zetten voor extra ondersteuning in een groep. Groepen groter dan 25 leerlingen moeten kunnen rekenen op minimaal één dagdeel ondersteuning. Groepsleerkrachten kunnen tijdens de extra ondersteuning zelf werken met zorgleerlingen of laten dit doen door de collega die extra ondersteunt. Het individueel of in kleine groepjes werken met leerlingen geeft een beter zicht op mogelijke hiaten in begrip en op denkwijze en denkstappen van de betreffende leerling. Ook kan er individueel met een kind gewerkt worden aan onderdelen van een handelingsplan. Ouders kunnen het advies krijgen om, naast de ondersteuning door de leerkracht, zélf nog extra begeleiding te regelen zoals bij vastgestelde dyslexie of het vermoeden ervan. Soms zoeken we de oplossing voor bepaalde problemen bij een kind niet alleen in extra zorg. We bieden het kind dan de mogelijkheid zich in zijn eigen tempo verder te laten rijpen / ontwikkelen. Dit is het geval in groep 2. Ook voor rekenen of taal kan een kind langer in de voorgaande groep blijven. Zo kan bijv. een leerling van groep 6 rekenstof krijgen van groep 5. Kinderen die acht volledige jaren basisonderwijs hebben gevolgd mogen, in samenspraak met de ouders, na groep 7 doorstromen naar het voortgezet onderwijs.
16
Voor kinderen bij wie we signaleren dat ze te weinig uitdaging vinden in de leerstof, stellen we ook een handelingsplan op. Daarin spreken we die kinderen op hun extra capaciteiten aan zodat ook zij gemotiveerd blijven. Wij hanteren een stappenplan in het omgaan met hoge intelligentie (H.I.). Dit protocol ligt op school ter inzage. Met de ouders van kinderen die vanuit een andere basisschool aangemeld worden, doorlopen we de procedure voor zij-instromers (ook op school ter inzage). Wanneer een kind van basisschool verandert, wordt er voor de nieuwe school een onderwijskundig rapport opgemaakt waarvan ouders een kopie krijgen. SVIB School Video Interactie Begeleiding (SVIB) wordt op de St. Joseph b.s. ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Aan de school is een gespecialiseerde School Video Interactie Begeleider (SVIB-er) verbonden, die korte video-opnames maakt in de groep en dit vervolgens met de leerkracht nabespreekt. De SVIB-er hanteert een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in een groep gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden niet – zonder zijn/haar uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leerkracht – aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meerdere leerlingen, dan worden de ouders / verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd. Mocht u bezwaar hebben tegen het gebruik van deze methodiek in de groep van uw kind, dan kunt u dit schriftelijk kenbaar maken bij de directie van de St. Joseph b.s. Het speciaal basisonderwijs (SBO) Als alle mogelijke hulp geboden is en de resultaten niet aan uw en onze verwachting voldoen, vragen wij u uw kind aan te melden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Na de aanmelding door de ouders moet de basisschool binnen een bepaalde tijd zorgdragen voor het aanleveren van een onderwijskundig rapport, waarvan een kopie naar de ouders gaat. Aan de hand van dit onderwijskundig rapport bekijkt de PCL of een leerling in aanmerking komt voor speciaal basisonderwijs (SBO). Over de PCL is op school nadere informatie ter inzage. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Met ingang van 01-08-1998 heeft de Stichting Samenwerkingsverband WSNS (Weer Samen Naar School) een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) ingericht, zoals dit in de Wet op het Primair Onderwijs is vastgelegd. Deze commissie heeft de wettelijk verplichte taak te bepalen of leerlingen kunnen worden toegelaten tot het speciaal basisonderwijs. Indien ouders van mening zijn dat hun kind in aanmerking moet komen voor een plaats in het speciaal basisonderwijs moeten zij aan de hand van een aanmeldingsformulier en een ouderformulier hun kind aanmelden bij de PCL. De noodzakelijke formulieren zijn in het bezit van de basisschool, maar kunnen ook rechtstreeks bij het secretariaat van de PCL worden aangevraagd. De PCL zal na aanmelding de basisschool verzoeken om een onderwijskundig rapport op te stellen. Hierin staan de leer- en/of gedragsproblemen beschreven, het aangeboden zorgtraject en geeft de school haar eigen visie op de wenselijkheid tot toelating tot het speciaal basisonderwijs. Indien de PCL alle stukken volledig heeft ontvangen zal zij binnen een wettelijke termijn van acht weken een uitspraak doen. Deze uitspraak wordt neergelegd in een beschikking die aan de ouders wordt verzonden. Als er een positieve beschikking wordt afgegeven kunnen de ouders met deze beschikking naar de speciale school voor basisonderwijs met het verzoek hun kind te plaatsen. Adres en telefoonnummer vindt u in de adressenlijst.
17
Het speciaal onderwijs (SO) Deze vorm van onderwijs is in vier clusters verdeeld, te weten: • cluster 1 voor blinde en slechtziende kinderen, • cluster 2 voor dove kinderen en kinderen met spraak/taalproblemen, • cluster 3 voor lichamelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen, • cluster 4 voor kinderen met gedragsproblemen en zeer moeilijk lerende kinderen. Ieder cluster heeft zijn eigen Regionale Expertise Centra, ook wel REC-scholen genoemd. Kinderen die in aanmerking komen voor speciaal onderwijs worden door een onafhankelijke Commissie geïndiceerd. “Rugzakleerlingen” zijn leerlingen die vanwege hun speciale behoefte een leerling-gebonden financiering toegewezen krijgen. Een onafhankelijke Commissie van Indicatie oordeelt of het kind recht heeft op deze leerling-gebonden financiering (LGF). Ouders kunnen met deze extra gelden kiezen of ze hun kind aanmelden bij het speciaal onderwijs of mogelijk bij een basisschool. De basisschool bekijkt of zij de specifieke zorg die het aangemelde kind nodig heeft, daadwerkelijk kan bieden. Met de toegewezen middelen kan de basisschool extra uren begeleiding realiseren en kan een collega uit het speciaal onderwijs van het betreffende Regionale Expertise Centrum de basisschool ambulant begeleiden en ondersteunen. Op de St. Josephbasisschool gebeurt dit al vanaf de jaren negentig, met name vanuit de clusters 2 en 3. Voor de mogelijke plaatsbaarheid van “rugzakleerlingen” heeft de St. Josephbasisschool in juli 2003 een procedure vastgesteld. De procedure ligt ter inzage op school. Sommige kinderen gaan na een tijdje alsnog naar een school voor speciaal onderwijs. Anderen blijven hun hele schoolloopbaan ambulante begeleiding krijgen. Dit kan ook gebeuren bij kinderen die vanuit het speciaal onderwijs terugkomen naar onze school.
