2015 -‐ 2016
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2015/ 2016. Jaarlijks wordt deze gids uitgereikt aan alle ouders van onze leerlingen en ter informatie aan ouders die een passende basisschool zoeken voor hun kind. Wij beschrijven wat we doen; waar we voor staan; wat we willen bereiken en hoe we dat allemaal proberen te realiseren.
De gids is verdeeld in twee delen: ALGEMEEN DEEL: hierin vindt u o.a. informatie betreffende identiteit, visie, werkwijze, methoden. PRAKTISCH DEEL: waarin informatie staat betreffende roosters, afspraken, groepsindeling etc.
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
1
Inhoudsopgave:
2
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Katholieke Jenaplanbasisschool De Wiekslag Dwarswijk 346 9202 CA Drachten Telefoonnummer : (0512) 51 98 90 E-mail :
[email protected] Website : www.jpbsdewiekslag.nl De school is onderdeel van De Bisschop Möller Stichting. In deze stichting werken 31 katholieke basisscholen samen. Adres: Archipelweg 135, 8921 VX Leeuwarden Telefoon: 058- 8700078 GESCHIEDENIS SCHOOL /SITUERING De Wiekslag is gelegen in de wijk De Wiken in Drachten. De school is opgericht in 1968 en is in 1969 gaan werken volgens de principes van het Jenaplanonderwijs. Nadat de oude school in 1986 in rook is opgegaan, is er in samenwerking met het bestuur, team en ouders een nieuw gebouw ontworpen waar wij nu nog steeds gebruik van maken. De meeste leerlingen van onze school komen uit bovengenoemde wijk. Wij werken samen met de brede school De Wiken als het gaat om naschoolse opvang en gebruik van de gymzaal. NAAM EN LOGO De naam “Wiekslag” symboliseert de eerste vleugelslag, de eerste stap om de wereld te gaan verkennen. De vertrouwde thuisomgeving wordt uitgebreid met de (school)omgeving.
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
3
SCHOOLGROOTTE De Wiekslag is een basisschool met gemiddeld ongeveer 130 leerlingen. Zij zijn verdeeld over 6 stamgroepen. Twee kleuterbouwgroepen, twee middenbouwgroepen en twee bovenbouwgroepen. IDENTITEIT Onze katholieke levensvisie geeft richting aan onze kijk op het kind, het onderwijs en de maatschappij. De pedagogische visie, gebaseerd op het denken van Peter Petersen, geven aan hoe wij ons onderwijs gestalte willen geven. Deze zijn verwoord in de basisprincipes van het jenaplanonderwijs (zie bijlage 1) MISSIE Wij zijn een katholieke jenaplanschool. Voor ons staat de opvoeding en de relatie met het kind centraal. Dit doen we vanuit een katholieke achtergrond. We staan open voor iedereen die onze basisprincipes respecteert. “SAMEN UNIEK”. Visie op het kind Uitgangspunten: Ø Elk kind is uniek met eigen waarde en waardigheid; Ø Elk kind heeft recht om een eigen identiteit te ontwikkelen. Dit wordt gekenmerkt door: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, kritisch bewustzijn en creativiteit; Ø Elk kind moet zijn talenten kunnen ontwikkelen, binnen de ruimte die school kan bieden; Ø Elk kind wordt beoordeeld naar eigen ontwikkeling. Visie op mens en maatschappij Uitgangspunten: Ø Wij werken aan een samenleving waarin we rechtvaardig, vreedzaam en constructief omgaan met verschillen en veranderingen; Ø Wij hebben respect voor de medemens, ongeacht geloof, afkomst, geaardheid en geslacht; 4
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Visie op onderwijs Uitgangspunten: Ø Het onderwijs sluit aan bij de behoefte die kinderen hebben om de wereld in de ruimste zin van het woord te ontdekken; Ø Alle aspecten van hun ontwikkeling, zoals de verstandelijke-, de emotionele-, de motorische-, de sociale en de creatieve ontwikkeling komen aan bod; Ø De leerstof ontlenen wij aan methodes en de leef- en belevingswereld van kinderen. HET PEDAGOGISCH KLIMAAT Om het kind optimaal te laten ontwikkelen is het noodzakelijk dat er een goede kindgerichte sfeer is. Kinderen leren vanuit welbevinden. Het is van belang dat het kind vertrouwen heeft in zichzelf en een positief zelfbeeld ontwikkelt. Vanuit dit vertrouwen zal een kind kunnen samenwerken en anderen kunnen respecteren. Om een goede kindgerichte sfeer te creëren waarin een kind zich veilig voelt, vinden wij het belangrijk dat: Ø Er duidelijkheid is (bijv. over de lesstof, dag- en weektaken, gedragsregels enz.); Ø Er een sfeer heerst waarin fouten gemaakt mogen worden (o.a. het aantal goede antwoorden wordt beoordeeld); Ø Ee resultaten regelmatig met de kinderen worden besproken; Ø Het kind succeservaringen kan opdoen; Ø We gaan uit van verschillen tussen kinderen (wat betreft gedrag, hoeveelheid werk, tempo en moeilijkheidsgraad); Ø De lesinhoud door de kinderen en stamgroepsleider als zinvol wordt ervaren; Ø Het kind belangrijk gevonden wordt (taken en verantwoording geven, enz.); Ø Er duidelijke gedragsregels zijn; kinderen maken deel uit van een grotere gemeenschap en moeten op elkaar een stimulerende invloed hebben. Regels hebben de Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
5
