Muzisch -creatief
WORD
Creducatief … http://www.youtube.com/watch?v=DAm9kEfR8GM&feature=related Educatie is een fantastisch woord. In het Latijn betekent educere „uit-leiden‟, van e-(variant van ex-) „uit‟ + ducere „leiden‟. Met andere woorden, datgene naar boven halen wat al aanwezig is in een latente of onderontwikkelde vorm. Dit in contrast met de term induceren (inductie), wat betekent: de overhand krijgen, door invloed en overtuiging in beweging zetten, aandrijven, voortstuwen, aansporen, aanzetten tot, ophitsen, bijna altijd door uitwendige prikkels. Sta er maar eens even bij stil. Kinderen die dit jaar met school starten, gaan in 2072 met pensioen. Ondanks alle beschikbare expertise in de wereld heeft niemand enig idee hoe de wereld er over vijf jaar uit zal zien, laat staan over 65 jaar. Tegelijkertijd worden we verondersteld ze daarvoor op te leiden! Maar onvoorspelbaarheid is troef. En we zijn er ondertussen allemaal wel van overtuigd welke buitengewone vermogens de kinderen hebben: vermogen tot innovatie, creativiteit en authenticiteit. Alle kinderen hebben deze gave in meer of mindere mate. Alle kinderen hebben talenten, maar de samenleving verspilt er meedogenloos heel wat van. Wat hebben educatie en creativiteit met elkaar te maken? Creativiteit is op dit moment minstens zo belangrijk als kunnen lezen en schrijven. En wij dienen die creativiteit met dezelfde status te behandelen. Een meisje van zes jaar lette tijdens de lessen niet of nauwelijks op, behalve bij de tekenles. De tekenleraar, hierdoor gefascineerd, liep naar haar toe en vroeg haar: „Wat ben je aan het tekenen?‟ „Ik teken God‟, zei het meisje. „Maar niemand weet hoe God eruit ziet!‟ zei de leraar. „Over een paar minuten wel‟, zei het meisje. Kinderen pakken dus gewoon de kans beet zodra die voorbijkomt. Als ze het niet weten, ondernemen ze gewoon een poging. Spontaan en authentiek. Ze zijn (nog) niet bang om fouten te maken. Nu is fouten maken niet hetzelfde als creativiteit. Maar wat we wel weten, is dat als je niet in staat of bereid bent om fouten te maken, dan kom je nooit met iets origineels. Tegen de tijd dat kinderen volwassen zijn, hebben de meesten het vermogen verloren om spontaan fouten te maken. Ze zijn bang geworden om fout te zijn. En zo draait onze samenleving. We brandmerken het maken van vergissingen tot een schande. Met andere woorden: wij educeren de creativiteit de mensen uit. Picasso zei ooit: “Alle kinderen worden als artiesten geboren.” De uitdaging is om artiest of kunstenaar te blijven, terwijl we opgroeien. En wij groeien de creativiteit niet of niet genoeg in, wij (g)roeien er de creativiteit eerder uit. We worden als het ware uit de creativiteit opgeleid. Is het niet verbazingwekkend? Alle educatieve systemen over de hele wereld hebben dezelfde hiërarchie van onderwerpen. Het maakt niet uit waar je kijkt, het is overal hetzelfde. Je zou anders verwachten, maar het is niet zo. Aan de top heb je exacte vakken (beta) zoals wiskunde en talen en de letteren (alfa).
1
Dan de geesteswetenschappen (gamma). En helemaal onderaan staan wij: de kunsten, lichamelijke opvoeding, sport, mode, voeding. Overal op aarde … En ook binnen deze disciplines bestaat er hiërarchie. Kunst en muziek hebben vaak een hogere status dan drama en dans. Er is geen educatief systeem, op de planeet die dagelijks dansles geeft aan kinderen op de manier waarop we ze wiskunde leren. Terwijl kinderen opgroeien, leren wij ze vanaf hun middel omhoog. En vervolgens richten we al onze aandacht op hun hoofden. En dan ook nog met een lichte voorkeur voor één kant, de linkerkant. Wie krijgt de meeste punten? Wie zijn de winnaars? Wie doet alles wat er gedaan dient te worden? Ons educatiesysteem is gebaseerd op het idee van de academische bekwaamheid. En daar is een reden voor. Vóór de 19de eeuw waren er geen publieke systemen voor educatie. Het hele wereldwijde systeem van publieke educatie is ontstaan tijdens de industriële revolutie en is daar ook op gericht: op de behoeften van diezelfde materialistische industrialisatie. Dus word je als kind op school en thuis vriendelijk weggestuurd van dingen die je leuk vindt, omdat je daar nooit een goede boterham mee kunt verdienen. Ga maar geen muziek studeren; je wordt toch geen muzikant. Doe maar geen kunst; je wordt toch geen kunstenaar. Wat weten wij over intelligentie? Eén: het is divers. We denken over de wereld na op alle manieren zoals we die ervaren. We denken visueel. We denken in geluid. We denken kinesthetisch. We denken in abstracte termen. We denken in beweging. Twee: intelligentie is dynamisch. Als je de interacties in een menselijk brein onderzoekt, blijkt intelligentie wonderbaarlijk interactief te zijn. Het brein is niet in compartimenten onderverdeeld. Creativiteit, gedefinieerd als het proces van hebben van originele ideeën die waarde hebben, ontstaat vaker wel dan niet door de interactie van verschillende disciplinaire manieren om de zaak te bekijken. Het brein is intentioneel. Het derde ding van intelligentie is dat het bijzonder is, onderscheidend. Een meisje van acht jaar was hopeloos op school. Altijd te laat met huiswerk, druk met van alles en nog wat. Kon haar handen niet stil houden. Nu noemen we dat ADHD. Dus mee naar de specialist, op onderzoek naar leerstoornissen. Bij de specialist zat ze twintig minuten op haar handen terwijl de dokter met haar moeder sprak over haar problemen op school. Aan het eind van het gesprek ging de dokter naast haar zitten en zei: “Gillian, ik heb naar al de dingen geluisterd die je moeder over je heeft verteld en ik moet even onder vier ogen met haar praten. Wacht hier maar even, we zijn zo terug.” Voordat ze de kamer verlieten, zette de dokter de radio aan die op zijn bureau stond. Buitengekomen zei hij tegen haar moeder: “Blijf even rustig staan en bekijk haar.” En op het moment dat ze de kamer verlieten, stond ze op haar voeten en bewoog ze op de muziek. Ze keken een paar minuten en toen zei de dokter: “Mevrouw Lynne, Gillian is niet ziek; ze is een danseres. Breng haar naar een dansschool.” Zo gezegd, zo gedaan. Gillian voelde zich tussen al die geestverwanten direct thuis. Allemaal mensen die niet stil kunnen zitten. Die moeten bewegen om te denken. Ballet, tapdansen, jazz, moderne dans, alles. Doorgegroeid naar de Royal Ballet School, solist en een wondervolle carrière. Ze zette haar eigen bedrijf op, de Gillian Lynne Dance Company en ontmoette Andrew Lloyd Webber. Ze is choreograaf en
2
iedereen kent haar werk zoals Cats en de Phantom of the Opera. Miljoenen mensen beleven veel plezier aan haar. Iemand anders had haar medicatie gegeven om rustig te worden. Waar het op neerkomt is dit: dat de speciale creativiteit die jonge mensen in onze vakken kunnen ontplooien, op zich niet meer of minder belangrijk is dan andere competenties. Maar het zijn instrumenten om de toekomst aan te kunnen en die wijst ontegensprekelijk in de richting van creativiteit. Laat ons daarom verdergaan met het waarderen en ondersteunen van creativiteit: het is de identiteit van onze vakken. Patrick Ameye Els Bilcke Ann Casier Ingrid Casier Pascale Muylaert Johan Vankeersbilck
3
ESTHETICA http://www.youtube.com/watch?v=guk_ylMC_3Q http://www.youtube.com/watch?v=65YpzZrwKI4 Dit jaar focussen we ons op een doorlopende leerlijn cultuureducatie (basis secundair), op de samenwerking tussen muzikale opvoeding, plastische opvoeding en esthetica en op de relatie tussen de nieuwe VOET en esthetica. Het zijn meteen drie uitdagingen voor dit schooljaar en misschien daarom ook tegelijk actiepunten voor onze scholen en onze vakken. Onze gezamenlijke vergaderingen op het niveau van de scholengemeenschappen proberen initiatieven te ondersteunen die wijzen in de richting van vak- en schooloverstijgend samenwerken. Op de dag van esthetica (dinsdag 14 december 2010, d‟Abdij in AssebroekBrugge) staat het doe-aspect in de estheticales centraal. Onder de titel „Kunst beleven door te doen‟ willen we een lans breken voor de praxis in onze lessen. Hoe de creativiteit in onze leerlingen aanboren door ze te confronteren met gerichte doe-activiteiten?
Doorlopende leerlijn cultuureducatie
In de afgelopen decennia is er veel veranderd in de manier waarop de kunsten in de cultuur functioneren en in de opvattingen (zowel in de wetenschap als in het bredere maatschappelijke veld rond de kunsten) over het functioneren van de kunsten in onze samenleving. Door commercialisering en mondialisering, door de opkomst van de digitale media en de „beeldcultuur‟ en door de steeds nauwere banden tussen de kunstwereld en andere culturele domeinen (zoals filosofie en wetenschap, maar ook design en marketing) zijn gevestigde opvattingen over de productie van kunst, over het kunstwerk, over receptie en kritiek, aan het wankelen geraakt.
