Afvalwaterplan Limburgse Peelen Samenwerking in de afvalwaterketen
Gemeente Leudal Gemeente Nederweert Gemeente Maasgouw Gemeente Peel en Maas Waterschap Peel en Maasvallei / Waterschapsbedrijf Limburg Gemeente Weert Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 12 maart 2012
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Verantwoording
Titel
:
Afvalwaterplan Limburgse Peelen
Subtitel
:
Samenwerking in de afvalwaterketen
Projectnummer
:
307994
Referentienummer
:
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc
Revisie
:
d2
Datum
:
12 maart 2012
Auteur(s)
:
ir. Karst Jan van Esch, dr. ir. Aad J. Oomens
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
projectgroep
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
Karst Jan van Esch
Grontmij Nederland B.V. De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 2 van 53
Inhoudsopgave
Samenvatting ............................................................................................................................. 5 1 1.1 1.2
Inleiding.................................................................................................................... 12 Aanleiding ................................................................................................................ 12 Leeswijzer ................................................................................................................ 13
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Context: de afvalwaterketentaken ........................................................................... 14 Primair doel afvalwaterketenzorg en visie ............................................................... 14 De afvalwaterketen .................................................................................................. 15 Ontwikkelingen......................................................................................................... 16 De verschillende afvalwaterstromen........................................................................ 18
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Doelstellingen en ambitiebesluiten .......................................................................... 20 Algemeen................................................................................................................. 20 Doelstellingen voor de 4 afvalwaterketentaken ....................................................... 20 Benutten van samenhang door samenwerking ....................................................... 21 Stedelijk afvalwater .................................................................................................. 22 Zuivering van stedelijk afvalwater............................................................................ 23 Hemelwater .............................................................................................................. 23 Grondwater .............................................................................................................. 25 Financiën: rioolheffing.............................................................................................. 26 Gevolg beleidskeuzen.............................................................................................. 27
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Samenwerking ......................................................................................................... 28 Algemeen................................................................................................................. 28 Doel samenwerking ................................................................................................. 28 Proces ...................................................................................................................... 29 Operationele taken................................................................................................... 30 Omgaan met vervanging en relining (investeringen)............................................... 32 Overige afspraken.................................................................................................... 34 Besparingen............................................................................................................. 35
5 5.1 5.2
Maatregelen “van helder naar schoon water” .......................................................... 36 Algemeen................................................................................................................. 36 Besparingen............................................................................................................. 37
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Actieprogramma....................................................................................................... 38 Algemeen................................................................................................................. 38 Acties ....................................................................................................................... 38 Korte karakterisering acties ..................................................................................... 39 Verdeling externe kosten ......................................................................................... 45 Tijdsbeslag............................................................................................................... 46 Besparingen (minder meer) ..................................................................................... 46
7 7.1 7.2
Consequenties van de besparingen (minder meer) ................................................ 47 Algemeen................................................................................................................. 47 Besparing gebiedsbreed van 10%........................................................................... 47
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 3 van 53
Inhoudsopgave (vervolg)
7.3 7.4
Consequenties voor de prognoses van de rioolheffingen ....................................... 47 Aandachtspunten ..................................................................................................... 48
8
Vervolg: het organiseren van de samenwerking ..................................................... 50
Bijlage 1:
Afspraken standaardlevensduren, eenheidsprijzen c.a.
Bijlage 2:
Actielijst Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen
Bijlage 3:
Wetsteksten
Bijlage 4:
Gevoerde overleggen samenwerkingstraject 2011
Bijlage 5:
Maatregelen "Van helder naar schoon water"
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 4 van 53
Samenvatting
Vertrekpunt Het gezamenlijk opstellen van beleid en beleidsuitgangspunten voor de afvalwaterketen in een afvalwaterplan is een eerste stap op weg naar verdergaande, structurele samenwerking. De gemeenten
° ° ° ° ° °
Leudal (37.000 inwoners) Maasgouw (24.000 inwoners) Nederweert (17.000 inwoners) Peel en Maas (43.000 inwoners) Weert (48.000 inwoners) en 1
het Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschapsbedrijf Limburg hebben het plan opgevat om gezamenlijk en in samenwerking nieuwe plannen op te stellen voor de afvalwaterketen: Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen. Samenwerken is belangrijk om de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011 te kunnen bereiken: een aanzienlijke beperking van de stijging van de kosten in 2020. De Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen heeft drie belangrijke doelstellingen:
• 10% kostenbesparing gebiedsbreed ten opzichte van de huidige GRP’n; • het vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven: door specialisatie van taken binnen de organisaties kan de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven worden verhoogd
• het verminderen van de personele kwetsbaarheid van de eigen organisatie; over de organisaties heen ontstaat een goed beeld van de afvalwaterketen binnen onze regio en de specifieke lokale aandachtspunten. Dit maakt het mogelijk in voorkomende gevallen elkaar te ondersteunen of (deels) te vervangen bij planvorming en uitvoering van watertaken. Vertaald in ambities: 1) Samenhang in de afvalwaterketen is het vertrekpunt voor samenwerking (gemeenten en waterschap zijn gelijkwaardige partners!). Inbreng van burgers en bedrijven is hierbij van belang, zeker als het gaat om preventie. Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) wordt in dit project nog niet direct betrokken, maar neemt wel deel aan het provinciale samenwerkingsverband Waterpanels Limburg. Bij de invulling van het vastgestelde beleid zal de samenwerking met WML op1
Hoewel Maasgouw deels in het gebied van Waterschap Roer en Overmaas ligt, was dit waterschap geen actieve deelnemer in het Afvalwaterplan. Terugkoppeling over het GRP heeft voor zover nodig separaat plaatsgevonden.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 5 van 53
Samenvatting
nieuw aan de orde worden gesteld. Samenwerking heeft kostenbesparing tot doel. 10% gebiedsbreed ten opzichte van de huidige GRP’n is het uitgangspunt. Visie en ambities Basis voor het afvalwaterplan is een gedeelde en gezamenlijke visie op de afvalwaterketen op lange termijn (weergegeven in de kaders). De onderdelen van de visie zijn verwoord in ambities. Het zodanig duurzaam omgaan met afvalwater dat we verschillende afvalwaterstromen (huishoudelijk, bedrijfsafvalwater, hemelwater en grondwater) scheiden en verontreiniging voorkomen. Alle bruikbare componenten (mineralen, energie, schoon water) in het afvalwater gebruiken we. Wat we niet kunnen hergebruiken, brengen we (lokaal) in het milieu terug, na eventueel lokaal behandeld te zijn. Reststromen die dan nog overblijven, behandelen we in de zuiveringsinstallatie waarna ze in het milieu worden gebracht. De zuiveringsinstallatie werkt hierbij volgens de best beschikbare technieken, waarbij zo min mogelijk reststoffen overblijven en zo min mogelijk energie wordt gebruikt. Gemeente, waterschap en perceeleigenaar hebben in de afvalwaterketen een gedeelde verantwoordelijkheid. Vertaald in ambities: 2) Door betrokken partijen wordt afvalwater, zeker op de lange termijn, beschouwd als een potentiële bron van energie en grondstoffen (beleid wordt hierop afgestemd). In dit kader is ook het gebruik van doelwater ( water dat wordt gebruikt voor een speciaal doel) relevant
Bij het verwerken van afvloeiend hemelwater spelen het klimaat en de openbare ruimte een belangrijke rol. We vinden het belangrijk dat schoon afvloeiend hemelwater altijd bovengronds wordt aangeboden. Daardoor raken de ruimtelijke ordening en de hemelwaterzorg steeds meer “verweven”. Door optimaal gebruik te maken van de openbare ruimte zijn we goed toegerust om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Vertaald in ambities: 3) Betrokken partijen zijn het erover eens dat negatieve effecten van afvalwater (in principe) niet worden afgewenteld. 4) Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de verwerking van hemelwater afkomstig van eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Daarbij geldt eerst overtuigen, daarna pas afdwingen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 6 van 53
Samenvatting
Water in de grond is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke manier willen laten functioneren. Nieuwe hinder wordt voorkomen en op langere termijn is bestaande hinder weggenomen. Vertaald in ambities: 5) Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor grondwater op eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Onderzoek in dit kader zal samen met het waterschap worden opgezet.
Wij voeren de zorg voor de afvalwaterketen zó uit dat de volksgezondheid wordt beschermd, een goede leefomgeving wordt bevorderd en schade aan het milieu wordt voorkomen. We houden de kosten hiervoor zo laag mogelijk en werken waar mogelijk en zinvol samen, met elkaar, maar mogelijk ook met andere partijen Vertaald in ambities: 6) Uitgaande van de bezuinigingsopdracht van 10% gebiedsbreed (ten opzichte van de voornemens en kosten in de huidige GRP’n) wordt door betrokken partijen besloten dat de financiële uitgangspunten van de gemeenten zoveel mogelijk gelijk moeten zijn, wat overigens niet betekent dat elke gemeente ook een gelijke heffing krijgt. Deze ambities zijn medio 2011 door de colleges van B&W van de gemeenten en het DB van het waterschap vastgesteld. Samenwerking De afgelopen maanden is gewerkt aan het bouwen aan de samenwerking. Daartoe zijn werkwijzen geanalyseerd en samen besproken, zijn verschillen in aanpak zichtbaar gemaakt en zijn ambities, doelen en uitgangspunten op elkaar afgestemd. Hierdoor is de basis gelegd om doelmatigheidswinst te realiseren. Op de samenwerkingstrap (bron: Leertouwer, Van Dijck en U (2010)) hebben we zo het stadium vertrouwen weten te realiseren met elkaar. Opbrengsten samenwerking De samenwerking levert ook de eerste concrete resultaten op. Voor het operationeel beheer gaat het dan vooral om het hanteren van gezamenlijke uitgangspunten, standaardlevensduren en eenheidsprijzen. Daarmee is de basis gelegd om meer te gaan uitwisselen en doelmatigheidsverbetering te gaan vastleggen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 7 van 53
Samenvatting
Voor de investeringen gaat het vooral om de langcyclische processen zoals vervanging en renovatie. Gezamenlijke uitgangspunten zijn vastgelegd over:
•
een andere manier van plannen van vervanging: van “objectgestuurd” naar wijkgericht;
• •
verlenging van de te verwachten levensduur voor de vrijvervalriolen;
•
relining als volwaardig alternatief voor vervanging voor een overwogen deel van de riolen;
• •
de te hanteren eenheidsprijzen voor het ramen van de kosten;
ruimtelijke ontwikkelingen zijn vaak een reden om riolering toch eerder te vervangen. Als riolering voortijdig wordt vervangen, gaan we er van uit dat afboekingen worden gedragen door de ruimtelijke ontwikkeling.
omdat rioleringswerken in combinatie met werken aan wegen en openbaar groen plaatsvinden, is afgesproken dat 10% van het budget op basis van de Leidraad Rioleringprijzen (zoals dat in de GRP’n is opgenomen) wordt opgebracht vanuit de 2 budgetten voor wegen en openbaar groen .
Aan het eind van deze samenvatting is een aantal beslispunten hierover weergegeven. Op grond van de verkregen inzichten en kennis is voor alle gemeenten jaarlijks een lager bedrag voor vervangingskosten geraamd! In totaal bedraagt het voordeel € 2,3 miljoen per jaar. Ook voor de uitvoering van de maatregelen “van helder naar schoon water” kon voordeel worden verkregen, een besparing van 5%, door inzet van de beschikbare kennis en ervaring. Deze aanpak is al toegepast in Weert en Nederweert, voor de drie overige gemeenten is het voordeel becijferd : Leudal € 298.000, Maasgouw € 316.000 en Peel en Maas € 417.000 (over de periode tot en met 2021). Actieprogramma De afspraken over beleidsuitgangspunten en gerealiseerde besparingen zijn slechts de eerste stap. De gezamenlijke analyse heeft een aantal belangrijke samenwerkingsmogelijkheden zichtbaar gemaakt, waarvoor 33 acties zijn benoemd. Voor een groot deel betreffende acties gezamenlijk onderzoek, waarmee de beste werkwijzen moeten worden bepaald. Daarna kan de daadwerkelijke besparing op operationele taken zijn beslag krijgen. Het actieprogramma is in de Tabel A weergegeven. Om het geheel in tijd en benodigde inspanning realiseerbaar te maken, hebben we de acties geprioriteerd.
2
Het kan zijn dat de verdeling bij concrete projecten op basis van besteksramingen anders is. De komende jaren wordt onderzocht hoe in de praktijk wordt overgegaan naar de 90/10 verdeling . Dit geldt bijvoorbeeld voor Maasgouw.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 8 van 53
Samenvatting
Tabel A: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen
We stellen voor om een gezamenlijk afvalwaterteam in te stellen dat de verantwoordelijkheid krijgt voor de uitvoering van het actieprogramma in de planperiode en de aanstelling van een programmanager die de voortgang en de samenhang moet bewaken. Naast de inzet van eigen personeel is ook de externe inhuur van specialistische kennis noodzakelijk voor een aantal acties. De acties zijn voorzien van een (globale) raming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen. Waterschap Peel en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit een algemeen budget dat al worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap (inclusief WBL) een aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten. Waar nodig zullen projecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen van het waterschap worden voorgelegd. Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemeenten. De kosten zijn in de kostendekkingsberekeningen in de GRP’n opgenomen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 9 van 53
Samenvatting
Er is berekend wat het de individuele partijen had gekost als het onderzoek dat nu gezamenlijk is afgesproken, individueel had gekost. Het totaal aan externe kosten bij gezamenlijke acties is begroot op € 1,5 miljoen. Als elke partij de acties afzonderlijk zou uitvoeren, zouden de totale kosten circa € 2,2 miljoen bedragen. Het brutovoordeel van de samenwerking bedraagt dus € 0,7 miljoen euro in de periode 2012-2016. Voor de uitvoering van de acties is in de jaren 2012-2016 extra inzet van personeel nodig. De kost gaat hier duidelijk voor de baat uit. Gemiddeld is per jaar een extra inzet nodig van 20 dagen per partij. Deze inzet is cruciaal voor het verder uitbouwen van de samenwerking. Het is van groot belang deze extra inzet bij het management van de verschillende organisaties door bestuurlijke besluitvorming goed te borgen. Rekening houdend met de extra personele inzet, bedraagt het nettovoordeel € 0,4 miljoen. Besparing 10% gebiedsbreed Deze doelstelling van 10% besparing gebiedsbreed ten opzichte van de oude GRP‘n hebben we gehaald. Alleen al door de verandering van vervangingsstrategie is dit bereikt. Daarbij komende de geraamde besparingen op de maatregelen “van helder naar schoon water” (5% op de investeringen) en de besparingen op de operationele taken die de komende jaren na het uitvoeren van de acties duidelijk zullen worden. Gevolgen voor de heffing De raming van de besparingen zijn verwerkt in de gemeentelijke rioleringsplannen en de daarbij behorende rioolheffingsberekeningen. Voor alle gemeenten komen we nu tot lagere heffingen dan in de oude GRP’n was voorzien. Leudal, Maasgouw en Peel en Maas hoeven (veel) minder te stijgen dan eerst was voorzien, Nederweert en Weert kunnen de rioolheffingen zelfs verlagen. Vermindering van de personele kwetsbaarheid Bij de deelnemende gemeenten wordt, op basis van een eerste globale inventarisatie, een capaciteitstekort van 20 – 30 % ervaren. Jaarlijks wordt 25 – 30 miljoen door de vijf samenwerkende gemeenten omgezet in de afvalwaterketen. De ambitie van de samenwerking is om tenminste 10 % kostenreductie te bereiken (2,5 – 3 miljoen per jaar). Deze ambitie kan alleen werkelijkheid worden als de personele kwetsbaarheid wordt opgelost. Er zijn 3 strategieën te onderkennen die hierbij helpen: Schaalvergroting en standaardisering. Dit heeft vorm gekregen door als vijf gemeenten en waterschap/WBL de krachten te bundelen en gezamenlijk en met een goede taakverdeling de noodzakelijke opgaven aan te pakken. Optimaliseren van de huidige inzet van mensen en middelen. Dit moet nog plaatsvinden door de huidige werkprocessen door te lichten en te optimaliseren. Het organiseren van ontbrekende capaciteit die vereist is voor het tot stand brengen van de noodzakelijke resultaten. Het geprioriteerde project 33 “Vermindering personele kwetsbaarheid van de samenwerking” zal inzicht geven in de vereiste capaciteit en de optimale werkorganisatie.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 10 van 53
Samenvatting
Besluit Gevraagd wordt om dit Afvalwaterplan Limburgse Peelen vast te stellen. Daarbij hebben we de volgende expliciete beslispunten (in de hoofdtekst in de kantlijn gemarkeerd): 1. 2a. 2b: 2c: 3 4.
5.
Instemming met de Visie Afvalwaterketen lange termijn; Instemmen met een meer wijkgericht aanpak van de vervanging van riolen; Instemmen met een bijdrage vanuit de budgetten voor onderhoud groen en wegen van 10% of anders omschreven; Instemmen met een aanpak waarbij niet alles wordt vervangen, maar ook relining als volwaardig alternatief wordt beschouwd; Instemmen met de toepassing van de “Weerter-methode” voor het bepalen van maatregelen “van helder naar schoon water”; Instemmen met het actieprogramma met 33 acties (a) en de daarbij behorende kosten (b) en extra personele inzet van circa 20 dagen per partner per jaar voor 2012-2016 (c); Instemmen met het instellen van een Afvalwaterteam Limburgse Peelen en een programmamanager als voorzitter van het Afvalwaterteam.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 11 van 53
1
Inleiding
1.1 Aanleiding Samenwerking in de afvalwaterketen staat volop in de belangstelling. Op Rijksniveau is aan de hand van het “feitenonderzoek” geconcludeerd dat er doelmatigheidswinst is te behalen door als gemeenten onderling en met het waterschap meer samen te werken. Een eerste stap op weg naar verdergaande, structurele samenwerking is het gezamenlijk opstellen van beleid en beleidsuitgangspunten voor de afvalwaterketen. Vanuit deze stap kunnen de komende jaren operationele voordelen worden behaald en omgezet in lagere maatschappelijke kosten (doelmatigheidswinst). De gemeenten - Leudal (37.000 inwoners) - Maasgouw (24.000 inwoners) - Nederweert (17.000 inwoners) - Peel en Maas (43.000 inwoners) - Weert (48.000 inwoners) en 3 - het Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschapsbedrijf Limburg hebben het plan opgevat om gezamenlijk en in samenwerking nieuwe plannen op te stellen voor de afvalwaterketen: Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen. Samenwerken is belangrijk om de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011 te kunnen bereiken: een aanzienlijke beperking van de stijging van de kosten in 2020. De gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer (10.33a) en de Waterwet (3.5 en 3.6) drie zorgplichten (Zie ook Bijlage 3): 1. zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; 2. zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; 3. zorgplicht voor grondwatermaatregelen (onder voorwaarden). Het waterschap heeft op grond van de Waterwet (3.4) een 4. zorgplicht voor (transport en) zuivering van stedelijk afvalwater. De exploitatie van transportsysteem en zuiveringen is door het waterschap Peel en Maasvallei ondergebracht bij het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). De gemeentelijke zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een resultaatsverplichting waarbij een beperkte keuze mogelijk is. Gemeenten moeten stedelijk afvalwater inza3
Hoewel Maasgouw deels in het gebied van Waterschap Roer en Overmaas ligt, was dit waterschap geen actieve deelnemer in het Afvalwaterplan. Terugkoppeling over het GRP heeft voor zover nodig separaat plaatsgevonden.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 12 van 53
Inleiding
melen en transporteren naar het overdrachtspunt met het waterschap/WBL. Dat moet met een vuilwaterriool, maar een alternatief is mogelijk mits eenzelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. Ook de zuivering van stedelijk afvalwater in de rioolwaterzuiveringsinrichtingen is aan strikte regels gebonden. In de bedrijfsvoering zijn echter wel keuzes mogelijk. De zorgplichten voor het hemel- en het grondwater hebben het karakter van een inspanningsverplichting, waarbij de gemeente bij de uitvoering van hun taak de beleidsvrijheid heeft die aanpak te kiezen die zij, gelet op de lokale omstandigheden, doelmatig vindt. De gemeente is niet gehouden te allen tijde het afvloeiende hemelwater in te zamelen, bijvoorbeeld in het geval van extreme buien. Van de gemeenten wordt verwacht dat er keuzes over de zorgplichten worden gemaakt die worden vastgelegd in een GRP, of zoals in deze samenwerking, in dit Afvalwaterplan. Dit “Afvalwaterplan” gaat over de relatie tussen de riolering en de zuiveringen (Meijel, Panheel, Venlo, Susteren, Roermond en Weert), over gezamenlijke uitgangspunten en over de mogelijkheden en voordelen van verdergaande samenwerking. De regio wil daadwerkelijk een stap zetten op weg naar verdergaande samenwerking met als doel om effectiever en efficiënter de maatschappelijke middelen in te zetten.
1.2 Leeswijzer In dit Afvalwaterplan gaan we eerst in op de context waarbij we de afvalwatertaken benoemen, ingaan op de relatie van de afvalwaterketen met de “omgeving” en de belangrijke ontwikkelingen schetsen. Hoofdstuk 3 gaat in op de doelstellingen van de afvalwaterketen en de beleidskeuzen die daarin mogelijk zijn. De ambitiebesluiten zoals die in juni 2011 door de bestuurders zijn vastgesteld, komen hierin terug. Hoofdstuk 4 geeft het proces weer dat we de afgelopen negen maanden hebben doorlopen, op zoek naar samenwerkingsmogelijkheden. In hoofdstuk 5 komen de maatregelen aan bod voor het programma “van helder naar schoon water”. Hoofdstuk 6 gaat in op het actieprogramma met de gezamenlijke acties die de komende planperiode worden uitgevoerd, en die gaan leiden tot verdergaande besparingen. Hoofdstuk 7 tot slot gaat in op de consequenties van de nu al bereikte besparingen ten opzichte van de oude situatie en de gevolgen voor de rioolheffingen van de individuele gemeenten. Hoofdstuk 8 biedt een vooruitblik op het organiseren van de samenwerking. De afspraken uit dit Afvalwaterplan zijn verwerkt in de GRP’n voor de gemeenten Peel en Maas en Weert en in de GRP-notities (aanvullingen op de bestaande GRP’n) voor de gemeenten Leudal, Maasgouw en Nederweert. Voor de gemeente Peel en Maas moet binnen dit GRP de harmonisatieslag worden gemaakt. Op technisch en financieel terrein is dit in het Afvalwaterplan en in het gemeentelijk rioleringsplan meegenomen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 13 van 53
2
Context: de afvalwaterketentaken
2.1 Primair doel afvalwaterketenzorg en visie De primaire doelen van de afvalwaterketenzorg (riolering + zuivering) zijn:
• • • •
Het beschermen van de volksgezondheid; Het bijdragen aan schoon water (van “helder” naar “schoon” water); Het zorgen voor droge voeten; Het bijdragen aan een goed en duurzaam leefmilieu.
De kijk op afvalwater is aan het veranderen. Tot voor kort werd al het afvalwater gezien als afvalstof die we, met het oog op de volksgezondheid, snel uit onze directe leefomgeving moeten verwijderen. Dit beeld verandert. In afvalwater zitten nuttige grondstoffen en energie die kunnen worden (her)gebruikt. In woorden omschrijven we de visie op de afvalwaterketen als:
Beslispunt 1
VISIE Afvalwaterketen lange termijn Het zodanig duurzaam omgaan met afvalwater dat we verschillende afvalwaterstromen (huishoudelijk, bedrijfsafvalwater, hemelwater en grondwater) scheiden en verontreiniging voorkomen. Alle bruikbare componenten (mineralen, energie, schoon water) in het afvalwater gebruiken we. Wat we niet kunnen hergebruiken, brengen we (lokaal) in het milieu terug, na eventueel lokaal behandeld te zijn. Reststromen die dan nog overblijven, behandelen we in de zuiveringsinstallatie waarna ze in het milieu worden gebracht. De zuiveringsinstallatie werkt hierbij volgens de best beschikbare technieken, waarbij zo min mogelijk reststoffen overblijven en zo min mogelijk energie wordt gebruikt. Gemeente, waterschap en perceeleigenaar hebben in de afvalwaterketen een gedeelde verantwoordelijkheid. Bij het verwerken van afvloeiend hemelwater spelen het klimaat en de openbare ruimte een belangrijke rol. We vinden het belangrijk dat schoon afvloeiend hemelwater altijd bovengronds wordt aangeboden. Daardoor raken de ruimtelijke ordening en de hemelwaterzorg steeds meer “verweven”. Door optimaal gebruik te maken van de openbare ruimte zijn we goed toegerust om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Water in de grond is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke manier willen laten functioneren. Nieuwe hinder wordt voorkomen en op langere termijn is bestaande hinder weggenomen. Wij voeren de zorg voor de afvalwaterketen zó uit dat de volksgezondheid wordt beschermd, een goede leefomgeving wordt bevorderd en schade aan het milieu wordt voorkomen. We houden de kosten hiervoor zo laag mogelijk en werken waar mogelijk en zinvol samen, met elkaar, maar mogelijk ook met andere partijen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 14 van 53
Context: de afvalwaterketentaken
2.2 De afvalwaterketen De afvalwaterketen staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van de gehele waterketen (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering) en heeft relaties met het watersysteem.
Figuur 2-1: relatie (afval)waterketen en watersysteem
De samenhang tussen de riolering en RWZI (de afvalwaterketen) en het watersysteem is belangrijk omdat de aanvoer vanuit de riolering ook de werking van de RWZI en daarmee de effluentlozing beïnvloedt. Daarnaast wordt de relatie met de ruimtelijke omgeving steeds belangrijker niet alleen omdat riolering een onlosmakelijk onderdeel vormt van de openbare ruimte maar ook omdat in die openbare ruimte gezocht moet worden naar mogelijkheden om wateroverlast te beperken. De afvalwaterketen heeft vooral via het hemelwater relaties met het watersysteem: afvloeiend hemelwater wordt via regenwateruitlaten of via overstorten (veelal de huidige situatie, gemengd met huishoudelijk afvalwater) geloosd op oppervlaktewater of bereikt via infiltratie het grondwater. Maar ook het gezuiverde stedelijke afvalwater wordt vanuit de zuiveringen geloosd op oppervlaktewater. Overtollig grondwater kan via drainage of open water worden ingezameld en afgevoerd. Voorkeursvolgorde Figuur 2-2 geeft de voorkeursvolgorde aan voor het omgaan met afvalwater, zoals opgenomen in de Wet milieubeheer (10.29a). In de toekomst zal hieraan kunnen worden toegevoegd: “het hergebruiken van nuttige stoffen uit het afvalwater”. Deze voorkeursvolgorde is overigens geen wettelijke verplichting tot gescheiden riolering. Deze afweging wordt op lokaal niveau gemaakt.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 15 van 53
Context: de afvalwaterketentaken
Figuur 2-2: Voorkeursvolgorde afvalwater
2.3
Ontwikkelingen
2.3.1 Klimaatbestendigheid Ons klimaat is duidelijk aan het veranderen. Nut en noodzaak om het klimaatvraagstuk aan te pakken staan politiek eigenlijk niet meer ter discussie. De gemiddelde temperatuur stijgt en heeft ook duidelijk invloed op de jaarlijkse neerslag en de neerslag (zie figuren hieronder)
Figuur 2-3: Klimaatontwikkeling
Het KNMI heeft in 2006 een viertal klimaatscenario’s gepresenteerd. In elk van deze scenario’s is een aantal gemeenschappelijke kenmerken te zien:
• de opwarming zet door en zorgt voor zachtere winters en warmere zomers; • de winters worden gemiddeld natter en ook extreme neerslaghoeveelheden komen vaker voor;
• de hevigheid van buien in de zomer neemt toe, maar het aantal regendagen daalt; • perioden van langdurige droogten zullen vaker voorkomen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 16 van 53
Context: de afvalwaterketentaken
De capaciteit van onze ondergrondse leidingsystemen is beperkt. (Tijdelijke) opvang van extreme neerslag vraagt om oplossingen in de openbare ruimte en in het watersysteem. Het ontwerp van de openbare ruimte moet structureel aangepast worden om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Dit proces wordt adaptatie aan klimaatverandering genoemd. We moeten onderzoeken hoe de gevolgen van extremere neerslag, maar ook van langdurige droogtes kunnen worden opgevangen. 2.3.2 Vervangingsopgave De Benchmark Rioleringszorg maakt duidelijk dat de komende jaren een aanzienlijke stijging optreedt e in de (1 ) vervanging van riolering.
Figuur 2-4: Eerste vervangingsgolf riolering Nederland
De opgave is daarmee ook groter dan de realisatie over de laatste jaren. In de voorbereiding en uitvoering zal dit de nodige aandacht vragen. Dit geldt overigens niet voor iedere gemeente binnen onze samenwerking; Nederweert heeft een jonger stelsel, vervanging komt daar pas over tien, twintig jaar aan de orde. Weert en Peel en Maas middelen de vervangingsinvesteringen uit, waardoor de pieken zijn afgevlakt.
2.3.3 Duurzaamheid Afvalwater werd tot enkele jaren terug vooral gezien als afvalstof. Het besef groeit dat afvalwater niet langer alleen als afvalstof gezien kan en mag worden maar dat het ook als grondstof kan dienen. Daarbij wordt gekeken naar het terugwinnen van energie uit afvalwater, de energiefabriek, maar ook de mogelijkheden om fosfaten terug te winnen. Dat laatste kan zowel aan de bron, door gescheiden urine-inzameling, als op het eind bij de zuivering of slibverwerking. Op verschillende plaatsen in Nederland zijn proefprojecten gestart. Ook in de wetgeving wordt hier al, zij het voorzichtig, op ingespeeld. In de Wet milieubeheer is bijvoorbeeld een voorkeursvolgorde voor omgang met afvalwater opgenomen. Figuur 2-5: verdeling fosfaat over onderdelen afvalwater
Ook krijgt het verwijderen van medicijnresten en hormoonverstorende stoffen steeds meer aandacht. Kortom, de manier
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 17 van 53
Context: de afvalwaterketentaken
waarop wij met ons afvalwater én met de afvalwaterketen omgaan, wordt steeds belangrijker. De komende generaties mogen geen “last” krijgen van de keuzes die we nú maken. 2.3.4 Bezuinigingen: minder meer De economische ontwikkelingen maken dat steeds minder geld beschikbaar is. Politiek is er een sterke aandacht voor lastendruk. Het maakt dat we nog duidelijker en transparanter moeten onderbouwen welke investeringen nodig zijn: Doen we de goede dingen en doen we die dingen goed? Het proces om te komen tot dit Afvalwaterplan was en is er op gericht om antwoord te geven op de vraag: “doen we de goede dingen goed”. Door deze vraag te beantwoorden zijn best practises opgespoord en doelmatigheidswinsten geboekt. 2.3.5 Samenwerking In navolging van artikel 3.8 Waterwet en de afspraken in het Bestuursakkoord Water van 2011, is samenwerking in de afvalwaterketen noodzaak om doelmatigheidswinst te behalen. In het kader van deregulering is de rijksoverheid al enige jaren bezig vergunningen en regels af te schaffen (minder landelijke normen). In plaats daarvan moet meer een lokale invulling plaatsvinden, zodat maatwerk kan worden geleverd. De consequentie is dat steeds meer samenwerking nodig is en onderling afspraken moeten worden gemaakt. Hierop wordt in de navolgende hoofdstukken uitgebreid ingegaan.
