55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling
DE NOORD/ZUIDLIJN EN HET GEBRUIK VAN DE ONDERGROND Vooraf Het project Noord/Zuidlijn lijkt op het eerste gezicht een onderwerp dat niet echt thuis hoort op de Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening. Toch kan vanuit de invalshoek van medegebruiker van de ondergrond, voor die delen van het project Noord/Zuidlijn die ondergronds zijn gesitueerd, wel degelijk een relatie worden gelegd met de infrastructuur ten behoeve van drinkwatervoorziening. Ook is een zekere analogie te schetsen tussen het transport van drinkwater en het ondergronds transporteren van mensen. Beide maken deel uit van een systeem dat het mogelijk maakt dat stedelijke concentraties kunnen functioneren.
prof.ir. J.W. Bosch DIVV/TU Delft
Het ondergrondse systeem van kabels, leidingen en infrastructuur functioneert op een vergelijkbare wijze als bijvoorbeeld de bloedvaten, zenuwbanen en darmen van het menselijk lichaam. Er bestaat bij beide systemen een duidelijke samenhang en ingrijpen in een van de functies betekent in beide gevallen automatisch beïnvloeding van het hele systeem. Het bouwen van de Noord/Zuidlijn is daarom een zaak van afstemmen met de andere gebruikers van de ondergrond. Na een korte inleiding, waarin het project Noord/Zuidlijn wordt beschreven, zal een schets gegeven worden van de andere gebruikers van de ondergrond. Daarna komt aan de orde de wijze waarop met elkaar, in Amsterdam, wordt omgegaan. Vervolgens wordt, aan de hand van enkele voorbeelden, de praktijk bij de Noord/Zuidlijn behandeld.
Fig. 1 - Luchtfoto van het centrum van Amsterdam met projectie van het Noord/Zuidlijn tracé
21
55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling
Fig. 3 - Plattegrond Noord/Zuidlijn
Fig. 2 - Het is druk in de ondergrond. Illustratie uit: Ondergronds. Het verhaal van onzichtbare constructies.
Tenslotte worden enkele stellingen met betrekking tot het gebruik van de ondergrond gegeven.
1. Inleiding Beschrijving van het project Noord/Zuidlijn. Zie figuur 3 [plattegrond] en 4 [langsdoorsnede]. Met de aanleg van de Noord/Zuidlijn zal ongeveer 9,5 kilometer nieuwe infrastructuur aan het bestaande metronet van Amsterdam worden toegevoegd. De Noord/Zuidlijn zal Amsterdam Noord, Centrum en Zuid met elkaar verbinden. De lijn krijgt een volledig eigen baan met ongelijkvloerse kruisingen en ligt voor circa 6,5 kilometer ondergronds. Hij begint bovengronds in Amsterdam Noord en is daar tussen de rijbanen van de Nieuwe Leeuwarderweg gesitueerd. Na het bovengronds gesitueerde station van Hasseltweg te zijn gepasseerd gaat het tracé ondergronds. Het IJ en het Centraal Station worden met behulp van een zinktunnel gepasseerd en de lijn vervolgt zijn weg vanaf het natte Damrak met twee geboorde baanvak tunnels onder het Rokin, de Vijzelstraat, de Vijzelgracht, de Ferdinand Bolstraat en de Scheldestraat.
22
In het geboorde tracégedeelte zijn drie diepe stations gesitueerd. Voor de RAI langs loop de metrolijn nog ondergronds en hij komt weer boven in de middenberm van de Ringweg A10 tussen het station RAI en het station Zuid/WTC. De Noord/Zuidlijn krijgt 8 stations. Hiervan zijn er 5 ondergronds (Centraal Station, Rokin, Vijzelgracht, Ceintuurbaan en RAI/Europaplein), en 3 bovengronds (Buikslotermeerplein, J. van Hasseltweg en Zuid/WTC). Daarnaast is er een ondergrondse stationsreservering opgenomen ter plaatse van de Sixhaven. De stations liggen gemiddeld zon 1.100 meter uit elkaar. In het tracé in de Binnenstad is deze afstand wat korter. De ligging van de perrons van de diepe stations varieert tussen de 10 en 26 meter beneden maaiveld. De stations zijn voorzien van perrons met een lengte van 123 meter. Als de Noord/Zuidlijn in 2011 klaar is zullen 16 metrotreinen per uur per richting rijden. De gemiddelde reizigerssnelheid bedraagt 35 kilometer/ uur. Dat is ruim twee keer zo snel als een tram of bus in de Binnenstad. De reistijd tussen de stations Buikslotermeerplein en Zuid/WTC zal dan 16 minuten bedragen. De prognose is dat per dag 210.000 passagiers gebruik zullen maken van de lijn.
