SPORTDAG VLAAMSE AMBTENAREN 2012
LANGE STADSWANDELING Deze wandeling start bij het Brusselse Zuidstation. Het wandeltraject leidt doorheen de gemeente Anderlecht. Ze begint op amper enkele honderden meters van de Grote Markt en loopt tot het landelijke Neerpede tussen de grazende koeien bij de grens met Vlaanderen. Deze wandeling toont je de onvoorstelbare diversiteit van de stad. Hoogstad en laagstad, autochtonen en allochtonen, industriële, handels-, woon- en landbouwzones: het zit er allemaal in. Bij het eindpunt van de wandeling neem je de metro die je terugbrengt naar het Centraal Station. Dat is meteen het einde van deze Brusseltocht. Bij het gebruik van dit uitgeschreven wandeltraject gaan we ervan uit dat je als voetganger de wegcode respecteert. Onderweg kom je voorbij een Bloso-controlepost waar de betalingscontrole gebeurt en waar je een deelnameattest met instempel en een metroticket (indien je vooraf ingeschreven bent) ontvangt. De uitstempel ontvang je bij het einde van de wandeling aan het Centraal Station. Verder bieden we je een aantal tips voor je middagpauze. Heb je bij de start nog vragen, dan kan je terecht bij onze medewerker met Bloso-fluo-shirt. Je vindt hem bij de uitgang 'Hortaplein' van het Zuidstation. En ten slotte, voorzie behoorlijke wandelschoenen die ook geschikt zijn voor kasseistroken en mogelijk modderige aardewegen tussen de velden. -oOoHet vertrekpunt is de grote centrale stationshal van het Zuidstation. Het Brusselse Zuidstation onderging de laatste 20 jaar grondige wijzigingen. Dat had alles te maken met de komst van de hogesnelheidstrein Thalys vanuit Parijs en de Eurostar vanuit Londen. De perrons kregen een volledig nieuwe overkapping. De centrale hal werd grondig gerenoveerd. Er kwamen een volledig nieuwe lokettenzaal in de grote hal onder de sporen en ook een winkelcentrum. Wandel de centrale stationshal helemaal door in de richting van de dalende perronnummers tot je bijna buiten staat. In de hal wandel je voorbij de Eurostar-terminal. Deze lijkt wat op die van een luchthaven. Ook hier wordt de bagage gescand en moeten passagiers hun identiteitspapieren en reisbiljet laten zien. Een eis van de toenmalige 'Iron Lady', de Britse premier Margaret Thatcher. Na de vliegtuigaanslag boven Lockerbie stond zij er op dat de terminal streng beveiligd zou worden tegen aanslagen. Zo'n aparte terminal was echter oorspronkelijk niet voorzien, waardoor een extra dure uitbreiding noodzakelijk was. Dat betekende o.a. dat de typische stationstoren met uurwerk er moest aan geloven. Net voor je bij de glazen deuren het stationsgebouw verlaat, hangt aan je rechterzijde een indrukwekkende tekening van Kuifje die vanop een stoomlocomotief een Amerikaanse boef achtervolgt. De tekening is afkomstig uit de originele uitgave van het album ‘Kuifje in Amerika’ uit 1932. De tekening werd geplaatst in ste 2007 naar aanleiding van de 100 verjaardag van tekenaar Hergé. Loop door tot je op het nog nieuw ogende, langwerpige Victor Hortaplein komt. Als je het Zuidstation verlaat kom je op het Victor Hortaplein dat volledig wordt overheerst door een gigantisch kantoorblok dat hoofdzakelijk overheidsdiensten huisvest. Voor dit bouwblok werd de wereldberoemde chocoladefabriek Côte d’Or gesloopt. De vernieuwing van het station kostte handenvol geld. De NMBS dacht deze budgetten te kunnen vergaren door aan de buitenkant van het station grote winstgevende bouwprojecten op te zetten en sloeg daarom de handen in elkaar met enkele grote bouwpromotoren. Dat had spijtig genoeg tot gevolg dat de directe stationsbuurt zwaar ontwricht werd. Het zou nog jaren duren eer de wijk er enigszins bovenop kwam. Maar de immobiliënactiviteit gaat nog steeds voort: links van de bijzonder hoge Zuidertoren wordt op dit ogenblik het bouwproject 'Victor' gerealiseerd: in deze hoogste toren van het land komen kantoren, woningen en horeca. Ter hoogte van de stationsuitgang staat op het plein het borstbeeld voor Paul-Henri Spaak, een van de oprichters van Europa maar ook voormalig burgemeester van Sint-Gillis. Kijkend naar de stationsingang wandel je naar rechts tot het einde van het plein.
1 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Neem onderweg een kijkje in de centrale hal van het kantorencomplex rechts. Misschien is Midi Station open: een grote restaurant-brasserie met lounge en bar van de Portugese Belg Antoine Pinto (o.a. bekend van de restaurants Ostend Queen aan de kust alsook Belga Queen en La Quincaillerie in Brussel). Maar Brussel is Parijs niet. Pinto zag het net iets te groot. Na faillissement werd de zaak op kleinere schaal heropgestart, onder leiding van Dirk De Prins, voormalig jurylid van het TV-programma 'Mijn restaurant'. Op het einde van het plein wijkt aan de linker pleinzijde de rooilijn van het stationsgebouw plots naar achter. Links boven vang je een glimp op van de overkapping over de HST-sporen. In het verlengde van het plein staan er waarschijnlijk bussen die reizigers brengen naar Brussels South, de budget-luchthaven van Charleroi. Oorspronkelijk liep de Frankrijkstraat helemaal door maar door de noodzakelijke uitbreiding van het station met de Eurostar-terminal moest de straat ingekort worden. Neem bij het ING-bankfiliaal naar rechts en wandel tot bij de verkeerslichten. Aan de overzijde van de drukke, brede Barastraat zie je twee straten. Het is de linkse die je moet hebben. Bijgevolg steek je zowel de Barastraat als de Onderwijsstraat over tot bij het linker trottoir van de Eloystraat. In het verlengde van de Onderwijsstraat wordt aan de rechter straatkant een voormalig industrieel pand verbouwd tot loft. Wandel je de linker straatkant van de Eloystraat op dan ligt er halfweg deze straat een nieuwe binnenstraat met 140 splinternieuwe appartementen. Deze werden gebouwd door het Brussels Gewest op een site die tot voor enkele jaren een busdepot was van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn. Dergelijke injecties van nieuwe buurtbewoners zijn niet onbelangrijk. Even verder bereik je het kruispunt met de brede Herzieningslaan. De Herzieningslaan is een van de hoofdstraten van Kuregem. Amper 200 jaar geleden zag het er hier helemaal anders uit: een soort overstromingsgebied van de Zenne met wat veeteelt en enkele de watermolens. Vanaf einde 18 eeuw verschenen de eerste industriële activiteiten (weverijen, ververijen, blekerijen …). De afbraak van de Brusselse stadsomwalling en de aanleg van het kanaal naar Charleroi opende nieuwe mogelijkheden. In 1864 besliste de gemeente om de weigronden om te vormen tot bouwgronden. Met de verkoop van de percelen wou het eerst niet zo vlotten. De eigenaars groepeerden zich daarom in de 'Société Immobilière de Cureghem' dat de gemeente grote stukken grond aanbood om daar een nieuw gemeentehuis en -plein en gemeentescholen te bouwen. Ondanks het protest van de inwoners van oud Anderlecht keurde de gemeenteraad in 1872 het voorstel goed. De ontwikkeling van de wijk kon van start gaan. de Door zijn uitzonderlijke ligging langs het kanaal Brussel-Charleroi kende Kuregem in die 19 eeuw een enorme economische bloei. Lange tijd draaide het leven rond textielfabrieken rond de as van de Barastraat en vleesindustrie rond de beroemde slachthuizen. Deze activiteit zorgde voor rijkdom en dat merk je aan de architectuur langs de brede Herzieningslaan die begin 20ste eeuw was volgebouwd. Vanaf 1965 trok heel wat bedrijvigheid weg. 15 jaar later sloeg de verpaupering toe. Jarenlang schonk de gemeentelijke overheid amper aandacht aan Kuregem. De wijk kwam enkel nog negatief in het nieuws met rellen en straatcriminaliteit. Ondertussen ontwikkelde zich in Kuregem een half clandestiene textielindustrie en handel en een bloeiende autohandel met Afrika. Nieuwe bouwprojecten, een kordaat politieoptreden en een heel actief buurtwerk doen de buurt echter opnieuw opleven. Wandel links het trottoir van de Herzieningslaan op tot je op de middenstrook een sculptuur van het paard met veulen ziet. De naam ‘Herzieningslaan’ verwijst naar de herziening van de grondwet in 1893 met het algemeen meervoudig stemrecht. Anderlecht heeft iets met vee en huisdieren. Dit beeld van een paard met veulen is daar een eerste voorbeeld van. Waarom, zal duidelijk worden in de loop van de wandeling. Eind jaren 1990 werden op de middenberm de oude, statige lindebomen gekapt. De pas geïnstalleerde buurtwerking ‘Piccobello Kuregem’ greep dit onmiddellijk aan om haar werking te doen gelden. Een buurtcomité werd opgestart dat alle betrokkenen (bewoners, belanghebbenden en beleidsmensen) voor de eerste keer (!) rond eenzelfde tafel bracht. In een eerste tijd ging alle aandacht naar het imago van de wijk: de inrichting en de netheid van de openbare ruimte, de ontwikkeling van het buurtleven… In een tweede fase kwam de erbarmelijke huisvesting aan bod. Op 5 jaar tijd werd een 400-tal woningen of 5% van het woningbestand beter bewoonbaar gemaakt, vaak door de betrokkenen zelf die hiervoor de nodige tips en (bescheiden) middelen kregen. Bovendien slaagt de buurtwerking er in om de eigenaars van leegstaande gebouwen (vaak van de overheid) te overtuigen om deze langdurig over te dragen zodat ze kunnen worden gerenoveerd. Recent werd de middenberm van de laan heraangelegd. Met de meeste woningen gaat het nog niet dezelfde vaart. Maar kijk je voorbij de huidige toestand, dan ontdek je mooie burgerhuizen en ooit luxueuze huurwoningen, vaak gebouwd in groepen van 4 tot 8.