2.4 De verschillende afvalwaterstromen De zorgplichten voor gemeenten en waterschap hebben betrekking op verschillende afvalwaterstromen. Elke afvalwaterstroom heeft zijn eigen kenmerken en vrijheidsgraden. Stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater is huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Dit afvalwater moet worden ingezameld, getransporteerd en vervolgens gezuiverd in een RWZI. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor inzamelen en transporteren van afvalwater, door middel van een vuilwater riool of een alternatief met een zelfde graad van milieubescherming (bijvoorbeeld een IBA). Het waterschap (i.c. het waterschapsbedrijf) is verantwoordelijk voor de zuivering van het stedelijke afvalwater; daarbij zijn ze gehouden aan bijvoorbeeld strenge effluenteisen. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is dus een resultaatsverplichting met weinig vrijheidsgraden: inzamelen, transporteren en zuiveren is het devies. Bij de zorg voor stedelijk afvalwater wordt gekeken naar de afvalwaterketen als geheel, eventueel over de gemeentegrenzen heen. De aanvoer van stedelijk afvalwater beïnvloedt het zuiveringsproces. Maatregelen kunnen op verschillende plaatsen worden genomen: in het stelsel of op de zuivering. In de afgelopen jaren zijn daarvoor optimalisatiestudies (OAS-en) uitgevoerd: hoe en waar kunnen we het beste maatregelen treffen om aan de gestelde doelen te voldoen?
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 18 van 53
Context: de afvalwaterketentaken
Hemelwater De gemeenten zijn verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. De hevigere buien die door de klimaatverandering gaan vallen, kunnen niet meer alleen door het buizenstelsel in de grond – de riolering – worden verwerkt. De ruimte (openbaar en wellicht ook particulier) gaat daarom een steeds belangrijkere rol spelen bij het zoeken naar mogelijkheden om wateroverlast te beperken. De gemeenten stemmen af met het waterschap en zijn aanspreekpunt voor de burger en behandelen hemelwaterklachten. Grondwater Grondwater is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke manier willen laten functioneren. In de gemeenten komen situaties voor waarbij het gewenste gebruik en de aanwezigheid van grondwater elkaar hinderen. Zo kan een te hoog grondwaterpeil leiden tot grondwateroverlast, bijvoorbeeld in de vorm van water in kelders en andere vochtproblemen. Ook kunnen problemen ontstaan als gevolg van te ‘laag’ grondwater: grondwateronderlast. Dit kan leiden tot verrotting van houten funderingen, met het risico op verzakking of instorting van de gebouwen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om, voor zover doelmatig, maatregelen in de openbare ruimte te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Het waterschap kan door het oppervlaktewaterpeil ook invloed uitoefenen op de grondwaterstand. De gemeenten zijn het eerste aanspreekpunt voor de burger en behandelen grondwaterklachten (Waterloket). Gemeenten zijn evenwel niet verantwoordelijk voor het nemen van bouwkundige maatregelen om het probleem van binnentredend grondwater in kelders e.d. op te heffen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 19 van 53
3
Doelstellingen en ambitiebesluiten
3.1 Algemeen In het verleden werd, en ook nu hebben we riolering en rioolwaterzuiveringsinrichtingen (RWZI) aangelegd om: • de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; de zuivering ervan zorgt ervoor dat het oppervlaktewater (als bron voor onder andere drinkwater) niet onnodig wordt vervuild. • de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; • de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen en de zuivering van afvalwater in RWZI’s wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodemof oppervlaktewater voorkomen. In ambitiebesluiten hebben we vastgelegd hoe we de zorg voor de afvalwaterketen de komende jaren gaan invullen. Deze ambitiebesluiten zijn richtinggevend voor het actieprogramma en de maatregelen en voor de doelstellingen in de GRP’n en GRPnotities. De ambitiebesluiten zijn door alle colleges van de gemeenten en het DB van het waterschap vastgesteld.
3.2 Doelstellingen voor de 4 afvalwaterketentaken De algemene doelstelling is een goedwerkende robuuste afvalwaterketen die voldoet aan de gestelde uitgangspunten en leidt tot helder én schoon water, droge voeten en een goed en duurzaam leefmilieu. Concreet betekent dit dat: 1. De technische staat van de riolering en zuiveringsinstallaties in orde is: a. correcte aansluiting van particulieren, bedrijven en overige organisaties; b. hoge stabiliteit en betrouwbaarheid; c. goede afstroming. 2.
De riolering en de zuivering naar behoren functioneren: a. het geheel aan voorzieningen heeft voldoende capaciteit voor zowel de afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater als de afvoer van hemelwater; b. de lozingen op het oppervlaktewater zijn beperkt en ‘schoon’; c. de gemeente treft in openbaar gemeentelijk gebied maatregelen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen of beperken. d. het waterschap treft in het watersysteem maatregelen om het geloosde water goed af te voeren.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 20 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
Randvoorwaardelijk is dat de afvalwaterketen op effectieve wijze wordt beheerd. De doelstellingen voor effectief beheer zijn:
• • • •
klantgerichtheid; goed inzicht in toestand en functioneren; duurzame bedrijfsvoering; goede samenwerking met aanpalende (gemeentelijke) diensten en andere organisaties;
• inzicht in kosten, op korte en lange(re) termijn. In de GRP’n zijn de hoofddoelen vertaald naar doelen voor de rioleringszorg en voorzien van functionele eisen, maatstaven en meetmethoden. Juni 2011 is een aantal beleidskeuzen aan de bestuurders voorgelegd, die daarbij ambitiebesluiten hebben vastgesteld. Deze beleidskeuzen en ambitiebesluiten zijn hieronder weergegeven.
3.3 Benutten van samenhang door samenwerking Samenwerking in de afvalwaterketen biedt de mogelijkheid de samenhang in de afvalwaterketen te benutten en in te zetten:
• preventie, zorgen dat bepaalde stoffen niet in de watercyclus terecht komen; • scheiden, (afval)waterstromen scheiden om (her) te gebruiken en verontreinigde stromen te kunnen behandelen;
• capaciteit van systemen op elkaar af te stemmen (riolering, zuivering en oppervlaktewater);
• opvang van hemelwater in de openbare ruimte te realiseren; • (gerichte) behandeling van verontreinigde (deel) stromen.
Figuur 3-1: Samenhang (afval)waterketen
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 21 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
In de traditionele manier van werken, waarin riolering, zuivering en waterbeheer gescheiden taakvelden zijn, zijn de onderdelen en de daaraan gekoppelde geldstromen maatgevend voor keuzes en type maatregelen. Per definitie wordt daarbij een oplossing gekozen die niet per se voor de hele afvalwaterketen optimaal hoeft te zijn in termen van duurzaamheid, veiligheid en dienstverlening. Gebruik maken van deze unieke mogelijkheden vraagt wel om het ontwikkelen van een duidelijke visie en strategie en om kennis over de afvalwaterketen als geheel en over de raakvlakken van de onderdelen in het bijzonder. De burgers en bedrijven zullen overigens bij de uitvoering van bepaalde maatregelen moeten worden betrokken, bijvoorbeeld bij het onderdeel “preventie” (zodat bepaalde stoffen niet in de watercyclus terecht komen). Ambitiebesluit 17 juni 2011: Samenhang in de afvalwaterketen is het vertrekpunt voor samenwerking (gemeenten en waterschap zijn gelijkwaardige partners!). Inbreng van burgers en bedrijven is hierbij van belang, zeker als het gaat om preventie. Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) wordt in dit project nog niet direct betrokken, maar neemt wel deel aan het provinciale samenwerkingsverband Waterpanels Limburg. Bij de invulling van het vastgestelde beleid zal de samenwerking met WML opnieuw aan de orde worden gesteld. Samenwerking heeft kostenbesparing tot doel. 10% gebiedsbreed ten opzichte van de huidige GRP’n is het uitgangspunt.
3.4 Stedelijk afvalwater Het stedelijk afvalwater wordt door middel van vrijvervalriolering in de bebouwde kom en drukriolering in het buitengebied ingezameld en getransporteerd naar het overnamepunt van het Waterschap/WBL. Het Waterschap/WBL transporteert het afvalwater naar de RWZI waar het behandeld wordt voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd. In incidentele gevallen in het buitengebied wordt huishoudelijk afvalwater behandeld in Individuele Behandelingsinstallaties Afvalwater (IBA’s). Voor stedelijk afvalwater wordt voorgesteld afvalwater niet langer te beschouwen als afvalstof die we, met het oog op de volksgezondheid, snel uit onze directe leefomgeving moeten verwijderen. Afvalwater wordt gezien als potentiële bron van nuttige grondstoffen, energie en water, die kunnen worden gebruikt. Voor de langere termijn betekent dit de volgende uitgangspunten:
• zoveel mogelijk scheiding aan de bron van de componenten van stedelijk afvalwater;
• waar mogelijk wordt decentrale zuivering overwogen in plaats van de huidige centrale, als dit duidelijk aanwijsbare voordelen biedt:
− voor nieuwbouwsituaties zal dit worden onderzocht als volwaardig alternatief; − in bestaand gebied wordt deze verschuiving op korte tot middellange termijn niet voorzien, omdat de voordelen niet opwegen tegen de mogelijke nadelen en hogere kosten (ombouw van stelsels, verandering van stromingsrichting, ingrepen in de openbare ruimte). Ambitiebesluit 17 juni 2011: Door betrokken partijen wordt afvalwater, zeker op de lange termijn, beschouwd een potentiële bron van energie en grondstoffen
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 22 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
(beleid wordt hierop afgestemd). In dit kader is tevens het gebruik van doelwater (water dat wordt gebruikt voor een speciaal doel) relevant.
3.5 Zuivering van stedelijk afvalwater In de Waterwet, artikel 3.4 is de zuivering van afvalwater ondergebracht bij het waterschap. Het waterschap kan de exploitatie van een zuiveringsinrichting onderbrengen bij een andere partij. In Limburg is dit Waterschapsbedrijf Limburg. Voor de samenwerkende gemeenten zijn de zuiveringsinrichtingen waarnaar wordt afgevoerd Meijel, Panheel, Roermond, Venlo, Susteren en Weert. De afgelopen jaren zijn Optimalisatiestudies uitgevoerd waarmee het functioneren van de riolering en de zuiveringsinrichting op elkaar zijn afgestemd. Maatregelen moeten deels nog worden uitgevoerd. De afvalwaterketen en in het bijzonder de zuivering hebben van oudsher het primaire doel de volkgezondheid te beschermen via een veilige afvoer en verwerking van afvalwater. Daarnaast is het doel de oppervlaktewaterkwaliteit en het milieu te beschermen door het voorkomen van lozing van zuurstofbindende stoffen en nutriënten. Ook in de toekomst zal de afvalwaterketen deze primaire doelen behouden. In de komende decennia zullen echter het anticiperen op klimaatverandering en het vergroten van duurzaamheid leidend zijn bij de verdere ontwikkeling van de (afval)waterketen. Voor de langere termijn betekent dit de volgende uitgangspunten:
•
bewerkstelligen dat de afvalwaterketen geen negatieve effecten meer heeft op het watersysteem
° bij het afwegen van aanvullende maatregelen in het kader van de KRW wordt ook duidelijk naar andere verontreinigingsbronnen gekeken (landbouw, industrie)
•
voor de zuiveringsinrichtingen wordt bij nieuwbouw of grootschalige renovatie afgewogen welke stappen realiseerbaar zijn in termen van terugwinning van grondstoffen en energie uit het afvalwater
Ambitiebesluit 17 juni 2011: Betrokken partijen zijn het erover eens dat negatieve effecten van afvalwater (in principe) niet worden afgewenteld.
3.6 Hemelwater De hemelwaterzorgplicht omvat het door de gemeente aanbieden van een voorziening 4 waarin het hemelwater geloosd kan worden, als de particulier daar niet redelijkerwijs zelf voor kan zorgen. Welke voorziening dit is, maakt voor de zorgplicht niet uit, hoewel er beleidsmatig een voorkeur bestaat voor gescheiden rioleren. Die voorkeur is ook in de wet vastgelegd in de vorm van een voorkeursvolgorde (zie vorige hoofdstuk). Het is overigens geen (wettelijke) verplichting om afvalwaterstromen te scheiden.
4
In de wet wordt de term hemelwater gebruikt omdat daarmee alle neerslag: regen, sneeuw, hagel, etc.
wordt omvat.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 23 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
Het is wenselijk het hemel- en grondwater zo weinig mogelijk te vermengen met huishoudelijk afvalwater. In de wet wordt dit aangeduid met de term ontvlechting. Volgens de memorie van toelichting bij de nieuwe wetgeving is de perceeleigenaar primair verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op het eigen terrein. Alleen als de eigenaar zich niet anders kan ontdoen van hemelwater dan via het afvoeren ervan, dient de gemeente hiervoor een voorziening aan te bieden. Welke maatregelen in redelijkheid van de perceeleigenaar mogen worden verwacht kan van plaats tot plaats verschillen. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de bodemgesteldheid, de grondwaterstand en de nabijheid van oppervlaktewater. Ook maakt het verschil of er sprake is van nieuwbouw of van bestaande bebouwing. Door middel van een verordening kunnen regels gesteld worden aan de lozing van hemel en grondwater. In het verleden zijn er in de gemeenten al verschillende keuzes gemaakt met betrekking tot de hemelwaterzorgplicht. Deze keuzes zijn vastgelegd in de gemeentelijke rioleringsplannen. Deze keuzes kunnen te maken hebben met een streven om daar waar mogelijk afvoerend verhard oppervlak af te koppelen en het water te gebruiken als aanvulling voor het grondwater of voor de droogvallende watergangen, dus eerst vasthouden en dan afvoeren. Ook met betrekking tot het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel (water-opstraat) kan het afkoppelen van verhard oppervlak een oplossing bieden. Als er richting oppervlaktewater wordt afgekoppeld is het belangrijk dat het watersysteem hierop is berekend en dat het water goed kan worden afgevoerd. Hier ligt een belangrijke rol voor het waterschap. Voor de langere termijn betekent dit voor onze regio Limburgse Peelen de volgende uitgangspunten:
• (her)gebruik van hemelwater heeft de voorkeur boven direct lozen; • met het ondergrondse leidingnetwerk alleen kunnen de gevolgen van klimaatverandering (hevige neerslag in kortere perioden) niet worden opgevangen en is het nodig naast de openbare ruimte ook de particuliere ruimte te gebruiken voor de verwerking van hemelwater. Hierbij gebruiken we de volgende aanpak (groeimodel):
° eerst stimuleren van afkoppelen en verwerken hemelwater op eigen terrein (nu) ° verplichten van afkoppelen van de voorkant van particulier verhard oppervlak (na ca 5 jaar);
° verplichten afkoppelen van de achterkant van particulier verhard oppervlak en verwerken op eigen terrein (na ca 20 jaar); Partijen kunnen dit groeimodel ook sneller doorlopen.
• de perceeleigenaar is in principe zelf verantwoordelijk dat hemelwater op zijn eigen terrein niet tot overlast en vervuiling leidt (bij hemzelf of in zijn omgeving). De gemeente zorgt dat hij vervolgens overtollig hemelwater kwijt kan;
• de verwerking van hemelwater is een inspannings- en geen resultaatverplichting voor de gemeente (zie ook paragraaf 1.1). Een doelmatigheidafweging is nodig mede gezien de lange termijnontwikkeling. Inzet is een robuuste en flexibele inrichting van het openbare hemelwaterstelsel, zodat bijsturing ook later nog mogelijk blijft;
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 24 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
• aandachtspunten bij afkoppelen van het regenwater zijn de hoofdinfrastructuur, bedrijventerreinen, evenemententerreinen, marktplaatsen en gebieden met een centrumstedelijk gebruik. Indien dit water een probleem vormt voor de waterkwaliteit, dan heeft het de voorkeur om vervuild hemelwater lokaal te behandelen of af te voeren via een verbeterd gescheiden systeem. Indien dat niet mogelijk is, dient dit vuile hemelwater te worden aangesloten op het bestaande gemengde rioolstelsel. Deze afweging wordt per gebied gemaakt.
• we accepteren hinder door water op straat. Dit betreft hemelwater dat niet snel genoeg de riolering in kan stromen. Huishoudelijk afvalwater op straat wordt voorkomen, net als schade door afvloeiend hemelwater. Het streven is om de afvoer van hemelwater te vertragen. Infiltratie naar de bodem heeft hierbij de voorkeur boven afvoer naar oppervlaktewater, maar in bestaande stedelijk gebied is dit niet altijd te realiseren. Ambitiebesluit 17 juni 2011: Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de verwerking van hemelwater afkomstig van eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Daarbij geldt eerst overtuigen, daarna pas afdwingen.
3.7 Grondwater De zorgplicht grondwater is in de wet als volgt geformuleerd: “het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort”. De zorgplicht heeft duidelijk het karakter van een inspanningsverplichting, waarbij de gemeente bij de uitvoering van haar taak de beleidsvrijheid heeft die aanpak te kiezen die, gelet op de lokale omstandigheden, doelmatig is. Zij overlegd hierbij met waterschap en/of provincie. Om afwegingen rond het grondwater te kunnen maken moet een beeld bestaan over eventuele grondwaterproblemen binnen de gemeente en meer specifiek binnen de bebouwde kom. De grondwaterzorgplicht richt zich op het voorkomen en/of oplossen van structurele grondwateroverlast. De invulling van de zorgplicht bestaat uit het volgende onderwerpen:
• • • •
Het bepalen wat er onder structurele grondwateroverlast wordt verstaan; Bepalen of en wanneer sprake is van grondwateroverlast (grondwatermeetnet); Keuze aanpak bestrijden grondwateroverlast; Inrichten van een (grond)waterloket.
Voor de langere termijn betekent dit de volgende uitgangspunten:
• Het beleid is erop gericht om met een duurzaam functionerend grondwatersysteem:
° bestaande hinder weg te nemen:
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 25 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
− aanpak van grondwateroverlast; − aanpak van grondwateronderlast (ook verdroging); • nieuwe hinder te voorkomen. Bij de (her)inrichting van het gebied en het (opnieuw) bouwrijp maken moet de natuurlijke afwatering via de bodem en het oppervlaktewater zodanig zijn dat geen aanvullende voorzieningen voor grondwater nodig zijn en zodanig dat er geen problemen gaan ontstaan. Dit kan worden gerealiseerd door:
• • • • • •
aanleg van voldoende oppervlaktewater; aanpassen peil (vaak niet mogelijk in bestaand watersysteem); ophogen van het maaiveld grondverbetering bouwkundige aanpassingen (hoogteligging begane grond, kruipruimtes, etc.); aanpassen van de functie van bebouwing aan de omgeving.
Ambitiebesluit 17 juni 2011: Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor grondwater op eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Onderzoek in dit kader zal samen met het waterschap worden opgezet.
3.8 Financiën: rioolheffing De kosten van de zuivering worden bekostigd uit de zuiveringsheffing op grond van de Waterschapswet artikel 122d. De heffingsmaatstaf is de vervuilingswaarde van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd. Voor de bekostiging van de drie geformuleerde gemeentelijke watertaken is de heffingsbevoegdheid opgenomen in de Gemeentewet artikel 228a. De rioolheffing is een belasting met het karakter van een bestemmingsheffing. De enige wettelijke begrenzing is dat het gaat om het verhalen van kosten specifiek voor de drie genoemde watertaken, met een maximum van 100%. De rioolheffing wordt geregeld in de rioolheffingsverordening. Naast de keuze voor de heffingsgrondslag moet in de rioolheffingsverordening ook worden vastgesteld wie als belastingplichtige wordt aangewezen: de eigenaar, de gebruiker of beiden. Als de voorkeur uitgaat naar een heffingsmaatstaf die afhankelijk is van het feitelijk gebruik of verbruik (waterverbruik, geloosd afvalwater, omvang huishoudens), ligt het voor de hand voor een gebruikersheffing te kiezen. In die situatie kan voor objecten waar verhoudingsgewijs veel water worden verbruikt en geloosd, een hogere aanslag worden opgelegd dan voor objecten waar dit niet het geval is. Een nadeel van deze gebruikersheffing is dat deze arbeidsintensief kan zijn, juist omdat de aanslag gebaseerd is op een variabele heffingsgrondslag. Zowel bij het opleggen van de aanslag, als achteraf (bij ingediende bezwaarschriften) moet de juistheid van deze variabele factor (waterverbruik, huishoudengrootte) worden onderzocht. De keuze voor een eigenarenheffing wordt meestal verklaard uit het feit dat de eigenaar van een perceel het grootste financiële belang bij de aanwezigheid van een rioolaansluiting. Zowel bij eigen gebruik als bij verhuur, ondervindt de eigenaar het pro-
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 26 van 53
Doelstellingen en ambitiebesluiten
fijt van deze voorziening. Een op de riolering aangesloten pand heeft immers een aanzienlijk hogere waarde dan een vergelijkbaar, niet-aangesloten pand. Daarbij kan overigens niet worden uitgesloten dat een deel van deze kosten via de huur wordt verlegd naar de feitelijke gebruikers. Uitvoeringstechnisch zijn er voordelen aan een eigenarenheffing ten opzichte van een gebruikersheffing: • door koppeling aan het Kadaster zijn de eigendomsgegevens eenvoudig te traceren; • er zijn minder mutaties dan bij de gebruikers; • er is geen onduidelijkheid ten aanzien van de belastingplichtige, wat bij gebruikers nog wel eens het geval is; • er is geen inkomstenderving door leegstand, geen kwijtschelding, en er is meestal geen onvermogen tot betaling en een beter betalingsgedrag. Vanuit het profijtbeginsel kan er dus voor worden gekozen alleen een heffing van de eigenaren toe te passen en niet voor een heffing van de gebruiker (bijvoorbeeld huurder) van het object. Ook een combinatie van een eigenaren- en een gebruikersheffing mogelijk (bijvoorbeeld een vast tarief van de eigenaar, en een variabel tarief van de gebruiker). In die situatie geldt de eis van maximale kostendekkendheid voor beide heffingen gezamenlijk. Perceptiekosten zijn kosten die gemaakt moeten worden om de heffing te innen, zoals:
• Heffings- en invorderingskosten (personeel, materieel, automatisering); • Behandelingskosten voor bezwaar- en beroepskosten. Momenteel worden door de gemeenten verschillende heffingsmaatstaven gehanteerd. Verschillende heffingsmaatstaven vormen in principe geen belemmering voor samenwerking. Een gelijke heffingsmaatstaf zou echter de onderlinge vergelijkbaarheid, zeker ook naar de burger, vergroten. Ambitiebesluit 17 juni 2011: Uitgaande van de bezuinigingsopdracht van 10% gebiedsbreed (ten opzichte van de voornemens en kosten in de huidige GRP’n) wordt door betrokken partijen besloten dat de financiële uitgangspunten van de gemeenten zoveel mogelijk gelijk moeten zijn, wat overigens niet betekent dat elke gemeente ook een gelijke heffing krijgt.
3.9 Gevolg beleidskeuzen De ambitiebesluiten zijn leidend geweest in het verdere proces van samenwerking. In de volgende hoofdstukken is dit verder uitgewerkt.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 27 van 53
4
Samenwerking
4.1 Algemeen In dit hoofdstuk gaan we in op het doel van samenwerking en het proces zoals dat tot nu toe is doorlopen. Samenwerking leidt al op korte termijn tot voordelen, door aanpassingen in de operationele taken, in het omgaan met vervanging en relining en het in samenwerking uitvoeren van een actieprogramma. In dit hoofdstuk gaan we op hoofdlijn in op de operationele taken en het omgaan met vervanging en relining (investeringen). Daarbij worden de belangrijkste onderwerpen apart uitgelicht. Het complete actieprogramma voor de komende jaren komt in hoofdstuk zes aan de orde. Elke gemeente heeft een Gemeentelijk Rioleringsplan dat in dit proces is geactualiseerd of bijgesteld. Het Waterschap heeft dat niet. Daarom gaan we in dit hoofdstuk ook in op belangrijke aandachtspunten voor WPM en WBL.
4.2 Doel samenwerking Het doel van het gezamenlijk opstellen van het Afvalwaterplan, de GRP’n en de GRPnotities is het zichtbaar maken van verschillen in aanpak en het op elkaar afstemmen van ambities, doelen en uitgangspunten. Hierdoor wordt de basis gelegd om doelmatigheidswinst te realiseren. Met de samenwerking beogen de partijen het:
• reduceren van de Kwetsbaarheid van de eigen organisatie; over de organisaties heen ontstaat een goed beeld van de afvalwaterketen binnen onze regio en de specifieke lokale aandachtspunten. Dit maakt het mogelijk in voorkomende gevallen elkaar te ondersteunen of (deels) te vervangen bij planvorming en uitvoering van watertaken.
• verhogen van de Kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven: door specialisatie van taken binnen de organisaties kan de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven worden verhoogd. Hiermee kan ook een betere onderbouwing van afwegingen worden gerealiseerd, wat weer tot kostenbesparing kan leiden.
Figuur 4-1: Doelen van samenwerking
• vergroten doelmatigheid door samenwerking leidt tot direct Kostenvoordeel. Hoewel ook op operationele taken voordeel kan worden behaald, zal vooral op het gebied van de investeringen voordeel kunnen worden behaald. De onderzoeken die we de komende jaren samen gaan doen zijn bedoeld om ook die samenwerkingswinst te kunnen realiseren (1-2 jaar) en verder te gaan uit bouwen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 28 van 53
Samenwerking
Tijdens de gezamenlijke overleggen én de workshops zijn de eerste, grote stappen gezet in het bediscussiëren van werkwijzen, het leren van elkaar en het kiezen voor gelijke uitgangspunten. In dit hoofdstuk komt dit proces én de uitkomsten tot nu toe aan de orde.
4.3 Proces Het proces om te komen tot dit Afvalwaterplan bestond uit een aantal stappen die in de figuur hieronder zijn aangegeven.
Stap 1: start
B
Stap 2: Evaluatie Inventarisatie
Stap 3: Beleidskeuzes
B
Stap 4: Best Practises
Stap 5: Uitwerking Concepten
Stap 6: Overleg Over concepten
Stap 7: Vaststelling Afvalwaterplan V-GRP’n
B
Figuur 4-2: Samenwerkingsproces opstellen Afvalwaterplan en GRP’n (B is bestuurlijk overleg).
Om te komen tot vruchtbare samenwerking is het goed een aantal stappen te doorlopen:
Figuur 4-3: de samenwerkingstrap (bron: Leertouwer, Van Dijck en U (2010)
Er zijn veel gezamenlijke overleggen gehouden (Bijlage 4). Belangrijke stappen in de samenwerking zijn gezet door de inhoudelijke discussies aan te gaan over de concrete invulling van de zorgplichten. Bij de individuele partijen zijn daartoe gegevens ver-
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 29 van 53
Samenwerking
zameld, die vervolgens in workshops met elkaar zijn besproken. Het ging hierbij om het zoeken naar de gezamenlijke ambities en de “best practises” op zowel technisch/operationeel als financieel vlak. De overleggen hebben er toe geleid dat we via de samenwerkingstrap vertrouwen in elkaar hebben gekregen. We zijn klaar om daadwerkelijk te gaan samenwerken. De ambities zijn vastgelegd in een beleidskeuzenotitie, die aan de betrokken bestuurders (wethouders van gemeenten, DB van waterschap en directie van WBL) zijn voorgelegd. De colleges van Burgemeester en Wethouders en het Dagelijks Bestuur van het waterschap hebben de ambitiebesluiten zoals in de vorige paragraaf weergegeven, vastgesteld. Vervolgens zijn de concepten Afvalwaterplan, GRP’n Peel en Maas en Weert en de GRP-notities Leudal, Nederweert en Maasgouw, geschreven.
4.4 Operationele taken Vanuit de workshops en de gezamenlijke overleggen zijn afspraken gemaakt over het hanteren van zoveel mogelijk gelijke uitgangspunten en werkwijzen, met als doel om de laagst mogelijke maatschappelijke kosten te realiseren (de winst al naar ons toe te halen), de kwaliteit te verbeteren en de kwetsbaarheid van de individuele partijen te verminderen. Op korte termijn gaat het dan vooral om het hanteren van gezamenlijke uitgangspunten, de te hanteren standaardlevensduren en de te hanteren eenheidsprijzen. 4.4.1 Operationele kengetallen Op basis van de interviews en de workshop is een overzicht van een aantal operationele kengetallen gemaakt, zie Reiniging kolken, per kolk per keer Bijlage 1. De kengetallen € 6,00 dienden om een gesprek op gang te krijgen over de € 5,00 werkwijzen en “best practises”. € 4,00 € 3,00 € 2,00 € 1,00
PM
rt
W BL /W
M n el e
W ee
aa s
rt Pe
N
ed e
rw ee
ou w aa sg M
Le ud
al
€ 0,00
In nevenstaande figuur is een impressie van de uitkomsten gegeven. Op het eerste oog zijn de verschillen zichtbaar en komt de vraag naar voren waardoor die verschillen zijn veroorzaakt.
Figuur 4-4: Voorbeeld operationele kengetallen
De kengetallen in het overzicht zijn gemaakt op basis van een eerste inventarisatie. Door een andere invulling van onderhoud en verschillen in de (zuiveringstechnische) infrastructuur zijn activiteiten niet (altijd) goed vergelijkbaar. De vraag was daarom of we hiermee appels met appels aan het vergelijken waren. Duidelijk werd dat dat niet altijd het geval was. De signaalwerking was echter onverminderd groot. Het overzicht hebben we bediscussieerd en dat heeft ertoe geleid dat we een aantal bedragen hebben afgesproken om in de GRP’n mee te rekenen. Voor die bedragen moeten we de taken in ieder geval kunnen uitvoeren. GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 30 van 53
Samenwerking
Verder zal er de komende jaren nader onderzoek worden uitgevoerd om de beste werkwijzen onderling te kunnen bepalen en vaststellen en daarmee de laagst maatschappelijke kosten te bepalen (zie Actieprogramma hoofdstuk zes). 4.4.2 Gezamenlijke uitgangspunten Op basis van de discussie in de workshops hebben we onderstaande uitgangspunten afgesproken (bedragen prijspeil 2012):
• • • • •
rekenprijzen reiniging: € 0,75 per meter gemiddeld; rekenprijzen inspectie: € 1,- per meter gemiddeld; kolkenreiniging: € 2,00 per kolk per keer (incl. stortkosten); stortkosten rioolzand: € 45,- per ton; toerekening aan de rioolheffing van straatveegkosten van 40 a 50%.
