KIJK OP MOGELIJKHEDE N
BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
Kijk op Mogelijkheden .
(KoM)
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[08-09-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie ....................................................................................................... 3 1.1 Toelichting op de naam van de interventie............................................................................. 3 1.2 Doel van de interventie .......................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 4 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 5 1.4.1 Methodiek 5 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse 8 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak 8 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging 11 1.5 Beschrijving onderzoek naar effectiviteit............................................................................. 11 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 15 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................. 17 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 17
www.interventiesnaarwerk.nl
2
1
Beschrijving van de interventie
1.1
Toelichting op de naam van de interventie
KoM KIJK OP MOGELIJKHEDEN is een traject van twee maanden waarin voor cliënten uit het granieten bestand wordt vastgesteld wat de resterende mogelijkheden tot participatie, respectievelijk tot deelname aan een activerings- of re-integratietraject zijn. Naast de diagnose wordt de cliënt begeleid naar het nemen van een volgende stap. De interventie is gericht op inactieve cliënten die lichamelijke of psychische belemmeringen ervaren die hen verhinderen actief te worden. Vaak gaat het om mensen in een ‘rusttraject’, die in het kader van deze meer actieve benadering van het cliëntenbestand weer in beeld komen. In twee maanden gaat de deelnemer in een groep aan de slag (werkstage) bij Baanstede, het SW-bedrijf van de gemeente Purmerend. Gezien het brede scala van werksoorten binnen Baanstede kan rekening worden gehouden met de specifieke wensen en (on)mogelijkheden van deelnemers. Tijdens deze stage wordt gekeken naar zowel de kwaliteiten als de belemmeringen van iemand om te werken. Naast de werkstage neemt de groep twee keer per week deel aan een training. Verder is er individueel traject op maat. Hierbij wordt met de deelnemer gezocht naar manieren om belemmeringen voor werk of activering te beperken of op te lossen, bij voorbeeld ten aanzien van de thuissituatie, begeleiding naar zorgverleners en individuele gesprekken naar aanleiding van de ervaringen in het traject.
1.2
Doel van de interventie
Hoofddoel Het KoM-traject is, zoals de naam ook suggereert, bedoeld om de resterende mogelijkheden tot participatie van cliënten uit het granieten bestand vast te stellen en cliënten een aanzet te geven voor vervolgstappen. Het gaat (dus) niet alleen om een objectieve vaststelling (diagnose) maar ook om het bewerken van een verandering. Concretisering Concreet doel is vast te stellen of de cliënt nog in staat is deel te nemen aan een activerings- of re-integratietraject of dat deze min of meer structureel op een rusttraject is aangewezen. Het traject heeft ook tot doel inzicht te leveren in de onderliggende problematiek van de beperkingen en belemmeringen. Het traject is niet bedoeld om fraude op te sporen. Dit is hooguit bijvangst. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets Theoretisch Effectief Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
3
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? De interventie is gericht op inactieve cliënten die lichamelijke of psychische belemmeringen ervaren bij het weer actief worden. Vaak gaat het om mensen in een ‘rusttraject’ die nu in het kader van een actievere benadering van het cliëntenbestand weer in beeld komen. In enkele gevallen gaat het om relatief nieuwe klanten met dezelfde belemmeringen. Cliënten hebben gemeenschappelijk dat zij als gevolg van hun inactiviteit een relatief geïsoleerd bestaan leiden en dat zij niet beschikken over startkwalificaties. Voor deze cliënten geldt dat het voor hen en de klantmanagers onduidelijk is in hoeverre de belemmeringen daadwerkelijk een beletsel zijn bij het weer actief worden. Een bijkomend element bij deze onduidelijkheid is de culturele achtergrond en taalachterstand van veel deelnemers die de kwaliteit van het gesprek over mogelijkheden en belemmeringen beperken. Cliënten zijn over het algemeen wat ouder (40+), waardoor kinderopvang geen issue is. Prevalentie en spreiding Iedere gemeente in Nederland heeft deze groep in haar WWB-bestand, hoewel niet in elke gemeente er de status ‘rustplan’ mee verbindt. Van deze groep wordt vaak gedacht dat deze moeilijk of niet meer te bewegen is. Vaak worden cliënten hieruit gezien als totaal onbemiddelbaar. Indicatiecriteria De doelgroep die voor dit KoM traject in aanmerking komt, is grofweg te verdelen in twee categorieën: de niet-kunners (klanten met een bijstandsuitkering die op vele gebieden beperkingen ervaren om niet aan een regulier traject te kunnen deelnemen), en de niet-willers (klanten met een bijstandsuitkering die hun beperkingen gebruiken als excuus om niet aan een traject te hoeven deelnemen). Contra-indicatiecriteria De interventie is niet geschikt voor mensen met een ernstige verslaving en die een dagtaak hebben aan het verzamelen van geld om hun verslaving te bekostigen, noch voor mensen die structureel niet in staat zijn deel te nemen aan de activiteiten van het project. Ook zijn een minimale motivatie en een minimale beheersing van de Nederlandse taal vereist. In de praktijk maken niet alle deelnemers het traject af. Redenen van uitval zijn (onderschatte of onbekende) verslavingsproblematiek en te ernstige lichamelijke of psychische belemmeringen. Minimale deelname aan het traject is van belang om een goed beeld van de cliënt te verkrijgen. Het niet kunnen deelnemen aan de groepsactiviteiten is geen contra-indicatie. Voor dergelijke cliënten wordt een individueel traject uitgestippeld (waarbij wordt afgeweken van de KoM-methodiek). In het kader van deze beschrijving worden dergelijke individuele trajecten niet meegenomen.
