71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
12.2.2. Geconsolideerde jaarrekening van Aspa per 31/12/2009 (opgesteld volgens IFRS)
Jaarrekening over het boekjaar 2009 (over de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009) van Argenta Spaarbank nv opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) Inhoudstafel Verslag van de commissaris Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen Geconsolideerd kasstroomoverzicht. Toelichtingen 1. Algemene informatie 2. Grondslagen voor financiële verslaggeving 2.1. Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving 2.2. Grondslagen voor financiële verslaggeving - waarderingsregels 3. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders 4. Minderheidsbelangen 5. Risk management 5.1. Financieel risico 5.1.1. 5.1.2.
Marktrisico Liquiditeitsrisico
5.2. Kredietrisico 5.3. Operationeel risico 6. Solvabiliteit en kapitaalbeheer 6.1. Kapitaalbeheer 6.2. Regelgeving en solvabiliteit 7. Bezoldiging van de bestuurders 7.1. Samenstelling van de raden van bestuur 7.2. Bedrag van de vergoedingen van de niet-uitvoerende bestuurders 7.3. Bedrag van de vergoedingen van de uitvoerende bestuurders 8. Vergoeding van de commissaris 9. Transacties met verbonden partijen 10. Operationele segmenten Toelichtingen met betrekking tot de geconsolideerde balans
113
11. Geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken 12. Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 13. Voor verkoop beschikbare financiële activa 14. Leningen en vorderingen 14.1. De leningen en vorderingen op kredietinstellingen 14.2. De leningen en vorderingen op andere cliënten 15. Derivaten gebruikt ter afdekking en wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities 16. Materiële activa 17. Goodwill en andere immateriële activa 18. Belastingvorderingen en verplichtingen 19. Andere activa 20. Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 20.1. De deposito’s van kredietinstellingen 20.2. De deposito’s van andere instellingen dan kredietinstellingen 20.3. In schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons 20.4. De achtergestelde verplichtingen 21. Voorzieningen 22. Andere verplichtingen 23. Reële waarde van de financiële activa en financiële verplichtingen 23.1. Niet tegen reële waarde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen 23.2. Tegen reële waarde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen 24. Derivaten Toelichtingen bij de geconsolideerde winst - en verliesrekening. 25. Netto rentebaten 26. Dividenden 27. Netto baten uit provisies en vergoedingen 28. Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening 29. Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 30. Winsten (en verliezen) uit de administratieve verwerking van afdekkingstransacties 31. Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa 32. Andere netto exploitatiebaten 33. Administratiekosten 34. Bijzondere waardeverminderingen 35. Winstbelastingen Andere toelichtingen 36. Effectiseringsbeleid 37. Buiten balansverplichtingen 38. Voorwaardelijke verplichtingen 39. Gebeurtenissen na balansdatum Bijkomende inlichtingen
114
Verslag van de commissaris
Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2009 gericht tot de algemene vergadering van aandeelhouders Aan de aandeelhouders Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van commissaris dat ons werd toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen. Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Argenta Spaarbank NV (hierna de Vennootschap) en haar dochterondernemingen (hierna gezamenlijk de Bankpool), opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans op 31 december 2009, het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar eindigend op die datum, alsmede een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 31.471.500.773 EUR en de geconsolideerde winst (aandeel van de groep) van het boekjaar bedraagt 68.000.490 EUR. Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening zodat deze geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, het kiezen en toepassen van geschikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instit uut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening als geheel beoordeeld. Ten slotte, hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
115
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de financiële toestand van de groep per 31 december 2009, en van haar resultaat en kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Bijkomende vermelding Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermelding op te nemen die niet van aard is om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen: Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. Antwerpen, 12 april 2010 De commissaris DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Jurgen Kesselaers
116
Geconsolideerde balans (voor winstbestemming) Activa
31/12/2008
31/12/2009
Geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken
11
27.413.368
29.437.840
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
12
78.209.718
125.669.970
Voor verkoop beschikbare financiële activa
13
8.075.535.282 11.069.760.578
Leningen en vorderingen
14
21.380.731.674 19.745.964.288
leningen en vorderingen op kredietinstellingen leningen en vorderingen op andere cliënten
2.239.792.845 1.182.172.380 19.140.938.829 18.563.791.908
Derivaten gebruikt ter afdekking
15
0
0
Cumulatieve reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille
15
252.786.645
319.092.808
Materiële activa
16
39.496.401
36.234.805
39.213.921 282.480
36.082.377 152.428
16.342.160
19.449.829
16.342.160
19.449.829
gebouwen, terreinen, uitrusting vastgoedbeleggingen Goodwill en andere immateriële activa
17
andere immateriële activa Belastingvorderingen
18
9.721.355
421
Andere activa
19
157.553.944
125.890.234
Totaal activa
30.037.790.547 31.471.500.773
Verplichtingen en eigen vermogen Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
12
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
20
deposito's van kredietinstellingen deposito's van andere instellingen dan kredietinstellingen in schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons achtergestelde verplichtingen
84.606.396
243.215.992
28.677.356.367 29.763.116.812 47.494.188 441.651.684 19.394.976.137 20.276.762.581 8.570.395.369 8.399.934.862 664.490.673 644.767.685
Derivaten gebruikt ter afdekking
15
289.434.323
297.959.340
Cumulatieve reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille
15
0
0
117
Voorzieningen
21
7.385.428
7.410.668
Belastingverplichtingen
18
23.377.430
74.298.615
Andere verplichtingen
22
219.690.042
197.415.085
Totaal verplichtingen
29.301.849.986 30.583.416.512
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders Eigen vermogen toewijsbaar aan de minderheidsbelangen
3 4
Totaal eigen vermogen Totaal verplichtingen en eigen vermogen
735.759.742 180.819
887.889.369 194.892
735.940.561
888.084.261
30.037.790.547 31.471.500.773
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Financiële en exploitatiebaten en -lasten
31/12/2008
31/12/2009
218.115.434
204.324.151
Netto rentebaten rentebaten rentelasten
25
Dividenden
26
14.250
164.246
Netto baten uit provisies en vergoedingen baten uit provisies en vergoedingen lasten in verband met provisies en vergoedingen
27
-89.032.405 43.695.792 -132.728.197
-57.046.736 56.049.225 -113.095.961
Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening
28
7.214.447
59.935.223
Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
29
8.933.423
-15.713.160
30
16.324.474
-12.427.967
Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa
31
-24.959
-16.156
Andere netto exploitatiebaten
32
10.351.018
10.161.793
Administratiekosten personeelsuitgaven algemene en administratieve uitgaven
33
-92.073.966 -26.101.730 -65.972.236
-97.511.899 -26.176.285 -71.335.614
Winsten (verliezen) uit de administratieve verwerking van afdekkingstransacties
118
264.335.186 219.266.908 1.356.474.321 1.262.770.562 -1.092.139.135 -1.043.503.654
Afschrijvingen materiële vaste activa vastgoedbeleggingen immateriële activa
16 16 17
-9.099.578 -4.315.614 -7.011 -4.776.953
-10.780.609 -5.025.019 -4.353 -5.751.237
Voorzieningen
21
-850.503
-25.239
Bijzondere waardeverminderingen voor verkoop beschikbare financiële activa leningen en vorderingen
34
-9.745.309 -1.105.953 -8.639.356
-9.917.786 0 -9.917.786
106.346.078
86.088.618
-23.678.973
-18.076.425
82.667.105
68.012.193
-10.000
-11.703
Totale winst na belastingen en voor minderheidsbelang
82.657.105
68.000.490
Toelichting ‘other comprehensive income’ OCI Voor verkoop beschikbare financiële activa Betrokken vennootschapsbelasting Totaal resultaat
13.142.717 -4.676.868 8.465.849
157.081.444 -52.952.307 104.129.137
489,17 489,17
402,43 402,43
Totale winst voor aftrek belastingen en minderheidsbelang Winstbelastingen
35
Nettowinst of -verlies Minderheidsbelangen
4
Gegevens per aandeel Gewone winst per aandeel Verwaterde winst per aandeel
3
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen gestort kapitaal
Eigen vermogen 31 december 2007
herwaarderingsreserve voor verkoop beschikbare financiële activa
303.255.000
reserves
baten uit het lopende jaar
eigen mindervermogen heidstoewijsbaar belang aan de aandeelhouders
-4.428.564 270.666.398 86.143.954
- winst (verlies)
0
0
0 82.657.105
- gedeclareerde dividenden
0
0 -11.000.000
- AFS wijziging (OCI)
119
0
totaal
655.636.788 158.282 655.795.070 82.657.105
-11.000.000
10.000
82.667.105
0 -11.000.000
- wijziging reële waarden - wijziging belastingen - overdracht naar ingehouden winsten Eigen vermogen 31 december 2008
0
13.142.717
0
0
13.142.717
17.925
13.160.642
0
-4.676.868
0
0
-4.676.868
-5.388
-4.682.256
0
0
86.143.954 86.143.954
0
0
0
303.255.000
4.037.285 345.810.352 82.657.105
- winst (verlies)
0
0
- gedeclareerde dividenden
0
0 -20.000.000
- AFS wijziging (OCI) - wijziging reële waarden - wijziging belastingen - overdracht naar ingehouden winsten Eigen vermogen 31 december 2009
0 68.000.490
735.759.742 180.819 735.940.561
68.000.490
11.703
68.012.193
0
-20.000.000
0 -20.000.000
0
157.081.444
0
0
157.081.444
3.395 157.084.839
0
-52.952.307
0
0
-52.952.307
-1.025 -52.953.332
0
0
82.657.105 82.657.105
0
303.255.000
108.166.422 408.467.457 68.000.490
120
0
0
887.889.369 194.892 888.084.261
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode Bedrijfsactiviteiten Nettowinst (verlies) Actuele en uitgestelde belastinglasten, opgenomen in de winst- en verliesrekening Uitgestelde belastinglasten, rechtstreeks verwerkt in eigen vermogen Minderheidsbelangen opgenomen in de winst- en verliesrekening van de groep Afschrijvingen Nettovoorzieningen (terugboekingen) Nettowinst (verlies) op de verkoop van beleggingen Netto niet-gerealiseerde winst op voor verkoop beschikbare beleggingen Andere aanpassingen
31/12/2008
31/12/2009
2.584.058.725
642.635.724
82.657.105
68.000.490
22.363.995
23.412.902
2.571.470
55.524.800
10.000
11.703
9.099.578 850.503
10.780.609 25.239
-24.959
-16.156
8.478.386
104.131.508
8.738.271
8.389.377
1.764.621.584 -4.723.617.341 -71.269.862 -252.786.645 43.182.144
1.304.594.791 -2.994.225.296 -47.460.252 -66.306.163 31.663.710
-709.201.048
394.157.496
2.401.606.043
881.786.444
-742.785.772
-170.460.507
61.412.718
158.609.596
289.434.323 -41.467.972
8.525.017 -39.430.269
-1.980.871.828 -1.846.077.561 -6.890.272 -1.852.967.833
-538.545.433 -268.255.020 -1.140.272 -269.395.291
-8.115.024 129.911 -9.897.538 0 -17.882.651
-2.071.098 287.166 -8.858.906 0 -10.642.838
Kasstromen uit exploitatiewinsten voor wijzigingen in bedrijfsactiva en verplichtingen Wijzigingen in bedrijfsactiva (met uitzondering van geldmiddelen en kasequivalenten) Wijzigingen in leningen en vorderingen Wijzigingen in voor verkoop beschikbare activa Wijzigingen in financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Wijzigingen in activa - derivaten, gebruikt voor hedging Wijzigingen in andere activa Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (met uitzondering van geldmiddelen en kasequivalenten) Wijzigingen in deposito's van kredietinstellingen Wijzigingen in deposito's van andere instellingen dan kredietinstellingen Wijzigingen in schuldbewijzen belichaamde schulden Wijzigingen in financiële verplichtingen aangehouden voor handeldoeleinden Wijzigingen in verplichtingen - derivaten, gebruikt voor hedging Wijzigingen in andere verplichtingen Wijzigingen in werkkapitaal, netto Kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (Betaalde) Terugbetaalde winstbelastingen Nettokasstroom uit de bedrijfsactiviteiten Investeringsactiviteiten (Contante betalingen om materiële activa te verwerven) Contante ontvangsten uit de verkoop van materiële activa (Contante betalingen om immateriële activa te verwerven) Contante ontvangsten uit de verkoop van immateriële activa Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten
121
Financieringsactiviteiten (Betaalde dividenden) Contante ontvangsten uit de uitgifte van achtergestelde verplichtingen (Contante terugbetalingen van achtergestelde verplichtingen) Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten
-11.000.000 743.833 -60.316.350 -70.572.517
-20.000.000 9.399.204 -29.122.192 -39.722.988
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode
642.635.724
322.874.607
Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten: Contanten Kastegoeden gevolmachtigde agenten Zichtrekeningen bij centrale banken Leningen en vorderingen
6.079.784 20.642.632 690.952 615.222.356
11.499.070 17.039.020 899.750 293.436.767
642.635.724
322.874.607
1.354.428.365 14.250 -1.060.210.315
1.262.770.562 164.246 -1.070.396.640
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode Aanvullende informatie over de kasstromen uit de bedrijfsactiviteiten: Ontvangen rentebaten Ontvangen dividenden Betaalde rentelasten
Het geconsolideerd kasstroomoverzicht wordt volgens de indirecte methode opgesteld. De contanten, kastegoeden gevolmachtigde agenten en zichtrekeningen bij centrale banken zijn terug te vinden onder de balanspost “geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken”. Het bedrag van ‘leningen en vorderingen’ is terug te vinden onder de balanspost “leningen en vorderingen op kredietinstellingen”. Het betreft hier termijnrekeningen bij andere financiële instellingen en de bijhorende pro rata intresten.
122
Toelichtingen 1. Algemene informatie Argenta Spaarbank nv, afgekort Aspa (hierna de Vennootschap) is opgericht in België naar Belgisch recht en heeft de rechtsvorm van een naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen heeft gedaan. De Vennootschap werd opgericht voor een onbeperkte duur. De statutaire zetel van de Vennootschap is gelegen te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53. De Vennootschap heeft het statuut van een Belgische kredietinstelling. De kernactiviteiten van de Vennootschap bestaan uit het aantrekken van gelden, het aanbieden van woonkredieten aan particulieren en het verlenen van betaalmiddelen. Daarnaast worden ook rechten van deelneming van Argenta Pensioenspaarfonds, rechten van deelneming van Argenta-Fund sicav, evenals rechten van deelneming van andere binnenlandse en buitenlandse instellingen voor collectieve belegging en gestructureerde obligaties (“structured notes”) van derde partijen aangeboden. Argenta Bank- en Verzekeringsgroep nv (hierna BVg) is de beleidsholding van de Argenta Groep. Haar operationele activiteiten zijn beperkt tot Interne Audit, Compliance, Inspectie, Groepsrisicobeheer, Distributieondersteuning, Human Resources Management, Facilities en Centrale Staf en Communicatie, die op groepsniveau zijn georganiseerd. BVg heeft het statuut van een gemengde financiële holding in overeenstemming met artikel 49-49 bis van de Wet van 22 maart 1993 betreffende het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen. BVg consolideert en staat in voor de gemeenschappelijke aansturing van de verzekeringsactiviteiten van haar dochtervennootschap Argenta Assuranties nv (hierna Aras), die het statuut heeft van een Belgische verzekeringsonderneming, en de bankactiviteiten van de Vennootschap. Vanaf 21 december 2007 werd ook Argenta Nederland nv (hierna Arne), een Nederlandse SPV voor de uitgifte van obligatieleningen, op dit niveau in de consolidatie opgenomen. De dochtervennootschappen van BVg, met name de Vennootschap en Argenta Assuranties nv (hierna Aras) hebben op hun beurt verscheidene dochtervennootschappen. Aras en haar dochtervennootschappen worden hierna de Verzekeringspool genoemd. De Vennootschap en haar dochtervennootschappen worden hierna de Bankpool genoemd. Arne heeft geen dochtervennootschappen. De Verzekeringspool, de Bankpool, BVg en Arne worden hierna gezamenlijk de Argenta Groep genoemd. In september 2007 en december 2008 werden effectiseringstransacties uitgevoerd waarbij Nederlandse hypothecaire leningen met een NHG (Nationale Hypotheek Garantie) werden verkocht aan een SPV (Special Purpose Vehicle) genaamd Green Apple (hierna de SPV Green Apple). Alhoewel er geen kapitaalsband is met de Vennootschap heeft het management geoordeeld dat de SPV Green Apple dient geconsolideerd te worden waardoor de overgedragen leningen op de balans van de Bankpool behouden blijven. Het gemiddelde aantal personeelsleden in dienst van de op het niveau van de Bankpool in de consolidatie opgenomen vennootschappen gedurende het boekjaar 2009 bedroeg 441,28 (454 in 2008). Het betrof hier gemiddeld 426,48 bedienden (432,2 in 2008) en 14,80 eenheden directiepersoneel (21,8 in 2008). Een uitsplitsing van de personeelskosten van het boekjaar kan teruggevonden worden onder toelichting 33.
123
Argenta Bank- en Verzekeringsgroep nv (B) Beleidsholding 4.608.315 aandelen
1.609.999 aandelen = 99,99%
500 aandelen = 100%
Argenta Assuranties nv (B) Verzekeringsmaatschappij 1.610.000 aandelen
Argenta Spaarbank nv (B) Spaarbank 168.975 aandelen
Argenta Nederland nv (NL) Beheermaatschappij 500 aandelen
57.690 aandelen = 100% Argenta-Life Nederland nv (NL) Levensverzekeringsmaatschappij 57.690 aandelen
168.974 aandelen = 99,99%
1.864 aandelen = 99,95%
349 aandelen = 99,71%
Argenta Life Luxembourg SA (L) Levensverzekeringsmaatschappij 1.865 aandelen
Argentabank Luxembourg SA (L) Kredietinstelling 350 aandelen
1 aandeel = 0,05%
2.199 aandelen = 99,95% Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet nv (B) Hypotheekonderneming 2.200 aandelen
1 aandeel = 0,29%
1 aandeel = 0,05%
Overzicht van de in de IFRS consolidatie opgenomen entiteiten deelnemings-
31/12/2008
31/12/2009
-
consoliderende entiteit
consoliderende entiteit
Argentabank Luxemburg SA (ABL)
99,71 %
volledige consolidatie
volledige consolidatie
CBHK nv (kredietverstrekker)
99,95 %
volledige consolidatie
volledige consolidatie
0%
volledige consolidatie
volledige consolidatie
verhouding Argenta Spaarbank nv
Green Apple BV (SPV)
124
2. Grondslagen voor financiële verslaggeving Op 19 juli 2002 hebben het Europees Parlement en de Raad, verordening (EG) nr. 1606/2002 uitgevaardigd. Deze verordening vereist dat de beursgenoteerde vennootschappen in de Europese Unie alle geconsolideerde jaarrekeningen met betrekking tot boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2005 worden gepubliceerd, opgesteld moeten worden conform de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals vastgesteld door de International Accounting Standards Board (IASB). Deze standaarden en interpretaties bestaan uit (a) International Financial Reporting Standards, (b) International Accounting Standards en (c) Interpretaties afkomstig van de International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) of de voormalige Standing Interpretations Committee (SIC). Deze standaarden zijn onderworpen aan goedkeuring door de Raad zoals aanbevolen door het regelgevende comité voor financiële verslaggeving van de Europese Unie, het EU Accounting Regulatory Committee (ARC). Bovendien kunnen op basis van voormelde verordening nr. 1606/2002 de lidstaten andere dan beursgenoteerde ondernemingen toestaan of verplichten hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen in overeenstemming met de IFRS die zijn goedgekeurd door de Raad. Door het Koninklijk besluit van 5 december 2004 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 23 september op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen (hierna het Koninklijk Besluit van 5 december 2004) werd de verplichting ingevoerd voor kredietinstellingen om hun geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen in overeenstemming met de IFRS met ingang van 1 januari 2006. Algemeen In overeenstemming met de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 5 december 2004 is de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap opgesteld in overeenstemming met IFRS – met inbegrip van de International Accounting Standards (IAS) en Interpretaties – per 31 december 2009 zoals aanvaard door de Europese Unie. Grondslagen voor financiële verslaggeving die verder niet specifiek vermeld worden in deze jaarrekening stemmen overeen met de IFRS zoals aanvaard door de Europese Unie. Schattingen en beoordelingen De opstelling van jaarrekeningen op basis van IFRS vereist een aantal schattingen. Verder werd het management van de Vennootschap gevraagd om zijn oordeel te geven tijdens het proces van toepassing van deze verslaggevinggrondslagen. Werkelijke resultaten kunnen afwijken van deze schattingen en beoordelingen. Schattingen en beoordelingen vinden vooral plaats in de volgende gebieden: -
schatting van de realiseerbare waarde bij bijzondere waardeverminderingen; bepaling van de reële waarde van niet -genoteerde financiële instrumenten; bepaling van de verwachte gebruiksduur van materiële en immateriële activa; schatting van de bestaande verplichtingen die voortvloeien uit gebeurtenissen in het verleden bij de opname van voorzieningen.
Het management heeft ook geoordeeld dat de SPV Green Apple geconsolideerd dient te worden en dat bijgevolg de overgedragen leningen op de balans van de groep behouden blijven. 2.1. Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving De grondslagen voor financiële verslaggeving gebruikt bij de opstelling van deze geconsolideerde jaarrekening 2009 zijn consistent met de grondslagen die werden toegepast per 31 december 2008. Volgende Standaarden en Interpretaties werden van toepassing gedurende het afgelopen boekjaar 2009:
IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS (herzien in 2008) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
IFRS 8 Operationele segmenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
125
IAS 1 Presentatie van de jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009). Deze standaard vervangt IAS 1 Presentatie van de jaarrekening (herzien in 2003) en aangepast in 2005.
Verbeteringen aan IFRS (2007 -2008) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
Aanpassing aan IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS en IAS 27 De geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
Aanpassing van IFRS 2 Voorwaarden voor onvoorwaardelijke toezegging en annulering (aanpassingen toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
Aanpassing aan IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Verbeteringen aan de informatieverschaffing (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
Aanpassing aan IAS 23 Financieringskosten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
Aanpassing van IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie en IAS 1 Presentatie van de jaarrekening – financiële instrumenten met een terugneemverplichting (“puttable financial instruments”) en verplichtingen welke ontstaan bij een liquidatie (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009).
IFRIC 13 Loyaliteitsprogramma's (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2008)
IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)
IFRIC 16 Afdekking van investeringen in buitenlandse activiteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 oktober 2008)
IFRIC 18 Transfers van activa van klanten (toepasbaar voor transfers vanaf 1 juli 2009)
Aanpassing aan IFRIC 9 Herbeoordeling van in contracten besloten derivaten en IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering (toepasbaar voor boekjaren afgesloten op of na 30 juni 2009)
Voornamelijk de vervanging in drie fasen van IAS 39 door IFRS 9 zal een belangrijke impact hebben op de geconsolideerde IFRS verwerking bij de Vennootschap. 2.2. Grondslagen voor financiële verslaggeving - waarderingsregels Consolidatieprincipes In de geconsolideerde jaarrekening zijn de jaarrekeningen van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen (hierna de Dochtervennootschappen) begrepen. Dochtervennootschappen zijn die vennootschappen waarin de Vennootschap, direct of indirect, het financiële en operationele beleid kan sturen met de bedoeling om voordelen uit deze activiteiten te verwerven (hierna omschreven als Zeggenschap). Dochtervennootschappen worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de effectieve zeggenschap aan de Vennootschap wordt overgedragen en worden van consolidatie uitgesloten vanaf de datum waarop een einde komt aan die Zeggenschap. De Dochtervennootschappen worden geconsolideerd via de methode van integrale consolidatie. Deze methode houdt in dat de aandelen van de Dochtervennootschap, in het bezit van de Vennootschap, in de balans van de Vennootschap worden vervangen door de activa en de passiva van deze Dochtervennootschap.
126
Intercompany transacties, saldi en resultaten uit transacties tussen vennootschappen van de Argenta Groep worden geëlimineerd. Minderheidsbelangen in de netto activa en nettoresultaten van geconsolideerde Dochtervennootschappen worden in de balans en de winst- en verliesrekening afzonderlijk weergegeven. Deze minderheidsbelangen worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de netto activa op de datum van verwerving. Na de datum van verwerving omvatten zij het op de datum van verwerving berekende bedrag en het minderheidsaandeel in de eigen-vermogensmutaties sinds de datum van verwerving. Alvorens tot de consolidatie der individuele jaarrekeningen over te gaan, werden de regels met betrekking tot de waardering der activa- en passivabestanddelen geharmoniseerd in functie van de waarderingsregels die gelden voor de Vennootschap. Vermits alle vennootschappen die in de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap zijn opgenomen het boekjaar afsluiten op 31 december van ieder kalenderjaar, wordt 31 december van ieder kalenderjaar ook als afsluitingsdatum voor de consolidatie genomen. Operationele segmenten Operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van bestaande rapporteringen. Deze segmentering sluit hierbij aan op de interne rapportering en de in het verleden gehanteerde segmentering. Vreemde valuta De geconsolideerde jaarrekening is uitgedrukt in euro, de functionele munt van alle entiteiten van de Argenta Groep. Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de valutakoers op de datum van de transactie. Op balansdatum worden uitstaande saldi luidend in vreemde valuta omgerekend tegen de slotkoers voor monetaire posten. De niet-monetaire posten, welke tegen historische kostprijs worden weergegeven, worden omgerekend op basis van de historische wisselkoers op transactiedatum. Niet-monetaire posten, welke tegen reële waarde worden weergegeven, worden omgerekend op basis van de wisselkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Transactiedatum en afwikkelingsdatum Een financieel actief of financieel passief wordt in de balans opgenomen op het moment dat een contract voor het instrument afgesloten wordt. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaard marktconventies worden afgewikkeld (contantverrichtingen), worden bij de Vennootschap in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum. Saldering Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt in de balans opgenomen wanneer (a) er een in rechte afdwingbaar recht is om de opgenomen bedragen te salderen en (b) er het voornemen is om de verplichting op netto basis af te wikkelen of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld. Activa worden opgenomen na aftrek van (in voorkomende gevallen) bijzondere waardeverminderingen. Financiële activa en verplichtingen Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief afgeleide financiële instrumenten – worden opgenomen volgens de in IFRS voorziene classificaties. Elke classificatie heeft hierbij een eigen specifieke waardering.
127
Voor financiële activa is volgende classificatie aanwezig, namelijk (a) leningen en vorderingen (b) tot einde looptijd aangehouden activa (c) financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening en (d) financiële activa beschikbaar voor verkoop. (a) Leningen en vorderingen: alle niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd zijn in een actieve markt. Zij worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde (inclusief transactiekosten) en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, waarbij de periodieke amortisatie in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt. Desgevallend worden bijzondere waardeverminderingen aangelegd. Alle niet genoteerde leningen en vorderingen op banken en cliënten komen bij de Vennootschap onder deze categorie terecht. (b) Tot einde looptijd aangehouden activa: alle niet-afgeleide financiële activa met een vaste eindvervaldag en vaste of bepaalbare betalingen waarvan de Vennootschap stellig voornemens is en in staat is deze aan te houden tot het einde van de looptijd. Zij worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde (inclusief transactiekosten) en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, waarbij de periodieke amortisatie in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt. Desgevallend worden bijzondere waardeverminderingen aangelegd. (c) Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening omvatten: -
financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, inclusief derivaten die niet als effectieve afdekkingsinstrumenten werden aangeduid;
-
financiële activa die vanaf verwerving of eerste toepassing van IFRS werden aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.
Zij worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde (exclusief transactiekosten) en vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Alle derivaten met een positieve reële waarde worden bij de Vennootschap beschouwd als activa gehouden voor handelsdoeleinden tenzij ze aangeduid werden als effectieve afdekkingsinstrumenten. (d) Financiële activa beschikbaar voor verkoop: alle niet-afgeleide financiële activa die niet worden geclassificeerd als (a) leningen en vorderingen (b) tot einde looptijd aangehouden activa, of (c) financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Deze activa worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij alle schommelingen van de reële waarde opgenomen worden op een aparte lijn van het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. In dat geval worden de cumulatieve herwaarderingsresultaten overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat van het boekjaar. Voor de beleggingen in andere dan eigenvermogensinstrumenten wordt het verschil tussen de verwervingsprijs en de terugbetalingwaarde op basis van de effectieve rentemethode pro rata temporis over de resterende looptijd van de effecten in resultaat genomen als bestanddeel van de renteopbrengst van deze effecten. De schommelingen van de reële waarde van deze effecten, die op een aparte lijn van het eigen vermogen worden opgenomen, worden gerealiseerd door de wijziging te berekenen tussen (a) hun verwervingsprijs,
128
vermeerderd of verminderd met het gedeelte van het bovenvermelde verschil dat in resultaat wordt genomen en (b) de reële waarde. De volledige portefeuille aandelen en rentende effecten, met uitzondering van de rentende effecten die als leningen en vorderingen worden geclassificeerd, komen bij de Vennootschap onder deze categorie terecht. Voor financiële verplichtingen is volgende classificatie aanwezig, namelijk (a) financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening en (b) overige financiële verplichtingen. Deze IFRS indeling bepaalt de waardering en de opname van de resultaten als volgt: (a) financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening omvatten: -
financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, inclusief derivaten die niet als effectieve afdekkingsinstrumenten werden aangeduid;
-
financiële verplichtingen die vanaf verwerving of eerste toepassing van IFRS werden aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.
Zij worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde (exclusief transactiekosten) en vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst - en verliesrekening. Alle derivaten met een negatieve reële waarde worden bij de Vennootschap beschouwd als verplichtingen gehouden voor handelsdoeleinden tenzij ze aangeduid werden als effectieve afdekkingsinstrumenten. (b) Overige financiële verplichtingen: dit zijn alle andere niet-afgeleide financiële verplichtingen die niet onder vorige categorie vielen. Zij worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde (inclusief transactiekosten) en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, waarbij de periodieke amortisatie in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt. Geldmiddelen en kasequivalenten De “geldmiddelen en kasequivalenten”, zoals gebruikt bij het kasstroomoverzicht, omvatten liquide middelen, vrij beschikbare tegoeden bij centrale banken en andere niet-afgeleide financiële activa met een looptijd korter dan of gelijk aan drie maanden vanaf de datum van verwerving. Materiële activa Materiële vaste activa Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs (zijnde de aanschaffingswaarde inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Vastgoedbeleggingen Een vastgoedbelegging is vastgoed dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging of beide te realiseren. De waarderingsregels van materiële vaste activa worden eveneens toegepast voor de vastgoedbeleggingen.
129
Specifieke waarderingsregels Terreinen en gebouwen (voor eigen gebruik en vastgoedbeleggingen) De aankoopprijs en aankoopkosten van gronden worden niet afgeschreven, noch bij een onbebouwd, noch bij een bebouwd perceel. Bij de aankoop van een bebouwd onroerend goed wordt de waarde van de grond en van het gebouw bepaald, en worden de transactiekosten proportioneel verdeeld over de grond en het gebouw. De gebouwwaarde wordt afgeschreven over de geschatte gebruiksduur van de gebouwen, d.w.z. à rato van 3 % per jaar op pro rata basis. Voor de maatschappelijke zetel en belendende gebouwen heeft de Vennootschap ervoor gekozen om de geherwaardeerde waarde, overeenkomstig de voorheen geldende Belgische boekhoudnormen, te gebruiken die voor de datum van overgang naar IFRS is bepaald als veronderstelde kostprijs op de datum van de herwaardering aangezien deze globaal vergelijkbaar was met de reële waarde. De aankoopprijs en aankoopkosten van verbouwingskosten worden aan 10 % per jaar afgeschreven op pro rata basis. De aankoopprijs en aankoopkosten van de inrichting van gehuurde gebouwen worden afgeschreven over de duur van het huurcontract. IT materiaal De aankoopprijs en aankoopkosten van hardware worden aan 33,33 % per jaar afgeschreven op pro rata basis. Ander materiaal (met inbegrip van rollend materiaal) De aankoopprijs en aankoopkosten van meubilair en materiaal worden aan 10 % per jaar afgeschreven op pro rata basis. De aankoopprijs en aankoopkosten van rollend materiaal worden aan 25 % per jaar afgeschreven op pro rata basis. Goodwill en immateriële activa Goodwill Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten in een bedrijfscombinatie, bovenop de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals bepaald op de datum van de aankoop. Het wordt opgenomen als een immaterieel vast actief en gewaardeerd tegen kostprijs min eventuele bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. De Vennootschap heeft ervoor gekozen om bij de eerste toepassing van de IFRS, IFRS 3 Bedrijfscombinaties niet retroactief toe te passen op bedrijfscombinaties die voor de datum van overgang naar IFRS plaatsvonden. Immateriële activa Een immaterieel actief is een identificeerbaar niet-monetair actief zonder fysieke vorm. Het wordt opgenomen tegen kostprijs als het toekomstige economische voordelen zal opleveren en de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Verworven software wordt – als de voorwaarden tot activering zijn vervuld - aan aanschaffingswaarde opgenomen onder de immateriële activa. De aankoopprijs en aankoopkosten worden, vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik, lineair afgeschreven.
130
Intern gegenereerde immateriële activa worden niet geactiveerd. Specifieke waarderingsregels De aankoopprijs en aankoopkosten van verworven software worden aan 20 % per jaar afgeschreven op pro rata basis. Andere immateriële activa worden aan 10 % per jaar afgeschreven. Aanleggen van bijzondere waardeverminderingen Voor een actief zal een bijzondere waardevermindering aangelegd worden wanneer zijn boekwaarde hoger is dan zijn realiseerbare waarde. De Vennootschap onderzoekt al zijn activa op elke balansdatum op indicatoren die aanleiding kunnen geven tot een bijzondere waardevermindering. De boekwaarde van activa die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, wordt verlaagd tot hun geschatte realiseerbare waarde en het bedrag van de wijziging van de lopende verslagperiode wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Indien in een volgende periode het bedrag van de bijzondere waardeverminderingen op activa andere dan goodwill of voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten, als gevolg van een gebeurtenis die zich voordoet na de waardevermindering daalt, wordt het bedrag tegen geboekt via de winst- en verliesrekening. Financiële activa Voor een actief (of voor een groep van financiële activa) zal een op individuele basis bepaalde bijzondere waardevermindering worden aangelegd wanneer er (1) objectieve aanwijzingen zijn ten gevolge van een of meer gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld na de eerste opname van het actief en (2) deze tot verlies leidende gebeurtenis(sen) een effect heeft (hebben) op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financiële actief dat betrouwbaar kan worden geschat. Afhankelijk van het soort financieel actief kan de realiseerbare waarde als volgt worden geschat: -
de reële waarde door middel van een waarneembare marktprijs; de contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het financieel actief, of; op basis van de reële waarde van verkregen zekerheden.
Bijzondere waardeverminderingen die worden toegerekend aan voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten kunnen in latere periodes niet worden teruggeboekt via de winst- en verliesrekening. Naast de op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen worden er ook collectieve - op portefeuillebasis gebaseerde – waardeverminderingen in de vorm van een IBNR (incurred but not reported) voorzieningen aangelegd. Een ‘bestaande maar niet gerapporteerde’ (incurred but not reported) waardevermindering op leningen wordt verantwoord voor de vorderingen waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn aangelegd op individuele basis. Deze collectieve beoordeling van bijzondere waardeverminderingen bevat de toepassing van een ‘loss confirmation period’ met betrekking tot de waarschijnlijkheid van wanbetaling. De ‘loss confirmation period’ is een concept dat rekening houdt met het feit dat er een bepaalde periode zit tussen het moment dat indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen zich voordoen en het moment dat deze worden meegenomen in de kredietrisicosystemen van de entiteit. De toepassing van de ‘loss confirmation period’ zorgt er zo voor dat bijzondere waardeverminderingen die zich al wel hebben voorgedaan maar nog niet als dusdanig zijn geïdentificeerd, in voldoende mate worden meegenomen in de aangelegde waardeverminderingen.
131
De IBNR wordt berekend en aangelegd voor alle kredietportefeuilles waarvoor in Basel II kredietrisicomodellen zijn uitgewerkt. Op basis van de probability of default (hierna PD) worden de portefeuilles opgedeeld in risicoklassen. Voor elke risicoklasse wordt nagegaan wat de kans is dat een krediet in deze klasse binnen de 3 maanden in gebreke komt. Overige activa Voor niet-financiële activa wordt de realiseerbare waarde bepaald als de hoogste van enerzijds de reële waarde verminderd met verkoopkosten en anderzijds de bedrijfswaarde. De reële waarde verminderd met verkoopkosten is het bedrag dat kan worden verkregen door de verkoop van een actief in een marktconforme (at arm’s length) transactie tussen bewuste, bereidwillige partijen, na aftrek van verkoopkosten. De bedrijfswaarde is de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen waarvan verwacht wordt dat ze zal voortvloeien uit het voortgezette gebruik van een actief en uit zijn vervreemding aan het einde van zijn gebruiksduur. Goodwill Goodwill wordt minstens jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. Die worden aangelegd als de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de goodwill behoort, hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Specifieke regels van “voor verkoop beschikbare financiële activa” Indien een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief direct in het eigen vermogen is opgenomen en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies dat direct in het eigen vermogen was opgenomen, overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening, ondanks het feit dat het financieel actief niet van de balans is verwijderd. Het bedrag van het cumulatieve verlies dat van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening wordt overgeboekt is gelijk aan het verschil tussen de verwervingsprijs (na aftrek van eventuele aflossingen op de hoofdsom en amortisatie) en de actuele reële waarde, verminderd met eventuele eerder in de winst- en verliesrekening opgenomen waardeverminderingsverliezen op dat actief. - Beleggingen in eigenvermogensinstrumenten Een aanzienlijke of langdurige daling van de reële waarde van een belegging in een eigen-vermogensinstrument beneden de kostprijs vormt een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering. Deze situatie zal telkens individueel worden beoordeeld, maar indien er geen bijkomende beoordelingselementen aanwezig zijn, beschouwt de Vennootschap een onafgebroken duur van 12 maanden als langdurig en een daling van minstens 20 % als aanzienlijk. In de winst- en verliesrekening opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen op een belegging in een eigenvermogensinstrument dat wordt geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop kan niet via de winst- en verliesrekening worden teruggenomen. - Beleggingen in andere dan eigenvermogensinstrumenten Er worden bijzondere waardeverminderingen toegepast in geval van duurzame minderwaarde of waardeverlies die te wijten zijn aan financiële moeilijkheden van de debiteur. Indien de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar schuldbewijs in een volgende periode stijgt, en de stijging objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies in de winst- en verliesrekening, dient het bijzondere
132
waardeverminderingsverlies te worden teruggenomen, waarbij het bedrag van de terugname in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen. Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten zoals swaps, termijncontracten en opties. Een dergelijk financieel instrument heeft een waarde die wijzigt als gevolg van veranderingen in onderliggende variabelen, vergt weinig of geen netto aanvangsinvestering en wordt op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld. Zij worden geclassificeerd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden tenzij ze aangeduid werden als effectieve afdekkingsderivaten. De Vennootschap maakt gebruik van afdekkingstransacties (effectieve afdekkingsderivaten) als aan alle daartoe vereiste voorwaarden is voldaan (volgens de vereisten van afdekkingstransacties van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU). Die voorwaarden zijn: de aanwezigheid van formele documentatie van de afdekkingsrelatie aan het begin van de afdekking; de verwachting dat de afdekking zeer effectief zal zijn; de mogelijkheid om de afdekkingseffectiviteit op betrouwbare wijze te meten; en de continue meting tijdens de gerapporteerde periode waarin de afdekking als effectief kan worden bestempeld. Bij reëlewaardeafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van het risico gewaardeerd tegen reële waarde, en worden de afgedekte posities aangepast voor de wijzigingen in de reële waarde van het afgedekte waarbij al deze schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de renteopbrengsten of rentekosten van de afgedekte posities. De administratieve verwerking als afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer voldaan is aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties of als het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht. In dat geval wordt het herwaarderingsresultaat van de afgedekte positie (in het geval van vastrentende financiële instrumenten) in het resultaat van het boekjaar opgenomen tot eindvervaldag op basis van de effectieve rentevoet of bij realisatie van de afgedekte positie. Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille past de Vennootschap toe om het renterisico van een portefeuille leningen af te dekken met renteswaps. De renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. De wijzigingen in de reële waarde van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. In geval van een niet-effectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden geamortiseerd in de winst- en verliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend. Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico’s gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de rente-opbrengsten of rentekosten van de afgedekte posities. Het niet-effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer voldaan is aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden worden op de balans opgenomen tegen reële waarde op de transactiedatum. Nadien worden ze gewaardeerd tegen reële waarde waarbij de schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden met een positieve reële waarde komen op de actiefzijde van de balans, diegene met een negatieve reële waarde op de verplichtingenzijde. In contracten besloten derivaten
133
Financiële activa of verplichtingen of andere contracten kunnen in een contract besloten (embedded) derivaten bevatten. Dergelijke contracten worden ‘hybride instrumenten’ genoemd. Indien het basiscontract (1) niet wordt opgenomen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening en (2) de kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat niet nauw aansluiten bij die van het basiscontract, dient het in een contract besloten derivaat te worden afgezonderd van het basiscontract en gewaardeerd tegen reële waarde als een op zichzelf staand derivaat. Reële waardeveranderingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen. Het basiscontract wordt opgenomen en gewaardeerd door toepassing van de regels van de betreffende categorie van het instrument. Indien het basiscontract (1) wordt opgenomen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening of (2) indien de kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat nauw aansluiten bij die van het basiscontract, wordt het in een contract besloten derivaat niet afgezonderd en wordt het hybride instrument gewaardeerd als één enkel instrument. Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde van een financieel instrument (zijnde elke overeenkomst die leidt tot zowel een financieel actief bij één entiteit als een financiële verplichting of eigen-vermogensinstrument bij een andere entiteit) is de waarde waartegen het financieel actief kan worden verhandeld, of de financiële verplichting kan worden afgewikkeld, tussen terzake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. De Vennootschap gebruikt onderstaande volgorde voor het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten: vooreerst genoteerde prijzen in een actieve markt en vervolgens het gebruik van waarderingstechnieken. De reële waarde van een financieel instrument wordt bepaald op basis van gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt. Indien er geen actieve markt is voor het financiële instrument, wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken maken zoveel als mogelijk gebruik van marktinformatie, maar worden beïnvloed door de gehanteerde veronderstellingen, zoals risicomarges en inschattingen van toekomstige kasstromen. De reële waarde van in het bijzonder de leningen en vorderingen worden bekomen via de techniek van de contante-waardeberekening, waarbij de toekomstige kasstromen worden verdisconteerd aan de “swapcurve” plus een spread, die stelselmatig wordt herbekeken. In het zeldzame geval dat het niet mogelijk is de reële waarde van een niet genoteerd eigenvermogensinstrument betrouwbaar te bepalen, wordt het tegen kostprijs opgenomen. Bij eerste opname is de reële waarde van een financieel instrument de transactieprijs, tenzij de reële waarde blijkt uit waarneembare recente markttransacties van hetzelfde instrument, of wordt ze gebaseerd op waarderingstechnieken waarvan de variabelen alleen uit gegevens bestaan afkomstig uit waarneembare markten. Leaseovereenkomsten De Vennootschap sluit enkel operationele leaseovereenkomsten af voor de huur van materieel en gebouwen. Betalingen als gevolg van dergelijke leasetransacties worden op een lineaire basis in de winst- en verliesrekening opgenomen. Terugkoopovereenkomsten Effecten die onder een terugkoopovereenkomst (repo) vallen, blijven in de balans verantwoord. De schuld die voortvloeit uit de verplichting tot terugkoop van de activa is begrepen in schulden aan banken of schulden aan klanten, afhankelijk van de tegenpartij. Effectiseringen De effectiseringen kunnen de vorm aannemen van een verkoop van de betrokken activa naar met een speciaal doel opgerichte entiteiten (Special Purpose Vehicles, afkorting SPV) of een overdracht van het kredietrisico door
134
middel van kredietderivaten. Een SPV geeft effectentranches uit ten behoeve van de financiering van de aankoop van de activa. De in een effectisering begrepen financiële activa worden (volledig of gedeeltelijk) niet langer verantwoord wanneer de Vennootschap nagenoeg alle risico’s en opbrengsten van de activa (of delen ervan) overdraagt. Personeelsbeloningen Pensioenverplichtingen De Vennootschap heeft enkel pensioenverplichtingen op basis van toegezegde-bijdrageregelingen. De bijdragen van de Vennootschap aan toegezegde bijdrageregelingen voor pensioenen worden in de winst- en verliesrekening als last opgenomen in het jaar waarop ze betrekking hebben. Personeelsrechten Personeelsrechten inzake jaarlijkse toegezegde vakantiedagen en uit hoofde van langdurige diensttijd verdiende vakantiedagen worden boekhoudkundig verwerkt in het jaar waarop deze dagen gebaseerd zijn. Voorzieningen Voorzieningen worden opgenomen in de balans als (1) er een verplichting bestaat op de balansdatum, ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden en (2) als een uitstroom van middelen waarschijnlijk is en (3) als een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van het bedrag van de verplichting. Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting van de uitgaven, gedaan op afsluitingsdatum, die vereist zullen zijn om de bestaande verplichting af te wikkelen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Belastingen op het resultaat De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de uitgestelde belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de Vennootschap actief is. De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbare inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op de balansdatum, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren. Uitgestelde belastingen worden berekend op tijdelijke belastbare verschillen die bestaan tussen enerzijds de fiscale waarde van de activa en verplichtingen en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden berekend aan de hand van de belastingvoeten die geldig zullen zijn op het moment van realisatie van de activa of verplichtingen waarop ze betrekking hebben. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders Aandelenkapitaal Het aandelenkapitaal van de Vennootschap bestaat uit 168.975 aandelen, waarvan 168.974 aandelen in het bezit zijn van BVg en één aandeel in het bezit is van Investeringsmaatschappij Argenta nv. Er werden in het verleden geen aandelen ingekocht door de Vennootschap.