2 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Sommige gevels zijn extra gedecoreerd om de verworven welstand van de bouwheer te benadrukken. Kijk ook even naar de nrs. 64 (Vlaamse neorenaissance), 65 (sgraffiti), 66 (neogotiek) en 92 (geslaagde renovatie van eclectische woning). In het huis nr. 77 werd recent een nieuw Nederlandstalig kinderdagverblijf 'Elmer Zuid' geopend. De sterke stijging van het aantal Nederlandstalige kinderen wijst op een nieuwe bevolkingsgroep die kiest voor Kuregem wegens haar betaalbaarheid en gunstige ligging dicht bij stadscentrum en Zuidstation. Wandel de laan verder af tot het einde. Maar dat alles valt in het niet bij het gigantische complex van de gewezen Veeartsenijschool. In 1882 besloot het ministerie van Landbouw de school op deze plek op te richten. Dat was de aanleiding voor de gemeente om zelf de Herzieningslaan aan te leggen. Het complex werd van 1903 tot 1909 opgetrokken in Vlaamse neorenaissancestijl (arch. Frans Seroen). Het bestaat uit 19 gebouwen op een 4 ha groot rechthoekig terrein. In de linkervleugel van dit centrale gebouw bevond zich de woning van de directeur, rechts de appartementen van het personeel. Op de tweede verdieping bevond zich de academische zaal. Achter het gebouw liggen diverse paviljoenen: het vaccinatiegebouw, een groot en een klein hospitaal, de machinekamer, stallingen, de smidse … en uiteraard klaslokalen. Voor de school loopt de Veeartsenstraat. Volg deze naar rechts - je kan een glimp opvangen van de achterliggende paviljoenen. Op sommige paviljoenen zie je een soort spriet-antenne staan: het zijn bliksemafleiders. Ze zijn ontworpen door Louis Melsens (1814-1886), een natuurkundige en scheikundige die hier les gaf. Zijn palmares telt talrijke uitvindingen. Zo voegde hij revolutionaire verbeteringen toe aan de bliksemafleider van Benjamin Franklin. Aan het verhaal van de prestigieuze Veeartsenijschool in Anderlecht kwam een einde in 1991 met de verhuis naar Sart-Tilman bij Luik. De beslissing was al in 1970 genomen toen de school in de weg bleek te liggen van een geplande stadssnelweg. En toen dit plan in 1979 afgeblazen werd, bleek de renovatie van het gebouw te duur te zijn. De sluiting was het begin van een ware lijdensweg voor het complex. Het centrale, (te?) grote gebouw werd aan de gemeente verkocht. Die zou er met Europese subsidies tegen 2013 een economisch centrum voor een zestal audiovisuele bedrijven in onderbrengen. 2013, dat lijkt ons wat kort dag. De andere gebouwen werden in 2001 aan privébedrijven verkocht. Ze werden de voorbije jaren verbouwd tot een geheel van 140 dure appartementen en lofts. Dit ging gepaard met heel wat moeilijkheden en extra kosten voor de sanering van de sterk vervuilde bodem. Bij het volgende kruispunt sla je links de Georges Moreaustraat in. Stop ter hoogte van nr. 170. Bewonder de gevel, liefst vanaf de overzijde van de straat. Drie opvallende gevels. Op nr. 162-164 bevond zich de woning en, zoals je kan aflezen, het atelier van Victor Delplanque, een fabrikant van emailplaten (arch. Arthur Nelissen, 1906). Vele woningen in deze buurt hebben trouwens nog steeds een atelier achteraan. Stadstuinen zal je niet snel vinden in deze nog steeds bedrijvige wijk. Nr 166 valt op door zijn emailtegels met bloem- en vogelmotieven. Maar de blikvanger is natuurlijk nr. 170. Deze eclectische burgerwoning (arch. Hector Gerard, 1908) met vooral kenmerken uit de Vlaamse neorenaissance toont enige invloed van art-nouveau-architect Paul Hankar. In de sgraffiti herken je wellicht de namen van enkele bekende schilders uit het glorierijke middeleeuwse verleden van onze gewesten. Prestige dat ongetwijfeld moest afstralen op de eigenaar van de woning. Sgraffiti (meervoud van sgraffito) zijn een soort geveldecoratie die rond 1900 zeer in zwang was in Brussel. Het is een krastechniek waarbij men in de natte kalk tekeningen aanbrengt en nadien met de frescotechniek inkleurt. De zwarte lijnen zijn in reliëf aangebracht. In het Brussels Gewest zijn er een 5.000-tal huizen met een dergelijke versiering. Sgraffiti zijn vrij goed bestand tegen onze barre weersomstandigheden maar sommige panelen zijn in slechte staat. Er gaat steeds meer aandacht naar dit soort klein patrimonium en vakmensen restaureren ze. Het Brussels Gewest ondersteunt dit met subsidies. Het eerste deel van deze straat is duidelijk heraangelegd, met o.a. nieuwe bomen. Ter hoogte van de meest opvallende woningen stopt deze heraanleg. Dit straatstuk viel immers buiten het project ter opfrissing van de openbare ruimte. Steek bij het einde van de straat de Grondelsstraat over en volg deze naar links. Je passeert een niet-onderhouden speelpleintje. Even verder draait de straat naar rechts. Loop onder de spoorwegbrug door. Deze spoorlijn hoort bij het ‘Westelijk Ringspoor’, een lang, boogvormig traject aan de westkant van Brussel dat het Zuid- en Noordstation met elkaar verbond. Op die spoorlijn lagen ook kleine stationnetjes die op hun beurt industriële ontwikkeling aantrokken.
3 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Vervolg de Grondelsstraat een paar honderd meters rechtdoor. Onderweg passeer je een aantal depots, bedrijfsgebouwen en braakliggende terreinen. Deze buurt noemt men ‘Klein Eiland’, wat verwijst naar de Zenne die hier met meerdere armen voorbij vloeide. Vanaf de jaren 1960 sloten vele fabrieken hun deuren. Later werden de gebouwen gesloopt en kwamen er nieuwe bedrijventerreinen waarop recent nieuwe kantoorgebouwen werden opgetrokken. Op het einde waaiert de Grondelsstraat uit bij de Klein Eilandstraat. Volg het trottoir dat bergop en naar rechts draait en wandel over de brug. Bij het gebruik van dit wandelparcours heb je ondertussen kilometerpaal 2 bereikt. Sla onmiddellijk na de brug het wandelpad rechts in en neem wat verderop weer rechts, langs een asfaltweg met wandel- en fietspad. Wandel nu tot bij de brug. Deze waterweg is het Kanaal Brussel-Charleroi. Dit kanaal werd in 1829 op last van Willem I, koning der Nederlanden, gegraven. Bedoeling was om een snellere transportverbinding te maken tussen de koolmijnen in het zuiden en Brussel en Antwerpen. En, gelijk had hij. De eerste tien jaar na de ingebruikname zakte de steenkoolprijs in Brussel met 60 %. In het begin was het kanaal niet veel meer dan een watergeul tussen twee aarden dijkjes, net breed genoeg om een boot ter grootte van een bus te laten varen. Rond 1855 werd het kanaal een eerste keer vergroot en werd het aantal sluizen teruggebracht van 54 naar 30. Na 1945 kreeg het kanaal zijn huidige uitzicht. Het is nu bevaarbaar voor boten tot 1.350 ton. Het goederentransport te water bereikte haar hoogtepunt rond 2004 en viel vervolgens enorm terug. Om het sterk vervuilende vrachtvervoer over de weg terug te dringen, probeert de overheid sinds enkele jaren het vervoer over water te stimuleren. Sinds 3 jaar herneemt het scheepstransport. Versmallingen van het kanaal zoals deze hier vormen echter een hinderpaal. De plannen liggen klaar om deze kades recht te trekken en een nieuwe brug te bouwen met een doorvaarthoogte van 7 meter. Het wordt een ‘tuibrug’. Aan deze kant van het kanaal wordt een 45,5 meter hoge pyloon opgetrokken. Aan die pyloon zullen kabels (‘tuien’) worden bevestigd die het brugdek zullen dragen. De brug zal op deze oever worden gebouwd evenwijdig met het kanaal. Wanneer ze klaar is, wordt ze 90° gedraaid om ze op haar plaats te zetten. De geplande bouwdatum 2013 lijkt ons te optimistisch. In afwachting kan je al eens in Luik gaan kijken naar een gelijkaardige brug in 1987 gebouwd door hetzelfde bureau Greisch. Wandel de Biestenbroekkaai langs het kanaal verder af. Stop ter hoogte van het tweede appartementsgebouw dat je aan je rechterzijde tegenkomt. Aan de andere kanaalzijde liggen enkele rijnaken. Het is een type vaartuig dat vaak gebruikt wordt in de binnenvaart. De boten hier zijn vermoedelijk 350-tonners. Ze zijn verbouwd tot woonboot. De courante bootmaat op dit kanaal schommelt rond de 850 à 1350 ton. Grotere rijnaken varen ook wel eens langs, maar die zijn dan maar gedeeltelijk geladen. Duwkonvooien waarbij meerdere schepen aan elkaar zijn verbonden, kom je in Brussel niet tegen want de kanaalbochten zijn niet aangepast. Het eerste appartementsblok aan deze zijde ligt evenwijdig met het kanaal en is van recente datum. Wonen langs het water is immers weer in. De volgende gebouwen echter staan dwars op het kanaal en zijn duidelijk ouder (vermoedelijk van de jaren 1960) en keren zich zoveel mogelijk af van het water en van de teloorgang van de industrie waarvoor het kanaal toen symbool stond. Wandel verder onder de ruisende populieren. Voorbij het vierde appartementsblok zie je rechts een grasveld, een petanquebaan en een dwarspad. Volg dat pad dat wat verder links afslaat. In de bocht neem je rechts, voorbij een ongebruikt hondentoilet, een nog smaller pad. Je komt aan het einde van het appartementsgebouw met het café 'Le Gentlemen'. Voor je zie je een grasperk met bomen. Je moet in de straat zijn aan de andere kant van het grasperk: de Dr. Zamenhoflaan. Loop daarvoor rond het grasperk. De ouderdom van een wijk is vaak af te lezen van de overheersende architectuurstijl. Zoals de appartementsgebouwen langs het kanaal, dateren ook deze woningen van de jaren 1960. Meest opmerkelijke voorbeeld is de Residentie Concorde op nr. 7 (arch. Fernand De Coninck, 1966). Typisch voor de Expo-stijl zijn de vaak abstracte decoraties. Dit keramiektableau (Rik Vandervorst, 1968) stelt kubistische, Picasso-achtige silhouetten voor in typische blauwe en groene tinten. Op de achtergrond de voorstelling van het supersonische vliegtuig, de Concorde. Destijds was dat een vooruitgangssymbool van een ongebreidelde mobiliteit. ’t Kan verkeren. In realiteit bleek dit peperdure prestigeproject immers een jammerlijke mislukking. Volg het trottoir naar rechts, sla dan links de Professor Hendrickxstraat in. Kies de rechter straatkant. Op het einde van de straat bereik je de Bergensesteenweg. Sla rechts de hoek om en enkele meters verder steek je voorzichtig - er is geen zebrapad! - over naar de Frisonsquare die langs de drukke steenweg ligt.
4 NOODNUMMER 0478/77 02 58
QUIZVRAAG 1: Op de hoek van de Frisonsquare en de Bergensesteenweg zie je een opvallende constructie in betonnen palen en met staal. Wat is de functie van deze constructie?