Toets beschikbare informatie t.b.v. beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets Theoretisch Effectief Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met demografische kenmerken en/of aard van de problematiek?
Ja X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
4
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Verwijzing De cliënt wordt opgeroepen door de klantmanager Werk van de gemeente. Indien de cliënt behoort tot de doelgroep, wordt bezien of de cliënt gemotiveerd en geschikt is voor deelname aan het KoM-traject. Soms is een aantal gesprekken noodzakelijk om het vertrouwen van de cliënt te verkrijgen en te komen tot een goede verstandhouding. Vragen die bijvoorbeeld gesteld worden om de cliënt te prikkelen zijn: 1. Ben je gelukkig in je huidige situatie? 2. Wil je iets doen om je situatie te verbeteren? 3. Waar wil je over 5 jaar staan en welke stappen ga je daar nu voor zetten? Voor veel cliënten is het ervaren isolement een belangrijke trigger om mee te werken aan het traject als duidelijk wordt dat zij in een collegiale sfeer terecht komen. Van belang is dat de vaak aanwezige angst voor veranderingen bij de cliënt bespreekbaar wordt gemaakt. Vaak is sprake van schaamte en is vertrouwen belangrijk om daar eerlijk over te zijn. Het is binnen de gemeente geen usance dat klanten tussen klantmanagers worden gewisseld. Dat gebeurt alleen als de relatie is vastgelopen en soms als de klantmanager met de cliënt ‘uitgedacht’ is. Veelal is voor de cliënten een arbeidsdeskundig rapport opgemaakt (extern ingekocht) met daarin een advies over belasting en belastbaarheid. Dit levert vaak onvoldoende houvast voor verder handelen. Als een cliënt gemotiveerd is om deel te nemen aan het KoM-traject wordt deze aangemeld. Aanmelding verloopt via e-mail waarbij de volgende gegevens worden meegestuurd: o Een kopie van laatste medische of psychische diagnose; o Een overzicht van voorafgaande trajecten (activiteiten); o Een uitdraai uit Matchcare; o Een overzicht van de huidige hulpverlening die iemand ontvangt. Intake Nadat een cliënt door de klantmanager werk is aangemeld en de gegevens ontvangen, zijn wordt een driegesprek tussen deelnemer, klantmanager gemeente en klantmanager Baanstede georganiseerd. In het gesprek, dat plaatsvindt bij de sociale dienst, wordt de cliënt geïnformeerd en geënthousiasmeerd over het traject. In principe vindt geen nadere beoordeling meer plaats of de cliënt geschikt is voor het traject. Bezien wordt of flankerende voorzieningen als kinderopvang nodig zijn. Verwachtingen over en weer worden besproken. Aan het eind van het gesprek tekent de cliënt een intentieverklaring om mee te doen aan het traject. Kort na dit driegesprek start de cliënt met het project. Start Het project start met twee dagdelen (ochtenden) in de week werkstage en één dagdeel (middag) groepsgewijze motivatietraining. Gedurende de twee maanden wordt de intensiteit opgevoerd (twee dagdelen training gecombineerd met maximaal 24 uur werken). Door de intensiteit worden veel dingen duidelijk. Deelnemers kunnen niet meer doen als of. Tijdens de eerste 3 weken van het traject komt veel naar boven. Indien nodig worden huisbezoeken www.interventiesnaarwerk.nl
5
afgelegd bij cliënten die niet meedoen. Door een enthousiasmerende benadering worden de drijfveren van de mensen aangeboord om een hernieuwde kennismaking met werk aan te gaan. Doordat Baanstede losstaat van de gemeente, zijn cliënten in het algemeen bereid tot grotere openheid over hun situatie. Een belangrijk deel van de belemmeringen die mensen ervaren, gaat niet vanzelf over. Wel is het belangrijk om deze belemmeringen te objectiveren. Indien nodig worden eventuele aanvullende gegevens over de cliënt verzameld. Voor medische klachten wordt de arbodienst ingezet. Een belastbaarheidsonderzoek op de werkplek kan helpen de klachten in beeld te brengen. Maatschappelijk werk is beschikbaar binnen Baanstede en kan ingezet worden. De maatschappelijk werker kan onderzoek doen binnen de gezinssituatie en kan doorverwijzen naar specifieke hulp. De coördinator schuldhulpverlening van Baanstede inventariseert de financiële problematiek en kan inventariseren, doorverwijzen en begeleiden. Werkstage De deelnemers verrichten in groepsverband aangepaste werkzaamheden binnen het leerwerkbedrijf van Baanstede. Het primaire oogmerk is dat zij werkritme, basale werknemersvaardigheden en positieve werkervaringen opdoen. Het oogmerk ligt niet op het ontwikkelen van vakmatige competenties. Vaak gaat het om in- en ompakwerk, maar gezien het brede scala van werksoorten binnen Baanstede kan rekening worden gehouden met de specifieke wensen en (on)mogelijkheden van deelnemers. Deze periode is bedoeld om de cliënt te motiveren en te laten kennismaken met arbeid. Werkdruk / stress wordt gedurende de werkstage vermeden, maar er wordt langzaam wel meer van deelnemers gevraagd. Werken is een middel om de eventuele belemmeringen boven water te krijgen. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld het advies van de arbeidsdeskundige rond belasting en belastbaarheid getoetst in een praktijksetting. Inzet is om de cliënt in een vaste groep de werkstage te laten verrichten met gekwalificeerde en motiverende coaching. Op deze wijze ervaren cliënten kwaliteiten waarover zij niet dachten te beschikken. In de praktijk nemen ‘oudkomers’ in het traject samen met de nieuwkomers in het traject deel.1 Deze oudkomers gelden als lichtend voorbeeld voor de nieuwkomers. Aanvankelijk wordt ingezet op 2 dagdelen per week werkstage. Dit wordt langzaam uitgebreid. Deelnemers leren daardoor ook hun thuissituatie aan te passen op hun werksituatie. Motivatietrainingen / groepsbijeenkomsten Naast de werkstage binnen het leerwerkbedrijf neemt de groep twee keer per week deel aan een motivatietraining. Gedurende de trainingen bespreekt de trainer de ervaringen van het in beweging zijn op de werkstage. De positieve ervaringen van de werkstage worden belicht. Gedurende de workshops ontwikkelen de cliënten een portfolio met daarin opdrachten ter inspiratie (schilderen, dromenvanger 2 maken, advertentie van zichzelf maken) en tests rond persoonlijkheid en competenties (meting van de arbeidspotentie, conform de MAP-methodiek3). De tests zijn niet wetenschappelijk gevalideerd, maar dienen voor de bewust wording over wat mensen willen en kunnen op gang te brengen. Aangegeven wordt hoe de deelnemers hun competenties en relevante elders verworven vaardigheden kunnen verwoorden naar werkgevers. In de training worden NLP-technieken gehanteerd. NLP helpt ondermeer om ‘rapport’ te krijgen met de 1
De oudkomers zijn soms nog aanwezig omdat zij bezig zijn uren op te bouwen om de overstap naar gesubsidieerde arbeid te kunnen maken. 2 http://nl.wikipedia.org/wiki/Dromenvanger 3 Meten ArbeidsPotentie, methodiek binnen Baanstede waarmee competenties in beeld worden gebracht.
www.interventiesnaarwerk.nl
6
cliënten en stelt in staat goed contact te maken. Het is de vaardigheid om op dezelfde golflengte te gaan zitten, zodat de boodschap effectief overkomt, en de boodschap van de ander ook goed wordt ontvangen. Het bevordert het onderlinge “verstaan”. Anderzijds wordt NLP gehanteerd om bepaalde ervaringen positief te ankeren. Ook wordt gewerkt aan gezondheidsbeleving en wordt één workshop besteed aan bewegen. Verder worden groepsgewijs bezoeken gebracht aan diverse werkplekken en organisaties teneinde een beeld te scheppen van de mogelijkheden die er qua werk in de omgeving zijn. Het is voor de deelnemers vaak een grote eyeopener om de vele werksoorten binnen 1 organisatie te zien. Tijdens de laatste workshop vindt een evaluatie plaats waarin deelnemers wordt gevraagd wat ze geleerd hebben, wat ze gemist hebben, wat ze vonden van het werk, wat de leukste bijeenkomst was, wat het project in hun leven heeft veranderd en welk waarderingscijfer ze geven. Individuele gesprekken Hierbij wordt met de cliënt gezocht naar manieren om belemmeringen te beperken of op te lossen, bij voorbeeld ten aanzien van de thuissituatie, begeleiding naar zorgverleners (verslavingszorg, kinderopvang, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk) en individuele gesprekken naar aanleiding van de ervaringen in het traject. Afstemming met gemeente en derden Indien tijdens het traject problemen ontstaan kan de hulp van de klantmanager van de gemeente worden ingeroepen. Dit is zelden noodzakelijk. Wel leggen de klantmanagers van de gemeente gedurende de periode van 2 maanden een werkbezoek af aan Baanstede. Deze belangstelling werkt voor cliënten ook bevorderend en geef te meer aan dat de cliënt serieus wordt genomen. Endrapportage / Advies Aan de hand van de bevindingen van twee maanden wordt een helder en realistisch advies geformuleerd. In de eindrapportage worden de bijzonderheden uit de werkstage, groepsbijeenkomsten en vanuit de begeleiding (individueel begeleider en eventueel bedrijfsmaatschappelijk werker