135
Samengestelde financiële instrumenten Componenten van samengestelde financiële instrumenten (delen van verplichtingen en van het eigen vermogen) worden opgenomen in de respectievelijke rubrieken van de balans. Andere eigenvermogenscomponenten Andere elementen die in het eigen vermogen worden opgenomen hebben ondermeer betrekking op de “voor verkoop beschikbare activa”.
3. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders De Vennootschap is de consoliderende vennootschap en 99,99 % van haar aandelen zijn in het bezit van BVg (de beleidsholding van de Argenta Groep). Het volstort aandelenkapitaal, vertegenwoordigd door 168.975 aandelen (zonder vermelding van nominale waarde), bedraagt 303.255.000 EUR. Het aantal aandelen is gelijk gebleven in 2008 en 2009. Het IFRS eigen vermogen per 31 december 2009 bedraagt 887.889.369 EUR (t.o.v. 735.759.742 EUR per 31 december 2008). De stijging van het eigen vermogen is het resultaat van voornamelijk twee elementen. Vooreerst is er een stijging ten gevolge van de toevoeging van de winst van het boekjaar (68.000.490 EUR in 2009) en daarnaast een stijging van de reële waarde van de “voor verkoop beschikbare financiële activa” (104.129.137 EUR in 2009). De vermelde wijzigingen in reële waarde zijn terug te vinden op een aparte lijn in het eigen vermogen namelijk bij de post “herwaarderingsreserve voor verkoop beschikbare financiële activa” (zie geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen). Deze reserve evolueerde van plus 4.037.285 EUR per 31 december 2008 naar plus 108.166.422 EUR per 31 december 2009. AFS wijzigingen in het IFRS eigen vermogen De “voor verkoop beschikbare financiële activa” (Available For Sale (AFS) portefeuille) worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij alle schommelingen van de reële waarde opgenomen worden op een aparte lijn van het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. Ten gevolge van de stijging in 2009 van de reële waarde van de AFS portefeuille evolueerde de herwaarderingsreserve (na belastingen) van plus 4.037.285 EUR per 31 december 2008 naar plus 108.166.422 EUR per 31 december 2009. In deze 108.166.422 EUR zit een uitgestelde belastingverplichting van 55.524.800 EUR vervat. In 2009 werden er geen bijzondere waardeverminderingen aangelegd voor de AFS portefeuille. In 2008 werd wel nog een bijzondere waardevermindering van 1.105.953 EUR aangelegd voor de in de AFS portefeuille aanwezige beleggingsfondsen. Bij de toelichtingen 13, 28 en 34 is meer informatie terug te vinden met betrekking tot de aangelegde bijzondere waardeverminderingen op de AFS portefeuille alsook met betrekking tot de gerealiseerde min- en meerwaarden aangewend uit de AFS herwaarderingsreserve. Reserves In de post reserves (408.467.457 EUR per 31/12/2009) bevinden zich ondermeer de statutaire reserves van de moedermaatschappij van de Bankpool, in casu de Vennootschap, waarbij de beschikbare reserves 289.635.304 EUR bedragen en de wettelijke reserve 17.866.426 EUR. Kapitaalsverhoging
136
In het kader van een emissie van een 100 miljoen EUR hybride Tier 1 financiering in oktober 2006, vond er bij de Vennootschap op 27 april 2007 een kapitaalsverhoging plaats door de omzetting van 200 miljoen EUR beschikbare reserves naar het aandelenkapitaal. In 2008 en 2009 vonden er geen kapitaalsverhogingen plaats. Winst per aandeel Het geconsolideerde resultaat (exclusief minderheidsbelangen) bedroeg 68.000.490 EUR per 31 december 2009. Rekening houdend met de 168.975 aandelen geeft dit een winst per aandeel van 402,43 EUR. In 2008 waren en ook 168.975 aandelen en was er een winst van 82.657.105 EUR (489,17 EUR per aandeel). Dividendvoorstel voor het boekjaar 2009 Door de raad van bestuur van de Vennootschap zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap die zal gehouden worden op 30 april worden voorgesteld om een dividend uit te keren van 882.000 EUR (5,22 EUR per aandeel). In 2009 werd er via de resultaatsverwerking van 2008 een dividend uitgekeerd van 20 miljoen EUR (118,36 EUR per aandeel).
4. Minderheidsbelangen De minderheidsbelangen bij de Vennootschap hebben betrekking op de aandelen van haar dochtervennootschappen Argentabank Luxembourg SA (hierna ABL) en Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet nv (hierna CBHK) die niet in het bezit zijn van de Vennootschap. Deze aandelen zijn rechtstreeks in het bezit van de overkoepelende beleidsholding van de Argenta Groep (BVg). Verder is bij de minderheidsbelangen het volledige kapitaal (18.000 EUR) van de SPV Green Apple terug te vinden. Hoewel er geen kapitaalsband is met de Vennootschap werd deze vennootschap omwille van de IFRS regels (SIC 12) wel mee geconsolideerd.
5. Risk management Geavanceerd en compleet risicobeheer is een essentiële voorwaarde voor het realiseren van duurzame winstgevende groei. De Argenta Groep onderkent dat en beschouwt risk management als een van haar kerncompetenties. Het kader voor risicobeheer wordt dan ook voortdurend geactualiseerd en aangepast op basis van dagelijkse ervaringen met risk management. Het aantonen dat toereikende risicobeheerprocedures aanwezig zijn is een sleutelvoorwaarde voor het verwerven en behouden van het vertrouwen van alle externe belanghebbenden (stakeholders): klanten, beleggers, toezichthouders en ratingbureaus. De strategie en het beleid van de globale Argenta Groep en van de samenstellende entiteiten hieromtrent, met inbegrip van de internal governance structuur van de financiële instellingen die dochtervennootschappen zijn, wordt bepaald door de organen (directiecomité en raad van bestuur, conform de taak- en bevoegdheidsverdeling zoals vastgelegd in de statuten) van BVg. De voornaamste dochtervennootschappen – in het bijzonder de Vennootschap en Argenta Assuranties (Aras) - staan in voor het operationele bestuur binnen de krijtlijnen bepaald door BVg. De afbakening van de soorten risico en de niveaus van aanvaardbare risico’s wordt op niveau van BVg bepaald (terug te vinden in de respectievelijke beleidslijnen). De Vennootschap en Aras evenals hun filialen en bijkantoren vertalen deze limieten en normen verder ten behoeve van hun operationeel bestuur.
137
De onafhankelijke controlefuncties Interne Audit, Compliance-Inspectie en Risk worden functioneel op het niveau van de Argenta Groep aangestuurd en daar ook operationeel georganiseerd. Dit betekent dat de personeelsleden van deze diensten een arbeidsovereenkomst hebben met BVg en – arbeidsrechtelijk – onder de leiding, het gezag en het toezicht van het directiecomité van BVg staan. De organisatie van de functies op groepsniveau laat onverkort toe de basisverantwoordelijkheid van het management van elke entiteit om de (eerstelijns-)controles binnen hun entiteit in volle verantwoordelijkheid te organiseren en te dragen. Gegeven het belang van deze controlefuncties werd een overkoepelend risicocomité geïnstalleerd, namelijk het groepsriskcomité (GRC). Daarnaast werd een comité opgericht per risicotype, met name het Alco (asset & liability comité), het Kreco (kredietrisicocomité), het ARC (Aras risicocomité) en het Orco (operationeel risicocomité).
Het groepsriskcomité brengt maandelijks de riskverantwoordelijken van BVg, de Vennootschap en Aras samen teneinde op de verschillende risicovlakken tot een betere coördinatie, bewaking, opvolging, sensibilisering, bijsturing, beleidsvoorbereiding binnen gans de Argenta Groep te komen. In dit jaarverslag worden de activiteiten van de Bankpool besproken en in overeenstemming met de bepalingen in artikel 119, 5° van het Wetboek van Vennootschappen wordt hieronder dan ook een overzicht gegeven van de doelstellingen en het beleid inzake de beheersing van de bancaire risico’s. Het beleid en de organisatiestructuur van de Vennootschap met betrekking tot dit risicobeheer zijn zodanig opgezet dat de gekende risico’s op afdoende wijze worden gesignaleerd, geanalyseerd, gemeten, opgevolgd en beheerst. Het risicobeheer voor de Vennootschap maakt hierbij een onderscheid tussen de volgende categorieën van risico: financieel risico (marktrisico, liquiditeitsrisico), kredietrisico (inclusief concentratierisico) en operationeel risico. 5.1. Financieel risico Het beheer van het financieel risico wordt beschreven in een beleidslijn financieel risicobeheer (deel financieel risico) en omhelst ondermeer onderstaande risico’s.
138
5.1.1. Marktrisico Het marktrisico is het risico dat de reële waarde of toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen schommelen als gevolg van veranderingen in marktprijzen. Marktrisico omvat drie soorten risico’s: renterisico, valutarisico en overige prijsrisico’s. Renterisico Het belangrijkste marktrisico waaraan de bankactiviteiten van de Bankpool worden blootgesteld, is het renterisico, dat in de eerste plaats resulteert uit veranderende marktprijzen, onverwachte veranderingen in investeringsrendementen en veranderingen in correlatie met intrestvoeten tussen verschillende financiële instrumenten. De Bankpool gebruikt een aantal instrumenten om de balans te kunnen beheren, waaronder het actieve beheer van de investeringsportefeuille, maatregelen om de groei van specifieke portefeuilles te stimuleren of af te remmen, effectisering van kredietportefeuilles en het gebruik van derivaten zoals caps en swaps. Om de risicoposities te controleren en beheren, gebruikt de Bankpool verscheidene risico-indicatoren zoals daar zijn netto intrestinkomen, duration gap (gevoeligheid van de reële waarde), rentemarge en reële waarde van het eigen vermogen. Bij de toelichtingen van de respectievelijke categorieën van financiële activa en financiële verplichtingen is informatie terug te vinden i.v.m. de blootstelling aan vlottende en vaste rentevoeten, de contractuele renteherzienings- of vervaldatums en de effectieve rentevoet, indien van toepassing. Gevoeligheidsanalyse De gevoeligheidsanalyse meet de impact (na belastingen) van een parallelle renteschok op het netto resultaat en op de overige componenten van het eigen vermogen. a) impact op het resultaat Door een stijging van de rentevoeten met 50 basispunten zou het resultaat dalen met 31,66 miljoen EUR bij de statische analyse per toestand 31 december 2009 (daling van 23,43 miljoen EUR bij de statische analyse op toestand 31 december 2008). Door een daling van de rentevoeten met 50 basispunten zou het resultaat stijgen met 30,68 miljoen EUR bij de statische analyse per toestand 31 december 2009 (stijging van 23,17 miljoen EUR bij de statische analyse op toestand 31 december 2008). Bij de berekeningen worden de uitstaande posities per 31 december constant gehouden. De renteschok van 50 basispunten wordt onmiddellijk toegepast voor de klassen zichtdeposito’s, gereglementeerde spaardeposito’s en overige deposito’s. Voor de overige klassen wordt de renteschok pas toegepast vanaf de datum van eerstvolgende contractueel voorziene renteaanpassing. De impact op betaalde en ontvangen interesten wordt hierbij berekend voor één jaar. Vanaf 1 oktober 2008 past de Vennootschap hedge accounting toe zodat er bij de simulaties voor toestand 31 december 2008 rekening gehouden werd met de compenserende bewegingen van de afgedekte posities. b) impact op de overige componenten van het eigen vermogen Een stijging van de rentevoeten met 50 basispunten heeft een negatieve impact op de overige componenten van het eigen vermogen van 81,22 miljoen EUR op toestand 31 december 2009 (daling van 50,20 miljoen EUR op toestand 31 december 2008). Een daling van de rentevoeten met 50 basispunten zou de overige componenten van het eigen vermogen doen stijgen met 83,43 miljoen EUR op toestand 31 december 2009 (stijging van 51,96 miljoen EUR op toestand 31 december 2008).
139
Strategieën voor risicovermindering Bij de beheersing van het renterisico streeft de Bankpool ernaar het renterisico binnen vastgestelde limieten te houden. Dit wordt bereikt door indekkingen of correcties van het renterisico die zowel endogeen als exogeen kunnen zijn. Voor de endogene indekkingen is er het hele pallet van sturing op binnenbalansproducten ter beschikking, zowel bijvoorbeeld op het gebied van prijs, nieuwe producten als aanpassing van productkenmerken. Endogene acties kunnen een belangrijke impact hebben die zich echter relatief traag en stelselmatig manifesteert. De tijdshorizon is daardoor relatief lang en vormt daarmee de fundamentele basis voor een flexibele balans en sturing. Om exogene indekking te realiseren worden financiële derivaten in overweging genomen voornamelijk renteswaps, FRA’s en renteopties (caps). De impact van exogene indekkingen op de marktwaardegevoeligheid blijkt onmiddellijk na afsluiting van het contract. Zij zijn daardoor uitermate geschikt als correctief instrument. Met renteswaps wordt het lineaire risicoprofiel veranderd. Dat profiel is hoofdzakelijk een combinatie van langlopende activa en langlopende verplichtingen. Opties kunnen ondermeer gebruikt worden voor de verlaging van het niet-lineaire risico, dat voornamelijk wordt veroorzaakt door in klantcontracten besloten opties zoals een rentevoetplafond of voortijdige betalingsopties. Wanneer een positie wordt afgedekt, wordt het economisch effect van veranderingen in de nettocontantewaarde van die positie, door veranderingen in de als benchmark gebruikte rentecurve, verminderd door compenserende veranderingen in de nettocontantewaarde van het financiële derivaat dat wordt gebruikt als afdekkingsinstrument. Op de financiële verwerking van afdekkingen zijn onder IFRS strenge regels van toepassing en niet iedere economische afdekking die voor de afdekking van het renterisico wordt gebruikt, wordt onder IFRS aangemerkt als hedge. In 2008 werd door de Vennootschap het kader uitgewerkt om in IFRS hedge accounting te mogen en kunnen toepassen. De Vennootschap maakt hier gebruik van afdekkingstransacties die voldoen aan alle daartoe vereiste voorwaarden voor afdekkingstransacties van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU. In geval van een nieteffectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden geamortiseerd in de winst- en verliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend. Meer informatie i.v.m. de toegepaste reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille is terug te vinden bij de toelichtingen 12, 15, 24 en 30. Valutarisico Het risico dat de reële waarde of toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen schommelen als gevolg van wisselkoersveranderingen. De Bankpool is enkel actief in de Benelux en doet geen andere beleggingen dan in euro, waardoor het geen valutarisico loopt. Overige prijsrisico’s Het risico dat de reële waarde of toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen schommelen als gevolg van veranderingen in marktprijzen (anders dan veranderingen die voortvloeien uit renterisico of valutarisico). Dit ongeacht of deze veranderingen worden veroorzaakt door factoren die specifiek gelden voor het individuele financiële instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle soortgelijke op de markt verhandelde financiële instrumenten beïnvloeden. Aandelenrisico
140
De Bankpool doet geen beleggingen in individuele aandelen. Het per 31 december 2009 beperkt aanwezig aantal aandelenfondsen (in de juridische vorm van beveks of sicavs) kwam historisch op de balans bij de uitgifte door de Vennootschap van nieuwe compartimenten in bestaande aandelenfondsen. De post aandelenfondsen is beperkt en in 2009 werden geen bijkomende aandelenfondsen op de balans opgenomen. Door de gunstige marktomstandigheden dienden er geen waardevermi nderingen aangelegd te worden (in 2008 werden in IFRS nog voor 1.105.953 EUR waardeverminderingen aangelegd). Deze in IFRS aangelegde waardeverminderingen kunnen niet via de resultatenrekening worden teruggenomen. 5.1.2 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisicobeheer Liquiditeitsrisico heeft betrekking op een situatie waarin een entiteit van de Argenta Groep niet in staat zou zijn om te voldoen aan de liquiditeitseisen van deposito- of andere contracthouders, zonder onaanvaardbare verliezen te lijden bij het vrijmaken van activa waarmee in normale en moeilijke omstandigheden aan de financiële verplichtingen moet worden voldaan. Dit is derhalve het risico dat de Vennootschap over onvoldoende financiële middelen beschikt om te voldoen aan verplichtingen wanneer deze moeten worden voldaan op vervaldatum of dat activa alleen tegen uitzonderlijke hoge kosten kunnen worden zeker gesteld of verkocht. De verhoogde aandacht voor het liquiditeitsrisico komt voort uit de globalisering van de financiële markten, de grotere volatiliteit van de funding, de sterke groei van nieuwe producten en gestructureerde transacties zoals effectiseringen. Hoewel deze elementen in de eerste plaats van invloed zijn op globale spelers, verdient de liquiditeitsproblematiek ook bij de Bankpool de nodige aandacht. De strategie van de Bankpool met betrekking tot het liquiditeitsbeheer bestaat erin om de liquiditeitsposities van de individuele vennootschappen, aan de hand van een aangepast management informatie systeem (MIS) te meten, op te volgen, te controleren, te rapporteren en te beheren binnen de groepsnorm, en dit zowel onder normale als uitzonderlijke omstandigheden. Het dagelijks liquiditeitsbeheer, de definitie van “early warning indicators” (EWI’s) en de organisatie van stresstesten werden beschreven in een “Liquidity Contingency Plan” (LCP). Dagelijks worden rapporten over de funding verspreid over een breed doelpubliek, inbegrepen alle leden van het directiecomité. Daarnaast is de bespreking van de waarschuwingsindicatoren een vast punt op het (minstens) tweewekelijkse ALCO. Het hogere management wordt met andere woorden op een continue basis betrokken bij het liquiditeitsbeheer. Liquiditeitsbronnen Het fundingbeleid is gericht naar de particuliere cliënt via de uitgifte van zicht-, spaar-, termijnrekeningen en effecten. De deposito’s van klanten vormen het belangrijkste deel van de primaire financieringsbronnen van de bankactiviteiten van de Bankpool. Deze deposito’s kunnen zowel beschouwd worden als bronnen van liquiditeit alsook als bronnen van liquiditeitsrisico. Betaalrekeningen en spaargelden van particulieren zijn immers direct of op korte termijn opvraagbaar, maar leveren niettemin een belangrijke bijdrage aan de stabiliteit van de financieringsbasis op de lange termijn. Deze stabiliteit staat of valt dan ook met het behoud van het vertrouwen van de rekeninghouder in de solvabiliteit en een goed liquiditeitsbeheer van de Vennootschap. De financieringsstructuur van de groep wordt zo beheerd dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering (met en zonder repos) beperkt blijft. Onderstaande tabel toont de financieringsmix van de Bankpool. Financieringsbronnen deposito’s van kredietinstellingen
141
31/12/2008
31/12/2009
0,16 %
1,44 %
deposito’s van cliënten niet-achtergesteld schuldpapier achtergesteld schuldpapier andere verplichtingen
66,19 % 29,25 % 2,27 % 2,13 %
66,30 % 27,47 % 2,11 % 2,68 %
100 %
100 %
29.301.849.986
30.583.416.512
Totaal verplichtingen Totaal verplichtingen in miljoenen euro
De Vennootschap beschikt over volgende basisinstrumenten als mogelijke bron van liquiditeit: cash, effectisering van (een deel van) de hypotheekportefeuille, het uitbreiden of verminderen van het aantal effecten dat beleenbaar is bij de ECB, kredietlijnen bij de NBB mits waarborgen en het verkopen van (een deel van) de effectenportefeuille dat niet beleenbaar is bij de ECB. Bij een mogelijke liquiditeitsbehoefte zullen eerst de goedkoopste bronnen aangeboord worden. Het gaat dan in de eerste plaats om de aanwezige cash (gelden op rekeningen bij andere financiële instellingen en de NBB). Maturiteitsanalyse Bij de toelichtingen 13 en 14 is bijkomende informatie over de resterende looptijd van de “voor verkoop beschikbare financiële activa” en de “leningen en vorderingen” terug te vinden. In onderstaande tabel wordt een looptijdanalyse van de categorie “financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden”, de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, de derivaten gebruikt ter afdekking en de categorie “andere verplichtingen” weergegeven. Boekjaar 2008
< 3 maanden
< 12 maanden
2 - 5 jaar
> 5 jaar
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
395.938
1.187.813
6.335.000
2.867.500
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
16.707.831.971
3.122.076.950
8.502.831.561
159.747.600
47.494.188
0
0
0
1.187.088.371 902.627.724
0 2.405.779.485
0 633.295.514
0 8.020.758
35.196.654
138.817.822
74.132.387
479.604
1.227.910.451 12.588.591.197
0 0
0 0
0 0
352.201.268 4.900.154
0 0
0 0
0 0
301.918.772 82.806.089 100.000.000 27.431.520 0 0
587.847.073 171.827.577 100.000.000 53.138.641 28.450.392 22.383.626
5.464.672.720 665.582.252 1.877.106.745 311.469.742 527.756.583 76.317.197
46.826.688 2.181.975 0 0 100.000.000 11.825.005
deposito's van kredietinstellingen deposito's van andere instellingen dan kredietinstellingen zichtdeposito's deposito's met vaste looptijd deposito's met vaste looptijd intresten overige deposito's deposito's van bijzondere aard gereglementeerde spaardeposito's deposito's gekoppeld aan hypothecaire leningen depositobeschermingsregeling in schuldbewijzen belichaamde schuldeninclusief kasbons kasbons kasbons - intresten obligaties obligaties - intresten achtergestelde verplichtingen achtergestelde verplichtingen -
142
intresten Derivaten gebruikt ter afdekking
17.728.131
53.184.394
243.041.006
148.848.229
0
15.257.502
0
0
Andere verplichtingen
Boekjaar 2009
< 3 maanden
< 12 maanden
2 - 5 jaar
> 5 jaar
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
10.991.911
32.975.733
81.823.492
0
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
18.921.491.699
1.516.624.913
9.013.771.824
178.966.871
441.651.684
0
0
0
1.454.114.173 421.148.064
0 892.466.219
0 1.086.277.815
0 18.338.517
21.328.521
64.411.303
138.970.471
1.355.757
973.750.571 15.107.619.307
0 0
0 0
0 0
281.218.117 4.878.777
0 0
0 0
0 0
167.957.090 88.975.593 49.021.252 54.913.333 25.011.441
450.631.856 166.076.934 50.000.000 27.937.664 123.526.838
5.763.173.623 554.783.027 1.777.330.000 228.531.803 386.990.386
55.749.577 2.852.021 0 0 100.000.000
5.304.955
21.469.875
51.154.428
11.825.005
27.919.156
81.757.469
406.826.188
261.791.000
0
0
0
0
deposito's van kredietinstellingen deposito's van andere instellingen dan kredietinstellingen zichtdeposito's deposito's met vaste looptijd deposito's met vaste looptijd intresten overige deposito's deposito's van bijzondere aard gereglementeerde spaardeposito's deposito's gekoppeld aan hypothecaire leningen depositobeschermingsregeling in schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons kasbons kasbons - intresten obligaties obligaties - intresten achtergestelde verplichtingen achtergestelde verplichtingen intresten Derivaten gebruikt ter afdekking Andere verplichtingen
Bij de “financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden” en de “derivaten gebruikt ter afdekking” zijn de intresten van de onder de betrokken categorie verwerkte swaps terug te vinden. Bij het berekenen van deze intresten werd gebruik gemaakt van de vaste en variabele interestvoeten zoals deze per 31/12/2009 vastlagen voor het respectievelijke vaste en variabele deel van de betrokken renteswaps. De zichtdeposito’s, deposito’s van bijzondere aard en gereglementeerde spaardeposito’s werden voor deze rapportering onder het tijdsinterval < 3 maanden geklasseerd. Onder de klasse “obligaties” zijn voor 1.486.500.000 EUR (door de SPV Green Apple) uitgegeven notes terug te vinden. Deze notes werden in september 2007 uitgegeven ter financiering van de effectisering door de Vennootschap van 1,5 miljard EUR Nederlandse hypothecaire leningen.
143
Meer informatie over de betrokken geëffectiseerde (maar terug in de consolidatie opgenomen) hypothecaire leningen en de door SPV Green Apple uitgegeven effecten is terug te vinden bij de toelichtingen 14.2 (leningen en vorderingen op andere cliënten) en 20.3 (in schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons). Onder de klasse “achtergestelde verplichtingen” tenslotte is de in 2006 uitgegeven Tier 1 lening van nominaal 100 miljoen EUR terug te vinden. In bovenstaande tabel werd deze lening onder het tijdsinterval > 5 jaar opgenomen. Uitbreiding liquiditeitsbeheer De belangrijke inspanningen die in de loop van 2008 in het kader van het liquiditeitsbeheer werden geleverd, kregen in 2009 een vervolg door de uitbreiding van de scope naar de toepassing en toetsing van het liquiditeitsbeheer aan de publiekelijk uitgegeven “principles for sound liquidity risk management and supervision”. In dit kader werden er in 2008 en 2009 stresstesten uitgevoerd die bestonden uit een kwalitatief en een kwantitatief luik. Het kwalitatief luik beschrijft in detail wat de situatie is die de crisis veroorzaakt, wat de hypothesen zijn ten aanzien van het cliëntengedrag, inzonderheid ten aanzien van de onmiddellijk opvraagbare passiva en wat de maatregelen zijn die de bank kan nemen om deze crisis op te vangen. Het kwantitatief gedeelte meet de resultaten, gegeven de reële balanssituatie en gegeven de impact van de gestelde hypothesen. De belangrijkste doelstelling van deze testen is na te gaan tot welk niveau de crisis kan opgevangen worden en vanaf welk niveau de bank beroep moet doen op dure maatregelen.
Stress tests tonen de effecten van gebeurtenissen die niet (of onvoldoende) kunnen worden becijferd met ‘normale’ risicometingen (zoals bijvoorbeeld de Value-at-Risk methodologie). Voor dergelijke gebeurtenissen (exceptionele scenario’s zoals de kredietcrisis) zijn de hypothesen van de gebruikelijke assessmentmethodes ontoereikend, wat kan leiden tot substantiële onderschattingen van het risico. Om deze reden is het voor de Vennootschap als regionale bank zeer belangrijk om extra aandacht te schenken bij de definitie van ‘relevante’ stress scenario’s. Zo zal een sterke fluctuatie op de internationale financiële markten een grotere impact hebben op een bank met een groot marktrisico en eerder een zeer kleine impact op een retailbank als de Vennootschap. Rapportering naar de toezichthouder In het kader van Basel II pijler 2 vereisten (geconcretiseerd in België door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) via Circulaire PPB-2006-17-CPB van 20 december 2006 aan de financiële holdings, de kredietinstellingen, de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen) worden stelselmatig de liquide financiële activa en in- en uitstromen van liquiditeit gerapporteerd. In onderstaande tabel zijn de liquide financiële activa van de Bankpool terug te vinden, zoals deze driemaandelijks aan de Belgische toezichthouder werden gerapporteerd. Uitsplitsing liquide financiële activa
31/12/2008
31/12/2009
27.413.368
29.437.840
Effecten (en leningen) beleenbaar bij de ECB
7.848.696.871
11.077.111.752
Effecten realiseerbaar via een verkooptransactie Subtotaal effecten
1.985.565.588
1.211.428.253
9.834.262.459
12.288.540.005
9.861.675.827
12.317.977.845
30.037.790.547
31.471.500.773
Kas en kastegoeden bij centrale banken
Totaal liquide financiële activa Totaal balanstotaal
De effecten beleenbaar bij de ECB en realiseerbaar via een verkooptransactie bedragen 12.288.540.005 EUR per 31/12/2009 Zij kunnen ingedeeld worden in volgende vervaldagenstructuur: 1.893.373.796 EUR tot 1 jaar, 1.873.115.752 EUR meer dan 1 jaar tot 2 jaar, 1.296.302.014 EUR meer dan 2 jaar tot 3 jaar, 981.035.690 EUR
144
meer dan 3 jaar tot 4 jaar, 3.047.314.999 EUR meer dan 4 jaar tot 5 jaar, 3.186.930.751 EUR meer dan 5 jaar en tenslotte tenslotte 10.467.003 EUR met onbepaalde looptijd. 5.2. Kredietrisico Kredietrisicobeheer Het beheer van de kredietrisico’s binnen de Bankpool wordt geregeld door de beleidslijnen kredietrisicobeheer (retail kredietverlening) en financieel risicobeheer (overige rentedragende activa). In de beleidslijnen worden de uitgangspunten, regels, richtlijnen en procedures geformuleerd voor het signaleren, meten, goedkeuren en rapporteren van het kredietrisico. Het kredietrisico treedt op wanneer een klant of tegenpartij niet meer in staat is om aan zijn contractuele verplichtingen te voldoen. Dit kan het gevolg zijn van insolventie van een klant of tegenpartij. Dit risico ontstaat zowel bij de traditionele kredietverlening als bij beleggingsactiviteiten (overige rentedragende activa). Bij de Bankpool ontstaat het kredietrisico bij verstrekken van woonkredieten in België en Nederland, consumentenkredieten en investeringskredieten in België en Nederland, investering in obligaties en kortlopende schuldinstrumenten, uitgegeven door overheden uit de Eurozone, asset/mortgage-backed securities of obligaties en kortlopende schuldinstrumenten uitgegeven door bedrijven en ten slotte interbankenkredieten in euro met als tegenpartij een bank uit de OESO zone. Alle segmenten van de Bankpool beschikken over adequate meetinstrumenten, richtlijnen en procedures om het kredietrisico te beheren, met inbegrip van een volledig onafhankelijk kredietgoedkeuringsproces met vastgestelde limieten voor kredietwaardigheid en toezichtprocedures. De Bankpool streeft algemeen een laag risicoprofiel na in haar kredietverlening. Deze strategische optie wordt ondermeer bevestigd in de kredietacceptatievoorwaarden en procedures van de Vennootschap en CBHK, waarvan bedongen zekerheidsstellingen (in hoofdzaak hypothecaire inschrijvingen op panden) één van de basismodaliteiten is, samen met de strategische focus op kredietverlening aan retail cliënteel. Kredietrisico en Basel II kapitaalakkoord De Bankpool heeft een jarenlange ervaring in het toekennen en beheren van hypothecaire kredieten aan retail cliënteel, wat resulteerde in een historiek van lage kredietverliezen. Onder retail cliënteel wordt verstaan: particulieren, zelfstandigen en uitoefenaars van vrije beroepen die hun gewoonlijke verblijfplaats in België (voor de Belgische activiteiten) of Nederland (voor de Nederlandse activiteiten) hebben en die bij de Vennootschap terecht kunnen voor hun normale niet-beroepsmatige kredietbehoeften. Omwille van deze beleidsoptie en de vermelde jarenlange ervaring heeft de Bankpool er dan ook voor gekozen om onder het Basel II kapitaalakkoord haar retail kredietverstrekking, behoudens niet-materiële uitzonderingen, op basis van interne ratings te laten plaatsvinden en de eigenvermogensvereisten volgens de IRB(F) methode te berekenen. Hierbij wordt bij de kredietverstrekking aan iedere tegenpartij een rating toegekend. Deze ratings kunnen zowel intern als extern zijn. Hiertoe ontwikkelde de Vennootschap, voor zover van toepassing, zelf één of meer modellen. Onderscheid wordt gemaakt tussen modellen voor PD (kans op wanbetaling) en LGD (verlies bij wanbetaling). Voor de retail kredietportefeuilles waarvoor gekozen wordt voor een intern ratingsysteem (IRB), werd telkens zowel een PD als een LGD model ontwikkeld. In het PD model worden kredietdossiers ingedeeld in verschillende ratingklassen, afhankelijk van de via het model berekende falingskans. De indeling van de ratingklassen gebeurt op basis van variabelen met eraan
145
verbonden modaliteiten, die zowel productkenmerken als kenmerken verbonden aan de ontlener betreffen. Iedere ratingklasse heeft een beneden- en bovengrens voor wat betreft het falingspercentage en krijgt een gemiddeld falingspercentage. De gefaalde dossiers worden in een aparte ratingklasse ondergebracht. Ook de LGD-pooling gebeurt op basis van een aantal variabelen. Aan iedere LGD-pool wordt een gemiddeld LGD-percentage toegekend. Op die manier wordt ieder uitstaand krediet in portefeuille ondergebracht in een bepaalde LGD-pool en wordt aan dat krediet het gemiddelde LGD-percentage van die pool toegewezen. Maandelijks wordt de totale retail kredietportefeuille aan de PD en LGD modellen aangeboden om er het kapitaalbeslag voor onverwachte verliezen uit af te leiden. De keuze voor deze Interne Rating Based methode had ondermeer wijzigingen tot gevolg voor het operationeel kredietrisicobeheer, het authorisatiekader, de waarderingsregels, de prijszetting, de interne opvolging en rapportering, en de verantwoordelijkheden van directiecomités en Raden van Bestuur. Vanaf 1 januari 2008 en in concreto vanaf rapporteringstoestand 31 maart 2008 werden de eigenvermogensvereisten gerapporteerd volgens de standaardmethode van Basel II. Vanaf rapporteringstoestand 30 september 2009 wordt de eigenvermogensvereiste voor de retail hypotheekportefeuilles volgens de IRB methode berekend. De Vennootschap heeft immers op 22 september 2009 van de toezichthouder een voorwaardelijke goedkeuring verkregen voor het gebruik van de Foundation Internal Rating Based benadering (of FIRB) voor de retail hypotheekportefeuilles. Voorwaardelijk betekent dat op een aantal terreinen verwacht wordt dat verdere verfijningen en optimalisaties worden aangebracht in de loop van 2010. Bijzondere waardeverminderingen Op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen worden aangelegd wanneer een krediet als gefaald beschouwd wordt, wat betekent dat er objectieve aanwijzingen zijn dat de Vennootschap niet alle verschuldigde bedragen in overeenstemming met de contractuele voorwaarden zal kunnen innen. Het bedrag van de bijzondere waardevermindering is het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. In concreto wordt een krediet als gefaald beschouwd wanneer een van de volgende gebeurtenissen heeft plaatsgevonden: - de Vennootschap acht het onwaarschijnlijk dat de debiteur zijn kredietverplichtingen volledig kan nakomen zonder dat de Vennootschap zal moeten overgaan tot acties zoals het uitwinnen van zekerheden; - de debiteur is meer dan 90 dagen achterstallig bij het nakomen van een materiële kredietverplichting. Voor de kredieten die als gefaald worden beschouwd, wordt bijgevolg nagegaan of er (hierbij onder andere rekening houdend met de bekomen zekerheden) bijzondere waardeverminderingen dienen te worden aangelegd. Naast de op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen worden er vanaf 2008 ook collectieve - op portefeuillebasis gebaseerde - waardeverminderingen in de vorm van een IBNR (incurred but not reported) voorziening aangelegd. Een ‘bestaande maar niet gerapporteerde’ waardevermindering op leningen wordt verantwoord voor de vorderingen waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn aangelegd op individuele basis. De Vennootschap beoordeelt haar portefeuille voortdurend op het stuk van achterstallige betalingen. In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de financiële activa “leningen en vorderingen op andere cliënten” waarvoor er achterstallige bedragen zijn geconstateerd maar waar er geen op individuele basis bepaalde
146
bijzondere waardeverminderingen zijn aangelegd. Het betreft hier het totaalbedrag van de uitstaande kredieten (totale exposure) dus niet het totaalbedrag van de achterstanden. Deze leningen en vorderingen werden ofwel nog niet als gefaald beschouwd ofwel waren er voldoende waarborgen waardoor er geen op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen dienden te worden aangelegd.
Per 31/12/2008
<= 90 dagen
Consumentenkrediet Hypothecaire leningen Leningen op termijn Zichtdeposito's / voorschotten Overige kredietvorderingen
6.964.132 1.851.128.412 35.638.000 6.546.897 0 1.900.277.441
Per 31/12/2009
<= 90 dagen
Consumentenkrediet Hypothecaire leningen Leningen op termijn Zichtdeposito's Overige kredietvorderingen
5.862.109 1.627.138.628 33.732.706 6.536.075 0 1.673.269.518
90 dagen <> 180 dagen
180 dagen <> 1 jaar
514.101 95.222.568 2.057.104 669.827 0 98.463.600
> 1 jaar
220.102 76.307.150 3.421.379 271.942 0 80.220.573
90 dagen <> 180 dagen
148.907 200.379.078 6.333.929 1.098.925 0 207.960.839
180 dagen <> 1 jaar
396.002 121.359.842 3.055.556 496.424 0 125.307.824
> 1 jaar
242.383 67.944.001 2.884.839 434.744 0 71.505.967
86.989 167.944.038 4.459.040 492.349 0 172.982.416
In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de effectieve achterstallige bedragen (kapitalen en interesten). In deze bedragen zitten echter ook nog de bedragen die slechts 1 of 2 dagen achterstallig zijn of die omwille van de operationele verwerking van binnenkomende bedragen tijdelijk enkele dagen achterstand vertonen. Onder de “zichtdeposito’s / voorschotten” zijn in hoofdzaak kaskredieten terug te vinden die bij overschrijding van hun kredietlijn voor het volledig bedrag in achterstand komen (8.587.591 EUR per 31/12/2008 en 7.959.592 EUR per 31/12/2009).
Per 31/12/2008
Consumentenkrediet Hypothecaire leningen Leningen op termijn Zichtdeposito's / voorschotten
Consumentenkrediet Hypothecaire leningen
180 dagen <> 1 jaar
> 1 jaar
289.922
51.369
13.373
13.606
13.828.524
1.335.068
902.881
2.008.325
350.841
27.885
62.278
90.668
6.546.897
669.827
271.942
1.098.925
0
0
0
0
21.016.184
2.084.149
1.250.474
3.211.524
Overige kredietvorderingen
Per 31/12/2009
90 dagen <> 180 dagen
<= 90 dagen
90 dagen <> 180 dagen
<= 90 dagen
180 dagen <> 1 jaar
> 1 jaar
936.506
22.450
19.248
16.864
13.690.732
1.586.757
796.862
1.792.858
147
Leningen op termijn Zichtdeposito's Overige kredietvorderingen
339.995
53.348
57.686
63.973
6.536.075
496.424
434.744
492.349
0
0
0
0
21.503.308
2.158.979
1.308.540
2.366.044
In alle andere categorieën van financiële activa en de daarbinnen te onderscheiden aanwezige klassen zijn er geen achterstallen. Op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen Het volgende overzicht geeft de betrokken waarden van de financiële activacategorieën (en respectievelijke klassen) weer die op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan.
