België – Belgique P.B. 9500 GERAARDSDBERGEN B.C. 10117
TUINIEREN Rekeningnr BNP Fortis: BE29 0010 4554 0364
Maand: juni 2014 Postkantoor GERAARDSBERGEN I P 508040
KONINKLIJK WERK DER VOLKSTUINEN GERAARDSBERGEN vzw Verantwoordelijke uitgever: Eddy Praet Watermolenstraat 115 9500 GERAARDSBERGEN tel: 054/41 59 50
[email protected] www.volkstuinengeraardsbergen.be MAANDBLAD (verschijnt niet in augustus)
Papa, jij zit snor! Papa’s zijn raar (maar waar). Soms houden ze van voetbal, soms van fietsen. Soms willen ze tuinieren, soms alleen maar nietsen. Of ze zijn gek van liedjes. Of van gemor. Heeft de jouwe niks? Niet eens een baard, geen pruik, geen snor? Trek het je niet aan! Want ook tegen papa’s zonder baard of snor, zonder liedjes of gemor, kun je vrolijk roepen: Papa, jij zit snor!
Gelezen in ‘De Bond’ van 30 mei dit toepasselijk gedichtje voor Vaderdag. Het komt uit de verzamelbundel ‘Samen over een muurtje’ van Geert De Kockere met 101 nieuwe ongepubliceerde gedichten.
Volgende activiteiten • Zondag 22 juni 2014: barbecue en wandeling met Willem Boonen als gids. Aanvang vanaf 11u. • Hofkeuring 2014 De hofkeuring is dit jaar gepland van vrijdag 11 juli tem. woensdag 16 juli met volgende verdeling: • vrijdag 11/7: Astridlaan, Goeferdinge, Overboelare, stad • zaterdag 12/7: groepstuinen, Guilleminlaan, stad • ma 14/7: Moerbeke, Galmaarden, Viane, Hoge Buizemont • dinsdag 15/7: Deftinge, Everbeek, Zarlardinge, Brakel, Lierde, Ophasselt, Zandbergen, Grimminge • woe 16/7: Schendelbeke, Onkerzele, rest stad, Zikastraat Leden die niet wensen deel te nemen kunnen dit melden aan de voorzitter (054/41.19.06) of via ons e-mailadres:
[email protected]
• Vrijdag 19 september 2014: Zaal St. Bavo, Hoge Buizemont 165 te Geraardsbergen (19u30) Noteer nu alvast in uw agenda onze eerste activiteit van het nieuwe werkjaar. Hiervoor hebben we de heer J. Van Hoecke uit Wichelen uitgenodigd voor een voordracht met als titel: “Een slimme tuin”. Meer info hierover in ons volgend maandblad.
In memoriam Op 24 mei 2014 overleed te Geraardsbergen Mevrouw Marie-José Van Damme, weduwe van de heer Richard De Smedt en moeder van ons bestuurslid en commissaris André. In naam van alle leden biedt het bestuur aan de betrokken familie zijn innige deelneming aan.
Waarschuwingsdienst voor de aardappelziekte Net zoals vorig jaar ontvangen we van het Proefcentrum voor de aardappelteelt (PCA) te Kruishoutem vanaf einde mei wekelijks een mail met adviesberichten voor de bestrijding van de aardappelziekte. We sturen dit door naar alle leden waarvan we het e-mailadres kennen. Wenst u ook hiervan op de hoogte gebracht te worden, stuur dan een mailtje naar
[email protected] en we nemen dan ook uw adres op in onze mailing lijst.
Tuinieren_201406
1
Eddy Praet
Sint-Jozefinstituut “ ’t Karmelieten “
BuBaO De Mozaïek
Karmelietenstraat 57 9500 Geraardsbergen
Boelarestraat 3 9500 Geraardsbergen
tel: 054/41 07 10 – 054/412 412
tel: 054/41 83 50
Terugblik op onze busuitstap naar de Westhoek Met voldoening denken we terug aan een alweer geslaagde clubreis met in de voormiddag een bezoek aan de Fuchsia- en plantenkwekerij De Nachtwaker van Geert Bonte. De namiddag stond in het teken van de herdenking van 100 jaar WO1. Hierbij een overzicht voor hen die er niet bij konden zijn.
