HANSWIJKSTRAAT 63 2800 MECHELEN T. 015/42 25 44 F. 015/42 25 60
[email protected] WWW.TARSENAAL.BE
FOTTI + ’t ARSENAAL IN COPRODUCTIE MET WERELDCULTURENCENTRUM ZUIDERPERSHUIS + L’ANCRE
© Stef Depover
DOCUMAP SERISSE SERISSE
DOCUMAP
1
INTRO In deze documap vindt u meer informatie over SERISSE. Hoe de samenwerking tussen ’t ARSENAAL en FOTTI tot stand kwam. Hoe het toch wel bijzondere creatieproces verliep. Waarom De Kersentuin van Tsjechov als vertrekpunt gekozen werd. Wie Tsjechov was en waarom zijn werk belangrijk was. Wat dit stuk en deze voorstelling in de wereld van vandaag kunnen betekenen. Wie allemaal aan SERISSE meewerkt. En last but not least: waarom we het belangrijk vinden dit bijzondere project te realiseren en SERISSE voor zoveel mogelijk mensen te kunnen spelen, hier en in Senegal.
SERISSE
DOCUMAP
2
VAN DE KERSENTUIN NAAR SERISSE Januari 2008. Het is bloedheet in Kaolack. De stad kreunt onder de warmte en ik nog meer. We werken er vrij rond een aantal thema's en scènes uit De Kersentuin - een even surrealistische als indringende ervaring. Van Tsjechov hebben deze spelers niet of nauwelijks gehoord. Wij praten bij een hitte van veertig graden over een kersentuin bij een temperatuur van ver beneden het vriespunt. We praten begin eenentwintigste eeuw over het Rusland van een eeuw geleden en alle veranderingen die daar toen op til waren. Het stuk leidde tot lange gesprekken, over bezit, verandering... Er is nauwelijks een meer archetypisch repertoirestuk te bedenken dan De Kersentuin. Honderden keren opgevoerd, in binnen- en buitenland. Een onbetwistbaar icoon in onze westerse theatercanon. In De Kersentuin zinspeelt Tsjechov op de sociale omwenteling die begin vorige eeuw in Rusland in de lucht hing. De geschiedenis maakte van Tsjechov een visionair: zo'n tien jaar na de creatie brak de Russische revolutie uit en werd een einde gemaakt aan het feodale Rusland van de negentiende eeuw. Na die eerste ervaring kwamen we terug naar België met een handvol vragen en met een aantal verrassingen. De beredeneerde gok om rond Tsjechov te werken was juist gebleken. Voor beide partijen: voor een groep Senegalese acteurs die de indruk had gekregen dat een Rus een eeuw eerder een stuk voor hen had bedacht en voor Belgische theatermakers bij wie een aantal vastgeroeste ideeën over een stuk van honderd jaar oud grondig door elkaar waren geschud. Het stuk was meer dan een hulpmiddel of instrument: het was een perfecte brug tussen onze werelden en de thema's boden een uniek platform voor onze gesprekken. De acteurs van FOTTI hadden een aantal mentale constructies in mijn hoofd gesloopt over spelen, over de wereld, over een tekst van honderd jaar oud... - en zo de kiemen gelegd voor SERISSE. Bij de termen 'cultuur' en 'ontwikkeling' in een gesprek over Noord en Zuid zijn we haast onmiddellijk geneigd 'cultuur' met het Noorden te associëren en (gebrek aan) 'ontwikkeling' met het Zuiden: wij zijn het die 'cultuur' hebben, zij zijn het die 'ontwikkeld' moeten worden. Maar dat was niet de geest waarin Younouss Diallo en ik aan SERISSE begonnen, en het was zeker niet de geest waarin wij SERISSE uitwerkten. Kan het ook anders? Kan je als partner met respect voor elkaars culturele identiteit een voorstelling maken die in beide werelddelen relevant is, een voorstelling die dus beantwoordt aan onze en aan hun artistieke criteria? Kan een stuk als De Kersentuin een vertrekpunt zijn om beide werelden samen te brengen? En kan die ontmoeting vervolgens het werk openbreken en nieuwe betekenissen geven? Dát was de insteek voor SERISSE en dát waren de vragen die wij ons stelden. Theater moet het - net zoals Tsjechovs Kersentuin honderd jaar geleden - over de mens in al zijn complexiteit hebben. Maar wordt het niet ontzettend moeilijk die complexiteit te vatten en tegelijk toch aan elke vorm van diversiteit voorbij te gaan? Kunnen we nog burgerlijke drama's opvoeren die slechts een klein deel van de bevolking aanspreken omdat de anderen niet over hetzelfde referentiekader beschikken? (...)
EEN WERELD IN VERANDERING Voor SERISSE schrijven twee auteurs een editoriaal: Dorcy Rugamba (Rwanda) en theatercriticus Wouter Hillaert, die met de hele ploeg naar Senegal is meegereisd. Die teksten moeten Tsjechovs Kersentuin in een mondiaal kader plaatsen. Want hoe universeel De Kersentuin ook is, een aantal metaforen krijgt een andere betekenis in beide continenten. In onze kunst of theaterervaring is het decoderen van dat soort metaforen vaak het belangrijkste in de appreciatie van het werk. Maar dat lijkt me een enge visie op wat een voorstelling of een stuk met een mens kan doen.
SERISSE
DOCUMAP
3
Wouter Hillaert gaf tijdens een van de repetities zijn visie op het stuk. Hij deelt de personages op in twee groepen: de personages die zich opsluiten in het immobilisme van Lioubov en de personages die het mobilisme van Lopakhine bijtreden. Een groep die vasthoudt aan het verleden tegenover een groep die resoluut kiest voor de nieuwe tijden. De eerste groep hecht symbolische waarde aan de dingen. Voor Lioubov is de kersentuin waardevol omwille van zijn symboolwaarde. Voor Lopakhine heeft hij echter alleen maar economische waarde. Het is moeilijk te zeggen of Tsjechov partij kiest. Er zit geen oordeel in de tekst, al lijkt hij wel te suggereren dat de nakende omwenteling onafwendbaar is. In De Kersentuin wordt de overstap gemaakt van een feodale (een standenmaatschappij) naar een burgerlijke maatschappij (een klassenmaatschappij). Laat ons er even van uitgaan dat we op een soortgelijk kruispunt staan. Dat de toekomst drastisch anders zal zijn. Het lijkt immers dat, net als het feodale systeem in Rusland zo'n honderd jaar geleden, het liberale, kapitalistische systeem zoals we het vandaag kennen tot op de draad versleten is. De oplossing voor de financiële crisis ligt misschien buiten de financiële wereld, zo las ik onlangs ergens. De wereld wordt misschien zo anders dat we hem ons niet eens helemaal kunnen voorstellen. Zo wordt deze tekst geen oefening in geschiedenis maar een open hypothese over de toekomst. In zijn editoriaal stelt de Rwandese auteur Dorcy Rugamba dat Afrikanen beter voorbereid zullen zijn op de mondiale crisis dan Europeanen. De Afrikaanse vrouw, die aan de kant van de weg zit en haar tomaten uitstalt en ze voor een paar centiemen aan de man brengt, laat zich niet vangen door de groteske slogans waarmee we in het Westen overspoeld worden. Het is een prikkelende vraag: hoeveel van onze welstand kunnen wij missen? (...) De meerwaarde van die mondiale lezing is dat je via die weg de complexiteit van de wereld kunt vatten en onder woorden brengen. Wat ook je leeftijd of cultuur is, we delen de wereld door cultuur. Wij zijn theatermakers, we dromen van het universele, en we proberen de ziel van de mens te vatten in zijn complexiteit en alledaagsheid. Dat is onze droom. Een universeel herkenbaar verhaal, dat iedereen aanspreekt precies omdat het universeel en menselijk is. Wij delen de wereld, wij delen de problemen. In SERISSE proberen wij ook elkaars verbeelding te delen.
Michael De Cock – ’t ARSENAAL Younouss Diallo – FOTTI
SERISSE
DOCUMAP
4
INHOUD 1.
’t ARSENAAL & FOTTI
2.
Het creatieproces
3.
Waarom De Kersentuin van Tsjechov?
4.
Anton Tsjechov – leven en werk
5.
De Kersentuin van Anton Tsjechov
6.
De Kersentuin in een hedendaags kader Editorialen van Wouter Hillaert en Dorcy Rugamba Column Ni hao in Afrika door Luuk van Middelaar
7.
We delen de wereld, we delen de problemen Interviews in Senegal en België Globalisering Millenniumdoelstellingen
8.
We delen elkaars verbeelding Credits Speeldata en praktische info
SERISSE
DOCUMAP
5
1. ’t ARSENAAL & FOTTI ’t ARSENAAL … | WWW.TARSENAAL.BE
… probeert een antwoord te bieden op de steeds complexere wereld waarin we leven. De werkelijkheid in al zijn facetten loopt als een rode draad door de eigen en de gastproducties. Zowel met nieuwe moderne dramaturgie als met klassiek repertoire dat tegen het licht van de tijd wordt gehouden wil ’t ARSENAAL een verhaal van de wereld vandaag vertellen, in al zijn diversiteit en complexiteit.
... wil een open huis zijn. Voor Mechelaar, Vlaming en inwijkeling. Voor iedereen die deze bezorgdheid en betrokkenheid met de wereld met ons deelt.
… wil verbreden, nieuwe makers, met nieuwe plannen en goeie ideeën een kans geven binnen het gezelschap.
… is naast een gezelschap met een fantastische plek in een Vlaamse centrumstad, ook een reizend gezelschap. Met meer dan 150 reisvoorstellingen per jaar waarschijnlijk een van de meest actief reizende gezelschappen in Vlaanderen.
Michael De Cock is sinds 2006 directeur van ’t ARSENAAL. Hij werkt ook als auteur, regisseur en journalist. Voor FEBAR, de eerste samenwerking met FOTTI en Younouss Diallo, deed De Cock journalistieke research. Het is niet de eerste keer dat hij deze methode gebruikt. Lange research resulteerde eerst in een artikelenreeks voor KNACK (samen met fotograaf Stephan Vanfleteren). Vervolgens herwerkte hij samen met Younouss Diallo de getuigenissen, ervaringen en interviews tot de theatervoorstelling FEBAR, over migratie en bootvluchtelingen.
FOTTI SERISSE is na FEBAR de tweede samenwerking met FOTTI. FOTTI is de structuur rond acteur en theatermaker Younouss Diallo. Diallo volgde een acteursopleiding aan het conservatorium in Dakar en later in Luik. Al verscheidene jaren is hij een erg gerespecteerd acteur (Rwanda 94, Bloody Niggers) en theatermaker. Michael De Cock was de eerste regisseur om op vraag van Younouss Diallo, in Senegal met een groep FOTTI acteurs aan de slag te gaan. Later volgden Michel Bernard en Chokri Ben Chikha.
FOTTI & ’t ARSENAAL Het artistieke en culturele project SERISSE wil graag bijdragen aan kritisch reflecteren over de samenleving, wereldproblemen en thema’s zoals armoede, ziekte, ongelijkheid, milieu, democratie, diversiteit, migratie… Het creatieproces en de voorstellingen in België en Senegal brengen een kader tot stand waarin zinvol nagedacht en gedebatteerd wordt, met de makers en met het publiek.
Het project SERISSE is het resultaat van een intensieve opleiding die begin 2008 door FOTTI werd opgericht. Dankzij deze opleiding bouwen de studenten een stevige bagage en basis op om de stap te zetten naar de professionele sector. FOTTI begeleidt momenteel een eerste groep jonge acteurs en hoopt hun een springplank naar de professionele sector te kunnen bieden.
SERISSE
DOCUMAP
6
De bedoeling van de samenwerking tussen verschillende disciplines en verschillende nationaliteiten (Belgische en Senegalese acteurs en regisseurs) is het verzamelen van zoveel mogelijk visies, commen-taren, analyses, bedenkingen, vaststellingen etc. die gelinkt zijn aan de universele thema’s van het werk van Tsjechov, waarvan De Kersentuin als uitgangspunt dient voor de creatie van SERISSE. Zulke uitwisselingen en ontmoetingen stimuleren en realiseren is belangrijk, zowel voor de makers en de acteurs als voor het publiek, in Senegal en België, om zich te verdiepen in de wereld van vandaag. De voorstellingen zullen het debat over culturele diversiteit aanwakkeren en verrijken.