Per 31/12/2008
bruto boekwaarde van de in waarde verminderde activa
Voor verkoop beschikbare activa beleggingsfondsen
waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
2.631.868
1.105.953
Leningen en vorderingen consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's/voorschotten overige kredietvorderingen Totaal leningen en vorderingen
4.458.928 62.267.294 635.099 14.696.634 892.188 82.950.143
4.115.933 26.638.948 557.107 13.495.086 890.095 45.697.169
Algemeen totaal
85.582.011
46.803.122
Per 31 december 2008 bedroeg het totaal aan op individuele basis bepaalde bijzondere waardeverminderingen 46.803.122 EUR. Het betrof hier 45.697.169 EUR bijzondere waardeverminderingen voor de categorie “leningen en vorderingen op andere cliënten” en een waardevermindering van 1.105.953 EUR voor de categorie “voor verkoop beschikbare activa”. Per 31/12/2009
bruto boekwaarde van de in waarde verminderde activa
Voor verkoop beschikbare activa beleggingsfondsen
waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
2.631.868
1.105.953
Leningen en vorderingen consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's overige kredietvorderingen Totaal leningen en vorderingen
3.730.314 100.938.814 575.569 12.539.694 441.469 118.225.860
3.442.681 29.443.522 482.325 11.143.629 441.469 44.953.626
Algemeen totaal
120.857.728
46.059.579
148
Per einde 2009 waren er 46.059.579 EUR op individuele basis bepaalde waardeverminderingen. Er werden geen bijkomende waardeverminderingen aangelegd voor de AFS portefeuille. De volgende tabellen geven de mutaties weer van de bijzondere waardeverminderingen van de boekjaren 2008 en 2009. Mutatietabel 2008
beginsaldo 31/12/2007
Voor verkoop beschikbare activa beleggingsfondsen Totaal voor verkoop beschikbare activa
toevoegingen
terugboekingen
eindsaldo 31/12/2008
0 0
1.105.953 1.105.953
0 0
1.105.953 1.105.953
Leningen en vorderingen consumentenkrediet hypothecaire kredieten leningen op termijn zichtdeposito's / voorschotten overige kredietvorderingen Totaal leningen en vorderingen
4.288.994 22.098.852 95.687 15.372.055 999.299 42.854.887
1.223.948 19.792.854 499.530 6.177.185 102.939 27.796.456
-1.397.009 -15.252.758 -38.110 -8.054.154 -212.143 -24.954.174
4.115.933 26.638.948 557.107 13.495.086 890.095 45.697.169
Totaal waardeverminderingen
42.854.887
28.902.409
-24.954.174
46.803.122
Mutatietabel 2009
Voor verkoop beschikbare activa beleggingsfondsen overige aandelen Totaal voor verkoop beschikbare activa
beginsaldo 31/12/2008
toevoegingen
terugboekingen
eindsaldo 31/12/2009
1.105.953 0 1.105.953
0 0 0
0 0 0
1.105.953 0 1.105.953
Leningen en vorderingen consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's / voorschotten overige kredietvorderingen Totaal leningen en vorderingen
4.115.933 26.638.948 557.107 13.495.086 890.095 45.697.169
1.173.389 24.347.068 157.414 6.155.067 236.228 32.069.166
-1.846.641 -21.542.494 -232.196 -8.506.524 -684.854 -32.812.709
3.442.681 29.443.522 482.325 11.143.629 441.469 44.953.626
Totaal waardeverminderingen
46.803.122
32.069.166
-32.812.709
46.059.579
Bij toelichting 34 “bijzondere waardeverminderingen” is de volledige resultaatsimpact van de alle bijzondere waardeverminderingen terug te vinden. Een gedetailleerdere uitsplitsing naar klassen van de “voor verkoop beschikbare activa” is terug te vinden bij toelichting 13. Op portefeuillebasis bepaalde bijzondere waardeverminderingen De collectieve IBNR waardeverminderingen worden vanaf 2008 berekend en aangelegd voor alle kredietportefeuilles waarvoor in Basel II kredietrisicomodellen zijn uitgewerkt. Op basis van de PD (probability of default) worden de portefeuilles opgedeeld in risicoklassen. Voor elke risicoklasse wordt nagegaan wat de kans is dat een krediet in deze klasse binnen de 3 maanden in gebreke komt.
149
Onderstaande tabel geeft de EAD (exposure waardeverminderingen weer per eindejaar. Portefeuille
at
default)
en
aangelegde
31/12/2008
collectieve
bijzondere
31/12/2009
EAD
IBNR
EAD
IBNR
port. Aspa België
5.074.524.611
218.989
5.175.323.374
320.656
port. Nederland
8.509.674.688
426.606
8.296.753.073
815.999
Green Apple
3.439.399.445
66.228
3.257.576.696
226.775
port. CBHK
1.323.877.883
1.308.030
1.138.475.916
2.004.285
Totaal
2.017.853
150
3.367.715
Zekerheden Bij het toestaan van hypothecaire leningen worden steeds persoonlijke of zakelijke zekerheden gevraagd. Hoe lager de kredietwaardigheid van een kredietnemer, hoe meer waarborg die klant zal moeten geven. In het kader van het uitwinningsbeleid komt het sporadisch voor dat bepaalde zekerheden verworven worden en op de balans terechtkomen. Voor deze zekerheden (in casu de panden waarop een hypothecaire inschrijving of volmacht gevestigd is) vonden in het verleden enkel herschattingen plaats indien de dossiers waaraan de zekerheden verbonden waren als gefaald (zie definitie van gefaald bij bovenstaande beschrijving van de bijzondere waardeverminderingen) beschouwd werden. Mede naar aanleiding van de invoering van het nieuwe Basel II kapitaalakkoord werden stappen ondernomen om op een periodieke basis alle zakelijke zekerheden via een statistische methode te gaan herschatten. Uitwinningsbeleid Indien alle andere middelen zijn uitgeoefend om een krediet in faling financieel af te handelen, wordt er (waar er een pand aanwezig is) overgegaan tot de openbare verkoop. In 2008 waren er (inclusief verkopen die betrekking hebben op Nederlandse kredietdossiers met NHG garantie) 41 openbare verkopen waarbij het saldo van de verkoop de vordering niet volledig dekte. Het totaal bedrag aan nog openstaande schuld van deze 41 openbare verkopen bedroeg 1.559.463 EUR. In 2009 waren er 30 openbare verkopen waarbij het saldo van de verkoop de vordering niet volledig dekte. De totale restschuld hierbij bedroeg 1.315.422 EUR. In 2008 werden er in het kader van dit uitwinningsbeleid twee panden voor 213.790 EUR aangekocht door de Vennootschap zelf. In 2009 werd één pand aangekocht voor 85.550 EUR. De panden zijn terug te vinden onder de post “vastgoedbeleggingen” (zie toelichting 16). De conservatieve kredietpolitiek en het strikte omkaderingsbeleid hadden tot gevolg dat de kredietverliezen binnen de diverse activiteitsdomeinen van de Vennootschap laag waren in de voorbije jaren. Uitstaand kredietrisico Het uitstaande kredietrisico (maximale blootstelling (exposure) aan kredietrisico) van de financiële instrumenten van de Vennootschap (exclusief zekerheidstellingen en andere kredietverbeteringen) per 31 december kan als volgt worden gepresenteerd: Exposure (opgenomen in kredietrisicoberekening)
Exposure 31/12/08
exposure 31/12/09
Centrale overheden of centrale banken Multilaterale ontwikkelingsbanken Instellingen Ondernemingen Retailcliënteel Gedekt door onroerend goed (standaard methode) Gedekt door onroerend goed (interne rating methode) Achterstallige risicoposities Gedekte obligaties Instellingen voor collectieve belegging (ICB's) Overige posten
2.901.010.578 90.149.792 7.075.879.007 167.326.146 125.323.336 18.796.161.468 0 196.431.956 0 9.181.699 207.272.606
4.411.251.119 89.951.707 6.158.658.896 1.178.746.547 110.649.388 254.316.368 18.278.559.075 1.331.328 148.135.070 10.327.818 176.578.476
Totalisatie
29.568.736.588
30.818.505.792
564.767.581 0
37.636.626 569.975.396
Effectiseringspositie (standaard methode) Effectiseringspositie (interne rating methode)
151
Totalen
30.133.504.169
31.426.117.814
De totale blootstelling aan kredietrisico (totale exposure) bestaat uit de boekwaarden van (binnenbalans) financiële activa, buitenbalans posten (waaronder financiële garanties en loan commitments) en afgeleide financiële instrumenten. In toelichting 37 is meer informatie terug te vinden met betrekking tot de buitenbalans posten.
Financiële activa binnenbalans Buiten balansposten Afgeleide financiële instrumenten
31/12/2008
31/12/2009
29.334.524.241 634.354.928 164.625.000
30.524.369.318 687.359.631 214.388.865
30.133.504.169
31.426.117.814
Bovenstaande detailinformatie is afkomstig van de eigenvermogensrapporteringen onder het kapitaalakkoord Basel II waarbij er tot 30 juni 2009 gebruik gemaakt werd van de standaardbenadering. Vanaf rapporteringsperiode 30 september werden de eigenvermogensvereisten voor de hypothecaire retailkredietverlening volgens de interneratingbenadering (Foudation Internal Ratings Based benadering of FIRB) berekend. Concentratie van kredietrisico Concentratie kan bestaan uit verschillende elementen: concentratie in kredietverlening aan een individuele tegenpartij of een groep van onderling gerelateerde tegenpartijen (single name concentratie of wederpartijconcentratie); concentratie in kredietverlening via een ongelijkmatige verdeling over sectoren of landen/regio’s (sectorconcentratie); dit laatste risico kan ontstaan wegens significante risicoposities op groepen van tegenpartijen waarvan de kans op wanbetaling gedreven wordt door gemeenschappelijke onderliggende factoren. In de beleidslijn kredietrisicobeheer worden limieten opgenomen met betrekking tot het concentratierisico. Deze limieten worden stelselmatig opgevolgd en gerapporteerd. Eén van deze limieten heeft betrekking op de maximale exposure per tegenpartij in de retailkredietverlening en stelt dat deze maximale exposure op 1 retail tegenpartij nooit groter mag zijn dan 1 miljoen EUR.
152
Onderstaande tabel geeft de concentraties weer per type van lening of vordering van de categorie “leningen en vorderingen op andere cliënten”.
consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's/voorschotten overige kredietvorderingen
waarvan hypothecaire leningen - toegestaan in België - toegestaan in Nederland - toegestaan in Duitsland
2008 86.768.857 18.871.126.577 164.385.504 18.655.799 2.092 19.140.938.829
% 0,45 % 98,59 % 0,86 % 0,10 % 0,00 % 100,00 %
2009 74.342.877 18.310.803.388 160.835.342 17.810.301 0 18.563.791.908
% 0,40 % 98,64 % 0,87 % 0,10 % 0,00 % 100,00 %
6.773.196.097 12.097.292.583 637.897
35,89 % 64,10 % 0,00 %
6.710.234.693 11.599.914.687 654.008
36,65 % 63,35 % 0,00 %
18.871.126.577
100,00 %
18.310.803.388
100,00 %
Mogelijke concentratierisico’s die resulteren uit de aanwezigheid in slechts 2 hypotheekmarkten worden getemperd door een beperking van het kredietrisico per individueel dossier, evenals een strikte opvolging van de evoluties in de Nederlandse en Belgische hypotheek- en residentiële vastgoedmarkten. Hiernaast wordt er ook gezorgd voor een spreiding van de risico’s door een groot aantal leningen voor een beperkt bedrag, gespreid over België en Nederland (ook regionaal) toe te staan. Door de spreiding in de tijd van de kredietverlening (iedere week/maand worden er wel kredieten toegestaan) worden de risico’s getemperd (in zowel hoog als laagconjunctuur worden immers kredieten toegestaan). Tenslotte kan ‘effectisering’ naast een funding en liquiditeitstool ook aangewend worden om het risicovolume van de kredieten en dus de mate van concentratie te sturen (de twee uitgevoerde effectiseringstransacties hadden beide betrekking op de Nederlandse hypotheekkredieten). De basis voor de kwantitatieve beoordeling vormt de analyse van de samenstelling van de portefeuille (balans) naar economische sectoren (overheden – openbare besturen, krediet- instellingen, overige leningen waaronder bedrijfsobligaties, hypothecaire kredietverlening, andere retailkredietverlening) en landen. De Vennootschap classificeert de volledige beleggingsportefeuille als ‘voor verkoop beschikbaar financiële activa’. Het voornaamste deel van de beleggingsportefeuille bestond per 31 december 2009 uit obligaties van kredietinstellingen (45,80 % in 2009 t.o.v. 61,57 % in 2008). De categorie “openbare besturen” vertegenwoordigt echter ook 37,07 % per 31/12/2009. De categorie “overige leningen” is van 6,32 % naar 17,03 % gestegen doordat er in 2009 een obligatieportefeuille uitgegeven door corporates werd opgebouwd
Vastrentende effecten - openbare besturen - kredietinstellingen - overige leningen Niet-vastrentende effecten - beleggingsfondsen/aandelen
boekwaarden
2008 procentuele verdeling
boekwaarden
2009 procentuele verdeling
2.583.524.681 4.972.421.135 510.358.327
31,99 % 61,57 % 6,32 %
4.103.622.705 5.070.502.978 1.885.167.892
37,07 % 45,80 % 17,03 %
9.231.139
0,11 %
10.467.003
0,09 %
8.075.535.282
100,00 %
11.069.760.578
100,00 %
De huidige beleidslijn financieel risicobeheer bepaalt ondermeer dat er enkel in obligaties mag belegd worden waarvan de rating A of hoger is en die vrij verhandelbaar zijn.
153
De ratings van alle rentedragende vastrentende effecten worden stelselmatig opgevolgd. Indien (na de aankoop) de rating van een obligatie daalt onder de vooropgestelde minimum ratingvereiste, worden de betrokken obligaties opnieuw besproken in het ALCO. Het ALCO en bijgevolg ook het directiecomité van de Vennootschap dienen zich hierbij uitdrukkelijk uit te spreken voor het al dan niet behoud van de positie. Bij toelichting 13 is meer informatie terug te vinden i.v.m. de geografische herkomst en restlooptijden van de AFS effecten. 5.3. Operationeel risico Operationeel risicobeleid Doordat risico’s inherent zijn aan alle operationele activiteiten en beslissingen, hebben alle ondernemingen waaronder financiële instellingen, te maken met operationeel risico. Conform de Basel- en Solvencyteksten definieert de Vennootschap operationeel risico als het risico op verliezen als gevolg van hetzij tekortschietende of falende interne processen, mensen en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Deze definitie omvat onder meer ook juridisch risico en compliancerisico, maar niet het strategisch risico. “Tekortschietend of falend” verwijst naar een opdracht voor het management: middels beheersmaatregelen zorg dragen voor aangepaste procedures en systemen en de faalkans van medewerkers op een voor de Vennootschap aanvaardbaar niveau te handhaven Het stelselmatig verder geactualiseerde beleid op het gebied van het operationeel risico (opgenomen in een beleidslijn operationeelrisicobeheer) zet een structuur en een organisatie uit (inclusief rollen en verantwoordelijkheden) op het niveau van de Argenta Groep. Het definieert eveneens de rapporteringslijnen van de verschillende dochtervennootschappen, die zelf verantwoordelijk blijven voor het beheer van hun ei gen operationeel risico. Het risicodepartement van de Argenta Groep verzekert dat elke dochtervennootschap het operationeel risico beheert op een gelijkvormige manier en dat elke dochtervennootschap elk risico beheert dat een impact zou kunnen hebben op de business of op andere dochterondernemingen binnen de Argenta Groep. De Vennootschap heeft een beperkt aantal producten en diensten wat aanleiding geeft tot een minder complex risicoprofiel. De gestandaardiseerde producten en processen geven minder noodzaak tot manuele tussenkomsten. De processen zijn sterk geautomatiseerd wat de kans op menselijke fouten vermindert. Algemeen wordt echter ook aangenomen dat operationele risico’s in de bedrijven gaandeweg zullen toenemen. Dit is dan onder meer toe te schrijven aan de snel wijzigende technologische omgeving (met onder meer ook internet en e-commerce), de toenemende complexiteit en multiplicatie van producten alsmede de algemene trend van uitbesteding van niet-kernactiviteiten Organisatie operationeelrisicobeleid Het operationeelrisicobeheer wordt bij de Argenta Groep gelaagd georganiseerd op drie niveaus. Een eerste niveau – eerste lijnsverantwoordelijkheid - ligt bij de business units en het betrokken lid van het directiecomité. Zij zijn verantwoordelijk voor de identificatie van risico’s en actieplannen, het meten en beheren van de risico’s, de implementatie van de actieplannen, het budgetteren van verwachte operationele risicoverliezen en het proactief benaderen van risico’s. Een tweedelijnsverantwoordelijkheid ligt bij de overkoepelende BVg directie Risk. Het betreft een sturings- en controlefunctie op het niveau van de Argenta Groep. Deze directie toetst de posities en activiteiten van de Vennootschap en Aras aan de beleidslijnen van de Groep m.b.t. risicobeheer, rapporteert op geconsolideerd niveau, volgt op en neemt initiatieven voor bijsturing (via directiecomité BVg) indien nodig. Daarnaast biedt de directie Risk ook een advies- en ondersteuningsfunctie aan de Vennootschap en Aras.
154
Ook de directies Human Resources, Compliance-Inspectie, Centrale Staf en Communicatie, Informatierisicobeheer en ICT hebben een centrale verantwoordelijkheid inzake operationeelrisicobeheer. Ze dienen vanuit hun domein een maatschappijdekkend beleid uit te werken dat op afdoende wijze het operationeel risico onder controle kan helpen houden (bijvoorbeeld loonbeleid vanuit HR). De Argenta Groep heeft verder een onafhankelijke interne auditfunctie die het management bijstaat in het beoordelen van de werking van de in eerste en tweede lijn georganiseerde intern controlesysteem. Interne Audit geeft zekerheid over de implementatie van de risicostructuren en beleidslijnen en vormt het derde niveau. De directie interne audit functioneert onafhankelijk van het operationeel risico beheersproces. Audit kan hierbij waardevolle input geven aan de verantwoordelijken, maar zal zelf nooit een directe verantwoordelijkheid inzake operationeel risicobeheer opnemen. Interne Audit rapporteert over haar bevindingen aan het Orco (Operationeelrisicocomité), het directiecomité en het auditcomité. Het Orco brengt maandelijks de verantwoordelijke voor operationeel risico van BVg, Aspa en Aras samen met het oog op een sterke informatiedoorstroming en dus afstemming zowel horizontaal, naar beneden als naar boven. Business continuity management De aansturing en het beheer van de business continuïteitsmaatregelen (BCM) is afgestemd op de relevante weten regelgeving. In de BCM-organisatie zijn de verantwoordelijkheden voor de invulling en het onderhouden van de continuïteitsplannen vastgelegd. Ook de activering en rollen van de diverse teams in het geval van een crisis zijn beschreven. Informatiebeveiliging Informatie kan in veel vormen voorkomen. Het kan afgedrukt of geschreven zijn op papier, elektronisch opgeslagen zijn, per post of via elektronische media worden verzonden, getoond worden in films of de gesproken vorm aannemen. Welke vorm de informatie ook heeft, of op welke manier ze ook wordt gedeeld of verzonden, ze dient altijd passend beveiligd te zijn. Informatiebeveiliging wordt bereikt door een passende verzameling beveiligingsmaatregelen in te zetten, bijvoorbeeld beleid, gedragsregels, procedures, organisatiestructuren en hard- en softwareconfiguratie.
De Argenta Groep heeft een gestructureerde aanpak voor informatiebeveiliging neergezet. In de beleidslijn informatiebeveiliging wordt zowel het kader als de organisatie en de verantwoordelijkheden voor de implementatie van het beleid opgenomen als de verplichte veiligheidsrichtlijnen. Operationeel risico en Basel II kapitaalakkoord In eerste instantie heeft de Vennootschap vanaf 1 januari 2008 de BIA (Basic Indicator Approach) gebruikt bij het berekenen van de vereiste voor het operationeel risico. Per einde december 2007 had de Vennootschap een TSA (The Standard Approach) informatiedossier voor operationeel risico ingediend bij de toezichthouder CBFA. Hieropvolgend is de Vennootschap vanaf 01/07/2008 de standaardbenadering (TSA) effectief gaan gebruiken voor de berekening van de vereiste voor het operationeel risico. Een volgend streefdoel, namelijk de uitwerking van de AMA (Advanced Measurement Approach) omkadering, ondersteunt het management in zijn streven naar een gezond en performant operationeel risicobeheer. Dit streven geldt voor de ganse Argenta Groep, vandaar dat eenzelfde methodiek wordt toegepast voor zowel de Bankpool als voor de Verzekeringspool. 6. Solvabiliteit en kapitaalbeheer 6.1. Kapitaalbeheer
155
De dynamische groei van de financiële markten en het stijgend gebruik van complexere bankproducten hebben grote veranderingen teweeg gebracht in de business omgeving van de Vennootschap. Deze uitdagingen vereisen adequate mensen, processen en systemen voor de beperking en doelgerichte controle van de risicopositie van de Vennootschap. Naast het beschrijven van methodes voor de berekening van de regulatoire kapitaalvereisten (kwantitatieve vereisten) legt het Basel II akkoord verhoogde nadruk op risicomanagement en geïntegreerd groepswijd management (kwalitatieve vereisten). De Vennootschap wordt verplicht om adequate procedures en systemen te implementeren met het oog op het verzekeren van haar kapitaaltoereikendheid op lange termijn met in acht name van alle materiële risico’s. Deze procedures worden internationaal het ICAAP genoemd (Internal Capital Adequacy Assessment Process). De doelstelling van het risicomanagement van de Argenta Groep is dat er een optimale kapitaalstructuur aanwezig is en een risicobeheersing gelijkaardig aan het niveau van de belangrijkste marktspelers en waarbij blijvend voldaan wordt aan de wettelijke eigenvermogensvereisten. De uitvoering van het businessplan waarbij steeds voldoende kapitaal voorhanden moet zijn om de vooropgestelde groei te kunnen volgen, staat hierbij centraal. De Vennootschap heeft steeds een politiek van autofinanciering gevolgd en wenst dit in de toekomst te blijven doen. Om een kapitaalniveau te behouden dat voldoende ruimte laat om te groeien en om de financiële en operationele risico’s te kunnen dragen, beoogt de Vennootschap de mogelijke noden aan kapitaal te kunnen voldoen met (a) gereserveerde winst (b) kapitaalverhogingen (c) hybride Tier 1 uitgiftes (conform de in 2006 uitgegeven Tier 1 lening) en (d) achtergestelde leningen (Tier 2). Aanvullend kan bijvoorbeeld beslist worden de balans te verlichten door middel van effectiseringen van een deel van de portefeuilles kredieten aan particulieren. In onderstaande tabel is het nuttig eigen vermogen per eindejaar terug te vinden. Samenstelling gereguleerd nuttig eigen vermogen
31/12/2008
31/12/2009
Eigen vermogen sensu stricto
776.695.206
760.167.708
Totaal aanvullende bestanddelen
359.149.848
255.344.853
14.573.396 344.576.452
14.173.253 241.171.600
1.135.845.054
1.015.512.561
- eerste deel aanvullende bestanddelen - achtergestelde leningen Totaal nuttig eigen vermogen
Het financiële risicobeleid van de Vennootschap houdt naast de eigen managementskeuzen rekening met de prudentiële “Internal Capital Adequacy Assesment Policy” (ICAAP). ICAAP en economisch kapitaal ICAAP (intern beoordelingsproces van de kapitaaltoereikendheid) omvat alle procedures en berekeningen van de bank die gebruikt worden om volgende componenten te verzekeren: - de gepaste identificatie en inschatting van de risico’s; - voldoende intern eigen vermogen in verhouding tot het risicoprofiel van de bank; - het gebruik en verdere ontwikkeling van risico management systemen. Dit houdt in dat in alle omstandigheden (stresscenario’s) en met voldoende graad van zekerheid de eigenvermogensvereisten van de Bankpool, en al haar geledingen, worden gerespecteerd. Dit wordt uitgedrukt door het economisch kapitaal waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende risico’s. Dit economisch kapitaal zal een van de belangrijkste pijlers worden van het toekomstige beleid.
156
Een gedetailleerde beleidslijn “ICAAP” werd (conform de beschrijvingen in de CBFA circulaire PPB-2007-15CPB-CPA aan de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen aangaande bepaalde prudentiële verwachtingen inzake het ‘Internal Capital Adequacy Assessment Process’ (ICAAP)) opgesteld. De algemene risicoappetijt van de aandeelhouders werd hierbij vertaald naar doelstellingen inzake het kapitaalniveau, de gewenste samenstelling van het kapitaal en de spreiding van het kapitaal binnen de Bankpool Deze ICAAP-richtlijnen vormen het absolute vertrekpunt en basisfilosofie bij de verdere implementatie van het beleid van de Vennootschap. De concrete invulling, m.a.w. de selectie en adequaatheid van de methodes, wordt volledig uitgewerkt in lijn met de complexiteit (of eerder eenvoud) en schaalgrootte van de Vennootschap. De complexiteit of eerder eenvoud van de Vennootschap is een belangrijk punt en wordt nadrukkelijk behandeld in een hoofdstuk over de proportionaliteitsprincipes. Het doel van deze ICAAP-beleidslijn is om enerzijds te beschikken over een interne zeer transparante beleidslijn inzake kapitaalbeheer en om anderzijds een wederzijds begrip te ontwikkelen tussen het management van de Vennootschap en de toezichthouder(s) met betrekking tot de praktische ICAAP-implementatie. Na het berekenen van vereist economisch kapitaal komt het SREP proces (Supervisory Review and Evaluation Process): het controleproces van de toezichthouder op de uitwerking van het ICAAP proces. Concreet bevat SREP de controle en evaluatie van het ICAAP van de Vennootschap, het resultaat van een onafhankelijke toets van het risicoprofiel en indien nodig voorkomende maatregelen en andere acties van de toezichthouder. 6.2. Regelgeving en solvabiliteit Als financiële instelling is de Vennootschap onderworpen aan prudentieel toezicht. In België is de Vennootschap onderworpen aan het toezicht van de Belgische Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Het bijkantoor in Nederland is zowel onderworpen aan het toezicht van de CBFA als aan dat van De Nederlandsche Bank (DNB). De bankdochtervennootschap in Luxemburg ABL ten slotte is onderworpen aan het toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (CSSF). Alle entiteiten van de Bankpool dienen te voldoen aan de richtlijnen van de diverse toezichthoudende instellingen in de landen waar zij actief zijn. Volgens deze richtlijnen moeten financiële instellingen een minimaal eigen vermogen aanhouden ten opzichte van de kredietverplichtingen binnen en buiten de balans. De kredietverplichtingen worden gewogen naar de daarin gelegen risico’s (risicogewogen verplichtingen). Voor het totale eigen vermogen geldt een minimum van 8 % van de totale risicogewogen verplichtingen. Het totaal gereguleerd nuttig eigen vermogen is gedaald van 1.135.845.054 EUR in 2008 tot 1.015.512.561 EUR in 2009. Deze dalende evolutie is in hoofdzaak de resultante van onderstaande drie elementen. Een stijging van het nuttig eigen vermogen door de toevoeging aan de reserves van de winst van het boekjaar ten bedrage van 67.118.490 EUR (winst minus het geplande dividend van 882.000 EUR), een daling met 94,3 miljoen EUR naar aanleiding van een aftrekpost die betrekking heeft op ‘mogelijke en voorzienbare verliezen en kosten’ en tenslotte een daling van het nuttig eigen vermogen door de daling van het (voor eigenvermogensberekeningen) bruikbaar gedeelte van de door de Vennootschap uitgegeven achtergestelde leningen. Het bedrag aan gebruikte (en bruikbaar gedeelte van) achtergestelde leningen bij het aanvullend eigen vermogen daalde van 344.576.452 EUR per 31/12/2008 naar 241.171.600 EUR per 31/12/2009 doordat de Vennootschap de verkoop van achtergestelde leningen niet actief ondersteunde in 2008 (productie van 18.600 EUR) en 2009 (productie van 7.875.083 EUR). Vanaf 1 januari 2008 berekent de Vennootschap haar kapitaalratio’s volgens Basel II dat bestaat uit drie pijlers. Informatie over pijler 1 (minimale kapitaalsvereisten) en pijler 2 (supervisory review process, met o.a. informatie over het rente-, liquiditeits- en concentratierisico) werden opgenomen in deze jaarrekening. Pijler 3 (zijnde bijkomende toelichtingen) zijn een aanvulling op de eerste twee pijlers en beogen marktdeelnemers de mogelijkheid te geven de kapitaaltoereikendheid van een financiële instelling te beoordelen door middel van belangrijke informatie – bijkomende toelichtingen.
157
Deze pijler 3 toelichtingen worden apart gepubliceerd op de website van de Vennootschap, waarbij een gedeelte van de informatie uit deze jaarrekening wordt overgenomen. In onderstaand overzicht is de toetsing van de belangrijkste vereisten terug te vinden, berekend volgens de respectievelijke van toepassing zijnde Basel (pijler 1) regelgeving. Samenstelling reglementair eigen vermogen
Totaal van het nuttig eigen vermogen voor de de dekking van de eigenvermogensvereisten
31/12/2008 Basel II - STA
31/12/2008 Basel II - IRB simulatie
31/12/2009 Basel II - IRB
1.135.845.054
1.135.845.054
1.015.512.561
39.496.401
39.496.401
36.234.805
Algemene solvabiliteitscoëfficiënt
600.454.383
600.454.383
599.515.838
Vereiste op basis van - de kredietrisico's - het operationeel risico Totaal vereiste Basel II pijler 1
557.623.335 31.156.757 588.780.092
249.460.781 31.156.757 280.617.538
309.432.776 33.879.424 343.312.200
Vereiste op basis van de vaste activa
Toepassing floor IRB overgangsperiode
-
-
Totaal vereiste na toepassing floor op Basel I
-
-
15,43
15,43
Cooke ratio
80 % 554.211.547 14,66
De tabel toont de gerapporteerde cijfers volgens Basel II – standaardapproach per ultimo 2008, vervolgens (voor vergelijkingsredenen) een simulatie van Basel II – IRB per ultimo 2008 en tenslotte de gerapporteerde cijfers Basel II – IRB per ultimo 2009. De berekeningen per 31/12/2009 houden rekening met de specifieke Basel II-regels voor de berekening van gewogen risico’s waarvoor de Vennootschap een goedkeuring heeft gekregen. De Vennootschap maakt gebruik van de (F)IRB methode voor de retail hypotheekportefeuilles en MBS portefeuille, en de standaardmethode STA voor de overige exposures. Ten gevolge van de Basel II bepalingen die gelden bij de overgang van de STA naar de IRB methode dient het nuttig eigen vermogen 80 % te bedragen van het (volgens de Basel I principes berekende) vereist eigen vermogen. Het vereist eigen vermogen per 31/12/2009 bedraagt dan ook 554.211.547 EUR (80 % van 692.764.434 EUR). De Cooke ratio van 15,43 % per 31/12/2008 wordt bekomen door het nuttig eigen vermogen (1.135.845.054 EUR per 31/12/2008) te delen door het in de Basel II berekeningsmodules bekomen gewogen risicovolume (7.359.751.152 EUR per 31/12/2008). Per 31/12/2009 bedraagt de Cooke ratio 14,66 %. In 2008 en 2009 was het totaal gereguleerd nuttig eigen vermogen steeds groter dan elk van de drie vermelde vereisten, zodat de Vennootschap volledig voldeed aan alle eigen-vermogensvereisten.
158
7. Bezoldiging van de bestuurders In het kader van de Corporate Governance worden hierbij de samenstelling van de raden van bestuur en de betaalde vergoedingen aan de betrokken bestuurders weergegeven. 7.1. Samenstelling van de raden van bestuur De raden van bestuur van de andere vennootschappen van de Argenta Groep zijn structureel op een vergelijkbare wijze samengesteld. Zij omvatten steeds: -
de leden van het directiecomité van de betrokken vennootschap (de uitvoerende bestuurders); een aantal onafhankelijke bestuurders; een aantal bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen (samen met de onafhankelijke bestuurders, de niet-uitvoerende bestuurders).
De voorzitter wordt gekozen uit de bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen. Het aantal bestuurders dient voor iedere raad van bestuur bij voorkeur niet groter te zijn dan vijftien. De mandaten van de bestuurders hebben in beginsel een duurtijd van drie jaar. Voor bestuurders geldt een leeftijdsgrens als volgt: uitvoerende bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend wanneer zij de volle leeftijd van 65 jaar bereiken; niet-uitvoerende bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend wanneer zij de volle leeftijd van 70 jaar bereiken; De raad kan in individuele gevallen afwijkingen op deze regel toestaan. De raden van bestuur zijn zo samengesteld dat geen van de drie erin te onderscheiden groepen (de bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen, de onafhankelijke bestuurders en de bestuurders-leden van het directiecomité) de meerderheid hebben. Anderzijds wordt de meerderheid in de raden van bestuur steeds gevormd door niet-uitvoerende bestuurders. 7.2. Bedrag van de vergoedingen van de niet-uitvoerende bestuurders Bezoldigingsbeleid De bezoldiging van de niet-uitvoerende bestuursleden wordt vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders op basis van een voorstel van de raad van bestuur. De hoogte en samenstelling van de bezoldiging wordt voor niet-uitvoerende bestuursleden vastgesteld in lijn met hun algemene en de specifieke verantwoordelijkheden. Niet-uitvoerende bestuursleden ontvangen geen jaarlijkse bonussen of aandelenopties en bouwen geen pensioenrechten op. Niet-uitvoerende bestuursleden hebben geen recht op enige beëindigingsvergoeding.
Bezoldiging van de niet-uitvoerende bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen De bestuursmandaten van de heer Karel Van Rompuy, Advaro bvba, Raco nv en J.N. Cerfontaine bvba bij de Vennootschap zijn onbezoldigd. Zij worden desgevallend bezoldigd door de overkoepelende holding BVg. Bezoldiging van de onafhankelijke bestuurders
159
De bezoldiging van de niet-uitvoerende bestuursleden omvat een vaste basisvergoeding voor het lidmaatschap van de raad van bestuur. Voor de aanwezigheid op en deelname aan de bijeenkomsten van de raad, worden geen presentiegelden voorzien. Daarnaast genoten de niet-uitvoerende bestuurders, indien zij lid waren van het auditcomité, een vergoeding van 1.120 EUR voor iedere bijeenkomst van het auditcomité waaraan zij hadden deelgenomen. De voorzitter van het auditcomité genoot een vergoeding van 1.500 EUR voor iedere bijeenkomst waaraan hij heeft deelgenomen. Sinds 1 januari 2009 worden de hiervoor vermelde vergoedingen echter uitbetaald door de overkoepelende holding BVg. Gedurende het jaar 2009 hebben de onafhankelijke bestuursleden een totale bezoldiging ontvangen van 55.038 EUR (81.120 EUR in 2008). Dit bedrag omvat vanaf 2009 enkel de vaste basisvergoeding voor het lidmaatschap van de raad van bestuur. Details van de bezoldigingen van 2009 worden weergegeven in onderstaande tabel. Niet-uitvoerende bestuurders
Vaste vertegenwoordiger
J.N. Cerfontaine bvba Advaro bvba Dejomo bvba Eersbeke cva
Cerfontaine J. Van Rompuy D. De Jonghe F. De Smet M.
Parus Beheer bvba Raco nv Ter Lande Invest nv Van Rompuy K.
Van Keirsbilck J.P. Van Rompuy B. Van Pottelberge W.
Functie
2008
2009
Voorzitter Bestuurder Bestuurder Bestuurder
0 0 20.090 20.090
0 0 1.488 17.850
Bestuurder Bestuurder Bestuurder Bestuurder
20.850 0 20.090 0
17.850 0 17.850 0
Totaal
81.120
55.038
7.3. Bedrag van de vergoedingen van de uitvoerende bestuurders Bezoldigingsbeleid De vergoeding die aan de uitvoerende bestuurders - leden van het directiecomité - wordt toegekend, wordt bepaald op basis van de gepresteerde uren (het aantal uren wordt vermenigvuldigd met een voorafbepaalde uurvergoeding). De leden genieten maandelijkse voorschotten. Op het einde van het boekjaar wordt een afrekening gemaakt op basis van de werkelijk gepresteerde uren. Voor de totale individuele vergoeding bestaat een maximumplafond. Als lid van de raad van bestuur ontvangen ze geen zitpenningen, noch een vaste vergoeding. De leden van het directiecomité sluiten verplicht aan bij twee groepspolissen (aanvullend pensioen en invaliditeit), waarvan de premies worden betaald door de Vennootschap, doch verrekend worden met de hen toekomende vergoeding. Bij het beëindigen van het mandaat als lid van het directiecomité, anders dan door pensionering, wordt – uitgezonderd bij eigen ontslagname of ontslag wegens zwaarwichtige redenen – een vergoeding uitgekeerd die bepaald werd bij het begin van het mandaat en in principe gelijk is aan een vergoeding van twee jaar. Bezoldiging van de uitvoerende bestuurders De bezoldiging van de voorzitter van het directiecomité, die ook uitvoerend bestuurder is, houdt enkel en alleen verband met deze functie. Het basissalaris van de voorzitter van het directiecomité, de heer Léon Heymans, bedroeg 339.202,37 EUR. Vorig jaar bedroeg dit basissalaris 326.581,76 EUR. De bijdrage voor het aanvullend pensioen en invaliditeit bedroeg 22.741,56 EUR (23.418,24 EUR in 2008).
160
In april trad de heer Dirk Van Dessel toe tot het directiecomité. In september verliet de heer Joris Stevens het directiecomité omdat de directie distributieondersteuning een groepsoverkoepelende dimensie kreeg en vanaf september georganiseerd wordt op het niveau van BVg. In december ging de heer Jos Nijs op pensioen en verliet daardoor het directiecomité. In 2009 bedroeg de totale directe bezoldiging van de directieleden (exclusief deze van de voorzitter van het directiecomité) 1.462.277,51 EUR (1.206.730,58 EUR in 2008). De bijdrage voor het aanvullend pensioen en invaliditeit bedroeg 109.382 EUR in 2009 (77.337,84 EUR in 2008). Er werden in 2009 (evenals in 2008) geen opzegvergoedingen uitbetaald. Onderstaand overzicht geeft de samenstelling van de raden van bestuur van de vennootschappen uit de Bankpool weer per 16 maart 2010. RADEN VAN BESTUUR ASPA
ABL
CBHK
Voorzitter: J.N. Cerfontaine bvba (1) De Moor M. S. Duchateau Leden: Advaro bvba (2) De Haes G. De Moor M. Eersbeke cva (3) Heymans L. Parus Beheer bvba (4) Raco nv (5) Ter Lande Invest nv (6) Troch M. Van Dessel D. Van Guyse F. Van Rompuy K. (1) met als vaste vertegenwoordiger Cerfontaine J. (2) met als vaste vertegenwoordiger Van Rompuy D. (3) met als vaste vertegenwoordiger De Smet M., zetelend als onafhankelijk lid (4) met als vaste vertegenwoordiger Van Keirsbilck J.P., zetelend als onafhankelijk lid (5) met als vaste vertegenwoordiger Van Rompuy B. (6) met als vaste vertegenwoordiger Van Pottelberge W., zetelend als onafhankelijk lid.
8. Vergoeding van de commissaris De controle op de financiële toestand en op de jaarrekening van de Vennootschap is opgedragen aan de commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA vertegenwoordigd door de heer Jurgen Kesselaers. De door Deloitte ontvangen vergoedingen (exclusief BTW) voor de jaren 2008 en 2009 kunnen worden onderverdeeld (conform art. 134 van het wetboek Vennootschappen) naar: -
vergoedingen voor controleopdrachten: hieronder zijn begrepen de vergoedingen voor het controleren van de statutaire en geconsolideerde jaarrekening(en) evenals overige rapporteringen ( 298.225 EUR in 2009 en 222.780 EUR in 2008).
-
vergoedingen voor andere opdrachten:
161
166.500 EUR in 2009 met betrekking tot de verdere uitbouw van het beheerskader inzake het liquiditeitsrisico, Basel II pijler I (IRB assumpties) & pijler II (Icaap dossier) werkzaamheden en de IFRS evoluties 199.567 EUR in 2008 met betrekking tot de IFRS rapportering (uitbouw hedge accounting), Basel II pijler I & II werkzaamheden en de controles met betrekking tot een tweede effectiseringsoperatie 9. Transacties met verbonden partijen De Vennootschap gaat bij haar bedrijfsvoering regelmatig transacties aan met verbonden partijen. De transacties hebben voornamelijk betrekking op leningen, deposito’s en verzekeringscontracten. Deze werden steeds uitgevoerd tegen de commerciële en marktcondities die gehanteerd worden voor niet verbonden partijen (at arm’s length). In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de financiële reikwijdte van de activiteiten die werden aangegaan met de verbonden partijen. Balansposten met verbonden partijen per 31 december 2008.
Balans Activa: leningen en voorschotten Zichtdeposito's Leningen op termijn Consumentenkredieten Hypothecaire leningen Overige vorderingen Totaal activa
moedermaatschappij
andere verbonden partijen
738 0 0 0 1.471 2.209
0 0 0 125.137 0 125.137
62.660 0 98.304 289.683 41.658.239 42.108.886
3.188.239 0 0 0 0 705.086 3.893.325
300.464 0 0 0 0 0 300.464
180.368.018 0 0 345.856.968 80.000.000 12.086.330 618.311.315
0 400.047.100
0 0
305.102.995 0
Verplichtingen: deposito's Deposito's Andere leningen Andere financiële verplichtingen In schuldbewijzen belichaamde schulden Achtergestelde verplichtingen Andere verplichtingen Totaal verplichtingen Door de groep verstrekte garanties Door de groep ontvangen garanties
managers op sleutelposities
Balansposten met verbonden partijen per 31 december 2009.
