LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV Praktijk /bouw/elektromechanica/me12/12 lt/w chanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ TV /Bouw/elektromechanica/mechani6/6 lt/w ca/elektriciteit/hout/centrale verwarming/ sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ Specifiek gedeelte
Studierichting:
Duurzaam wonen
Studiegebied:
Bouw
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2009/010 (Nieuw)
Nummer inspectie:
2009 / 2 // 1 / Q / SG / 1 / II / / V/11
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 1 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
INHOUD Inhoud ........................................................................................................................................................... 1 Visie .............................................................................................................................................................. 2 Beginsituatie ................................................................................................................................................. 3 Algemene doelstellingen .............................................................................................................................. 4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden............................................................................................................ 5 Pedagogisch-didactische wenken en timing .............................................................................................. 12 Minimale materiële vereisten ...................................................................................................................... 17 Evaluatie ..................................................................................................................................................... 19 Bibliografie .................................................................................................................................................. 20
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 2 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
VISIE De studierichting Duurzaam wonen biedt een brede opleiding, met ruime kansen op de arbeidsmarkt. In deze multidisciplinaire en praktijkgerichte opleiding leert de leerling zich inzetten voor het ontwikkelen van individuele emancipatie, duurzame ontwikkeling, ecologische kwaliteit en sociale samenhang. Het belang van communicatieve vaardigheden, kwaliteitszorg, milieubewustheid, welzijnszorg en onderhoudsbekwaamheid voor technisch personeel is sterk toegenomen. Materieel en materiaal worden meestal vervaardigd door gespecialiseerde firma’s. Het onderhoud van infrastructuur, gebouwen, installaties, machines en producten op een veilige wijze, vergt minder gespecialiseerde maar meer polyvalente krachten. Bij het opstellen van dit leerplan werd rekening gehouden met het beroepsprofiel van klusjesman (SERV) 1 . De klusjesman - waarvoor de benaming onderhoudsvakman de voorkeur geniet wegens de vereiste competenties - is verantwoordelijk voor het onderhoud (herstellen en verfraaien) van de gebouwen en de bijhorende terreinen van een instelling of van een woning. Het takenpakket zal afhankelijk zijn van de grootte van de organisatie. Zo zal in kleine instellingen of privaatwoningen meer polyvalentie geëist worden. Een brede opleiding met een verscheidenheid aan basiskennis en vaardigheden alsook het bijbrengen van gepaste attitudes is bijgevolg noodzakelijk.Een leerling uit de studierichting Duurzaam wonen kan zowel algemene als beroepscompetenties ontwikkelen. De leerlingen ontwikkelen naast een arbeidsattitude met o.m. stiptheid, aanpassingsvermogen, doorzettingsvermogen en contactvaardigheid, ook een teamgeest, zin voor ondernemen en creativiteit. Hij staat tevens open voor vernieuwingen binnen zijn domein. Door een multidisciplinaire aanpak binnen de tweede graad Duurzaam wonen kunnen de leerlingen in de derde graad opnieuw opteren voor Duurzaam wonen maar eventueel, mits de nodige bijsturingen, ook voor een aantal richtingen uit de studiegebieden Hout, Bouw, Land- en tuinbouw en Mechanica-elektriciteit. Met dit leerplan beoogt men een praktische opleiding waarbij de beroepsgerichte vakken polyvalent worden ingevuld. Het is van kapitaal belang om dit enthousiasme levendig te houden zodat hun verdere studiekeuze gedragen wordt door een motiverende interesse. Om dit te realiseren is een dynamische en aanschouwelijke aanpak vereist zodat de leergierigheid van