No title

btLIxiL

bezoek

1 /<J\ NZF I ^nE l_r,iQ_^E^ Í

KRING VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK

█████████ 9030 Wondelgem █████████ █████ █████ De Heer Denis Pieters Blauwstraat 48

CONTACTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever Uitgiftekantoor : Deinze Willy Jonckheere 21 ste jaargang nr. 2 Winkelstraat 36 9800 Deinze MAART 2001 Tel. (09)386.32.78

Postrekening 000 - 0434500 - 37, KGK-Deinze, p/a Brielstraat 7 bus 5, 9800 DEINZE

2754 Burgemeester Jacques De Ruyck

"Beschermheer" van de Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek

Toen de Kring werd opgestart in de winter van 1928-'29, toen nog als KOK., Kunst- en Oudheidkundige Kring, waren de relaties met het Stadsbestuur bijzonder goed, zo goed zelfs dat aan de burgemeester het "beschermheerschap" van de Kring werd aangeboden. Daar de verhoudingen tussen Stad en Kring optimaal evolueerden werden de opeenvolgende burgervaders Van Risseghem, Verleye, opnieuw Van Risseghem, Maere en Vande Wiele beschermheren van KOK. Toen Roger Boerjan in 1980 zijn overleden voorganger opvolgde was hij reeds 16 jaar bestuurslid van KOK. Hem dan tot beschermheer uitroepen, zou betekenen dat hij geen

bestuurslid meer kon blijven. Om dat te vermijden werd hij, op initiatief van de toenmalige voorzitter, Herman Maes, tot lste ondervoorzitter gepromoveerd. Hij is dat nog steeds. In de lijn van de historische traditie werd aan de nieuwe burgemeester het beschermheerschap aangeboden. Op de Algemene Vergadering van 16 februari jongstleden werd door KGK.voorzitter Willy Jonckheere officieel meegedeeld dat hij dit heeft aanvaard en dat de heer Jacques De Ruyck, burgemeester van de stad Deinze, voortaan ook de titel draagt van "Beschermheer van KGK". Hartelijk Proficiat ! ! !

Tony Vanhee, laureaat van de Cultuurtrofee - 2000 Op 8 december 2000 werd in de balletzaal van de stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans de cultuurtrofee - 2000 uitgereikt aan ons bestuurslid en deelgenoot, Tony Vanhee. Dit is de verdienstelijke bekroning van het vele werk van deze bezige bij, die ook nog voorzitter is van VVF-Deinze, en met soepele pen onafgebroken publiceert over onderwerpen die te maken hebben met lokaal-historisch onderzoek en taalkunde. Twee van zijn jongste publicaties liggen nog vers in het geheugen: zijn monumentaal werk over de Brandweer en de studie van de toponymie van Petegem, in samenwerking met dr. Luc Goeminne. Moge deze officiële waardering een aansporing zijn om de ingeslagen weg verder te zetten de Deinse gemeenschap ten bate. Van harte gefeliciteerd ! Piet Cassiman gehuldigd De Gemeentelijke Raad voor Cultuurbeleid Drongen heeft op 28 januari 2001 in het landgoed De Campagne te Drongen een geboren Deinzenaar, ons lid Piet Cassiman , gehuldigd als ``verdienstelijke Drongenaar voor Cultuur". Proficiat! Piet Cassiman is ook ondervoorzitter van de Heemkundige Kring "Dronghine".

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarboek 2001 is reeds afgehaald?

2755 1798. Den Kantonalen Bond der Opgeëischten Z.A.B. Deinze - 1937 In ons Contactblad, 20S1e jg. Nr. 6, p. 2722, werd een foto weergegeven van een achttal bestuursleden van deze bond onder de titel: Wie weet er meer van? Die vraag is niet onopgemerkt gebleven. Een drietal KGK-leden belden me op met de mededeling dat Z.A.B. stond voor Zivil Arbeiter Bataillon, maar dat was het gemakkelijkste deel van het antwoord. Vrij snel kreeg ik ook een brief van de huidige voorzitter van de bond niet heel wat meer uitleg. De hoofding van de brief leert ons dat de Kantonale Bond van Opgeëisten van Deinze, 19141918 K.B.O.D. 1940-1945, die dus de opgeëisten van beide Wereldoorlogen groepeert, gesticht is in het jaar 1921. De huidige voorzitter, ons lid Omer Ottevaere , heeft de afgedrukte foto teruggevonden in de archieven van de bond, met de namen van de afgebeelde personen: Van links naar rechts: * bovenste rij: André BOONE, Oscar IDE, Rudolf BREST en Maurice DEMEYER * onderste rij: Evarist DHEUNINCK, Remi DOBBELAERE, voorzitter Kamiel HELLEBUYCK, Jerome VERLEYE en Emiel MORTIER "De opgeëisten tijdens de eerste Wereldoorlog, zo schrijft de heer Ottevaere, in de streek van Sedan (die streek noemden zij de hel) werden ingedeeld in een Zivil Arbeiter Bataljon. Zij kregen hier allemaal een nummer toebedeeld dat zij verplicht op een band rond de arm droegen of genaaid op hun klak. Hun identiteit was daar dan ook niet hun ware naam maar wel het nummer dat hen was toebedeeld, bv. ZAB 1236". Ons steunend lid, Eric Claerhout is in het archiefboek van "Studio Claerhout" gaan kijken en voor het jaar 1937 vond hij onder nummer 463: "Opgeeischten ZAB - 10 (afdrukken?) - 18x24 -175 (frank?)". Hij wist er zelfs bij te vertellen dat de opname gerealiseerd werd in de studio op de Guido Gezellelaan 145 (later werd het 121), en dat het zichtbare meubilair momenteel te vinden is in het Museum voor Fotografie te Antwerpen. Zelf vond ik, eerder toevallig , in het stedelijk archief een documentje van de bond, vermoedelijk uit het jaar 1963. De gemeente " Petegem-aan-de-Leie " wou, via gestencilde formulieren, inlichtingen verzamelen over de verschillende verenigingen op haar grondgebied . De vragen van het formulier zetten we in cursief, de antwoorden in romein. 1. Officiële benaming van uwe vereniging ? Z.A.B. Bond der opgeeisten Vlaamse federatie 2. Samenstelling van het Bestuur: Naam adres beroep : Oscar Ide Gaverstr . nr. 51 ouderdomsgepensioneerde Voorzitter Petegem aan Leie Ondervoorzitter : (bij geschreven : Kas - Post)

Jerome Verlyen Boomstr . nr. 11 ouderdomsgepensioneerde Peteghem ad Leie


2756 Secretaris: (niet ingevuld) Schatbewaarder: (doorhaling , bovenop geschreven : Briefwisseling) Jerome Verlyen Alle bestuursleden:

Lowie Moerman Leiedam 1 B Deinze Karel Moreels Schaevenstraat 15 Deinze Remi Dobbelaere Gentstraat 26 Deinze Lowie Van Den Ameele, Statiestraat Petegem aan /Leie Jozef Verniest Parijschest r. 15 Astene

ouderdomsgepensioneerde ouderdomsgepensioneerde ouderdomsgepensioneerde herbergier houtbewerker ( in feite staat

Maurice Van De Waele, Dentergemstr. 8 Wontergem

er: "oud bewerker") houtbewerker

3. Welk is het juiste doel van uw vereniging? Als weggevoerden samen blijven en elkaar steunen

4. Geef i n 't kort de aktiviteiten van het voorbije jaar : feest ingericht in de maand Maart voor hulp aan onze leden 5. Welk is het werkprogramma voor het volgende jaar ? Tot nu toe niets in `t vooruitzicht 6. Heeft de vereniging voorstellen te doen aan het Gemeentebestuur? geene In het KGK-archief (Hangmap Verenigingen, Varia) vond ik een foto van de Kantonale Bond ZAB Deinze 1968 (Foto R. Van Der Svpt, Ledeberg), met op de keerzijde de namen van de afgebeelde personen. Staande van links naar rechts: Maurits De Waele, Jozef Verniest , Remi Verhelst , Louis Van den Ameele , Gaston De Meyer en Henri I -loste. Zittende van links naar rechts : Julien Eelbode, Jeroom Verleye, Oscar Staes, Mevr . O. Staes en Louis Moerman.

De aanwezigheid van mevrouw Staes centraal op de foto naast haar echtgenoot laat vermoeden dat deze foto genomen werd naar aanleiding van een of andere huldiging van het echtpaar Staes. Lezers die belangstelling hebben voor aanverwante zaken kunnen we ook enkele artikels aanraden die vroeger in de Bijdragen verschenen zijn: H. MAES, Uit het Dagboek van Dr . med. Remi Callewaert, 31 juli 1914 - 13 oktober 1914 in de Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze ..., LIV 1987 , p. 7-77. G.P. BAERT en H. MAES, Deinse oorlogsvrijwilligers 1914-1918, in de Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze... . XLII 1975, p. 3-30.

J. MOERMAN, "Verhalen uil het leven der opgeëischten tijdens den eersten wereldoorlog 1914-1918", door Lodewijk Moerman (1886 - + 1976) aangepast en van aantekeningen voorzien door Jan Moerman , in de Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze ..., LVIII 1991, p. 29-54. R.DE BOUVER, De burgerlijke en militaire slachtoffers van Deinze uit Wereldoorlog 1 (4 augustus 1914 - 11 november 1918), in Bijdragen tot de geschiedenis der Stad Deinze ..., XLVIII 2001 , p. 5-158. W.J.