Balans Activa: leningen en voorschotten Zichtdeposito's Leningen op termijn Consumentenkredieten Hypothecaire leningen Overige vorderingen Totaal activa
moedermaatschappij 78 0 0 0 1.287 1.365
162
managers op sleutelposities 0 0 0 0 0 0
andere verbonden partijen 24.381 0 200.065 280.000 29.186.888 29.691.334
Verplichtingen: deposito's Deposito's Andere leningen Andere financiële verplichtingen In schuldbewijzen belichaamde schulden Achtergestelde verplichtingen Andere verplichtingen Totaal verplichtingen Door de groep verstrekte garanties Door de groep ontvangen garanties
1.752.456 0 0 0 0 1.124.135 2.876.591
159.957 0 0 25.000 0 0 194.957
137.927.094 0 0 134.598.404 60.000.000 3.557.018 336.082.516
0 400.047.100
0 0
85.102.995 0
Zoals reeds toegelicht is de beleidsholing BVg de moedermaatschappij van de Vennootschap. Bij de kolom ‘managers op sleutelposities’ zijn de gegevens opgenomen van de uitvoerende en niet -uitvoerende bestuurders (toelichting 7) en de nauwe verwanten van de bestuurders die natuurlijke persoon zijn. De nauwe verwanten van een natuurlijke persoon zijn die verwanten van wie kan worden verwacht dat ze invloed kunnen uitoefenen op de natuurlijke persoon (betreft onder andere de huisgenoot en (inwonende) kinderen van de natuurlijke persoon). Onder de ‘andere verbonden partijen’ worden de gegevens opgenomen van de zustermaatschappijen van de Vennootschap namelijk de eerder vermelde Verzekeringspool. Verrichtingen in de resultatenrekening voor het boekjaar eindigend per 31 december 2008.
Winst- en verliesrekening
moedermaatschappij
Lasten Rentelasten Honoraria en provisies Verzekeringspremies Verrichten van diensten Overige Totaal van de lasten Baten Rentebaten Honoraria en provisies Dividenden Overige Totaal van de baten
managers op sleutelposities
andere verbonden partijen
160.071 0 0 0 4.982.224 5.142.295
11.428 0 0 0 0 11.428
29.497.827 145.151 1.404.809 37.018.953 400.798 68.467.539
58.595 0 0 0 58.595
5.221 0 0 0 5.221
1.678.162 275.119 0 11.430.115 13.383.396
Verrichtingen in de resultatenrekening voor het boekjaar eindigend per 31 december 2009.
Winst- en verliesrekening
moedermaatschappij
Lasten Rentelasten Honoraria en provisies Verzekeringspremies Verrichten van diensten Overige
43.316 0 0 0 6.473.899
163
managers op sleutelposities 2.714 0 0 0 0
andere verbonden partijen 11.134.329 199.125 19.356.546 0 169.000
Totaal van de lasten Baten Rentebaten Honoraria en provisies Dividenden Overige Totaal van de baten
6.517.215
2.714
32.294.759
1.720 0 0 187.827 189.547
0 0 0 0 0
1.244.173 4.136.641 0 11.430.115 17.417.391
De Bankpool heeft in 2008 voor 400.047.100 EUR waarborgen ontvangen waarvan 400 miljoen EUR betrekking had op een waarborgstelling voor ABL door moedermaatschappij BVg. Per einde 2009 waren deze waarborgen van 400.047.100 EUR nog steeds aanwezig. De door de groep verstrekte waarborgen bedroegen 305.102.995 EUR in 2008 waarvan 305.095.000 EUR betrekking had op een waarborgstelling door de Vennootschap voor de beheermaatschappij Arne. Per einde 2009 bedroeg deze waarborgen nog 85.102.995 EUR waarvan 85.095.000 EUR betrekking had op Arne. Er werden in 2008 en 2009 geen bijzondere waardeverminderingen geboekt op balansposten die staan ten opzichte van verbonden partijen. Onderstaande tabel geeft de vergoedingen weer die betaald werden aan de uitvoerende bestuurders (de gedetailleerde cijfers werden reeds besproken bij toelichting 7.3.). De gegevens van de niet-uitvoerende bestuurders werden besproken bij toelichting 7.2. Vergoedingen van de uitvoerende bestuurders Ontslagvergoedingen Salarissen en bestuursvergoedingen Totaal
2008 0 1.614.432 1.614.432
2009 0 1.856.517 1.856.517
10. Operationele segmenten De Vennootschap dient informatie over operationele segmenten te verschaffen om gebruikers van haar jaarrekening in staat te stellen de aard en de financiële gevolgen te kunnen evalueren van de bedrijfsactiviteiten die zij uitoefent en de economische omgevingen waarin zij opereert. Een operationeel segment is een onderdeel van de Vennootschap dat bedrijfsactiviteiten uitoefent waaruit opbrengsten kunnen worden verdiend en waarbij kosten kunnen worden gemaakt, waarvan o.a. de bedrijfsresultaten respectievelijk prestaties regelmatig apart worden beoordeeld door het management en waarover afzonderlijke financiële informatie beschikbaar is. Informatie over geografische gebieden De operationele segmentering die gebaseerd is op geografische gebieden weerspiegelt de focus van de Vennootschap op de Benelux. Onderstaande geografische segmentering is hierbij specifiek gebaseerd op de locatie van de geleverde diensten. Geconsolideerde balans
België
Nederland
Luxemburg
eliminaties
31/12/2008
Activa Geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
25.983.473
0
1.429.895
0
78.209.718
0
27.413.368
0
0
78.209.718
Voor verkoop beschikbare financiële activa
9.958.413.576
0 164.791.706
-2.047.670.000
8.075.535.282
Leningen en vorderingen
9.448.307.703 12.035.522.706 429.571.291
-532.670.026
21.380.731.674
Derivaten gebruikt ter afdekking Wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities Materiële activa
0
0
0
0
0
134.907.426
117.879.219
0
0
252.786.645
38.125.901
1.125.425
245.075
0
39.496.401
164
Goodwill en andere immateriële activa Belastingvorderingen Andere activa Totaal activa
14.867.652
1.253.536
220.972
0
16.342.160
5.998.505
0
3.722.850
0
9.721.355
135.970.553
102.399.157
437.407
-81.253.173
157.553.944
19.762.574.789 12.336.389.761 600.419.196
-2.661.593.199
30.037.790.547
0
0
84.606.396
4.779.985.628 536.457.395
Verplichtingen en eigen vermogen Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs Derivaten gebruikt ter afdekking Wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities
0 25.941.253.370
84.606.396
289.434.323
-2.580.340.026
28.677.356.367
0
0
0
289.434.323
0
0
0
0
0
6.931.896
453.532
0
0
7.385.428
20.901.610
0
2.475.820
0
23.377.430
Andere verplichtingen
1.037.625.494
-744.765.351
8.083.072
-81.253.173
219.690.042
Totaal verplichtingen
27.296.146.693
4.120.280.205 547.016.287
-2.661.593.199
29.301.849.986
Voorzieningen Belastingverplichtingen
Eigen vermogen Minderheidsbelang Totaal verplichtingen en eigen vermogen Geconsolideerde balans
692.186.534
0
43.573.208
0
735.759.742
8.305
18.000
154.514
0
180.819
4.120.298.205 590.744.009
-2.661.593.199
30.037.790.547
27.988.341.532 België
Nederland
Luxemburg
eliminaties
31/12/2009
Activa Geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Voor verkoop beschikbare financiële activa Leningen en vorderingen Derivaten gebruikt ter afdekking Wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities Materiële activa Vastgoedbeleggingen Goodwill en andere immateriële activa Belastingvorderingen Andere activa Totaal activa
26.563.392
0
2.874.448
0
125.669.970
0
29.437.840
0
0
125.669.970
16.181.842 127.935.529
-1.900.340.199
11.069.760.578
8.211.528.477 11.577.235.434 413.564.889
12.825.983.406
-456.364.512
19.745.964.288
0
0
0
186.682.330
0
0
319.092.808
1.127.833
227.774
0
36.082.377
0
0
132.410.478 34.726.770 152.428
0
0
0
152.428
18.110.683
1.044.807
294.339
0
19.449.829
421
0
0
0
421
80.551.887
109.724.018
8.454.149
-72.839.820
125.890.234
21.330.027.942 12.017.666.234 553.351.128
-2.429.544.531
31.471.500.773
0
0
243.215.992
4.463.448.387 470.620.593
Verplichtingen en eigen vermogen Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs Derivaten gebruikt ter afdekking Wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities Voorzieningen Belastingverplichtingen Andere verplichtingen
112.305.348 27.223.637.163 297.959.340
130.910.644
-2.394.589.331
29.763.116.812
0
0
0
297.959.340
0
0
0
0
0
7.391.963
18.705
0
0
7.410.668
70.569.270
0
3.729.345
0
74.298.615
1.796.370.481
-1.578.166.171
14.165.975
-34.955.200
197.415.085
165
Totaal verplichtingen Eigen vermogen Minderheidsbelang Totaal verplichtingen en eigen vermogen
Resultatenrekening
29.508.233.565
3.016.211.565 488.515.913
-2.429.544.531
30.583.416.512
819.859.482
5.902.534
62.140.128
0
887.902.144
6.549
18.000
157.568
0
182.117
3.022.132.099 550.813.609
-2.429.544.531
31.471.500.773
30.328.099.596
België
Nederland
Luxemburg
eliminaties
31/12/2008
Financiële en exploitatiebaten en -lasten
114.003.272
94.622.505
9.496.801
-7.144
218.115.434
Nettorentebaten
141.854.013
114.591.397
7.889.776
0
264.335.186
Dividenden Nettobaten uit provisies en vergoedingen
14.250
0
0
0
14.250
-77.221.449
-14.582.080
2.771.124
0
-89.032.405
9.723.441
0
-2.508.994
0
7.214.447
15.330.101
-6.396.678
0
0
8.933.423
16.324.474
0
0
0
16.324.474
-24.959
0
0
0
-24.959
8.003.401
1.009.866
1.344.895
-7.144
10.351.018
Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Resultaat uit de administratieve verwerking van Afdekkingstransacties Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa Andere netto-exploitatiebaten Administratiekosten
-71.674.573
-16.756.680
-3.649.857
7.144
-92.073.966
Afschrijvingen
-8.230.990
-688.652
-179.936
0
-9.099.578
Voorzieningen
-834.473
-16.030
0
0
-850.503
-8.885.998
-859.311
0
0
-9.745.309
Bijzondere waardeverminderingen
0 Totale winst voor aftrek belastingen en minderheidsbelang
24.377.238
76.301.832
5.667.008
0
106.346.078
Winstbelastingen
-3.013.248
-18.861.448
-1.804.277
0
-23.678.973
Totale winst na belastingen en voor minderheidsbelang
21.363.990
57.440.384
3.862.731
0
82.667.105
1.688
0
-11.688
0
-10.000
Nettowinst of -verlies
21.365.678
57.440.384
3.851.043
0
82.657.105
Resultatenrekening
België
Minderheidsbelang
166
Nederland
Luxemburg
eliminaties
31/12/2009
Financiële en exploitatiebaten en -lasten
79.020.679
114.998.183
10.644.257
-338.968
204.324.151
Nettorentebaten
89.858.535
120.795.472
8.612.901
0
219.266.908
164.246
0
0
0
164.246
-51.802.925
-7.075.313
2.170.470
-338.968
-57.046.736
60.329.805
0
-394.582
0
59.935.223
-16.869.162
1.156.002
0
0
-15.713.160
-12.427.967
0
0
-16.156
0
0
0
-16.156
9.784.303
122.022
255.468
0
10.161.793
Administratiekosten
-81.674.581
-12.010.956
-4.165.330
338.968
-97.511.899
Afschrijvingen
-10.288.756
-328.430
-163.423
0
-10.780.609
Voorzieningen
-460.067
434.828
0
0
-25.239
-5.391.776
-4.526.010
0
0
-9.917.786
-18.794.501
98.567.615
6.315.504
0
86.088.618
8.650.543
-25.134.742
-1.592.226
0
-18.076.425
-10.143.958
73.432.873
4.723.278
0
68.012.193
1.762
0
-13.465
0
-11.703
-10.142.196
73.432.873
4.709.813
0
68.000.490
Dividenden Nettobaten uit provisies en vergoedingen Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Resultaat uit de administratieve verwerking van afdekkingstransacties
0
-12.427.967
Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa Andere netto-exploitatiebaten
Bijzondere waardeverminderingen Totale winst voor aftrek belastingen en minderheidsbelang Winstbelastingen Totale winst na belastingen en voor minderheidsbelang Minderheidsbelang Nettowinst of -verlies
Alle transacties tussen de segmenten gebeuren “at arm’s length”. De belangrijkste resultaatsgebonden transacties tussen de operationele segmenten bestaan uit: (a) de renteopbrengst van de plaatsing van de door ABL (Luxemburg) uitgegeven obligaties bij de Vennootschap (België) en (b) de doorrekening van een fundingkost door de Vennootschap (België) aan het bijkantoor (Nederland) voor de terbeschikking gestelde kapitalen (waardoor er in Nederland kredieten kunnen worden toegestaan). (c) de opbrengst van de herbelegging in België van de in Nederland aangetrokken spaargelden. Informatie over producten en diensten
167
Deze geconsolideerde IFRS – rapportering gaat over de Bankpool, die volledig onder de noemer “retail banking” valt en die in de overkoepelende interne rapportering als één operationeel segment wordt behandeld. Retail banking biedt financiële diensten aan particulieren, zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen. In de Benelux biedt zij advies met betrekking tot dagelijks bankieren, sparen, lenen en beleggen. Informatie over belangrijke cliënten Indien de opbrengsten uit transacties met één enkele externe cliënt ten minste 10 % van de opbrengsten van de Vennootschap bedragen, moet zij dit feit vermelden. Bij de Vennootschap zijn er verschillende beleidslijnen van toepassing, die de concentratie van het kredietrisico (en impliciet de concentratie van opbrengsten) beperken, zodat deze grens van 10 % nooit zal bereikt worden. Onder toelichting 5.2. Kredietrisico werd al informatie over de concentratie van het kredietrisico gegeven.
168
Toelichtingen met betrekking tot de geconsolideerde balans 11. Geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken Deze rubriek omvat alle geldmiddelen en saldi van de zichtrekeningen bij de centrale banken. 31/12/2008
31/12/2009
Geldmiddelen Zichtrekeningen bij centrale banken
26.722.416 690.952
28.538.090 899.750
Totaal
27.413.368
29.437.840
waarvan geldmiddelen en kasequivalenten
27.413.368
29.437.840
12. Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden De financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden zijn als volgt samengesteld: Financiële activa
31/12/2008
31/12/2009
0
0
Niet beursgenoteerd (OTC) - swaps Niet beursgenoteerd (OTC) – swaps effectiseringstransacties
0 78.209.718
0 125.669.970
Totaal Reële waarden gebaseerd op waarderingstechnieken
78.209.718 78.209.718
125.669.970 125.669.970
Niet beursgenoteerd (OTC) – caps
Niet beursgenoteerd (OTC) - caps Onder financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden komen (gezien hun positieve reële waarde) vooreerst de renteopties (caps) terecht. Deze renteopties, die over-the-counter (OTC) gekocht werden bij andere Belgische financiële instellingen, worden aangekocht als afdekkingsinstrumenten. Ze worden gebruikt als bescherming tegen het renterisico en zijn opties waarbij de verkoper zich verplicht aan de koper een renteverschil te betalen in ruil voor een door de koper betaalde premie. Per 31 december 2008 stond er één cap open met een notioneel bedrag van 3 miljard euro, startdatum 2 januari 2008 en een looptijd van 1 jaar. Deze cap liep ten einde op 2 januari 2009 en had daardoor op 31 december 2008 geen reële waarde meer. Niet beursgenoteerd (OTC) - swaps Daarnaast komen er swaps (met een positieve reële waarde) onder deze rubriek terecht. Het betreft bij de Vennootschap steeds swaps die afgesloten werden in kader van het ALM beheer. Omwille van de strenge IFRS voorwaarden om als afdekkingsinstrument geclassificeerd te kunnen worden, had de Vennootschap de swaps vanaf het moment van het aangaan van de contracten steeds verwerkt als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Door het toenemende gebruik van swaps als afdekkingsinstrument bij de Vennootschap kwam er in 2008 een aanzienlijke volatiliteit in het IFRS resultaat. Om deze volatiliteit (ten gevolge van de reële waarde schommelingen van de afdekkingsinstrumenten) tegen te gaan heeft de Vennootschap in 2008 het kader uitgewerkt om hedge accounting in IFRS te mogen en kunnen toepassen.
169
De Vennootschap maakt hier gebruik van afdekkingstransacties (portfolio hedge voor interest rate risk) die voldoen aan alle daartoe vereiste voorwaarden voor afdekkingstransacties als gedefinieerd in IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU. Alle swaps die afgesloten worden in het kader van het renterisico werden per 31 december 2008 dan ook verwerkt volgens de hedge accounting regels. In 2009 werden (in het kader van het ALM beleid) bijkomend drie receiverswaps afgesloten voor een notioneel bedrag van 1,73 miljard EUR. Omwille van IFRS technische ‘hedge accounting’ redenen werd er geopteerd om deze drie receiverswaps en drie in 2008 afgesloten payerswaps niet en niet meer volgens hedge accounting te verwerken. Niet beursgenoteerd (OTC) – swaps effectiseringstransacties Per eindejaar 2008 en 2009 stonden er telkens twee swaps onder de “financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden”, die afgesloten werden in het kader van de uitgevoerde effectiseringstransacties. Per effectiseringstransactie werden telkens twee swaps afgesloten: een zogenaamde frontswap tussen de SPV Green Apple en een andere financiële instelling en een back swap tussen deze financiële instelling en de Vennootschap (zie toelichting 36. Effectiseringsbeleid). De financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn als volgt samengesteld: Financiële verplichtingen
31/12/2008
31/12/2009
niet beursgenoteerd (OTC) – swaps niet beursgenoteerd (OTC) – swaps effectiseringstransacties
0 84.606.396
112.305.347 130.910.645
Totaal Reële waarden gebaseerd op waarderingstechnieken
84.606.396 84.606.396
243.215.992 243.215.992
Niet beursgenoteerd (OTC) - swaps Onder deze noemer worden de (al kort besproken) 3 receiverswaps (notioneel 1,730 miljard EUR) en 3 payerswaps (notioneel 1,730 miljard EUR) opgenomen. Zij hadden per einde 2009 een (negatieve) reële waarde van 112.305.347 EUR.
Niet beursgenoteerd (OTC) – swaps effectiseringstransacties Het bedrag van 84.606.396 EUR per einde 2008 had betrekking op twee swaps die afgesloten werden in het kader van de uitgevoerde effectiseringstransacties met SPV Green Apple. Per einde 2009 stonden hier twee swaps met een (negatieve) reële waarde van 130.910.645 EUR. Alle vermelde reële waarden werden berekend met behulp van waarderingstechnieken op basis van objectief observeerbare marktparameters. Meer informatie i.v.m. deze afgeleide instrumenten is terug te vinden bij de toelichtingen 24 en 36.
13. Voor verkoop beschikbare financiële activa Onder deze rubriek wordt de volledige effectenportefeuille (aandelen en obligaties) van de Vennootschap gecatalogeerd. Om schuldinstrumenten als “tot einde looptijd aangehouden beleggingen” te mogen catalogeren, dient de investeerder zowel de intentie te bezitten als in staat te zijn om het activa in portefeuille te houden tot eindvervaldag. De facto kan echter niet worden aangetoond dat men daadwerkelijk de activa tot eindvervaldag zal kunnen aanhouden, waardoor voor een toewijzing aan “financiële activa beschikbaar voor verkoop” werd gekozen.
170
De overweging dat men ooit de betreffende activa zou willen verkopen omwille van alternatieve beleggingsopportuniteiten of zou willen indekken tegen renterisico, impliceert immers dat men de effecten niet als “tot einde looptijd aangehouden beleggingen” zal kunnen catalogeren. Zoals in 2008 vonden er in 2009 ook geen herclassificaties van financiële activa plaats.
Totaal
31/12/2008
31/12/2009
8.075.535.282
11.069.760.578
2.152.153.556 4.197.256.169 1.726.125.557
2.860.524.488 5.388.217.289 2.821.018.801
1.069.056.110 6.997.248.033 0 9.231.139
2.885.078.951 8.174.214.624 0 10.467.003
2.779.702.389 1.322.046.217 1.698.913.315 569.703.360 156.320.452 1.539.618.410 9.231.139
1.892.158.921 1.873.115.752 1.296.302.014 981.035.690 3.097.672.150 1.919.009.048 10.467.003
Geografische uitsplitsing België andere EMU landen rest van de wereld Indeling naar effecten met vast of variabel rentevoet variabel vast vast met call onbepaald Indeling naar resterende looptijd volgens vervaldatum tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 2 jaar meer dan 2 jaar tot 3 jaar meer dan 3 jaar tot 4 jaar meer dan 4 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar onbepaald
volgens het vroegste van renteherzieningsdatum of vervaldatum tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 2 jaar meer dan 2 jaar tot 3 jaar meer dan 3 jaar tot 4 jaar meer dan 4 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar onbepaald Kwaliteit uitstaand brutobedrag bijzondere waardeverminderingen uitstaand nettobedrag Evolutie bijzondere waardeverminderingen beginsaldo
171
3.868.375.063 1.126.178.926 1.398.437.421 414.988.426 130.698.350 1.127.625.957 9.231.139
4.453.712.181 1.279.876.674 958.023.033 844.358.124 1.827.345.346 1.695.978.217 10.467.003
8.076.641.235 -1.105.953 8.075.535.282
11.070.866.531 -1.105.953 11.069.760.578
0
-1.105.953
mutaties met resultaatsimpact mutaties zonder resultaatsimpact eindsaldo
-1.105.953 0 -1.105.953
0 0 -1.105.953
4.34 %
3,06 %
190.439.000
561.953.000
Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12 Gebruikt als zakelijke zekerheden
De reële waarde en geamortiseerde kostprijs evenals de hieraan gerelateerde ongerealiseerde resultaten (winsten en verliezen) zijn per 31 december als volgt:
geamortiseerde kostprijs Vastrentende effecten - openbare besturen - kredietinstellingen - overige leningen Niet-vastrentende effecten - beleggingsfondsen/aandelen
pro rata interesten
ongerealiseerde winsten
bijzondere waardeverminderingen
2008 reële waarden
2.471.132.028 4.922.525.140 553.687.128
37.027.259 68.138.796 5.636.962
75.365.394 -18.242.801 -48.965.763
0 0 0
2.583.524.681 4.972.421.135 510.358.327
11.874.765
0
-1.537.673
-1.105.953
9.231.139
7.959.219.061
110.803.017
6.619.157
-1.105.953
8.075.535.282 2009
geamortiseerde kostprijs Vastrentende effecten - openbare besturen - kredietinstellingen - overige leningen Niet-vastrentende effecten - beleggingsfondsen/aandelen
prorata interesten
ongerealiseerde winsten
bijzondere waardeverminderingen
reële waarden
3.936.078.754 4.927.437.253 1.852.614.767
64.197.836 81.012.612 33.870.514
103.346.115 62.053.113 -1.317.389
0 0 0
4.103.622.705 5.070.502.978 1.885.167.892
11.950.800
0
-377.844
-1.105.953
10.467.003
10.728.081.574
179.080.962
163.703.995
-1.105.953 11.069.760.578
De bovenvermelde en gebruikte externe reële waarden zijn afkomstig van dezelfde bronnen zoals in vorige jaren, namelijk Bloomberg en Euroclear (de belangrijkste clearing- en bewaartegenpartij van de Vennootschap). Onder toelichting 23 is meer informatie terug te vinden met betrekking tot de level hiërarchie van de gebruikte externe reële waarden.
14. Leningen en vorderingen 14.1 De leningen en vorderingen op kredietinstellingen De leningen en vorderingen op kredietinstellingen zijn als volgt samengesteld: 31/12/2008
172
31/12/2009
Totaal
2.239.792.845
1.182.172.380
Geografische uitsplitsing België Andere EMU landen Rest van de wereld
1.039.212.934 1.099.637.504 100.942.407
971.467.674 155.652.769 55.051.937
Indeling naar restlooptijd tot 3 maanden 3 – 6 maanden 6 – 9 maanden 9 – 12 maanden onbepaald (prorata’s)
2.211.673.649 0 7.218.384 0 20.900.813
973.448.102 2.110.186 205.498.799 0 1.115.293
Kwaliteit uitstaand brutobedrag bijzondere waardeverminderingen uitstaand nettobedrag
2.239.792.845 0 2.239.792.845
1.182.172.380 0 1.182.172.380
Indeling naar type vordering zichtrekeningen termijnrekeningen bij centrale banken aangehouden reserves collateral bij financiële instellingen
91.034.365 1.608.067.763 444.200.717 96.490.000
121.395.678 394.245.266 407.411.436 259.120.000
615.222.356
973.448.102
3,53 %
0,74 %
waarvan geldmiddelen en kasequivalenten Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12
In het kader van het monetaire beleid moeten de bankonderdelen verplicht deposito’s aanhouden bij de centrale banken in de landen waar de Vennootschap actief is. Deze spaardeposito’s zijn beperkt gedaald van 444.200.717 EUR naar 407.411.436 EUR. De bedragen op termijnrekeningen zijn verder gedaald van 1.608.067.763 EUR per 31 december 2008 naar 394.245.266 EUR per 31 december 2009. Vanaf 2007 werden er in het kader van het ALM indekkingsbeleid renteswapcontracten afgesloten. Voor sommige van deze swaps werd er door de tegenpartijen (n.a.v. de negatieve reële waarde van deze swaps) collateral gevraagd. Per 31 december 2009 werd er 259.120.000 EUR cash collateral gestort t.o.v. 96.490.000 EUR per 31 december 2008. 14.2 De leningen en vorderingen op andere cliënten De leningen en vorderingen op andere cliënten zijn als volgt samengesteld: 31/12/2008
31/12/2009
Totaal
19.140.938.829
18.563.791.908
Geografische uitsplitsing België Andere EMU landen Rest van de wereld
7.001.870.268 12.130.898.077 8.170.484
6.848.103.797 11.706.997.583 8.690.528
173
Indeling naar restlooptijd tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 2 jaar meer dan 2 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar tot 10 jaar meer dan 10 jaar onbepaald
57.616.239 95.632.521 336.026.898 1.162.571.065 17.398.929.787 90.162.319
52.965.914 62.303.755 366.463.416 1.170.241.779 16.810.323.893 101.493.151
Kwaliteit uitstaand brutobedrag bijzondere waardeverminderingen uitstaand nettobedrag
19.189.759.804 -48.820.975 19.140.938.829
19.612.113.249 -48.321.341 18.563.791.908
Indeling naar krediettype consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito’s / voorschotten overige kredietvorderingen
86.768.857 18.871.126.577 164.385.504 18.655.799 2.092
74.342.877 18.310.803.388 160.835.342 17.810.301 0
4,42 %
4,27 %
Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12
In september 2007 werd een eerste effectiseringstransactie uitgevoerd waarbij een portefeuille Nederlandse hypothecaire leningen van 1,5 miljard EUR werd verkocht aan een SPV (Special Purpose Vehicle) genaamd Green Apple. In december 2008 werd een tweede effectiseringstransactie uitgevoerd van 1,975 miljard EUR Nederlandse hypothecaire leningen. Het management van de Vennootschap heeft geoordeeld dat de SPV dient geconsolideerd te worden waardoor de overgedragen leningen op de balans van de Bankpool behouden blijven. Op de enkelvoudige balans van de Vennootschap zijn de kredieten van deze twee effectiseringstransacties niet terug te vinden. Door de IFRS consolidatie komen deze geëffectiseerde kredieten (die allemaal dienden te voldoen aan de in Nederland bestaande NHG garantie) terug op de geconsolideerde balans. Zij zitten vervat in het bedrag van 18.310.803.388 EUR aan hypothecaire leningen (portefeuille van 18.871.126.577 EUR per 31/12/2008).
15. Derivaten gebruikt ter afdekking en wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities Onder deze hoofding worden bijkomende toelichtingen gegeven bij de “derivaten gebruikt ter afdekking” en de “wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille” Hedge accounting (boekhoudkundige verwerking van afdekkingstransacties in IFRS) kan worden gebruikt voor derivaten die als dusdanig bestemd zijn, op voorwaarde dat bepaalde criteria zijn vervuld. Deze criteria voor de boekhoudkundige verwerking van een derivaat als afdekkingsinstrument zijn onder andere: - het afdekkingsinstrument, de afgedekte positie en de afdekkingsdoelstelling, - strategie en –relatie moeten formeel worden gedocumenteerd voordat “hedge acccounting” wordt toegepast; - de afdekking moet worden gedocumenteerd, waaruit moet blijken dat ze naar alle verwachting zeer effectief (binnen een bandbreedte van 80 % en 125 %) zal zijn in het compenseren van veranderingen in reële waarde (of kasstromen) die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico gedurende de gehele verslagperiode; - en de afdekking is effectief bij aanvang en wordt voortdurend beoordeeld.
174
In 2008 heeft de Vennootschap het kader uitgewerkt om in IFRS hedge accounting te mogen en kunnen toepassen. De Vennootschap heeft besloten om de door de EU bekrachtigde IAS 39 toe te passen omdat die de wijze waarop de Vennootschap zijn activiteiten beheert beter weerspiegelt. Afdekkingsrelaties zijn bedoeld om het renterisico te beperken dat voortkomt uit de geselecteerde categorie van activa (of verplichtingen) die zijn aangewezen als in aanmerking komende afgedekte posities. De Vennootschap voert een globale analyse van het renterisico uit en selecteert activa (en/of verplichtingen) die moeten worden opgenomen in de afdekking van het renterisico van de portefeuille. Zij definieert bij aanvang de af te dekken risicopositie, de tijdsduur, de wijze waarop en de frequentie waarmee ze testen uitvoert. De Vennootschap heeft ervoor gekozen om een portefeuille hypothecaire leningen met een vaste rentevoet af te dekken en selecteert binnen die portefeuille de afgedekte posities in functie van de ‘renterisico’ beheersstrategie. De beoordeling van de effectiviteit bestaat erin na te gaan of aan de afdekkingsdoelstelling, namelijk de beperking van het renterisico, is voldaan. De Vennootschap past hedge accounting en in concreto de portfolio hedge toe vanaf 1 oktober 2008 voor (in principe) al haar swaps (waarbij zij een vaste rente betaalt en een vlottende rente ontvangt) vermits zij allen afgesloten zijn in het kader van het beheer van het renterisico (van de globale portefeuille). Per 31/12/2009 staan er echter zes swaps (drie payerswaps en drie receiverswaps die afgesloten werden in het kader van het ALM beleid) onder de activa/verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden omdat er voor IFRS technische hedge accounting redenen geopteerd werd om deze niet of niet meer in een hedge relatie op te nemen. Met de hedge accounting worden de wijzigingen in de reële waarde van de vaste benen van de swaps gecompenseerd door tegengestelde wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities. De fluctuaties van de reële waarde van de vlottende benen van de swaps zijn een bron van afdekkingsineffectiviteit en hebben een netto impact op het resultaat. Het betreft hier een reëlewaardeafdekking waarbij het afgedekte risico bestaat uit de ‘benchmark” (euribor) zijnde de rentecomponent van de hypothecaire leningen met vaste rente. De winsten of verliezen van de afgedekte posities tengevolge van het afgedekte risico, en de winsten of verliezen op de afdekkingsinstrumenten worden verwerkt in de resultatenrekening (zie toelichting 30). Overzicht van de derivaten aangewezen als afdekking van het renterisico van een portefeuille. Type hedge – reëlewaardeafdekking 31/12/2008
activa
Derivaten gebruikt ter afdekking Wijziging reële waarde van de afgedekte posities
0 252.786.645
Type hedge – reëlewaardeafdekking 31/12/2009
activa
Derivaten gebruikt ter afdekking Wijziging reële waarde van de afgedekte posities
0 319.092.808
verplichtingen 289.434.323 0
verplichtingen 297.959.340 0
De wijzigingen in reële waarde hebben betrekking op de afgedekte positie (uit de portefeuille hypothecaire leningen) dat deel uitmaakt van de categorie “leningen en vorderingen”. 16. Materiële activa De materiële activa (na opname met toepassing van het kostprijsmodel) zijn per 31 december als volgt:
Gebouwen, terreinen, uitrusting
175
31/12/2008
31/12/2009
39.213.921
36.082.377
Vastgoedbeleggingen Totaal Reële waarde vastgoedbeleggingen
282.480
152.428
39.496.401
36.234.805
552.252
421.575
Materiële activa na opname met toepassing van het kostprijsmodel terreinen IT gebouwen materiaal
ander materiaal
Openingsbalans per 1 januari 2008 - investeringen - vervreemdingen - afschrijvingen - overdrachten - overige mutaties Eindbalans per 31 december 2008
1.220.438 1.104.546 -5.503 -265.122 0 0 2.054.359
18.097.363 3.539.276 0 -992.550 8.025.220 0 28.669.309
8.290.997 3.257.411 -213 -3.057.942 0 0 8.490.253
totaal
27.608.798 7.901.233 -5.716 -4.315.614 0 0 39.213.921
Materiële activa na opname met toepassing van het kostprijsmodel
2008 vastgoedbeleggingen
8.250.075 213.790 -149.154 -7.011 -8.025.220 0 282.480
2009 terreinen gebouwen
IT materiaal
ander materiaal
28.669.309 448.697 0 -1.073.836 0 0 28.044.170
8.490.253 967.205 -10.050 -3.629.697 0 -2.512 5.815.199
2.054.359 569.646 -86.857 -321.486 0 7.346 2.223.008
Openingsbalans per 1 januari 2009 - investeringen - vervreemdingen - afschrijvingen - overdrachten - overige mutaties Eindbalans per 31 december 2009
totaal
vastgoedbeleggingen
39.213.921 1.985.548 -96.907 -5.025.019 0 4.834 36.082.377
282.480 85.550 -214.752 -4.353 0 3.503 152.428
De post “terreinen en gebouwen” steeg aanzienlijk in 2008 terwijl de vastgoedbeleggingen daalden van 8.250.075 EUR naar 282.480 EUR per 31/12/2008. Deze evolutie is in hoofdzaak te verklaren door de ingebruikname van een vernieuwd gebouw (gelegen aan de Lamorinièrestraat te Antwerpen) door BVg. Op deze ingebruikname volgde een verschuiving van een aantal afdelingen waardoor een door de Vennootschap als vastgoedbelegging gecatalogeerd gebouw (want vroeger volledig gebruikt door zustermaatschappij Aras) vanaf dat moment niet meer als vastgoedbelegging gecatalogeerd werd. Conform IAS 23 worden financieringskosten geactiveerd wanneer zij gefinancierd worden met vreemde middelen. In 2009 werden er echter geen financieringskosten geactiveerd aangezien alle investeringen in vaste activa gefinancierd werden met eigen middelen.
17. Goodwill en andere immateriële activa Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten in een bedrijfscombinatie, bovenop de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals bepaald op de datum van de aankoop. De Vennootschap had in 2008 en 2009 geen goodwill onder deze vorm op haar balans.
176
Per 31 december waren de andere immateriële activa (die volgens het kostprijsmodel worden verwerkt) als volgt samengesteld: 31/12/2008 verworven andere software immateriële activa Kostprijs Openingsbalans per 1 januari - afzonderlijk verworven toevoegingen - buitengebruikstelling & vervreemding - opgenomen afschrijvingen - overige bewegingen Eindbalans per 31 december
10.813.543
408.032
9.811.430
86.132
0 -4.602.917 -24 16.022.031
0 -174.035 0 320.129
totaal
31/12/2009 verworven software
andere immateriële activa
11.221.575 16.022.031
320.129
16.342.160
8.669.615
189.291
8.858.906
0 0 -4.776.953 -5.536.156 -24 0 16.342.160 19.155.490
0 -215.081 0 294.339
0 -5.751.237 0 19.449.829
9.897.562
totaal
De aankoopprijs en aankoopkosten van verworven software worden op pro rata basis aan 20 % per jaar afgeschreven. Andere immateriële activa wordt aan 10 % per jaar afgeschreven.
18. Belastingvorderingen en verplichtingen De belastingpositie kan als volgt worden samengevat: 31/12/2008 9.721.355
31/12/2009 421
9.721.355 0
421 0
23.377.430
74.298.615
(b)
3.722.850 19.654.580
4.071.286 70.227.329
(b) - (a)
19.654.580
70.227.329
2.571.470 19.257.970 579.377 1.607.750 -4.361.987
55.524.800 24.651.976 -5.674.632 1.121.507 -5.396.324
19.654.580
70.227.329
Belastingvorderingen actuele belastingvorderingen uitgestelde belastingvorderingen
(a)
Belastingverplichtingen actuele belastingverplichtingen uitgestelde belastingverplichtingen Totaal uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingen op voor verkoop beschikbare activa op de waardering tegen geamortiseerde kostprijs op de opname tegen reële waarde van derivaten op consolidatie boekingen op andere belastinglatenties Totaal uitgestelde belastingen
19 . Andere activa De andere activa zijn als volgt samengesteld:
177
31/12/2008
31/12/2009
Personeelsbeloningen Vooruitbetaalde kosten Te ontvangen baten Waarden ter incasso Voorschot Visakaarten - Bank Card Company Wachtrekening - voorschot notaris Andere voorschotten Overige wachtrekeningen
0 2.302.908 0 1.395.476 13.137.723 4.781.841 0 135.935.996
0 2.777.563 0 1.135.431 13.745.889 15.308.772 0 92.922.579
Totaal andere activa
157.553.944
125.890.234
Onder de overige wachtrekeningen staan voornamelijk de bedragen die enkele dagen (tot definitieve toewijs) op deze boekhoudrekeningen staan.
20. Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 20.1 De deposito’s van kredietinstellingen De deposito’s van kredietinstellingen zijn als volgt samengesteld: 31/12/2008
31/12/2009
Deposito's van kredietinstellingen
47.494.188
441.651.684
Geografische uitsplitsing België Andere EMU landen Rest van de wereld
9.170.000 38.324.188 0
346.298.217 95.353.467 0
Indeling naar restlooptijd tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar
47.494.188 0 0
441.651.684 0 0
2,35 %
0,46 %
Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12
De 47.494.188 EUR per 31 december 2008 bestaat uit een zichtrekening met een negatief saldo van 14.188 EUR bij een andere financiële instelling en 47.480.000 EUR dat ontvangen werd als cash collateral in het kader van het collateral management van het swapboek. Per einde 2009 waren er drie repo’s afgesloten met Belgische financiële instellingen voor een nominaal bedrag van 284.303.000 EUR. De onderliggende financiële activa van deze repo (terug te vinden onder de categorie “voor verkoop beschikbare financiële activa”) hadden per 31 december 2009 een IFRS boekwaarde van 301.545.923 EUR. Daarnaast werden in het kader van het collateral management 139.890.000 EUR cash ontvangen. 20.2 De deposito’s van andere instellingen dan kredietinstellingen De deposito’s van andere instellingen dan kredietinstellingen zijn als volgt samengesteld: 31/12/2008
178
31/12/2009
Deposito's van andere instellingen dan kredietinstellingen
19.394.976.137
20.276.762.581
Geografische uitsplitsing België Andere EMU landen Rest van de wereld
17.883.903.603 1.458.160.284 52.912.250
19.054.674.531 1.165.031.132 57.056.918
Indeling naar type zichtdeposito's deposito's met vaste looptijd gereglementeerde spaardeposito's deposito's gekoppeld aan hypothecaire leningen depositobeschermingsregeling overige deposito's
1.187.088.371 4.034.284.696 12.588.591.197 352.201.268 4.900.154 1.227.910.451
1.454.114.173 2.455.181.636 15.107.619.307 281.218.117 4.878.777 973.750.571
3.394.902.310 627.966.646 11.415.740
1.350.565.304 1.086.277.805 18.338.517
3,63 %
2,07 %
Indeling naar restlooptijd van de deposito's met vaste looptijd tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12
Meer dan 99 % van de “overige deposito’s” bestaan uit spaarinlagen op de spaarrekeningen in het bijkantoor in Nederland. 20.3 In schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons De in schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons zijn als volgt samengesteld: 31/12/2008
31/12/2009
In schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons
8.570.395.369
8.399.934.862
Geografische uitsplitsing België Andere EMU landen Rest van de wereld
6.459.173.509 2.109.056.039 2.165.821
6.506.926.292 1.890.439.070 2.569.500
Indeling naar restlooptijd tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar
1.492.869.759 5.316.549.740 1.760.975.870
1.219.786.959 5.591.154.700 1.588.993.203
Indeling naar type kasbons obligaties
6.469.335.587 2.101.059.782
6.516.728.146 1.883.206.716
4,17 %
3,41 %
Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12
In de klasse “obligaties” zitten voor 1.486.500.000 EUR door de SPV Green Apple uitgegeven A notes betreffende de eerste effectiseringstransactie van 2007 (detail gegevens van deze A notes zijn openbaar terug te vinden onder ISIN code XS0322161026).
