WERK NA DETENTIE BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
Beschrijving van de interventie
Werk na Detentie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[24-03-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave Beschrijving van de interventie Werk na Detentie .................................................................................. 3 1.1 Kernachtige omschrijving ...................................................................................................... 3 1.2 Doel van de interventie .......................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 3 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 4 1.4.1 Methodiek .......................................................................................................................... 4 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse....................................................................... 7 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak............................................................ 8 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ........................................................................ 10 1.5 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................. 10 1.6 Beschrijving onderzoek effectiviteit .................................................................................... 11 1.7 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 12 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 14
www.interventiesnaarwerk.nl
2
Beschrijving van de interventie Werk na Detentie 1.1
Kernachtige omschrijving
Naam interventie: Werk na Detentie (WnD) Kernachtige omschrijving interventie: Werk na Detentie is een samenwerkingsverband tussen diverse organisaties binnen de gemeente Groningen met als doel de uitstroom van ex-gedetineerden en nietgedetineerde justitiabelen ter hand te nemen. Dit in het kader van gemeentelijk beleid om laatstgenoemden te laten re-integreren in de Groningse samenleving. Achterliggend idee is dat door meer ex-gedetineerden aan werk te helpen, de zelfredzaamheid van deze doelgroep toeneemt en recidive wordt voorkomen. Deelnemers worden in een integrale aanpak geplaatst op een stageplek en bij goed functioneren kan een detachering volgen bij WeerWerk, het interne re-integratiebedrijf van de gemeente Groningen voor klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt, al dan niet met loonkostensubsidie, wordt nagestreefd. Drie partijen hebben hun samenwerking ten aanzien van het aan werk helpen van ex-gedetineerden vastgelegd in een convenant, te weten WeerWerk (gemeentelijk re-integratiebedrijf), Exodus (huisvesting) en Humanitas/Onder Dak (stage, werkplekken, begeleiding). Met dit convenant wordt beoogd de onderling verschillende methodes en benaderingswijzen door intensieve samenwerking tot één integrale aanpak te smeden. Met twee partijen die kandidaten aanleveren, te weten Reclassering/justitie en Reclassering/Leger des Heils, wordt intensief samengewerkt. Sinds 1 januari 2008 valt WnD onder verantwoordelijkheid van de (gemeentelijke) Directie Werk; WeerWerk is verantwoordelijk voor de uitvoering.
1.2
Doel van de interventie
Hoofddoelstelling van gemeentelijk beleid t.a.v. ex-gedetineerden is het bevorderen van de veiligheid en samenhang binnen de samenleving. Binnen de interventie Werk na Detentie is e.e.a. geconcretiseerd tot: het stimuleren van de uitstroom naar (regulier) werk van ex-gedetineerden en niet-gedetineerde justitiabelen. In het jaarplan wordt een doelstelling vermeld van 25% uitstroom uit de uitkering, waarvan 15 % naar regulier werk (dus 15% van die 25%). De taakstelling ten aanzien van de instroom bedraagt vijftig kandidaten per jaar. In de praktijk starten aanzienlijk meer ex-gedetineerden met de interventie. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? De doelgroep bestaat uit ex-gedetineerden en niet gedetineerde justitiabelen zonder werk uit de gemeente Groningen. Zij staan onder algemeen toezicht of hebben elektronisch toezicht. Ook staat de interventie open voor klanten die hun werkstraf hebben afgerond. Toeleiding kan plaatsvinden vanaf het moment waarop de klant nog vier maanden in detentie te gaan heeft, tot het moment waarop de klant twaalf maanden uit detentie is. www.interventiesnaarwerk.nl
