www.niza.nl/medianews
Editie:
Nieuwsbrief van NiZA’s Media Programma MediaNews 11- Oktober 2003
Inhoudsopgave 1
2 3 4
5
6
7 8
Journalistiek is meer dan bewustzijn creëren’ .........................................................2 Partner profiel: 10 jaar NSJ ....................................................................................2 door Barbara Bosma ........................................................................................2 Southern Africa connected to the World Wide Web: Blessing or curse? .................4 door Bertil van Vugt........................................................................................4 “Bureaucratie is de grootste barrière voor aids-bestrijding” ....................................6 door Marieke van Twillert ...............................................................................6 Angolese media en maatschappij op weg naar de toekomst ....................................8 Trainingsseminar....................................................................................................8 door Mónica Rafael en Mabel González Bustelo..............................................8 STA OP! ..............................................................................................................11 Zimbabwanen laten van zich horen.......................................................................11 door Jeanette Minnie .....................................................................................11 Tsikaya.................................................................................................................14 Muziek als hulpmiddel op weg naar vrede ............................................................14 door Victor Gama..........................................................................................14 Daily News’ waarnemend hoofdredacteur Saidi vreest niets .................................17 door Nienke van Trommel .............................................................................17 Zapiro: Stille diplomatie.......................................................................................20
1
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
1
Journalistiek is meer dan bewustzijn creëren’
Partner profiel: 10 jaar NSJ door Barbara Bosma
Of ze nu schrijven over corruptieschandalen of verslag doen van een voetbalwedstrijd. Volgens het Southern Africa Media Trust (NSJ) heeft elke journalist een essentiële rol: bijdragen aan democratisering van de regio. In haar tienjarig bestaan volgden al tweeduizend journalisten een training bij de organisatie. Slechts drie straten van het hoofdkantoor van NSJ in Maputo stierf drie jaar geleden Mozambiques’ bekendste journalist, Carlos R. Antwi Cardoso. Hij werd doodgeschoten, omdat hij teveel wist van foto: Ruth de Vries corrupte praktijken van hooggeplaatste figuren. Op die plek staat nu een monument. Het is een voordurende herinnering aan de noodzaak te werken aan democratische ontwikkeling in Zuidelijk Afrika. NSJ wil daaraan bijdragen door het versterken van de professionaliteit en expertise van media. Afrikaniseren De afschaffing van apartheid was tien jaar geleden het begin van NSJ. De organisatie begon als een samenwerking tussen SADC-landen en Scandinavische landen met een bestuur van voornamelijk Westerlingen. Maar al snel wilde NSJ ‘Afrikaniseren’ en kwam de coördinatie in handen van journalisten uit verschillende landen in de eigen regio. De meesten van hen werken er nog steeds. In 2001 transformeerde ze officieel tot een fonds, onder het beheer van regionale mediaorganisaties als het Media Institute for Southern Africa (MISA) en de Southern African Broadcasters Association (SABA). Richtte de organisatie zich aanvankelijk op basiseducatie, al snel maakte ze de overstap naar trainingen gericht op journalisten die middenin hun carrière staan. “De basisbeginselen leren journalisten vaak gaandeweg. Ze hebben juist behoefte aan meer specifieke trainingen in de vorm van korte cursussen die ze tijdens hun loopbaan kunnen volgen”, vertelt trainingsmanager Ransford Antwi. Inmiddels is NSJ een begrip voor journalisten in Zuidelijk Afrika. De aanmeldingen voor cursussen gaan het aantal beschikbare plaatsen ver voorbij. In 2002 gaf NSJ 46 cursussen waaraan 276 journalisten deelnamen. Naast trainingen laat NSJ zich ook inhuren voor workshops, media-adviezen en ontwikkeling van trainingsmateriaal. Op verzoek van UNESCO publiceerde ze in 2001 onder andere de Gender Sensitive Reporting Manual. NSJ wil zich als trainingsinstituut zo flexibel mogelijk opstellen. Daarom geen vast kantoor met leslokalen. In plaats daarvan een kleine, vaste equipe en een database met trainers die door de hele regio hun doelgroep benaderen. De onderwerpen lopen uiteen 2
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
