SOCIAAL & MILIEU Jaarverslag 2001
ECN Westerduinweg 3 Postbus 1 1755 ZG Petten tel. (0224) 56 42 26 fax (0224) 56 36 46 www.ecn.nl
Energieonderzoek Centrum Nederland
Foto omslag: een vos op het ECN-terrein.
Sociaal & milieu Jaarverslag 2001
1
2
Inhoud 1. 2. 3. 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 5 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.4 5.4.1 5.4.2 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.11.1 5.12 6.
INLEIDING .............................................................................................................. 5 BELEID EN DOELSTELLINGEN ......................................................................... 6 VERANTWOORDING ............................................................................................ 8 SOCIAAL JAARVERSLAG .................................................................................... 9 Vernieuwing RI&E ................................................................................................... 9 Investeren in middelen ............................................................................................. 9 Investeren in mensen ................................................................................................ 9 Voorbereiding van de sanering en sloop van gebouw 05 ...................................... 10 Persoonsdoses door het werken met radionucliden ............................................... 10 Bijna-ongeval meldingen ....................................................................................... 10 (Verzuim)-ongevallen .............................................................................................. 11 Ziekteverzuim .......................................................................................................... 11 MILIEUJAARVERSLAG ...................................................................................... 12 Verspreiding naar de lucht ..................................................................................... 14 Luchtzijdige emissies van chemische stoffen algemeen ....................................... 14 Emissies Biomassa ................................................................................................. 15 Verzuring ................................................................................................................ 17 Emissie van radio-nucliden uit Chemie Materiaalkunde ..................................... 18 Wat ging er mis in 2001? ....................................................................................... 18 Verspreiding naar het oppervlaktewater ................................................................ 18 Emissie riool Uitwaterende Sluizen ....................................................................... 18 Lozing van ECN naar NRG ................................................................................... 20 Wat ging er mis in 2001? ....................................................................................... 20 Verwijdering - Afvalstoffen en hergebruik ............................................................ 21 Gevaarlijk (chemisch) afval ................................................................................... 21 Radioactief afval ..................................................................................................... 21 Verdroging .............................................................................................................. 21 Bodembescherming en bodemsanering ................................................................. 22 Verstoring door geluid ............................................................................................ 23 Verstoring door geur ............................................................................................... 23 Externe veiligheid .................................................................................................. 23 Bedrijfsinterne milieuzorg ..................................................................................... 23 Milieurelevante, externe ontwikkelingen .............................................................. 24 Milieuvergunningen ............................................................................................... 24 Dosis (radioactieve straling) aan het hek .............................................................. 24 NATUURBEHEER EN -BEHOUD ....................................................................... 25
Bijlage A Doel- en taakstellingen BAMEP 1998-2001 ..................................................... A1 Voorzieningen op stand der techniek ............................................................... A2 Onderzoek Arbo- & milieu risicos ECN ........................................................ A.3 Op- en uitbouw Arbo- & milieuzorg binnen MS ECN ..................................
26 26 27 28
Bijlage B Doel- en taakstellingen uit het ECN KVM plan 2002-2005 ............................ B.1 Voorzieningen .................................................................................................. B.2 Onderzoeks- en maatregelenplannen .............................................................. B.3 Management systeem en doelstellingen .........................................................
29 29 30 31
Bijlage C Overzicht van (bijna)-ongevallen 2001 ............................................................. 32
3
Afkortingen/verklarende woordenlijst A.I.
Arbo Informatieblad
MR
Machine Richtlijn
ALARA
As Low As Reasonably Achievable
NEN
Nederlandse Norm
AMvB
Algemene Maatregelen van Bestuur
NeR
Nederlandse emissie Richtlijnen
AP
Algemene Procedure
NRB
Nederlandse Richtlijnen Bodembescherming
Art
Artikel
NRG
Nuclear Research and consultancy Group
Aw
Arbowet
PAGO
Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek
BA
Bedrijfsafval
P&O
Personeel & Organisatie
BAGA
Besluit Aanwijzing Gevaarlijk Afval
PV
Photo-Voltaïsch
BAMEP
Bedrijfs-, Arbo-, Milieu-, & Energie Plan ECN
R&D
Research & Development
BEES-B
Besluit emissie-eisen stookinstallaties B
Re
Radiotoxiciteits-equivalent
BHV
Bedrijfs Hulp Verlening
RI&E
Risico-Inventarisatie & -Evaluatie
BM
Biomassa (unit van ECN)
RGS
Ribbon Growth on Silicon
BNP
Bedrijfs Nood Plan
RRBP
Regionaal Rampen BestrijdingsPlan
BOOT
Besluit Opslag Ondergrondse Tanks
SBB
StaatsBosBeheer
Bq
Becquerel (desintegraties)
Sv
Sievert
CPR
Commissie Preventie van Rampen
TMH
Tyco Medical Health
DEGO
Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving
UR
Uitvoering Regeling
ERG
Reductie CO2
VGWM
Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu
EHBO
Eerste Hulp Bij Ongevallen
VOS
Vluchtige Organische Stoffen
ERG
Energie Resonantie Groep
VoV
Voorzienbare ongewone Voorvallen (veiligheid)
fte
Full time equivalent
VROM
Ministerie van VROM
FD P&T
Facilitaire Dienst Projecten & Techniek
WKK
Warmte-Kracht-Koppeling
GA
Gevaarlijk Afval
Wm
Wet milieubeheer
IE
Inwoner Equivalent
WvO
Wet verontreiniging Oppervlaktewateren
IF
Incidence Frequency
INO
Interne Noodongevallen Organisatie
KeW
Kernenergiewet
KCA
Klein Chemisch Afval
KVM
Kwaliteit, Veiligheid en Milieu
MAC
Maximale Aanvaarde Concentratie
bedrijfsmatige activiteiten
4
1
Inleiding
Voor u ligt het 1e Sociaal & Milieu jaarverslag van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Dit verslag bevat het vierde milieu jaarverslag van ECN en het is het tweede verslag dat tevens Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW) behandeld. Dit verslag beperkt zich nu (voor het eerst) strikt tot ECN, aangezien de v.o.f. Nuclear Research and consultancy Group (NRG) thans haar eigen vergunningen heeft en haar eigen verslag opstelt (zie verder onder Verantwoording: hoofdstuk3). Hieronder volgt eerst een korte schets van ECN. Daaruit wordt duidelijk dat het werk van ECN een bijdrage levert aan reductie van de milieubelasting in het algemeen. ECN is één van de grote technologische instituten (GTI) die binnen de Nederlandse kennisinfrastructuur een brug slaan tussen fundamenteel onderzoek en de concrete toepassing van nieuwe technologische kennis. ECN richt zich specifiek op het ontwikkelen van kennis die nodig is om een veilige, betaalbare, efficiënte en milieuvriendelijke energievoorziening te bewerkstelligen. Als GTI streeft ECN synergie na tussen de ontwikkeling van kennis met een algemeen maatschappelijk belang en van kennis met een bedrijfsmatig belang voor - veelal industriële - opdrachtgevers. ECN is voortgekomen uit het Reactor Centrum Nederland (RCN), dat in de jaren 50 van de vorige eeuw werd opgericht om een nationale nucleaire technologie te helpen ontwikkelen. Als gevolg van de energiecrisis en veranderingen in het maatschappelijk, politiek en wetenschappelijk denken, verbreedde RCN in 1976 zijn werkterrein om zich als ECN in toenemende mate te richten op de ontwikkeling van niet-nucleaire technologieën voor het opwekken en converteren van energie. In de afgelopen jaren is de nadruk daarin steeds meer komen te liggen op het ontwikkelen van energietechnologieën die gezamenlijk nodig zijn om een betrouwbare energievoorziening voor volgende generaties te garanderen. Vermindering van de ecologische belasting die verbonden is aan het opwekken en gebruik van energie is daarbij een wezenlijk oogmerk. Energievisie in vogelvlucht Duurzame energiebronnen als zon, wind en biomassa zullen in de toekomst het fundament vormen van de mondiale energievoorziening. Fossiele brandstoffen houden echter nog vele decennia hun belangrijke betekenis. De ontwikkeling van methoden om olie, kolen en gas schoner en efficiënter om te zetten in warmte en elektriciteit is daarom van groot belang, evenals energiebesparing: het verminderen van de energiebehoefte verbonden aan industriële processen, wonen, werken en transport.
Stirlingmotor: een CV-ketel die ook electriciteit levert.
5
2.
Beleid en doelstellingen
Het werk dat in Petten wordt verricht veroorzaakt milieubelasting, veiligheidsrisicos en arbeidshygiënische blootstelling. Een korte impressie van de aard van het werk volgt hieronder. De activiteiten omvatten het gehele traject van kennisontwikkeling: van de vertaling van een theoretisch concept in een embryonale technologie, via de ontwikkeling van materialen, componenten, systemen en productieprocessen, tot studies naar de economische effecten van energiebeleid of naar de technisch/ financiële haalbaarheid van zonne-energiesystemen of grootschalige energieprojecten als een windpark of een biomassa vergassinginstallatie. Een groot deel van deze activiteiten heeft een technisch/ experimenteel karakter en vindt plaats in de goed geoutilleerde laboratoria, werkplaatsen en testfaciliteiten. Keerzijde van dit werk is echter dat er stoffen vrijkomen. De afgelopen en komende jaren is, respectievelijk zal er hard worden gewerkt om de prestaties te verbeteren. Dat begint met beleid en doelstellingen. De zorg van ECN voor milieu, veiligheid en arbeidsomstandigheden in Petten is rechtstreeks afgeleid van de missie: Missie 1. Met energie-innovaties voor overheden en bedrijven werken wij aan een duurzame energievoorziening. Door onderzoek en ontwikkeling dragen wij bij aan een efficiënter gebruik van energie, aan een versnelde implementatie van hernieuwbare energie en aan een schonere aanwending van fossiele brandstoffen; 2. Als kenniscentrum horen wij op onze prioriteitsgebieden tot de internationale top 5. Ons werk is gericht op technologieën die op een termijn van enkele tot vele jaren kunnen worden toegepast. Wij slaan hiermee een brug tussen fundamenteel onderzoek aan universiteiten en de toepassing ervan; 3. Ons onderzoek vindt plaats in een inspirerende, effectieve en op vernieuwing gerichte omgeving, waarbij zorg voor de medewerker en het milieu centraal staat. VGM-Beleid ECN spant zich wegens de aard van haar activiteiten voor opdrachtgevers voortdurend in om de emissies van energieconversie te beperken en de efficiency van de conversie te vergroten. Deze activiteiten vinden voornamelijk plaats in laboratoria en met behulp van testinstallaties, waarbij de belangrijkste optredende VGWM-risicos betrekking hebben op het gebruik van chemicaliën en brandstoffen en de daarbij vrijkomende (afval)stoffen. ECNs bedrijfsvoering is er op gericht de optredende VGWM-risicos tijdig te onderkennen en te beheersen, minimaal op het niveau van de wettelijke eisen en externe en interne richtlijnen. Op een aantal gebieden streeft ECN door middel van doel- en taakstellingen naar voortdurende verbetering en verdergaande reductie van risicos en effecten. De uitwerking hiervan wordt periodiek vastgelegd in het Bedrijfs-, Arbo-, Milieu- en Energie-Plan1. ECN stelt haar VGWM-jaarverslag2 met haar beleid en de resultaten ervan beschikbaar aan haar eigen medewerkers, aan alle overige betrokkenen en belanghebbenden en aan het publiek. 1
Dit plan is thans opgenomen in het 4-jaren ECN-KVM-plan (KVM: kwaliteit, veiligheid en milieu)
2
Thans geheten Sociaal & Milieu-jaarverslag
6
Doelstellingen Minimalisatie van de veiligheidsrisicos voor haar medewerkers. Onderdeel hiervan vormt het streven naar nul verzuimongevallen in de bedrijfsvoering; Minimalisatie van de risicos van het werken met zwarte lijst stoffen voor medewerkers en omgeving; Reductie van de CO2-emissie van haar bedrijfsvoering op basis van een kwantitatieve taakstelling; Ontwikkeling en toepassing van milieurichtlijnen voor haar testinstallaties, daar waar normen of (landelijke) richtlijnen ontbreken. De doelstellingen en de daarvan afgeleide taakstellingen zijn in uitgewerkte vorm opgenomen in het Bedrijfs-, Arbo-, Milieu- & Energie Plan 1998-20013. In dit verslag zijn de hoofdstukken 2, 3 en 4 van dit BAMEP 1998-2001 opgenomen (bijlage A). Er zal per onderdeel worden aangegeven in welke mate de doel- en taakstellingen zijn gerealiseerd. Voor de komende jaren zijn de doel- en taakstellingen opgenomen in het ECN-KVM plan 2002-2005. In dit verslag zijn hoofdstukken 2, 3 en 4 van dit ECN-KVM plan 2002-2005 opgenomen (bijlage B). Per onderwerp zal steeds een vooruitblik worden gegeven op 2002 (de activiteit is in bijlage B opgenomen onder nummer 2002/..). Er wordt hier met nadruk gewezen op het feit dat de meerjarenplannen de reguliere activiteiten niet vermelden.