Het project SERISSE omvat ook een belangrijk educatief luik. Bedoeling is zoveel mogelijke mensen te sensibiliseren. Het theaterpubliek in eerste instantie maar vooral ook de jongeren en jongvolwassenen. Cultuur en theater kunnen aan hun opvoeding, vorming, visie op de maatschappij en hun wereldbeeld bijdragen. De educatieve/pedagogische omkadering voor scholen en jongeren (les/documap en documentaire, inleiding en nabespreking) moet hen in staat stellen kritisch na te denken over de thema’s die in SERISSE aan bod komen en hen aanzetten tot het in vraag stellen van hun eigen geschiedenis en cultuur en hun (leef)wereld te kaderen in de wereld zoals die vandaag is, met alle belangrijke thema’s, problemen, vragen en doelstellingen.
Het thema van SERISSE is het in vraag stellen van een veranderende wereld en zich afvragen welke keuzes kunnen en moeten gemaakt worden, met betrekking tot migratie, liberalisme, de markteconomie, de globalisering… We hopen met SERISSE een debat op gang te brengen, mensen bewust te maken van een bepaalde problematiek, een mentaliteits- en gedragswijziging te bevorderen, openheid en creativiteit aan te wakkeren… Dat is het zinvolle, maatschappelijke kader waarbinnen het artistieke project SERISSE gecreëerd wordt.
’t ARSENAAL & FOTTI maken SERISSE. Ze krijgen daarvoor steun van twee coproducenten:
L’ANCRE | WWW.ANCRE.BE L’ANCRE, een theater gevestigd in Charleroi, focust zich op hedendaagse teksten en creaties. Dit theaterhuis stelt zich open voor andere disciplines en artiesten en heeft oog voor vernieuwing en verjonging. Diversiteit en reflecteren over onze huidige samenleving op microniveau en op wereldvlak vormen de doelstellingen van het artistieke beleid. Artistiek directeur/regisseur Jean-Michel Van den Eeyden en dramaturg/journalist/recensent Olivier Hespel leiden dit theater.
WERELDCULTURENCENTRUM ZUIDERPERSHUIS | WWW.ZUIDERPERSHUIS.BE SERISSE wordt in Vlaanderen structureel ondersteund door Wereldculturencentrum Zuiderpershuis. Wereldculturencentrum Zuiderpershuis heeft heel wat ervaring met het werken met buitenlandse theatermakers en muzikanten en is bijgevolg een logische partner in dit verhaal. Bovendien bieden zij een perfecte speelplek in Antwerpen.
SERISSE
DOCUMAP
7
Repetities in Senegal – juni 2009 © Stef Depover
SERISSE
DOCUMAP
8
2. HET CREATIEPROCES Het creatieproces van SERISSE spreidt zich uit over bijna twee jaar: FEBRUARI 2008 De eerste contacten tussen ’t ARSENAAL & FOTTI, tussen Michael De Cock en Younouss Diallo, zijn gelegd. Michael De Cock reist op vraag van Younouss Diallo naar Senegal om daar als eerste voor FOTTI een workshop te geven voor jonge acteurs in opleiding. Het materiaal waarmee ze werken: De Kersentuin van Tsjechov. Tijdens zijn verblijf interviewt Michael De Cock in Senegal mannen die de oversteek naar Europa willen wagen of die al vergeefse pogingen hebben ondernomen en familieleden van mannen die wel in Europa geraakt zijn. De verhalen van deze wanhopige generatie jonge mannen, die alles op het spel willen zetten voor een ander en beter leven, leiden uiteindelijk tot de voorstelling FEBAR. Een productie van ’t ARSENAAL, FOTTI en Théâtre de Poche. Michael schrijft de tekst, Younouss Diallo acteert. SEPTEMBER 2008 Première in Limoges (Frankrijk) van FEBAR, een beklijvende voorstelling over bootvluchtelingen. Omdat tijdens de workshop in februari 2008 bleek dat De Kersentuin, meer dan een eeuw oud, plots weer urgent wordt in het Afrika en de wereld van vandaag, groeit het idee verder te werken met dit stuk en met de acteurs van FOTTI. Het idee van SERISSE is geboren, voorzichtig worden de mogelijkheden afgetast en de middelen gezocht om zo’n bijzonder, grensoverschrijdend project als SERISSE, gemaakt door een ploeg wereld-burgers, te realiseren. JANUARI 2009 De kogel is door de kerk: SERISSE zal gemaakt worden en eind september 2009 in ’t ARSENAAL in première gaan. Michael De Cock reist opnieuw naar Senegal, om samen met Younouss Diallo en de acteurs van FOTTI verder te werken aan De Kersentuin van Tsjechov, wat uiteindelijk in SERISSE zal resulteren. Hij neemt componist en muzikant Rudi Genbrugge mee die de voorstelling van live muziek zal voorzien. Er wordt tien dagen gerepeteerd. JUNI 2009 Regisseurs Younouss Diallo en Michael De Cock hebben ondertussen een concreet beeld van wat SERISSE moet worden. Geen klassieke enscenering van Tsjechovs De Kersentuin maar dit stuk als vertrekpunt, aangevuld met teksten van hedendaagse auteurs, live muziek speciaal gecomponeerd voor SERISSE, beeldmateriaal, fragmenten uit (straat)interviews… Het verhaal van Tsjechov van een eeuw geleden geplaatst in de wereld van vandaag, met thema’s als globalisering, kapitalisme, liberalisme, migratie… Samen met de Waalse actrice Isabelle Urbain, de Vlaamse ’t ARSENAAL-acteur Luc Springuel, muzikant Rudi Genbrugge en vormgever Stef Depover trekken ze voor drie weken naar Senegal om heel intensief te repeteren. Naast de repetities worden ook diepgaande gesprekken en debatten gevoerd over de wereld, de noord-zuid problematiek, globalisering e.d. Journalist en recensent Wouter Hillaert is enkele dagen te gast. Hij schrijft een editoriaal voor SERISSE waarin hij het stuk, het verhaal, in een hedendaagse context plaatst. Net als auteur Dorcy Rugamba. Deze twee zeer scherpe, sterke teksten worden in SERISSE verwerkt. In Senegal worden ook allerlei mensen geïnterviewd. Hun worden dezelfde vragen gesteld: over hun jeugd, over de toekomst, armoede en rijkdom, of zij vinden dat de wereld veranderd is en hoe… Nadien zullen in België ook (straat)interviews afgenomen worden die dan in parallelmontages in de voorstelling worden verwerkt.
SERISSE
DOCUMAP
9
Lees hieronder ook de dagboekfragmenten van Michael De Cock tijdens zijn verblijf in Senegal in juni 2009. AUGUSTUS-OKTOBER 2009 Eind augustus arriveren de Senegalese gastacteurs in Mechelen om gedurende vijf weken SERISSE verder af te werken. Het decor krijgt vorm. De kostuums worden gekozen. De puzzel van alle ingrediënten (tekst Tsjechov, editorialen van Wouter Hillaert en Dorcy Rugamba, videomateriaal, beeldmontages, interviewfragmenten, muziek…) wordt in mekaar gelegd. Première op wo 23 september. Tournee t/m za 17 oktober. VOORJAAR 2010 De plannen zijn er om in het voorjaar van 2010 SERISSE op diverse plaatsen in Senegal op te voeren.
Michael De Cock © Rudi Genbrugge
DAGBOEKFRAGEMTEN MICHAEL DE COCK – SENEGAL – JUNI 2009 DINSDAG 9 JUNI Een dinsdagochtend. Ergens in juni. Opnieuw naar Senegal. Voor de vierde keer in iets meer dan een jaar. Het begint stilaan een gewoonte te worden. Ik denk niet dat er één land ter wereld is - op Frankrijk na misschien - dat ik zo intens op zo'n korte periode leerde kennen. De eerste reis, nauwelijks meer dan een jaar geleden, lijkt een eeuwigheid voorbij. In het theater gaat het leven snel. Te snel, soms is het rennen van productie naar productie. De eerste workshop ging door in Kaolack, een stad in het binnenland van Senegal. De stad kreunde onder de warmte en ik nog meer. Ik werkte er een week met Senegalese acteurs aan scènes uit De Kersentuin. Een even surrealistische als indringende ervaring. Van Tsjechov hadden deze spelers niet of nauwelijks gehoord.
SERISSE
DOCUMAP
10
De tekst is er niet zo beladen als bij ons. Het heeft nadelen - je moet van nul beginnen - maar het heeft nog meer voordelen, je bekijkt een tekst met nieuwe ogen. De groep was te groot toen. Maar het was nog maar het begin. Younouss Diallo, die ik had leren kennen via Karlien Van Hoonacker van de VRT, had het vaste voornemen om in zijn geboorteland een structuur op poten te zetten. Een structuur die jonge artiesten een kans zou geven hun droom, acteren, vorm te geven en professioneel uit te bouwen. We werkten een week en na die week gingen we naar het zuiden van het land. We trokken langs stranden van waar bootvluchtelingen vertrekken richting Spanje. We spraken er met moeders die hun zonen zagen vertrekken, of zelfs verloren... Na die reis kwam er nog één. Samen met Stephan Vanfleteren trok ik opnieuw naar la terre de terranga (het land van gastvrijheid, zo wordt Senegal genoemd). Dakar, la petite côte, Rufisque, Mbour, Ziguinchor... Begin augustus was het en de regen viel met bakken uit de hemel. Een gordijn van water overspoelde ons toen we op de Casamance richting Djoge voeren, een eiland bij de monding van de Atlantische Oceaan, een gedroomde plek om richting Europa te vertrekken. Ergens tussen reis één en reis twee moeten we besloten hebben om van SERISSE een voorstelling te maken. Een echte dus. Geen workshop, maar een voorstelling die in première gaat en later reist.... De eerste keer dat de idee in ons opkwam was in Kaolack. Het terras van Le Relais, één van de weinige plekken waar je een beetje afkoeling kan vinden. Maar tussen die eerste gedachte, en de finale go, zit meer dan een jaar. Een jaar van twijfel, erin geloven en dan weer niet... Het allemaal afblazen omdat het te duur lijkt te worden, en toch weer verder werken... Omdat het ergens diep vanbinnen, op veel gebieden zoveel meer is dan een andere voorstelling. In januari 2009 trek ik met Rudi (Genbrugge) naar ginder. Opnieuw werken we rond hetzelfde stuk. We hernemen scènes en voegen nieuwe toe aan ons repertorium... Een paar maanden weten we het zeker. We moeten dit project doen en we mogen het niet uitstellen. Maar daar denk ik allemaal niet aan als ik die ochtend samen met Younouss op het vliegtuig richting Dakar stap. Ik heb afscheid genomen van vrouw en kinderen, de laatste dingen zijn geregeld. Ik kijk er naar uit de hele ploeg terug te zien.
WOENSDAG 10 JUNI Er zijn verschillende manieren om van Dakar (in het noorden van het land) tot in Ziguinchor te reizen. Het vliegtuig is het snelst. Op een goeie 50 minuten ben je er vanaf. Of de boot. Na een nacht op zee, kom je 's ochtends in het zuiden aan. Maar geen van beide lukt. De boot is in herstelling en vaart dus niet uit. Maar ook het vliegtuig doet het niet (een of andere ruzie tussen Air Sénégal en Air Maroc). Dan maar over land. Een veel te lange, stresserende en warme reis. Dakar - Kaolack, dan tot in Gambia, met een boot de stroom over en dan met de wagen tot in Casamance. Verre van ideaal, al is het - als je de eerste keer in Senegal komt - wel een indringende manier om het land te ontdekken. Voor mij hoeft het niet. Ik ken de bulten in de wegen en de verstikkende warmte in de auto, de vervelende reeks grenscontroles in Gambia... Voor Wouter, Luc en Isabelle is dit nieuw.