179
De door de SPV Green Apple uitgegeven B en C notes (met een totale nominale waarde van 13.500.000 EUR) van de eerste effectiseringstransactie werden aangekocht door de Vennootschap en zij werden in het kader van de consolidatie geëlimineerd. De door de SPV Green Apple, in het kader van de tweede effectiseringstransactie uitgegeven notes, werden allemaal aangekocht door de Vennootschap zelf. Deze notes (posten op zowel actief als verplichtingenzijde) werden bij de consolidatie geëlimineerd. 20.4 De achtergestelde verplichtingen De achtergestelde verplichtingen kunnen als volgt gespecificeerd worden: 31/12/2008
31/12/2009
Achtergestelde verplichtingen
664.490.673
644.767.685
Geografische uitsplitsing België andere EMU landen rest van de wereld
582.339.602 82.104.484 46.587
582.960.974 61.422.729 383.982
Indeling naar restlooptijd tot 1 jaar meer dan 1 jaar tot 5 jaar meer dan 5 jaar
28.981.248 535.137.392 100.372.033
150.979.766 393.351.252 100.436.667
Indeling naar type achtergestelde leningen tier 1 lening
564.118.640 100.372.033
544.331.018 100.436.667
4,21 %
4,21 %
Effectieve rentevoet van de portefeuille per 31/12
In oktober 2006 werd door de Vennootschap een vervroegd terugbetaalbare perpetuele Tier 1 lening (“undated deeply subordinated non-cumulative note”) uitgegeven van nominaal 100 miljoen EUR met een coupon van 5,855 % tot 31 oktober 2016 en daarna een variabele rentecoupon van euribor drie maand + 275 basispunten. De Vennootschap heeft vanaf 31 oktober 2016 het recht (call option) om de lening vervroegd terug te betalen. Alle kenmerken van deze lening zijn publiekelijk terug te vinden, aangezien de lening genoteerd is op de Luxemburgse beurs (ISIN code BE0932117444). 21. Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen over het jaar is als volgt: lopende rechtsgeschillen Openingsbalans 1 januari 2008 toevoegingen Eindbalans 31 december 2008 toevoegingen terugboekingen overige bewegingen
180
andere voorzieningen
totalen
725.122
5.809.803
6.534.925
0
850.503
850.503
725.122
6.660.306
7.385.428
0 -305.122 0
330.362 0 0
330.362 -305.122 0
Eindbalans 31 december 2009
420.000
6.990.668
7.410.668
De andere voorzieningen hebben betrekking op fiscale en juridische zaken. Van de post “andere voorzieningen” heeft 6.990.668 EUR betrekking op fiscale voorzieningen voor BTW. Met de respectievelijke BTW-administraties werd overleg gepleegd om de betrokken zaken uit te klaren. De voorzieningen voor fiscale en juridische zaken zijn gebaseerd op de best mogelijke schattingen zoals beschikbaar op jaareinde waarbij rekening wordt gehouden met de adviezen van juridische en fiscale adviseurs. Het tijdstip van de uitgaande kasstromen die samenhangen met deze voorzieningen is per definitie onzeker, gezien de onvoorspelbaarheid van de uitkomst van en de tijd die verbonden is met het afwikkelen van geschillen.
22. Andere verplichtingen De andere verplichtingen zijn per 31 december als volgt samengesteld: 31/12/2008
31/12/2009
Sociale lasten
3.368.174
2.206.211
Toe te rekenen kosten
4.199.392
1.028.864
Wachtrekeningen betalingsverkeer
35.494.288
40.842.290
Te verwerken bedragen
56.967.596
55.872.563
Andere verplichtingen
13.934.347
25.050.284
Andere wachtrekeningen
105.726.245
72.414.873
Totaal
219.690.042
197.415.085
Onder de andere wachtrekeningen staan voornamelijk de bedragen die enkele dagen (tot definitieve toewijs) op deze boekhoudrekeningen staan.
181
23. Reële waarde van de financiële activa en financiële verplichtingen 23.1. Niet tegen reële waarde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen In de volgende tabel zijn de boekwaarde en de reële waarde weergegeven van de financiële activa en financiële verplichtingen, die op de geconsolideerde balans niet tegen hun reële waarde zijn gewaardeerd.
boekwaarde
31/12/2008 reële waarde
boekwaarde
31/12/2009 reële waarde
27.413.368
27.413.368
29.437.840
29.437.840
21.380.731.674
21.821.677.008
19.745.964.288
20.245.679.512
2.239.792.845 91.034.365 1.608.067.763
2.241.451.908 91.034.365 1.609.726.826
1.182.172.380 121.395.678 394.245.266
1.182.158.308 121.395.678 394.231.194
444.200.717
444.200.717
407.411.436
407.411.436
96.490.000
96.490.000
259.120.000
259.120.000
19.140.938.829 86.768.857 18.871.126.577 164.385.504 18.655.799 2.092
19.580.225.100 90.711.455 19.305.665.224 165.164.025 18.682.304 2.092
18.563.791.908 74.342.877 18.310.803.388 160.835.342 17.810.301 0
19.063.521.204 78.253.741 18.804.645.519 162.758.154 17.863.790 0
Totaal financiële activa
21.408.145.042
21.849.090.376
19.775.402.128
20.275.117.352
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
28.677.356.367
28.344.925.412
29.763.116.812
29.824.506.775
47.494.188
47.494.188
441.651.684
441.651.684
19.394.976.137 1.187.088.371 4.034.284.696 1.227.910.451 12.588.591.197
19.368.638.813 1.187.088.371 4.007.947.372 1.227.910.451 12.588.591.197
20.276.762.581 1.454.114.173 2.455.181.636 973.750.571 15.107.619.307
20.270.675.799 1.454.114.173 2.449.094.854 973.750.571 15.107.619.307
352.201.268 4.900.154
352.201.268 4.900.154
281.218.117 4.878.777
281.218.117 4.878.777
8.570.395.369 6.469.335.587 2.101.059.782
8.277.341.820 6.194.750.783 2.082.591.037
8.399.934.862 6.516.728.146 1.883.206.716
8.455.768.572 6.571.597.305 1.884.171.267
Geldmiddelen en zichtrekeningen bij centrale banken Leningen en vorderingen leningen en vorderingen op kredietinstellingen zichtrekeningen termijnrekeningen bij centrale banken aangehouden reserves collateral bij financiële instellingen leningen en vorderingen op andere cliënten consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's / voorschotten overige kredietvorderingen
Deposito's van kredietinstellingen Deposito's van andere dan kredietinstellingen zichtdeposito's deposito's met vaste looptijd deposito's van bijzondere aard gereglementeerde spaardeposito's deposito's gekoppeld aan hyp leningen depositobeschermingsregeling In schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons kasbons obligaties
182
Achtergestelde schulden achtergestelde leningen tier 1 lening Totaal verplichtingen
664.490.673 564.118.640 100.372.033 28.677.356.367
651.450.591 547.456.629 103.993.962 28.344.925.412
644.767.685 544.331.018 100.436.667 29.763.116.812
656.410.720 550.523.360 105.887.360 29.824.506.775
Zoals vermeld in de waarderingsregels is de reële waarde de waarde waartegen een actief kan worden verhandeld, of een verplichting kan worden afgewikkeld, tussen goed geïnformeerde, tot transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. De Vennootschap gebruikt onderstaande volgorde voor het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten: vooreerst de genoteerde prijzen in een actieve markt en vervolgens het gebruik van waarderingstechnieken. De reële waarde die getoond wordt is de volledige reële waarde inclusief opgelopen rente, vermits deze ook onder de respectievelijke rubrieken verwerkt werden. De berekening van de reële waarde van financiële instrumenten, die niet actief worden verhandeld op financiële markten, kan als volgt worden samengevat: (1) bij schuldinstrumenten op korte termijn of onmiddellijk opvraagbaar o.a. zichtrekeningen, spaarrekeningen wordt de reële waarde gelijkgesteld aan de nominale waarde; en (2) bij andere instrumenten wordt gebruik gemaakt van de contante waardeberekening waarbij het disconteringspercentage gebaseerd is op een referentierente met een marktconforme marge. 23.2. Tegen reële waarde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen In de volgende tabellen worden de reële waarde weergegeven van de financiële instrumenten die op de balans tegen hun reële waarde zijn opgenomen. De betrokken instrumenten worden in de tabellen volgens de reële-waardehiërarchie van IFRS 7 weergegeven. Het level (niveau) van de reële waarde is hierbij afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van de financiële instrumenten. Bij level 1 betreft het genoteerde (onaangepaste) prijzen in actieve markten (extern beschikbare en observeerbaar reële waarden van financiële instrumenten op liquide markten). Level 2 bevat alle reële waarden die op basis van observeerbare parameters (input) met behulp van modellen direct of indirect kunnen worden bekomen. Tenslotte worden de reële waarden die berekend worden op niet-observeerbare parameters (input) onder level 3 gerubriceerd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de level hiërarchie van de tegen reële waarde opgenomen financiële activa en verplichtingen (rapporteringstoestand 31/12/2009).
level 1 Aan reële waarde opgenomen activa Financiële activa aan reële waarde Aangehouden voor handelsdoeleinden Voor verkoop beschikbare activa Aan reële waarde opgenomen verplichtingen Financiële verplichtingen aan reële waarde Aangehouden voor handelsdoeleinden
level 2
0 125.669.970 10.554.005.220 198.020.856
0 243.215.992
183
level 3
totaal
0 125.669.970 317.734.502 11.069.760.578
0
243.215.992
Derivaten gebruikt ter afdekking
0 297.959.340
0
297.959.340
Onderstaande tabel geeft de reconciliatie weer van de level 3 reële waarden tussen 31/12/2008 en 31/12/2009. Tijdens deze periode vonden er geen transferten plaats tussen de verschillende levels. Reconciliatie reële waarde (level 3) (voor verkoop beschikbare activa)
vastrentende effecten
Begintotaal per 01/01/2009 (= 31/12/2008) Aankopen Verkopen Terugbetalingen (gedeeltelijk) Eindvervaldag Mutatie prorata’s Mutatie marktwaarde Eindtotaal per 31/12/2009
niet-vastrentende effecten
421.138.225 9.993.742 -76.019.919 -5.130.847 -24.995.000 -1.455.368 -5.796.331 317.734.502
3.032 75.040 0 0 0 0 0 78.072
24 . Derivaten De Vennootschap heeft, naast in contracten besloten derivaten, per 31/12/2009 slechts één (afgeleid financiële instrument) op haar balans staan namelijk swaps.
derivaattype
Afgeleide financiële instrumenten dienen onder IFRS te ressorteren onder de handelsportefeuille, tenzij er een afdekkingsrelatie wordt aangetoond tussen het betreffende actief en een welbepaald afgedekt bestanddeel. Dergelijke afdekkingsrelatie kan als effectief worden beschouwd indien onder invloed van marktfactoren zoals rentewijzigingen de waardeschommelingen of kasstromen van het afgeleid financiële instrument de waardeschommelingen of kasstromen van het afgedekte bestanddeel nagenoeg volledig compenseren. Ten gevolge van de strenge IFRS voorwaarden om deze als afdekkingsinstrumenten te kunnen classificeren, worden ze soms toch geclassificeerd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden. In 2008 heeft de Vennootschap een kader uitgewerkt om hedge accounting in IFRS te mogen en kunnen toepassen. De Vennootschap maakt hier gebruik van afdekkingstransacties die voldoen aan alle daartoe vereiste voorwaarden voor afdekkingstransacties van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU. Hierdoor worden de betrokken afdekkingsinstrumenten geclassificeerd als derivaten gebruikt ter afdekking. Renteopties Renteopties worden gebruikt als bescherming tegen het renterisico en zijn opties waarbij de verkoper zich verplicht aan de koper een renteverschil te betalen in ruil voor een door de koper betaalde premie. Dit renteverschil is het verschil tussen de huidige rente en een afgesproken rentetarief voor een notioneel bedrag. Op 31 december 2007 had de instelling één gekochte cap met een notioneel bedrag van 3 miljard EUR, ingangsdatum 02 januari 2008, einddatum 02 januari 2009 en een strike van 4,85 %. Op 31/12/2008 had deze cap (met eindvervaldag 02/01/2009) geen reële waarde meer. Renteswaps Renteswaps zijn contractuele overeenkomsten tussen twee partijen op grond waarvan rente kasstromen in dezelfde valuta worden uitgewisseld. Deze verplichtingen worden berekend op basis van verschillende rentetypen. Bij de meeste renteswaps vindt een netto-uitwisseling van kasstromen plaats. Dit bestaat uit het verschil tussen de vaste en variabele rentebetalingen. In het kader van het ALM beheer van de Vennootschap werden in de loop van 2007 twee swaps afgesloten; één swap met een notionele waarde van 1 miljard EUR (ingangsdatum 02 januari 2008, looptijd van 10 jaar, met een door de Vennootschap te betalen vaste rente van 5,0125 % en een te ontvangen rente van euribor 3 maand) en
184
één swap van 700 miljoen EUR (ingangsdatum 04 december 2007, looptijd van 5 jaar, met een door de Vennootschap te betalen vaste rente van 4,378 % en een te ontvangen rente van euribor 3 maand). In 2008 werden er in het kader van het ALM beheer 7 swaps afgesloten voor een notioneel bedrag van 2,935 miljard EUR. Deze negen swaps werden per einde 2008 alle onder hedge accounting verwerkt. In 2009 werden er in het kader van het ALM beleid 3 receiverswaps afgesloten voor een notioneel bedrag van 1,730 miljard EUR. Omwille van IFRS technische hedge accounting redenen werd geopteerd om deze 3 receiverswaps samen met 3 (in 2008 afgesloten) payerswaps niet in een hedge relatie op te nemen. De betrokken drie payerswaps werden gedekwalificeerd op moment van aangaan van de drie receiverswaps. Bij elke effectiseringstransactie werden er twee swaps afgesloten, een frontswap tussen de SPV Green Apple en een tegenpartij met een hoge rating en een BtB (Back to Back) swap tussen deze tegenpartij en de Vennootschap. Al deze swaps (4 in totaal) komen bij de IFRS consolidatie onder de “activa/verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden” terecht, met name: - bij Green Apple 2007, 2 swaps met notionele waarde van 1,5 miljard EUR; en ste - bij Green Apple 2008, 2 amortiserende swaps, 1 notionele waarde van 1,975 miljard EUR. Er wordt gewerkt met twee swaps per effectiseringstransactie om op deze manier in de SPV een minimaal kredietrisico te kunnen bekomen. Bij de frontswap is de tegenpartij van de SPV immers een financiële instelling met een betere rating (en dus een beter veronderstelde kredietwaardigheid) dan de Vennootschap. Via de BtB swap komt het renterisico van de geëffectiseerde kredietportefeuilles terug op de balans van de Vennootschap. Het verschil tussen de reële waarden van de front en BtB swaps (terug te vinden onder de posten op het actief en verplichtingenzijde van de balans - zie toelichting 12) weerspiegelt de reële waarde van de kostprijs van de tussenstap van een frontswap in de effectiseringstransacties. Credit Default Swap (CDS) Op 11 februari 2004 werd een Credit Default Swap (synthetische securitisatie) afgesloten door de Vennootschap met als doel een indekking te hebben tegen mogelijk verlies ten gevolge van het kredietrisico verbonden aan de portefeuille hypotheken Nederland. De CDS werd als afgeleid financieel instrument aangehouden voor handelsdoeleinden gecatalogeerd. De onderliggende hypotheekportefeuille bedroeg 667.340.344 EUR op 31 december 2007. Aangezien het eigen vermogen door de incorporatie van de winsten verder gestegen is, waardoor deze CDS geen toegevoegde waarde meer had voor de Vennootschap, werd op 4 december 2007 de aanwezige optie uitgeoefend om de CDS in februari 2008 stop te zetten. In contracten besloten derivaten De in contracten besloten derivaten dienen te worden afgezonderd (als afzonderlijk op de balans op te nemen derivaat dus) wanneer er geen nauw verband bestaat tussen hun economische kenmerken en risico’s en die van het basiscontract. Er dienden geen dergelijke derivaten afgezonderd te worden en onder deze rubriek geclassificeerd te worden. De gebruikte reële waarde van bovenstaande afzonderlijk vermelde afgeleide financiële instrumenten werden uitsluitend bepaald op basis van waarderingstechnieken die zich baseren op objectief observeerbare marktparameters.
185
Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening. 25. Netto rentebaten De verdeling van de rentebaten per product is als volgt: 31/12/2008
31/12/2009
269.621.033 193.296.867 839.272.412 54.284.009
353.120.838 16.381.150 807.985.154 85.283.420
-14.136.792 -610.405.398 -389.502.749 -31.928.821 -46.165.375
-1.602.485 -510.462.691 -315.890.156 -26.892.986 -188.655.336
264.335.186
219.266.908
2.045.956
1.707.268
Rentebaten voor verkoop beschikbare financiële activa leningen en vorderingen op kredietinstellingen leningen en vorderingen op andere cliënten derivaten, administratieve verwerking van afdekkingstransacties Rentelasten deposito's van kredietinstellingen deposito's van andere instellingen dan kredietinstellingen schuldbewijzen belichaamde schulden inclusief kasbons achtergestelde verplichtingen derivaten, administratieve verwerking van afdekkingstransacties Netto rentebaten Rentebaten van in waarde verminderde financiële activa
Bovenstaande voorstelling is gebaseerd op de Belgische prudentiële rapportering. In een loutere IFRS voorstelling dient het bedrag van 85.283.420 EUR in mindering gebracht te worden van het bedrag van 188.655.336 EUR (zie derivaten, administratieve verwerking van afdekkingstransacties bij de rentebaten). De daling van de netto rentebaten in 2008 is een weerspiegeling van de verschillende marktevoluties in voornamelijk de laatste jaarhelft van 2008. Deze bestonden vooreerst uit de intrede van de grote financiële instellingen op de spaarrekeningenmarkt met een stijging van de rentetarieven op de spaarrekeningen als gevolg, en nadien de bankencrisis die leidde tot de nadruk op veilig (overheid)papier als wederbeleggingsmogelijkheid met hierop lage(re) rentevoeten. In 2009 zijn de netto rentebaten verder gedaald ten gevolge van de (voor de Vennootschap) ongunstige evolutie van de rentetarieven.
26. Dividenden De onderstaande tabel geeft een specificatie van de ontvangen dividenden. Dividenden uit eigenvermogensinstrumenten uit
31/12/2008
31/12/2009
- voor verkoop beschikbare financiële activa
14.250
164.246
Totaal dividend inkomsten afkomstig van andere aandelen
14.250
164.246
31/12/2008
31/12/2009
43.695.792
56.049.225
27. Netto baten uit provisies en vergoedingen De netto baten uit provisies en vergoedingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Baten uit provisies en vergoedingen
186
effecten uitgiften effecten overige ontvangen beheersvergoedingen betalingsdiensten premie hospitalisatieverzekering overige posten Lasten in verband met provisies en vergoedingen acquisitiekosten bewaring premie hospitalisatieverzekering betalingsdiensten overige posten Netto provisieresultaat
0 3.244.644 4.189.364 2.156.857 28.731.507 5.373.420
0 10.502.348 7.723.647 2.276.982 32.318.276 3.227.972
-132.728.197
-113.095.961
-74.270.068 -342.815 -44.146.639 -13.854.428 -114.247
-73.190.560 -690.375 -27.077.470 -12.093.940 -43.616
-89.032.405
-57.046.736
28. Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening Het gerealiseerde resultaat op enerzijds voor verkoop beschikbare financiële activa en anderzijds leningen en vorderingen, kan als volgt worden voorgesteld: Gerealiseerde winsten
31/12/2008
31/12/2009
10.080.260 225.594
60.894.960 0
0
0
-3.091.407 0
-959.737 0
0
0
7.214.447
59.935.223
Voor verkoop beschikbare financiële activa - meerwaarden vastrentende effecten - meerwaarden op niet vastrentende effecten Leningen en vorderingen Gerealiseerde verliezen Voor verkoop beschikbare financiële activa - minderwaarden vastrentende effecten - minderwaarden niet vastrentende effecten Leningen en vorderingen Totaal netto gerealiseerd resultaat
Een gedetailleerdere uitsplitsing van de niet gerealiseerde winsten en verliezen van de categorie “voor verkoop beschikbare financiële activa” is terug te vinden bij toelichting 13 (ongerealiseerd positief resultaat van 163.703.995 EUR per 31 december 2009 versus een ongerealiseerd positief resultaat van 6.619.157 EUR per 31 december 2008). Voor de categorie “financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs” worden er geen nietgerealiseerde winsten of verliezen uitgedrukt. In de toelichting 24 zijn de reële waarden van deze categorie van financiële verplichtingen terug te vinden. De gerealiseerde resultaten van de “voor verkoop beschikbare financiële activa” omvatten in 2009 enkel resultaten van vastrentende effecten.
187
29. Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Het resultaat van de activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden kunnen als volgt worden voorgesteld: 31/12/2008
31/12/2009
Nettoresultaat
8.933.423
-15.713.160
rente instrumenten kredietderivaten
9.561.558 -628.135
-15.713.160 0
Onder het nettoresultaat van de rente instrumenten is het resultaat van renteopties en swaps terug te vinden. In 2008 had 3.047.993 EUR betrekking op een gekochte renteoptie, 12.910.243 EUR op het resultaat tot en met 30/09/2008 van de swaps m.b.t. het renterisico en min 6.396.678 EUR op de swaps afgesloten in het kader van de effectiseringstransacties. Op 01/10/2008 werd gestart met hedge accounting waardoor er vanaf dat moment geen resultaat van de (voor ALM doeleinden) afgesloten renteswaps meer onder deze rubriek verwerkt werden. Het nettoresultaat bij de kredietderivaten had betrekking op de wijzigingen in reële waarde van een CDS (Credit Default Swap) op de Nederlandse hypotheekportefeuille waarvoor in 2008 de optie werd genomen om ze stop te zetten. In 2009 was er een negatief resultaat van 16.869.163 EUR met betrekking tot de eerder vermelde zes swaps die weliswaar afgesloten werden voor ALM doeleinden (maar niet meer onder hedge accounting verwerkt werden) en een positieve impact van 1.156.002 EUR met betrekking tot de swaps afgesloten in het kader van de effectiseringstransacties.
30. Winsten (en verliezen) uit de administratieve verwerking van afdekkingstransacties Voor de derivaten die vallen onder de reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille, wordt de betreffende rente weergegeven onder netto rentebaten (zie toelichting 25). De reëlewaardeveranderingen van deze derivaten evenals de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden opgenomen in de post “winsten (verliezen) uit de administratieve verwerking van afdekkingstransacties. 31/12/2008
31/12/2009
Wijziging reële waarde fixed leg hedging instrumenten Reële waarde vlottende benen van de hedging instrumenten Totaal reële waardeveranderingen afdekkingstransacties
-253.262.936 16.800.765 -236.462.171
-75.808.904 -11.500.885 -87.309.789
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten
252.786.645
74.881.822
Resultaat administratieve verwerking afdekkingstransacties
16.324.474
-12.427.967
31. Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa In bijlage het resultaat van het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa. 31/12/2008
31/12/2009
2.224 19.389 0
12.116 11.095 0
Winsten op het niet langer opnemen van materiële vaste activa op het niet langer opnemen van vastgoedbeleggingen op het niet langer opnemen van dochterondernemingen
188
Verliezen op het niet langer opnemen van materiële vaste activa op het niet langer opnemen van vastgoedbeleggingen op het niet langer opnemen van dochterondernemingen Totaal winsten en verliezen
3.030 43.542 0
36.023 3.344 0
-24.959
-16.156
31/12/2008
31/12/2009
10.351.018
10.161.793
463.870 12.884.027 368.949 1.437.706 1.857.250
35.107 12.224.220 1.042.446 773.830 2.830.490
-350.130 -5.226.230 -1.084.424
0 -6.265.491 -478.809
32. Andere netto exploitatiebaten De andere netto exploitatiebaten bestaan uit de volgende componenten:
Totaal andere netto-exploitatiebaten Exploitatiebaten vastgoedbeleggingen kostendeling groepsmaatschappijen overnamevergoeding portefeuille agenten portkosten overige Exploitatielasten met betrekking tot verhuurde vastgoedbeleggingen kostendeling groepsmaatschappijen overige
De kostendeling groepsmaatschappijen heeft betrekking op de doorrekening van kosten van en naar niet door de Vennootschap geconsolideerde entiteiten van de Argenta Groep (in casu BVg zelf) en de Verzekeringspool. 33. Administratiekosten De personeelskosten bestaan uit volgende componenten:
Personeelsuitgaven bezoldigingen sociale lasten pensioenlasten op aandelen gebaseerde betalingen andere
31/12/2008
31/12/2009
26.101.730
26.176.285
18.389.770 4.868.927 1.372.744 0 1.470.289
18.620.225 5.068.941 1.625.905 0 861.214
454,0
441,28
21,8
14,80
Personeel gemiddeld personeelsaantal, in VTE directieleden
189
bedienden arbeiders
432,2 0,0
426,48 0,0
De Vennootschap heeft enkel pensioenverplichtingen op basis va n toegezegde bijdrageregelingen. In België wordt een minimum rendement voorzien bij de groepsverzekeringen, dat door de respectievelijke verzekeringsmaatschappij(en) wordt gewaarborgd. De bijdragen voor de betrokken groepsverzekeringen zijn terug te vinden onder de post pensioenlasten. Er zijn momenteel geen ‘op aandelen gebaseerde betalingen’. De algemene en administratieve uitgaven worden als volgt gespecificeerd: 31/12/2008 31/12/2009 Algemene en administratieve uitgaven marketingkosten honoraria en IT uitgaven huurgelden bedrijfsbelastingen bijdrage depositobeschermingsfonds
65.972.236 71.335.614 1.501.497 1.793.946 36.388.072 33.511.066 1.725.376 1.988.731 7.704.001 8.494.279 3.587.368 10.375.701
andere
15.065.922 15.171.891
Onder de post ‘andere’ zijn ondermeer begrepen: telefoonkosten, portkosten, bureelbenodigdheden, bijdragen beroepsverenigingen en reiskosten. 34. Bijzondere waardeverminderingen De wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: 31/12/2008
31/12/2009
voor verkoop beschikbare financiële activa leningen en vorderingen
-1.105.953 -8.639.356
0 -9.917.786
Totaal bijzondere waardeverminderingen
-9.745.309
-9.917.786
Bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa die niet worden gewaardeerd tegen reële waarde in de winst- en verliesrekening
Uitstaande waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
Voor verkoop beschikbare activa - beleggingsfondsen - andere aandelen Totaal voor verkoop beschikbare activa Leningen en vorderingen - consumentenkrediet - hypothecaire leningen - leningen op termijn - zichtdeposito's / voorschotten - overige kredietvorderingen Totaal leningen en vorderingen
190
31/12/2008
31/12/2009
1.105.953 0 1.105.953
1.105.953 0 1.105.953
4.115.933 26.638.948 557.107 13.495.086 890.095 45.697.169
3.442.681 29.443.522 482.325 11.143.629 441.469 44.953.626
Totaal aangelegde waardeverminderingen
46.803.122
46.059.579
Onderstaande mutatietabellen geven de samenstelling van de op individuele basis gebaseerde bijzondere waardeverminderingen van de categorie “leningen en vorderingen” per 31 december weer. Per 31/12/2008
beginsaldo
toevoegingen
terugboekingen
eindsaldo
recuperaties
rechtstreekse
IBNR
totale impact
31/12/2007
via P&L
via P&L
31/12/2008
via P&L
afboekingen
voorziening
op P&L
categorie Leningen en vorderingen consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's / voorschotten overige kredietvorderingen totaal leningen en vorderingen
4.288.994
1.223.948
-1.397.009
4.115.933
-145.888
606.372
0
287.423
22.098.852
19.792.854
-15.252.758
26.638.948
-220.584
608.267
2.017.853
6.945.632
95.687
499.530
-38.110
557.107
0
0
0
461.420
15.372.055
6.177.185
-8.054.154
13.495.086
-644.345
3.559.596
0
1.038.282
999.299
102.939
-212.143
890.095
0
15.802
0
-93.402
42.854.887
27.796.456
-24.954.174
45.697.169
-1.010.817
4.790.037
2.017.853
8.639.356
De impact op het resultaat van de afhandeling van individuele dossiers (6.621.503 EUR) gecombineerd met de impact van de toename van de IBNR voorziening (2.017.853 EUR) geeft een totaal van 8.639.356 EUR impact op de resultatenrekening van 2008. In 2007 waren er geen bijzondere waardeverminderingen en bijgevolg ook geen mutaties voor de “voor verkoop beschikbare activa”. De mutaties voor 2008 voor de “voor verkoop beschikbare activa” bestaan uit het aanleggen via de resultatenrekening van een bijzondere waardevermindering van 1.105.953 EUR. per 31/12/2009
beginsaldo
toevoegingen
terugboekingen
eindsaldo
recuperaties
rechtstreekse
IBNR
totale impact
31/12/2008
via P&L
via P&L
31/12/2009
via P&L
afboekingen
voorziening
op P&L
categorie leningen en vorderingen consumentenkrediet hypothecaire leningen leningen op termijn zichtdeposito's / voorschotten overige kredietvorderingen totaal leningen en vorderingen
4.115.933
1.173.389
-1.846.641
3.442.681
-159.941
1.019.618
0
186.425
26.638.948
24.347.068
-21.542.494
29.443.522
-180.392
4.504.799
1.349.862
8.478.843
557.107
157.414
-232.196
482.325
0
25.494
0
-49.288
13.495.086
6.155.067
-8.506.524
11.143.629
-474.250
4.020.119
0
1.194.412
890.095
236.228
-684.854
441.469
0
556.020
0
107.394
45.697.169
32.069.166
-32.812.709
44.953.626
-814.583
10.126.050
1.349.862
9.917.786
De impact op het resultaat van de afhandeling van individuele dossiers (8.567.924 EUR) gecombineerd met de impact van de toename van de IBNR voorziening (1.349.862 EUR) geeft een totaal van 9.917.786 EUR impact op de resultatenrekening van 2009. In 2009 werden er geen waardeverminderingen aangelegd voor de “voor verkoop beschikbare activa”.
35. Winstbelastingen De details van de huidige en uitgestelde belastingen zijn hieronder weergegeven:
Totaal Indeling naar type
191
31/12/2008
31/12/2009
23.678.973
18.076.425
actuele belastingverplichtingen uitgestelde belastingverplichtingen
13.290.583 10.388.390
19.970.674 1.894.340
Verdere detaillering actuele belastinglasten actuele met betrekking tot voorgaande periodes
15.956.333 -2.665.750
19.970.674 0
uitgestelde belastingen m.b.t. tot tijdelijke verschillen uitgestelde belastingen m.b.t. wijziging belastingtarieven uitgestelde belastingen m.b.t. de derivaten uitgestelde belastingen m.b.t. "amortised cost" berekeningen
-3.110.683 6.118 7.250.195 6.242.760
-1.034.336 0 -6.254.009 5.394.005
106.346.077
86.088.616
33,99 %
33,99 %
berekende winstbelastingen tegen wettelijk tarief
36.147.032
29.261.521
verschillen in belastingtarieven in andere landen
-4.672.915
-5.322.140
verschillen t.g.v. niet belastbare baten
-661.240
-641
verschillen t.g.v. lasten die niet fiscaal aftrekbaar zijn
-998.953
-936.323
belastingvoordeel dat voorheen niet was opgenomen
-639.692
1.448.702
belastingen vorige periodes
-936.915
1.376.535
andere stijging (daling) van de wettelijke belasting
-4.558.344
-.7.751.229
Totaal winstbelasting
23.678.973
18.076.425
effectief belastingtarief
22,27 %
21,00 %
Aansluiting wettelijk en effectief belastingtarief winst voor belastingen wettelijk belastingtarief
192
Andere toelichtingen 36. Effectiseringbeleid De Vennootschap heeft sinds 2007 twee effectiseringstransacties uitgevoerd. Het operationele kader en het beleid om effectiseringstransacties te kunnen verwezenlijken, werd medio 2007 uitgewerkt, met als resultaat een eerste succesvolle effectisering in september 2007. In december 2008 werd een tweede effectiseringstransactie afgerond. In beide effectiseringstransactie betrof het de effectisering van een portefeuille Nederlandse residentiële hypothecaire leningen met NHG (Nederlandse Hypotheek Garantie) garantie via een Nederlands Special Purpose Vehicle (SPV) Green Apple. De doelstelling van de eerste effectisering was het aantrekken van nieuwe financiering (aanboren van een nieuwe fundingsbron) met het oog op de verbetering van de liquiditeitspositie. De doelstelling van de tweede effectisering betrof de omvorming van hypothecaire kredieten in ECB beleenbare activa. Dit kwam ook duidelijk tot uiting door het feit dat de Vennootschap zelf alle (door de SPV Green Apple) uitgegeven effecten gekocht heeft. Op geconsolideerd niveau zijn deze door Green Apple uitgegeven effecten niet meer terug te vinden vermits zij bij de consolidatie van de SPV Green Apple geëlimineerd worden. Voornaamste kenmerken van de effectiseringstransactie SPV Green Apple 2007-I NHG - effectisering van 1, 5 miljard Nederlandse residentiële NHG hypothecaire leningen; - uitgifte door Green Apple van 3 klassen van obligaties (GAPPL 2007-1 A XS0322161026, GAPPL 2007-1 B XS0322161299 en GAPPL 2007-1 C XS0322161299); - front- en backswap van nominaal 1,5 miljard EUR met als tegenpartij ABN AMRO; - aankoop van tranches B en C door de Vennootschap zelf Voornaamste kenmerken van de effectiseringstransactie SPV Green Apple 2008-I NHG - effectisering van 1,975 miljard Nederlandse residentiële NHG hypothecaire leningen; -uitgifte door SPV Green Apple van 3 klassen van obligaties (GAPPL 2008-1 A XS0406581495, GAPPL 2008-1 B XS0406581735 en GAPPL 2008-1 C XS0406582030); - amortiserende front- en backswap van nominaal 1,975 miljard EUR met als tegenpartij RBS; - aankoop van tranches A, B en C door de Vennootschap zelf.
37. Buiten balansverplichtingen Dit jaarverslag geeft (in overeenstemming met de bepalingen in artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel) ook toelichtingen bij de aard en zakelijk doel van buitenbalans regelingen. Zoals vermeld in toelichting 2 heeft het management geoordeeld dat de SPV Green Apple geconsolideerd dient te worden en dat bijgevolg beide effectiseringsoperaties volledig verwerkt zijn in de geconsolideerde jaarrekeningen en dat dus de overgedragen leningen op de balans van de groep behouden blijven. De Bankpool heeft zelf ook zekerheden verstrekt op haar eigen financiële activa. In onderstaand overzicht zijn de redenen en boekwaarden terug te vinden van de betrokken activa (die allemaal gecatalogeerd zijn onder de “voor verkoop beschikbare activa”).
Verstrekte zakelijke zekerheden - voor aangegane repo's
nominale waarde boekwaarde
193
31/12/2008
31/12/2009
0 0
284.303.000 301.545.923
- voor swaps
nominale waarde Boekwaarde
Ontvangen zakelijke zekerheden
190.439.000 218.198.223
277.650.000 320.839.675
23.195.831.786
22.677.961.749
Zoals beschreven in toelichting 20.1 waren er per 31/12/2008 voor nominaal 190.439.000 repo’s en per 31/12/2009 voor nominaal 277.650.000 EUR repo’s aangegaan met andere Belgische financiële instellingen. De ontvangen zakelijke zekerheden hebben betrekking op de, in het kader van de krediet-verlening ontvangen zekerheden (o.a. hypothecaire inschrijvingen, in pand gegeven effecten). Bij toelichting 9 werden de toegekende en ontvangen “groep”garanties (zie onderstaande tabel) nader toegelicht. 31/12/2008 307.545.150 400.047.100
- toegekende financiële garanties - ontvangen financiële garanties
31/12/2009 88.026.090 400.047.100
Tenslotte zijn er nog de toegekende en ontvangen kredietlijnen. De toegekende kredietlijnen hebben betrekking op betekende kredietlijnen en kredietoffertes voor de retail kredietverlening. De ontvangen kredietlijnen hebben betrekking op de van andere financiële instellingen ontvangen kredietlijnen op de rekeningen die de Vennootschap bij deze instellingen heeft. 31/12/2008 613.880.780 18.324.921 6.200.000
- toegekende kredietlijnen waaronder onbenutte kredietlijnen kaskredieten - ontvangen kredietlijnen
31/12/2009 418.875.729 16.423.907 6.200.000
38. Voorwaardelijke verplichtingen De Vennootschap is gedaagde met betrekking tot een aantal geschillen binnen het kader van de normale bedrijfsuitoefening. De Vennootschap treft voorzieningen voor dergelijke zaken wanneer, naar het oordeel van het management en na overleg met zijn juridische adviseurs, het waarschijnlijk is dat de Vennootschap betalingen zal moeten doen en het te betalen bedrag met voldoende betrouwbaarheid kan worden geschat. Met betrekking tot verdere claims en juridische procedures tegen de Vennootschap waarvan het management op de hoogte is (en waarvoor, overeenkomstig de hiervoor beschreven principes, geen voorziening is getroffen), is het management, na het inwinnen van professioneel advies, van oordeel dat deze claims geen kans van slagen hebben, dan wel dat de Vennootschap zich met succes tegen de claims kan verdedigen of dat de uitkomst van deze zaken naar verwachting niet zal resulteren in een significant verlies in de resultatenrekening.
39. Gebeurtenissen na balansdatum Met ingang van 1 januari 2009 heeft de raad van bestuur J.N. Cerfontaine bvba, vast vertegenwoordigd door Jan Cerfontaine, benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur van de Vennootschap. Er hebben na de balansdatum verder geen materiële gebeurtenissen plaatsgevonden die noodzaken tot een bijstelling van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap per 31 december 2009. Op 9 april 2010 heeft de raad van bestuur de jaarrekening beoordeeld en zijn goedkeuring gegeven voor publicatie. De jaarrekening zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders worden voorgelegd op 30 april 2010. Antwerpen, 9 april 2010
194
Bijkomende inlichtingen De IFRS jaarrekening van de Vennootschap verschijnt in het Nederlands en het Engels. Vragen in verband met de verspreiding van deze verslagen mogen gericht worden aan: Argenta Bank- en Verzekeringsgroep nv Centrale staf en communicatie Belgiëlei 49-53 B-2018 Antwerpen Tel: + 32 3 285 51 92 Fax: + 32 3 285 56 61 www.argenta.be
[email protected]
Ombudsdienst Bij een klacht of bemerking met betrekking tot de dienstverlening van de Argenta Groep, verzoeken wij u om in eerste instantie contact op te nemen met de kantoorhouder van het kantoor waarbij u cliënt bent. De kantoorhouders staan steeds paraat en proberen al het nodige te doen om uw probleem te verhelpen. Indien deze bemiddeling u niet tevreden stelt, kan u zich in tweede instantie richten tot de ombudsdienst van de Argenta Groep, zowel voor wat betreft de activiteiten van de Bankpool als activiteiten van de Verzekeringspool. Ombudsdienst Belgiëlei 49-53 B-2018 Antwerpen Tel: + 32 3 285 56 45 Fax: + 32 3 285 55 28
[email protected] Ombudsvrouw: Ellen D’hulster
195
12.2.3 Geconsolideerde financiële staten van Aspa per 30/06/2010 (opgesteld volgens IFRS)
196
197
198
12.3. Jaarverslagen van de raad van bestuur van Aspa over twee voorafgaande boekjaren 12.3.1.Jaarverslag van de raad van bestuur van Aspa over de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening afgesloten per 31/12/2008 Jaarverslag van de raad van bestuur over de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van Argenta Spaarbank nv, Belgiëlei 49-53, 2018 Antwerpen, met betrekking tot de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2008 Mevrouw, mijne heren, Overeenkomstig artikel 95, 96 en 119 van het Wetboek van Vennootschappen stelt de raad van bestuur van Argenta Spaarbank nv (hierna de Vennootschap) dit verslag op over de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, gericht aan de aandeelhouders van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen. Het jaarverslag is een gecombineerd verslag in de zin van art. 119, laatste lid van hetzelfde Wetboek en verstrekt de vereiste gegevens afzonderlijk voor de Vennootschap, die samen met haar dochtervennootschappen het geconsolideerde geheel vormt (hierna de Bankpool).
Verdere informatie betreffende de jaarverslagen van de vennootschappen, opgenomen in de consolidatiekring, kan bekomen worden bij de raad van bestuur van de Vennootschap.
1. Beschrijving van de activiteiten van de groep waartoe de Vennootschap (hierna de Argenta Groep)
behoort
Argenta Bank- en Verzekeringsgroep nv (hierna BVg) is de beleidsholding van de Argenta Groep. Haar operationele activiteiten zijn beperkt tot interne audit, compliance, groepsrisicobeheer, human resources, facilities en centrale staf en communicatie, die op groepsniveau zijn georganiseerd. BVg heeft het statuut van een gemengde financiële holding in overeenstemming met artikel 49-49 bis van de Wet van 22 maart 1993 betreffende het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen. BVg consolideert en staat in voor de gemeenschappelijke aansturing van de verzekeringsactiviteiten van haar dochtervennootschap Argenta Assuranties nv (hierna Aras), die het statuut heeft van een Belgische verzekeringsonderneming, en de bankactiviteiten van de Vennootschap, die het statuut heeft van een Belgische kredietinstelling. Vanaf 21 december 2007 werd ook Argenta Nederland n.v. (hierna Arne), een Nederlandse SPV voor de uitgifte van obligatieleningen, op dit niveau in de consolidatie opgenomen. De dochtervennootschappen van BVg, met name de Vennootschap en Argenta Assuranties nv (hierna Aras) hebben op hun beurt verscheidene dochtervennootschappen. Aras en haar dochtervennootschappen worden hierna de Verzekeringspool genoemd. Arne heeft geen dochtervennootschappen. De activiteiten van de Bankpool concentreren zich voornamelijk rond enerzijds het aantrekken van gelden in de retailmarkt onder de vorm van spaarrekeningen, zichtrekeningen, kasbons en obligaties en anderzijds het herplaatsen van deze gelden in hypothecaire leningen. Daarnaast worden ook
199
deelbewijzen van collectieve beleggingsinstellingen evenals gestructureerde obligaties (“structured notes”) aangeboden. De activiteiten van de Verzekeringspool behelzen zowel de sector van de levensverzekeringen als de sector van de niet-leven of schadeverzekeringen (in het bijzonder autoverzekeringen, burgerlijke aansprakelijkheid privéleven, brand- en hospitalisatieverzekering). De belangrijkste geografische markten waarin de Argenta Groep actief is, zijn België, Nederland en Luxemburg.
2.