Fuchsia- en plantenkwekerij DE NACHTWAKER We werden opgewacht door Katrien en Geert met de koffiepot in aanslag, van West-Vlamingen met aanpak gesproken! Dit was althans mijn ervaring al moet ik toegeven dat ik achteraan op de bus zat en dus aan de staart van de groep bengelde. Na de koffiekoek en de obligate tweede tas koffie rinkelde al snel de (school)bel. Geert vertelde hoe het allemaal 33 jaar geleden begon: wat eerst uitsluitend een hobby en passie was, groeide na een geslaagde opendeurdag uit tot een heus bedrijf met nu al meer dan 2000 soorten fuchsia’s. Hij nam ons verder op sleeptouw doorheen de kwekerij, niet zonder vooraf te wijzen op het huisreglement: “Het nijpen en toppen is nu gedaan, u mag ze nu zo laten staan”. Onderweg gaf hij, niet zelden met een West-Vlaamse kwinkslag, tips mee over het opkweken en de verzorging van fuchsia’s (uitgebreide info op: http://denachtwakerbe.webhosting.be/hoe-uw-fuchsias-verzorgen/). In het kort: • Stekken: in het voorjaar, top of scheutstek met 2 tot 4 bladparen, recht afgesneden ongeveer 5 tot 8 mm onder de bladknop, plaatsen in een mengsel met voldoende lucht en vocht. Afdekken met een folie, niet in de felle zon zetten. • Oppotten en vormgeving: na 2 à 3 wk. in een potje van 8 cm met een luchtige, vochthoudende en voedzame grond; de grond nooit samendrukken, maar wel licht aangieten; als het stekje 3 tot 4 bladparen heeft beginnen toppen, uitlopende zijscheuten ook telkens toppen op 2 tot 3 bladparen tot je een goed gevormd struikje hebt. Na 6 tot 8 weken is de plant in volle bloei. • Standplaats: winterharde fuchsia zonder pot in volle grond planten (zon of schaduw), de nietwinterharde soorten (met of zonder pot) in de tuin, in een bloembak of hangpot maar niet in de felle zon (mag wel voor de donkere kleuren). Potten met dubbele bodem zorgen met minder moeite voor grotere planten met zowel grond- als waterwortels. • Voeding: de fuchsia is een dorstige plant, maar mag niet in het water staan; nadat kluit doorworteld is regelmatig bemesten met een evenwichtige voeding, die zorgt voor groei en bloei. • Winterberging: in het najaar, als de bladeren afvallen, de planten insnoeien en overwinteren in een vorstvrije ruimte (zolder, kamer, heldere schuur of garage); de kluit niet laten uitdrogen. • Na de winter: in feb./mrt. de fuchsia’s verhuizen naar een lichte en matig warme plaats; planten bijsnoeien (witte uitlopers, dode en verkeerd groeiende takken wegsnijden), evt. wortelsnoei toepassen, verse grond erop en vochtig houden. Geert liet natuurlijk ook niet na om zijn waar aan te prijzen. Nog een geluk dat Marc mee was om met al die (gevulde) karretjes op en af te rijden…
TYNE COT CEMETRY in Passendale De naam Passendale is gegrift in het collectieve geheugen van Groot-Brittannië en het Gemenebest. Tijdens de Derde Slag bij Ieper of de Slag om Passendale (1917) werd samen met het tot puin geschoten dorp Passendale een totaal verwoest terrein veroverd. De Britten noemden het The ‘Stone of Remembrance’ met op de ‘Passiondale' of dal van het lijden. De menselijke prijs achtergrond het ‘Cross of Sacrifice’ was enorm en dit wordt onuitwisbaar bewezen op Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats op het vasteland.