Nader onderzoek moet aantonen of en hoe samenwerkingswinst verzilverd kan worden (hoofdstuk 5). De gezamenlijke uitgangspunten zijn (grotendeels) in de kostendekkingsberekeningen zoals die in de GRP’n en GRP-notities zijn opgenomen, verwerkt. In het Actieprogramma (h6) zijn activiteiten (bijvoorbeeld communicatie) en onderzoeken opgenomen om te bepalen hoe de operationele taken zo voordelig mogelijk gezamenlijk kunnen worden uitgevoerd bijvoorbeeld over databeheer, reiniging, inspectie en het beheer van infiltratieriolen. 4.4.3 Aandachtspunten WPM/WBL De taak van het WBL is het transporteren en zuiveren van afvalwater en het verwerken van slib. In deze taak zit een (grote) overlap met het taakveld van de gemeenten. Het WBL streeft er naar om betere financiële en niet financiële resultaten te behalen dan vergelijkbare bedrijven in de branche. Denk daarbij aan lagere (netto) kosten, betere kwaliteit en veiligheid en hogere medewerker- en klanttevredenheid. Die ambitie sluit naadloos aan bij het in paragraaf 4.2 beschreven doel van de samenwerking: de 3 K’s; (verhogen van) Kwaliteit, Kosten(voordeel) en (reduceren van de) Kwetsbaarheid. Belangrijk daarbij is dat het bedrijfsmatig karakter van WBL verder wordt versterkt en wordt ingezet voor het gezamenlijk bereiken van de ambities, niet alleen de 3 K’s maar ook ter ondersteuning van de ambitiebesluiten zoals beschreven in hoofdstuk 3. Vanuit dit strategisch en abstract niveau wordt in onderstaande ingezoomd op concrete projecten en activiteiten van het WBL om de gestelde doelen te kunnen bereiken. Vanuit eigen kracht en vanuit de samenwerking. Korte en Middellange termijn:
• Binnen WBL is de unit IT en Product- en Procesontwikkeling bezig met diverse projecten om energie terug te winnen (thermische drukhydrolyse, alternatieve energievormen (wind/zon), uitwisseling met de omgeving, energie uit afvalwater bij huishoudens (warmte uit douchewater)) en grondstoffen terug te winnen (vnl. fosfaat);
• Naast terugwinnen van energie en grondstoffen wordt het proces zodanig ingericht en geoptimaliseerd dat energie en gebruik van grondstoffen worden bespaard.
• WAUTER (water en automatisering): een telemetrie en sturingsconcept voor transportsysteem en RWZI’s; ombouwen naar een nieuwe geautomatiseerde stan-
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 31 van 53
Samenwerking
daard; WML gaat ook met dit concept werken, gemeenten kunnen aanhaken. Daartoe wordt een businesscase gestart.
• Kostenverlaging is een speerpunt van de organisatie. Centraal staat het ombuigen van de Meerjarenraming 2012-2016 t.o.v. referentiejaar 2011. Uit het eindrapport commissie feitenonderzoek “doelmatig beheer waterketen” blijkt dat de kosten voor zuiveringsbeheer landelijk bezien in de periode 2010-2020 met 18% stijgen. Deze kostenstijging kan deels (9%) worden opgevangen door verder optimalisatie binnen het zuiveringsbeheer, 6% door bedrijfsmatig gerichte uitvoeringsorganisaties afvalwaterbeheer en nog eens 3% door groei naar uitvoeringsorganisaties waterbeheer. Wanneer we kostenontwikkeling WBL uit de MJR 2012-2016 (gemiddeld blijven we gelijk aan niveau van 2011, m.a.w. hanteren nultarief (incl. inflatiecorrectie)) naast deze ontwikkelingen uit het feitenonderzoek houden, blijkt dat WBL in positieve zin afwijkt van het landelijke scenario (m.a.w. kostenverlaging nog verder heeft doorgevoerd). Deze uitkomst bevestigt in feite de resultaten van de tot dusver doorgevoerde landelijke benchmarks (gestandaardiseerde kosten transporteren afvalwater liggen in 2009 25% onder het landelijk gemiddelde). Dit gegeven acht WBL van belang bij (toekomstige) keuzen in de samenwerking.
4.5 Omgaan met vervanging en relining (investeringen) Voor de langere termijn gaat het vooral om hoe we omgaan met de langcyclische processen zoals vervanging en renovatie.
Beslispunt 2a
4.5.1 Manier van plannen van vervanging De huidige werkwijze bij het maken van een vervangingsplanning is historisch gegroeid. Het is een wat gemengde manier van werken, gebaseerd op objectvervanging op grond van toestandsgegevens enerzijds en combinatie van uitvoering met verbetering en andere werken in de openbare ruimte anderzijds. In de ene gemeente zijn de rioleringswerken meer leidend dan in de andere. Willen we de op ons af komende ontwikkelingen kunnen bijhouden (klimaatadaptatie, energie- en grondstoffenterugwinning), dan zullen we breder moeten gaan kijken en meer proactief moeten worden. Gemeente Weert werkt nu al gebiedsgericht waarbij hele wijken gelijktijdig worden aangepakt, zowel boven- als ondergronds. Ze heeft een gebiedsplanning tot 2032. Natuurlijk is de toepassing van gebiedsgericht werken afhankelijk van de grootte van de gebieden. De mogelijkheden voor kleine gemeenten kunnen anders zijn dan voor grote gemeenten. Aan de andere kant komen er ook in kleinere gemeenten in korte tijd veel vervangingsprojecten aan, wat wel pleit voor een gebiedsgerichte aanpak. We hebben afgesproken dat we (op termijn) gebiedsgewijs werken gaan invoeren. Dit biedt de mogelijkheid om de vervangingsgolf de baas te kunnen. De problematiek verschilt per gemeente waardoor het invoeringstempo zal verschillen. Bij het maken van de vervangingsplanning wordt nu nog uitgegaan van de huidige werkwijze, omdat het niet mogelijk is veranderingen zo snel door te voeren. We voeren een verlenging van de te verwachten levensduur door voor de vrijvervalriolen. Wel is het zo dat ruimtelijke ontwikkelingen vaak een reden zijn om riolering toch eerder te vervangen. Als riolering voortijdig wordt vervangen, gaan we er van uit dat afboekingen worden gedragen door de ruimtelijke ontwikkeling.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 32 van 53
Samenwerking
Standaardlevensduren worden gebruikt om te kunnen aangeven wanneer een rioleringsobject (put, buis, gemaal) aan vervanging toe is als er niet voldoende bekend is over de daadwerkelijke toestand (inspectiegegevens). Het bepaalt wanneer in de lange termijnplanning een uitgave wordt opgevoerd. In Bijlage 1 zijn de afgesproken standaardlevensduren opgenomen.
Beslispunt 2b
Voor de berekening van de strategische vervangingskosten die in het GRP worden opgenomen, is afgesproken uit te gaan van de eenheidsprijzen uit de Leidraad Riolering, prijspeil 2007. De ervaring bij de partijen is dat deze prijzen zodanig ruim zijn dat indexering naar prijspeil 2012 achterwege kan blijven. Omdat rioleringswerken in combinatie met werken aan wegen en openbaar groen plaatsvinden, is afgesproken dat 10% van het budget op basis van de Leidraad Rioleringprijzen wordt opgebracht 5 vanuit de budgetten voor wegen en openbaar groen . Alleen Leudal is vooralsnog uitgegaan van de gegevens van het vigerende GRP. In Bijlage 1 zijn ook de afgesproken eenheidsprijzen voor vervanging opgenomen. Tabel B: percentage relinen per diame-
4.5.2 Relinen ter Relinen is het inbrengen van een kunststof Diameter percentage relinen kous in een aangetaste of beschadigde 200 0% rioolbuis. Hierdoor kan de buis weer lang 250 0% mee. Het grote voordeel is dat de weg niet 300 10% 400 10% open hoeft en er dus geen duur 500 10% wegdekherstel hoeft te worden betaald. 600 20% De kosten van relinen bedragen ongeveer 700 20% 25-40% van de vervangingskosten, terwijl de 800 30% levensduur van de huidige reliningen door de 900 50% markt als vergelijkbaar met nieuwe buizen 1000 80% wordt aangeduid. Dit kan leiden tot lagere 1250 80% kapitaallasten. Relinen is niet altijd 1300 100% doelmatig: bij veel huis- en kolkaansluitingen 1500 100% 1800 100% kan het beter zijn om het geheel te 2000 100% vervangen. Ook is het zo dat goed moet 3000 * 1500 0% worden afgewogen of relinen afkoppeldoelstellingen niet in de weg staat en of relinen het aanpakken van de openbare ruimte niet frustreert. Nu is immers vaak het vervangen van riolering de drijfveer om ook de totale bovenruimte aan te pakken: samenloop in werkzaamheden en winwinsituaties.
Beslispunt 2c
Afgesproken is waar mogelijk relinen in de aanpak mee te nemen. Nederweert ging in het huidige kostendekkingsplan al uit van een deel relinen, dat is nu aangepast aan de nieuwe uitgangspunten: van alle betonbuizen van 300 mm en groter (geen infiltratieriolen), wordt 50% gerelined voor 40% van de kosten van vervanging. De relining gaat 80 jaar mee. Maasgouw, Peel en Maas en Weert hebben een glijdende schaal voor reliningen aangehouden. De kleinere diameters betreffen vaak inzamelriolen waarop veel aansluitin-
5
Het kan zijn dat de verdeling bij concrete projecten op basis van besteksramingen anders is. De komende jaren wordt onderzocht hoe in de praktijk wordt overgegaan naar de 90/10 verdeling . Dit geldt bijvoorbeeld voor Maasgouw.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 33 van 53
Samenwerking
gen zitten. Vervanging van deze riolen biedt ook kansen bij combinatie met afkoppelen. Grotere riolen komen dan meer voor relinen in aanmerking dan kleine. Leudal gaat vooralsnog uit van een (zeer) beperkt deel voor relinen, maar zal dat bij het nieuwe GRP (2013) gaan herzien. 4.5.3 Aandachtpunten WPM / WBL Lange(re) termijn: - Decentrale zuivering zoals genoemd bij Hoofdstuk drie, paragraaf Stedelijk afvalwater; heeft een duidelijke relatie met afkoppelen (par. 3.4 Hemelwater), renovatie/amoveren van bestaande RWZI’s (par. 3.3) en met modulair bouwen. Op grote schaal afkoppelen heeft voordelen bij het zuiveringsproces, zeker wanneer grootschalige renovatie of nieuwbouw aan de orde is. Door middel van modulaire bouw kan sneller worden ingespeeld op veranderingen in de afvalwaterhoeveelheid en samenstelling. Kostenreductie is substantieel en kan tevens worden aangewend voor kosten van afkoppelen. - WAUTER: de geautomatiseerde standaard biedt vele voordelen bij samenwerking; dit kan stip op de horizon zijn. Indien businesscase (zie bij korte en middellange termijn) voordelen aantoont, zal het op lange(re) termijn ombouwen van de gehele afvalwaterketen (verzamelriool, gemalen, transportriool, zuivering) naar deze geautomatiseerde standaard grote voordelen kunnen hebben. Dit moeten we nader onderzoeken (databeheer)
4.6 Overige afspraken Ook op kostendekkingsgebied zijn in de workshops afspraken gemaakt, vooral om de onderlinge vergelijkbaarheid en daarmee het inzicht te vergroten. Op die manier hebben we een eerste stap gezet in het opsporen van “best practises” op dit terrein. Net als voor de operationele kengetallen, geldt ook voor de financiële cijfers dat de vergelijkbaarheid niet altijd optimaal is. Ook hier geldt echter dat de signaalwerking prima is om met elkaar te zoeken naar de beste manier van werken. Voor Peel en Maas geldt dat ook op financieel gebied de harmonisatieslag (vanuit de herindeling) gemaakt moet worden. Afgesproken is om:
• begrotingsstructuren op elkaar af te stemmen; • zo mogelijk over te gaan op de methode “Nederweert” waarbij investeringen direct uit een spaarvoorziening worden afgeboekt en dus geen nieuwe kapitaallasten ontstaan.
• voor de kostendekkingsberekening voor de lange termijn uit te gaan van een berekening op basis van de contante waardemethode met een rente van 4,5% en een inflatie van 2%; Dit betekent ook dat over een overschot (spaarvoorziening/reserve) een even hoog rentepercentage wordt berekend als over tekorten (kapitaallasten);
• te streven naar gelijke heffingsgrondslagen voor de rioolheffing, gebaseerd op een vast bedrag + toeslag voor de grote lozers. Dit doet recht aan het begrip “de gebruiker betaalt” zonder dat dit een enorme toename van de administratieve lasten met zich meebrengt. Maasgouw en Weert werken al met een dergelijk heffingsgrondslag.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 34 van 53
Samenwerking
4.7 Besparingen In onderstaande tabel zijn de gemiddelde besparingen weergegeven als gevolg van de veranderde vervangingsstrategie (eenheidsprijzen, levensduurverlenging, relinen). Dit is berekend ten opzichte van de geëxtrapoleerde en naar prijspeil 2012 geïndexeerde gemiddelde bedragen uit de oude GRP’n. Voor Peel en Maas hebben we voor het gemiddelde bedrag van de oude GRP’n een aanname gedaan, omdat wegens de herindeling de oude bedragen niet allemaal meer te achterhalen waren. Tabel C: Geraamd voordeel vervangingsstrategie
Totaal is het gemiddelde geraamde voordeel per jaar in de vervangingsinvesteringen voor de vijf gemeenten samen zo’n 2,3 miljoen euro, dit is 24% van de oude geraamde vervangingsinvesteringen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 35 van 53
5
Maatregelen “van helder naar schoon water”
5.1 Algemeen Voor de ambitie “van helder naar schoon water” en voor het bereiken van de KRWdoelstellingen in ons gebied, zijn in het verleden op basis van Optimalisatiestudies (OAS-en) maatregelen onderzocht. Deze maatregelen zijn in dit hoofdstuk op een rij gezet en op hoofdlijn beoordeeld op actualiteit. Het betreft de OAS-en:
• • • • •
OAS Weert-Meijel; OAS Panningen; OAS Susteren; OAS Roermond; OAS Venlo.
Van helder naar schoon water is het motto als we kijken naar het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren van de afvalwaterketen. Maatregelen aan de afvalwaterketen moeten ertoe leiden dat we aan de Europese Kaderrichtlijn Water gaan voldoen. Het Limburgse toetsingskader voor KRW-maatregelen is T=2 en T=5: maximaal één overstort in de 2 of 5 jaar. Na overleg met verschillende partijen is het waterschap hierop gekomen. De gemeente Weert was het hier niet mee eens, omdat deze toetsing te generiek is. Daarom is, samen met het waterschap, de ‘methode Weert’ ontwikkeld. Hierbij gaat het niet meer om de frequentie van de overstorten, maar om de frequentie dat het ontvangende oppervlaktewater schade oploopt, rekening houdend met de herstelmogelijkheden. De frequentie van de schade is dan T=2 of T=5. Zo is gekomen tot beter onderbouwde maatregelen. Ook een meet- en monitoringsprogramma hoort hierbij: gegevens uit de praktijk koppelen aan de theoretische modellen. Dat zorgt ervoor dat investeringen beter kunnen worden onderbouwd en dat desinvesteringen kunnen worden voorkomen. De kwaliteit van de maatregelen is sterk toegenomen, waarbij de geïnvesteerde middelen beter tot hun recht komen! Belangrijk in dit kader is ook het verder kijken dan de afvalwaterketen. De emissies vanuit bijvoorbeeld de landbouw zijn een belangrijk aandachtspunt. Maatregelen in de afvalwaterketen hebben alleen zin als alle partijen die invloed hebben op het traject van helder naar schoon water hun bijdrage leveren. Pas dan kan ook daadwerkelijk schoon water worden gerealiseerd.
Beslispunt 3
In Weert, Nederweert en de kernen Meijel en Ell is deze methode “Weert” al toegepast. Toepassing voor andere (kernen van de) gemeenten zal de komende jaren worden plaatsvinden (zie h6 Actieprogramma).
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 36 van 53
Maatregelen “van helder naar schoon water”
Omdat bij Weert, Nederweert, Meijel en Ell door de betere onderbouwing van maatregelen ook besparing in de kosten mogelijk bleek, is voor de andere kernen van Leudal en de gemeenten Peel en Maas en Maasgouw, vooruitlopend op het toepassen van de “Weerter-methode”, een korting van 5% doorgevoerd op de bedragen zoals die in de OAS zijn aangegeven. Totaal investeren de gemeenten ruim € 48 miljoen euro (prijspeil 2012) in deze ambitie. Dit zijn de investeringen tot en met 2027. Nederweert en Weert hebben ook na die periode bedragen opgenomen. Tabel D: Investeringen "van helder naar schoon water "
Ook zijn de (financiële) plannen van WBL voor de zuiveringen in onze regio voor de komende jaren aangegeven omdat ook die de ambitie “van helder naar schoon water” betreffen. WBL investeert tot 2015 zo’n 55 miljoen euro in de zuiveringen in onze regio. In Bijlage 5 is het detailoverzicht opgenomen. 5.2 Besparingen Zoals in de voorgaande tabel is af te lezen, is op de oorspronkelijke ramingen uit de OAS-en, na indexatie, een korting van 5% doorgevoerd voor drie gemeenten. Totaal is de geraamde besparing (minder meer):
• Leudal: • Maasgouw: • Peel en Maas:
€ 298.000,€ 316.000,€ 417.000,-
Nader onderzoek moet aangeven of verdergaande besparing mogelijk is.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 37 van 53
6
Actieprogramma
6.1 Algemeen Voor de komende jaren 2012-2016 is een gezamenlijk actieprogramma opgezet. De acties zijn benoemd in de workshops en de gezamenlijke overleggen. Ze dragen bij aan de ambitiebesluiten zoals die in hoofdstuk drie zijn aangegeven.
6.2
Acties
6.2.1 Algemeen Op basis van de workshops zijn acties benoemd waarmee we aan de slag gaan om de gezamenlijke uitgangspunten en ambities waar te kunnen maken. Voor een groot deel betreffende acties gezamenlijk onderzoek, waarmee de beste werkwijzen moeten worden bepaald. Daarna kan de daadwerkelijke besparing op operationele taken zijn beslag krijgen. In het volgende (gezamenlijke) GRP komt dat aan bod. In Bijlage 2 is de gehele actielijst met alle gegevens weergegeven. 6.2.2 Prioritering In Tabel E zijn de acties voor de komende planperiode weergegeven, voorzien van de prioritering. De prioriteit van een actie is bepaald door een aantal factoren:
• Is de actie nodig om investeringen beter te kunnen onderbouwen en desinvesteringen te voorkomen? Bijvoorbeeld het uitvoeren van hydraulische berekeningen.
• Is de actie nodig om dat het een wettelijke verplichting betreft en in verband met mogelijke aansprakelijkheidsstelling van een partij? Bijvoorbeeld het instellen van een grondwatermeetnet.
• Is de actie nodig om daarna een andere actie te kunnen doen? Bijvoorbeeld het op orde brengen van de gegevens (databeheer) voordat een hydraulische berekening kan worden gemaakt.
• Is de actie eenvoudig en min of meer onafhankelijk van andere acties uit te voeren? Bijvoorbeeld communicatie.
• Is de actie nodig voor het mogelijk maken van effectief beheer? Bijvoorbeeld het opstellen van een inspectieplan. Met bovenstaande criteria zijn alle acties van een prioriteit voorzien, waarbij ook geldt dat we niet alle acties tegelijkertijd kunnen uitvoeren en dus in de komende planperiode zijn gefaseerd.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 38 van 53
Actieprogramma
Tabel E: Gezamenlijk Actieprogramma Limburgse Peelen
Beslispunt 4a
We merken op dat de acties qua herhalingstijd verschillen: er zijn acties die eenmalig zijn, acties die jaarlijks terugkeren en acties die eenmaal in de vijf jaar gebeuren. In Bijlage 2 zijn de herhalingsfrequenties aangegeven. In totaal is met de acties in de planperiode een bedrag van circa 1,5 miljoen euro gemoeid.
6.3
Korte karakterisering acties
6.3.1
Prioriteit 1: 2012-2013
1. Communicatie Dit betreft communicatie over de afvalwaterketen. Door gezamenlijk op te pakken hoeft dit niet zes keer uitgevonden te worden. Trekker van deze actie is Peel en Maas. GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 39 van 53
Actieprogramma
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 40 van 53
Actieprogramma
2. Databeheer Om de afvalwaterketenzorg goed en doelmatig uit te voeren zijn betrouwbare gegevens van groot belang. De ligging van riolen, actuele inspectiegegevens en andere informatie wordt bewaard in databestanden, zodat bij het beantwoorden van vraagstukken het mogelijk is om alle informatie af te wegen. In de praktijk blijkt echter dat er veel problemen bestaan met het databeheer. Databestanden zijn bijvoorbeeld niet volledig of niet goed ingevuld. Door tijdgebrek is het soms niet mogelijk om de laatste gegevens in te voeren, of men heeft geen tijd om goed op de hoogte te blijven van de werking van het softwareprogramma. Bijna alle deelnemers verwachten hun databeheer te kunnen verbeteren. De precieze knelpunten zijn echter nog niet bekend, daarom is ook niet duidelijk wat de oplossingsrichting is. De eerste stap is daarom het inventariseren van de ervaringen, om zo een beter beeld te krijgen van het probleem. Op basis van deze inventarisatie wordt een plan van aanpak geschreven, waarin de mogelijkheden tot samenwerking in het databeheer verder zijn uitgewerkt Dit project wordt in de periode 2012-2013 uitgevoerd en wordt geleid door de gemeente Maasgouw. 3 t/m 6 Hydraulisch functioneren Het hydraulische functioneren vormt een graadmeter voor de prestaties van het rioolstelsel. Door meetgegevens te verzamelen kan met enige zekerheid worden bepaald hoe het rioolstelsel functioneert in verschillende omstandigheden. De afgelopen jaren is gebleken dat informatie over het hydraulisch functioneren van grote waarde is bij het plannen van investeringen. Alle gemeenten en het waterschap zijn daarom ieder op hun eigen manier begonnen aan het verzamelen van meetinformatie, wat gebruikt kan worden om het hydraulisch functioneren te berekenen. Vanuit het oogpunt van doelmatigheid door samenwerking is besloten dit gezamenlijk aan te pakken. Hierbij gaat het om:
• • • •
het opstellen van een meetplan, het uitvoeren van het meetplan, waaronder het monitoren van overstorten, het regelmatig actualiseren van het meetplan, het maken van hydraulische controleberekeningen.
Deze projecten rondom het hydraulisch functioneren worden in 2012-2013 uitgevoerd. De gemeente Weert is de trekker van alle projecten. 7 en 8 Infiltratievoorzieningen Om hemelwater op een duurzame wijze af te voeren worden, onder andere, infiltratievoorzieningen gebruikt. Dit zijn systemen die hemelwater de grond in voeren, zodat er geen verdere verwerking nodig is. Infiltratievoorzieningen zijn relatief nieuw en er is nog weinig bekend over de werking ervan. De gemeente Nederweert en de omliggende gemeenten hebben allemaal geinvesteerd in deze systemen. Om te weten te komen of ze goed functioneren wordt er door het samenwerkingsverband Limburgse Peelen een monitoringsproject gestart.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 41 van 53
Actieprogramma
Bovendien wordt er gezamenlijk onderzoek gedaan naar de beste beheermethode voor infiltratievoorzieningen, om dit vervolgens ook in te voeren. De gemeente Nederweert trekt beide projecten rondom infiltratievoorzieningen. 10 t/m 13 Reiniging en inspectie Om het functioneren van de riolering op peil te houden worden alle onderdelen regelmatig gereinigd en geïnspecteerd. Hierdoor wordt het functioneren verbeterd en de levensduur van de onderdelen verlengd. De werkzaamheden rondom het reinigen en inspecteren zijn voor alle gemeenten hetzelfde, waardoor het logisch lijkt om dit door één persoon te laten uitvoeren voor alle gemeenten. Er zijn echter kleine verschillen in de frequentie van reiniging en inspectie. Bovendien zijn er nog lopende contracten met aannemers. De komende jaren wordt er wel toegewerkt naar een situatie dat deze zaken gezamenlijk worden opgepakt. Dit gebeurt door middel van de volgende projecten:
• kolkenreiniging: inventarisatie van de huidige situatie, waarna deze werkzaamheden gezamenlijk worden aanbesteed;
• • • •
opstellen inspectieplan; opstellen reinigingsplan; uitvoeren inspectieplan; uitvoeren reinigingsplan.
Ook wordt overgegaan naar een andere inspectiestrategie: niet meer alles één keer in de 10 of twaalf jaar inspecteren, maar een gedifferentieerde aanpak gebaseerd op een risicobenadering. Alle projecten rondom reiniging en inspectie worden getrokken door de gemeente Peel en Maas. 14 Opstellen aansluitverordening Aansluitingen op de riolering hebben invloed op het functioneren. Gezamenlijk wordt onderzocht wat er aan voorschriften in een aansluitverordening kan en zou moeten worden opgenomen om het goede functioneren te waarborgen. Trekker van dit onderdeel is de gemeente Leudal 15 Waterloket Een waterloket is de ingang voor burgers en bedrijven met vragen over het water in brede zin. De ontwikkeling en bemensing van een waterloket leent zich uitstekend voor gezamenlijke aanpak. Ook het toetsen van ruimtelijke plannen aan de eisen die aan de waterhuishouding worden gesteld, wordt hierin meegenomen. Trekker van dit onderdeel is het waterschap Peel en Maasvallei. 6.3.2
Prioriteit 2: 2014
16 en 17 Gemalenbeheer Het gemalenbeheer is een operationele taak van de gemeenten die in de kern overal gelijk is. Werkwijzen kunnen verschillen, maar uiteindelijk draait het altijd om het doelmatig beheren en onderhouden van de gemalen. Vanaf 2014 wordt gekeken of dit beter gezamenlijk kan worden aangepakt.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 42 van 53
Actieprogramma
Trekker voor dit onderdeel is gemeente Leudal. 18 Grondwatermeetnet plan van aanpak Grondwater is een relatief nieuw onderwerp voor de gemeenten. Er bestaan nergens acute grondwaterproblemen, waardoor er weinig tijdsdruk is om dit snel op te pakken. Door de wettelijke inspanningsverplichting is het wel belangrijk om hier – op termijn – meer informatie over te vergaren. Gezamenlijk wordt daarom toegewerkt naar een grondwatermeetnet dat laat zien of er grondwaterproblemen bestaan, of ze kunnen worden opgelost en wie hiervoor verantwoordelijk is. Trekker is Waterschap Peel en Maasvallei. Het waterschap heeft het grondwaterbeheersysteem IBRAHYM in ontwikkeling waar mogelijk bij kan worden aangesloten. +
+
19 en 20 Gezamenlijk opstellen BRP en OAS + Vanaf 2014 worden er gezamenlijk BRP’en opgesteld en wordt een OAS gemaakt. In + de OAS worden de dan uitgevoerde maatregelen op hun totaaleffect beoordeeld en wordt bekeken waar welke aanvullende maatregelen nog nodig zijn om aan de KRWeisen te voldoen. Door dit gezamenlijk uit te voeren wordt versnippering voorkomen. Mogelijk worden ook andere gemeenten die op dezelfde RWZI’s lozen bij dit onderdeel betrokken. Gemeente Weert is trekker van deze acties. 21 Heffingsverordening Gestreefd wordt om na de komende planperiode als samenwerkende gemeenten een gelijke heffingsmaatstaf te gaan hanteren. Dit komt de vergelijkbaarheid ten goede. De verschillende mogelijkheden en voor- en nadelen worden onderzocht voordat met een voorstel wordt gekomen. Trekker is gemeente Leudal. 22 Hemel- en grondwaterverordening Om de afkoppeldoelstellingen te halen, hanteren we een gefaseerde aanpak (zie paragraaf 3.5). Na een fase van vrijwillig afkoppelen, kan het nodig zijn het afkoppelen te gaan verplichten. Met een hemel- en grondwaterverordening kan afkoppelen worden afgedwongen. Trekker hiervan is gemeente Leudal. 6.3.3
Prioriteit 3: 2015-2016
23 en 24: Grondwatermeetnet, uitvoeren en onderhouden Na het opstellen van een plan van aanpak voor het grondwatermeetnet, moet dit meetnet ook worden ingericht en aangelegd, moeten de gegevens worden uitgelezen en geanalyseerd en moet het meetnet worden onderhouden. Ook dit wordt gezamenlijk opgepakt. Trekker is het waterschap Peel en Maasvallei. 25 Gezamenlijke begrotingsstructuur Een gezamenlijke begrotingsstructuur vergroot de onderlinge vergelijkbaarheid en het vermogen om van elkaar te leren. Hier ligt ook een relatie met Benchmarking rioleringszorg. Trekker van dit onderdeel is gemeente Nederweert.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 43 van 53
Actieprogramma
26 Duurzame onkruidbestrijding Vooral in afgekoppelde gebieden, waar het hemelwater rechtstreeks in de bodem of op oppervlaktewater wordt geloosd, is het belangrijk dat zo min mogelijk verontreinigingen in het afvloeiende hemelwater terecht komen. Daarbij past ook een duurzame onkruidbestrijding. Hoe dit het beste kan wordt gezamenlijk onderzocht. Trekker is gemeente Peel en Maas. 27 Strategie Buitengebied Nagenoeg alle percelen in het buitengebied zijn aangesloten op (druk)riolering of een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA). De eerste generatie IBA’s voldoen in een aantal gevallen niet aan de verwachting. Daarom is onderzoek nodig naar mogelijke alternatieven. Ook wordt aandacht besteed aan bijvoorbeeld hoe om te gaan met uitbreiding van het aantal lozingen of de lozingsomvang op drukriolering. Trekker is WBL. 28 Kostendekkingsplan, opstellen model Om niet steeds voor rioolheffingsberekeningen afhankelijk te zijn van derden, wordt een gezamenlijk kostendekkingsmodel opgezet. Trekker hiervan is gemeente Nederweert. 29 Gemeenschappelijk GRP en Afvalwaterplan Nu is een Afvalwaterplan met afzonderlijke GRP’n opgesteld. Het streven is om over vijf jaar een gezamenlijk geïntegreerd GRP/Afvalwaterplan op te stellen. Trekker is gemeente Maasgouw. 30 en 31: Reiniging en inspectie van duikers, andere kunstwerken en waterpartijen Niet alleen onderhoud aan gemalen, riolen en putten is belangrijk, ook onderhoud aan duikers, andere kunstwerken, watergangen en waterpartijen is belangrijk om (vooral) het overtollige hemelwater uit de bebouwde omgeving af te voeren. Wat hier allemaal bij komt kijken, wordt onderzocht, evenals wat hiervan juridisch wel en niet onder de rioolheffing mag worden gebracht. Trekker is gemeente Peel en Maas. 6.3.4
Beslispunt 5
Jaarlijks in de planperiode
32 Programmamanagement samenwerking Om de voortgang van alle projecten te waarborgen, is apart programmamanagement nodig. Dit programmamanagement bewaakt ook de samenhang tussen de verschillende projecten. 33 Vermindering personele kwetsbaarheid van de samenwerking Bij de deelnemende gemeenten wordt, op basis van een eerste globale inventarisatie, een capaciteitstekort van 20 – 30 % ervaren. Capaciteitstekort bij gemeenten is ook een veelgehoord landelijk knelpunt. Onderzoek in een vijftal regio’s geeft eenzelfde soort beeld. Onvoldoende capaciteit komt tot uitdrukking in het vertraagd realiseren van noodzakelijke investeringen en onvoldoende aandacht voor onderzoek, analyses en weloverwogen (strategische – tactische) keuzes. Juist dit laatste aspect leidt tot verkeerde keuzes en suboptimalisatie met als gevolg het niet of onvoldoende bereiken GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 44 van 53
Actieprogramma
van de potentiële mogelijkheden tot besparingen. Het bekende gezegde van “pennywise en pound-foolish”. Jaarlijks wordt 25 – 30 miljoen door de vijf samenwerkende gemeenten omgezet in de afvalwaterketen. De ambitie van de samenwerking is om tenminste 10 % kostenreductie te bereiken (2,5 – 3 miljoen per jaar). Deze ambitie kan alleen werkelijkheid worden als de personele kwetsbaarheid wordt opgelost. Er zijn 3 strategieën te onderkennen die hierbij helpen: Schaalvergroting en standaardisering. Optimaliseren van de huidige inzet van mensen en middelen (doorlichten en optimaliseren werkprocessen). Het organiseren van ontbrekende capaciteit. Door samen te werken wordt er gewonnen op het tekort aan capaciteit. De regio Limburgse Peelen heeft dit al op onderdelen aangetoond. Door de wijze waarop mensen en middelen worden ingezet (slimmer organiseren) is mogelijk om nog een extra slag te maken om het tekort te verminderen. Funest is het als er een blijvend tekort resteert waardoor er een onvoldoend vermogen van de samenwerkende gemeenten resteert om haar sturende rol waar te maken. Dit leidt onafwendbaar tot verkeerde afwegingen en besluiten die sterk kostenverhogend werken. De afvalwaterketen is immers een kapitaalintensieve keten waarbij ondermaatse beslissingen grote financiële gevolgen kennen. Om die reden is het van groot belang dat het geprioriteerde project “Vermindering personele kwetsbaarheid van de samenwerking” inzicht gaat geven in de vereiste capaciteit en de optimale werkorganisatie. Trekker is gemeente Weert.