4
Kunstenaars zijn niet langer zelfstandige en onafhankelijk opererende producenten van autonome kunstwerken, maar werken samen met andere kunstenaars en niet-kunstenaars in multimediale en multifunctionele projecten die zich op de grens bevinden tussen kunst enerzijds en wetenschap, techniek, vermaak en commercie anderzijds. Door de ruime beschikbaarheid van de technische middelen en het hoge algemene opleidingsniveau in de bevolking is de afstand tussen de professionele kunstenaar en de amateur kleiner geworden. De grenzen tussen de traditionele kunstvormen (beeldende kunst, muziek, literatuur, drama, film, dans) en tussen kunst en amusement worden doorbroken in multimediale en performance kunstvormen. Met de demografische veranderingen is de samenstelling van het (met name jongere) publiek veranderd. Dat publiek ontdekt nieuwe ruimtes waar het met kunst in contact komt (op het internet, op festivals, door heel wat nieuwe tentoonstellingsvormen, maar ook in de publieke ruimte - zoals op straat en in winkels) en doet via nieuwe media kennis over kunst op. De veranderingen hebben ertoe geleid dat: -
kunst eerder als proces (iets wat mensen doen) dan als object wordt beschouwd;
-
de grenzen tussen de media vervagen, waardoor de traditionele scheidingen tussen de kunstdisciplines ter discussie staan en er meer aandacht is voor media als zodanig;
-
de autonomie van kunst niet langer vanzelfsprekend is, waardoor er meer aandacht is gekomen voor de artistieke kwaliteiten van wat niet als autonome kunst wordt beschouwd (architectuur, design, mode, leefomgeving, entertainment …);
-
het onderscheid tussen kunst en amusement (entertainment) niet meer samenvalt met het onderscheid tussen elitecultuur en populaire cultuur. Dit leidt tot problemen waar het gaat om canonvorming: wat is kunst, in de context van de (multiculturele) populaire cultuur?
Het gevolg van deze veranderingen is een grote onzekerheid, ook in het onderwijs, over inhoud en vorm van cultuureducatie. Dit blijkt uit de vele vragen die scholen op dit moment hebben waar het gaat om het formuleren van een visie op en het invullen van een doorlopende leerlijn cultuureducatie. Dit werd overigens ook met zoveel woorden als werkingspunt aangekaart in het Bamford-rapport. Er ontbreekt een theoretisch en conceptueel kader dat helderheid verschaft over het functioneren van de kunsten in een veranderende cultuur. De onzekerheid wordt versterkt door de onduidelijkheid die het gevolg is van het gehanteerde begrippenkader, waarin „kunst‟ geleidelijk is vervangen door „cultuur‟ dat, behalve de kunsten, ook de media en het culturele erfgoed omvat. Er leven echter verschillende opvattingen over de inhoud en uitvoering van een
5
doorlopende leerlijn cultuureducatie (cf. ook nieuwe VOET), soms over basis- en secundair onderwijs heen. Doorlopende leerlijnen kunnen beschouwd worden als de continuïteit in het ontwikkelen van kennis en vaardigheden en continuïteit in pedagogischdidactisch opzicht. Maar nogal wat instanties en scholen vatten dit op als een afwisselend aanbod van verschillende kunstdisciplines en erfgoedactiviteiten, dat over meerdere leerjaren verdeeld wordt. De activiteiten maken geen deel uit van een breder lesprogramma, maar staan veelal op zichzelf. Misschien is het aangewezen om dit eens in eigen school uit te klaren…
Samenwerking opvoeding
esthetica,
muzikale
opvoeding
en
plastische
-
Traditioneel zijn er drie vakken die geassocieerd worden met muzische en culturele vorming: muzikale opvoeding (mo) in de 1ste en 2de graad, plastische opvoeding (po) in de 1ste, 2de en 3de graad (tso en bso) en esthetica in de 3de graad. Vaak echter verloopt de interne communicatie eerder stroef en is er te weinig gemeenschappelijke visie over cultuur op school. Het overleg tussen deze drie vakken en andere beperkt zich veelal tot enkele afgelijnde projecten (vaak bij de voorbereiding van een excursie of een kortlopend project).
-
Gevolgen o
Er zijn heel wat inhoudelijke raakpunten, maar door een gebrekkige communicatie weten leraren vaak niet wat er in andere lessen gebeurt (met onvermijdelijk hiaten en overlappingen tot gevolg).
o
Er is geen gemeenschappelijke visie over de muzische evolutie doorheen de drie graden.
o
Soms staan leraren er binnen de school alleen voor; maar in ons diocees proberen we hieraan een mouw te passen door de tweejaarlijkse vak- en schooloverstijgende vergaderingen op het niveau van de scholengemeenschappen.
6
o
-
De component „cultuur‟ wordt weinig gehoord: vaak spreken de collega‟s niet vanuit één standpunt en is de bijdrage versnipperd; het „nut‟ wordt door collega‟s, ouders en leerlingen wel eens in vraag gesteld.
Uitnodiging om samen na te denken over het organiseren van o
o
Verticaal overleg: het ontwikkelen van leerlijnen: wat, wanneer, hoe en waar; het in kaart brengen van:
alle behandelde inhouden; is er overlapping of zijn er grote hiaten (bijvoorbeeld welke componenten (kleur, vorm, compositie, ritme) komen in de 2de graad in het vak plastische opvoeding en muzikale opvoeding aan bod en hoe kunnen die in de 3de graad in esthetica verder uitgewerkt worden?
alle van kan van
Welke begrippen en luisterervaringen brengen de leerlingen vanuit het vak muzikale opvoeding mee in het vak esthetica? Hoe kan daarop verder gewerkt worden?
Leert de leerling in plastische opvoeding schetsmethodes om vlug een beeld te schetsen?
Leert de leerling een beeld (schilderij, beeldhouwwerk, gebouw) te ontleden in plastische opvoeding?
productieve en receptieve vaardigheden. Welke aspecten kijk- en luistervaardigheid komen wanneer aan bod? Zo er zicht gekregen worden wat het ontwikkelingsproces een leerling is van het 1ste tot het 6de jaar.
Horizontaal overleg Kan er tussen verschillende vakken convergentie optreden? Zo is er, zeker in de 3de graad heel wat affiniteit tussen taalvakken, geschiedenis, esthetica, cultuurwetenschappen.
o
Evaluatie
Belangrijk hierbij is een model te ontwikkelen hoe leerlingen muzische vaardigheden ontwikkelen doorheen de drie graden: welke aspecten van kijk- en luistervaardigheid komen wanneer aan bod? Welke evaluatiecriteria worden hierbij best ingezet?
Van kunst genieten is er ook over leren praten: hoe leren leerlingen van 1ste jaar tot 6de jaar SO omgaan met alle vormen van kunstbeleving (cognitief, emotioneel, attitudes: deze „taxonomie‟ wordt best min of meer gelijkvormig gebruikt door de kernvakken muzikale opvoeding, plastische opvoeding, esthetica zodat de ontwikkeling van de leerling „meetbaar‟ wordt. Hoewel kunstbeleving uiteraard moeilijk meetbaar is en zelfs de vraag kan gesteld worden of dit wel zinvol is.)
7
-
Het bundelen van de verschillende krachten kan cultuur een groter draagvlak geven binnen (en ook buiten) de school. En de school kan een bredere visie ontwikkelen over wat ze precies met de leerlingen wil bereiken op cultureel en muzisch vlak in deze 6 jaar. Hierbij is het zeker niet de bedoeling een soort eenheidsworst te serveren die alle vakken in eenzelfde keurslijf dwingt. Het maken van goede afspraken en het ontwikkelen van eenzelfde visie zal echter de component muzische vorming/cultuur een duidelijker gezicht (meerwaarde) geven binnen het schoolleven (en wellicht ook een krachtiger stem).
Groei- en leerlijnen binnen muzisch - creatief Uitgangspunt zijn volgende vragen: 1 Welke leerinhouden brengen we in de klas? 2 Over welke werkvormen beschikken we? 3 Welke werkvormen koppelen we het best aan welke leerinhouden? 4 Welke evaluatiemethoden passen we op die combinaties leerinhouden-werkvormen toe?
Leerstof
Werkvormen (OVUR)
Vakinhouden Technieken/kijkwijzers Materialen Media/ict
ontwerp voorbereiden uitvoeren (presentatie) reflecteren (evaluatie)
1ste graad: 2de graad: 3de graad:
belicht, gericht aanleren zelf keuzes laten maken toepassen contextueel plaatsen in tijd en ruimte
Esthetica en de nieuwe VOET De eindtermen voor muzisch-creatieve vorming werden herschreven zodat ze meer gericht zijn op de cultuuropvoeding vanuit het perspectief van de kunst. Ze zijn geïntegreerd in de stam en in verschillende contexten die zich daartoe lenen. Zowel in de gemeenschappelijke stam als in de contexten zijn er opvallende banden met onze leerplandoelstellingen. Voor esthetica zijn er geen vakgebonden eindtermen. Het is dus zaak om de VOET te verbinden met onze leerplandoelstellingen. Bij de gemeenschappelijke stam gaat het om sleutelcompetenties. We brengen die in verband met de leerplandoelstellingen van esthetica.
8
° communicatief vermogen - affecten en emoties verwoorden - kunst als communicatiemiddel - mondige cultuurmensen worden ° creativiteit - onbevooroordeeld en persoonlijk kunst benaderen - eigen methode ontwikkelen om een kunstwerk kunstinterpretaties kritisch te beoordelen - muzisch - creatieve gevoeligheid
te
analyseren
en
° empathie: emotioneel en affectief openstellen ° esthetische bekwaamheid - optimale kijk- en luisterattitude - appèlwaarde van kunst - kunst contextueel benaderen - geëmancipeerd omgaan met kunst - leerinhouden: kunst als communicatiemodel, kunst in haar verwijzende functie, identiteit van de kunstenaar, hoogtepunten en breuklijnen in de kunst van de 20ste eeuw, verschijnsel „stijl‟ en „stijlgevoeligheid‟, vormen van een waardeoordeel
° exploreren -
anders en trager kijken en luisteren kunst reikt verder dan schoonheid, toegankelijkheid en genietbaarheid eigen begrippenkader opstellen en confronteren met bestaande terminologie eigen methode ontwikkelen om het kunstwerk te analyseren omgaan met kunst buiten schoolverband
° flexibiliteit: diverse betekenisgeving ° initiatief - kennis en vaardigheden integreren in dagelijks handelen - vormen van een waardeoordeel
° kritisch denken: kunstinterpretaties kritisch beoordelen ° mediawijsheid: kritisch omgaan met media-aanbod ° open en constructieve houding: persoonlijk en gefundeerd waardeoordeel vormen; openstaan voor andere
° respect: openstaan voor ander waardeoordeel ° samenwerken: omgaan met kunst buiten schoolverband
9
° verantwoordelijkheid -
kennis en vaardigheden integreren in het dagelijks handelen kunst in haar verwijzende functie
° zelfbeeld - ervaren dat kunstbeleving gevoeligheid voor transcendentie aanscherpt - kunst reikt verder dan schoonheid, toegankelijkheid en genietbaarheid ° zelfredzaamheid - onderzoekend en probleemoplossend kijken en luisteren - eigen methode ontwikkelen om kunstwerk te analyseren + eigen begrippenkader opstellen ° zorgvuldigheid - gericht kijken via componenten van beeld- en muziektaal - „stijl‟ en „stijlgevoeligheid‟ ° zorgzaamheid - emotioneel en affectief openstellen -
mondige cultuurmensen worden
-
brede esthetische gevoeligheid ontwikkelen
Net zoals de eindtermen in de stam, kunnen de eindtermen van de 7 contexten gecombineerd worden tot zinvolle en relevante gehelen.
