Schoolkrant van K.S.G. De Breul Nummer 1 2011-2012
Op een lome dinsdagmiddag besloot een der redactieleden van The Voice tijdens een tussenuur het vla-hok te bezoeken. Het vla-hok is de plek waar zich al decennialang het illuster genootschap der Leerlingenraad-, VLIB-, BIBS- en Voiceleden verzamelt. Zoals hier al talloze vergaderingen zijn geëindigd in gevechten op leven en dood, zo zagen hier ook geniale ideeën het levenslicht die nog jarenlang stand zouden houden. Een beroemd (berucht?) stekkie dus, dat vla-hok.
jaren. Maar, en dat is misschien nog wel interessanter, het bevat ook dozen met oude Voices, zelfs uit de tijd dat deze nog ‘Kwispedoor’ heette (1978!). Toen alle pakjes appelsap aan de kant waren geschoven kwamen er ook nog een paar oude fotostrips tevoorschijn, starring monsieur Fonk, meneer Dresen en mevrouw Racké. Veel kunnen we helaas niet loslaten, maar het was zeker pikant…
Nu moeten jullie weten, beste lezers, dat dit vlahok ook een kast heeft. Het is echter niet zomaar een kast, het is DE kast. Dit fameuze meubelstuk herbergt archieven van leerlingenraad- en VLIBnotulen die nog teruggaan tot in de zeventiger
Wisten jullie trouwens dat meneer Dorresteijn ooit een rocker was? Jawel, een rocker… en we hebben de bewijzen! Verderop in The Voice deze en nog meer vondsten uit een lucratieve middag in het vla-hok.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Even een uitleg voor alle nieuwe brugklassers: wat je nu in je K.S.G. De Breul handen hebt is de schoolkrant van De Breul, speciaal voor jou gemaakt! Neem eens een kijkje op onze website en geniet van deze Voice!
Schoolkrant The Voice Nummer 1, 2011-2012 www.thevoice.webklik.nl
[email protected]
Redactie Onder leiding van Pieta van Beek, met medewerking van Tijs van der Boogaard: Jasper Albinus - Marc Boas - Heleen Breeschoten - Tirza Claas - Laura Defossez - Nour El Caidi - Liline Fermin Sanne van Helmondt - Renske Hoff - Charlotte Lehmann - Lisanne Meinen - Elise Prins - Femke Schürmann Merel Spruit - Maaike Waaldijk - Merlijn Wijsmuller
Wie is wie? De docenten op de voorkant zijn flink vermomd! Kan jij raden wie iedereen is? Stuur je antwoorden naar
[email protected] of stop ze in de kopijbus naast Ylva, en win!
Vormgeving: Elise en Laura Foto’s voorkant: Lisanne en Merel
2
Inhoud
3
Derdeklassers in het diepe Op 13 en 14 oktober trokken alle derdejaars hun zwemflippers aan en stapten de bussen in op weg naar ‘Dutch Water Dreams’.
spannende ervaring waarbij ongeveer zes (bange) derdeklassers op een rubberen bootje zitten en de woeste zeeën van Dutch Water Dreams moeten overleven. Om alvast te beginnen werd iedereen eerst het diepe ingegooid. Één voor één in het water. Daarna werden de leerlingen in groepjes verdeeld en kon het raften beginnen.
Dutch Water Dreams is een wildwatersportcomplex waar lessen als bodyboarden en raften worden gegeven. Zo stonden alle derdeklassers ’s middags helemaal aangekleed in een wetsuit met daaronder gekleurde zwemschoentjes. Er werden twee onderdelen gedaan: bodyboarden en raften. Bodyboarden was een moeilijke, maar leuke ervaring waarin alle derdeklassers op bodyboards sprongen en op de golven mee probeerden te stromen. Dat was wel iets anders dan leren! Het was veel vallen en opstaan, maar er waren ook echte surfers. Na een voorproefje van het bodyboarden kon de echte uitdaging beginnen. Raften, een ontzettende dolle en
De ene leerling na de andere leerling viel uit de bootjes en er waren zelfs boten die omsloegen. Eén en al waterdrama, maar wel hartstikke uitdagend en spannend. Daarna hebben alle leerlingen nog een patatje gegeten bij het café. Toen was de trip helaas alweer voorbij. Het was zeker een ervaring die ons zal bijblijven en een uitdaging die erg leuk was! Jasper
4
In Memoriam
Zoveel jaren trouw gediend en nooit enige waardering verdiendmaar nu hij eindelijk vertrokken is lijkt dat toch een groot gemis
Na vele jaren van samenzijn en dankbaar voor alles wat hij heeft betekend, moeten wij u tot onze diepe droefheid mededelen dat op vrijdagmiddag 16 september door een beslissing van het schoolbestuur van ons is heengegaan
Het Te-laat-briefje Een begrip in de school, een bron van ergernis en irritatie, maar bovenal vertegenwoordiger van het ultieme nostalgische gevoel. Lief Te-laat-briefje, we zullen je missen.
Zeist, 17 september 2011
DEN SCHANDPAEL
2 leerlingen komen te laat binnen. Post: ‘Te laatje halen!’ Llen: ‘Maar dat kan niet meer!’ Post: ‘Halen, nu!’