Testopstelling van zonnecellen en een windturbine 3
Dit plan is op verzoek verkrijgbaar bij het secretariaat van de afdeling KVM(zie voor adres/telefoonnummer onder hoofdstuk 3)
7
3.
Verantwoording
Het milieujaarverslag is met ingang van dit jaar opgezet volgens de structuur van bijlage II van het Besluit Milieuverslaglegging Wet milieubeheer. In het verslag zijn alle aspecten en emissies opgenomen zoals vermeld in deze bijlage. Het verslag is daarnaast aangevuld met het aspect Dosis (radioactieve straling) aan het hek. Zoals reeds is opgemerkt in de Inleiding beperkt dit verslag zich nu strikt tot ECN, aangezien de vennootschap onder firma Nuclear Research and consultancy Group (NRG)4 thans haar eigen vergunningen heeft en haar eigen verslag opstelt. Echter op een aantal terreinen zijn ECN en NRG (nog) zodanig met elkaar verweven dat emissies niet te scheiden zijn (oorzaak: gemeenschappelijk gebruik van gebouwen en voorzieningen). Op de onderstaande gebieden zijn ECN en NRG vooralsnog niet te scheiden en wordt dus gerapporteerd over ECN en NRG: Klimaatverandering/CO2-emissie: zie paragraaf 5.1 Verspreiding naar de lucht (gedeeltelijk): zie paragraaf 5.2 Verspreiding naar het oppervlaktewater (de lozing op het riool Uitwaterende Sluizen): zie paragraaf 5.3 Verwijdering (gewone en gevaarlijke afvalstoffen): zie paragraaf 5.4 Verdroging (waterverbruik): zie paragraaf 5.5 Met betrekking tot het aspect Dosis aan het hek (zie paragraaf 5.13) kan de bijdrage van de vier afzonderlijke bedrijven op het terrein in Petten niet worden gescheiden. Deze immissie ter plaatse van het hek van het bedrijfsterrein zal dus ook in de toekomst steeds worden gerapporteerd als de door de vier bedrijven gezamenlijk veroorzaakte immissie. Evenals voorgaande jaren wordt de primaire doelgroep van dit verslag gevormd door beroepsmatig in ECN geïnteresseerden, in casu lokale en regionale politici en vertegenwoordigers van natuur- en milieuorganisaties en de functionarissen binnen de verschillende instanties die voor het VGWM beleid van ECN het Bevoegd Gezag vertegenwoordigen. Daarnaast is dit verslag ook bestemd voor het eigen personeel. Het verslag is op aanvraag beschikbaar voor het publiek en wordt bijvoorbeeld op de Open Dag in flinke aantallen overhandigd aan geïnteresseerden. Hoofdstuk 4 vormt het sociaal jaarverslag. De cijfers van opleidingen en ziekteverzuim zijn afkomstig van de afdeling P&O. Hoofdstuk 5 handelt over het milieu. In hoofdstuk 5 zijn de cijfers met betrekking tot de nucleaire aspecten afkomstig uit het jaarverslag Stralingshygiëne 2001 NRG. De kwantitatieve gegevens over het energieverbruik en de CO2-emissie zijn geleverd door de zogenoemde Energie Resonantie Groep (ERG) van ECN. De cijfers over de luchtzijdige emissie van biomassa zijn geleverd door de unit Biomassa. Ge- en verbruiksgegevens zijn afkomstig van de unit Facilitaire Services. Het verzamelen en verwerken van alle overige gegevens is gebeurd door de afdeling KVM. Hoofdstuk 6 gaat in op het natuurbehoud bij ECN. U wordt verzocht correspondentie over dit verslag te richten aan: ECN, afdeling KVM (Kwaliteit, Veiligheid en Milieu) t.a.v. dhr. A.J.M. Schrover, Postbus 1, 1755 ZG PETTEN. E-mail:
[email protected], tel. (0224) 56 4226 fax (0224) 56 8646 In het najaar van 1998 zijn de nucleaire activiteiten van ECN en die van KEMA ondergebracht in een nieuwe
4
onderneming: de Nuclear Research and consultancy Group (NRG). NRG is een vennootschap onder firma van ECN en KEMA. NRG richt zich op een veilige milieuverantwoorde toepassing van nucleaire technologie. In 2001 is de bestaande inrichting ECN gesplitst in de gewijzigde inrichting ECN en de nieuw ontstane inrichting NRG.
8
4.
Sociaal jaarverslag
4.1 Vernieuwing RI&E In 2000 is de RI&E geheel vernieuwd. Door de toetsende instantie (Arbo-dienst AMG) is extra aandacht gevraagd voor inleenkrachten en contractors. In dat verband zijn de veiligheids- en milieuvoorschriften voor derden in 2001 geheel vernieuwd. In 2002 volgt nog een vernieuwing en uitbreiding van de instructie bij binnenkomst. 4.2 Investeren in middelen In 2001 is het investeringspakket voortvloeiend uit de inventarisaties van 1997/1998 vrijwel geheel afgerond. Het betrof onder andere chemicaliën- en gasflessenopslagen en de bouw van een nieuw depot voor chemisch afval. Voor een volledig overzicht van de uitgevoerde activiteiten zie bijlage A waar dit per onderwerp is vermeld. In 2002 worden onder andere de inventarisaties arbeidsmiddelen, geluid en fysieke belasting afgerond en zal op basis hiervan een maatregelenplan worden opgesteld. Verder wordt een nadere risico-inventarisatie & -evaluatie verkeer uitgevoerd en zal ook hiervoor een meerjaren maatregelenplan worden opgesteld. Een belangrijk project in 2002 betreft de vereenvoudiging van het bestaande management systeem dat nieuw wordt opgebouwd rondom het hoofdproces van ECN, te weten het uitvoeren van onderzoeksprojecten. Voor de gebruikers moet dit leiden tot een meer gebruikersvriendelijk systeem. In dit kader wordt ook, op basis van de bestaande inspecties, een nieuw en uniform inspectiesysteem opgezet. Voor een volledig overzicht van alle activiteiten in 2002: zie bijlage B. 4.3 Investeren in mensen In 2001 is veel aandacht besteed aan de instructie en opleiding van medewerkers: zie de onderstaande tabel.
Tabel 1. Opleidingsplan 2001 Hoofdthema
Bezig
Afgerond
Mondelinge communicatie
18
3
Schriftelijke communicatie
8
5
Taalvaardigheden
50
5
Persoonlijke effectiviteit
39
26
Management & Ondernemen
54
49
Personeel & Opleiding
6
Kwaliteit, Arbo & Milieu
60
388
Interne Bedrijfsorganisatie
38
15
Marketing & Verkoop
18
5
Financiële bedrijfsadministratie
23
1
Computergebruik & Automatisering
133
50
Techniek & Onderhoud
148
31
Sector- & Branche specificatie
43
147
Basisopleiding
284
15
Niet ingedeeld
2
1
924
741
Totaal
9
Het in de tabel opleidingsplan 2001 vermelde grote aantal instructies op het gebied van kwaliteit, arbo & milieu vindt haar oorsprong in de vele instructies die zijn gegeven in het kader van het verwerven in 2001 van het ISO 14001-certificaat (milieuzorgsystemen). In 2002 zal naast de reguliere opleidingen en instructies de bekende en vernieuwde norm NEN 3140 (bedrijfsvoering laagspanningsinstallaties) middels een, door een honderdtal ECNers te volgen, basisopleiding worden geïntroduceerd. Daarnaast wordt een inspectieprogramma opgezet, dat in 2003 in uitvoering zal gaan. 4.4 Voorbereiding van de sanering en sloop van gebouw 05 In de periode oktober tot december 2001 is laboratorium 63 volledig gesaneerd en vrijgegeven voor alle gebruik. Lab 63 is meer dan dertig jaar in gebruik geweest, waarbij een veelheid van radioactieve stoffen en splijtstoffen zijn gehanteerd. De gehele sanering is door de afdeling Radiation & Environment van NRG gecoördineerd, telkens met toestemming van de algemeen stralingsdeskundige. Na verwijdering van alle niet-radioactieve delen (meubilair, glaswerk) zijn drie zuurkasten, vijf handschoenenkasten en één brandkast leeggehaald. Van de bonte verzameling flesjes en chemische stofjes is verreweg het meeste na een (summiere) identificatie afgevoerd als radioactief afval. Enkele bruikbare bronnen en stoffen met afwijkende stabiele isotopen samenstelling zijn voor hergebruik elders ter beschikking gekomen. Afbraak van de zuurkasten en andere min of meer vaste voorzieningen ging verder vrij vlot. Uiteindelijk kon het lab en de bijbehorende ventilatiezolder worden vrijgegeven. Dit project levert waardevolle informatie voor de toekomstige ontmantelingwerkzaamheden. 4.5 Persoonsdoses door het werken met radionucliden In gebouw 05 worden voornamelijk door NRG, echter formeel onder de vergunning van ECN, werkzaamheden uitgevoerd met radionucliden. Enkele personeelsleden van NRG hebben bij de productie van het medische isotoop Lutetium een jaardosis opgelopen van enkele milli-Sieverts (mSv). In relatieve zin gaat het hier om een, ten opzichte van de gemiddelde jaardosis, verhoogde waarde. De wettelijke dosislimiet bedraagt 20 mSv per jaar. In de toekomst zal NRG deze activiteiten verplaatsen waarbij ook de persoonsdosis zal worden gereduceerd. 4.6 Jaar
Bijna-ongeval meldingen Aantal meldingen
Meldingen Veiligheid
Meldingen Milieu
Opmerkingen
& Gezondheid 1998
27
26
7
ECN + NRG
1999
43
41
16
ECN
2000
35
34
11
ECN
2001
35
32
7
ECN
Tabel 2. bijna-ongeval meldingen De kwaliteit van de meldingen was goed; vele maatregelen zijn genomen. Zie voor een overzicht het in bijlage C opgenomen volledige overzicht van (bijna)-ongevallen. Een enkel voorbeeld: vijf meldingen betroffen verkeer op het ECN terrein. In 2001 zijn onder andere voetpaden aangelegd en uitritten voorzien van drempels. De oorspronkelijk gestelde doelstelling met betrekking tot het aantal (bijna)-ongeval meldingen is losgelaten. De reden hiervoor is geweest dat ECN meer nadruk wil leggen op de kwaliteit dan op de kwantiteit. In 2002 zal worden gestart met een meting van de effectiviteit van de op basis van de melding uitgevoerde maatregelen.