en bedrijfsarts) weergegeven. Eén en ander mondt uit in een advies over de te zetten vervolgstappen, waarbij aandacht wordt besteed aan het perspectief alsmede de daarbij benodigde ondersteuning. Zo wordt benoemd of iemand ingezet kan worden voor een activering of re-integratietraject en worden de stappen ten aanzien van het zorgtraject in beeld gebracht en de handvaten die zijn aangereikt om de problemen te beteugelen. Als afsluiting van het programma vindt er wederom een driegesprek plaats met de klantmanager gemeente, deelnemer en klantmanager Baanstede plaats waarin dit plan wordt besproken. Aan het eind van het KOM-traject krijgen de deelnemers tijdens een korte feestelijke ceremonie een certificaat van deelname uitgereikt. Toets beschikbare informatie t.b.v. beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
7
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Het probleem De doelgroep heeft gemeenschappelijk dat zij lichamelijke en psychische belemmeringen ervaren. Een belangrijk deel van de groep zit al langere tijd in de uitkering. In het verleden is vaak de nadruk gelegd op belemmeringen. Het gros is overtuigd van de eigen beperkingen en heeft geen geloof in eigen kunnen of eigen mogelijkheden (niet-kunners). Zij blijven vaak hangen in kwalen, pijntjes en klachten. In hun eventuele arbeidsverleden zijn zij vaak bevestigd in wat zij niet kunnen. Vaak is zelfs sprake van angst voor veranderingen en voor stress en van schaamte over de huidige situatie. Door de inactiviteit is sprake van een relatief sociaal geïsoleerd bestaan met weinig afleiding waardoor klachten nadrukkelijk worden ervaren. Door het ontbreken van een goed dagritme en een gezonde leefstijl verslechtert de gezondheidssituatie van de doelgroep steeds verder. In het gesprek met de klantmanager stapelt deze groep de problemen op. Daardoor is onduidelijk in hoeverre belemmeringen daadwerkelijk een rol spelen en in hoeverre er nog mogelijkheden zijn. Verklaring Bekend is dat werkloosheid een negatieve invloed heeft op belangrijke aspecten van iemands functioneren, zowel in het psychosociale als fysieke domein. Zo beschrijft De Witte dat de zingeving aan activiteiten problematisch wordt, het sociale netwerk verschrompelt, de structurering van het dagelijks leefpatroon achteruit gaat, het zelfvertrouwen afneemt, de mentale scherpte en routines die nodig zijn voor werk minder worden. Bovendien vertonen mensen na verloop van tijd veelal symptomen van depressie welke samenhangen met een afname van algeheel zelfvertrouwen. De ervaren competentie (self-efficacy) is van grote invloed op het gedrag van mensen. Mensen met psychische klachten en/of langdurig werklozen hebben vaak een negatief zelfbeeld en een lage self-efficacy. Bij psychische problemen speelt in meer of mindere mate ook een gevoel van angst en komt vermijding (van nieuwe situaties of bestaande stressvolle situaties) vaak voor. Ook als het gaat om het ingaan van een traject gericht op activering. Het is daarom belangrijk dat de professionals bij een re-integratie traject aandacht besteden aan het vergroten van de self-efficacy bij de cliënt. Self-efficacy heeft diverse gevolgen voor het gedrag van mensen: het beïnvloedt de keuze voor het ondernemen van acties; de hoeveelheid inspanning die wordt geleverd om een bepaald doel te behalen; het doorzettingsvermogen bij obstakels en falen; en het prestatieniveau dat uiteindelijk wordt behaald (Bandura, 1997). Self-efficacy kan betrekking hebben op een algemeen gevoel van self-efficacy, over ‘het zich kunnen redden in het leven’ (general selfefficacy), maar kan ook betrekking hebben op specifieke vaardigheden, zoals het vinden van werk, het functioneren in de werksituatie of het actualiseren van de eigen loopbaan. Self-efficacy kan worden versterkt door succeservaringen (behaalde prestaties), leren van anderen (modelleren), verbale overtuiging en een optimale fysiologische of emotionele staat. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X X
Nee
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Praktijktheorie
www.interventiesnaarwerk.nl
8