Leerling: ‘Dus als ik het goed begrijp zit het zo; als een realist een feest omschrijft, schrijft hij precies hoe het was, een impressionist schetst een beetje de sfeer en bij een expressionist is het feest zelf niet echt meer in het verhaal terug te vinden.’ Mantingh: ‘Nou, bij die laatste roep je bijvoorbeeld 'boe'. BOE. BOOEEEEEEEE. Dan bén je even die koe. BOOEEEEEEEEE.’ Klas: ???!!! ‘Uh meneer wat heeft dat met het feest te maken?’ Mantingh: ‘Oh. Ik verstond 'beest'.’
Hoogendorp: ‘Ja, je zou het natuurlijk ook positief kunnen bekijken, maar daar is eigenlijk totaal geen reden toe.’
Klas let niet op. Racké: ‘Wat zien we, wat zien we? Oh. Een eekhoorn.’
Margot Veerkamp: ‘Nou nou, wat zie jij er wazig uit, je lijkt wel stoned!’ Even later: ‘Is iedereen hier aan de drugs ofzo?’
Post: ‘Oke jongens, we gaan even de absention control doen.’
Hurkmans: ‘Lart poer lart.’ Klas kijkt bedenkelijk. ‘Ja, dat is Frans!’
Sharova: ‘The man buildt a huis.’
Maij schrijft iets op het bord. LL: ‘Is dat wat we moeten leren?’ Maij: ‘Nou, je mag het er ook aflikken als je dat lekker vindt…’
Racké: ‘Ja, die mensen gingen echt plat van de stank!’
Racké: ‘Ja, op een woonerf kan je tenminste nog lekker op je driewielertje rondrijden!’
Hurkmans: ‘Kennen jullie allemaal de ondergaande zon van Monet? Nee?’ Kijkt om zich heen. ‘Oh, ik heb hem geloof ik niet bij me.’
Klas bekijkt PowerPoint met zeer aparte zeegeluiden. Hurkmans: ‘Ja sorry jongens, dit heb ik in een melige bui gemaakt vrees ik…’
Brand tegen leerling die niet oplet: ‘Ik wil jouw naam deze les niet meer hoeven zeggen. Ik kan je ook Harry gaan noemen maar dat is niet de beste optie…’ Ll: ‘Dan is je barf groen!’ Hurkmans: ‘Je wat?’ Klas: ‘Zijn barf.’ ‘Zijn wat?’ ‘Zijn barf.’ ‘Zijn barbie??’
5
Hurkmans: ‘Mag ik even de aandacht? Daar ben ik dol op.’ Even later: ‘Hij had ook een … – gezondheid.’ (leerling nieste) Post: ‘En als je die matrix-vectorvermenigvuldiging dan even door laat rekenen door je telefoon,..!’
Columns ---------------------------------------------------------------------------------Zes gesprongen snaren Een kijkje in onze kopijbus naast Ylva leverde een leuk resultaat op: iemand had columns ingeleverd! Mocht jij nou ook leuke ideeën of stukjes hebben, mail ze naar
[email protected] of stop ze in de bus! Bedankt!
Wat als elke letter van mijn toetsenbord een muzieknoot zou spelen? Alleen jij en ik wisten welke toon welke letter voor moest stellen. O konden we met z’n tweeën zwijgend naast elkaar zitten maar toch zoveel zeggen. Ik maakte muziek en jouw naam klonk in zes hoge tonen door de kamer. Ik speelde je naam sneller en sneller totdat het een melodietje werd. Jij speelde mijn naam terug. Soms kwam de buurvrouw met een zelfgebakken cake en dan zei ze ‘Goh, wat spelen jullie toch mooi zo samen.’ En ze wist niet dat we helemaal niet bezig waren met een lied schrijven, dat we slechts onze harten lieten spreken. Ik speelde jouw naam en jij de mijne en af en toe speelden we naar elkaar ‘Ik hou van je’ of ‘Heb jij ook zo’n honger’ of ‘Weet jij waar de yoghurt staat?’ We hoefden nooit iets te zeggen en ons leven werd een lied. Ik speelde jou en jij speelde mij en we klonken elkaar als muziek in de oren. Op een dag schoten alle zes de snaren precies tegelijk los. Je vertrok met je gitaar op je rug en een tas vol melodietjes. Je liet mij achter met mijn toetsenbord en een kamer vol valse noten. Alles wat ik hoorde herinnerde me aan jou. Waarom ging je weg, fluisterde ik soms tegen niemand in het bijzonder. Ik componeerde duizenden muziekstukken. Ze waren allemaal voor jou of tegen jou of aan jou, je hebt er geen een ooit kunnen horen. Ze vonden je op straat, vier weken later, je gitaar op je rug. En zes gesprongen snaren.
Melancholia Mijn opa praat meer met de hond dan met ons. Ik zou willen dat we meer praten, opa en ik. Soms als het praten lukt, is het net zoals vroeger. Je kan wel met opa lachen, nog steeds. Nu zelfs beter dan vroeger. Opa denkt dat ik een prinses ben en mijn vriendje een prins. Mijn vriendje klaagt niet, die vindt het allang best – beter dan dat mijn opa hem een bedelaar acht. Soms vind ik het jammer van opa. Niet voor mezelf, maar voor oma. Echt samen praten, dat gaat niet meer. Oma heeft al een jaar geen gesprek meer gevoerd met opa. Dat maakt opa niets uit. Soms is opa verdrietig. Als hij ons plotseling weer begrijpt. Opa is vaker verdrietig dan vroeger, om de kleinste dingen. Of om hele grote dingen; zo groot dat ik die niet begrijpen kan. Maar eigenlijk begrijpt niemand opa meer.