10
4.7
(Verzuim)-ongevallen
(verzuimongevallen van ECN exclusief de ongevallen van aannemers) Jaar
Aantal fte + stagiaires
Aantal
Aantal
per 31-12-2001
ongevallen
verzuimongevallen
Index IF
Opmerkingen
1997
924,6
3
1998
950,6
3
1
0,68
ECN + NRG
1
0,66
1999
719,7
2
ECN + NRG
2
1,74
ECN
2000
746,5
6
1
0,84
ECN
2001
668,3
4
2
1,87
ECN
Gemiddeld (rekenkundig)
1,16
Streefwaarde: < 0,8 voor periode 2002-2005
Index IF = het aantal verzuimongevallen X 1.000.000 / gewerkte uren (het aantal gewerkte uren = aantal fte x 1600)
Tabel 3.verzuim-ongevallen Conclusie: De IF-index ligt ruim boven de streefwaarde van 0,8. In de periode 2002-2005 zullen de bestaande inspanningen worden voortgezet. Daarnaast zal er bij ernstige (bijna)-ongevallen een diepgaander onderzoek worden uitgevoerd naar basisoorzaken in de verwachting dat daarmee de veiligheid van de gehele organisatie kan worden verbeterd. 1.8 Jaar
Ziekteverzuim Gemiddelde
Gemiddelde
verzuim frequentie
verzuimduur
Verzuimpercentage incl. gravida
excl. gravida
Percentage niet-verzuimers
1999
1,31
8,24
2,87
2,58
34,97
2000
1,30
9,25
3,40
3,11
39,26
2001
1,32
11,27
3,39
3,14
37,48
Tabel 4. ziekteverzuim Conclusie: Ten opzichte van 2000 is de situatie niet wezenlijk veranderd.
Oefening van het noodplan
11
5.
Milieujaarverslag
In de laboratoria en werkplaatsen van ECN speelt zich een scala af aan activiteiten die hoewel de schaal bescheiden is - voor wat betreft de emissie van milieubelastende stoffen kunnen worden vergeleken met industriële productieprocessen. Zo zijn voor het onderzoek aan en het beproeven van materialen, componenten en systemen fysische, chemische en mechanische bewerkingen nodig die resulteren in emissies naar water en lucht. In dit hoofdstuk worden de emissies van verschillende soorten milieubelastende stoffen behandeld, waarbij tevens wordt aangegeven in welk milieucompartiment de emissie plaatsvindt. 5.1 Klimaatverandering ECN hanteert als lange termijn doelstelling (Derde Energienota): 40 % reductie van CO2 in 2020 ten opzichte van 1995 door 10% duurzaam (het groene deel) en 33% verbetering (het blauwe deel).
Energie-efficiëntie
200
DOELSTELLING 2020: 33% verbetering t.o.v. 1995 10 % duurzaam
Energiegebruik
[GJ primair / FTE per jaar]
150
100
50 Energie-efficiëntie Aandeel Duurzaam
20 20
15 20
10 20
05 20
00 20
19
95
0
Figuur 1: energie-efficiëntie
Toelichting op de figuur CO2-uitstoot per fte: Het prestatieniveau van ECN houdt, na een aantal jaren waarin ECN ruimschoots voldeed aan de doelstellingen, nu nagenoeg gelijke tred met de doelstellingen. In de nieuwe Wet milieubeheer vergunning is voor het jaar 2001 opgenomen een maximale CO2emissie per medewerker (uitgedrukt in full time equivalent) van 9,19 ton/ fte. De werkelijk emissie bedroeg 9,04 ton/ fte, waarmee juist werd voldaan de vergunningeis. In de jaren 2002-2005 zal worden geïnvesteerd in windenergie en op het energieverbruik van gebouwen zal worden bespaard. Er wordt overwogen een BIO-WKK te bouwen die ook een forse bijdrage zou kunnen leveren. Door het nemen van deze maatregelen kan ECN haar prestatie op peil houden en mogelijk zelfs verbeteren.
12
12
CO2 uitstoot per FTE DOELSTELLING 2020:
10
40% vermindering CO2 t.o.v. 1995
CO 2 uitstoot
[ton / FTE per jaar]
8
6
4
CO2 uitstoot
2
Vermeden CO2 door duurzaam
0 202
5 201
0 201
5 200
0 200
199
5
0
Figuur 2: CO2-uitstoot per fte Toelichting: het prestatieniveau van ECN houdt, na een aantal jaren waarin ECN ruimschoots voldeed aan de doelstellingen, nu nagenoeg gelijke tred met de doelstellingen. In de nieuwe Wet milieubeheer vergunning is voor het jaar 2001 opgenomen een maximale CO2-emissie per medewerker (uitgedrukt in full time equivalent) van 9,19 ton/ fte. De werkelijk emissie bedroeg 9,04 ton/ fte, waarmee juist werd voldaan de vergunningeis. In de jaren 2002-2005 zal worden geïnvesteerd in windenergie en op het energieverbruik van gebouwen zal worden bespaard. Er wordt overwogen een BIO-WKK te bouwen die ook een forse bijdrage zou kunnen leveren.
Nieuw ECN-kantoorgebouw: een lichtdoorlatend dak met zonnecellen
13
5.2 Verspreiding naar de lucht 5.2.1 Luchtzijdige emissies van chemische stoffen algemeen Afgezien van de specifieke luchtzijdige emissies, die hieronder worden genoemd, kunnen de algemene emissies op dit moment alleen worden geschat op basis van een massabalans. Luchtzijdige metingen worden, gezien het grote aantal lozingspunten en de geringe emissie per punt, niet uitgevoerd. De massabalans geldt voor ECN en NRG. Het aantal emissiepunten van ECN en NRG vanuit labs bedraagt circa 120. Daarnaast zijn er nog testopstellingen, welke eveneens bijdragen aan deze emissies. De ingekomen (ingekochte) stoffen/ massa wordt in principe verdeeld over vier wegen waarlangs de massa/ stoffen ECN en NRG weer kunnen verlaten: afvoer als chemisch afval emissie naar de lucht emissie naar het oppervlaktewater (via het riool) afvoer in de vorm van producten Een moeilijkheid bij het opstellen van de massabalans is dat met name zuren in sterk verdunde vorm worden afgevoerd en dat er effecten optreden van (lange) verblijftijden van stoffen.
t
Jaar (Groep van Verbindingen
1999 Besteld
2001
2002
Opmerkingen
Afgevoerd Besteld Afgevoerd Besteld
Afgevoerd
in kg
in kg
in kg
in kg
in kg
in kg
1638*
1069
1807
*
479
862
624
t Vluchtige organische waarvan ethanol
*
Exclusief 180 Liter
vaten methanol voor
stoffen 900
1260
200
voeding van eenfuelprocessor 1999/2000: 2/1 vat(en)
Zuren excl. HF
280
1220
370 excl*
311
32**
630
*
In 2000 is 400 liter HNO3 besteld t.b.v.
beitsbaden. HF
10
514
58
1267
58
1693
**
In 2001 is 460 liter
H2SO4 besteld voor waterreiniging BM-afvoer als afvalwater Overige verbindingen
179
waarvan NiO
100
1043
342
467
57**
790
150
**
In 2001 is 460 l NaO
H besteld voor waterreiniging BM-afvoer alsafvalwater 330
Repro
875
Reprochemicaliën worden verdund afgevoerd
Totaal
2107
3846
2577
2524
1339
4612
1817
2112
2149
946
951
1414
Totaal excl. zuren en reprochemicaliën
Tabel 5. Inkoop en afvoer als gevaarlijk afval van chemische stoffen
14
Op basis van de interne ECN voorschriften (geen lozing van stoffen in concentraties boven de BAGA-waarden) wordt geschat dat de jaarlijkse emissie van chemische stoffen op het riool in totaal circa 100 kg bedraagt (voor metalen zie ook onder 5.3). Uit tabel 5 komt het beeld naar voren dat de afvoer strookt met de inkoop, in aanmerking genomen dat de zuren en reprochemicaliën sterk worden verdund. Indien voor de luchtzijdige emissies de NeR als uitgangspunt wordt gekozen dan kan voor het totale afgezogen volume van alle bij elkaar genomen laboratoria in orde van grootte van maximaal 15.000kg/ jaar VOS worden geëmitteerd. Deze berekende emissie staat ver af van de realiteit: van de circa 4 ton ingekochte VOS wordt ongeveer 50% afgevoerd als afval en wordt naar verwachting circa 50% luchtzijdig geloosd. De volgende conclusies kunnen worden getrokken: De lozing naar het water is in het geheel van ondergeschikte betekenis; De hoeveelheid stoffen in producten is niet bekend, maar deze is uitgezonderd semifabrieksmatige productie (voorbeeld: Ni-houdende brandstofcellen), naar verwachting zeer gering; De afvoer als gevaarlijk afval lijkt veruit de belangrijkste route waarlangs de stoffen het bedrijf weer verlaten; De lozing naar de lucht van vluchtige stoffen lijkt, gezien de waarden van inkoop en afvoer als afval, een zeer beperkt deel te zijn van de totale stroom die op basis van de NeR zou mogen worden geëmitteerd. Hieruit volgt vooralsnog geen urgentie om te gaan meten; De lozing naar de lucht van de overige stoffen lijkt, mede gezien de waarden van inkoop en afvoer als afval, verwaarloosbaar. Hieruit volgt vooralsnog evenmin de urgentie om te gaan meten. Emissies van VOS vanuit de repro Het totale jaarverbruik van chemische stoffen in de repro ligt in de orde van grootte van enige honderden kilos. Een beperkt deel daarvan is vluchtig. In 2001 zijn op basis van vergunningvoorschrift Wm 4.3.5 en het Handboek milieumaatregelen Grafische industrie en verpakkingsdrukkerijen maatregelen genomen. Voor een deel van de gebruikte vluchtige stoffen wordt in 2002 nog onderzocht welke alternatieven mogelijk zijn. 5.2.2 Emissies Biomassa Voor de testinstallaties van biomassa zijn in de nieuwe Wet Milieubeheer vergunning aparte grenswaarden opgenomen. Voor het jaar 2001 hebben deze alleen betrekking op batchgewijs draaiende testinstallaties (er zijn op dit moment geen (semi)continu draaiende testinstallaties). Om voldoende flexibiliteit voor het onderzoeksbedrijf te bereiken is voor het totaal van deze testinstallaties per component op basis van een fictief aantal draaiuren van 1000/jaar een jaaremissie vergund. Dit maakt het mogelijk tijdelijk een hogere uitstoot te realiseren met de beperking dat er een bovengrens is aan de halfuursgemiddelde piekconcentratie en met de beperking dat gemiddeld over het gehele jaar de emissie moet voldoen aan het vergunde maximum. Inmiddels is er vanuit het ministerie van VROM een concept van een interim-regeling verschenen voor het (bij)stoken van biomassa in centrales dan wel in stand alone installaties. In de regeling wordt gesproken over witte (schone) en gele (vervuilde) brandstoffen, waarbij voor witte brandstoffen de te registreren parameters beperkt blijven tot NOx, SO2 en stof. De emissies zijn berekend uit de brandstofinput vermenigvuldigd met concentratiewaarden per kg input die deels berusten op metingen en deels op schattingen.