Beschrijving van de activiteiten van de Bankpool
De Vennootschap De Vennootschap heeft het statuut van een Belgische kredietinstelling. De kernactiviteiten van de Vennootschap bestaan uit het aantrekken van gelden, het aanbieden van woonkredieten aan particulieren en het verlenen van betaalmiddelen. Daarnaast worden ook rechten van deelneming van Argenta Pensioenspaarfonds, rechten van deelneming van Argenta -Fund sicav, evenals rechten van deelneming van andere binnenlandse en buitenlandse instellingen voor collectieve belegging en gestructureerde obligaties (“structured notes”) van derde partijen aangeboden. Aantrekken van gelden a. Zichtrekeningen De Vennootschap biedt drie types van zichtrekeningen aan: - Giro + rekening; - Golden + rekening; - Internetrekening. b. Spaar- en termijnrekeningen De Vennootschap biedt volgende gereglementeerde spaarrekeningen aan in België: de Maxi-rekening, de E-spaar, de Groeirekening en de Spa-rekening, deze laatste is gereglementeerd indien er geen hospitalisatieverzekering aan verbonden is. Eveneens wordt de niet-gereglementeerde Plusrekening aangeboden. Verder biedt de Vennootschap een heel gamma van termijnrekeningen aan. c. Kasbons De Vennootschap bood in 2008 twee soorten kasbons aan: de Maxibon, een kasbon met kapitalisatie, en de Rendementsbon, waarbij de keuze bestond uit kapitalisatie van de rente of jaarlijkse betaling van de coupon. Als gevolg van de gefaseerde afschaffing van de effecten aan toonder (in overeenstemming met de Wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder), werden met ingang van 1 januari 2008 oude kasbons niet langer fysiek afgeleverd en nieuwe kasbons in gedematerialiseerde vorm uitgegeven. d. Rechten van deelneming van instelling voor collectieve belegging (ICB’s) De Vennootschap verdeelt in België, in de hoedanigheid van distributeur, rechten van deelneming van verschillende binnenlandse en buitenlandse instellingen voor collectieve belegging.
200
Een instelling voor collectieve belegging kan bestaan in verschillende juridische vormen, met of zonder rechtspersoonlijkheid (i.e., beleggingsvennootschappen met een veranderlijk aantal rechten van deelneming (“bevek” / “sicav”), beleggingsvennootschappen met een vast aantal rechten van deelneming (“bevak” / “sicaf”) en gemeenschappelijke beleggingsfondsen). In essentie bevat een instelling voor collectieve belegging een gediversifieerde portefeuille die volgens het in de prospectus uiteengezet beleggingsbeleid belegt in roerende waarden zoals o.a. aandelen, obligaties, cash, vastgoed. De belegger kan tegen de inventariswaarde in- en uitstappen wanneer hij dat wenst. Als verzamelnaam of als populaire naam voor de diverse instellingen voor collectieve belegging wordt meestal de term “fondsen” gebruikt e. Gestructureerde obligaties De Vennootschap treedt op als distributeur van door derde partijen uitgegeven gestructureerde obligaties. Gestructureerde obligaties (ook wel “structured notes” genoemd) zijn schuldeffecten, die doorgaans worden uitgegeven door financiële instellingen. Het potentiële rendement (in de vorm van ee n vaste/variabele coupon of een meerwaarde op de vervaldag) is gekoppeld aan een of meer onderliggende waarden (rente, aandelen, grondstoffen enz.). Gestructureerde obligaties bieden geen waarborg voor het belegde kapitaal tenzij dit uitdrukkelijk in de uitgiftevoorwaarden wordt bedongen. Aanwending van de aangetrokken gelden De Vennootschap biedt hypothecaire kredieten aan particulieren, zelfstandigen en vennootschappen aan. Deze leningen hebben als doel de aankoop van een woning of bouwgrond, nieuwbouw, renovatie van de woning of volledige centralisatie van te dure leningen (hypothecair- en/of afbetalingskrediet). De dochtervennootschappen van de Vennootschap De Vennootschap consolideert de activiteiten van het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet nv (hierna CBHK) en Argentabank Luxembourg S.A. (hierna ABL). De activiteiten van de Vennootschap in Nederland worden niet in een dochteronderneming, maar in een bijkantoor georganiseerd. CBHK heeft het statuut van Belgische ingeschreven hypotheekonderneming. CBHK biedt hypothecaire kredieten aan particulieren, zelfstandigen en vennootschappen aan. Zij heeft geen andere activiteiten. De kredieten worden onmiddellijk gecedeerd binnen de Argenta Groep aan de Vennootschap of aan Aras. Argenta Fondsenbeheer nv (hierna Arfo) was tot 7 september 2007 de beheervennootschap van Argenta Pensioenspaarfonds (hierna Arpe). Met ingang van 7 september 2007 werd Petercam Management Services nv, een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te SintGoedeleplein, 19 (1000 Brussel) (hierna PMS) aangesteld als beheervennootschap van Arpe. Met de aanstelling van PMS als beheervennootschap van Arpe, was het afzonderlijk voortbestaan van Arfo niet langer vereist binnen de Argenta Groep. In de loop van het boekjaar 2008 werd Arfo (als overgenomen vennootschap) overgenomen door de Vennootschap (als overnemende vennootschap) na vereniging van alle aandelen in één hand in overeenstemming met art. 719 van het Wetboek van vennootschappen. ABL is een Luxemburgse kredietinstelling, die een gamma basisproducten aanbiedt aan een voornamelijk gezinscliënteel, m.n. (i) de klassieke rekening-courant en een rekening-courant met een hoger rendement, (ii) plaatsingen op middellange termijn (1 tot 60 maanden), (iii) kasbons, (iv) euro obligaties en kapitalisatiebons en (v) aandelen van de Argenta-Fund sicav, een zelfbeheerde bevek. Voorts is ABL, distributeur en ook administratief agent en beheerder van Argenta-Fund sicav.
201
Daarnaast neemt ABL euro-obligaties, kapitalisatiebons en aandelen van Argenta-Fund sicav in bewaring. ABL is tenslotte paying agent voor bepaalde Luxemburgse effecten. Sinds 2003 commercialiseert het bijkantoor van de Vennootschap in Nederland via tussenpersonen spaar- en zichtrekeningen, gekoppeld aan internetbankieren. Eind 2008 had het bijkantoor voor deze activiteiten een netwerk van ca. 2.279 tussenpersonen en een portefeuille aangetrokken gelden van 1.142.354.187 miljoen EUR. Het grote succes op de Nederlandse markt en de sterke groei van de portefeuille hypothecaire leningen hebben de Vennootschap ertoe aangezet alle nieuwe bancaire activiteiten in Nederland te integreren in het bijkantoor. De nettoportefeuille in Nederland, inclusief bijkantoor, bedraagt 12 miljard EUR per 31 december 2008, na de effectiseringtransactie van 1,975 miljard EUR die in december 2008 uitgevoerd werd en de effectiseringstransactie ten bedrage van 1,5 miljard EUR die uitgevoerd werd in 2007.
3.
Algemeen financieel-economisch kader
Algemeen Het jaar 2008 was een jaar van vallende dominostenen. De kredietcrisis die in 2007 de kop op stak, zorgde in 2008 voor een ware ravage in de bancaire sector. Het financieel systeem in de VS en Europa kon slechts recht worden gehouden door verregaand overheidsoptreden. Centrale banken verlaagden hun rentevoeten tot niveaus die reeds geruime tijd niet meer zijn gezien. Dit kon niet voorkomen dat de Westerse economieën in een recessie belandden. Vooral de autosector werd reeds hard getroffen. De omvang van de beursdalingen waren niet meer gezien sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Eurozone De economische groei nam gradueel af in de loop van het jaar. Vergeleken met een jaar eerder bleef de groei van het bruto binnenlands product (BBP) tijdens de eerste drie kwartalen nog positief met niveaus van respectievelijk 2,1%, 1,4% en 0,6%. Aan de inflatie, die onder invloed van de grondstoffenprijzen aan een steile opmars bezig was sinds het derde kwartaal van 2007, kwam abrupt een einde vanaf juni 2008. De inflatie daalde in de tweede helft van 2008 van 4% naar 1,5%. De Euro verzwakte tegenover de USD van een recordkoers van 1,6 USD per EUR naar 1,3 USD per EUR. Trouw blijvend aan haar imago van bewaker van prijsstabiliteit greep de Europese Centrale Bank (ECB) in vergelijking met de centrale bank in de Verenigde Staten slechts in het begin van het vierde kwartaal van 2008 naar het rentewapen om de vertragende economie tegen te gaan. De Verenigde Staten was daar reeds mee gestart in augustus 2007. Verenigde Staten (VSA) De evolutie van de economische activiteit in de Verenigde Staten kent eenzelfde trend als in de Eurozone. De groei van het BBP in het derde kwartaal is in vergelijking met een jaar eerder teruggevallen tot 0,7% en in vergelijking met een kwartaal eerder tot – 0,5%. Ook hier is de daling in de vraag algemeen; zowel de vraag naar consumptiegoederen als naar investeringsgoederen. Het tweede kwartaal kende nochtans een opflakkering met een groei van 2,8%. Door de immense verzwakking van de dollar veerde de export namelijk even op met 12,3%. De werkloosheidsgraad steeg van 4,9% in het begin van het jaar naar 7,2% in december. De Federal Reserve (FED) zette zijn beleid van rentedalingen in 2008 verder om de recessie te beperken. De discount rate daalde in 2008 met 4,25% tot een historisch dieptepunt van 0,50%. Ook pompte de FED
202
massaal extra liquiditeiten in het financiële systeem in een poging de kredietverstrekking die door de financiële crisis was stilgevallen, terug op gang te trekken. Japan De financiële crisis heeft ook Japan niet gespaard. De reële economische groei beliep in het eerste kwartaal van 2008 nog 2,4% op jaarbasis, maar kantelde de volgende kwartalen naar respectievelijk 3,7% en -1,8%. Hoofdzakelijk lagen de terugval van de bedrijfsinvesteringen en de export aan de basis van deze recessie. De Bank of Japan verlaagde eveneens de beleidsrente in 2008. De bewegingsruimte was echter beperkt aangezien de rente vóór de crisis reeds zeer laag was. Er werd beslist de discountrate in twee bewegingen te verlagen van 0,75% tot 0,30% per einde 2008. Nederland Nederland kende in 2008 wel een groeivertraging maar de niveaus over de eerste drie kwartalen bleven met respectievelijk 3,3%, 3% en 1,8% op jaarbasis nog zeer behoorlijk. Op kwartaalbasis kende Nederland echter een nulgroei vanaf het tweede kwartaal. Ook bleef de inflatie in 2008 onder het EU-gemiddelde. De grootste stijging van de consumptieprijzen (op jaarbasis) deed zich voor in augustus en bedroeg 3,2%. België Net als Nederland kon ook België nog positieve groeicijfers voorleggen, ondanks zeer hoge inflatiecijfers. In juli namen de prijzen zelfs toe met 5,9% ten opzichte van een jaar eerder. De groei van de gezinsconsumptie daalde van 1,4% naar 0,8% op jaarbasis. De bedrijfsinvesteringen vertraagden sterk van 12,1% naar 5% in het derde kwartaal. Uiteindelijk beliep de economische groei 1,9% in de eerste jaarhelft en 1,3% in het derde kwartaal. De bijzondere aandacht van de banken voor de retailmarkt met heel competitieve prijzen was eveneens kenmerkend voor 2008. Impact van het algemeen financieel-economisch kader op de Vennootschap en de Bankpool Het doorzetten van de kredietcrisis, de vrees voor inflatie en de sterke achteruitgang van de economische groei, tegelijk met de vrees voor een recessie hebben tijdens 2008 een sterke invloed gehad op de renteontwikkeling. Nadat het duidelijk werd dat de impact van de financiële crisis op de reële economie aan kracht won en de inflatoire druk aanzienlijk daalde, werd de basisrente van het Eurosysteem verlaagd met 50 basispunten in november en met 75 basispunten in december tot 2,5%. De tienjarige referentie OLO daarentegen daalde slechts met 0,10% tot 3,77%. Uiteindelijk werd het jaar afgesloten met een “normale” rentecurve, voor zover daarvan sprake kan zijn in deze con text. Naast de renteontwikkeling werd in sterke mate de aandacht gevestigd op de kredietwaardigheid van heel de banksector. De vrees voor downgrades, waardeverminderingen en zelfs faillissementen heeft 2008 met een ongekend kredietrisico gekenmerkt. Het liquiditeitsrisico dat tot nog toe quasi-onbestaande was, dook wereldwijd op als een nachtmerrie voor vele bankiers. De Bankpool heeft zich hiertegen stevig gewapend. Op het gebied van het eigen beleggingsbeleid heeft de Bankpool een zeer conservatief beleid gevoerd. Het belangrijke aandeel van de portefeuille hypothecaire leningen in het totaal actief werd gereduceerd om meer liquide beleggingsinstrumenten op de balans te hebben. In korte tijd is de Bankpool er in
203
geslaagd zijn liquiditeitspositie op een niveau te brengen waarmee een aantal negatieve scenario’s kunnen worden doorstaan. De veilige kredietportefeuille onder de vorm van hypothecaire leningen voor particulieren en gezinnen is steeds een sterk wapen geweest in tijden van crisis. De Bankpool heeft bijgevolg niet te lijden gehad onder toenemende falingskansen in de kredietactiviteit. Met betrekking tot de andere activa heeft de Bankpool een uiterst voorzichtig beleid gevoerd inzake concentratie per tegenpartij, kredietwaardigheid van de tegenpartij en liquiditeit van de posities. Op die manier kon er steeds onmiddellijk bijgestuurd worden wanneer er zich moeilijkheden met een of andere partij aandienden. Dit alles werd ingegeven door een duidelijke optie voor laag risico waarbij ook dikwijls aa n rendement werd ingeboet. Dit is evenwel een bewuste keuze voor veiligheid, die ook in de komende jaren zal voortgezet worden. Ook inzake het productaanbod heeft de Bankpool zich beperkt tot transparante en eenvoudige producten. De Bankpool kan terugblikken op een succesvolle groei van haar kernactiviteiten op de balans en het renteresultaat. Langs de actiefzijde vertegenwoordigen de hypotheken bestemd voor een aankoop de meerderheid (47,18% in België). De hypotheken met als doel om te verbouwen blijven toenemen ten nadele van leningen voor nieuwbouw, een evolutie die zich reeds enkele jaren aftekent. Een gevolg van de lage langetermijnrente is de steeds toenemende vraag naar hypotheken met een rentevaste periode van 10 jaar en meer. In 2008 bedroeg dit 90,29% van de productie in België. De driejaarlijks herzienbare hypotheken bedroegen slechts 0,69% van de productie in België. Langs de passiefzijde is er bij het retailcliënteel nog steeds een toenemende vraag naar risicoluwe beleggingen. Deze trend werd nog versterkt door ingestorte aandelenmarkten ingevolge de kredietcrisis. Bij de aangetrokken gelden zijn vooral de groei van de termijnrekeningen met 1,75 miljard EUR en de E-spaar met een groei van 2,03 miljard EUR belangrijke indicaties voor het huidige gedrag van de spaarder. Na de sterke groei in 2007 in Nederland met 61% en niettegenstaande de zware concurrentie kende de Vennootschap daar in 2008 slechts een afname van de aangetrokken gelden met 205,91 miljoen EUR, zijnde met 15,27%.
4.
De ontwikkeling van de Vennootschap in boekjaar 2008
Aangetrokken gelden Ten gevolge van de volatiliteit van de aandelenmarkten is er bij het retailcliënteel nog steeds een toenemende vraag naar risicoarme beleggingen. Het balanstotaal van de Vennootschap steeg van 26.919.973.721 EUR naar 27.932.196.317 EUR. Dit is een groei van 1.012.222.596 EUR of 3.76%. De totale portefeuille aangetrokken gelden steeg in boekjaar 2008 met 1.710.326.518 EUR of 6,94% tot 26.356.728.502 EUR. Gratis zichtrekeningen en het internetbankieren Het uitstaande bedrag op de zichtrekeningen steeg in boekjaar 2008 met 1,34% tot een totaal bedrag van 1.139.475.808 EUR. De politiek van de Vennootschap van gratis dienstverlening, gratis kaarten,
204
gratis betalingsverkeer en gratis rekeninguittreksels is in de markt een onnavolgbare sterkte geworden. Daarenboven stelt de Vennootschap gratis internetbankieren ter beschikking aan de cliënten. Per einde 2008 zijn er 231.759 actieve abonnementen, wat een stijging op jaarbasis betekent van 70.009 eenheden. Termijnrekeningen De schulden aan cliënten op termijn of met opzegging stegen van 2.663.514.446 EUR naar 4.218.273.767 EUR. Oorzaak van de verdere stijging is de bijzondere aantrekkingskracht van de termijnrekeningen ten gevolge van de economische onzekerheid. In schuldbewijzen belichaamde schulden De portefeuille “in schuldbewijzen belichaamde schulden” evolueerde van 6.774.498.556 EUR naar 6.397.538.754 EUR. Dit is een daling van 376.959.802 EUR of 5,56%. Het totale uitstaande bedrag aan achtergestelde leningen bedraagt thans 656.206.974 EUR, inbegrepen de bij institutionele geplaatste hybride Tier 1 uitgifte van 100.000.000 EUR. Kredietverlening De portefeuille vorderingen op cliënten daalde met een bedrag van 1.416.094.899 EUR of 8,43% tot 15.390.222.337 EUR. Hierbij moet rekening gehouden worden met een effectiseringstransactie van 1.975.000.000 EUR hypothecaire leningen die weliswaar op de balans werden gehouden en nu opgenomen zijn in de rubriek obligaties en vorderingen van andere emittenten. Verder werd een bijkomende waardevermindering van 2.017.853 EUR geboekt ten gevolge van de aanpassingen aan de waarderingsregels Zoals hoger reeds vermeld, werd met het oog op meer flexibiliteit op de balans en de vrijwaring van de interne liquiditeitslimieten in december 2008 een succesvolle effectisering van een deel van de Nederlandse NHG-portefeuille uitgevoerd Herbeleggingen (OLO’s, alternatieve beleggingsportefeuille, kredietinstellingen) De effectisering van een gedeelte van de kredietportefeuille van Nederland heeft ertoe geleid dat het aandeel van de vorderingen op cliënten tegenover het balanstotaal gevoelig verminderde. Het aandeel hiervan daalde van 62,43% tot 55,10%. De obligaties en andere vastrentende effecten stegen van 3.146.085.724 EUR tot 9.223.620.281 EUR. Hun aandeel in het balanstotaal evolueerde van 11,69% naar 33,02%. De vorderingen op kredietinstellingen kenden daarentegen een aanzienlijke daling van 6.579.235.784 EUR tot 2.261.546.241 EUR. Hun aandeel in het balanstotaal daalde van 24,44% naar 8,10%. Instellingen voor collectieve belegging (ICB’s / Fondsen) Het uitstaand bedrag van deelbewijzen van ICB’s, geplaatst door de Vennootschap, is gedaald van 767,6 miljoen EUR einde 2007 tot 530,5 miljoen EUR einde 2008, of een daling met 31%. De netto-inventariswaarde van het totaal aantal geplaatste deelbewijzen van Argenta-Fund Sicav halveerde nagenoeg tot 240 miljoen EUR. De netto-inventariswaarde van het totaal aantal geplaatste deelbewijzen van het pensioenspaarfonds Arpe daalde van 247,7 miljoen EUR per 31 december 2007 tot 219,8 miljoen EUR per 31 december 2008, een vermindering van 28 miljoen EUR of 11 %.
205
In 2006 begon de Vennootschap met de verdeling van de eerste fondsen in open architectuur. Er werd gestart met de verdeling van drie Petercamfondsen. Op heden distribueert de Vennootschap ICB’s gepromoot door Petercam nv en andere beheerd door Carmignac Gestion s.a. De netto inventariswaarde van het totaal aantal geplaatste deelbewijzen van deze ICB’s bedroeg op 31 december 2008 ruim 70 miljoen EUR. Gestructureerde obligaties Einde 2008 is de Vennootschap gestart met de distributie van de volgende gestructureerde producten: de Argentabon 2015/01/26 Fix en de Argentabon 2013/02/05 Click, die allebei de cliënt een kapitaalbescherming bieden van 100% op de eindvervaldag. In 2009 zal de Vennootschap het aanbod van gestructureerde obligaties verder uitbouwen en, rekening houdend met de marktomstandigheden, bijkomende gestructureerde producten lanceren. Transactionele website Naast de traditionele bankverrichtingen kunnen nu ook via de webapplicatie Argenta Internetbankieren transacties in financiële instrumenten worden uitgevoerd. In dit verband worden uitsluitend transacties in niet-complexe financiële instrumenten aangeboden. De Vennootschap verstrekt hierbij geen beleggingsadvies en voorziet evenmin in het aanbieden van diensten van vermogensbeheer ten aanzien van de cliënt. Om gebruik te maken van de webapplicatie Argenta Internetbankieren dienen de cliënten te beschikken over (i) een abonnement Argenta Internetbankieren en (ii) een effectenrekening met een daaraan gekoppelde zichtrekening waarover alle transacties kunnen verlopen. Indien nodig wordt vooraf een beleggersprofiel opgemaakt van de niet -professionele cliënt.
5.
De ontwikkeling van de Bankpool in boekjaar 2008
De ontwikkeling van de Bankpool Aangetrokken gelden De vlakke rentecurve gevolgd door de sterke daling van de kortetermijnrente op het einde van het jaar bemoeilijkten een marktconforme tariefzetting. Niettemin kan de Bankpool terugblikken op een succesvol 2008 inzake de groei van de kernactiviteiten op de balans. Het balanstotaal van de Bankpool steeg van 28.739.473.345 EUR naar 30.037.790.547 EUR. Dit is een groei van 1.298.317.202 EUR of 4,52%. De totale portefeuille “financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs” steeg in boekjaar 2008 met 890.046.706 EUR of 3,20% tot 28.677.356.367 EUR. Gratis zichtrekeningen en internetbankieren Het uitstaande bedrag op de zichtdeposito’s (inclusief zichtrekeningen) steeg in boekjaar 2008 met 1,32% tot een totaal bedrag van 1.187.088.371 EUR. De politiek van de Vennootschap van gratis dienstverlening, gratis kaarten, gratis betalingsverkeer en gratis rekeninguittreksels is in de markt een onnavolgbare sterkte geworden. Daarenboven stelt de Vennootschap gratis internetbankieren ter beschikking aan de cliënten. Per einde 2008 waren er 231.759 actieve abonnementen, wat een daling op jaarbasis betekent met 70.009 eenheden.
206
Termijnrekeningen De schulden aan cliënten op termijn of met opzegging zijn gestegen van 2.255.921.606 EUR naar 4.034.284.696 EUR. Oorzaak van de verdere stijging is de bijzondere aantrekkingskracht van de termijnrekeningen ten gevolge van de economische onzekerheid. In schuldbewijzen belichaamde schulden De portefeuille “in schuldbewijzen belichaamde schulden”, waarin de kasbons, obligaties van Arne en ABL en door de SPV Green Apple in 2007 uitgegeven A notes begrepen zijn, evolueerde van 9.313.181.141 EUR naar 8.570.395.369 EUR. Dit is een daling van 742.785.772 EUR of 7.98 %. Inzake de uitgifte van achtergestelde leningen blijft de Vennootschap haar politiek van maximalisatie tot de helft van Tier 1 volgen. Het totale uitstaande bedrag aan achtergestelde leningen bedraagt thans 664.490.673 EUR, inbegrepen de bij institutionele geplaatste hybride Tier 1 uitgifte van 100.000.000 EUR. Kredietverlening De portefeuille ‘leningen en vorderingen’ op cliënten steeg met een bedrag van 574.140.360 EUR of 3,09%. Er werd een bijkomende collectieve waardevermindering aangelegd ten bedrage van 2.017.853 EUR, ten gevolge van aanpassingen aan de waarderingsregels voor de invoering van het aanleggen van collectieve waardeverminderingen. Herbeleggingen (OLO’s, alternatieve beleggingsportefeuille, kredietinstellingen) De obligaties en andere vastrentende effecten groeiden van 3.353.023.894 EUR tot 8.075.535.282 EUR. Hun aandeel in het balanstotaal evolueerde van 11,67% naar 26,88%. De vorderingen op kredietinstellingen daalden van 6.531.086.169 EUR naar 2.239.792.845 EUR. Hun aandeel in het balanstotaal daalde van 22,72% naar 7,46%. Instellingen voor collectieve belegging (ICB’s / Fondsen) en gestructureerde obligaties Voor een toelichting wordt verwezen naar dezelfde rubriek bij de Vennootschap. Transactionele website Voor een toelichting wordt verwezen naar dezelfde rubriek bij de Vennootschap.
6.
Het risicoprofiel van de Bankpool
De Bankpool Wegens haar activiteiten wordt de Bankpool blootgesteld aan verschillende risico’s. Het marktrisico, inclusief het renterisico, vormt het voornaamste risico. Andere belangrijke risico’s zijn het kredietrisico, het operationeel risico en het liquiditeitsrisico. Het niet onder controle houden van deze risico’s kan negatieve gevolgen hebben voor de financiële prestaties en reputatie van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen.
207
Kredietrisico Gedurende 2008 heeft de Vennootschap zich verder voorbereid op de vereisten inzake kredietrisicobeheer om rekening te kunnen houden met de vereisten van de Basel II-omgeving. In dat kader werd het afgelopen jaar verder geïnvesteerd in de ontwikkeling van het vernieuwde risicoplatform. Vanaf 1 januari 2008 trad het nieuwe Basel-akkoord immers in werking. Medio 2008 reeds werd bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (hierna de CBFA) een aanvraagdossier ingediend met het oog op de implementatie van de IRB methodologie inzake kredietrisico. In eerste instantie zal de standaardbenadering worden afgedekt binnen de krijtlijnen uiteengezet in het Basel-akkoord. In 2008 werd het dossier vervolledigd omdat de Vennootschap de internal rating benadering wenst toe te passen op het luik van de hypothecaire retailkredietverlening. De risico’s in verband met wijzigingen van de kredietkwaliteit van de tegenpartijen zijn onlosmakelijk verbonden met een groot deel van de activiteiten van de Vennootschap. De groepsgerichte benadering van het risicobeheer werd verder geïntensifieerd. Door de zeer gerichte kredietpolitiek van hypothecaire leningen voor particulieren en de strikte acceptatiepolitiek heeft de Vennootschap weinig of geen directe schade geleden door de huidige kredietcrisis. Niettemin heeft de Vennootschap o.a. via prijszetting, maatregelen genomen om de kwalitatief beste leningen te stimuleren. Bij de risico-evaluatie van de portefeuille wordt bovendien rekening gehouden met mogelijke stress scenario’s. Rekening houdend met de toegenomen liquiditeitsrisico werd opnieuw een effectiseringstransactie uitgevoerd van 1,975 miljard EUR (zie verder). Marktrisico Het grootste financiële risico voor de Vennootschap is het marktrisico. Wijzigingen van de rentevoeten, rentecurves en rendementen kunnen zowel de rentemarge als de marktwaarde sterk beïnvloeden. Om de marktsensitiviteit binnen de door de raad van bestuur van de Vennootschap goedgekeurde beleidslijnen te houden werden in 2008 swaps afgesloten, waardoor het swapboek per 31 december 2008, 4,635 miljard EUR bedraagt. Bij de beheersing van het renterisico streeft de Bankpool ernaar het renterisico binnen vastgestelde limieten te houden. Dit wordt bereikt door indekkingen of correcties van het renterisico die zowel endogeen als exogeen kunnen zijn. Voor de endogene indekkingen is er het hele pallet van sturing op binnenbal ansproducten ter beschikking, zowel bijvoorbeeld op het gebied van prijs, nieuwe producten als aanpassing van productkenmerken. Endogene acties kunnen een belangrijke impact hebben die zich echter relatief traag en stelselmatig manifesteert. De tijdshorizon is daardoor relatief lang en vormt daarmee de fundamentele basis voor een flexibele balans en sturing. Om exogene indekking te realiseren, worden financiële derivaten in overweging genomen, met name renteswaps en renteopties. De impact van exogene indekkingen op de marktwaardegevoeligheid blijkt onmiddellijk na afsluiting van het contract. Zij zijn daardoor uitermate geschikt als correctief instrument. Niettegenstaande de Vennootschap voor haar funding niet afhankelijk is van de financiële markten waardoor de huidige kredietcrisis praktisch geen impact op de liquiditeitspositie van de Vennootschap heeft gehad, blijft een grondige beheersing ervan een belangrijke uitdaging. In december 2008 werd in het kader van het liquiditeitsbeheer een tweede effectiseringstransactie uitgevoerd van 1,975 miljard EUR Nederlandse hypothecaire leningen die een NHG (Nationale Hypotheek Garantie) hebben. Alle door de SPV Green Apple (voor deze financiering) uitgegeven effecten werden echter aangekocht door de Vennootschap zelf. De bedoeling van deze transactie was om een grotere reserve aan ECB beleenbaar papier te bekomen en dit door de omvorming van hypothecaire leningen d.m.v. een effectisering tot ECB beleenbaar papier.
208
Zoals hierboven vermeld, heeft de Vennootschap risicobeheermethodes geïmplementeerd en toegepast om de marktrisico’s waaraan zij wordt blootgesteld te verzachten en te controleren. De blootstelling aan dergelijke risico’s wordt voortdurend gemeten en gecontroleerd met behulp van professionele software programma’s. Op deze wijze worden alle materiële bronnen van renterisico gescreend. Dit impliceert dat de interne systemen alle rentegevoelige activa en passiva alsook de buitenbalansposities screenen. Bij het meten van het renterisico wordt zowel vanuit een inkomensperspectief (earnings at risk perspective, net intrest income) als vanuit een economisch waardeperspectief (economic value, evaluatie in functie van de waarde van het eigen vermogen) gerapporteerd. Interne limieten, die een weerspiegeling zijn van de rente-risicopolitiek en de bedrijfsstrategie zijn van kracht. Tweewekelijks wordt aangaande het renterisico gerapporteerd in het Asset and Liability Committee (hierna Alco) en maandelijks in het groepsriskcomité. In deze rapportering komen onder meer de volgende punten telkens aan bod: overzicht van de geaggregeerde posities, compliance met de beleidslijnen en beleidslimieten, de geldende assumpties, de resultaten van uitgevoerde stress tests, aanbevelingen. Maandelijks wordt aan de respectievelijke directiecomités en raden van bestuur van de Argenta Groep gerapporteerd. Liquiditeitsrisico Voor het meten, opvolgen, controleren en rapporteren van het liquiditeitsrisico heeft de Vennootschap een aangepast MIS, inclusief noodplan om zowel onder normale als uitzonderlijke omstandigheden het liquiditeitsbeheer op een adequate wijze te kunnen uitvoeren. Het dagelijks liquiditeitsbeheer, de definitie van “early warning indicators” (EWI’s) en de organisatie van stress-testen werden beschreven in het “Liquidity Contingency Plan” (LCP). Dagelijks worden rapporten over de funding verspreid over een breed doelpubliek, inbegrepen alle leden van het directiecomité. Daarnaast is de bespreking van de waarschuwingsindicatoren een vast punt op het (minstens) tweewekelijkse Alco. Het hoger management wordt met andere woorden op een continue basis betrokken bij het liquiditeitsbeheer. Operationeel risico Per einde december 2008 werd het TSA 1 -informatiedossier voor operationeel risico bij de CBFA ingediend. Met het indienen van het TSA-informatiedossier werden de eerste twee jaar van het AMA 2Master Plan 2006-2010 met succes afgelegd. AMA is voor de Vennootschap een hulpmiddel. Het ondersteunt het management in zijn streven naar een gezond en performant operationeel risicobeheer. Een gezond en performant operationeel risicobeheer wordt door de ganse Argenta Groep nagestreefd, vandaar dat eenzelfde methodiek wordt toegepast voor de Bankpool als voor de Verzekeringspool. Het risicobeheer werd reeds in 2007 als één van de vier kerndoelstellingen voor alle managers van de Argenta Groep weerhouden. Dit was eveneens in 2008 het geval.
1 2
TSA = The Standard Approach AMA = Advanced Measurement Approach
209
De beheersing van het operationeel risico werd geformaliseerd in de oprichting van het Operationeel Risico Comité (hierna Orco). Het Orco komt maandelijks bijeen en bespreekt de geïdentificeerde risico’s en de opvolging ervan. Tevens worden alle incidenten in detail besproken. Alle processen hebben een risk assessment ondergaan waaruit voor elk proces een gedetailleerd actieplan werd opgemaakt. De opvolging van dit actieplan is eveneens een vast agendapunt van het Orco. De voornaamste incidenten worden bovendien wekelijks op het directiecomité besproken.
7.
Het risicobeheer bij de Bankpool
Naast de onafhankelijke controlefuncties interne audit, interne controle en compliance, die reeds eerder op niveau van BVg werden georganiseerd, werd ook het groepsrisicobeheer volledig hervormd. De riskcel bevindt zich op niveau van BVg. Deze riskcel pakt de specifieke bedrijfsrisico’s aan: kredietrisico, financieel risico, verzekeringsrisico en operationeel risico. Dit belet evenwel niet dat het risicobeheer binnen elke entiteit in volle verantwoordelijkheid wordt georganiseerd en gedragen. Binnen de Argenta Groep blijft het kredietrisico, het renterisico, het verzekeringsrisico en het operationeel risico de verantwoordelijkheid van de bestuursorganen van de verschillende groepsvennootschappen. Hiervoor kan de Bankpool wel een beroep doen op ondersteunende diensten op groepsniveau en er wordt op groepsniveau geëvalueerd of de risico’s binnen het kader van de groepsbeleidslijnen passen. Verder worden er belangrijke inspanningen gedaan om de kennis en de ervaring in deze gespecialiseerde domeinen te optimaliseren. ICAAP en economisch kapitaal Het financiële risicobeleid van de Vennootschap dient naast de eigen beslissingen van het management rekening te houden met de prudentiële “Internal Capital Adequacy Assesment Policy” (ICAAP). Het ICAAP is een proces dat binnen het internal governance van de Vennootschap moet zeker stellen dat het bestuur en de leiding: -
de risico’s van de groep correct identificeert en meet; voldoende kapitaal aanhoudt in verhouding tot de gelopen risico’s; gebruik maakt van professionele risicobeheerssystemen en deze verder ontwikkelt.
Dit houdt in dat in alle omstandigheden (stresscenario’s) en met voldoende graad van zekerheid de eigenvermogensvereisten van de Bankpool, en al haar geledingen, worden gerespecteerd. Dit wordt uitgedrukt door het economisch kapitaal waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende risico’s. Dit economisch kapitaal zal een van de belangrijkste pijlers worden van het toekomstig beleid. In de loop van 2008 werd een gedetailleerde ICAAP-beleidslijn (conform de beschrijvingen in de CBFA circulaire PPB-2007-15-CPB-CPA) opgesteld. De algemene risicoappetijt van de aandeelhouders werd hierbij vertaald naar doelstellingen inzake het kapitaalniveau, de gewenste samenstelling van het kapitaal en de spreiding van het kapitaal binnen de Bankpool. Onderstaande paragrafen geven de belangrijkste elementen van de beleidslijn weer.
210
De dynamische groei van de financiële markten en het stijgende gebruik van complexere bankproducten hebben grote veranderingen teweeg gebracht in Argenta’s business omgeving. Deze uitdagingen vereisen competente mensen en adequate processen en systemen voor de beperking en doelgerichte controle van Argenta’s risicopositie. Naast het beschrijven van methodes voor de berekening van de regulatore kapitaalvereisten (kwantitatieve vereisten) legt het Basel II akkoord verhoogde nadruk op risicomanagement en geïntegreerd groepswijd management (kwalitatieve vereisten). Argenta wordt verplicht om adequate procedures en systemen te implementeren met het oog op het verzekeren van haar kapitaaltoereikendheid op lange termijn met in acht name van alle materiële risico’s. De ICAAP-richtlijnen vormen het absolute vertrekpunt en basisfilosofie bij de implementatie van het beleid van de Vennootschap. De concrete invulling, m.a.w. de selectie en ade quaatheid van de methodes, wordt volledig uitgewerkt in lijn met Argenta’s complexiteit (of eerder eenvoud) en schaalgrootte. De complexiteit van de Vennootschap of eerder eenvoud is een belangrijk punt voor de Vennootschap en wordt nadrukkelijk behandeld in een hoofdstuk over de proportionaliteitsprincipes. Het doel van deze ICAAP-beleidslijn is om enerzijds te beschikken over een interne zeer transparante beleidslijn inzake kapitaalbeheer en om anderzijds een wederzijds begrip te ontwikkelen tussen het management van de Vennootschap en de toezichthouder(s) met betrekking tot de praktische ICAAPimplementatie van de Vennootschap.
8.
De organisatie van de Vennootschap, de Bankpool en de Argenta Groep
Risicobeheer Het directiecomité van BVg bepaalt de krijtlijnen waarbinnen de verschillende groepsvennootschappen hun activiteiten en hun verantwoordelijkheden kunnen uitoefenen. Teneinde over een geïntegreerd risicobeheer te beschikken wordt het groepsrisicobeheer gecentraliseerd op niveau van BVg. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de risico’s verbonden aan de eigen activiteiten, berust evenwel bij de leiding van de verschillende groepsvennootschappen. De Argenta Groep – Automatisering Naar aanleiding van de Business Planningsoefening 2008 -2011 werden een tiental programma’s geïdentificeerd die in de loop van 2008 aanleiding hebben gegeven tot het starten van voorstudies en/of projecten. De governance-structuur om deze programma’s aan te sturen werd verder verbeterd door de inrichting van programma-stuurgroepen en door het aantrekken en inzetten van ervaren programmanagers die vanuit een programme office binnen directie Organisatie worden aangestuurd en gecoördineerd. Voor het beschrijven en modelleren van business-processen binnen de voorstudies werd Provision als tool geselecteerd en in gebruik genomen. Met de implementatie van de eind 2007 goedgekeurde IT-strategie werd gestart in 2008, onder meer: -
het opzetten en gebruiken van een JAVA-ontwikkelomgeving en raamwerk voor ontwikkeling van een kanaal-ondersteunende applicatie voor schadeverzekeringen via co-sourcing met Cegeka. De applicatie werd eind 2008 opgeleverd en in gebruik genomen bij enkele kantoorhouders om nadien uitgerold te worden naar alle kantoorhouders. De ontwikkeling gebeurde op basis van een agile-aanpak wat leidde tot een oplevering van de applicatie in een aantal opeenvolgende korte iteraties. Hierbij worden de opgeleverde programma’s door gebruikers getest en geaccepteerd;
211
-
door rekening te houden met een service-georiënteerde (SOA) aanpak, die ertoe zal leiden dat de ontwikkelde applicatie (met daarbijhorende services) snel kan worden beschikbaar gemaakt in andere kanalen. De applicatie voor schadeverzekering zal aldus in 2009 via Internet beschikbaar worden gesteld aan eindklanten.
ICT-Ontwikkeling zette het in 2007 opgestarte vernieuwingsprogramma verder wat ondermeer leidde tot volgende resultaten: -
-
-
een meer gecontroleerde service-omgeving dankzij verbeterde incident- en problemmanagement-processen. Dit leidde op zijn beurt tot een sterke vermindering van het aantal incidenten; invoering van release-matig werken, d.w.z. een meer gecontroleerde wijze van invoering van nieuwe functionaliteiten vanuit projecten door deze te groeperen in releases; in de loop van 2008 werden aldus op 15 maart, 15 juli en 15 oktober drie releases opgeleverd; professionaliseren van testen, dit zowel binnen ICT als bij gebruikersacceptatietesten; deze verbeterde testaanpak, gecombineerd met een release-matige oplevering leidde ertoe dat de projectimplementaties in 2008 leidden tot een verlaging van incidenten naar aanleiding van in productiename van nieuwe functionaliteiten.
Daarnaast werd prioriteit gegeven aan een aantal andere projecten, zoals: -
-
vernieuwing toegangsbeveiliging (IAM-project); hiervan worden de resultaten gefaseerd in productie genomen, met als eerste implementatie de beveiliging van de toegang tot de schadeverzekeringsapplicatie; opzet van een 4e omgeving die eerste helft van 2009 in gebruik wordt genomen; ingebruikname van digitale telefonie (IP-telefonie) naar aanleiding van nieuwbouw LAMO58; verhuis van de computerzaal binnen de Aras-gebouwen naar een computerzaal van Cegeka in Haasrode; hierdoor zijn de beide computerzalen in beheer bij dezelfde leverancier, nl. Cegeka.
De Argenta Groep – Regelgeving Tijdens het voorbije jaar werden op geconsolideerd niveau belangrijke inspanningen geleverd als gevolg van de implementatie van de regelgeving inzake: -
-
-
de toepassing van de wetgeving op het gebied van bank- (i.e., de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten) en verzekeringsbemiddeling (i.e., de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen); de toepassing van de wet van 14 december 2005 betreffende de afschaffing van de effecten aan toonder en de Circulaires PPB 2007-4-CPB en PPB 2007-7-CPB van de CBFA; de toepassing van de wetgeving inzake de verwerking van de persoonsgegevens, zoals bepaald in de wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (privacywet); de toepassing van het Koninklijk besluit van 27 april 2007 tot omzetting van de Europese richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten, het Koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten en de Circulaire PPB-2007-8-CPB van de CBFA.
Ook de verdere voorbereiding voor Basel II heeft op de Vennootschap een belangrijke impact.
212
9.
Personeel van de Vennootschap en de Bankpool
De Vennootschap De Vennootschap stelde in 2008 410 medewerkers tewerk, hetgeen een toename is met 49 personen tegenover 2007. In het zelfstandig kantorennet stijgt het aantal personeelsleden in 2008 met 12. De Bankpool In 2008 waren er 468 medewerkers bij de Bankpool tewerkgesteld. In de Bankpool groeide het personeelsbestand in 2008 met 42 personen. Aangezien de personeelsleden in het bijkantoor Nederland op de payroll van de Vennootschap staan, worden zij opgenomen in het personeelsaantal van de Vennootschap.
10.
Corporate governance
De raad van bestuur van de Vennootschap vergaderde afgelopen jaar 10 maal. Het auditcomité vergaderde 4 maal en bracht hierover telkens verslag uit aan de raad van bestuur. De raden van bestuur van de Argenta Groep zijn structureel op een vergelijkbare wijze samengesteld. Zij omvatten steeds: -
de leden van het directiecomité van de betrokken vennootschap (de uitvoerende bestuurders); een aantal onafhankelijke bestuurders; een aantal bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen (samen met de onafhankelijke bestuurders, de niet-uitvoerende bestuurders).