6
Ontherfsten De bomen zijn aan het ontherfsten. Ze verliezen niet alleen hun groen-, bruin-, en roodgekleurde bladeren, ook de insteek verandert. De bomen verliezen nu hun sierfunctie. Ze zijn niet langer mooi, maar des te nuttiger. Winterbomen bieden bescherming tegen ijzige poolwinden die je oren doen klapperen (zelfs met muts op). Ze bieden ook beschutting aan degenen die verlangen stiekem te zijn. Iedereen die een poging doet ongezien zijn liefje gedag te zoenen – niemand zal het opmerken, behalve als je het weet. Zoals het ’s winters door de takken heen waait is het ’t mooist. Sneeuwstormen wanneer je binnen bent, hagelbuien tijdens de warme chocolademelk. Je zou er bijna nostalgisch van worden – misschien een beetje melancholisch zelfs. Maar o, wat verlang ik soms terug naar de tijd dat de bomen nog groen, rood en bruin waren. De belofte van een winter met de zomer nog in gedachten. Het is tijd dat het weer lente wordt.
Interview Weten we het allemaal nog? Velen stonden vertederd te kijken toen de nieuwe brugklassers de school binnenliepen op zoek naar de lokalen (binnenrenden is misschien een betere verwoording). Na wat dagen waarin de brugpiepers konden wennen was dan eindelijk het langverwachte:
The Voice interviewde enkele brugklassers over de onvergetelijke week op het terrein van de YMCA in Leusden.
Wat vond je het leukst van het kamp? Dewi: ‘De kabelbaan op het kampterrein vond erg grappig!’ Elvira: ‘Ik vond de speeltuin wel leuk, om rond te hangen bijvoorbeeld.’ Fleur: ‘Ik weet het niet echt, ik vond alles wel leuk maar de speeltuin vond ik vooral erg leuk.’ Heb je nog dingen gedaan die niet mochten? Dewi: ‘We zijn met een groepje om 3 uur in de nacht gaan overlopen naar andere tenten.’ Fleur: ‘Nee, wij hebben niks gedaan dat niet mocht.’ Vond je je tent gezellig? Dewi: ‘Ja, Ik vond mijn tent erg gezellig het was een gezellig groepje!’ Elvira: ‘Ja, het was best wel gezellig.’ Fleur: ‘Ja, op sommige momenten.’ Wat vond je minder leuk aan het kamp? Dewi: ‘Toen we gingen zwemmen, want het zwembad was erg saai er was niet veel te doen.’ Elvira: ‘Ik vond het eten niet erg lekker…’ Fleur: ‘Ik vond het eten ook niet altijd even lekker…’ Liline 7
Het Comeniusproject! Zoals jullie misschien weten, of niet, doet de Breul mee aan het zogenoemde Comeniusproject. Dit is een project opgesteld door de Europese Commissie met als doel het bevorderen van het begrijpen van de verschillende Europese culturen, talen en waarden. Dit wordt gedaan door bijvoorbeeld brieven, mails maar ook uitwisselingen. Vaak komt er een focus op actuele onderwerpen, deze worden dan het punt van discussie en hier wordt extra aandacht aan besteed. Een paar weken geleden zijn een aantal leerlingen van de Breul onder begeleiding van twee leraren op uitwisseling naar Polen geweest (waaronder de schrijvers van dit stuk). De focus van deze reis was democratie en schoolparlement. Daarom zijn mensen uit de leerlingenraad, de VLIB, en de schoolkrant meegegaan om presentaties te geven over op welke manier deze thema’s terugkomen bij ons op school. Bij deze uitwisseling werden ook Bulgarije en Turkije vertegenwoordigd. Natuurlijk hebben we een te gekke week gehad waarin we ook ontzettend veel hebben geleerd over deze bijzondere culturen, en dat willen we graag met jullie delen! Lees verder en je
komt alles te weten over onze interessante bevindingen en wat dit nu eigenlijk heeft opgeleverd voor onze school! Wat deden we daar eigenlijk? Op maandag 19 september vertrok onze delegatie richting Brussel Charleroi, in de twee auto’s van Gill Mathews (Engels) en Geert van Besouw (geschiedenis). Opvallend was de auto van Geert, waarin zich het snurkende deel van onze groep bevond. Even leek het erop dat ook Geert zich bij dit deel wilde voegen maar we kunnen jullie verzekeren dat er geen ongelukken gebeurd zijn; hoewel daar verandering in kwam toen we vanaf het vliegveld met 11 personen in een 10-persoons busje moesten, wat onze ruggen, benen en knieën nu niet bepaald ten goede kwam. Het busje reed ons in 4 uur naar Zarcescze, één van de eerste rare en moeilijke namen die we tegenkwamen en waarmee we alvast voorbereid werden op de vele taalstrubbelingen die ons nog te wachten zouden staan. Bij aankomst werden we verdeeld over de gastgezinnen. De meesten van ons gingen alleen, de docenten sliepen in een hotel. De namen van de Poolse leerlingen werden al snel opgegeven en simpelweg afgekort tot de beginletter ervan.