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarhoek 2001 is reeds afgehaald?

2757 1799. Over " Oorlogsschade " in Petegem (juni 1792) In 1792 waren de legers van de Franse Republiek de Oostenrijkse Nederlanden binnengevallen. Oorlog betekent troepenbewegingen en campementen; voor de burgerbevolking wil dit vaak zeggen: gedwongen levering van voedsel, brandhout en stro, schade aan de veldvruchten en andere mogelijke schade door militairen toegebracht aan woningen en/of bezittingen. Die schade werd niet altijd vergoed, maar soms toch wel. Een dergelijk lijstje met een eis van "schadevergoeding" vonden we per toeval in een archiefdossier uit 179211. De schadeclaims zijn uitgedrukt in guldens en stuivers (courant geld). Het gaat om schade in een tiental dorpen van de kasselrij (met tussen haakjes het aantal benadeligden): Bellegem (17 klagers), Deerlijk (15) Dottignies (16), Harelbeke (13), Kooigem (14), Rollegem (2), Vichte (2), Vijve-SintLlooi (11), Zwevegem (2) en Petegem bij Deinze (3). De totale schadeclaim beliep 6.439 fl. 5st. De Petegemse "slachtoffers" waren: - Athanasius Bernard van Houtte - schade: 11 florijnen 26,15 fl. - Jan Baptiste de Weerd 26,10f1. - Frans Bernard Ottevaere Athanasius van Houtte (° 1768; gehuwd met Theresia Hauwe) was blijkens de Volkstelling van het Jaar IV of 1796 (nr. 1384) "negociant" in de Kerkstraat of Kortrijkstraat, waar hij op de Knok de afspanning "in den grooten Hert""' uitbaatte. Jan-Baptiste De Weerd (° 1756; gehuwd met Marie de Waele) was (volgens dezelfde bron, nr. 941) schoenmaker in Tusschenbruggen of de Tolpoortstraat. Frans Bernard Ottevaere fs. Matthias (° 1751; gehuwd met Maria Judoca De Curte, met wie hij tien kinderen had) was een rentenier, die enkele jaren later veel "zwart goed" zou opkopen"'. zijn broer Jan-Baptist Ottevaere werd later burgemeester van Deinze (1800-1815; + Nevele 1822 - zie K.O.K.-Kontaktblad, XVII, 5, blz. 2314-2316, nota nr. 1604). (1) Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, nr. 30.938 (dossier schade, dd° 5.7.1792, ni. een door Petrus Foulon en Carel Gheysen, gezworen landmeters-prijzers-deelsmannen van de Kasselrij Kortrijk, opgemaakte "prijzie ende estimatie vande schaeden ende intresten gecauzeert in de maend juni (1792) door de Troupen van Zijne Keizers. en Koninkl. Majesteit in hunne campementen als andersints in de vrugten te velde, bosschen, meerschen, haegen, boomen ... binnen de Casselrije"). (2) Zie ook Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, bundel 519ter los stuk dd° 23-4-1792 (logeerbevel voor militairen in den Hert) en reg. 471, f° 101 ("in d'herberge den grooten hert op den knocke tot Peteghem ... den hospes Athanaes van Houtte"). (3) Zie K.O.K.-Jaarboek III (1936), blz. 13; X (1943), blz. 67; XXXVII (1970), blz. 123-129 en blz. 135-136, noten 16-18. Hij werd in 1786 eigenaar van de Holpoort (met herberg Sint-Sebastiaan en overwelfde daar de Kaandel in 1791) en in 1809 eigenaar van het Markiezaat (huidig postkantoor in de Tolpoortstraat).

P. HUYS nr. 334

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarhock 2001 is reeds afgehaald?

2758 Maessprokkels Paasbest Vroeger, en ik bedoel daarmee "vóór WO II", wasten de mensen zich slechts éénmaal per week grondig. Dat was dan 's zaterdagsavonds. Het water werd verwarmd op de Leuvense stoof: of misschien, heel misschien, was er al een bad in een badkamer waar het water op gas werd verwarmd. Men bleef na die wasbeurt, één voor een, nog wat op en ging dan slapen. Men "kroop" in bed. Ja: kruipen, want het waren wellicht nog hoge bedden: kinderen hadden een stoel nodig want onder het bed stond de pispot. 's Anderendaags kleedde men zich dan "op zijn zondags". Nieuwe kleren droeg men voor het eerst met Pasen want de eerste tocht met de nieuwe kleren was naar de Paasmis. Men was dan "o zijn Paasbest", dus nog beter dan op zijn zondags. En aangezien iedereen naar de mis ging, was die mis-gang een dorpse mode-show: even een wandeling door de dorpsstraat of de kerkstraat, en iedereen had iedereen gezien. Want die tochten waren natuurlijk te voet, een kwartier, een half uur ver; en terug, zeker langs de hoofdstraat. Eén keer grondig wassen per week. Eén keer veranderen van onderdlijfkcn en onderbroek, van hemd met lange panden (slippen van achter langer dan van voren). Aangezien we als kind een korte broek droegen gebeurde het wel dat de "hemdslip" onderaan aan de broek uitkwam. Dan werd, als pesterij, die slip nog verder uitgetrokken en zong men als plaagliedje "Hemdslip, 't is morgen kermis". Een week lang hetzelfde hemd. Maar "col en mansjetten" werden wel vervangen, elke dag of om de twee dagen. En die waren hard-stijf gestreken. Iedere morgen hoorden we vader zoeken naar zijn "colknopjes", naar zijn "mansjetknoppen" want moeder moest weten waar hij die de avond te voren had weggelegd; want die harde col en mansjetten afleggen was de eerste taak bij het thuiskomen, nog eerder dan de schoenen uitdoen en de pantoffels aantrekken (pantoffels of sletsen). Maar niet Pasen was alles anders: in 't nieuw! Men was ook naar de kapper geweest. Die kapper schoor toen nog zijn klanten. Deftige en begoede burgers gingen zelfs dagelijks naar de kapper om zich te laten scheren; en om er de dorps- of stadsroddel te horen. Scheren deed men nog met dat gevaarlijk scheermes; vlijmscherp gemaakt op de scheerriem (= het mes zetten). En dan was mcn"ne properen heer" met een "pronte madam". Wanneer die "pronte" madam wat "veel komplimenten" maakte was het een schijtmadam, een schijtkont. Nu zou men zeggen "shit"; tijdens WO II was het "Scheisse". Was die madam oud geworden dan werd het een oude kwene (jaja: het Engels queen), een venijnig wijf. Tot het paasritueel behoorde destijds toen quasi iedereen iedere zondag nog ter kerke ging, ook de paasbiecht en "zijn Pasen houden" d.w.z. "te communie" gaan ("eenmaal 's jaars zijn Paasplicht houden"). Dan was ook de ziel weer paasbest.

1 Mei 11 Juli vieren, 21 juli gedenken. 14 juli, 4 juni e.a. data in de geschiedenis in herinnering brengen is typisch voor de 20e eeuw die resulteerde uit overwegingen over het eigen nationaal verleden, ingezet in de 19e eeuw met neo-romaanse, neo-gotische, neo-renaissance architectuur, met standbeelden en monumenten. En die 19e eeuwse romantische belangstelling voor het verleden wortelde al in 18e eeuwse preromantiek. Niets valt zomaar uit de lucht. De theorie van Karl Marx, gesteund en uitgedragen door Friedrich Engels, vertrokken van de utopische socialisten en wortelend in een oerchristendom van gelijkheid, in een oercommunisme van Plato's staatsleer of in het utopisch staatsbestel van Thomas More, dat alles is gegroeid uit de tijd, is gegroeid uit de chaos.


2759 Op een trefdag van de Internationale in 1889 te Parijs werd een Internationale dag ter ere van de arbeid voorgesteld. Men koos 1 mei daarvoor. Ook om overal tegelijkertijd de eis te stellen: acht uren per dag werken - niet meer dan acht (6 x 8 = 48 uren werkweek). Op 1 mei 1890 vierde men voor de eerste keer 1 mei. Meer op papier dan in werkelijkheid. Maar daaruit is het gegroeid. Geen gedenkdag, maar een afspraak. Het had evengoed 31 mei kunnen zijn. Of 10 mei?! Of 21 september, of ...

Marc Gevaert Marc Gevaert is een oudleerling van mij uit de tijd (1950-1966) toen ik les gaf aan het atheneum te Deinze. Marc woonde toen in Astene, in de schaduw van Emiel Claus' villa Zonneschijn. Hij werd nieuwslezer aan de VRT (toen nog BRT Ned.) en verslaggever als het over de Arabische wereld ging. Nu is hij met pensioen. Maar hij las nog wekelijks een kroniekje (van vier minuutjes) over de Wereldgeschiedenis. Al die kroniekjes werden nu geordend tot een dik boek: "De dagen van hei Millenium". Zeer leesbaar; zeer gedegen.

Warm aanbevolen en onmisbaar in onze "Deinze-Bibliotheek" (uitg. Globe - Forelstraat 22 te 9000 Gent -jaar 2000). Marc Gevaert woont nu in Lotenhulle. En blijft studeren.