deze leerlingen continu wordt aangemoedigd. De artificiële scheiding tussen theorie en praktijk werd om deze reden in dit nieuw leerplan volledig opgeheven zodat duidelijk wordt gekozen voor de geïntegreerde aanpak. Het is dan ook sterk aan te raden om de realisatie van dit leerplan toe te vertrouwen aan één leerkracht per vakdomein. Het blijvend motiveren van deze leerlingengroep is erg belangrijk en kan ondermeer door: • een ruim en gevarieerd aanbod te bieden; • de praktijkopdrachten aantrekkelijk en uitdagend te maken door deze af te stemmen op de leefwereld van deze jongeren, de projectmatige aanpak zal hier zeker bij helpen; • te zorgen voor een krachtige en aantrekkelijke leeromgeving. Het is de bedoeling dat de leerlingen zich de kennis, vaardigheden en attitudes vanuit een concrete context als een competentie eigen maken. Een competentie is een vermogen dat kennis, inzicht, attitude en vaardigheidsaspecten omvat om in concrete taaksituaties doelen te bereiken
1
In verband met de leesbaarheid van de tekst is er gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt er uiteraard ook zij of haar bedoeld. De onderhoudsvakman kan dus uiteraard ook een vrouw zijn.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 3 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
BEGINSITUATIE Niettegenstaande dat de leerlingen die instromen in de tweede graad Duurzaam wonen voornamelijk uit de beroepenvelden Bouw, Elektriciteit, Land- en tuinbouw, Hout, Metaal en Verzorging-voeding … komen, is er geen specifieke voorkennis vereist. Binnen de richting Duurzaam wonen worden vaardigheden aangeleerd uit de beroepsdomeinen: Bouw, Hout, Metaal, Elektriciteit, Land- en tuinbouw … Duurzaam wonen is een multidisciplinaire richting die zicht richt op leerlingen die: • • • • • • • •
leren vanuit het concrete doen en denken; sociaal ingesteld zijn en graag met mensen omgaan; zowel zelfstandig als in groep willen leren werken; willen leren werken vanuit inleving en inzicht; gevoel hebben voor esthetica en afwerking; veel zorg besteden aan praktische zaken; graag op verschillende gebieden actief en bekwaam zijn; hun studiekeuze nog willen uitstellen.
De leerlingen worden tijdens reflectiemomenten geconfronteerd met hun eigen (sociaal) gedrag en zelfbeeld. Omzichtigheid, respect en tact is aangewezen om met de individuele kenmerken om te gaan. Zo zal de leraar heel wat aandacht moeten besteden aan het klasklimaat en de reacties van de klasgroep. De voorkennis van de leerlingen kan verschillend zijn, waardoor het aangewezen is om meteen, bij het begin van het schooljaar, deze te testen. Eventuele verschillen qua beginsituatie (en interesses) zullen opgevangen worden door differentiatie binnen de groep.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 4 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1
Na de tweede graad zullen de leerlingen kennis en inzichten verworven hebben i.v.m. de soorten materialen; kennis en inzichten verworven hebben i.v.m. de gebruikte gereedschappen en machines; nieuwe technologieën kunnen herkennen en verwerven; de juiste werkmethode kunnen toepassen; de veiligheidsaspecten kunnen toepassen.
2
Na te streven algemene attitudes: kwaliteitszorg en zin voor nauwkeurigheid; kritisch ingesteldheid ten opzichte van het eigen werk; verantwoordelijkheidszin bij het afleveren van het werk op school; zin voor samenwerking aan de dag leggen; groeien naar zelfstandigheid, zodat de leraar slechts ondersteunend moet optreden.
3
De leerlingen kunnen schema’s lezen en gebruiken; eenvoudige technische handelingen uitvoeren; de eigen werkpost in richten; eenvoudige gereedschappen en machines onderhouden; een verantwoorde werkmethode toepassen; eigenschappen van materialen en hun toepassingsgebied herkennen; de werking en het doel van de gebruikte gereedschappen en machines toelichten.
4
Welzijn De leerlingen kunnen actief en proactief in staan voor de veiligheid en milieu; gevaarssymbolen interpreteren.
De nodige aandacht zal besteed worden aan volgende vakgerichte attitudes: Kwaliteitsbewustzijn:
actief en pro-actief gericht zijn op kwaliteit door aandacht te hebben voor orde en netheid.
Verantwoordelijkheidszin: zich ervan bewust zijn dat ordelijk en nauwkeurig werken de veiligheid van zichzelf en anderen verhoogt. Zin voor samenwerking:
bereid zijn om samen te werken, om een kwaliteitsvol eindproduct te bereiken.
Leergierig zijn:
actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
Welzijnsbewustzijn:
actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne.