° context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid
Beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid Kunst reikt verder dan schoonheid, toegankelijkheid en genietbaarheid
° context 2: Mentale gezondheid Gebruiken beeld, muziek, beweging, drama of media om zichzelf uit te drukken Affecten en emoties verwoorden Persoonlijk en gefundeerd waardeoordeel vormen; openstaan voor andere Mondige cultuurmensen worden
Herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen
10
Emotioneel en affectief openstellen Brede esthetische gevoeligheid ontwikkelen Ervaren dat kunstbeleving gevoeligheid voor transcendentie aanscherpt Muzisch-creatieve gevoeligheid Kennis en vaardigheden integreren in het dagelijks handelen
° context 3: Socio-relationele ontwikkeling Argumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in hun voorkeur voor bepaalde cultuur- en kunstuitingen Onbevooroordeeld en persoonlijk kunst benaderen Diverse betekenisgeving Kunst reikt verder dan schoonheid, toegankelijkheid en genietbaarheid Eigen begrippenkader opstellen en confronteren met bestaande terminologie Eigen methode ontwikkelen om kunstwerk te analyseren en kunstinterpretaties kritisch te beoordelen Persoonlijk en gefundeerd waardeoordeel vormen, openstaan voor andere
Gebruiken cultuur- en kunstuitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen Openstaan voor andere waardeoordelen Contextuele benadering van kunst
° context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling Tonen interesse en uiten hun appreciatie voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed
11
Omgaan met kunst buiten schoolverband Hoogtepunten en breuklijnen in de kunstgeschiedenis Cultuur-historische en transculturele context + transhistorisch perspectief
° context 5: Politiek-juridische samenleving
Illustreren de rol van de media en organisaties in het functioneren van ons democratisch bestel Kunst contextueel benaderen Kritisch omgaan met media-aanbod
° context 6: Socio-economische samenleving
Zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld Kunst contextueel benaderen
° context 7: Socio-culturele samenleving
Gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen Hoogtepunten en breuklijnen in de kunst van de 20ste eeuw Mondige cultuurmensen worden Muzisch-creatieve gevoeligheid Omgaan met kunst buiten schoolverband Vormen van een waardeoordeel Kennis en vaardigheden integreren in het dagelijks handelen
Illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing Kunst contextueel benaderen Leren leren blijft graadsgewijs na te streven en voor de 3de graad geldt dan ook voor esthetica o.a.: 1 De leerlingen werken systematisch. 2 De leerlingen kiezen hun leerstrategieën gericht met het oog op te bereiken doelen.
12
3 De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. 4 De leerlingen kunnen verwerkte informatie verschillende situaties functioneel toepassen.
vakoverstijgend
en
in
5 De leerlingen kunnen informatie samenvatten. 7 De leerlingen evalueren de gekozen oplossingswijze en de oplossing en gaan eventueel op zoek naar een alternatief. 8 De leerlingen kunnen een realistische werkplanning op langere termijn maken. 12 De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie.
Technisch-technologisch vorming blijft na te streven in de 2de en 3de graad en dus ook bij esthetica. Techniek begrijpen
De leerlingen kunnen effecten van techniek op mens en samenleving illustreren en in historisch perspectief plaatsen.
„Technisch‟ begrijpen
De leerlingen kunnen eenvoudige ontwerpen en realisaties evalueren.
Attitude
De leerlingen ontwikkelen een constructief kritische houding t.a.v. techniek, technische beroepen en ondernemingen/organisaties.
We wensen jullie een boeiend en creatief nieuw schooljaar! Ann Casier Johan Vankeersbilck
13
Dag van esthetica Doelgroep: leraren esthetica, plastische opvoeding en geïnteresseerden Docent: Ann Dever en Brigitte Pattyn Datum en uur: dinsdag 14 december 2010 van 09.00 u. tot 16.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Inschrijfprijs: € 60 (inclusief broodjeslunch) Cursuscode: S11/037/A Dag van geschiedenis (eerste en tweede graad) Doelgroep: leraren geschiedenis eerste en tweede graad Docent: diverse docenten Datum en uur: dinsdag 19 oktober 2010 van 09.00 u. tot 16.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Inschrijfprijs: € 70 (inclusief broodjeslunch) Cursuscode: S11/039/A Dag van geschiedenis (tweede en derde graad) Doelgroep: leraren geschiedenis tweede en derde graad Docent: diverse docenten Datum en uur: dinsdag 15 maart 2011 van 09.00 u. tot 16.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Verdere informatie volgt.
14
LICHAMELIJKE OPVOEDING 1
Leerplannieuws
Half mei ontving het VVKSO positief nieuws van de inspectie naar aanleiding van de ingediende leerplannen lichamelijke opvoeding. Het leerplan lichamelijke opvoeding 2de graad aso -kso-tso werd definitief door de inspectie goedgekeurd. Het leerplan is opgebouwd rond het algemeen doelenkader, zoals de leerplannen voor de 1ste en de 3de graad. Het wil de vakvisie lichamelijke opvoeding, waarin de totale persoonsvorming van de bewegende mens centraal staat, expliciteren. Het leerplan 2010/7841/022 gaat in voege vanaf 1 september 2010 en vervangt het huidige leerplannummer 2002/0279/017. Voor de 2de graad bso wordt het huidige leerplannummer 2002/0279/018 vanaf 1 september 2010/7841/026. Voor de 3de graad tso Lichamelijke opvoeding en Sport wordt het huidige leerplannummer 2006/0279/028 vanaf 1 september 2010/7841/007. Het huidige leerplan 3de graad Lichamelijke opvoeding en Sport had een voorlopige goedkeuring voor twee jaar. Het onderdeel „sporttechnische aspecten‟ van het leerplan 3LOS is door een kernleerplancommissie lichamelijke opvoeding, bestaande uit drie vakbegeleiders lichamelijke opvoeding en een leraar, aangepast aan de opmerkingen van de onderwijsinspectie. Het leerplan expliciteert de vakvisie en zet leraren lichamelijke opvoeding aan om de balans te vinden tussen beweging en sport als doel maar ook als middel, om het zelfverantwoordelijk leren van leerlingen te ontwikkelen vanuit een geïntegreerd aanbod van bewegingsdoelen en persoonsdoelen. Het leerplan is rond het algemeen doelenkader opgebouwd en vraagt aandacht voor de linken met de andere vakken van het fundamenteel gedeelte. De nieuwe en geactualiseerde leerplannen die van toepassing zijn met ingang van 1 september 2010 staan als "definitief" gepubliceerd op de VVKSO-website (te downloaden via Lessentabellen of via Leerplannen). De inspectie keurde de leerplannen LO definitief goed waardoor het watermerk "voor advies bij de inspectie" kon verwijderd worden. Als bijlage vindt u een volledige lijst van alle nieuwe leerplannen vanaf september 2010. Een welgemeende proficiat gaat naar leerplanvoorzitter Leen Mertens voor het geleverde werk. Dank en waardering gaat naar alle leden van de leerplancommissie voor de medewerking, het doorzettingsvermogen en de kritische geest.
2
Nascholing en informatie
* BVLO Oost-Vlaanderen organiseert de jaarlijkse nascholingsweek van 23 tot en met 27 augustus 2010. Je kunt als deelnemer de keuze maken tussen het systeem van 5 sessies of de volledige week (10 sessies). Er is keuze uit meer dan 30 verschillende sessies. Meer info op http://www.bvlo.be.
15
* Fedes (Federatie Dans en Sport) organiseert van 24 tot 27 juni een jazzdansstage in Leuven, Internationale dansstages 5 tot 9 juli 2010 en van 16 tot 20 augustus 2010 telkens te Brugge. Meer info op http://www.fedes.be. * BVLO organiseert zijn volgende studiedag op dinsdag 16 november 2010 in Leuven. Meer informatie volgt op http://www.bvlo.be. * Binnen het project Fitte School (samenwerking tussen SVS, VIGeZ, NICE) werd een interessante brochure „(On)waarheden over bewegen en voeding‟ uitgegeven. Deze brochure kan je helpen om tijdens de les LO je leerlingen de juiste tips te geven rond evenwichtig eten en drinken. Je kunt de brochure downloaden via http://www.fitteschool.be.
3
Oproep
We kunnen dit jaar terugblikken op een geslaagde „Dag van lichamelijke opvoeding‟. Nu reeds de datum voor volgend schooljaar: dinsdag 5 april 2011– KATHORENO Torhout. Graag een oproep aan alle collega‟s om, liefst na overleg binnen de vakgroep, de noden voor nascholing kenbaar te maken. Welke behoeftes voor nascholing bestaan er? Laat het zeker even weten:
[email protected].