8
Dat er een groot verschil was in welvaart van de gastgezinnen bleek de volgende ochtend bij het uitwisselen van de ervaringen. Zo was één leerling in een villa geplaatst met een paar hectare grond en een oprijlaan, en was ik zelf geplaatst in een flatje waar er familieleden op de bank moesten slapen zodat ik überhaupt een bedje had. Waar geen plek was voor normale deuren en waar schotjes deze taak vervulden. Waar men één voor één aan het aanrecht moest ontbijten en waar een doucheslang ontbrak. Maar wat er wel was, was een geweldig gastvrije familie die erg hun best deed het ons naar onze zin te maken. En vruchtensap. Alles wat je nodig hebt zo laat in de nacht. Oh, en niet te vergeten de 21-jarige broer die een praatje kwam maken, slechts gehuld in onderbroek. Deze gastvrijheid bleek ook de volgende dag bij het bezoeken van de school. Dat was immers één van de doelen van de reis, kijken hoe het zit met de leerlingen binnen de school. De Nederlandse, Turkse en Bulgaarse vlag wapperden in de wind boven de ingang, meteen al een teken dat men vereerd was dat we er waren, erg leuk om te zien!
We volgden een Engelse les waarbij het niveau ons enigszins opviel. Geluisterd werd naar een bandje met de tekst: People born on de 13th of september are really unpleasant. De bijbehorende vraag luidde: Are they pleasant? Het bleek nog best een probleem om deze vraag te beantwoorden, en we beseften erg goed hoe goed wij eigenlijk Engels spreken toen de Engels docente het had over ‘school erections’ waar klassenleerlingen gekozen konden worden. Na een leuke rondleiding door de school kwamen we in een hal waar de hele school zich verzameld had op bankjes en waar voorin een podiumpje gemaakt was met posters ‘Project Meeting School Parliament’. Een leuke verrassing was dat men de oude Voices en Breultasjes van vorig jaar bewaard had en daar tentoonstelde. Ook van Turkije en Bulgarije waren posters gemaakt. De leerlingen hadden een gymnastiekshow voor ons voorbereid maar omdat dit nog even op zich liet wachten besloot men ons mee te nemen naar een lokaal vol met taartjes. Door de leerlingen zelf gemaakt en het smaakte! We aten onze buikjes rond. Na de gymshow hield iedereen presentaties over de invloed die zij kunnen uitoefenen binnen de school. Veel leraren die meegekomen waren met de leerlingen waren hier ook geïnteresseerd naar. Vooral de verschillende leerlingenraden kwamen ter sprake en ook wij deden ons zegje over de VLIB, de leerlingenraad en The Voice. Rond twaalven begaven wij ons naar het lunchlokaal. Na een klein uurtje
wachten werd ons soep voorgeschoteld met wat brood en rode kool. Prima lunch, dachten we. We wisten echter niet dat er even daarna nog enorme borden met aardappelpuree, salade, champignons en fazant in saus zouden arriveren. En alsof we nog niet vol genoeg zaten kwam er ook nog een enorm ijsje met banaan en chocola. Ach, wat zullen we ervan zeggen, ze weten in ieder geval wat gastvrijheid inhoudt. Die avond stond een bezoekje aan een paleis op de planning. We werden eerst uitvoerig bedankt voor onze medewerking aan het project en kregen een hele tas vol met cadeautjes, zo’n 5 kilo in totaal. Dit bleek nog een heel probleem bij de terugreis, Geert moest extra handbagage inchecken om ónze boeken mee naar Nederland te krijgen. Ook hier bleek dus dat onze aanwezigheid erg op prijs werd gesteld, iets waar wij nog best iets van kunnen leren, aangezien wij hen niet veel meer dan een krentenbol, een pen en een zadelhoesje gaven in Nederland. We kregen rondleiding door het museumpje. Na nog wat eten begon een disco, zo werd het althans genoemd. De Bulgaarse gasten hadden Bulgaarse muziek meegenomen en begonnen traditioneel te dansen, dus, dachten wij: dat kunnen wij ook! En aangezien wij nu niet bepaald pro’s zijn in de klompendans besloten we de hele groep te leren jumpen en de polonaise te leren. Dit bleek een groot succes! Woensdag waren wij om 7 uur al op school omdat we die dag Warschau zouden bezoeken. De reis duurde zo’n 7 uur, maar dit was prima uit te houden met de vele chocoladepepernoten aan boord. We kregen een rondleiding door de oude binnenstad, die overigens veel minder oud bleek te zijn dan gedacht! Het centrum was gereconstrueerd en slechts 50 jaar oud, en had zeer vrolijke, kleurrijke en scheve huisjes. ’s Avonds
9
hebben we pizza besteld en opgegeten bij het hotel, en ’s avonds bevond bijna iedereen zich in het parkje dichtbij, om misselijk te worden in de speeltuin en een biologielesje te krijgen van twee VLIBleden. Na een goede nachtrust hebben we het parlement in Warschau bekeken, met onder andere de plenaire e e zaal en de 1 en 2 kamer. Daarna stond een lange reis naar Krakau op de planning, wederom 7 uur in de bus. Daar aangekomen hebben we eerst een kasteel bekeken en geluisterd naar een trompettist die vanuit een kerktoren speelde. Onze magen werden gevuld in het hotel, waar we voor erg lage prijzen pasta’s konden eten (spaghetti omgerekend 2 euro, een bord forel voor 1 euro). We sliepen in tweepersoonskamers met eigen badkamer! Op vrijdag, onze vertrekdag, hebben we een bezoek gebracht aan Auschwitz. Een zeer indrukwekkende ervaring, ondanks de massaliteit. Na een uitgebreide rondleiding werden we afgezet op het vliegveld in Krakau. Het was nog vrij vroeg dus besloot de delegatie van de Breul een taxi te pakken (erg goedkoop!) en nogmaals naar het centrum van Krakau te gaan. We hebben wat gegeten en rondgelopen op de markt. Om 20.35 vertrok onze vlucht terug naar het koude Nederland, waar we ’s avonds laat aankwamen. Thuis lag het schoolwerk van de afgelopen week ons op te wachten… Wat heeft het de school opgeleverd? Aangezien het Comeniusproject met name bedoeld was om ervaringen uit te wisselen in leerlingenparticipatie, hier een reflectieverslag. Want wat was nu nuttig, en wat niet? Wat moet volgende keer beter? En hebben wij als ervaren Nederlanders eigenlijk wel iets aan dit project?