SERISSE
DOCUMAP
11
DONDERDAG 11 JUNI Mag of kan je, als je ergens langer woont meer rechten opeisen dan de nieuwkomers? Mag of kan je, als je tot een hogere sociale klasse behoort - iets waar je niet echt verdienste aanhebt - meer rechten opeisen in een maatschappij dan iemand die tot een lagere sociale klasse behoort? Het zijn allemaal vragen die bijna rechtstreeks voortvloeien uit De Kersentuin. Bij Tsjechov is het de sociale klasse die speelt... en de macht van het geld die het overneemt op de macht van de traditie. Lioubov - die afstamt van een oude aristocratische familie - verliest haar kersentuin aan Lopakhine, wiens vader vroeger knecht was op datzelfde landgoed. Het geld neemt het over van de traditie. Dat is de omslag die er gebeurt. Dat probleem, geschetst in De Kersentuin, vat mooi de problemen van vandaag samen. Al zijn de redenen waarom iemand iets claimt, geld, traditie... niet altijd dezelfde. Ik vraag het me soms af als ik nadenk over de niet-aflatende migratiestroom waaronder Europa de laatste decennia kreunt. Een stroom die bovendien de komende jaren niet zal afnemen. Niets althans dat daarop wijst. De vraag die je, filosofisch, naar analogie met een stuk als De Kersentuin kunt stellen is: mag of kan je, met het verleden in de hand, meer opeisen over een land dan een steeds groeiende groep nieuwkomers? Een moeilijke vraag, waarop een éénduidig, simpel antwoord niet lijkt te bestaan. Sinds mensenheugenis verdedigen mensen wat ze hebben... manu militari als het moet. Dus: ja, zeg je vanuit een ingebakken rechtvaardigheidsgevoel en rechtsgevoel, dat allicht zo oud als de mens is. Het zou maar wat problematisch zijn als mensen andere mensen uit hun huizen kunnen zetten en dat de eerste bewoners geen enkel recht zouden hebben om zich te verdedigen tegen de indringer. Nee, zegt een solidariteitsgevoel, of zou je kunnen zeggen vanuit een 'de wereld is van iedereen mentaliteit'. Nee, zeg je, als je vast stelt hoe groot de ongelijkheid in de wereld is. Als je al die dingen optelt kan je niet anders dan - ethisch gesproken - tot een andere waarheid komen. De pragmaticus zal vroeg of laat de middenweg moeten zoeken. Omdat de druk van buitenaf te groot wordt om de vloedgolf tegen te houden. En omdat een minimum aan sociaal bewustzijn en mededogen hem dwingt tot meer solidariteit dan vandaag het geval is. De heersende klasse zal altijd manieren en methodes vinden om te beschermen wat het heeft. 'Burgerschap' bijvoorbeeld, is het gereedschap bij uitstek om in onze huidige maatschappij de talrijke nieuwkomers in onze maatschappij een klasse lager te houden.
ZATERDAG 13 JUNI De conciërge van het huis luistert naar de magische naam Jean de Dieu. Een jonge plantrekker. Ex-militair die een paar jaar terug een oorlog uitvocht. We kennen elkaar intussen al even. In januari was hij er ook. Toen liet hij me op zijn kamer fier een foto zien van hem als soldaat. Het is het soort foto dat ik me ook van mijn grootvader herinner. Op een avond - de anderen zijn al in bed - onderhoudt hij Wouter en mij over machinegeweren. Hij is verwonderd als ik een 12/7 niet ken. (Heb ik dat goed gehoord?) Hij vertelt aan hoeveel kilometer per seconde een kogel de loop verlaat, en vervolgens hoeveel kogels per seconde dat doen, en tot slot hoe ver zo'n kogel kan vliegen en tot op hoeveel kilometer diezelfde kogel dodelijk kan zijn. Hij vertelt het niet alleen over een 12/7, maar vergelijkt wat later dat type machinegeweer met zo nog ongeveer drie modellen. Hoe verschillend kunnen mensen op dezelfde planeet opgroeien? Welk perspectief heb je op de wereld als je groot wordt in één van de kleine dorpjes langs de weg naar Ziguinchor...? Hoe lang duurt het voor je de stad ziet, een computer gebruikt...? Mijn dochter van twee speelt, of wil dat toch absoluut proberen, op een Nintendo. “TENDO, TENDO,” het is één van de eerste woorden die ze kende. Haar leeftijdsgenoten lopen in Kaolack blootvoets door de straat en hebben niets. Het is geen nieuws. Het is wel iets wat je recht in je gezicht krijgt als je in Afrika komt. Niet verwonderlijk dat onnoemelijk veel van die gasten weg willen, eens ze wat ouder zijn.
SERISSE
DOCUMAP
12
Jean de Dieu zegt dat hij een kerel kent - een visser - die als passeur naar Europa vertrok, en terugkwam. Hij belooft me hem binnenkort eens op te zoeken.
ZONDAG 14 JUNI Het is zeven uur 's ochtends. Ik zit in de woonkamer met een laptop op schoot. In de kamer naast me gaat een wekker af. Isabelle neemt een douche. En de anderen slapen nog. Altijd dezelfden die eerst uit de veren zijn. Vandaag - zondag - gaan we naar Cap Skirring. Nauwelijks een uur rijden hier vandaan. Daar waar de Club Med sinds een paar jaar vakantiehuizen heeft. Doet een beetje denken aan de vakantiehuizen die Lopakhine wil bouwen om dankzij het toerisme, rijk te worden. Daarom legt hij op het eind van het stuk de kersentuin plat. Lopakhine belooft Lioubov - eerder in het stuk - dat ze rijk zal worden als ze zijn idee uitvoert. Misschien is het daar dat Tsjechov zich toch een beetje vergist heeft. De inkomsten van de Club Med resorts vloeien immers haast allemaal terug naar Europa. En komen de lokale bevolking niet of nauwelijks ten goede. Daar dus, gaan we - op deze enige zondag tijdens mijn verblijf hier - naartoe. We gaan met heel de groep. Want echt flauw moeten we nu ook weer niet doen. Het wordt een dag 'loisir' en groepsvorming. Niet in één van de Club Med resorts. Wel op één van de talrijke, mooie Afrikaanse stranden aan de Atlantische Oceaan.
MAANDAG 15 JUNI Om vijf uur 's ochtends zwaai ik Wouter uit. La gare routière is op loopafstand. Jean de Dieu brengt hem er naartoe. Wouter heeft een lange rit voor de boeg. Weer gans het land door richting Dakar. Vanavond neemt hij het vliegtuig. Gisteren heeft hij me de tekst gegeven die hij geschreven heeft voor de voorstelling. Een soort editoriaal. Net als Dorcy Rugamba schrijft Wouter een tekst die de voorstelling vandaag moet kaderen. En die het stuk moet weghalen uit ons westers canon en openen naar de wereld. Wouter heeft een monoloog voor Lopakhine geschreven. Het is een straffe tekst. Het weer is veranderd. Toen we gisteren terugkwamen van Cap Skirring had het geregend in Ziguinchor. Het regenseizoen lijkt nu definitief begonnen. Wind en regen. Al blijft het wel warm. Ik herinner het mij van augustus vorig jaar. Toen de straten van de stad onder water stonden. Een nieuwe werkweek begint vandaag. Een drukke week. De acteurs zijn aan hun tekst begonnen.
MAANDAG 15 JUNI bis Een lange, moeilijke repetitiedag. Eerste dag na een dag pauze, en de eerste dag dat we ook echt op de vloer gaan. Tekst studeren is iets raars. Je kan je tekst perfect, thuis, de avond voordien. Tot je op de vloer staat. Acteren is ook iets raars. Alle evidenties, alle naturel die je aan tafel gevonden had, ben je even weer kwijt. We werken aan de eerste act: Lopakhine en de meid die wachten op de aankomst van de 'meesters', de familie die na alle tijd het huis weerziet, Lopakhine die voor de allereerste keer in het stuk zegt dat hij het domein wil kopen om er vakantiehuizen op te zetten. Het gaat moeizaam. Heel snel - en dat heb je vaak op de vloer - verzandt het spel in een soort vreemd naturalisme. Iets waar we absoluut niet willen terechtkomen. Omdat het al te vaak gedaan is, omdat het niet van deze tijd is, omdat ik het niet geloof. Vreemd is dat. Alsof de tekst je ergens naartoe trekt waar je niet wilt zijn, en waar je eerst even tegen moet vechten. Terwijl - dat is mijn overtuiging - de oplossing net in de tekst ligt. Het heeft te maken met ritme, en met een drang naar te veel psychologie.
SERISSE
DOCUMAP
13
Rudi is thuis gebleven. Hij wil nog een aantal stukken muziek afwerken. 's Avonds laat hij de eerste dingen horen. Straf materiaal, en niet meteen wat je bij Tsjechov verwacht. Morgen komt hij naar de repetitie om de eerste flarden te laten horen. Hopelijk helpt het om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen.
WOENSDAG 17 JUNI De laatste dagen voor mijn vertrek lopen we nog een paar keer door al het verzamelde materiaal. Het is niet nodig om dingen af te werken, belangrijker is om te zien wat er mogelijk wordt, als de groep weer samenkomt in België. Ik laat Yaya - die Firs speelt - nog een paar tekstblokken toevoegen die we in de vorige repetitiesessies (januari) gebruikten. En met Isabelle en Adji bekijken we even act vier. In act vier zullen er twee Lioubovs op de scène staan. Het valt me meer en meer op in hoeverre dit stuk een stuk over een vrouw is. Het is de vrouw die naar haar landgoed terugkeert, en uiteindelijk met lege handen achterblijft. Na het vertrek van Lioubov blijft enkel nog Firs over, de oude knecht die bij het huis blijft. In de verte hoor je dan de bijl die de eerste bomen van de kersentuin omverhakt. Een gruwelijk einde, dat door Tsjechov enkel gesuggereerd wordt door een oude man die alleen achterblijft, en een eenzaam geluid dat van in de verte komt. We weten nog niet hoe wij zullen eindigen, maar zeker is dat een blanke en een zwarte Lioubov op het einde van het stuk over hun verlies zullen spreken. En dat een soort van koorzang de dood van Firs moet begeleiden en vragen naar de toekomst moet formuleren. We zijn er nog niet helemaal uit hoe precies, maar het is net dat soort verbredingen dat SERISSE interessant kan maken, en niet zomaar een Tsjechov enscenering.
DONDERDAG 18 JUNI Vanavond eet de hele ploeg bij ons. In het grote huis. Het is nu echt beginnen regenen. Ik heb me samen met Jean de Dieu sufgezocht naar een auto richting Dakar - één aan een deftige prijs - maar dat is nog niet gelukt. Dan zit er niets anders op dan vannacht - tegen 4 uur al - naar la gare routière te gaan om daar een auto te regelen. De laatste avond in Ziguinchor. Toch vreemd hoe snel reizen gaan. Eerst niet, en lijkt er een eeuwigheid voor je te liggen. Tot je bezig bent, en ingeburgerd en een dag nog maar een handvol seconden lijkt. Morgen - als ik met Stef vertrokken ben - zal de groep weer wat kleiner worden. Zondag vetrekken Yves en France. Het zal stiller worden in huis. Maar eerst het eten, samen in de woonkamer. Kabila heeft zijn SERISSE T-shirt aan. Een simpel wit T-shirt met vooraan FOTTI & 't ARSENAAL en achteraan SERISSE. Inge liet ze maken vlak voor we vertrokken. Het is een gezellige avond. Er wordt al gepraat over hoe het zal zijn als de groep zal neerstrijken in Mechelen. Ik vraag me af hoe het voor hen zal zijn... in België. De ploeg werkt nog een paar dagen voort. Zelf vertrek ik. Het doel van deze reis was: materiaal zoeken in de breedte, en stilaan een groep vormen die als een groep op de scène staat. Een troep. Een bende waarvan je voelt dat er samen iets beleefd is. Zoiets kan je niet faken... dat is er of dat is er niet. Du vécu. In beide opzichten is de reis geslaagd. Iets over twaalf nemen we afscheid. Dan kruip ik even in bed. Morgen begint de lange weg naar huis . Een verschrikkelijk lange weg, langs Senegalese wegen en door het Gambiaans stof. Ik wil vroeg in Dakar zijn, want we willen nog beelden maken op de statige Avenue du Centenaire, waar de Chinezen haast alle winkels hebben opgekocht. Hopelijk zijn we op tijd in Dakar. Daarna... wacht het vliegtuig. Maar dat is voor morgen. Eerst een paar uur slapen.