4
Vakvergadering lichamelijke opvoeding per SG
Met de vakvergaderingen per scholengemeenschap willen we bepaalde punten op elkaar afstemmen en ervaringen uitwisselen. Het is niet goed om geïsoleerd te werken want reflectie op je werk is niet evident. De vakvergaderingen per scholengemeenschap krijgen een vervolg. De scholengemeenschappen die hieronder vermeld staan, komen dit schooljaar opnieuw samen. De scholengemeenschappen die nu niet vermeld staan, komen volgend schooljaar samen. Scholengemeenschap Sint-Jan Molenland Hoppeland OLV. Van Groeninge Sint-Paulus Petrus en Paulus OLV. Van Tuine
Gastschool
Datum
St.- Aloysiuscollege Menen 30/09/2010 Handelsinst. Regina Pacis Tielt 07/10/2010 St.-Janscollege Poperinge 14/10/2010 Lyceum OLV. Vlaanderen Kortrijk 28/10/2010 Vrij Technisch Instituut Waregem 18/11/2010 St.-Andreasmiddenschool Oostende 25/11/2010 Vrij Technisch Instituut Ieper 02/12/2010
16
De vakvergaderingen lopen telkens van 17.00 uur tot 19.00 uur. Collega‟s die tot 17.00 les hebben, vragen best aan de directie of het mogelijk is om voor deze gelegenheid de les wat vroeger te beëindigen. Op hetzelfde ogenblik vinden de vakvergaderingen plastische en muzikale opvoeding plaats, soms ook samen met esthetica. Om deze vergaderingen zo goed mogelijk voor te bereiden, is het belangrijk dat er vooraf ingeschreven wordt. De scholen ontvangen een inschrijvingsformulier bij het begin van het schooljaar. Wij wensen je een heel sportief schooljaar toe! Pascale Muylaert
17
MODE Als je als vakwerkgroep mode nadenkt om leerlijnen te ontwikkelen dan kun je vertrekken met aan de vakwerkgroep volgende vragen te stellen:
1
Waarom willen wij leerlijnen uitwerken?
Regelmatig zeggen leraren onder elkaar: “We bereiken met de leerlingen niet meer hetzelfde niveau. Hoe komt dat? Ligt dit aan de leerlingen? Of, durven wij onszelf volgende vragen stellen?”.
Vragen
Ja
Houden wij rekening met de denkprocessen van de leerlingen? Zijn onze opdrachten duidelijk omschreven: - bevorderen deze het zelfstandig werken? - verhogen deze de verantwoordelijkheidszin? - geven deze extra dimensie aan het leven? - zijn deze realistisch en passen deze in de context? - bevatten deze afwisseling? Zit er een vast stramien in de formulering van de opdrachtomschrijving (probleemstelling, stappenplan …)? Is er in onze cursus genoeg aandacht voor basisleerstof? Zijn de opdrachten in stijgende lijn van moeilijkheid opgebouwd? Worden de afzonderlijke lessen in een groter geheel gezien?
18
Nee
Motiveer uw antwoord
Vaak horen wij leerlingen zeggen: ”Wij hebben dit al en/of anders geleerd.” Durven wij ook hier onszelf volgende vragen stellen? Vragen
Ja
Nee
Motiveer uw antwoord
Hebben wij als vakwerkgroep dezelfde visie? Spreken wij voldoende horizontaal af (voor tso) met de leraar creatie, vormgeving, praktijk, sociale en communicatieve vaardigheden, Nederlands, Frans …? Spreken wij voldoende horizontaal af (voor bso) met de leraar moderealisatie, verkoop, interieur, retouche, PAV, Frans …? Maken wij voldoende verticale afspraken omtrent de leerstof? Wat willen wij dat de leerling(en) bereikt hebben na de 2de/3de graad? Kennen wij de beginsituatie van de leerling(en)? Maken wij afspraken in verband met didactische aanpak?
Uit bovenstaande vraagstelling kunnen mogelijke doelstellingen geformuleerd worden.
19
Mogelijke doelstellingen ten aanzien van de leerlingen We willen meer aansluiting bij de leefwereld en het denkproces van de leerling. We willen overlappingen en herhalingen vermijden door efficiëntere lessen op te maken. We willen meer kansen creëren door te reflecteren over de leeropdracht om zo leerwinst op te bouwen. We willen meer kansen om inzicht te verwerven in het breder kader van leren. We willen een grotere betrokkenheid van de leerlingen bij het eigen leerproces om zich beter te kunnen oriënteren. We willen doordacht nadenken over de beginsituatie om er vervolgens zo goed mogelijk bij proberen aan te sluiten.
Mogelijke doelstellingen voor de lerarengroep Wij willen een gemeenschappelijke visie uitdragen. Wij willen de leerinhoud en visie op elkaar afstemmen. Wij willen meer horizontaal en verticaal overleg binnen de vakgroep bevorderen. Wij willen de kans om te reflecteren op de leerplandoelstellingen en de VOET. Wij willen een duidelijker zicht krijgen op de beginsituatie van de leerling. Wij willen vakoverschrijdend werken. Wij willen structuur en uniformiteit in de lesopdrachten brengen.
20
Wij willen met didactische werkvormen bezig zijn. Wij willen de planlast verminderen door samen van en met elkaar te leren. Wij willen minder slaafs werkstukken/kledingstukken uitwerken. Wij willen onze eigen onderwijsmethoden kritisch evalueren. Wij willen reflecteren over het realiseren van het leerplan en over de „Voeten‟ gelinkt aan het concreet lesgeven. Wij willen de succeservaring van de leerling(en) vergroten door het opstellen van aangepaste uitdagende opdrachten.
Werken aan een leerlijn is een dynamisch en cyclisch proces. Hoe kunnen wij dit praktisch aanpakken?
Leerlijnen opbouwen is het werk van een team.
Probeer als vakwerkgroep bovenstaande vragen te beantwoorden. -
Wat doen wij al? Wat ontbreekt nog? Wat kunnen wij verbeteren/aanvullen?
Probeer als vakwerkgroep samen tot een stappenplan te komen. -
Wie doet wat? Wanneer en waarom?
Vertrek van het beoogde niveau op het einde van de studierichting. doelen zijn in het leerplan afgebakend.
Bepaal per graad en leerjaar de basisleerstof.
Spreek af om per graad, per jaar en per component (moderealisatie, verkoop, creatie, praktijk …) te noteren wat er aan kennis, vaardigheden en attitudes wordt via de leerinhoud meegegeven. Wat kunnen de leerlingen aan het begin
21
Deze
en wat moeten zij op het einde van een schooljaar kunnen? Noteer ook de didactische werkvorm.
Leg deze informatie van de verschillende graden en jaren naast elkaar. -
2
Controleer of er voldoende afstemming is. Controleer of er voldoende toename in moeilijkheidsgraad is. Bepaal samen met de vakgroep de accenten per graad.
Wat gaan wij achteraf met die leerlijnen doen?
Leerlijnen kunnen een basis vormen om samen met de verschillende vakcollega‟s een jaarplanning op te maken waar duidelijk in staat waaraan gemeenschappelijk gewerkt zal worden.
Aan de hand van de leerlijnen kunnen de leermiddelen kritisch besproken worden.
De leerlijnen kunnen een aanzet zijn om de leerlingencursus af te stemmen op die leerlijnen.
Wij kunnen een vast stramien over de inhoud van de leerlingencursus bevorderen, bv: taalgebruik, lay-out, formuleren van inhouden.
Leerlijnen kunnen uniformiteit over de manier van „opdrachten formuleren‟ bevorderen.
De vakwerkgroep kan een vakjargon opmaken.
Evaluatieformulieren met duidelijke criteria die afgestemd zijn op de leerlijnen kunnen worden opgemaakt.
Een leerlijn kan op niveau van de leerling gedifferentieerd worden.
Een leerlijn kan een studieloopbaan en de vorderingen van een leerling ondersteunen door leerlingen met een verschillend startniveau of een verschillend groeiritme aangepaste opdrachten te bezorgen.
…
22
Besluit
Een leerlijn is een didactische term die verwijst naar de samenhang en de opbouw van leerstof. Het gaat om een doordachte schikking van leerstofonderdelen waarbij geprobeerd wordt zo goed mogelijk aan te sluiten bij de beginsituatie van de lerenden en waarbij dus ook rekening gehouden wordt met de eerder verworven kennis, vaardigheden en attitudes. De horizontale leerlijn geeft de pedagogisch-didactisch juist geachte volgorde van leerstof weer binnen één schooljaar. De verticale leerlijn geeft de pedagogisch-didactisch juist geachte volgorde van leerstof weer over de leerjaren heen. Het volgen van een leerlijn houdt in dat de moeilijkheidsgraad geleidelijk aan verhoogt. De lerenden zullen uiteindelijk meer complexe taken en opdrachten aankunnen. Op die manier zullen doelstellingen op termijn bereikt worden. Door het opmaken van leerlijnen krijg je als leraar een houvast bij het realiseren van het leerproces van de leerling(en). Taken, opdrachten en leerdoelen krijgen voor de leerling(en) meer betekenis. Het biedt ook meer ruimte voor jezelf als leraar om het leerproces van de leerling individueel te coachen. Projectmatig werken kan bij het realiseren van leerlijnen een hulp zijn. Dit vraagt voor de deelnemende lerarengroep een pedagogisch-didactische aanpak waarbij de leerplandoelstelingen met de daaraan gekoppelde leerinhouden geclusterd worden. Hierbij is het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes van groot belang. Overleg hierbij is noodzakelijk. Het is goed om de eigen werking in kaart te brengen. Daarna kan er informatie uitgewisseld worden en kunnen de knelpunten vastgelegd worden. Er kunnen stappen gezet worden om knopen door te hakken en verantwoorde keuzes te maken. Het bijzonderste hierbij is dat deze keuzes gedragen worden door de hele groep met als doel „de individuele leerling vooruit helpen bij zijn leerproces’. Zo wordt een wens een feit. “De relevantie van een leerlijn hangt samen met de complexiteit van de te verwerven competentie en het al verworven competentieniveau van de leerling. Een leerlijn biedt de leerling een houvast bij het verwerven van een competentie. Doorheen de leerlijn krijgen de studietaak en de leerdoelen betekenis voor de leerling.” (naar Isabel Deprez en Saskia Lieveyns: competentiegericht onderwijs in BZL; Wolters-Plantijn, Afd 9, oktober 2004) Ik wens jullie allen een deugddoend en leerzaam nieuw schooljaar toe. Ingrid Casier Bronnen: - Tekst: DPB Antwerpen, Wilfried De Hert - Tekst: Mens en Tijd: leerlijn –Vvwiki
23
MUZIKALE OPVOEDING 1
Van Annemarieke naar Anne
De laatste decennia is er veel veranderd voor het vak muzikale opvoeding. Vroeger kon een les er zo uitzien: (kerk)liedjes zingen, blokfluit spelen, componistenportretten bestuderen of zelfs notenleerlesjes afdreunen.