15
Brandstof wit*: 39400 kg
Berekende emissie
Max. Emissie
Brandstof geel*: 1500 kg
(met behulp van kengetallen)
(Tot. Cap.: 250 kg/ uur)
in kg / jaar
in kg/ jaar
Componenten
Emissie
Emissie
Emissie
Circulaire*
Vergunning
Wit
Geel
totaal
VROM
Wm-ECN
NOx - stikstofoxiden
129
7
136
315
500
SO2 - zwaveldioxide
32
5
37
315
500
Stof
13
0
14
79
125
Cd + Tl - Cadmium + Telluur
-
0,00
0,00
0,12
1
Hg - kwik
-
0,00
0,00
0,12
1
Som zware metalen
-
0,21
0,21
1,19
**
HCl - zoutzuur
-
1
1
24
75
HF - waterstoffluoride
-
0
0
2
13
VOS - Vluchtige Organische Stoffen
-
CO - koolmonoxide
3
3
24
375
13
13
119
125
Tabel 6. emissies van biomassa * Definitie en berekening van de emissie-ruimte op basis van de concept-circulaire Biomassa van VROM van 20 febr. 2001 voor stand-alone installaties ** De Wm-vergunning van ECN kent geen waarde voor de som ZM (de afzonderlijke metalen zijn genormeerd)
In tabel 6 zijn per component de jaaremissies opgenomen. De berekende emissie kan worden vergeleken met enerzijds de circulaire van VROM en anderzijds de Wm-vergunning van ECN. De emissies in het jaar 2001 zijn gering zowel in absolute zin als ten opzichte van zowel de VROM-circulaire als de Wm-vergunning van ECN. De omstandigheden in het jaar 2001 waren dan ook gunstig: invoer van, voor het overgrote deel, schone witte brandstof en het gebruik van een geavanceerde gasreiniging. Deze omstandigheden kunnen zich, afhankelijk van het onderzoek, ook drastisch wijzigen. In 2002 c.q. 2003 zal een onderzoek worden uitgevoerd ter reductie van de luchtzijdige emissies van het biomassa onderzoek (realisatie in oktober 2003).
Testinstallatie Biomassa
16
5.2.3. Verzuring NOx -Emissies NOx-Emissies ketels Op basis van 2 aan respectievelijk een HR- en VR-ketel in 2001 uitgevoerde nauwkeurige eenmalige controlemetingen tijdens deellast- en vollast bedrijf (HR: gemiddeld 175 mg NOx/m3 bij 8% O2, VR: gemiddeld 198 mg NOx/m3 bij 4% O2) is voor alle ketels een emissiekengetal geschat van 100 g NOx (als NO2) per GJ. Met een verbruik van 1.538.907 m3 aardgas (= 48.629 GJ) resulteert een NOx-emissie van 4,9 ton NOx als NO2. NOx-Emissies gasmotor Op basis van de in 2001 uitgevoerde nauwkeurige eenmalige controlemeting (waarde 850 g NOx /GJ: zie ook hieronder bij Wat ging er mis?) en het verbruik van 111.929 m3 aardgas (= 3537 GJ) resulteert een NOx-emissie van 3,0 ton NOx als NO2. NOx-emissies glasblazerij In 2000/2001 is de nieuwe glasblazerij in gebruik genomen. Hierbij deden zich met name voor NOx overschrijdingen voor van de arbeidshygiënische grenswaarden (MAC-waarde: 2 ppm). In 2002 wordt in het kader van de definitieve ingebruikname een uitgebreid meetprogramma uitgevoerd. Op basis van deze resultaten zal een 1e schatting worden gemaakt van de emissie. NOx-emissies biomassa Deze emissie bedroeg 136 kg (zie hierboven onder biomassa). Totale NOx-emissie Installatie
Concentratie NOx
Verbruik
Emissie ton NOx
Ketels Gasmotor
100 g/GJ 850 g/GJ
48.629 GJ 3537 GJ
4,9 3,0
Biomassa-installaties
0,1 Totaal
8,0
Tabel 7: NOx-emissies ECN 2001 SOx -emissies SO2-emissies biomassa Deze emissie bedroeg 37 kg (zie hierboven onder biomassa). Overige verzurende emissies HF-emissies ZON Uit arbeidshygiënische metingen blijkt dat de massastroom van deze HF-emissies steeds ver onder de massastroomgrenswaarde van de NeR ligt. Deze emissies dragen uit milieuhygiënisch oogpunt dus niet substantieel bij.
17
5.2.4 Emissie van radio-nucliden uit Chemie Materiaalkunde De voornamelijk door NRG in gebouw 05/06 uitgevoerde activiteiten, die plaatsvonden onder de vergunning van ECN, hebben in 2001 geresulteerd in een kleine emissie. De emissie is met name veroorzaakt door een speciale procedure die is gevolgd voor het lozen van een hoeveelheid reeds lang niet gebruikt tritiumgas (HT). In totaal 165 GBq HT is gecontroleerd en onder bewaking met een gemiddeld debiet van 60 ml/min in het lozingskanaal afgelaten. De resulterende lozing heeft een radiotoxiciteit equivalent van 0,03 Re, waarbij rekening is gehouden met 1% oxidatie van het gas.
Nuclide
A loz
ARe
A loz/ARe
Kr-85
2,8 GBq
140 TBq
0,00
H-3-gas
165 GBq
*
0,03
Totaal
0,03
Vergund
5
Tabel 8: lozing vanuit Chemie Materiaalkunde in 2001 *
Bij een veronderstelde oxidatiegraad van 1% van het waterstofgas geeft dit een lozing van 16,5 GBq HTO met een radiotoxiciteitsequivalent van 0,03 Re.
5.2.5 Wat ging er mis in 2001? Bij de driejaarlijkse meting van de NOx-emissie van de gasmotor van een compressor van het persluchtnet bleek de emissie 850 g/GJ: bijna zes keer hoger dan de grenswaarde (152 g/GJ). Na overleg met de leverancier en de fabrikant is besloten de gasmotor in 2002 op een ander werkpunt in te stellen en te voorzien van een lambda sonde en katalysator, waarmee ruimschoots aan de NOx-eis zou kunnen worden voldaan (het betreft een proef). De eerste meting aan de gereviseerde motor met de nieuwe voorzieningen geeft een spectaculaire reductie aan: een NOx-emissie van 2,6 g/GJ.
5.3 Verspreiding naar het oppervlaktewater 5.3.1 Emissie riool Uitwaterende Sluizen ECN loost sanitair afvalwater, en een groot deel van het lab- en bedrijfsafvalwater via het riool. Daarnaast wordt ook het regenwater van de vloeistofdichte vloer van de brandweergarage op het riool geloosd, nadat dit eerst een olie/ water afscheider is gepasseerd. In het verzamelde afvalwater wordt steekproefsgewijs (1 representatieve meetweek per jaar) ten behoeve van de heffing de emissie van stikstof en het chemisch zuurstofverbruik gemeten. Deze metingen worden gebruikt voor het vaststellen van de veroorzaakte verontreiniging, uitgedrukt in inwonerequivalenten (IE). Daarnaast wordt met deze metingen ook de emissie vastgesteld van zwarte en grijze lijst stoffen (metalen). Het gaat om nauwkeurige metingen, waarvan de resultaten worden geëxtrapoleerd naar een jaarvracht. De jaargemiddelde concentraties en emissies van Hg, Cd en de overige zware metalen, gemeten in de jaarlijkse representatieve meetweek, zijn opgenomen in de tabel 9). De emissie is het product van concentratie en lozingsvolume en resulteert in een hoeveelheid in kg/jaar. Omdat de vergunning limieten kent per afvalwaterstroom (sanitair-, bedrijfsen labafvalwater) en de meting wordt verricht aan de totale afvalwaterstroom is het niet mogelijk zonder meer de werkelijke waarden met de limieten te vergelijken. Op het meet-
18
punt heeft namelijk reeds een verdunning en vermenging plaatsgevonden van het oorspronkelijk geloosde water.
Lozing op het riool Uitwaterende Sluizen
Hg (kwik)
1997
1998
1999
2000
2001
15330
13875
16736
18670
0,00034 0,00026 < 0,0001
0,0068
Lozing (m3)
Werkelijk
16060
Concentratie (mg/L)
Werkelijk
0,00074
Limiet Emissie (kg/jaar)
Werkelijk
0,01
0,01
0,01
0,01
0,01
0,012
0,005
0,006
< 0,003
0,19
< 0,005
< 0,005
< 0,005
< 0,005
<0,002
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
< 0,08
< 0,08
< 0,08
< 0,13
< 0,1
0,61
0,75
0,35
0,39
0,997
5
5
5
5
5
9,73
11,45
8,3
6,6
18,6
Limiet Cd (cadmium) Concentratie (mg/L)
Werkelijk Limiet
Emissie (kg/jaar)
Werkelijk Limiet
Som ZM*
Concentratie (mg/L)
Werkelijk Limiet
Emissie (kg/jaar)
Werkelijk Limiet
Som ZM: As, Sn, Pb, Cu, Zn, Cr en Ni (Waarden onder de detectielimiet zijn niet meegeteld). De werkelijke concentraties mogen niet worden vergeleken met de limieten. De limieten zijn in de tabel alleen ter informatie toegevoegd (zie verder toelichting in de tekst). Alle cijfers zijn gebaseerd op de meting tijdens de representatieve meetweek; alle limieten genoemd in deze tabel zijn de limieten die gelden voor laboratorium afvalwater. Tabel 9: Lozing riool Uitwaterende Sluizen Door de toename van zowel het geloosde jaardebiet als de concentraties is de totale emissie op jaarbasis van zowel kwik als de som zware metalen toegenomen. Opvallend in de meting van 2001 is het hoge gehalte aan kwik (Hg). Hiervoor is geen verklaring, noch is bekend in hoeverre de representatieve meetweek echt representatief is geweest voor het gehele jaar (zie ook de opmerkingen hieronder). De waarde van de concentratie Som ZM wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdragen van koper (Cu) en zink (Zn). Uit metingen verricht aan stilstaand en doorstromend water blijkt dat de gehalten van deze metalen respectievelijk relatief hoog en laag zijn. Dit is een aanwijzing dat deze metalen mogelijk in belangrijke mate niet worden geloosd doch afkomstig zijn uit het metaal van de leidingen. In de nieuwe WvO-vergunning is de bepaling opgenomen dat ECN tweemaal per jaar per gebouw de haar vergunde concentratielimieten controleert (de vergunning is met ingang van september 2001 van kracht). In december is voor de eerste keer deze controle (onderdeel van de interne milieuzorg) uitgevoerd. Het resultaat van deze controlemetingen was dat, op één onderdeel na, op alle punten aan alle grenswaarden van de vergunning werd voldaan (de resultaten zijn desgewenst bij ECNs stafafdeling KVM te verkrijgen).