Een vruchthare burgemeester? Toen Roger Boerjan gemeenteraadslid werd (12-01-1965) had Deinze 6.112 inwoners. Toen hij eerste schepen werd (04-03-1971) had Deinze 16.839 inwoners, zes jaar later 23.928 (0101-1977). Toen hij burgemeester werd (03-06-1980) waren er 24.850 inwoners. Toen hij aan zijn laatste burgemeestersjaar begon (2000) waren er in Deinze 27.557 inwoners. Aantal inwoners 6.112 Gemeenteraadslid 1965 16.839 l e x l e schepen 1971 23.928 2e x 1 e schepen 1977 24.850 1 e jaar burgemeester 1980 27.557 20e jaar burgemeester 2000 Bij de hulde aan burgemeester "Roger Boerjan 20 jaar burgemeester" werden die cijfers door eerste schepen Willy Tack op de lijst van de "prestaties van het burgemeesterschap" Boerjan gezet.

Ons museum wordt 20 jaar Eind november 1981 beleefden we grootscheeps de openstelling van het toen nieuw museum ter aflossing van het museum hij de kerk, het Saverijspand van nu. Van 1942 tot 1981, dat is 40 jaar, deed dat gebouw bij de kerk dienst. Sedert 1981 gebruiken we het "nieuw" museum, dat na 20 jaar niet meer "nieuw" is. In het najaar 1982 schonken de KOK-deelgenoten groenaanplanting voor het toen nog kale "landschap" rondom het museum. Iedere deelgenoot plantte de bomen of struiken van zijn keuze. Ik gaf 5 lindebomen die na 20 jaar al flinke bomen geworden zijn; ze staan aan de afboording van de eerste parkeerplaats. Een zesde lindeboom (geschonken door Albert Debusseré) sluit erbij aan. Ook eiken werden geplant en beukenstruiken en lijsterbes enz. De beplanting van 1982 werd dan nog met struiken aangevuld. Nu is het een mooie groenzone geworden: geen bos want er zijn ook ruime grasstroken. De beplanting gebeurde naar een plan van Adelin Haelvoet, een plan vertrokken van de KOK-gift van toen. Hij hield bij het ontwerpen van het plan rekening met wat de


2760 KOK-deelgenoten gaven. Toen het museum tien jaar bestond gaf KOK bij die gelegenheid een extra publicatie uit: de "Opstellen" van Herman Maes (1991). De buitenmuren van ons "nieuw" museum werden al eens herschilderd (herverfd), In de overgang 2000-2001 werden de binnenmuren herschilderd. Ons nieuw museum ziet er hernieuwd uit.

DE Man van het Millenium? (= de uitvinding van het Millenium)? Men is druk bezig geweest de man van de eeuw te zoeken. Waar wie is DE man van het Millenium? Een groepje van vier Amerikaanse journalisten kwamen tot dit resultaat: Johannes Gutenberg is nr. 1 en dan Christ. Colombus, Maarten Luther, William Shakespeare. als mensen die de wereld hebben beïnvloed. Gutenberg als uitvinder van de boekdrukkunst want zonder die kunst/kunde zou Colombus zijn kennis niet hebben gevonden, Luther zijn ideeën niet hebben verspreid en Shakespeares poëzie niet bekend zijn geworden. Eigenlijk was de boekdrukkunst al vóór Gutenberg gevonden in de blokboeken, wiegedrukken. De vondst van Gutenberg was het drukken met losse harde (drukbestendig, persbestand) letter. Laurens Coster van Haarlem en Dirk Martens van Aalst stonden daar dicht bij (en de Chinezen). William Caxton, de eerste Engelse drukker, kwam hier in Brabant en in Vlaanderen (in Brugge vooral) leren drukken. Gutenberg heette eigenlijk Johannes Gens{leisch zum Gutenberg, geboren ± 1400. Nu heeft hij een standbeeld in Straatsburg, (in Gutenbergstijd nog tot het Duitse Rijk behorend) en in Mainz. (In Straatsburg omdat de eerste Gutenbergbijbel er gedrukt werd; in Mainz omdat hij er leefde en werkte). In Engeland zette men Shakespeare eerst als de Engelsman van liet Millenium.

Plechtige Communie Toen ik mijn plechtige communie deed - op 17 maart 1937 - was het uitverkoren en traditioneel geschenk: Í ° een missaal = een mis- en gebedenboek in fraai dundruk uitgave op "zijdepapier" met "goudsnede" 2° een vulpen - (soms zelfs een polshorloge)

1 ° Dat missaalboek heb ik nog (in 2001) maar gebruik ik niet meer. Het is een mooi boek waarmee we naar de kerk gingen. Op de plechtige communiefoto hadden we dat boek in de hand, het boek in een bij voorkeur met kant afgehoorde zakdoek geplooid in driehoeksvorm. De traditionele plechtige communicantenfoto, naast de foto met ouders en broers (en zusters maar ik had geen zusters - ze waren toen al gestorven). In dat missaal legden we de plechtigecommunicantenprentjes van onze vrienden en verwanten. Ook doodsprentjes pasten in dat missaalboek. Doodsprentjes hadden het formaat om in een kerkboek gelegd te worden. Decennia lang was dat zo. Decennia lang dienden familie-doodsprentjes daarvoor. 2° De vulpen had toen haar intrede gedaan en was een statussymbool. Op school mochten we de vulpen toen niet gebruiken omdat ze "het schrift verknoeide". Inderdaad: de zachte trek omhoog met liet stalen pennetje en de hardere (dikkere) trek naar beneden, ging niet met de vulpen (het stalen pennetje werd in 1813 uitgevonden in Birmingham en was omstreeks 1830 al algemeen in gebruik i.p.v. de ganzepen of ganzeveder, ganzeveer = pen). 3° Moeder trok met haar plechtige communicant naar de familie op bezoek: van tante naar tante; ook bij de beste vrienden. Ze werd trouwens op het ontbijt uitgenodigd (na de mis waarin de hostie was genuttigd) want vóór het "te communiegaan" mocht men niets gegeten of gedronken hebben. Vader telde

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde'? KGK jaarbock 2001 is reeds afgehaald?

2761 blijkbaar niet mee. 's Middags (laat) werd thuis uitgebreid getafeld. Daarna was moeder met de communicant weer ergens uitgenodigd op de koffie met taart. Tussendoor nog enkele vlugge familiebezoekjes want overal was er een kadootje. Die bezoekentocht (steeds zonder vader) gebeurde "per vigilant", per koets, getrokken door een of twee paarden (koetsen zoals ze voor huwelijken ook gebruikt werden - en nu nog voor toeristentochten te paard). Taxigebruiken begon toen in de jaren 1930 ook wel. Veel eigen auto's waren er nog niet. En aangezien vader niet mee op tocht ging en een autorijdende vrouw een grote uitzondering was, gebeurde de tocht liefst per "vigilant" of ... toch ook al per auto (gehuurd met chauffeur = taxi).

Moeder en communicant droegen voor de tocht hun nieuwste, beste kleren. Voor de jongens was dat toen de golfbroek, want voor het dagelijks gebruik en het schoollopen droegen we een korte broek ... die ons in de winter rauwe winterplekken op de billen bezorgde; soms hing de lange achterslip van het hemd er wel uit, en dan trokken plaaggeesten en pesters de slip er wel verder uit. In vele gevallen deden die voorslip en de langere achterslip samen dienst als onderbroek. De meisjes hadden voor hun plechtige communie een lang wit kleed aan, een quasi voorloper van het lang wit maagdelijk huwelijkskleed. Post-scriptum: 1. De missaals, "Roomsch-Katholiek Mis- en Vesperboek", werden meestal door Brepols in Turnhout uitgegeven en telden bijna 2000 bladzijden (Mijn missaal heeft 1822 blz. uitg. Henri Proost en C° in Turnhout 1936). Het missaalboek van mijn echtgenote hebben we ook nog; het heeft meer dan 2000 blz. (uitgave 1936 Brepols). 1. Aan de plechtige communie was een lange kerkelijke voorbereiding voorafgegaan met catechismusles, eenmaal per week, maandenlang, eindigend in de "zes weken". Zes weken lang elke dag naar de mis en lieftst ook ter communie. Dat viel dan vóór we naar school moesten: dus om zes uur 's morgens in de kerk. We werden vroegopstaanders. We moesten trouwens om acht uur 's avonds in bed "kruipen". Om 's morgens ter communie te gaan mocht men sedert middernacht niets meer gegeten noch gedronken hebben; ook de volwasssenen niet. Ontbijt kwam dus pas na de vroegmis. 2. De maandenlange voorbereiding noemde men "de lering": Men ging dus "naar de lering". Die jongens (ik weet niet of het ook voor de meisjes gold) die het beste resultaat haalden bij de lering, mochten op de communiedag een grote witte armband met strik op de rechtermouw van hun nieuw pak dragen. Op die dag mochten ze zich "een engel" noemen. 3. Wie zijn plechtige communie gedaan had mocht nu ook "gevormd" worden (Het Vormsel). Dat gebeurde door de bisschop van Gent (bij mij was dat Mgr. Coppieters). Wie gevormd was mocht zich dan (in de terminologie van toen) "soldaat van Christus" noemen. De bisschop zegende iedere vormeling persoonlijk met een Latijnse formule waarin de heilige genoemd werd die in onze voornaam genoemd werd. De heilige "Herenanus" scheen niet te bestaan want voor mij werd de heilige Armandus (of was het Amandus?) erbij betrokken; geen Herman. 4. Toen we in het eerste studiejaar zaten (6 à 7 jaar, voor mij dus in het schooljaar 193233) deden we onze eerste communie. Mijn plechtige communie deed ik in het 5e studiejaar (schooljaar 1936-'37) (een schooljaar liep toen van 15 september tot 15 juli) (we vierden toen 11 juli op school, vooral tijdens de speeltijden, door het samenzingen van "De Vlaamsche Leeuw").