Centraal in het hedendaagse concept staan volgende items: ♪ ♪ ♪ ♪ ♪ ♪ ♪
beleving van de leerling creativiteit inspiratie impressie expressie gebruik van media omgang verfijnen
♪ ♪ ♪ ♪ ♪ ♪ ♪
ontwerpen vocaal musiceren instrumentaal musiceren gericht luisteren transformeren nadenken en verwoorden …
Peter Adriaensen houdt in Gedeeld Verdeeld een pleidooi voor creativiteit. Hij vindt dat wij verbale communicatie overvaloriseren, terwijl deze aanleg heel ongelijk verdeeld is. We moeten dringend verkennen bij welke taal jongeren zich het beste voelen: dans, muziek, beeld … Via hun creativiteit krijgen ze respect voor de taal van de kunst en ontdekken ze de waarde van wat hen ligt. Jongeren komen via impressie tot expressie en omgekeerd. Creatie legt een krachtige basis voor latere keuzes (“Intermezzo”, 2008, p. 30). Leerlingen willen en mogen nog weten: „Wel Annemarieke waar ga je naartoe?‟ De Vlaamse liedcultuur gooien we niet met het badwater weg, maar er is zoveel meer. Ook „Anne‟ klinkt hen al oubollig in de oren. De roep „ben ik niet meer bij te sturen‟ (Clouseau) blijft hun realiteit: ze verdrinken in het commerciële aanbod. Er is meer geld en er zijn meer jobs gemoeid met de muziek- dan met bijvoorbeeld de auto-industrie. Een mooie kans voor muzikale opvoeding om hen gezond kritisch te maken en hun horizon te verruimen. „Anne, de wereld is niet mooi, maar jij kan haar een beetje mooier kleuren‟ (Herman Van Veen). Ook hier ligt een mooie uitdaging voor muzikale opvoeding: de wereld kleuren met klank en muziek.
24
2
‘Muziek is de blikopener van je ziel’
Met dit citaat herhaalt William H. Miller de eeuwenoude uitspraak van Plato: „Muziek en ritme vinden hun weg tot in de geheime plaatsen van de ziel‟. Muzikale vorming is dus meer dan een cosmetische ingreep die de wereld alleen mooier kleurt. Het beleven van muziek zorgt voor een verandering in de manier waarop we omgaan met onszelf, met de ander en met de wereld. Muzikale opvoeding is geen vlucht uit de realiteit, maar geeft ons op een andere manier toegang tot die werkelijkheid. Het vormen van de smaak, het vermogen om jongeren in vervoering te brengen, te laten genieten en vast te houden wat hen kan boeien, behoort tot het oneindige takenpakket van de muziekleraar. Naast deze impressies krijgen de leerlingen kans om zich op hun niveau en op een gevarieerde manier expressief te uiten met klanken. Boeiend maar vermoeiend voor de leraar. Van „Ik zag Cecilia komen‟ naar „Mia heeft het licht gezien‟: sterren komen, sterren gaan, maar de muziekleraar blijft bestaan. Bij de voorbereiding voor de landing op Normandië moest de Amerikaanse Easycompagnie een driedaagse mars afleggen van 118 mijl, waarvan honderd mijl over onverharde plattelandswegen voerde. De tocht vond plaats onder barre weersomstandigheden en de para‟s waren zwaar beladen. De tweede dag hadden de mannen zulke opgezette voeten, dat ze de veters uit hun laarzen moesten halen. Toen het eten klaar was, kon Malarkey niet meer overeind komen. Op handen en knieën kroop hij naar de rij wachtenden. Hij was echter vastbesloten om het te halen. De derde dag hadden ze tachtig mijl afgelegd en was het nog achtendertig mijl tot Atlanta. Eén mijl voor de aankomst stond een band hen op te wachten. Malarky, die zich onder vreselijke pijnen had voortgesleept, „maakte iets vreemds mee toen het orkest begon te spelen. Ik knapte helemaal op, de pijn was weg en ik liep die mars uit alsof we in Toccoa een parade liepen.‟ Uit: S.E. AMBROSE, Band of Brothers, pagina 24.
3
Waar woorden tekort schieten spreekt de muziek
Het katholiek onderwijs stelt de ontplooiing van de totale persoon voorop. In dit project bekleedt de muzische vorming een bijzondere plaats. Door de ontwikkeling van het muzische leren kinderen en jongeren de wereld om zich heen en de eigen innerlijke belevingswereld intensiever beleven, begrijpen en ervan genieten. In de muzische creatie ontdekken ze de vele mogelijkheden om op een authentieke en originele manier uiting te geven aan hun gevoelens, aan hun ervaringen en aan wat hen beroert. Het muzische leidt tot verwondering over en tot bewondering voor het kunstzinnige en het schone in de wereld. Als een school zijn opvoedingsproject wil realiseren, dan spelen de muzischcreatieve vakken een belangrijke rol. Naast het leerplan bestaat ook een leefplan en daar kan de leraar muzikale opvoeding een bijzondere rol in vervullen. Beleven, denken, weten en doen vormen het vertrekpunt voor de leeractiviteiten. Dit alles leidt tot een innerlijke verrijking en de ontwikkeling van een evenwichtige persoonlijkheid.
25
Spiraalsgewijs werkt de leerling aan beschouwen en creëren, aan luisteren en musiceren. Deze activiteiten versterken elkaar voortdurend. Zo organiseerden ze in een gewelddadige wijk van Medellín in Colombia lessen muziek en stelden ze gratis instrumenten ter beschikking van de jongeren. Het werd een groot succes en de sfeer in de wijk verbeterde drastisch en het geweld nam af. Recente wetenschappelijke studies tonen aan dat muziek een onmiddellijke invloed op neurotransmitters en hormonen heeft. Muzikale activiteit bezit de kracht om iemands gemoedstoestand te veranderen en ze heeft invloed op fysiologische processen. Muziek kan pijn verminderen, helpen ontspannen of slapen, gevoelens oproepen, prestaties verbeteren. Muzikale opvoeding is het recht van elke leerling!
4
Breedbeeld
Bovenstaande paragrafen vind je terug in het onderwijstijdschrift van het VVKSO: Breedbeeld, van juni - augustus 2010. Als praktijkvoorbeeld kun je er ook nog Hemelvaart rockt lezen. Dit tijdschrift vind je op elke school. Zoek het eens op, want het breekt een lans voor ons vak. Een boeiend relaas van het bezoek van Mieke Van Hecke in Torhout viel er jammer genoeg uit. Je kunt het nalezen in de Didactische en Pedagogische Berichten schooljaar 2009 – 2010. Graag laat ik de SG Sint-Rembert aan het woord met hun MOS-project.
26
Op voorstel van de leerlingen van de MOS-raad werd een wedstrijd georganiseerd waarin klassen het opnamen tegen elkaar om muziek te maken uit afval. Zo werd op een leuke manier de afvalproblematiek in de kijker geplaatst. Niet minder dan 28 klassen namen deel aan de audities waaruit de Mosketiers aangevuld met leraren een selectie maakten. Twee klassen van het eerste jaar, twee klassen van het tweede jaar en een klas van de B-stroom streden in de finale voor de hoogste eer. De jury gaf punten op creativiteit, voorkomen en muzikaliteit. Dit werd een moeilijke klus want alle finalisten waren aan elkaar gewaagd. Het werd een grootse show waarbij we bij momenten ons in zuiderse sferen waanden. De winnaars trekken naar Brussel voor een welverdiend bezoek aan het museum voor natuurwetenschappen en het tropisch zwembad Océade. Als je nog meer van dit knappe initiatief wil genieten: http://middenschoolweb.sint-rembert.be/muziek.htm.
5 Auteursrecht Brian Wilson van The Beach Boys zei ooit over het verband tussen geld en muziek: “Muziek zou gratis moeten zijn opdat iedereen haar kan horen, anderzijds zou iedereen er miljoenen voor moeten neerleggen omdat ze het meest heilige in het leven is.” Het auteursrecht stuitert al sinds mensenheugenis heen en weer tussen een aantal polen, als een bal in een flipperkast. Tussen het recht van het individu om deel te hebben aan het culturele leven en het recht van de auteur op bescherming van de vruchten van zijn intellectuele werkzaamheden enerzijds (beide geconsacreerd in artikel 27 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens), en anderzijds de pure weging in waarde tussen immateriële eigendom en materiële eigendom. Waar in onze samenleving de bescherming van materiële eigendom redelijk absoluut is, geldt dat niet voor de intellectuele eigendom. Die laatste is beperkt in de tijd en er bestaan ook vele uitzonderingen op; bijvoorbeeld voor het gebruik van werken in het onderwijs, de privékopie en het citaatrecht. Sabam noch de Billijke Vergoeding viseert het beluisteren (of „mededelen‟) van muziekopnames tijdens de lessen die verbonden zijn aan een erkend leerplan. De school betaalt wel voor het luisteren naar muziek buiten de lessen. Ook voor muziek aan de telefoon of op een openbare site moet ze betalen. Uitvoeren van muziek in het kader van schoolactiviteiten mag kosteloos op volgende voorwaarden: -
geen toegang of uitkoopsom, in het kader van de lessen, bij het gebruik van een originele partituur.
Het auteursrecht loopt tot 70 jaar na het overlijden van de auteur of van de langstlevende co-auteur. De naburige rechten (= prestaties van uitvoerende
27
kunstenaars, van producenten, uitzendingen van omroepen …) lopen tot 50 jaar na de prestatie, vastlegging of eerste uitzending. www.eengemaakteaangifte.be www.sabam.be/unisono
6 Leerlijnen en groeilijnen 6.1
Spiraal
In een artistiek vak zijn leerlijnen niet eenduidig te definiëren. In muzikale opvoeding en in andere creatieve vakken denken we dan eerder in groeilijnen of beter nog groeispiralen, waarbij een leerling altijd zijn verworven competenties inzet om zijn omgang met klank en muziek te verfijnen, te verdiepen of te verbreden. Leren bestaat niet alleen uit een gestaag opgebouwd geheel van competenties, maar leren bestaat ook uit het kunnen hanteren van strategieën. Een stap verder is de metacognitie waarbij de leerling kennis krijgt over zijn eigen leren en welke aanpak al dan niet succesvol is. Daarbij leert hij ook affectieve componenten inzetten: hoe moet je proberen te overtuigen en welk scala aan emoties kun je daarbij hanteren. De OVUR-strategie en het reflectiemodel van Korthagen zijn daarbij goede hulpmiddelen. Ongetwijfeld ken je ook dit symbool. Als de pijltjes vergezeld gaan van de woorden papier karton kringloop, dan betekent dit dat de verpakking bij het oud papier kan en gerecycleerd wordt. Het oude materiaal groeit uit tot nieuw. De bestaande bagage van de leerling gaat door de papiermolen en resulteert in nieuw materiaal met de competenties van het verleden en de tabula rasa van de toekomst, klaar om opnieuw te beschrijven. 6.2
Enkelvoud of meervoud?