3
Prevalentie Jaarlijks keren circa 650 personen uit een penitentiaire inrichting terug naar Groningen. Van hen vindt slechts zeven procent werk na de periode van detentie. Landelijk gezien zijn deze percentages vergelijkbaar. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Indicatiecriteria: behalve tot de doelgroep behorend (ex-gedetineerden en niet gedetineerde justitiabelen zonder werk uit de gemeente Groningen) moet men als uitkeringsgerechtigden staan ingeschreven of ingeschreven willen worden. Bovendien moet men beschikbaar en gemotiveerd zijn voor de arbeidsmarkt en ingeschreven staan bij het Centrum voor Werk en Inkomen. Contra-indicatiecriteria: een overheersende alcohol-, drugs- of gokverslaving. Voor huisvestingsproblemen of schulden wordt tijdens het traject (maar in de regel voorafgaand aan aanvaarding van werk)door HODG of Exodus een oplossing gezocht. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Diagnose Bij de intake worden de indicatie- en contra-indicatiecriteria vastgesteld door WeerWerk. Het vooraanmeldingsformulier bevat vaste items: personalia, delict- en detentiegegevens, opleidingsgegevens, werkervaring, problematiek en hulpverleningsplan, instroominformatie over motivatie, niveau, leerbaarheid en wensen, trajectvoorstel en overige info. Uitvoering De methodiekbeschrijving gaat in op de rollen en specialisaties binnen het samenwerkingsverband. Daarbij wordt beoogd dat de betrokken partijen hun eigen expertise over de doelgroep inbrengen, overlap wordt voorkomen, de lijnen kort zijn en dit alles leidt tot een integrale aanpak met vaste, voor de doelgroep herkenbare contactpersonen. De organisatorische opbouw kent een uitvoeringsoverleg alsmede een stuurgroep waarvan tevens de door Sozawe geleverde projectvoorbereider deel uitmaakt. De projectvoorbereider was tot eind 2007 eindverantwoordelijk voor de totstandkoming van de openbare aanbesteding alsmede het opstellen van alle benodigde documenten en contracten. Thans bewaakt deze persoon alle financiën rond het project. Drie keer per week vindt overleg plaats tussen de betrokken partijen over lopende en nieuwe klanten, waarbij de voortgang wordt bewaakt, afspraken over de taakverdeling worden gemaakt en wordt bepaald hoe actie te ondernemen t.a.v. eventuele belemmeringen. Rollen en specialisaties binnen het samenwerkingsverband WeerWerk Het gemeentelijk re-integratiebedrijf is uit hoofde van SoZaWe opdrachtgever, budgethouder en coördinator van het samenwerkingsverband WnD en daarnaast uitvoerder van het project. WeerWerk
www.interventiesnaarwerk.nl
4
toetst of een deelnemer voldoet aan de criteria, zoals gesteld bij de toelatingseisen. Klantmanagers gebruiken hun eigen netwerk en de instrumenten van WeerWerk om een deelnemer naar de arbeidsmarkt te bemiddelen. De registratie van de deelnemer en de voortgangsrapportages worden door een klantmanager ingebracht in ICT-systemen van Sozawe en WeerWerk. Exodus Exodus is een woonvorm voor ex-gedetineerden die nog niet zelfstandig kunnen wonen. Bij Exodus is plaats voor elf deelnemers die er gemiddeld tien maanden bij verblijven. Tevens bemiddelt Exodus bij huisvesting. Inzet, motivatie en inzicht in de eigen situatie zijn de bouwstenen. De bewoners hebben een eigen mentor met wie ze regelmatig gesprekken voeren. Gesprekken waarin ze de te nemen stappen doorspreken. Het programma is gebaseerd op vier thema’s: wonen, werken, relaties en zingeving