Milieubewustzijn:
actief en pro-actief gericht zijn op het beschermen van het milieu.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 5 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN 1 LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1 GENERIEKE COMPETENTIES Competenties rond het plannen, voorbereiden en reflecteren 1
• • • •
2
• • • • •
1
3
•
4
• •
5
•
het materiaal en gereedschap nodig voor de uitvoering van de opdracht nagaan en eventuele tekorten melden. geleverd materiaal uitpakken, visueel controleren en eventuele gebreken melden (U). gereedschap en materiaal volgens instructies op de werkplek opslaan en beschermen. een geschikte werkmethode en werkvolgorde volgen vertrekkend van een werkopdracht. de eigen werkplek helpen inrichten. de werkplek tijdens en na het werk opruimen. afval volgens instructies sorteren. zorg dragen voor gereedschap, machines en meetapparatuur. nieuw materiaal uitpakken (U), visueel controleren en eventuele gebreken melden. gereedschap en materiaal volgens instructies op de werkplek opslaan en beschermen. onder begeleiding het materiaal onderhouden volgens de voorschriften. het materiaal op regelmatige tijdstippen reinigen. met behulp van de werkopdracht de nodige grondstoffen en materiaal aanvragen. het werk volgens de planning afwerken.
1
Een planning maken van het eigen werk in overleg met de verantwoordelijke
2
Werkplekorganisatie
3
Het materiaal onderhouden en schoonmaken
4
Grondstoffen en materiaal aanvragen
5
De werkplanning bijhouden over het voltooide werk
Uitbreidingsdoelstellingen zijn aangeduid met een U en zijn cursief gedrukt. Deze zijn niet verplicht, maar bedoeld voor meer gevorderde klassen en/of leerlingen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 6 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6
7 8
• • • • • •
kwaliteitscriteria toepassen. zelfevaluatie toepassen. het eigen werk evalueren en bijsturen (proces – product). in groep overleggen over de vorderingen. de evaluatieprocedure opvolgen. beroepsmogelijkheden in de sector situeren.
6
Het eigen werk kwalitatief evalueren en indien nodig bijsturen
7
De aansluitende arbeidsmarkt
• •
de herkomst van de materialen situeren. enkele toepassingsgebieden van de voornaamste materialen opsommen. de symbolische voorstelling weergeven van de gebruikte materialen. de kenmerken van de materialen opsommen en met eigen woorden het belang in hun werkveld kort toelichten. de richtlijnen inzake welzijn en uit het werkhuisreglement (veiligheid, hygiëne, gezondheid) en milieu naleven. de werkplek volgens de instructies veilig inrichten. de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. onveiligheden herkennen en rapporteren via hiërarchische weg. ergonomisch werken. de specifieke symbolen herkennen en er gevolg aan geven. het begrip hiërarchische lijn toelichten. begrippen uit het VCA attest toelichten. R-S zinnen lezen en interpreteren (risk, safety). de werkplek ordelijk en proper houden en afval volgens instructies sorteren. belang van recyclage inzien. systematisch afval selectief sorteren. ergonomisch verantwoorde hef- til en verplaatsingstechnieken toelichten.