Tuinieren_201406
2
Eddy Praet
Import van Zuid-Afrikaanse wijnen • • • Marc en Danielle Van Ongeval-Coesens Zavelstraat 42 Geraardsbergen 054 41 41 41 0497 53 81 27
• •
Verkoop rechtstreeks aan particulieren. Wijnen voor elk budget en verkoop per fles mogelijk. Tot 10% korting op onze prijzen vermeld op de website! Afhalen na afspraak of gratis levering in de regio vanaf 12 flessen. Een prijslijst met het volledig overzicht en de klantprijzen, vraag info:
[email protected] www.hetwijngoed.be
‘Tyne Cot(tage)' was de naam die door het Britse leger werd gegeven aan een schuurtje dat stond te midden van een vijftal Duitse bunkers (pillboxes). Het werd door de 3rd Australian Division veroverd op 4 oktober 1917. Wellicht daarom dat één van de bekendste graven op Tyne Cot dit is van de Australische kapitein Clarence Smith Jeffries. Op 12 oktober 1917 won hij postuum het Victoria Cross voor zijn heldhaftige poging om een Duitse bunker in te nemen, waarbij hij sneuvelde. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 34941 m² en is omgeven door een muur van silexkeien ('flintstones'). De uniforme grafstenen (opgesteld per 12) gehouwen uit witte Portlandsteen, het grote stenen kruis met een bronzen zwaard (het ‘Cross of Sacrifice') en het grote stenen altaar (de ‘Stone of Remembrance' met opschrift: THEIR NAME LIVETH FOR EVER MORE) zijn erg indrukwekkend. Het ‘Cross of Sacrifice' werd op vraag van de Britse koning George V bovenop de veroverde centrale Duitse bunker gebouwd. Twee andere bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich onder de paviljoenen langs weerszijden van de vermistenmuur achteraan. De begraafplaats met ‘Missing Memorial' werd ontworpen door Sir Herbert Baker en is in 1972 onthuld. 11.596 soldaten van het Gemenebest en ook enkele Duitse gesneuvelden liggen hier begraven. Op de oostkant sluit een hoge muur van 152 meter lang de begraafplaats af. Hierop staan de namen gegrift van 34.957 vermiste soldaten. Zij sneuvelden na 15 augustus 1917. De overige bijna 55.000 namen van vermisten, gesneuveld tussen augustus 1914 en 15 augustus 1917, vindt u op de Menenpoort in Ieper, die nog ontworpen is tijdens de oorlog. Het moderne bezoekerscentrum geeft een uitzicht op het slagveld en geeft meer inzicht en informatie over de Slag van 4 oktober 1917, waarvan het volledige slagveld kan overzien worden door een uniek panoramisch venster. Verder is er ook een confrontatie met het landschap van voor en na de slag en zijn er personalia over de gesneuvelden die hier begraven liggen of herdacht worden.
IN FLANDERS FIELDS MUSEUM Het vernieuwde ‘In Flanders Fields Museum’ confronteert de bezoeker met de gevolgen van den ‘Grooten Oorlog’. Gevestigd in de heropgebouwde Lakenhallen van Ieper, confronteert het oud en jong met leven en dood in de Ieperse frontstreek. Het is een belangrijk symbool van oorlogsleed en van de wederopstanding daarna. De volledig nieuwe permanente tentoonstelling vertelt over de inval in België en de eerste maanden van de bewegingsoorlog, over de vier jaar stellingenoorlog in de Westhoek - van het strand van Nieuwpoort tot de Leie in Armentières -, over het einde van de oorlog én over de voortdurende herdenking sindsdien. Het houdt ons een spiegel voor en doet ons stilstaan bij hoe wij omgaan met ons verleden en dat van alle andere betrokken landen. Mensen kwamen uit meer dan vijftig verschillende landen en culturen om deel te nemen aan de oorlog in Vlaanderen. Vandaag ontvangt het museum dan ook bezoekers van over de hele wereld. En confronteert het hen met het universele karakter van een wereldbrand die 100 jaar geleden plaatsvond. Het museum heeft altijd al de nadruk gelegd op de persoonlijke verhalen in het grotere verhaal van een conflict dat de wereldgeschiedenis mee bepaald heeft. Naast de honderden authentieke objecten en beelden, die in een vernieuwende ervaringsgerichte vormgeving gepresenteerd worden, is er ook in het nieuwe museum bijzondere aandacht voor het verhaal van de ‘kleine man’. Levensechte personages en interactieve opstellingen confronteren de hedendaagse bezoeker met zijn evenmens in de oorlog een eeuw geleden. Om het belevingsaspect nog te vergroten, ontvangt elke bezoeker bij zijn aankomst een persoonlijke ‘poppy’-armband. Dankzij de chip die in de armband zit, wordt de taalkeuze automatisch ingesteld en kan de bezoeker 4 persoonlijke verhalen ontdekken doorheen de permanente tentoonstelling.