De voorzitter wordt gekozen uit de bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen. Het aantal bestuurders dient voor iedere raad van bestuur bij voorkeur niet groter te zijn dan vijftien. De mandaten van de bestuurders hebben in beginsel een duurtijd van drie jaar. Voor bestuurders geldt een leeftijdsgrens als volgt: uitvoerende bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend wanneer zij de volle leeftijd van 65 jaar bereiken; niet-uitvoerende bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend wanneer zij de volle leeftijd van 70 jaar bereiken; De raad kan in individuele gevallen afwijkingen op deze regel toestaan. De raden van bestuur zijn zo samengesteld dat geen van de drie erin te onderscheiden groepen (de bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen, de onafhankelijke bestuurders en de bestuurders-leden van het directiecomité) de meerderheid hebben. Anderzijds wordt de meerderheid in de raden van bestuur steeds gevormd door niet-uitvoerende bestuurders.
213
Op 1 september 2008 trad J.N. Cerfontaine bvba, vast vertegenwoordigd door de heer Jan Cerfontaine, toe tot de raad van bestuur van de Vennootschap. Met ingang van 1 januari 2009 heeft de raad van bestuur J.N. Cerfontaine bvba benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur van de Vennootschap.
11.
Rating
Eind 2008 werd door Standard & Poor’s de rating van de Vennootschap BBB+/A-2 bevestigd, met stabiele vooruitzichten. Een verdere strategische doelstelling van de Vennootschap blijft het verbeteren van deze rating.
12.
Bespreking van de jaarrekening van de Vennootschap over het boekjaar 2008
Balans en resultatenrekening Het balanstotaal bedraagt 27.932.196.317 EUR. Dit betekent een stijging met 1.012.222.596 EUR of 3,76% . De winst van het boekjaar bedraagt 51.752.449 EUR. De renteopbrengsten stegen met 11,72 % tot 1.210.070.414 EUR. De rentekosten namen toe met 22,72% en bedragen 918.472.483 EUR. De belangrijke toename van de rentekosten zijn vooral toe te schrijven aan de termijndeposito’s en de gereglementeerde spaardeposito’s. De ontvangen provisies van 40.835.838 EUR waren 6,28% hoger dan vorig jaar. De betaalde provisies stijgen met 2.719.060 EUR of 2,08% tot 133.380.904 EUR. Het voorbije jaar werden per saldo 11.162.019 EUR meerwaarden uit realisatie van b eleggingseffecten gerealiseerd; dit is meer dan de 7.307.729 EUR in 2007. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen namen met 28,64% toe en bedroegen per 31 december 2008 22.912.606 EUR. De jaarlijkse toename van de afschrijvingen die stijgen van 59.340.661 EUR tot 60.536.036 EUR is nagenoeg uitsluitend te wijten aan de afschrijving van de geactiveerde commissielonen op kasbons en hypothecaire leningen. In de loop van 2008 werd er voor een notioneel bedrag van 3,935 miljard EUR bijkomende interest rate swaps afgesloten in het kader van het renterisicobeheer. Dit bracht het totaal van de uitstaande swaps op 4,635 miljard EUR. Deze hebben er mede voor gezorgd dat de marktwaardegevoeligheid van het eigen vermogen en parallelle rentestijging van 1% onder de 10% bleef. In 2008 werd in het kader van de beheersing van het liquiditeitsrisico een nieuwe effectisering uitgevoerd voor een bedrag van 1,975 miljard EUR op de portefeuille Nederlandse hypotheken met NHG garantie. Het resultaat van de Vennootschap werd in 2008 eveneens positief beïnvloed door de fusie van Arfo met de Vennootschap. Hierdoor werd een meerwaarde gerealiseerd van 2.409.359 EUR. Eigen vermogen en ratio’s Na de voorgestelde winstverdeling bedraagt het eigen vermogen volgens de balans per 31 december 2008 627.205.502 EUR . Dit is een toename met 5,32% t.o.v. 2007. Het rendement op het eigen
214
vermogen bedraagt 8,68% vergeleken met 19,45% vorig jaar. Op het eigen vermogen in brede zin bedraagt het rendement 5,13% vergeleken met 11,53% vorig jaar. Het totale reglementair eigen vermogen bedraagt 1.007.584.327 EUR of een stijging met 17,31% tegenover vorig jaar. De solvabiliteitsratio na winstverdeling bedraagt 13,50% en de gearing ratio 3,75% tegenover respectievelijk 10,85% en 3,32% vorig jaar. De Cost-income ratio evolueert van 69,13% per 31 december 2007 naar 80,13% per 31 december 2008. Om een vollediger beeld te krijgen van de huidige situatie van de Vennootschap dient dit jaarverslag en de (geconsolideerde) jaarrekening van de Vennootschap in samenhang gelezen te worden met het geconsolideerd jaarverslag en de geconsolideerde jaarrekening van BVg. Winstverdeling Na toepassing van de afschrijvingen en waardeverminderingen, bedraagt de te bestemmen winst van het boekjaar 51.752.449 EUR. Voorgesteld wordt om de te bestemmen winst als volgt te verdelen: - aan de wettelijke reserve: - aan de beschikbare reserve: - uit te keren winst:
13.
2.587.622 EUR 29.164.827 EUR 20.000.000 EUR
Bespreking van de jaarrekening van de Bankpool over het boekjaar 2008
Balans en resultatenrekening onder IFRS Het balanstotaal van de Bankpool stijgt van 23.739.473.345 EUR naar 30.037.790.547 EUR per 31 december 2008. Dit is een groei met 1.298.317.202 EUR of 4,52 %. Onder de rubriek “financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden” zijn de swaps met een positieve reële waarde terug te vinden. De twee vermelde swaps werden allebei afgesloten in het kader van effectiseringstransacties. De voor verkoop beschikbare financiële activa, die tegen reële waarde worden opgenomen in de balans, stegen met 140,84 % of 4.722.511.388 EUR tot 8.075.535.282 EUR. Onder deze rubriek ressorteren alle aandelen, obligaties en andere vastrentende effecten. De portefeuille leningen en vorderingen daalde met 3.717.152.964 EUR of 14,81%. Deze daling is volledig terug te vinden bij de leningen en vorderingen op kredietinstellingen (daling van het bedrag aan termijnrekeningen bij andere financiële instellingen). Sinds 1 oktober 2008 past de Bankpool hedge accounting toe in IFRS. Door toepassing van hedge accounting kunnen de compenserende effecten van veranderingen in reële waarde van afdekkingsinstrumenten (in casu het vaste onderdeel van swaps bij de Bankpool) en de reële waarde van de afgedekte instrumenten (in casu een afgedekte positie van de kredietportefeuille) in de resultatenrekening van dezelfde periode worden verwerkt. Onder de rubriek “wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities” is de compenserende reële waarde van de afgedekte posities kredieten terug te vinden.
215
In september 2007 en december 2008 werden effectiseringstransacties uitgevoerd waarbij Nederlandse hypothecaire leningen met een NHG (Nationale Hypotheek Garantie) werden verkocht aan een SPV genaamd Green Apple. Het management heeft geoordeeld dat deze SPV omwille van de geldende IFRS regels diende te worden geconsolideerd. Onder de rubriek “financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden” zijn de swaps met een negatieve reële waarde terug te vinden. De vermelde twee swaps werden allebei afgesloten in het kader van bovenvermelde effectiseringstransacties. De financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs stegen met 890.046.706 EUR of 3,20%. In dit bedrag zitten de door de SPV Green Apple, in het kader van de eerste effectiseringsoperatie van september 2007, uitgegeven A notes (AAA rating (Fitch)) ten bedrage van 1,486 miljard EUR. De winst van het boekjaar bedraagt 82.657.105 EUR (t.o.v. 86.143.954 EUR in 2007). De renteopbrengsten stegen met 25,78% tot 1.356.474.321 EUR. De rentekosten namen toe met 39,03% en bedragen 1.092.139.135 EUR. De belangrijke toename van de rentekosten is vooral toe te schrijven aan de termijndeposito’s en de gereglementeerde spaardeposito’s. De geactiveerde commissielonen worden over de looptijd van de financiële instrumenten geamortiseerd en worden zij verantwoord onder de renteopbrengsten en rentekosten. De ontvangen provisies van 43.695.792 EUR waren 1,90% lager dan in boekjaar 2007. De betaalde provisies stegen met 2,82% tot 132.728.197 EUR. Het voorbije jaar werden per saldo 7.214.447 EUR meerwaarden uit realisatie van beleggingseffecten gerealiseerd; dit is meer dan de 4.230.416 EUR in 2007. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen namen met 24,91% toe en bedroegen per 31 december 2008: 26.101.730 EUR. Ten opzichte van de geconsolideerde Belgische GAAP winst van het boekjaar is de IFRS winst van het boekjaar 30.625.885 EUR hoger. Deze delta is in hoofdzaak te verklaren door de reële waardewijzigingen van de financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (14.080.182 EUR) en een positieve impact van 12.162.379 EUR t.g.v. de andere manier van amortiseren van de geactiveerde commissielonen. Eigen vermogen Het eigen vermogen bedraagt 735.759.742 EUR volgens de balans per 31 december 2008. Vergeleken met 655.636.788 EUR per 31 december 2007 is dit een toename met 12,22%. Om een vollediger beeld te krijgen van de huidige situatie van het geconsolideerd geheel dient de (geconsolideerde) jaarrekening en dit jaarverslag van de Vennootschap in samenhang gelezen te worden met de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerd jaarverslag van BVg.
216
14.
Informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden
Met ingang van 1 januari 2009 heeft de raad van bestuur J.N. Cerfontaine bvba benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur van de Vennootschap.
15.
Inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap en de Bankpool aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van die aard zijn dat zij ernstig nadeel berokkenen aan de Vennootschap en de Bankpool.
Er zijn momenteel geen omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap en de Bankpool aanmerkelijk kunnen beïnvloeden.
16.
Informatie omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en
ontwikkeling
Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling werden geen specifieke werkzaamheden verricht.
17.
Gegevens betreffende het bestaan van bijkantoren
De Vennootschap heeft een bijkantoor in Nederland, gevestigd te Breda, Essendonk 30, dat werd opgericht in 2003. De andere vennootschappen van de Bankpool hebben geen bijkantoren.
18.
Toepassing van artikel 134 van het Wetboek van Vennootschappen.
De Vennootschap Tijdens het boekjaar 2008 werden aan de commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren BV ovve CVBA of aan bedrijven die hiermee beroepshalve in een verband van samenwerking staan, bijkomende emolumenten toegekend ingevolge bijkomende prestaties met betrekking tot nazicht en analyse IFRS, interventiewerken Basel II, prestaties met betrekking tot LCP plan, effectisering van de kredietportefeuille Nederland, studiekosten en adviezen, opleiding, fiscaal advies en controle m.b.t. geldverstrekkerverantwoording voor een totaal bedrag van 272.165 EUR (excl. BTW). De Bankpool Tijdens het boekjaar 2008 werden aan de commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren BV ovve CVBA of aan bedrijven die hiermee beroepshalve in een verband van samenwerking staan, bijkomende emolumenten toegekend ingevolge bijkomende prestaties met betrekking tot nazicht en analyse IFRS, interventiewerken Basel II, prestaties met betrekking tot LCP plan, effectisering van de kredietportefeuille Nederland, studiekosten en adviezen, opleiding, fiscaal advies en controle m.b.t. geldverstrekkerverantwoording voor een totaal bedrag van 284.165 EUR (excl. BTW).
217
19.
Kapitaalverhogingen
De Vennootschap Er werden in de loop van het boekjaar 2008 geen kapitaalverhogingen doorgevoerd.
De Bankpool Er werden in de loop van het boekjaar 2008 geen kapitaalverhogingen doorgevoerd.
20.
Verwerving van eigen aandelen
Noch de Vennootschap, noch een rechtstreekse dochtervennootschap, noch een persoon handelend in eigen naam maar voor rekening van de Vennootschap of de rechtstreekse dochtervennootschap heeft aandelen van de Vennootschap verworven.
21.
Externe mandaten en persoonlijk belang van de bestuurders
De bestuurders melden dat er gedurende het boekjaar geen verrichtingen of beslissingen hebben plaatsgevonden die vallen onder de toepassing van artikel 523 W.Venn. Volgende bestuurders van de Vennootschap hebben externe mandaten (buiten de Argenta Groep of hun eigen management vennootschap): 1. Marc De Moor: in Eerste Vlaamse Effectisering nv, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Koloniënstraat 40, vennootschap voor belegging in schuldvorderingen, genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; 2. Geert De Haes: in Visa Belgium cvba, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Boulevard d u Roi Albert II 9, vennootschap die betalingsdiensten aanbiedt, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; 3. Ter Lande Invest nv, vast vertegenwoordigd door Walter Van Pottelberge in: Adminbel nv, met maatschappelijke zetel te 9060 Zelzate, Industriepark Rosteyne 1, adviesbureau op het gebied van bedrijfsvoering en beheer, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Artas nv, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Torhoutsesteenweg 52, rechtstreekse verzekeringsverrichtingen niet-leven, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder. Walter Van Pottelberge (vaste vertegenwoordiger van Ter Lande Invest nv) heeft nog volgende mandaten in: Dela Investment Belgium nv, met maatschappelijke zetel te 2018 Antwerpen, De Keyserlei 5, beleggingsonderneming, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als voorzitter van de raad van bestuur; Dela Ré Luxembourg sa, met maatschappelijke zetel te 1253 Luxembourg, Rue Nicolas Bové, financiële instelling, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Goffin Bank nv, met maatschappelijke zetel te 9820 Merelbeke, Verlorenbroodstraat 120, kredietinstelling, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; 218
Justitia nv, met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 295, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Markgrave Infrastructuur en Diensten aan Bedrijven nv, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Markgravestraat 14, beheer eigen vermogen, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als voorzitter van de raad van bestuur; Private Insurer nv, met maatschappelijke zetel te 1160 Brussel, Avenue Tedesco 7, financiële instelling, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Record Credit Services cvba, met maatschappelijke zetel te 4000 Liège, Rue GeorgesClémenceau 13, kredietinstelling, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als voorzitter van de raad van bestuur; Unibreda comm.v., met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 303, niet-uitvoerend vennoot; Vanbreda International nv, met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 299, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Vanbreda Risk & Benefits nv, met maatschappelijk zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 297, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder. 4. Jean-Paul Van Keirsbilck (vaste vertegenwoordiger van Parus Beheer bvba) heeft, via Parus Consult bvba, een mandaat in T-groep nv, met maatschappelijke zetel te 2800 Mechelen, Stationstraat 120, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder.
22.
Maatregelen die de Vennootschap en Bankpool hebben getroffen teneinde zich te beschermen tegen risico’s verbonden aan het gebruik door de Vennootschap en de Bankpool van financiële instrumenten voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat
De Vennootschap Behalve het aankopen van intrest rate caps en swaps ter bescherming tegen een stijging van de korte termijnrente werden er geen afgeleide producten gebruikt voor de rechtstreekse hedge van transacties of ter indekking van specifieke portefeuilles waarvoor hedge accounting van toepassing is. De Bankpool Behalve de hierboven vermelde aankopen werden er geen afgeleide producten gebruikt voor de rechtstreekse hedge van transacties of ter indekking van specifieke portefeuilles waarvoor hedge accounting van toepassing is.
23.
De verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité
Per 17 juni 2008 werden de respectieve auditcomités van zowel de Vennootschap als Aras ontbonden. Met ingang van 17 juni 2008 bestaat derhalve enkel nog een auditcomité op het niveau van BVg. Als gevolg hiervan wordt inzake de inrichting van het auditcomité verwezen naar het gecombineerd jaarverslag van BVg over boekjaar 2008. *
*
219
*
17 maart 2009,
De raad van bestuur
12.3.2.Jaarverslag van de raad van bestuur van Aspa over de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening afgesloten per 31/12/2009 Mevrouw, mijne heren, Overeenkomstig artikel 95, 96 en 119 van het Wetboek van Vennootschappen stelt de raad van bestuur van Argenta Spaarbank nv (hierna de Vennootschap) dit verslag op over de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, gericht aan de aandeelhouders van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen. Het jaarverslag is een gecombineerd verslag in de zin van art. 119, laatste lid van hetzelfde Wetboek en verstrekt de vereiste gegevens afzonderlijk voor de Vennootschap, die samen met haar dochtervennootschappen het geconsolideerde geheel vormt (hierna de Bankpool). Verdere informatie betreffende de jaarverslagen van de vennootschappen, opgenomen in de consolidatiekring, kan bekomen worden bij de raad van bestuur van de Vennootschap. 1. Beschrijving van de activiteiten van de groep waartoe de Vennootschap (hierna de Argenta Groep)
behoort
Argenta Bank- en Verzekeringsgroep nv (hierna BVg) is de beleidsholding van de Argenta Groep. Haar operationele activiteiten bestaan uit transversale risicofuncties (i.e.,Interne Audit, Compliance en Groepsrisicobeheer) en Human Resources, Facilities, Centrale Staf en Communicatie, Distributieondersteuning en Inspectie die op groepsniveau zijn georganiseerd. BVg heeft het statuut van een gemengde financiële holding in overeenstemming met artikel 49-49 bis van de Wet van 22 maart 1993 betreffende het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen. BVg consolideert en staat in voor de gemeenschappelijke aansturing van de verzekeringsactiviteiten van haar dochtervennootschap Argenta Assuranties nv (hierna Aras), die het statuut heeft van een Belgische verzekeringsonderneming, en de bankactiviteiten van de Vennootschap, die het statuut heeft van een Belgische kredietinstelling. Vanaf 21 december 2007 werd ook Argenta Nederland n.v. (hierna Arne), een Nederlandse SPV voor de uitgifte van obligatieleningen, op dit niveau in de consolidatie opgenomen.
220
De dochtervennootschappen van BVg, met name de Vennootschap en Argenta Assuranties nv (hierna Aras) hebben op hun beurt verscheidene dochtervennootschappen. Aras en haar dochtervennootschappen worden hierna de Verzekeringspool genoemd. Arne heeft geen dochtervennootschappen. De activiteiten van de Bankpool concentreren zich voornamelijk rond enerzijds het aantrekken van gelden in de retailmarkt onder de vorm van spaarrekeningen, zichtrekeningen, kasbons en obligaties en anderzijds het herplaatsen van deze gelden in hypothecaire leningen. Daarnaast worden ook deelbewijzen van collectieve beleggingsinstellingen evenals gestructureerde obligaties (“structured notes”) aangeboden. De activiteiten van de Verzekeringspool behelzen zowel de sector van de levensverzekeringen als de sector van de niet-leven of schadeverzekeringen (in het bijzonder autoverzekeringen, burgerlijke aansprakelijkheid privéleven, brand- en hospitalisatieverzekering). De geografische markten waarin de Argenta Groep actief is, zijn België, Nederland en Luxemburg. 2.
Beschrijving van de activiteiten van de Bankpool
De Vennootschap De Vennootschap heeft het statuut van een Belgische kredietinstelling. De kernactiviteiten van de Vennootschap bestaan uit het aantrekken van gelden, het aanbieden van woonkredieten aan particulieren en het verlenen van betaalmiddelen. Daarnaast worden ook rechten van deelneming van Argenta Pensioenspaarfonds, rechten van deelneming van Argenta-Fund sicav, rechten van deelneming van Argenta Fund of Funds sicav, evenals rechten van deelneming van andere binnenlandse en buitenlandse instellingen voor collectieve belegging en gestructureerde obligaties (“structured notes”) van derde partijen aangeboden. Aantrekken van gelden a. Zichtrekeningen De Vennootschap biedt drie types van zichtrekeningen aan: - Giro + rekening; - Golden + rekening; - Internetrekening. b. Spaar- en termijnrekeningen De Vennootschap biedt volgende gereglementeerde spaarrekeningen aan in België: de Maxi-rekening, de E-spaar, de Groeirekening en de Spa-rekening, deze laatste is gereglementeerd indien er geen hospitalisatieverzekering aan verbonden is. Eveneens wordt de niet-gereglementeerde Plusrekening aangeboden. Verder biedt de Vennootschap een heel gamma van termijnrekeningen aan. c. Kasbons De Vennootschap bood in 2009 twee soorten kasbons aan: de Maxibon, een kasbon met kapitalisatie, en de Rendementsbon, waarbij de keuze bestond uit kapitalisatie van de rente of jaarlijkse betaling van de coupon. Als gevolg van de gefaseerde afschaffing van de effecten aan toonder (in overeenstemming met de Wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder), werden met ingang
221
van 1 januari 2008 oude kasbons niet langer fysiek afgeleverd en nieuwe kasbo ns in gedematerialiseerde vorm uitgegeven. d. Rechten van deelneming van instelling voor collectieve belegging (ICB’s) De Vennootschap verdeelt in België, in de hoedanigheid van distributeur, rechten van deelneming van verschillende binnenlandse en buitenlandse instellingen voor collectieve belegging. Een instelling voor collectieve belegging kan bestaan in verschillende juridische vormen, met of zonder rechtspersoonlijkheid (i.e., beleggingsvennootschappen met een veranderlijk aantal rechten van deelneming (“bevek” / “sicav”), beleggingsvennootschappen met een vast aantal rechten van deelneming (“bevak” / “sicaf”) en gemeenschappelijke beleggingsfondsen). In essentie bevat een instelling voor collectieve belegging een gediversifieerde portefeuille die volgens het in de prospectus uiteengezet beleggingsbeleid belegt in roerende waarden zoals o.a. aandelen, obligaties, cash, vastgoed. De belegger kan tegen de inventariswaarde in- en uitstappen wanneer hij dat wenst. Als verzamelnaam of als populaire naam voor de diverse instellingen voor collectieve belegging wordt meestal de term “fondsen” gebruikt. e. Gestructureerde obligaties De Vennootschap treedt op als distributeur van door derde partijen uitgegeven gestructureerde obligaties. Gestructureerde obligaties (ook wel “structured notes” genoemd) zijn schuldeffecten, die doorgaans worden uitgegeven door financiële instellingen. Het potentiële rendement (in de vorm van een vaste/variabele coupon of een meerwaarde op de vervaldag) is gekoppeld aan een of meer onderliggende waarden (rente, aandelen, grondstoffen enz.). Gestructureerde obligaties bieden geen waarborg voor het belegde kapitaal tenzij dit uitdrukkelijk in de uitgiftevoorwaarden wordt bedongen. Aanwending van de aangetrokken gelden De Vennootschap biedt hypothecaire kredieten aan particulieren, zelfstandigen en vennootschappen aan. Deze leningen hebben als doel de aankoop van een woning of bouwgrond, nieuwbouw, renovatie van de woning of volledige centralisatie van te dure leningen (hypothecair- en/of afbetalingskrediet). De dochtervennootschappen van de Vennootschap De Vennootschap consolideert de activiteiten van het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet nv (hierna CBHK) en Argentabank Luxembourg S.A. (hierna ABL). De activiteiten van de Vennootschap in Nederland worden niet in een dochteronderneming, maar in een bijkantoor georganiseerd. CBHK heeft het statuut van Belgische ingeschreven hypotheekonderneming. CBHK biedt hypothecaire kredieten aan particulieren, zelfstandigen en vennootschappen aan. Zij heeft geen andere activiteiten. De kredieten worden onmiddellijk gecedeerd binnen de Argenta Groep aan de Vennootschap of aan Aras. ABL is een Luxemburgse kredietinstelling, die een gamma basisproducten aanbiedt aan een voornamelijk gezinscliënteel, m.n. (i) de klassieke rekening-courant en een rekening-courant met een hoger rendement, (ii) plaatsingen op middellange termijn (1 tot 60 maanden), (iii) kasbons, (iv) Euroobligaties en kapitalisatiebons en (v) aandelen van de Argenta-Fund sicav en Argenta Fund of Funds sicav, twee zelfbeheerde beveks. Voorts is ABL, distributeur en ook administratief agent en beheerder van Argenta-Fund sicav en Argenta Fund of Funds sicav. Daarnaast neemt ABL euro-obligaties, kapitalisatiebons en aandelen van Argenta-Fund sicav en Argenta Fund of Funds sicav in bewaring. ABL is tenslotte paying agent voor bepaalde Luxemburgse effecten.
222
Sinds 2003 commercialiseert het bijkantoor van de Vennootschap in Nederland via tussenpersonen spaar- en zichtrekeningen, gekoppeld aan Internetbankieren. 3.
Algemeen financieel-economisch kader
Algemeen 2009 werd gekarakteriseerd door de uitlopers van de financiële crisis. Massale liquiditeitsverschaffing en overheidsinterventies dienden ervoor te zorgen dat het financiële systeem niet kapseisde. Aan het einde van het eerste kwartaal begonnen deze verregaande maatregelen vruchten af te werpen en begon het vertrouwen langzaam te herstellen. Dankzij de liquiditeitsboost werd de extreme risicoaversie een halt toegeroepen en herstelden credit spreads en aandelenwaarderingen tot meer solide niveaus tegen het einde van het jaar. De belangrijkste ECB rentevoet werd verlaagd tot een bodemkoers van 1% en werd daar behouden. Het herstel blijft voorlopig beperkt tot de financiële markten en de heropbouw van de voorraden. De reële vraag, consumptie en investeringen, bleef over 2009 gebukt gaan onder de stijgende werkloosheid en de onzekerheid. Eurozone De economische recessie bereikte een dieptepunt aan het einde van het eerste kwartaal toen het BBP van de Eurozone met 2,5% kromp onder invloed van de drastische afbouw in voorraden, het uitstellen van investeringen en de terugval in consumptie. De 2 de jaarhelft zag de economie verder uitbodemen waarbij de overheidsinvesteringen een verdere achteruitgang voorkwamen. De wereldwijde recessie zorgde voor een ineenstorting van de prijzen voor grondstoffen en energie. Consumentenprijzen volgden in hun spoor en evolueerden tot in negatief terrein tijdens de zomermaanden. De euro versterkte tegenover de USD naar een niveau van 1,4321 USD per EUR einde jaar met een piek van 1,51 eind november. Twijfels bij de status van de Dollar als reservemunt zette de prijsvorming verder onder druk. De Europese Centrale Bank diende alles uit de kast te halen om de kredietverlening op gang te houden. Naast het verlagen van zijn repotarief naar 1% volgden er eveneens steunaankopen van covered bonds en lange termijn liquiditeitsverschaffing naar financiële instellingen om op die manier het vertrouwen te herstellen. Verenigde Staten (VSA) In 2009 kromp de Amerikaanse economie met 2,40% als gevolg van de huizenmarktcrisis. De consumptieuitgaven, traditioneel één van de belangrijkste bijdragen aan de algemene groei, stortten in elkaar als gevolg van de stijgende werkloosheid en het terugschroeven van de kredietverlening naar de gezinnen. De werkloosheid piekte tot boven de 10%, een niveau niet meer gezien sinds de jaren ’80. De consumentenprijzen bleven gedurende het grootste gedeelte van het jaar in negatieve regionen onder invloed van de terugval van de vraag naar consumentengoederen, het overschot aan productiecapaciteit en de forse daling van energie en grondstofprijzen. De Federal Reserve (Fed) en de Amerikaanse overheid werden verplicht om tot het uiterste te gaan om een scenario vergelijkbaar met de Grote Depressie te vermijden. De Fed deed dit door zijn belangrijkste rentevoet op 0,25% te laten. Daarnaast werden massaal effecten gekocht op de financiële markt om liquiditeit te verschaffen en activawaarden te ondersteunen. De overheid ging over tot
223
kapitaalinjecties voor de belangrijkste banken en kondigde diverse steunmaatregelen af om de economie te ondersteunen. Als gevolg daarvan verslechterde het budgettaire deficit tot meer dan 10%.
Nederland De Nederlandse economie slaagde er in het derde kwartaal in om terug met groei aan te knopen na 4 kwartalen van recessie. Het dieptepunt werd bereikt aan het einde van het eerste kwartaal toen de economie er met 2,4% op achteruitging op kwartaalbasis. Het herstel werd ondersteund door de overheidsinvesteringen, terwijl de consumptie en investeringen het zwaar te verduren kregen. De werkloosheid ging er op achteruit van 3,90% aan het einde van 2008 tot 5,50% eind december 2009. België Ook België slaagde er in om positieve groeicijfers voor te leggen aan het einde van het derde kwartaal na 4 opeenvolgende trimesters van negatieve groeicijfers. De terugval van de buitenlandse vraag in combinatie met dalende investeringen en consumptie-uitgaven hielden de economie in hun greep gedurende de eerste jaarhelft. De groei herstelde nadien dankzij het gematigd herstel van het vertrouwen bij de consumenten en bedrijven en de overheidsinvesteringen. Inflatie bleef beperkt tot zelfs negatief over het laatste jaar. De werkloosheid verslechterde van 7,1% eind ’08 naar 8,2% eind ‘09. Eén van de gevolgen van de financiële crisis is dat het belang van de retailmarkt voor de financiering van financiële instellingen is toegenomen. Dit zorgt voor een zeer concurrentiële marktomgeving. Financiële markten Op de obligatiemarkten resulteerde de forse renteverlagingen van de ECB en de liquiditeitverschaffing in een verdere daling van de korte termijnrente, waarbij de Euribor op 3 maanden terugviel tot een dieptepunt van 0,70% aan het einde van het jaar. De deflatoire omgeving en zwakke groeicijfers hielden eveneens de langetermijnrente onder druk. De aandelenmarkten herstelden fors na een dieptepunt te hebben bereikt in maart. De massale overheidsinterventies, de lage rentevoeten en het sterke herstel van de BRIC landen (Brazilië, Rusland, India en China) ondersteunden de aandelenprijzen. Impact van het algemeen financieel-economisch kader op de Vennootschap en de Bankpool De impact van de financiële crisis op de reële economie heeft ervoor gezorgd dat de vroegere inflatievrees plaats heeft gemaakt voor deflatievrees. De kracht van de economische crisis was dermate groot dat de basisrente van het Eurosysteem tot 1 % werd verlaagd, een historisch dieptepunt, de driemaands Euribor rente bedroeg slechts 0,70 %. De tienjarige referentie OLO bedroeg 3,84% op 31 december 2009. Deze ommekeer naar historisch lage rentevoeten heeft sterk gedrukt op de rentemarge en de bestaande indekkingen tegen rentestijging. Naast de renteontwikkeling werd verder de kredietwaardigheid van heel de bedrijfswereld onrustwekkend. De vrees voor downgrades, en waardeverminderingen betekenden een toegenomen kredietrisico. De Bankpool heeft zich hiertegen verder stevig gewapend. Op het gebied van het eigen beleggingsbeleid heeft de Bankpool haar zeer conservatief beleid verder gezet. Het belangrijke aandeel van de portefeuille hypothecaire leningen in het totaal actief werd
224
gereduceerd om meer liquide beleggingsinstrumenten op de balans te hebben. In korte tijd is de Bankpool er in geslaagd zijn liquiditeitspositie op een niveau te brengen waarmee stress scenario’s kunnen worden doorstaan. De veilige kredietportefeuille onder de vorm van hypothecaire leningen voor particulieren en gezinnen is steeds een sterk wapen geweest in tijden van crisis. Met betrekking tot de andere activa heeft de Bankpool een uiterst voorzichtig beleid gevoerd inzake concentratie per tegenpartij, kredietwaardigheid van de tegenpartij en liquiditeit van de posities. Op die manier kon er steeds onmiddellijk bijgestuurd worden wanneer er zich moeilijkheden met een of andere partij aandienden. Bovendien is er een belangrijke verschuiving geweest van corporates naar overheidsleningen. Dit alles werd ingegeven door een duidelijke optie voor laag risico waarbij ook dikwijls aan rendement werd ingeboet. Dit is evenwel een bewuste keuze voor veiligheid, die ook in de komende jaren zal voortgezet worden. In overeenstemming met de strategie van de Bankpool inzake het productaanbod heeft de Bankpool zich beperkt tot transparante en eenvoudige producten. Binnen deze economische omgeving heeft de Bankpool haar 4 pijlerstrategie, sparen, beleggen, kredieten en verzekeren stevig verdedigd en uitgebouwd. 4.
De ontwikkeling van de Vennootschap in boekjaar 2009
Aangetrokken gelden Het balanstotaal van de Vennootschap steeg van 27.932.196.317 EUR naar 29.195.672.686 EUR. Dit is een groei van 1.263.476.369 EUR of 4,52%. De totale portefeuille aangetrokken gelden steeg in boekjaar 2009 met 808.286.642 EUR of 3,07% tot 27.165.015.144 EUR. Gratis zichtrekeningen en het Internetbankieren Het uitstaande bedrag op de zichtrekeningen steeg in boekjaar 2009 met 23,75% tot een totaal bedrag van 1.410.047.572 EUR. De politiek van de Vennootschap van gratis dienstverlening, gratis kaarten, gratis betalingsverkeer en gratis rekeninguittreksels is in de markt een onnavolgbare sterkte. Daarenboven stelt de Vennootschap gratis Internetbankieren ter beschikking aan de cliënten. Per einde 2009 zijn er 256.423 actieve abonnementen, wat een stijging op jaarbasis betekent van 24.664 eenheden. Termijnrekeningen De schulden aan cliënten op termijn of met opzegging daalden van 4.218.273.767 EUR naar 2.475.244.034 EUR. Oorzaak van deze daling is de bijzonder lage rente. In schuldbewijzen belichaamde schulden De portefeuille “in schuldbewijzen belichaamde schulden” evolueerde van 6.397.538.754 EUR naar 6.434.240.896 EUR. Dit is een stijging van 36.702.142 EUR of 0,57%. Het totale uitstaande bedrag aan achtergestelde leningen bedraagt thans 635.528.666 EUR, inbegrepen de bij institutionele geplaatste hybride Tier 1 uitgifte van 100.000.000 EUR.
225
Kredietverlening De portefeuille vorderingen op cliënten daalde verder met een bedrag van 341.803.583 EUR 2,22% tot 15.048.418.754 EUR. De bijkomende waardevermindering van 2.017.853 EUR, die geboekt werd ten gevolge van de aanpassingen aan de waarderingsregels in 2008, groeide in 2009 met 1.123.087 EUR tot 3.140.940 EUR. Herbeleggingen (OLO’s, alternatieve beleggingsportefeuille, kredietinstellingen) De obligaties en andere vastrentende effecten stegen van 9.223.620.281 EUR tot 12.118.665.838 EUR. Hun aandeel in het balanstotaal evolueerde van 33,02% naar 41,64%. De vorderingen op kredietinstellingen kenden daarentegen opnieuw een aanzienlijke daling van 2.261.546.241 EUR tot 1.114.730.650 EUR. Hun aandeel in het balanstotaal daalde van 8,10% naar 3,83%. Instellingen voor collectieve belegging (ICB’s / Fondsen) Het uitstaand bedrag van deelbewijzen van ICB's, geplaatst door de Vennootschap voor rekening van klatenten, was in 2008 met meer dan 235 miljoen EUR gedaald tot 531 miljoen EUR. In 2009 kwam er een sterke heropleving. De netto-activawaarde steeg tot 995 miljoen EUR. Vooral Carmignac droeg hiertoe bij. De netto-activawaarde van het totale aantal geplaatste deelbewijzen van Argenta-Fund sicav steeg met 28% tot 308 miljoen EUR. De netto-activawaarde van het totale aantal geplaatste deelbewijzen van het pensioenspaarfonds Arpe steeg met ruim de helft tot 342 miljoen EUR. In 2006 begon de Vennootschap met de verdeling van de eerste fondsen in open architectuur. Thans distribueert de Vennootschap 6 compartimenten van Petercamfondsen en 8 compartimenten van Carmignacfondsen. De netto-activawaarde van het totale aantal geplaatste deelbewijzen van deze ICB's bedroeg op 31 december 2009 345 miljoen EUR. Gestructureerde obligaties Vanaf einde 2008 begon de Vennootschap met de distributie van gestructureerde obligaties uitgegeven door BNP Paribas nv. Per einde 2009 vonden reeds 20 uitgiftes plaats. In totaal stijgt de waarde tot 268,8 miljoen EUR. Vooral de uitgiftes van het type “Patrimoine” kennen veel succes. Argenta Fund of Funds Argenta Fund of Funds is een bevek naar Luxemburgs recht (in het Frans: “sicav” ( société d'investissement à capital variable) met meerdere compartimenten, en werd opgericht op 8 december 2009 (hierna Argenta Fund of Funds). Vanaf 25 januari 2010 kan de belegger in België intekenen op drie compartimenten van Argenta Fund of Funds, met name: Argenta Fund of Funds - defensif; Argenta Fund of Funds - neutre; en Argenta Fund of Funds - dynamique. Argenta Fund of Funds kwalificeert als een dakfonds en belegt haar activa in rechten van deelneming van andere ICB’s.
226
Transactionele website Naast de traditionele bankverrichtingen kunnen via de webapplicatie Argenta Internetbankieren transacties in financiële instrumenten worden uitgevoerd. In dit verband worden uitsluitend transacties in niet-complexe financiële instrumenten aangeboden. De Vennootschap verstrekt hierbij geen beleggingsadvies en voorziet evenmin in het aanbieden van diensten van vermogensbeheer ten aanzien van de cliënt. Om gebruik te maken van de webapplicatie Argenta Internetbankieren dienen de cliënten te beschikken over (i) een abonnement Argenta Internetbankieren en (ii) een effectenrekening met een daaraan gekoppelde zichtrekening waarover alle transacties kunnen verlopen. Indien nodig wordt vooraf een beleggersprofiel opgemaakt van de niet -professionele cliënt. 5.
De ontwikkeling van de Bankpool in boekjaar 2009
De ontwikkeling van de Bankpool (volgens IFRS) Aangetrokken gelden Het balanstotaal van de Bankpool steeg van 30.037.790.547 EUR naar 31.471.500.773 EUR. Dit is een groei van 1.433.710.226 EUR of 4,77%. De totale portefeuille “financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs” steeg in boekjaar 2009 met 1.085.760.445 EUR of 3,79% tot 29.763.116.812 EUR.
Gratis zichtrekeningen en Internetbankieren Het uitstaande bedrag op de zichtdeposito’s (inclusief zichtrekeningen) steeg van 1.187.088.371 EUR per einde 2008 naar 1.454.114.159 EUR per einde 2009. De politiek van de Vennootschap van gratis dienstverlening, gratis kaarten, gratis betalingsverkeer en gratis rekeninguittreksels is in de markt een onnavolgbare sterkte geworden. Daarenboven stelt de Vennootschap gratis Internetbankieren ter beschikking aan de cliënten. Termijnrekeningen De schulden aan cliënten op termijn of met opzegging zijn gedaald van 4.034.284.696 EUR naar 2.455.181.636 EUR. Oorzaak van de daling is de bijzondere hoge rentevergoeding die in het tweede jaarhelft van 2008 werd gegeven op termijnrekeningen ten gevolge van de economische onzekerheid waardoor er per einde 2008 een uitzonderlijk hoge portefeuille termijnrekeningen aanwezig was. In schuldbewijzen belichaamde schulden De portefeuille “in schuldbewijzen belichaamde schulden”, waarin de kasbons, obligaties van Arne en ABL en door de SPV Green Apple in 2007 uitgegeven A notes begrepen zijn, evolueerde van 8.570.395.369 EUR naar 8.399.934.862 EUR. Dit is een beperkte daling van 170.460.507 EUR of 1,99 %. Het totale uitstaande bedrag aan achtergestelde leningen bedraagt thans 644.767.685 EUR, inbegrepen de bij institutionele geplaatste hybride Tier 1 uitgifte van 100.000.000 EUR. Kredietverlening De portefeuille ‘leningen en vorderingen’ op cliënten daalde met een bedrag van 577.146.921 EUR of 3,11%.
227
Er werd (zoals voor de eerste keer in 2008) een bijkomende collectieve waardevermindering aangelegd naar aanleiding van de invoering van het principe van het aanleggen van collectieve waardeverminderingen. Herbeleggingen (OLO’s, alternatieve beleggingsportefeuille, kredietinstellingen) De beperkte portefeuille ICB’s, portefeuille obligaties en andere vastrentende effecten groeiden verder aan van 8.075.535.282 EUR per einde 2008 naar 11.069.760.578 EUR per einde 2009. Hun aandeel in het balanstotaal evolueerde van 11,67% (2007) over 26,88% (2008) naar 35,17%. De vorderingen op kredietinstellingen daalden verder van 2.239.792.845 EUR naar 1.182.172.380. Hun aandeel in het balanstotaal daalde van 7,46% naar 3,76%. 6.