Een leerlijn is geen enkelvoudige lijn van een start tot stop. Een verticale en een horizontale as zijn nodig om te groeien in competentie. Er is een as van moeilijkheidsgraad en een as van verwerkingsniveau. Een relatief eenvoudig lied, luisterstuk, ontwerptaak, speelstuk … kan heel diep uitgepuurd of tot in de puntjes afgewerkt worden en scoort dus vrij hoog op de leerlijnladder. Het leren gebeurt niet rechtlijnig maar associatief. Dit doe je bijvoorbeeld door luisterend te focussen op vele domeinen, te herkennen (sfeer, herhaling, stemmen, instrumenten, vorm, structuur …), te verwoorden, te transformeren, emoties te uiten, bruggen te bouwen, horizon open te trekken en last but not least te genieten. Een leerlijn is dus eerder kriskras dan rechtlijnig. Het is een groeien door een case in het midden te leggen en daar van alles aan vast te koppelen.
28
Verwerkingsniveau ◄◄◄◄◄◄◄◄◄◄
Moeilijkheidsgraad ►►►►►►►►►►►►►►►►
6.3
Muzikale omgangsvormen
Reflectie
Eerste graad Tweede graad
Op hun niveau
Bij het aanbieden van opdrachten om leerlingen te doen groeien, is het nodig om altijd opdrachten aan te bieden op hun niveau. De taken stijgen in complexiteit naargelang de vaardigheden van de leerlingen. Zo kunnen Tom Dice, Tom Testeron en Denis Kozukhin – samen in de media in mei 2010 – ook samen in het muzikale bed slapen. Het hangt ervan af wat je met deze muzikale helden doet. Enkel genieten van het virtuoze spel van Kozukhin of zelfstandig het akkoordenschema zoeken van Dos cervezas por favor, is moeilijke muziek gemakkelijk behandelen en omgekeerd. De leraar moet de opdracht en de manier waarop hij die aanbiedt zo kiezen dat niet alleen zijn of haar competentie verhoogt, maar ook het gevoel van competentie. Een opdracht moet dus nieuw, voldoende complex en prikkelend zijn om de leerling zich competent te laten voelen. Een taak „goed‟ uitvoeren is niet voldoende. De koppeling tussen competentie en het „gevoel van competent zijn‟ is noodzakelijk.
7
Muziek en taal
Studenten uit de HUB willen de taalachterstand voor Nederlands wegwerken bij de Brusselse kinderen uit het basisonderwijs. Met het project Tutors na de bel begeleiden ze 70 kinderen uit de Vrije Basisschool Scheutplaneet in Anderlecht. Gedurende zeven weken werken ze met de kinderen een creatief en muzisch aanbod uit. Op het programma stond onder meer een rap voor Sinterklaas. Op die manier krijgen de kinderen meer zelfvertrouwen en durven zich meer en meer in het Nederlands uiten.
8
De MMM-generatie
Jongeren van vandaag zijn mobiel, multimediaal en multitaskend. Jongeren kijken op een doordeweekse dag 2,5 uur tv, gamen anderhalf uur, versturen 39 sms-berichten en surfen daarbovenop nog eens zo'n 2,5 uur op het internet, volgens een onderzoek van de Universiteit Gent. Toch hebben ze nog tijd voor de jeugdbeweging, sportclub en de muziekacademie. Ze zijn kampioenen in het
29
combineren van activiteiten. Opvallend in het onderzoek van de RU Gent is dat er weinig regels gelden voor het gsm-gebruik, televisiekijken en internetgebruik. 'Ouders hebben weinig controle over wat hun kinderen doen op het internet', aldus onderzoeker Cédric Courtois van het MICT. '65% kan zonder enige controle van de ouders surfen op het internet vanuit de eigen slaapkamer.'
9
VOET
9.1 Stammen of sleutelcompetenties Door het feit dat muzikale opvoeding een typisch „opvoedingsvak‟ is, kunnen de 27 stammen allemaal aan bod komen. Muzikale opvoeding leent zich bijzonder goed om een aantal stammen en contexten te verwezenlijken, vooral de stammen rond creativiteit en esthetische bekwaamheid. De contexten waar de focus op ligt, zijn die van de lichamelijke en mentale gezondheid, die van de socio-relationele ontwikkeling en socio-culturele samenleving. Volgende stammen komen heel geregeld aan bod in muzikale opvoeding: creativiteit (2), empathie (5) esthetische bekwaamheid (ervaren én creëren, 6 +7), exploreren (8), initiatief (10), mediawijsheid (14 + 15), respect (18) samenwerken (19) zorgvuldigheid (25). 9.2 Contexten Bij de context lichamelijke gezondheid en veiligheid ligt de nadruk vooral op houding, ademhaling en stemgebruik. Daarnaast is er ook grote aandacht voor gehoorbescherming en lawaaipreventie. Ze leren het eigen lichaam kennen en reageren adequaat op lichaamssignalen. Muzikale opvoeding bevordert de mentale gezondheid, omdat leerlingen de kans krijgen om zichzelf te zijn en zich creatief te uiten. Het kennisaspect krijgt minder nadruk dan in vele andere vakken, zodat de drang om intellectueel te presteren minder groot is. Het zelf musiceren draagt bij tot een grotere expressie en een beter welbevinden. Ook het genot van luisteren bevordert de mentale gezondheid. Daarbij erkennen ze de impact van muziek op hun gevoelsleven en dat van anderen. Muzikale opvoeding werkt aan de socio-relationele ontwikkeling via het samen vocaal en instrumentaal musiceren en het in groep ontwerpen. Via een aanbod van een brede waaier van muziek leren ze elkaars voorkeur en smaak waarderen. Leerlingen argumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in
30
hun voorkeur voor bepaalde cultuur- en kunstuitingen. Ze gebruiken cultuur- en kunstuitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen. De gevarieerde socio-culturele samenleving weerspiegelt zich in muziek. Via een groot scala aan muzikale activiteiten leren leerlingen de hedendaagse auditieve cultuur beter kennen. Muziek drukt een gevoel, een idee of een ervaring uit: leerlingen leren enerzijds emoties uitdrukken via muziek en anderzijds gevoelens in bestaande muziek herkennen en verwerken. Ze gaan op zoek naar de boodschap in de creatie. Ze associëren wat ze in muziek en kunst ontdekken met hun eigen belevingswereld. Ze gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen. Ze illustreren de wederzijdse beïnvloeding van muziek en kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing. Veel VOETen bereik je ook buiten de lessen via koor of orkestgroep, projecten, het bijwonen van concerten, het bezoeken van musea, muziekacademie, beiaard, opnamestudio … of de komst van een artiest in de klas. 9.3
Eerste belangrijke stam: creativiteit
Jongeren in ontwikkeling gaan op zoek naar hun diepste zijn. Kunstinitiatie daagt ze uit en prikkelt ze: ze krijgen impulsen en leren gevoelens ontdekken, begrijpen en uiten. Ze gaan op zoek naar de boodschap in de creatie. Ze associëren wat ze in muziek ontdekken met de eigen belevingswereld. Via muziek, beeld, beweging, drama of media leren ze zich uitdrukken op een authentieke manier. Ze herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen. Muzikale opvoeding ontwikkelt bij jongeren een manier van denken die aan basis ligt van creativiteit. Dit gaat samen met een groei van zelfvertrouwen verantwoordelijkheid. Het muzisch creëren helpt hen om hun authenticiteit vinden en geeft inzicht in de eigen sterke en zwakke punten. Zo ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu.
de en te ze
Onze maatschappij heeft nood aan creatieve mensen, die inventief kunnen zijn en originele ideeën en oplossingen kunnen ontwikkelen en uitvoeren. Het creatieve proces veronderstelt een voortdurend probleemoplossend denken en handelen. Zo ontwerpen leerlingen bijvoorbeeld klanklandschappen en eenvoudige muzikale composities. De confrontatie met de opdracht of het project daagt leerlingen uit een creatieve houding aan te nemen. Ze kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken en zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te stellen. 9.4
Tweede belangrijke stam: esthetische bekwaamheid
Via muziek krijgen jonge mensen een inleiding in cultuur. Dit biedt ze raakpunten die bijdragen tot de vorming van de universele mens. Hoe beter je de muziektaal beheerst, hoe meer je ermee kunt uitdrukken. Leerlingen groeien in het creëren van schoonheid.
31
Muzikale opvoeding heeft een onderliggend cultuurgoed uit verleden en heden. De kunstenaar laat ons authentiek materiaal horen door een persoonlijk hanteren van muzikale parameters. Leerlingen groeien in het ervaren van schoonheid en krijgen interesse in het culturele erfgoed. Door de omgang met muziek, leren leerlingen muziek verstaan en krijgen ze inzicht in de muziekcultuur. De massamedia eisen veel aandacht op van jongeren. Muziek heeft een belangrijke plaats in de zogenaamde beeldcultuur. Naast het kritisch leren kijken is ook het kritisch leren luisteren belangrijk. Leerlingen leren bewust omgaan met beeld en klank en leren deze op een zinvolle wijze interpreteren. Ze leren kritisch nadenken over de massamedia.
10
GOK
GOK klinkt velen nog altijd abstract in de oren en raakt soms moeilijk tot in de klas. Gelijke kansen voor iedere leerling betekent veel meer dan een taalaangelegenheid. Elke vakbegeleider zou ook een GOK-begeleider moeten zijn. Betrokkenheid is de kern van elk leerproces, a fortiori voor GOK. Muziekleraren observeren vaak breed en leren leerlingen op andere manieren kennen. Op die manier kan GOK een mediërend beleid zijn in plaats van een remediërend beleid. De muzische vakken zijn vaak met GOK bezig en leggen speciale accenten. -
11
Leerlingen boren andere vaardigheden aan. De leraar krijgt vaak een ander beeld van een leerling. De leraar legt andere accenten op een deliberatie en toont zo mee het totaalbeeld van de leerling. Muzische vakken spreken andere competenties aan zoals creatieve intelligentie en expressie. De focus ligt op fijngevoeligheid in een harde wereld. „Andere‟ evaluatie (procesevaluatie, zelfevaluatie, e.a.) krijgt hier heel wat mogelijkheden.