Steenwegen! Ons landje ligt er vol van. Een steenweg was oorspronkelijk wat de naam zegt: een stenen weg. Later werd de naam gebruikt voor de lange verbindingswegen tussen onze steden. De meeste de dateren uit de 18 eeuw, de Oostenrijkse tijd dus. Tussen 1713 en 1794 werden liefst 2.842 km goed onderhouden verharde, rechte wegen naar alle uithoeken van het land aangelegd. Ze hadden enerzijds een militaire functie (het snel verplaatsen van de troepen), anderzijds moesten zij ook het handelsverkeer stimuleren. Ze waren een typisch product van de Oostenrijkse centralisatie en rationalisatie. Volg de steenweg naar rechts en steek hem bij de eerstvolgende verkeerslichten over. Daar wandel je rechtdoor de Pierre Biddaerstraat op tot het einde. De Biddaerstraat is een eenvoudige straat. Zo dicht bij de drukke Bergensesteenweg vind je hier geen grote burgerwoningen. Aan de linker straatzijde bevinden zich relatief smalle, lage, eenvoudige huizen. Zo goed als allemaal zijn ze in de loop der jaren achteraan uitgebreid met bijgebouwen van alle mogelijke grootten en soorten. De typisch Belgische ‘koterij’. Op het einde sla je de Victor Rauterstraat rechts in tot de eerstvolgende straathoek. De maat van de woningen is hier al een stuk ruimer. Velen hebben eenzelfde bouwschema dat typisch is voor de jaren voor de Eerste Wereldoorlog: een keukenkelder die omwille van de verlichting half boven de grond uitsteekt, een bel-etage en twee bovenverdiepingen. Je verlaat immers de omgeving van het kanaal en laat de vroegere fabrieksbuurten definitief achter je. Recent aangeplante leilinden verfraaien de straat. Naarmate je de straat verder oploopt kom je hier en daar een woning tegen waarvan het gelijkvloers ooit een winkel was. Je nadert een wijkcentrum. Steek het kruispunt met de Democratiestraat over en vervolg de Rauterstraat tot de volgende straathoek. Verrassend veel lage werkmanshuisjes in uiteenlopende staat van onderhoud in deze straat. Achteraan bevinden zich vaak kleine ateliers en achterbouwen zoals je kunt zien op nr. 137A. Het gebouw op nr. 132 is opvallend groter. Het is de gewezen directeurswoning van de achterliggende ateliers. Vandaag is er de beschermde werkplaats Le Chainon van de Groupe Foes gevestigd. Deze onderneming werd opgericht in 1963 en is daarmee een van de oudste van het land in zijn soort. Zij stelt, hier en in Schaarbeek, een honderdtal personen met een handicap tewerk in het domein van de verpakking (verpakken in folie, samenstellen en vullen van displays, vullen van etuis, mailing ...) en de textiel (reclamedrukwerk, reclameborduurwerk, vervaardigen van babyartikelen, van tassen, etiketteren, verpakken van kleren ...). Vervolg de Rauterstraat, sla bij het volgende kruispunt links de Anderlechtse Weggevoerdenstraat in en volg die tot bij de drukke Wayezstraat met tramsporen. De Wayezstraat werd in 1877 aangelegd om het nieuwe, bedrijvige Kuregem te verbinden met het oude centrum van Anderlecht. Ze groeide al snel uit tot een drukke handelsstraat. Sinds enkele jaren kamt ze met een zekere leegstand en een minder prestigieus winkelbestand. De recente heraanleg van de straat moet daaraan een halt roepen. Steek de Wayezstraat over. Bij de brasserie 'La Tribune' komen er tussen het plein en de Wayezstraat nog twee straten samen: de Dorps- en De Formanoirstraat. Wandel deze laatste straat in. Op nr. 13 van de Formanoirstraat bevindt zich sportwinkel Heylens. Georges Heylens speelde van 1960 tot 1973 in het eerste elftal van RSCA Anderlecht. Hij was er samen met bv. Paul ‘Polle Gazon’ Van Himst, Jef Jurion en Wilfried Puis een van de coryfeeën. Later trainde hij nog verschillende ploegen in binnen- en buitenland, waaronder de Franse topploeg Lille. Na een reeks huizen loop je langs een bakstenen muur en een mooie zitbank. Even verder stap je bij het nr. 31 de poort binnen.
5 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Je betreedt het binnenplein van het Erasmusmuseum en staat voor een van de oudste gotische woningen de in Brussel (eind 15 eeuw). In 1521 ontving kanunnik Pieter Wyckman hier zijn vriend Desiderius Erasmus (Rotterdam 1465 - Bazel 1536). Zijn huis was trouwens een belangrijke humanistisch discussiecentrum in een periode van godsdiensttroebelen. Erasmus was een katholiek priester-theoloog-filosoof-auteur, kortom een all-round humanist. Hij reisde veel en verbleef onder andere drie jaar in Italië. Op de lange terugweg schreef hij ‘Lof der Zotheid’, zijn bekendste werk. Hij stelde er allerlei menselijke dwaasheden in aan de kaak. Niemand was veilig voor zijn kritiek, zelfs de kerkelijke autoriteiten en de vorsten niet. Al bij leven was hij een beroemdheid in heel Europa en dat was zijn beste bescherming want zijn ideeën waren op zijn minst gezegd controversieel in die tijd. Meer dan een keer werd hij verdacht van protestantisme, wat hij absoluut ontkende. Er zijn scholen, een ziekenhuis en een Europees uitwisselingsprogramma voor studenten naar hem genoemd. De website van het Erasmusmuseum kan je lezen in verschillende talen. Zelfs in het Latijn, de universele taal van de renaissance! Het museum zelf is zeker ook de moeite waard. Gezien de universele bekendheid van Erasmus is het eigenaardig genoeg het enige dat aan hem gewijd is. Zie: <www.erasmushouse.museum/Public> Een andere belangrijke gast van het huis was Adriaan Van Utrecht, de latere Paus Adrianus VI, de enige paus afkomstig uit onze gewesten. Hij was ook leraar en raadgever van keizer Karel. Wandel door de arcadengalerij rechts. Achter het Erasmushuis liggen twee prachtige tuinen verscholen. Tuinarchitect René Pechère legde er in 1987 een tuin met geneeskrachtige kruiden aan. Een soort eerbetoon aan Erasmus die zijn vele, al dan niet ingebeelde, kwaaltjes verzorgde met kruiden. Achter deze ’tuin van het lichaam’ bevindt zich de ‘filosofische tuin’ (2000) ontworpen door hedendaagse kunstenaars met originele artistieke creaties. Een oase van rust. Tijdens de museum-uren zijn de tuinen vrij toegankelijk. Verlaat het Erasmushuis langs de poort langswaar je binnenkwam. Aan de overzijde van de De Formanoirstraat zie je een mooi hoekgebouw in art-decostijl. Art deco is een architectuurstijl uit het Interbellum (de periode tussen beide wereldoorlogen). Het is tegelijk een reactie tegen de art-nouveaustijl als een voortzetting ervan. Het meest in het oog springende verschil is de meer sobere, gestileerde vormgeving. Hij stond tegenover de soms heel uitbundige, golvende, ‘florale’ lijnen van de art nouveau, een stijl die een uitdrukking vormde van de uitbundige welstand tijdens de Belle Epoque (de periode rond 1900). Na de verwoestende wereldoorlog was er een algemene tendens naar meer soberheid en functionaliteit. Naarmate de welstand opnieuw toenam, werden trouwens decoratieve elementen opnieuw belangrijker en werden er weer duurdere materialen gebruikt. De naam ‘art deco’ is oorspronkelijk bedoeld als scheldnaam, gegeven door modernisten zoals Le Corbusier voor wie functionaliteit het allerbelangrijkste was in hun werk. De term ‘art deco’ betekende voor hen zoiets als ‘prutsen met versierinkskes’. Steek de De Formanoirstraat over en wandel even naar rechts tot voorbij dat hoekgebouw. Links zie je de achterzijde van een kerk. Neem de Kapelaanstraat rechts om de kerk. Je hebt ondertussen kilometerpaal 4 bereikt. In het eerste gebouw rechts bevindt zich het Espace Maurice Carême. Het doet dienst als ‘intellectueel’ centrum, zeg maar bibliotheek, ludotheek en cultureel centrum. Maurice Carême (1899-1978) was een Franstalig onderwijzer-dichter uit Waver die zich in Anderlecht vestigde. Het gebouw doet een beetje middeleeuws aan. Het jaartal vermeld op de gevel veegt echter elke twijfel weg: 1962. Het werd ingehuldigd door burgemeester Bracops. Hij was de initiatiefnemer van heel wat collectieve voorzieningen in zijn gemeente zoals scholen, sociale woningen, pleinen, parken, groen en bibliotheken. Het beeld voor het centrum stelt José Julián Martí y Pérez (1853-1895) voor. Martí werd geboren in Havana toen Cuba nog een kolonie van Spanje was. Hij was een criticus van het regime. Behalve politiek denker, was hij ook promotor van het onderwijs op Cuba, en schrijver. Enkele van zijn verzen werden zelfs jaren na zijn dood opgenomen in het wereldberoemde liedje ‘Guantanamera’: “Yo soy un hombre sincero / De donde crecen las palmas” (“Ik ben een eerlijk man en kom van waar de palmen groeien”). Hij sneuvelde tijdens de tienjarige onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spaanse overheerser (1895-1898). Voor de Cubanen is hij een van de vaders van het onafhankelijke Cuba. Je kan er zijn beeld overal zien. Dit beeld werd gemaakt door kunstenaar José Villa, en werd in 2004 door de Cubaanse ambassade aan de gemeente geschonken. De volgende, oude, hoger gelegen bakstenen gebouwen (Kapelaanstraat 8) horen bij het Oud Begijnhof.