functie om samenleven mogelijk te maken. Belangrijk is dat kinderen betrokken worden bij het opstellen van regels. We hebben gekozen voor de werkwijze van de Kanjertraining om ons hierin te ondersteunen. De Kanjertraining gaat uit van vijf principes: Ø We vertrouwen elkaar; Ø We helpen elkaar; Ø Niemand speelt de baas; Ø Niemand lacht uit; Ø Niemand doet zielig. De kern van de Kanjertraining is de lessen. De stamgroepsleiders geven elke week een les uit de methode. De lessen zijn een belangrijk hulpmiddel. BASISREGEL OP SCHOOL: “Doe niets wat een ander stoort…” ONGEWENST GEDRAG Onder ongewenst gedrag verstaan wij gedrag dat storend is voor anderen en komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en dat wij op onze school serieus aan willen pakken. We hebben als school hier afspraken over gemaakt. Ø De stamgroepsleider spreekt het kind op zijn gedrag aan. Ø De stamgroepsleider meldt/ bespreekt het ongewenste gedrag met de ouders/ verzorgers. Ø Ouders en stamgroepsleider proberen samen tot een oplossing te komen. Ø Wanneer zij er niet uitkomen, vindt er overleg met de directie plaats. Ø De stamgroepsleider en/ of ouders kunnen desgewenst om ondersteuning en hulp vragen. Blijft het ongewenste gedrag bestaan, dan kan de directeur overgaan tot schorsing en / of verwijdering. Wij hanteren de procedure van de bond katholiek primair onderwijs (bond KBO). 6
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE Actief burgerschap en sociale integratie oftewel burgerschapsvorming is geen apart schoolvak maar maakt deel uit van het pedagogisch klimaat. Leerlingen worden uitgedaagd om na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Bij burgerschap gaat het om de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap én daar, actief, een bijdrage aan te leveren. Ook als ‘kleine burger’ moet je je betrokken voelen bij- en verantwoordelijk zijn voor de maatschappij. De betrokkenheid en verantwoordelijkheid die je voor de gemeenschap voelt, zijn een deel van je identiteitsontwikkeling. De ontwikkeling van burgerschap krijgt wekelijks aandacht in de lessen van de kanjertraining. Verder is het verweven in ons totale onderwijs en komt naar voren in wereldoriëntatie, tijdens weekopeningen, vieringen, presentaties van thema’s, activiteiten in heterogene groepen, schoolkamp, deelname aan projecten/activiteiten in de buurt, één keer per twee jaar een thema rondom een goed doel en kringgesprekken met verschillende onderwerpen in elke groep. Op deze manier leveren wij een doelgerichte bijdrage aan het vergroten van het verantwoordelijkheidsgevoel van kinderen en aan het op een goede manier omgaan met elkaar. DE ONDERWIJSKUNDIGE AANPAK Wij zijn een jenaplanschool, daarin is opvoeding belangrijk. Het onderwijs in onze school is gericht op de opvoeding van de kinderen en is daarom veel meer dan alleen het leren van lezen, schrijven, taal, rekenen en wereldoriëntatie. Wij werken daarom in stamgroepen. Ons onderwijs moet meerwaarde leveren met name voor zaken als normen en waarden, verantwoordelijkheid dragen, (samen)werken, vieren, praten en spelen. Petersen koos gesprek, spel, werk en viering als uitgangspunten voor zijn onderwijs. Door aan die basisactiviteiten deel te nemen groeit het kind op tot een actief lid van de menselijke samenleving. Het zijn activiteiten die voor elke menselijke samenleving kenmerkend zijn. De overgang van school naar het buitenschoolse leven kan zo een Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
7
vloeiende lijn zijn. Petersen heeft gezegd dat in een school heel zorgzaam moet worden omgegaan met woorden. De school moet een oase van rust zijn. Dan alleen kan een kind zich concentreren, kan het nadenken, overwegen en rustig samenwerken. Waar gesproken wordt, gebeurt dat doelgericht. Het doel is overleg, elkaar leren kennen, ervaringen uitwisselen, elkaar van zorgen deelgenoot maken. Hieronder volgt een korte omschrijving van het werken in de kleuterbouw, want naast het gebruik van de methode Schatkist, werken zij volgens de Basisontwikkeling en geven zij gestalte aan het opbrengstgericht werken. De doelen van Basisontwikkeling bestaan uit drie gebieden die een sterke onderlinge samenhang vertonen met elkaar. Ø De basiskenmerken, de spil. Zelfvertrouwen, vrij van emotionele belemmeringen, positief zelfbeeld, nieuwsgierig, onderzoekend zijn. Ø
De brede ontwikkeling, het binnenwerk Actief zijn, initiatief nemen en plannen maken, communiceren en taal, samen spelen en samen werken, verkennen van de wereld, uiten en vormgeven van het voorstellingsvermogen.
Ø
De specifieke kennis en vaardigheden, de buitenring Waarnemen en ordenen, motorische vaardigheden, woorden en begrippen, sociale vaardigheden, gereedschappen en technieken, schematiseren, hoeveelheden en bewerkingen, geschreven en gedrukte taal.
De stamgroepsleider neemt in alle groepen 1 t/m 8 een centrale plaats in binnen dit proces. Zij zorgt ervoor dat de ontwikkelingsprocessen tot stand komen. De rol bestaat uit: creëren van een pedagogische basis, waarin interacties met leerlingen een belangrijke rol spelen. Vanuit de methoden gecombineerd met de belevingswereld van het kind. Het ontwerpen van een activiteitenaanbod dat aansluit bij de 8
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
ontwikkeling en het leren van de kinderen. Dit wordt geborgd in een ritmisch weekrooster waarin de pijlers gesprek, spel, werk en viering steeds terugkomen. Door zorg op maat te bieden en een goede registratie van gegevens kunnen we goed inspelen op de ontwikkeling van onze kinderen.