19
Tijdens deze controlemeting is van vijf gebouwen zowel de Hg-lozing als de som zware metalen gecontroleerd. De waarde van deze lozingen lag ver onder de grenswaarden van de vergunning. Daarmee wijkt het resultaat van deze controlemeting sterk af van de resultaten die tijdens de representatieve meetweek zijn gevonden. Er is een overschrijding vastgesteld met betrekking tot de lozing van onopgeloste bestanddelen bij de olie/ water afscheider van de garage (zie ook hieronder bij Wat ging er mis?). De totaal geloosde hoeveelheid afvalwater van ECN en NRG bedraagt in 2001 18.670 m3. Deze hoeveelheid onderschrijdt de toegestane hoeveelheid afval voor ECN te weten 19.742 m3/jaar. In 2002 zullen twee controlemetingen worden uitgevoerd. Uit deze metingen zal een (nog) gedetailleerder beeld naar voren komen dan uit de metingen uit voorgaande jaren. Vooralsnog geven de resultaten aan dat de lozingen van met name de metalen relatief gering zijn en dat het verbeterpotentieel beperkt is. In 2001 is ter controle tijdens de meting in de representatieve meetweek eveneens een meting uitgevoerd op de aanwezigheid van, als gevolg van de bedrijfsvoering van ECN/ NRG aan het geloosde afvalwater toegevoegde, radio-nucliden. Dergelijke radio-nucliden bleken niet aanwezig, hetgeen in overeenstemming is met de eis dat geen radio-nucliden met dit afvalwater mogen worden geloosd. 5.3.2 Lozing van ECN naar NRG ECN loost vanuit de onder haar KeW-vergunning vallende labs in gebouw 05 een zeer beperkte hoeveelheid radioactief afvalwater naar NRG. Dit water wordt behandeld in een tweetraps waterreiniging, waarna het wordt geloosd op de Noordzee. Voor deze lozing is in 2001 aan NRG een nieuwe vergunning verleend; deze vergunning wordt in het kader van het zwarte lijst stoffenbeleid periodiek vernieuwd. 5.3.3 Wat ging er mis in 2001? Niettegenstaande de positieve resultaten van de door ECN uitgevoerde metingen bleek bij een controlemeting door het Hoogheemraadschap dat de emissie vanuit een olie/ water afscheider van de garage en de zilveremissie van de reprografische afdeling te hoog was. De olie/ water afscheider is daarop schoongemaakt en de frequentie van reinigen is verdubbeld naar tweemaal per jaar. Ook de apparatuur van de repro is schoongemaakt en wordt nauwlettend in de gaten gehouden. De overtredingen zijn beboet.
20
5.4 Verwijdering - Afvalstoffen en hergebruik ECN produceert twee stromen afvalstoffen die in potentie schadelijk zijn voor het milieu: het zogenoemde gevaarlijk (chemisch) afval en in zeer beperkte mate radioactief afval. 5.4.1 Gevaarlijk (chemisch) afval De samenstelling van het gevaarlijk afval vertoont een grote diversiteit: deze stroom bevat afvalstoffen als oplosmiddelen, oliën, zouten, zuren, basen, accus, batterijen en keramische vezels. Het volume van het gevaarlijk afval bedraagt circa 10.000 - 15.000 kilo/ jaar als basislast met incidenteel grote partijen afval (dit betreft dan bijvoorbeeld afvalwater - in 2001 een partij van 3 ton). ECN levert het chemisch afval aan een gecertificeerde afvalverwerker. Het grootste deel van deze afvalstroom wordt gerecycleerd of verbrand, waarbij energie wordt opgewekt. Intern hergebruik vindt slechts op zeer beperkte schaal plaats (het gaat in de regel om zeer kleine hoeveelheden). Gelet op de grote diversiteit in het aanbod is vastgesteld dat de mogelijkheden voor verbetering gering zijn (waar mogelijk zal de hoeveelheid afval worden beperkt). Jaar
afval in tonnen
1996
10
1997
18
1998
25
1999
14
2000
16
2001
13
(ton = 1000 kg)
Tabel 10: Gevaarlijk afval
Het nieuwe depot voor gevaarlijk (chemisch) afval
5.4.2 Radioactief afval In 2001 heeft ECN een zeer beperkte hoeveelheid radioactief afval, afkomstig de labs die functioneren onder de vergunning van ECN, overgedragen aan NRG. NRG zorgt voor verwerking en afvoer. 5.5 Verdroging Grondwater Een te hoge grondwaterstand kan schade toebrengen aan funderingen, kelders en leidingtracés. ECN beschikt over een provinciale vergunning voor het onttrekken en infiltreren van grondwater. Om eventuele verdroging van het terrein tegen te gaan heeft ECN in 1993 op het terrein een infiltratievijver aangebracht. Het eventueel onttrokken grondwater wordt zo voor het duinmilieu behouden. Leidingwater Behalve voor consumptieve en sanitaire doeleinden wordt leidingwater bij sommige activiteiten gebruikt als proceswater. Figuur 3 toont de volumes leidingwater die in de afgelopen jaren zijn verbruikt. De afname is vooral een gevolg van het niet langer (grootschalig) gebruiken van leidingwater als koelwater. In 2002 zal het verbruik van leidingwater als koelwater voor de RGS-machine van Zon worden beëindigd (oorzaak: koelcapaciteit van koelmachine bleek te groot).
21
Gebruik leidingwater 40
m³ (x 1000)
30
20
10
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Figuur 3: verbruik van leidingwater in 2001: 21480 m3 5.6 Bodembescherming en bodemsanering In het verslagjaar 2001 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: In het verslagjaar 2001 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: De totstandkoming van zogenoemde CPR-15-1-opslagen voor de opslag van vloeibare en vaste chemicaliën is afgerond. Er is een nieuw depot gebouwd voor de (tussen)opslag van het Gevaarlijk (chemisch) afval. Dit zogenoemde KCA-depot is begin 2002 in gebruik genomen. Foto infiltratievijver Er is een nieuw zogenoemd nulonderzoek uitgevoerd in 2001. Er is eerder (1992) een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Daarnaast zijn in de afgelopen vijf jaar vele bodemonderzoeken uitgevoerd. Het nieuwe nulonderzoek geeft een volledig en actueel beeld. Als vervolg op het onderzoek zullen naast de reeds lopende acties (zie hieronder) nog enkele, qua omvang beperkte, nadere onderzoeken worden uitgevoerd in 2002. In augustus 2001 is een aanvullend bodemonderzoek afgerond naar de verontreiniging die eerder was geconstateerd nabij de garage (gebouw 02). Op basis van dit onderzoek wordt in 2002 een plan opgesteld voor de sanering van de aangetroffen, qua omvang beperkte (<100 m3), verontreiniging. Er is eind 2001 een analyse uitgevoerd van de bodembedreigende activiteiten van ECN op basis van de recent verschenen Nederlandse Richtlijn Bodembescherming. De richtlijn die uitgaat van een risicobenadering is complementair aan reeds bestaande regelgeving zoals CPR-richtlijnen en bijvoorbeeld BOOT. Tijdens de bespreking van de analyse is gebleken dat enkele door ECN gehanteerde uitgangspunten dienen te worden herzien. In 2002 wordt een nieuwe versie van de analyse opgesteld. De resultaten van de studie zullen leiden tot een uitbreiding van de beheersmaatregelen, waardoor de kans op bodemverontreiniging verder wordt beperkt. In 2001 is de reguliere monitoring uitgevoerd van het grondwater. ECN heeft op eigen initiatief een onderzoeksrapport laten opstellen van haar opslagen van vloeibare (brand)stoffen. Dit zal leiden tot aanpassingen op diverse punten, die uiterlijk 31/03/2003 gerealiseerd dienen te zijn. Er is in 2001 een onderzoek uitgevoerd naar bodemverontreiniging binnen in de garage 02 (tegelvloer), ter plaatse van de opstelplaatsen van de brandweerautos. In 2002 zal de lichte verontreiniging in de ondergrond worden verwijderd, zal de vloer plaatselijk worden vernieuwd en zullen preventiemaatregelen worden ingevoerd om toekomstige verontreiniging te voorkomen.
22
5.7 Verstoring door geluid Van verstoring door geluid is in 2001 geen sprake geweest. 5.8 Verstoring door geur In 2001 zijn van buiten ECN geen klachten ontvangen over geurhinder. 5.9
Externe veiligheid
Beheersingsmaatregelen Zoals hierboven al is gemeld, is de totstandkoming van zogenoemde CPR-15-1-opslagen voor de opslag van vloeibare en vaste chemicaliën in 2001 afgerond. Hiermee is een belangrijke preventieve beheersmaatregel gerealiseerd. Voor de bestrijding van incidenten en calamiteiten is de beschikbaarheid en geoefendheid van noodplannen van belang. In 2001 is zowel het Interne Noodplan Onderzoeks Locatie Petten (INO) als het regionale RampBestrijdingsPlan (RRBP) gereviseerd. De definitieve versies van beide plannen zullen medio 2002 van kracht worden. De plannen zijn nu gebaseerd op zogenoemde MCA-scenarios, te weten maximale (als geloofwaardig te beschouwen) ongevallen c.q. rampen. Hiervoor is in 2001 een aparte scenariostudie uitgevoerd (gericht op de individuele installaties op het terrein) inclusief eventuele domino-effecten. In 2002 zal ieder van de vier bedrijven op de OLP nog een eigen noodplan opstellen (zei onderstaande figuur waarin de nieuwe structuur wordt weergegeven). Het bedrijfsnoodplan (BNP) van ECN zal specifiek worden toegespitst op de testinstallaties van ECN. De in dat kader noodzakelijke opleiding zal in 2002 worden uitgevoerd. Ongewone voorvallen Ongewone voorvallen betreffen: Bijna-ongevallen (met potentiële schade aan het milieu) Ongevallen met schade aan het milieu Bijna-ongevallen In zeven gevallen betrof het potentieel milieugevaarlijke situaties: vrijkomen van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen. Door een adequate reactie is in alle gevallen verontreiniging van de bodem of het water voorkomen. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar bijlage C. Ongevallen Er hebben zich geen milieu ongevallen voorgedaan. 5.10 Bedrijfsinterne milieuzorg In 2001 zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van bedrijfsinterne milieuzorg: In juni 2001 is het management systeem van ECN door Lloyds Register Quality Assurances gecertificeerd tegen de ISO14001 norm voor milieuzorgsystemen (naast het al aanwezige ISO9001 certificaat voor kwaliteit); In het najaar van 2001 is een Kwaliteit-, Veiligheid- en Milieuplan opgesteld voor de jaren 2002 tot 2005, dat begin 2002 is goedgekeurd door het Bevoegd Gezag Wm (de gemeente Zijpe).