6 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Sinds 1930 bevindt zich hier het Anderlechts Volkskundig Museum. Het is dagelijks (behalve op maandag) open. Het museum is verwittigd van je komst, maar het middagsluitingsuur (12u tot 14u) kan je misschien parten spelen. Om het binnenplein van het Begijnhof te bezoeken, wandel je door de poort rechts en volg je het kasseipad dat wat verder naar links draait. Je kan ook gewoon de pijlen volgen. Begijnen waren godvruchtige, werkende vrouwen die in gemeenschap leefden. Geëmancipeerde, vrome vrouwen die zich verenigden in een soort werkcoöperatieve - ‘samen sterk’ - om hun kost te verdienen. Het de was vanaf de 13 eeuw een typisch verschijnsel voor onze katholieke Lage Landen. Ze kregen veel last met de gilden en ambachten omdat ze zaken produceerden zonder hun toelating. Ze werden ook door de kerkelijke autoriteiten scheef bekeken. Al die vrouwen samen, zonder mannelijk toezicht… uiterst verdacht. Gaandeweg kwam de begijnenorde daarom steeds meer onder kerkelijk toezicht en evolueerde ze naar een traditionelere religieuze orde. Het Begijnhof van Anderlecht werd in 1252 gesticht door de deken van het kapittel en totaal verbouwd in 1634. Het is piepklein met slechts een paar huisjes waar amper 8 begijntjes woonden, en een waterput. Tussen het bidden door werd heel wat naaldwerk verricht voor de kanunniken. Met het kapittel verdween ook het Begijnhof. De gebouwen huisvestten een tijd het Bureel van Weldadigheid (een voorloper van het OCMW). Terug van je bezoek aan het Begijnhof? Vervolg dan de straat rond de kerk tot voor de trappen van het hoofdportaal van de kerk. Dit is de collegiale Sint-Pieter en Sint-Guidokerk. ‘Collegiale’ is een wat pompeuze naam die gegeven werd aan een kerk waar een kapittel met kanunniken gevestigd was. De Guido in de naam van de kerk was een boerenzoon uit de streek die door God geroepen werd om op bedevaart te trekken naar Jeruzalem en Rome. Vandaar zijn beeld in het voorportaal met de attributen van een pelgrim (staf, kalebas en Sint-Jacobsschelp). De kerk werd gebouwd op een hoogte, meer bepaald op een heuvelkam op het uiterste puntje tussen Broekvallei en Pedevallei. Stap de kerk binnen. Indien er evenwel een eredienst bezig is, vragen we u in het gebouw de stilte te respecteren en enkel achteraan in de kerk rond te kijken. Op een herdenkingsplaat rechts herken je tussen de vele namen die van architect Jules-Jacques Van de Ysendyck. Hij voerde in de 19 eeuw een ‘restauratiecampagne’ uit waarvan de neogotische torenspits getuige is. Jules-Jacques en zijn zoon Maurice waren echte specialisten in middeleeuwse bouwstijlen. De gemeentehuizen van Anderlecht, Jette en Schaarbeek zijn door hem ontworpen. Iets verder rechts in de kerk bevindt zich de Sint-Guidokapel. Aan Sint-Guido werden vele mirakels toegeschreven. Op de glasramen in het koor van de kerk zie je hoe hij een storm op de Zenne overleeft. Hier in de kapel vertellen de muurschilderingen de legende van de heilige. Hem aanbidden werd verondersteld efficiënt te zijn tegen dysenterie, besmettelijke ziektes … en vooral ziektes die het vee teisterden. Hij wordt daarom soms afgebeeld met een os of een paard. Zodoende werd Anderlecht een de bedevaartsoord. Dat was een bijzonder winstgevende zaak en daarom werd vanaf de 14 eeuw deze gotische kerk gebouwd die veel te groot was voor de plaatselijke bevolking. Ook werd de naam van SintGuido aan de collegiale toegevoegd. Aangezien de man in 1012 zou geboren zijn, lopen er rond de kerk in september 2012 verschillende festiviteiten in het kader van deze 1000-jaar-viering. Dieren en dierenzorg behoren dus tot de traditie van Anderlecht. Het is dan ook geen toeval dat de Veeartsenschool in Anderlecht gevestigd werd en dat de Koninklijke Maatschappij voor Dierenbescherming Veeweyde hier gesticht werd. ste de de In de 8 eeuw stond op deze plek een kapel. Die werd in de 11 -12 eeuw vervangen door een Romaanse kerk gewijd aan Sint-Pieter. Een belangrijk overblijfsel van de Romaanse collegiale is de goed bewaarde crypte achteraan de kerk, rechts van het altaar. Daar bevindt zich ook het ‘graf’ van de Heilige Guido. Het was een traditie dat bedevaarders onder zijn graf doorkropen om de gunsten van de heilige af te smeken. De pastoor, Jan Claes, staat u op te wachten om over de crypte een woordje uitleg te geven. Verder zijn zeker ook de moeite waard: de glas-in-loodramen in het koor, verschillende oude grafstenen en de nog niet vervaagde muurschilderingen (o.a. die van Sint-Christoffel links van het hoofdaltaar). Verlaat de kerk langs het hoofdportaal. Aan de overzijde op nr. 17 ligt de Academie van Beeldende Kunsten van Anderlecht. Ook daar mag je even binnenwandelen. Achter de indrukwekkende poort vind je een binnenplaats met waterput en een statig huis. De datum 1563 - op de gevel klopt niet of toch niet helemaal. De katholieke minister Jules Vandenpeereboom kocht de de einde 19 eeuw inderdaad een 16 -eeuws huis op deze plek, maar liet het rond 1890 héél grondig de verbouwen tot buitenverblijf in neorenaissancestijl. Dat gebeurde wel meer in de 19 eeuw. Historische correctheid was toen niet zo belangrijk. Restaureren betekende toen vaak gewoon afbreken en heropbouwen in ongeveer dezelfde of gewenste stijl. Na zijn dood liet Vandenpeereboom alles na aan de Staat die het gebouw gebruikte voor het archief van het Ministerie van Oorlog.
7 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Rond 1978 werd het gebouw gerestaureerd voor zijn nieuwe functie als Nederlandstalige Academie voor Beeldende Kunsten. Deze bloeiende instelling heeft ook een afdeling kunstambachten en restauratie. Zie: <www.academieanderlecht.be> De organisatie beloofde een tafeltje klaar te zetten waarop je een folder over de werking vindt. Verlaat de Academie langs dezelfde ingangspoort en wandel naar rechts. Neem een twintigtal meter verder het kasseistraatje rechts. Deze Porseleinstraat wordt iets verder verkeersvrij. Draai je enkele meters voorbij de berkenboom om. Een echte postkaart ontvouwt zich voor je ogen: een smal kronkelend kasseistraatje met aan het uiteinde de neogotische toren van de collegiale SintGuidokerk. Eigenaardig genoeg werd de naam van dit middeleeuwse straatje niet vertaald in het Frans: het is en blijft ‘rue Porselein’. Of toch niet zo eigenaardig. Waarschijnlijk komt de naam van ‘postelein’, een kruidachtige slasoort. Het straatje is sinds 1998 beschermd als monument. De bewoners van de werkmanshuisjes hebben de straat omgetoverd tot een pittoresk geheel. Gevels zijn versierd met kunstwerkjes die verwijzen naar Picasso, Chagall en Miro. Het ‘Pater Noster’ van de Franse surrealistische dichter Jacques Prévert (1900-1977) is in al zijn glorie uitgeschreven: “Notre Père qui êtes au Cieux, restez-y …” (Onze Vader die in de Hemelen zijt, blijf er …). Wandel de Porseleinstraat helemaal af en neem dan links. Deze straat leidt je naar het Dapperheidsplein. Een eerste blik op het Dapperheidsplein doet je misschien spontaan aan ‘lang vervlogen tijden’ denken. Maar toch klopt er iets niet. Het ziet er net allemaal iets te mooi uit. Zoals bij iemand die een pruik draagt. Het plein onderneemt verwoede pogingen om de Grote Markt van Brussel te evenaren maar schiet schromelijk tekort. De jaartallen op de gevels van de huizen (1912, 1913, 1927, 1928) liegen niet. Eerder tijdens onze wandeling probeerden ook het huis van Vandenpeereboom en het Espace Maurice Carême, en zelfs de Veeartsenijschool en het mooie huis met sgraffiti in de Moreaustraat ons te misleiden. De ‘neo’stijlen waarin deze gebouwen opgetrokken werden, getuigen van nostalgie naar een verleden dat prestige uitstraalt. Alleen het huis nr. 7, op de hoek met de Kapittelstraat is écht oud. De voormalige herberg ‘De Swaene’ is nu ‘De Rinck’, het Vlaams Gemeenschapscentrum van Anderlecht waar allerlei activiteiten op touw gezet worden: cultuur, animatie, taalcursussen, schoolprogrammatie, sport en sociale ontmoetingen, … . De naam ‘ring’ verwijst naar de historische kern rond de Sint-Guidokerk.
Merk ook de charmante, recente herinrichting van het plein zelf op. Zowel wandelaar als spelende kinderen krijgen hier vrije ruimte. QUIZVRAAG 2: In het midden van het Dapperheidsplein staat een klein, grappig kunstwerkje van Wim Delvoye. Op een muurtje lopen een reeks eendjes die hun kop steken in het gat van de vorige eend. Hoe noemt men het materiaal waaruit de eendjes zijn gemaakt? Antwoord 2:
ijzer
zink
brons
koper
aluminium
Aan het andere uiterste van het autovrije plein bevindt zich het oorlogsmonument ter ere van de Anderlechtse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Dat is straks ook het vertrekpunt van het tweede deel van de wandeling.
INSTEMPEL Het Vlaams Gemeenschapscentrum De Rinck (huis nr. 7) stelt haar deuren vandaag speciaal voor je open. Wanneer je links van het centrum de Kapittelstraat inloopt, vindt je rechts een ruime ingang naar de grote zaal. Je vindt er de BLOSO-stand waar je je instempel kunt krijgen.
MIDDAGPAUZE Rond het Dapperheidsplein en in de aanpalende straten bevinden zich uiteenlopende drank- en eetfaciliteiten. Ook in de grote zaal van De Rinck kan je terecht voor een drankje en een broodje. Keer na je pauze terug naar het oorlogsmonument op het Dapperheidsplein, voor het vervolg van je wandeling. Je staat tussen het oorlogsmonument en de tramsporen van de Paul Jansonlaan. Aan de overzijde van de tramsporen begint de Veeweydestraat. In die straat richtte Jules Ruhl, lid van Veeweyde, in 1908 de vereniging ‘Maatschappij tegen de Wreedheid jegens de Dieren’ op.