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
9
VAK- en VORMINGSGEBIEDEN Bewegingsonder wijs
groep 1 en 2
In speellokaal
groep 3 t/m 8
In gymzaal brede school De Wiken
Rekenen
groep 3 t/m 8
Methode: Alles Telt
Taal
groep 1/2 groep 3 t /m 8
Lezen
groep 1/2 groep 3
Thematisch Schatkist Methode: Taal op Maat 2010 Spelling Taaljournaal Thematisch Schatkist Methode: Veilig leren lezen
Voortgezet lezen
groep 1/2 groep 4 t/m 8
Thematisch Schatkist Estafette
Begrijpend lezen
groep 4 t /m 8
Methode: Tekst verwerken 2010
Schrijven
groep 3 t/m 8
Methode: Pennenstreken
Engels Wereldoriëntatie
groep 6 t/m 8 groep 1 t /m 8
Methode: Let’s do it 2010 Thematisch
Topo
groep 6 t/m 8
Methode: Agteres Praktijklessen verkeerstuin
Verkeer Sociale redzaamheid
groep 7 groep 1 t/m 8
Methode: Verkeers Educatie Lijn VVN Kanjertraining
Bevordering groep 1 t/m 8 gezond gedrag Maatschappelijke verhoudingen Staatsinrichting en Geestelijke Stromingen Tekenen en groep 1 t/m 8 Handenarbeid Muziek
10
Thematisch WO Onderwerpen in dit vakgebied komen aan de orde bij WO Aan de hand van een thema Het bronnenboek Eigen Wijs
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
URENTABEL 2015-2016
groep
1
Levensbeschouwelijke vorming Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Wiskundige oriëntatie groep 1-2
2
12.30
13
Taalontwikkeling groep
47.45
48
Taal
3
4a5a 4c-5c
6a7a8a
6b7b8b
27
17
17
30
30
Dag- en weekopening
2
2
2
2
2
Lezen
7
3
3
5
5
6
6
3
3
4
4
3
3
2
2
6
6
8
8
3
3
Niveaulezen,estafette, duo Begrijpend lezen Schrijven
4
Spellen Fries Engels Rekenen/wiskunde Wereldoriëntatie W.O. sociale vorming
5
5
Beeldende vorming Muzikale vorming Bewegingsonderwijs Fruit/pauze Urentotaal per week
19
20
20
20
20
9
9
9
7
7
6
6
6
2
2
5
5
5
6
6
1
1
1
9
9
9
1
1
24
24
11
9
5
5
4
5
5
5
5
22 24 24 1/4 1/2 1/2
24 1/2
24 1/2
26 3/4
26 3/4
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
11
ACTIVITEITEN TER VERBETERING VAN HET ONDERWIJS In het schooljaar 2014-2015 heeft de school gewerkt aan: Ø De methode KWeC is ingevoerd om het spellingonderwijs te ondersteunen. Ø Er is een nieuw rapport ingevoerd. Ø De jenaplanscholing was gericht op rapportage, kringgesprekken, burgerschap, verschillende leerstijlen en spel en viering. De jenaplanscholing leidt de teamleden op voor het jenaplancertificaat. Ø Het opbrengstgericht werken is een centraal thema tijdens groepsbesprekingen en teamvergaderingen. Net als het evalueren en optimaliseren van de schoolafspraken m.b.t. zelfstandig werken en het gebruik van het directe instructiemodel. Ø Samen met de bewoners van het zorgcentrum hebben de kleuters maandelijks volop bewegingsspelletjes gedaan. We hebben initiatief genomen voor het vijverfeest in de wijk en de school heeft meegedaan aan de 8 van Drachten in het kader van bewegen is gezond. Tijdens de vastentijd hebben we iedereen een “glimlach “bezorgd door iets te doen voor een ander. Ø We hebben meegedaan aan het project “Schoolfruit”. Ø Er is veel gegeven voor het goede doel; de voedselbank. Ø Met een enthousiaste groep ouders zijn de PR activiteiten uitgebreid. Ø Bewegingsspelletjes in de pauzes. Ø Vanuit W.O. thema’s meer de wereld om ons heen “in huis halen”. De plannen voor komend schooljaar zijn: Ø Jenaplanconcept uitbreiden Ø Werken aan coöperatieve werkvormen Ø Toetsen analyseren Ø Verkenning van het continurooster Ø Ontwikkelen van een taalsterke school Ø Gezonde School Ø Inzet expressie vakken 12
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
LEERPLICHT EN VERLOF Leerlingen vanaf 5 jaar zijn leerplichtig. Leerlingen van 4 jaar zijn nog niet leerplichtig, maar voor een ononderbroken ontwikkeling is het gewenst, dat de 4 jarige regelmatig en volgens de aangegeven tijden naar school gaat. Voor alle leerlingen geldt: Bij verlof dient er eerst een aanvraagformulier aangevraagd en ingevuld te worden (te verkrijgen bij de directeur). Een verzoek om vakantieverlof dient minimaal 2 maanden van tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Een vakantieaanvraag zonder werkgeversverklaring kan niet in behandeling worden genomen. Verlof kan worden verleend indien: Ø Wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan; Ø Een werkgeversverklaring wordt voorgelegd waaruit blijkt dat geen verlof tijdens de officiële schoolvakanties mogelijk is. Vakantieverlof mag: Ø Eenmaal per schooljaar worden verleend Ø Mag niet langer duren dan 10 schooldagen Ø Mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar Te laat komen Het gebeurt wel eens dat kinderen te laat komen. Meestal kunnen de kinderen daar niets aan doen. Het is echter vervelend, zowel voor de leerling als voor de leerkracht. Te laat komen verstoort het onderwijsproces. Wij vragen u uw kind(eren) op tijd naar school te sturen of te brengen. Dit geldt zowel voor de ochtend als de middag. Als uw kind structureel te laat komt, zal de stamgroepsleider u er op wijzen. Mocht(en) uw kind(eren) daarna toch te laat komen, dan zijn wij genoodzaakt melding te maken bij de leerplichtambtenaar. Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
13