8
Materialen
9
Veiligheid
10
Milieu, hygiëne en gezondheid
• • 9
•
10
• • • • • • • • • • • •
• •
de principes van gescheiden afvalverwerking, orde en netheid recyclage
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 7 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Specifieke pedagogisch-didactische wenken Gebruik duidelijke en haalbare criteria bij de keuze van een project en bij de werkvoorbereidingen. Gebruik concrete voorbeelden uit de leefwereld van de leerlingen. Bespreek het werkplaatsreglement en geef hierbij praktische voorbeelden. Tijdens de lessen zal er regelmatig aandacht worden besteed aan de verschillende beroepsmogelijkheden. Gebruik hiervoor informatiebronnen van de relevante sectoren. - Schenk ruime aandacht aan een behoorlijk taalgebruik. Streeft naar een zo groot mogelijk actieve woordenschat. - Laat de leerlingen gebruik maken van ICT om gegevens op te zoeken. - Overleg in de vakgroep is zeker noodzakelijk. - Door een enthousiaste begeleiding, zullen de leerlingen gemotiveerd worden bij de voorbereiding, de uitvoering en bij de reflectiemomenten. - Zorg voor eigentijdse projecten en/of opdrachten en verwerk er creatieve elementen in om leerlingen te motiveren. - Zorg voor realistische en haalbare projecten. - Voorzie alternerende didactische werkvormen zoals groepswerk, individuele opdrachten, presentaties … - Breng een bezoek aan een bedrijf om kennis te maken met de bedrijfsmethodieken en het preventiebeleid. - Voorbereidende werkdocumenten aanbieden om de leerlingen te informeren over hun opdracht. - De keuze van de juiste gereedschappen en machines benadrukken in functie van de veiligheid. - Telkens zal er aandacht besteed worden aan welzijn. Verwijs tevens naar de impact op het milieu bij de productie en verwerking van materialen. Laat indien mogelijk de preventieverantwoordelijke van de school een les geven over welzijn. - Om op een pedagogisch verantwoorde en technisch veilige manier het vak te kunnen geven moet de leerlingengroep beheersbaar blijven. - Geef reeds inleidende informatie over het VCA attest. - Benadruk het belang van een goed ingerichte werkplek, de netheid in de wekruimte en het opruimen na de werktijd. - Eis van de leerlingen dat ze steeds de gepaste persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen gebruiken en beklemtoon het belang van de persoonlijke hygiëne. Specifieke pedagogisch-didactische wenken voor het onderdeel projecten -
-
Projectmatig werken is noodzakelijk bij de realisatie van het leerplan. Deze projecten worden uitgewerkt volgens het technisch technologisch proces. Projecten moeten een krachtige leeromgeving vormen, waar de leerlingen een centrale plaats innemen. Groepswerk is aan te bevelen. Tracht zoveel als kan de succesbeleving bij de leerlingen te bevorderen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 8 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen -
Creatieve uitwerkingen worden gestimuleerd. De leerlingen krijgen de kans om in het project hun inbreng te geven. De projecten moeten de leerlingen motiveren. Beperk de theoretische uiteenzettingen. Geef vooral de leerlingen de kans om met de uitvoering bezig te zijn. Gebruik verschillende werkvormen en integreer de theorie in de praktijk (denken en uitvoeren). Gebruik diverse didactische werkvormen om de leerlingen meer te betrekken en sterker bezig te zijn met het “leren”. De oefeningen moeten aangepast zijn aan het niveau van de leerlingen. Ervaringen worden bijgehouden in een logboek.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 9 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2. SPECIFIEKE COMPETENTIES Cluster 1: Competenties rond onderhouden van tuinen en groenomgeving 11 12 13 14 15
16
• • • •
de grasmachine hanteren. verschillende gazons onderscheiden. de planten correct snoeien. het gereedschap correct hanteren.
11
Gras maaien
12
Hagen en laagstammige bomen en struiken snoeien met manueel tuingereedschap
• • •
onkruid herkennen. onkruid efficiënt verwijderen. onder begeleiding planten verplanten, zaaien …
13
Onkruid wieden en verwijderen
14
Planten (ver)planten en zaaien
• • • •
paden, terrassen en parkings reinigen en ontmossen. zout strooien. de afvoeren reinigen. de verschillende soorten tuininsecticiden en biologische bestrijdingsmiddelen herkennen. de gevaren van de verschillende soorten tuininsecticiden en biologische bestrijdingsmiddelen opnoemen. vijverfilters installeren en operationeel houden (U). omgaan met kits voor de controle van de waterkwaliteit (U). woekerende vijverplanten systematisch verwijderen (U).