Het bedroevende Engels dat met name de Polen en de Bulgaren spraken bleek een grote barrière. Waar wij naar Polen gingen met de gedachte veel ideeën te kunnen uitwisselen, bleek daar niets van terecht te komen. We probeerden nog wel gesprekken aan te gaan, maar dit wilde niet erg vlotten. Waarschijnlijk was dit gewoon een geval van de verkeerde mensen treffen, aangezien het Engels tijdens eerdere uitwisselingen beter was. Het is dus hopen dat de Bulgaren en Polen die we in Turkije ontmoeten beter Engels spreken. Opvallend was de reactie van de Bulgaarse leerlingen toen we hen na de presentatie over hun ‘School Parliament’ naar het ‘leerlingenstatuut’ vroegen. Allereerst besloot de docente te antwoorden, terwijl we de vraag aan de leerlingen stelden. Het antwoord? “Ja, er zijn regels, en de leerlingen kennen die.” Dat was dus niet wat we bedoelden. Het leerlingenstatuut zoals wij dat kennen is juist gebaseerd op de rechten van de leerlingen, niet op de regels waaraan zij zich moeten houden. Dit lijkt duidelijk nog een
stap te ver voor de Bulgaren. Wat leuk is om te zien is dat ze wel door dit project überhaupt een ‘School Parliament’ hebben opgericht. Deze ‘School Parliament’ is overigens wel anders samengesteld dat in bij ons op school. Zij gaan namelijk uit van gekozen vertegenwoordiging, wat bij ons niet het geval is. De vraag is of we dit wel willen. Aan de ene kant past dit beter in het kader van democratie maar andere kant is de kans groot dat met een gekozen vertegenwoordiging een soort populariteitswedstrijd ontstaat, waarbij het dus niet meer gaat om motivatie en capaciteiten. Deze editie van het Comeniusproject lijkt vooral nuttig te zijn voor de andere landen. Zij kunnen van ons leren, maar wij leren op onze beurt niet veel dat we zelf kunnen toepassen. Natuurlijk, we leren de andere culturen kennen en de reizen zijn zeer de moeite waard, maar echt ideeën uitwisselen lijkt niet te kunnen. Met de Turkse mensen, die het Engels wel redelijk beheersten, hebben we nog een paar boeiende gesprekken kunnen voeren waarin
10
vooral de cultuurverschillen duidelijk werden. Zo merkten we bijvoorbeeld dat wij op Nederlandse scholen heel open zijn tegenover andere religies, ten opzichte van sommige andere landen. Daarnaast was er ook een groot contrast met Nederland tussen regels die worden opgelegd aan de burgers. Dat is interessant, maar heeft geen betrekking op het uiteindelijke doel van ‘School Parliament’. Misschien is het een goed idee om voor ons volgende bezoek aan Turkije alvast wat vragen en discussiepunten te bedenken. Zo zijn we goed voorbereid en wordt het ook makkelijker om de gesprekken een beetje te sturen. Misschien kunnen we dan nog wat nuttige dingen halen uit het project. Voor nu lijkt het echter vooral wenselijk om ook een uitwisseling te organiseren met landen die al wat verder zijn in dit proces. Alleen dan zullen ook wij echt nieuwe ideeën kunnen opdoen. Lisanne, Elise en Laura
HOE TEKEN
J E…
In deze nieuwe rubriek zal The Voice ieder nummer een ander personage, dier of ander voorwerp tekenen en jullie in stappen uitleggen hoe dat te doen. Dit nummer beginnen we met een bekend Disneyfiguur… PLUTO!
1. Begin met een cirkel. Ben je hier niet zo goed in, blijf dan rondjes maken tot je een goede vorm vindt en maak die duidelijker. (De rest gum je later wel weg)
2. Maak nu een kruis. Eén lijn door het midden, de ander tegen de onderkant.
3. Maak nu aan de linker en rechter onderkant van het kruis een schuine ovaal.
4. Maak de omlijning van zijn snuit duidelijker. Maak hierbij aan ieder uiteinde een soort C.
5. Teken net onder het midden van het kruis Pluto’s neus en daar bovenop drie boogjes.
6. Teken vanaf de uiteindes van de bovenste boog twee smalle halve cirkels als wangen en teken zijn ogen als twee aan elkaar gekleefde ovalen.
7. Teken nu de omlijning van zijn hoofd. Dit is (aan de zijkanten) gewoon de cirkel, en teken daarop zijn wenkbrauwen. Hoe hoger je die maakt, des te blijer je hem laat kijken.
