Richtlijnenhandboek *** Leefstijl & vitaliteit *** CONCEPT
Richtlijn voor het meten van het effect op de leefstijl en vitaliteit van bezoekers. In welke mate leidt een sportevenement tot een gezonde leefstijl?
Datum:
29 mei 2013
Auteur:
Paul Hover (Mulier Instituut), met input van Jorien Strijk (TNO)
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
2
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Verantwoording
4
1.
Inleiding
5
1.1
Leefstijl en vitaliteit
5
1.2
Leeswijzer
6
2.
Wat wordt hoe gemeten?
7
2.1
Wat wordt gemeten?
7
2.2
Hoe wordt gemeten?
11
3.
Interviews met organisator
12
3.1
Inleiding
12
3.2
Interview vóór evenement
12
3.3
Interview na evenement
14
4.
Bezoekersenquête
16
4.1
Inleiding
16
4.2
Face to face tijdens evenement
17
4.3
Via internet na evenement
17
4.4
Uitvoering
17
5.
Rekenen en rapporteren
19
5.1
Inleiding
19
5.2
Rekenen
19
5.3
Rapporteren
19
Literatuur
22
Bijlage 1: Inspiratielijst voor organisator
24
Bijlage 2: Topiclijst interviews organisator
28
Bijlage 3: Bezoekersenquête
31
3
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Verantwoording Bij de evaluatie van (sport)evenementen is het van belang een gedegen en betrouwbaar meetinstrument te hanteren. Wanneer dit meetinstrument gestandaardiseerd is en op uniforme wijze wordt toegepast, dan worden evenementen beter vergelijkbaar en wordt een groter leereffect bereikt. Dit draagt bij aan de professionalisering en rendementsvergroting bij het organiseren van evenementen. Met de resultaten van het onderzoek zijn organisatoren en andere belanghebbenden (gemeenten, provincies) in staat om de betekenis van het evenement beter te duiden, verbeterpunten te identificeren (leereffect), de resultaten te gebruiken voor interne en externe communicatie en – in het geval van herhaling van metingen – ontwikkelingen te registreren. Dit richtlijnenhandboek biedt een door de WESP (Werkgroep Evaluatie Sportevenementen) erkend meetinstrument aan dat wordt aanbevolen aan partijen, die belang hebben bij de effectmeting van evenementen. Het is een initiatief van de WESP in samenwerking met het Platform Sporteconomie en het evenemententeam van NOC*NSF. De richtlijn is bedoeld voor personen die de effecten van het evenementen willen onderzoeken. Bij het gebruik van de richtlijn en het aanvragen van een peer-review wordt gevraagd om dit te melden bij de secretaris van de WESP (Willem de Boer, 0613076024). De auteurs houden zich aanbevolen voor inhoudelijke feedback en implementatie van de richtlijn (Paul Hover,
[email protected] en Jorien Strijk,
[email protected]). Bij het gebruik van deze richtlijn dient verwezen te worden naar voorliggend document: “Evaluatie uitgevoerd volgens richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit zonder toetsing”. Vindt er een peer-review plaats, dan wijzigt de bronvermelding in: “Evaluatie uitgevoerd volgens Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit met toetsing”. Bronvermelding is verplicht bij alle communicatie-uitingen, waaronder persberichten. De volgende richtlijnen vanuit de WESP zijn eveneens beschikbaar: x x x x x x x x x
Economische impact Prognose economische impact Bezoekersaantallen Belevingsonderzoek Bezoekersprofielen Tevredenheid Promotionele waarde Participatie en cohesie Milieu
Kijk voor meer informatie op de website van de WESP: www.evenementenevaluatie.nl.
4
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
1.
Inleiding
1.1
Leefstijl en vitaliteit
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Aanleiding De Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) is een samenwerking tussen kennisinstellingen op het gebied van evenementenevaluatie. De doelstelling van de werkgroep is het bieden van een ontmoetingsplek voor onderzoekers, beleidsmakers en andere geïnteresseerden in de sporteconomie en in effectmetingen van evenementen. De bredere missie is het stimuleren van de kwaliteit, de omvang en toegankelijkheid van het sportonderzoek mede als ondersteuning van nationaal en lokaal sportbeleid en sportmanagement. In de WESP worden richtlijnen voor de effecten van sportevenementen ontwikkeld en geborgd. De deelnemende kennisinstellingen voeren onderzoek uit volgens de WESP-richtlijnen. De WESP is sinds 2008 actief en kent inmiddels meer dan 30 leden van ruim 25 Nederlandse kennisinstellingen, evenementorganisatoren, adviesbureaus en beleidsorganisaties. Voorliggend document is een uitbreiding van deze reeks. De richtlijn is opgesteld door Paul Hover (Mulier Instituut), met input van Jorien Strijk (TNO). Belang van leefstijl en vitaliteit Voldoende beweging (sporten) draagt positief bij aan de leefstijl en vitaliteit van individuen. Hiermee is de relatie tot sportevenementen snel gelegd. In zichzelf zijn breedtesportevenementen voor deelnemers een vehikel om de leefstijl en vitaliteit te onderhouden of dat niveau te verhogen. De tienduizenden deelnemers aan wandel-, hardloop- en wielerevenementen, waaronder de Vierdaagse Nijmegen, de Dam tot Damloop en de toerversie van de Amstel Gold Race, ontlenen veel plezier aan hun deelname en werken daarmee tegelijkertijd aan hun gezondheid. De afgelopen jaren is een ontwikkeling zichtbaar dat de deelname aan een sportevenement niet meer op zichzelf staat. In toenemende mate nemen organisatoren samen met stakeholders (bond, onderwijsinstellingen, kinderopvangcentra, verenigingen) het initiatief om rondom het sportevenement een aanvullend programma te ontwikkelen om deelnemers optimaal voor te bereiden en ook na het evenement met hen in contact te blijven en hen te helpen bij het realiseren van gezondheidsdoelen (door meer te sporten en te bewegen). Een voorbeeld hiervan is de hardloopcursus Run to The Start van de Atletiekunie. Met deze cursus kunnen deelnemers aan een hardloopevenement zich onder begeleiding van ervaren en deskundige trainers in de eigen woonomgeving (verantwoord) voorbereiden op het evenement. Dankzij de groepsopzet komen deelnemers ook in contact met gelijkgestemden en kan een nieuw sociaal netwerk ontstaan wat het in stand houden van een sportieve levensstijl ten goede kan komen. De bezoekers van sportevenementen vormen voor de organisatie en hun stakeholders (waaronder sponsors) een belangrijke doelgroep. Dat geldt ook naar de mogelijkheden om bij die groep aandacht te vragen voor de leefstijl en vitaliteit. Hierbij is er naast aandacht voor sporten en bewegen ook aandacht voor het eet-, rook- en drinkgedrag. Het is interessant om een beeld te krijgen in welke mate evenementen aandacht vragen bij doelgroepen (bezoekers) voor gezond leven en inzetten op het stimuleren van een positieve aanpassing daarvan. En in hoeverre beklijft in dat geval deze boodschap bij de bezoekers? 5
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
1.2
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Leeswijzer De lezer die minder interesse heeft in de achtergronden van deze richtlijn en graag meteen aan de slag wil kan het volgende hoofdstuk overslaan en desgewenst doorbladeren naar de vragenlijsten die in de bijlagen zijn opgenomen. In het volgende hoofdstuk is gepresenteerd welke zaken op welke wijze worden gemeten. In hoofdstuk 3 en 4 worden de methoden beschreven. In hoofdstuk 3 is de aanpak van de interviews met de evenementenorganisator verwoord. In hoofdstuk 4 is ingegaan op de bezoekersenquête. De gegevensverwerking, -analyse en rapportage komt in hoofdstuk 5 aan bod.
6
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
2.
Wat wordt hoe gemeten?
2.1
Wat wordt gemeten?
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
De begrippen leefstijl en vitaliteit staan in deze richtlijn centraal. Wat wordt hieronder verstaan, uit welke dimensies bestaan deze concepten en welke dimensies worden met deze richtlijn gemeten? Leefstijl Het is van belang dat (inactieve) Nederlanders worden aangespoord om meer te gaan bewegen, want onvoldoende bewegen is een beïnvloedbare risicofactor voor een breed pallet aan (ernstige) chronische ziekten, waaronder hart- en vaatziekten, diabetes type 2, kanker (colon en borst), obesitas, hypertensie, ziekten aan het bewegingsapparaat en psychische aandoeningen (depressie) (Department of Health, 2004; WHO, 2002). Het is de vierde risicofactor voor ongezondheid en vroegtijdig overlijden (meer dan twee miljoen doden op jaarbasis wereldwijd) (WHO, 2002). Schattingen laten zien dat 37% van alle doden aan coronaire hartziekten aan fysieke activiteit kan worden toegeschreven (tegen 19% toe te schrijven aan roken en 13% aan hoge bloeddruk) (Britton & McPherson, 2002). De prevalentie van onvoldoende bewegen is hoger dan welke andere beïnvloedbare risicofactor dan ook (Department of Health, 2004; WHO, 2002). Bewegingsstimulering is daarom een zeer aantrekkelijk en effectieve interventie om gezondheidsrisico’s te verlagen. De Nederlandse overheid voert al jaren actief beleid om de negatieve gevolgen van deze ontwikkelingen zoveel mogelijk tegen te gaan door de Nederlandse bevolking op allerlei manieren te stimuleren tot een actieve leefstijl (Ministerie voor volksgezondheid, welzijn en sport (VWS), 2005: nota ‘Tijd voor Sport, Bewegen, Meedoen, Presteren’ , en het daarna gekoppelde ‘Nationaal Actieplan Sport en Bewegen’). Doel van dit beleid is het aantal Nederlanders dat voldoet aan de vigerende normen voor voldoende bewegen te verhogen en het aantal Nederlanders dat geen enkele dag voldoende beweegt te verlagen. In 2000 is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen opgesteld (Kemper et al. 2000). Deze definieert een minimaal niveau van bewegen nodig om gezondheidswinst te behalen. In figuur 2 worden de precieze definitie van de norm weergegeven.