De effecten van ons onderwijs We hebben in het voorafgaande een beeld geschetst van de St. Josephbasisschool en het onderwijs dat daar wordt gegeven. Dat roept de vraag op waartoe al die inspanningen leiden. Wanneer kun je als school zeggen dat je het goed doet? Gegevens over de uitstroom van kinderen in groep 8 zeggen volgens ons niet alles over de kwaliteit van het onderwijs. Voorop staat de individuele ontwikkeling van elk kind. Daarom kiezen we voor beschrijvingen van resultaten in onze rapportages die juist de individuele ontwikkeling in beeld brengen. We leggen die vast in een leerlingvolgsysteem. We gebruiken hiervoor toetsen en observaties in de klas. We richten ons in ons leerlingvolgsysteem op de voortgang met lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Hiervoor gebruiken we landelijk genormeerde toetsen waarvan u de resultaten in de rapporten zult terugvinden. Ook volgen we nauwlettend hoe een kind zich sociaal-emotioneel ontwikkelt. Vanaf dit schooljaar gebruiken we hiervoor zelfs het speciale leerlingvolgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling SCOL. Op basis van een jaarlijkse evaluatie van onze leerling-resultaten kunnen we aangeven dat het resultaat op de eindtoets van het Cito in vergelijking met andere te vergelijken scholen bovengemiddelde scores geeft. De invoering van goede methodes en materialen én de in gang gezette schoolontwikkelingen leveren daaraan een belangrijke bijdrage. Het is voor ons een uitdaging om deze positieve ontwikkelingen met de kinderen voort te zetten en/of vast te houden. In de rapportage van het jaarlijkse schooltoezicht van maart 2007 schrijft de inspectie: “De schoolresultaten van de St. Josephbasisschool liggen boven het niveau dat op grond van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden”. Belangrijk voor ons blijft dat we onderwijs pas goed vinden wanneer het gericht is op een evenwichtige ontwikkeling van ieder kind.
18
Naar het Voortgezet Onderwijs De overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is voor veel kinderen en hun ouders/verzorgers een hele stap. Het kiezen van een juiste school, die ook goed bij het kind past, is belangrijk. De verantwoordelijkheid voor de schoolkeuze ligt bij de ouders, maar de St. Josephbasisschool adviseert en helpt hierbij. In groep 7 maken de kinderen de Cito-entreetoets. Deze toets geeft al enigszins een beeld welke school of scholen in aanmerking komen. In groep 8 volgen informatiebijeenkomsten, voorlichtingsbrochures en ouderavonden. Op deze avonden bespreken we de prestaties, maar ook de motivatie, inzet, doorzettingsvermogen en interesses van de leerling. Scholen voor voortgezet onderwijs organiseren meestal in januari open dagen. In december of januari stellen we alle leerlingen van groep 8 in de gelegenheid om de Drempeltoets te maken. Hiermee wordt vastgesteld of uw kind in de toekomst in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). In februari volgt de landelijke Cito-eindtoets. Onderdelen van deze toets zijn rekenen, taal, informatieverwerking en wereldoriëntatie. De Drempeltoets en de Cito-eindtoets geven beide zicht op passend vervolgonderwijs. In maart vindt een afrondend gesprek plaats tussen kind, ouders en de groepsleerkracht waarin de schoolkeuze definitief vastgesteld wordt. Bij het aanmeldingsformulier van de ouders wordt een onderwijskundig rapport gevoegd. Dit wordt door de basisschool opgemaakt en wordt met u doorgenomen en/of een kopie ervan wordt aan U meegegeven. De toelatingscommissie van de school voor voortgezet onderwijs beslist aan de hand van het advies van de school, de wens van de ouders en het kind, het onderwijskundig rapport en de uitslag van de Cito-eindtoets, over de toelating. De ouders melden vervolgens zelf hun kind aan op de betreffende school, op de daarvoor bestemde avond.
19
De St. Josephbasisschool en haar ontwikkelingen Inleiding Om tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van de kinderen kiezen we voor een gevarieerd onderwijsaanbod. We noemen dit het Vernieuwend leren, d.w.z. • Leerkrachten nemen een sturende rol t.a.v. het onderwijs in de basisvaardigheden: lezen, taal/ spelling en rekenen. Leerkrachten ontwikkelen bij leerlingen de vaardigheden: o Taakgericht leren o Strategisch handelen o Interactief leren o Coöperatief leren o Zelfstandig werken •
Leerkrachten nemen een meer begeleidende rol t.a.v. de vakken oriëntatie op jezelf en op de wereld en de vakken kunstzinnige vorming. o Leerkrachten bieden een goed beredeneerd aanbod wereldverkenning in betekenisvolle thema’s aan en organiseren betrokkenheidverhogende leeractiviteiten via leskisten of leerateliers o Leerkrachten bieden een goed beredeneerd aanbod techniek en kunstzinnige vorming aan en bevorderen hiermee het actief, handelend bezig zijn
•
Leerkrachten nemen zowel een sturende, begeleidende als coachende rol t.a.v. interessevragen. Zij organiseren het werken aan zowel gezamenlijke groeps- als individuele vragen, om zodoende de volgende vaardigheden bij leerlingen te ontwikkelen o Het maken van een plan van aanpak o Het samenwerken o Het presenteren o Het reflecteren
Onderwijsontwikkelingen 2009-2010 Groepen 1 en 2 De observatiemethode “Kijk!” wordt voor alle kinderen digitaal ingevuld. De kleutertoetsen van Cito worden bij zorgkinderen ingezet. • De methode Kleuterplein wordt aangeschaft en ingevoerd. De leerkrachten ontwikkelen hun aanbod verder aan de hand van deze thema’s en materialen, en stemmen onderling hun dagelijks handelen op elkaar af. • Dit schooljaar krijgt het werken in de kleine kring de aandacht. Door de kleine kring regelmatig in te zetten kunnen de leerkrachten beter aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de kinderen. • De leerkrachten gaan groepsoverstijgende crea-ateliers ontwikkelen, waarbij diverse ontwikkelingsgebieden aan de orde komen.