6.4 Verdeling externe kosten De acties zijn ook voorzien van een (globale) raming van externe kosten, van een raming van benodigde tijd en van een verdeling van de externe kosten en tijdsbesteding over de verschillende partijen. Waterschap Peel en Maasvallei stelt de benodigde middelen beschikbaar uit een algemeen budget dat zal worden ingezet voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten binnen het totale waterschapsgebied. Uitgangspunt hierbij is dat het waterschap, (incl. WBL) een aantoonbaar belang heeft bij de uitvoering van deze projecten. Waar nodig zullen projecten nader worden uitgewerkt in business cases die afzonderlijk aan de besturen van het waterschap worden voorgelegd. Het restant van de kosten is verdeeld naar rato van inwoneraantal over de gemeenten. De totale verdeling van de kosten is in onderstaande tabel weergegeven, de kosten zijn in de kostendekkingsberekeningen in de GRP’n opgenomen. Tabel F: Externe kosten actieprogramma per partij
Beslispunt 4b
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 45 van 53
Actieprogramma
6.5 Tijdsbeslag Om de acties uit te kunnen voeren, is tijd nodig. Per actie is een trekker benoemd, die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de actie. Dat wil niet zeggen dat diegene alles zelf moet doen, de trekker formeert een “team” om zich heen die de actie gaat uitvoeren, met externe ondersteuning als dat nodig is. In onderstaande tabel is op hoofdlijn de tijdbesteding per jaar aangegeven. Hieruit blijkt dat er per partner per jaar zo’n 20 dagen nodig zijn voor de acties. Deze tijd is nodig om de acties ook daadwerkelijk goed uit te voeren! Momenteel wordt deze tijd nog niet structureel besteed, het betreft dus een uitbreiding van de inspanning. Het is een investering in tijd, die de komende jaren zeker voordeel zal gaan opleveren. De acties zijn bedoeld om door middel van verdergaande samenwerking op de totale inzet van personeel te kunnen besparen, de kwaliteit te verhogen en de kwetsbaarheid van onze organisaties op dit vlak te verminderen. De kost gaat dus even voor de baat uit. We merken wel op dat als we deze onderzoeken zelf en alleen zouden uitvoeren, we veel meer tijd zouden moeten besteden. Tabel G: Samenvatting tijdbesteding actieprogramma 2012-2016
Beslispunt 4c
jaar uren als 2012 trekker volger 2013 trekker volger 2014 trekker volger 2015 trekker volger 2016 trekker volger uren periode dagen periode 8 uur per dag
Leudal 10 140 10 140 110 104 0 118 0 118
Maasgouw 8 140 8 140 0 122 20 102 20 102
751 94
662 83
Nederweert Peel en Maas 20 60 136 120 20 60 136 120 20 60 118 100 30 75 112 92 30 75 112 92 735 92
855 107
Weert 158 36 158 36 150 48 110 76 110 76
Waterschap/WBL 30 104 30 104 40 118 100 104 100 104
959 120
835 104
6.6 Besparingen (minder meer) Er is berekend wat het de individuele partijen had gekost als de acties die nu gezamenlijk zijn afgesproken, individueel zouden worden uitgevoerd. Het totaal aan externe kosten bij gezamenlijke acties is begroot op 1,5 miljoen euro. Als elke partij de acties afzonderlijk zou uitvoeren, zouden de kosten circa € 2,2 miljoen bedragen. Het voordeel van de samenwerking bedraagt dus afgerond € 0,7 miljoen euro in de periode 2012-2016. Daartegenover staat dat de extra personele inzet ook geld kost. Als we daarmee rekening houden, bedraagt de netto besparing afgerond € 0,4 miljoen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 46 van 53
7
Consequenties van de besparingen (minder meer)
7.1 Algemeen In de vorige hoofdstukken zijn in de laatste paragrafen de (geraamde) besparingen benoemd. In dit hoofdstuk gaan we in op de consequenties van de besparingen die we tot nu toe in dit proces hebben bepaald ten opzichte van de stand van zaken in de oude GRP’n. De besparingen bereiken we zoals aangegeven door het uitvoeren van gezamenlijk onderzoek, door alternatieve manieren van beschouwing bij de milieumaatregelen (doen we de goede dingen goed) en door het slimmer omgaan met vervanging en relining. Besparingen in de operationele sfeer zijn incidenteel al wel meegenomen (zo heeft Peel en Maas in de begroting al lagere bedragen gehanteerd voor reiniging en inspectie en heeft Weert het budget voor kolkenreiniging drastisch naar beneden bijgesteld), maar worden in volle omvang de komende jaren duidelijk, na uitvoering van de acties uit het actieprogramma. De basis voor dit hoofdstuk is de besparing in geld die is becijferd. Daarnaast is er ook een besparing in tijdsbesteding, die we echter op dit moment moeilijker zichtbaar te maken is. Na uitvoering van het actieprogramma is daar meer over te zeggen. Deels betreft het overigens uitgaven die we zouden moeten doen, maar waar we in de praktijk door capaciteitsgebrek niet aan toekomen. 7.2 Besparing gebiedsbreed van 10%. Een van de doelstellingen van dit samenwerkingsproces is het bereiken van een gebiedsbrede besparing van 10% op de uitgaven ten opzichte van de oude GRP’n. Deze doelstelling hebben we gehaald. Op de geraamde vervangingsinvesteringen is door een gewijzigde strategie een gemiddelde besparing berekend van 24% ten opzichte van de geraamde bedragen in de oude GRP’n. Vervangingskosten maken gemiddeld circa 40-45% uit van de totale brede rioleringskosten. Dat betekent dat de totale kosten hierdoor al met zo’n 10% zijn gedaald. Daarbij komende de geraamde besparingen op de maatregelen “van helder naar schoon water” en de besparingen op de operationele taken die de komende jaren na het uitvoeren van de acties duidelijk zullen worden. 7.3 Consequenties voor de prognoses van de rioolheffingen In dit hoofdstuk geven we de consequenties weer voor de rioolheffingen. In de oude GRP’n zijn rioolrechten berekend en de ontwikkeling daarvan in de toekomst. Deze geven we eerst weer. De uitgaven voor gezamenlijke acties zijn opgenomen in de kostendekkingsberekeningen van de individuele gemeenten. Ook de nieuwe aanpak voor de milieumaatre-
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 47 van 53
Consequenties van de besparingen (minder meer)
gelen en voor het omgaan met vervanging en relining is toegepast (behalve bij Leudal). De tweede figuur geeft de prognoses van de heffingen op basis van de afspraken in dit afvalwaterplan.
Figuur 7-1: Prognose rioolheffing oude situatie (bron: benchmark Noordlimburgse gemeenten)
Figuur 7-2: Prognose ontwikkeling rioolheffing AWP situatie
7.4 Aandachtspunten Binnen de huidige samenwerking zijn er actiepunt trekkers benoemd. Door niet allemaal zich met elke actie te bemoeien, wordt voordeel behaald. Iedereen profiteert vervolgens wel van de uitkomsten van de acties. De trekkers voor de acties zijn nu benoemd op grond van interesse en deskundigheid. Er heeft nog geen “evenredige” verdeling van de tijdbesteding plaatsgevonden.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 48 van 53
Consequenties van de besparingen (minder meer)
Mogelijk dat daar nog een verdeelsleutel voor moet worden bedacht. Er heeft zich een aantal partijen gemeld buiten ons samenwerkingsverband die ook graag willen gaan meedoen. Daarvoor geldt dat meedoen ook meebetalen betekent, zowel in geld als in tijd. NB Voor Maasgouw moet nog een definitieve berekening worden gemaakt. Ook merken we op dat Nederweert in 2011 de rioolheffing op basis van hernieuwde berekeningen al heeft verlaagd van € 267,38 tot € 234,82. Te zien is dat er natuurlijk nog steeds individuele verschillen zijn, maar dat in vier van de vijf gevallen aanzienlijk lagere rioolheffingen zijn berekend. Alleen gemeente Leudal blijft hierop achter, maar die gaan in 2012 een nieuw GRP opstellen waarin de voordelen zullen worden verdisconteerd.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 49 van 53
8
Vervolg: het organiseren van de samenwerking
In de voorgaande paragrafen hebben we aangegeven welke stappen in de samenwerking we de afgelopen periode hebben gezet. We hebben met elkaar een groot actieprogramma opgezet om de samenwerking in te vullen, de kwaliteit van de afvalwaterketenzorg te verbeteren, de kwetsbaarheid te verminderen en de kosten te verlagen of minder te laten toenemen. De komende jaren moeten de acties worden uitgevoerd en het voordeel worden verzilverd. Momenteel zijn binnen de gemeenten ruim 20 fte bezig met de rioleringszorg (excl voorbereiding en toezicht investeringswerken). Een eerste globale raming geeft aan dat er circa 25-30 fte nodig zijn. Dit tekort wordt ook bij de meeste gemeenten zo ervaren. De komende planperiode moet nader onderzoek plaatsvinden naar de werkelijk benodigde personele capaciteit, zoals ook in de afzonderlijke GRP’n aangegeven. Samenwerking is vanuit dit oogpunt ook nodig om de druk op de personele capaciteit te verminderen. Het waterschap en WBL kunnen hier hun rol in spelen. Ook de kwetsbaarheid wordt door samenwerking verminderd. Samenwerken is geen vrijblijvende aangelegenheid en vergt een organisatorische borging. De rol van gemeenten als eerste overheid voor de burger staat onder druk. Niet voor niets zoeken gemeenten op steeds meer terreinen elkaar op om een antwoord te geven op noodzakelijke bezuinigingen, dreigende kwetsbaarheid, afnemende innovatiekracht en het dreigende verlies van kwaliteit en dienstverlening. Een duidelijke trend in de ontwikkeling van de lokale overheid. Doelmatigheid in de waterketen moet dan ook geplaatst worden in de context van deze trend. We moeten de komende jaren dan ook verder nadenken over mogelijke samenwerkingsmodellen, waarin de samenwerking ook organisatorisch kan worden geborgd en minder afhankelijk wordt van de personen die nu trekker zijn van diverse acties. In dit hoofdstuk wordt, als doorkijk naar de toekomst, een drietal mogelijke samenwerkingsmodellen genoemd. Het zijn twee uitersten en een ‘middenvorm’ als een schets van mogelijkheden. Deze kunnen uitgangspunt zijn voor verdergaand onderzoek naar de organisatorische invulling. De middenvorm ligt momenteel het meest voor de hand als groeimodel vanuit de huidige situatie. We geven daar een aantal handvatten voor de eerste vervolgstappen. 8.1.1 Model 1: huidige (project)aanpak doorzetten Tot nu toe zijn samenwerkingsinitiatieven als project (op ad-hoc basis) opgepakt. Dat betekent dat gekeken werd wie van de deelnemers zich op basis van interesse en beschikbare tijd kon en wilde inzetten om zaken nader uit te werken. Dit model heeft tot op heden, met externe ondersteuning op onderdelen, afdoende gewerkt.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 50 van 53
Vervolg: het organiseren van de samenwerking
Gezien ons actieprogramma en de ontwikkelingen binnen de Limburgse Peelen kunnen we de vraag stellen of met deze aanpak de voordelen optimaal kunnen worden gerealiseerd en of onze samenwerking niet toe is aan een volgende stap. Een meer gestructureerde aanpak met borging van inzet van capaciteit wordt steeds belangrijker. In het kader van het zetten van een volgende stap in de samenwerking is alvast nagedacht over hoe we de nadelen van het huidige samenwerkingsmodel kunnen opheffen en beter invulling geven aan de genoemde 3 K’s. In meer algemene zin zijn de mogelijkheden van enkele samenwerkingsvorm en opbrengsten ervan in termen van kennis, kwaliteit, capaciteit en kwetsbaarheid beschreven in onderstaande figuren.
Figuur 8-1: Voorbeeld samenwerkingsmodel 1
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 51 van 53
Vervolg: het organiseren van de samenwerking
8.1.2 Model 2: uitvoeringsorganisatie Een ander, vergaand model waaraan kan worden gedacht is dat van de uitvoeringsorganisatie in de vorm van een afvalwaterketenbedrijf. Voor de uitvoering van de watertaken wordt een afzonderlijke organisatie opgericht. Op basis van contracten wordt de invulling van de zorgtaken daar aan uitbesteed. Een bedrijfsmatige opzet moet leiden tot een doelmatigheidswinst.
Figuur 8-2: Voorbeeld samenwerkingsmodel 2
Bij de uitvoering van dit model zijn nog twee mogelijkheden. Er kan worden uitgegaan van het toevoegen van alle (operationele) rioleringsmensen vanuit de organisaties naar deze uitvoeringsorganisatie. Een alternatief is het zoeken naar een markpartij die hier invulling aan geeft. In de praktijk zal, gegeven het bestaande tekort aan personeel altijd een tussenvorm van deze twee moeten worden gerealiseerd.
8.1.3 Model 3: er tussen in: de virtuele organisatie Omdat een samenwerkingsvorm als Model 2 een grote veranderingsinspanning vraagt, geven we ook een “tussenliggende” vorm, de “virtuele samenwerkingsorganisatie”. Het basisconcept is dat voor de samenwerkingsprojecten uit de huidige organisaties mensen worden ingezet. Hun inzet wordt door de gehele groep betaald, dit kan door inzet van uren in een van de projecten of door betaling van een vergoeding. Het streven is daarbij om een eenvoudige onderlinge verrekening te bepalen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 52 van 53
Vervolg: het organiseren van de samenwerking
Figuur 8-3: Voorbeeld samenwerkingsmodel 3
Beslispunt 5
Een eerste stap in deze vorm kan de vorming van een zogenoemd “Afvalwaterteam” zijn. Binnen het afvalwaterteam worden alle afvalwatertaken gecoördineerd en afspraken gemaakt over de uitvoering, zowel op strategisch (beleid) als op operationeel (jaarprogramma) niveau. Het (afval)waterteam is samengesteld uit:
• vertegenwoordigers van de gemeenten Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas en Weert;
• vertegenwoordiger waterschap Peel en Maasvallei; • vertegenwoordiger Waterschapsbedrijf Limburg; • een trekker / programmamanager die de samenhang in de (afval)waterketen en de voortgang van het (Afval)waterteam bewaakt. Voor het Afvalwaterteam zouden we de volgende taken kunnen omschrijven:
• Detailleren van het actieprogramma, jaarplan, begroting en financiële verrekening; • Opstellen van de (jaarlijkse of halfjaarlijkse) voortgangsrapportage aan het managementteam;
• Uitvoeren of doen uitvoeren van de taken en activiteiten zoals die in het actieprogramma zijn opgenomen;
• Coördineren en afstemmen van de (afval)watertaken binnen de Limburgse Peelen; • Programmeren van onderzoek en maatregelen op basis van de meerjarenplanning uit de gemeentelijke rioleringsplannen (GRP) van de betrokken gemeenten en de meerjarenplanning uit het waterbeheersplan van het waterschap, voor zover niet in het actieprogramma opgenomen;
• Inzet van ambtenaren van de partners, uitgaande van kennis, vaardigheid en inzetbaarheid;
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 53 van 53
Vervolg: het organiseren van de samenwerking
• Coördineren en plannen van inzet van inhuurkrachten; • Begeleiden van taken die zijn uitbesteed. De programmamanager is voorzitter van het Afvalwaterteam. De deelnemers aan het (Afval)waterteam blijven in dienst van de eigen organisatie. De eigen organisaties faciliteren de deelnemers aan het (Afval)waterteam, zodat zij hun bijdrage aan het (Afval)waterteam kunnen leveren.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2 Pagina 54 van 53
Bijlage 1
Afspraken standaardlevensduren, eenheidsprijzen c.a.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 1 : Afspraken standaardlevensduren, eenheidsprijzen c.a.
Standaardlevensduren worden gebruikt om te kunnen aangeven wanneer een rioleringsobject (put, buis, gemaal) aan vervanging toe is als er niet voldoende bekend is over de daadwerkelijke toestand (inspectiegegevens). Het bepaalt wanneer in de lange termijnplanning een uitgave wordt opgevoerd. Afgesproken is om uit te gaan van de volgende standaardlevensduren.
• vrijvervalriolen aangelegd voor 1970: 60 jaar; • vrijvervalriolen aangelegd na 1970: 80 jaar; • Persleidingen: 60 jaar. Voor gemalen en gemaalonderdelen zijn verschillende standaardlevensduren aangehouden. Nederweert, Peel en Maas en Weert hanteren (in jaren):
Leudal gaat vooralsnog uit van 15 jaar voor mechanisch/elektrische componenten en 50 jaar voor het bouwkundige deel, Maasgouw gaat vooralsnog uit van 15 respectievelijk 45 jaar. Voor de berekening van de strategische vervangingskosten die in het GRP worden opgenomen, is afgesproken uit te gaan van de eenheidsprijzen uit de Leidraad Riolering, prijspeil 2007. De ervaring bij de partijen is dat deze prijzen zodanig ruim zijn dat indexering naar prijspeil 2012 achterwege kan blijven. Omdat rioleringswerken in combinatie met werken aan wegen en openbaar groen plaatsvinden, is afgesproken dat 10% van het budget op basis van de Leidraad Rioleringprijzen wordt opgebracht vanuit de budgetten voor wegen en openbaar groen. Leudal is vooralsnog uitgegaan van de gegevens van het vigerende GRP. Nederweert heeft voor de vrijvervalriolering in het buitengebied aangepaste prijzen gehanteerd. In Weert wordt jaarlijks 200.000 euro bijgedragen door onderhoud wegen en groen en 50.000 euro door verkeer (algemene dienst).
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 1 : Afspraken standaardlevensduren, eenheidsprijzen c.a. (Vervolg 1)
Tabel H: Eenheidsprijzen GRP vervanging vrijvervalriolering
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 1 : Afspraken standaardlevensduren, eenheidsprijzen c.a. (Vervolg 2)
Berekening van de geraamde gemiddelde besparing op de vervangingsinvesteringen.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 2
Actielijst Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
an
1 1 1 1 1
2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013
I, I, I, I, I,
V, V, V, V, V,
A A A A A
Maasgouw Weert Weert Weert Weert
€ € € €
20.000 50.000 30.000 20.000 PM
€ € € €
10.000 20.000 7.500 5.000
Eenmalig Eenmalig Per jaar 1 keer per 5 jaar Eenmalig
40 320 80 96
16 80 40 16
24 240 40 80
€ € € €
3.649 9.122 5.473 3.649
€ € € €
2.367 5.917 3.550 2.367
€ € € €
1.677 € 4.191 € 2.515 € 1.677 €
4.241 € 10.602 € 6.361 € 4.241 €
4.734 11.834 7.101 4.734
€ € € €
3.333 8.333 5.000 3.333
1 1 1
2012-2013 I, V, A 2012-2013 I, A 2012-2013 EB
Weert Nederweert Nederweert
€ € €
50.000 € 10.000 € 10.000 €
15.000 5.000 3.000
Per jaar Eenmalig per jaar
200 40 40
50 20 20
150 € 20 € 20 €
9.122 1.824 2.189
€ € €
5.917 € 1.183 € 1.420 €
4.191 € 838 € 1.006 €
10.602 € 2.120 € 2.544 €
11.834 2.367 2.840
€ € €
8.333 1.667 -
1 1 1 1 1 1 1 2
2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2014
EB EB EB EB EB EB A EB
Peel en Maas Peel en Maas Peel en Maas Peel en Maas Peel en Maas Leudal Waterschap Leudal
€ 5.000 € € 10.000 € € 10.000 € in vGRP'en opgenomen in vGRP'en opgenomen € 5.000 € € 50.000 € € 3.000 €
3.000 3.000 3.000
Per jaar Per jaar Per jaar
40 40 40
10 10 10
30 € 30 € 30 €
1.095 € 2.189 € 2.189 €
710 € 1.420 € 1.420 €
503 1.006 1.006
€ € €
1.420 2.840 2.840
3.000 20.000 1.000
Eenmalig Eenmalig Eenmalig
40 100 40
20 60 10
20 € 40 € 30 €
1.095 € 9.122 € 547 €
710 € 5.917 € 355 €
503 € 4.191 € 251 €
1.272 € 10.602 € 636 €
1.420 11.834 710
€ € € € € € € €
8.333 500
2 2 2 2
2014 2014 2014 2014
EB I, A
Leudal Waterschap Weert Weert
€ € € €
12.000 15.000 50.000 25.000
€ € € €
5.000 5.000 15.000 5.000
Eenmalig Eenmalig Eenmalig 1 keer per 5 jaar
80 60 100 100
60 40 20 20
20 20 80 80
€ € € €
2.189 2.737 9.122 4.561
€ € € €
1.420 1.775 5.917 2.959
€ € € €
1.006 € 1.257 € 4.191 € 2.096 €
2.544 € 3.180 € 10.602 € 5.301 €
2.840 3.550 11.834 5.917
€ € € €
2.000 2.500 8.333 4.167
2
2014
Leudal
€
10.000 €
3.000
eenmalig
40
20
20 €
2.189
€
1.420
€
1.006
€
2.840
€
-
Leudal Waterschap Waterschap
€ € €
15.000 € 150.000 € 20.000 €
5.000 30.000 5.000
eenmalig Eenmalig Per jaar
40 300 40
20 140 20
20 € 2.737 160 € 31.198 20 € 3.649
€ € €
1.775 20.237 2.367
€ € €
1.257 € 14.334 € 1.677 €
3.180 € 36.257 € 4.241 €
3.550 40.473 4.734
€ € €
2.500 7.500 3.333
1.000 7.500 3.000 7.500 25.000
1 keer per 5 jaar Eenmalig Eenmalig Eenmalig 1 keer per 5 jaar
80 30 40 40 200
20 10 20 20 40
592 € 1.775 € 592 € 2.840 € 7.811 €
419 € 1.257 € 419 € 2.012 € 5.533 €
1.060 € 3.180 € 1.060 € 5.089 € 13.994 €
1.183 3.550 1.183 5.680 15.621
€ € € € €
833 2.500 833 5.000
5.000
Per jaar Per jaar, t/m 2016 Per jaar
20
10
1.420 2.367
1.006 1.677
2.840 4.734
€ €
3.333
40
20
ng
ng)
€ € €
1.272 2.544 2.544
en
€
2.544
el- en
t met
2 3 3
2014 2015-2016 I, A 2015-2016 I, A
3 3 3 3 3
2015-2016 Nederweert 2015-2016 Peel en Maas 2015-2016 voor contract afloopt Waterschap 2015-2016 Nederweert 2015-2016 Maasgouw
€ € € € €
3
2015-2016
Peel en Maas
in vGRP'en opgenomen
3
2015-2016 2012-2016 2012-2016 V, EB
Peel en Maas
€ € PM
5.000 15.000 5.000 20.000 60.000
€ € € € €
60 € 912 € 20 € 2.737 € 20 € 912 € 20 € 4.379 € 160 € 12.041 €
re
ndere
Weert
Resumé
Inwoners 37000 24000 17000 43000 48000
22% 14% 10% 25% 28%
169000
100%
€ € € € € € € €
10.000 € 20.000
190.000 135.000 105.000 190.000 20.000 25.000 65.000
gemeente alleen € 49.500 € 58.000 € 34.000 € 48.000 € 5.000 € 5.000 € 26.000
1.490.000 €
423.500
uren Jaarlijks 2012-2013 2014 2015-2016 1x 5 jaar 2012 1x 5 jaar 2014 1x 5 jaar 2015
590 540 360 410 96 100 280
10 € € 20
2.189 3.649
trekker rest Leudal 220 370 € 36.307 196 344 € 24.813 170 190 € 19.522 190 220 € 39.226 16 80 € 3.649 20 80 € 4.561 60 220 € 12.954 planperiode
€ €
€ €
€ €
2.544 4.241
€ €
Maasgouw Nederweert Peel en Maas € 23.550 € 16.681 € 42.194 € € 16.095 € 11.400 € 28.836 € € 12.663 € 8.969 € 22.687 € € 25.444 € 18.023 € 45.587 € € 2.367 € 1.677 € 4.241 € € 2.959 € 2.096 € 5.301 € € 8.402 € 5.952 € 15.054 €
€ 286.257 €
185.680 €
131.524 €
332.678 €
Weert Waterschap/WBL 47.101 € 24.167 32.189 € 21.667 25.325 € 15.833 50.888 € 10.833 4.734 € 3.333 5.917 € 4.167 16.805 € 5.833 371.361 €
182.500
Bijlage 3
Wetsteksten
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 3 : Wetsteksten
Wet milieubeheer Zorgplicht stedelijk afvalwater Artikel 10.33 1. De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet. 2. In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een gemeente, waterschap of een rechtspersoon die door een gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt.
Hemel- en grondwaterverordening Artikel 10.32a 1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat: a. bij het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, wordt voldaan aan de in die verordening gestelde regels, en b. het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater binnen een in die verordening aangegeven termijn wordt beëindigd. 2. Van de mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt geen gebruikgemaakt, indien van degene bij wie afvloeiend hemelwater of grondwater vrijkomt redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van dat water kan worden gevergd.
Waterwet Zorgplicht zuivering Artikel 3.4 1. Zuivering van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool geschiedt in een daartoe bestemde inrichting onder de zorg van een waterschap. Een zodanige inrichting kan worden geëxploiteerd door het waterschap zelf dan wel door een rechtspersoon die door het bestuur van het waterschap met die zuivering is belast. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen het bestuur van het betrokken waterschap en de raad van een betrokken gemeente op voorstel van één van beide partijen besluiten, dat de zuivering van daarbij aangewezen stedelijk afvalwater in die gemeente, vanaf een daarbij te bepalen tijdstip, geschiedt in een daartoe bestemde inrichting onder de zorg van die gemeente. Een besluit als bedoeld in de vorige volzin kan slechts worden genomen op grond dat zulks aantoonbaar doelmatiger is voor de zuivering van stedelijk afvalwater. 3. Het bestuur van het waterschap en de raad van de betrokken gemeente beslissen op een voorstel als bedoeld in het tweede lid, binnen één jaar na de dag waarop het door de raad van de betrokken gemeente dan wel door het bestuur van het
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 3 : Wetsteksten (Vervolg 1)
waterschap is ontvangen. Bij gebreke van overeenstemming binnen die termijn beslissen, de beide partijen gehoord, gedeputeerde staten.
Zorgplicht hemelwater Artikel 3.5 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. Zorgplicht grondwater Artikel 3.6 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
Samenwerking Artikel 3.8 Waterschappen en gemeenten dragen zorg voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden waaronder het zelfstandige beheer van inname, inzameling en zuivering van afvalwater.