Tuinieren_201406
3
Eddy Praet
Omdat het wezen van oorlog doorheen de tijd niet verandert, beschouwt het museum het brengen van dit oorlogsverhaal als een universele en eigentijdse vredesboodschap, en dus als een belangrijke maatschappelijke opdracht. Het museum werkt nauw samen met partners die zijn missie delen en werkt binnen het kader van Ieper Vredesstad. De dag werd afgesloten met het bijwonen van de 'LAST POST' onder de machtige gewelven van de Menenpoort, een gedenkteken dat de namen draagt van 54.896 vermiste soldaten. Dank u wel Yolande en André voor deze geslaagde reis!
Hommels zijn mijn ‘dikke’ vrienden Hommels en natuurlijk ook bijen zijn heel belangrijk voor onze tuin, voor onze planten en uiteindelijk ook voor het voedsel dat op ons bord komt. Zonder bestuiving hebben we immers geen vruchtzetting en komt er niet veel in huis van het fruit aan onze bomen of van (sommige) groenten in onze moestuin. Jammer dat er de laatste jaren, althans in onze tuin, minder en minder bijen te zien zijn. Waar is de tijd dat het een gewriemel en gegons van jewelste was op onze bloeiende cotoneaster langs de oprit. Hopelijk brengt onze nieuw aangelegde voortuin met heel wat bijen- en vlindervriendelijke vaste planten daar terug verandering in. Voorlopig dan maar alle hoop stellen op de hommels die wel in grote getale aanwezig zijn. Hommels zijn dol op heerlijk geurende planten met aantrekkelijke bloemen. Met het juiste assortiment lok je ze dus zo naar je tuin! Wie vingerhoedskruid (Digitalis) in zijn tuin heeft staan, weet dat dit druk bezocht wordt door deze verwoede verzamelaars van stuifmeel en nectar. Verder hebben heel wat andere vaste planten uit de lipbloemenfamilie (Labiatae of ook wel Lamiaceae), zoals verschillende varianten van kattenkruid (Nepeta) en salie (Salvia), uiteraard ook lavendel (Lavandula) en heel wat keukenkruiden zoals munt (Mentha), tijm (Thymus), rozemarijn (Rosmarinus),… een grote aantrekkingskracht op deze insecten. U weet wellicht nog dat ik naast brandnetel ook smeerwortel in de tuin heb. Voor beide geldt dat dit na een tijdje overal opduikt. Zo is er ook smeerwortel in onze serre terechtgekomen die daar uiteraard vroeg bloeit. En net daar zijn hommels toch ook wel zot van zeker. Eens de buitentemperatuur boven de 15° gaat zijn ze actief en dan ook trouwe bezoekers in onze serre. En omdat ze al eens vergeten langs waar ze weer naar buiten kunnen doen ze meermaals de toer van de serre. Zo ontdekken ze (later) natuurlijk ook de bloemen van andere vruchten die er in staan (tomaten, paprika, komkommer,…) en naar ik durf hopen dit jaar dus ook de meloenen. Geen voordeel zonder nadeel evenwel. Zo is smeerwortel nogal gevoelig aan witziekte (echte meeldauw). Meestal treedt dit pas op in het najaar, maar dit jaar is het nu al het geval. En dat zien we natuurlijk niet graag; opruimen is de boodschap en hopen dat het nieuw blad gezonder blijft. Als alternatief heb ik ondertussen ook al lavendel in de serre aangeplant... Interessant om weten: Zowel voor solitaire bijen als voor hommels zijn er verschillende kasten of nestblokken in de handel te koop die bijdragen aan het voortbestaan van deze belangrijke vliesvleugeligen. Je kan natuurlijk ook zelf creatief aan de slag om deze insecten te helpen. Een hommelvolk overwintert namelijk niet; dus jaarlijks moet elke jonge koningin opnieuw op zoek naar nectar en een nieuwe nestplaats om een nieuw volk te stichten. Dit doen ze al te vaak in een oud muizennest of in een boomholte. Nadat de eerste, veel kleinere werksters het nest verlaten, hoeft de koningin enkel nog eieren te leggen terwijl nectar en stuifmeel nu door de werksters naar het nest wordt gebracht. Raar maar waar, de eerste mannelijke hommels worden pas geboren ergens midden in de zomer waarna een algemene paardans ontstaat waarna de sterkste bevruchte wijfjes zich bol en rond eten om de winter gezond en wel door te komen zodat ze de volgende lente, als koningin, een nieuw volk kunnen stichten.