8 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Het werd onmiddellijk een groot succes. Langzaam nam het de taken van Veeweyde over en op den duur werd het gewoon Veeweyde. Binnen enkele jaren werden afdelingen opgericht in Verviers, Luik, Dinant, Charleroi, Bergen, La Louvière, Oostende en Leuven. In Le Soir stond in die tijd: ‘… dat zich sinds 2 jaar geen enkele geval van hondsdolheid voordeed in Brussel. De verzorging van 10.000 honden en katten per jaar door de dienst van Veeweyde is daar zeker niet vreemd aan’. Steek de Paul Jansonlaan langs het zebrapad richting 'Brasserie Bellevue' over en volg het voetpad naar rechts. de
De rijkdom van het 19 -eeuwse Anderlecht kan je aflezen van de gedecoreerde gevels van de hoge burgerwoningen langs de Paul Jansonlaan. Deze eclectische huizen met keukenkelder dateren uit het ste begin van de 20 eeuw. De gemeente schreef in 1911 een gevelwedstrijd uit. De nrs. 6 en 8 hebben sgraffiti. Het nr. 20 is versierd met kleurrijke glasramen, het nr. 24 toont keramiektegels, terwijl nr. 26 (arch. O. Brison) getuigt van Moorse inslag met vensters in de vorm van hoefijzerbogen. Aan de andere straatkant zie je het metrostation ‘Sint-Guido’. Het maakt deel uit van metrolijn 5 Erasmus Herrmann-Debroux. Hier uitstappen is een meevaller, want de enorme ramen rond het cilindervormig en schuin aflopend dak zorgen voor natuurlijk licht tot op de perrons. In onze landen is dat altijd welkom en daglicht geeft bovendien een gevoel van veiligheid. Toch ligt de kritiek op dit metrostation voor de hand: het geheel is (te) groots, duur en koud ingericht. Voor de aanleg werd een onnodig groot deel van de dorpskern afgebroken. De pseudo-dorpshuisjes die rechts van het stationscomplex werden opgetrokken, ogen wel heel kunstmatig en vallen in het niet tegenover de prachtige huizen aan deze kant van de laan. Bij de hoek met de Processiestraat kijk je links deze straat in. Het eerste dat je opvalt, is waarschijnlijk het oude landhuis op nr. 24. Leven in stijl op de buiten in 1902. Steek de Processiestraat over en vervolg de Jansonlaan. Na het ‘middeleeuwse’ decor van het historische centrum van Anderlecht, betreed je nu een totaal andere wijk. Ze werd aangelegd tussen de twee wereldoorlogen en bevat heel wat mooie, brede burgerwoningen met voortuin en garage. Let op de console met het lachende mannenhoofd (nr. 68), de typische artdecowoningen op nr. 70 en 74, en het huis op nr. 78 in een meer traditionele stijl met toch enkele art-decoaccenten (zie de kleine gekleurde glasraampjes en het geometrische traliewerk). Op het einde van de Jansonlaan ligt een rondpunt. Dit Meirplein is het centrum van de gelijknamige wijk. Aan de overzijde ligt het Astridpark. Wandel naar links tot bij de hoek met de eerstvolgende straat: de Limbourglaan. QUIZVRAAG 3: Het mooie, dubbele hoekhuis aan de overzijde van het zebrapad heeft een opvallende ingangspartij. Welke gebeeldhouwde vogel wordt er afgebeeld? Antwoord 3:
eend
pelikaan
reiger
ooievaar
arend
haan
Tot 1905 was dit een landbouwgebied. In dat jaar werd het door de gemeente geürbaniseerd. De vorige keer dat zij zo’n initiatief nam, was met de wijk Kuregem. In een eerste fase werd het park aangelegd maar daarover straks meer. Wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden de straten rond het park pas in de jaren 1930 aangelegd. Je vindt hier dan ook een staalkaart van kwaliteitsarchitectuur uit het Interbellum, in een groene omgeving. De belangrijkste architectuurstijlen heetten toen art deco, modernisme en beaux arts. In de statige Limbourglaan (let op de voormalige tramsporen) tref je, naast een aantal vooroorlogse gebouwen, vooral prachtige voorbeelden van art deco aan. Aan geveldecoratie geen gebrek: halfverheven beeldhouwwerk met dieren- en plantenmotieven, beeldhouwwerkjes van dieren (uil, pelikaan, aap, papegaai), symboliek van de weegschaal en de toorts, vrijmetselaarssymbolen, mozaïek en glasramen, sierlijk smeedwerk met Weense motieven, zuiltjes, cottagestijl, rode of groene vensterramen … Een paar uitzonderlijke huizen langs deze Limbourglaan vind je op nr. 21 (arch. Antoine Courtens, 1924), nr. 27 (arch. Fernand Brunfaut 1924) en nr. 52 op de hoek met het Meirplein (arch. Van Meulecom). Steek de Limbourglaan over en wandel verder rond het rondpunt. Steek de Lt. Liedelstraat over tot bij de hoek met de Gounodlaan. Ook hier staan op beide hoeken art-decopanden te pronken. Steek nu ook de Gounodlaan over. Langs het park ligt de Soldaat-Koninglaan. Steek deze laan met de tramsporen over en stap rechtdoor tot bij de parkingang.
9 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Rechts van de parkingang, en wat verscholen in het groen, staat een standbeeld. Het stelt Jules Ruhl voor, je weet wel, de man die Veeweyde groot maakte. QUIZVRAAG 4: Het standbeeld van Ruhl met zijn hond heeft geleden onder de tijd. Welk stuk is Ruhl kwijtgeraakt? Antwoord 4:
oor
duim
teen
kin
neus
staart
Wandel het park in en volg rechtdoor de licht stijgende dreef langs de cascade met meestal nietwerkende fonteintjes. Het park was tot 1905 privé-eigendom en 5 ha groot. In dat jaar werd het gekocht door de gemeente. Na een reeks aanplantingswerken werd het in 1911 opengesteld voor het publiek. Al vanaf 1936 werd het door de Brusselse tuinarchitect Jules Buyssens heraangelegd. Buyssens is ook bekend van het Ossegempark aan de Heizel en de tuin van de art-decovilla van David en Alice Van Buuren in Ukkel. De centrale watercascade voorbij de parkingang dateert van de jaren 1950 en was ooit verlicht. Het water is er vandaag eerder zeldzaam en het onkruid tiert er welig. Op het einde van de watercascade volg je links de dalende, brede, aarden dreef naar links. Bij het kruispunt met rechts twee zitbanken kies je de rechte, licht stijgende dreef rechts. Stop ter hoogte van de speeltuin. De aanleg van het Meirpark was een grote stap in de urbanistische ontwikkeling van de gemeente. Vanaf 1914 werkte de gemeente aan een duidelijke aanwervings- en verkavelingspolitiek. Het draineren van de gronden gebeurde door het graven van een grote vijver. Daarvoor werden werklozen aangeworven in het kader van een tewerkstellingsproject na de Eerste Wereldoorlog. In 1935 werd het park uitgebreid tot 15 ha en het kreeg zijn huidige naam die uiteraard verwijst naar de toen verongelukte koningin Astrid. Haar investeringen won de gemeente terug door de verkoop van de bouwgronden rond het park. Hierdoor is het park omringd door riante Interbellumwoonwijken, zoals de Meirwijk. Het park werd aangelegd in Engelse landschapsstijl. Je kunt deze stijl een beetje zien als een ‘verbeterde’, zo schilderachtig mogelijke versie van de natuur. Een vijver met ‘eilandje’ en glooiende oevers zijn verplichte kost. Her en der staan groepjes inheemse en uitheems bomen verspreid. Doorkijkjes en uitzichtpunten laten toe het geheel te overzien en vooral te bewonderen. Het Park van Woluwe is waarschijnlijk het mooiste voorbeeld in het Brussels Gewest van deze parkaanlegstijl. Absoluut de moeite om te bezoeken in de herfst! Blijf de dreef volgen en pauzeer even op het hoogste punt bij het gevandaliseerde paviljoentje rechts. Het Koningin Fabiolapaviljoen is nog zo’n voorbeeld van de Expostijl. Het speelse element hier zijn de ‘verjongende’ zuilen d.w.z. zuilen die naar boven toe verbreden. En voor de twijfelaars onder jullie: het stadion dat jullie even verder rechts van de dreef zien, is uiteraard het Constant Vanden Stockstadion, de thuisbasis van Royal Sporting Club Anderlecht. De 31-voudige landskampioen werd in 1908 gesticht, geheel in de volkse traditie van de sport, in de industriële voorstad die Anderlecht toen was. Het stadion werd in 1920 voorzien van een houten tribune en werd sindsdien geregeld uitgebreid, gerenoveerd en aangepast aan de noden van de tijd. De staat van verwaarlozing van het park wordt door sommigen geweten aan de aanwezigheid van het voetbalstadion. ‘Les excuses sont là pour s’en servir’ zegt men wel eens in het Frans. Sinds enkele jaren is er sprake van de verhuis van de club naar een plek met meer mogelijkheden. De inplanting in een woonwijk zorgt immers voor heel wat verkeersoverlast op wedstrijddagen. Uitbreidingsmogelijkheden - ten koste van het park - zijn er evenmin. De club zou zelfs bereid zijn om te spelen in een nieuw nationaal stadion. Dat dossier zit echter muurvast. Omdat de club niet langer kan wachten om te beantwoorden aan de nieuwe strenge UEFA-normen, is beslist om het Vanden Stockstadion uit te breiden van 26.000 naar 30.000 toeschouwers en te moderniseren. Maar het is nog wachten op de nodige vergunningen. Volg het pad rechtdoor tot buiten het park. Je staat opnieuw voor een rondpunt. Aan de overzijde zie je een brede laan met een middenberm met dikke, kortgehouden coniferen. Daar moet je naartoe. Daarom wandel je het rondpunt links om. Daarbij steek je eerst de E. Ysayelaan over.
10 NOODNUMMER 0478/77 02 58
QUIZVRAAG 5: Bij het begin van de Melbalaan bevindt zich een Villo-fietsenstalling. Het is een plaats waar fietsen kunnen gehuurd worden. Welk nummer heeft dit Villoverdeelpunt? Antwoord 5:
018
108
118
208
218
318
Vervolgens steek je de N. Melbalaan over en dan de Neerpedestraat. De Neerpedestraat springt er duidelijk uit in deze buurt: geen voortuintjes en brede burgerwoningen meer maar, kleine, lage arbeiderswoningen waarvan er tussendoor eentje vooruit of achteruit springt. Deze straat is duidelijk een heel stuk ouder dan de rest van de wijk. Zoals de naam van de straat het zegt was deze de verbindingsweg doorheen het toen nog agrarische gebied tussen het oude dorpscentrum van Anderlecht en Neerpede. Je bent aanbeland bij de Dr. Huetstraat met coniferen. Volg het linker trottoir van deze Dr. Huetstraat tot bij het zoveelste rondpunt. Aan de overzijde van het rondpunt zie je een parkingang. Een voorbode van een ander stuk Anderlecht: Scherdemaal. Steek over tot bij de parkingang. QUIZVRAAG 6: Pierre De Tollenaere werd op 10 december 1944 door geëxecuteerd. In welk Duits concentratiekamp werd hij opgehangen? Antwoord 6: Neuengamme
Dachau
Mauthausen
Buchenwald
Sachsenhausen
Wandel het park in. Volg steeds het linker verharde en rode grintpad. Terwijl je dit hoofdpad volgt, kun je rondkijken naar wat er zich in en langs het park bevindt. Stop ter hoogte van de paviljoenen van de wijkschool aan je linkerzijde. Je hebt kilometerpaal 6 bereikt. De 20 ha grote parkwijk Scherdemaal is ingericht op een heuvelkam tussen de Broekbeek en de Pedevallei. Ook dit was een initiatief van het gemeentebestuur. De grote bevolkingsaangroei deed haar in 1934 beslissen om dit plateau te urbaniseren. De Tweede Wereldoorlog gooide tijdelijk roet in het eten. Vrij snel erna nam burgemeester Joseph Bracops opnieuw het initiatief. De gemeentelijke grondregie kocht de gronden op. Het gemeentebestuur koos voor een open aanleg georganiseerd rond een centrale, lang uitgerokken groene ruimte. Het is een sierlijke en kleinschalige toepassing van de CIAM-park-idee (Congrès Internationaux d'Architecture Moderne) waarvan de Zwitserse architect Le Corbusier de belangrijkste promotor was. Om de sociale mix te bevorderen, vind je hier zowel een- en tweegezinswoningen, als villa’s en huizenblokken van 3 à 10 verdiepingen op ‘pilotis’ (pijlers). Daarnaast zijn er sport- en spelfaciliteiten voorzien, een commercieel centrum en deze wijkschool. Het stratenplan is zo opgevat dat transitverkeer vermeden wordt. Trappen moeten de reliëfverschillen opvangen. De parkpromenade werd in 1964 ingehuldigd en vormde een groene schakel tussen het Astridpark en Neerpede. De wijk telt ongeveer 4.000 inwoners. Vergelijk dit park met het Astridpark. Dat heeft een bijna vierkant grondplan. Scherdemaal is daarentegen een parkpromenade die zich een weg baant doorheen de wijk en waarin en waarrond gewoond, gewandeld, gewinkeld, gesport en gespeeld wordt. Zoveel meer mensen hebben hier een direct genot van en contact met het overvloedige groen. Vergelijk het ook met de klassieke villawijk. Grondverslindende verkavelingen liggen door hun aard vaak ver verwijderd van stedelijke functies (handel, school, gemeentediensten ….). Voor bewoners van deze steeds duurdere verkavelingen is de steeds duurder wordende auto vaak de enige verplaatsingsmogelijkheid over de steeds drukker bereden wegen. En zodra de kinderen het huis uit zijn, blijken huis en tuin plots veel te groot om te onderhouden. Bovendien zijn de kosten voor de aanleg en het onderhoud van de noodzakelijke riolerings- en wegeniswerken onevenredig hoog in vergelijking met het aantal mensen dat in dergelijke wijken woont. Voorbij het schooltje stoot je op een T-splitsing.