55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling
Fig. 4a - Langsdoorsnede Noord/Zijdlijn
Fig. 4b - Tracé deel Noord, Binnenstad en Zuid
2. De andere gebruikers. In stedelijk gebied zijn er vele gebruikers van de ondergrond. Was enkele tientallen jaren de situatie nog relatief overzichtelijk, mede omdat veel gebruikers onderdeel waren van de gemeentelijke organisatie, tegenwoordig ligt het veel minder eenvoudig. Ten eerste is er een sterke ontwikkeling gaande op het gebied van data transport (spraak & gegevens) hetgeen een toename van het aantal gebruikers heeft opgeleverd. Naast de traditionele PTT kabels is er de bekabeling voor televisie en datanetwerken (o.a. glasvezel) gekomen. Daarnaast heeft de privatisering en liberalisering van de energie markt ook zijn gevolgen.
Globaal kunnen de volgende kabels en leidingen in de ondergrond aangetroffen worden: Telefoon (traditioneel) Data communicatie (glasvezel) Televisie signaal (kabel netten) (Drink)Water Elektriciteit openbare voorzieningen (o.a. verlichting, openbaar vervoer) huishoudelijk gebruik groot verbruikers Gas Riolering Hemelwater afvoer Huishoudelijk afvalwater 23
55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling
Al met al een bont gezelschap dat een groot ruimtelijk beslag legt op de ondiepe ondergrond. Hoe omvangrijk dat beslag is wordt goed geïllustreerd met de volgende figuur.
De structuur van het coördinatiestelsel is als volgt. Kommissie tactische planning en realisatie (KTPR) Algemene onderwerpen die te maken hebben met werk in de openbare ruimte komen aan de orde in deze commissie. Denk daarbij aan methodieken, kostenvraagstukken, werkprocedures etc. Veel KTPR-onderwerpen zijn opgenomen in het HOI: het Handboek Ondergrondse Infrastructuur. Procuwo planvorming algemeen (PPA) (Procuwo = projecten commissie uitvoering werken in de openbare ruimte) Een project in de initiatief- of planvormingfase wordt ongeveer drie tot vijf jaar vooraf gaand aan de uitvoering in de PPA besproken. In de PPA komen de consequenties aan de orde van de bouw- en infraprojecten voor de ondergrondse infrastructuur.
Fig. 5 - Voor ieder een eigen plek Illustratie uit: Ondergronds. Het verhaal van onzichtbare constructies.
3. Wat zijn de omgangsvormen (in Amsterdam). Om te voorkomen dat iedere gebruiker van de ondergrond in een stad als Amsterdam naar eigen behoeven de straat openmaakt, is al geruime tijd geleden het zogenaamde coördinatiestelsel ingevoerd. Dit stelsel zorgt voor afstemming en coördinatie bij werken in de openbare ruimte en bij evenementen. Het coördinatiestelsel bestaat uit een aantal gestructureerde overleggen die vanaf de fase van planvorming tot en met de uitvoering de werkzaamheden afstemmen en coördineren. Het betreft in het algemeen werken in de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld wegreconstructies, aanleg van openbaarvervoervoorzieningen en het leggen van kabels en leidingen.