ZORGVERBREDING EN INTERNE BEGELEIDING Vanuit de visie van onze school hebben wij onze leerlingenzorg vorm gegeven. We stellen daarbij het “omgaan met verschillen” centraal . De principes van het jenaplanonderwijs staan daarbij aan de basis. We willen optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor ieder kind. Doordat de zorg in de eigen stamgroep plaatsvindt, werken we toe naar een positief leef-, leer- en werkklimaat voor zowel de kinderen, de stamgroepsleiders en de ouders. Onze leerlingenzorg beperkt zich niet alleen tot kinderen met leer- en ontwikkelingsachterstanden, maar we willen ook oog hebben voor het meer begaafde kind en attent zijn op verbale en nonverbale gevoelsuitingen van kinderen. De intern begeleider heeft als taak de leerlingenzorg te coördineren en te bewaken. Dit houdt in dat zij de vorderingen van de kinderen in de gaten houdt en stamgroepsleiders adviseert hoe zij kinderen extra hulp kunnen bieden. De intern begeleider bespreekt regelmatig de kinderen van een groep met de stamgroepsleider. De resultaten van de Cito-toetsen worden hierin ook meegenomen. De intern begeleider zal de stamgroepsleider, waar nodig, ondersteunen bij het maken van een handelingsplan. Taken van de interne begeleider zijn: Ø Opstellen en verspreiden toets rooster Cito; Ø Het aansturen en bewaken van een kwalitatief goed leerlingvolgsysteem; Ø Organiseren en voorzitten van leerlingbesprekingen; Ø Verslagen maken van de leerlingbesprekingen, Ø Voeren van gesprekken met de stamgroepsleider voor ondersteuning en hulp bij het maken van handelingsplannen, groepsplannen of pedagogisch didactisch overzicht; Ø Overleg met directie, bouwcoördinatoren, ouders, O.B.D., speciaal onderwijs, logopediste, en andere diensten; 14
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Diagnosticeren van leerproblemen; Bewaken van afspraken; Informatie verzamelen en het verstrekken daarvan; Inrichten en beheren van de orthotheek; Overleg in I.B. -netwerk en het volgen van cursussen. Het uitvoeren van schoolevaluaties m.b.v. CITO-LLVS; Groepsbezoeken afnemen om de kwaliteit van de zorg te borgen. Zij coacht en begeleidt onderwijsvernieuwingen en verbeteringen begeleidt hierbij de stamgroepsleiders op zowel individueel- als teamniveau. Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø
Dyslexie en het veranderde Zorgstelsel Sinds 1 januari 2009 is het basispakket zorgverzekeringen uitgebreid met de diagnostiek en de behandeling van ernstige dyslexie voor kinderen die na 1 januari 2001 geboren zijn. In de praktijk betekent dit dat ook bevoegde logopedisten dyslectische kinderen verder kunnen helpen. Is een leerling dyslectisch dan wordt er in samenspraak met de betreffende logopedist afspraken gemaakt met ouders en de stamgroepsleider over een gemeenschappelijke aanpak op school, thuis en bij de logopedist. Hoogbegaafdheid We hebben afspraken gemaakt over hoe om te gaan met hoogbegaafde kinderen. Er is ruimte voor verrijkingsactiviteiten, zelfstandig werk, belangstellingsonderwerpen en werken op eigen niveau. Het streven is om in de kleuterbouw of middenbouw kinderen te laten versnellen. Ook is er ruimte voor het doorstromen naar een hogere instructiegroep. Bouwverlenging Ondanks alle extra inzet is het in uitzonderingsgevallen noodzakelijk om een kind een jaar langer in de stamgroep te houden. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Gekeken wordt naar de ontwikkelingslijn, de zelfstandigheid, het leertempo en sociale factoren. Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
15
Ook kan het voorkomen dat een kind voor een bepaald leergebied met een aangepast programma gaat werken. Het eindniveau van de basisschool wordt in dergelijke situaties niet gehaald, maar het programma sluit wel aan bij het vervolgonderwijs. Leerlingvolgsysteem Het team van de Wiekslag probeert uw kind zo goed mogelijk te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Op verschillende manieren kan duidelijk worden, dat er iets met een kind aan de hand is. Ø D.m.v. spontane signalering, een stamgroepsleider heeft vragen of twijfels. Ø D.m.v. systematische signalering: - lijst deelvaardigheden; - methode gebonden toetsen; - toetsen van het leerlingvolgsysteem volgens het toets rooster Cito; - kindverslagboek. (in de groepen 1 en 2) Ø Signalering door de ouders; dit kunnen ontwikkelings-, gedrags- en/of leerproblemen zijn. De ontwikkeling van het kind wordt door combinatie van deze gegevens nauwlettend gevolgd. Preventie en vroegtijdige signalering geeft ons de mogelijkheid in te spelen op leer- en ontwikkelingsproblemen op cognitief en/of sociaal-emotioneel gebied. Onze school creëert mogelijkheden voor extra zorg aan kinderen die dat nodig hebben. Kinderen komen tot leren vanuit welbevinden. Het zich competent voelen om te leren in een plezierige en veilig leerklimaat staat dan ook centraal. Wanneer de stamgroepsleider signalen krijgt dat welbevinden van een leerling in het geding is, wordt actie ondernomen. De stamgroepsleider overlegt met de ib-er welke factoren hierbij een rol kunnen spelen en eventueel positief gestimuleerd kunnen worden. Deze signalen kunnen tot gevolg hebben dat voor een bepaalde leerling aanvullende maatregelen nodig zijn. 16