Uw lidkaart is geld waard Graag herinneren we er u aan dat u op vertoon van uw lidkaart van Volkstuinen Geraardsbergen korting krijgt in volgende handelszaken: Brico (Astridlaan 68), Aveve Deschryver (Grote Weg 306), Dauwe Guy (Zikastraat 94), Flora (Edingseweg 365), Tuin & Machines (Astridlaan 170).
Tuinieren_201406
4
Eddy Praet
De teelt van meloenen Toen ik van mijn overbuur op de tuintjes een paar meloenplantjes kreeg, dacht ik bij mezelf: ‘Waar ga ik dat nu zetten?’ Ik heb al wel eens meloen in de serre gekweekt maar met amper een paar vruchten als resultaat kan je dat bezwaarlijk een groot succes noemen. Toen Antoine me dan ook nog vroeg of je dat ook buiten kon kweken stond mijn besluit vast: hiervan moest ik nu toch eens het fijne weten. Na wat ‘gegoogle’ kwam ik al snel terecht bij een artikel van Luc Dedeene,. Leden, die trouw onze voordrachten bijwonen, herinneren zich misschien nog dat de heer Dedeene, co-auteur van het succesvolle boek “De Groente- en Fruitencyclopedie” waarin hij het gedeelte ‘groenten’ behandelt, vorig jaar in maart bij ons te gast was voor een voordracht over zuiderse groenten (tomaten, paprika, aubergines, …). Ziehier hoe een specialist het aanpakt. Ik moet vooraf wel vermelden dat, wat hierna volgt, gaat om de staande teelt in de serre, wat de auteur aanbeveelt omwille van onze onvoorspelbare zomers.
De snoei bij staande teelt Het snoeien bij meloenen heeft tot doel de bladgroei wat te beperken en de vorming van vrouwelijke bloemen te stimuleren. Op die manier bekom je in onze gematigde streken toch nog tijdig vruchtvorming en oogst. Een meloen die onbeperkt kan doorgroeien zal eerst veel blad maken en vertraging oplopen bij de vorming van vrouwelijke bloemen. Dit is nog belangrijker bij sterk groeiende meloenrassen. De snoei begint al tijdens de opkweek van de meloenen. Als de plant twee echte bladeren heeft wordt ze getopt. Het intoppen van de meloenplant tijdens de opkweek is om te vermijden dat er op de zijscheuten geen vrouwelijke bloemen komen. In dat geval komen de vrouwelijke bloemen pas op de zijscheuten van de zijscheuten. Deze meloen op de foto hiernaast werd al eens getopt en heeft nu twee zijscheuten. Als deze zijscheuten, een tweetal bladeren hebben wordt de beste zijscheut overgehouden. Let wel, ik lees in reacties op zijn artikel dat sommige tuinders toch beide scheuten laten doorgroeien. Je voelt me wellicht al komen: dat moet ik natuurlijk ook eens proberen. Dus zal ik bij één plant 1 zijscheut aanhouden, bij de andere 2. Die overblijvende scheut(en) wordt (worden) wat gesteund met een stokje (indien nog in pot) of na het uitplanten in de serre met een touw (tomatensteun), waarrond de plant regelmatig ingedraaid wordt. Als de plant zowat één meter hoog is hebben zich in iedere bladoksel stevige scheuten ontwikkeld. Uit de eerste zes à zeven bladoksels worden al de zijscheuten verwijderd. De bloemetjes uit deze bladoksels hoeven niet verwijderd te worden, het zijn immers mannelijke bloemen. Hoger op blijven de scheuten zich ontwikkelen. Op deze zijscheuten vind je de vrouwelijke bloemen. Niet helemaal wegnemen dus! Beroepstelers toppen deze scheuten in op één blad. Als liefhebber kan je deze scheuten intoppen op twee bladeren. Dan heb je twee vruchtbeginsels en is de kans op vruchtzetting groter. Als de tweede vrucht achteraf niet bevrucht (gezet) blijkt wordt het tweede blad toch nog verwijderd. Als beide vruchten op de scheut toch gezet zijn wordt er één verwijderd samen met het tweede blad. Er is wat extra werk met dit systeem. Als de meloenplant de draad bovenin de kas bereikt wordt de plant niet ingetopt, maar over de draad gelegd. Dit bevordert de uitgroei van de al gezette vruchten. Het snoeien blijft dus verder gaan.