van onderzoeksjournalistiek tot gender en ook sport. “Sport bindt mensen. Het draagt bij aan een gedeeld nationaal gevoel”, zegt directeur John Mukela. “Bovendien trekt het mensen aan om daarvoor het nieuws te kijken of de krant te kopen.” Gevoelige journalistiek Verder heeft NSJ een speciale training ontwikkeld over ‘Rapporteren over HIV’. Daarin geven de lesgevers aandacht aan de taboes rond de ziekte, de manier waarop je mensen met HIV kunt interviewen en privacy. “Journalistiek is meer dan alleen bewustzijn creëren. Het is ook het veranderen van houding en gedrag”, vertelt Antwi. NSJ hecht daarbij groot belang aan de ethische implicaties van journalistiek. “Journalisten moeten een balans vinden tussen het verschaffen van feitelijke informatie en de manier waarop ze rapporteren. Wij helpen hen hiervoor een gevoeligheid te ontwikkelen.” Op een juiste wijze rapporteren kan alleen als je werkelijk weet hoe het zit. Daarom wil NSJ in haar trainingen gaan samenwerken met een internationale artsenorganisatie. Media een luxe Ook maakt NSJ zich hard voor opleidingscertificaten. Ze wil journalisten belonen met een diploma wanneer zij een aantal trainingsmodules succesvol hebben doorlopen. Met universiteiten in verschillende landen bespreekt zij de mogelijkheid tot internationale erkenning van de documenten. De belangrijkste uitdaging is voor NSJ het verkrijgen van inkomsten uit verschillende bronnen. Daarvoor wil ze zich meer promoten als instituut dat zich kan laten inhuren voor specifieke opdrachten en is ze op zoek naar fondsen. Alleen zo kan ze zorgen dat ze ook in de toekomst trainingen kan blijven geven aan journalisten, die voor hen betaalbaar zijn. Het is in Afrika nog altijd moeilijk overheidssteun te krijgen voor mediaontwikkeling. Overheden zijn niet geneigd hierin te investeren. Sommige vinden sterke media een bedreiging. Andere zien gewoonweg het belang ervan niet in. “Voor hen is communicatie een luxe, iets waar ze als eerste op zouden bezuinigen. Maar sterke media is onontbeerlijk voor het opbouwen van een civil society en daarmee democratie. Media geeft mensen een stem en brengt groepen in beweging”, aldus de NSJ-directeur. Voor media in Zuidelijk Afrika is het werk van NSJ bittere noodzaak en nog lang geen luxe. Barbara Bosma werkt als zelfstandig journalist in Mozambique.
[email protected] http://www.nsjtraining.org
3
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
2 Southern Africa connected to the World Wide Web: Blessing or curse? door Bertil van Vugt
Zegen of vloek? Dat was centrale vraag bij het debat over de rol van het internet in zuidelijk Afrika tijdens het Levend Jaarboek van het NiZA in het Amsterdamse Felix Meritis. Tot een spetterend debat kwam het echter niet omdat de sprekers het veel eens waren. Het internet is een zegen in wording, maar naast verbetering van de infrastructuur moeten eerst sociale en culturele obstakels worden overwonnen. Vier van de vijf deelnemers aan het gesprek, dat naar aanleiding van de aankomende ICT-top ‘World Summit on the Information Society’ (WSIS) in Genève was georganiseerd, kwamen uit Zuidelijk Afrika. De Zambiaanse Margret Mpolokoso van Radio Icengelo, Clara Masinga uit een plattelandsgemeenschap uit de Limpopoprovincie in Zuid-Afrika en Tracey Naughton, een in Johannesburg woonachtige mediaexpert, waren net uit Genève aangekomen waar ze meegedaan hadden aan de voorbereidingen op de WSIS. Chris Armstrong van National Community Forum Radio uit Zuid-Afrika en Leo Van Audenhoven, docent internationale communicatie aan de Vrije Universiteit van Brussel, maakten het vijftal vol. De WSIS, waar alle leden van de Verenigde Naties gaan praten over de ontwikkeling naar een informatiesamenleving, zal in twee delen plaats vinden. In Genève van 10 tot 12 december en in Tunis in november 2005. Een delegatie van zeven afgevaardigden uit Zuidelijk Afrika was twee weken in Genève geweest om deze laatste voorbereidingsbijeenkomst van WSIS bij te wonen. Hier behartigden zij de belangen van de plattelandsgemeenschappen op het zuidelijkste deel van het Afrikaanse continent. Voor deze ‘rural communities’ is het cruciaal om toegang te hebben tot de informatie- en communicatiemogelijkheden die het internet met zich meebrengt. Les onder een boom De deelnemers aan de discussie in Felix Meritis op 26 september, waren het er over eens dat internet veel kan veranderen in Zuidelijk Afrika. Dat er nog een lange weg te gaan is, werd echter ook snel duidelijk. Tracey Naughton vertelde dat ze tijdens de voorbereidingen op de WSIS te veel te maken gehad met mensen die alleen naar de technische kant van het verhaal keken. Voor het debat zei ze: “Als je het hebt over het bouwen van een informatiesamenleving, heb je andere mensen nodig dan alleen technici. Ik voel me verantwoordelijk om op dit gebied een visie te ontwikkelen voor de toekomst, want de ontwikkeling naar het digitale tijdperk is vooral een sociale, culturele aangelegenheid.”