15
De omgeving helpen onderhouden
16
De verschillende soorten tuininsecticiden en biologische bestrijdingsmiddelen herkennen
17
Kleine tuinvijvers vakkundig onderhouden (U)
• 17
• • •
Specifieke pedagogisch-didactische wenken -
Demonstreer de technieken vooraf. Vertrek van duidelijke instructies om een opdracht te starten. Hecht ook belang aan de werkvolgorde.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 10 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Cluster 2: Competenties rond kleine herstellingen 18
•
19
• • •
20
•
21
•
22
•
23
•
24
•
herstellen/vervangen van schakelaars, signalisatieschakelingen, contactdozen, verlichting met aangepast gereedschap. omgaan met elektrische meetinstrumenten (digitale multimeters). omgaan met testlamp en spanningstester. de basisprincipes van elektrische veiligheid toelichten en toepassen. eenvoudige elektrische en mechanische storingen detecteren, melden en eventueel herstellen. huishoudelijke- en andere elektrische apparaten nakijken en eventueel herstellen. eenvoudige elektrische en/of mechanische systemen monteren en demonteren. gereedschap voor elektrisch en mechanisch onderhoudswerkzaamheden veilig en doeltreffend gebruiken. eenvoudige mechanismen controleren en onderdelen vervangen ter herstelling (mechanismen zoals sloten, afsluiters, hefboommechanismen …).
Specifieke pedagogisch-didactische wenken -
Leg de nadruk op professionele werken. Gebruik steeds de juiste benaming van de gereedschappen. Leg de nadruk op het zorgzaam omgaan met gereedschappen en machines. Gebruik recente catalogi en het internet om opzoekwerk te realiseren.
18
Basiskennis elektriciteit
19
Veilig omgaan met elektriciteit
20
Elektrische en mechanische storingen
21
Elektrische toestellen
22
Elektrische en mechanische systemen
23
Elektrisch en mechanisch gereedschap
24
Elementaire mechanische herstellingen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 11 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Cluster 3: Competenties rond het uitvoeren van verfraaiingwerken aan gebouwen en interieur 25
26
27
28
29
30 31
•
25
Schrijnwerk herstellen of vervaardigen (zagen, schuren, nagelen en schroeven, boren …
26
Voorbereidende werkzaamheden uitvoeren
27
Verven en vernissen
• • • • • • • • • • •
de materialen en hun gebruik (houtsoorten, kunststoffen) toelichten. de bevestigings- en houtbewerkingtechnieken toepassen. de gereedschappen vakkundig hanteren. de ondergrond voorbereiden. afschuur- en afkrabtechnieken toepassen. plamuren. verftechnieken en vernistechnieken toepassen. de keuze in functie van de toepassing van verf- en vernisproducten uitleggen. verf-en vernisproducten kiezen in functie van de ondergrond. verf- en vernisgereedschap hanteren. een verantwoorde kleurenkeuze maken. bekleding snijden en bevestigen. de bevestigingsproducten gebruiken. de specifieke gereedschappen hanteren en onderhouden. de juiste technieken toepassen. de verschillende isolatiematerialen herkennen. het belang van een goede isolatie inzien. leidingen isoleren. de algemene hef- en tiltechnieken toepassen.
28
Wandbekleding aanbrengen/herstellen
29
Isolatietechnieken
30
Specifieke ergonomie
• •
leidingen van installaties situeren. defecten aan leidingen en installaties opsporen en verhelpen.
31
Sanitaire herstellingen uitvoeren
• • • • • • •
Specifieke pedagogisch-didactische wenken •
Het belang van het technologisch proces benadrukken.
•
Demonstreer de nodige technische vaardigheden vooraf en geef tips om nauwkeurig werk te bekomen.
•
Laat enkel de juiste techniek toe.
•
De veiligheidsaspecten continu toepassen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 12 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING 1
Algemene pedagogisch-didactische wenken
De geïntegreerde en projectmatige aanpak zal worden aangewend waarbij de formele scheiding tussen theorie en praktijk komt te vervallen. Er wordt steeds uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken kunnen worden besteed aan een verder uitdiepen van de leerstof of voor uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof systematisch te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van een zelf gemaakte cursus expliciet aanbevolen. 2 Geïntegreerde aanpak 2.1 Inleiding Door de grotere nood aan ervaringsgericht onderwijs is het belang van de relatie tussen theorie en praktijk toegenomen. Het leren wordt opgevat als een proces waarbij er een afwisseling is tussen het opdoen van ervaringen en het ontwikkelen van competenties. De lessen sluiten zou nauw mogelijk aan bij de leefwereld van de leerlingen zodat de theorie niet abstract overkomt, maar een concrete betekenis krijgt. Theorie en praktijk zijn geen eilanden en kunnen dus moeilijk gescheiden aangeboden worden. Waarom een geïntegreerde aanpak? Omwille van: • didactische meerwaarde: het geïntegreerd werken zal het leer- en probleemoplossend denken optimaal ondersteunen; • grotere motivatie van de leerlingen; leerlingen krijgen de mogelijkheid een eigen inbreng te doen. In het leerplan wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen PV en TV. Hoe en wanneer de leerplandoelstellingen gerealiseerd worden, kan uitgestippeld worden door de vakgroep. De aspecten welzijn (veiligheid, gezondheid, hygiëne) en zin voor het milieu zullen, telkens waar ze toepasselijk zijn, bij de verschillende leerstofonderdelen behandeld worden. Tijdens alle oefeningen, moet er over gewaakt worden dat steeds voldaan is aan alle voorschriften betreffende welzijn (veiligheid, gezondheid en hygiëne) en milieu.