waarbij werken nadere invulling krijgt via het project WnD. Deelnemers krijgen tijdens het verblijf intern begeleiding en praktische trainingen zoals terugval- en sociale vaardigheidstrainingen. Ook neemt men deel aan preventiegroepen. Gedurende het verblijf is een dagbesteding van minimaal 26 uur per week verplicht. Stichting Humanitas Onder Dak Groningen (HODG) HODG heeft als doel het voorkomen van criminaliteit en het geven van maatschappelijk perspectief aan ex-gedetineerden. Dat gebeurt door deze doelgroep op scholen voorlichting te laten geven over misdaad en straf. In de rol van voorlichter maakt de ex-gedetineerde zich maatschappelijk verdienstelijk. HODG kent meer activiteiten voor ex-gedetineerden waarmee men het leven nieuwe inhoud geeft, zich verder ontwikkelt en laat zien dat men een positieve bijdrage aan de samenleving levert (zie pagina vier). HODG speelt ook een actieve rol bij de uitvoering van werkstraffen. De locatie van HODG is tevens de thuisbasis voor het project WnD. Penitentiaire Inrichting (P.I.) In het kader van het terugdringen van recidive kunnen personen die langer dan vier maanden gedetineerd zijn, een RISc-titel (Recidive Inschattings Schalen) krijgen. (Met dit instrument kan er snel en eenduidig een inschatting tot stand komen inzake het nut van reclasseringsinspanningen en de kans op directe risico’s.) Daarmee komt men in aanmerking voor trajectbegeleiding binnen de P.I. In verband hiermee zijn er individuele trajectbegeleiders aangesteld. Beoogd wordt gedetineerden de laatste vier maanden van hun straf te laten uitzitten in de eigen regio. Daardoor kunnen klanten met een RISc-titel in de laatste fase van de detentie al aangemeld worden voor Werk na Detentie. Voordeel is dat ruim vóór de datum van invrijheidstelling een traject kan worden uitgezet in overleg met de klant. Reclassering Noord-Nederland De Reclassering zet in op gedragsverandering door interventies, toezicht, advisering en werkstraf. Er is extra aandacht voor het terugdringen van herhalingsdelicten en voorbereiding van mensen op hun vrijlating. De Reclassering meldt de deelnemers aan bij Werk na Detentie voor zover zij in aanmerking komen voor re-integratie naar werk. Dit geldt voor klanten die onder algemeen toezicht staan of elektronisch toezicht hebben, maar ook voor klanten die hun werkstraf hebben afgerond. Reclassering van het Leger des Heils Houdt zich hoofdzakelijk bezig met de reclassering van zwerfjongeren, dak- en thuislozen, jeugdige tbs’ers, vaak met een meervoudige problematiek. Ook biedt het Leger des Heils diverse trainingen aan klanten met een opgelegde leerstraf. Vanuit de eigen expertise en de behoefte aan een dagbesteding voor klanten, kan een aanmelding volgen voor Werk na Detentie.
www.interventiesnaarwerk.nl
5
Vooraanmelding en aanpak NB. Deze informatie is deels verkregen met aanvullende interviews en dus niet terug te vinden in onderliggende stukken. Aanmelding van klanten bij WnD gebeurt door een van de bovenstaande partijen. Klanten kunnen voorafgaand aan ontslag uit detentie besproken worden om haalbaarheid van een traject naar reguliere uitstroom via Weerwerk zo realistisch mogelijk in te schatten of om anders een voortraject in werking te zetten. Bij WeerWerk zijn drie klantmanagers aan WnD verbonden. Drie maal in de week is er met alle bovengenoemde partijen overleg over de klanten in het pand van HODG. In dat overleg worden alle lopende contacten besproken maar ook nieuwe klanten. Dit om alle betrokkenen op de hoogte te stellen van veranderingen of problemen rondom de klant. Bij iedere deelnemer wordt de inschatting gemaakt of hij al toe is aan een traject richting werk, of dat eerst een aantal belemmeringen moet worden (m.n. huisvesting en schulden). Kan de klant de stap richting werk maken, dan komt men bij WeerWerk terecht. De intake gebeurt met twee klantmanagers, omdat dit de mogelijkheid geeft tot overleg over de beste aanpak. Tijdens de intake worden de gegevens geïnventariseerd: werkervaring, werkgeschiedenis, patronen die zich herhalen, vaststellen competenties, mogelijkheden, beperkingen, wensen. Een vervolggesprek, circa een week na de intake, wordt meestal vroeg in de ochtend ingepland. Dit om te testen in hoeverre de klant zich aan afspraken houdt, ‘hoe hij er bij zit’ en een antwoord-indicatie te krijgen op vragen als: ‘Wat voor (dag)ritme heeft deze persoon? Gebruikt hij 's avonds, drinkt hij?’ Tijdens dit In dat tweede gesprek wordt meteen een aanbod gedaan voor een stage- of werkplek. Plaatsing: Weerwerk heeft als methodiek een traject ontwikkeld (voor alle klanten) waarbij gebruik gemaakt kan worden van een stage van drie maanden met behoud van uitkering, daarna gevolgd door een detachering. Daarbij komt de klant in dienst van Weerwerk en vervolgens voor 32 uur per week bij een inlenende organisatie geplaatst tegen het wettelijke minimumloon. Bij goed functioneren kan de deelnemer regulier in dienst treden, al dan niet met loonkostensubsidie. Als richtlijn voor deze methodiek geldt immers: de kortste weg naar duurzame uitstroom. Zo mogelijk worden dus stappen overgeslagen. De klantmanagers van WnD hebben hun eigen netwerk van werkgevers. Dat is heel divers: van administratie, bouw, autoverhuur, lassen, scheepvaart tot ict. Als voorbereiding op reguliere uitstroom kunnen deelnemers op projecten van HODG geplaatst worden. kanoverhuurproject, oud papier ophalen,verhuisproject, licht productiewerk. Is een klant ergens geplaatst, dan wordt er intensief contact gehouden met de klant en de inlener/werkgever, bij wie de klantmanagers langsgaan. De lijnen zijn dus kort. Bij uitstroom wordt altijd nazorg geleverd. De duur ervan varieert, maar kan oplopen tot twee jaar na plaatsing. Protocol/handleiding: Een protocol of handleiding met te plegen handelingen en/of procedures ontbreekt. De methodiekbeschrijving beperkt zich voornamelijk tot een beschrijving van rollen en specialisaties binnen het samenwerkingsverband. Locatie van uitvoering Het Samenwerkingsverband Werk na Detentie werkt vanuit het pand van Stichting Delinkwentie & Samenleving. De keuze voor deze locatie, buiten het gebouw van de dienst Sozawe, is ingegeven door de wens om deelname laagdrempelig te houden. N.B. De methodiek is nader uitgewerkt in: Kennisproduct INW Aanpak Groningen Werk na detentie kennisniveau 2, 15 maart 2009 Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
www.interventiesnaarwerk.nl
Ja X X
Nee
6
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee X
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Slechts een klein percentage ex-gedetineerden in de gemeente Groningen, circa zeven procent, vindt werk na ontslag uit detentie; een hoog percentage gedetineerden valt na terugkeer in de maatschappij terug in de criminaliteit. Met alle negatieve gevolgen voor Groningse burgers (toename criminaliteit, overlast en dus slachtoffers), maar ook voor de ex-gedetineerden zelf, van dien. Ex gedetineerden die in het project Werk Na Detentie in Groningen instromen, zijn vaak lang gestraft geweest. Overigens niet allen. Er zijn ook klanten bij met korte taakstraffen achter zich. In ieder geval is het gemeenschappelijke kenmerk van de klanten dat zij met justitie in aanraking geweest. Vaak participeren de klanten na hun strafperiode niet. Zijn zij niet in staat om zelfstandig op de gewone vraagstukken van het leven te anticiperen. Zij hebben vaak na de detentieperiode direct woonproblemen, schulden, geen normale betrekkingen met familie, vrienden, buren (als die er al zijn). Hoewel lang niet alle ex gedetineerden vele problemen hebben, heeft een aanzienlijk deel van de langgestraften een reguliere aansluiting met de samenleving dus grotendeels verloren. Ieder op zijn eigen manier. Er is geen sprake