7
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Figuur 2.1 Beweegnorm Jongeren (jonger dan 18 jaar) Dagelijks één uur matig intensieve lichamelijke activiteit (bijvoorbeeld aerobics, skateboarden of rustig hardlopen), waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie).
Volwassenen (18-55 jaar) Dagelijks minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit, op minimaal 5 dagen per week. Matig lichamelijk actief betekent voor volwassenen bijvoorbeeld stevig wandelen (5 km/uur) of fietsen (16 km/uur).
Ongezonde leefgewoonten komen vaak in combinatie voor: mensen die minder bewegen eten vaker ongezond, roken vaker en drinken vaker excessief alcohol (VWS, 2011). Voor een goede leefstijl en gezondheid is het daarom niet alleen van belang om voldoende te sporten en te bewegen in het dagelijks leven. Zo blijkt de combinatie van te weinig bewegen met roken, te weinig groente en fruit en teveel alcohol het risico te vergroten op voortijdige dood met een factor 4 (Kvaavik et al., 2009). Evenals sport en bewegen in het dagelijks leven worden deze ongezonde leefgewoonten (roken, te weinig groente en fruit en teveel alcohol) in verband gebracht met chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, longziekten en kanker (Trimbos Instituut, 2012; van Duyn, 2000; Myint, 2007). Daarnaast leidt een disbalans tussen enerzijds onvoldoende bewegen en anderzijds een te hoge energie inname door (ongezonde) voeding tot overgewicht. Een goede balans tussen bewegen en voeding is dus essentieel, bijvoorbeeld door het stimuleren van sport en bewegen in het dagelijks leven en het terug dringen van ongezonde snacks (bijvoorbeeld het patatje mayo, candybar etc) door deze te vervangen door gezonde snacks (groente en fruit). Om deze reden dat de evenementen organisator middels deze richtlijn gestimuleerd worden om vooral de bezoekers te inspireren om meer te gaan sporten en bewegen en gezondere voeding te eten. Een bekende weg om gezondheid te verbeteren is via het stimuleren van een gezonde leefstijl, de zogenoemde BRAVO gedragingen. BRAVO staat voor: voldoende Bewegen, niet Roken, matig Alcohol gebruik, gezonde Voeding en tijdig Ontspannen. Voor deze richtlijn zijn bewegen en gezonde voeding het belangrijkst. In hoeverre wordt hierop door het evenement ingezet en welke effecten treden er op? Roken en alcohol zijn alleen van toepassing indien een organisator daar nadrukkelijk op inzet. Wanneer het gebruik van alcohol en tabakswaren (na afloop van het evenement!) door een organisator niet wordt ontmoedigd is het onjuist op dit gebied effecten te verwachten en is het vragen naar dergelijke effecten ongewenst. Het stimuleren van gezonde voeding tijdens sportevenementen kan gepaard gaan met een aantal belemmeringen. Zo streven organisatoren van evenementen en hun stakeholders (sponsors) streven naar een zo goed mogelijk financieel resultaat. Dat gaat niet per definitie goed samen met het stimuleren van een gezonde levenswijze (te beschouwen als een onderdeel van ’maatschappelijk rendement’). De consumptie van alcohol wordt vaak gekoppeld aan het bezoeken van een sportevenement (zoals bier bij veldrijden en voetbal). Ook de verkoop van producten met een hoog vet- of suikergehalte (zoals patat en snacks en bepaalde ‘energiedranken’) voorzien bij menig sportevenement in een grote behoefte. Een
8
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
gezonder aanbod zou het financieel rendement kunnen schaden. Illustratief is de weerstand die er enkele jaren geleden onder (met name grote) sportbonden heerste tegen het verbieden van sponsoring van producenten van alcoholhoudende producten (STAP 2005). Er is echter aangetoond dat er een relatie is tussen sponsoring van sportclubs door alcoholproducenten en overmatig drinken door de sporters (O’Brien & Kypri, 2008 in: STAP 2009). Een dergelijk effect is ook bij sportevenementen niet ondenkbaar. Ook bij de recente Olympische en Paralympische Spelen in Londen was dit onderwerp actueel. De partnership van het IOC met McDonald’s en Coca-Cola en Cadbury (Kraft Foods) als ‘official treat provider’ van de Spelen van 2012 hebben tot ophef geleid (o.a. Clark & Brownell (2012). De commotie spitst zich toe op de discrepantie tussen het verbinden van ongezonde producten aan een sportevenement en –organisatie en het uitdragen van een boodschap die moet bijdragen aan een gezonde levenswijze. Bestuurders van Nederlandse sportverenigingen geven aan dat er nauwelijks vraag is naar gezonde(re) producten in de sportkantine (Van Kalmthout 2012). Het stellen van de vraag of een gezond aanbod in een behoefte voorziet is derhalve de moeite waard. Daarvoor wordt in deze richtlijn een inspiratielijst aan de evenementen organisator aangeboden dat als handvat kan dienen. Vitaliteit Het begrip ‘vitaliteit’ past goed bij de positieve blik op gezondheid. In de wetenschappelijke literatuur bestaat de laatste jaren, met name vanuit de werksetting, toenemende belangstelling voor het begrip ‘vitaliteit’. Maar ook vanuit de zorg, waarbij patiënten steeds meer betrokken zijn (engagement) en de eigen regie voeren over hun gezondheid (empowerment) is vitaliteit in opkomst. TNO en RIVM hebben recentelijk het begrip ‘vitaliteit’ gedefinieerd voor de Nederlandse volwassen bevolking (18 jaar en ouder). Op basis van de literatuur en de mening van experts is het begrip ‘vitaliteit’ te definiëren aan de hand van drie kerndimensies, namelijk energie, motivatie en veerkracht (Strijk et al 2013). Figuur 2.2: Omschrijving en dimensies vitaliteit
Vitaliteit “Vitaliteit omvat de dimensies energie, motivatie en veerkracht, waarbij energie wordt gekenmerkt door zich energiek voelen, motivatie door doelen te stellen in het leven en moeite te doen om deze te behalen, en veerkracht door het vermogen om met de dagelijkse problemen en uitdagingen van het leven om te gaan”.