8. Trek de lijnen van de onderkant van zijn wangen door zodat de mond daarmee gelijk loopt. Teken daar nog een iets kleinere dezelfde vorm in en teken de tong.
Ten slotte: Nog even bijwerken. Gummen, pupillen inkleuren en…. Marc 11
9. Pluto is bijna af. Zijn oren bestaan uit grote uitgerekte regendruppels.
Leraren en lol Misschien een hele rare combinatie voor velen van jullie, en toch kan het! Nu geschiedde het dat ik laatst met een VLIBlid een Z-uur had in de kantine, een heel stil Z-uur wel te verstaan. Die stilte werd echter abrupt verstoord door een harde YIHAA-kreet (en het eerdergenoemde VLIBlid moet dit Voicelid leren hoe je ‘yihaa’ eigenlijk schrijft, je leert nog eens wat), die uit het gangetje richting oudbouw komt. Alle hoofden kijken op van hun wiskunde, Grieks, Nederlands of iPod. Raar eigenlijk, wat is er nu interessanter dan wiskunde (kuch)? De gespannen gezichtjes wachten af en er begint wat gegiechel bij de leerlingen. ‘Als jij er nou in gaat staan, dan duw ik je, goed?’ Een tweede ‘yihaa’ voldoet als antwoord. ‘Maar kijk wel uit hoor, het gaat heel snel zo van het heuveltje af!’ Ik kijk het VLIBlid vragend aan, en zie daar een evenzo vragend hoofd voor mijn neus. BOEMBOEMBOEMKLETTER. Een kar met daarin mevrouw Magnée en daar achteraan mevrouw Laudy komt het heuveltje afgestormd, met veel gelach van de dames zelf. Toen ze zagen dat er een Z-uur bezig was, kwam er een subtiele ‘Oh.’, mevrouw
Magnéé klom zo gauw ze kon uit de kar en de twee liepen met rode hoofdjes door alsof er niets gebeurd was. Ik kijk het VLIBlid lachend aan en bedenk dat we eindelijk weer eens een Schandpael hebben. ‘Aan het werk jullie’ was het commando en het Z-uur veranderde terug in een stille kantine…
Ochtendgedachten Het is kwart voor 8 ’s ochtends, mijn geheugen vertelt mij dat ik zo begin met Latijn en ik ben maar net wakker genoeg om mijn ogen open te houden. Vanuit mijn zolderraam ontdek ik een kat in de tuin van de overburen, je hebt soms mooi uitzicht vanaf hier maar nu is het wat mistig. De kat lijkt klaarwakker en loopt stapje voor stapje het tuinhuisje op. Hoe kan het toch dat zo’n beestje ’s nachts en ’s ochtends nog energie heeft? Stap. Stap. Trippel. Trippel. Trap. Dat rijmt, denken mijn hersenen. Duidelijk dat die nog even moeten opstarten. Ik heb haast, maar geen zin om me te haasten. Stress, maar zin om te relaxen. Ik blijf lekker staan en kijk naar de kat, hij zit nu loerend op het puntje van het groene huisje. Echt zo’n praxis-kanten-klaar-huisje trouwens, dat je dan in een bouwpakket meeneemt en zo in elkaar klikt. Dat is de bedoeling tenminste, ik weet nu al dat ik zou falen. En met mij een heel groot deel van de vrouwelijke bevolking denk ik zo. Waar zou de kat naar loeren? Zou het wel een hij zijn eigenlijk, hij/zij/het heeft eigenlijk best iets elegants. Waarschijnlijk zijn zijn/haar ogen op een vogeltje gericht. Een sprong, en weg is de kat. Toch wonderlijk dat katten altijd maar weer op hun pootjes terecht komen! En toch maakte ik me even zorgen of de kat die hoogte wel aan zou kunnen. Oja, school. Die bestaat ook nog. ’s Ochtends ben ik altijd alles kwijt, ik zou toch eens de tip van mijn kleine zusje op moeten volgen en mijn tas de avond van tevoren in moeten pakken. Wat moet ik aan? Mijn panty met satijnglans kan de prullenbak in. Schuldige: de vanuit een gapend gat omhoog kruipende rafelige rij draadjes met gaatjes. Hopeloos zoiets. Een broek en een shirt worden uit de kast getrokken en ik stap even later op mijn fiets, klaar voor weer een gezellige schooldag! En de kat? Die zat bij thuiskomst voor onze achterdeur en kreeg een aai over zijn bol!
Un wáshandjûh Een beetje taalfanaat weet het wel: Er bestaan in iedere taal woorden die je niet naar andere talen kunt vertalen. Vaak komt dat omdat ze zo diep geworteld zijn in de context en de cultuur van een bepaald land, dat mensen uit andere landen moeite hebben om te begrijpen wat ermee bedoeld wordt. Je kunt ze omschrijven of een synoniem geven, maar het wordt nooit helemaal precies hetzelfde. En het zijn heus niet altijd diepgravende, complexe antropologische concepten: Soms struikel je over een heel dom, eenvoudig Nederlands woord waarvoor geen buitenlands equivalent bestaat. Neem nu ‘washandje’. Geen enkele Nederlandstalige die het niet kent, we zijn er allemaal mee opgegroeid. Je gaat er dus vanuit dat ze in anderen landen evengoed in de badkamer liggen. En wat blijkt? Die dingen blijken dus typisch Nederlands/Belgisch te zijn. Your average Fransman, Spanjaard of Italiaan heeft er nog nooit van gehoord, heeft er geen woord voor en ziet er ook in de verste verte het nut niet van in. Bizar toch. Nu weet ik niet eens meer waarom ik het in het woordenboekje Frans zocht, misschien had ik een washandje nodig of kwam het woord zomaar in me op. Het blijft maar een rare taal, dat Frans. P.s. Sorry meneer Fonk en de gehele Frans-sectie. Elise
12
Mevrouw Veerkamp:
Een kijkje in het Voice-archief leverde een paar verrassende fotostrips op!