4
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
Maar uit het verhaal van de Zambiaanse Margret Mpolokoso werd duidelijk dat infrastructuur toch ook een zeer belangrijke rol speelt in de digitale revolutie. Mpolokoso illustreerde dit met een diavoorstelling over een onderwijzer in Namibië die les geeft onder een boom. Het dorpje in de woestenij heeft geen elektriciteit en geen stromend water is. Ook communiceren met de buitenwereld behoort niet tot de opties: de dichtstbijzijnde telefoonaansluiting is honderd kilometer verderop. Kabelnetwerken Dat het internet haar tentakels in deze delen van de wereld nog niet heeft uitgeworpen komt omdat het voor zowel het bedrijfsleven als de overheid weinig interessant is peperdure kabelnetwerken aan te leggen in de dunbevolkte arme gebieden. Volgens de Zuid-Afrikaanse Clara Masinga is het vooral een taak van de overheid te investeren in ICT om zo niet alleen de steden maar ook het platteland bij de ontwikkeling te betrekken. Op de vraag wat de zin van internet is in landen waar het grootste gedeelte van de bevolking geen Engels spreekt en waar het merendeel van de mensen proberen te overleven van minder dan $1 per dag, antwoordde Van Audenhoven dat er vele mogelijkheden liggen, maar dat er momenteel nog te weinig relevante content op het web te vinden is. “Wij zien het internet vaak als een onuitputtelijke bron van kennis, maar de informatie op het web is voornamelijk afkomstig uit het Westen en daar kunnen mensen in plattelandsgemeenschappen in Afrika vaak niets mee.” Wat verwacht men dan eigenlijk van wat mensen in Zuidelijk Afrika met het internet doen? Veel verder dan handel via het net of het vergelijken van prijzen voor hun koffie of andere producten, kwamen de sprekers niet. Schrijnend was de aanwezigheid van de twee ‘grassroot-vrouwen’ uit Zambia en ZuidAfrika die wel op het podium zaten, maar na hun praatje, waar ze even een voorbeeld uit de praktijk mochten vertellen, niet meer aan bod kwamen. Dit droeg bij aan een onbevredigend gevoel na afloop van het debat waar zoveel meer in had gezeten. Misschien kwam dat wel doordat de Ethiopische gespreksleider Awil Abdullah Mohamoud de sprekers erg strak aan het tijdschema hield. Hierdoor kwamen ze helaas niet veel verder dan een makke opsomming van meningen die teveel op elkaar leken om tot een debat te komen. Bertil van Vugt is een freelance journalist die via het mediaprogramma van het NiZA de eerste helft van 2003 in Kaapstad, Zuid-Afrika, heeft gewoond. Hier schreef hij voor de kranten Cape Argus en de Cape Times. Ook werkte hij voor een nieuwssite over positieve ontwikkelingen in Zuid-Afrika: www.come2capetown.com
http://www.wsis-cs.org/africa/
5
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
3 “Bureaucratie is de grootste barrière voor aids-bestrijding” door Marieke van Twillert
Actually, life is a beautiful thing. Onder dat motto opereert de Zuid-Afrikaanse filmmaker Don Edkins. Hij is initiatiefnemer van Steps for the Future, een omvangrijke collectie videofilms over HIV/aids in zuidelijk Afrika. Edkins was eind september te gast op NiZA’s Levend Jaarboek, waar hij een aantal Stepsfilmfragmenten vertoonde. Steps for the Future is twee jaar geleden in Zuid-Afrika opgezet, door Edkins en zijn Finse collega Iikka Vehkalahti. De afkorting STEPS staat voor Social Transformation and Empowerment Projects. Dat maakt duidelijk dat het geen vrijblijvend project betreft. “We wilden een gesprek op gang krijgen.”
Don Edkins foto: Tom van der Ley
En dat werkt, zo blijkt. De collectie met documentaires en korte films is inmiddels over de hele wereld bekend. Zo zijn de films op 110 festivals vertoond en in vele landen op tv geweest. In Nederland heeft de NPS een aantal documentaires uitgezonden. Belangrijker dan de internationale aandacht, is het effect dat de films hebben in zuidelijk Afrika. De films worden in alle landen gebruikt bij aids-voorlichting. Toen de Zuid-Afrikaanse tv de films uitzond, trokken ze wekelijks 800.000 kijkers. “Dat zijn hoge kijkcijfers”, vertaalt Edkins. Mobiele bioscoop Nog altijd komen er nieuwe plaatsen bij waar ze nog niet zijn vertoond. In Mozambikaanse bioscopen worden de Steps-films samen vertoond met internationale films. In gebieden waar geen scherm voorhanden is, rijdt een busje voor: de ‘mobile cinema’. “Zo heeft in Lesotho een mobiele bioscoop een kleine tournee gemaakt, samen met een aantal hoofdrolspelers. Seropositieve hoofdrolspelers”, zegt de Zuid-Afrikaanse filmmaker. “Dat levert een spannende bijeenkomsten op. Het publiek zegt bijna altijd: U bent de eerste HIV-besmette persoon die ik ontmoet. Onzin natuurlijk, maar het geeft aan dat er nog steeds een ongelofelijk taboe op rust. Nog altijd wil bijna niemand in het openbaar zeggen dat hij of zij besmet is met HIV. ” Na afloop van de vertoning is er standaard een gesprek met het publiek, dat wordt geleid door aidsvoorlichters. “We werken nauw samen met lokale groepen.” Toch hebben de films geen prekerige boodschap. “Dat willen we ook niet. Het zijn verhálen”, benadrukt Edkins. “De bedoeling van de films is om een gesprek uit te lokken. Het vertonen van een film waarin hiv en aids voorkomt, is een bruggetje om over het onderwerp te discussiëren.”