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 4
Gevoerde overleggen samenwerkingstraject 2011
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 4 : Gevoerde overleggen samenwerkingstraject 2011
De volgende overleggen zijn voor het AWP gevoerd:
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 5
Maatregelen "Van helder naar schoon water"
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 5 : Maatregelen "Van helder naar schoon water"
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 5 : Maatregelen "Van helder naar schoon water" (Vervolg 1)
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 5 : Maatregelen "Van helder naar schoon water" (Vervolg 2)
Gemeente
Kern
Omschrijving
Planning
Bedrag Prijspeil oorspronkelijk
Prijspeil 2012
euro * 1000
Korting Netto 5% bedrag Weerter methode ex BTW euro * 1000 euro * 1000
Peel en Maas Egchel
Maatregelen Overstort 001095 / Jacobusstraat
2012-2015
159
2007
181
9
172
Beringe
Maatregelen Overstort 034061 / Kanaalstraat
2012-2015
869
2007
991
50
942
Maatregelen Overstort 034202 / Paulus Potterstraat
2012-2015
159
2007
181
9
172
Grashoek
Maatregelen Overstort 012013 / Helenaveensew eg
2012-2015
-
2007
-
Helden/Panningen
Maatregelen Overstort 035040 / Groenstraat
2012-2015
22
2007
25
1
24
Maatregelen Overstort 035284 / Ninnesw eg
2012-2015
303
2007
345
17
328
2012-2015 2012-2015
-
Maatregelen Overstort 035821 en 035822 / Stogger
2012-2015
-
Maatregelen Overstort 036509 / Onderseveld
2012-2015
15
2007
17
1
16
Koningslust
Maatregelen Overstort 023060 / Schenskensw eg
2012-2015
738
2007
842
42
800
Kessel
Maatregelen Overstort 01615G / Industrieterrein Kruisberg
2012
-
2007
-
Maatregelen Overstort 01616 / Beeselsew eg
2012
Baarlo
Meyel Extra
Maatregelen Overstort 543A / Op de Kemp
2016-2021
2007
23
22
Maatregelen Overstort 035342 / Loosteeg Maatregelen Overstort 035390 / Tuindersw eg
Maasbree
21
-
-
2007
-
2007
-
1 -
-
-
-
-
-
20
2007
23
1
22
1.854
2007
2.113
106
2.008
Maatregelen Overstort 5093 / Vergelt
2022-2027
332
2007
378
19
360
Maatregelen Overstort 225 / van Crieckenbeekstraat
2022-2027
183
2007
209
10
198
Maatregelen Overstort 5682 / de Bong
2022-2027
407
2007
464
23
441
afkoppelen 7,4 ha, in exploitatiekosten opgenomen
2015-2027
1.580
2009
1.706
85
1.621 -
Aanpassen gemaal Hofw eg 38 -> 65 m3/h
2012
-
2009
-
Afkoppelen 2012
2012
250
2012
250
Afkoppelen 2013
2013
250
2012
250
aanleg groene buffer Grashoek
2013
613
2012
613
31
582
Anleg HWA riool Tuindersw eg Panningen
2013
228
2012
228
11
217
8.842
417
8.425
8.004
-
250 250
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 5 : Maatregelen "Van helder naar schoon water" (Vervolg 3)
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
Bijlage 5 : Maatregelen "Van helder naar schoon water" (Vervolg 4)
GM-0037103 D1 Afvalwaterplan.doc, revisie d2
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 2 van 47
Gemeentelijk Rioleringsplan Weert 2012-2016 Stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater
ONTWERP
Gemeente Weert
Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 25 oktober 2012
Verantwoording
Titel
:
Gemeentelijk Rioleringsplan Weert 2012-2016
Subtitel
:
Stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater
Projectnummer
:
307994
Referentienummer
:
GM0045616 GRP Weert
Revisie
:
d4
Datum
:
25 oktober 2012
Auteur(s)
:
Elwin Leusink MSc, ir. Karst Jan van Esch
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
projectteam
Goedgekeurd door
:
ir. Karst Jan van Esch
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
Grontmij Nederland B.V. De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 2 van 47
Inhoudsopgave
0
Samenvatting ................................................................................................................ 5
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding......................................................................................................................... 9 Aanleiding ..................................................................................................................... 9 Samenwerking Limburgse Peelen ................................................................................ 9 Geldigheidsduur .......................................................................................................... 10 Procedures.................................................................................................................. 10 Termen en definities ................................................................................................... 10 Leeswijzer ................................................................................................................... 10
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Evaluatie ..................................................................................................................... 13 Inleiding....................................................................................................................... 13 Doelen......................................................................................................................... 13 Inzameling en transport stedelijk afvalwater............................................................... 13 Inzameling en verwerking hemelwater ....................................................................... 14 Maatregelen ................................................................................................................ 14 Organisatie.................................................................................................................. 14 Conclusie .................................................................................................................... 14
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Gewenste situatie ....................................................................................................... 15 Inleiding....................................................................................................................... 15 Ambities Afvalwaterplan.............................................................................................. 15 Doelen rioleringszorg .................................................................................................. 16 Functionele eisen en maatstaven ............................................................................... 16 Meetmethoden ............................................................................................................ 16 Voorwaarden voor effectief beheer............................................................................. 17 Duurzaamheid............................................................................................................. 17
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Toetsing huidige situatie ............................................................................................. 19 Inleiding....................................................................................................................... 19 Totaal overzicht aanwezige voorzieningen................................................................. 19 Zorgplicht stedelijk afvalwater..................................................................................... 21 Zorgplicht hemelwater................................................................................................. 24 Zorgplicht grondwater ................................................................................................. 25 Organisatie & inwoners............................................................................................... 25 Samenwerken in de (afval)waterketen ....................................................................... 25 Effectief beheer ........................................................................................................... 26
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
De opgave................................................................................................................... 27 Inleiding....................................................................................................................... 27 Actieprogramma Limburgse Peelen ........................................................................... 27 Het uitbreiden van de bestaande rioleringsvoorzieningen.......................................... 27 Onderzoek stedelijk afvalwater- en hemelwaterzorgplicht ......................................... 28 Maatregelen stedelijk afvalwater- en hemelwaterzorgplicht ....................................... 30 Grondwaterzorgplicht.................................................................................................. 33 Effectief beheer ........................................................................................................... 34
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 3 van 47
Samenvatting
6 6.1 6.2 6.3
Organisatie en financiën ............................................................................................. 37 Personele middelen .................................................................................................... 37 Financiële middelen .................................................................................................... 40 Kostendekking ............................................................................................................ 41
7
Besluit ......................................................................................................................... 44
Bijlagen: Doelen_functionele eisen en maatstaven Tabellen Woordenlijst Reactie van derden Uitgangspunten kostendekkingsberekening
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 4 van 47
0
Samenvatting
Waarom stellen we een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op? Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Als gemeenten hebben we de taak om voor die riolering te zorgen, we hebben de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, voor afvloeiend hemelwater en voor grondwatermaatregelen. Dit Gemeentelijk Rioleringsplan geeft aan hoe de gemeente Weert met deze drie zorgplichten omgaat. Samenwerking Limburgse Peelen De gemeente Weert neemt deel aan het samenwerkingsverband Afvalwaterketen Limburgse Peelen. In dit samenwerkingsverband is onderzocht op welke gebieden van het afvalwaterketenbeheer door samenwerking kosten kunnen worden bespaard, kennis kan worden gedeeld en kwetsbaarheid kan worden verminderd. Dit zijn de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011. Weert heeft samen met de gemeenten Leudal, Maasgouw, Nederweert en Peel en Maas, het waterschap Peel en Maasvallei en het waterschapsbedrijf Limburg het Afvalwaterplan opgesteld. In het Afvalwaterplan staan de gezamenlijke ambities, de uitgangspunten en een actieprogramma die invulling geven aan de samenwerking. Het Afvalwaterplan maakt daarom ook onderdeel uit van dit Gemeentelijk Rioleringsplan. Wat ging er vooraf? In 2006 hebben we een Gemeentelijk Rioleringsplan opgesteld voor de periode 2006-2010. Dat plan hebben we geëvalueerd. De gestelde doelen zijn in grote mate behaald. Er zijn geen problemen bekend waaruit schade is ontstaan met de inzameling van stedelijk afvalwater en hemelwater en het transport van afvalwater lijkt goed te verlopen. Bovendien worden de rioleringsvoorzieningen planmatig onderhouden. Doordat de Basisinspanning- en Kaderrichtlijn Water (KRW) maatregelen zijn uitgesteld, zijn de doelen rondom beperking van de vuilemissies niet volledig gehaald. De geplande maatregelen zijn immers niet allemaal uitgevoerd. Vanaf 2012 vindt een inhaalslag plaats. Afgaand op het lage aantal meldingen en de huidige planmatige werkwijze kan worden gesproken over een doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering. Wat zijn de doelen voor de rioleringszorg in de komende planperiode? De doelen voor de komende planperiode zijn:
1. 2. 3. 4. 5.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.
De doelen zijn in dit Gemeentelijk Rioleringsplan geconcretiseerd met het opnemen van functionele eisen en maatstaven zodat getoetst kan worden of de huidige situatie aan de gestelde doelen voldoet.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 5 van 47
Samenvatting
Een aantal aandachtspunten in het kader van duurzaamheid zijn: • Verantwoord gebruik van energie; verpompen we niet teveel schoon water, gebruiken we bij gelijkwaardigheid energiezuinige alternatieven? • Wentelen we problemen niet af in ruimte of tijd? • Zorgen we ervoor dat het afvloeiende hemelwater niet te veel wordt verontreinigd door bijvoorbeeld onkruidbestrijdingsmiddelen of uitlogende bouwmaterialen? Waar staan we nu? Anno 2012 zijn alle woningen en bedrijven in onze gemeente aangesloten op (druk)riolering of IBA. Hiermee voldoen we aan de wettelijke zorgplicht. De te beheren voorzieningen bestaan uit onder andere 193 km gemengde riolering, 78 km gescheiden riolering en 49 km diverse andere riolen, 57 gemalen vrijvervalriolering, 4 bergbezinkvoorzieningen en 102 km drukriolering met 387 pompunits. De vervangingswaarde van deze voorzieningen is ruim € 228 miljoen. De gegevens van de riolen zijn opgeslagen in een rioleringsbeheersysteem en goed toegankelijk. De gegevens moeten wel worden gecontroleerd en aangevuld. De toestand van de riolen wordt vastgelegd middels tv.-camera inspecties. Sinds 2000 is 57% van de totale lengte van de vrijvalriolering is met tv.-camera geïnspecteerd. Indien uit de inspectieresultaten blijkt dat ingrijpen noodzakelijk is, wordt adequate actie ondernomen. Er is inzicht in de toestand. We hebben ook inzicht in het functioneren van de riolering. Er zijn geen grote overlastlocaties bekend op de Bloemenbuurt na. Om aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water te voldoen, is nog wel een aantal maatregelen nodig. We beschikken nog niet over een structureel grondwatermeetnet. Op nieuwbouwlocaties doen we onderzoek. We hebben zodoende een redelijk inzicht in de grondwatersituatie. Overlastlocaties zijn bekend. Doordat we wijkgericht zijn gaan werken, betrekken we ook de inwoners meer bij de plannen. Dit levert een grotere betrokkenheid op van burgers en bedrijven en een minimalisatie van de overlast door werkzaamheden. De afdeling Vergunning Toezicht en Handhaving (VTH) controleert en handhaaft de vergunningen bij bedrijven, waarbij indien nodig ook de afvalwatercomponent wordt meegenomen. We beschikken over een rioolheffingverordening en een bouwverordening. Wat moeten we doen in de planperiode en daarna? In dit Gemeentelijk Rioleringsplan staan de hoofdlijnen van aanpak om de doelen te halen. Dit beleid zal jaarlijks worden uitgewerkt. Nieuwe percelen moeten voor wat betreft huishoudelijk afvalwater in principe aansluiten op riolering. Wat betreft het hemelwater ontzorgen we de inwoners door als het kan te infiltreren in de openbare ruimte. Dat garandeert een goed niveau van onderhoud. Samen met de partners van de samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen voeren we een actieprogramma uit, vooral onderzoek. Door het gezamenlijk uitvoeren besparen we op de kosten en hoeven we niet altijd zelf het wiel uit te vinden. Met de resultaten van de onderzoeken zullen we ons dagelijks beheer aanpassen en verder uitwerken om ook voor de operationele taken de kwaliteit te verbeteren en kosten te besparen. De gegevens van de riolering controleren we en houden we actueel. De toestand van vrijvervalriolen zal door tv.- inspectie worden onderzocht en de inspectiegegevens zullen in het rioleringsbeheersysteem worden opgeslagen. De komende planperiode zal worden overgegaan op gedifferentieerde inspectie: belangrijke riolen worden vaker geïnspecteerd dan andere. Ook de drukriolering en de gemalen worden regelmatig geïnspecteerd en onderhouden. Om een goede afstroming in de vrijvervalriolering te kunnen handhaven, is regelmatig onderhoud
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 6 van 47
Samenvatting
nodig. De huidige werkwijze wordt geoptimaliseerd waarbij differentiatie wordt toegepast. Sommige riolen worden dan vaker gereinigd dan andere. Belangrijk uitgangspunt is dat door de kolkenreiniging efficiënter en doelmatiger uit te voeren er een jaarlijks bedrag van € 50.000 te besparen is. Om toekomstige vervangingspieken goed het hoofd te kunnen bieden en om verbeteringen aan het functioneren goed door te voeren, wordt de wijksgewijze aanpak e voortgezet. Vervanging van riolering combineren we zo met herinrichting van de openbare ruimte en bijvoorbeeld afkoppelprojecten. We maken meer gebruik van moderne renovatietechnieken. Dit bespaart overlast en kosten. Omdat in de praktijk bij rioleringswerkzaamheden de totale openbare ruimte (wegen, groen, verlichting) wordt aangepakt, is uitgangspunt dat jaarlijks € 70.000 wordt bijgedragen uit de budgetten voor wegen, € 10.000 uit de budgetten voor groen en ook € 10.000 uit de budgetten voor verlichting (algemene middelen). Om te voldoen aan de afspraken met het waterschap uit de Optimalisatiestudies en het Waterplan worden de komende planperiode maatregelen aan overstorten uitgevoerd, verhard oppervlak afgekoppeld en groene buffers aangelegd. De particulier stimuleren we bij rioleringswerkzaamheden om ook op eigen terrein af te koppelen. Afkoppelen passen we toe als het doelmatig en technisch en financieel haalbaar is. Om invulling te geven aan de grondwaterzorgplicht gaan we in samenwerkingsverband onderzoek uitvoeren om inzicht te krijgen in de grondwatersituatie en locatie en aard van eventuele klachten en overlast dat door het grondwater veroorzaakt wordt. De particulier heeft een wettelijk vastgelegde eigen verantwoordelijkheid als het gaat om regenen grondwater. We verwachten van de particulier dat hij zijn stedelijk afvalwater loost op de gemeentelijke riolering of op een Individuele Behandeling Afvalwater (IBA). Wij willen stimuleren dat daar waar mogelijk en zinvol regenwater van de gemengde riolering wordt afgekoppeld. We ontzorgen daarbij de inwoners om het onderhoud van infiltratievoorzieningen te optimaliseren. Daarbij verwachten we dat de particulier zich houdt aan de lozingsvoorschriften. Wat gaat het kosten en hoe betalen we dat? Allereerst kost het realiseren van de ambities de nodige personele inspanning. Uit een eerste globale analyse blijkt dat de huidige personele inzet van 3 fte (binnendienst, buitendienst en projectleiders) lager is dan de berekende benodigde inzet (7,8 fte). Dit betekent een fors tekort. We gaan dit in samenwerkingsverband verder onderzoeken en oppakken. Om de samenwerking de komende jaren goed vorm te geven, is een extra inzet nodig van circa 0,1 fte. De aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen kosten veel geld. De uitgaven voor de komende planperiode 2012-2016 zijn begroot op circa 28 miljoen euro aan investeringen en 16 miljoen euro voor de dagelijkse rioleringszorg (inclusief kapitaallasten). Uit de voorziening wordt in 2012 ook de versnelde aflossing van € 4.000.000 aan “dure” leningen bekostigd. De kosten worden gedekt door de rioolheffing. Om alle kosten op lange termijn te dekken, is een rioolheffing nodig van € 231.96. Dat is lager dan de huidige heffing. Besluit Burgemeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad het Afvalwaterplan Limburgse Peelen en dit Gemeentelijk Rioleringsplan Weert 2012 tot en met 2016 vast te stellen door in te stemmen met: 1. de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; 2. de voorgenomen onderzoeken; 3. de voorgenomen beheermaatregelen; 4. een verlaging van de rioolheffing; Het raadsbesluit maakt onderdeel uit van het Gemeentelijk Rioleringsplan.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 7 van 47
Samenvatting
Na vaststelling van dit Gemeentelijk Rioleringsplan zal dit plan samen met het raadsbesluit worden toegezonden aan: • waterschap Peel en Maasvallei; • Provincie Limburg. Na vaststelling zal in één of meerdere dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid, bekend worden gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit Gemeentelijk Rioleringsplan.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 8 van 47
1
Inleiding
1.1 Aanleiding De stad Weert (sinds 1414 stadsrechten) vormt de hoofdstad van de gemeente Weert. Andere kernen zijn Altweerterheide, Boshoven, Laar, Stramproy, Swartbroek en Tungelroy. Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast in onze stad. Aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (art. 10.33) en de Waterwet (art. 3.5 en 3.6). Het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan is een wettelijke verplichting die is vastgelegd in de wet milieubeheer artikel 4.22. Met het aflopen van het vorige Gemeentelijk Rioleringsplan en het in werking treden van nieuwe wetgeving, zoals de Waterwet en de Wet gemeentelijke watertaken, is het noodzakelijk de bestaande Gemeentelijk Rioleringsplannen te actualiseren en samen te voegen, inclusief de verbreding met de zorgplicht voor het grondwater tot een zogenaamd verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Per 1-1-2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken van kracht, figuur 1-1 geeft de essentie weer van deze wet. Deze wet is opgenomen in de Waterwet. De zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater is vervangen door drie zorgplichten: a. Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; figuur 1-1 : Essentie Wet gemeentelijke watertaken b. Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; c. Zorgplicht voor het grondwater. De zorgplicht grondwater is in de wet als volgt geformuleerd: het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Dit rioleringsplan geeft aan hoe de gemeente Weert met deze drie zorgplichten omgaat. Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit, en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn belangrijke aandachtspunten.
1.2 Samenwerking Limburgse Peelen De gemeente Weert neemt deel aan het samenwerkingsverband Afvalwaterketen Limburgse Peelen. In dit samenwerkingsverband hebben we onderzocht op welke gebieden van het afvalwaterketenbeheer door samenwerking kosten kunnen worden bespaard, kennis kan worden gedeeld en kwetsbaarheid kan worden verminderd. figuur 1-2: Doelen van samenwerking
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 9 van 47
Inleiding
Samenwerken is belangrijk om de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water van 2011 te kunnen bereiken: een aanzienlijke beperking van de stijging van de kosten in 2020. Het gezamenlijk opstellen van beleid en beleidsuitgangspunten voor de afvalwaterketen in een afvalwaterplan is een eerste stap op weg naar verdergaande, structurele samenwerking. Weert heeft samen met de gemeenten Leudal, Maasgouw, Nederweert en Peel en Maas, het waterschap Peel en Maasvallei en het waterschapsbedrijf Limburg het Afvalwaterplan Limburgse Peelen opgesteld. In het Afvalwaterplan staan de gezamenlijke ambities, de uitgangspunten en een actieprogramma die invulling geven aan de samenwerking. Het Afvalwaterplan maakt daarom onderdeel uit van dit rioleringsplan.
1.3 Geldigheidsduur De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van dit Gemeentelijk Rioleringsplan vast. De geldigheidsduur van dit beleidsplan is vijf jaar: 2012 t/m 2016. De peildatum van dit plan is 1 januari 2012 en alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2012. Evaluatie van de voortgang en eventuele bijstelling moet bij grote veranderingen plaatsvinden, in 2016 vind een evaluatie en actualisatie van dit beleidsplan plaats. In verband met vertraging in het proces van de totstandkoming van dit plan maakt het jaar 2012 onderdeel uit van deze planperiode.
1.4 Procedures Dit Gemeentelijk Rioleringsplan is tot stand gekomen binnen het samenwerkingsverband Afvalwaterketen Limburgse Peelen. Dat betekent dat ambities en uitgangspunten waar mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Het waterschap Peel en Maasvallei werkt mee in het samenwerkingsverband en is daarmee ook betrokken bij dit plan. Voor vaststelling door de gemeenteraad is het ontwerp- Gemeentelijk Rioleringsplan officieel ter becommentariëring gezonden aan de bij wet genoemde instanties (Wm 4.23): • het waterschap Peel en Maasvallei; • het Waterschapsbedrijf Limburg; • de provincie Limburg. In bijlage 4 zijn de reacties van bovenstaande instanties opgenomen. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad zal het vastgestelde plan worden toegezonden aan de bovenvermelde instanties. Bovendien moet de vaststelling van het rioleringsplan in ten minste één dag- of nieuwsblad worden gepubliceerd waarna dit rioleringsplan voor de burgers ter inzage wordt gelegd.
1.5 Termen en definities Dit rioleringsplan is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven, maar ook voor afstemming en overleg met de in de Wet Milieubeheer (Wm) genoemde instanties (zie 1.3). Dit heeft tot gevolg dat er vaktaal wordt gebruikt. In dit plan is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen in Bijlage 3.
1.6 Leeswijzer Zoals gezegd is dit Gemeentelijk Rioleringsplan een lokale uitwerking van het Afvalwaterplan Limburgse Peelen. In het Afvalwaterplan is opgenomen: • De context van de afvalwaterketen taken; • De doelstellingen en ambitiebesluiten • Samenwerking, met doel, proces, concrete resultaten en besparingen; • De maatregelen “Van helder naar schoon water” • Het actieprogramma • Consequenties van de besparingen • Het organiseren van verdergaande samenwerking
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 10 van 47
Inleiding
In ons rioleringsplan vertalen we het Afvalwaterplan naar de lokale situatie in Weert. Dit rioleringsplan is conform de aanbevelingen in de Leidraad Samenvatting Riolering opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer. In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot en met 2011 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor het GRP 2012-2016. In hoofdstuk 3 'Gewenste situatie’ wordt allereerst de vraag “Waarom rioleringszorg” beantwoord. Het gaat hierbij om de rioleringszorg in brede zin: stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwatermaatregelen. Vervolgens wordt voor de komende planperiode (en de periode daarna) het gemeentelijk beleid weergegeven en de hieruit voortkomende doelen en functionele eisen. Dit geeft een toetsingskader waarmee onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm artikel 4.22 lid 2d) worden aangegeven.
Evaluatie huidige GRP
Gewenste situatie/toetsingskader Wat willen we?
H3
Doelen, eisen en maatstaven
Toetsing huidige situatie wat hebben we nu?
H4
De opgave wat moeten we doen?
H5
aanleg, onderzoek en maatregelen
Organisatie en financiën Wat hebben we nodig? Personeel, financieel
In hoofdstuk 4 'Toetsing huidige situatie' is getoetst in hoeverre nu al aan de eisen wordt voldaan. Ook geeft dit hoofdstuk het in de wet gevraagde overzicht van de aanwezige voorzieningen (Wm, artikel 4.22 lid 2a).
H2
Figuur 1-3: Leeswijzer GRP
In hoofdstuk 5 'De opgave' worden in hoofdlijnen de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. Daarmee wordt invulling gegeven aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 6 'Organisatie en financiën' wordt de in hoofdstuk 5 weergegeven opgave vertaald naar benodigde personele en financiële middelen voor de planperiode én de lange termijn. Ook wordt de wijze van kostendekking aangegeven (Wm, artikel 4.22 lid e). Tabellen met een letter (bijvoorbeeld tabel A) zijn in de rapporttekst opgenomen, tabellen met een cijfer in Bijlage 2.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 11 van 47
H6
2
Evaluatie
2.1 Inleiding Voordat het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan wordt opgesteld is het belangrijk om terug te kijken naar de uitgevoerde activiteiten in de afgelopen periode. In het vorige rioleringsplan zijn doelen opgesteld en maatregelen bepaald die ervoor moeten zorgen dat de doelen bereikt worden. Deze doelen en maatregelen worden in dit hoofdstuk geëvalueerd. Algemeen kan worden gesteld dat de doelen zijn gehaald. Het rioleringsplan heeft de visie op, en doelen voor de rioleringszorg verankerd in de werkzaamheden die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. De onderbouwing voor maatregelen wordt gegeven in dit rioleringsplan. Hierdoor kon de rioleringszorg planmatig worden aangepakt.
2.2 Doelen De gemeente Weert heeft acht doelen gesteld om alle rioleringswerkzaamheden planmatig uit te voeren (zie tabel A). Deze doelen gaan in op de inzameling van afvalwater en neerslag, het transport van afvalwater, beperking van de vuilemissie, het beperken van (water)overlast en de duurzame omgang met water. tabel A Doelen gemeente Weert, GRP 2006 Doelen 1) Inzameling van het op gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater en neerslag die niet direct in het oppervlaktewater wordt geloosd of infiltreert in de bodem 2) Transport van het ingezamelde afvalwater en zo min mogelijk neerslag naar het overnamepunt van het waterschap 3) Beperken van vuilemissie naar oppervlaktewater 4) Beperken van vuilemissie naar bodem 5) Beperken van wateroverlast 6) Duurzaam omgaan met water 7) Voorkomen van overlast anders dan wateroverlast, zoals stank en ingezakte wegdelen 8) Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering
2.3 Inzameling en transport stedelijk afvalwater Alle percelen binnen de gemeente Weert zijn gerioleerd, aangesloten op een IBA (lokale zuivering eenheid) klasse III of hebben ontheffing verkregen van de provincie. Het aansluiten van de laatste percelen was al afgerond voor het begin van de vorige planperiode. De percelen die een ontheffing hebben verkregen worden regelmatig gecontroleerd. Het rioolstelsel wordt conform het gemeentelijk rioleringsplan regelmatig geïnspecteerd om de toestand te kennen en indien nodig maatregelen te nemen. De vrijvervalriolen worden eens in de 10 á 12 jaar geïnspecteerd. De reiniging gebeurt met dezelfde frequentie. De gemalen worden één keer per jaar geïnspecteerd en gereinigd. Drukrioleringsunits worden twee keer per jaar geïnspecteerd en gereinigd.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 13 van 47
Evaluatie
2.4 Inzameling en verwerking hemelwater Hemelwater wordt via een systeem van kolken en andere voorzieningen opgevangen. De gemeente Weert bezit ongeveer 17.000 kolken die twee keer per jaar worden gereinigd door de eigen dienst. Tijdens de afgelopen periode is het beleid ingezet om hemelwater zoveel mogelijk binnen de wijk vast te houden. Op de plekken waar dit doelmatig kon gebeuren is daarom de laatste jaren ruim 55 hectare verhard oppervlak afgekoppeld. Hierdoor wordt de riolering en zuivering ontlast. Er zijn retentievoorzieningen aangelegd om hemelwater vertraagd af te voeren.
2.5 Maatregelen Er is de afgelopen jaren een achterstand ontstaan in de uitvoering van maatregelen. Dit komt voort uit capaciteitsgebrek; er zijn te weinig medewerkers om alles uit te voeren, en door onverwachte ontwikkelingen (bijvoorbeeld de IJzeren Rijn) die tot uitstel hebben geleid. Ook de nieuwe strategie met betrekking tot grootschalige vervanging heeft veel meer voorbereidingstijd gevraagd dan van te voren was bedacht. Om te voldoen aan de basisinspanning (BI), Kaderrichtlijn Water (KRW) en eigen bestuurlijke ambities waren vier afkoppelprojecten gepland. De uitgevoerde OAS (Optimalisatie Afvalwater Systeem) studie heeft aangetoond dat binnen de gestelde kaders (KRW en aanvullende bestuurlijke ambities) alleen maatregelen nodig zijn in Stramproy, Tungelroy en Alweerterheide. Deze maatregelen gaan veel verder dan de basisinspanning. Uitstel heeft hier geleid tot een gewijzigde aanpak die de komende planperiode wordt uitgevoerd. • Kwaliteit van de riolering: In 2010 is de riolering gereinigd en geïnspecteerd om de kwaliteit in beeld te brengen; • Slecht functionerende kolken: De reinigingsfrequentie was 1x per jaar en is nu 2x per jaar;
2.6 Organisatie Tijdens de afgelopen planperiode is de vervanging van riolering omgeschakeld van een strenggerichte aanpak, naar een wijkgerichte aanpak. Dit betekent dat er een veel wijder perspectief wordt gekozen bij de vervanging van rioleringsbuizen: riolering wordt geplaatst in de gehele ruimtelijke ontwikkeling. Er worden integrale visies gemaakt die rekening houden met onder andere het groen, de wegen en de riolering. Hierbij worden de burgers actiever betrokken dan voorheen gebruikelijk was. Deze andere aanpak heeft gevolgen voor de interne organisatie. Omdat vele disciplines moeten samenwerken om een integrale visie op te stellen zijn er interne aanjagers nodig. Procesmanagers moeten alle werkzaamheden coördineren, zodat iedereen weet wie welke verantwoordelijkheden heeft. Het beleid rondom riolering is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan en in een waterplan (“Integraal waterplan Weert”). In deze plannen worden toekomstige ontwikkelingen en wensen vertaald naar concrete maatregelen om voorbereid te zijn op de toekomst. 2.7 Conclusie De gestelde doelen zijn in grotendeels behaald. Er zijn geen problemen bekend met de inzameling van stedelijk afvalwater en hemelwater waarbij schade ontstaat en het transport van afvalwater lijkt goed te verlopen. Bovendien worden de rioleringsvoorzieningen planmatig onderhouden. De geplande maatregelen vanuit de Kaderrichtlijn Water zijn uitgesteld om synergie te creëren vanuit samenwerking, in de regio, en de koppeling met uitbreidingsplannen zoals Vrouwenhof. Vanaf 2012 vindt een inhaalslag plaats. Afgaand op het lage aantal meldingen en de huidige planmatige werkwijze kan worden gesproken over een doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 14 van 47
Gewenste situatie
3
Gewenste situatie
3.1 Inleiding Met de invoering van de drie zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater, moet de gemeente haar beleid op deze gebieden vastleggen. Dit hoofdstuk geeft de gewenste situatie voor het beleid ten aanzien van de drie zorgplichten. Dit hoofdstuk is gebaseerd op het Afvalwaterplan Limburgse Peelen. Binnen het samenwerkingsverband Limburgse Peelen is afgesproken gezamenlijk een beeld te schetsen voor de toekomst van de afvalwaterketen in dit gebied. Dit beeld is weergegeven in het Afvalwaterplan. In dit hoofdstuk wordt een vertaling gegeven naar de gemeente Weert. 3.2 Ambities Afvalwaterplan In het Afvalwaterplan is een zestal ambities opgenomen. Deze ambities zijn:
1) Samenhang in de afvalwaterketen is het vertrekpunt voor samenwerking (gemeenten en waterschap zijn gelijkwaardige partners!). Inbreng van burgers en bedrijven is hierbij van belang, zeker als het gaat om preventie. Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) wordt in dit project nog niet direct betrokken, maar neemt wel deel aan het provinciale samenwerkingsverband Waterpanels Limburg. Bij de invulling van het vastgestelde beleid zal de samenwerking met WML opnieuw aan de orde worden gesteld. Samenwerking heeft kostenbesparing tot doel. 10% gebiedsbreed ten opzichte van de huidige gemeentelijke rioleringsplannen is het uitgangspunt.