•
Groepen 3 en 4 De leerkrachten van groep 3 en 4 gaan bij wijze van pilot Kanjerlessen geven aan en met ouders. De Kanjermethode is al een aantal jaren in gebruik op school en de leerkrachten willen de ouders laten ervaren hoe deze werkt en wat het met kinderen doet. • In de groepen 3 en 4 is in het vorige schooljaar gestart met Leerateliers. Kinderen kunnen voor vier weken achter elkaar een keuze maken voor een aanbod van techniek of kunstzinnige vorming. De activiteiten zijn groepsdoorbrekend. Leerkrachten gaan dit jaar door met deze ateliers en gaan deze uitbreiden met extra activiteiten. •
20
• •
Leerkrachten zijn voornemens twee jaar met één groep door te gaan. Dit jaar gaat een leerkracht van groep 3 mee met de groep. De leerkrachten evalueren deze pilot dit jaar en bekijken of dit betekenis geeft aan de verschillen in de organisatievormen van groep 3 en 4. De leerkrachten van groep 3 en 4 ontwikkelen een aanvullend programma op het gebied van automatiseren van rekenbewerkingen tot en met 10, 20 en de tafels.
Groepen 5 en 6 De leerkrachten ontwikkelen de crea-ateliers voor groepsoverstijgend onderwijs verder. Leerkrachten zijn voornemens twee jaar met één groep door te gaan en maken hun voorbereidingen hiervoor. • De leerkrachten ontwikkelen vanuit het aanbod wereldverkenning enkele leskisten voor geschiedenis. Doel is de kinderen op meerdere manieren dan alleen de talige kant bij de leeractiviteiten te betrekken.
• •
Groepen 7 en 8 Dit jaar is gestart met het computergestuurd TIOPOVO. De leerkrachten gaan deze manier van werken implementeren in hun onderwijs. • De leerkrachten bouwen het samenwerkend of coöperatief leren verder uit • Leerkrachten ontwikkelen rijke hoeken t.a.v. rekenen en taal door een rijke leeromgeving te creëren. •
Teambreed De Verkeersmethode Wegwijs wordt geïmplementeerd in alle groepen. Schoolbreed zal een aantal thema’s worden uitgewerkt, bijvoorbeeld “weer en verkeer” of “beroepen en verkeer”. • Het afgelopen jaar hebben de groepen 3 t/m 8 het volginstrument “SCOL” gehanteerd om de sociaal-emotionele ontwikkelingen van de leerlingen te meten. Het komende schooljaar zullen we hierin extra begeleid en getraind worden, zodat we dit instrument nog zinvoller kunnen inzetten. • In het afgelopen schooljaar is een start gemaakt met het structureel evalueren van leerlingresultaten. Het nieuwe schooljaar willen we ons hierin teambreed gaan bekwamen en een structurele evaluatie opzetten en uitvoeren. •
Taakgroepen Naast de onderwijsontwikkelingen in de verschillende bouwen zijn er taakgroepen actief. In een taakgroep zitten leerkrachten van de verschillende bouwen bij elkaar. Een taakgroep heeft de taak een ontwikkeling van een bepaald gebied op schoolniveau te verkennen en voor te bereiden voor het team. In het overleg van de verschillende bouwen worden de voorstellen van een taakgroep besproken en bediscussieerd en zo mogelijk overgenomen. Het komend schooljaar zijn de volgende taakgroepen actief: cultuur, ICT, Verkeer, techniek, met woorden in de weer, taakgroep schooltijden, taakgroep intern zorgteam, taakgroep rapportage, taakgroep nieuwe taalmethode, taakgroep kunsttoepassing nieuwbouw, taakgroep opleiden in de school
T.a.v. de kwaliteitszorg heeft de directie, vanuit het schoolplan 2007-2011, een jaarplan ontwikkeld waarin duidelijk de evaluatiemomenten beschreven staan. In het jaarverslag is beschreven waartoe de verschillende ontwikkelingen geleid hebben en hoe de succesvolle ontwikkelingen beschreven en geborgd kunnen worden. In het jaarplan 2009-2010 worden de verschillende ontwikkelingen beschreven. Het jaarplan zal op de site van de school geplaatst worden. 21
Scholing voor het komende schooljaar • Een dagdeel cultuureducatie ‘beeldend’. Onder begeleiding van kunstenaars worden leraren geschoold in de beeldende vorming. • Het gebruik van digitale schoolborden • Verkenning van 1-zorgroute in het kader van Passend Onderwijs • Extra kanjertrainingen. Per bouw krijgen de collegae de gelegenheid om extra trainingen te krijgen. Elke bouw geeft haar behoefte hierin aan. Er kunnen zowel voorbeeldtrainingen in de groepen gedaan worden als trainingen met het team. • Facultatief kunnen leerkrachten meedoen aan een training communicatief meesterschap Huisvesting Dit schooljaar hopen wij de uitbreiding van het Josephgebouw af te ronden. Er zijn dan 6 lokalen en twee speellokalen gerealiseerd. In afwachting van de ingebruikname van deze nieuwe aanbouw, zullen weer 7 groepen in de tijdelijke huisvesting op de Ceresstraat ondergebracht worden.