6
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
Eigen leven Het publiek reageert het sterkst op films die zijn gemaakt door landgenoten. “Ze voelen meer mee met verhalen die zich afspelen in herkenbare omgeving, waar de helden in hun eigen taal spreken.” Edkins beklemtoont dat de films ook vertaald zijn en zeker 13 talen opnieuw zijn ingesproken. “We wilden films uit verschillende landen. Ook hebben we geprobeerd om zowel vrouwelijke als mannelijke filmmakers uitgenodigd.” NiZA bekostigde een onderzoek naar de ‘impact’ van de Steps-methode. Hoe beoordeelt Edkins het effect van de films? “Het is een kettingreactie. Kinderen zien films tijdens een schoolvoorstelling en vertellen de inhoud aan hun ouders, zoals in de township Alexandra.” Dat is prima, vindt hij. “Het is belangrijk dat het een eigen leven gaat leiden.” Op lokaal niveau is de overheid zeer betrokken, stelt Edkins vast. “Op een wat hoger niveau heeft de overheid een neutrale houding. Ze werpen geen obstakels op, maar leveren evenmin fondsen.” Steps werkt dan ook voornamelijk samen met lokale groepen en internationale sponsoren. “We doen er alles aan om de reikwijdte van de films te vergroten. Er zijn verschillende units tegelijk onderweg.” Niettemin kost het veel tijd en moeite om het publiek te bereiken. “In Botswana is contact gelegd, in Mozambique is 1,5 jaar geleden de eerste poging gedaan om samen te werken. Het werkt een klein beetje in Namibië. De lokale aids-supportgroepen doen hun best wel. Het probleem zit bij de bureaucratie – die vormt de grootste barrière voor de aids-bestrijding.” Doorbraak De 36 films zijn drie jaar geleden gemaakt door zowel gearriveerde filmmakers als debutanten. Voor sommige debutanten heeft deelname aan het Steps-project hun grote doorbraak betekend. Zo is de Zambiaanse Sampa Kangwa momenteel bezig met een documentaire over het verschijnsel van zogenoemde ‘date-rape’. Hoewel de videofilms nog net zo actueel zijn als drie jaar geleden, is Edkins inmiddels is een stap verder. “Aids gaat niet weg. Ik heb zelf geen nieuwe onderwerpen – binnen de aids-problematiek- die vragen om een nieuwe serie films. Maar er zijn wel nieuwe onderwerpen.” De Zuid-Afrikaanse omroep SABC zendt binnenkort films uit over ‘tien jaar democratie’. “Die zijn gemaakt volgens de Steps-methode, waarbij training gecombineerd is met productie and distributie.” Meer informatie: www.steps.co.za De films zijn op aanvraag te huur bij BIDOC, het documentatiecentrum van Niza. www.niza.nl/bidoc
7
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
4 Angolese media en maatschappij op weg naar de toekomst Trainingsseminar door Mónica Rafael en Mabel González Bustelo
Angola bevindt zich in een overgangsfase. Over een aantal zaken van fundamenteel belang voor de toekomst van het land vallen op dit moment allerlei beslissingen in achterkamertjes, zonder dat de publieke opinie er een rol in speelt. Afgelopen maand hield NiZA samen met het Madrileense Peace Research Centre en de Peace Studies Group van de Universiteit van Coimbra een trainingsseminar in Luanda voor journalisten en medewerkers van non-gouvernementele organisaties (ngo’s). Wederopbouw als uitdaging Het maatschappelijk middenveld in Angola komt in feite nog maar net op gang en is relatief zwak. Angolese ngo’s kampen met een gebrek aan middelen en gekwalificeerde mensen. Zij zijn in hoge mate afhankelijk van externe financiering. Zij staan bloot aan pressie van de zijde van de overheid en vinden daardoor onvoldoende aansluiting onder elkaar en met internationale netwerken. Al deze factoren bemoeilijken het produceren vanuit de civil society van een ‘agenda’ voor ’s lands toekomst, terwijl de ngo’s zichzelf in groeiende mate bewust zijn van de noodzaak daartoe. De staatsmedia monopoliseerden tot voor kort de markt voor informatie, maar langzaamaan komen er enkele onafhankelijke media van de grond. (radio, weekbladen). Ondanks hun - aan de druk van overheidswege te wijten -precaire situatie wat financiën en menskracht betreft, hebben de particuliere media al een stap gezet op weg naar een pluriforme informatievoorziening. Handvat De workshop die we hebben gehouden betrof een mediaproject. Dit trainingseminar was gericht op verzoening en wederopbouw, waarbij de rol van de [i]civil society[/i] wordt versterkt door middel van de media. Deze laatste dienen als handvat voor het consolideren en het verhogen van het democratisch gehalte van de Angolese [i]civil society[/i] op de lange termijn, in de situatie na de beëindiging van de burgeroorlog. De missie had tot doel informatie te verzamelen over de behoeften van Angolese ngo’s en media en de situatie waarin deze verkeren, ze sterker te maken en in staat te stellenmeer werk te maken van de onderlinge relaties. ‘Confrontatie van twee vreemden’ Onder het motto ‘Confrontatie van twee vreemden’ vond in de week van 8 tot 12 september 2003 een trainingsseminar plaats met leden van ngo’s en journalisten, waaraan 26 mensen deelnamen. Onderdeel van het programma was een kort theoretisch gedeelte dat een minimum aan inzicht diende te bieden in het vraagstuk van deficiënte staten in het internationale systeem, maar het geheel was uiterst praktisch en gericht op de participatie van de deelnemers.