QUIZVRAAG 7: In het gazon aan de overzijde van deze T-splitsing staan twee jonge bomen. Over welke boomsoort gaat het hier? Antwoord 7:
eik
plataan
tamme kastanje
berk
wilde kastanje
beuk
11 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Neem bij de T-splitsing links en volg het dalende pad tot het einde van het pad en de parkzone. Achter de doelpalen rechts zie je een van die appartementsgebouwen op pilotis. Voor Le Corbusier was wonen in een appartement dé oplossing voor de nood aan een betaalbare woning met modern wooncomfort voor de arbeider. Door het gebouw op pilotis te plaatsen bleef de grond ook ter beschikking van de gemeenschap. Je staat weer voor een ‘normale’ straat. Volg het trottoir naar links in dalende richting. Na de bocht naar links en het bushokje steek je via het zebrapad de Neerpedestraat over. Aan de overzijde begint de Romain Rollandlaan. Daal deze helemaal af. De flanken van de Neerpedevallei geraakten in de jaren 1960 verstedelijkt. Langs de straat zie je een opeenvolging van traditionele doorsneewoningen uit die periode. Enkel het huis op nr. 44 vertoont heel wat kenmerken van de architectuur uit die periode: gevarieerd gebruik van natuursteen zoals arduin, marmer en breuksteen in combinatie met heel brede, ruime kiepvensters met alumiumprofielen, eenvoudige metalen balkonafrasteringen en een plat dak. QUIZVRAAG 8: De Fransman Romain Rolland won in 1915 een Nobelprijs. Voor welke discipline was dit? Antwoord 8:
fysica
wetenschappen
vrede
geneeskunde
letterkunde
Na de kromming in de straat wandel je aan de linker straatkant langs de paviljoenen van gemeentelijke basisschool ‘Les Etangs / De Vijvers’. Ook deze dateren uit de jaren 1960. Maar wat een verschil met de neo-villa-architectuur! Kijk naar het speelse geheel van in- en uitspringende blauwe geëmailleerde baksteen. Kijk naar de afwisselende metselverbanden. De Expostijl op zijn best. De Rollandlaan eindigt bij een … rondpunt. De naam Le Corbusier is al gevallen. In 1944 publiceerde hij het Charter van Athene. Volgens dit charter zijn zon, groen en ruimte de bouwstenen van een moderne stedenbouw. Dit is zo’n modernistische woonwijk volgens die principes. De appartementsgebouwen zijn georiënteerd in functie van een maximale bezonning. Tussen de gebouwen is voldoende ruimte gelaten voor groen en ook onder de gebouwen is de ruimte vrij gelaten. De ruimte is mooi opgedeeld tussen de appartementsgebouwen zelf, een ‘Amerikaanse’ supermarkt, het park en zijn vijver en de wijkschool. Alles voorhanden dus voor een aangename woonbuurt. De communicatiefaciliteiten met de werk- en andere zones zijn ook voorzien: kijk naar de tramhalte en straks zal je ook de Grote Ring zien. ‘Elk voordeel heb zijn nadeel’, zei Johan Cruijff eens. Wat op papier een efficiënte stadsplanning lijkt, heeft in praktijk ook zijn nadelen. Vanuit zuiver commercieel standpunt bekeken, zijn de groene ruimtes een pure verspilling. Vaak worden die dan ook tot een minimum beperkt. Zonering betekent ook dat men zich telkens moet verplaatsen, wil men zich naar een andere zone begeven bv. om er te gaan werken. Le Corbusier voorzag in zijn ontwerpen steeds ruimte voor verschillende transportmiddelen: trein, tram, fiets, auto. In praktijk werd dit evenwicht verstoord door de groeiende dominantie van de auto. Vandaag kennen we maar al te goed de negatieve gevolgen daarvan. Maar al bij al mogen we in dit geval spreken van een geslaagd voorbeeld van een modernistische woonwijk. Wandel links om het rondpunt. Steek dus via de zebrapaden eerst de Marius Renardlaan over. QUIZVRAAG 9: Dit hoge appartementsgebouw heeft verschillende ingangen. Een daarvan heet ‘RAFAEL’. Welk huisnummer heeft deze ingang? Antwoord 9:
1
2
3
4
5
6
Steek vervolgens ook de Frans Halssquare over. Werp nog even een blik op het appartementsgebouw achter je. De keuze voor woontorens op pilotis in deze Vijverwijk had te maken met de moerassige ondergrond. De funderingskosten voor horizontale gebouwen zouden veel te duur geweest zijn. Nu blijven ze beperkt tot zeer beperkte oppervlaktes. Het grondniveau van dit gebouw uit 1960 is doorloopbaar. De 4 ingangen leiden elk naar een lift. Er zit ook een knik in de gevel. Het grondplan is immers boemerangvormig. De asymmetrie van de boemerang was een van de populairste vormen in de jaren 1960. De meer frivole Expostijl is dan ook een antwoord op het nogal streng sobere modernisme van het Interbellum.
12 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Architect Jacques Cuisinier is bekend van andere torens zoals de voormalige Martinibuilding (Rogierplein), de Brusiliatoren (Schaarbeek) en La Magnanerie (Vorst). Maar niet alle appartementsgebouwen uit de jaren 1960 en 1970 ogen even aantrekkelijk. Vaak namen de bouwmaatschappijen het niet zo nauw met de kwaliteit en de grootte van de appartementen. En even vaak lijkt het hele gebouw op een banale, groot uitgevallen melkdoos. Bovendien moest Le Corbusier tot zijn ontsteltenis vaststellen dat de arbeider, zodra hij de nodige middelen had, zich toch een traditionele eengezinswoning met tuin aanschafte. De ondankbaren! Draai je weer om en wandel rechtdoor het park in richting parkvijver. Volg het pad links van de vijver. Even verder verdwijnt de vijver even uit het zicht: blijf echter het hoofdpad volgen. Deze Vijverwijk bevindt zich in de Pedevallei die in de jaren 1960 geürbaniseerd werd en maakt deel uit van het al vermelde Park System. Het werd een ononderbroken keten van openbare parken. De golvende oevers, de treurwilgen die verondersteld worden aan te zetten tot meditatie en uiteraard het beboste eilandje: deze vijvers doen denken aan de ‘Engelse’ vijver van het Astridpark. Bijna op het einde van de laatste vijver zie je links een stenen brugje. Steek het brugje over en volg het pad links van de beek, richting viaducten van de Grote Ring. Dit is de Pedebeek, de beek die de gelijknamige vallei gevormd heeft. De meanderende beek en zijn knotwilgen doen even wegdromen naar vroegere tijden, maar het geraas van de wagens op het viaduct van de Grote Ring brengt je terug naar deze surrealistische realiteit. De Pede ontspringt in Sint-Martens-Lennik, doorkruist Sint-Anna-Pede, de gehuchten Koevijver en Neerpede, loopt onder de viaduct en verdwijnt wat verder stroomafwaarts in een collector onder de Maurice Carêmelaan. Achter de populieren links van het pad bevindt zich het stormbekken van de Grote Ring. Juist voor de viaducten kom je bij een T-splitsing; neem er rechts. Even verder zie je rechts een volgende stenen brug over dezelfde beek. Laat deze … rechts liggen en volg het verharde pad links dat je onder drie opeenvolgende viaducten naar de andere kant van de Grote Brusselse Ring leidt. QUIZVRAAG 10: Op één van de peilers van het autoviaduct zie je een grafitti van een doodshoofd. Welke tekst staat erbij? Blijf het pad volgen tot bij een rechtopstaande, holle, uitgebrande boomstronk in het midden van de weg. Voorbij de vijver zie je links een ‘terril’. Deze grondhoop is het restant van een nooit voltooide oprit van de Ring. Vandaag wordt de andere zijde ervan gebruikt als kunstmatige skipiste zodat het toch geen volledig nutteloos werk is. In 1962 ontstond het idee om van de Pedevallei een recreatief park te maken. Erger nog. In de jaren 1970 wilde het gemeentebestuur Neerpede gebruiken als locatie voor de Olympische Spelen van 1978. Vandaar ook deze enorme Ringafrit die er in 1977 werd aangelegd. Het plan had in eerste instantie tot gevolg dat er in Neerpede geen enkele bouwvergunning meer werd afgeleverd, wat de totale leegloop van het dorp en de totale achteruitgang van de landbouw veroorzaakte. Uiteindelijk werd de Olympische waanzin verlaten. Of toch ook niet helemaal. Vandaag vind je in Neerpede activiteiten die op een of andere manier op de grens liggen van sport en recreatie: skiën, golf, voetbal… Ook de toestellen die u her en der opgesteld ziet passen in dat kader. Het is een oude Fit-O-Meter. In de jaren ’70 was de Fit-O-Meter een van de succesvolle realisaties van de Bloso Sportbiënnale. Het was een van de eerste laagdrempelige overheidsinitiatieven om de bevolking weer aan te zetten tot bewegen en sporten. Bij de boomstronk neem je het aarden pad naar rechts, in de tegenovergestelde richting van de terril. Je staat bij een volgende vijver. Volg het pad rechts van deze vijver. Wat verder wordt het een tegelpad. Volg dit tegelpad naar links langs de vijver. Het pad eindigt in een kort stukje straat: de Haasstraat. Deze mondt uit op een rondpunt. De straat links loopt over een dijk die twee vijvers van elkaar scheidt. Ter hoogte van een laag stenen sluisgebouwtje steek je langs het zebrapad deze dijk-met-straat over. Volg verder het grintpad rechts van de vijver. Je kunt het niet zien, maar achter de bomen rechts ligt het nieuwe, in 2011 ingehuldigde trainings- en opleidingscentrum van RSCA Anderlecht. Inspiratie haalde de club bij buitenlandse topclubs zoals Manchester United, Arsenal, AS Roma, Inter en AC Milan. Het project kostte meer dan 10 miljoen euro.