22
De St. Josephbasisschool en haar ouders De ouders spelen op onze school een belangrijke rol. Enerzijds door het volgen van de voortgang van de ontwikkeling van hun kind(eren), anderzijds door het deelnemen aan en initiëren van activiteiten. Ouders denken mee en zijn betrokken op allerlei niveaus. De Medezeggenschapsraad Naast schoolbestuur en directie houdt ook de Medezeggenschapsraad (MR) zich bezig met het beleid van de school. Gevraagd en ongevraagd adviseert zij over onder meer kwaliteitszorg, veiligheid en schooltijden. Ten aanzien van sommige zaken kan pas een besluit worden genomen na instemming van de MR. De MR bestaat uit een oudergeleding en een lerarengeleding, met vijf gekozen ouders en vijf teamleden. In geval van een vacature in de oudergeleding wordt een oproep in de weekbrief geplaatst en kunnen nieuwe ouders zich aanmelden voor deelname aan de MR. De MR vergadert maandelijks, gedeeltelijk in het bijzijn van de directeur van de St. Josephbasisschool. Alle ouders van leerlingen van de St. Josephbasisschool kunnen vragen om bepaalde zaken tijdens deze vergadering te bespreken. De contactgegevens van de MR staan vermeld op de website van de school. (www.stjosephbreda.nl). In het najaar verschijnt er een jaarverslag van de MR, dat ook op de website van de school wordt geplaatst. De Oudervereniging Alle ouders en verzorgers van onze kinderen vormen samen de oudervereniging. Het dagelijks bestuur hiervan is de Oudercommissie (OC), die bestaat uit een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Voorts zijn vertegenwoordigers van de verschillende vaste werkgroepen en een afvaardiging van de directie aanwezig bij de vergaderingen die om de anderhalve maand plaatsvinden. De vaste werkgroepen zijn: binnenschoolse activiteiten, buitenschoolse activiteiten en klassenouders. De OC bespreekt regelmatig de dagelijkse gang van zaken op school met de directie. Daarnaast organiseert de OC allerlei activiteiten samen met het team. Denk maar aan Sinterklaas, de Kerstviering of Carnaval. Op de algemene ledenvergadering in oktober bespreekt de OC de activiteiten van het afgelopen jaar en het financieel jaarverslag. Daarnaast maakt ze ook de voornemens voor het nieuwe schooljaar en de begroting aan de ouders kenbaar. De OC vraagt aan ouders een vrijwillige bijdrage die echter wel noodzakelijk is om de activiteiten voor de kinderen te financieren. Daarvan worden onder meer de jaarlijkse educatieve reizen betaald. Afgelopen jaar was het €50,- per kind. Hiervoor wordt een acceptgiro opgestuurd. De leden van de MR en OC staan met een foto op de website van de school; zo kunt u deze personen sneller herkennen als u ze nodig heeft (www.stjosephbreda.nl). Klassenouders Een groot aantal ouders levert op andere fronten een bijdrage aan de school. Zo zijn er in elke groep klassenouders. Zij vormen de schakel tussen de leerkracht van een groep en de ouders die kinderen in die groep hebben. Zo hebben zij een coördinerende rol bij binnen- of buitenschoolse activiteiten. Ook spelen zij een rol naar nieuwe ouders om de betrokkenheid te vergroten door de vele activiteiten in en om een bepaalde groep. Zij zijn vraagbaak en doorgeefluik van ideeën/opmerkingen van ouders naar leerkracht/ team/ OC en vice versa. Luizencontrole Er is een groep ouders die het telkens terugkerende luizenprobleem actief aanpakt. Na iedere schoolvakantie controleren zij alle kinderen op hoofdluis. Er is een procedure voor leerkrachten 23
opgesteld over hoe te handelen bij geconstateerde luis in hun groep. Deze procedure is op te vragen bij de leerkracht van uw kind. Onze school staat in goed contact met de buurt. Het speelplein is voor de nabije omgeving van de school toegankelijk. De buurt neemt op haar beurt initiatieven om de speelplaats aantrekkelijker te maken. Door dit initiatief zijn er al verschillende speeltoestellen op de speelplaats geplaatst, zoals klim- en klautertoestellen, een tafeltennistafel, een basketbalpaal en een speeltrein voor de jongsten. Ieder jaar zal gekeken worden of er nog financiële ruimte is voor de verdere inrichting van de speelplaats. Ouderinformatie Voordat ouders een schoolkeuze maken, kunnen ze zich, na afspraak, uitgebreid laten informeren door de TC-er onderbouw of tijdens avonden die hier speciaal voor georganiseerd worden. Zo’n informatieavond voor ouders die zich aan het oriënteren zijn op basisonderwijs wordt twee keer per jaar georganiseerd. Er wordt dan informatie gegeven over de visie en het schoolconcept, het onderwijs, de dagelijkse gang van zaken en er wordt ingegaan op eventuele vragen van de genodigden. Ouders kunnen vervolgens een verzoek doen om zich rond te laten leiden terwijl de school aan het werk is. Ouders die nog meer indrukken van de school willen hebben, kunnen, in overleg, een dagdeel in een klas meemaken. Aan het begin van elk schooljaar organiseert de school voor de ouders van de zittende leerlingen een informatieavond. Hier vertelt de klassenleerkracht over het programma van dat leerjaar. Ook bijzonderheden over andere zaken die de hele school betreffen komen aan de orde, zoals de aanschaf van nieuwe leermiddelen en methodieken. Twee keer per jaar, in november en maart, nodigt de groepsleerkracht de ouders uit om over hun kind te praten. Bij deze contactavonden worden onder andere de vorderingen besproken. Wanneer er vanuit school zorgen over het kind zijn, neemt de school het initiatief om contact te leggen met de ouders. Ook kunnen ouders met hun gesignaleerde zorg altijd een afspraak met de leerkracht maken. Aan het einde van het schooljaar is er voor de ouders van de kinderen die naar groep 3 gaan een contactavond. Bovendien is er voor ouders van kinderen uit andere groepen ook de mogelijkheid om een afrondend gesprek te voeren. Na schooltijd is het in principe altijd mogelijk om even langs te gaan bij de groepsleerkracht. Handig is om vooraf een afspraak te maken, want de leerkrachten hebben ook veel overlegmomenten. Het team vindt het heel belangrijk ouders regelmatig te informeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van de schoolkalender en de schoolgids. Deze beide documenten bevatten actuele en praktische informatie over de gang van zaken op de St. Josephbasisschool. Verder worden ouders geïnformeerd via de weekbrief. Ouders kunnen zich hiervoor aanmelden bij de e-mail dienst om deze brief wekelijks te ontvangen. Ouders die géén internetaansluiting hebben kunnen de weekbrief uit de daarvoor bestemde zwarte standaards halen, die in beide hallen van de school en in de tijdelijke huisvesting staan. Ouders blijven zo op de hoogte van wat er op school gebeurd is, welke activiteiten er op het programma staan en of daar hulp bij nodig is. Op de website van onze school kunt u, behalve de weekbrief en de schoolgids, informatie vinden over bijzondere gebeurtenissen en activiteiten. Het adres is: www.stjosephbreda.nl Om ouders op de hoogte te houden van de inhoud van de vergaderingen van de medezeggenschapsraad en oudercommissie worden de notulen van beide organen na vaststelling op de website gezet. Eventuele reacties kunnen naar de voorzitters/ secretarissen van betreffende organen gestuurd worden.