8
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
De cursus viel uiteen in drie delen: Ø Journalisten: het gebruik van journalistieke technieken en verschillende vormen van journalistiek. Praktische oefening: het produceren van een krantenbijlage van acht pagina’s over het thema ‘Nationale verzoening’, en het voorbereiden van een radioprogramma van 25 minuten over ‘De Angolese samenleving voor de verkiezingen’. Ø Leden van ngo’s: het belang van een adequaat informatiemanagement en het gebruiken van de media om kennis, informatie over de eigen activiteiten en het streven van de ngo voor het voetlicht te brengen. Praktische oefening: het uitwerken van persberichten, het voorbereiden van interviews en het voorbereiden van een radiodiscussie over de verkiezingen plus rollenspel. Ø Journalisten en ngo’s samen: het beoordelen van de sterke en de zwakke kanten van beide groepen, hun tegenwoordige en gewenste onderlinge verhouding, en de vraag welke verbeteringen gewenst zijn en wat elk aan de mogelijkheden van de ander kan bijdragen. Als resultaat van de cursus hebben verschillende deelnemers aan het eind van de laatste zitting meegedaan aan een live uitgezonden discussie op Radio Ecclésia, met als thema ‘De Angolese media en de civil society voor de algemene verkiezingen’. Betalen voor zendtijd De twee groepen begonnen aan de cursus met een zeer negatief beeld van elkaar, maar dat verminderde naarmate zij in gesprek raakten en meer inzicht kregen in ieders beperkingen. Dit mondde uit in zeer interessante discussies, waaraan zeer velen met veel belangstelling meededen.
deelnemers aan de workshop
De deelnemers noemden de gegeven mogelijkheid tot een dialoog tussen de twee groepen een van de meest positieve kanten van deze cursus, naast het feit dat zij zich bewuster waren geworden van het belang van samenwerking tussen beide groepen voor het proces van nationale verzoening. Er heeft bijvoorbeeld van geen van de twee kanten ooit een duidelijke strategie bestaan voor het contact tussen ngo’s en media. Ngo’s denken dat contact met de media standaard geld kost, dat wil zeggen dat zij betalen voor zendtijd of voor een bladzijde in een weekblad. Van de andere kant zien media de ngo’s uitsluitend als dienstverleners en daardoor niet als een vooraanstaande bron van informatie. Minder te spreken was men over het gebrek aan tijd, waardoor niet erg diep kon worden ingegaan op de cursusthema’s, met name op communicatietechniek en het discussiëren
9
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
over de verkiezingen. Daarom toonde men unaniem sterke belangstelling voor verdere cursussen in de toekomst, met deelnemers uit beide sectoren, waarbij ook mensen uit andere delen van de civil society en zelfs leden van zich wat opener opstellende politieke partijen aanwezig kunnen zijn.
Achtergrondinformatie over de theorie van de deficiënte staat (pdf-file) Debat op Radio Ecclésia: http://www.ces.fe.uc.pt/ficheiros/debate.mp3 Mónica Rafael is onderzoeker bij de Peace Studies Group aan de Universiteit van Coimbra (Portugal).
[email protected] Mabel González Bustelo is journalist en werkt bij het Peace Research Centre in Madrid (Spanje).
[email protected]
10
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
5 STA OP! Zimbabwanen laten van zich horen
door Jeanette Minnie
“Waarmee je het moet vergelijken? Dat je de doodstraf krijgt, en in beroep mag gaan maar pas nadat je bent opgehangen.” Aldus Gugulethu Moyo, juridisch adviseur van de Daily News, na de uitspraak van het Hooggerechtshof dat de krant de grondwettigheid van een van Zimbabwes beruchte mediawetten mocht aanvechten, maar zich eerst aan die wet moest houden. Het Hof bepaalde dat de Daily News, om te mogen verschijnen, eerst de overheid om een vergunning moest verzoeken, en dan pas bezwaar mocht aantekenen tegen een wet op grond waarvan de overheid bepaalt welke media een vergunning zullen krijgen. Na deze onverwachte ontknoping kon de Daily News weinig kanten meer op. De krant vroeg de overheid om een vergunning – die werd geweigerd. De weigering nu biedt de Daily News een nieuwe mogelijkheid de Access to Information and Protection of Privacy Act (AIPPA) aan te vechten, maar dan via een juridische omweg. Voor alle ‘massamediadiensten’ en voor elke individuele journalist stelt de AIPPA een officiële vergunning verplicht, te verstrekken door een door de staat aangewezen Media and Information Commission. Zonder deze mag er niet gepubliceerd worden. Naar de mening van de Daily News is deze wettelijke eis in strijd met het recht op vrije meningsuiting, zoals vastgelegd in de grondwet van Zimbabwe. Zeker, ooit was Zimbabwe een goed land. Principes In Zimbabwe vecht niet alleen de Daily News voor haar voortbestaan. Op dit