3
Jaarplan
Van elke leraar wordt verwacht dat zij/hij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model (zie bijlage). Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega’s binnen eenzelfde vakgroep. De volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. De projectmatige aanpak laat toe dat de leerplandoelstellingen worden gerealiseerd los van de volgorde zoals ze in dit leerplan worden vermeld. Uiteraard moet er steeds worden over gewaakt dat de nodige voorkennis aanwezig is.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 13 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) 4
ICT-integratie
4.1
Wat?
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het realiseren van leerplandoelstellingen. 4.2
Waarom?
Maatschappelijke ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT-competenties. Jongeren moeten niet alleen in staat zijn om nieuwe media te gebruiken, zij moeten net zo goed kunnen inschatten wanneer deze efficiënt en effectief kunnen worden ingezet. Het gebruik van nieuwe media sluit zeer goed aan bij de leefwereld van de jongeren en speelt in op hun vertrouwdheid met de beeldcultuur. Er wordt meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, kritisch selecteren, het zelfstandig of in groep werken, het kunnen verwerven en verwerken van enorme hoeveelheden informatie. Deze ontwikkelingen zijn ook merkbaar in het onderwijs. In de meeste vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen: •
het leerproces zelf in eigen handen nemen;
•
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
•
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
4.3
Hoe ICT integreren ter ondersteuning van het realiseren van de leerplandoelstellingen?
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijv. d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie. Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijv. in een open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning. Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden. Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm. Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning onder de vorm van tekst, beeld en/of geluid d.m.v. bijv. een presentatie, een website, een folder ...
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 14 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan o.a. via e-mail, internetfora, een ELO, chatten, blogging. Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren op de gebruikte middelen en de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …) en kunnen ze hun keuzes bijsturen. 5
VOET
5.1
Wat?
Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden ontwikkelingsdoelen– niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie en milieueducatie De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 5.2
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. 5.3
Hoe te realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 15 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
6
Begeleid zelfgestuurd leren
6.1
Wat?
Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: • de opdrachten meer open worden; • er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn; • de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden; • de leerlingen zelf leren plannen; • er feedback wordt voorzien op proces en product; • er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct. De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 6.2
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. •
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken; • leerlingen voorbereiden op levenslang leren; • het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen. Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: • keuzebekwaamheid; • regulering van het leerproces; • attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren. In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 6.3
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: • de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht; • de leraar krijgt de rol van coach, begeleider; • de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties. De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat • • •
doelen voorop stellen; strategieën kiezen en ontwikkelen; oplossingen voorstellen en uitwerken;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 16 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) • stappenplannen of tijdsplannen uitzetten; • resultaten bespreken en beoordelen; • reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen; • verantwoorde conclusies trekken; • keuzes maken en verantwoorden is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig. 7
Timing - jaarplan
Het is moeilijk aan te geven hoeveel tijd er aan elk hoofdstuk besteed wordt, gezien het tempo van de leerlingen afhankelijk is van de inzet, bereidwilligheid van de leerling, zelfstudie, leesvaardigheid, probleemstelling, soort project. Het is aangewezen de timing te bespreken in de vakgroep. Van elke leraar wordt verwacht dat hij/zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model. Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega's. De verschillende jaarplannen moeten zodanig gemaakt worden dat er - waar mogelijk - per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Een overleg tussen de verschillende leraars zal absoluut noodzakelijk zijn. Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 17 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: • Codex, ARAB, AREI, Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: • de uitrusting en inrichting van de lokalen; • de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: • duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; • de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist. Om het leerproces, gericht op de na te streven doelstellingen en beheersing van de leerinhouden te realiseren is het noodzakelijk dat de praktijklessen steeds gegeven worden in een aangepast lokaal. Door de organisatie moeten de werkplaatsen de leerlingen inspireren tot een algemene attitude van netheid, zorg en veiligheid. Daarom zullen deze zo goed mogelijk ingericht moeten worden.