Onderstaand is een korte toelichting op de onderscheiden dimensies opgenomen. Eerste dimensie vitaliteit: energie
9
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Energie omvat zowel een fysiek als een mentaal aspect, waarbij het fysieke aspect vooral werd omschreven als energiek voelen en het mentale aspect als de afwezigheid van vermoeidheid (Strijk et al 2009). Het hebben van energie wordt als belangrijke voorwaarde gezien voor relevante maatschappelijke uitkomsten, zoals duurzame inzetbaarheid (Van Vuuren 2011). Dit impliceert dat het hebben van energie samenhangt met de andere twee dimensies van het begrip vitaliteit. Tweede dimensie vitaliteit: motivatie Motivatie is een concept dat nauw verbonden is met veerkracht en energie. In de wetenschappelijke literatuur worden veerkracht en doelen stellen vaak samen genoemd, omdat er van uit wordt gegaan dat individuen doelen nodig hebben (iets om naar toe te leven) om veerkrachtig te kunnen zijn. Het doel geeft motivatie om door te gaan met het dagelijkse leven (Dyer & McGuinness 1996; Lyobomirsky 2007). Van oudsher wordt in de motivatiepsychologie onderscheid gemaakt tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie (Deci & Ryan 1985; Ryan & Deci, 2000). Intrinsieke motivatie verwijst naar het uitvoeren van een activiteit, omdat ze op zich leuk of interessant is voor de persoon in kwestie. Bij extrinsieke motivatie wordt gedrag vertoond omwille van een uitkomst die buiten de activiteit gelegen is. Derde dimensie vitaliteit: veerkracht Veerkracht is een dynamisch en lerend proces, waarbij mensen terugveren (of herstellen) na een negatieve gebeurtenis en weer doorgaan met het dagelijkse leven (Windle 2011; DiCorcia & Tronick 2011; Dyer & McGuinness 1996). Dit proces wordt beïnvloed door zogenaamde ‘beschermende factoren’, ofwel competenties (Dyer & McGuinness 1996; Cabanyes Truffino 2010). Voorbeelden van deze competenties zijn het fysiek en mentaal in staat zijn om met problemen die men tegenkomt om te gaan, maar ook effectieve coping strategieën en een goed probleemoplossend vermogen. Op basis van deze definitie worden vitale mensen gekenmerkt door het bruisen van energie, het vermogen hebben om na een negatieve gebeurtenis het leven weer op te pakken en gemotiveerd zijn. Uit eerder onderzoek is gebleken dat vitaliteit een redelijk stabiele maat over de tijd is (Strijk 2012). Hoewel het concept vitaliteit zoals hierboven staat gedefinieerd nog niet in onderzoeken is uitgetest, is te verwachten dat de dimensies veerkracht en motivatie redelijk stabiel zullen zijn over een korte tijd, zoals bij een sportevenement het geval is. Van de dimensie energie is daarentegen de verwachting dat deze het meest variabel is over de tijd. Om deze reden zal er gevraagd worden aan de bezoeker of het bijwonen van het sportevenement hem/haar een energieker gevoel geeft. Veerkracht en motivatie blijven derhalve ongemeten. Op basis van het bovenstaande hebben we de te meten indicatoren voor deze richtlijn in tabel 2.3 samengevat. Onder bezoekers zal het effect op energie (als dimensie van vitaliteit) worden gemeten, evenals leefstijlgedragingen en persoonskenmerken. Bij organisatoren wordt in beeld gebracht in welke mate actie ondernomen is om wenselijke effecten ten aanzien van leefstijl en vitaliteit en onder bezoekers te stimuleren.
10
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Tabel 2.3 Leefstijl en vitaliteit: dimensies en indicatoren 1. 2.
Energie (als dimensie van vitaliteit) Leefstijl a.
b.
c.
d.
a
Gezond eten x
Nadenken over belang
x
Effect op gedrag
Bewegen x
Nadenken over belang
x
Effect op gedrag
Roken x
Nadenken over belang
x
Effect op gedrag
Drinken (alcohol)
a
x
Nadenken over belang
x
Effect op gedrag
De norm alcohol voor mannen is 2 glazen per dag en voor vrouwen 1 glas per dag. Beneden de 18
jaar geen enkel glas.
2.2
Hoe wordt gemeten? Twee deelprojecten De data wordt verzameld via twee verschillende onderzoeksmethoden welke aanvullend zijn aan elkaar. Dat zijn: 1.
Interview met de evenementenorganisator (na het evenement);
2.
Enquête onder bezoekers (face-to-face of via internet).
De kwalitatieve informatie die door middel van de interviews wordt verzameld vormt de context waarbinnen de gegevens uit de bezoekersenquête moeten worden geïnterpreteerd. Deelnemers in plaats van bezoekers Bij evenementen die relatief veel deelnemers trekken en relatief weinig bezoekers, kan overwogen worden om in plaats van het bezoekersonderzoek een onderzoek onder deelnemers te organiseren. Bij deelnemersonderzoek kan men gebruikmaken van een groot deel van de informatie die in voorliggend rapport is opgenomen. Afbakening Met het oog op de praktische uitvoerbaarheid van het onderzoek (i.c. het voorkomen van een te omvangrijk project waardoor het voor (kleine) evenementen minder aantrekkelijk is om te evalueren) is gekozen voor deze twee deeltrajecten. Tijdens het interview met de organisator van het evenement wordt het onderzoeksgebied afgebakend. Daarin wordt bepaald wat er onder sportevenement wordt verstaan (alleen hoofdevenement of ook projecten in aanloop naar het evenement).
11
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
3.
Interviews met organisator
3.1
Inleiding
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Er zijn twee interviews met de organisator van het evenement. Eenmaal voorafgaand aan het evenement en eenmaal na afloop. Effecten op het gebied van leefstijl en vitaliteit laten zich niet makkelijk alleen in cijfers vangen. Ook om de cijfermatige gegevens uit de deelnemersenquête op de juiste manier te kunnen interpreteren is het noodzakelijk om ook kwalitatieve gegevens te verzamelen door middel van interviews. Afhankelijk van (de omvang van) het evenement is het voorstelbaar dat de interviews niet alleen met de organisator plaatsvinden, maar ook met andere betrokkenen zoals professionals van de sportbond, gemeente of provinciale sportraad kunnen. Op die manier ontstaat er een scherper en vollediger beeld van de ins en outs van het evenement. Interviews kunnen door de organisator worden ervaren als een ‘extra’ activiteit die bij zijn waarschijnlijk toch al volle agenda komt. Maar medewerking aan de interviews levert de organisator ook wat op. Het interview voorafgaand aan het evenement helpt om bewust na te denken welke doelstellingen er zijn op het gebied van leefstijl en vitaliteit en welke activiteiten daaraan gekoppeld (kunnen) worden. Op dat moment is er nog kans voor eventuele bijsturing. Bovendien worden de verwachtingen en praktische zaken ten aanzien van het onderzoek besproken. Dat scheelt later werk en vergroot de kans op tevredenheid aan het einde van het onderzoek. In het tweede interview blikken we terug op het evenement. De resultaten van dat gesprek kunnen door de organisator gebruikt worden voor de (interne) evaluatie van het evenement. Het onderzoek helpt tevens om gericht te kijken of de ondernomen activiteiten daadwerkelijk bijdragen aan de doelstellingen en daarmee verkrijgt ook de organisator inzicht in wat wel en wat niet werkt. Beschikbare middelen kunnen op die manier in de toekomst zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet.
3.2
Interview vóór evenement Timing Het interview, bij voorkeur face to face, dient ruim voorafgaand aan het evenement plaats te vinden, zodat de organisator zich niet (teveel) belast voelt door de (tijds)druk van het naderende evenement. We raden aan om anderhalf uur in te plannen voor het interview en om de vragenlijst voorafgaand aan het gesprek op te sturen zodat de organisator zich kan voorbereiden en eventuele gegevens vast kan verzamelen. Gespreksonderwerpen Om de effecten van een sportevenement te kunnen vaststellen is het van belang om het ‘sportevenement’ te definiëren. Wat wordt wel en wat wordt niet tot het evenement gerekend? Bij grootschalige topsportevenementen ziet men bijvoorbeeld vaak dat er naast c.q. geïnspireerd op de organisatie van het topsportevenement veel andere initiatieven ontplooid worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan breedtesportevenementen, een cultureel programma en een congres voor de zakelijke markt. De volgende thema’s komen tijdens het eerste interview aan bod. Hier worden de thema’s globaal beschreven, voor het interviewformat, zie bijlage 2.
12
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Basiskenmerken sportevenement Om de effecten van een sportevenement te kunnen vaststellen is het van belang om het ‘sportevenement’ te definiëren. Wat wordt wel en wat wordt niet tot het evenement gerekend? Bij grootschalige topsportevenementen ziet men bijvoorbeeld vaak dat er naast c.q. geïnspireerd op de organisatie van het topsportevenement veel andere initiatieven ontplooid worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan breedtesportevenementen Om de context te bepalen moeten de basiskenmerken van het sportevenement duidelijk zijn. Het moet duidelijk worden wat in de rest van het onderzoek wordt verstaan onder ‘sportevenement’. Naast een duidelijke omschrijving en afbakening hiervan moet een aantal belangrijke kenmerken van het sportevenement in kaart worden gebracht als: type sport, verwachte aantal bezoekers/deelnemers, aantal vrijwilligers en of het een eenmalig of jaarlijks evenement is. Stakeholders en samenwerking Het is belangrijk om in kaart te brengen wie de belangrijkste stakeholders zijn en welke relatie er tussen hen onderling en het sportevenement bestaat. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om overheden, sportaanbieders, bedrijfsleven, maatschappelijk partners, et cetera. Doelstellingen op het gebied van leefstijl en vitaliteit Het realiseren en/of versterken van effecten op het gebied van leefstijl en vitaliteit heeft de meeste kans wanneer daar van te voren door de evenementenorganisator bewust op wordt ingezet. Hierbij is het van belang om de volgende vragen aan de evenementenorganisator voor te leggen: 1.
Welke doelstellingen er zijn op het gebied van leefstijl en vitaliteit?
2.
Welke activiteiten kunnen daaraan gekoppeld worden op basis van de inspiratielijst?