Om beeld te krijgen van de mogelijkheden worden de doelgroep in een arbeidsmatige omgeving gebracht die veilig is en waarbinnen over alle benodigde expertise kan worden beschikt. Voorzichtig wordt het dagritme opgebouwd met relatief eenvoudige werkzaamheden zonder werkdruk. Gerezen problemen worden direct geadresseerd waarbij gezocht wordt naar mogelijkheden om de cliënt toch te laten deelnemen. Deelnemers wordt zo geleerd dat veel belemmeringen hanteerbaar zijn. De mindset van cliënten over hun beperkingen wordt veranderd. Door de werkstage wordt een goed beeld gevormd van eventuele belemmeringen, maar ook van de mogelijkheden. Door positieve werkervaringen bouwen de deelnemers weer zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen op. Dit wordt versterkt in de workshops waarin de nadruk legt op het ontdekken van competenties, de positieve ervaringen en het stellen van doelen in de toekomst. Doordat men in groepsverband met elkaar optrekt ontstaat collegialiteit en loyaliteit naar de groep waardoor deelnemers gemotiveerd zijn om deel te nemen. In 2 maanden wordt zo gewerkt aan een goed beeld van mogelijkheden en belemmeringen, een normaal dagritme, een positief zelfbeeld met geloof in eigen kunnen en een toekomstperspectief dat mensen motiveert stappen te zetten. Onderbouwing van de aanpak Self-efficacy wordt het meest vergroot doordat mensen succeservaringen hebben. Om succeservaringen te hebben (hoe klein ook) moeten mensen echter gemotiveerd zijn om ‘stappen te nemen’. Deze stappen kunnen voor iemand met psychische klachten echter een enorme berg zijn. Mensen zijn alleen maar gemotiveerd voor die doelen die ze aantrekkelijk genoeg vinden om na te streven en waarvan ze denken dat deze haalbaar zijn (Vroom, 1964). Haalbaarheid heeft alles van doen met het vertrouwen dat iemand heeft in de mogelijkheden die een situatie biedt alsmede in de bagage die iemand zelf bezit (zelfvertrouwen). Iemand moet ook het zelfvertrouwen en de verwachting hebben dat hij of zij een bepaald doel met een gerede kans op succes kan nastreven. Het gaat daarbij dus niet alleen om wat iemand objectief kan of zou moeten kunnen gezien opleiding, ervaring, etc, maar altijd om de inschatting van de persoon in kwestie om zijn/haar kansen op ‘doelsucces’. Om mensen te motiveren is het dus van belang te weten welke doelen mensen haalbaar en aantrekkelijk (de moeite waard) vinden om zich voor in te spannen; de inhoud dus van doelen. Daarnaast is het van belang te weten welke factoren van invloed zijn op het proces van doelkeuze en doelvasthoudendheid. Het is bekend dat mensen minder gemotiveerd zijn voor doelen die (nog) ver weg liggen in de tijd dan voor nabije doelen. Wanneer iemand over enkele maanden pas een examen hoeft te doen zal het moeilijker zijn om daadwerkelijk aan de studie te gaan dan wanneer hetzelfde examen bijvoorbeeld over enkele dagen al plaatsvindt. Door het definiëren van subdoelen kan de tijd tot het einddoel beter worden overbrugd. Daarnaast biedt het definiëren van subdoelen, zeker wanneer het moeilijke einddoelen betreft, de gelegenheid om het vertrouwen in de haalbaarheid van het einddoel te vergroten. Als mensen doelen stellen, hebben zij een bepaalde oriëntatie die daaraan ten grondslag ligt. Doeloriëntaties zijn “mentale kaders die individuen gebruiken om situaties waarin ze iets willen bereiken te interpreteren en daarop te reageren” (VandeWalle, Brown, Cron & Slocum, 1999). Een doeloriëntatie is een min of meer vaststaande eigenschap, die echter wel beïnvloedt kan worden door de situatie en/of door training. Een individu kan een leerdoel oriëntatie hebben of vertonen, waarbij de motivatie voor het verbeteren van competenties centraal staat. Daartegenover staat de prestatiedoel oriëntatie, waarbij het accent juist ligt op het demonstreren van competenties en het vermijden van falen. In het kader van reintegratie blijken mensen met een leerdoeloriëntatie meer gemotiveerd en effectiever in het vinden van werk. Naast succeservaringen is het leren van anderen ook een belangrijke factor om de self efficacy te beïnvloeden. Mensen denken al snel: ‘Als hij het kan, moet ik het toch ook kunnen’. Succesverhalen van anderen op gebied van activering en re-integratie stimuleren cliënten om door te zetten. Bandura noemt dit ‘symbolische modelling’. De groepsbijeenkomsten met gelijkgestemden blijken helpend te zijn om
www.interventiesnaarwerk.nl
9
via ‘modeling’ te leren van de succesverhalen van anderen (geeft perspectief). Positieve feedback (bevestiging) is enorm belangrijk om faalervaringen te voorkomen. Hierin spelen de professionals een belangrijke rol. De eerste drie principes vormen een opwaartse spiraal. Positieve ervaringen, bijvoorbeeld met meer bewegen en positieve feedback daarover, geven een goed gevoel, zowel lichamelijk als geestelijk. Dit werkt weer stimulerend.