SERISSE
DOCUMAP
14
3. WAAROM DE KERSENTUIN VAN TSJECHOV? Anton Tsjechov schreef De Kersentuin meer dan 100 jaar geleden. De plot is simpel. Lopakhine, uit een lage sociale klasse afkomstig, wil het domein kopen van Lioubov, die samen met haar broer afstamt uit een aristocratische familie. Lioubov wil de kersentuin, de trots van de familie, metafoor voor tal van dingen in het stuk, omleggen om er vakantiehuisjes op te bouwen. De familie van Lioubov heeft schulden en kan het terrein niet langer houden. Hoewel ze dat weten, wentelen ze zich in het verleden en grijpen ze niet meer in in het heden. Aan het eind van het stuk moet de familie het domein verlaten. Het stuk eindigt met het gelijk van de hakbijl en de eerste bomen die tegen de grond vallen. De Kersentuin vormt het uitgangspunt van SERISSE. De vragen die in De Kersentuin gesteld worden, hoewel een eeuw geleden geformuleerd in Rusland, zijn vandaag relevanter dan ooit. Ze gaan niet meer over Rusland, dat toen volop in verandering was waarbij cruciale keuzes gemaakt moesten worden, maar gaan door een hedendaagse en internationale bril gelezen - over problemen als globalisering, markteconomie en liberalisering. Moet je vasthouden aan het verleden zoals Tsjechovs Lioubov, of inzetten op de toekomst zoals Lopakhine in De Kersentuin? Wat is er gepermitteerd in het kader van de vooruitgang? Wat is vooruitgang? Hoeveel van je persoonlijk leven mag je op de helling zetten in het kader van de vooruitgang? In hoeverre hebben we ons verleden en onze roots nodig om onszelf te kunnen zijn? De keuzes en dilemma's waarmee Tsjechovs personages geconfronteerd worden, zijn ook de keuzes van vandaag. Tijdens een economische crisis. Wat zijn de oplossingen vandaag? Hoe moeten we omgaan met deze situatie? Het thema van SERISSE is het in vraag stellen van een veranderende wereld en zich afvragen welke keuzes kunnen en moeten gemaakt worden, met betrekking tot migratie, liberalisme, de markteconomie, globalisering, kansen en gevaren... Niet op een academische manier, maar op de soms warme, soms poëtische manier die Tsjechov ons aanreikt. SERISSE is een voorstelling met zwart en wit, muziek en tekst, die vertrekt bij Tsjechovs klassieker De Kersentuin en uitkomt bij SERISSE. We delen de wereld, we delen de problemen. In SERISSE proberen we elkaars verbeelding te delen.
SERISSE
DOCUMAP
15
4. ANTON TSJECHOV – LEVEN EN WERK De invloed van Russische schrijvers op de wereldliteratuur is enorm. Denk maar aan Dostojevski, Tolstoj, Gogol, Toergenjev, Gorki, Boelgakov… maar uiteraard ook aan Anton Tsjechov. In onze contreien is Tsjechov voornamelijk bekend door zijn toneelstukken zoals Ivanov, De Meeuw, Oom Vanja, De Drie Zusters, De Kersentuin… Ze worden over de hele wereld met veel succes opgevoerd. Maar Anton Tsjechov is ook een onovertroffen meester van het (korte) verhaal. Zijn verhalen beschrijven op prachtige wijze het leven in het Rusland van de 19de eeuw, maar zijn tegelijk modern en tijdloos omdat zij ons een beeld geven van de huidige maar ook van de toekomstige maatschappij. Met één of enkele woorden kan Tsjechov een ganse sfeer oproepen en tevens een volledige voorstelling geven van zijn personages. De verhalen van Anton Tsjechov hebben een ongekende en ongeëvenaarde suggestieve kracht en blijven daarom, ook 100 jaar later, zo vlot leesbaar en transformeerbaar naar om het even welke tijd. Zijn opleiding als arts heeft het observatievermogen van Anton Tsjechov aangescherpt en zijn latere praktijk als arts heeft hem met alle lagen van de bevolking in aanraking gebracht, wat hem inspireerde tot tal van prachtige verhalen en toneelstukken. Tsjechov stond aan de basis van het psychologisch realisme en schiep het zogenaamde 'stemmingstheater': personages die zich doorheen het hele stuk proberen te ontworstelen aan hun uitzichtloze of saaie situatie. Hij had kritiek op de parasiterende burgerij en sympathie voor de gewone man, en werd later door de communistische machthebbers als voorbode van de revolutie beschouwd. Tsjechovs stukken worden vaak erg zwaarmoedig en tragisch gespeeld, terwijl Tsjechov ze eigenlijk niet zo bedoeld had.
BIOGRAFIE 1860 Anton Pavlovitsj Tsjechov wordt geboren in Taganrog, een kleine havenstad in het zuiden van Rusland. Over Taganrog zal Tsjechov later schrijven: “Overal is het zozeer Azië, dat ik mijn ogen niet kan geloven. Zestigduizend inwoners houden zich slechts bezig met eten en drinken, met zich voort te planten, en zij hebben niet de minste belangstelling voor het leven; overal waar men komt ziet men slechts koelitsj, eieren, wijn uit Santorini en kinderen aan de borst. Geen krant, geen boek. Hier zijn geen patriotten, geen zakenlui, geen dichters, zelfs geen behoorlijke bakkers”. Anton is de derde zoon van een gezin met zes kinderen. Zijn vader is eigenaar van een kleine kruidenierszaak en heeft onmiskenbaar artistiek talent maar weinig zin voor zakendoen. Zijn moeder is de dochter van een lakenhandelaar. Van hun vader erfden de Tsjechovs een kunstenaarsziel, van hun moeder de gevoeligheid. Anton Tsjechov is echter ook een kleinzoon van slaven. Zijn grootvader langs vaderszijde had zich in 1841 vrijgekocht van het slavendom. “Wat de schrijvers uit de adelstand gratis ontvangen, bij geboorterecht, moeten de niet-adellijken kopen, tegen de prijs van hun jeugd. Vertel dus hoe deze jongeman tracht zich te bevrijden, druppel voor druppel, van de slaaf die in hem leeft en hoe, op een mooie dag ontwakend, hij er zich rekenschap van geeft dat er geen slavenbloed meer door zijn aderen vloeit, maar het bloed van een waarachtig mens”.
1876 De kruidenierszaak is failliet, de familie verhuist berooid naar Moskou. Anton blijft alleen achter in Taganrog om zijn studies aan het gymnasium af te maken. Door bijlessen te geven kan hij in zijn levensonderhoud voorzien.
SERISSE
DOCUMAP
16
1879 Na het beëindigen van zijn studies, én met een beurs van de stad Taganrog voor de universiteit verhuist Anton eveneens naar Moskou. Hij schrijft zich in aan de faculteit geneeskunde, en wordt het nieuwe gezinshoofd van de familie Tsjechov. Om zijn studies te bekostigen én om zijn familie te onderhouden publiceert Anton korte verhalen, in voornamelijk humoristische tijdschriften, onder de schuilnaam Antosja Tsjechonte. Deze schuilnaam zal hij zeer lang aanhouden - uit bescheidenheid, en ook omdat hijzelf geen hoge dunk had van zijn literair werk.
1884 Anton Tsjechov studeert af aan de universiteit en hij vestigt zich als geneesheer in Moskou. De eerste symptomen van de ziekte die later Anton Tjsechov fataal zal worden, tuberculose, manifesteren zich. Deze ziekte heeft Anton belet een carrière als arts uit te bouwen maar heeft hem meer tijd voor de literatuur gegeven. Hij blijft verhalen schrijven.
1885 Anton Tsjechov bezoekt voor het eerst Sint-Petersburg. Hij is verwonderd over zijn faam als schrijver: “Allen nodigden mij uit en zongen mijn lof, en van mijn kant was ik beschaamd dat ik tot nu toe zo slordig geschreven had. Als ik geweten had dat zij mij lazen, ik zou nooit op bestelling geschreven hebben”. Door de mislukking echter in Moskou van een eerste toneelstuk Ivanov stort Tsjechov zich weer op het schrijven van verhalen.
1888 Eén van zijn meesterwerken verschijnt: De Steppe. Publiek en kritiek zijn zeer lovend: “Een schrijver van de allereerste rang is opgestaan in Rusland …”. Anton Tsjechov krijgt de Poesjkinprijs voor literatuur.
1889 Tsjechov onderneemt een reis naar een strafkamp voor dwangarbeiders in Siberië, Sachalin. Het is zijn bedoeling om ‘het echte lijden’ in kaart te brengen en de aandacht van de overheid te vestigen op de onmogelijke levensomstandigheden in deze strafkolonie. Zijn verslag over deze reis is inderdaad aanleiding tot een aanzienlijke verbetering van de toestand in Sachalin.
1892 Tsjechov koopt een landgoed van 250 ha op 80 km van Moskou. Op 32-jarige leeftijd is de kleinzoon van een lijfeigene landeigenaar geworden dankzij zijn pen. De familie verhuist mee. In Melikovo schrijft Tsjechov zijn toneelstuk De Meeuw. De première van De Meeuw in het Alexandrinski-theater in Sint-Petersburg is een totale mislukking. Tsjechov is hierover totaal ontredderd. De volgende voorstellingen zijn nochtans een groot succes. Door de ontgoocheling over het ‘onbegrip’ voor zijn toneelstuk begint Anton Tsjechov terug verhalen te schrijven, zoals De Zwarte Monnik, Drie Jaren, Het Huis met de Loggia, Anna om de Hals…
1897 Anton belandt in het ziekenhuis. Doktersvoorschrift: rust, overvloedig eten en stoppen met zijn medische praktijk.
SERISSE
DOCUMAP
17
Hij publiceert De boeren - een gigantisch succes. Op aanraden van de geneesheren vertrekt Anton naar een warmere streek, de Krim aan de Zwarte Zee. In 1899 komt hij aan in Jalta.
1899 De Meeuw wordt met veel succes opgevoerd in Moskou. Eén van de hoofdrollen wordt vertolkt door de jonge actrice Olga Leonardovna Knipper. Over haar had Anton, na het bekijken van een ander stuk waarin zij ‘Irina’ speelde, geschreven: “Mijn keel was dichtgesnoerd van emotie … als ik in Moskou gebleven was, zou ik verliefd geworden zijn op deze Irina.” Na de aanvankelijke mislukking van zijn ‘meeuw’ in Sint-Petersburg had Tsjechov nochtans gezworen nooit meer toneelstukken te zullen schrijven. Maxim Gorki had hierover aan Anton Tsjechov geschreven: ”En U wilt dus niet meer voor het toneel schrijven? Goede God, het is Uw plicht!”. In 1899 kent de opvoering van Oom Vanja in Moskou veel succes.
1901 Het onthaal van een volgend stuk De drie zusters is veel minder enthousiast. In deze periode ontwikkelt zich een drukke briefwisseling tussen Anton Tsjechov en de jonge actrice Olga Knipper. Na herhaald aandringen van de actrice huwen Anton en Olga. Omwille van zijn wankele gezondheid moet de schrijver Anton echter in Jalta blijven, terwijl de actrice Olga haar carrière verder zet in Moskou. “Het heeft geen zin voor jou het toneel te verlaten en te verwisselen voor het droefgeestig leven dat wij nu in Jalta leiden.” “Waarom verlaat ik het toneel niet, waarom kan ik verdragen dat jij ginds wegkwijnt, helemaal alleen?”
1902 Olga heeft een miskraam. Na haar genezing vertrekt de schrijver terug naar Jalta, terwijl de actrice in Moskou blijft. Anton Tsjechov is te ziek om te werken. Hij bewerkt een monoloog geschreven in 1885: Over de schadelijkheid van tabak, schrijft moeizaam aan zijn laatste novelle: De bruid (De verloofde) en begint aan zijn laatste toneelstuk De Kersentuin. In oktober 1903 is het stuk voltooid.