moment (6 oktober) zijn vijftien van haar journalisten opgepakt en ieder voor zich aangeklaagd voor het zonder vergunning uitoefenen van hun beroep. Tegen de resterende dertig journalisten van de krant is ook een onderzoek ingesteld. Maar ook bij andere onafhankelijke kranten in Zimbabwe zijn er journalisten, ook een paar hoofdredacteuren, die bij de overheid niet een individuele aanvraag hebben ingediend om te worden geaccrediteerd – uit principiële overwegingen. Zonder geaccrediteerd te zijn mogen zij in dit land niet werken als journalist – zelfs niet free-lance. Op grond van de AIPPA is het in Zimbabwe tegenwoordig onwettig je in het land geldende recht op vrije meningsuiting uit te oefenen, evenmin als het in de nationale grondwet vastgelegde recht op arbeid naar eigen keuze. Er zijn nog enkele bekende onafhankelijke kranten en weekbladen in Zimbabwe, waaronder The Standard, de Zimbabwe Independent en de Financial Gazette. Deze hebben een officiële registratie aangevraagd omwille van hun voortbestaan, en ook gekregen. Maar sommige van hun medewerkers vingen bot op hun individuele aanvraag om te worden geaccrediteerd, of hebben om principiële redenen geweigerd een aanvraag
11
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
in te dienen. Een paar journalisten van de Daily News hebben een aanvraag ingediend, maar vingen eveneens bot, omdat hun krant geen officiële vergunning heeft. Straffen op grond van AIPPA Het is voor een ‘massamediadienst’ op grond van de AIPPA illegaal te werken zonder te zijn geregistreerd, of om niet-geaccrediteerde journalisten in dienst te hebben. De straf in beide gevallen omvat de verbeurdverklaring van (alle) activa, die aan de staat vervallen, en gevangenisstraffen en boetes voor de directeuren van de (houdster)maatschappij in kwestie. Ongeaccrediteerde journalisten van wie wordt vastgesteld dat zij toch werken kunnen ook gestraft worden met hechtenis en boetes. Het afgelopen jaar zijn rond de vijftig journalisten (maar ook chauffeurs en juristen) gearresteerd in verband met wat media over de gebeurtenissen in Zimbabwe hebben geschreven. De meeste waren Zimbabwaan, maar er waren ook een paar buitenlandse journalisten bij, onder wie ten minste twee Nederlandse. Op 26 februari dit jaar werden Raymond Bouwman en Pim Hawinkels van het RTL5 Nieuws gearresteerd, omdat zij Zimbabwanen filmden die in Bulawayo in de rij stonden voor brood. MISA onder vuur De maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor vrije, eerlijke en onafhankelijke media liggen nu ook onder vuur. MISA-Zimbabwe, de Zimbabwaanse afdeling van het Media Institute of Southern Africa (MISA), heeft te horen gekregen dat het zich eveneens moet laten inschrijven als ‘massamediadienst’. Op grond van de AIPPA valt elke maatschappelijke organisatie die in welke vorm dan ook informatie publiceert en deze verbreidt onder een ruimere kring dan alleen haar eigen leden, onder de definitie van ‘massamediadienst’. Dat MISA-Zimbabwe inmiddels onder vuur ligt verrast niet. De organisatie doet verslag van alle schendingen van de mediavrijheid die in dat land plaatsvinden, en timmert sterk aan de weg als pleitbezorger van vrije en onafhankelijke media. Het heeft beroep aangetekend tegen de bepalingen in de AIPPA op grond waarvan het wordt aangemerkt als ‘massamediadienst’. Wie weet krijgt het ook te horen dat het eerst op grond van de wet zal worden opgeknoopt, waarna het een klacht mag indienen. Diplomatiek offensief Maar MISA gaat een stap verder. MISA-Zimbabwe en het regiosecretariaat van MISA in Namibië hebben een diplomatiek offensief geopend. Drie teams uit Zimbabwe reizen op dit moment langs andere Afrikaanse landen, waar zij persconferenties houden en de regeringen ter plaatse en ambassades van andere Afrikaanse landen bezoeken. Zij vragen de aandacht voor de mediacrisis in Zimbabwe. Elk team bestaat uit een vertegenwoordiger van MISA-Zimbabwe, een hoofdredacteur van een van de onafhankelijke kranten en een mediajurist. Zij hebben hun buik vol van de door de Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki geleide politiek van ‘stille diplomatie’, zoals die ook wordt gepraktiseerd door de veertien lidstaten van de Southern African Development Community en binnen de Afrikaanse Unie.
12
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
Zij menen dat de stem van het Zimbabwaanse volk buiten de grenzen gehoord moet worden, vooral in Afrika, en niet alleen de stem van de ZANU-PF-regering en oppositiepartij MDC. Sta op! De Zimbabwanen laten van zich horen! Jeanette Minnie adviseert NiZA op het gebied van vrijheid van meningsuiting. Zij was directeur van het Media Institute of Southern Africa (MISA) en van het Freedom of Expression Institute (FXI), Zuid-Afrika.