Werkende bestanddelen De persoonlijkheid van de klantmanager geldt bij deze interventie als een essentieel werkend bestanddeel. De ingezette professionals moeten ervaren zijn en onderling dezelfde normen en waarden uitdragen. Voor cliënten vormen zij de sleutel tot het opdoen van positieve ervaringen, waarmee een hogere self-efficacy kan worden verkregen. Doordat cliënten in veel gevallen de sociale dienst wantrouwen en wellicht in het verleden niet vooruit zijn geholpen, wordt sterk geïnvesteerd in de kwaliteit van de relatie tussen cliënt en klantmanager. Cliënten worden onbevooroordeeld tegemoet getreden, er wordt gewerkt aan respect en vertrouwen en vanuit deze relatie wordt gewerkt aan de motivatie van de cliënt voor deelname aan het KoM-traject. Vanuit het vertrouwen laten cliënten zich ook in hun denken adviseren. NB. Controle op rechtmatigheid is elders in de organisatie belegd; dit zal als zodanig de werkrelatie niet belasten. De inzet op een goede werkrelatie wordt door de klantmanagers van Baanstede in dezelfde lijn voortgezet. Wel hebben de klantmanagers van Baanstede veel meer contacturen met de cliënten dan de klantmanagers van de sociale dienst. Aan de betrokken professionals moet een aantal middelen ter beschikking staan, als randvoorwaarde om de werkzaamheid van de interventie te bereiken. Het gaat om de onderstaande elementen. Motivatietrainingen / Groepsbijeenkomsten In de motivatietrainingen wordt de motivatie achter het gedrag aangepakt. Er wordt geappelleerd aan dromen, de eigen competenties worden in kaart gebracht, positieve aspecten van de werkstages worden benadrukt, er wordt een persoonlijk plan gemaakt, kleine deelsuccessen worden gevierd Werkstage Door middel van de werkstage bouwen de deelnemers in een groep werkritme op, doen zij algemene werknemersvaardigheden op, ontwikkelen zij geloof in eigen kunnen door taken te kunnen volbrengen en ontstaat een helder beeld van de mogelijkheden en belemmeringen van de cliënt. Beschikbaarheid relevante disciplines Individuele begeleiders, trainer, werkmeester, bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werker zijn beschikbaar om voorkomende problemen met de deelnemer te bespreken en eventueel op te lossen. Veel aandacht wordt besteed aan het omgaan met belemmeringen op een coachende wijze. Er is sprake van korte lijnen tussen de professionals en van veel ervaring met het werken met mensen met beperkingen en belemmeringen. Succesvoorbeelden van oud-deelnemers Nieuwe deelnemers komen in contact komen met succesvolle oud-deelnemers tijdens de werkzaamheden. Dit voorbeeldgedrag motiveert de deelnemers zelf sterk. Ook zij willen succesvol zijn en zien dat dit geen onbereikbaar ideaal is.
www.interventiesnaarwerk.nl
10
Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en/of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding en randvoorwaarden Eisen begeleiding
Naast de beschreven werkmethodiek wordt, zoals al gesteld bij 1.4.3 (werkende bestanddelen), de persoonlijkheid van de professional bij deze interventie als essentieel gezien. De ingezette professionals moeten ervaren zijn en onderling dezelfde normen en waarden uitdragen. Er zijn echter nog geen specifieke profielen, tests, werkafspraken (intervisie), etc, voorhanden om de effectiviteit van de professional te borgen. Op dit punt vindt doorontwikkeling plaats.
Randvoorwaarden
Het traject/programma zoals hiervoor beschreven, betreft een intensief traject van twee maanden. Voor het totale traject wordt per individuele deelnemer een prijs berekend van € 2.900,-. In deze prijs zijn opgenomen de persoonlijke begeleiding van de deelnemer door een klantmanager van Baanstede, de motivatietraining, de werkstage binnen het leerwerkbedrijf van Baanstede, de aanvullende begeleiding en onderzoek (maatschappelijk werk, arbodienst) en het overleg met en (eind)rapportage aan de opdrachtgever. In de toeleiding naar het traject en in de monitoring van de voortgang (waaronder begrepen het tussentijds bezoek en eindgesprek) zijn voorts de klantmanagers Werk betrokken.
1.5
Beschrijving onderzoek naar effectiviteit
Er heeft een gefaseerde procesevaluatie en een resultaatevaluatie plaatsgevonden.