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Als blijkt dat een kind extra zorg nodig heeft, zal er gedurende een afgebakende periode gerichte hulp geboden worden binnen de groep. Hiervoor zal een handelingsplan gemaakt worden. De stamgroepsleider stelt het handelingsplan op, bespreekt dit met de ouders en bewaakt de voortgang. Zorg voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften Wij streven ernaar alle leerlingen het onderwijs te bieden, dat passend is. Dit geldt ook voor kinderen die extra zorg nodig hebben. Onze school heeft een breed ondersteuningsprofiel. In samenwerking met diverse organisaties dragen we verantwoordelijkheid voor de opvang en begeleiding van in principe alle leerlingen binnen het samenwerkingsverband. Wanneer wij kinderen extra begeleiding bieden, doen we dat waar mogelijk binnen de eigen groep met inzet van de eigen stamgroepsleider van het kind of (indien aanwezig) met behulp van een remedial teacher. Soms schiet onze deskundigheid te kort. Dan kunnen wij een beroep doen op deskundigen van andere scholen (zogenaamde ambulante begeleiders), vaak van scholen voor speciaal basisonderwijs of vanuit onze stichting. Deze ambulante begeleiders kunnen de stamgroepsleider ondersteunen (helpen bij het opzetten van een handelingsplan, bruikbare tips en materialen verstrekken etc.), maar werken soms ook extra binnen de muren van de school met het kind. Dankzij deze ambulante hulp kan soms voorkomen worden dat kinderen verwezen moeten worden naar het speciaal basisonderwijs. Mocht uw kind toch niet voldoende baat hebben bij deze aanpak op de eigen school, dan zijn er binnen ons samenwerkingsverband duidelijke afspraken en procedures voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. Passend Onderwijs Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
17
school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen die zij nodig hebben. In dit deel van de schoolgids heeft u kunnen lezen hoe de kwaliteit van onze basisondersteuning eruit ziet, wat onze plannen zijn, hoe wij het onderwijs organiseren en onze eigen ondersteuning. Wanneer we vinden dat wij de leerling niet langer op een verantwoorde wijze onderwijs kunnen bieden, kunnen we de gegevens van de leerling voorleggen aan een speciale commissie. Deze commissie kan ons adviseren op het gebied van: Ø Speciale leerroutes op de eigen school. Ø Aanmelding voor het SBO. Ø Specifieke adviezen in het kader van de jeugdhulpverlening. Bisschop Möller Stichting (BMS) De Bisschop Möller Stichting bestuurt en beheert 31 basisscholen in Friesland . Van deze 31 scholen hebben 29 scholen een katholieke grondslag en 2 scholen een oecumenische basis. Het leerlingaantal is ongeveer 5500 en het aantal personeelsleden bedraagt circa 600 personen. De Bisschop Möller Stichting is voortgekomen uit de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Friesland / Texel, die in het leven is geroepen in het kader van de bestuurlijke schaalvergroting van het katholiek basisonderwijs in Friesland. De stichting heeft als doelstelling om vanuit een eigen katholieke identiteit, op basis van solidariteit en gezamenlijke verantwoordelijkheid, te streven naar het in stand houden en verbeteren van het katholiek onderwijs, door optimaal te profiteren van de samenwerking binnen de stichting. Kwaliteit, spiritualiteit en gemeenschapszin zijn belangrijke pijlers van de BMS. 18
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
De scholen krijgen voldoende ruimte en bewegingsvrijheid die nodig is om iedere school een eigen kleur te laten uitstralen die past bij de kinderen, de wijk en het team. Daarnaast werken de scholen onderling intensief samen om de kwaliteit van het leren en opvoeden zo goed mogelijk vorm te geven. De organisatiestructuur Uitgangspunt is een platte organisatie met een duidelijke scheiding van toezicht en bestuur. Er is gekozen voor een model met een Raad van Toezicht (RvT) en een eenhoofdig College van Bestuur (CvB) . De RvT mandateert taken en bevoegdheden aan het CvB. De integrale verantwoordelijkheid op schoolniveau ligt bij de directeur. De eigenheid van de school zal op deze wijze gewaarborgd blijven. Elke school blijft in staat om, binnen de bestuurlijke kaders, invulling te geven aan het strategisch beleid op schoolniveau. Dit beleid wordt in grote mate bepaald door de lokale context waarin de school zich bevindt. Zowel de intern betrokkenen (waaronder de kinderen, de ouders, het personeel) als de extern betrokkenen (waaronder de gemeente, de buurt, de inspectie) kunnen een bijdrage leveren aan de “lokale kleur” van de school. Ouders hebben in het model een bijzondere positie. Deze bestaat uit een adviserende rol, heel specifiek gericht op de kwaliteit van het onderwijs (en opvoeding) en de identiteit van de school. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan een ontwikkeling waarin sprake is van een toenemende mate van verantwoordelijkheid. Voor onze school geldt dat wij alleen een MR en OR hebben.
