www.flowmentaletraining.nl
Er is tijdens deze workshop kennis gemaakt met de sportpsychologie en de toepassing van een mentale routine voor jonge sporters. Het gaat om plezier, motivatie en zelfvertrouwen van de sporter, als voorwaarde om sportieve (top)prestaties te kunnen leveren. Wat kan de coach hierin doen, ook ten aanzien van de ouders?
Mooiste is als alle partijen (sporter-ouders-coach) optimaal samenwerken en elkaar versterken. Begeleiding van een sportpsycholoog kan zijn voor specifieke individuele- of teamproblematiek, maar is ook een onderdeel van de totaal begeleiding om de sporter, de coach en de ouders het uiterste uit zichzelf te laten halen. De sportpsycholoog kan naar aanleiding van de hulpvraag van de sporter(s) een mentaal plan maken, waarbij hij/zij de sporter mentale vaardigheden leert. De sporter oefent deze mentale vaardigheden in de training en past deze toe bij de wedstrijd. Het is voor de koppeling met de praktijk van belang dat ook de coach weet wat de sporter geleerd heeft in de mentale training en dat de coach een terugkoppeling kan geven aan de sportpsycholoog, wat werkt en wat niet. Ook kunnen er al vanaf jonge leeftijd (+/- 7 jaar) praktische mentale oefenvormen verwerkt worden in de sporttraining, zodat de sporters op de eigen sportplek kunnen ervaren wat werkt bij het uitoefenen van de sport. Voor de aller jongste in spelvorm, voor de oudere meer gekoppeld aan de sportprestatie. Wanneer ook ouders betrokken worden in de mentale begeleiding, dan kunnen ook zij leren hoe zij hun kind het best begeleiden bij sporttrainingen en bij wedstrijden.
www.flowmentaletraining.nl
De sporter: Eerste Hulp bij druk/stress (3x O) Emoties maken een vast deel uit van sportprestaties. Als de wedstrijd meer beladen is, zullen de emoties heftiger zijn. Zenuwen omdat er familie komt kijken, het belang van de wedstrijd, een fout maken, angst voor een onderdeel kan zorgen dat er van alles gebeurt in het lijf en de hersenen, wat uiteindelijk het functioneren als sporter kan beïnvloeden. De sporter moet de momenten waarop hij/zij spanning voelt herkennen en weten wat dit met zijn/haar prestatie doet. De sportpsycholoog kan uitzoeken wanneer en hoe er een mentale routine ingezet kan worden, aangepast aan de hulpvraag van de sporter. Als coach weet je nu hoe het werkt en kan je ook in de training rustmomenten inbouwen, door de sporter kort voor zijn actie de afgesproken mentale routine te laten doen.
Mentale Routine 3x O Eerste hulp bij ‘druk/stress’ is om in de zone van optimaal presteren te komen. Toepassing voor de wedstrijd paar minuten, tijdens de wedstrijd zo’n 12 sec of langer, afhankelijk van de sport. 1) Ontladen: Emoties kunnen zowel negatief als positief zijn, deze moeten eruit. Zeg iets kort en krachtigs tegen jezelf (Komaan!) 2) Ontspannen: Je kunt het je niet veroorloven om bij de vorige gebeurtenis te blijven stilstaan. Om dit af te sluiten bouw je een fysiek en mentaal ontspanningsmoment in, dmv een goede buikademhaling. 3) Opbouwen: Terug naar de optimale spanning (op je benen tikken, korte sprint, positieve of taakgerichte zelfspraak).
www.flowmentaletraining.nl
Rol van de coach voor plezier, (intrinsieke) motivatie, zelfvertrouwen van de sporter en tevreden ouders: Plezier, jullie eigen punten: - Actieve, betrokken coach - Humor - Zorg voor spelelementen - Variatie in oefeningen en trainingsvormen, doseren - Teambuilding, pannenkoek - Geen gedoe, positief benaderen - Gericht op de uitvoering - Van omgeving wisselen. De sportpsycholoog: Een goede trainer is zichzelf, maar kan zijn gedrag waar nodig wel aanpassen aan de sporter(s). Differentiatie wordt toegepast in technische trainingsvormen, maar geldt ook voor de mentale begeleiding. Als coach moet je rekening houden met leeftijd, intelligentie en persoonlijkheid. Zolang het goed gaat, prima. Maar bij probleemgedrag van de sporter, is het goed om je als coach af te vragen: ‘Past mijn aanpak bij de sporter?’. Zo zal de ene sporter het heerlijk vinden als er veel wisseling is in het trainingsprogramma, terwijl de anders sporter het een verschrikking vindt als er van het schema wordt afgeweken of als er elke keer wat anders gedaan wordt. Humor kan spanning breken en helpen bij het relativeren van de sportprestatie. Het gaat om de winst, maar de coach en de sporter richten zich op de uitvoering. Zelfvertrouwen, jullie eigen punten: - Complimenten - Aanpak afstemmen met de sporter - Haalbare planning maken - ‘Niet’ voorkomen (zeggen wat je wel wilt) - Mogelijkheid tot halen van succes in de training - Positieve feedback - Sporter opvangen na afloop - Haalbare doelen - Eerlijk - Luisteren naar de sporter - Helpen in groepsproces, sfeer - Accepteren van fouten - Iedereen doet mee - Goede band achterban De sportpsycholoog: Zelfvertrouwen heeft met veel factoren te maken (omgeving, erfelijkheid, gebeurtenissen). Als coach ben je 1 van die factoren, die een positieve stimulans kan geven voor het zelfvertrouwen van de sporter. Doordat het van veel factoren afhankelijk is merk je als coach ook verschil tussen sporters. Geef veel dikke duimen. Wees eerlijk, maar zorg bij een aantal sporters voor een vriendelijke verpakking of kies het juiste moment (als de emotie gezakt is). Wees als coach je zelf bewust van de manier van commentaar leveren. Het makkelijkste kun je altijd je eigen gedrag veranderen. Intrinsieke motivatie, jullie punten: - Kan je als coach wel intrinsieke motivatie beïnvloeden? - Haalbare doelen - Variatie - Humor/leuk
www.flowmentaletraining.nl - Individuele aanpak De sportpsycholoog: Als coach ben je een externe beïnvloeding (dus van buitenaf). Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie vanuit de sporter zelf en hij/zij handelt niet om externe beloning of om straf te voorkomen. Het draait om het spel, niet om de knikkers. Je zou kunnen zeggen dat de coach hier dus weinig in kan doen. Toch, als de omgeving prettig en veilig is, dan zal de sporter zijn sport eerder graag doen en het levert een positieve bijdrage aan plezier en zelfvertrouwen. Mark Huizinga is 25 jaar bij dezelfde trainer geweest. Zou Chris de Korte toch niet een bijdrage geleverd hebben aan de (intrinsieke)motivatie van Mark Huizinga? Tevreden ouders, jullie punten: - Betrokken ouders complimenteren - Complimenten maken over het kind (niet specifiek gericht op de prestatie) - Informatie geven en belangstelling tonen. - Ouders er bij betrekken (maar niet te) - Trainer “voedt mee op” - Blijvende communicatie - Duidelijkheid - Aanhoren, maar geen beslissingsbevoegdheid De sportpsycholoog: Ouders steken veel energie in de sport om hun kind te begeleiden. Ze brengen veel tijd door langs het sportveld, hangend op de ijzeren omheining, op oncomfortabele houten bankjes, koffie drinkend in de kantine of kleumend in een koude sporthal. Waar een puber zich normaal losmaakt van zijn ouders, brengt een jonge (top)sporter uren met zijn/haar ouders thuis, maar ook in de auto en op het wedstrijdplek door. Dan kun je deze ouders ook het beste scholen, instrueren, hoe zij hun kind optimaal kunnen begeleiden bij belangrijke sportmomenten. Want ouders willen het graag goed doen voor hun kind, maar weten vaak ook niet hoe, Stel heldere regels op aan het begin van het seizoen, zodat ouders weten wat wel en niet mag (bijv. over het betreden van het wedstrijdterrein, het geven van technische instructie). Met groepsregels beledig je niemand. Geef als coach de opdracht aan de sporter om zelf tegen zijn ouders ‘op een rustig moment’ te zeggen wat hij/zij wel of niet wil, ipv een snauw na de wedstrijd. Leer de sporter z’n ‘eigen ding’ doen.
www.flowmentaletraining.nl
Naam:
Drs. Daniëlle van der Klein-Driesen
Functie:
Sportpsycholoog VSPN® en Orthopedagoog
Telefoon:
06-55761816
E-mail:
[email protected]
Website:
www.flowmentaletraining.nl
Locatie:
Hattasingel 172 Rotterdam (of op sportlocatie)
Werktijden:
ma – di - woe(ochtend) – do – vrij(ochtend) (avonden en weekend in overleg)
Daniëlle studeerde af aan de Pedagogische Academie Basis Onderwijs. Zij behaalde vervolgens haar doctoraal in de Pedagogische Wetenschappen (Orthopedagogiek) en de Sportpsychologie. Postdoctoraal behaalde zij de accreditatie voor Praktijksportpsycholoog, Docentsportpsycholoog en Basisgedragstherapeut. Daniëlle werkte 12 jaar als orthopedagoog en zorgcoördinator in de psychiatrie. Daar behandelde zij jongeren met een psychiatrische stoornis (autisme, ADHD, persoonlijkheidsproblematiek) en begeleidde zij docententeams. Hier deed zij veel ervaring op in het begrijpen en positief sturen van gedrag. Sinds 2008 werkt Daniëlle in haar eigen praktijk ‘Flow Mentale Training Praktijk voor Sportpsychologie’ in Rotterdam. Daniëlle is verbonden aan meerdere Olympische Steunpunten, Sportbonden, Talentencentra en Topsportverenigingen. Voor de Postdoctorale studie tot Praktijksportpsycholoog van de Universiteit van Amsterdam is zij supervisor. De ervaring uit het onderwijs, de sportpsychologie en de orthopedagogiek heeft zij gekoppeld in een uniek trainingsprogramma. Zij begeleidt individuele topsporters, coaches, scheidsrechters en teams. Het gaat hierbij om plezier in de sport en optimaal presteren, dus het beste uit jezelf en de ander halen. Haar motto: ‘Je hersenen sturen je spieren, dus waarom alleen je spieren trainen?’
Deze samenvatting is ter informatie over de workshop Mentale Training voor Coaches van 8 februari 2013. Niets mag zonder toestemming van de auteur vermenigvuldigt en verspreid worden.