[email protected]
Websites: www.misa.org, www.mmpz.org.zw
13
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
6 Tsikaya Muziek als hulpmiddel op weg naar vrede
door Victor Gama
Muziek als brenger van de boodschap is een oud gebruik in Afrika. Het meest bekend in het Westen is het vroegere gebruik van de tam-tam als communicatiemiddel tussen de dorpen. Tegenwoordig zijn de muzikale tradities van het platteland een hulpmiddel bij het bereiken van eenheid in het verscheurde Angola. Een kennismaking met Tsikaya. Tsikaya is een samenwerkingsproject tussen organisaties werkzaam in Angola op het foto: Viktor Gama gebied van cultuur en ontwikkeling, mensenrechten, burgerschapsvorming en mediavrijheid. Het project bepleit een holistische benadering in de strijd voor vrede en tegen armoede en uitsluiting, via het bewaren en in ere herstellen van het muzikale erfgoed van het Angolese platteland. Open microfoon Victor Gama nam het initiatief tot Tsikaya tijdens een tocht in 1997 naar CuitoCuanavale in de Angolese provincie Cuando-Cubango. De muzikanten die toen meededen grepen de open microfoon van Gama aan om opgenomen boodschappen over te brengen naar andere delen van Angola. Op een andere manier was dat op dat moment niet mogelijk. Eén van de opgenomen liederen heet Mensagem a Luanda (Boodschap aan Luanda). De zanger uit zijn bezorgdheid over de toestand en de problemen in zijn verre dorp en de mensen om hem heen, en vraagt om hulp uit de hoofdstad. Tsikaya stelt zich ten doel een weg te openen om vrijelijk allerlei kwesties van culturele identiteit naar voren te kunnen brengen en familie- en gemeenschapstradities te stimuleren. Het wil bijdragen tot het in ere herstellen en bevorderen van het nationale culturele erfgoed, door het aandragen van de middelen en de mechanismen via welke dit erfgoed kan worden teruggegeven aan de mensen op het platteland. Het biedt een stem aan de verschillende gemeenschappen en is tegelijkertijd een stimulans voor duurzame cultureel-economische productieve activiteiten, zoals de productie en verkoop van cd’s, de bouw van instrumenten en handwerk, workshops, uitwisselingen en optredens van topmusici.
14
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
De rol van het geheugen De bedoeling van het project is bedreigde muziektradities voor verdwijning te behoeden en ze te versterken. Dit gaat zowel om de instrumenten als om allerlei repertoire. Op die manier wil Tsikaya gemeenschappen hun culturele waarden helpen terugvinden en vertolken en de rol onderzoeken van het geheugen, de geschiedenis en de verbeelding bij het helpen weerstaan en overwinnen van armoede, uitsluiting en geweld. foto: Victor Gama
Tsikaya vertegenwoordigt een programma aan de basis, dat werkt met cultuur als middel om te begrijpen en begrepen te worden en om er ontwikkelingswerk op te baseren binnen de specifieke context van Angola. Het project brengt de voornaamste cultuurdragers op het niveau van de gemeenschap bij elkaar, waaronder de regedor, de soba en muzikanten en componisten. Maar ook de lokale bestuurder wordt erbij betrokken, evenals onderwijzers aan de basisscholen, vrouwen die koorgroepen organiseren en ambtelijke vertegenwoordigers van het Ministerie van Onderwijs. Deze mensen vormen ook het netwerk waarlangs de uitwisseling loopt van boodschappen, communicatie en informatie. Slagwerksters De doelgroep van Tsikaya bestaat uit muzikanten, zangers en componisten op het platteland van de provincie Benguela: vrouwen, mannen en kinderen. Maar er moet rekening mee worden gehouden dat er nauwelijks beroepsmusici zijn. De meeste artiesten zijn dan ook boeren, een paar werken bij de plaatselijke overheid, een paar zijn traditioneel genezer, weer andere staan als handelaar op de plaatselijke markt. Het muziek-maken gebeurt vooral binnen de familiekring van de componist of muzikant en diens buren. Vrouwen en kinderen maken vaak deel uit van het koor dat de muzikant begeleidt, en in veel gevallen is de componist lead-zanger in het koor. In Hanha do Norte troffen wij een rijk muziekleven met verschillende groepen; vaak maken slagwerkers, zangers en dansers deel uit van meer dan één groep. Sommige groepen worden geleid door vrouwen, die zelf de liederen en dansen voor de groep bedenken, in overeenstemming met oude tradities, waarin bijvoorbeeld vrouwelijke slagwerkers een plaats hebben. Netwerk Er is een onderling samenwerkend netwerk gevormd waarop de uitvoering van het project is gebaseerd. Dit netwerk bestaat uit leidende figuren in de plaatselijke gemeenschappen, plaatselijke muzikanten op het platteland, traditionele leiders zoals de regedores en sobas, de coördinatoren van de culturele vereniging Bismas in Benguela, de leden daarvan, uitvoerende kunstenaars, radiomakers en journalisten in Benguela en in heel Angola.
15
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
Dit netwerk heeft veel profijt van zijn banden met bestaande programma’s op het gebied van burgerschapsvorming en burgerrechten, geïnitieerd en geleid door ADRA, een Angolese non-gouvernementele organisatie, en de internationale samenwerking met de culturele organisatie PangeiArt, die het project heeft opgezet. Victor Gama (Angola/Portugal) is musicus en componist. Op zijn naam staan tot nog toe vier cd’s. Hij heeft veel opgenomen in het veld, in Angola, Namibië, Cuba en Colombia, en heeft overal ter wereld opgetreden en zijn instrumenten vertoond.