Organisatieschema Bisschop Möllerstichting
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
19
De Bisschop Möllerstichting (BMS) heeft ook een eigen website: www.bms-onderwijs.nl
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Meebeslissen en meedenken op school is wettelijk geregeld door de Wet Medezeggenschap Onderwijs. Die wet zegt, dat elke basisschool een medezeggenschapsraad (MR) moet hebben. De MR bestaat voor de helft uit leden die rechtstreeks uit- en door de ouders worden gekozen. De andere helft bestaat uit leden van het personeel. De directeur van de school heeft een adviserende stem. De MR bevordert openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. De MR zal tevens meedenken en het team adviseren over het schoolwerkplan, maar ook over allerlei andere zaken die betrekking hebben op het onderwijs. In een reglement staan de rechten en plichten van de MR vastgesteld. De G(emeenschappelijke) M(edezeggenschaps) R(aad) vertegenwoordigt de MR's van de alle scholen van de stichting. De directie is verplicht in bepaalde gevallen (volgens de Wet Medezeggenschap op Scholen WMS) advies in te winnen bij de medezeggenschapsraad (MR). In andere gevallen moet de MR zelfs instemmen met voorstellen van de directie. Zonder deze instemming mag de directie dat voorstel niet uitvoeren. Voor meer informatie over de WMS zie www.infowms.nl. 20
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
De medezeggenschapsraad bestaat uit 2 ouders en uit 2 personeelsleden. Zij vergaderen ongeveer 6 tot 8 keer per jaar. Samenstelling: Oudergeleding Bauke Molmans (voorzitter) Margiet van Bruggen
Teamgeleding Elly van den Berg (GMR contactpersoon) Margo Terpstra
De MR van de Wiekslag is bereikbaar op het volgende mailadres:
[email protected] KLACHTENREGELING Klachten kunnen verschillend van aard zijn. Bij klachten die betrekking hebben op zaken die de school en het onderwijs aangaan, kan de klager zich in eerste instantie wenden tot de betrokken stamgroepsleider dan wel de directie. Als de klacht niet leidt tot een voor de klager gewenste oplossing dan kan de klacht worden voorgelegd aan de schoolcontactpersoon. Werkwijze bij inschakelen schoolcontactpersoon: 1. Het indienen van een klacht kan schriftelijk, per mail of mondeling worden gedaan. 2. Wijze van in behandeling nemen van een klacht. Ø Een klacht zal worden bekeken op inhoud. Ø Afhankelijk van de soort klacht neemt de contactpersoon contact op met de klager om een eerste gesprek te voeren om volledig inzicht in de klacht te verkrijgen. Ø Ingeval de klacht behoort tot het werkterrein van de directie/ stamgroepsleider, dan wordt de klager doorverwezen. Ø Mocht een klacht betrekking hebben op vermeend zedendelict, dan neemt de contactpersoon zo spoedig mogelijk contact op met de directie. Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
21
Ingeval de klacht geen betrekking heeft op voorgaande punten, dan zal de contactpersoon handelen naar bevinding van zaken, waarbij middels de toepassing van hoor en wederhoor wordt getracht na te gaan ofen hoe een oplossing kan worden verkregen. 3. De contactpersoon maakt bij indiening van een klacht direct zijn positie kenbaar en deelt mee dat hij geen partij is. 4. Een klacht dient duidelijk te worden omschreven en op feiten gebaseerd te zijn. 5. Bij melding van geruchten zal de contactpersoon geen actie ondernemen. 6. Na behandeling van de klacht zal een rapport/verslag aan alle partijen worden uitgebracht. 7. Indien nodig worden gegevens van de klacht in de desbetreffende dossiers opgenomen. 8. De contactpersoon zal zijn bevindingen jaarlijks verwerken in een jaarverslag. De contactpersoon heeft als taak opvang te bieden bij het melden van klachten. U kunt de contactpersoon zien als een objectief persoon van buiten de school die vooral een ondersteunende rol heeft bij het zoeken naar een oplossing van de klacht met een doorverwijzende functie. Ø
De contactpersoon voor de Wiekslag is Menno Kooistra Email:
[email protected] Tel.: 06-53197980 Voor zaken die te maken hebben met ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie kunt u contact opnemen met de schoolcontactpersoon op onze school of de vertrouwenspersoon van de Bisschop Möller Stichting Dhr. Peter de Jong werkzaam bij het GIMD Hij is te bereiken op het tel. nr. 088-8008500 of via email:
[email protected] De klachtenregeling die gehanteerd wordt is van de bond katholiek primair onderwijs (bond KBO). 22
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Bureau geschillen-, bezwaren- en klachtencommissies katholiek onderwijs , Postbus 82324, 2508 EH DEN HAAG www.klachtencommissie.org De vertrouwenspersoon op “de Wiekslag” voor de kinderen is juf Rudy Spijkerman. Zij heeft in haar kantoor een vogelhuisje staan, waar kinderen anoniem een briefje in kunnen doen als zij problemen ervaren. Desgewenst kunnen ze daarin aangeven of ze een gesprek met juf Rudy willen. In overleg met het kind wordt besproken of- en welke stappen er worden ondernomen. EXTERNE CONTACTEN Inspectie De inspectie van het basisonderwijs houdt toezicht op het onderwijs. Dit doet zij in opdracht van het ministerie van onderwijs. U kunt telefonisch of via internet contact opnemen met de inspectie:
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Bij de onderwijsinspectie werken vertrouwensinspecteurs bij wie u terecht kunt voor het melden van klachten over gebeurtenissen in het onderwijs op het gebied van: Ø Ø Ø Ø Ø Ø
seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; geweld, extremisme, discriminatie; onverdraagzaamheid, fundamentalisme en radicalisering
De vertrouwensinspecteurs zijn tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief) Een vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor betrokkenen bij scholen. De inspecteur helpt bij het zoeken naar oplossingen, bij het vinden van de juiste weg of bij het doen Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
23
van aangifte. Bij ernstige klachten over het onderwijs wordt de inspectie aangesproken op haar toezichthoudende functie. Zij kan hierop reageren door een incidenteel onderzoek in te stellen. De inspectie treedt dan op als toezichthouder, niet als klachtbehandelaar. Onderwijsbegeleidingsdienst Cédin Tel.: 088 0200300 De Onderwijsbegeleidingsdienst is een instelling die diensten verleent aan het onderwijs van 4 tot 12-jarigen. De school heeft zelf de vrijheid om de onderwerpen te kiezen, waar zij met de OBD systematisch aan wil werken. Dit om het onderwijs te vernieuwen of te verbeteren. Bovendien kan de hulp ingeroepen worden van een deskundige als de stamgroepsleider bij een kind problemen signaleert die niet opgelost kunnen worden. Er kan dan een onderzoek plaats vinden op onderwijskundig en/of psychologisch gebied. Dit onderzoek wordt gedaan door een orthopedagoog. Het onderzoek wordt afgenomen in overleg met- en na toestemming van de ouders.