Het risicoprofiel van de Bankpool
De Bankpool Geavanceerd en compleet risicobeheer is een essentiële voorwaarde voor het realiseren van duurzame winstgevende groei. De Argenta Groep onderkent dat en beschouwt risk management als een van haar kerncompetenties. Het kader voor risicobeheer wordt dan ook voortdurend geactualiseerd en aangepast op basis van dagelijkse ervaringen met risk management. Het aantonen dat toereikende risicobeheerprocedures aanwezig zijn is een sleutelvoorwaarde voor het verwerven en behouden van het vertrouwen van alle externe belanghebbenden (stakeholders): klanten, beleggers, toezichthouders en ratingbureaus. De strategie en het beleid van de globale Argenta Groep en van de samenstellende entiteiten hieromtrent, met inbegrip van de internal governance structuur van de financiële instellingen die dochtervennootschappen zijn, wordt bepaald door de organen (directiecomité en raad van bestuur, conform de taak- en bevoegdheidsverdeling zoals vastgelegd in de statuten) van BVg. De voornaamste dochtervennootschappen – in het bijzonder de Vennootschap en Argenta Assuranties (Aras) - staan in voor het operationele bestuur binnen de krijtlijnen bepaald door BVg. De afbakening van de soorten risico en de niveaus van aanvaardbare risico’s wordt op niveau van BVg bepaald (terug te vinden in de respectievelijke beleidslijnen). De Vennootschap en Aras evenals hun filialen en bijkantoren vertalen deze limieten en normen verder ten behoeve van hun operationeel bestuur. Wegens haar activiteiten wordt de Bankpool blootgesteld aan verschillende risico’s. Het marktrisico, inclusief het renterisico, vormt het voornaamste risico. Andere belangrijke risico’s zijn het kredietrisico, het operationeel risico en het liquiditeitsrisico. Het niet onder controle houden van deze risico’s kan negatieve gevolgen hebben voor de financiële prestaties en reputatie van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen. Kredietrisico Het beheer van de kredietrisico’s binnen de Bankpool wordt geregeld door de beleidslijnen kredietrisicobeheer (retail kredietverlening) en financieel risicobeheer (overige rentedragende activa). In de beleidslijnen worden de uitgangspunten, regels, richtlijnen en procedures geformuleerd voor het signaleren, meten, goedkeuren en rapporteren van het kredietrisico. Het kredietrisico treedt op wanneer een klant of tegenpartij niet meer in staat is om aan zijn contractuele verplichtingen te voldoen. Dit kan het gevolg zijn van insolventie van een klant of
228
tegenpartij. Dit risico ontstaat zowel bij de traditionele kredietverlening als bij beleggingsactiviteiten (overige rentedragende activa). Wat kredietrisico betreft is Argenta Groep actief op 2 grote assen: de markt van de hypothecaire kredietverlening aan particulieren enerzijds en de interbancaire en kapitaalmarkt anderzijds. De portefeuille woonkredieten bedraagt 19 miljard EUR en de institutionele beleggingsportefeuille 10,5 miljard EUR. Het kredietrisicomanagement is dan ook gefocust op deze beide segmenten. Het boekjaar 2009 was voor de Vennootschap een belangrijke mijlpaal inzake kredietrisicomanagement. Reeds gedurende enkele jaren heeft de Vennootschap ernstig geïnvesteerd in het upgraden van het riskmanagement. Daartoe werd medio 2008 een aanvraagdossier ingediend bij de Commissie voor het Bank- Financie- en Assurantiewezen (hierna CBFA) om binnen het Baselkader gebruik te mogen en te kunnen maken van de meer geavanceerde meetbenadering voor het behandelen van het kredietrisico. In september van 2009 zag de Vennootschap dit intensieve traject beloond: de CBFA keurde het aanvraagdossier van de Argenta Groep voor toelating tot “Foundation Internal Rating Based Approach” (FIRB) voorwaardelijk goed. Voorwaardelijk betekent dat op een aantal terreinen verwacht wordt dat verdere verfijningen en optimalisaties worden aangebracht in de loop van 2010. Zo heeft de Vennootschap een uitrolplanning opgesteld en ingediend voor de komende 2 jaren waardoor het toepassingsgebied van de FIRB wordt uitgebreid van de portefeuille hypothecaire kredieten eveneens naar de institutionele portefeuille. Het voorbije boekjaar 2009 werd verder gekenmerkt door zwaar weer op de financiële markten waardoor de notie kredietrisico aan belang won. Zowel de hypothecaire kredietportefeuille van de Vennootschap als de institutionele portefeuille ondervonden weinig of geen last van de moeilijke marktomstandigheden. De Vennootschap heeft de uitlopers van de storm uit 2008 zeer goed doorstaan. Dit vertaalt zich globaal in stabiele achterstandspercentages en lage default-rates voor de hypotheekportefeuilles en een kwalitatief hoge beleggingsportefeuille. De portefeuilles worden aangestuurd door een conservatieve acceptatiepolitiek en voorzichtige beleidslijnen en ook door een zeer korte opvolging en monitoring binnen de bevoegde comités. In de beleggingsportefeuille werd selectief gebruik gemaakt van opportuniteiten door verhoogde spreads in de markt. Dit stelde de Vennootschap in de mogelijkheid om de portefeuille corporates en banken zeer gericht uit te bouwen in kwalitatief hoogstaand papier en voor een groot deel in door overheden gegarandeerd papier wat de bankenposities betreft. In boekjaar 2009 werd ook beslist om tijdens de komende 2 jaar een FIRB -meetsysteem te implementeren, dat het riskmanagement van de beleggingsportefeuille in eerste zowel als in tweede lijn sterk ten goede zal komen, en dat voldoet aan de gestelde FIRB -vereisten. Tevens was 2009 het eerste jaar waarin heel uitgebreid en intensief het volledige reviewtraject inzake kredietrisicomodellen voor hypotheken werd doorlopen. Dit past binnen het bij de Vennootschap geïmplementeerde FIRB Model Management Framework. Aansluitend werd deze review gevalideerd door de interne validatiecel van de Vennootschap. Een zeer belangrijk punt is dat de Vennootschap in 2009 het forward looking aspect heeft ingebouwd in de bepaling van de risicofactoren Probalility of Default (PD) en Loss Given Default (LGD). Dit om duidelijk te maken dat we binnen de FIRBmodellenscoring, ook zeker wensen rekening te houden met de verwachtingen inzake economische omstandigheden, zoals in het business plan weerhouden, en ons niet enkel baseren op een gunstige economische cyclus van de voorbije jaren. Ook werd het model governance framework structureel verder uitgebouwd via de toevoeging van welbepaalde procedures en guidelines inzake calibratie, modelreview- en validatie.
229
De afgelopen twaalf maanden werd ook intensief verder gewerkt aan het uitbouwen van het stress testing gebeuren. Zo nam de Vennootschap in juni 2009, op vraag van de NBB, deel aan de sector stress testing ronde. In 2010 zal dit trouwens een vervolg krijgen in het afwerken van een sector QISoefening (“Quantitative Impact Study”). Ook het interne stress testing proces kende een upgrade. In het kader van het ICAAP-verhaal (“internal capital adequacy assessment”) werd ook voor kredietrisico een grote stap voorwaarts gezet: zowel voor hypotheken als voor de institutionele portefeuille is intussen een werkwijze geïntroduceerd waardoor periodiek minstens om de 6 maanden een systematische berekening van het intern economisch kapitaal wordt uitgevoerd. Dit gebeurt in essentie via bepaling van de expected shortfall op basis van Monte Carlo simulaties. Marktrisico Het grootste financiële risico voor de Vennootschap is het marktrisico. Wijzigingen van de rentevoeten, rentecurves en rendementen kunnen zowel de rentemarge als de marktwaarde sterk beïnvloeden. Om de marktsensitiviteit binnen de door de raad van bestuur van de Vennootschap goedgekeurde beleidslijnen te houden werden in 2009 bijkomend 3 swaps afgesloten, waardoor het swapboek per 31 december 2009 bestond uit 16 swaps voor een notioneel totaal van 13,007 miljard EUR. Vier swaps hiervan, voor een notioneel totaal van 6,642 miljard EUR, zijn swaps afgesloten in het kader van 2 effectiseringsoperaties die elkaar quasi opheffen. Voor de endogene indekkingen is er het hele pallet van sturing op binnenbalansproducten ter beschikking, zowel bijvoorbeeld op het gebied van prijs, nieuwe producten als aanpassing van productkenmerken. Endogene acties kunnen een belangrijke impact hebben die zich echter relatief traag en stelselmatig manifesteert. De tijdshorizon is daardoor relatief lang en vormt daarmee de fundamentele basis voor een flexibele balans en sturing. Zoals hierboven vermeld, heeft de Vennootschap risicobeheermethodes geïmplementeerd en toegepast om de marktrisico’s waaraan zij wordt blootgesteld te verzachten en te controleren. De blootstelling aan dergelijke risico’s wordt voortdurend gemeten en gecontroleerd met behulp van professionele softwareprogramma’s. Op deze wijze worden alle materiële bronnen van renterisico gescreend. Dit impliceert dat de interne systemen alle rentegevoelige activa en passiva alsook de buitenbalansposities screenen. Bij het meten van het renterisico wordt zowel vanuit een inkomensperspectief (earnings at risk perspective, net intrest income) als vanuit een economisch waardeperspectief (economic value, evaluatie in functie van de waarde van het eigen vermogen) gerapporteerd. Interne limieten, die een weerspiegeling zijn van de rente-risicopolitiek en de bedrijfsstrategie zijn van kracht. Tweewekelijks wordt aangaande het renterisico gerapporteerd in het Asset and Liability Committee (hierna Alco) en maandelijks in het groepsriskcomité. In deze rapportering komen onder meer de volgende punten telkens aan bod: overzicht van de geaggregeerde posities, compliance met de beleidslijnen en beleidslimieten, de geldende assumpties, de resultaten van uitgevoerde stress tests en aanbevelingen. Maandelijks wordt aan de respectievelijke directiecomités en raden van bestuur van de Argenta Groep gerapporteerd. Liquiditeitsrisico Voor het meten, opvolgen, controleren en rapporteren van het liquiditeitsrisico heeft de Vennootschap een aangepast MIS, inclusief noodplan om zowel onder normale als uitzonderlijke omstandigheden het liquiditeitsbeheer op een adequate wijze te kunnen uitvoeren.
230
Het dagelijks liquiditeitsbeheer, de definitie van “early warning indicators” (EWI’s) en de organisatie van stress-testen werden beschreven in het “Liquidity Contingency Plan” (LCP). Dagelijks worden rapporten over de funding verspreid over een breed doelpubliek, inbegrepen alle leden van het directiecomité. Daarnaast is de bespreking van de waarschuwingsindicatoren een vast punt op het (minstens) tweewekelijkse Alco. Het hoger management wordt met andere woorden op een continue basis betrokken bij het liquiditeitsbeheer. Operationeel risico Doordat risico’s inherent zijn aan alle operationele activiteiten en beslissingen, hebben alle ondernemingen waaronder financiële instellingen, te maken met operationeel risico. Conform de Basel- en Solvencyteksten definieert de Vennootschap operationeel risico als het risico op verliezen als gevolg van hetzij tekortschietende of falende interne processen, mensen en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Deze definitie omvat onder meer ook juridisch risico en compliancerisico, maar niet het strategisch risico. “Tekortschietend of falend” verwijst naar een opdracht voor het management: middels beheersmaatregelen zorg dragen voor aangepaste procedures en systemen en de faalkans van medewerkers op een voor de Vennootschap aanvaardbaar niveau te handhaven Het stelselmatig verder geactualiseerde beleid inzake het operationeel risico (opgenomen in een beleidslijn operationeelrisicobeheer) zet een structuur en een organisatie uit (inclusief rollen en verantwoordelijkheden) op het niveau van de Argenta Groep. Het definieert eveneens de rapporteringslijnen van de verschillende dochtervennootschappen, die zelf verantwoordelijk blijven voor het beheer van hun eigen operationeel risico. Het risicodepartement van de Argenta Groep verzekert dat elke dochtervennootschap het operationeel risico beheert op een gelijkvormige manier en dat elke dochtervennootschap elk risico beheert dat een impact zou kunnen hebben op de business of op andere dochterondernemingen binnen de Argenta Groep. De Vennootschap heeft een beperkt aantal producten en diensten wat aanleiding geeft tot een minder complex risicoprofiel. De gestandaardiseerde producten en processen geven minder noodzaak tot manuele tussenkomsten. De processen zijn sterk geautomatiseerd wat de kans op menselijke fouten vermindert. Algemeen wordt echter ook aangenomen dat operationele risico’s in de bedrijven gaandeweg zullen toenemen. Dit is dan onder meer toe te schrijven aan de snel wijzigende technologische omgeving (met onder meer ook internet en e-commerce), de toenemende complexiteit en multiplicatie van producten alsmede de algemene trend van uitbesteding van niet-kernactiviteiten In 2009 werd in elke directie/elk proces een tweede Risk self assessment (RSA) ingepland. De uitvoering zal gefinaliseerd worden in 2010. Sinds einde 2009 worden de incidenten m.b.t. operationeel risico geregistreerd in een nieuwe databank. Deze databank is nog in opbouw, maar zal meer zijn dan enkel een loss database. Het is de bedoeling deze databank uit te bouwen tot een volwaardige risicodatabank waarin alle (niet enkel operationele) risico’s worden geïdentificeerd, beoordeeld, opgevolgd en van waaruit kan worden gerapporteerd. Deze databank zal tevens de Audit-/Risk- en Compliancevaststellingen en – aanbevelingen evenals de incidenten m.b.t. de risico’s bevatten. Dit zal de Vennootschap toelaten te voorzien in een efficiëntere bijsturing van de beheersmaatregelen, wat een duidelijke invulling is van de focus op het kwalitatieve beheer van het operationele risico.
231
Dit streven naar kwaliteit is een kerndoelstelling voor eenieder binnen de Argenta Groep en zal zich reflecteren in o.a. de driemaandelijkse internecontrolerapportering en een verhoogd maturiteitsniveau. 7.
Het risicobeheer bij de Bankpool
Controlefuncties Naast de onafhankelijke controlefuncties interne audit en compliance, die reeds eerder op het niveau van de Argenta Groep werden uitgebouwd, werd het groepsrisicobeheer in 2009 verder aangevuld met één persoon voor verzekeringsrisico. De riskcel bevindt zich op niveau van BVg. Deze riskcel pakt de specifieke bedrijfsrisico’s aan: kredietrisico, financieel risico, verzekeringsrisico en operationeel risico. Dit belet evenwel niet dat het risicobeheer binnen elke entiteit in volle verantwoordelijkheid wordt georganiseerd en gedragen. Binnen de Argenta Groep blijft het kredietrisico, het renterisico, het verzekeringsrisico en het operationeel risico de verantwoordelijkheid van de bestuursorganen van de verschillende groepsvennootschappen. Hiervoor kan de Bankpool wel een beroep doen op ondersteunende diensten op groepsniveau en er wordt op groepsniveau geëvalueerd of de risico’s binnen het kader van de groepsbeleidslijnen passen. Verder worden er belangrijke inspanningen gedaan om de kennis en de ervaring in deze gespecialiseerde domeinen te optimaliseren. ICAAP en economisch kapitaal Het financiële risicobeleid van de Vennootschap dient naast de eigen beslissingen van het management rekening te houden met de prudentiële “Internal Capital Adequacy Assesment Policy” (ICAAP). Het ICAAP is een proces dat binnen het internal governance van de Vennootschap moet zeker stellen dat het bestuur en de leiding: -
de risico’s van de groep correct identificeert en meet; voldoende kapitaal aanhoudt in verhouding tot de gelopen risico’s; gebruik maakt van professionele risicobeheerssystemen en deze verder ontwikkelt.
Dit houdt in dat in alle omstandigheden (stresscenario’s) en met voldoende graad van zekerheid de eigenvermogensvereisten van de Bankpool, en al haar geledingen, worden gerespecteerd. Dit wordt uitgedrukt door het economisch kapitaal waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende risico’s. Dit economisch kapitaal zal een van de belangrijkste pijlers worden van het toekomstig beleid. De dynamische groei van de financiële markten en het stijgende gebruik van complexere bankproducten hebben grote veranderingen teweeg gebracht in de business omgeving van de Vennootschap. Deze uitdagingen vereisen competente mensen en adequate processen en systemen voor de beperking en doelgerichte controle van de risicopositie van de Vennootschap. Naast het beschrijven van methodes voor de berekening van de regulatore kapitaalvereisten (kwantitatieve vereisten) legt het Basel II akkoord verhoogde nadruk op risicomanagement en geïntegreerd groepswijd management (kwalitatieve vereisten). De Vennootschap wordt verplicht om adequate procedures en systemen te implementeren met het oog op het verzekeren van haar kapitaaltoereikendheid op lange termijn met in acht name van alle materiële risico’s.
232
De ICAAP-richtlijnen vormen het absolute vertrekpunt en basisfilosofie bij de implementatie van het beleid van de Vennootschap. De concrete invulling, m.a.w. de selectie en adequaatheid van de methodes, wordt volledig uitgewerkt in lijn met de complexiteit (of eerder eenvoud) en schaalgrootte van de Vennootschap. De complexiteit van de Vennootschap of eerder eenvoud is een belangrijk punt voor de Vennootschap en wordt nadrukkelijk behandeld in een hoofdstuk over de proportionaliteitsprincipes. Het doel van deze ICAAP-beleidslijn is om enerzijds te beschikken over een interne zeer transparante beleidslijn inzake kapitaalbeheer en om anderzijds een wederzijds begrip te ontwikkelen tussen het management van de Vennootschap en de toezichthouder(s) met betrekking tot de praktische ICAAPimplementatie van de Vennootschap. 8.
De organisatie van de Vennootschap, de Bankpool en de Argenta Groep
Risicobeheer Het directiecomité van BVg bepaalt de krijtlijnen waarbinnen de verschillende groepsvennootschappen hun activiteiten en hun verantwoordelijkheden kunnen uitoefenen. Teneinde over een geïntegreerd risicobeheer te beschikken wordt het groepsrisicobeheer gecentraliseerd op niveau van BVg. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de risico’s verbonden aan de eigen activiteiten, berust evenwel bij de leiding van de verschillende groepsvennootschappen. De Argenta Groep – Automatisering Een verdere evolutie van de ICT structuur naar ‘demand en supply’ met een explicitering van de rollen in afdelingen:
operaties; portfolio en performance management; analyse en project management; applicatie ontwikkeling; systeem ontwikkeling; en Informatierisicobeheer.
De processen ‘incident en problem management’ en het volledige ‘change management’ werden ondergebracht in een aparte afdeling “operaties”, dit om het dagelijks beheer van de infrastructuur en applicaties te scheiden van het opleveren van nieuwe projecten. Samen met de centralisatie van de ICT helpdesk kanalen heeft deze ‘focus’ op operaties geleid tot de halvering van het aantal incidenten. Een aantal incidenten hebben echter nog steeds geleid tot een niet functioneren van de door de Vennootschap aangeboden diensten, waaronder het Internetbankieren. Het opstarten van het virtueel kantoor en de massale campagne voor het gebruik van Internet bankieren heeft in de tweede jaarhelft voor een verviervoudiging van het piekgebruik van deze webapplicatie gezorgd. Ondanks de geleidelijke verhoging van de capaciteit van 500 tot 2000 klanten tegelijkertijd bankieren zijn er nog regelmatig momenten geweest van verminderde werking. De gestructureerde rapportage (incidenten hoge impact, aangekondigde changes, geconsolideerde maandcijfers), doorvertaald in KPI’s en besproken tijdens de verschillende stuurgroepen, zorgden voor een verstrengde governance van de leverancierscontracten. Samen met de creatie van de functie van ICT–controller leidde dit tot een striktere budgetcontrole met een kostenreductie als gevolg.
233
Vanuit de afdeling “portfolio en performance management” werd een bedrijfsbreed Lean Programma in functie van de creatie van een continue verbeteringscultuur opgestart. Ondertussen zijn vier Six Sigma Green Belts opgeleid en een tiental projecten bezig. De governance van de projecten werd herwerkt naar de ‘gated approach’. Op bepaalde momenten in de levenscyclus van een project wordt door het directiecomité van de Vennootschap beslist om verder te gaan of te stoppen. Op deze zogenaamde ‘gates’ moet welbepaalde gestructureerde informatie over het project aanwezig zijn. In de afdeling “analyse en project management” werd hiervoor een PMO opgestart en een projectdashboard uitgewerkt. De releasewerking werd bestendigd en is volledig doorgedrongen in de business. Naast de drie Major Releases is de afdeling “applicatie ontwikkeling” sinds november 2009 klaar om te starten met de Minor Releases. Hierdoor is het mogelijk voor business om sneller wijzigingen in productie te krijgen. Eén van de voorwaarden hiervoor was de invoering van de SIM (simulatie van productie) omgeving, om de testen van het testteam en business efficiënter te laten verlopen. Testautomation werd verder uitgewerkt om de regressietesten zo veel mogelijk automatisch uit te voeren. In de afdeling “systeemontwikkeling” werd de strategische beslissing genomen om zelf minder te investeren en, in de plaats daarvan, soft- en hardware op huurbasis of als dienstverlening aan te schaffen. Met Microsoft, HP en Getronics werd hiervoor een Enterpise Agreement Subscription afgesloten. Tenslotte werden de functies Security en BCM gecentraliseerd in een nieuwe afdeling: “informatierisicobeheer”, van waaruit een aantal mooie realisaties werden begeleid. Invoering Identity & Access Management en Single Sign-on op de hoofdzetel waarbij een 12-tal high-risk aanbevelingen werden weggewerkt. Gelet op het feit dat het gebruik van de Digipass voor Internetbankieren België in juni 2009 volledig werd geïmplementeerd, werd de beveiliging van het kanaal Internetbankieren opgetrokken tot de marktstandaard binnen de financiële sector. De verhoging van het bewustzijn rond het belang van adequate BCP-plannen via awareness sessies per directie is eveneens een verwezenlijking van deze afdeling. De Argenta Groep – Regelgeving Tijdens het voorbije boekjaar werden op geconsolideerd niveau belangrijke inspanningen geleverd als gevolg van de implementatie van de regelgeving inzake: -
-
-
9.
de toepassing van de wetgeving op het gebied van bank- (i.e., de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten) en verzekeringsbemiddeling (i.e., de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen); de toepassing van de wet van 14 december 2005 betreffende de afschaffing van de effecten aan toonder en de Circulaires PPB 2007-4-CPB en PPB 2007-7-CPB van de CBFA; de toepassing van de wetgeving inzake de verwerking van de persoonsgegevens, zoals bepaald in de wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (privacywet); de toepassing van het Koninklijk besluit van 27 april 2007 tot omzetting van de Europese richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten, het Koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten en de Circulaire PPB-2007-8-CPB van de CBFA.
Personeel van de Vennootschap en de Bankpool
De Vennootschap
234
De Vennootschap stelde in 2009 353 medewerkers tewerk, hetgeen een daling is met 57 personen tegenover 2008. In het zelfstandige kantorennet stijgt het aantal personeelsleden in 2009 met 2. De Bankpool In 2009 waren er 398 medewerkers bij de Bankpool tewerkgesteld. In de Bankpool daalde het personeelsbestand in 2009 met 70 personen. Aangezien de personeelsleden in het bijkantoor Nederland op de payroll van de Vennootschap staan, worden zij opgenomen in het personeelsaantal van de Vennootschap. 10.
Corporate governance
De raad van bestuur van de Vennootschap vergaderde afgelopen boekjaar 11 maal. De raden van bestuur van de Argenta Groep zijn structureel op een vergelijkbare wijze samengesteld. Zij omvatten steeds: -
de leden van het directiecomité van de betrokken vennootschap (de uitvoerende bestuurders); een aantal onafhankelijke bestuurders; een aantal bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen (samen met de onafhankelijke bestuurders, de niet-uitvoerende bestuurders).
De voorzitter wordt gekozen uit de bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen. Het aantal bestuurders dient voor iedere raad van bestuur bij voorkeur niet groter te zijn dan vijftien. De mandaten van de bestuurders hebben in beginsel een duurtijd van drie jaar. Voor bestuurders geldt een leeftijdsgrens als volgt: uitvoerende bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend wanneer zij de volle leeftijd van 65 jaar bereiken; niet-uitvoerende bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend wanneer zij de volle leeftijd van 70 jaar bereiken; De raad kan in individuele gevallen afwijkingen op deze regel toestaan. De raden van bestuur zijn zo samengesteld dat geen van de drie erin te onderscheiden groepen (de bestuurders die de familiale aandeelhouder vertegenwoordigen, de onafhankelijke bestuurders en de bestuurders-leden van het directiecomité) de meerderheid hebben. Anderzijds wordt de meerderheid in de raden van bestuur steeds gevormd door niet-uitvoerende bestuurders. 11.
Rating
Eind 2009 werd door Standard & Poor’s de rating van de Vennootschap BBB+/A-2 bevestigd, met negatieve outlook. Een verdere strategische doelstelling van de Vennootschap blijft het verhogen van deze rating.
235
12.
Bespreking van de jaarrekening van de Vennootschap over het boekjaar 2009
Balans en resultatenrekening Het balanstotaal bedraagt 29.195.672.686 EUR. Dit betekent een stijging met 1.263.476.369 EUR of 4,52% . De winst van het boekjaar bedraagt 67.708.366 EUR. De renteopbrengsten daalden met 10,51 % tot 1.082.871.975 EUR. De rentekosten daalden met 6,74% en bedragen 856.606.648 EUR. De ontvangen provisies van 54.086.310 EUR waren 32,45% hoger dan vorig jaar. De betaalde provisies dalen met 20.383.781 EUR of 15,28% tot 112.997.123 EUR. Het voorbije jaar werden per saldo 66.499.752 EUR meerwaarden uit realisatie van beleggingseffecten gerealiseerd; dit is meer dan de 11.162.019 EUR in 2008. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen namen met 0,08% toe en bedroegen per 31 december 2009 22.931.417 EUR. De daling van de afschrijvingen van 60.536.036 EUR tot 58.945.392 EUR is nagenoeg uitsluitend te wijten aan de lagere afschrijving van de geactiveerde commissielonen op kasbons en hypothecaire leningen ten gevolge van een lagere productie. In de loop van 2009 werd er voor een notioneel bedrag van 1,730 miljard EUR bijkomende interest rate swaps afgesloten in het kader van het renterisicobeheer. Dit bracht het notioneel totaal van de uitstaande swaps op 6,365 miljard EUR. Hiernaast bestaan er nog 2 swaps, voor een notioneel bedrag van 3,321 miljard EUR die afgesloten werden in het kader van 2 effectiseringstransacties. In het kader van het beheer en indekking van de het renterisico van de bank heeft Argenta in de loop van 2007 en 2008 een aantal derivaten (interest rate swaps) afgesloten waarbij de bank een vaste rentevoet betaalt en vlottend ontvangt. Deze transacties werden in het verleden als onderdeel van het ALM beheer niet tegen marktwaarde gewaardeerd maar met erkenning van de resultaten op proratabasis over de looptijd van de verrichting. In het kader van een actief ALM beleid en ter ondersteuning van haar toekomstige rente inkomen heeft de bank in het laatste kwartaal van 2009 de oorspronkelijke indekking verminderd door het afsluiten van een aantal tegengestelde renteswaps waarop een vaste rente wordt ontvangen en een vlottende rente wordt betaald. Deze swaps dienen per 31 december 2009 aan marktwaarde geboekt te worden met de wetenschap dat toekomstige bewegingen in de marktwaarde van deze instrumenten via de resultatenrekening verwerkt zullen worden. De (per einde december 2009) bestaande latente minderwaarde ad 94,3 miljoen EUR zal boekhoudkundig naar resultaat vloeien symmetrisch met de opbrengsten gegenereerd door de oorspronkelijk ingedekte activa. De raad van bestuur heeft besloten om hogergenoemde latente minderwaarde van de opgebroken interest swaps uit voorzichtigheidsredenen in mindering te brengen van het beschikbare eigen vermogen ter bepaling van de eigenvermogensratio’s, zowel op solo-basis als op geconsolideerde basis.
236
Eigen vermogen en ratio’s Na de voorgestelde winstverdeling bedraagt het eigen vermogen volgens de balans per 31 december 2009 694.007.901 EUR . Dit is een toename met 10,65% t.o.v. 2008. Het rendement op het eigen vermogen bedraagt 10,79% vergeleken met 8,68% vorig jaar. Op het eigen vermogen in brede zin bedraagt het rendement 7,13% vergeleken met 5,13% vorig jaar. Het totale reglementair eigen vermogen bedraagt 854.415.990 EUR of een daling met 15,20% tegenover vorig jaar. De solvabiliteitsratio na winstverdeling bedraagt 12,13% en de gearing ratio 3,06% tegenover respectievelijk 13,50% en 3,75% vorig jaar. De Cost-income ratio evolueert van 80,13% per 31 december 2008 naar 74,66% per 31 december 2009. Om een vollediger beeld te krijgen van de huidige situatie van de Vennootschap dient dit jaarverslag en de (geconsolideerde) jaarrekening van de Vennootschap in samenhang gelezen te worden met het geconsolideerd jaarverslag en de geconsolideerde jaarrekening van BVg. Winstverdeling Na toepassing van de afschrijvingen en waardeverminderingen, bedraagt de te bestemmen winst van het boekjaar 67.708.366 EUR. Voorgesteld wordt om de te bestemmen winst als volgt te verdelen: - aan de wettelijke reserve: - aan de beschikbare reserve: - uit te keren winst: 13.
3.385.418 EUR 63.440.948 EUR 882.000 EUR
Bespreking van de jaarrekening van de Bankpool over het boekjaar 2009
Balans en resultatenrekening onder IFRS Het balanstotaal van de Bankpool stijgt van 30.037.790.547 EUR naar 31.471.500.773 EUR per 31 december 2009. Dit is een groei met 1.433.710.226 EUR of 4,77 %. Onder de rubriek “financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden” zijn de swaps met een positieve reële waarde terug te vinden. De twee vermelde swaps werden allebei afgesloten in het kader van effectiseringstransacties. De voor verkoop beschikbare financiële activa, die tegen reële waarde worden opgenomen in de balans, stegen verder met 37,08% van 8.075.535.282 EUR naar 11.069.760.578 EUR. Onder deze rubriek ressorteren alle aandelen, obligaties en andere vastrentende effecten. De portefeuille leningen en vorderingen daalde met 1.634.767.386 EUR of 7,65%. Deze daling is voornamelijk terug te vinden bij de leningen en vorderingen op kredietinstellingen (daling van het bedrag aan termijnrekeningen bij andere financiële instellingen). In het najaar van 2008 heeft de Bankpool het kader uitgewerkt om hedge accounting te kunnen toepassen in IFRS. Door toepassing van hedge accounting kunnen de compenserende effecten van veranderingen in reële waarde van afdekkingsinstrumenten (in casu het vaste onderdeel van swaps bij de Bankpool) en de reële waarde van de afgedekte instrumenten (in casu een afgedekte positie van de kredietportefeuille) in de resultatenrekening van dezelfde periode worden verwerkt.
237
Onder de rubriek “wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte posities” is de compenserende reële waarde van de afgedekte positie kredieten terug te vinden. In september 2007 en december 2008 werden effectiseringstransacties uitgevoerd waarbij Nederlandse hypothecaire leningen met een NHG (Nationale Hypotheek Garantie) werden verkocht aan een SPV genaamd Green Apple. Het management heeft geoordeeld dat deze SPV omwille van de geldende IFRS regels dient te worden geconsolideerd. Onder de rubriek “financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden” zijn de swaps met een negatieve reële waarde terug te vinden. Onder deze rubriek staan per einde 2009 acht swaps. Twee swaps die afgesloten werden in het kader van bovenvermelde effectiseringstransacties en 6 swaps die afgesloten werden in het kader van het ALM beheer. Omwille van IFRS technische opvolgingsredenen werden deze swaps niet opgenomen onder de hedge accounting. Het betreft hier drie swaps die vroeger wel onder hedge accounting verwerkt werden en drie swaps die in oktober 2009 werden afgesloten. De financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs stegen met 1.085.760.445 EUR of 3,79%. In dit bedrag zitten de door de SPV Green Apple, in het kader van de eerste effectiseringsoperatie van september 2007, uitgegeven A notes (AAA rating (Fitch)) ten bedrage van 1,486 miljard EUR. De winst van het boekjaar bedraagt 68.000.490 EUR (t.o.v. 86.143.954 EUR in 2008). De netto rentebaten daalden met 45.068.278 EUR of 17,05%. Deze daling werd grotendeels gecompenseerd door een globale daling van 31.985.669 EUR bij de netto baten uit provisies en vergoedingen. De ontvangen baten en provisies stegen met 12.353.433 EUR (28, 27%) als gevolg van ondermeer de stijgende verkoop van buitenbalansproducten. De betaalde provisies en vergoedingen daalden met 19.632.236 EUR (14.79%) als gevolg van ondermeer de lagere productie van kredieten. De geactiveerde commissielonen worden over de looptijd van de financiële instrumenten geamortiseerd en zij zijn terug te vinden bij de renteopbrengsten en rentekosten. Het voorbije jaar werden per saldo 59.935.223 EUR meerwaarden uit realisatie van beleggingseffecten geboekt; dit is meer dan de 7.214.447 EUR in 2008. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bleven quasi gelijk en bedragen per 31 december 2009 26.176.285 EUR. Ten opzichte van de geconsolideerde Belgische GAAP winst van het boekjaar is de IFRS winst van het boekjaar 1.865.953 EUR lager. Deze delta is in hoofdzaak de resultante van de negatieve impact van de reële waardewijzigingen van de financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden en een positieve impact van de andere manier van amortiseren van de geactiveerde commissielonen. Eigen vermogen Het IFRS eigen vermogen per einde 2009 bedraagt 887.889.369 EUR t.o.v. 735.759.742 EUR per einde 2008 (een toename met 20,68%). Een groot deel van deze toename heeft echter betrekking op de “herwaarderingsreserve voor verkoop beschikbare activa”. Deze bedroeg per einde 2009 108.166.422 EUR t.o.v. 4.037.285 EUR per einde 2008. Deze herwaarderingsreserve kan niet gebruikt als nuttig eigen vermogen bij de Basel II eigen vermogensberekening.
238
Om een vollediger beeld te krijgen van de huidige situatie van het geconsolideerd geheel dient de (geconsolideerde) jaarrekening en dit jaarverslag van de Vennootschap in samenhang gelezen te worden met de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerd jaarverslag van BVg. 14.
Informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden
Sinds het einde van het boekjaar hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen meer voorgedaan op het gebied van de Vennootschap en de Bankpool. 15.
Inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap en de Bankpool aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van die aard zijn dat zij ernstig nadeel berokkenen aan de Vennootschap en de Bankpool.
Er zijn momenteel geen omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap en de Bankpool aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. 16.
Informatie omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en
ontwikkeling
Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling werden geen specifieke werkzaamheden verricht. 17.
Gegevens betreffende het bestaan van bijkantoren
De Vennootschap heeft een bijkantoor in Nederland, gevestigd te Breda, Essendonk 30, dat werd opgericht in 2003. De andere vennootschappen van de Bankpool hebben geen bijkantoren. 18.
Toepassing van artikel 134 van het Wetboek van Vennootschappen.
De Vennootschap Tijdens het boekjaar 2009 werden aan de commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren BV ovve CVBA of aan bedrijven die hiermee beroepshalve in een verband van samenwerking staan, bijkomende emolumenten toegekend ingevolge bijkomende prestaties met betrekking tot nazicht en analyse IFRS, ICAAP, ontwerpkader beheer liquiditeitsrisico, bullet risico en FIRB assumpties, renterenseignering, studiekosten en adviezen, opleiding, fiscaal advies en controle m.b.t. geldverstrekkerverantwoording voor een totaal bedrag van 145.675 EUR (excl. BTW). De Bankpool Tijdens het boekjaar 2009 werden aan de commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren BV ovve CVBA of aan bedrijven die hiermee beroepshalve in een verband van samenwerking staan, bijkomende emolumenten toegekend ingevolge bijkomende prestaties met betrekking tot nazicht en analyse IFRS, ICAAP, ontwerpkader beheer liquiditeitsrisico, bullet risico en FIRB assumpties, renterenseignering, voorziening voor begeleiding FINREP, COREP en MIFID rapportering in Luxemburg, studiekosten en adviezen, opleiding, fiscaal advies en controle m.b.t. geldverstrekkerverantwoording voor een totaal bedrag van 166.500 EUR (excl. BTW). 19.
Kapitaalverhogingen
De Vennootschap Er werden in de loop van het boekjaar 2009 geen kapitaalverhogingen doorgevoerd. 239
De Bankpool Er werden in de loop van het boekjaar 2009 geen kapitaalverhogingen doorgevoerd. 20.
Verwerving van eigen aandelen
Noch de Vennootschap, noch een rechtstreekse dochtervennootschap, noch een persoon handelend in eigen naam maar voor rekening van de Vennootschap of de rechtstreekse dochtervennootschap heeft aandelen van de Vennootschap verworven. 21.
Externe mandaten en persoonlijk belang van de bestuurders
De bestuurders melden dat er gedurende het boekjaar geen verrichtingen of beslissingen hebben plaatsgevonden die vallen onder de toepassing van artikel 523 W.Venn. Volgende bestuurders van de Vennootschap, die gedurende boekjaar 2009 een mandaat van bestuurder hadden, hebben tevens tijdens het afgelopen boekjaar 2009 externe mandaten (buiten de Argenta Groep of hun eigen management vennootschap uitgeoefend): 1. Marc De Moor: in Eerste Vlaamse Effectisering nv, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Koloniënstraat 40, vennootschap voor belegging in schuldvorderingen, genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; 2. Ter Lande Invest nv, vast vertegenwoordigd door Walter Van Pottelberge in: Adminbel nv, met maatschappelijke zetel te 9060 Zelzate, Industriepark Rosteyne 1, adviesbureau op het gebied van bedrijfsvoering en beheer, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder, einde mandaat op 1 april 2009; Artas nv, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Torhoutsesteenweg 52, rechtstreekse verzekeringsverrichtingen niet-leven, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder. Walter Van Pottelberge (vaste vertegenwoordiger van Ter Lande Invest nv) in: Justitia nv, met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 295, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Markgrave Infrastructuur en Diensten aan Bedrijven nv, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Markgravestraat 14, beheer eigen vermogen, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als voorzitter van de raad van bestuur; Private Insurer nv, met maatschappelijke zetel te 1160 Brussel, Avenue Tedesco 7, financiële instelling, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Record Credit Services cvba, met maatschappelijke zetel te 4000 Liège, Rue GeorgesClémenceau 13, kredietinstelling, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als voorzitter van de raad van bestuur; Unibreda comm.v., met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 303, niet-uitvoerend vennoot; Vanbreda International nv, met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 299, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Vanbreda Risk & Benefits nv, met maatschappelijk zetel te 2140 Borgerhout, Plantin en Moretuslei 297, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder;
240
Stichting Edgard Castelein en C. Jussiant, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Markgravestraat 12, instelling van openbaar nut, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als voorzitter van de raad van bestuur; Cryo-Save Group nv, met maatschappelijke zetel te 7201 HB Zutphen, Ijsselkaai 8, naamloze vennootschap, beursgenoteerd op euronext Amsterdam, als lid Raad van Commissarissen; Gudrun Group nv, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Avenue des Arts 50, naamloze vennootschap, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Inventive Designers nv, met maatschappelijke zetel te 2660 Antwerpen, SintBernardsesteenweg 552, naamloze vennootschap, niet genoteerd op een gereglementeerde markt, als bestuurder; Goffin Bank nv, met maatschappelijke zetel te Verlorenbroodstraat 120 bus 1, 9820 Merelbeke, als bestuurder, einde mandaat op 30 december 2009. 22.
Maatregelen die de Vennootschap en Bankpool hebben getroffen teneinde zich te beschermen tegen risico’s verbonden aan het gebruik door de Vennootschap en de Bankpool van financiële instrumenten voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat
De Vennootschap Behalve het aankopen van swaps ter bescherming tegen een stijging van de korte termijnrente werden er geen afgeleide producten gebruikt voor de rechtstreekse hedge van transacties of ter indekking van specifieke portefeuilles waarvoor hedge accounting van toepassing is. De Bankpool Behalve de hierboven vermelde aankopen werden er geen afgeleide producten gebruikt voor de rechtstreekse hedge van transacties of ter indekking van specifieke portefeuilles waarvoor hedge accounting van toepassing is. 23.
De verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité
Met ingang van 17 juni 2008 bestaat enkel nog een auditcomité op het niveau van BVg. Als gevolg hiervan wordt inzake de inrichting van het auditcomité verwezen naar het gecombineerd jaarverslag van BVg over boekjaar 2009. *
*
*
9 april 2010,
De raad van bestuur
____________________ L. Heymans Bestuurder
____________________ M. Troch Bestuurder
241
12.4. Controle van historische jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële informatie 12.4.1.Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten per 31/12/2008
242
243
244
245
12.4.2. Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten per 31/12/2009
246
247
12.4.3. Beperkte revisoraal nazicht met betrekking tot de geconsolideerde financiële staten van Aspa per 30 juni 2010
248
249
250
12.5 Rechtszaken en arbitrages Er zijn, naar weten van Aspa, de voorafgaandelijke twaalf maanden geen overheidsingrepen, rechtzaken of arbitrages hangende geweest of ingeleid, die een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van Aspa of de Argenta Groep. 12.6 Wijziging van betekenis in de financiële of handelspositie van de uitgevende instelling Na het einde van de laatste verslagperiode heeft zich geen wijziging van betekenis voorgedaan in de financiële- of handelspositie van Aspa en de Argenta Groep.
13 Belangrijke overeenkomsten Er zijn geen belangrijke overeenkomsten die buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening van Aspa zijn aangegaan en die ertoe kunnen leiden dat Aspa een verplichting heeft die, of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor het vermogen van Aspa om haar verplichtingen jegens houders van uitgegeven effecten na te komen.
14. Ter inzage beschikbare documenten Tijdens de geldigheidsduur van het volledige prospectus is op de maatschappelijke zetel van BVg, gelegen te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53, inzage mogelijk van de volgende documenten: -
de laatste gecoördineerde statuten van Aspa en BVg. Aspa en BVg zijn er eveneens toe gehouden hun (herschreven of gewijzigde) statuten, alsook alle overige akten die dienen te worden gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad, neer te leggen ter griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, waar zij eveneens ter inzage worden gesteld van het publiek;
-
De enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van Aspa en BVg met inbegrip van de toelichting voor beide boekjaren die aan de publicatie van dit registratiedocument van het prospectus voorafgaan. De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen alsook de verslagen van de raad van bestuur en de commissaris in verband daarmee, worden eveneens gedeponeerd bij de Belgische Nationale Bank, waar ze ter inzage worden gesteld van het publiek;
-
De enkelvoudige jaarrekening van de dochteronderneming van Aspa, Argentabank Luxembourg S.A., voor beide boekjaren die aan de publicatie van dit registratiedocument van de emittent van het prospectus voorafgaan;
-
De enkelvoudige jaarrekening van Argenta Assuranties nv, dochteronderneming van BVg, voor beide boekjaren die aan de publicatie van dit registratiedocument voorafgaan. De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de raad van bestuur en de commissaris in verband daarmee, worden eveneens gedeponeerd bij de Belgische Nationale Bank, waar ze ter inzage worden gesteld van het publiek;
-
de enkelvoudige jaarrekening van Argenta Nederland n.v., dochteronderneming van BVg, voor beide boekjaren die aan de publicatie van dit registratiedocument van het prospectus voorafgaan.
251