2762 1800. Een portret van Generaal Piccolomini in Olsene-Kasteel In het Fonds Lanchals, bewaard in het Stadsarchief van Gent, bevindt zich onder het nr. 1935 een Inventaris van het Kasteel van Olsene, opgemaakt op 4 lauwe (louw-of looimand = januari) van het jaar 1665. De inventaris beslaat 13 volschreven folio's, té veel uiteraard om de tekst ervan in zijn geheel in een korte bijdrage op te nemen. Ofschoon het eigenlijk wel boeiend zou zijn, eens compleet beschreven te zien wat er allemaal in zo een kasteel aan te treffen was. Maar noodgedwongen beperken we ons tot één enkel aspect van de inboedel, nl. de schilderJ •E . Er waren er blijkbaar veel in het kasteel, meer dan twee dozijn. Jammer genoeg worden die schilderijen - vermoedelijk ging het meestal om (familie)portretten? - niet nader gespecifieerd, op één enkele uitzondering na ...

In de "beste zaal" hingen drie schilderijen en evenveel ook in de hal; en in de "eetzaal" waren er vier. In een niet nader omschreven "kamer" hingen weer drie schilderijen en in een andere kamer niet minder dan tien. In de kamer naast de eetzaal hing een schilderij "boven de schouw" en in diezelfde kamer ook een ander schilderij, "gheseyt het portraict van Picolomminij" (sic).

Ottavio Piccolomini (Florence 1599 - Wenen 1656), hertog van Amalfi, was een toentertijd zeer bekend legeraanvoerder in de Dertigjarige Oorlog (1618-1638). Aanvankelijk stond hij als generaal in de dienst van Keizer Ferdinand 11. Vanaf 1643 tot 1648 diende hij de Spaanse Koning als diens generaal in de Zuidelijke Nederlanden (dat verklaart mogelijk de aanwezigheid van zijn portret in het kasteel van Olsene - had de kasteelheer misschien onder hem gediend?). In 1649 was hij de gevolmachtigde van de Duitse Keizer hij de Conventie van Neurenberg. In 1650 werd Piccolomini opgenomen in de Rijksvorstenstand. 't'wee pausen behoorden tot ditzelfde (sinds 1458 adellijk geworden) geslacht. De eerste was Enea Silvio Piccolomini, die in 1444 de liefdesroman (!) "Eurvalis en Lucretia" schreef en die in 1458 paus werd onder de naam van Pius II (+1464); in 1459 stichtte hij de Universiteit van Bazel. Ook de weinig betekenende Pius 111 (korstondig paus in 1503) was een Piccolomini. En voor de toneelkenners nog dit. Veldheer liccolomini is ook de hoofdfiguur in het historisch drama "Die Piccolomini" (1799) van Friedrich Schiller, dat het tweede deel vormt van diens zgn. "Wallenstein-trilogie" (dl. 1: "Wallensteins Lager"; dl. 3: "Wallensteins Tod"). Prins Wallenstein (1583-1634) was de opperbevelhebber van de Habsburgse legers in de Dertigjarige Oorlog; hij won veel veldslagen, maar leed een fameuze nederlaag in 1632 hij Lutzen en werd twee jaar later op bevel van Ferdinand 11 vermoord. Zo ging dat toen.

Op het Kasteel van Olsene zullen ze dat allemaal misschien nog wel geweten hebben in het jaar 1665 ...

P. HUYS nr. 335

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarbock 2001 is reeds afgehaald?

2763

r~ &M+

L,

6^,k4e-%

r

Fr

i 1 tr✓i

-^

^^-r

y It OL9 .y. i

archief Erie Claerhout KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarboek 2001 is reeds afgehaald'?

2764 Aanvullingen bij het jaarboek LXVIII, 2001. Ons steunend lid, Eric Claerhout, is niet alleen een aandachtig lezer van onze publicaties, maar bezit ook een bijzonder rijk en gevarieerd familiearchief, waaruit hij ons regelmatig laat meegenieten. Onze erevoorzitter Herman Maes maakte in zijn artikel "Deinze kort na 19181,0) melding van " De Oud Wapenbroeders ". Eric Claerhout bezit nog een foto van zijn grootvader, Gustaef Claerhout, met de schouderband van de Oud Wapenbroeders. Volgens Godelieve Claerhout (tante van Eric) vormde het gezelschap van de "Oudwapenbroeders" een overkoepelende muziekmaatschappij van de drie gezindten te Deinze met als doel op te treden `voor het goede doel'. Zij werden financieel ondersteund door de kinderkoetsennijverheid te Deinze: Torck, Seeuws, Swan, Souplex, De Busseré, Péricles enz. Er werd o.a. opgetreden bij de Sinterklaasfeesten in de zaal de "3Koningen" bij het station. Gustaef Claerhout, alias Sinterklaas, meerde aan bij het Congoplein, en trok te voet, al zegenend, via de Markt, Tolpoorststraat en Statiestraat naar de feestzaal, begeleid door vlaggen en muziek. Het feest in de zaal was voorbehouden voor de werknemers van de reeds vermelde bedrijven, en bestond uit dans, zang en toneel. Allen kregen een geschenkje uit de handen van de goede Sint. Godelieve Claerhout bezit nog het dirigeerstokje dat haar vader als hulde mocht ontvangen, gemaakt uit vermoedelijk zwart ebbenhout met zilver belegd. Beide toppen zijn versierd met een zilveren topje, in het midden is er een zilveren plaatje aangebracht, met als opschrift: "vanwege de oudwapenbroeders aan Gustaaf Claerhout. Deinze mei 1903"

In hetzelfde artikel vermeldt Herman Maes dat Abel Claerhout een "polka voor fluit" vertolkte. Eric Claerhout (zoon van Abel) vermoedt dat de titel ervan "La Tourterelle"is en een compositie is van Gustaef Claerhout, of een bewerking van "Concert sous bois ", Polka pour flute, cornet ou bugle" van A. Colas. Eric Claerhout heeft nog de ebbenhouten "petite flute" van zijn vader Abel en 27 geharmoniseerde partituren voor lcte bugle, IS1e Trompette si b, 2de Trompette si h, 2de Alto mi h, Sax Allo mi b, 2de Cor mi h, enz.

Deze partituren werden door Gustaef Claerhout eigenhandig uitgeschreven in 1916. (1) H. MAES, Een dozijn Deinzenarijen, in Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXVIII 2001. 2. Deinze kort na 1918, p. 320-324.

W.J. 1801. Het Goed te Overbeke in Petegem (en andere sprokkelingen uit een Staat van Goed uit 1639) In het Gentse Wezenboek van 1639-1640t" is de staat van goed opgenomen van het sterfhuis van Jonker Lucas vander Haeghen, ridder, heer van Meere (= een heerlijkheid in Vosselare), Rekkelinge (in Bachte), etc. Bij zijn echtgenote, Clare de Cottrel, liet hij drie wezen achter: Jr. Philippe-Francois ("oudsten soone"), Charles en Charlotte-Frangoise vander Haeghen. Opsteller van de staat van goed en voogd der wezen was hun oom Jr. Philippe vander Haeghen. Een van de goederen der nalatenschap (vermeld op f° 118v°) was, een hofstede in Petegem, het zgn. Goed 1Heuverbeke met de mote, boomgaard en wallen, groot 725 roeden.

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK jaarboek 2001 is reeds afgehaald'?

2765 Over deze oude hoeve is een en ander bekend. Ze is vermeld bij Noël Kerckhaert^2}, met één enkele archiefattestatie uit 1574 toen ze in het bezit was van ene Jacques van Overbeke, die ze overliet aan zijn dochter Margriete. Volgens Achiel Cassiman"' lag het Goed te Overbeke bezuiden de Oostkouter, aan de zgn. "Verkeerde beekij41. Deze hoeve wordt ook kort vermeld in de meer recente bijdrage van Kenneth Smith "Over de hoeven van Petegem", waar we ze bij de "verdwenen hoeven" vinden, maar onder de naam van "Goed ten Heibroeken", gelegen in de Kakelstraat(s). Het goed was in 1742-1771 eigendom van de Deinse bugemeester (17371742) Ferdinand Van Doorne, die ook Heer van Gampelaere (in Astene) was. Uit dezelfde staat van goed sprokkelen we bij deze gelegenheid nog een paar andere wetenswaardigheden. De muelewallen hij Vraukens muelene op f' 11 9v' lezen we in de opsomming van het onroerend goed: "Item twee ghemeten landts gheleghen op Deynse Cautere, ghenaempt de muelewallen". Oost daarvan lag land van de Heer van Drongen, noord de wagenweg lopende naar "Vraukens muelene" en zuid de heerweg. De "muelewallen" waren de overleden Jr. vander Haeghen "toecommende bij coope van Jr. Jan van Fluerne en jonkvrouw Jehanne Cottrel, zijn huisvrouw" (koopcontract dd° 5.12.1626). Drie schilderijen in het sterfhuis Onder het opgesomde roerend goed vinden we (f` 20v°): "Item bovendien is buten prijsije bleven drije schilderijen te wetene: het vuttreek (= extrait, fragment van een kaart) vanden Lande van Nevele, roette heerelijckhede van Meere, de ligure vande drije Coninghen en tpourtraict (= portret) van s'overlede(ns) vadere". Toponiemen Bij de beschrijving van de opgesomde onroerende goederen vinden we talrijke interessante toponiernen (te veel om hier allemaal te vermelden!), niet alleen in Deinze en Petegem, maar ook in Vosselare, Bachte, Leerne en andere lokaliteiten in het Land van Nevele. Voor toponymisten een niet te verwaarlozen bron (het verzorgde handschrift is, na enige gewenning, vlot leesbaar)! (1) Stadsarchief Gent (= SAG), Wezerij, reeks 330, nr, 147 (Staten van goed 1639-40), f' l 13! 121. (2)N. Kerckhaert, Oude Oostvlaamse huisnamen, dl. IV (Gent, Provincie, 1990), blz. 69-70 (Bron: SAG, 330/91, f°486v°). (3) A. Cassiman, Petegem, in: K.O.K.-Jaarboek Vll (1940), blz. 13 ("Het hof van Sint-Jacobs-godshuis, het goed te Overbeke en het hof te Reybroeck liggen langs de Verkeerde beek") (4) A. Cassiman, a. w., blz. 1 1-12 ("De Jaghersbeke ontstaat uit een vijver aan de Karreweg en maakte grens tussen heide en Oostkouter; ze mondt uit in de Kattebeek en wordt gemeenlijk " verkeerde beek " geheten, omdat haar loop verkeerdelijk naar de Kattebeek gaat en niet rechtstreeks naar de Leie , over de Dries"). (5) K.O.K.-Jaarboek LV (1988), blz. 247, sub c. Op liet situatiekaartje aldaar op blz. 222 is de loop van de Verkeerde beek duidelijk te volgen (de beek situeert zich in de driehoek tussen de Oudenaardse- en de Gaversesteenweg ). We vinden de betreffende hoeve op het kaartje aangeduid als B (linksboven het toponiem Prijkel), maar foutief onder de naam ter Reibroeken i.p.v. ten Heibroeken.