Verwachtingen Vooraf de verwachtingen helder maken schept duidelijkheid voor zowel de onderzoeker als de organisator. Verwachtingen over de uitkomsten en effecten van het sportevenement, maar tevens over het onderzoek. Deze informatie helpt ook om aan het einde van het gesprek praktische afspraken te maken. Praktisch: onderzoek Aan het einde van het gesprek moet een aantal praktische zaken worden afgesproken. Er moet een keuze gemaakt worden tussen een face to face enquête onder bezoekers of een online variant daarvan (de afwegingscriteria komen in het volgende hoofdstuk aan bod). De onderzoeker heeft hierin een sterk adviserende rol. Ook dient afgestemd te worden wat van de organisator verwacht wordt om de bezoekersenquête succesvol te laten verlopen. De ervaring leert dat het positief werkt wanneer enquêteurs kunnen beschikken over kleding (pet, T-shirt) en/of een badge waaruit blijkt dat zij bij het evenement betrokken zijn. Met de organisator dient ook de plaats van enquêteren afgestemd te worden. Niet overal is het interviewen van bezoekers wenselijk. Daarnaast moet de definitieve vragenlijst worden vastgesteld en afspraken worden gemaakt over wijze van rapportage en deadlines. Indien
13
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
mogelijk is het raadzaam om direct het tweede interview, na afloop van het evenement, in te plannen. Inspiratielijst In bijlage 1 is een reeks van adviezen opgenomen die de organisator kan gebruiken als een praktisch handvat om van een sportevenement een vitale omgeving te maken. Deze inspiratielijst bevat ideeën die evenementenorganisatoren zouden kunnen toepassen om de leefstijl en vitaliteit van hun bezoekers te kunnen stimuleren. Aanbevolen wordt om samen met de organisator de zogenaamde inspiratielijst door te nemen en daarvan een fysiek of digitaal exemplaar te overhandigen. Deze lijst bevat praktische adviezen om positieve effecten op het vlak van leefstijl en gezondheid te bevorderen.
3.3
Interview na evenement Timing Na afloop van het evenement vindt nogmaals een interview plaats met de organisator. Ook voor dit interview geldt dat andere personen die betrokken waren bij de organisatie aan dit gesprek deelnemen. Dit interview heeft een evaluerend karakter. Ook hier geldt dat dit interview (of groepsgesprek) bij voorkeur face-to-face plaatsvindt en dat er anderhalf uur wordt ingepland. Het verdient de voorkeur om het interview met de organisator te plannen wanneer de resultaten van het bezoekersonderzoek gereed zijn. Deze kunnen dan worden besproken en kunnen, samen met de organisator, verbanden worden gelegd tussen de organisatie van het evenement enerzijds en de resultaten van het bezoekersonderzoek anderzijds. Met name wanneer een externe projectleider bij de organisatie betrokken is, is het van belang het gesprek goed te timen. Dergelijke personen zullen frequent kort na het evenement taken afronden en daarna afscheid nemen. Gespreksonderwerpen De volgende thema’s komen tijdens het tweede interview aan bod. Hier worden de thema’s globaal beschreven, voor de checklist voor het interview, zie bijlage 2. Basiskenmerken Het daadwerkelijke aantal bezoekers/deelnemers kan nu worden vergeleken met de verwachte aantallen. Indien er sprake is van ticketverkoop en een ‘gesloten evenemententerrein’, dan is het vaststellen van het aantal bezoekers eenvoudig. Wanneer het evenement echter in de openbare ruimte plaatsvindt en er geen bezoekersregistratie plaatsvindt, dan zal er een schatting gemaakt moeten worden. Startpunt kan een indicatie van de organisator zelf zijn. Deze kan vervolgens in perspectief worden geplaatst door waarnemingen van de onderzoeker(s) en door het inwinnen van informatie van derden (zoals politie of betrokken gemeenteambtenaren). Wellicht is er sprake van bijzondere omstandigheden die de onderzoeksresultaten beïnvloeden (extreme omstandigheden, ongeregeldheden of het samenvallen van het evenement met een (andere) onvoorziene gebeurtenis).
14
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Stakeholders en samenwerking Van grote invloed op het verloop van het sportevenement is de samenwerking met de stakeholders. Er wordt ingegaan op hoe de samenwerking is verlopen, wat er goed ging en wat niet. Doelstellingen leefstijl en vitaliteit De evenementenorganisator heeft voorafgaand aan het evenement doelstellingen geformuleerd op het gebied van leefstijl en vitaliteit [zie hoofdstuk 3]. Als er effecten zijn opgetreden is het van belang om na te gaan of deze gekoppeld kunnen worden aan specifieke activiteiten of kritische succesfactoren. Resultaten/tevredenheid Is de evenementenorganisator tevreden over het verloop en de resultaten van het sportevenement ten aanzien de beoogde effecten? Wat zijn verbeterpunten voor een volgende editie? Interessant is ook de vraag of de organisator mogelijkheden ziet om effecten te vergroten? En zo ja, hoe en op welke gebieden? Praktisch: onderzoek Er moeten afspraken worden gemaakt over de rapportage en verspreiding van de resultaten. De organisator en de onderzoeker bepalen wanneer alles afgerond moet zijn en op welke manier betrokken stakeholders (waaronder de geënquêteerden) geïnformeerd worden. Tot slot In de voorbereiding op de interviews is het handig om de volgende checklist na te lopen: x
Informeer de geïnterviewde over het doel van het gesprek.
x
Bevestig de datum, tijd en locatie van het interview per mail.
x
Stuur de vragenlijst ter voorbereiding alvast op. Vraag naar aanleiding daarvan of alle juiste personen zijn uitgenodigd voor het gesprek. Indien een extra persoon/personen moeten worden uitgenodigd, licht hen in en maak eventueel een nieuwe afspraak.
x
Geef duidelijk aan welke voorbereiding (verzamelen van welke gegevens) gewenst is.
x
Geef vooraf aan op welke manier beide interviews verwerkt zullen worden in de uiteindelijke rapportage. Biedt daarbij aan om een gespreksverslag te maken die de geïnterviewde kan nalezen.
15
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
4.
Bezoekersenquête
4.1
Inleiding
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Er dient, samen met de evenementenorganisator en eventuele (andere) opdrachtgever, een keuze te worden gemaakt voor het face to face enquêteren van bezoekers en/of het enquêteren van bezoekers via internet. In beide gevallen wordt een identieke gestructureerde vragenlijst gebruikt. Face to face enquêteren vindt na afloop van het evenement plaats. Bezoekers dienen zoveel mogelijk bij het verlaten van de evenementenlocatie geënquêteerd te worden. De online vragenlijst wordt na het evenement ingevuld. De voornaamste voor- en nadelen van beide methoden zijn in tabel 4.1 beknopt weergegeven. Een nadeel van het inzetten van beide methoden is dat bezoekers twee maal voor medewerking aan het onderzoek benaderd worden, hetgeen mogelijk tot wrevel kan leiden. Het verdient de voorkeur te kiezen tussen één van de twee methoden. Tabel 4.1 Voor- en nadelen per methode datacollectie Online
Face to face
Grip op steekproefomvang
-
+
Feeling bij evenementbeleving
-
+
Vragen toe kunnen lichten
-
+
Persoonlijk
-
+
Mogelijkheid meeluisteren organisator
-
+
a
-
+
Kostenefficiency (data-entry)
+
-
Minder sociaal wenselijke antwoorden
+
-
Respondent kan tijdstip zelf bepalen
+
-
Complexe vragenlijst mogelijk
+
-
Snelle verwerking van gegevens
+
-
Representatief
a
Niet elke bevolkingsgroep is in dezelfde mate online actief
Wanneer er face to face geënquêteerd wordt en de antwoorden worden tijdens het gesprek meteen digitaal verwerkt (enquêteur vult antwoorden in via een app of via een online antwoordformulier), dan vervallen twee nadelen van deze methode (kostenefficiency en snelle verwerking van gegevens). Het belangrijkste criterium voor de keuze tussen face to face en/of online enquêteren is de beschikbaarheid van bezoekersgegevens. Als e-mailadressen van alle bezoekers van het evenement geregistreerd worden, dan biedt dat goede mogelijkheden om hen via een e-mail uit te nodigen voor een online enquête. Indien dit niet voorhanden is, dan kan face to face enquêteren de voorkeur krijgen. Alles bij elkaar genomen wordt door ons de voorkeur gegeven aan face to face enquêtes.
16
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
4.2
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Face to face tijdens evenement Het face to face onderzoek tijdens het evenement moet tot in detail gepland worden. De enquêteurs moeten gebriefd (en gedebriefd) worden, zij moeten herkenbaar zijn en precies weten waar ze moeten staan en hoeveel goed ingevulde enquêtes ze moeten opleveren. De enquêteurs moeten geïnstrueerd worden over het benaderen van de respondenten. Ook vooraf moet het draaiboek concreet gemaakt worden met taken, namen en telefoonnummers. Voor het veldwerk moet duidelijk zijn, wie waar en wanneer een bepaald aantal goed ingevulde enquêtes moet kunnen leveren.