van een homogene groep, want bij ieder valt het leven direct na de detentieperiode heel anders uit. Daar is eigenlijk weinig peil op te trekken. Daarom wordt de potentiële doelgroep bij voorkeur al vier maanden voor het einde van de detentieperiode al bereikt. Door vroegtijdig contact en diagnose van hun situatie kan voorkomen worden dat een aantal problemen ontstaan, met name op het gebied van wonen en schulden. Ex gedetineerden worden door de samenleving vaak gestigmatiseerd. Er is een wantrouwen naar hen. Ook hebben zij vaak weinig vertrouwen in eigen kwaliteiten, als zij zich al die al bewust zijn. Daardoor participeren zij niet, leveren zij geen bijdrage aan de samenleving door hun (expliciete of impliciete) kwaliteiten op bevredigende wijze voor henzelf en voor de samenleving in te zetten. 1. De grootste groep klanten komt direct na de detentieperiode in een relatief geïsoleerde situatie terecht. De klantmanager is dan een van de weinige contacten –zo niet het enige contact- waarin de situatie van de klant systematisch wordt besproken en ondersteund wordt. Het gaat vaak om klanten die door allerlei omstandigheden de balans in het leven verloren hebben (bijvoorbeeld, geen woning of woonproblemen, verslaving, schulden etc.). Het gebrek aan aansluitingsmogelijkheden bij de maatschappij en het gebrek aan een eigen stabiel leefsysteem is onderdeel van multi-problem-situatie. Deze klanten hebben meestal een behoorlijke afstand tot de arbeidsmarkt. Door hun ingewikkelde situatie kunnen zij nog niet direct naar werk of participatie worden doorgeleid. 2. Aan de andere kant van het spectrum is een kleinere groep klanten, die over het algemeen een eigen goed functionerend sociaal netwerk hebben waar hij of zij op terug kunnen vallen. Dit zijn vaak mensen die in principe wel direct in staat worden geacht te kunnen werken, ook al hebben zij (lichte) beperkingen. Zowel de eigen beleving als die van de werkgever van de detentieperiode is vaak een belemmering naar werk. Deze beleving kan door het sociale systeem waarin zij verkeren, versterkt worden. Ex gedetineerden hebben allen een gedragsprobleem met individuele kenmerken. Zij zijn daardoor allen met justitie in aanraking gekomen. Sommigen hebben ernstige delicten gepleegd. Hadden dus al een gedragsprobleem voor de detentieperiode begin. Veel klanten zijn in hun detentieperiode eraan gewend geraakt dat er voor hen besloten wordt door (maatschappelijke) professionals als de penitiaire www.interventiesnaarwerk.nl
7
inrichtingswerkers, en nu dus ook van de sociale dienst. Tijdens de detentieperiode hebben klanten soms nieuw gedrag aangeleerd dat buiten de muren van de gevangenis niet of onvoldoende werkt. De eigen verantwoordelijkheid heeft binnen de context van de gevangenis een heel andere betekenis dan daarbuiten. Een maal weer buiten de muren wordt er een veel groter beroep op gedaan. Terwijl juist buiten die muren voor veel klanten het gebrek aan eigen sociaal systeem opvalt. Een ondersteunend sociaal systeem ontbreekt juist op het moment dat de klant deze het meeste nodig heeft. De meeste klanten moeten dus een gedragsverandering ondergaan, in een wisselende context. Onder dat gedragsprobleem zit voor een deel van de groep een probleem op het niveau van kernovertuigingen, vaak ontstaan doordat zij ze zoveelste generatie werklozen zijn (overtuiging: waar is werken voor nodig, geld komt toch wel). Niet zelden zijn deze overtuigingen onderdeel geworden van de identiteit, of zelfs groepsidentiteit. Veel ex gedetineerden hebben de overtuiging dat je zelf uiteindelijk toch je leven niet kunt beïnvloeden, dat het leven zich voltrekt. Hierdoor is het zelf initiatief nemen afgeleerd of misschien wel nooit aangeleerd. Klanten zijn het zò gewend dat er voor hen besloten wordt, dat zij de regie over hun eigen ontwikkelgang en soms zelfs over hun eigen autonomie verloren