1
Uitrusting • •
1
Vaklokaal met vaste beamer, scherm en internet aansluiting Eén set basisgereedschap per leerling bestaande uit: schroevendraaiers 2 tot 8 mm; kruisschroevendraaiers nr 1-2-3; geïsoleerde combinatietang; geïsoleerde zijkniptang; geïsoleerde striptang; geïsoleerde ronde bektang; geïsoleerde fijne bektang (recht of gebogen); hout- en metaalzagen; elektricienmes; lichte hamer; testapparaat; digitale multimeter; rolmeter.
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: - Codex - ARAB - AREI - Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: - de uitrusting en inrichting van de lokalen; - de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: - duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; - de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 18 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) •
Algemeen gereedschap (aantallen afhankelijk van het aantal leerlingen): werkbanken; lichte soldeerbouten; elektrische schroevendraaier; tang voor drukverbindingen; tafelboormachine; handboormachine universeel meettoestel; veiligheidsbrillen; set platte steeksleutels; set ringsleutels; set inbussleutels; set boren (metaal, steen en hout); riemschijftrekker; kap- en steekbeitels voor hout; buizenklem; zelfklemmende tang; waterpas; winkelhaak; lijmknechten, lijmtangen en lijmverdeler (kam); set verf- en vernisborstels; set behangborstels; behangtafel; schuurblok; volledig gamma tuingereedschap; gemotoriseerd tuingereedschap: grasmaaier en snoeigereedschap verfmenger (mixer); speciemenger; betonmolen; tegelsnijder; diverse soorten hamers; verlengsnoeren; handkitpistolen; spuitpistool (elektrisch of pneumatisch); ladders (diverse types); boorhamer.
•
Veiligheidsuitrusting: gehoorbeschermers; veiligheidshandschoenen; koolstofmaskers (spuiten); stofmaskers; veiligheidsbril; veiligheidsschoenen; helm; werkkledij; veiligheidsinstructiekaarten – machines; veiligheidskaarten gevaarlijke producten.
• • •
Combinatiemachine houtbewerking met stofafzuiging PC met internetaansluiting en aangepaste software Verbruiksmateriaal afhankelijk van de uitgevoerde oefeningen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 19 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
EVALUATIE 1 Inleiding Tijdens de laatste decennia heeft zich een nieuwe ontwikkeling voorgedaan in het denken over evaluatie. Evaluatie wordt niet meer beschouwd als een afzonderlijke activiteit die louter gericht is op de beoordeling van de leerling, maar ze moet in tegendeel met het leerproces verweven zijn. De didactische evaluatie is een inherent deel van leren en onderwijzen. Zij geeft informatie aan leerlingen en leraren over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zodoende de kans om het rendement van leerlingen én leraren te optimaliseren. 2 Basisprincipes De leerkracht zal aandacht hebben voor proces- en productevaluatie. Het onderscheid tussen proces- en productevaluatie is niet altijd even duidelijk. Bij productevaluatie wordt nagegaan in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen hebben bereikt; bij procesevaluatie wordt het leerproces van de leerling en het didactisch handelen geëvalueerd. Het evaluatiesysteem van de leerkracht zal structureel rekening houden met kennis, vaardigheden en vakgebonden attitudes van de leerlingen en het resultaat van oefeningen, taken en toetsen. De evaluatiecriteria worden vooraf duidelijk aan de leerlingen medegedeeld. Deze criteria worden ook best vooraf besproken in de vakwerkgroep. Een evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. Bij de evaluatie wordt er rekening mee gehouden dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken … kunnen in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie van hun prestaties, daarom zal de leraar voortdurend hun vorderingen nagaan en zo nodig remediërend optreden. 3 Maak van de evaluatie een nuttig instrument De evaluatie is maar nuttig als de leerlingen (maar ook de leraar) uit de evaluatie kunnen leren, daarom is het essentieel: • • •
aan de leerling feedback te geven en te leren waarom een antwoord juist of fout is; conclusies te trekken voor de manier van onderwijzen (didactische aanpak); de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken te analyseren.