13 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Naast oefenterreinen bevat het een moderne fitnesszaal van 524 m², rustruimtes voor spelers (145 m²), een zwembad voor recuperatie en revalidatie en een kinesisten- en dokterspraktijk. Alle teams van Anderlecht, vanaf de -15-jarigen, beschikken er over een eigen kleedkamer. Stilstaan is achteruitgaan, ook in het voetbal. Wanneer het pad een bocht naar links neemt, steek je rechts de brug over de beek over. Steek de Neerpedestraat over en wandel even rechtdoor de Scherdemaalstraat in. Bijna onmiddellijk zie je links een wandelpad, verboden voor ruiters en tweewielers. Volg dit pad. Opgelet: het begin van dit pad kan er modderig bij liggen. Niet versagen! Na een 100-tal meter wordt het een kiezelpad. Opgelet: de doorgang is soms smal. De weiden zijn soms afgemaakt met prikkeldraad die mogelijk onder stroom staat. Beter niet uitproberen ! Het pad slingert tussen weiden en akkers de valleiwand op. De glooiingen in het landschap zijn typisch de voor het Pajottenland. Vanaf de 19 eeuw vestigden zich groenteboeren (‘boerkozen’) in de vallei. Rechts zie je aan de horizon de Luizenmolen. Je hebt kilometerpaal 8 bereikt. Het lange wandelpad kronkelt tussen de velden, stijgt en eindigt bij de Appelboomstraat. QUIZVRAAG 11: Helemaal op het einde van het wandelpad vind je in een kleine weide een paneel met een tekst/waarschuwing? Wat worden de dieren, althans volgens de tekst, als ze teveel eten? Antwoord 11:
ziek
dik
vet
zwaar
ongezond
lelijk
Aan de overzijde van de Appelboomstraat zie je restaurant In den Appelboom. De weg snijdt het voormalige boerenhof in twee delen: aan deze kant de schuur en aan de overzijde de boerderij zelf. In 1860 was deze boerderij al een café-laiterie. Een plek waar de Brusselse burger tijdens het weekend na een flinke natuurwandeling een boterham met plattekaas en radijsjes bij een lekkere kriek kon nuttigen. Werp ook even een blik over de vallei waar je vandaan komt. De twee grote stoorzenders aan de horizon zijn de 300 meter hoge VRT-zendmast van Sint-Pieters-Leeuw en de rokende verbrandingsoven van Drogenbos.
OPGELET Bij deze Appelboomstraat heb je de keuze om WEL of NIET langs de Luizenmolen te wandelen. Kies je wel voor de Luizenmolen dan verlengt dit je wandelparcours met 1,6 km.
Je kiest NIET voor de Luizenmolen Volg dan de Appelboomstraat naar links. Het eerstvolgende kruispunt is dat met de Neerpedestraat. Sla deze links in. Vanaf hier volgen de Luizenmolenbezoekers weer hetzelfde parcours. Lees verder na 'TERUG SAMEN'.
Kies je WEL voor de Luizenmolen Volg dan de Appelboomstraat naar rechts. Het trottoir ligt aan de overzijde van de straat. Enkele lichte bochten verder bereik je een kruispunt met aan de linkerzijde twee zijstraten. Neem de eerste. Deze Vlinderstraat leidt je naar de Luizenmolen. Hier, 57m boven de zeespiegel, staat de Luizenmolen, de enige nog actieve windmolen in het Brussels Gewest. De oorspronkelijke Luizenmolen werd in 1864 opgericht door een zekere P-J Parideans uit Heikruis, een telg uit een oud molenaarsgeslacht. Tien jaar later werd hij verplaatst naar zijn huidige standplaats. In 1939 kocht de gemeente Anderlecht hem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verviel hij snel en in 1955 moest hij noodgedwongen worden gesloopt. Onder impuls van de vzw 'Luizenmolen Anderlecht' werd de molen in 1999 op een dertigtal meter van de vroegere standplaats heropgericht naar het model van de oorspronkelijke molen. Het is een staak- of standaardmolen. De staak of standaard is een eiken spil waarrond de molenkast kan worden gedraaid (‘gekruid’) om de wieken naar de wind te zetten. De molen balanceert eigenlijk op het bovenvlak van de staak. Elke ijzeren wiek heeft een lengte van 24m. Hun beweging wordt overgebracht op de molenas waaraan, in de molenkast, twee houten aswielen bevestigd zijn. In elk aswiel kan een horizontaal wiel worden ingeschakeld. Dit sterk staaltje van bouwkunde en techniek dat de basis vormt voor de moderne technologie en mechanica, werd in de middeleeuwen in de Zuidelijke Nederlanden geperfectioneerd. Dat had te maken met de nood aan efficiëntere maaltechnieken om de snel groeiende bevolking te voeden. Windmolens, ze waren er echt overal bij ons. Het gezegde ‘Flandria terra molendina est’ (Vlaanderen Molenland) was in de het 16 -eeuwse Europa heel gekend. Trouwens, er staan vandaag meer windmolens in Vlaanderen dan in
14 NOODNUMMER 0478/77 02 58
heel Nederland. Watermolens waren er in het algemeen minder. Maar niet in Brussel. Langs de Zenne, pakweg tussen het Fontainas- en het Beursplein bevond zich in de middeleeuwen een grote concentratie van watermolens. Ze vormden een ware krachtcentrale en de basis voor de (pre-)industriële ontwikkeling van Brussel. Een laatste voorbeeldje om je te overtuigen van het belang van ‘onze’ molentechnologie : de eerste twee werknemers van autoconstructeur Ford waren molenaars uit Roeselare. De overzijde van de straat is je beslist ook opgevallen. In 1982 verhuisde Veeweyde van de dorpskern van Anderlecht naar een nieuw complex langs de Itterbeekselaan 600. Je kijkt hier naar de achterzijde. Voorwaar een prettig spektakel. Rechts van de molen ligt een kasseivoorraad van het Brusselse Gewest. Vervolg de Vlinderstraat. Na enkele bochten mondt die uit in de Itterbeekselaan. Het opschrift op het eerstvolgende straatnaambord verraadt dat je in Dilbeek bent aanbeland. Vlaanderen dus. Inderdaad, tussen de molen en deze baan ben je de gewestgrens overgestoken. Volg de Itterbeekselaan naar links en sla de eerste straat links in. Nog enkele meters en de Vlazendaalstraat voert je weer tot in het Brussels Gewest. Je slaat de eerste weg links in langs de lange, dikke haag. Eerst is het een kort stukje asfalt, vanaf de toegang tot een woning wordt het opnieuw een verharde weg. Links kijk je naar de achterzijde van de woningen langs de Itterbeekselaan. Lintbebouwing is typisch voor ons land (naar schatting ongeveer 6000km). Oorspronkelijk leek het voor de overheden goedkoper om bebouwing toe te staan langs bestaande wegen dan om er nieuwe aan te leggen. Met de toename van het verkeer zorgt deze bebouwingsvorm echter voor steeds meer problemen. De gemeentelijke overheden moeten er een uitgestrekt rioleringsnetwerk voor aanleggen. Autobestuurders zijn zich vaak niet bewust van de natuur of landbouw achter de huizenrijen. Het lijkt wel alsof men voortdurend in een stedelijke omgeving rijdt. Ook rijdt het doorgaand verkeer doorgaans te snel over de vaak rechte stukken en komt het zo in conflict met het tragere of vertragende lokale verkeer. Het is een van de redenen waarom in ons land de verkeersongevallengraad veel hoger ligt dan in de onze buurlanden. Nog een nadeel: de bestaande woningenrijen aan beide zijden van de straat maken het quasi onmogelijk om zowel een breed wegdek als een veilig fietspad en een breed voetpad te voorzien. Opritten maken het fietsen bovendien extra gevaarlijk. Lintbebouwing en verkavelingen: we betalen allen samen een hoge prijs voor onze manier van bouwen. Is er dan geen betaalbare oplossing die enigszins verenigbaar is met het woon- en leefcomfort dat eigen is aan ons land? Vele urbanisten pleiten voor ‘verdichting’. Woonkernen met een grotere woondichtheid. Dat betekent eengezinswoningen met een kleinere grondoppervlakte of liever nog appartementsgebouwen met zeker 3 à 4 verdiepingen. Kleinere privétuinen en meer collectief groen om de sociale contacten te bevorderen en de sociale controle te vergroten. Een grotere woondichtheid maakt ook lokale handelszaken (bakker, krantenwinkel, beenhouwer…) economisch rendabel en kan een extra busstop of zelfs de aanleg van een tramverbinding met de omliggende stadscentra rechtvaardigen. Deze verharde weg gaat bergaf en loopt langs een hondendressuurschool. De uiterst slechte bestrating eindigt bij het kruispunt met de Appelboomstraat. Steek over en vervolg de Neerpedestraat. Je zit weer op hetzelfde parcours als de wandelaars die de Luizenmolenomweg niet gedaan hebben.
TERUG SAMEN Vervolg de Neerpedestraat naar beneden. Prettig weerzien met de Neerpedestraat. Eerst daalt hij vrij recht van het hoger plateau naar beneden. Maar zodra de straat enkele hoeves bereikt en in de vallei aankomt, begint hij te kronkelen. Sommige boerderijen zijn nog in bedrijf. Anderen werden verbouwd tot ‘fermettes’. Beneden in de vallei volgt de Neerpedestraat een tijdje de Pedebeek. Bij de splitsing van de straat neem je afscheid van de beek en volg je rechts de Bietenstraat. Je hebt kilometerpaal 10 bereikt. Voorbij een klein villawijkje splitst de Bietenstraat op in twee Bietenstraten. Volg de linkse. Wat verder maakt de Bietenstraat een bocht naar rechts. In de bocht neem je links een officieel wandelpad 'Sentier - Voetweg 110'. Dat blijf je volgen. Je kruist een asfaltweg, de Ketelstraat. Wandel echter het pad verder af. Voorbij het bosje is het uitkijken voor vallende ballen! Het pad loopt immers tussen de golfterreinen van de 'Royal Amicale Anderlecht Golf Club'.