zijn. Vaak zijn zij daardoor niet intrinsiek gemotiveerd. In elk geval heeft het merendeel van de ex gedetineerden een gedragsprobleem. Deze klanten ontwikkelen zich niet (meer), nemen geen initiatieven (meer) om hun eigen situatie te verbeteren, hebben daarbij onvoldoende sociale omgeving om op terug te vallen en zijn in de regel niet zelfstandig in staat om productieve relaties met anderen aan te gaan. Hun stigma speelt daarin geen onbelangrijke rol. Hoewel de ene ex gedetineerde de ander niet is, hebben de meeste een gedragsprobleem. Zij hebben daarbij een lastig stigma, de maatschappij wantrouwt hen. Toch moeten zij tegen deze achtergrond het heft (weer) in eigen hand gaan nemen, initiatieven ontplooien, werknemersvaardigheden opbouwen, effectief zoekgedrag ontwikkelen en hun kwaliteiten inzetten. Het gedragsprobleem is dat zij dat doorgaans niet doen bij gebrek aan sociale omgeving, ondersteuning. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem is duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X X
Nee
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak
Hypothese -
1. De kritische succesfactoren voor de integrale aanpak van ex gedetineerden zijn: (a) reëel beeld opbouwen over competenties (b) problemen (helpen) oplossen (c) dagbesteding organiseren. Hiermee wordt terugval in oud gedrag voorkomen. 2. De kritische succesfactoren voor de werkgeversbenadering bij ex gedetineerden zijn: (a) reëel beeld communiceren over aard delict en competenties (b) meedenken met werkgever (c) persoonlijke aandacht voor werkgever/werksituatie w.o. jobcoaching Hiermee wordt onnodige uitval voorkomen.
www.interventiesnaarwerk.nl
8
Onderbouwing Beïnvloedbare kenmerken Klanten hebben behoefte aan relaties, aan een eigen sociaal systeem waarop zij terug kunnen vallen, waaraan zij steun kunnen ontlenen, zeker nu zij juist met een stigma ander gedrag moeten gaan ontwikkelen. Aan onoverkomelijke problemen als huisvesting, schulden, verslaving, etc. worden eerst in een voortraject naar werk aandacht besteed. Er wordt een werkplek gezocht waardoor de klant zich kan ontwikkelen, kan laten zien en zelf ervaringen dat hij iets kan, een bijdrage kan leveren. Daardoor wordt gewerkt aan een positiever zelfbeeld. Onbeïnvloedbare kenmerken Er zijn onbeïnvloedbare factoren, waar zowel de klant als de klantmanager binnen deze interventie niets aan doen. Maar welke wel van belang zijn. De belangrijkste is motivatie. Klanten die uiteindelijk niet gemotiveerd blijken, worden in deze interventie verder buiten beschouwing gelaten. Er wordt eerst wel alles aan gedaan om motivatie te bevorderen, maar daar zit een grens aan. Een andere onbeïnvloedbare factor is de aard van het gepleegde delict, samenhangend met het stigma. Daarover wordt in de interventie zo helder mogelijk over gecommuniceerd. Gewoon alles op tafel. Eerlijkheid reguleert en maakt zaken bespreekbaar. Een ander kenmerk betreft de beperkingen die sommige klanten hebben, zoals psychische beperkingen. Er wordt niet voor gekozen de beperkingen op te heffen, maar juist om een werkplek te zoeken waarbij die beperkingen minder verstorend werken. Omdat verder te reguleren is begeleiding op en van de werkplek een essentieel bestanddeel van de interventie. Wijze van beïnvloeding: integrale relationele aanpak De klantmanager is daarbij zelf de centrale baken, het werkende bestanddeel in een integrale relationele aanpak. Vertrouwen, duidelijkheid en transparantie zijn daarbij de kernwaarden.
Integrale aanpak Ex Gedetenieerden Klantmanager
1.
Reëel beeld opbouwen over competenties
2.
Problemen helpen oplossen
3.
Dagbesteding organiseren
Werkzoekende/ Ex Gedetineerde
Vertrouwen Duidelijkheid Transparantie
1.
Reëel beeld opbouwen aard delict
2.
Duidelijke conrete afspraken
3.
Ondersteunen met jobcoching
1.
Reëel beeld communiceren over competenties
2.
Meedenken met werkgever
3.