1904 Op 17 januari 1904, op zijn 44ste verjaardag en bij zijn 25-jarig jubileum als schrijver, vindt de première van De Kersentuin plaats in Moskou, in aanwezigheid van de auteur. Het eerbetoon aan de schrijver is enorm. In juni vertrekt Anton met Olga naar Berlijn om een TBC-specialist te raadplegen. De ziekte is echter te ver gevorderd. Na 3 dagen Berlijn vertrekken Anton en Olga naar een kuuroord aan de rand van het Zwarte Woud. Op 2 juli 1904 sterft hij. Tsjechov wordt begraven op het kerkhof van het Novodevjitsji-klooster in Moskou.
bron: www.tsjechov.be (Lucien Tonnelier)
SERISSE
DOCUMAP
18
ENKELE QUOTES VAN TSJECHOV “Datgene wat wij ondergaan wanneer we verliefd zijn is misschien onze normale toestand. Verliefdheid doet de mens inzien hoe hij eigenlijk behoort te zijn.” “Wat zijn mensen die gelukkig zijn en in alles slagen soms onuitstaanbaar!" “Alles weten en alles begrijpen doen alleen domkoppen en kwakzalvers." "Ik haat leugen en dwang in al hun vormen.” “Het verlangen om het algemeen welzijn te dienen moet beslist een zielsbehoefte zijn, een voorwaarde voor persoonlijk geluk - als het niet daaruit, maar uit theoretische of andere overwegingen voortkomt, is het niet veel waard.” “Vrouwen zonder mannengezelschap verleppen, en mannen zonder vrouwengezelschap versuffen.” “Het ongeluk is dat wij proberen de eenvoudigste kwesties op uiterst listige wijze op te lossen, waardoor zij juist bijzonder gecompliceerd worden. Men moet naar een eenvoudige oplossing zoeken.” “De mens moet een geloof hebben ofwel er een zoeken, anders is hij een waardeloos schepsel.” "Wil je optimist worden en het leven begrijpen, geloof dan niet langer in wat gezegd en geschreven wordt, maar observeer en onderzoek zelf." "Dokters of advocaten, dat is allemaal één pot nat, met dit verschil alleen, dat advocaten je alleen maar kaal plukken, terwijl de dokters je nog naar de andere wereld helpen ook..."
SERISSE
DOCUMAP
19
5. DE KERSENTUIN VAN TSJECHOV De Kersentuin is het laatste toneelstuk van de Russische schrijver Anton Tsjechov. Het stuk ging in première in Moskou op 17 januari 1904, geregisseerd door Stanislavski. Sinds de eerste opvoering in Moskou is het stuk wereldwijd in meerdere talen vertaald. De Kersentuin is ondertussen een klassieker geworden. Een klassieker die echter vaak door diverse regisseurs anders geïnterpreteerd wordt. Tsjechov verwerkte in De Kersentuin enkele autobiografische elementen. Toen hij zestien was, had zijn moeder schulden bij een groep bouwvakkers die ze had ingehuurd om een klein huis te bouwen. Een voormalige kamerhuurder bood aan haar te helpen, maar kocht zo in het geheim zelf het huis. Dit bleef Tsjechov altijd bij en verwerkte hij in De Kersentuin. Later raakte hij geïnteresseerd in tuinieren, en was hij geschokt door de vernielingen die de oprukkende industrie aanbracht aan de natuur. De titel van het stuk is vermoedelijk afgeleid van een kersentuin die zich op de boerderij van een jeugdvriend bevond, en waar Tsjechov in zijn jeugd geregeld kwam. Tsjechov schreef De Kersentuin eigenlijk als een komedie. Regisseur Stanislavski stond er echter op dat het stuk zou worden opgevoerd als een drama. Daardoor kreeg dit toneelstuk een dubbele ondertoon.
HET VERHAAL Het stuk speelt zich af in 1900, in een Russisch landhuis met een kersentuin. Anja, dochter van Lioubov, haalt haar moeder terug uit Parijs omdat ze inmiddels zo diep in de schulden zitten dat ze het huis per opbod moeten verkopen. Anja’s moeder was vijf jaar geleden met haar geliefde naar Parijs vertrokken nadat haar jonge zoon was verdronken in een nabijgelegen rivier. De broer van Lioubov, Gaev, kan ook niet met geld omgaan en heeft eveneens in Parijs al zijn geld verloren. Een oplossing is in zicht wanneer de rijke man Lopakhine voorstelt om vakantiehuisjes te bouwen op het landgoed, zodat er in de zomer gasten kunnen verblijven tegen betaling. Hij wil hiervoor de volgens hem nutteloze kersentuin verbouwen. Deze tuin is echter het kenmerk van het landgoed. De enige andere oplossing is als Varja, de pleegdochter van het gezin, met Lopakhine zou trouwen, maar dat plan blijkt niet haalbaar. Tijdens het stuk proberen diverse personages de kersentuin te redden, maar zonder succes. Lioubov geeft nog een groot feest, maar aan het einde van het stuk is op de achtergrond te horen hoe de kersentuin gekapt wordt. Een voor een vertrekken de personages van het landgoed om elders een nieuw leven op te bouwen. Alleen de oude bediende Firs blijft achter.
THEMA’S Een van de grootste thema’s in De Kersentuin is het effect dat sociale verandering heeft op mensen. Ook de grote contrasten tussen de verschillende bevolkingsgroepen komen aan bod. Lopakhine is in het stuk een van de rijkste personages, maar hij komt uit een lage sociale klasse. Lioubov symboliseert de oude aristocratie, die niet kan wennen aan de veranderingen die Rusland ondergaat. Ze leeft voortdurend in een illusie van het verleden.
SERISSE
DOCUMAP
20
6. DE KERSENTUIN IN EEN HEDENDAAGS KADER Toen Tsjechov ongeveer een eeuw geleden De Kersentuin schreef, stond Rusland en ook de wereld op een keerpunt. Zo’n tien jaar later zou de Eerste Wereldoorlog losbreken en enkele jaren later volgde de Russische revolutie. In 1904 leefde Tsjechov in een land en een wereld aan de vooravond van verandering, sociaal en maatschappelijk. Een eeuw later is de wereld immens veranderd. Aan het begin van de 21ste eeuw staan we misschien wel opnieuw aan de vooravond van een ingrijpende sociale en maatschappelijke verandering. De globalisering is niet meer te stoppen. Migratiestromen zullen niet snel afnemen. Het kapitalisme blijkt niet het meest ideale systeem te zijn. Met SERISSE willen we stilstaan bij en ons vragen stellen over onze wereld in verandering.
Journalist en recensent Wouter Hillaert en auteur Dorcy Rugamba schreven elk een editoriaal voor SERISSE, om De Kersentuin in een hedendaags kader te plaatsen.
EDITORIAAL WOUTER HILLAERT Wat moeten we nog met een kersentuin? Alles wat met zijn voeten vast in de grond staat, verzandt binnen de kortste keren tot een territorium. En een territorium moet je verdedigen, want je binnenzak is te klein om ermee weg te lopen. Het past niet op een camion, of op een prauw naar een betere wereld. Bezit dat in de grond zit, verzandt vanzelf tot behoud. Je hangt eraan vastgeroest. Je zet er schuttingen rond, grensposten, tolmuren, bewakingscamera’s. Het wordt een schuilkelder en even later je eigen graf. Onroerend bezit is het kerkhof van deze tijd. Il faut decultiver son jardin. Ik zou ermee kunnen lachen, met uw soort van mensen. Hoe u zich zo krampachtig vastbijt in uw eigen grond, met het stof van nationalisme tussen uw tanden. Hoe u blijft geloven dat de vlag boven uw lapje land uw identiteit zal bewaken, als u de vlaggenmast maar diep genoeg in de grond klopt. Hoe u zich elke eerste zondag van de maand verwoed op uw gazon stort om het te redden van alle onkruid, van alles wat er niet hoort. Hoe u elke vijf jaar opnieuw tegen verandering stemt. Ik zou ermee kunnen lachen. Met uw opgestoken vuist voor uw cultuur, terwijl u ooit net zo goed in een kersentuin verderop had kunnen ontkiemen. Ik zou kunnen lachen met uw nationale maatschappijen die u samen aan de bakster houdt, terwijl iedereen ‘made in China’ koopt. Met uw taalwetten, uw wetboeken, uw bekrompen bloed en bodems. Boeren bent u. Sedentaire Bourgondiërs. Ik zou ermee kunnen lachen, en mijn eigen weg gaan. Maar ik kies ervoor om tegen u op te staan, om u te beschermen tegen uzelf. U handelt tegen de tijd. Nationale staten, bestuurde grond, stellen al een tijdje niks meer voor. Het zijn de financiële markten die de dingen sturen. Die kennen geen grenzen, hangen niet vast aan territoria. Uw schutting mag nog zo hoog zijn, ze zweren bij penetratie, bij volledige overname. Geld roest niet, het koerst. Het rolt. Het heeft zich bevrijd van uw terrein. Het dient niet langer uw appeltje voor de dorst, uw kers op de taart. Het heeft zichzelf tot doel. Het blaast zich op als een ballon en vlucht de wereld rond. Roerende verheffing. Hoog boven uw beperkte blik, hoog boven de wachttoren waarop u zit om uw bezit te bewaken. Controle is een woord waarvan de dagen zijn geteld. U doet er goed aan dat te beseffen, maar wat u doet, is blijven dommelen onder uw kerselaar. Uw bloeiend bezit. Ik ontruk het u, omwille van uzelf. Het is tegen de tijd. Nee, ik lach niet met u, ik red u van uw graf. Il faut decultiver son jardin. Niet alleen de financiële markten hebben zich ontworsteld aan alles waar u zo naïef aan vasthoudt. Ook de bezitlozen hebben het vaargat gekozen. Ze dobberen in de onmetelijkheid tussen de territoriale wateren, zonder behorigheid, met een paspoort waar alle afkomst van aflekt als bezwarende modder. Hun kersentuin is een vlot geworden, ze kunnen er overal mee naartoe.
SERISSE
DOCUMAP
21
U kan ze tegenhouden aan uw grenzen, of ze als onkruid weg wieden uit uw achtertuin, maar hun golf zal steeds verder aanzwellen. Want ze hebben de tijd mee: de toekomst is een vlot en zij zijn nomaden. Ze torsen op hun rug het einde van uw gesegregeerde tijden. Van naties als zakdoekjes. Zakdoekjes waarmee uw soort anderen van uw soort uitwuift bij een afscheid. Maar ook afscheid is een woord waarvan de dagen zijn geteld. De toekomst is een voortdurende aankomst. De eeuwige transit. Wen er maar aan. Bomen verwelken, scheepjes varen aan. En zo zal over uw kersentuin een apocalyptische draaikolk nederdalen, van onzichtbare chinezen, geïslamiseerde kathedralen, goedkope polen, gemixte kasten, genetisch verrijkte baby’s, onvoorspelbare seizoenen, Afrikaanse spermabanken, meertalige radio’s, geïmporteerde verpleegsters, oosterse poedersoep, dure propere lucht uit de Sahara, blanke vrouwen onder hoofddoeken, uw groentewinkel op internet, landen die steden worden, caravanfiles, uw telefoniste in India, mondiale virussen, Afghaanse frietkoten. Wat van u is en wat van de rest, wordt één paté. De kersen waar u recht op meent te hebben, zal u delen. Eén met allen, alles voor iedereen. Daarom maak ik van uw kersentuin een bordeel. Neer met de statige standbeelden van uw bezit. Elke zaagsnee in hun stam, in uw wortels, zal u bevrijden van uw dreigende inkapseling, van uw sentimentele kleingrondbezit, van uw blinde hang naar het aardse. Laat het los en ik zal u wapenen voor wat komt: de vliedende gemeenschap. Zei ik ‘bordeel’? Zo zou u het noemen, volgens uw eeuwenoude wereldbeeld: dat er tussen mensen enkel machtsverschillen spelen. Dat één altijd onderligt, en één boven. De aanbieder, de koper. En tussen hen in geil geld. Maar vergeet elk bezit, het is in rook opgegaan. In de taal van de nieuwe tijden heet wat u kent als een bordeel, een ‘gemeenschapshuis’. Men doet er aan fitness voor de toekomst, de eeuwige transit. U zal er naakt zijn, ontdaan van alle gewaden die u altijd hebt getorst. Uw rente, uw vlag, uw klasse, uw kaste, uw kennis, uw cultuur. U bent het enige wat u nog heeft: uw lijf. Zo ook de anderen die u ontmoet. Er opent zich een familie van lijven op doortocht, toevallig bijeen voor één nacht. Samen beleeft u het summum van vrije handel: gemeenschap. Het is geven en nemen, overgave en overname. U betaalt met uw adem, die u door de holtes van anderen jaagt. Met uw lege handen, die rond hun schouders passen als een dekschild. Met uw tong telt u de centiemen bij. U geeft leven, u krijgt er. U deelt. U begrijpt. Eén met allen, alles voor iedereen. En tegen het ochtendlicht gaat u heen. Want u hebt de tijd mee. U bent een bevrijde reiziger, zonder vaste grond, zonder kersentuin, met uw hele bezit in uw binnenzak. Uzelf. Zo zal ik u redden. Il faut decultiver notre jardin.