24
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
GGD/Schoolarts De jeugdgezondheidszorg volgt de gezondheid en ontwikkeling van kinderen van 0-19 jaar. De GGD is partner binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Alle kinderen ontvangen op 5-jarige leeftijd en in groep 7 een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek door de doktersassistent, arts of verpleegkundige op school. Voorafgaand aan het onderzoek ontvangen de ouders/verzorgers een vragenlijst. 5-jarige kinderen Dit onderzoek bestaat uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een gesprek over opvoeding, gedrag en gezondheid, zoals groei, motoriek, spraak en taal. Groep 7 Dit is een onderzoek van de lichamelijke groei en een gesprek over opvoeding, gedrag, sociale ontwikkeling. Ouders, kinderen of de school (in overleg met ouders) kunnen bij vragen of zorgen altijd terecht bij de jeugdgezondheidszorg voor een extra onderzoek of gesprek. U kunt zelf contact opnemen met de jeugdarts of –verpleegkundige van GGD Fryslân Jeugdgezondheidszorg via 088 22 99 444. Gemeente Smallingerland De school heeft contacten met de gemeente over diverse zaken: Ø Leerplichtambtenaar 0512-581345 Ø VIF, verwijzingsindex voor het melden van zorgelijke situaties; altijd worden ouders dan ingelicht. Hiernaast is er sprake van overleg en/of samenwerking met vele instellingen. De belangrijkste voor onze school zijn: Ø Peuterspeelzalen i.v.m. toekomstige leerlingen; Ø Basisscholen i.v.m. nieuwe/vertrekkende leerlingen; Ø Overleg i.v.m. De Brede School Ø Directieoverleg lokaal en regionaal; Ø Scholen voor V.O. i.v.m. schoolverlaters; Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
25
Ø Ø Ø Ø Ø Ø
PABO i.v.m. stagiaires en cursussen; Bibliotheek i.v.m. de Kinderboekenweek en schoolprojecten; Logopediste i.v.m. spraakonderwijs; remedial teaching voor leerlingen met bepaalde problemen. NJPV Nederlandse Jenaplanvereniging Sportbedrijf Smallingerland
CONTACTEN VOORTGEZET ONDERWIJS EN SPECIAAL ONDERWIJS Met alle scholen van het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs in Drachten en directe omgeving zijn goede contacten. Ouders van leerlingen van groep 8, die de basisschool aan het eind van het schooljaar gaan verlaten, worden uitvoerig voorgelicht over de mogelijkheden na de basisschool. Over kinderen, die in aanmerking komen voor het speciaal onderwijs, wordt uitgebreid met ouders gesproken. De school geeft een advies. De uiteindelijke beslissing ligt bij de ouders. Uiteraard wordt deze beslissing beïnvloed door de plaatsingsmogelijkheden. Uitstroom Groep 8 Na de basisschool gaan de leerlingen naar één van de scholen voor het voortgezet onderwijs in Drachten en omgeving. De keuze wordt gemaakt na uitgebreide voorlichting en middels gesprekken met de stamgroepsleider(s) van groep 8. De schoolresultaten van het kind worden in de Plaatsingswijzer zichtbaar. (www.plaatsingswijzer.nl) Op basis van de Plaatsingswijzer en de schoolloopbaan van het kind, brengt de stamgroepsleider een passend schooladvies uit. Na het geven van het schooladvies vindt de eindtoets groep 8 plaats. Deze eindtoets kan in sommige gevallen als een second opinion gebruikt worden. In enkele gevallen komt het voor, dat ouders het advies van de school in twijfel trekken. In dat geval volgt er een vervolg gesprek met stamgroepsleider en/of directie en zal er overleg met het voortgezet onderwijs plaatsvinden.
26
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
In de afgelopen jaren was de uitstroom van onze school als volgt: Jaar 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Schoolsoort VWO 13% 16% 19% 5% HAVO
37%
32%
19%
15%
VMBO-TL
38%
42%
31%
30%
6%
5%
25%
45%
VMBO- K/BG VMBO-BG
5%
schakelklas
6%
praktijkonderwijs
6%
5%
Eindscores CITO groep 8 Aantal 2013 Aantal 2012
2014
536,9
535,4
lln. 14
Bouwverlenging Bouwversnelling Speciaal BO
539
lln. 18
6%
Aantal lln. 15
2015 529,6
Aantal lln. 20
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 3 1 2 2 1 1 1 1
VERZEKERINGEN De kinderen zijn tijdens schoolactiviteiten verzekerd. De school heeft een school pakket verzekering afgesloten. Dit geldt ook tijdens buitenschoolse activiteiten, zoals sportactiviteiten, excursies, schoolreizen, schoolkamp e.d. De schoolverzekering heeft een aanvullend karakter, d.w.z. dat de verzekeraar eerst zal kijken naar uw eigen verzekering. Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
27
De aansprakelijkheid geldt niet voor brillen, fietsen, sieraden, jassen, tassen e.d. Advies: Het is raadzaam om zo weinig mogelijk waardevolle voorwerpen naar school mee te geven aan uw kind. VERVOER Wanneer u kinderen vervoert per auto ten behoeve van de school, dan doet u dit op eigen risico. U dient uw auto wettelijk minimaal W.A. verzekerd te hebben. Ook dient u een inzittendenverzekering voor het aantal zitplaatsen te hebben afgesloten. Alle zitplaatsen dienen voorzien te zijn van autogordels en het dragen van gordels is verplicht. Basisregel is dat alle kinderen kleiner dan 1.35 meter zowel voor- als achterin een goedgekeurd zitje of stoelverhoger moeten gebruiken. AANMELDEN VAN NIEUWE LEERLINGEN Kinderen vanaf vier jaar mogen naar de basisschool. De aanmelding van nieuwe leerlingen gebeurt bij de directeur. Na telefonisch contact volgt een oriënterend gesprek met de directeur waarin vragen van de ouders worden doorgenomen. De ouders en hun kind krijgen dan een rondleiding door de school. Elk kind, ongeacht ras, nationaliteit, geslacht, sociaal milieu, handicap, religie of levensbeschouwing is in principe welkom op onze school. Ouders die voor onze school kiezen vullen het inschrijvingsformulier in. Kinderen die 4 jaar worden in de periode juli t/m september starten in augustus of september direct bij aanvang van het schooljaar op de 1e schooldag, dit i.v.m. het groepsproces dat gekoppeld is aan het schoolkamp. Een 4-jarige begint in principe met de ochtenden en in overleg met de stamgroepsleider wordt dit uitgebreid met de middagen. Ongeveer 2 weken voordat het kind 4 jaar wordt kan het twee keer een ochtend meedraaien in de stamgroep. Dit gebeurt in overleg met de stamgroepsleider. 28