4.3
Via internet na evenement De vragenlijst dient voor deze methode van gegevensverzameling te worden geprogrammeerd op een website. Onderzoekers kennen de mogelijkheden.1 Het verdient de voorkeur om de bezoekers per e-mail persoonlijk uit te nodigen. Ook is het verzenden van een reminder na een week tot tien dagen aan te bevelen (bij voorkeur aan degenen die op dat moment nog geen volledige vragenlijst hebben afgerond). De periode van gegevensverzameling bedraagt doorgaans twee tot drie weken. De vragenlijst op een (openbare) website ter beschikking stellen verdient niet de voorkeur omdat deze dan ook beschikbaar is voor personen die niet tot de onderzoeksdoelgroep (evenementenbezoekers) gerekend worden.
4.4
Uitvoering Er dienen minimaal 385 compleet en correct afgeronde enquêtes gerealiseerd te worden. De compositie van de steekproef (beïnvloed door de manier van steekproeftrekken dan wel de selectie van respondenten tijdens het veldwerk) is minstens zo belangrijk. Bij de planning van het veldwerk dient er daarom voldoende aandacht uit te gaan naar het selecteren van respondenten. Aandachtspunten hierbij zijn spreiding over dagen (bij meerdaagse evenementen), tijden van enquêteren tijdens het evenement (verspreid over de dag) en de selectie van potentiele respondenten (zoals elke derde passant). Aanbevolen wordt om responsverhogende maatregelen te treffen. Bijvoorbeeld het organiseren van een loterij onder respondenten. Het kan voordelen bieden om het onderzoek (deels) te laten verzorgen door een onderwijsinstelling met ervaring op het vlak van evenementenevaluaties. Dit kan kostenbesparend werken omdat de inzet van studenten (en docenten) vaak goedkoper is dan de inhuur van professionals van een (commercieel) onderzoeksbureau.2 Samenwerking met
1
Desgewenst kan bij de auteurs hierover advies ingewonnen worden.
2
Commerciële onderzoeksbureaus beschikken doorgaans ook over ervaren enquêteurs, al dan niet gecertificeerd door MOA, Center for Information Based Decision Making & Marketing Research (de vereniging van bedrijven en instellingen in Nederland die zich bezighouden met marktonderzoek).
17
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
een onderwijsinstelling stelt daarentegen wel meer eisen aan (voorbereidings)tijd, afstemming en kwaliteitscontrole. De ervaring leert dat het uitvoeren van deze onderzoeken door studenten en docenten als zeer waardevol wordt beschouwd. Onderzoekservaring in de praktijk is een goede aanvulling op de theorie. Bovendien staat het meewerken aan een dergelijk onderzoeksproject mooi in een portfolio van docenten en studenten. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 3. Deze kan (beperkt) worden uitgebreid. Hierbij is het met name van belang dat de vragenlijst niet te lang wordt.3
3
18
Een richtlijn die gehanteerd kan worden is dat het afnemen van de enquête niet langer dan acht minuten mag duren.
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
5.
Rekenen en rapporteren
5.1
Inleiding
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de resultaten tot stand komen (‘rekenen’). Ook wordt een voorstel gedaan voor de opbouw van het rapport waarin verslag wordt gedaan van het onderzoek (‘rapporteren’).
5.2
Rekenen ‘Rechte tellingen’ (frequentie en procentuele verdeling van het voorkomen antwoorden per vraag) en rekenkundige gemiddelden zijn het meest voor de hand liggend en zijn al zeer informatief. Eventueel kunnen de uitkomsten worden uitgesplitst naar bepaalde doelgroepen (bijvoorbeeld mannen/vrouwen, wel/niet voldoen aan beweegnorm). Dat is mede afhankelijk van de wens van de opdrachtgever. De enquêtes worden verwerkt met behulp van SPSS of MS Excel. Beweegnorm Op basis van de vragenlijst kan per respondent worden vastgesteld of voldaan wordt aan de beweegnorm. Het voldoen aan de Nederlandse Beweegnorm Gezond Bewegen kan berekend worden door op te tellen hoeveel dagen per week een persoon voor minimaal 30 minuten per week matig actief is.4 Ook de Body Mass Index (BMI) van bezoekers kan worden vastgesteld en geclassificeerd.5
5.3
Rapporteren De hoeveelheid gegevens die met het interview en de enquêtes wordt gegenereerd biedt veel analysemogelijkheden. Ieder onderzoek kan daarin zijn eigen keuzes maken en accenten leggen. Ten behoeve van de rapportage kunnen er echter op voorhand belangrijke kernresultaten geïdentificeerd worden. Geadviseerd wordt om deze resultaten en uitkomsten in een rapportage op te nemen. We presenteren een inhoudsopgave met korte toelichting.
4
Norm volwassenen (vanaf 18 jaar): ≥ 5 dagen per week, minimaal 30 minuten matig actief: voldoet aan norm < 5 dagen per week, minimaal 30 minuten matig actief: voldoet niet aan norm Norm bewegen jeugd (< 18 jaar): ≥ 5 dagen per week, minimaal 60 minuten matig actief: voldoet aan norm < 5 dagen per week, minimaal 60 minuten matig actief: voldoet niet aan norm 5 BMI = lichaamsgewicht (in kg)/lichaamslengte2 (in meter). <25= normaal gewicht, 25-30= matig overgewicht en >30= ernstig overgewicht (obesitas).
19
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Hoofdstuk 1 INLEIDING
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
1.
Aanleiding onderzoek (eventueel opdrachtgeverschap, doel onderzoek)
2.
Onderzoeksverantwoording (methodebeschrijving waarin onder andere uitvoerende partijen, keuze voor face-toface interviews of digitaal, respondenten interviews organisator, respons, manier van data-analyse)
Hoofdstuk 2 CONTEXT
3.
Leeswijzer
1.
Beschrijving evenement (onder andere type, bezoekersaantallen, financiering, stakeholders, gebruikte definitie evenement in onderzoek)
2.
(eventuele) Doelstellingen leefstijl en vitaliteit
3.
Verloop evenement (eventuele bijzondere
1.
Resultaten energie (vitaliteit)
2.
Resultaten gezond eten
3.
Resultaten bewegen
4.
Resultaten roken (indien van toepassing)
5.
Resultaten drinken (indien van toepassing
6.
Overige resultaten
7.
Eventuele kruistabellen over verbanden tussen
1.
Conclusie (op basis enquêtes en interviews samen. Wat
omstandigheden) Hoofdstuk 3 RESULTATEN
verschillende zaken. Hoofdstuk 4 CONCLUSIE
zijn de effecten op gebied van leefstijl en vitaliteit? Wat zijn de kritische succesfactoren? Welke verbanden zijn er eventueel te zien?)
BIJLAGEN
2.
Aanbevelingen
1.
Vragenlijsten (enquête en interviews met organisator)
In het hoofdstuk met de resultaten dienen de volgende kerncijfers opgenomen te worden. Waar een percentage wordt vermeld is het van belang dat ook de steekproefgrootte (n) vermeld wordt. Tabel 5.1 Kerncijfers voor dimensies en indicatoren 1. 2.
Energie Leefstijl a.
Gezond eten I. II.
b.
II. c.
% (helemaal) eens vraag 3
Effect op gedrag
% (helemaal) eens vraag 4
Nadenken over belang
% (helemaal) eens vraag 5
Effect op gedrag
% (helemaal) eens vraag 6
Roken I. II.
d.
Nadenken over belang
Bewegen I.
20
% (helemaal) eens vraag 13
Nadenken over belang
% (helemaal) eens vraag 8
Effect op gedrag
% (helemaal) eens vraag 9
Drinken (alcohol)
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
I. II.
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Nadenken over belang
% (helemaal) eens vraag 11
Effect op gedrag
% (helemaal) eens vraag 12
Naast het beschrijven en kwantificeren van de effecten dient de onderzoeker aan te geven in welke mate de organisator heeft ingezet op het genereren van positieve effecten. De mate waarin een organisator (samen met belanghebbenden) inzet of het stimuleren van positieve effecten en het afwenden van negatieve effecten wordt aangeduid met de term activatie. De onderzoeker dient zich hierbij met name op de resultaten van de interviews met de organisator te baseren. Hiervoor is derhalve geen cijfermatige berekening mogelijk. Er worden vijf categorieën onderscheiden: zeer zwak, zwak, noch zwak, noch sterk, sterk en (zeer) sterk. Afhankelijk van eventuele doelstellingen van de organisator kunnen bepaalde onderdelen meer of minder aandacht krijgen. Wanneer er bijvoorbeeld een duidelijke doelstelling is om door middel van het evenement een bepaalde doelgroep te inspireren om te gaan sporten, kan daar in de analyse en rapportage meer aandacht aan worden besteed. Peer-review Optioneel is het onderzoeksproces en de rapportage te laten beoordelen voor een expert. Dit gebeurt door middel van een peer-review. Deze wordt uitgevoerd door een lid van de WESP. De opdrachtgever en/of opdrachtnemer (uitvoerder onderzoek) geven de reviewer onvoorwaardelijk inzicht in c.q. toegang tot alle gegevens (o.a. databestanden en tussentijdse resultaten). Afspraken over de publicatie en het gebruik van de data worden voorafgaand aan de review gemaakt. Delen van resultaten Het is gewenst dat de WESP een rapport van het onderzoek ontvangt, zowel op papier als digitaal. Indien mogelijk geldt hetzelfde voor het databestand. Het rapport kan dan op de website van de WESP worden geplaatst, hetgeen de verspreiding van kennis ten goede komt.