24
De St. Josephbasisschool en haar opvang buiten de schooltijden Overblijven De opvang tussen de middag, ook wel de kinderlunch genoemd, valt onder de verantwoordelijkheid van Kober kindercentra. Op de St. Josephbasisschool blijven zo’n 250 tot 300 kinderen tussen de middag over. Een coördinator van Kober verzorgt samen met een groep vrijwilligers voor de begeleiding hiervan. Kinderen eten -meestal- in hun eigen lokaal en brengen de helft van de tijd buiten door. Door de beperking van de buitenspeelruimte zullen de jongsten en oudsten om de beurt binnen lunchen en buitenspelen. De groep begeleiders laat zich jaarlijks scholen in het zo goed mogelijk begeleiden van de kinderen. Wilt u meer informatie over het overblijven of wilt u uw kind aanmelden voor het overblijven dan kunt u contact opnemen met de coördinator Marijke Levy of met de unitmanager van Kober, Jaimy Platschorre (zie telefoon nummer achter in deze gids). Buitenschoolse opvang (BSO) De opvang voor school en na school wordt ook verzorgd door Kober kindercentra (BSO Kastanjetuin). De buitenschoolse opvang heeft sinds februari 2008 een eigen huis naast het schoolgebouw met een ingang aan de speelplaats van de school. De capaciteit van dit huis is niet op alle dagen toereikend voor de opvangvraag, daarom maakt de BSO ook gebruik van verschillende ruimten van de school, zoals de speelzaal en enkele hallen. Ook de speelplaats wordt voor de opvang intensief gebruikt. Omdat er momenteel weinig speelplekken in de directe buurt zijn, zijn er tussen school, Kober en de buurtbewoners afspraken over het gebruik van het schoolplein door de buurtkinderen gemaakt. Er is regelmatig overleg tussen de coördinator, de unitmanager en de directie van de school. Zowel het overblijven als de BSO hebben een eigen oudercommissie waarin o.a. de dagelijkse gang van zaken en de te ondernemen activiteiten bespreekpunten zijn. Marijke Levy coördineert het overblijven en Jaimy Platschorre is de unitmanager. Heeft u vragen of wilt u uw kind aanmelden voor buitenschoolse opvang, dan kunt u bij hen terecht (zie telefoonnummer achter in deze gids) of mail:
[email protected] of kijk op www.kober.nl
25
De St. Josephbasisschool en haar klachtenprocedure Hebt u een klacht? Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden: 1) Eerst een gesprek met de betrokken leerkracht of de betrokken medewerker. Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Bespreek het probleem. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. 2) De directeur van de school Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de directeur van de school. Hij is verantwoordelijk voor de school. De directeur kan een beslissing nemen in een conflict. Op deze school is dhr. Mark Timmermans de directeur. 3) De school heeft een schoolvertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van een klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Hij (of zij) kan u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school zijn de vertrouwenspersonen: Lianne Martens en Annemiek Poppelaars. 4) Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513, 4800 DM Breda). In die brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al hebt gedaan om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing. 5) De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de website van de klachtencommissie (www.geschillencies-klachtencies.nl). Zijn er nog meer mogelijkheden om uw klacht te bespreken? Er zijn nog een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad of oudervereniging De medezeggenschapsraad, of oudervereniging bespreekt geen klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken. De externe vertrouwenspersoon INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (06-52501975). Hij is arts en heeft dus een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke situaties. De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Postbus 7447, 4800 GK Breda, of: 076-5244477, of www.onderwijsinspectie.nl). De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf.
26
Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld? Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik, of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOS-medewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de ArboUnie: 06-52501975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (09001113111). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie. Als kinderen ergens mee zitten … Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis, of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersoon (op onze school zijn dat Lianne Martens en Annemiek Poppelaars). Zij wijzen eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp.