2) Door betrokken partijen wordt afvalwater, zeker op de lange termijn, beschouwd als een potentiële bron van energie en grondstoffen (beleid wordt hierop afgestemd). In dit kader is ook het gebruik van doelwater ( water dat wordt gebruikt voor een speciaal doel) relevant
3) Betrokken partijen zijn het erover eens dat negatieve effecten van afvalwater (in principe) niet worden afgewenteld.
4) Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de verwerking van hemelwater afkomstig van eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Daarbij geldt eerst overtuigen, daarna pas afdwingen.
5) Betrokken partijen stemmen ermee in dat de burgers en bedrijven bewust worden gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor grondwater op eigen perceel en dat ze worden ontzorgd als dat nodig en doelmatig is. Onderzoek in dit kader zal samen met het waterschap worden opgezet.
6) Uitgaande van de bezuinigingsopdracht van 10% gebiedsbreed (ten opzichte van de voornemens en kosten in de huidige gemeentelijke rioleringsplannen wordt door betrokken partijen besloten dat de financiële uitgangspunten van de gemeenten zoveel mogelijk gelijk moeten zijn, wat overigens niet betekent dat elke gemeente ook een gelijke heffing krijgt. Deze ambities vormen het kader voor het omgaan met de brede rioleringszorg in Weert en de samenwerking binnen de Afvalwaterketen Limburgse Peelen.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 15 van 47
Gewenste situatie
3.3 Doelen rioleringszorg Riolering is aangelegd om a. de volksgezondheid te beschermen; b. droge voeten te houden en c. een goede leefomgeving te bevorderen. Op basis van de visie, ambitieniveau en de geformuleerde beleidsuitgangspunten in het Afvalwaterplan kunnen de doelen voor de rioleringszorg beschreven worden. Door aan deze doelen functionele eisen en maatstaven te koppelen wordt de rioleringszorg toetsbaar gemaakt, zie figuur 3-1.
figuur 3-1 Toetsingskader rioleringszorg
De rioleringszorg in Weert dient de volgende doelen. Deze zijn aangepast aan de nieuwe rol ten aanzien van het hemelwater en grondwater en sluiten goed aan bij de verbrede watertaken. Doelen voor de rioleringszorg
1. 2. 3. 4. 5.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.
3.4 Functionele eisen en maatstaven In Bijlage 1 zijn de functionele eisen en maatstaven weergegeven die de doelen “inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater”, “inzamelen en verwerken van hemelwater” en het grondwaterdoel toetsbaar maken.
3.5 Meetmethoden Om de huidige situatie te toetsen aan de maatstaven, kunnen in sommige gevallen meerdere meetmethoden worden gehanteerd. Het is van belang om de bij de toetsing gebruikte meetmethode vast te leggen om een eenduidige en reproduceerbare toetsing te krijgen. In de module ‘Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden’ van de Leidraad Riolering wordt voor een aantal maatstaven een mogelijke meetmethode aangegeven. Zie bijlage 1 voor de aanbevolen meetmethoden.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 16 van 47
Gewenste situatie
3.6 Voorwaarden voor effectief beheer De rioleringsbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen om een doelmatige inzameling, transport en verwerking te kunnen realiseren. Deze voorwaarden zijn noodzakelijk voor een effectieve sturing op doelmatigheid van de inzameling en het transport van afvalwater. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. Ook de voorwaarden voor effectief beheer zijn opgenomen in bijlage 1.
3.7 Duurzaamheid Afvalwater bevindt zich in een kringloop waarbij het van het ene naar het andere punt wordt verplaatst om het te kunnen gebruiken. Tijdens die kringloop raakt van oorsprong schoon water verontreinigd door het gebruik en worden waterstromen toegevoegd al dan niet met bijbehorende verontreinigingen. Aan het eind van de kringloop worden die verontreinigingen er weer uitgehaald en wordt het gereinigde water teruggebracht in het watersysteem. Uit oogpunt van duurzame ontwikkeling zou die kringloop gesloten moeten zijn. Daarnaast zouden zo min mogelijk verontreinigingen aan de kringloop moeten worden toegevoegd en zou de kringloop de omgeving niet moeten belasten. Dit gegeven is kaderstellend voor het kijken naar de afvalwaterketen. Een aantal aandachtspunten vanuit duurzaamheid zijn: • Verantwoord gebruik van energie; verpompen we niet teveel schoon water, gebruiken we bij gelijkwaardigheid energiezuinige alternatieven? • Wentelen we problemen niet af in ruimte of tijd? • Zorgen we ervoor dat het afvloeiende hemelwater niet te veel wordt verontreinigd door bijvoorbeeld onkruidbestrijdingsmiddelen of uitlogende bouwmaterialen? De op te stellen maatregelen worden getoetst op bovenstaande duurzaamheidthema ’s om nietduurzame ontwikkeling te voorkomen. De aanpak moet leiden tot de ideale, duurzame afvalwaterketen in de toekomst.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 17 van 47
4
Toetsing huidige situatie
4.1 Inleiding Wat hebben we nu aan voorzieningen en voldoen we aan de eisen? In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie aan de set van functionele eisen en maatstaven plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen. Naarmate de gewenste en de huidige situatie meer van elkaar afwijken, zullen meer ingrijpende en omvangrijke maatregelen noodzakelijk zijn. 4.2 Totaal overzicht aanwezige voorzieningen In tabel B is een overzicht weergegeven van de aanwezige voorzieningen in onze gemeente. De gegevens van de rioleringsobjecten zijn voor het merendeel opgenomen in een rioleringsbeheersysteem. De gegevens in het beheersysteem zijn bijgewerkt tot 2010. Aan de voorwaarde dat de rioleringsgegevens beschikbaar en toegankelijk zijn, wordt voldaan. tabel B
Overzicht rioleringsvoorzieningen gemeente Weert
object Vrijvervalriolering: * gemengd riool * vuilwaterriool
Eenheid
* regenwaterriool * divers * duikers * bergbezinkvoorzieningen/ leidingen * inspectieputten Straatkolken Drukriolering Vrijvervalleiding drukriolering Pompunits
tabel C
Weert
km km
193 52
km km km st
25 49 2 4
st st km km st
6855 17.100 102 37 387
object Persleidingen Gemalen Overstorten (extern, zie tabel C) Hemelwater overlaten Lamellenfilters IBA’s Drainage
Eenheid km st st
Weert 11 57 18
st st st km
50 0 49 2
Overzicht overstorten
Systeem
Gebied
Aantal overstorten/overlaten 2 5 1 1
Gemengd
Altweerderkapel Stramproy Laar Tungelroy
Verbeterd gemengd
Altweerderheide
1
Oda II/III
1
Swartbroek Weert
1 6
Systeem
Gebied
Aantal overstorten/overlaten 1 1 1 2
Gescheiden
Moesdijk Ind. De Kempen Leuken-Noord Altweerderheide (Heidebeemd)
Verbeterd gescheiden
Centrum-Noord
4
Graswinkel (zilvermeeuw) Kampershoek Molenakker Vrakker-West Parkhof
1 18 16 5 1
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 19 van 47
Toetsing huidige situatie
Figuur 4-1: Leidingtypen riolering Weert
Het grootste deel van de vrijverval riolering is tussen 1960 en 1980 aangelegd, dit is 42% van het geheel. Een klein deel van de riolering is ouder dan 60 jaar: 4%.
Figuur 4-2: Leeftijd vrijvervalriolen
In onderstaande figuur is een plattegrond weergegeven van de riolering in Weert, onderverdeeld naar leidingtype zoals die in het beheersysteem zijn opgenomen.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 20 van 47
Toetsing huidige situatie
Figuur 4-3: Plattegrond met verschillende leidingtypen
Conclusie: we beschikken over een geautomatiseerd rioleringsbeheer programma met bijbehorende gegevensbestanden. Een deel van de data ontbreekt of is onvolledig. We voldoen grotendeels aan de maatstaf voor beschikbaarheid en toegankelijkheid van gegevens.
Gedetailleerde informatie over de lay-out van de stelsels is opgenomen in het rioleringsbeheersysteem en vastgelegd in de hydraulische berekeningen en basis rioleringsplannen (dynamisch BRP), waaronder de stelselgegevens en gegevens van de overstorten van waaruit (incidenteel) wordt geloosd. Wijzigingen t.o.v. de situatie in de basis rioleringsplannen zullen met waterschap Peel en Maasvallei en Waterschapsbedrijf Limburg worden overlegd.
4.3
Zorgplicht stedelijk afvalwater
4.3.1 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing Alle percelen binnen de gemeente Weert zijn aangesloten op de riolering, of hebben een ontheffing verkregen van de provincie. De percelen die een ontheffing hebben verkregen zijn aangesloten op een Individuele Behandeling Afvalwater (IBA) (voor een deel klasse III, daar waar aangelegd door Waterschap Bedrijf Limburg in opdracht van de gemeente). 4.3.2 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater De inzameling van stedelijk afvalwater binnen de bebouwde kom vindt hoofdzakelijk plaats door vrijvervalriolen. Buiten de bebouwde kom wordt het afvalwater hoofdzakelijk ingezameld door middel van drukriolering. De drukriolering loost het afvalwater in het vrijvervalstelsel. Ingezameld stedelijk afvalwater wordt via gemalen en persleidingen verpompt naar de rioolwaterzuivering installatie Weert. Bij situaties waar Individuele Behandeling Afvalwater wordt toegepast wordt het afvalwater zelf gezuiverd, het gezuiverde water wordt ter plaatse geloosd, de meeste in de bodem, enkelen op oppervlaktewater.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 21 van 47
Toetsing huidige situatie
De riolering in de bebouwde kom is hoofdzakelijk van het gemengde type, wat betekent dat het huishoudelijke en bedrijfsafvalwater door dezelfde buizen wordt vervoerd als het regenwater. In de nieuwere woonwijken is (verbeterd) gescheiden riolering aangelegd. Hier wordt het regenwater apart verzameld en geïnfiltreerd of afgevoerd naar nabijgelegen oppervlaktewater. 4.3.3 Overzicht aanwezige voorzieningen De gegevens over de riolering worden bijgehouden met behulp van het gegevensbeheersysteem dgDIALOG. Dit gegevensbestand is niet up to date. Een deel van de riooltypen, aanlegjaren en andere gegevens ontbreekt. Het rioolstelsel voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater heeft de volgende kenmerken: Voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater is wordt de gemengde en dwa–riolering gebruikt, totaal is dit zo’n 245 km (en een deel van de 49 km met leidingtype onbekend). In de gemengde stelsels van Weert zijn in totaal 4 bergbezinkbassins (BBB) aangelegd. Deze bergbezinkbassins dienen er voor om tijdens hevige neerslag een deel van het overstortende (riool)water te bergen waarna het weer in het gemengde stelsel wordt gepompt. Zo’n 57 hoofdgemalen verpompen het water via 11 km persleiding naar de rioolwater zuiveringsinstallatie (RWZI). In het buitengebied is circa 37 km vrijvervalleiding en102 km drukriolering aangelegd met daarbij 387 pompunits. 4.3.4 Toestand van de objecten Inzicht in de toestand van de riolering is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een effectief rioleringsbeheer. Het doel van rioolinspectie is het inzicht verkrijgen en houden in de kwaliteit van de riolen. De inspectieresultaten worden opgenomen in het rioleringsbeheersysteem. De opgenomen inspectieresultaten laten zien dat sinds 2000 circa 57% van de totale lengte gemengde en vuilwaterriolering geïnspecteerd is. De riolen zijn geïnspecteerd met behulp van rijdende videocamera. De waarnemingen zijn geclassificeerd volgens de Nederlandse Norm NEN 3399:2004. Dit houdt in dat gekeken wordt naar zevenentwintig verschillende toestandsaspecten (bijvoorbeeld lekkage, zand- en vuilophoping, aantasting van het beton van de buis) die in hoofdgroepen “waterdichtheid”, “stabiliteit” en “afstroming” zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld, waarbij een klasse 1 betekent dat er niets aan de hand is en een klasse 5 dat het toestandsaspect in ernstige mate is waargenomen. Tabel D
Voorbeelden inspectiewaarnemingen
Riool waar niet zoveel aan de hand is
Riool met heel veel zand en vuil (klasse 5)
Riool met zandinloop (klasse 5)
Uit de inspectieresultaten blijkt dat de toestand van de geïnspecteerde gemengde en vuilwater riolen niet allemaal voldoen aan de gestelde maatstaven, er komen immers ingrijpmaatstaven voor op de toestandsaspecten waterdichtheid, stabiliteit en afstroming. De inspectiegegevens zijn nader beoordeeld en vervolgens verwerkt in de planningen voor reparatie en vervanging.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 22 van 47
Toetsing huidige situatie
Mechanische riolering en overige objecten De toestand (functioneren en onderhoudsstatus) van de gemalen, persleidingen en drukriolering) is niet vastgelegd in het rioolbeheersysteem maar wordt wel vastgelegd in een logboek en storingslijsten. Reiniging en inspectie aan rioolgemalen vind eenmaal per jaar plaats. Drukrioleringsunits en bufferputten worden eenmaal per jaar gereinigd en geïnspecteerd. Dan vinden ook kleine reparaties plaats. Deze werkzaamheden doen we zelf. De afgelopen jaren zijn storingsgevoelige onderdelen vervangen door minder storingsgevoelige. Storingen worden zoveel mogelijk door de eigen onderhoudsdienst verholpen Conclusie: er wordt aan de functionele eis dat er inzicht moet zijn in de toestand van de (gemengde en dwa) riolen en overige objecten grotendeels voldaan. 4.3.5 Functioneren van het systeem en de objecten Regelmatig wordt het functioneren van de riolering getoetst door het maken van berekeningen. Het gaat er dan om of de riolering het aangeboden afvalwater (inclusief neerslag) goed kan verwerken en of dat er geen ontoelaatbare lozingen in het milieu plaatsvinden. De theoretische berekeningen toetsen we aan de praktijk door het uitvoeren van metingen en het registreren van meldingen en klachten. Het is ook belangrijk te kijken of er foute aansluitingen voorkomen: aansluitingen van vuil water op hemelwaterriolering. Het functioneren is uitgebreid beschreven in het ‘Integraal Waterplan Weert’ van maart 2008 dat samen met het waterschap Peel en Maasvallei is opgesteld en in de rapportage ‘Optimalisatiestudie afvalwatersysteem WeertMeijel’ van januari 2010 dat samen met het waterschapsbedrijf Limburg is opgesteld. Hydraulisch functioneren De riolering in onze gemeente Weert functioneert over het algemeen goed. Er zijn hydraulisch gezien geen grote problemen in perioden van (hevige) regenval. Er is een aantal knelpunten geïdentificeerd in het GRP 2006-2010 en het Integraal Waterplan Weert. Deze zijn gebaseerd op herberekeningen van het stelsel in 2006. Tijdens de afgelopen planperiode zijn deze knelpunten opgelost, of is onderzoek gedaan naar een oplossing. In de “bloemenbuurt”van de wijk ODA III komt soms overlast voor door te hoge grondwaterstanden, die tot veel vocht in woningen kunnen leiden (natte kruipruimten). Verder wordt door vele bewoners in deze buurt geconstateerd dat tijdens hevige neerslag hevig borrelen in toiletten en andere plaatsen voorkomt met stankoverlast als gevolg. Op dit moment is onderzoek naar de hydraulische capaciteit van de riolering in deze wijk afgerond en zijn de daaruit voortvloeiende maatregelen uitgevoerd. Milieutechnisch functioneren De afgelopen periode is het milieutechnisch functioneren onderwerp van onderzoek geweest. In 2008 is het Integraal Waterplan Weert opgesteld en in 2009 is de optimalisatiestudie WeertMeijel uitgevoerd. Volgens deze afvalwatersysteem studie voldoen we in Weert aan de basisinspanning. Daarmee is het water ‘helder’ geworden. Verdergaande maatregelen zijn nodig om het motto ‘Van helder naar schoon water’ waar te maken en om aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water te gaan voldoen. Het Limburgse toetsingskader voor de kaderrichtlijn water maatregelen is T=2 en T=5: maximaal één overstorting in de 2 of 5 jaar. Na overleg met verschillende partijen is het waterschap hierop gekomen. Wij als gemeente Weert waren het hier niet mee eens, omdat deze toetsing veel te generiek is. Daarom hebben wij, samen met het waterschap, de ‘methode Weert’ ontwikkelt. Hierbij gaat het niet meer om de frequentie van de overstortingen, maar om de frequentie dat het ontvangende oppervlaktewater schade oploopt. Die frequentie is dan nog steeds T=2 of T=5. Doordat nauwkeuriger is gerekend, is het aantal benodigde maatregelen ten opzichte van de oude methodiek afgenomen. Volgens de OASstudie is de besparing in te maken berging 20%. Ten zuiden van de spoorlijn Weert-Roermond en ter hoogte van het bedrijventerrein Roermondseweg ligt een 6.800 m3 grote randvoorziening. Volgens de laatste onderzoeksresultaten die in het kader van een optimalisatiestudie Meijel – Weert) zijn uitgevoerd heeft deze onvoldoende bezinkingsrendement.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 23 van 47
Toetsing huidige situatie
Dit veroorzaakt waterkwaliteitsproblemen in het benedenstrooms watersysteem met hoog ecologische waarde (Houtstraatlossing, Leukerbeek en Tungelroysebeek). Er wordt gekeken naar verschillende oplossingen voor dit probleem: van vergroting van de bestaande groene buffer tot het vaststellen van de effecten van verdergaande afkoppeling van schoon verhard oppervlak van de gemengde riolering. Ook in Stramproy voldoen we volgens de nieuwe methodiek nog niet aan de maatstaven van de KRW. In hoofdstuk vijf gaan we in op de maatregelen. 4.3.6 Conclusie Wij voldoen aan de zorgplicht stedelijk afvalwater. Er wordt voldaan aan de basisinspanning en we hebben redelijk goed inzicht in de toestand van de rioleringsobjecten. Op een gestructureerde manier wordt onderzoek uitgevoerd en worden maatregelen gepland. De riolering wordt wijkgewijs aangepakt, geïntegreerd met andere werkzaamheden aan de openbare ruimte. Dit zorgt ervoor dat overlast voor burgers en bedrijven wordt geminimaliseerd. Om aan de KRW te voldoen moeten nog verschillende maatregelen worden genomen.
4.4
Zorgplicht hemelwater
4.4.1 Verwerking van hemelwater Het hemelwater dat niet wordt gemengd met vuilwater, wordt verzameld en met behulp van vrijvervalriolering getransporteerd nabijgelegen oppervlaktewater. Waar het kan en doelmatig is, wordt hemelwater geïnfiltreerd in de bodem. 4.4.2 Overzicht van aanwezige voorzieningen In totaal is er circa 25 km hemelwaterriolering (rwa) aangelegd. Ook is er 1,6 km duiker en 6 km watergang om het overtollige hemelwater uit de bebouwde omgeving af te voeren. 4.4.3 Toestand van de objecten De hemelwaterriolering is niet geïnspecteerd door middel van videocamera. Deze riolering is relatief jong. 4.4.4 Functioneren van het hemelwaterstelsel Met betrekking tot het hydraulisch functioneren van de hemelwaterriolering zijn geen grote problemen bekend in onze gemeente. De bekende knelpunten hebben te maken met verbeteringen aan watergangen. Zo zijn een aantal watergangen niet voldoende onderhouden, moet de beschoeiing worden vernieuwd of voeren watergangen teveel water af. Dit beïnvloedt soms het functioneren van de riolering, omdat er bijvoorbeeld niet voldoende mogelijkheid is tot het afvoeren van overtollige neerslag. Rioolvreemd water / foutieve aansluitingen Er is één locatie bekend waar foutieve aansluitingen voorkomen. Op het bedrijventerrein Roermondseweg ligt een gescheiden rioolstelsel waar waarschijnlijk particulier vuilwater is aangesloten op het regenwaterriool. Hier wordt nader onderzoek naar gedaan. Afkoppelen De gemeente Weert geeft het afkoppelen van verhard oppervlak een grote rol in het waterbeleid. Door het afkoppelen beperken we het aantal overstorten en daarmee de vuilemissie. Dit zorgt ervoor dat de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water worden bereikt. Bovendien zorgt afkoppelen voor een natuurlijke en duurzame verwerking van in principe schoon hemelwater. Ten slotte zorgt het ervoor dat uiteindelijk de zuiveringsinstallatie een constanter en meer beheersbare toestroom van rioolwater krijgt, waardoor het zuiveringsproces beter te beheersen is. 4.4.5 Toetsing huidige situatie hemelwaterzorgplicht We voldoen aan de zorgplicht voor hemelwater. We voeren een actief afkoppelbeleid dat vastgelegd is in het rioleringsplan en Integraal Waterplan. Er bestaat voldoende inzicht in het functioneren van het hemelwaterstelsel.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 24 van 47
Toetsing huidige situatie
4.5
Zorgplicht grondwater
4.5.1 Omgang met grondwater Na een groot aantal meldingen van burgers in 2003, volgend op de natte periode van september 2002 t/m april 2003, zijn we onderzoek gaan uitvoeren naar de grondwaterstanden. Er is een aantal gebieden met grondwateroverlast bekend. In het waterplan zijn deze gebieden benoemd en zijn mogelijke oplossingen gegeven. 4.5.2 Overzicht aanwezige voorzieningen We beschikken nog niet over een structureel grondwatermeetnet. Wel wordt op nieuwbouwlocaties onderzoek gedaan naar de grondwaterstand. In elke nieuwe wijk wordt minstens 1 meetpunt ingericht. Momenteel hebben we circa 50 grondwatermeetpunten, echter gezien de spreiding vormt dit geen statistisch dekkend grondwatermeetnet. 4.5.3 Inzicht in de grondwatersituatie Er bestaat een matig/redelijk inzicht in de grondwatersituatie. Overlastlocaties zijn bekend en op een aantal plekken wordt de grondwaterstand gemeten. In een aantal stedelijke gebieden in de kernen van Weert komen hoge grondwaterstanden voor. Om structureel inzicht te krijgen moet het grondwatermeetnet worden uitgebreid en de gegevens systematisch worden geanalyseerd. 4.5.4 Toetsing huidige situatie Tijdens de afgelopen planperiode is steeds meer kennis en informatie opgebouwd over de grondwatersituatie in onze gemeente. Nu is duidelijk dat er grondwater overlastlocaties bestaan. Door een grondwatermeetnet op te zetten worden nu de eerste nulmetingen verricht. Vervolgens wordt bepaald of en waar welke maatregelen worden toegepast.
4.6 Organisatie & inwoners Tijdens de afgelopen planperiode zijn we overgestapt van een strenggerichte werkwijze naar een wijkgerichte werkwijze. Dit betekent dat plannen worden gemaakt die onder andere riolering, groen, openbare verlichting en wegen meenemen in de toekomst van de ruimtelijke ordening. Per wijk wordt samen met de inwoners een visie opgesteld, die door de gemeente verder wordt uitgewerkt in een plan. De inwoners kunnen hier weer op reageren, voordat het plan wordt uitgevoerd. Dit levert een grotere betrokkenheid op van burgers en bedrijven en een minimalisatie van overlast door werkzaamheden.
4.7 Samenwerken in de (afval)waterketen Sinds het Nationaal Bestuursakkoord Water (2001) en de Bestuursakkoorden Waterketen (2003, 2007 en 2011) heeft samenwerking binnen de waterketen meer aandacht gekregen. Gemeenten, provincies, rijksoverheid en waterschappen concludeerden dat samenwerking nodig is om duurzaamheids- en kwaliteitsdoelen te bereiken, bovendien zorgt het voor een hogere doelmatigheid. Tevens blijkt uit het rapport van de commissie feitenonderzoek ‘doelmatig beheer waterketen’ (2010) dat de gehele afvalwaterketen in 2020 380 miljoen euro kan besparen ten opzichte van 2010. De gemeente Weert zag al vroeg het voordeel in van samenwerking in de (afval)waterketen. In 2001 werkten we mee aan de totstandkoming van een Limburgs waterketenbedrijf. In 2004 werd dit project door verschillende oorzaken stopgezet. De gemeente Weert is vervolgens doorgegaan met de samenwerkingsverbanden die voortkwamen uit de poging tot het vormen van een waterketenbedrijf. Nu zijn we actief in de volgende samenwerkingsverbanden: • Waterpanels in de provincie Limburg: overlegorganen voor alle betrokken partijen. Hier is o.a. het samenwerkingsprogramma stedelijk waterbeheer uit voortgekomen: • Limburgse Peelen: een samenwerkingsverband van de gemeenten Weert, Nederweert, Peel en Maas, Leudal en Maasgouw en het waterschap Peel en Maasvallei.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 25 van 47
Toetsing huidige situatie
Binnen deze samenwerking wordt gezocht naar financiële voordelen, ‘goede voorbeelden’ en andere voordelen van samenwerking, zoals vastgelegd in het Afvalwaterplan Limburgse Peelen, dat bij dit gemeentelijke rioleringsplan behoort.
4.8
Effectief beheer
4.8.1 Wvo-vergunningen voor overstorten Met de invoering van de Waterwet in 2009 is de Wvo-vergunning vervallen. Sinds 1 juli 2011 is het Besluit Lozen Buiten Inrichtingen van kracht, waarin onder andere algemene regels staan over het lozen vanuit gemeentelijke riolering. Samenwerking tussen gemeente en waterbeheerder gebeurt nu op gelijke voet, op basis van afspraken. Deze samenwerking krijgt ondermeer gestalte in de samenwerking afvalwaterketen Limburgse Peelen. We onderschrijven het belang van samenwerking tussen gemeente en waterbeheerder. Riooloverstorten lozen op water dat in beheer is van het waterschap Peel en Maasvallei. Met deze beheerder onderhouden we uitstekende contacten. 4.8.2 Vergunningen Wet milieubeheer/Wabo Lozingen van afvalwater op de riolering (indirecte lozingen) worden geregeld op basis van de Wet milieubeheer (Wm)/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de AmvB’s voor lozingen. De vergunningverlening en controle/handhaving van omgevingsvergunningen en algemene regels hebben we ondergebracht bij de afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving van de sector Ruimte. De handhavers bezoeken met een zekere regelmaat de bedrijven. Er is regelmatig contact met het Waterschap Peel en Maasvallei voor gezamenlijke controles bij de indirecte lozingen die tot eind 2009 onder de Wet verontreiniging oppervlaktewateren vielen. Het waterschap treedt daarbij adviserend op. Overigens staat het nemen van monsters bij bedrijven door bezuinigingen onder druk. Dat kan gevolgen hebben voor het functioneren van de Rioolwaterzuiveringsinstallatie (WZI). Met het waterschap is begin 2010 een samenwerkingsovereenkomst gesloten waarin hierover afspraken zijn vastgelegd. 4.8.3 Verordeningen Momenteel zijn op rioleringsgebied de volgende verordeningen van kracht ° Verordening Rioolheffing 2011; ° Bouwverordening. In de gemeentelijke Bouwverordening zijn eisen opgenomen waaraan riolering moet voldoen voordat op de gemeentelijke riolering mag worden aangesloten. Bij nieuwbouw is de eerste lijn om hemelwater in de bodem te infiltreren. Als dat door de bodemgesteldheid of grondwaterstand niet kan, is in overleg en andere manier van lozen toegestaan. De particulier is dus in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de afvoer van hemelwater dat op zijn perceel valt, infiltreren is de eerste optie (2.7.5. lid 2). Afkoppelvoorzieningen dienen een berging te krijgen van 20 mm ten opzichte van het verharde oppervlak. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Bouwverordening. Overigens is per april 2012 het nieuwe Bouwbesluit van kracht geworden. Dat heeft invloed op de Bouwverordening in de huidige vorm omdat veel voorschriften zijn opgenomen in het Bouwbesluit.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 26 van 47
5
De opgave
5.1 Inleiding In de opgave worden de hoofdlijnen aangegeven van het rioleringsbeheer van de komende jaren. Het is een samenstel van onderzoek, maatregelen, benodigde middelen (personeel en financieel) en tijd. In operationele jaarplannen wordt de precieze uitwerking van de opgave beschreven. In de dagelijkse rioleringszorg onderscheiden we in de beheercyclus de basisactiviteiten onderzoek, beoordelen, het opstellen en het uitvoeren van maatregelen. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke onderzoeken en maatregelen we moeten uitvoeren om de gewenste situatie te bereiken. Het is de opgave voor de komende planperiode om de gestelde doelen te kunnen halen. Bedragen die worden genoemd zijn op prijspeil 2012 en exclusief BTW. De investeringen zijn inclusief percentages voor winst, risico, honorarium, voorbereiding en toezicht.
5.2 Actieprogramma Limburgse Peelen In het samenwerkingsverband Limburgse Peelen is een Actieprogramma opgesteld met 31 gezamenlijke activiteiten voor de planperiode 2012-2016. Dit betreft een groot deel onderzoek, maar ook werkzaamheden om de uitkomsten van het onderzoek te implementeren. In dit GRP zijn deze onderzoeken kort benoemd en voor het deel van Weert ook in de kostendekking berekening betrokken. Voor gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het Afvalwaterplan.