15 NOODNUMMER 0478/77 02 58
QUIZVRAAG 12: Bij het begin van het golfterrein staat een paneel met daarop de tekst ‘Opgelet golfterrein...’ Vervolledig deze tekst? Voorbij de golfterreinen gaat het wandelpad over in een verharde weg; de Schollestraat. Voorbij een handvol huizen bereik je een T-kruispunt. Rechts zie je een spoorwegbrug. Wandel over de brug. Kijk goed uit voor vrachtwagens want er zijn werken aan de gang aan de spoorlijn. De oude spoorlijn Brussel-Dendermonde-Gent wordt aangepast. Het aantal sporen wordt verdubbeld van twee naar vier. Dit gebeurt in het kader van het Gewestelijk Expresnet (GEN). Bedoeling is dat de snellere intercitytreinen niet zouden gehinderd worden door de nieuwe GEN-treinen die een plaatselijke bediening hebben en dus meer haltes aandoen. Dagelijks pendelen ongeveer 350.000 mensen naar Brussel. De helft komt met de wagen. Alle studies wijzen erop dat het stadsverkeer binnen luttele jaren zal dichtslibben als er geen werk wordt gemaakt van efficiënte alternatieven. Al in 1990 was er sprake van een GEN met een optimaler gebruik van de bestaande spoorweginfrastructuur in en rond Brussel. De uitvoering van de plannen sleepte jaren aan, maar komt nu stilaan in een stroomversnelling. Maar waarschijnlijk zal het GEN maar tegen het einde van het decennium af zijn. Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gewestelijk_ExpresNet Autobestuurders zullen echter niet zomaar overstappen op het GEN. Om van het GEN een succes te maken zijn heel wat begeleidende maatregelen nodig, zoals bvb. voldoende parkeerplaatsen bij de GENstations rond Brussel en het beperken van het aantal parkeerplaatsen in Brussel zelf, en/of het beter op elkaar afstemmen van het trein-, metro-, tram-, bus- en fietsnetwerk. Sommigen spreken ook over slimme tolheffingen aan de grenzen van het Gewest. Ook zouden nieuwe bouwprojecten moeten gebeuren in de buurt van de GEN-stations of bij het onderliggende netwerk. Het Brussels Gewest zelf vroeg dit jaar nog om de aandacht te verschuiven van de nu al overbevraagde Noord-zuidspoorverbinding naar de vele andere treinstations van het Gewest. Brussel telt immers 28 stations. Met uitzondering van de Noord-, Centraal- en Zuidstations en het Luxemburgstation worden die ondergebruikt. Vaak stopt er slechts 1 trein per uur. ’s Avonds en tijdens het weekend stopt er gewoon niets. Jammer, want het is veruit de snelste manier om zich te verplaatsen van de ene kant van het Gewest naar de andere. Daar kan de auto of zelfs de metro niet tegen op. Voorbij de brug zie je rechts van de kasseistraat een wandelpad. Neem dit pad. Even verder versmalt het. Je wandelt opnieuw tussen velden. Voorbij een villa met kasteelallures sluit het pad aan bij de Ketelstraat. Draai deze straat naar links op. Enkele meters verder eindigt de straat bij de drukke Lenniksebaan. Volg links het trottoir van deze invalsweg tot bij het rondpunt Henri Simonet. De laatste 500 m van deze wandeling liggen voor je. Bedoeling is dat je dit rondpunt links rondloopt. Daarbij steek je de zo mogelijk nog drukkere Henri Simonetlaan over. Wandel het rondpunt verder rond en sla bij de bomen links de Lenniksebaan in. Rechts zie je een enorm gebouwencomplex staan. Het is het Erasmusziekenhuis. In de jaren 1960-1980 hebben de verschillende 'zuilen' en taalgroepen geprobeerd om in de Brusselse stadsrand nieuwe ziekenhuisinfrastructuur te bouwen. Vlamingen kennen doorgaan vrij goed het UZ (Universitair Ziekenhuis) in Jette. Het Erasmusziekenhuis is een Franstalig Universitair Ziekenhuis. Begrijp deze omschrijving echter niet als zou je in beide ziekenhuizen niet kunnen bediend worden in de andere landstaal. Wandel het trottoir van de Lenniksebaan verder af. Je passeert een bushalte en gebruikt een paar zebrapaden om rechtdoor te kunnen blijven lopen. Aan de overzijde van de baan zie je een merkwaardige tentconstructie (arch. Ph. Samyn). Het is het perrondak van de terminus van metrolijn 5. Dit metrostation is meteen het eindpunt van de wandeling. Je hebt echter nog onderstaande wegomschrijving nodig om per metro naar het stadscentrum terug te keren en om je UIT-stempel te krijgen. Bijna aan het einde van de tentconstructie bereik je op het trottoir een groot blauw bord met de witte letter 'M' van 'Metro'. Neem er de trap naar beneden. Sla links de hoek om en neem wat verder de trap naar het perron boven. Enkele meters na de roltrap moet je je vervoersticket ontwaarden. Hoe doe je dit? Je ziet enkele rode toestellen hangen waarop een witte 'O' weergegeven is. Hou je ticket tegen het midden van de O. Wanneer je een geluid hoort, is je ticket ontwaard. Op het perron neem je aan de rechterkant het eerstvolgende metrostel richting Herrmann-Debroux. Je kunt je niet vergissen van rijrichting, want Erasmus is een eindhalte.
16 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Je hebt een metro-reis langs zowat 15 haltes voor de boeg. Dit reistraject kan je volgen op de panelen boven de deuren. Het eerstvolgende metrostation is genoemd naar Eddy Merckx, de wielerlegende en de eerste persoon die bij leven op deze manier geëerd wordt. Op het perron staat de fiets waarmee hij in 1972 in Mexico-Stad met 49,431 km het werelduurrecord van Ole Ritter van de tabellen veegde. Pas in 1984 werd dat record gebroken. Francesco Moser legde toen, als eerste met een aerodynamische fiets, de afstand van 50,808 km af. Eddy haalde zijn wereldrecord met een heel klassieke fiets op het einde van een slopend seizoen in de nadagen van zijn carrière. Hoever hij zou geraakt zijn in zijn topjaren en met het hoogtechnologische fietsmateriaal van vandaag, zullen we nooit weten. De eerste metrostations zijn vrij recent ingericht. Naarmate je verder rijdt, wordt de metrolijn ouder. Na enkele haltes kruis je het metrostation 'Sint-Guido' waarlangs je vandaag bent gewandeld. Behalve het type metrostations verandert doorheen je metrorit ook het type reispubliek. Waarschijnlijk zie je op je metrostel niet alleen Vlaamse ambtenaren die hetzelfde doen als jij, maar ook pendelaars die terugkeren naar het stadscentrum of naar een treinstation, maar ook bewoners van de wijken die deze metrolijn verbindt. Zo krijg je in de metro opnieuw de staalkaart van de stad die je vandaag ook hebt doorgewandeld. Stap uit bij de 15de halte 'Centraal Station'. Volg de pijlen naar het treinstation. Waarschijnlijk komt dit traject ook overeen met de grootste mensenstroom uit uw metrostel. De trappen, roltrappen en voetgangerstunnels brengen je naar het eindpunt van deze wandeling: de lokettenzaal van het Centraal Station. Nu heb je nog je UIT-stempel nodig.
UITSTEMPEL Daarom volgt nog een kort wandelstaartje. Loop de lokettenzaal van het Centraal Station door tot voorbij de uitgang. Wandel het ronde stationsplein over en volg rechts van het hotel het trottoir. Je loopt langs een ijzeren omheining. Even verder bereik je een doorgang naar het lager gelegen plein. Op dit Spanjeplein vind je de BLOSO-stand voor je UIT-stempel van 15 u tot 16.30 u.
PINTJE OF TERRASJE Heb je nog zin in een pintje, of een terrasje? Wandel dan verder bergafwaarts. In de buurt van Grote Markt en Sint-Hubertusgalerijen vind je zeker nog iets aantrekkelijks.
SCHIFTINGSVRAAG Dit wandelcircuit werd uitgewerkt door 6 medewerkers van Brukselbinnenstebuiten. Wat is de gemiddelde afstand van hun woonplekken tot bij de toren van het Brusselse stadhuis, uitgedrukt in meters, zonder cijfers na de komma?
Dit circuit werd in opdracht van Bloso uitgewerkt door Brukselbinnenstebuiten. Bruksel wil je de stad tonen, te voet, per bus, met de fiets of met openbaar vervoer, en dit verder dan de toeristische neus lang is. Bruksel helpt je je gedachten over Brussel te openen. Meer informatie over Bruksel: <www.brukselbinnenstebuiten.be> of tel. 02.218.38.78
Wat vond je van de ‘Wandeling’? Laat het ons weten en maak kans op een mooie prijs! www.bloso.be/sportdagvoorambtenaren, doorklikken naar ‘evaluatie’
17 NOODNUMMER 0478/77 02 58
SPORTDAG VLAAMSE AMBTENAREN 2012
Lange stadswandeling - Quizvragen Naam + voornaam: ………………………………………………………… Administratie: ………………………………………………………………. Straat + nummer: ………………………………………………………….. Postcode + gemeente: ……………………………………………………. (invullen in drukletters, aub!)
QUIZVRAAG 1: Op de hoek van de Frisonsquare en de Bergensesteenweg zie je een opvallende constructie in betonnen palen en met staal. Wat is de functie van deze constructie? Antwoord 1:
.................
QUIZVRAAG 2: In het midden van het Dapperheidsplein staat een klein, grappig kunstwerkje van Wim Delvoye. Op een muurtje lopen een reeks eendjes die hun kop steken in het gat van de vorige eend. Hoe noemt men het materiaal waaruit de eendjes zijn gemaakt? Antwoord 2:
ijzer
zink
brons
koper
aluminium
QUIZVRAAG 3: Het mooie, dubbele hoekhuis aan de overzijde van het zebrapad heeft een opvallende ingangspartij. Welke gebeeldhouwde vogel wordt er afgebeeld? Antwoord 3:
eend
pelikaan
reiger
ooievaar
arend
haan
QUIZVRAAG 4: Het standbeeld van Ruhl met zijn hond heeft geleden onder de tijd. Welk stuk is Ruhl kwijtgeraakt? Antwoord 4:
oor
duim
teen
kin
neus
staart
QUIZVRAAG 5: Bij het begin van de Melbalaan bevindt zich een Villo-fietsenstalling. Het is een plaats waar fietsen kunnen gehuurd worden. Welk nummer heeft dit Villoverdeelpunt? Antwoord 5:
018
108
118
208
218
318
QUIZVRAAG 6: Pierre De Tollenaere werd op 10 december 1944 door geëxecuteerd. In welk Duits concentratiekamp werd hij opgehangen? Antwoord 6: Neuengamme
Dachau
Mauthausen
Buchenwald
Sachsenhausen
QUIZVRAAG 7: In het gazon aan de overzijde van deze T-splitsing staan twee jonge bomen. Over welke boomsoort gaat het hier? Antwoord 7:
eik
plataan
tamme kastanje
berk
wilde kastanje
beuk
QUIZVRAAG 8: De Fransman Romain Rolland won in 1915 een Nobelprijs. Voor welke discipline was dit?
18 NOODNUMMER 0478/77 02 58
Antwoord 8:
fysica
wetenschappen
vrede
geneeskunde
letterkunde
QUIZVRAAG 9: Dit hoge appartementsgebouw heeft verschillende ingangen. Een daarvan heet ‘RAFAEL’. Welk huisnummer heeft deze ingang? Antwoord 9:
1
2
3
4
5
6
QUIZVRAAG 10: Op één van de peilers van het autoviaduct zie je een grafitti van een doodshoofd. Welke tekst staat erbij? Antwoord 10:
.................
QUIZVRAAG 11: Helemaal op het einde van het wandelpad vind je in een kleine weide een paneel met een tekst/waarschuwing? Wat worden de dieren, althans volgens de tekst, als ze teveel eten? Antwoord 11:
ziek
dik
vet
zwaar
ongezond
lelijk
QUIZVRAAG 12: Bij het begin van het golfterrein staat een paneel met daarop de tekst ‘Opgelet golfterrein...’ Vervolledig deze tekst? Antwoord 12:
.................
SCHIFTINGSVRAAG Dit wandelcircuit werd uitgewerkt door 6 medewerkers van Brukselbinnenstebuiten. Wat is de gemiddelde afstand van hun woonplekken tot bij de toren van het Brusselse stadhuis, uitgedrukt in meters, zonder cijfers na de komma? Antwoord:
.................
!!! Deponeer uw antwoordformulier in de urne bij de uitstempel (Spanjeplein) !!!
19 NOODNUMMER 0478/77 02 58