21
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Literatuur Britton, A. & McPherson K (2002). Monitoring the progress of the 2010 target for CHD Mortality: estimated consequences on CHD incidences and mortality from changing prevelence of risk factors. London: National heart Forum. Cabanyes Truffino J (2010). Resilience: an approach to the concept. Rev. Psiquiatr. Salud. Ment. (Barc.) 2010;3(4):145-151. Clark, M. & Brownell, R. (2012). The Obesity Games. The inside track on the marketing strategies of Olympic food and soft drink sponsors, and the sponsorship deals behind them. London: Children’s Food Campaign. Deci EL, Ryan RM (1985). Intrinsic motivation and self-determination in human behavior. New York: Plenum [http://selfdeterminationtheory.org/theory] Department of Health (2004). At least five a week: evidence on the impact of physical activity and its relationship with health. A report from the Chief Medical Officer. London: Department of Health. DiCorcia JA, Tronick E (2011). Quotidian resilience: exploring mechanisms that drive resilience from a perspective of everyday stress and coping. Neuroscience and biobehavioral reviews 2011;35:1593-1602. Dyer JG, McGuinness MT (1996). Resilience: analysis of the concept. Archives of psychiatric nursing 1996; 5:276-282. Kalmthout, J. van (2012). Gezonde sportkantine? Verkenning bij sportbestuurders. Utrecht: Mulier Instituut. Kemper H.G.C., Ooijendijk W.T.M., Stiggelbout M. (2000). Consensus over de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen. Tijdschr Soc Gezondheidsz 2000; 78: 180-183. Kvaavik E, Batty D, Ursin G, Hyxley R, Gale CR (2010). Influence of individual and combined health behaviors on total and cause-specific mortality in men and women: the United Kingdom Health and Lifestyle Survey. Arch Intern Med; 170:711-718 Lyubomirsky S (2007). The how of happiness: A practical guide to getting the life you want. London; Sphere. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2005). Nota Tijd voor Sport, bewegen, Meedoen, Presteren. Den Haag: VWS. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2011). Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid. Den Haag: VWS,2011.
22
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Myint PK, Welch AA, Bingham A, Surtees PG, Wainwright NW, Luben RN et al (2007). Fruit and vegetable consumption and self-reported functional health in men and women in the European Prospective Investigation into Cancer-Norfolk (EPIC-Norfolk): a population-based cross-sectional study. Public Health Nutrition; 10: 34-41 Ryan RM, Deci EL (2000). Intrinsic and Extrinsic Motivations: Classic Definitions and New Directions. Contemporary Educational Psychology 2000: 25;54–67 Ryan RM, Deci EL (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American psychologist 2000;55(1):68-78. STAP (2005). Sportsponsoring door alcoholproducenten: accepteren of reguleren? Een onderzoek naar de attitude van sportbonden ten aanzien van een (mogelijk) wettelijk verbod op alcoholsponsoring. Utrecht: Stichting Alcoholpreventie. STAP (2009). Alcohol en sportsponsoring: Hoe sterk verweven? Utrecht: Stichting Alcoholpreventie. Strijk JE (2012). The (cost-) effectiveness of a lifestyle intervention in order to improve older workers vitality. The Vital@Work study. Amsterdam: Academisch proefschrift. Strijk JE, Proper KI, van der Beek AJ, van Mechelen W (2009). The Vital@Work Study. The systematic development of a lifestyle intervention to improve older workers' vitality and the design of a randomised controlled trial evaluating this intervention. BMC Public Health 2009;9:408. Strijk JE, Wendel-Vos GCW, Hendriksen I, Hoeymans N, van den Brink C, Picavet S, Bernaards C, Hildebrandt VH (2013). Hoe vitaal is Nederland? Een voorstel voor een definitie om vitaliteit te meten. Een gezamelijke rapportage van TNO en RIVM. Van Duyn MA & Pivonka E (2000). Overview of the health benefits of fruit and vegetable consumption for the dietetics professional: selected literature. Journal of the American Dietetic Association; 100:1511-1521 Van Vuuren T (2011). Vitaliteitsmanagement: je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden! Oratierede, Open Universiteit, 16 September 2011. Windle G. (2011). What is resilience? A review and concept analysis. Reviews in clinical gerontology 2011;21:152-169. World Health Organization (2002). The World Health Report, reducing risks, promoting healthy life. Copenhagen: WHO.
23
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Bijlage 1: Inspiratielijst voor organisator Als organisator kunt u mogelijk bijdragen aan een positief effect van het sportevenement op de bezoekers. Dit kunt u doen door de bezoekers te inspireren om in ieder geval tijdens het evenement een gezonde leefstijl aan te nemen en ze daarbij wellicht aan te zetten om na het bezoeken van het evenement bijvoorbeeld meer te gaan bewegen in het dagelijks leven, gezonder te eten (meer groente en fruit), minder te roken en excessief alcoholgebruik terug te dringen. Deze inspiratielijst is gebaseerd op de Beweeg Vriendelijke Omgeving Scan (BVO scan) van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Niet alle aspecten zijn op elk evenement van toepassing. Gezonde voeding stimuleren Om gezonde voeding tijdens een sportevenement extra onder de aandacht te brengen kunt u als evenementenorganisator meerdere acties ondernemen. Al deze acties hebben één gemeenschappelijk doel, namelijk de gezonde keuze de makkelijkste keuze laten zijn. Maar wat is nou de gezonde keuze? De gezonde keuze word gekenmerkt door producten met minder calorieën, verzadigd vet, suiker of zout bevatten. Voorbeelden hiervan zijn groente en fruit snacks, liga Evergreen en ontbijtkoek, maar ook light frisdranken en water. Om de gezonde voedingskeuze te stimuleren kunt u het aanbod van gezonde producten vergroten, gezonde producten labelen of de koop van gezonde producten stimuleren door middel van prijsstrategie. Hieronder staan de methodes kort beschreven. Labelen producten Een zeer zichtbare actie om gezonde voeding tijdens het evenement te stimuleren is het labelen van gezonde producten. Door het zichtbaar maken van bepaalde producten kunnen mensen een bewustere keuze maken. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door gezonde producten vooraan te zetten (in het zicht) of er een sticker op te plakken. Er zijn ook kant en klare gezonde producten te verkrijgen die al gelabeld zijn: deze bevatten ‘het vinkje’ (www.hetvinkje.nl). Het Vinkje maakt in één oogopslag duidelijk wat gezonde producten zijn. Het Vinkje is er in twee verschijningsvormen: je hebt de keuze uit het logo met het groene vinkje (basisproducten uit de Schijf van Vijf van het voedingscentrum: voor evenementen niet van belang) en het logo met het blauwe vinkje. Dit blauwe vinkje is voor sportevenementen van belang omdat deze op producten aanwezig zijn die geclassificeerd zijn als een verantwoord, en dus gezondere, tussendoortje, snack of frisdrank. Een laatste mogelijkheid die onder labeling valt is de energiewaarden van gehele producten te geven en deze te vertalen naar het aantal minuten dat mensen met moeten bewegen om deze energie weer te verbranden (bijvoorbeeld: 1 mars (270kcal) is 30 minuten traplopen).
24
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Vergroten aanbod gezonde keuze Verder zal het vergroten van het aanbod van gezondere producten in snackautomaten of in de restauratie de verkoop van deze producten bevorderen. Bijvoorbeeld door met name calorie loze (fris-)dranken in de restauratie of het automaat (zoals hiernaast weergegeven) aan te bieden . Prijsbeleid Onderzoek heeft aangetoond dat prijsstrategieën en labelen zeer effectief zijn om de keuze voor ongezonde producten te ontmoedigen of de keuze van gezonde producten juist te stimuleren. Ongezonde producten (bijvoorbeeld vette snacks en suikerhoudende frisdranken) kunnen worde ontmoedigd door deze duurder aan te bieden. De aanschaf van gezonde producten kunnen juist gestimuleerd worden door deze goedkoper aan te bieden. Deze strategieën zijn ook effectief in snackautomaten. Promotiecampagnes voor sporten, beweging en gezonde voeding Om sport en bewegen in het dagelijks leven te stimuleren bij de bezoekers van een sportevenement kan de evenementenorganisator promotiecampagnes van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) gebruiken. Het NISB heeft wisselende promotiecampagnes om sport en bewegen in de Nederlandse bevolking te stimuleren. Voor de meest up to date campagne materialen dient de website van het NISB geraadpleegd te worden (www.nisb.nl). De promotiecampagnes zijn er met name op gericht op bewustzijn en kennis te vergroten rondom sporten en bewegen in het dagelijks leven, waarvoor poster en folders beschikbaar zijn. Een bekend promotieprogramma van het NISB is 30minutenbewegen (www.30minutenbewegen.nl), waarbij het stimuleren van het voldoen aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB: minimaal vijf dagen in de week, 30 minuten matig intensief bewegen) centraal staat. Rondom deze campagne zijn ook gadgets te verkrijgen via www.nisb.nl, zoals een stappenteller om bewegen te stimuleren in het dagelijks leven, zadelhoesjes voor de fiets en frisbees. Hieronder staat een selectie aangegeven van promotiemateriaal van het NISB die voor sportevenementen wordt aanbevolen. Titel 30minutenbewegen poster 30minutenbewegen poster
Omschrijving
Soort
Prijs
Te verkrijgen via:
30minutenbewegen
poster
€ 1.25 p.s.