13
En deze: met een piepjonge meneer Dresen en mevrouw Racké!
14
15
HUH? De afgelopen periode hebben jullie vast wel gezien dat op het schoolterrein ineens kunstwerken verschenen: aluminiumfolie om bomen, hangende sinaasappels en spinnenwebben. Leraren vroegen zich op Facebook af wat dit te betekenen had, leerlingen waren compleet in verwarring gebracht. Vandaar nu hier de uitleg! Het was allemaal Land Art, een project van VWO-6 bij Kunstvak Beeldend, onder leiding van Margot Veerkamp. Het was de bedoeling een kunstwerk te maken met elementen uit de natuur. Het kunstwerk moest buiten staan, ook moest er een bijpassend gedicht bij gezocht worden. Hieronder een aantal kunstwerken uitgelicht. Juliette maakte Witte Wieven. Jullie hebben ze kunnen bewonderen in de bomen langs het fietspad bij het basketbalveld en later in de tuin van natuurkunde. Haar oorspronkelijke idee was om vogelverschrikkers te maken voor de leerlingen; dit idee veranderde in witte heksjes. Helaas zijn bijna alle spookjes omlaag gehaald door de regen. Het kunstwerk bleek niet zo weersbestendig, maar Juliette was tevreden met het resultaat. Charlotte maakte het silhouet van een boom van allerlei blaadjes, takjes en andere dingen uit de natuur. Deze boom lag op het schoolplein. Later heeft ze ook nog een soort van kleinduimpje- pad gemaakt door de fietsenstalling, weer van dezelfde natuurlijke materialen. Het was de bedoeling dat alle materialen door invloed van regen, wind en voeten van leerlingen weer teruggegeven zouden worden aan de natuur. Dit is ook gebeurd. Iedereen: bedankt dat jullie door haar kunstwerken heen zijn gelopen!
16
Charlotte, dit maal een andere Charlotte, maakte de stoelen die tot voor kort te bewonderen waren in de tuin van de rector. Elke stoel staat voor een ander seizoen, en draagt dan ook de kleuren van dat betreffende seizoen. De stoelen bestaan uit een krukje met een houten boomblad erboven. Daar overheen heeft zij papier maché aangebracht, met verf en een dun laagje vernis. Ze heeft de keuze voor de afgeschermde tuin gemaakt omdat ze zag dat andere kunstwerken vernield werden door leerlingen. Bij elke stoel staat een seizoensgebonden gedicht, en zij is zeer tevreden over haar resultaat. Eva maakte de ballonnetjes in de boom bij de picknicktafel. Inspiratie kreeg zij door de regendruppels die aan de takken hangen na een regenbui. De ballonnen zijn gevuld met verf, wat een speels effect oplevert. Eerst had Eva nog badeendjes in de ballonnen gestopt, maar dit bleek niet te werken. Veel mensen zagen de boom nu aan voor kerstboom, maar toen ze vertelde dat het druppels voorstelden snapte iedereen het. Ze is tevreden, ondanks dat de druppels niet lang bleven hangen door de temperatuurverschillen. Leerlingen zijn er, verrassend genoeg, vanaf gebleven, waarvoor dank! Elise en Charlotte (die van het boomsilhouet) P.s. Tijdens het schrijven van dit stukje kwamen wij wederom tot de conclusie dat spellingscontrole niet te vertrouwen is. Neem nu de zin in de eerste alinea ‘…onder leiding van Margot Veerkamp.Het was de bedoeling…’ De spellingcontrole wilde van ‘Veerkamp. Het’ het woord verkramptheid maken, iets waar mevrouw Veerkamp vast niet blij mee zal zijn. En zoals het een echte schoolcomputer betaamt, kent computer nummer 30 in de mediatheek het woord Facebook evenmin. Raceboot dan weer wel.
17
Er zijn dit jaar weer een paar nieuwe docenten gekomen op de Breul. Hoog tijd voor een interview!
Naam: Clementine Bakker Nieuw op De Breul in de functie van: Scheikundedocent Leeftijd: 42 Je bent gewisseld van baan, waarom? Ik werkte hiervoor ook als scheikundedocente, op een andere school. Ik ga samenwonen met mijn vriend in Amersfoort, dus een baan dichtbij was handig! En, bevalt De Breul? Zeker! Ik heb erg leuke collega’s en leerlingen, en de sfeer is goed!
biotechnologie doen, omdat Leiden daar een erg goede stad voor was. Uiteindelijk ben ik toch geswitcht. Ik wilde erg lang (tot aan de laatste klassen) altijd dierenarts worden, maar bij een open dag was er een practicum met een hond en haakte ik af. Dat was toch niets voor mij!