5.3 Het uitbreiden van de bestaande rioleringsvoorzieningen Alle bestaande bebouwing in de gemeente Weert is aangesloten op de riolering, of heeft een ontheffing gekregen van de provincie. Er zijn daarom geen aansluitingen nodig voor bestaande bebouwing. De gemeente Weert sluit alle nieuwbouw (zie tabel 5-3 en 5-4) binnen de bebouwde kom aan op de vuilwaterriolering. Daarnaast wordt waar mogelijk en financieel haalbaar gestreefd naar een duurzame oplossing voor de afvoer van het hemelwater (vasthouden-bergen-afvoeren). In alle gevallen geldt dat de kosten van de aansluiting (of benodigde voorziening) in principe worden meegenomen in de grondexploitatie. De aanlegkosten worden in dit gemeentelijk rioleringsplan buiten beschouwing gelaten. Beheer van deze voorzieningen wordt daarentegen wel meegenomen. Er is momenteel geen regeling voor het verhalen van de aansluitkosten in het buitengebied. Hiervoor moet een verordening worden opgesteld.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 27 van 47
De opgave
tabel E Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 – 2020
Nieuwbouw woningen Aantal woningen 150 150 150 125 125 125 per jaar
Aantal hectare bedrijventerrein 10 10 10 10 10 10 per jaar
Bij nieuwbouw op inbreidingslokaties worden de percelen aangesloten op de al aanwezige riolering. Met de bouwverordening wordt het gescheiden aanleveren van hemelwater en afvalwater aan de erfgrens afgedwongen. Bij grote nieuwbouwlocaties wordt in principe (verbeterd) gescheiden riolering aangelegd. Lokale omstandigheden en afwegingen kunnen ertoe leiden dat een andere keuze wordt gemaakt. Bij nieuwbouw buiten de bebouwde kom wordt nu nog per situatie bekeken of en hoe dit perceel wordt aangesloten op het rioleringsstelsel. Het samenwerkingsverband Limburgse Peelen gaat in 2013 een nieuwe aansluitverordening opstellen, waarin de omgang met nieuwbouw buiten de bebouwde kom wordt opgenomen. In nieuwbouwlocaties wordt riolering ontworpen en toegepast volgens de laatste stand der techniek, in overleg met Waterschap. Het uitgangspunt is dat we bij nieuwbouw in eerste instantie uitgaan van de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Als het doelmatig en efficiënt kan, wordt het schone hemelwater geïnfiltreerd. Is dat niet mogelijk dan wordt waar mogelijk rechtstreeks afgevoerd naar het oppervlaktewater. Hoe hemelwater zal worden afgekoppeld zal per project op basis van technische en financiële overwegingen worden afgewogen. Per project zal een evenwichtige afweging worden gemaakt. Bij inbreidingen worden de woningen veelal aangesloten op de bestaande vrijvervalriolering. De toename van het aantal woningen zal ook tot gevolg hebben dat de hoeveelheid af te voeren afvalwater zal toenemen. Door de toename van het aantal woningen zal tevens de lengte te beheren riolering toenemen. De gegevens van nieuw aan te leggen riolering zullen in het rioolbeheersysteem van de gemeente worden opgenomen.
5.4 Onderzoek stedelijk afvalwater- en hemelwaterzorgplicht Om voldoende inzicht in de toestand en het functioneren van het rioolstelsel te houden, is structureel onderzoek noodzakelijk. Een samenvatting van de onderzoeksactiviteiten is weergegeven in tabellen F, G en H. Onderzoek wordt gezamenlijk uitgevoerd in het kader van het Actieprogramma samenwerking Limburgse Peelen en bestaat uit jaarlijkse, eenmalige en periodiek uit te voeren onderzoek. De kosten zijn ook gebaseerd op gezamenlijke uitvoering. Het totaaloverzicht is ook opgenomen in tabel 5.1. Een deel van de onderzoeken is er op gericht om de effectiviteit van de aanpak te monitoren. De resultaten van nu geplande onderzoeken worden zowel tussentijds als in het volgende GRP verwerkt. Als dat nodig blijkt, kunnen we tijdig aanpassingen doorvoeren. 5.4.1 Jaarlijkse onderzoeken Een negental onderzoeken of acties worden jaarlijks uitgevoerd, zie tabel F. De kosten van communicatie rondom rioleringsprojecten worden geraamd op circa € 6.000,-- op jaarbasis. Om uitvoering te kunnen geven aan het meetplan riolering wordt er vanaf 2012 jaarlijks gemeten bij de overstorten. De kosten hiervoor bedragen circa € 7.000,--.
Voor het uitvoeren van controleberekeningen hydraulisch functioneren, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of vragen, actualisatie van gegevens is op jaarbasis een bedrag van circa € 12.000,-- opgenomen.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 28 van 47
De opgave
Om de kwaliteit van de vrijvervalriolering in beeld te brengen worden rioolinspecties uitgevoerd. Tijdens deze rioolinspecties wordt het riool geclassificeerd op de toestandsaspecten zoals vastgesteld in de NEN 3399:2004. Om de basisstrategie voor inspectie en reinigen verder uit te kunnen werken wordt er jaarlijks een inspectie- en reinigingsplan opgesteld. We zullen de komende tijd overgaan op meer differentiatie in inspectiefrequenties. Riolen die belangrijk zijn zullen daarbij vaker worden geïnspecteerd en gereinigd dan riolen die minder belangrijk zijn. De kosten voor het opstellen van een inspectie- en reinigingsplan bedragen circa € 6.000,--. Het inspecteren vanuit de leiding en het beoordelen van de inspectieresultaten kost jaarlijks circa € 45.000,--, rekening houdend met een nieuwe gedifferentieerde aanpak. tabel F 1 4 6 8 9 10 11 24 31 33
Jaarlijks onderzoek Jaarlijks onderzoek Communicatie Monitoring overstorten, uitvoering meetplan Controleberekeningen hydr. Functioneren Beheer infiltratievoorzieningen Inventarisatie en gezamenlijke aanbesteding kolkenreiniging Opstellen inspectieplan Opstellen reinigingsplan Grondwatermeetnet, uitlezen, analyseren Reiniging en inspectie voorbereiding onderhoud waterlopen, kunst. Vermindering personele kwetsbaarheid van de samenwerking
Inspectie vanuit de leiding, incl beoordeling (geen Actieprogramma Samenwerking)
Vanaf jaar 2012 2012 2013 2012 2012 2012 2012 2015 2012 2012
kosten (euro) 5.917 7.101 11.834 2.840 1.420 2.840 2.840 7.500 2.840 PM
2012
45.000
5.4.2 Eenmalige onderzoeken Naast het uitvoeren van jaarlijks onderzoeken worden er in de komende planperiode een aantal eenmalige onderzoeken uitgevoerd, zie tabel G. De totale eenmalige kosten voor het uitvoeren van deze onderzoeken in de planperiode bedragen circa € 67.000,--. Aandachtpunt hierbij is het onderzoek naar het databeheer. In het plan van aanpak moet ook een controle- en actualisatie slag worden meegenomen. tabel G
Eenmalige onderzoeken
Onderzoek 2. Databeheer inventarisatie en plan van aanpak 3. Hydr. Functioneren opstellen meetplan 7. Monitoring infiltratievoorzieningen 14. Gezamenlijk opstellen aansluitverordening 15. Waterloket, aanpak incl watertoets 16. gemalenbeheer inventarisatie 17. Gemalenbeheer plan van aanpak (incl storingsdienst) 18. Grondwatermeetnet opstellen plan van aanpak 19. Opstellen gezamenlijk BRP+ en OAS+ 21. gezamenlijk opstellen heffingsverordening c.a. 22. gezamenlijk opstellen hemel- en grondwaterverordening 26. Duurzame onkruidbestrijding, plan van aanpak 27. Strategie lozingen buitengebied (incl IBA's) 28. Opstellen gezamenlijk kostendekkingsmodel
jaar van uitvoering 2012 2012 2012 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2015 2015 2016
kosten (euro) 4.734 11.834 2.367 1.420 11.834 710 2.840 3.550 11.834 2.840 3.550 1.183 3.550 5.680
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 29 van 47
De opgave
5.4.3 Periodieke onderzoeken Bepaalde onderzoeken worden periodiek uitgevoerd. Zo wordt er 1 x per 5 jaar een basisrioleringsplan opgesteld en wordt het gemeentelijk rioleringsplan ook 1 x per 5 jaar geactualiseerd. Verder is rekening gehouden met het begeleiden en uitbouwen van de samenwerking afvalwaterketen Limburgse Peelen (programmamanagement) gedurende de jaren 2012-2016. tabel H
Periodiek onderzoeken
Onderzoek 5. Hydraulisch functioneren, actualiseren meetplan 20. Actualiseren gezamenlijk BRP+ en OAS+ 25. Begrotingsstructuur afstemmen 29. Gemeenschappelijk GRP en Afvalwaterplan 32. Programmamanagement samenwerking
startjaar 2012 2019 2016 2016 2012
frequentie 5 5 5 5 1
slotjaar 2091 2091 2091 2091 2016
kosten (euro) 4.734 5.917 1.183 15.621 4.734
5.5 Maatregelen stedelijk afvalwater- en hemelwaterzorgplicht Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. Het treffen van maatregelen is erop gericht het goed functioneren van de rioleringsvoorzieningen te waarborgen of te verbeteren en bestaande constructies in goede staat te houden. 5.5.1 Onderhoud Vrijverval riolering Jaarlijks wordt de reiniging- en inspectie strategie opnieuw ingevuld. Op basis van deze inspecties wordt jaarlijks een aanvullend uitvoeringsprogramma opgesteld. Om een goede werking van het volledige rioolstelsel (riolen, kolken en gemalen) te kunnen garanderen, dient de hoofdriolering structureel te worden gereinigd. Sterk vervuilende riolen worden vaker gereinigd, maatwerk in het reinigen van de riolering is belangrijk. Het reinigen van de riolen wordt deels door de eigen dienst uitgevoerd. De jaarlijkse onderhoudskosten bedragen zijn opgenomen in de post ‘uitbesteed onderhoud’ (exploitatiekosten) en bedragen circa € 480.000, --. In het kader van de samenwerking zijn de kosten voor reiniging vergeleken. Het lijkt erop alsof hier (forse) winst kan worden behaald. De komende planperiode wordt dit nader onderzocht. Het uitkomende rioolslib wordt jaarlijks op een verantwoorde wijze naar een erkende slibverwerker getransporteerd. De kosten voor het verwerken van het slib uit de riolen zijn opgenomen in de rioleringsbegroting en bedragen jaarlijks circa € 20.000, --. Straat- en trottoirkolken Het reinigen van de kolken is belangrijk om plasvorming op straat bij regenval te voorkomen en is een preventieve maatregel ter voorkoming van verontreiniging van gemalen en het oppervlaktewater. In Weert werden de kolken gemiddeld 1 tot 2 x per jaar door de eigen dienst gereinigd. De kosten voor het reinigen van straat- en trottoirkolken zijn opgenomen in de onderhoudskosten voor de vrijvervalriolering. Door een doelmatigere invulling van de uitvoering van kolkenreiniging is er naar verwachting een bedrag van € 50.000 jaarlijks te besparen. Dit bedrag is reeds ingeboek in dit plan. Onderhoud van gemalen Het onderhoud aan de hoofdgemalen wordt uitbesteed. De kosten voor het reinigen van de hoofdgemalen zijn opgenomen in de onderhoudskosten voor de vrijvervalriolering. Onderhoud drukriolering In Weert worden de drukrioleringsunits 1 x per twee jaar gereinigd. Het onderhoud aan de drukrioleringsunits wordt uitbesteed. De kosten voor het onderhoud van de drukriolering zijn opgenomen in de exploitatie-uitgaven.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 30 van 47
De opgave
Persleidingen De gemeente heeft momenteel geen gegevens voorhanden van de staat van de persleidingen (vervuiling, aantasting, mogelijke zettingen e.d.). Momenteel verricht de gemeente op ad-hoc basis onderhoud aan de persleidingen, dit beleid functioneert echter goed en wordt daarom in de komende planperiode voortgezet. 5.5.2
Vervanging en verbetering
Vervanging van drukriolering Voor vervanging van de drukriolering is uitgegaan van standaardlevensduren, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. In het kader van de samenwerking Limburgse Peelen is afgesproken uit te gaan van verschillende standaardlevensduren voor de verschillende onderdelen. Deze zijn opgenomen in tabel 4.3a Droog Weer Afvoer (DWA) Bijlage 2. Zo is voor een pomp uitgegaan van 15 jaar, voor appendages van 30 jaar en voor de put van 60 jaar. De geraamde kosten voor de verschillende onderdelen zijn bepaald op grond van praktijkervaringen in de regio. Op grond van de verschillende standaardlevensduren is een gemiddeld jaarlijks bedrag berekend dat nodig is voor de vervanging van de drukriolering. De gemiddelde jaarlijkse kosten daarvoor In het Besluit Lozing Afvalwater Huiszijn circa houdens (art. 4) en ook in het Activi€ 76.000, -. teitenbesluit (art 2.1, 2.2) is een zogeVoor het goed functioneren van drukriolering is het belangrijk dat er géén hemelwater op is aangesloten. De komende planperiode zal actie worden ondernomen om bestaande hemelwateraansluitingen op drukriolering te saneren. Infiltratie op eigen erf is ook hier de eerste optie.
noemde zorgplichtbepaling opgenomen. Ook zijn in het Activiteitenbesluit regels voor het lozen van hemelwater opgenomen. Artikel 4 BLAH 1. Onverminderd het bij of krachtens hoofdstuk 3 bepaalde wordt vanuit een particulier huishouden uitsluitend geloosd, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid van de lozing de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van de bodem en een oppervlaktewaterlichaam zoveel mogelijk worden beperkt en de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater niet wordt belemmerd.
Vervanging van gemalen Voor vervanging van de rioolgemalen is eveneens uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, afgesproken in het samenwerkingsverband Limburgse Peelen. Zo functioneren de mechanische en elektrische componenten van een rioolgemaal gemiddeld 15 jaar en het bouwkundige deel circa 45 jaar. In dit plan is aangenomen dat het mechanisch/elektrisch deel van alle gemalen in de komende 15 jaar gelijkmatig vervangen wordt. De jaarlijkse kosten daarvoor circa € 115.000, --. In de planperiode is 1 gemaal aan een totale renovatie toe.
Vervanging van persleidingen Voor vervanging van de persleidingen is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen van 60 jaar. Er is in deze planperiode geen vervanging voorzien van een persleiding. Vervanging en relining van vrijvervalriolen Tijdige reparatie, renovatie of vervanging van riolering zorgt ervoor dat de stabiliteit en waterdichtheid van de rioolstrengen wordt gewaarborgd. Op basis van de rioleringsgegevens uit het rioleringsbeheersysteem van de gemeente is een strategische vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet conform de opzet die is afgesproken binnen Limburgse Peelen. Riolen krijgen een restlevensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van een standaardlevensduur van 60 jaar voor riolen aangelegd voor 1970 en 80 jaar voor riolen aangelegd na 1970. Voor de bepaling van de aanpak op hoofdlijnen (strategische planning) is dit een goede en bruikbare systematiek. De vervanging van de vrijverval riolering wordt wijkgewijs aangepakt.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 31 van 47
De opgave
Nieuw is dat op basis van de discussies binnen het samenwerkingsverband, we ook daadwerkelijk rekening houden met relinen als een alternatief voor vervanging. Hierover is in het Afvalwaterplan geschreven. Het levert een aanzienlijk kostenvoordeel op. Wel moet goed worden afgewogen waar dit wel en waar dit niet doelmatig is. Voor de uitgaven hanteren we een glijdende schaal. De kleinere diameters betreffen vaak inzamelriolen waarop veel aansluitingen zitten. Vervanging van deze riolen biedt ook kansen bij combinatie met afkoppelen. Grotere riolen komen dan meer voor relinen in aanmerking dan kleine.
Tabel I: Reliningsaanpak
De totale investering voor het vervangen en relinen van de vrijvervalriolering is gemiddeld over de jaren en bedraagt voor een periode tot en met 2039 jaarlijks circa € 2.019.000,--, daarna bedraagt de benodigde investering jaarlijks € 2.157.000,--. In de praktijk blijkt dat de vervangingsbudgetten voor riolering voldoende zijn om ook de kosten voor het opbreken en aanbrengen van de wegverharding ter plaatse, verkeersmaatregelen, kosten voor het toegankelijk houden van de bebouwing en met kosten voor kolk- en huisaansluitleidingen (tot de perceelsgrens) te bekostigen. Omdat in de praktijk bij rioleringswerkzaamheden de totale openbare ruimte (wegen, groen, verlichting) wordt aangepakt, is uitgangspunt dat jaarlijks € 70.000 wordt bijgedragen uit de budgetten voor wegen, € 10.000 uit de budgetten voor groen en ook € 10.000 uit de budgetten voor verlichting (algemene middelen). Deze bijdragen zijn opgenomen in tabel 6.5 Baten). In de begroting van 2013 dient met dit uitgangspunt rekening te worden gehouden. In het raadsvoorstel van juli 2009 “Grootschalige vervanging (vernieuwing) riolering met daaraan gekoppeld een totale herinrichting van de openbare ruimte” is deze aanpak uitgebreid aan de orde gesteld. Verbetering hydraulisch en milieutechnisch functioneren riolering Voor het verbeteren van het hydraulisch en het milieutechnisch functioneren van de riolering worden de komende planperiode maatregelen uitgevoerd. Onder het hydraulisch functioneren wordt verstaan dat het rioolstelsel het afvalwater onder droog en nat weer zonder problemen zoals water op straat, naar het lozingspunt kan transporteren. Onder het milieutechnisch functioneren van het rioolstelsel wordt verstaan dat de emissie uit het rioolstelBasisrioleringsplan en het Besluit Lozen Buiten Inrichsel op het oppervlaktewater voldoet tingen aan de basisinspanning en de EuroHet Basisrioleringsplan of berekeningen bevat het pese Kaderrichtlijn Water (waterkwalioverzicht van lozingswerken (inclusief tekeningen) teitsspoor). De maatregelen die moezoals bedoeld in het Ontwerpbesluit Lozen buiten Inten worden getroffen en de bedragen richtingen (BLBI) van augustus 2009. We stellen ze die daarmee gemoeid zijn, zijn gebasamen met de waterbeheerders op. In het Bestuursseerd op de Optimalisatiestudie akkoord Waterketen van juli 2007 is afgesproken dat Afvalwater Systemen Weert-Meijel gemeente en waterbeheerders de afvalwaterketen (variant afkoppelen), zie ook tabel 5.5 (riolering en zuivering) beheren als ware het één sysHWA + GW in Bijlage 2. teem en als ware zij één verantwoordelijke partij. Dat houdt in dat de lay-out van het stelsel dat is afgesproIn 2012 is er een investering opgeken alleen wordt gewijzigd als de waterbeheerder het nomen van circa € 12,5 miljoen (ten er mee eens is en vice versa. Met dit Gemeentelijk laste van de voorziening) voor het Rioleringsplan verankeren we deze gedragsregel. opheffen van overstorten in de Houtstraatlossing en omgeving en voor vervanging en afkoppelen in Stramproy.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 32 van 47
De opgave
Daarnaast worden vier groene bergingen aangelegd, in 2014 (Leukerbeek en Houtstraatlossing) en twee in 2020 (Tungelroysebeek). De totale investering voor het aanleggen van deze groene bergingen bedraagt circa € 2,9 miljoen. In de periode tot en met 2050 wordt er jaarlijks een deel van het verhard oppervlak afgekoppeld, de kosten hiervoor zijn opgenomen in bijlage 2 tabel 5.5 HWA+GW. Afkoppelen draagt bij aan het bereiken van de ambities 1, 2 3 en 4. Het is een maatregel die emissie naar het milieu reduceert en de waterkwaliteit verbetert. Het past in de landelijke voorkeursvolgorde voor het omgaan met afvalwater (waaronder ook hemelwater) zoals vastgelegd in de Wet milieubeheer artikel 10.29a. Ook kan door middel van afkoppelen het effect van klimaatveranderingen op het optreden van wateroverlast worden geneutraliseerd (Optimalisatie studie Weert-Meijel, 7.2). In deze studie wordt met betrekking tot afkoppelen uiteindelijk geconcludeerd (10.10): “De studie toont niet aan dat afkoppelen van verhard oppervlak grote voordelen biedt ten opzichte van het blijven afvoeren van het regenwater via gemengde stelsels naar de rioolwater zuiveringsinstallatie.. Knelpunten in de waterkwaliteit kunnen ook met traditionele maatregelen worden aangepakt. De verschillen zijn echter niet zo groot dat een heel harde voorkeur kan worden uitgesproken. Dit vormt daarmee toch een basis om afkoppelen door te zetten.” Ook hier geldt dat we afkoppelen als dat doelmatig, technisch en financieel haalbaar is. Per project zullen we een evenwichtige afweging maken. In het kader van duurzaamheid is het belangrijk dat in afgekoppelde gebieden duurzame onkruidbestrijding plaatsvindt. In de samenwerking gaan we daar onderzoek naar doen.
5.5.3 Wat verwachten we van de particulier Van de particulier verwachten we dat hij zijn stedelijk afvalwater loost op de gemeentelijke riolering, tenzij er door de gemeente ontheffing van de zorgplicht is verkregen van de provincie. Van burgers en bedrijven wordt op grond van het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Activiteitenbesluit verder verwacht dat zij zodanig lozen dat er geen schade aan riolering, milieu en/of zuiveringinstallaties ontstaat. De bodemopbouw binnen de gemeente is van groot belang voor de mogelijkheid tot infiltratie van hemelwater in de bodem. Bij hooggelegen zandgronden is infiltratie makkelijker dan bij laaggelegen kleigronden. Bij nieuwbouw is infiltratie op eigen terrein de eerste optie (bouwverordening), maar alleen als dat doelmatig en technisch en financieel haalbaar is. Wij houden de volgende beleidsrichting aan: • De particulier is in eerste instantie verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op zijn eigen perceel. • Bij afkoppelprojecten willen we ook particuliere verharding meenemen zoals daken, maar alleen bij een gebiedsgerichte aanpak indien het doelmatig en financieel haalbaar is. Het afkoppelen van particuliere verharding zal in eerste instantie op basis van vrijwilligheid gebeuren. • Als gemeente ontzorgen wij de burgers en bedrijven met infiltratievoorzieningen in de openbare ruimte. Op deze manier kunnen we het onderhoud waarborgen. In afgekoppelde gebieden wordt van de particulier verwacht dat hij zich houdt aan de lozingsvoorschriften voor die gebieden en bijvoorbeeld geen auto gaat wassen op plaatsen waar dat niet is toegestaan. 5.6 Grondwaterzorgplicht De grondwaterzorgplicht betekent dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied maatregelen dient te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk voorkomt of beperkt. Dit zover het doelmatige maatregelen betreft die niet tot de zorg van de burger of van het waterschap of de provincie behoren.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 33 van 47
De opgave
Om te kunnen bepalen of er structurele grondwaterproblemen zijn in de gemeente moet er inzicht zijn in de gemeentelijke grondwaterstanden en de hieraan gerelateerde inrichtingsfuncties. Dit structurele inzicht is nu in beperkte mate aanwezig in de gemeente, zie ook hoofdstuk 4. Het verder in beeld brengen van de grondwatersituatie en eventuele knelpunten is een belangrijke doelstelling voor dit GRP. De planperiode van dit Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016, wordt gebruikt om dit inzicht te vergroten. 5.6.1 Samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen Er zijn belangrijke voordelen te halen om monitoringsactiviteiten van het grondwatersysteem bij het waterschap onder te brengen. Door de concentratie van meettaken kunnen zowel kwantitatieve als kwalitatieve schaalvoordelen gehaald worden. Het waterschap beschikt over een uitgebreid telemetrie systeem en een dataverwerkings- en validatiesysteem. Hiermee kunnen gevalideerde gegevens in ieder gewenst formaat worden geleverd. Een uitgebreide buitendienst van het waterschap die continue in het gebied aanwezig is kan (dagelijks) beheer van de meetlocaties uitvoeren. Daarnaast beschikt het waterschap over gekwalificeerde hydrologen die grondwaterdata inhoudelijk beoordelen en hierover kunnen adviseren. Hiermee kan invulling worden gegeven aan het idee van een (kostendekkende) backoffice functie. De gemeente als eerste aanspreekpunt naar de burgers vervult de rol van frontoffice, het op te zetten waterloket (zie onder “effectief beheer”) speelt hier een cruciale rol in. Uitvoering van o.a. de backoffice werkzaamheden op grotere schaal zorgt ervoor dat de overheidstaak wordt uitgevoerd tegen de laagste maatschappelijke kosten. 5.6.2 Onderzoek Om het inzicht in de grondwaterstanden te vergroten gaat de gemeente in 2015 een grondwatermeetnet aanleggen. Het aanleggen van het grondwatermeetnet gebeurt in het kader van het Actieprogramma Samenwerking Limburgse Peelen, samen met het waterschap. De kosten voor het aanleggen van het grondwatermeetnet bedragen € 40.000,--, zie ook tabel 5.6 HWA+GW in bijlage 2. 5.6.3 Maatregelen In de planperiode van dit GRP zijn er geen maatregelen voorzien die ervoor moeten zorgen dat eventuele grondwateroverlast wordt voorkomen. 5.6.4 Wat verwachten we van de particulier Net zoals bij hemelwater, is de perceelseigenaar verantwoordelijk voor het grondwater op zijn eigen perceel: • De particulier zal alles in het werk stellen om grondwateroverlast op eigen terrein te bestrijden. Mocht dit niet lukken dan zal de gemeente in het geval van structurele problemen, in de vorm van gemeenschappelijke voorzieningen, de overlast bestrijden. • De perceelseigenaar dient zelf te zorgen dat verblijfsruimten vochtdicht zijn. Dit geldt niet voor kelders en kruipruimte omdat dit geen verblijfsruimten zijn. Indien er structurele problemen zijn, overleggen we met de perceelseigenaren over een bevredigende oplossing.