P. HUYS nr. 336


2766 Maessprokkels Achilles De Clercq vertelde mij - toen ik hem toevallig in het museum ontmoette waar hij zijn KGK jaarhoek afhaalde - over zijn vader die ± 1920 grond kocht, meersgrond, die hij gebruikte om vlas te drogen. Vader De Clercq was landbouwer. Hij kocht die grond toen tegen 1,5 fr. per m'. Een kleine tien jaar later werd hem gevraagd die grond te verkopen om er een nieuwe weg door te trekken wat dan later de G. Gezellelaan werd. De huizen van Taveirne en Van Hauwaert stonden er al en al de rest was meersgrond. Afslaan naar de Oostmeersdreef was ook al mogelijk, naar de "waterhuizen". Het niveau van die meersgronden was laag; ze kwamen regelmatig onder water. De bedoeling werd nu die straat tussen Taveirne en Van Hauwaert rechtdoor te trekken naar de Gentse baan. Maar de familie Maere bezat daar ook gronden en die wou grond voor de weg gratis afstaan, maar dan moest de weg er dwars doorheenlopen zodat aan beide zijden kon gebouwd worden en de familie die gronden kon verkopen als bouwgrond tegen ± 100 fr. de m2. Dat verklaart die gekke bocht aan de brug.

Beatrijs Ik las in een literaire krantenbijdrage een nota van iemand die in een boekenantikwariaat een boek gekocht had tegen 250 fr.: de Sproke van Beatrijs, de middelnederlandse tekst met daarnaast een Franse, een Engelse en Duitse vertaling.

Het was een uitgave van 1938, die de auteur met geestdrift en blijheid beschreef. Ik had dat boek in mijn bibliotheek staan en keek het eens in. Ik had het gekocht op 1 november 1942 (en dus betaald met geld van mijn ouders). 1942! Ik zat toen in de poësis. Op mijn exemplaar stond nog de prijs genoteerd: 20 fr. In die periode verscheen ook in goedkope uitgave van 8 fr. De soldaat Johan van F, De Pillecijn, Wannes Raps van Ernest Claes. Tjip en de Leeuwentemmer van Willem Elschot ... etc. Een kilo boter kostte toen ... 300 fr. (op zwarte markt). Een thuis klaargemaakte deeg voor een brood laten bakken in de oven van de bakker kostte toen 1 fr. Andere prijzen herinner ik mij niet meer. Ik was toen een tiener.

Baudartius Naar aanleiding van de 400' verjaardag van het overlijden van Philips van Marnix van Sinte Aldegonde verscheen een fraai boek met studies over deze gewezen burgemeester van Antwerpen (1584-1585 een uiterst delikate periode). Dat boek met uittreksels uit de correspondentie van toen (o.a. bestudeerd door de VUB rector Alois Gerlo) is ook fraai geïllustreerd o.a. met prenten van toen, ontleend aan een werk van 1616; een werk met een heel lange titel, zoals toen gebruikelijk was: Afbeeldinghe ende beschrijvinghe van alle Veld-slagen, Belegeringhen en de andere notabele geschiedenissen, ghevallen in de Nederlanden, geduerende d'oorloghe jeghens den Coningh van Spaengten.


2767 Bij elke afbeelding uit dat boek van 1616 genomen staat de naam van de auteur van dat boek: Willem Baudaert van Deinze Zijn vader en zijn grootvader heetten ook Willem. De auteur was dus Willem III en zijn zoon heette ook Willem (dus IV). Willem 1 was handschoenmaker en woonde aan de markt te Deinze; Willem II ook. Willem II was ook prins van de Deinse rederijkerskamer die officieel bestond sedert 1482 De Nazareene. Reeds in 1534 en 1539 werd hij door de inquisitie verdacht van ketterij. In 1566 week de familie uit naar Engeland. Willem III was toen nog een kleuter. Na het overlijden van Willem II kwam moeder en een dochter terug naar Deinze. De rest van de familie trok naar Noord-Nederland. Willem III werd een gereputeerd kenner van Grieks en Latijn maar vooral van Hebreeuws. Hij werd ook vertaler van de bijbel; dat werd de Statenbijbel, een baken in de taalontwikkeling en taalgeschiedenis. Een professoraat Hebreeuws aan de univerteit van Heidelberg weigerde hij.

Simon Wiesenthal In onze stadsbibliotheek ontleende ik een boek over Simon Wiesenthal, geschreven door Hella Piek, uitgegeven 1996.

Deze nazi-jager werd geboren in Gallicië. En dan lezen we over het lot van die streek: bij Oostenrijk, bij Polen, bij Rusland, bij Oekraïne, zelfstandig, bij Duitsland etc. om de haverklap veranderde er de nationaliteit, telkens met de nodige vervolging en bestraffing (tot vermoording) van de verliezers. En daartussen leefden duizenden.joden die vervolgd en geplaagd werden door Polen, Russen, Duitsers etc. Het best voelden ze zich nog onder keizer Frans Jozef ... Maar al niet meer zo veilig onder zijn ambtenaren in Oostenrijk -.Hongarije. Wat vandaag goed was, was morgen onder het nieuwe regime al verraad. Wat is die Balkan een onrustige veelvolkeren conglomeraat. Reeds Bismarck voorspelde in 1870 dat er uit de Balkan eens een grote oorlog zou ontstaan. België of Nederland moet voor die Pools-Tsjechisch-Oostenrijks-Russische Duitse joden een eiland van rust geweest zijn. En dan kwam WOII. Want tijdens WOI vochten de joden gewoon mee in het Duitse of Oostenrijkse leger, tegen de geallieerde legers waarin ook joden meevochten volgens het land waarin ze woonden. Vele joden-slachtoffer van WOI1 hadden een vader, in het Duitse of Oostenrijkse leger van WOI gesneuveld. En als Hella Piek gedaan heeft met vertellen over Wiesenthals "volksverhuizingen" in dat kruitvat, komt zijn concentratiekamp - WOII-geschiedenis aan de orde. Hoe overleefde hij dat? Hij overleefde de kampen zo dat na de oorlog de Poolse communisten hem beschuldigden van collaboratie met de Gestapo! Hoe een dubbeltje van beschuldigen rollen kan! Ook zijn vrouw overleefde. En dan kwam een andere levensopgave: de schuldigen van de volkerenmoord op de joden opsporen en laten veroordelen. De holocaust wordt dan zo geaccentueerd dat men bijna vergeten is dat ook andere mensen dan joden in de kampen omkwamen, en dat reen vergeet te spreken over de miljoenen slachtoffers van Stalin en zijn "zuiveringen". Stalins slachtoffers waren voor een groot deel zijn landgenoten. Maar Duitse krijgsgevangen in de Sovjetunie zaten er nog, bij duizenden, tien jaar na de oorlog. Officieel kwamen de laatsten in 1955 naar huis. Maar pas in 1962


2768 kwamen officieel de laatste Vlamingen uit een Sovjet-krijgsgevangenkamp naar huis. ... na 17 jaar kamp! en dan werden ze hier opgesloten. Hoe speelt het lot met mensenlevens! Hoe het lot speelde met Wiesenthal leest men in dat boek van Piek. Geen blijde lektuur.