In juni 2009 verbleef journalist en recensent Wouter Hillaert enkele dagen in Senegal om de repetities van SERISSE bij te wonen. Hij gaf er voor de acteurs en regisseurs ook een uiteenzetting over De Kersentuin van Tsjechov en stelde een schema van tegenovergestelde ideeën, idealen en waarden op. De personages uit De Kersentuin hangen ofwel vast aan het verleden en zijn behoudsgezind of zijn net voorstander van vooruitgang en verandering.
verleden immobiel symbolische waarden oud systeem macht bezit, macht sentimentaliteit adel
<-> toekomst <-> mobiliteit <-> <-> <-> <->
concrete waarden nieuw systeem dienstbaarheid, dienen streven naar, proberen te bereiken <-> ratio <-> nieuwe rijken
Wouter Hillaert tijdens zijn uiteenzetting © Stef Depover
SERISSE
DOCUMAP
22
EDITORIAAL DORCY RUGAMBA Dans la maison Firs et Douniacha vaquent aux occupations des gens de maison, la radio est allumée dans le séjour sur une station internationale qui diffuse dans toute la maison, Lopakhine assis dans un coin est plongé dans un livre, de temps en temps il tend l’oreille sur ce qui se dit à la radio puis replonge dans son livre: UNE VOIX À LA RADIO - … les hommes qui vivent de ce coté -ci de la mer, de ce côté garni de la fourchette sauront-il un jour stopper ce train qui file trop vite pour se demander sérieusement s’ils ont besoin pour se récurer les oreilles de dix sortes de coton - tiges, d’avoir le choix entre dix boîtes différentes de maïs pour se nourrir, de choisir entre 20 shampoings sur les étals, d’autant de variétés de dentifrices, de rasoirs jetables, de gobelets jetables, de filtres jetables, de téléphones jetables; matin, midi et soir d’une crème pour dormir, d’une crème au réveil, d’une crème longue durée pour les peaux sèches, pour les peaux grasses, d’un rayon tout entier pour les peaux normales, de savons liquides, de savons briques, de savons pour les mains, pour le corps, pour le visage, un seul savon ne suffirait donc pas à décrasser les peaux blanches? Les dirigeants qui nous gouvernent n’ont plus que la croissance à la bouche, nouveau testament de la politique dans un monde désormais dirigé par les marchands. Notre siècle en mal de repères mêle nos rêves et nos cauchemars dans un tourbillon de chiffres où tout est réifié, pesé, quantifié. Nous ne savons plus très bien si nous vivons heureux ou malheureux tant la confusion règne dans nos esprits entre la prospérité et la production, entre le bonheur et la consommation, entre le bien- être et le pouvoir d’achat. Dans ces pays dits développés où le marché règne en maître, le clergé marchand couvre les villes de temples immenses plus grands que des cathédrales ou le culte de l’inutile et du superflu est érigé en rite sacré. Il règne, dans ces grandes surfaces un silence rempli de piété – signe! À longueur de journée, des foules en manque arpentent par grappes les rayons des supermarchés où des néons baveux couvent, comme des nouveau-nés, des biens de consommation toujours exceptionnels et sensationnels, toujours en promotion. Nous sommes condamnés dans un harcèlement sans fin à tomber tous les jours sur l’affaire du siècle, à vivre éternellement dans une béate et permanente exaltation. Entre les Oméga 3 qui vous promettent la jouvence éternelle, sans doute aussi – c’est subliminal- la gloire et la célébrité, les produits ‘bleus’ qui jurent de respecter l’environnement, les produits ‘bio’ qui jurent de respecter l’organisme humain, les produits ‘commerce équitable’ qui eux jurent la main sur le cœur de respecter les pauvres producteurs du sud, le consommateur attrape le tournis, étourdi devant tant de nobles causes, ne sachant plus pour quel yaourt soutenir le combat. On s’agenouille, on se penche, on s’abaisse, on se hisse à la hauteur des étiquettes multicolores, pour lire la littérature toxique des agences de com sur des boîtes rondes et métalliques, alignées à n’en plus finir comme autant de fûts de poison sur lesquels le marchand chef a eu le dégoût poétique de dessiner des colombes et des colibris!… En ces temps de crise où l’économie s’effondre, où les ressources tarissent où la planète craquelle de partout, les hommes du sud semblent plus préparés à affronter la récession que leurs homologues occidentaux. La mère africaine qui étale ses tomates sur le bord des routes pour arracher quelques centimes à la rue ne se fera jamais avoir par les slogans marchands. Les ménagères africaines opposent un souverain mépris au fétichisme des marques. Quand on a eu la naïveté de croire un jour, qu’il existe réellement une différence entre une ‘Swatch’ et une ‘Rolex’ c’est à dire entre un objet qu’on nous vend à 100 € et le même objet qu’on arrive à nous vendre à 50.000 €, on observe cette mécréance des mères africaines pour le culte marchand comme le signe d’une santé mentale que nous avons perdus… curieusement en Afrique où l’argent fait défaut, quand quelqu’un en touche, plutôt que d’accumuler des biens, il le dépense autour de lui. En payant les études de ses neveux, en aidant financièrement un ami qui se marie, en assurant les soins de santé des plus âgés sur lesquels il veille en premier. Il consolide son clan et le réseau de solidarité qu’il a tissée autour de lui. C’est une façon comme une autre de cotiser pour sa retraite, de prendre une assurance tous risques, en alimentant une solidarité dont il profitera en cas de besoin. C’est ainsi que fonctionne en Afrique l’économie de la récession. C’est grâce au partage que les familles africaines ont survécu à l’inanité de leurs Etats sur un continent où les élites ont organisé le pillage de la chose publique le plus systématique au monde…
SERISSE
DOCUMAP
23
Plusieurs décennies de crise économique ont forgé en Afrique un homme couvert pour longtemps contre les intempéries… Plusieurs décennies de gaspillage en Occident on crée un homme accoutumé au superflu dont on peut se demander s’il pourra en cas de besoin se contenter de l’essentiel… L’adolescent européen dans sa bombance devient tout à coup le plus malheureux des enfants s’il ne porte pas aux pieds les mêmes baskets que son idole. Le ventre plein, il peut se pendre, réellement se tuer parce qu’il n’a pas reçu le dernier baladeur à la mode qui ressemble comme deux gouttes à celui de la saison précédente. C’est dire! Le gosse de la rue en Afrique, lui n’attend ses jouets de personne, il les fabrique lui- même, son sens de l’observation est aiguisé, il regarde le monde avec une énorme curiosité, en cherchant à en percer les mystères tout seul d’autant plus que personne ne lui fournit d’explication. À l’âge où les autres rentent à la maternelle, c’est déjà un chercheur et un savant qui ouvre à son esprit naissant de véritables chantiers d’imagination. Ses célèbres jouets en ont fait un créateur reconnu dans le monde. Il imite à merveille les bolides qu’il croise dans la rue, dont il perce le secret formel d’un simple coup d’oeil. S’il convoite les joujous clinquants de la ville, il sait s’amuser sans eux et ne lui viendra pas à l’esprit d’être malheureux parce que personne ne les lui offre, car sa connaissance intime de la nuit l’a déjà prévenu qu’il n’y a pas de cadeaux sur la terre. Il le sait d’autant plus que le quignon de pain qu’il tient entre les miches, il a dû l’arracher aux chiens et aux chacals sous une table desservie; voila ce qui en fait un conquérant et parce que ce type d’hommes partent toujours de rien, ils ne s’accordent aucune limite et aucun obstacle ne les effraye. S’il a la chance d’aller à l’école, l’enfant pauvre d’Afrique bravera le soleil de l’Atlas et les vents de l’Harmattan pour apprendre en plein air à lire et à écrire. Et ni les marqueurs multicolores qu’il n’a jamais eu, ni les jeux vidéo qu’il n’a jamais connus ne l’empêcheront s’il en a l’opportunité de rivaliser avec les plus grands esprits dans les meilleures universités du monde et peut-être même un jour si son rêve le porte jusque là, de conquérir l’espace comme Modibo Diarra. Intimement il le croit. Car s’il a pu copier à quatre ans la forme aérodynamique d’une bolide de course ou d’un vaisseau spatial avec seulement quelques fils de fer récupérés, il ne doute pas non plus qu’il peut envoyer une sonde sur Mars. Tous les humanitaires de la Terre peuvent pleurer sur son sort et solliciter la charité en son nom, lui-même ne s’apitoie pas une seule seconde sur son cas. Quoi qu’il vive à l’avenir rien ne sera assez solide pour l’arrêter, aucun chagrin assez dur pour l’anéantir, aucune peine assez profonde pour qu’il se jette du haut d’un pont comme les enfants gâtés du Luxembourg, car sa foi en lui-même est incommensurable, le rêve qu’il porte est plus grand que tous les malheurs de l’Afrique… Mes amis il est plus qu’urgent que les 20% de l’humanité qui consomment 80% des ressources mondiales changent de mode de vie et dès maintenant; nous devons apprendre des peuples du sud qui vivent de peu le véritable sens du mot ‘Economie’ sans quoi le pronostic vital de l’espèce humaine sur la Terre est engagé. Au rythme où nous allons soit nous changeons de société et ce sera la révolution copernicienne de ce nouveau siècle: la mutation sur le fil d’une société mercantile vers une société du partage, sinon nous allons disparaître corps et bien, pour ne laisser derrière nous que ces tours phalliques que nous ne cessons de dresser contre le ciel, qui tels les statues de l’Ile de Pâques dont la mine étourdie contemple indéfiniment le large, seront les seuls vestiges de notre passage sur cette planète, témoins superbes à travers les âges, de notre arrogance et de notre vanité! LE JOURNALISTE: Aux auditeurs qui nous ont rejoint en cours d’émission, je rappelle que vous suivez l’émission Controverses consacrée à la crise mondiale, vous venez d’entendre l’intervention du professeur Louis Lafleur, célèbre théoricien de la décroissance qui vient de publier un livre polémique dont on a beaucoup parlé ‘Vive la Crise’ aux Editions ‘Cassandre’. Avant de passer la parole à Monsieur Paul Henri René Marsan, le Président du parti ‘Chacun chez soi’ qui piaffe d’impatience de répondre à Lafleur, écoutons d’abord le bulletin d’info de la mi-journée musique du générique, puis bulletin d’info: Consommation. Pas de crise pour les achats en France Les dépenses des ménages ont augmenté de 0,7 % au mois d'avril grâce à la prime à la casse. C'est une spécificité française: la consommation des ménages est un moteur exceptionnel pour notre économie. Et les derniers chiffres de l'Insee, publiés hier, démontrent une fois de plus que même en période de crise, les ménages français consomment. Selon le dernier relevé, la consommation a progressé de 0,7 %. Une hausse qui intervient après une progression de 0,6 % en mars. Inattendue, cette bonne nouvelle a surpris tous les économistes qui tablaient sur une baisse de 0,1 %. ‘Cette résistance confirme néanmoins que les consommateurs français n'ont pas déposé les armes », affirme Marc Touati, économiste chez Global Equities.