Verdere beschouwingen over leerlingenevaluatie zijn te vinden op de website van de Pedagogische begeleidingsdienst van het GO! (http://www.g-o.be/sites/portaal_nieuw/SO/Infotheek/Pages/default.aspx).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen 20 TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE SERV, Beroepsprofiel Klusjesman in de welzijnszorg, Brussel, februari 2006. Besluit van 10 juli 2001 van de Vlaamse regering tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg. [online]. Beschikbaar: http://www.wvc.vlaanderen.be/juriwel/thuiszorg/rgthuiszorg/subsidies/bvr100701.htm. DE GRUYTER, R., De Lange H., Van Hamme L. (2001) Zakboekje voor de preventieadviseur 2003. Mechelen: Kluwer. FONDS VOOR VAKOPLEIDING IN DE BOUWNIJVERHEID (2001). Instapcompetenties van een binnenschrijnwerker.Brussel: FVB. NATIONAAL ACTIECOMITÉ VOOR VEILIGHEID EN HYGIËNE IN HET BOUWBEDRIJF (s.d.). Opleiding basisveiligheid. Brussel: CNAC/NAVB. LBC-NVK (s.d.). Classificatiefiche klusjesman/algemeen onderhoud. Antwerpen [online]. Beschikbaar: http://www.serv.be/Publicaties/945.pdf . PREVENT (2000). Welzijn op het werk: Examenstof voor het Bekwaamheidsbrevet over Welzijn op het Werk. Brussel: Prevent. PROVINCIAAL VEILIGHEIDSINSTITUUT ANTWERPEN (2001). Basisveiligheid VCA. Antwerpen: PVI. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN i.s.m. Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (1997) Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor sanitair installateur. Brussel:SERV. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN (2005). Beroepsprofiel poetsvrouw in de gezondheids- en welzijnszorg. Brussel: SERV. VDAB (s.d.). Cobra-fiche onderhoudsvakman gebouwen [online]. Beschikbaar: http://cobra.vdab.be/cobra/cobra?event=printCompetenties&clusterBeroep=463 (5 oktober 2005). VDAB (s.d.). Cobra-fiche stukadoor [online]. Beschikbaar: http://cobra.vdab.be/cobra/cobra?event=printCompetenties&clusterBeroep=519 (5 oktober 2005). VDAB (s.d.). Cobra-fiche schilder-decorateur [online]. Beschikbaar: http://cobra.vdab.be/cobra/cobra?event=algemeneFiche&clusterBeroep=493 (5 oktober 2005). Woningstichting Duinstee, Zelf klussen met elektriciteit. [online]. Beschikbaar: http://www.duinstee.sohosted.com/documents/07elektra.pdf (10 november 2005). Websites http://www.livios.be (‘bouwen en verbouwen’; 11 oktober 2005).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Duurzaam wonen TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 6 lestijden/week, 2e leerjaar: 6 lestijden/week) PV Praktijk /bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale verwarming/sanitair/tuinbouw/ schilderen en decoratie/ (1e leerjaar: 12 lestijden/week, 2e leerjaar: 12 lestijden/week) Jaarplan Optie:........................................................................................ Leraar:........................................................... Vorderingsplan Onderwijsvorm:..............
Graad:....................
Jaar:.........................
Schooljaar: ………… / …………..
Vak:..........................................................................................
Leerplannummer:...........................
Handboek/cursus:...........................................................................
Lestijden/week:...........
JAARPLAN Week nummer
Nr. in leerplan
Leerinhouden/Leerplandoelstellingen
VORDERINGSPLAN VOET
Gegeven op (datum)
Opmerkingen
21