Over het belang van de voetnoot Onze voorzitter Willy Jonckheere schreef ooit een opstel: "De opwaardering van de Voetnoot." 1'' Ik las onlangs het boek Adam Hochschild "De Geest van Koning Leopold 11" over de plundering van de Congo en over de moord op - naar schatting- tien miljoen mensen, uitgevoerd door Belgische kolonisten en hun aanhang die "beschaving brachten". Dat boek van 380 blz. is ontstaan uit het feit dat de auteur zich door een voetnoot in een toevallig gelezen boek geboeid voelde (cf. zijn inleiding p. 8). Persoonlijk voelde ik me ook altijd aangetrokken door de voetnoten in de vele boeken die ik las. En als die voetnoten niet meer onderaan de bladzijden staan, maar samen achteraan in het boek, is er minder bezwaar om in de voetnoot uit te weiden over een raakpunt, over een associatie, een nevengedachte. In de bijdragen die ik voor KOK-KGK schrijf gebruik ik graag de voetnoot voor een uitgebreide nevenbeschouwing of documentatie (zie bvb. mijn bijdrage over de brieven aan Saverys in KGK 1998) De auteur van dat boek over Leopold 11 plaatst het hoogtepunt van de holocaust in Congo in de periode 1890-1910 en Leopold 11 noemt hij een schurk, "een man vervuld van hebzucht en sluwheid, valsheid en charme, als de meest complexe schurken van Shakespeare" en dat om een buit "die ooit de geschiedenis van het menselijk geweten heeft besmeurd". En wij? Wir haben es nicht gewusst, wij verzamelden zilverpapier voor de arme negertjes en om het "beschavingswerk" te helpen financieren!? Leopolds compagne in zijn privé domein was de "meest verachtelijke worsteling om buit". liet boek verscheen in september 1998. Een maand later was er al een tweede druk. En ook de beroemde ontdekkingsreiziger Stanley komt er met gescheurde kleren en gescheurd geweten uit. (1) "13ezig met boeken" 1988 een publicatie naar aanleiding van de opening van de stedelijke bibliotheek van Deinze.

Luc Matthijs

In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging staat een nota over Luc Matthijs, geschreven door Bruno De Wever. In de eerste uitgave (1975) stond hij er ook al vermeld. Toen was het Frans Vander Elst die de nota had geschreven. In de nota over het Leuvense KVHV (Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond) staat een foto van het KVHV bestuur 1923-24 en op die foto staat Luc Matthijs ook (2e op de 3e rij) met zijn studentenflat - zoals hij ook getekend werd (zie KGK jb 1978 p. 40). Die studentenflat werd kort na 1900 ingevoerd door Jef Vanden Eynde, een andere Deinzenaar (al werd hij te Olsene geboren). (Ze vroegen alle 28- op één na- die flat). Ook na 1945 droeg men te Gent een daarop geïnspireerde studentenflat. Een foto van L. Matthijs met studentenflat anno 1923 bevindt zich in het foto-archief KGK. Op die KVHV-foto staan ook Tony Herbert, Gerard Romsee en Paul Beeckman (met de Jef Van Eynde - flat). In 1945-49 droeg ik de Gentse flat.


2769 Mijn flat, mijn SK praeses-lint en mijn bierpetje gaf ik aan het archief van de RUG. Dat praeseslint werd zelfs ooit gebruikt om een tentoonstelling over het studentenleven in de RUG-bibliotheek-Blandijnberg te openen. Ook mijn speech-kampioenslint en -diploma gaf ik toen aan het RUG-archief. Dat diploma hangt in de leeszaal van het archief. Het RUGarchief bevindt zich onder het rectoraat in de St-Pietersnieuwstraat, naast de Vooruit. Mijn jeugd en mijn studententijd liggen meer dan 50 jaar achter ons. Dat is geschiedenis geworden. Geschiedenis bestaat ook uit vele kleine gebeurtenissen in de tijd van toen. De som van die kleine gebeurtenissen + de som van de grote gebeurtenissen= Vandaag.

1802 . De kerkrekening 1596- 1598 van de Deinse Onze- Lieve-Vrouwekerk Deze kerkrekening 11 hebben we al eerder ter sprake gebracht 'Z' en we hebben toen beloofd er nog eens op terug te komen. een aangezien belofte schuld maakt ... Maar eerst nog iets over de oudste Deinse kerkrekeningen in het algemeen. Uit onze stadsgeschiedenis is voldoende bekend dat Deinze in de vroege jaren '80 van de zestiende eeuw grondig werd verwoest. In pater Bernardus de Jonghes "Kronijke" over die periode van de Godsdienstoorlog lezen we: "Den 6. Mey (1580) wierd de Kerke van Deynse, met de noch overige Huyzen door de Vlammen geheel verteird" "'. Het kerkarchief werd blijkbaar niet gespaard en dit kan verklaren waarom uit de hele zestiende eeuw maar één enkele kerkrekening bewaard is gebleven, m.n. precies die over 1596-1598. ln daarna is het alweer lang wachten op de daaropvolgende rekening van ... 1622, een val kwarteeuw later dus! Pas met de rekeningen over 1633-1649 en 1653-1690 krijgen we (eindelijk) een samenhangende reeks van opeenvolgende kerkrekeningen tot onze beschikking. Precies in die vijfentwintig jaar tussen 1598 en 1622 valt de periode van de eerste (moeizame en trage) wederopbouw van de stad en van haar kerk. Heel jammer dus dat de kerkrekeningen uit het eerste en tweede decennium van de zeventiende eeuw er niet meer zijn, om die gehele heropbouw stap voor stap te kunnen volgen.

Toch biedt de rekening over 1596-1598 (ze loopt van bamis tot bamis) enige aanzetten die ons duidelijk maken dat reeds in de tweede helft van de jaren'90 (toen het verlaten en leeggelopen Deinze beetje bij beetje herbevolkt geraakte) door de lokale geestelijkheid l" gepoogd werd het godsdienstige leven geleidelijk weer in liet goede spoor te krijgen. Zo lezen we bijvoorbeeld in de rekening van 1596-98 dat de kerk van Deinze betaalt voor de herstellingen van de kapel van het Sint-Blasiushospitaal 'S'. Dit kan niets anders betekenen dan dat de Deinse pastoor - zolang zijn kerk er zelf nog volledig verwoest bijstond - voor de mispraktijk gebruik mocht maken van de nabijgelegen kloosterkapel, maar hij moest ze dan wel mee helpen heropknappen. Voor de mispraktijk waren er weer betalingen voor aankoop van (kaarsen) was, kerkwijn en wierook'", een kwispel en een kerklantaarn''', allicht voor de berechtingen. Voor de eigenlijke zielzorg zelf deed de Deinse pastoor vaak een beroep op de hulp van vreemde (= Gentse) paters, vooral de zgn. "Vrouwenbroers" (of Karmelieten). en wel voor de predicaties bij speciale gelegenheden. Broe(de)r Lieven Neyt b.v. predikte de passie tijdens de Goede Week en kreeg daarvoor 14 pond parisis uitbetaald 1R'. Bij de plaatslijke herbergiers vielen dan ook rekeningen te betalen voor het logies. o.m. voor "den costere van onsen vrauwen broers upden 21 decembre die alhier was com(m)en preken" (9) of voor "broer Gheeraert met sijnen medegheselle" 110', die was komen prediken op 7, 8 en 9 juni 1599 ter gelegenheid van den "ommeganck", en nog een andere keer voor "Jacop Praet met zijnen mede broedere" op 24 juni 1599

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarbock 2001 is reeds afgehaald'?

2770 Het is tevens de bevestiging van het voortbestaan - ook in die moeilijke tijden - van de traditionele ommegang (op de "derden synxen dach"). Niet alleen de medewerking van de (Gentse) paters moest betaald worden, maar er werd ook een halve ton bier geschonken aan "de ghemeene insetenen deser stede" die in de ommegang of processie mee waren opgestapt ((2)