SERISSE
DOCUMAP
24
Etats-Unis: Cinq mois après l'entrée à la Maison Blanche du premier président noir, Barack Obama, le Sénat des Etats-Unis a formellement présenté des excuses jeudi 18 juin, au nom du peuple américain, pour ‘l'esclavage et la ségrégation raciale’ envers les Noirs américains. Cette résolution symbolique a été approuvée par acclamation, démocrates et républicains étant largement d'accord sur les termes du texte. Elle intervient à la veille de la célébration annuelle de la fin de l'esclavage aux Etats-Unis en 1865, après la guerre de Sécession. Amérique latine: Au Pérou, Le gouvernement péruvien a fait marche arrière devant la révolte des Indiens en retirant les deux décrets qui accordaient des licences aux compagnies pétrolières pour exploiter des hydro-carbures en Amazonie… Les premiers habitants de la forêt ont bloqué pendant deux mois les routes et les rivières pour protester contre ces décrets, jusqu'à l'escalade du 5 juin dernier. La police avait tiré sur les manifestants, tuant au moins neuf civils, et perdant 24 hommes, certains touchés par des flèches. Selon les leaders indigènes, 30 Indiens ont été tués, mais la police aurait caché leurs corps. Le Président Bolivien Evo Morales a qualifié ce qui s’est passé au Pérou de génocide contre les Indiens. En Afrique, le Sénégal vient de céder à une société agricole chinoise 60 000 hectares pour cultiver du sésame. En échange, les Chinois apprennent aux paysans sénégalais à obtenir deux récoltes de riz par an. Ecologie: En 2006, à l’échelle de la planète, ce sont près de 8 milliards de tonnes de CO2 qui ont été émises dans l’atmosphère du fait des activités humaines. Les Français y ont contribué à hauteur de 6,9 tonnes de CO2 par habitant. Peut "moins" faire ! Fait divers: Un mois après sa mise en vente en France, le laboratoire GlaxoSmithKline indique avoir vendu le médicament pour maigrir Alli (orlistat, 60 mg) à 155.900 personnes, pour une somme totale de 7,7 millions d’euros, rapporte le Parisien. Nathalie Rayan, une jeune américaine de 23 ans a récemment mis en vente sa virginité chez un commissaire priseur, les enchères sont montées jusqu’à 3 millions 800 mille dollars. C’est la fin de ce journal, après le bulletin météo, la suite de l’émission Controverses. LE JOURNALISTE: Nous voici de retour à l’émission controverses consacrée à la crise mondiale, la parole à vous Mr Marsan, trouvez vous réalisable, envisageable ou souhaitable la solution proposés par le Pr Laffleur pour venir à bout de la crise, à savoir sortir de la société de consommation pour une société de partage entre les hommes? … Mr MARSAN: Je trouve à la fois pathétiques et dangereux les propos de Mr Lafleur. C’est quand même incroyable d’entendre un tel plaidoyer pour la misère et le sous-développement sur les ondes d’une radio publique! Nous venons d’assister en direct pendant dix minutes interminables à la condamnation définitive du progrès. Nous avons derrière nous six mille ans d’histoire, nous vivons une époque de découvertes et d’inventions extraordinaires, nous sommes à l’aube d’un nouveau siècle et d’un nouveau millénaire mais il y a toujours assez de fous, de doux dingues et de charlantants dans le monde pour penser qu’on peut encore arrêter le temps. Le train est en marche, Lafleur, et ceux qui ne sont pas à l’heure restent sur le quai c’est comme ça depuis la préhistoire. Tous les hommes et tous les peuples ne sont pas nécessairement faits pour être à l’avant-garde du progrès. C’est ainsi, il n’y a pas à le déplorer ni à se répandre en considérations morales comme vous tentez de l’imposer avec votre binôme manichéen du bon sauvage et de l’horrible civilisé. C’est du resucé Lafleur, essayez de vous renouveler, oubliez Montaigne et Rousseau, marchez au pas du siècle. Nous vivons une époque merveilleuse, cybernétique, l’information circule sans entraves en emprutant tous les canaux du multimédia, la science et le savoir n’ont jamais étés aussi bon marché, le numérique a mis la technologie à la portée de toutes les bourses, les cartes sont rebattus Lafleur, tous les hommes et c’est une première dans l’histoire possèdent aujourd’hui une égalité des chances. De nouveaux empires naissent sous nos yeux, d’autres vacillent et sombrent dans la nuit. Chers auditeurs, les abîmes nous tendent les mains si nous suivons les théories climatistes et défaitistes de Lafleur et des Bobos bien pensant qui nous coupent l’appétit depuis des années. Les Chinois, les Indiens, les Brésiliens, les Russes et les Iraniens ne rêvent que de ça pour nous piquer notre place… Il faut préserver ‘la merveilleuse nature’ nous dit Lafleur, contre l’action néfaste de l’homme, mais surtout de l’homme occidental dont l’arrogante prospérité menace la Terre de cataclysmes dignes de l’Ancien Testament.
SERISSE
DOCUMAP
25
Le souffle lyrique de Lafleur masque mal son projet, le procès inquisitorial de l’homme occidental, qu’il faut désormais -c’est très à la mode - accabler de tous les maux. Le mal c’est vous chers auditeurs, c’est vous, c’est moi, ce sont tous ceux qui mangent à leurs faim qui se trouvent aujourd’hui traînés dans le box. Nous avons le tort impardonnable d’être dans le wagon de tête du train qui mène le monde… Après avoir sali et dénaturé notre Histoire vue comme une épopée barbare de massacres et de pillages à travers le monde, les procureurs de l’Occident s’attaquent maintenant à notre mode de vie, c’est-à-dire aux bases mêmes de notre culture. C’est La Civilisation elle-même qui est ici attaquée au profit d’un Tiers Monde fantasmé. On déifie une nature sauvage en oubliant que c’est contre la nature que l’homme s’est hissé au dessus de la condition animale. En la pliant cette nature à son bon vouloir. On dénonce le commerce et le marché en nous faisant miroiter une société du partage qui n’a jamais existé sur la Terre… Depuis la haute Antiquité les hommes commercent et vivent d’échanges entre eux, c’est ce qui a permis aux sociétés organisées de créer de la richesse et du bien-être… à l’homme de vaincre la fatalité et la loi des éléments, de dompter la nature menaçante et se construire des abris sûrs…de venir à bout des fatalités liées à la famine et aux maladies… de permettre aux hommes d’aujourd’hui d’avoir une espérance de vie deux fois supérieure à celle de nos aïeuls… Et aujourd’hui qu’est-ce qu’on nous sérine à longueur de journée? Que ce formidable acquis de la civilisation ne serait que régression et décadence. Faut-il au profit de je ne sais quelles lunes retourner à l’âge de la pierre ? Vivre comme des Africains dont l’espérance de vie dépasse rarement 40 ans… Sur un continent où un homme sur trois meurt à la naissance,? Où les solidarités claniques - dont Lafleur se fait le chantre -ont empêché l’émergence des nations, où le Sida ravage des contrées entières… Où les hommes sont en butte à l’hostilité de la nature sauvage sans qu’ils puissent lui opposer un quelconque remède, une quelconque technologie ! Si les Africains préfèrent la sieste à la vie active, Inch’Allah ce sont leurs oignons. Si les Indiens d’Amazonie préfèrent la jungle à la ville, c’est très bien, que bien leur fasse. Après tout on ne va pas forcer les Indiens à s’habiller… à s’instruire… à se soigner… à commercer avec le monde. Non mais c’est vrai, le gouvernement péruvien a raison de reculer, ils ne vont quand même pas développer les Indiens de force, au prix d’une guerre, avec le risque en prime d’être accusé par le Tupac Amaru de Bolivie d’avoir commis un génocide contre les Indigènes!... Lafleur et les misérables qu’il défend, à défaut de se mettre à l’heure du monde en sont venus à maudire la richesse et la prospérité. Riche égale mauvais! Riche égale coupable. Voici le procès stalinien qu’on nous intente. De ce coté-ci de la fourchette comme dit Lafleur, dès qu’un homme riche approche la fourchette de sa bouche la main tremble; il se met à fixer la motte de riz qu’il s’apprête à avaler et cherche alentour si quelqu’un peut le rassurer. Ce riz n’est-il pas trop bon pour être honnête? Combien de marais a-t-il asséché pour être aussi délicieux? N’est-il pas responsable ce riz de la misère dans le monde? Combien de grains sur cette fournée reviennent au paysan du sud qui l’a cultivé? Est-ce du riz naturel? Cultivé sans pesticides, sans engrais chimiques, sans colorants, décolorants, conservateurs, adjuvants, combien de sous ai-je donné à ‘Action contre la faim’, combien à l’ Unicef pour s’occuper des enfants dans le monde – Mais on s’en fout des enfants patate, mange, mets toi bien plein la gueule c’est comme ça depuis la nuit des temps, il y a ceux qui mangent et les autres. Mange et fout leur un doigt d’honneur aux pauvres, aux noirs, aux gamins, aux paysans d’on ne sais sous quels tropiques. Au dernier des Mohicans qui sarcle à la houe des champs des coca dans les Andes, ben qu’il crève il l’a cherché! Allons nous tous nous mettre à manger du Quinoa pour sauver de l’extinction un peuple éteint depuis des siècles? Devons nous tous pour sauver la planète porter des ponchos en laine de Lama cousus à la main? A la main, vous imaginez au XXIè siècle! Mais qu’est-ce qu’ils ont contre la machine les Mohicans? Laisse moi te dire Sitting Bull, tu ne peux rien contre la machine, rien du tout. Toute cette rage que tu ne cesse de sécréter contre la machine ce n’est que du beurre, vieille peau! Tu m’entends Sitting, de la graisse, du fuel pour la machine car elle carbure à ça la machine maintenant. A toutes vapeurs à la rage, la tienne, aux pleurs, aux plaintes des Indiens Aymaras, aux cris d’orfraie devant le recul de la forêt, aux peurs primales de la fin des temps, à la mauvaise conscience des bourgeois bohèmes, autant de marchés prometteurs, autant de causes et des slogans porteurs dont elle raffole la bête. Ta haine et ta hargne ravissent les marchands Cochise. Tu peux crever, Jo l’Indien. Il n’y a pas assez de place à table pour tout le monde, alors remballe tes pipeaux, ton banjo, ton miel de montagne et tes ponchos bariolés, c’est sympa mais très laid, va chanter Guantanamera sur le lac Titicaca ou dans le désert d’Atacama où tu veux mais de grâce laisse nous manger en paix!... Tu peux crier tant que tu veux Lafleur, la machine est lancée. Mets tes pendule à l’heure mon vieux, le marchand n’est plus le vil trafiquant qu’hier encore tu pouvais mépriser. Aujourd’hui c’est lui le Boss. C’est lui le maître des voiles.
SERISSE
DOCUMAP
26
Il souffle et tu tournes. Tu tournes pour lui. C’est fini le commerce de papa Lafleur, le marchand chef n’écoule plus de la vile camelote mais du prêt à penser. C’est un leader d’opinion qui lance les idées à la mode. C’est lui le vent qui tourne ton moulin. A ta santé Lafleur, au succès de ton livre, au marché de l’édition… clac Lopakhine arrête la radio…
IN BIJLAGE: column door Luuk van Middelaar Ni hao in Afrika over de rol van China in Afrika met verwijzing naar het boek La Chinafrique. Pékin à la conquête du continet noir (2008) Knack – 24 juni 2009
SERISSE
DOCUMAP
27
SERISSE
DOCUMAP
28
7. WE DELEN DE WERELD, WE DELEN DE PROBLEMEN ’t ARSENAAL biedt een venster op de wereld. Voor SERISSE slaan ’t ARSENAAL en FOTTI de handen in mekaar. Een groep wereldburgers staat samen stil bij hoe de wereld evolueert, bij globalisering, kapitalisme, liberalisme… wat de gevolgen zijn en welk toekomstbeeld we hebben en zouden willen. Zowel in Senegal als in België werden straatinterviews afgenomen, wat resulteerde in een collage van wereldbeelden uit Noord en Zuid. We delen de wereld en ook elkaars problemen. Of althans dat zouden we moeten doen. Daarom dat we hier ook aandacht besteden aan de Millenniumdoelstellingen en aan organisaties en verenigingen die zich inzetten voor een betere wereld voor iedereen.