27
De leerplicht en hoe de St. Josephbasisschool hier mee omgaat Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en vervangende activiteiten Alle kinderen worden altijd op school verwacht en doen aan alle activiteiten mee. Wanneer een kind om redenen, bijvoorbeeld geloofsovertuiging, niet aan een bepaalde activiteit mee mag doen, zorgt de school voor werkzaamheden die het kind wel kan doen. Leerplicht - Schoolverzuim Het kan voorkomen dat uw kind om één of andere reden de school niet kan bezoeken. Wilt u dit dan tijdig telefonisch of schriftelijk doorgeven. Hebben wij van u géén bericht ontvangen, dan krijgt u van ons een schrijven met het verzoek de reden van verzuim van uw kind alsnog te melden. Wanneer reden van verzuim ongeoorloofd is melden wij dit aan de leerplichtambtenaar van de Gemeente. Voor buitengewoon verlof, zoals vrijaf voor een huwelijk, moet de waarnemend directeur toestemming verlenen. Dit moet tien dagen tevoren worden aangevraagd. Hij kan alleen toestemming geven als de reden binnen de wettelijke mogelijkheden valt. Bij twijfel overlegt hij met de leerplichtambtenaar van de gemeente Breda. Het formulier dat u hiervoor moet invullen, is verkrijgbaar bij de administratie. De leerplichtwet verzekert het recht op onderwijs voor alle kinderen Elk kind moet evenveel kansen krijgen in de maatschappij. Het onderwijs geeft het kind kansen. Daarom heeft ieder kind evenveel recht op onderwijs. De leerplichtwet verzekert het recht op onderwijs voor alle kinderen. De leerplicht van uw kind is begonnen vanaf het vijfde jaar en duurt tot en met het schooljaar, waarin het 16 jaar is geworden. De leerplicht is geregeld in de leerplichtwet. De gemeente moet erop toezien dat deze wet wordt uitgevoerd. Daarvoor zijn speciale leerplichtambtenaren aangesteld. De gemeente ziet toe op de uitvoering van de wet Schoolverzuim is nadelig voor kinderen. Het mag dan ook zo weinig mogelijk voorkomen. De gemeente is daarom strenger geworden bij het toezien op de uitvoering van de wet. De gemeente zorgt ervoor dat de regels van deze wet beter worden nageleefd. De school heeft de plicht uw kind onderwijs te geven. U bent verplicht ervoor te zorgen dat uw kind naar school gaat. U bent ook verplicht om aan de school te melden dat uw kind niet naar school kan, bijvoorbeeld omdat het ziek is of om een andere dringende redenen. Het schoolverzuim wordt wekelijks gemeld In Breda hebben alle scholen met de gemeente Breda afgesproken dat zij wekelijks het verzuim van de leerlingen melden bij de leerplichtambtenaar. Het gaat hierbij om ongeoorloofd verzuim of vermoedelijk ongeoorloofd verzuim. De leerplichtambtenaar onderneemt in alle gevallen actie. Slechts bij hoge uitzondering en in bijzondere omstandigheden wordt toestemming gegeven om uw kind van school thuis te houden. Wilt u daar meer over weten, vraag dan op school naar de folder: 'Samen verantwoordelijk voor de leerplicht'. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de leerplichtambtenaar van de gemeente Breda. Schorsing Als het zover moet komen om een leerling te schorsen voor een korte periode of als er tot verwijdering van een leerling over gegaan moet worden, volgt de school de regels die INOS-skob in een procedure heeft vastgesteld. Deze procedure zal in voorkomende gevallen onder de aandacht van de ouders worden gebracht. Zie ook: www.leerplicht.net
28
En nog wat zaken Eureka! INOS Bovenschools project Hoogbegaafdheid. De doelstelling van het project is het realiseren van een expertisecentrum Hoogbegaafdheid binnen INOS. Dit expertisecentrum omvat drie activiteiten / kernen: 1. een verrijkingsklas 2. trajectbegeleiding 3. een kenniscentrum 1. De verrijkingsklas Kinderen, vanaf groep 3, komen voor de verrijkingsklas in aanmerking als zij een algemeen IQ van 130 of meer hebben dat is vastgesteld in een intelligentieonderzoek. In de verrijkingsklas krijgen de kinderen kansen om te leren op hun persoonlijke uitdagingniveau. Ze doen succeservaringen op. Ze bouwen eigenwaarde op door iets succesvol te volbrengen waarvan ze aannamen dat het moeilijk zou zijn. Dat doen ze door in projecten te werken. Ontdekkend en onderzoekend leren staat centraal. De projecten monden uit in een presentatie voor hun ouders en belangstellenden. Het allerbelangrijkste is de ontmoeting met ontwikkelingsgelijken; ze worden herkend en erkend! De kinderen komen één dagdeel per week bij elkaar in een voor hen speciaal ingerichte klas op basisschool De Werft. De groep bestaat uit maximaal 15 leerlingen en er is een onderverdeling gemaakt tussen leerlingen uit de groepen 3, 4 en 5 en leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8. 2. Trajectbegeleiding Bij het vermoeden van hoogbegaafdheid bij een kind (gesignaleerd door ouders of school) kan de IB-er contact opnemen met Eureka!. Dat is de start van het traject. Door middel van gesprekken met het kind, school en ouders, in samenhang met de schoolresultaten wordt bekeken of het kind in aanmerking komt voor een IQ test. De uitslag van de test bepaalt of deelname mogelijk is. 3. Kenniscentrum Naast de verrijkingsklas en de trajectbegeleiding komt er een kenniscentrum. Dit kenniscentrum richt zich op het ontwikkelen en verspreiden van kennis over hoogbegaafde kinderen en hun ontwikkeling. Het is een plek waar expertise geborgd is. Reeds opgedane en nieuwe kennis en ervaring binnen basisscholen worden hier geïntegreerd. Het is een informatienetwerk waar leerkrachten en ouders terecht kunnen voor informatie en begeleiding. Momenteel kunnen de leerkrachten van de kinderen die betrokken zijn bij de verrijkingsklas al begeleiding krijgen om ook op hun eigen school een passend aanbod te verzorgen. Scholen met vragen rondom Hoogbegaafdheid krijgen voorlichting en er is contact met ouders die met vragen zitten over hun kind. Mocht u meer willen weten over het project of vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de IB-er van onze school, Lianne Martens. Regeling dyslexie Vanaf 1 januari 2009 is het door een wetswijziging mogelijk dat leerlingen in aanmerking komen voor door de zorgverzekeraar vergoede diagnostiek en behandeling van dyslexie. Deze regeling geldt alleen voor leerlingen met een hardnekkig lees- en spellingprobleem, waarbij de zorg start / is gestart voor het 9de levensjaar en de school op basis van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie al de nodige extra begeleiding gaf. Jaarlijks wordt de leeftijdscategorie met 1 kalenderjaar uitgebreid. Kinderen die vóór 1 januari 2000 zijn geboren vallen buiten deze regeling. Zij kunnen wel in aanmerking komen voor diagnostiek en behandeling, maar niet voor vergoeding van de kosten. Op basis van de diagnostiek wordt bepaald of de lees- en spellingproblemen voldoende hardnekkig zijn en of de leerling in aanmerking komt voor de vergoede behandeling. Als blijkt dat de 29
problemen niet voldoende hardnekkig zijn wordt de diagnostiek wel vergoed, maar de behandeling niet. In het kort komt het erop neer dat: • • • •
Uit het leerlingvolgsysteem van de school moet blijken dat het kind problemen ervaart met lezen en spelling. De school heeft al extra begeleiding geboden aan het kind op het gebied van lezen en spelling, maar de resultaten bleven uit. De extra hulp/het onderzoek vond plaats voor de negende verjaardag van het kind. Een specialiseerde zorgverlener stelde aan de hand van vastgestelde criteria de diagnose “ernstige dyslexie”.
Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) Het Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) wordt ingeschakeld voor de leerlingenzorg. Wanneer kinderen hier op school problemen hebben, kan de schoolmaatschappelijk werk(st)er meedenken over hoe hiermee om te gaan. De schoolmaatschappelijk werk(st)er biedt ook korte begeleiding, ondersteuning en advisering aan ouders, leerkrachten en/ of kinderen. Als blijkt dat u meer gebaat bent bij langdurige of gespecialiseerde hulp, dan helpt hij/zij bij verwijzing naar andere instanties. Samen met school en u als ouder/verzorger wordt er gezocht naar een manier om met de situatie om te gaan of om de problemen op te lossen. Het kan bijvoorbeeld gaan over: - opvoedingsvragen - ontwikkeling van het kind - gedragsproblemen - informatie over hulpverlenende organisaties - zaken die van invloed kunnen zijn op het welzijn van uw kind (echtscheiding, rouwverwerking, omgaan met pesten) De informatie die bij het SMW terechtkomt wordt vertrouwelijk behandeld. Hulp kan alleen geboden worden als dit met ouders besproken is en zij hier toestemming voor geven. De schoolmaatschappelijk werk(st)er werkt nauw samen met de school, maar is niet in dienst van de school. Dit voorkomt dat er alleen in het belang van de school gehandeld wordt. Hij/zij is een onafhankelijke, neutrale, onpartijdige gesprekspartner. Aanmeldingen en vragen lopen altijd via de Intern Begeleider van de school, Lianne Martens. Jeugdgezondheidszorg De zorg van de gezondheid van de jeugd wordt door de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD uitgevoerd. Op de afdeling JGZ werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, logopedisten, voorlichtingsdeskundigen en gedragsdeskundigen. Aan elke school is een JGZ-team verbonden. De leerlingen van groep 2 zullen door de jeugdarts en de leerlingen van groep 7 door de jeugdverpleegkundige onderzocht worden. Voor de leerlingen van groep 2 gebeurt dit op school, voor die van groep 7 bij de GGD. U wordt tijdig ingelicht wanneer het onderzoek gaat plaatsvinden. Ook als u als ouder bezorgd bent over de gezondheid of ontwikkeling van uw kind, kunt u altijd een extra onderzoek of gesprek aanvragen. U kunt hiervoor de signaleringskaarten gebruiken, die op school verkrijgbaar zijn, of rechtstreeks telefonisch contact opnemen met de jeugdverpleegkundige. Aan al deze activiteiten zijn geen kosten verbonden. De Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders (NKO) De oudercommissie van de St. Josephbasisschool is aangesloten bij de Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders (NKO). Deze vereniging heeft een website om voor de hand liggende
30
algemene vragen van u over onderwijs te beantwoorden. U kunt deze website bezoeken: www.50tien.nl
Sponsoring Onze school gebruikt geen sponsorgeld voor leermiddelen. Wel wordt er jaarlijks meegedaan aan een actie voor een goed doel. Deze sponsorgelden worden dan ook volledig afgedragen aan het betreffende doel.
31
Praktische zaken Team van onderwijsgevenden: Groep 1-2 A 1-2 B 1-2 C 1-2 D 1-2 E 1-2 F 3A 3B 3C 4A 4B 4C 5A 5B 6A 6B 7A 7B 8A 8B
Locatie Josephstr. 5 beneden Josephstr. 5 beneden Josephstr. 5 beneden Josephstr. 7 beneden Josephstr. 7 beneden Josephstr. 5 boven Josephstr. 7 boven Josephstr. 7 boven Josephstr. 7 boven dep. Cer.str. beneden dep. Cer.str. beneden dep. Cer.str. beneden Josephstr. 7 boven Josephstr. 7 boven Josephstr. 5 boven Josephstr. 5 boven dep. Cer.str. boven dep. Cer.str. boven dep. Cer.str. boven dep. Cer.str. boven
Groepsleerkracht(en) en de dagen waarop zij in de groep zijn Yvonne Laming (ma, di, vr)
Annemiek Poppelaars (wo, do)
Maartje van Keulen
Mieke Cappendijk (vr)
Ellen Verheggen * Elly Nuijten (di, wo, do, vr)
Mieke Cappendijk (ma)
Kirby Beekman ** Shana Huizinga (ma, di)
Monique Koenen (wo, do, vr)
Angela Adank (ma, di, do, vr)
Carolein Kasse (woensdag)
Eline Snoeren (ma, di, do)
Anke van Cuijck (wo + vr.mo.)