Interessante sites
http://www.dko-repertorium.be - leraren in het DKO een overkoepelende leraarskamer geven waarin ze kennis kunnen delen met elkaar. Voor de beginnende leraar is er tevens een repertoriumlijst, zodat hij kan zien welke stukken zoal gespeeld worden in welke graad. http://www.klankkast.com – website voor muzikale opvoeding, gemaakt door Tom Collier voor zijn leerlingen van VTI-Brugge. Met heel veel dank aan Tom! http://sourceforge.net/projects/audimus/files - gehoortrainer op maat van het DKO, voorlopig nog in bètaversie. Eerste oefeningen zijn ook interessant voor beginnende leerlingen in dagonderwijs. http://moodio.tv - Om Belgische artiesten explicieter voor het voetlicht te brengen biedt Moodio.TV een muzikaal webtelevisiekanaal aan. Onder de slogan
32
'expose your music' zorgt de website voor een uitstalraam waar Belgische muziek in kaart gebracht wordt, én (inter-)nationaal gepromoot. Met één muisklik kun je kiezen uit meer dan vijfhonderd gratis reportages over Belgische artiesten en bands. http://sounds.bl.uk - Het British Library Sound Archive, dat zo'n drie miljoen opnames omvat, verdeeld in zes collecties: klassieke muziek, drama en literatuur, mondeling overgeleverde geschiedenis, populaire muziek, natuurgeluiden en wereld- en traditionele muziek. Die laatste twee categorieën zijn nu ook online beschikbaar. De overige opnames zijn enkel te beluisteren in de leeszalen van The British Library.
12 440 Herz De instrumenten zijn gestemd en alle ogen zijn op jou, de dirigent gericht. Met Soundpainting schilder je nieuwe klanken in je lokaal. Mag ik je de drie m‟s van muziek toewensen? Ik hoop dat je – samen met de leerlingen - de moeite doet om er iets van te maken, dan ontstaat er magie. Een schitterend muzikaal schooljaar toegewenst! Ann Casier
33
Jazz: how to listen? Doelgroep: leraren muziek (vooral bedoeld voor einde eerste graad en tweede graad) en leraren muziekacademies Docent: Johan Sabbe Datum en uur: maandag 15 november 2010 van 19.30 u. tot 21.30 u. Plaats: Heilig-Hartcollege, Stationsstraat 85, 8790 Waregem Inschrijfprijs: € 30 Cursuscode: S11/027/A Soundpainting: schilderen met klanken - basic Doelgroep: leraren basisonderwijs en leraren muzikale opvoeding en expressie secundair onderwijs, leraren muziekacademies Docent: Jan Verstaen Datum en uur: maandag 20 december 2010 van 09.00 u. tot 12.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Inschrijfprijs: € 30 Cursuscode: S11/028/A Soundpainting: schilderen met klanken - intermediate Doelgroep: leraren basisonderwijs en leraren muzikale opvoeding en expressie secundair onderwijs, leraren muziekacademies Docent: Jan Verstaen Datum en uur: maandag 20 december 2010 van 13.00 u. tot 16.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Inschrijfprijs: € 30 Cursuscode: S11/029/A Dag van muzikale opvoeding Datum: maandag 4 april 2011 (volledige dag) Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Verdere informatie volgt.
34
PLASTISCHE OPVOEDING 1
Geroepen door dezelfde passie
Melkweg Je kunt in de wei uit een melkweg van wit één takje fluitekruid plukken om thuis in een vaasje te zetten en van dat takje één twijgje afbreken en daarvan één steeltje en daarvan één bloempje en van dat bloempje één pointe van het godganse pointillisme. Nee, dat kun je niet. Herman de Coninck uit: Enkelvoud, De Arbeiderspers 1991
Hoe logisch lijkt het, ervan uit te gaan dat we nog altijd met de gedreven passie van weleer onze ervaringen doorgeven aan onze leerlingen. Onze passie: het muzische, het beeldende, onze emoties en concepten beeldend willen vertalen … maar als we er zelf niet in ondergedompeld blijven, dan is het moeilijker om de passie even krachtig te vertalen. Het blijft voor elk van ons een opdracht om bewust tijd vrij te maken om zelf creatief aan te slag te blijven. Ook in dat opzicht had de nascholing vorig schooljaar van Isolde Marcus een grote meerwaarde. Met de zekerheid dat de collega‟s die getuige waren, de boodschap begrepen hebben en ook terug actief op zoek zijn gegaan naar de oorspronkelijke drijfveer van hun studiekeuze … De dag van plastische opvoeding gaat ook dit schooljaar verder in op onze gedeelde passie.
35
2
Vakvergadering vorming per SG
plastische
opvoeding
en
beeldende
Met de vakvergaderingen per scholengemeenschap willen we bepaalde punten op elkaar afstemmen en ervaringen uitwisselen. Het is niet goed om geïsoleerd te werken, want reflectie op je werk is niet evident. De vakvergaderingen per scholengemeenschap krijgen een vervolg. De scholengemeenschappen die hieronder vermeld staan, komen dit schooljaar opnieuw samen. De scholengemeenschappen die nu niet vermeld staan, komen volgend schooljaar samen. Scholengemeenschap
Gastschool
Datum
Sint-Jan Molenland Hoppeland OLV. Van Groeninge Sint-Paulus Petrus en Paulus OLV. Van Tuine
St.- Aloysiuscollege Menen 30/09/2010 Handelsinst. Regina Pacis Tielt 07/10/2010 St.-Janscollege Poperinge 14/10/2010 Lyceum OLV. Vlaanderen Kortrijk 28/10/2010 Vrij Technisch Instituut Waregem 18/11/2010 St.-Andreas Middenschool Oostende 25/11/2010 Vrij Technisch Instituut Ieper 02/12/2010
De vakvergaderingen lopen telkens van 17.00 uur tot 19.00 uur. We starten en eindigen een uur vroeger dan twee jaar geleden. Collega‟s die tot 17.00 uur les hebben, vragen best aan de directie of het mogelijk is om voor deze gelegenheid de les wat vroeger te beëindigen. Op hetzelfde ogenblik vinden de vakvergaderingen lichamelijke en muzikale opvoeding plaats, soms ook samen met esthetica.
3
Leerlijnen
Doorlopende leerlijnen kunnen beschouwd worden als de continuïteit in het ontwikkelen van kennis en vaardigheden en continuïteit in pedagogischdidactisch opzicht. Maar uit de vele vragen van scholen die op dit moment een leerlijn voor hun school formuleren, blijkt dat dit geen eenvoudige denkoefening is. Een leerlijn kan geformuleerd worden binnen het vak plastische opvoeding, zowel horizontaal als verticaal. Maar als we correct en breder willen kijken naar een doorlopende leerlijn cultuureducatie, dan is een vakvergadering samen met andere muzische vakken een noodzaak.
36
De drie vakken die geassocieerd worden met muzische en culturele vorming in het secundair onderwijs, zijn plastische opvoeding, muzikale opvoeding en esthetica. De culturele leerlijn ontstaat in overleg: - op horizontaal vlak, - op verticaal vlak, - op vlak van evaluaties.
Uitgangspunt zijn volgende vragen: 1 Welke leerinhouden brengen we in de klas? 2 Over welke werkvormen beschikken we? 3 Welke werkvormen koppelen we het best aan welke leerinhouden? 4 Welke evaluatiemethoden passen we op die combinaties Leerinhouden – werkvormen toe?
Leerinhoud
Werkvormen (OVUR)
Kijkwijzers: natuur, kunst, media Vakinhouden: beeldaspecten Technieken Materialen
ontwerp voorbereiden uitvoeren reflecteren (evaluatie)
1ste graad: belicht, gericht aanleren 2de graad: zelf keuzes laten maken toepassen 3de graad: contextueel plaatsen in tijd en ruimte
4
Nieuwe vakoverstijgende eindtermen (VOET)
Plastische opvoeding en beeldende vakken kunnen vanuit de beeldende communicatie jongeren helpen bij het zoeken naar zichzelf en hun plaats in de maatschappij, om zo in de samenleving op een zinvolle en authentieke manier te functioneren. Hieronder vind je eerst een overzicht van aansluitende combinaties tussen contexten en stammen vanuit de nieuw opgestelde VOETen. Daaronder vind je in 4.2 en 4.3 een verdere uitwerking van het overzicht. Vanuit het verbond VVKSO kun je ook met het servicedocument aan de slag. Je herkent dezelfde gegevens in een andere manier van uitwerken. Beide documenten zijn bruikbaar om op een vakvergadering het inherente van ons vak aan de nieuwe VOETen te linken. Vertrekkende vanuit jullie eigen schoolgegevens en vakwerking kunnen beide documenten kritisch doorgenomen, gewijzigd en aangevuld worden.
37
4.1 Overzicht Context Mentale gezondheid 6, 7, 8 In combinatie met stam Creativiteit In combinatie met stam Zelfbeeld In combinatie met stam Kritisch denken In combinatie met stam Mediawijsheid Stam Esthetische bekwaamheid In combinatie met Socio-culturele ontwikkeling 10, 11 In combinatie met Omgeving en duurzame ontwikkeling 3, 5, 6 In combinatie met Socio-culturele samenleving 6,7 4.2 Creativiteit en authenticiteit in een beeldend proces Context Mentale gezondheid Jongeren in ontwikkeling gaan op zoek naar hun diepste zijn. Door de kunstinitiatie worden jongeren uitgedaagd en geprikkeld, krijgen impulsen, leren gevoelens ontdekken, begrijpen en uiten. Ze gaan op zoek naar de boodschap in de creatie. Ze associëren wat ze in de kunst ontdekken met de eigen belevingswereld. Door gebruik van beeldtaal, leren de jongeren zich uitdrukken op een authentieke manier. 6 Stellen zich weerbaar op. 7 Gebruiken beeld, muziek, beweging, drama of media om zichzelf uit te drukken. 8 Herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen. In combinatie met stam Zelfbeeld Een beeldend vak ontwikkelt bij jongeren een manier van denken die aan de basis ligt van de creativiteit. Ze ontwikkelt daartoe tevens de nodige attitudes van zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid. Het beeldend creëren helpt hen om hun authenticiteit te vinden en zo op te groeien tot evenwichtige volwassenen. Alleen een authentiek werk kan een correct antwoord zijn op een beeldende opdracht en een beeldend proces. 21 Verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten. 22 Ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen. In combinatie met stam Creativiteit Ons steeds veranderend maatschappijbeeld heeft nood aan creatieve mensen, die inventief en origineel kunnen zijn en die steeds een oplossing vinden voor nieuwe problemen. Tijdens het waarnemen en het creëren krijgt het beeldend werk van de leerlingen inhoud en betekenis. De totstandkoming van het werk of het creatief proces veronderstelt een voortdurend probleemoplossend denken en handelen. Individueel of in groep worden concepten gerealiseerd, gepresenteerd en geëvalueerd. 2 Kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren. 3 Ondernemen zelf stappen om vernieuwingen te realiseren.