Uit diezelfde rekening leren we ook dat aan de Deinse pastoor, i.c. Laurcins Goethals, een honorarium van 180 pond parisis (= 15 pond gr. Vlaams) werd uitbetaald voor 15 maanden dienst in de kerk "" en dat hij ook nog speciaal betaald werd voor het wijden van de (doop)vont "4'. En aan de "deken van de christenheid" "s' werd voor zijn "visitatie" (= kerkbezoek) 20 schellingen betaald "". Er was ook catechismusonderricht aan de kinderen: daartoe kocht de pastoor, in Gent een schrijfboek "om de kinderen in te teerkenen die tot kesten doen commcn" "" In onze vorige bijdrage (zie noot 2) hebben we al bericht over de uitgaven voor het maken van een "sanctuarium" in de O.-L.-Vrouwekerk en over het nieuwe timmerwerk van toren en kerk op 28 december 1599, aangebracht door timmerlieden van Gent, Oudenaarde en Latem i181. We hoeven dit hier niet te herhalen, maar voegen er nu aan toe dat dit "besteen (= aanbesteding) vanden torre ende hoogh coor" gepaard ging met een flink verteer door "Heer ende Wet ende natabelen van Deynse", inclusief kerk- en armenmeesters X19'. Nog iets over de "kastoestand" van de Deinse kerkfabriek, zoals die uit de kerkrekening 15961598 af te lezen valt. Er waren ontvangsten ten belope van 1158:12:5 £ par. Daartegenover bedroegen de uitgaven 1336:8:7. £ par., zodat er over de beide boekjaren samen een netto verlies was van 177:16:0 £ par. En bovendien was er nog het nadelig saldo van de voorafgaande rekening (tot bamis 1596), nl. een bedrag van 460:12:5 £ par. Die negatieve balansrekening werd opgesteld door Gheeraert Cornelis en Gullame Wittevronghele fs. G(il)les, mitsgaders Jan Clayssins, "ontfanghere vander keercke van Deynse". De zorgen van die kerkontvanger moeten wel bijzonder groot geweest zijn .. . Tot slot terloops nog dit. Een kerkrekening zoals deze levert voor de lokale geschiedenis nog andere interessante gegevens op. De naamkundige b.v. kan er o.m. ook veel plaatsnamen of toponiemen (20' aantreffen, benevens huis- en hoevenamen '2" en herbergnamen t22'. Maar dat zou alweer een andere aparte bijdrage kunnen vormen ... (1) Rijksarchief Gent, Oud kerkarchief Deinze, doos 31, Rekening 1.10.1596/ 1.10.1598 (30 folio's r°/v°). (2) Zie P. Huys, 'Be herstellingen aan de 'Sente Waerhede' in de O.-L.-Vrouwekerk van Deinze (15961598)", in K.G.K.-Contactblad XVI1, 3 (juni 1997), blz. 2272-2273, nr. 15983. (3) B. de Jonghe, "Gendsche Geschiedenissen oft Kronijke van de beroerten en ketterye" (Gent, Wed. Michiel de Goesin, 1781'), dl. 11, blz. 214. (4) De pastoors van Deinze in dat bewogen kwarteeuw waren Marc Nevejans (eigenlijk pastoor van Machelen, maar ook "deservitor" of noodpastoor van Deinze; 1586-1597), Laurens Goethals (15981609), Michiel van Schivelle (1609-1611) en Livinus Neirinck (1611-1621). Over pastoor van Schivelle, een Luikenaar, die wegens zedenfeiten in de gevangenis geraakte: zie onze bijdrage in K.O.K. -Kontaktblad XVI,1 (jan. 1996), blz. 2115-2119, nr. 1537. (5) Rek. 1596-1598, f' 27v' ("voor het dekken en witten van de keercke vanden Hospitaele: 10 pond 8 schel]. parisis"; "voor zavel voor de keercke vanden Hospitaele: 24 sch. par."). Zie ook f' 26r° (twee niet nader gespecifieerde betalingen "aende Vrauwe wanden 1-lospitale van Deynse"). f' 28r' (voor drie zakken kalk in Gent voor het witten van de kerk van het Hospitaal) en f' 29r° (aan de Deinse timmerman Pieter Galle voor "twee gordijnroeden" in de kerk van het Hospitaal). (6) Ihid., f° 26v° (50:19:0 £ par. voor 33'/2 pond was, 32 sch. par. voor 32 pond to(o)rtswas, 18:13:0 £ par. voor miswijn en 10 sch. par. voor 1 pond wierook). (7) Ibid. f' 28v' ("voor l quispele: 10 sch."; "voor eenen lanteerne om de keercke: 36 sch. par."; beide stukken werden in Gent gekocht).

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde'? KGK-jaarhoek 2001 is reeds afgehaald'?

2771 (8) Ibid ., t° 26v° ("Item betaelt broer Lieven Neyt doctuer voor dat hij ghepredict heeft de gheheele goedeweke ende de passie ons heeren upden goeden vrindach mtgs. de vrijsenesse te paessen: voor sijnen salaris 8 £ ende voor sijn co ( n)vent 6£, tsamen 14 £ par."). (9) Ibid, f° 27r° ("Item betaelt joos Bousse van theere tsijnen huuse ghedaen bijden costere van onsen vrauwen broers upden 21 decembre , die alhier was commen preken "). Diezelfde uitgavenpost staat ( verkeerdelijk ?) nog een tweede keer genoteerd op f° 28r ° onderaan. (10) Ibid., t° 27r °, twee diverse uitgaven (" Item betaelt joos Bousse van theere ... bij broer Gheeraert p(resbyter)e met sijnen medegheselle upden Ten , Ben ende 9sten van junij 99, die alhier es commen predicken ende alsdan zijnen ommeganck ghedaen heeft : 7: 10:0 £ par." en " Item betaelt Joos Bousse van theere upden 23 mei 1599 bij broer Gheeraert de somme van 6:18:0 £ par ." mits daerin begrepen voor in zijnen ommeganck 30 sch . par. ende quam ooc predeken"). (11) Ibid., f' 27v' (" Item betaelt Joos Bousse van theere upden 24en j unij 1599 bij Jacop Praet met sijnen mede broedere mtsg. het slapen, comt 7:16:0 £ par."). (12)lbid., t° 28r° (" Item betaelt Guillaume Wittevronghele fs. W(ille )ms voor een half tonne bier die gheschoncken was de ghemeene insetenen deser stede upden derden synxen dach als zij mede den ommeganck gheweest hadden , zonder te brijnghen in consignien , co^nt hier voor 6:10:0 £ par."). (13) Ibid. f' 26v' ( in het hoofdstuk : "ander betalinghe"). (14) Ihid., N 27r° (" voor het wijen vande vonte over twee jaren : 8 £ par."). (15) De "deken der christenheid " van de dekenij Deinze was toendertijd niet automatisch de pastoor van 0.L.-Vrouw-Deinze ; het kon evengoed een andere pastoor uit die dekenij zijn. ( 16) Ibid., f' 26v ' (" voor het visenteren vande kerke: 20 sch."). (17)Ibid., t° 28v ° (" Item betaelt te Ghent voor eenen schrijfbouck om de kinderen in te teeckenen die tot kesten doen commen : 4 sch . par."). (18)Ibid., t° 29r° ( 12 £ par. aan de timmerlieden van Oudenaarde , 7:4:0 £ par. aan die van Gent en 4:4:0 £ par. aan die van Sint - Martens-Latem. (19) Ibid., f° 29r°. (20)B.v . ibid. f° 1v° ("van eenen bulck lants bij dholstraetkin achter Sente Martens"), f° 3v° ("een ghemet lants ... gheheeten de nachmeers "), f° Sr' ("van huerl . stede nieuw behuust daer eerrits tcaetspel up stond[") (21)B.v. ibid . f° 1v° ("vande stede ghenaemt den cleeneen slutele"), f° 3r° ("vande stede daer hij up woonde ghenaemt waenstede ", en "van zijn stede gheheeten de mane" ), f° 3v° ("wesende een hofstede ghenaemt brabant"), f° 4r° ("van Andries Wallaert , pachtere vanden roede t as"), f° Sr' ("van Jan van Douverijn van zijn stede ghenaemt isotkin" , d.i. de latere pastorie op de Markt , en "van heurl. stede gheheeten den hert"), t° Sv' ("vande stede ghenaemt de muelene"). (22)B.v. ibid . f° 1v° ("vande herberghe ter cnocke ghenaemt den schilt van borgoen n "), f' 3r' ("van de stede ter cnocke ghenaemt den osse, noordt tscaeck" ), f 5v° ("van der stede zuut van den hovaere", d.i. de Ooievaar).

P. HUYS nr. 337

1803. t' Kint de Roodenbeke tweemaal voorzitter van de senaat Henri t' Kint de Roodenbeke wer op 14-6-1817 te Brussel geboren. Henri's vader was in dienst van koning Willem 1 en zat derhalve na de omwenteling van 1830 in het kamp der "Incivieken 1830" en had wellicht contact met de Organisten die vooral te Gent sterk waren. Henri's moeder werd in Rotterdam geboren.

Henri werd bediende bij de Naeyer te Gent en op de leeftijd van 24 jaar huwde hij de dochter van zijn werkgever (dus in 1841). Men leze daarover in '400 jaar Ooidonk"p. 103 e.v. Henri t' Kint de Roodenbeke werd politicus: na een paar keer op de liberale lijst gestaan te hebben en niet verkozen te zijn werd hij in 1848 tot liberaal volksvertegenwoordiger verkozen wat hij bleef tot 1857. Op 8-9-1862 werd hij verkozen voor de katholieke partij, voor de senaat. Hij bleef senator tot 7-5-1900. Tijdens die periode was hij van 20-4-1892 tot 10-1 1-1899 voorzitter van de senaat.

KGK•lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK-jaarboek 2001 is reeds afgehaald?

2772 In 1864 kocht hij het kasteel van Ooidonk . Hij overleed op 6-11-1900 en was enkele maanden tevoren nog minister van staat geworden. Op 1-5-1853 werd Henri ' s zoon Arnold geboren te Gent. Hij werd senator , gekozen op de katholieke lijst, op 22-5 - 1900 en volgde dus als het ware zijn vader op als senator . Hij bleef senator tot 10-8-1928 en was senaatsvoorzitter van 14-11-1922 tot bij zijn overlijden op 10-81928. Tevoren was hij ook vice -voorzitter van de senaat en sprak er als zodanig zelfs ooit een Nederlandstalig zinnetje. Alvorens senator te worden was hij van 1878 tot 1891 provincieraadslid en daarna volksvertegenwoordiger. Jean (genaamd Juan ( 1886-1954), zoon van Arnold , was ook provincieraadslid (van 1912 tot 1921). Jean /Juan had een zoon Henri die de militaire carrière volgde (tot kolonel). Deze Henri had een zoon Juan (° 1934) die provincieraadslid was van 1974 tot 1977. Over de familie t' Kint de Roodenbeke en de adellijke functies en over hun functies te Bachte Maria Leerne (gemeenteraad + burgemeersterschap in BML en schepen te Deinze ) leze men het fraaie boek 400 jaar Ooidonk, of de "Kroniek van Bachte Maria Leerne ", van Noël Kerckaert. De jongste aanwinst van de familie is dat Juan t' Kint de Roodenbeke , graaf sedert het overlijden van zijn vader, sedert einde september 1999 nu ook voorzitter is van de Museumcommissie van het Museum van Deinze en de Leiestreek (waarvan hij al lange tijd lid was) ter opvolging van de overleden Isabelle Torck. PS Tot 1893 bestond het cijns-kiesstelsel: Men moest belastingen betalen boven een bepaald bedrag om kiesgerechtigd te zijn. Het aantal kiesgerechtigden was iets meer dan 40.000 op de 4.000.000 inwoners, dus ± 1% van de bevolking. Om verkiesbaar te zijn voor de senaat moest men 1 ° ten minste 40 jaar oud zijn 2° ten minste 2.116,4 BEF belastingen betalen (een metselaar verdiende in 1900 0,32 BEF per uur)