Persoonlijke aandacht
Werkgever
De centrale functies van de klantmanager zijn: schept vertrouwen, er moet een vertrouwensrelatie ontstaan, een noodzakelijke voorwaarde voor www.interventiesnaarwerk.nl
9
de beoogde gedragsverandering; helpt problemen met huisvesting, schulden en verslaving op te lossen (al dan niet door voortrajecten te organiseren); organiseert dagbesteding, om te voorkomen dat klant verdwaalt; bouwt een reëel beeld op van de competenties van de klant; matcht dit met een werkgever/werkplek, waarin persoonlijke aandacht mogelijk is; zorgt ervoor dat op de werkplek door zowel klant als werkgever geen extra problemen ontstaan, helpt het gedrag door jobcoaching/begeleiding op de werkplek zodanig te reguleren dat er sprake is van een relatief stabiele situatie waarin de klant zich positief kan ontwikkelen. Samenvatting werkzame bestanddelen - ‘Warm houden’ van de tijdens detentie aanwezige motivatie tot werk door vroegtijdige aanmelding - Vroegtijdig oppakken van mogelijk belemmerende factoren als (ontbrekende) huisvesting, en schulden (via schuldhulpverlening) - Integrale aanpak met als kernwaarden: vertrouwen, duidelijkheid en transparantie - Korte lijnen tussen samenwerkende partners (3x per week overleg over alle lopende en nieuwe klanten), op basis van convenant - Betrokken klantmanagers gemotiveerd tot en gespecialiseerd in begeleiding van ex-gedetineerden - Lagere caseload (normaal ca. 50 per klantmanager; bij WnD 50 per 3 klantmanagers, bij volledig dienstverband) - Eerste tijd na plaatsing frequent werkplekbezoek door klantmanager - Veel aandacht voor nazorg bij werkgevers (zo nodig tot twee jaar na uitstroom) - Informatie aan werkgever inzake aard van delict (in bijzijn van ex-gedetineerden) - Veel energie aan opbouwen en onderhouden netwerk van werkgevers (door klantmanagers) Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Geen gegevens bekend. Overige eisen Geen gegevens bekend.
1.5
Overige voorwaarden voor toepassing
Overige voorwaarden voor toepassing Geen gegevens bekend.
www.interventiesnaarwerk.nl
10
Kosten Financieel overzicht over de periode maart 2006 – december 2007 Trajectkosten d/s en Exodus 98983,00 Scholing 22040,73 Huur kantoorruimte 5000,00 Huur parkeerruimte 754,00 Vervoerskosten 233,59 Diversen Congres 210,08 Mobiel 39,95 Notuleren 2000,00 2250,03 Totaal 129261,35
1.6
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Procesevaluatie In het ‘Evaluatierapport van het samenwerkingsverband voor ex-gedetineerden ‘Werk na Detentie’’ staat een aantal conclusies vermeld, alle op basis van praktijkervaringen. Aan de hand daarvan is de gekozen aanpak bestendigd dan wel gewijzigd. - Het vroegtijdig inbrengen van kandidaten en het gezamenlijk bespreken van de (uitgebreide) informatie over de potentiële kandidaat blijkt van groot belang. - Persoonlijke problemen die nog niet voldoende zijn opgelost en/of geregeld, staan het nakomen van afspraken en het uitvoeren ervan in de weg. Degelijke aanpak van deze problematiek heeft grote prioriteit binnen het product Werk na Detentie. In het begin wordt er, naast stage/oriëntatie of dagbesteding, tijd ter beschikking gesteld om aan de problematiek te werken en oplossingen te vinden. - Goede huisvesting blijkt een zeer belangrijke voorwaarde voor kandidaten om zich te kunnen richten op een traject naar werk. Wanneer de huisvesting niet goed is of niet is geregeld, is het raadzaam met de uitvoering te wachten tot deze wel is geregeld. - Huisvesting is een basisvoorwaarde voor ontplooiing en heeft ook prioriteit binnen de samenwerking. - Het reeds opstarten in de P.I.’s blijkt succesvol voor het vervolgtraject. - De vergaderfrequentie van het uitvoeringsoverleg (eenmaal per drie weken) bevalt goed. Daarnaast heeft het uitvoeringsteam een tweetal kennisgerichte intervisiebijeenkomsten georganiseerd. Daarin is een praktijk theorie nader uitgelijnd en zijn de praktijkervaringen daaraan getoetst. Het heeft op onderdelen geleid tot een nadere verdieping van het handelingsrepertoire. Zie document: Kennisproduct INW Aanpak Groningen Werk na detentie kennisniveau 2 Resultaatevaluatie De resultaten over de periode maart 2006 – december 2007: Instroom 2006/2007 Doorloop 2005 Kliq Totaal Uitstroom: Regulier Detachering WeerWerk