Certificaat ISO-14001
23
5.11 Milieurelevante, externe ontwikkelingen Deze ontwikkelingen hebben zich niet voorgedaan, met uitzondering van de hieronder beschreven splitsing (in vergunningtechnische zin) van de bestaande inrichting ECN in twee inrichtingen, te weten ECN en NRG. De scheiding is een voortvloeisel uit de oprichting in 1998 van NRG. 5.11.1 Milieuvergunningen ECN heeft sinds medio 2001 3 nieuwe c.q. vernieuwde vergunningen te weten: Een nieuwe Wet milieubeheer vergunning op hoofdlijnen. Een nieuwe Wet verontreiniging Oppervlaktewater vergunning eveneens op hoofdlijnen. Een vernieuwde KeW-vergunning. ECN is buitengewoon ingenomen met de verlening van deze vergunningen omdat enerzijds de belangen van het milieu beter tot hun recht komen en anderzijds de vergunningen ECN de voor R&D zo noodzakelijke flexibiliteit verschaffen. ECN aanvaardt daarbij van harte en volledig de verantwoordelijkheden die dit met zich brengt. Als bijzonderheid valt te vermelden dat uiteindelijk, na overleg met bezwaarmakers in eerste termijn, geen enkel beroep tegen de vergunningen is aangetekend. Op 29 augustus 2001 is op basis van de artikelen 5.2.3 en 5.24 van de nieuwe vergunning Wet Milieubeheer mededeling gedaan aan het Bevoegd Gezag van de testinstallatie FITOR (Fischer Tropsch Synthese Reactor van de unit Biomassa). Inclusief deze installatie blijft ECN ruim binnen de in de vergunning gestelde capaciteitskaders (dit wordt steeds bij het doen van een mededeling gecontroleerd). 5.12 Dosis (radioactieve straling) aan het hek Sinds 1984 verzorgt ECN meting van het stralingsniveau aan de terreingrens van het bedrijfsterrein te Petten. In eerste instantie geschiedde deze meting vooral rond het indertijd net opgerichte opslaggebouw van COVRA. Later is het aantal meetpunten uitgebreid tot zestig. Deze punten zijn gelokaliseerd rond HFR, Tyco (voorheen MM), ECN/NRG en GCO. Voor de omgevingsbewaking van plaatsen buiten het bedrijfsterrein zijn 33 meetpunten gereserveerd. Het zijn deze punten die vergeleken worden met de vergunde limiet, te weten 40 (Sv in een kalenderjaar. In figuur 4 zijn de meetresultaten over 2001 bijeengebracht.
Figuur 4: Dosis aan de terreingrens in (Sv over geheel 2001 ten gevolge van handelingen op het bedrijfsterrein (de getalwaarden kunnen worden vergeleken met de limiet van 40 (Sv in een jaar). Begin 2002 zijn de meetpunten aangepast aan de nieuwe vergunning, hetgeen inhoudt dat er niet alleen de resultaten van meetpunten langs de terreingrens van het gehele bedrijfsterrein worden gerapporteerd, maar ook die van meetpunten op het terrein. Een en ander volgens een contract dat door NRG, ECN, GCO en Tyco is ondertekend.
24
6.
Natuurbeheer en -behoud
Het terrein van ECN is eigendom van het Rijk en wordt in erfpacht verkregen van Staatsbosbeheer (SBB). Eind 1996 is deze erfpacht verlengd voor de periode van 2007 tot 2032. De overeenkomst heeft zowel inhoudelijk als procedureel een uniek karakter gekregen. In overleg met de Gemeente Zijpe en SBB is namelijk afgesproken dat het terrein wordt opgedeeld in twee gebieden: één deel waar bedrijfsactiviteiten plaatsvinden, het feitelijke bedrijfsterrein, en één deel dat als natuurgebied wordt aangemerkt. Op het feitelijke bedrijfsterrein gelden de beperkingen en richtlijnen die voortvloeien uit het nieuwe bestemmingsplan van de gemeente, met als aanvullende bepaling dat de maximale bouwhoogte is bevroren op het huidige niveau. Binnen het bestemmingsplan kan ECN zijn activiteiten (her)inrichten zonder aanvullende vergunningen te hoeven vragen aan SBB. Ten aanzien van het natuurgebied prevaleren de afspraken tussen ECN en SBB boven het bestemmingsplan: in overleg stellen beide organisaties periodiek een beheersplan op dat er op gericht is de natuur op dit terrein zich zo ongestoord mogelijk te laten ontwikkelen. Wel mogen in dit duingebied de condities voor duinflora en -fauna worden geoptimaliseerd. Eerder is al gemeld, dat in dit kader in 1997 een plan is opgesteld om rond de Zuidvijver een natte zone aan te brengen, opdat er een habitat ontstaat voor de zeldzame duinhagedis. In 1998 is dit plan gerealiseerd en begint nu resultaat af te werpen. Regelmatig worden in dit natte gebied, dat zich inmiddels door de overvloedige regenval tot buiten het hek heeft uitgebreid, (water)vogels waargenomen, waaronder lepelaars. Ook is de valkenkast die op de rand van het terrein staat bewoond door een paartje valken. Bovendien worden op het ECN-terrein regelmatig hermelijnen waargenomen. De kuststrook waarin het bedrijfsterrein van ECN ligt is recent aangewezen als beschermd gebied in het kader van de Europese Vogelrichtlijn. Op het ECN-terrein was een kolonie van stormmeeuwen gevestigd: één van de grootste populaties in Nederland. De afgelopen jaren heeft het aantal pullen dat de broedzorg overleeft een zorgwekkende ontwikkeling doorgemaakt: helaas heeft Lepelaars deze ontwikkeling zich ook in 2001 voortgezet zodat we eigenlijk kunnen stellen dat van een kolonie geen sprake meer is. De oorzaak ligt vooral in de toename van het aantal vossen rond en op het terrein. Wel broedt er hier en daar nog een enkele meeuw of hebben de meeuwen genesteld op hoger gelegen plaatsen, die voor de vossen onbereikbaar zijn, zoals daken, maar het resultaat van deze broedsels is slecht. ECN heeft een commissie Flora en Fauna ingesteld, die op het gebied van natuurbehoud fungeert als liaison met beheerders van SBB, Natuurmonumenten en Provincie NoordHolland. De medewerkers in deze commissie zorgen onder meer voor het in toom houden van het bestand verwilderde duiven en katten op het terrein, het onderhoud van de vogelkasten op het terrein, de begrazing van het natuurgedeelte door heideschapen, en zien zij erop toe dat het bedrijfsterrein verschoond blijft van zwerfafval. Zij overlegt samen met Facilitaire Services en SBB over de activiteiten op het terrein en de gevolgen voor het natuurgebied. Voorts organiseren zij voor collegas en andere belangstellenden periodiek natuureducatieve activiteiten.
25
Bijlage A Doel- en taakstellingen BAMEP 1998-2001 A1 Nr.
Voorzieningen op stand der techniek Voorziening
Norm
Jaar van
Gerealiseerd resultaat
realisatie
per 31-12-2001
V-01
Opslag van chemicaliën
CPR 15-1
1999/2000
100 % gereed in 2001
V-02
Nood- en oogdouches
Aw
1999
100% gereed in 2000
V-03
Registratie van stoffen: onderzoek
Aw, Wm, KeW
1998-2000
100 % gereed in 2001
V-04
Aanduidingen op toegangen ruimten
Aw, Wm, KeW
1999-2000
80 % gereed in 2001;
V-05
Continue bedreven ( onderzoek)
NeR/BEES B
1999-2000
Uitgevoerd volgens plan
Aw, Wm
1999-2000
Uitgevoerd volgens plan KCG+ niet gerealiseerd;
registratiesysteem + implementatie afronding in 2002 -installaties luchtzijdige emissies V-06
Aanduidingen en voorzieningen m.b.t. INO
V-07
Bodemveilige vloer KCG-hal BCM
Wm
Kader:KCG+
V-08
Herziening gassen-infrastructuur
Aw, Wm
Kader:KCG+
Wm. KeW
Sloop 05/06
Wm
1999
alternatief gereed west-vallei V-09
Sanering (laadplaatsen)
alternatief gereed
wasteputten V-10
Sanering geluidsoverlast
KCG+ niet gerealiseerd; Studie gereed in 2000; uitvoering in 2003/2004
Nedwind 46
Nedwind 46 verwijderd in 2000
V-11
Opslag van lege/volle gasflessen
Aw, Wm
1998
V-12
Sanering gebruik leidingwater
Wm. WvO
1997/1998 98/99/00
Alternatieve invulling op
99/00/01
basis convenant
100 % gereed (uitgevoerd in 1999?)
als koelwater
100 % gereed in 2001
V-13
Sanering brandmeldinstallaties
Aw, Wm
V-14
Sanering hoogtebeveiliging
Aw
gebouwen
Doelstelling gerealiseerd: 1998-2001
V-15
Reductie van CO2-emissie
Doelstelling
V-16
Reductie van verzuimongevallen
Doelstelling
Licht-, zon- en warmtewering in
zie hoofdstuk 4 Grotendeels gereed;
Doelstelling
Arbo&Milieu V-18
zie hoofdstuk 4 Doelstelling geschrapt:
2000-2001 Rapportage bijna-ongevallen
zie paragraaf 5.1 Doelstelling niet gerealiseerd:
1998-2001
V-17
Uitgevoerd volgens plan
1998-2000
afronding in 2002
Aw, Wm
1998-2000
100 % gereed in 2001
2000-2001
Deels uitgevoerd: zie
alle gebouwen V-19
Beeldschermwerkplekken
Aw
V-20
Verbetering verkeerssituatie
Aw, RVV 1990
ECN-KVM-plan 2002-2005
26
A2
Onderzoek Arbo- & milieu risicos ECN
Nr.
Voorziening
O-1
Lozingen op het riool - verbeterpotentieel
Jaar van
Gerealiseerd resultaat
realisatie
per 31-12-2001
2001
Verbeterpotentieel vastgesteld:
vaststellen O-2
Lozingen op de lucht vanuit labs - risicos
zie paragraaf 5.3 2001
en normstelling niet voldoende bekend
Verbeterpotentieel vastgesteld: zie paragraaf 5.2
(o.a. koolwaterstoffen) O-3
Lozingen op de lucht biomassa onderzoek -
1999/2000
risicos en normstelling niet bekend.
de maatregelen het
Onderzoek risicos, normstelling c.q. maatregelen O-4
Energie-efficiency; BEP-verbeterpotentieel
Uitgevoerd in 2000 - zie voor ECN-KVM-plan 2002-2005
99/00/01
verder uitwerken
Het BEP wordt continu geactualiseerd (huidige versie BEP ????)
O-5
Afvalstoffen - verbeterpotentieel vaststellen
2001
Werkdruk leidinggevenden; verbeterpotentieel
Verbeterpotentieel vastgesteld: zie paragraaf 5.4
coping vermogen vaststellen O-6
Benchmarking R&D; uniforme kengetallen
2001
R&D onderzoeken en fitten op ECN
Geen beleid vastgesteld; het onderwerp wordt, indien noodzakelijk, in individuele gevallen besproken.
O-7
Nadere inventarisaties opstellen en PAGOs:
2001
Niet uitgevoerd aangezien
methodieken voor R&D onderzoeken en
nog geen gegevens
vaststellen c.q. uitvoeren. Inventarisatie /
beschikbaar waren - zie verder
Opzet PAGO m.u.v. beeldschermwerkplekken
het ECN-KVM-plan 2002-2005 Inventarisaties:
O-8a
1.Arbeidsmiddelen
O-8b
2.Geluid
per 01-07-2002
O-8c
3.Fysieke belasting
2.niet gestart in 2001 - nog op
O-8d
4.Beeldschermwerkplekken
te stellen in 2002
99/00/01
1.gestart in 2002 - afronding
3.niet gestart in 2001 - nog op te stellen in 2002 4.afgerond in 2001
27
A.3
Op- en uitbouw Arbo- & milieuzorg binnen MS ECN
Nr.