INTERVIEWS IN SENEGAL & BELGIË Tijdens de interviews in juni in Senegal en in september in België, werden steeds dezelfde vragen gesteld: Vertel over je jeugd. Wat heeft je getekend of beïnvloed, in positieve en/of negatieve zin? Vind je dat de wereld erg veranderd is? Wat is er ten goede veranderd? Wat is er ten kwade veranderd? Hoe zie je de toekomst? Wat betekent het om arm te zijn? Om rijk te zijn? Als je voor één dag baas over de wereld zou zijn, wat zou je dan doen?
In Senegal bleken onderwijs voor iedereen en de bestrijding van de armoede twee streefdoelen die hoog op het verlanglijstje staan. In België wil men zich vooral inzetten voor een beter milieu en een duurzamere wereld en voor een harmonieuze, multiculturele samenleving. De oudere generatie vond het leven vroeger beter. Men had misschien minder maar was ook met minder tevreden. Er was meer sociaal contact en samenhorigheid en men toonde meer respect voor mekaar. Hoewel de jongeren dat laatste graag tegenspreken. Voor armoede en rijkdom telt voor de meeste mensen het cliché dat geld niet gelukkig maakt, dat een goede gezondheid veel meer waard is, maar iedereen is het er wel over eens dat een minimum aan middelen nodig is om goed te kunnen leven. Over de toekomst en de evolutie van de wereld zijn de meningen erg verdeeld. Iedereen is het erover eens dat het er niet eenvoudiger of makkelijker zal op worden. Maar sommigen vinden de toekomst een uitdaging en blijven positief, zijn hoopvol, anderen hebben een vrij negatief toekomstbeeld. Zowel bij jongeren als ouderen en als bij Senegalezen en Belgen waren de meningen erg divers en niet aan leeftijd of afkomst gebonden.
SERISSE
DOCUMAP
29
Straatinterviews in Senegal © Stef Depover
SERISSE
DOCUMAP
30
GLOBALISERING Onlangs werden eerstejaarsstudenten van een universiteit gevraagd wat zij onder globalisering verstaan. Slechts een klein percentage kon de term globalisering definiëren. Het woord globalisering wordt vaak gebruikt maar de term definiëren blijkt niet zo evident. Wat houdt globalisering in?
Een kijkje op www.encyclo.nl levert de volgende definities op: 1)
Feit dat steeds meer landen en regio`s worden betrokken in de internationale handel. gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/NL/Globalisering
2)
Houdt in dat de industriële productie zich steeds meer over de wereld verspreidt. Dit komt vooral tot uiting in de stijging van de industriële exporten uit de lage loonlanden naar de OESO-landen. gevonden op http://www.xs4all.nl/~mkalk/begrip13.htm
3)
Dit is hetzelfde als internationalisering. Maar bij globalisering gaat het vooral om de samenhang die er is ontstaan tussen bedrijven en instellingen die over de wereld verspreid zijn. gevonden op http://www.digischool.nl/ak/onderbouw-vm
4)
De ontwikkeling waarbij bedrijven op het gebied van productie, afzet en communicatie steeds meer op internationaal niveau opereren. gevonden op http://www.economische-begrippen.nl/ghi
5)
Bedrijven zien steeds meer de hele wereld als hun werkterrein. gevonden op http://www.digischool.nl/ak/onderbouw-vm
6)
Synoniem: mondialisering Uitleg: ontwikkeling van een samenleving op wereldniveau op ecologisch, economisch, politiek, sociaal en/of cultureel gebied. Zie ook: internationale samenwerking. gevonden op http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/glo
7)
Het proces dat steeds meer landen deel uit maken van de wereldhandel. Steeds meer landen gaan dingen produceren die ze later weer verhandelen en in een ander land op de markt brengen. Het grootste handel land was altijd Amerika, maar China verhandelt tegenwoordig steeds meer en steeds betere producten. gevonden op http://www.woorden-boek.nl/?woord=global
8)
Ook wel mondialisering genoemd. Globalisering is de term waarmee de tendens wordt bedoeld dat sociale interactie boven de nationale grenzen aan het uitstijgen is. Mondiaal gezien is er een toename in de omvang van een aantal belangrijke stromen: die van mensen, goederen, geld en informatie. gevonden op http://www2.fmg.uva.nl/encyclopedie_antr
9)
Gans de wereld omspannende en beïnvloedende activiteiten, het wegvallen van grenzen als hinderpalen voor de verbreiding van activiteiten en invloeden, alsmede de verplaatsing van activiteiten naar de lage-loonlanden. gevonden op http://www.encyclo.nl/aangedragen.php
SERISSE
DOCUMAP
31
10) Globalisering is sinds het einde van de 20ste eeuw een van de meest besproken en slechtst gedefinieerde begrippen. Globalisering duidt op het openstellen van grenzen tussen landen waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen. Globalisering kwam in recente tijd in een versnelling door de mogelijkheden van communicatiemiddelen en transport, en door afspraken zoals in de WTO. gevonden op http://www.amnesty.nl/encyclopedie_lemma
Op deze definitie, te lezen op de site van Amnesty International, wilden we wel dieper ingaan: Globalisering is sinds het einde van de 20ste eeuw een van de meest besproken en slechtst gedefinieerde begrippen. Globalisering duidt op het openstellen van grenzen tussen landen waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen. Globalisering kwam in recente tijd in een versnelling door de mogelijkheden van communicatiemiddelen en transport, en door afspraken zoals in de WTO. Globalisering heeft zowel voordelen en nadelen. De nadelen zijn bijv. dat werkgelegenheid wegtrekt naar landen met het laagste inkomen, werknemers machteloos worden tegenover multinationale ondernemingen, grootschalig transport het milieu vervuilt en de macht van burgers en nationale regeringen krimpt. Voordelen zijn bijv. economische groei, het afbreken van onrechtvaardige tariefheffingen, werkgelegenheid in landen waar daaraan eerder een gebrek was, democratisering door het openstellen van grenzen en de uitwisseling van informatie via moderne informatietechnologie. De mensenrechten zijn in beginsel gebaat bij een proces van globalisering, omdat mensenrechten worden gegarandeerd door een 'globaal', wereldwijd rechtsstelsel (universaliteit). Maar de voordelen voor mensenrechten, inclusief de sociaal-economische rechten, doen zich alleen voor als misbruik van economische en politieke macht aan banden wordt gelegd door afdwingbare internationale regels. De WTO stelt uitdrukkelijk het opstellen en handhaven van dergelijke regelingen als doel. Het verzet tegen 'globalisering' komt van vele kanten: aan demonstraties nemen vaak zowel extreemlinkse als extreemrechtse groepen deel. Politiegeweld dat tegen deze demonstraties werd ingezet, bijv. rond bijeenkomsten van de WTO, heeft in een aantal gevallen geleid tot willekeurige arrestaties, mishandeling en de dood van demonstranten. Het middel bij uitstek om ervoor te zorgen dat globalisering zo veel mogelijk voordelige effecten heeft is transnationaal bestuur (transnational governance). Een dergelijk bestuur of toezicht gaat uit van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Internationale Kamer van Koophandel, de mensenrechtenbeweging waarvan Amnesty International deel uitmaakt, en nog zo'n 10.000 andere organisaties. Soms is dat bestuur dwingend (zoals in EU-voorschriften), veel vaker gaat het om het vrijwillig onderwerpen aan een vorm van toezicht (zoals door mensenrechtenrapporteurs). Amnesty heeft geen standpunt over globalisering als zodanig. De organisatie streeft naar het verbreiden van de boodschap van mensenrechten over alle grenzen. Amnesty streeft naar een 'globalisering' van het recht en de berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen. Amnesty komt in actie als bepaalde economische en politieke ontwikkeling een directe bedreiging vormen voor mensenrechten, zoals door kwalijke arbeidsomstandigheden. Bijvoorbeeld voor Mexicaanse vrouwen die gaan werken in afgelegen fabrieken, waar ze een iets beter loon krijgen dan in hun dorp maar ook bloot staan aan dreigingen en geweld. Of voor heel jonge Chinese werknemers in exportfirma's die worden bedreigd door ziekte, slaag en uitputting.
SERISSE
DOCUMAP
32
MILLENNIUMDOELSTELLINGEN Naar aanleiding van De Kersentuin en SERISSE staan we stil bij het feit hoe je leven afhankelijk is van waar je geboren wordt. En vragen we ons af hoe we moeten omgaan met een snel veranderende wereld, liberalisering, globalisering, migratie... 8 Millenniumdoelstellingen moeten ons bewust maken van de ongelijkheid in de wereld en moeten ervoor zorgen dat alle kinderen en hun families in 2015 in een betere wereld leven.
Deze 8 Millenniumdoelstellingen zijn:
Het uitbannen van armoede en honger Het bereiken van een universele basiseducatie Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen Kindersterfte tegengaan Het tegengaan van moedersterfte Het uitbannen van HIV/AIDS, malaria en andere ziekten Bescherming van het milieu, iedereen schoon drinkwater en minder mensen in sloppenwijken Het ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling
Enkele cijfers over Senegal (bron: www.wereldsolidariteit.be):
Senegal telt ongeveer 2 miljoen meer inwoners dan België maar is 6,5 keer zo groot. Als er in België op 1000 kinderen 5 sterven, dan zijn dat er in Senegal 25 x zoveel. In België is 99% van de volwassenen geletterd, in Senegal is dat slechts 39%, 61% is analfabeet. Gemiddelde levensverwachting in België: 78,8 jaar, in Senegal: 62,3 jaar. Plaats op de ontwikkelingsindex: 17 op 177 voor België, 156 op 177 voor Senegal...
Op de volgende sites kan je interessante verhalen lezen (o.a. van muzikant Gerry De Mol in Senegal; Gerry maakte samen met Michael De Cock en Younouss Diallo FEBAR, over bootvluchtelingen) en kan je je informeren over belangrijke projecten om Senegal (en andere landen, ook initiatieven voor armoedebestrijding in eigen land) te steunen:
www.wereldsolidariteit.be www.vredeseilanden.be www.oww.be (Oxfam-Wereldwinkels) www.millenniumdoelstellingen.be www.atd-vierdewereld.be (NGO voor armoedebestrijding)
SERISSE
DOCUMAP
33
SERISSE © Stef Depover
SERISSE
DOCUMAP
34
8. WE DELEN ELKAARS VERBEELDING SERISSE is een creatie van ’t ARSENAAL & FOTTI in coproductie met L’ANCRE en Wereldculturencentrum Zuiderpershuis. Met de steun van Africalia, les Centres culturels régionaux de Kaolack (CCRK) en de Ziguinchor (CCRZ), de Vlaamse overheid, provincie Antwerpen, Ministère de la Culture du Sénégal, Talaata asbl, l'Organisation Internationale de la Francophonie (OIF), Wallonie Bruxelles International (WBI)
SERISSE – CREDITS vrij naar met teksten van regie dramaturgisch advies
Anton Tsjechov Wouter Hillaert en Dorcy Rugamba Michael De Cock en Younouss Diallo Olivier Hespel
spel
Mamadou Abdoulaye Diatta (Sy Le Maire), Yaya Guisse, Elhadji Abdourahmane Ndiaye (Kabila), Adjia Fana Diouf, Idrissa Mbengue (Idy), Fatou Hane, Luc Springuel, Isabelle Urbain en Rudi Genbrugge
muziek, film en montage vormgeving, interviews en film lichtontwerp kostuums geluid en video licht technische assistentie decor boventiteling vertalingen productie-assistentie
Rudi Genbrugge Stef Depover Felix Goossens Anna Seniow Dieter Lambrechts Bas Banen Ameth Sow technische ploeg ’t ARSENAAL en Ameth Sow (o.l.v. Felix Goossens) Marjolijn Hectors en Inge Geens Willy De Cock en Olivier Hespel Inge Geens
met dank aan…
Katholieke Hogeschool Mechelen (KHM), Planckendael en allen die aan de interviews meewerkten
SERISSE – SPEELDATA EN PRAKTISCHE INFO SPEELDATA IN 't ARSENAAL WO 23 (première) + DO 24 (inleiding om 19u30 + nabespreking) + VR 25 + ZA 26 SEPTEMBER telkens om 20u15 info/tickets: www.tarsenaal.be OP REIS IN VLAANDEREN: DO 1 T/M ZA 17 OKTOBER speellijst: www.tarsenaal.be OP REIS IN SENEGAL: 2010
SERISSE
DOCUMAP
35
SERISSE
DOCUMAP
36