www.interventiesnaarwerk.nl
80 25 105
28 15
11
Wsf Wajong/WAO Verhuizing Einde uitkering andere reden Totaal
3 3 14 5 68
Overgedragen aan het wijkteam: (Nog) niet bemiddelbaar
17
Op traject: Stages (werkervaring) Oproep intakefase Totaal
23 9 32
Percentage uitstroom
35 %
Regulier en detachering samen
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Nee
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Nee
1.7
X X
X
X X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
www.interventiesnaarwerk.nl
12
Toelichting Het participatieprobleem van ex-gedetineerden (op de arbeidsmarkt) wordt primair beschouwd als een gedragsprobleem, hoewel ook het stigmaprobleem wordt gesignaleerd. Beter zou zijn aan te geven dat de interventie zich specifiek richt op de gedragscomponent van de (bredere) problematiek van exgedetineerden. Er zijn daarbij vraagtekens te zetten bij enkele verklaringen die voor het gedragsprobleem worden gegeven. Het ongunstige gedrag zou (veelal/soms) tijdens de detentieperiode zijn aangeleerd. Deze verklaring lijkt hooguit plausibel voor (sommige) langdurig gestraften. Het zou hier deels gaan om de zoveelste generatie werklozen. Dan zouden de problemen in de kernovertuigingen, zelfs in de (groeps)identiteit van de persoon gezocht moeten worden. Onduidelijk is of een interventie gericht op gedragsverandering dan uitkomst kan bieden. Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
Toelichting In de beschrijving van methodiek en in de procesevaluatie blijft onduidelijk hoe de interventie nu precies werkt en bovenal hoe deze uitwerkt op de doelgroep. De voorliggende procesevaluatie is beperkt tot een opsomming van ervaringen die al dan niet geleid hebben tot een aanpassing in de aanpak, weergegeven als conclusies. Welke elementen en/of ervaringen precies geleid hebben tot deze conclusies, wordt niet vermeld. Enkele concrete praktijkvoorbeelden, casusbeschrijvingen zouden hier misschien kunnen helpen. Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting De evaluatierapportage omvat de periode maart 2006 – december 2007. De resultaten zijn in een tabel weergegeven. Onduidelijk is in hoeverre de aanpak heeft bijgedragen tot deze resultaten; van een controlegroep was geen sprake. De kwantitatieve doelstelling van de interventie is erg mager, het zou het werkelijk een wonder zijn als dit percentage niet werd gehaald. Hoewel een aantal uitsplitsingen in het onderzoek niet www.interventiesnaarwerk.nl
13
logisch traceerbaar zijn laat de resultaatevaluatie zien/vermoeden dat de uitkomsten in werkelijkheid een stuk beter zijn.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Dienst Sociale Zaken/gemeentelijk re-integratiebedrijf WeerWerk, Eendrachtskade Zuidzijde 2, 9726CW Groningen, tel. (050) 367 52 22. Overige betroken organisaties Overige betrokken organisaties: Reclassering Noord-Nederland, Reclassering Leger des Heils, Justitie/Penitentiair Trajecten Centrum Noord (PTCN), Alfa-College, de stichting Maatschappelijk Juridische Dienstverlening (MJD) en Verslavingszorg Noord-Nederland Lijst met aangehaalde literatuur Kennisproduct INW Aanpak Groningen Werk na detentie kennisniveau 2, 15 maart 2009
www.interventiesnaarwerk.nl
14