Bestuiving en bevruchting Eens de plant zich zo ontwikkeld heeft is het hoog tijd om aan bestuiving en bevruchting te denken. Indien in de serre de bijen en/of hommels jou in de steek laten, moet je zelf om de twee dagen de bloempjes gaan bestuiven. Hieronder vind je, geïllustreerd met foto’s, hoe je dit best aanpakt. Zoek in de bladoksels op de hoofdstengel een mannelijke bloem met frisse, gele kroonblaadjes. Pluk het bloempje met een zo lang mogelijk steeltje. Haal voorzichtig de gele kroonblaadjes rondom rond weg tot je het resultaat bekomt zoals op de foto hiernaast.
Tuinieren_201406
5
Eddy Praet
Ga met het mannelijke bloempje voorzichtig tegen de stamper van een vrouwelijke bloem, die zich op een zijscheut bevindt en gemakkelijk herkenbaar is omdat er al een klein meloentje (het vruchtbeginsel) onder zit. Als je wat stuifmeel ziet kleven tegen de stamper is het goed. Niet duwen op de stamper, maar gewoon voorzichtig raken. Allemaal goed en wel, maar ik reken toch op de medewerking van de hommels (zie het artikel hiervoor: Hommels zijn mijn ‘dikke’ vrienden). De eerste dagen nadat de bloemetjes uitgebloeid zijn weet je nooit of deze vruchten zullen uitgroeien (foto 1). Vruchtjes die bevrucht zijn zullen na enkele dagen al dikker worden (ze zijn gezet, zie foto 2). Of zie je zoals op foto 3 dat de vruchtjes bleker en geel worden en dat ze opdrogen, dan heb je dus geen goeie bevruchting.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Het is normaal dat er enkele vruchten in een korte periode ‘zetten’, waarna de vruchtzetting een tijdje slecht is en er geen nieuwe vruchten komen. Dikwijls zijn de zijscheuten ook minder groot in die periode. Als de vruchten wat groter geworden zijn zullen er, in een warme zomer, nog een serie vruchten zetten hogerop in de plant. Om die reden mag je de planten niet toppen en laat je ze, als die de top bereikt heeft, gewoonweg over de draad afhangen. Veel kans dat daar ook nog een paar vruchten zullen zetten als het weer wat meevalt.
Oogsten en bewaren Meloenen zijn rijp als ze een sterk aroma afgeven. Als je ’s morgens de kas binnenkomt dan hoef je niet te twijfelen of er eentje rijp is. De heerlijke geur overvalt je. Dan rest er enkel nog op zoek te gaan naar de vruchten die een barstje rond de vruchtsteel vertonen. Oogst de meloenen niet vroeger dan het stadium van het ‘kleine barstje’. De smaak zal dan absoluut niet zoet zijn. De geoogste vruchten laat u op kamertemperatuur verder rijpen. Een zelfgekweekte meloen verspreidt een uniek parfum doorheen het hele huis. Twee à drie dagen later zijn ze eetbaar. Wil je ze nog wat langer bewaren? Bewaar de meloenen niet onder de 8 °C want dan ontstaan er waterige plekken die snel schimmelen. Wikkel een meloen die rijp is bij de bewaring in aluminiumfolie. Zo behoudt hij zijn geur en smaak en voorkomt u dat andere etenswaren naar meloen ruiken. Gekochte meloenen (uit het buitenland) geven weinig geur af en er is ook geen barstje rond de steel te zien. Deze worden immers in een groen stadium geoogst, zodat we hier spreken van nagerijpte meloenen. Het kan ook niet anders, want rijp geoogst zouden ze het transport niet overleven.
En nu maar hopen dat mijn Sweatheart F1 plantjes van het Charentais type (Aveve, via Antoine) vruchten voortbrengen zoals u kan zien op de foto hiernaast (let op de barstjes rond de steel).
Tuinieren_201406
6
Eddy Praet