38
In combinatie met stam Kritisch denken De totstandkoming van het werk of het creatief proces veronderstelt een voortdurend probleemoplossend denken en handelen. Door de confrontatie met het onderwerp, het thema, het concept of project worden leerlingen uitgedaagd een creatieve houding aan te nemen. Via brainstorming worden originele ideeën ontwikkeld en opdrachten verdeeld. 11 Kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria. 12 Zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te stellen. 13 Kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. In combinatie met stam Mediawijsheid Beeldcultuur is onder andere via de massamedia (youtube, computergames, video, tv, film …) sterk aanwezig in het leven van elke dag. Jongeren krijgen niet enkel hun vorming en opleiding op school, maar worden ook gevormd door de dagelijkse media-informatie, die merendeels via beelden verloopt. Om de beeldcultuur te begrijpen is het leren kijken naar beelden een eerste stap. Daarom willen we hen bewust leren omgaan met beelden en deze op een zinvolle wijze leren interpreteren. 14 Gaan alert om met media. 15 Participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte. 4.3
Natuur, Kunst en Cultuur
Stam Esthetische bekwaamheid Een beeldend proces verloopt van beschouwen naar creëren. De belangrijkste componenten van deze beschouwing zijn de natuur en de cultuur. De cultuur manifesteert zich in de ons omringende wereld, waarvan de beeldende kunst en de mediabeelden onderdelen zijn. Jonge mensen inleiden in cultuur, raakpunten aanbieden die bijdragen tot de vorming van de universele mens, laten we bij voorkeur gebeuren vanuit het specifieke van de beeldtaal zelf. Hoe beter je deze taal beheerst, hoe meer je ermee kunt uitdrukken. Ieder onderwijsvak heeft een onderliggend cultuurgoed. Het onderliggend cultuurgoed van de beeldende vorming is de beeldende kunst uit het verleden en het heden. De kunstenaar toont ons op specifieke wijze zijn werkelijkheid aan de hand van een persoonlijk omgaan met beeldaspecten, materialen en technieken. 6 Kunnen schoonheid ervaren. 7 Kunnen schoonheid creëren. In combinatie met context Omgeving en duurzame ontwikkeling De basis van een beeldend proces is - naast het beschouwen van cultuur - de waarneming vanuit natuurbeelden. Door het beleven van de natuur gaan we terug naar de oorsprong, naar de bron. Het ontdekken van structuren, ordening en schoonheid in de natuur is voor een beeldend vak de grootste uitdaging. 5 Tonen interesse en uiten hun appreciatie voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed. 6 Voelen de waarde aan van natuurbeleving en het genieten van de natuur.
39
In combinatie met context socio-relationele ontwikkeling In een multiculturele en democratische samenleving is er nood aan overleg met facetten uit de hen omringende culturele wereld, met de kunst als belangrijk onderdeel ervan. Via kunst en visies van kunstenaars leren leerlingen standpunten innemen en in gesprek gaan. 10 Argumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in hun voorkeur voor bepaalde cultuur- en kunstuitingen. 11 Gebruiken cultuur- en kunstuitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen. In combinatie met socio-culturele samenleving Door de kunstinitiatie worden leerlingen uitgedaagd en geprikkeld, krijgen impulsen, leren gevoelens ontdekken, begrijpen en uiten. Ze gaan op zoek naar de boodschap in de creatie. Ze associëren wat ze in de kunst ontdekken met de eigen belevingswereld. Kortom, ze worden uitgenodigd om zelf te creëren. 6 Gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen. 7 Illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing. 4.4
Tot slot
Enkele VOETen zijn inherent aan de algemene doelstellingen plastische opvoeding en beeldende vakken maar zijn niet even duidelijk in combinaties met andere VOETen te plaatsen. -De leerling heeft zin voor detail en afwerking. Stam Doorzettingsvermogen: 4 Blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven. -De leerling heeft zin voor orde en netheid. Stam Zorgvuldigheid: 25 Stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen -De leerling gebruikt het juiste gereedschap op een verantwoorde manier (snijmes, snijmat, linomes …). Context Lichamelijke gezondheid en veiligheid: 11 Passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving. -De leerling respecteert milieuvoorschriften, zoals verantwoord omgaan met de hoeveelheid gebruiksmateriaal (bv. verf), het afvalbeheer (verf, klei) en de recyclagemogelijkheden van de verschillende materialen. Context Omgeving en duurzame ontwikkeling: 3 Zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstof, goederen, energie en vervoersmiddelen. 4.5
VOETen per graad
In plastische opvoeding kunnen we de meeste VOETen die we nastreven sterk uitbouwen vanaf de eerste graad. Sommige contexten zijn eerder haalbaar in een tweede of derde graad plastische opvoeding of beeldende vorming.
40
Eerder na te streven in een tweede graad: Context Mentale gezondheid: 8 Herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen. Context Socio-relationele ontwikkeling: 11 Gebruiken cultuur- en kunstuitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen. Eerder na te streven in een derde graad: Context Socio-relationele ontwikkeling: 10 Beargumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in hun voorkeur voor bepaalde cultuur- en kunstuitingen. Context Socio-culturele samenleving: 7 Illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing.
5
Op bezoek bij deeltijds kunstonderwijs (DKO)
Nu kunst- en cultuureducatie in de belangstelling gekomen is en de samenwerking tussen scholen en deeltijds kunstonderwijs in de toekomst kansen krijgt, is het belangrijk om als leraar zelf op de hoogte te zijn van het deeltijds kunstonderwijs. Daarom besliste de stuurgroep plastische opvoeding om dit jaar de dag van plastische opvoeding in het teken van DKO te plaatsen.
We krijgen op deze dagen de kans om achter de schermen van verschillende DKO-centra te kijken. En we verdiepen ons een volledige dag in één van de aangeboden kunstdisciplines die ons aangereikt worden door de docenten van het gekozen centrum. Pas na het verschijnen van de detailfolder op school, is er mogelijkheid om in te schijven. Inschrijvingen per kunstdiscipline zijn beperkt.
6
Mediatoepassingen en ICT in opdrachten
Steeds meer collega‟s ontdekken het pad van mediatoepassingen in een les plastische opvoeding. Van lichtgraffiti tot stop-motion, van lay-out op een ingescande tekening tot tal van beeldafbakeningen met digitale fotografie …
41
Op de website van plastische opvoeding vind je een verhelderende site terug met tal van mogelijkheden van media en ICT-toepassingen in de les plastische opvoeding. Een korte uitleg van de toepassing en bijhorende foto‟s van leerlingenresultaten ontdek je op http://plastischeopvoeding.vvkso.be, doorklikken aan de linkerzijde op „Media en ICT in de opdrachten po‟. Stilaan ontdekken we de mogelijkheden van youtube en durven we er materiaal op plaatsen. Hierbij daag ik iedereen uit om verder te experimenteren en suggesties, ervaringen en resultaten te delen via de website van plastische opvoeding of via youtube onder de zoekterm „plastische opvoeding‟.
Foto‟s leerlingenresultaten tableau vivant rond Raveel + affiche: Lyceum Ieper Lichtgraffiti: VTI Brugge
7
Grafische toepassingen
Bij een jaaroverzicht van klasopdrachten is het duidelijk dat grafische technieken minder voorkomen. Toch zijn er tal van mogelijkheden om onze leerlingen het principe van hoogdruk, vlakdruk of diepdruk bij te brengen ook al beschikken we niet over een drukpers. Als inspiratie vind je hierbij enkele eenvoudig toepasbare mogelijkheden uit het VTI in Brugge, waaronder verschillende technieken van monotype. Meer inspiratie is terug te vinden op de website van plastische opvoeding onder leerlingenresultaten. http://plastischeopvoeding.vvkso.be.
42
Met de wens voor een creatief jaar. Els Bilcke
43
Een animatiefilm met de klas Doelgroep: alle leraren Docent: Gino Vanherweghe Datum en uur: donderdag 28 oktober 2010 van 09.00 u. tot 16.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij , Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Inschrijfprijs: € 30 (onder voorbehoud van subsidies door REN-Vlaanderen) Cursuscode: R11/018/A Tableau Vivant. Mediatoepassingen als expressiemiddel Doelgroep: leraren plastische opvoeding en geïnteresseerden Docent: Marijke Van Zele Datum en uur: woensdag 17 november 2010 van 13.30 u. tot 16.30 u. Plaats: Lyceum Onze-Lieve-Vrouw-ter-Nieuwe-Plant, Maloulaan 2, 8900 Ieper Inschrijfprijs: € 40 Cursuscode: S11/031/A Dag van esthetica Doelgroep: leraren esthetica, plastische opvoeding en geïnteresseerden Docent: Ann Dever en Brigitte Pattyn Datum en uur: dinsdag 14 december 2010 van 09.00 u. tot 16.00 u. Plaats: DPB-centrum d'Abdij, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek (Brugge) Inschrijfprijs: € 60 (inclusief broodjeslunch) Cursuscode: S11/037/A Dag van plastische opvoeding Doelgroep: leraren plastische opvoeding Docent: diverse docenten Datum en uur: vrijdag 17 december 2010 OF maandag 20 december 2010 telkens volledige dag Plaats: Deeltijds Kunstonderwijs Inschrijfprijs: € 60 (inclusief broodjeslunch) Cursuscode: S11/044/A-B
44