24
Coördinatie commissie uitvoering werken in de openbare ruimte (Cocuwo) Deze commissie is het hart van het coördinatiestelsel. Hier wordt op hoofdlijnen de planning van projecten vastgesteld. Grote complexe projecten zoals de Noord/Zuidlijn worden behandeld in een project-cocuwo. Werkgroep werk in uitvoering (WWU) Als een project plaats vindt op belangrijke wegen vindt behandeling in de WWU plaats. Belangrijke wegen zijn in Amsterdam o.a. het hoofdnet auto en routes openbaarvervoer. Uitvoerings commissie (UC) Een project in de uitvoeringsfase gaat naar de UC. Daar wordt de werkvolgorde van de verschillende partijen binnen een werk vastgesteld. Het gaat dan om fine-tuning van de planning van de cocuwo. [bron: Coördinatiestelsel Amsterdam, uitgave mei 2002, Brochure gemaakt in opdracht van de dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Amsterdam] Door middel van deze overlegstructuur wordt o.a. voorkomen dat een straat meerdere malen per jaar wordt opengebroken of dat op het zelfde moment in een bepaald gebied twee belangrijke verkeersroutes uit gebruik worden genomen waardoor
55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling
Fig. 6 - Doorsneden baanvaktunnels
bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid in het geding komen. Het zal duidelijk zijn dat een project als de Noord/Zuidlijn regelmatig aan de orde is geweest in bovengenoemde commissies.
4. De praktijk: de bouw versus de aanwezige K&L infrastructuur De aanleg van de Noord/Zuidlijn kan niet zonder conditionerende maatregelen vooraf worden gerealiseerd. Voorafgaand aan de feitelijke aanleg van de lijn moet de stad als het ware geschikt gemaakt worden om te kunnen bouwen. Het gaat daarbij om het creëren van ruimte, zowel boven- als ook ondergronds. Openbare ruimte is schaars en om de bouwopgave te kunnen realiseren zijn bijvoorbeeld diverse platforms boven de grachten gebouwd en is op een aantal plaatsen, zoals bijvoorbeeld ter
plaatse van het Voorplein van het Centraal Station, het gebruik van de ruimte gereorganiseerd. Ook in de grond zijn ingrijpende maatregelen getroffen. Dat lijkt op het eerste gezicht vreemd bij een project waarbij juist in de binnenstad gebruik gemaakt wordt van de techniek van het boren van tunnels, een ondergrondse bouwtechniek die nauwelijks invloed heeft op hetgeen zich op het maaiveld afspeelt. Zie figuur 6 waarin twee karakteristieke doorsneden ter plaatse van de baanvaktunnels is weergegeven. Echter in de binnenstad zijn ook stations gesitueerd en omdat deze met behulp van de wanden-dakmethode (zie figuur 7) worden gebouwd is het noodzakelijk geweest de, op die locaties aanwezige, kabels en leidingen drastisch aan te passen. Op drie locaties, te weten ter plaatse van de stations Rokin, Vijzelgracht en Ceintuurbaan, is van
Fig. 7 - Wanden-dakmethode voor de aanleg van de diepe stations
25
55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling
gevel tot gevel de straat (gefaseerd) open gemaakt en zijn de aanwezige kabels en leidingen opgenomen en geconcentreerd langs de gevels. Tijdens die operatie zijn uiteraard ook de nodige vernieuwingen doorgevoerd.
5. Tot slot: enkele stellingen. 1. Het is in Nederland, ondanks omvangrijke regelgeving en ingewikkelde procedures, fysiek te gemakkelijk en economisch te aantrekkelijk om, op individuele basis, een kabel of leiding in de grond te leggen.
2. Omdat het in met name stedelijke gebieden nog steeds mogelijk is om ieder voor zich een plek in de ondergrond te verkrijgen is de kans gering dat op afzienbare termijn gemeenschappelijke kabel en leiding kokers worden gebouwd.
3. Indien het niet lukt om binnen een termijn van tien jaar tot zonering afspraken te komen voor het gebruik van de ondiepe ondergrond zal over enkele decennia een groot aantal conflicten ontstaan tussen de verschillende functies die in die ondergrond een plek moeten vinden.
26