[email protected] Meer informatie over Victor Gama: http://www.themilkfactory.co.uk/main/index.php
16
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
7 Daily News’ waarnemend hoofdredacteur Saidi vreest niets
door Nienke van Trommel
“De Zimbabwaanse democratie is een zware slag toegebracht”, constateert William Saidi. Hij is plaatsvervangend en thans werkeloos hoofddirecteur van Zimbabwe’s grootste onafhankelijke krant, de Daily News. Op 12 september, vielen politieagenten het hoofdkantoor in Harare binnen en sloten de redactie. Niettemin blijft Saidi monter. “Ik rapporteer de waarheid en als je niets te verbergen hebt, hoef je ook niets te vrezen.”
William Saidi foto: Tom van der Ley
Hij was in Nederland op uitnodiging van het NiZA, maar is niet bang om terug te keren naar Zimbabwe. “Volgende week gaan we weer naar de rechter om onze sluiting aan te vechten.” Sovjet Unie Het om zeep helpen van onafhankelijke kranten, is niets nieuws onder de Zimbabwaanse zon. In 1981 werkte Saidi bij The Herald, toen de grootste onafhankelijke krant van Zimbabwe. De krant werd door de overheid overgenomen. Saidi: “Eén dag na de overname, kreeg ik een briefje met de mededeling dat ik vanaf nu vóór de Sovjet Unie en China was en tégen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Ik heb het briefje weggegooid en ontslag genomen.” “Vanaf toen wist ik dat president Mugabe niet kon deugen. Maar het heeft lang geduurd voor de wereld inzag dat Robert Mugabe niet de grote verzoener was die blank en zwart vreedzaam naast elkaar zou laten leven, maar een machtswellusteling die zijn eigen volk laat verkommeren.” In 1999 was Saidi betrokken bij de oprichting van de Daily News. De krant nam geen blad voor de mond. En dat beviel de Zimbabwanen. Binnen twee jaar werden er dagelijks 120.000 kranten van de Daily News verkocht. De verkoop van staatskrant The Herald, stak hier met 60.000 schraal tegen af. Vaak is de Daily News verweten het clubblaadje van oppositie partij MDC (Movement for Democratic Change) te zijn. “Onzin”, vindt Saidi. “Omdat we ons kritisch uitspraken tegenover de regering, wil nog niet zeggen dat we vóór de oppositie zijn.” Al vergaten leden van oppositiepartij MDC de onafhankelijke opstelling van de Daily News wel eens. Saidi: “Niet zo lang geleden verscheen de staatssecretaris van onderwijs in mijn kantoor. Deze MDC- man dacht dat ik wel een speech voor hem kon schrijven. Ik heb hem vriendelijk uitgelegd dat onafhankelijke journalisten geen speeches voor ministers en staatssecretarissen schrijven.”
17
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
Massavernietingswapens De kritische houding van de Daily News ten aanzien van de nieuwe grondwet en de herverdeling van het land, bleken nagels aan de doodskist van de krant. In 2000 ontplofte een bom ónder het hoofdbureau van de Daily News in Harare, echter door te geringe kracht leed het bureau nauwelijks schade. In 2001 blies een bom de drukpers van de Daily News op. Van beide aanslagen is tot op de dag van vandaag geen verdachte aangehouden. De apotheose vond afgelopen 12 september plaats toen de politie het hoofdkantoor van de Daily News sloot. “Zeker op zoek naar massavernietigingswapens?” vroeg de jongste aanwezige journalist aan norse agenten. Reden van de politie-inval: de journalisten hadden bezwaar aangetekend tegen de AIPPA (Access to Information and Protection of Privacy Act). Registratie volgens de AIPPA zou inhouden dat de journalisten zich zouden laten binden aan door de overheid opgestelde spelregels die de vrijheid van meningsuiting en nieuwsgaring in de weg zouden kunnen komen te staan. En omdat de journalisten niet geregistreerd waren volgens de AIPPA, waren de Daily News journalisten met illegaal werk bezig en moest de krant sluiten, aldus Zimbabwe’s Hoge Raad. Saidi verwacht dat de drie overgebleven onafhankelijke Zimbabwaanse kranten ieder met een oplage rond de 40.000 exemplaren, The Standard, The Independent en The Financial Gazette, het volgende slachtoffer van de regering Mugabe zullen zijn. Maar bij de parlementsverkiezing in 2005, zal alles anders worden. Volgens Saidi zijn de Zimbabwanen uitgeput door honger, angst en hiv. “Iedereen, Zanu-PF en MDC aanhangers, is deze situatie zat. En dat zal blijken in 2005, in het stemhokje.” Nienke van Trommel is freelance journalist
[email protected] Lees ook: Column Jeanette Minnie Nieuwe website: http://www.daily-news.co.za/
18
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
19
NiZA MediaNews 11 - oktober 2003
8 Zapiro: Stille diplomatie
Zapiro © 22 oktober 2003
20