Voorziening
Norm
MS-01
Opnemen en implementeren
Aw, Wm,KeW, WvO
Jaar van
Gerealiseerd resultaat
realisatie
per 31-12-2001
1998
Uitgevoerd volgens plan
1998
Uitgevoerd volgens plan
1999
Uitgevoerd volgens plan
1999
100 % ingevoerd in 2001
1999
Uitgevoerd volgens plan
1999/2000
In 2001 2 kengetallen
AP 2.14 en 2.15 MS ECN MS-02
Audit Arbo & Milieu in kader MS
MS-03
Arbo & Milieu standaard
Aw, Wm, KeW, WvO
in werkoverleg MS-04
Inspecties door werkeenheden
MS-05
Inspecties door de Brandweer
MS-06
Ontwikkelen en implementatie
Wm
(V + M) gekozen
Arbo & Milieu kengetallen MS-07
Vaststellen in MS van verant-
1999
Uitgevoerd volgens plan
1999
Uitgevoerd volgens plan
1999/2000
In 2001 afgerond
1999/2000
Uitgevoerd volgens plan
2000/2001
Uitgevoerd volgens plan
woordelijkheden entechnisch beheer Grijze gebieden MS-08
Start standaard opleiding
Aw, Wm, KeW, WvO
programma Arbo & Milieu MS-09
Vernieuwing vergunning Wm, WvO, KeW
MS-10
Review en audit tegen ISO 14001
MS-11
Arbo- en milieujaarverslagen
Aw, Wm, KeW, WvO
inclusief rapportage over voortgang A, B, C maatregelen MS-12
ISO-14001-certificaat voor ECN
2000/2001
Uitgevoerd volgens plan
MS-13
Nieuwe uitgave MS-handboek
2000
Uitgevoerd volgens plan
1999
Uitgevoerd volgens plan
1999/2000
Alle regelingen gereed
en nieuw Arbo & Milieu Logboek MS-14
Totstandkoming revisie 2 Algemeen Voorschrift VGWM
MS-15
Totstandkoming diverse
in 2001
Uitvoerings Regelingen MS-16
Review en audit tegen
1999/2000
MS-17
(Bijna)-ongevallen oorzakenanalyse
Niet uitgevoerd (halen certificaat: geen doel)
OSHA 18001 (Arbo) 2000/2001
Deels uitgevoerd zie ECN KVM plan 2002-2005
28
Bijlage B Doel- en taakstellingen uit het ECN KVM plan 2002-2005 B.1 Voorzieningen Een deel van de te nemen VGWM-maatregelen wordt eerst duidelijk ná uitvoering in 2002 en 2003 van diverse onderzoeken. Om deze reden zullen er in eind 2002, eind 2003 en eind 2004 steeds VGWM-programmas worden opgesteld c.q. bijgesteld voor de jaren 2003, 2004 en 2005. Nr.
Omschrijving
Norm
Gereed
Borging / 1e actienemer
2002/1
Doelstelling CO2 reductie:
ECN beleid en
2002-2005
OP FS / Energie
2003/28
bijdrage aan de doelstelling
Wm-vergunning
Resonantie Groep
2004/42
voor 2020 van - 40 % CO2
art. 3.6.1, 2, 3
(ERG)
2005/53
Plan voor 2002: o.a. realisatie van 1 a 1,5 MW windvermogen inclusief compenserende maatregelen
2002/2
Vervanging van HALON
EU verordening
(1211)-blussers
2035/2000
2002-2003
OP FS / P&T
2002
OP TSC / TSC
Vervanging per uiterlijk 31/12/2003 2002/3
Bestaande benzine- en
Wm art. 5.3.3
kerosine-tanks voorzien van
zie ook 2002/7
damp-retour-systemen 2002/4 2002/25
Opleiding en inspectie op basis
Arbo-wet, Wm
van NEN 3140
en NEN 3140
Opstarten oefenprogramma
Beleid en Wm/BRZO
2002
Projectplan NEN 3140 / projectleider
2002
OP FS / BRW
2003 -2005
p.m.
2003
OP BM / BM
2004-2005
p.m.
2004
OP FS 2003-2004 / P&T
OP FD 2002-2005 / P&T
noodgevallen van niet-nucleaire (test)-installaties 2003/29
KVM maatregelenplan 2003 op basis van: 2002/6, 2002/7, 2002/8, 2002/9, 2002/10, 2002/11, 2002/13, 2002/14, 2002/15, 2002/22
2003/30
Realisatie emissiereductie
Wm 3.4.8
biomassa-installaties 2004/43
KVM maatregelenplan 2004 op basis van 2003/29 en 2003/32
2004/44
Uitvoering sanering waste-
Wm 4.3.3 en
putten op basis van het
Investerings-voorstel
opgestelde investeringsplan
bij notitie
(dit plan dient in2003 opnieuw
V&M/JS/hk-057/088
te worden opgesteld) 2002/5
Renovatie van gebouw 06 en
KeW ECN onder 1.3
2002
2003/31
verhuizing van de radio-nucliden
en NRG onder
2003
2004/45
labs van 05 naar 06 uiterlijk per
P1 en P2
2004
2005/54
31 dec. 2005 (incl. sluiting van 05
2005
en excl. de afbraak van 05) 2005/55
KVM maatregelenplan 2005
2005/56
op basis van 2004/43
Beleid
2005
p.m.
2005
OP KVM / KVM
KVM-project realiseren in de gemeente Zijpe
29
B.2 Onderzoeks- en maatregelenplannen Dit onderdeel zal plaatsvinden in de jaren 2002 en 2003. Doel is vooral dié maatregelen te selecteren die bijdragen aan de daadwerkelijke verbetering en die minimaal voldoen aan het BPM-criterium en op een aantal gebieden aan het BATNEC-criterium (zie het VGWM-beleid en KVM-procedure Identificatie en Selectie opgenomen in AP 2.15). Op basis van het onderzoek zullen gedurende de gehele periode 2002-2005 maatregelen worden uitgevoerd. Nr.
Omschrijving
Norm
Gereed
Borging / 1e actienemer
2002/6
Beoordeling brandblusvoorzieningen gas-
Inspectierap. Gassen
2002
OP FS 2002 / BRW
flessendepots en- bergingen en (zonodig)
VR-2001-007 en
opstellen maatregelenplan
Wm 6.1.3
Onderzoeken van mogelijkheden tot
Rapporten Grontmij
2002
OP FS/KVM 2002 / KVM
sanering van beperkte bodemveront-
2001 en Wm 5.3.3
2002
OP FS 2002 / P&T
2002/7
reiniging gebouw 02; inclusief verwijdering ondergrondse tanks en tankmogelijkheden Beoordeling van aarding van gasflessen-
NEN 1014 en
depots en -bergingen en (zonodig)
Inspectie-rap. Gassen
opstellen maatregelenplan
VR-2001- 007
Opzet maken voor uniforme uitvoering van
VGWM Beleid
2002
OP FS 2002 / P&T
2002/10 Nader onderzoek naar vermindering (van
Onderzoek BAMEP
2002
OP KVM 2002-2003 /
2003/32 de kans op) emissies water en/of lucht
en Wm art. 4.3.1,
2003
KVM + MSO + ERG
2002/8
2002/9
gassystemen in gasflessenbergingen en invoeringstraject opstellen
en/of afval en/of bodem en/of energieop basis
3.3.3, 3.2.1/4, 3.3.1,
van inventariserend onderzoek 2001 (alleen
1.2.1/2
kansrijke reducties) 2002/11 Onderzoek naar VOS reductie mogelijkheden
Wm 3.4.13
01/10/02
OP KVM / KVM
2002/12 Onderzoek naar verbetering emissie
Wm 3.4.8
2002
OP BM / BM
Arbo-wet
2002
OP KVM 2002 / KVM
Arbo-wet en
2002
OP KVM 2002 / KVM
biomassa en opstellen van projectplan voor uitvoering in 2003 2002/13 1e Inventarisatie arbeidsmiddelen en toestellen onder druk opstellen en laten toetsen en maatregelenplan opstellen (de inventarisatie is in 2001 gestart) 2002/14 1e Inventarisatie Carcinogenen en reprotoxische stoffen opstellen en laten toetsen
Wm 3.4.14
en maatregelenplan opstellen (de inventarisatie is in 2001 gestart) 2002/15 Nulonderzoek bodem
Wm 3.3.3
01/02/02
C-lijst-2001 / KVM
2002/16 Onderzoek biologische afbreekbaarheid
Wm 5.3.5
01/02/02
OP ZON/DEGO / DEGO
Opzet vorig KTO
Begin 2003 OP KVM 2003 / MSO
2002/18 Snelheidscontroles houden op het terrein
Verkeersbeleid
2002
OP FS / KVM / KVM
2002/28 Maatregelenplan opstellen verbetering
Verkeersbeleid
2002
OP FS 2002 / P&T
antivriesmiddel in bodemwisselaars 2002/17 Klanttevredenheidsonderzoek uitvoeren conform vorig KTO
verkeerssituatie; gereed uiterlijk 01/09/2002
(KVM: adviesfunctie) 4e kwartaal OP BM 2003 / BM
2003/33 Eenmalige concentratiebepaling PCDD/PCDF na realisatie biomassa emissiereductie
Wm 3.4.9
2003
Onderlinge
2003
voorzieningen (zie ook 2003/30) 2003/34 Onderzoek uitvoeren naar bench-markingmodel R&D (dit onderdeel betreft overloop van het BAMEP 1998-2001)
30
vergelijkbaarheid
OP KVM 2003 / MSO
B.3
Management systeem en doelstellingen
Nr.
Omschrijving
Norm
Gereed
Borging / 1e actienemer
2002/19
Doelstelling CO2-reductie: bijdrage aan de
ECN beleid en
2002-
OP FS / Energie
2003/36
doelstellingvoor 2020 van - 40 % CO2
Wm-vergunning art.
2005
Resonantie Groep (ERG) bewaakt de trend en
3.6.1, 2, 3
2004/47
initieert acties
2005/58 Beleid ECN
2005
KVM bewaakt de
2002/20
Doelstelling voor reductie van het aantal
2003/37
verzuimongevallen tot IF < 0,8 te bereiken
IF getalswaarde
2004/48
eind 2005 *
en initieert acties
2005/59 2002/22
Vereenvoudigd Management Systeem tot
Proces/ gebruiker is
stand brengen door het vergroten van
uitgangspunt
de procesgerichtheid. Het vereenvoudigde
+ ISO 9001
systeem dient per 31/12/2002 gereed te zijn
en ISO 14001
2002
OP KVM 2002 / BO
2002
OP KVM 2002 / KVM
en volledig ingevoerd in 2002 2002/23
De bijna-ongevallen afhandeling verbeteren
Beleid ECN
+ units
(o.a. meten van de effectiviteit) inclusief registratie bijna-ongevallen meldingsfrequentie 2002/24
Revisie opstellen van INO (aansluitend op
Beleid en Wm-BRZO
2002
OP KVM / KVM
Wm 4.2.1 en Besluit
01/05/02
OP KVM 2002 / KVM
in 2001 vernieuwd rampbestrijdingsplan) 2002/26
VGWM-jaarverslag in vernieuwde opzet
Milieuverslaglegging 2002/27
Inspecties labs en testinstallaties opzetten en
Wet- en regelgeving
2002 en
OP FS / KVM 2002/2003
2003/39
uitvoering starten in 2002.
(divers)
2003
/ KVM
2003/40
Revisie van uitvoeringsregeling UR-07 gassen
Beleid + Wet- en
2003
OP KVM 2003/ KVM
regelgeving (divers)
*
2003/41
MS (her)certificeren tegen ISO 9001/2000
ISO 9001/2000
2003
OP KVM 2003 / KVM
2004/50
Hercertificatie tegen ISO 14001
ISO 14001
2004
OP KVM 2004 / KVM
De huidige ontwikkeling (dit jaar reeds 2 verzuimongevallen) maakt het moeilijk de IF waarde (5jaars voortschrijdend gemiddelde) van 1 vast te houden (we zitten al boven de 1). Een scherpere doelstelling prikkelt, maar kan moeilijk haalbaar blijken te zijn. Desalniettemin is bewust gekozen voor een (beperkte) aanscherping van de doelstelling.