http://www.nisb.nl/webshop
Poster
€ 3.02 bij 50
http://www.nisb.nl/webshop
poster 30minutenbewegen poster met witvlak voor
stuks
eigen informatie,
30 beweegtips
bijvoorbeeld over het
€ 1.53 bij 200
sportevenement
stuks
30 tips om (meer) te gaan bewegen. De
Flyer
€ 1.18 bij 100
http://www.nisb.nl/webshop
stuks
achterkant van de flyer is wit gelaten zodat deze
25
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
ingevuld kan worden met eigen informatie, bijvoorbeeld over het sportevenement Zadelhoesje
30minutenbewegen
Gadget
€ 3.13 p.s.
http://www.nisb.nl/webshop
Gadget
€ 8.50 p.s.
http://www.nisb.nl/webshop
Gadget
€ 2.63 p.s.
http://www.nisb.nl/webshop
Gadget
€ 6.00 p.s.
http://www.nisb.nl/webshop
gadget voor de fiets Stappenteller
30minutenbewegen gadget die stappen telt om bewegen in het dagelijks leven stimuleert
Frisbee
30minutenbewegen gadget: Opvouwbare frisbee, wordt geleverd in oranje hoesje.
T-shirt 30minuten
Oranje T-shirt 30minuten bewegen met plezier
Ook het stimuleren van ‘gezond vervoer’ kan worden beschouwd als een maatregel om een actieve leefstijl te bevorderen. Dit betreft bijvoorbeeld het promoten van de fiets door het zorgen voor een locatie die met de fiets goed bereikbaar is (o.a. veilige fietspaden, verlichting), vrijwilligers die op gevaarlijke punten fietsers assisteren met oversteken en het aanbieden van een (bewaakte) fietsenstalling en douches. Om gezonde voeding tijdens een sportevenement te stimuleren kan de evenementenorganisator promotiecampagnes van het voedingscentrum gebruiken. Deze zijn eenvoudig te bestellen via de website van het voedingscentrum (www.voedingscentrum.nl). Promotiecampagnes van het voedingscentrum bestaan primair uit folders en posters. Hieronder staat een selectie aangegeven van promotiemateriaal van het voedingscentrum die voor sportevenementen wordt aanbevolen. Titel Schijf van vijf folder
Omschrijving
Soort
Prijs
Te verkrijgen via:
Verantwoord gezond
Folder
Gratis
http://webshop.voedingscentrum.nl
poster
€ 3.00 p.s.
http://webshop.voedingscentrum.nl
Folder
Gratis te
http://webshop.voedingscentrum.nl
eten aan de hand van de schijf van vijf
Schijf van vijf poster
Verantwoord gezond eten aan de hand van de schijf van vijf
Groente- en Fruitwijzer
Nut en gezondheidseffecten van
downloaden
groente- en fruit (voedingsstoffen, seizoenen etc) Het nieuwe eten
Stap voor stap gezonder
Folder
Gratis
http://webshop.voedingscentrum.nl
Folder
Gratis
http://webshop.voedingscentrum.nl
Folder
Gratis
http://webshop.voedingscentrum.nl
eten Vetwijzer
Gezonder omgaan met vet
Vezelwijzer
26
Folder vol tips om
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
vezelrijk te eten Overgewicht
Folder met informatie
Folder
Gratis
http://webshop.voedingscentrum.nl
over overgewicht
27
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Bijlage 2: Topiclijst interviews organisator Onderstaande vragenlijsten dienen als basis voor gesprekken met de organisator. Uiteraard kunnen deze vragenlijsten worden uitgebreid en kan de onderzoeker doorvragen op bepaalde onderdelen waar nodig. INTERVIEW VOORAF Basiskenmerken sportevenement x
Wat voor type sportevenement spreken we over? (eenmalig of jaarlijks terugkerend, top en/of breedtesport)
x
Welke soort(en) sport wordt(en) er beoefend?
x
Hoe lang duurt het sportevenement?
x
Wat zijn de verwachte aantallen bezoekers/deelnemers? Waar is dat op gebaseerd? Wie worden er verwacht?
x
Hoe ziet de begroting & financiering eruit? (incl. eventuele subsidie en sponsoring)
x
Wat is de schaalgrootte/reikwijdte van het sportevenement? (lokaal, regionaal,
x
Wat is het (verwachte) mediabereik?
x
Worden er side-events georganiseerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, omschrijf het
nationaal, internationaal)
aantal en type afgeleide evenementen en activiteiten. x
Welke definitie hanteren we in dit onderzoek voor het begrip sportevenement? (alleen het hoofdevenement, of ook (enkele) side-events)
Stakeholders en samenwerking x
Wie zijn de belangrijkste stakeholders? Omschrijf de relatie met het sportevenement en onderling. (denk aan overheden, maatschappelijk partners, sportbonden, lokale sportaanbieders, bedrijfsleven, etc.)
Doelstellingen op het gebied van leefstijl en vitaliteit x
Zijn er doelstellingen ter bevordering van leefstijl en vitaliteit? Zo nee, waarom niet?
x
Zijn er activiteiten/side-events gekoppeld aan deze doelstellingen? Zo ja,
Zo ja, welke? omschrijven aan de hand van: doelgroep, organisatie, schaalgrootte, intensiteit en looptijd. Voor voorbeelden van activiteiten, zie de inspiratielijst. Verwachtingen x
Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de doelstelling(en) ter bevordering van leefstijl en vitaliteit?
x
Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van het totale evenement?
x
Wat zijn de verwachtingen met betrekking tot dit onderzoek? Wat moet het opleveren? In welke behoefte moet het voorzien?
Praktisch x
Hoe moet de data verzameld worden? (face to face enquêtes of digitaal na afloop)
x
Wat kan er vanuit de evenementenorganisatie worden bijgedragen aan respons verhogende maatregelen? (zoals cadeaubonnen, gadgets, etc.)
28
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
x
Wie gaat de enquêteurs benaderen, inlichten en aansturen? Kunnen zij rekenen op
x
Hoe verloopt het contact tussen organisator en onderzoeker(s)?
x
Wat wordt de definitieve vragenlijst?
x
Afspraken maken over tussentijds contact, aansturing, tweede interview, aanleveren
x
Hoe koppelen we de resultaten terug aan de stakeholders? Hoe worden de
kleding of een badge van het sportevenement waaruit blijkt dat zij betrokken zijn?
data, conceptrapport en definitieve rapport. respondenten op de hoogte gesteld van de resultaten? INTERVIEW NA AFLOOP Basiskenmerken x
Hoe is het evenement verlopen? (algemeen en daarna: financieel, mediabereik,
x
Wat zijn de daadwerkelijke bezoekersaantallen? (vergelijk met de verwachte
x
Is er sprake geweest van bijzondere omstandigheden die de onderzoeksresultaten
sfeer, prestaties (Nederlandse) topsporters, verloop side-events) aantallen en ga in op eventuele discrepanties) kunnen beïnvloeden? Zo ja, welke? Stakeholders en samenwerking x
Hoe is de samenwerking met de belangrijkste stakeholders verlopen? Welke kritische
x
Hoe hebben de platforms/netwerken gefunctioneerd? (indien opgericht) Wat zijn
x
Hoe is de uitvoering van de vrijwilligers verlopen?
succesfactoren zijn te onderscheiden? daarvan de effecten?
Doelstellingen leefstijl en vitaliteit x
Zijn de doelstellingen (indien gesteld) behaald? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?
x
Wat zijn daarbij kritische succesfactoren?
x
Hoe was de sfeer tijdens het sportevenement? (feestelijk, uitgelaten, gemoedelijk, grimmig, enthousiasmerend, etc.) (indien de definitie bestaat uit meerdere activiteiten, dan zo mogelijk per activiteit de sfeer beschrijven)
x
Welke bijzondere gebeurtenissen zijn opgevallen?
x
Vond er veel interactie plaats? (tussen bezoekers onderling, tussen sporters en
x
Zijn er nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan? Zo ja, welke en wat levert dat
bezoekers) Wat had deze interactie tot gevolg? op? Resultaten/tevredenheid x
Bent u tevreden over het verloop en de resultaten van het sportevenement? Licht
x
Wat zijn verbeterpunten voor een volgende editie?
x
Indien van toepassing: wat zijn mogelijkheden om de ontstane effecten (indien
toe.
aangetoond) te verstevigen dan wel vergroten voor een volgende editie/sportevenement?