Procesevaluatie
De sociale dienst van Purmerend ontwikkelt samen met Baanstede systematisch de interventie verder door. In dat kader is KOM ingebracht in het Gildeproject. Daarin is de methodiek fasegewijs geëvalueerd, doorgetrokken naar de rol van de bijdrage van de rol van de klantmanagers van de sociale dienst, op haar beoogde werking en uitvoering onderzocht, verbeterd en verrijkt, beschreven, gesystematiseerd en verder onderbouwd. In de zomer van 2009 wordt dit met onafhankelijk verricht kwalitatief onderzoek verder vervolmaakt. Van elke ontwikkelfase is een beschrijving aanwezig.
www.interventiesnaarwerk.nl
11
Resultaatevaluatie
In de periode van 1 september 2008 tot en met 9 juni 2009 hebben vier groepen cliënten deelgenomen aan KoM. De resultaten worden per groep weergegeven; met per persoon vermelding geslacht en allochtone dan wel Nederlandse afkomst. Doel van KoM, zie 1.2., is vaststelling van resterende mogelijkheden tot participatie van deelnemende cliënten én hen zo mogelijk een aanzet geven voor vervolgstappen (dus zowel diagnose als het bewerken van een verandering). Resultaat KoM 1e groep Startdatum 1 september 2008 Einddatum: 31 oktober 2008 Groepsgrootte: 14 personen Samenstelling: 11 vrouwen, 3 mannen; 50% NL, 50% allochtoon Resultaat: Vrouw / Ned Man/ Allochtoon Vrouw/ Allochtoon Vrouw/ Ned
Actief binnen Baanstede* Aangemeld Waterlandbaan Zorgtraject Zorgtraject + actief binnen baanstede Man/ Allochtoon `Zorgtraject + scholing+ sporttraining Vrouw / Ned Zorgtraject Vrouw/ Allochtoon Zorgtraject + advies vrijwilligerswerk Man / Ned Aanvraag Sw indicatie+ actief binnen baanstede + scholing Vrouw/ Allochtoon Aanvraag Sw indicatie Vrouw / Ned Aanvraag SW indicatie + actief binnen Baanstede Vrouw/ Allochtoon Actief binnen baanstede + sporttraining ingezet Vrouw/ Allochtoon Actief binnen baanstede Vrouw / Ned Actief binnen baanstede Vrouw / Ned Regulier werk + scholing *‘Actief binnen Baanstede’: wachtperiode voor SW-indicatie, dan wel wachtperiode voor een Waterlandbaan (gesubsidieerde arbeidsplaats). Resultaat KoM 2e groep Startdatum 10 november 2008 Einddatum: 15 januari 2009 Groepsgrootte: 13 personen Samenstelling: 7 vrouwen, 6 mannen; 4 NL, 9 allochtoon
www.interventiesnaarwerk.nl
12
Resultaat: Vrouw/ Allochtoon Vrouw Ned Vrouw / Ned Man/ Allochtoon Vrouw / Allochtoon Vrouw / Ned Man / Allochtoon Man / Allochtoon Vrouw/ Allochtoon Man / Allochtoon Man / Allochtoon Vrouw / Ned Man/ Allochtoon
Zorgtraject Aanvraag SW-indicatie +actief binnen Baanstde Aanmelding Waterlandbaan Aanvraag SW-indicatie + actef binnen Baanstede Vrijwilligers werk Voortraject+ daarna waterlandbaan Voortraject + aanvraag SWindicatie + waterlandbaan Zorgtraject Vrijwilligerswerk+ ontspanningstherapie Aanmelding Waterlandbaan vrijwilligerswerk Aanvraag SW-indicatie + waterlandbaan Zorgtraject
Resultaat KoM 3e groep Startdatum 2 februari 2009 Einddatum: 26 maart 2009 Groepsgrootte: 21 personen Samenstelling: 15 vrouwen, 6 mannen; 10 NL, 11 allochtoon Resultaat: Vrouw / Allochtoon Vrouw/Ned Vrouw/ Ned Vrouw / Allochtoon Man / allochtoon Vrouw/ Allochtoon Man/ Ned Vrouw/ Allochtoon Vrouw/ allochtoon Man/ Ned
www.interventiesnaarwerk.nl
Vrijwilligerswerk Stage lopen +Opzetten eigen bedrijfje Zorgtraject Nederlandse les + vrijwilligerswerk Zorgtraject Zorgtraject Voortraject + Waterlandbaan+ aanvragen SW indicatie Waterlandbaan Nederlandse les+ voortraject voor waterlandbaan Aanvragen sw indicatie +
13
voortraject Vrouw / allochtoon Vrouw/ allochtoon Vrouw/ Ned Vrouw / Allochtoon Vrouw / Ned Vrouw / Ned Vrouw / Allochtoon Vrouw / Ned Man / Ned Man / Ned Man / Allochtoon
Psychodiagnostisch onderzoek ivm verstandelike vermogens + aanvragen SW. Vrijwilligerswerk Voortraject om toe te leiden naar Waterlandbaan + hulpverlening Niet bekend Voortraject om toe te leiden naar waterlandbaan + hulpverlening Waterlandbaan + hulpverlening. Psychodiagnostisch onderzoek Doorgeschoven naar groep 5. Vrijwilligerswerk N.a.v. gesprekken teruggemeld naar casemanager Vrijwilligerswerk
Resultaten KoM 4e groep Startdatum 6 april 2009 Einddatum: 11 juni 2009 Groepsgrootte: 12 personen Samenstelling: 10 vrouwen, 2 mannen; 5 NL, 7 allochtoon Resultaat:
Man / Allochtoon Vrouw / Allochtoon Man/ Ned Vrouw / Ned Vrouw / Allochtoon Vrouw / Allochtoon Vrouw / Allochtoon Vrouw / Allochtoon Vrouw / Ned Vrouw / Allochtoon Vrouw / Ned Vrouw/ Ned
www.interventiesnaarwerk.nl