Is het erg wennen? Valt mee! De Breul lijkt in veel opzichten wel op mijn oude school. Alleen heet alles hier anders, dus dat is even wennen. Kst-uren had je bijvoorbeeld niet. We hebben wel even met zogenaamde ‘steruren’ gewerkt, maar die waren per jaarlaag. En e e we hadden erg veel 8 en 9 uren op mijn oude school, omdat je enkel vaklessen had. Zo had ik e e een havo-4-klas 3 dagen in de week op het 7 , 8 e en 9 uur… Iets wat ik ook herken van mijn oude school, is dat er wel regels zijn, maar dat je als docent zelf kunt bepalen hoe je invulling aan die regels geeft en in wat voor mate je je eraan houdt. Dat is erg fijn! Zoals je misschien wel merkt ben ik over het algemeen al wel redelijk gewend hier. De namen van alle leraren zou ik alleen nog wat beter moeten leren, eigenlijk zitten die van de leerlingen er veel beter in…
En altijd al voor de klas willen staan? Nee, absoluut niet! Ik vond het altijd maar niks om praatjes te houden en was erg verlegen bij grote groepen mensen. Uiteindelijk heb ik een cursus leren en communiceren gedaan, en ben ik vrijwilligerswerk gaan doen in een woonkamp, waar ik bijles gaf. Toen bleek dat ik het eigenlijk best leuk vond en wilde ik er graag mee verder gaan! Heb je hobby’s? Tekenen, schilderen en kleding maken. Dit shirt heb ik bijvoorbeeld zelf geverfd! Helaas komt het er de laatste tijd niet zoveel meer van, maar dat komt vast wel weer. Wat voor leerling was je zelf? Ik was altijd aan het tekenen! Mijn aantekeningen maakte ik dan door deze tekeningen heen, dus
Wat heb je gestudeerd? Scheikunde in Leiden! Eerst wilde ik daar
18
alles was altijd onleesbaar. Verder was ik een echt bètakind, een grappige mix dus tussen bèta en creativiteit!
om moesten gaan, en je raadt het al…: KLENG! Gelukkig heb ik nog nooit met oogdouches, branddekens en dat soort zaken hoeven werken in de lessen. Die voorzichtigheid komt overigens uit mijn studie: toen we een brandje moesten blussen en ik aan de beurt was, was de brandblusser leeg. Ik moest als een gek een nieuwe gaan halen en het vuurtje ging vrolijk door, ik vond het maar niks!
Ooit iets laten ontploffen of scheikundig laten mislukken? Daar ben ik veel te voorzichtig voor! Één blunder herinner ik me wel nog; we moesten werken met een gaswasfles, die ontzettend duur was. Dus ik legde iedereen uit dat ze er erg voorzichtig mee
Elise en Renske
Wilde je altijd al wiskundedocent worden? Al vanaf vrij jonge leeftijd wist ik zeker dat ik docent wilde worden, ik wist alleen nog niet welk vak. Ik was wel goed in de bètavakken. Wiskunde was niet het vak wat ik het leukst vond, maar ik begreep het wel goed. En met de tienen viel het wel mee hoor.
Naam: Amy Besamusca Nieuw in de functie van: Wiskundedocent in de brugklas, vwo-2 en vwo-4 Leeftijd: 24 Woonachtig in: Zeist
Besamusca, dat is een opvallende achternaam. Waar komt hij vandaan? Oorspronkelijk uit Italië, maar toen werd hij anders geschreven. Ik ben zelf niet Italiaans, dit gaat al generaties terug.
En, wat is je eerste indruk van De Breul? Reageert meteen enthousiast. Ik vind het leuk dat leerlingen op de Breul erg betrokken zijn in de school. Dat zie je aan dingen als BKKL’ers, de VLIB maar ook hoe de Halloweenparty georganiseerd wordt. Het komt op mij over als een leuke school! Met de leraren kan ik het goed vinden en ook de wiskundesectie is erg leuk. Mevrouw Holst kende ik al, want die woont naast mij!
Wat heb je in de zomervakantie gedaan? Ik ben naar Drenthe geweest met mijn familie. Niet zo spetterend dus! Wat voor dingen doe je in je vrije tijd? Ik ben eigenlijk een combinatie van bèta en kunst. Ik doe veel met beeldende kunst en muziek, en dan vooral folkloredansen. Daarnaast speel ik ook piano en gitaar, en zing ik. Het feit dat ik goed ben ik bètavakken en veel met kunst doe, lijkt een vreemde combinatie, maar dat is er een die wel vaker voorkomt. Het heeft ermee te maken dat beide in dezelfde hersenhelft ontwikkeld worden.
Heb je nog een droom voor de toekomst? Een droom... tja, ik zou graag uiteindelijk niet alleen lesgeven maar ook meer willen betekenen in het onderwijs in Nederland. Maar voorlopig ben ik me nog aan het oriënteren en mijn onderwijsvaardigheden aan het verbreden.
Laura en Elise
Wat voor studie heb je gedaan? Ik heb een wiskundedocent-opleiding gedaan nadat ik eerst wiskunde had gestudeerd. Nu zit ik in mijn zesde studiejaar. Ik heb ook nog een halfjaar in de Verenigde Staten gestudeerd vlakbij Boston. Daar heb ik ook lesgegeven. Uiteindelijk wil ik ook nog mijn natuurkundebevoegdheid halen, want dat heb ik ook gestudeerd.
19
Zie voor deel 2 het volgende bestand op de site.
20