29
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Praktisch x
Hoe en wanneer wordt het eindresultaat opgeleverd?
x
Hoe en wanneer worden de belangrijkste stakeholders geïnformeerd?
x
Worden de resultaten van het onderzoek breder gecommuniceerd? (in de media bijvoorbeeld) Zo ja, hoe en door wie?
Korte gestructureerde vragenlijst x
Graag per antwoord een korte toelichting
Kunt u aangeven in welke mate u het met de onderstaande stellingen eens bent? 1. De Inspiratielijst is toepasbaar voor sportevenementen 2. De Inspiratielijst droeg positief bij aan het realiseren van doelen ten aanzien van leefstijl en vitaliteit 3, Het aanbieden van gezonde producten al ik bij toekomstige sportevenementen zeker weer doen
Helemaal oneens
Oneens Neutraal
Eens
Helemaal eens
n.v.t.
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
Ja
Nee
n.v.t
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
7. Promotiecampagnes om roken te ontmoedigen
○
○
○
8. Promotiecampagnes om het drinken van alcohol te ontmoedigen
○
○
○
4. Het stimuleren van sporten en meer bewegen in he dagelijks leven tijdens sportevenementen zal ik bij toekomstige sportevenementen zeker weer doen Heeft u onderstaande acties ondernomen om het gezonde gedrag van de bezoekers te stimuleren? En kunt u hierbij een toelichting geven waarom wel of waarom niet? 1. Gezonde producten (zoals fruit- en groente snacks, non-alcoholische dranken etc) aanbieden 2. Prijsstrategie toegepast ten gunste van gezonde producten (zoals fruit- en groente snacks, non-alcoholische dranken etc) 3. Snack- en frisdrankautomaten aangepast om gezondere snacks- en frisdranken te stimuleren 4. Labelen van (on)gezonde producten 5. Promotiecampagnes (bijv. van NISB) om sport- en beweeggedrag te stimuleren 6. Promotiecampagnes (bijv. van voedingscentrum) om gezonde voeding te stimuleren
30
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Bijlage 3: Bezoekersenquête
Voor dat de enquête gebruikt wordt dient het volgende besloten en in de vragenlijst aangepast te worden: x
Omschrijving maatregel die respons bevordert (of die optie verwijderen);
x
Vragen verwijderen die voor het evenement in kwestie niet van toepassing zijn;
x
Definitie van het evenement.
Andere aandachtpunten: x
Elke vragenlijst voorzien van een unieke code (bijvoorbeeld de initialen van de enquêteur en een (volg)nummer);
x
Bij digitale enquête: zorgen dat alle (belangrijke) vragen verplicht moeten worden beantwoord (anders loop je risico op teveel half ingevulde en daarmee onbruikbare vragenlijsten).
x
Wanneer de vragenlijst wordt toegepast op deelnemers in plaats van bezoekers kan waar bezoeker staat vervangen worden door deelnemer. Als extra vraag kan toegevoegd worden een omschrijving van die deelname (welke activiteit)
x
De vragenlijst kan worden uitgebreid met een aantal open vragen. Die vragen leveren kwalitatieve data op. Dat kost meer tijd in de analyse en er moet vooraf besloten worden of daar tijd en ruimte voor is. Een optie is bijvoorbeeld om aan het einde van de vragenlijst ruimte te geven voor opmerkingen.
x
In het geval van een gesloten vraag kan de enquêteur de respondent de antwoordmogelijkheden voorleggen (zoals een schaal; zeer mee eens – zeer mee oneens).
Goedendag mevrouw/meneer, Wij willen u graag namens
enkele vragen stellen over uw bezoek aan <evenement>. Het duurt ongeveer zes minuten en u kunt anoniem meedoen. Doet u ook even mee? U maakt dan kans op . Een korte toelichting. Deze vragenlijst gaat over <evenement>. Hieronder wordt verstaan <definitie van evenement>. Tenzij anders aangegeven is er één antwoord op de vraag mogelijk.
31
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Progr: Hier de door de organisator ondernomen activiteiten ter bevordering van een gezonde leefstijl opnemen. 1. Welke van de onderstaande zaken heeft u tijdens het bezoek aan het sportevenement gezien of opgemerkt? x
x
x
x
Et cetera
Progr: Hier de opgemerkte activiteiten opvoeren 2. In hoeverre vond u dat er op deze activiteiten voldoende of onvoldoende is ingezet? Voldoende
Neutraal
Onvoldoende
x
o
o
o
x
o
o
o
x
o
o
o
x
Et cetera
Kunt u aangeven in welke mate u het eens bent met de volgende negen stellingen? 3. Door het bezoeken van dit sportevenement ben ik na gaan denken over het belang van gezond eten, bijvoorbeeld meer groente en fruit en minder vet. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
Als voorgaande vraag is ‘Eens’ of ‘Helemaal eens’ 4. Door het bezoeken van dit sportevenement ga ik gezonder eten, bijvoorbeeld meer groente en fruit en minder vet. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
5. Door het bezoeken van dit sportevenement ben ik na gaan denken over het belang van meer bewegen in mijn dagelijkse leven. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
32
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
Als voorgaande vraag is ‘Eens’ of ‘Helemaal eens’ 6. Door het bezoeken van dit sportevenement ga ik meer bewegen in mijn dagelijkse leven. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
7. Rookt u? x
Ja
x
Nee
8. Als voorgaande vraag is ‘Ja’Door het bezoeken van dit sportevenement ben ik na gaan denken over stoppen/minderen met roken. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
Als voorgaande vraag is ‘Eens’ of ‘Helemaal eens’ 9. Door het bezoeken van dit sportevenement ga ik minder roken. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
10. Hoeveel glazen alcohol drinkt u gewoonlijk per week? x
Aantal: ___________________
Als voorgaande vraag is >1 11. Door het bezoeken van dit sportevenement ben ik na gaan denken over stoppen/minderen met het drinken van alcohol. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
33
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
Richtlijnenhandboek Leefstijl & vitaliteit
Als voorgaande vraag is ‘Eens’ of ‘Helemaal eens’ 12. Door het bezoeken van dit sportevenement ga ik minder alcohol drinken. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
13. Door het bezoeken van dit sportevenement voel ik mij nu energieker, dan voor het bezoeken van het evenement. x
Helemaal oneens
x
Oneens
x
Neutraal
x
Eens
x
Helemaal eens
x
n.v.t.
Enq: voor <18 jaar: 30 minuten wijzigen in 60 minuten 14. De volgende vraag gaat over lichaamsbeweging, zoals bijvoorbeeld wandelen, fietsen, tuinieren, sporten of beweging op het werk. Het gaat om alle lichaamsbeweging die tenminste even inspannend is als stevig doorlopen of fietsen en mag opgebouwd zijn in blokken van tenminste 10 minuten. Op gemiddeld hoeveel dagen per week beoefent u deze lichaamsbeweging tenminste 30 minuten? Aantal dagen per week: ___ 15. Wat is uw geslacht? x
Man
x
Vrouw
16. Wat is uw geboortejaar? Geboortejaar: ____ 17. Wat is uw postcode of (indien buitenland) wat is het land waar u woont? x
Postcode _ _ _ _ _ _
x
Buitenland: _____
18. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? x
Geen onderwijs / basisonderwijs / cursus inburgering / cursus Nederlandse taal
x
LBO / VBO / VMBO (kader- of beroepsgerichte leerweg) / MBO 1 (assistentenopleiding)
x
MAVO / HAVO of VWO (eerste drie jaar) / ULO / MULO / VMBO (theoretische of gemengde leerweg) / voortgezet speciaal onderwijs
x
MBO 2, 3, 4 (basisberoeps-, vak-, midden-kader- of specialistenopleiding) of MBO oude structuur (vóór 1998)
34
© Werkgroep Evaluatie Sportevenementen
x
Richtlijnenhandboek Leefstijl & Vitaliteit
HAVO of VWO (overgegaan naar de 4e klas) / HBS / MMS / HBO propedeuse of WO propedeuse
x
HBO (behalve HBO-master) / WO-kandidaats of WO-bachelor
x
WO-doctoraal of WO-master of HBO-master / postdoctoraal onderwijs
19. Welke situatie is het meest van toepassing op u? x
Zelfstandig ondernemer
x
Werkzaam in loondienst
x
Werkzaam bij de overheid
x
Arbeidsongeschikt
x
Werkloos / werkzoekend / bijstand
x
Gepensioneerd of VUT
x
Studerend / schoolgaand
x
Huisvrouw / huisman
x
Anders
20. Onder degenen die de vragenlijst compleet hebben ingevuld . Wil je daar kans op maken? x
Ja, ik maak graag kans op een van die tien prijzen en ik vind het goed dat het mijn emailadres voor de verloting wordt opgeslagen. Mijn e-mail adres is _____
x
Nee
35