Activeren naar vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk Voortraject voor Regiobaan Zorgtraject Voortraject bij Baanstede Voortraject regiobaan + hulpverlening Voortraject Regiobaan Vrijwilligerswerk Regiobaan voor 16 uur. Voortraject voor Regiobaan + Nederlandse les. Intake + consult bedrijfsarts. Advies volgt later
14
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Ja X X
Nee
X
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
1.6
Nee X
X X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Toelichting door panel: In eerste instantie oogt Kijk op Mogelijkheden als een Work First-achtige aanpak. Zo wordt samengewerkt met de lokale SW-organsiatie. Echter bij KoM ligt geen accent op dwang; hier gaat het om het stap voor stap opdoen van positieve ervaringen, op basis waarvan de klant zijn zelfinzicht in positieve richting kan bijstellen. Bij KoM wordt geanalyseerd waartoe mensen die veelal het geloof in zichzelf verloren hebben, nog wel degelijk toe in staat zijn. De professionals, met name die van Baanstede, vormen de sleutel tot het opdoen van positieve ervaringen. Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt. Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken.
X
www.interventiesnaarwerk.nl
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. 15
Toelichting
Een vrij concrete probleemanalyse is in deze interventie verbonden met een sterk theoretisch en conceptueel kader van de Selfefficacy. Het gedrag van de professional jegens de cliënt wordt als essentieel werkend bestanddeel gezien. Zaken als de werkstage bij Baanstede vormen belangrijke randvoorwaarden om hieraan invulling te geven, en de interventie als zodanig vorm te geven. In de aanpak is het doelen stellen theoretisch gefundeerd. De operationalisering naar concrete handleidingen kan nog wel explicieter.
Procesevaluatie
Een procesevaluatie ontbreekt. De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht. X
In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken.
Toelichting
De procesevaluatie is ondersteunend aan het ontwikkelproces. Elke ontwikkelfase van het gehele KOM-traject is aan het papier toevertrouwd. De samenhang van de verschillende modules en de gebruikswaarde van de in het traject ingezette instrumenten is erdoor toegenomen. Toch zou middels onderzoek de daadwerkelijke werking van de werkende bestanddelen gevolgd en op basis daarvan nog beter ingeregeld kunnen worden.
Resultaatevaluatie
Een resultaat- c.q. effectevaluatie ontbreekt. X
Er heeft in de praktijk een resultaatmeting plaatsgevonden zonder controlegroep (na-meting of voor- en nameting) gericht op het beoogde eindresultaat en / of de specifieke doelen van de interventie. Er heeft in de praktijk een resultaatmeting plaatsgevonden met een experimentele en controlegroep (voor- en nameting) gericht op het beoogde eindresultaat en / of de specifieke doelen van de interventie
Toelichting
www.interventiesnaarwerk.nl
De resultaatevaluatie heeft het karakter van een uitstroomlijstje en ontbeert een helder onderzoeksdesign met controlegroepen. De interventie zou aan kracht toenemen wanneer de resultaten worden vergeleken met vergelijkbare interventies in andere gemeenten.
16
1.7
Overige voorwaarden voor toepassing
Geen.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Gemeente Purmerend Piet Schepers T (0299) 452350 F (0299) 452134 M (06) 30987889 www.purmerend.nl e-mail:
[email protected] Baanstede/ Stichting Werken voor werk Linda Pfrommer (
[email protected]) Postbus 261, 1440 AG Purmerend Bezoekadres: Einsteinstraat 103 Telefoon: 0299 469369
Overeenkomsten met andere interventies Doeloriëntaties van Agens OndersteBoven van Enschede/ Peer Facilitation Werk een zorg minder (WEZM)
Lijst met aangehaalde literatuur; 1. Witte, H de (1993). Gevolgen van langdurige werkloosheid voor het psychisch welzijn: overzicht van onderzoeksliteratuur. Psychologica Belgica, 33, 1-35. 2. De term is geïntroduceerd door Amerikaanse psycholoog Bandura. Self-efficacy kan beschouwd worden als een subjectief oordeel over de eigen vaardigheden of competentie om een bepaalde prestatie neer te zetten. Bandura, A. (1977). Self-efficacy: Toward a unifying theory of behaviour change. Psychological Review, 84, 191-215. 3. Bandura, A. (1997). Self-efficacy, the exercise of control. New York: W.H. Freeman and Company. 4. Vroom, V.H. (1964) Work and motivation. New York: John Wiley & Sons.
www.interventiesnaarwerk.nl
17