Brigitte van Hooijdonk (ma, di)
Helen Meijer (wo, do, vr)
Lia Gijsen (ma, di, wo, do, vr)
Cindy van Mensvoort (31 maandagen)
Ton Smulders (ma, di, wo, vr)
Anke van Cuijck (do)
Jainy van Asperen Miranda van der Ven (ma, di, vr)
Cindy van Mensvoort (wo, do)
Jeroen Ringers
Bart van Kempen (14 maandagen)
Carlijn de Vetter
Bart van Kempen (14 maandagen)
Anke van Cuijck (ma, di)
Raijmond Wortman (wo, do, vr)
Angelique van Dongen Martijn van Ooijen Annemiek Heerema Yvonne Stouthamer (ma, di, wo)
Bart van Kempen (di + vr. middag) Shana Huizinga / Anne-Marie Kuijpers (wo) Bart van Kempen (21 woensdagen) Anne-Marie Kuijpers (do, vr)
Aanvullende opmerkingen: * Ellen Verheggen vervangt Joyce v.d. Wetering. ** Kirby Beekman vervangt Elien Schuurmans en op woensdag Liesbet van Gestel *** Shana Huizinga vervangt Liesbet van Gestel
32
Naast de groepsleerkrachten hebben de volgende teamleden een speciale taak en /of functie Mária Peeters is directeur van de organisatorische eenheid ‘St. Joseph – Spoorzoeker – Liniedoorn’ Mark Timmermans waarnemend directeur Noor de Rooij onderwijsassistente (hele week) gr 7-8 (di, wo, do) Lianne Martens intern begeleider (ma, di, Jolanda Peijen administratief mededo) werkster (hele week) Lienda Kooijmans teamcoördinator 1/ 2 Saïd Bouhout conciërge (ma, do), ondersteuning 1/ 2 (wo) Carolein Kasse teamcoördinator 3/ 4 (di, Ghalia Bouhout schoonmaakster do) Bart van Kempen teamcoördinator 5 t/m 8 Jos Nuijten conciërge “plus”(ma. (di + vr ochtend, do) mi, di. mi, do.mi) Hanny van Marrewijk ondersteuning 5/ 6 en Ilham El schoonmaakster rugzakleerlingen (ma, di, Younossi (deels in vaste dienst, wo, do) deels als vervangster) Jeanne Roovers ondersteuning rugzakKarima schoonmaakster leerlingen (di, wo, do, Lemhadi (vervangster van vr) Ghalia Bouhout) Bianca Been Ped. Medew. in combinatiefunctie (ma, di, do) De onderwijstijd Aantal uren onderwijs 1ste vier jaar totaal: 3520 uur, laatste vier jaar: 3760 uur totaal. • groep 1 t/m 4 minimaal 3.520 per 4 jaar. Feitelijk schooljaar 2009-2010: 881,75 uur • groep 5 t/m 8 minimaal 4.000 per 4 jaar. Feitelijk schooljaar 2009-2010: 1002,00 uur. Schooltijden groep 1 t/m 4 groep 5 t/m 8 ochtend 08.45 uur –12.00 uur 08.45 uur –12.00 uur woensdag 08.45 uur –12.15 uur 08.45 uur –12.30 uur middag 13.15 uur – 15.30 uur 13.15 uur – 15.30 uur vrijdagmiddag vrij 13.15 uur – 15.30 uur De deur gaat voor de groepen 1 t/m 6 al om 8.35 uur en 13.05 uur open in verband met de inloop. Schoolvakanties en vrije dagen Zomervakantie: Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Pasen: Meivakantie Tweede Pinksterdag Zomervakantie: Studiedagen team:
Extra vrij groep 1 t/m 4 alleen vrijdagochtenden: donderdag en vrijdagochtend:
vanaf vr. 24 juli 09, 12:00 uur t/m vr. 04 september 09 26 okt. t/m 30 okt. 2009 21 december t/m 1 jan. 2010 15 febr. t/m 19 febr. 2010 2 april (middag) t/m 5 april 2010 30 april t/m 14 mei 2010 (incl. Hemelvaart) 24 mei 2010 vanaf vr. 23 juli 2010, 12:00 uur t/m vr. 3 september 2010 ma. 02 november 2009 (= ma. na de herfstvak), wo. 02 juni 2010
20 nov. 2009, 29 jan. 2010, 19 mrt. 2010 1 en 2 oktober 2009; 1 en 2 juli 2010 33
Namen, adressen en telefoonnummers De school St. Josephbasisschool St. Josephstraat 5-7 4811 Cl Breda
Telefoon: 076-5210360 E-mail:
[email protected] Website: www.stjosephbreda.nl
Directeur van de organisatorische eenheid St. Joseph, De Spoorzoeken, De Liniedoorn Mária Peeters Telefoon: 076-5227231 Loopschansstraat 38 06- 43518544 4817 KV Breda E-mail:
[email protected] Waarnemend directeur St. Josephbasisschool Mark Timmermans Telefoon: 06-34554705 E-mail:
[email protected] Bestuurskantoor INOS-skob Postbus 3513 4800 DM Breda
Telefoon: 076- 5611688 Email:
[email protected] website: www.inos.nl
Medezeggenschapsraad (MR) Voorzitter dhr. Erwin Meiners
Telefoon: 076-5151901
Oudercommissie (OC) Voorzitter mevr. Jolanda van de Reijt
Telefoon: 076-5297695
Koberkindercentra Jaimy Platschorre, unitmanager
Telefoon: 076-5302000
Buitenschoolse opvang (BSO) Marijke Levy, coördinator
Telefoon: 076-5215264
Overblijven Marijke Levy, coördinator
Telefoon: 076-5215264
Inspectie van het onderwijs e-mail
[email protected] website: www.onderwijsinspectie.nl
Telefoon 0800-8051
Interne contactpersonen Lianne Martens Annemiek Poppelaars
Telefoon: 076-5210360 (school) Telefoon: 076-5210360 (school)
Extern vertrouwenspersoon Meldpunt vertrouwensinspectie Dhr. Ton van Dorst
Telefoon: 076 - 5487800 06 - 52501975
Permanente Commissie Leerlingzorg Postbus 2124, 4800 CC Breda Stadionstraat 2, Breda
Telefoon: 076-5245509
34
Jeugdverpleegkundige GGD Mevr. M. de Roover
Telefoon: 076-5282000
Leerplichtambtenaar
Telefoon: 076-5294656
Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders (NKO) Website: www.50tien.nl
35
St. Josephstraat 5-7, 4811 CL Breda e-mail:
[email protected] tel.: 076-5210360 website: www.stjosephbreda.nl
De vaststelling van de Schoolgids met als integraal onderdeel de Schoolkalender Deze schoolgids c.q. schoolkalender heeft de instemming van de medezeggenschapsraad van de St. Josephbasisschool.
Voor akkoord, Breda, ……………………………(datum)
…………………………………….(naam, functie)
…………………………………….(handtekening)
Deze schoolgids c.q. schoolkalender is vastgesteld door het College van Bestuur INOS-skob
Voor akkoord, Breda, ………………………………(datum)
………………………………………(naam, functie)
………………………………………(handtekening)
De school kan na vaststelling nog wel enkele data op de kalender wijzigen/aanvullen.
36