Verkiesbaar voor de senaat waren in 1840: 668 personen in heel het land in 1850: 726 personen in heel het land in 1860: 774 personen in heel het land in 1870: 826 personen in heel het land Vekozen werden in

1840: 1850: 1860: 1870:

47 senatoren 54 senatoren 58 senatoren 62 senatoren

HERMAN MAES nr. 64 KGK-Lidmaatschap 2001 De oproep in vorig Contactblad is niet onbeantwoord gebleven. Van ons ledenbestand heeft intussen meer dan 70% zijn lidmaatschap hernieuwd, waarvoor onze beste dank! Maar mogen we de achterblijvers toch nog een beetje aanporren?

KGK-lidgeld 2001 is toch al in orde? KGK jaarhoek 2001 is reeds afgehaald?

2773 De volledige ledenlijst wordt slechts om de 10 jaar gepubliceerd, maar het past dat we tussendoor even de namen vermelden van degenen die een extra duit in het zakje doen als steunend lid, bestuurslid, deelgenoot of erelid. Ik hoop in een later nummer nog een hele aanvullende lijst te mogen opnemen, maar voorlopig zijn dat: Herman Guy Ivan

Roger Jack Camiel N.V. Eric Maurits

Alfred Romain Daniël Lynda Achiel

Albert Daniël

Elza Stefaan Raoul kan Remi Jacques Gentiel Marc Daniël Henri Lucien Luc André Herwin Peter

Paul Willy Peter Lucien Silvaan Herman Cyriel Romain Albert Mevr. Luc

Arnold Edmond Jan Rudy

Bekaert Berwouts

Billiet-Gevaert Boerjan Callu Carton Carton-D'Huyvetter Claerhout Coene Cras-Verstaen De Bouver-Eelbode De Bruyckere-Landuyt

Debruyne-Minnens De Clercq De Clercq Decock De Coster De Groote De Keyser De Meyer De Ruyck De Smet De Vos Dossche-Delmeire Dufaux-Talpe Filliers Goeminne Heyerick Holvoet Hoste Huys Jonckheere Lafosse Lagrange

Leroy Maes Martens Martens Matthys Matthys-De Clercq Mesure

Minnens Moerman Pauwels

900 deelgenoot, oud-secretaris 1200 erelid 900 steunend lid 900 deelgenoot, l e ondervoorzitter 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 1500 erelid 900 deelgenoot, penningmeester 900 steunend lid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 steunend lid 1200 erelid 900 steunend lid, beschermheer 900 steunend lid 1200 erelid 1200 erelid 1000 steunend lid 1200 erelid 900 deelgenoot, 2e ondervoorzitter 900 deelgenoot, ledenadministrator 1200 erelid 900 bestuurslid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 deelgenoot, voorzitter 900 steunend lid 900 deelgenoot, oud-ondervoorzitter 900 steunend lid 900 deelgenoot, erevoorzitter 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 1000 deelgenoot, erevoorzitster

900 steunend lid 900 steunend lid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 deelgenoot


2774 Patrick

Pieters-Borms

Philippe Bruno Nestor Willy Jacques Hugo Juan Leon Lilian Dirk Bart Raf Urbain Hilde David

Proost Saverijs Seeuws Tack-Derycke Thissen Thoen t'Kint de Roodenbeke T'Sjoen-Van Buggenhoudt Tuytschaever Vanaelst Van Den Abeele Van Den Abeele Van Den Heede Van Der Donckt Vanhee

Tony

Vanhee

Eddy Lucas U rbain Roger Maria

Van Maerken Van Praet Vanwi Vemeersch Vercruyssen Vermeersch-Dossche

1200 erelid 900 steunend lid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 steunend lid 900 steunend lid 1200 erelid 900 bestuurslid 900 deelgenoot 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 steunend lid 1200 erelid, deelgenoot 900 deelgenoot 900 deelgenoot, secretaris 900 bestuurslid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 steunend lid 900 steunend lid 900 deelgenoot, bestuurslid 900 steunend lid 900 steunend lid

Even uw aandacht Nog tot 25 maart 2001 loopt in het SMAK de confronterende dubbeltentoonstelling van Luc Tuymans en ons steunend lid Raoul De Keyser. Heb je recent ons Museum van Deinze en de Leiestreek al bezocht? Tot 1 april 2001 loopt er nog de KGK-tentoonstelling Geschiedenis en Filatelie. Onze gewesten 1400-1800, waarvoor ons lid Guy Coulant toch wel een heel opmerkelijke bijdrage leverde.

Zoals bekend is het Museum gerenoveerd. Het oogt bijzonder fris door de nieuwe opstelling van de werken en de expositie van recente aanwinsten. Voor de Volkskunde- afdeling van KGK zijn de renovatiewerken nog aan de gang. Nog een beetje geduld aub.

Van 14 april tot 27 mei 2001 loopt in ons Museum de tentoonstelling "Het archief', met schilderijen, tekeningen en documenten van Jean-Marie Bytebier , leraar aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten. Ons bestuurslid en deelgenoot Stefaan De Groote heeft een "uniek kijk-en leesboek" in voorbereiding: "75.jaar SK Deinze, De Geschiedenis van de voetbalsport in Groot-Deinze Voorintekenen kan door storting van 1200 hef., vóór 15 april 2001 , op nr. 890- 1241672- 06 van Voetbalboek Deinze, Stationsstraat 23 Eeklo. Intekenen is ook mogelijk in het VDKkantoor, Markt 5 te Deinze. Verschijningsdatum half mei.


2775

Een nieuwe "Geschiedenis van Deinze" in de maak. In onze Kring is gedachte gegroeid om een "nieuwe" Geschiedenis van Deinze te schrijven of te laten schrijven. Het standaardwerk van A. VAN DEN ABEELE, Geschiedenis der Stad Deinze, dateert van 1865, en het levenswerk van A. CASSIMAN, Geschiedenis der Stad Deinze, werd postuum in 1954 uitgegeven. De bestuursleden van KGK. vonden het nodig om beide werken een serieuze opfrisbeurt te geven. Dit zou dan meteen ook toelaten de disparate gegevens uit de Bijdragen en uit het Contactblad in een coherente vorm te gieten, en zo veel mogelijk de talrijke leemtes in de kennis van het eigen lokale verleden weg te werken. Het is dus de bedoeling een "Geschiedenis van Deinze " te verwezenlijken, met voor het eerst aandacht voor het historisch verleden van de elf deelgemeenten , die sinds 1971/1977 de nieuwe entiteit Deinze vormen. Er worden een drietal boekdelen voorzien van elk ongeveer 500 bladzijden: Deel I : Deinze- Petegem , Ancien Régime . De periode vanaf de Prehistorie tot ongeveer de 11 de eeuw beslaat vrijwel de hele regio , dus ook de andere deelgemeenten. Deel II : Deinze-Petegem , 19d` en 20`te eeuw. Deel 111 : de andere deelgemeenten , globaal. Sinds oktober 1998 is een werkgroep binnen KGK aan de voorbereiding begonnen. Maken er deel van uit: dr. P. Huys, W. Jonckheere, H. Van Der Donckt en T. Vanhee. Het was van bij de start duidelijk dat wij dienden uit te kijken naar valabele auteurs, die tegen vergoeding bepaalde onderdelen zouden kunnen verzorgen. Om een en ander in goede banen te leiden werd de medewerking bekomen van de Gentse professoren-emeriti dr. Walter Prevenier (tot het einde van het Ancien Régime) en dr. Romain Van Eenoo (voor de 19de en 20`te eeuw), die beiden bereid zijn om te fungeren als coordinatoren van het project. Zo'n grootschalig project heeft een prijskaartje, dat de financiële mogelijkheden van de Kring ver overstijgt, en is dus enkel realiseerbaar met ondersteuning van de stedelijke overheid. Daarom heeft de werkgroep, waarin naast de hoger vernoemde bestuursleden van KGK ook beide professoren opgenomen zijn, van bij het begin een band willen scheppen met de Stad Deinze, en de heer Schepen van Cultuur en de heer Stadssecretaris bij zijn werkzaamheden betrokken. Bij het begin van dit jaar werd aan het College van Burgemeester en Schepenen en aan de nieuw geïnstalleerde gemeenteraad een dossier voorgelegd, waarin formeel de goedkeuring van het project werd gevraagd, met de daarbij horende budgettaire weerslag.

In zitting van 22 januari 2001 heeft de gemeenteraad van Deinze het voorgelegde project met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. Wij danken de dames en heren raadsleden voor dit overtuigend bewijs van vertrouwen ! Via het Contactblad zullen wij onze leden op de hoogte houden van de verdere evolutie.


No title

Recommend Documents