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Om vooral de jongste kleuters goed op te vangen volgt er met de betreffende stamgroepsleider aan de hand van een eigen formulier een gesprek over specifieke zaken van de kleuter. Plaatsing in de groep De directeur beslist over plaatsing in de groep in overleg met stamgroepsleider. In welke groep de leerling wordt geplaatst is afhankelijk van: Ø De informatie, die verkregen is uit het onderwijskundig rapport (voor zover van toepassing); Ø De aanwezige toets resultaten (voor zover van toepassing); Indien nodig wordt advies van het Cedin gevraagd. Plaatsing kan o.a. geweigerd worden wanneer blijkt dat de school niet het juiste aanbod afgestemd op het kind kan bieden. Bij voorkeur komen broertjes en zusjes niet bij elkaar in de groep. Verder wordt gekeken naar de verhouding jongens/meisjes in de stamgroep. LEERPLICHT Vanaf 1-8-'94 gelden de volgende bepalingen: Een kind is leerplichtig met ingang van de eerste schooldag van de maand, die volgt op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. Een leerling die nog geen zes jaar oud is, is voor vijf uren per week vrijgesteld van de verplichting tot geregeld schoolbezoek. Als de ouders van deze vrijstelling gebruik willen maken, stellen zij de directeur hiervan op de hoogte. ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT Elk kind dat onze school verlaat en naar een andere school gaat ontvangt een onderwijskundig rapport. Hierin staan de vorderingen op de diverse vormingsgebieden vermeld. Evenals zaken die van belang zijn voor een goede opvang op de andere school.
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
29
STAGIAIRES Jaarlijks krijgen een aantal stagiaires de gelegenheid zich in de praktijk te vormen op onze school. Dit wordt altijd in het team besproken en is mede afhankelijk van de schoolontwikkelingen. Dit schooljaar hebben wij stagiaires van het Cios en de Pabo. SCHOLING STAMGROEPLEID(ST)ERS De school volgt onderwijskundige ontwikkelingen en de stamgroepsleider en volgt diverse scholingstrajecten. Indien de stamgroepsleider een cursus volgt op een lesdag, dan wordt er voor vervanging gezorgd. De studiedagen waaraan het hele team deelneemt, zijn altijd op lesdagen en worden vroegtijdig bekend gemaakt. De kinderen hebben dan vrij van school. SCHOOLZWEMMEN De kinderen van de groepen 3 en 4 worden opgeleid voor het zwem - ABC. De zwemlessen worden gegeven in: Zwembad “De Welle” Reidingweg 6 9203 KR Drachten 0512-583 666 De zwemlessen zijn onder schooltijd en gelden als bewegingsonderwijs. ONVERWACHT LESUITVAL Het beleid van de school is er op gericht, om vervanging zo goed mogelijk te regelen. Wanneer er geen invallers beschikbaar zijn, dan kan het zijn dat de groep verdeeld wordt over de andere groepen. Bij aanhoudende ziekte van het personeel zal de directie bij het ontbreken van invalkrachten tijdig aan de ouders bekend maken, welke maatregelen getroffen worden. Bij lesuitval tijdens de schooldagen moet de school zorgen voor een adequate opvang van de leerlingen: leerlingen kunnen dus niet zo maar naar huis worden gestuurd.
30
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
Bij een onvoorziene omstandigheid, zoals een calamiteit of ziekteverzuim van personeelsleden, wordt het volgende stappenplan gevolgd: Ø De leerlingen worden verzameld en de presentielijst wordt ingevuld. Ø De leerlingen worden op de hoogte gesteld van hetgeen er gebeurd is. Ø De leerlingen worden op de hoogte gesteld van de oplossing op korte termijn. (Onderwijsassistent of verdelen over groepen). Ø Mochten we de dag erna de leerlingen naar huis moeten sturen dan stellen we u daar schriftelijk van op de hoogte. VIDEO- EN FOTO-OPNAMEN Het is mogelijk dat er in de groep van uw kind video-opnamen of foto’s gemaakt worden. Soms is dat in verband met een observatie van een kind. Het kan ook zijn dat de stamgroepsleiders opnamen laten maken in de groep ten behoeve van hun onderwijskundige taak. Het spreekt vanzelf dat de videobeelden alleen voor intern schoolgebruik zijn en dus niet openbaar gemaakt worden. Foto’s kunnen wel gebruikt worden, b.v. voor publicatie op onze internetsite of social media. Indien u hier bezwaar tegen heeft kunt u dit schriftelijk aangeven bij de directeur.
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
31
BIJLAGE 1 BASISPRINCIPES JENAPLAN OVER DE MENS Elk mens is uniek; zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door: zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen; met de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur; met de niet zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. Elk mens wordt als een cultuurdrager en cultuurvernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. OVER DE SAMENLEVING Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruimte beheert. Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt.
32
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
OVER DE SCHOOL De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op. In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken. In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving. In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen. In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren. In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveau-verhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol. In de school neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in, met als basis: ervaren, ontdekken en onderzoeken. In de school vinden gedrags- en prestatie-beoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in samenspraak met het kind. In de school worden veranderingen en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken. (Zie voor verdere uitwerking van de basisprincipes: Jenaplan en het Schoolwerkplan, uitg. SLO, LPC Hoevelaken
Schoolgids jpbs De Wiekslag 2015 / 2016
33