31
Bijlage C Overzicht van (bijna)-ongevallen 2001 Overzicht ECN
Verder
SF
X
BO
Brandweer is gewaarschuwd,
verkeerd afdichtingmateriaal
deze heeft de Nafta uit het be-
is Nafta gaan lekken uit
voorradingsvat terug gepompt
200 liter voorraadvat
in de oorspronkelijke vaten waar-
Zo ja, gereed
Maatregel J/N
Verzuim
Mogelijk door toepassing van
onderzoek
BO / O
01
Milieu
SF
Arbo
Nummer
Omschrijving
Unit
Datum
bijna-ongevallen 2001
N
in de Nafta aangeleverd was. Voorstel maatregelen: 1. Onderzoeken of direct uit aangeleverde vaten gepompt kan Akkoord voorgestelde maatregel: terugkoppeling resultaat KVM
worden (contact opnemen met Shell); 2. Ander pakkingmateriaal toepassen 31/1
02
Wieltje van stoel afgebroken
KVM
X
25/1
03
Tijdens het beitsen van een
TSC
X
12/2
04
X
BO
Via inkoop contact opnemen
N
BO
met leverancier (Ahrend)
N
RVS kwam een kleine hoeveel-
Vervangen van de kleding
heidbeitsvloeistof in de hals
+ douche
Afbreken Pyromaat test met
BIO
X
Bedrijfsvoering aangepast;
BO
N
de installatie zal verder
WEEE fractie RST1
uitgebreid worden met een aantal signaleringen. 27/2
05
Gaslekkage van Methaan
EEI
X
Afsluiting hoofdkraan;
BO
7/3
06
N
pakkingen vervangen.
gasreduceer op de muur Melding katalysator op wegdek FAC
X
X
Onderzoek ingesteld en ver-
BO
N
wijdering van de stof; de stof is afgevoerd als chemisch afval. 19/3
07
Automatisch brandalarm;
TSC
X
Werkzaamheden gestaakt;
BO
uitschakeling van stroom
klacht ingediend bij FS ter
waardoor medewerker niet
voorkoming van herhaling.
meer voorzien was van afzuig-
(K2001/3). Bespreken van ge-
ing van gevaarlijke dampen
bouw contactpersoon in MSO.
J
8/11/1
J
1/7/1
J
5/7/1
B2001/1 03/4
08
Stukje van vinger afgesneden
FAC
X
O
J
Waarschuwingen: informatie inwinnen bij brancheorganisatie voor preventie
20/4 11/4
09 10
Hoofd gestoten tijdens demon-
BM
tage van de HPG opstelling
BG
Beheerderinformatie daken
SF
X
BO
X
BO
N
Overwegen van invoering helmplicht
van gebouwen
Aanbrengen van borden op of
N
bij de toegangsdeuren naar de daken waarop de beheerder is aangegeven.
20/4
11
Spatten van olie op mast en
Wind
X
BO
Verlagen oliepijl.
N
Aanbrengen van borden op
N
fundatie molenTestveld NW 30 09/5
12
Ontbreken van informatie op
SF
X
X
BO
SF
X
X
BO
toegangsdeur over de beheerder 16/5
13
Ernstige lekkage koolmonoxide bij aansluiten van cilinder
de toegangsdeuren naar daken Cilinder afgekoppeld en vervangen; externe klacht ingediend tegen leverancier
32
J
27/9/1
Overzicht ECN
Verder
J/N
Maatregel
Zo ja, gereed
onderzoek Verzuim
X
BO / O
DE/PV
Milieu
14
Arbo
Nummer
16/5
Omschrijving
Unit
Datum
bijna-ongevallen 2001
B2001/1 Losschieten van deksel van
BO
De moeren vastgedraaid;
de PECVD installaties;
de toestand van de moeren
vermoedelijk hebben de
wordt opgenomen in de
moeren niet goed vastgezeten
VGWM inspectielijst
N
B2001/2 16/5
15
Medewerkers met reinigingsact., DE/PV
X
Binnen MSO/BO wordt de
BO
werkzaam bij een emissiemeet-
actie van een
punt waar gelijktijdig met een
gebouwcontactpersoon
zuur mengsel werd gewerkt
onder loep genomen
J
8/11/1
J
2002
B2001/3 30/6
16
Het afschieten van de afsluit-
BCM
X
Gebruik van ander type afval-
BO
vaten; centraal regelen
ring van blauwe vaten met vast chemisch afval B2001/7 30/6
17
Gaten in de weg door
NRG
X
Noodreparatie uitgevoerd; er
BO
J
zal in 2002 een maatregelen-
ontbreken straatstenen
plan worden opgesteld B2001/9 03/7
18
Met voet achter een dakbalk
Ext.
X
BO
N
EHBO: koude kraan voet en
N
een drukverband geplaatst
blijven haken
daarna naar huisarts gebracht 27/7
19
Hoofd gestoten tijdens het
FAC
X
BO
J
Wijzigen van de opstelling;
N
brief aan de AI
vastzetten van een slang van opstelling B2001/4 13/8
20
Onwel geworden Randstad-
FAC
X
O
J
13/8
21
Glad worden van de vloer
MCA gebracht; Randstad op
N
de hoogtee gesteld
medewerker FAC
X
Isoleren van het plafond
BO
J
inclusief koelen
tijdens warm weer B2001/8 20/8
22
Lekkage van de waterstof-
BCM
X
Afsluiting gastoevoer; ver-
BO
leiding aan buitenzijde
nieuwing van de leiding;
gebouw (004)
onderzoek naar oorzaak door
J
corrosiedeskundige B2001/10 22/8
24
Gevaarlijke situatie bij het
BS
X
In overleg met ASITO bord
BO
J
1/10/1
J
1/10/1
J
31/12/1
plaatsen (dweilen/natte vloer)
schoonmaken van de toiletten tijdens kantooruren B2001/6 22/8
24
Stoten van hoofd aan
Wind
X
BO
N
Verplaatsen van de tafels nabij sculptuur
sculptuur B2001/5 1/10
25
Beknelling van een kabel die
Zon
x
BO
Loskoppelen van kabel, con-
netspanning voert door een
structie is verbeterd en be-
constructiefout
drading is aangepast. Er wordt een veilig heidstrans formator in het circuit opgenomen
33
Overzicht ECN
Verder
Zo ja, gereed
X
J/N
Wind
onderzoek Verzuim
Tijdens de open dag stond de
BO / O
26
Milieu
6/10
Arbo
Nummer
Omschrijving
Unit
Datum
bijna-ongevallen 2001
J
31/12/1
2002
Maatregel
B2001/22 BO
Kinderen verwijderd: een extra
schelpenbak tussen de trap-
spijl aanbrengen; de trappen-
leuning en het trapgat. Hierdoor
huizen nalopen op geschiktheid
ontstond een gevaarlijke situatie
voor kinderen.
B2001/13 10/10
27
Onoverzichtelijke bocht, hier-
Wind
X
BO
Plaatsen van spiegel
J
BO
Zuur is verwijderd met speciale
J
door bijna tegen tegemoetkomende auto aangereden. B2001/12 17/10
28
Tijdens werkzaamheden op de Zon
X
X
installatiezolder van gebouw 29
hulpmiddelen; instructie op-
een plas zuur rondom en onder
stellen met betrekking tot
een ventilator aanwezig.
chemische stoffen in afzuigsysteem; bestickering aanbrengen op alle HF-voerende systemen; toegangsdeuren en -ruimten begeleiding.
B2001/11 19/10
29
FAC
X
BO
Verwijderen van radiatoren
J
Onoverzichtelijke verkeers-
NRG/
X
O
Snoeien van struiken/
J
situatie
IS
Gang Forum: radiatoren die
6/11/1
tijdelijk verwijderd waren i.v.m. onderhoud loopgang B2001/14 25/10
29
verwijderen van de struiken
B2001/15 25/10
31
Gevaarlijke verkeerssituatie
NRG/
ter hoogte van GBD gebouw
RE
X
BO
Op korte termijn een spiegel
J
plaatsen in de bocht. Wordt
en de driesprong aan de kant
eveneens meegenomen in
van het GBD gebouw. Over-
verkeersplan 2002
steken is onoverzichtelijk. B2001/20 26/10
32
In verband met geparkeerde
NRG/Q
X
BO
autos een onoverzichtelijke
Wordt meegenomen in
J
verkeersplan 2002
J
1/10/1
situatie in de bocht tussen gebouwen 04 en 05 B2001/19 01/11
33
1/10/1
Olielekkage in de fietsenstalling BS
X
BO
Lekbak geplaatst; contact op-
J
15/12/1
J
31/121
genomen met FS. Motorfiets is
van een motorfiets
verwijderd B2001/16 09/11
34
Overtoeren van de kleine Lagerwey turbine
Wind
X
BO
Turbines pas in bedrijf brengen nadat de goede werking van de beveiligingssystemen is aangetoond
34
Overzicht ECN
Verder
J/N
Maatregel
Zo ja, gereed
onderzoek Verzuim
X
BO / O
Zon
Milieu
35
Arbo
Nummer
14/11
Omschrijving
Unit
Datum
bijna-ongevallen 2001
B2001/18 Vonkvorming in bureaulamp
Lamp is uit bedrijf genomen.
BO
J
Artikel in ECN informatief geplaatst. B2001/13 6/12
36
Risico van verwonding aan
Staf
X
BO
Verplaatsen van de vanger
J
Stans niet meer gebruiken en
N
de op de bodem bevestigde vasthouder B2001/21 17/12
37
Tijdens het verwisselen van
SF
X
BO
een stans is deze uit zijn
medewerkers op de hoogte
vergrendeling gesprongen 19/12
38
Kleine elektrische schok door
gesteld BCM
X
BO
disfunctioneren van mf-controller
Ad hoc: verbod uitgevaardigd
J
op gebruik van station 6. Inspectie op elektrische deugdelijkheid op station 6 en 5
B2001/23 28/12
39
Omwaaien van meetkeet D
Wind
X
BO
Verankeren van alle keten
J
FAC
X
BO
Ontruiming van het gebouw.
J
op testveld B2002/2 28/12
40
Ontstaan van onderdruk aan buitenkant van de serre
De aannemer en PL gebeld.
gebouw 42-1 door hevige
De ramen zijn aan de binnen-
storm waardoor een
kant afgeschermd met platen
bevestigingsstrip loskwam.
hout.
Bij het vernieuwen van een verbindingstuk in lab 55 naar het algemene afvoerkanaal (9 mm kanaal) is een negatieve afzuigsnelheid gemeten. Dit houdt in dat mogelijk besmette lucht het laboratorium wordt ingeblazen. Lab 55 is daarop ontruimd en de onderdruk is hersteld. Omdat het niet duidelijk was wat er daadwerkelijk is ingeblazen zijn de medewerkers van lab 55 aan een TLT onderworpen. Dit bracht geen meetbare besmetting aan het licht. Er is vervolgens een alarm aangebracht die eventuele overdruk in het 9 mm kanaal aangeeft.
35
Foto omslag: een vos op het ECN-terrein.
SOCIAAL & MILIEU Jaarverslag 2001
ECN Westerduinweg 3 Postbus 1 1755 ZG Petten tel. (0224) 56 42 26 fax (0224) 56 36 46 www.ecn.nl
Energieonderzoek Centrum Nederland