5.7
Effectief beheer
5.7.1 Verordeningen en vergunningen. De verordeningen van de gemeente zijn actueel. De komende planperiode zijn geen wijzigingen te verwachten. Wel gaan we in samenwerkingsverband de komende jaren een aansluitverordening opstellen, die hebben we nu nog niet. Ook gaan we gezamenlijk de mogelijkheden van een hemel- en grondwaterverordening onderzoeken. De Wvo-vergunningen zijn per eind 2009 overgegaan in Waterwetvergunningen. Op 1 juli 2011 is het Besluit Lozen Buiten Inrichtingen in werking getreden. Hierdoor vallen lozingen van afvalwater via overstorten onder algemene regels in plaats van onder de Waterwetvergunning.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 34 van 47
De opgave
Naast het bovengenoemde besluit zijn lozingen van afvalwater geregeld in het Besluit Lozing Afvalwater Huishoudens en het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). De handhaving van indirecte lozingen (lozingen vanuit bedrijven via de riolering) vallen onder het Wm/Wabo-bevoegd gezag. In veel gevallen is dat de gemeente. Wij hebben over de handhaving van deze lozingen nauw contact met het waterschap, die tot 2010 bevoegd gezag voor deze lozingen waren (zie ook paragraaf 5.6.1). 5.7.2 Klachtenbehandeling en –afhandeling Er is een klachtenregistratiesysteem. De komende periode zullen klachten verder worden gecategoriseerd, zodat een overzicht ontstaat naar aard en hoedanigheid van de klachten. Bij klachten wordt in de regel binnen 24 uur teruggemeld hoe de klacht wordt opgelost. Vervolgens wordt snel tot actie overgegaan. Alleen bij structurele oorzaken (bijvoorbeeld capaciteitsproblemen in de riolering) kan daarvoor meer tijd nodig zijn. 5.7.3 Communicatie Communicatie wordt steeds belangrijker. Hier wordt momenteel al veel aandacht aan geschonken en dat gaan we in de samenwerking intensiveren. Het opzetten van een “waterloket” wordt deze planperiode in de samenwerking opgepakt. 5.7.4 Benchmarking rioleringszorg Wij zullen bij een volgende gelegenheid, vermoedelijk in 2013 weer meedoen aan de landelijke benchmark riolering. Door met anderen te vergelijken kunnen we onze rioleringszorg verbeteren en efficiënter maken.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 35 van 47
6
Organisatie en financiën
6.1
Personele middelen
6.1.1 Deeltaken In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de benodigde personele middelen om de werkzaamheden uit te kunnen voeren om de doelen van de rioleringszorg te kunnen halen. Uitgangspunt daarbij is de module “Personele aspecten van de rioleringszorg (D2000)” van de Leidraad Riolering. Een goede basis om te komen tot een beeld van de gemeentelijke rioleringstaken, waar aan in de nabije toekomst invulling moet worden gegeven, is dit Rioleringsplan met planperiode 2012 t/m 2016. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie globaal bepaald. Uitgangspunt daarbij is de in de module “Personele aspecten van de rioleringszorg” beschreven voorbeeldgemeente. De vijf deeltaken zijn weergegeven in tabel J. tabel J
Vijf deeltaken in de rioleringszorg
1
Planvorming
2
Onderzoek
3
Onderhoud
4
Maatregelen
5
Facilitair
a
Opstellen verbreed GRP Afstemmen met andere plannen
a
Inventarisatie
a
Riolen/kolken
a
a
b
Inspectie/ controle
b
Gemalen/mechanische riolering
b
Aanleg van riolering reparatie van riolering
Opstellen jaarprogramma’s
c
Meten
c
c
Berekenen
d
Renovatie/ vervanging Verbetering
c
d
Infiltratievoorzieningen/ lokale zuiveringen Grondwatervoorzieningen
Verwerken revisiegegevens Vergunningen en voorlichting gebruik Klachtenanalyse en -verwerking Klachtenanalyse en -verwerking grondwater
e
Grondwater
b
c
d
b
d
6.1.2 Raming op basis van kengetallen De situatie in de gemeente Weert wijkt op een aantal punten af van de voorbeeldgemeente; een lokale toespitsing is daarmee nodig. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld kenmerken van het rioolstelsel, omgevingsfactoren maar ook om de organisatie binnen de gemeente. De kengetallen van de voorbeeldgemeente zijn gebruikt om tot een eerste inschatting van de benodigde personele capaciteit te komen. Onder facilitair worden de werkzaamheden verstaan die te maken hebben met het actueel houden van bestanden en tekeningen. Bij de omrekening van te besteden dagen naar full time equivalents (FTE) is er van uitgegaan dat het aantal aan de taak besteedbare netto dagen 175 per jaar bedraagt (1400 uur, Leidraad Riolering). Dit zijn de netto besteedbare dagen dus exclusief ziekte, studie, verlof en andere indirecte activiteiten. De te besteden dagen voor de taken planvorming, onderzoek en facilitair zijn afhankelijk van de omvang van de gemeente, de taak onderhoud is afhankelijk van het areaal en de taak Maatregelen is afhankelijk van het investeringsniveau.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 37 van 47
Organisatie en financiën
In de eerste inschatting is uitgegaan van zoveel mogelijk uitbesteden van taken. In Weert wordt evenwel een deel van het onderhoud door eigen personeel uitgevoerd. Daarmee is bij de taak Onderhoud rekening gehouden door uit te gaan van 50% uitbesteding. tabel K Schatting benodigde formatie voor planvorming, onderzoek en facilitair
Planvorming (verbreed) GRP afstemming en overleg jaarprogramma's Onderzoek inventarisatie inspectie/controle meten functioneren (berekeningen, afkoppelplannen, OAS) Facilitair verwerken revisiegegevens vergunningen en voorlichting gebruik klachtenanalyse en -verwerking
tijdbesteding dagen/jaar 60 25 115
max. uit te besteden 70% 40%
10 175 40 30
90% 50% -
25 20 40
90% -
uitbesteding tijdbesteding uw situatie dagen/jaar 70% 18 25 40% 69
90% 50%
90%
tijdsbesteding fte (175 dagen/jaar)
10 18 20 30 3 20 40 252 1,4
tabel L Schatting benodigde formatie voor onderhoud onderdeel
dagen/jaar 908 360 48 0 15
riolen/kolken gemalen/mechanische riolering infiltratievoorzieningen/lokale zuiveringen drainage planning en begeleiding
% uitbesteed 50% 50% 50% 50%
1331
onderdeel riolen/kolken gemalen/mechanische riolering infiltratievoorzieningen/lokale zuiveringen drainage planning en begeleiding
fte
7,7
454 180 24 0 15 673
% uitbesteed 5,2 2,1 0,3 0 0,1
dagen gemeente
50% 50% 50% 50%
fte gemeente 2,6 1,0 0,1 0,0 0,1 3,8
Voor de invulling van de dagelijkse rioleringszorg in Weert is op basis van kengetallen uit de Leidraad Riolering circa 5,2 (1,4+3,8) fte nodig, uitgaande van 50% uitbesteding bij Onderhoud. In de planperiode worden verschillende maatregelen uitgevoerd zoals het repareren en vervangen van vrijvervalriolering, vervangen van het mechanisch/elektrisch deel van drukriolering en gemalen en verbeteringen (afkoppelen) aan het stelsel. Voor de voorbereiding en toezicht van deze projecten is ook personeelscapaciteit nodig. Uitgaande van 15% voor voorbereiding en toezicht is er in de planperiode 2012-2016 circa 12,8 fte (ofwel circa 2,6 fte per jaar) nodig. De personeelskosten voor de voorbereiding en toezicht van deze projecten zijn opgenomen in de totale projectkosten, uitgaande van 15% Voorbereiding en toezichtskosten.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 38 van 47
Organisatie en financiën
tabel M
Schatting benodigde formatie voor maatregelen in de planperiode
aanleg nieuwbouw bestaande bebouwing drainage reparatie renovatie vervanging verbetering
investeringen "kale"kostprijs
perc V+T
kosten personeel
9.965.217 13.953.913
15% 15% 15% 15% 15% 15% 15%
1.494.783 2.093.087
maximale uitbesteding uit te besteden uw situatie 60% 60% 60% 60% 60% 60% 60%
personeelsinzet dagen
60% 60% 60% 60% 60% 60% 60% Totaal 2012-2016 fte (175 dagen/jaar) per jaar
934 1.308 2.242 12,8 2,6
De totaal benodigde personele capaciteit die nodig is om alle werkzaamheden uit te kunnen voeren in de komende planperiode bedraagt circa 7,8 fte, uitgaande van de aangegeven uitbesteding. tabel N
Totaal schatting personele middelen op basis van kentallen
Planvorming, onderzoek en facilitair Onderhoud Maatregelen Totaal
tijdsbesteding dagen 252 673 448 1373
fte (175 dagen/jaar) 1,4 3,8 2,6 7,8
6.1.3 Huidige situatie Vanuit de begroting 2012 is berekend wat de begrote inzet is. Er is inzet begroot van circa 3 fte: 2,6 fte binnendienst en 0,4 fte buitendienst. Dit is ongeveer 60% van de op basis van kengetallen berekende benodigde inzet voor de deeltaken Planvorming, onderzoek en facilitair en Onderhoud. We zullen de komende jaren de werkelijke en benodigde personele inzet goed tegen het licht houden, vooral de verdeling over verschillende deeltaken. Ook hierin zullen we samen optrekken met de partners in de samenwerking Limburgse Peelen. De samenwerking Limburgse Peelen levert al voordeel op, ook in personele capaciteit, omdat we als Weert niet elk onderzoek apart hoeven te doen. In het actieprogramma van deze samenwerking is aangegeven dat wij trekker zijn voor een aantal onderzoeken: a. Hydraulische onderzoeken (nrs 3 t/m 6 uit de actielijst); b. De planvorming GRP+ en OAS+ (nrs 19 en 20); c. De vermindering van de personele kwetsbaarheid door samenwerking (nr. 33). Ook hiervoor is tijdsinzet nodig, vooral om dit onderzoek te coördineren, zie Tabel O (bovenop de berekende inzet). Het betreft ruim 20 dagen per jaar. Tabel O: Extra uren Actieprogramma Limburgse Peelen
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 39 van 47
Organisatie en financiën
6.2
Financiële middelen
6.2.1 Algemeen Op korte termijn (de planperiode 2012 t/m 2016) enerzijds en op de lange termijn (beschouwde periode van 80 jaar) anderzijds worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering. Deze activiteiten worden volgens de beschreven strategie uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. Alle bedragen zijn op prijspeil 2012 en moeten dan ook voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De uitgaven zijn exclusief BTW. In de rioolheffingberekening is de BTW-component wel betrokken. 6.2.2 Vervangingswaarde rioleringsobjecten De vervangingskosten van de riolen zijn berekend met behulp van het gemeentelijk rioleringsbeheerprogramma en eenheidprijzen. De vervangingswaarde van de te onderscheiden onderdelen van de riolering is als volgt: • Vrijvervalriolering € 212.000.000,• Gemalen vrijvervalriolering € 3.900.000,• Persleidingen € 900.000,• Riolering buitengebied (incl. 5,5 mio vrijverval) € 11.000.000,Totaal
€ 227.900.000,-
De gemiddelde vervangingswaarde van de vrijvervalriolen inclusief gemalen en randvoorzieningen, bedraagt per strekkende meter riool circa € 675,-. Uitgaande van 10 meter riool per huis is dit een bedrag van circa € 6.750,-.De gemiddelde vervangingswaarde van de drukriolering inclusief pompunits bedraagt ruim € 28.000,-- per pompunit. 6.2.3 Kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen Rekening is gehouden met kapitaallasten van investeringen tot en met 2011. Hierbij boeken we in 2012 in een keer een groot deel af van kapitaallasten met een hoge rente (8%) uit de voorziening. Dit levert op langere termijn voordeel op, omdat aan de tarief egalisatievoorziening maar 4,5% rente wordt toegerekend. 6.2.4 Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over periode van 80 jaar gemoeid is, is samengevat weergegeven in tabel P (exclusief BTW) en in tabel 6.2 in bijlage 2. tabel P
Overzicht totale uitgaven planperiode (EURO x 1000)
* Als gevolg van de uitbreiding van de riolering en de daaraan gerelateerde toename van het aantal heffingseenheden, nemen de exploitatielasten per extra eenheid per jaar toe met € 85.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 40 van 47
Organisatie en financiën
6.3 Kostendekking In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange(re) termijn aan de orde. Er wordt uitgegaan van de kosten voor de periode 2012-2091. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen komen algemeen verschillende bronnen in aanmerking. Aanleg van riolering voor nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatie2 opzet van die plannen en zijn verdisconteerd in de m -verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering worden gedekt uit de rioolheffing. De berekening voor lange termijn rioolheffing is uitgevoerd met behulp van de contante-waardemethode. Deze methode is vooral geschikt om de effecten op langere termijn zichtbaar te maken. De aldus berekende rioolheffing geeft de trend op langere termijn aan. Met de contante-waarde-methode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar (2012-2091) worden contant gemaakt naar 1 januari 2012. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde rioolheffing. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven wordt de hoogte van de rioolheffing berekend. Bij deze berekeningsmethode is de verhouding tussen rente en inflatie (1+r/1+i) constant verondersteld. Indien de verhouding tussen rente en inflatie de komende jaren structureel anders blijkt te zijn dan die waarvan in dit rioleringsplan is uitgegaan, is dat reden voor herziening van de berekeningen. Bij de berekeningen is een rentevoet van 4,5% en een inflatie van 2,0% gehanteerd. Artikel 228a van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid om 1 of 2 heffingen in te stellen, één heffing voor het vuilwaterdeel en één heffing voor het hemelwater- en grondwaterdeel. De gemeente is vrij om te kiezen of ze 1 of 2 heffingen willen instellen. Binnen Afvalwaterketen Limburgse Peelen is afgesproken vooralsnog uit te gaan van 1 rioolheffing. Dit is gedaan omdat dit het beste aansluit bij de huidige situatie. Op deze manier wordt voorkomen dat de gemeente extra kosten moet maken om de verschillende heffingen te kunnen innen en te controleren. De komende jaren zal in de samenwerking hier nader onderzoek naar worden gedaan. 6.3.1 Heffingsgrondslag en -maatstaf Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van die kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, evenals de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, evenals het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De belasting wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Hierbij geldt een vast tarief voor de eerste 500 m3, daarboven is een staffel met een degressief tarief per eenheid. In 2012 zijn de tarieven: tabel Q: Tarieven rioolheffing 2012 Hoeveelheid afBasistarief € valwater m3 < 500 247,92 500-5.000 312,48 5.000-10.000 2.754,12 > 10.000 4.549,44
Toeslag per eenheid € 55,68 35,88 17,52
Eenheid m3
Boven de m3
100 100 100
500 5.000 10.000
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 41 van 47
Organisatie en financiën
Er is rekening gehouden met het kwijtscheldingsbeleid in onze gemeente. In de begroting 2012 is hiervoor een bedrag van circa € 280.000 opgenomen (zie ook tabel 5.5 in Bijlage 2). 6.3.2 Heffingseenheden In de berekening voor de rioolheffing is uitgegaan van een fictief aantal heffingseenheden gebaseerd op de geraamde netto inkomsten in 2011 van € 5.867.912 gedeeld door het gemiddelde tarief van € 251,04. Per 1/1/2012 bedraagt het aantal netto heffingseenheden 23.373. In de berekening voor de rioolheffing is rekening gehouden met een stijging van het aantal heffingseenheden als gevolg van nieuwbouw. In de periode tot en met 2020 zal het aantal heffingseenheden naar verwachting toenemen met circa 1.200, zie ook tabel 6.6 in bijlage 2. 6.3.3 Inkomsten anders dan rioolheffing De stand van de egalisatievoorziening bedraagt per 1/1/2012 € 15.062.000,-- en komt ten goede aan de riolering, zie tabel 6.5 in bijlage 2. Ook is rekening gehouden met baten vanuit de budgetten van wegen, groen en verkeer voor de vervanging van riolering. In de gemeentebegroting moet hiermee rekening worden gehouden. Uit de voorziening wordt in 2012 ook de versnelde aflossing van € 4.000.000 aan “dure” leningen bekostigd. 6.3.4 Rioolheffing Het kostendekkend tarief van de rioolheffing is, uitgaande van de in dit GRP opgenomen uitgaven en inkomsten, berekend op € 231.96 per heffingseenheid per jaar, zie ook tabel 6.8 in Bijlage 2. In dit tarief is de compensabele BTW component betrokken, de na 2091 doorlopende kapitaallasten zijn buiten beschouwing gelaten De “opbouw” van de totale kosten per heffingseenheid voor de verschillende kostengroepen, is in figuur 6-1 aangegeven. Uit figuur 6-1 blijkt dat, bij een beschouwde periode van 80 jaar de vervangingsinvesteringen de grootste invloed hebben: 45%. De dagelijkse exploitatie neemt 33% voor haar rekening, de afkoppel- en KRW maatregen 15%. Van de totale kosten zijn 5% kapitaallasten die betrekking hebben op in het verleden gedane investeringen, dit zijn vaste verplichtingen. De resterende 2% gaan naar onderzoek.
figuur 6-1: Opbouw totale kosten per heffingseenheid
In 2011 bedroeg de rioolheffing € 251,04 per “gemiddelde” heffingseenheid per jaar. Hierin was niet de BTW-component opgenomen omdat daarin in het GRP 2006-2010 geen rekening was gehouden. In feite had de heffing in 2011 daardoor geen € 251,04 maar € 288,65 (+15%) moeten zijn. Naast de kosten zijn de inkomsten anders dan de rioolheffing in de berekening meegenomen. De huidige heffing is hoger dan de nu berekende benodigde rioolheffing.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 42 van 47
Organisatie en financiën
Dat komt onder andere doordat de samenwerking Afvalwaterketen Limburgse Peelen voordeel oplevert, dat in dit rioleringsplan is ingeboekt, het betreft het onderzoeksprogramma, de vervanging- en reliningsstrategie vrijvervalriolen en de vervangingskostenberekening voor drukriolering. Verder is ook in de exploitatiekosten voordeel ingeboekt (efficiëntere kolkenreiniging). De bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2012. Jaarlijks moeten deze met de optredende inflatie worden geïndexeerd.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 43 van 47
7
Besluit
Burgemeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad het Afvalwaterplan Limburgse Peelen en dit Gemeentelijk Rioleringsplan Weert 2012 tot en met 2016 vast te stellen door in te stemmen met: 1. de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; 2. de voorgenomen onderzoeken; 3. de voorgenomen beheermaatregelen; 4. een jaarlijkse beschouwing van de kostendekkendheid van de rioolheffing. Het raadsbesluit maakt onderdeel uit van het Gemeentelijk Rioleringsplan. Na vaststelling van dit GRP, zal dit plan samen met het raadsbesluit worden toegezonden aan: • waterschap Peel en Maasvallei; • Provincie Limburg. Na vaststelling zal in één of meerdere dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid, bekend worden gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit Gemeentelijk Rioleringsplan.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4 Pagina 44 van 47
Bijlage 1
Doelen_functionele eisen en maatstaven
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 1 : Doelen_functionele eisen en maatstaven
Doel 1: Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen 1a. Bij alle percelen op het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater wordt geproduceerd, moet een acceptabele voorziening voor de inzameling van afvalwater aanwezig zijn.
1b. Riolen dienen voldoende waterdicht te zijn.
1c. De stabiliteit van de riolen dient gewaarborgd te zijn
Maatstaven
Acceptabele voorzieningen zijn: - een aansluiting op de riolering; Registratie van percelen met eigen zuivering (IBA). - een lokale behandeling van het afvalwater waarbij gebruik wordt gemaakt van bij voorkeur een IBA-III maar minimaal een IBA-I; - lozing op de gierkelder mits sprake is van een bedrijfsmatige productie van mest. NPR 3398, maatstaven voor verplaatsingen en hoekverdraaiingen. - Waterdichtheidbeproeving voor nieuwe riolen in uitbreidingslocaties. - Rioolinspectie m.b.v. een rijdende videocamera. NPR 3398 maatstaven voor aantasting, scheurvorming en deformatie
Doel 2: Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven 2a. Afstroming van rioolwater naar de zuivering moet gewaarborgd zijn. NPR 3398, maatstaven voor zand/vuilophoping, obstakels en vuilafzetting in vrijvervalriolering. 2b. De afvoercapaciteit van het rioolstelsel moet voldoende zijn om wateroverlast te voorkomen, uitgezonderd in extreme situaties.
Meetmethoden Registratie van percelen die nog niet zijn aangesloten op de riolering en geen afdoende eigen zuivering hebben;
- Wateroverlast mag slechts 1 maal per 2 jaar voorkomen;
- Op locaties waar overlast in de woningen kan ontstaan bij zwaardere buien worden waar mogelijk aanvullende maatregelen getroffen.
Rioolinspectie m.b.v. een rijdende videocamera.
Meetmethoden Rioolinspectie m.b.v. een rijdende videocamera.
Bij een controleberekening overeenkomstig module C2100, Leidraad Riolering, mag geen wateroverlast op straat worden geconstateerd bij bui 7 en 8 - Controleberekening bui 9
- Klachtenregistratie - Kosten-batenanalyse Doel 3: Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden 3a. Riolen dienen voldoende waterdicht te zijn. NPR 3398, maatstaven voor verplaatsingen en hoekverdraaiingen Waterdichtheidbeproeving voor nieuwe riolen in uitbreidingslocaties; Rioolinspectie m.b.v. een rijdende videocamera. 3b. De stabiliteit van de riolen dient gewaarborgd te zijn. NPR 3398 maatstaven voor aantasting, scheurvorming en Rioolinspectie m.b.v. een rijdende videocamera. deformatie
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 1 : Doelen_functionele eisen en maatstaven (Vervolg 1)
Doel 4: Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen 4a. De vuilemissie door overstortingen op oppervlaktewateren moet worden beperkt.
Maatstaven - De (vuil)emissie uit het rioolstelsel moet kleiner of gelijk zijn aan de emissie uit een referentiestelsel.
Meetmethoden - Vuilemissiestudie volgens de richtlijnen van de waterkwaliteitsbeheerder.
- De optredende overstorthoeveelheden dienen ongeveer overeen - Registratie van overstortdebieten, overstortingsfrequenties en te komen met de modelberekeningen neerslag. 4b. De afvoercapaciteit van het rioolstelsel moet voldoende zijn om wateroverlast te voorkomen, uitgezonderd in extreme situaties.
- Wateroverlast mag slechts 1 maal per 2 jaar voorkomen;
- Op locaties waar overlast in de woningen kan ontstaan bij zwaardere buien worden waar mogelijk aanvullende maatregelen getroffen.
Bij een controleberekening overeenkomstig module C2100, Leidraad Riolering, mag geen wateroverlast op straat worden geconstateerd bij bui 7 en 8; - Controleberekening bui 9;
- Klachtenregistratie; - Kosten-batenanalyse. 4c. Een uitbreiding van het verhard oppervlak, het ontwerp van een nieuw rioolstelsel en de optimalisatie van een bestaand rioolstelsel moet worden afgestemd op de lokale situatie waarbij de volgende voorkeursvolgorde wordt gehanteerd en doelmatigheid uitgangspunt is: - hemelwater dat niet wordt hergebruikt wordt afhankelijk van de mate van vervuiling met of zonder filtervoorziening en/of bronmaatregelen zoveel mogelijk ter plekke in de bodem geïnfiltreerd;
- Opstellen van een waterparagraaf bij een bestemmingsplan of artikel 19 procedure;
- Goedkeuring waterparagraaf door middel van watertoets;
- waar infiltratie niet mogelijk is wordt schoon regenwater geborgen - Integrale afweging wordt onder regie van de gemeente gemaakt; en vertraagd afgevoerd naar oppervlaktewater of waar dat niet doelmatig is geloosd op de (gemengde) riolering; - vervuild regenwater of regenwater dat afstroomt van oppervlakken met een grote kans op vervuiling wordt afgevoerd via een verbeterd gescheiden rioolstelsel; - bij uitzondering wordt regenwater vermengd met afvalwater en afgevoerd via het gemengde rioolstelsel.
- beslisbomen verantwoord afkoppelen regenwater, Waterschap, december 2005; - bovengronds (open) systeem heeft voorkeur ten opzichte van ondergronds systeem; - centrale voorziening heeft voorkeur ten opzichte van voorziening op perceelsniveau;
- Gebruik van de 15-minutenneerslagreeks De Bilt 19551979 of regenduurlijnen van Buishand en Velds;
- dimensioneren infiltratievoorziening op T=5 (met zichtbare noodoverlaat). Gevolgen T=100 in beeld brengen;
- Leeglooptijd voorziening maximaal 24 uur;
- dimensioneren infiltratievoorziening op eigen perceel op T=2 conform bouwverordening (met zichtbare noodoverlaat); - dimensioneren bergingsvoorziening met vertraagde afvoer op T=10 (met noodoverlaat), T=25 (zonder noodoverlaat) en met 50 cm waking. Gevolgen T=100 in beeld brengen; - afvoer vanuit bergingsvoorziening op oppervlaktewater of riolering maximaal 1 liter per seconde per aangesloten ha verhard oppervlak; - uitgangspunt voor de dimensionering van een verbeterd gescheiden stelsel is een stelselberging van 4 mm en een pompovercapaciteit van 0,3 mm per uur; Afvoer via gemengd stelsel als: - hemelwater sterk is vervuild; - infiltreren, bergen of gescheiden afvoeren ondoelmatig is.
- T= 10: 50 mm in 27,3 uur; - T=100: 63 mm in 16,2 uur (beide met 1/s/ha afvoer);
- Industrieterreinen vanaf milieuklasse 3; - Kosten-baten analyse initiatiefnemer.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 1 : Doelen_functionele eisen en maatstaven (Vervolg 2)
Doel 5: Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven 5a. Grondwaterproblemen moeten worden voorkomen. - In bestemmingsplannen wordt binnen de watertoets het grondwatersysteem behandeld en wordt een gebiedsspecifieke droogleggingeis vastgelegd. Indien te weinig data beschikbaar is wordt een droogleggingeis van minimaal 1 meter gehanteerd (verschil tussen de kruin van de weg en het oppervlaktewaterpeil). - De gemeente legt drainage mee bij vervanging van drainerende riolering, zodanig dat grondwaterstand maximaal tot net onder de onderkant kruipruimte reikt (0,9 m minus vloerpeil).
Om de werking van de drainage te toetsen wordt een tijdelijk grondwatermeetnet aangelegd.
- De gemeente heeft inzicht in het effect van grootschalige grondwateronttrekkingen (> 150.000 m3 per jaar).
De gemeente heeft een overzicht van bedrijven met een onttrekkingsvergunning en meet de grondwaterstand rondom deze bedrijven. De gemeente heeft het overzicht van panden met een houten fundering en monitoort de grondwaterstand bij deze panden.
- Paalrot komt niet voor in de gemeente. 5b. Structurele grondwaterproblemen worden indien een doelmatige oplossing voorhanden is, in samenwerking met de betrokken bewoners en andere belanghebbenden aangepakt.
5c. De gemeente is aanspreekpunt voor bewoners met betrekking tot grondwater
Meetmethoden Op nieuwbouw of herstructureringslocaties wordt vroegtijdig het grondwaterpeil en grondwaterstroming gemeten dmv peilbuizen registratie.
- De grondwatercoördinator doet onderzoek bij grondwaterklachten.
De gemeente gaat de grondwaterstand meten in buurten waar veel grondwaterklachten vandaan komen.
- De gemeente ontvangt drainagewater van particulieren indien deze het niet kunnen verwerken op eigen terrein of kunnen lozen op oppervlaktewater. - De gemeente heeft een grondwatercoördinator.
Drainageplannen
- Binnen de bestaande klachtenregistratie worden klachten over grondwater apart genoteerd. - Op de gemeente website wordt informatie over grondwater gepubliceerd. - De gemeente kan bewoners goed informeren en/of adviseren inzake grondwater.
Uitdraai klachtenregistratiesysteem
Functiebeschrijving betreffende medewerker.
Gemeentelijke website De gemeente heeft globaal inzicht in het grondwatersysteem en de relatie met (hevige) neerslag door middel van een grondwatermeetnet en een regenmeter.
Voorwaarden 1 Bedrijfszekerheid van gemalen en andere kunstwerken dient in voldoende mate te zijn gewaarborgd. 2 Riolen dienen voldoende afgesloten te zijn, zodat stank-overlast wordt voorkomen.
Maatstaven Het aantal storingen per gemaal is gemiddeld lager dan twee maal per jaar.
3 Het rioolbeheer dient zo goed mogelijk afgestemd te worden met andere gemeentelijke taken. 4 Ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen
Jaarlijkse afstemming met andere beheerders bij het opstellen van operationele programma's voor de riolering. - Vergunningen moeten eenmaal per 5 jaar gecontroleerd worden, afhankelijk van de aard van de bedrijven - Geen illegale aansluitingen
5 De actuele conditie van de riolering dient bekend te zijn.
- Revisiegegevens riolering verwerken in geautomatiseerd rioolbeheerprogramma maximaal 3 maanden na gereed werk - Periodieke inspectie rioolstelsel. Op klachten betreffende huisaansluitingen wordt binnen 1 dag gereageerd.
6 Klantvriendelijke benadering.
Geen constatering van stankoverlast.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2
Tabellen
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen
Gemalen Gemengd
Eerste maatregeljaar is
bedragen * EURO 1.000 Nr Lokatie gemaal Hoofdgemalen 1 Dr. Kuiperstraat 2 Tobbersdijk 3 Peelterbaan 4 Herevenneweg 5 Rembrandtlaan 6 Tromplaan 7 Swartbroek buffer grondwaterpomp 8 Swartbroek buffer / spoelpomp 9 Altweerterheide rondspoel pomp 10 Altweertterheide ledigingspomp 11 Vosseven 12 Vosseven 2 Lochtstraat 13 Kruisstraat 14 Graswinkel 15 Geuzendijk tunnel NS 16 BBB Slingersloot lediging 17 BBB Slingersloot vulling spoeling 18 BBB schuiven koker Baltenkempweg 19 Ringbaan Oost 20 Altweerterheide Heidebeemd 21 Ringbaan Oost Spoor 22 Moesdijk/ Roermondseweg 122 23 Koekoeksweg 24 Laar Rakerstraat 25 Leveroysedijk 26 Vrakkerstraat 27 Blatenkempweg sloot vulling 28 Wildenberg 29 Achtkantmolen 30 Graanmolen 31 Houtzaagmolen 32 Korenmolen 33 Paltrokmolen 34 Poldermolen 35 Standaardmolen 36 Stellingmolen 37 Wiekendreef 38 Windmolen 39 Helmondseweg 40 Copernicusstraat 41 Edisonlaan 42 Edisonlaan/ Kelvinstraat 43 Fahrenheidstraat 44 Schoutlaan 45 Schoutlaan 4 46 Stormmeeuw 47 Zwanenbloemstraat 48 Siemkushofstraat 49 Leekushofstraat 50 P. v.d. Bergstraat SUBTOTALEN
aanlegjaar bouwk mech/el 1998 1975 1981 1960 1998 1975 1996 1996 1997 1997 1987 1984 1994 1996 1995 2000 2000 2000 2002 2002 1982 1992 1985 1974 1974 1980 2006 1992 1993 1997 1991 1992 1993 1991 1992 1992 1995 1997 1995 1995 1993 1993 1994 1995 1997 1997 2002 2002 2002 2004
1998 1975 1997 1960 1998 1975 1996 1996 1997 1997 1987 1984 2002 2005 1995 2000 2000 2000 2002 2002 2006 2006 1985 2005 1994 2006 2006 2005 1993 1997 1991 1992 1993 1991 1992 1992 1995 1997 1995 1995 1993 1993 1994 1995 1997 1997 2002 2002 2002 2004
45 jaar 15 jaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW 152 18 210 144 102 10 13 75 110 44 35 40 158 150 20 160 40 302 1000 15 208 135 154 122 33 126 20 16 12 12 25 27 12 34 12 12 34 10 10 25 25 25 25 20 20 10 10 10 10 10
Kosten bepaald aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2012 1,00 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3100 10-50 m3/h 0,014 58000 1 51-200 m3/h 0,2 58000 0,35 201-1250 m3/h 0,0075 58000 1 Project: Scenario: @
Filenaam:
Tabel 4.1 GEM
2012
prijspeil 2012
2043 2020 2026 2012 2043 2020 2041 2041 2042 2042 2032 2029 2039 2041 2040 2045 2045 2045 2047 2047 2027 2037 2030 2019 2019 2025 2051 2037 2038 2042 2036 2037 2038 2036 2037 2037 2040 2042 2040 2040 2038 2038 2039 2040 2042 2042 2047 2047 2047 2049 BK
factor 1 0,123 0,123 0,123
67,00 15,00 91,00 66,00 59,00 8,00 11,00 53,00 60,00 36,00 28,00 32,00 68,00 67,00 16,00 69,00 32,00 131,00 435,00 12,00 90,00 65,00 68,00 62,00 27,00 63,00 16,00 13,00 10,00 10,00 20,00 22,00 10,00 28,00 10,00 10,00 28,00 8,00 8,00 20,00 20,00 20,00 20,00 16,00 16,00 8,00 8,00 8,00 8,00 8,00 2.076,00
mech/elektr. basisprijs 5600 42000 42000 42000
12,73 2,85 17,29 12,54 11,21 1,52 2,09 10,07 11,40 6,84 5,32 6,08 12,92 12,73 3,04 13,11 6,08 24,89 82,65 2,28 17,10 12,35 12,92 11,78 5,13 11,97 3,04 2,47 1,90 1,90 3,80 4,18 1,90 5,32 1,90 1,90 5,32 1,52 1,52 3,80 3,80 3,80 3,80 3,04 3,04 1,52 1,52 1,52 1,52 1,52 394,44
2013 2012 2012 2012 2013 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2017 2020 2012 2015 2015 2015 2017 2017 2021 2021 2012 2020 2012 2021 2021 2020 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2017 2017 2017 2019 M/E
52,00 20,00 60,00 51,00 43,00 15,00 17,00 38,00 45,00 29,00 27,00 28,00 53,00 52,00 20,00 53,00 28,00 71,00 124,00 18,00 60,00 49,00 52,00 47,00 26,00 48,00 20,00 18,00 16,00 16,00 23,00 24,00 16,00 26,00 16,00 16,00 26,00 15,00 15,00 23,00 23,00 23,00 23,00 20,00 20,00 15,00 15,00 15,00 15,00 15,00 1.580,00
9,88 3,80 11,40 9,69 8,17 2,85 3,23 7,22 8,55 5,51 5,13 5,32 10,07 9,88 3,80 10,07 5,32 13,49 23,56 3,42 11,40 9,31 9,88 8,93 4,94 9,12 3,80 3,42 3,04 3,04 4,37 4,56 3,04 4,94 3,04 3,04 4,94 2,85 2,85 4,37 4,37 4,37 4,37 3,80 3,80 2,85 2,85 2,85 2,85 2,85 300,20
macht 0,46 0,46 0,46
Vervolg op 2e blad
vGRP Weert 2012 v4 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v4
Projectnummer: Datum:
307994 13-okt-11
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 1)
Gemalen
Eerste maatregeljaar is
bedragen * EURO 1.000 Nr Lokatie gemaal
51 52 53 54 55 56 57
Hoofdgemalen (vervolg) Veldbloemstraat Veldbloemstraat rondspoelpomp bbl Boterbloemstraat Ijzerenman Jankushofstraat Blekerstraat (Parkhof) Wilhelminaterrein
aanlegjaar bouwk mech/el 2002 2003 2002 2005 2002 1998 1970
2002 2003 2002 2005 2002 1998 1970
12 40 28 20 25 14 10
Kosten bepaald aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2012 1,00 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3100 0 10-50 m3/h 0,014 58000 1 51-200 m3/h 0,2 58000 0,35 201-1250 m3/h 0,0075 58000 1 Project: @
Filenaam:
Vervolg Tabel 4.1 GEM
Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
Subtotaal Transport 1e blad TOTALEN (ex BTW/BTW)
Scenario:
2012
prijspeil 2012
2047 2048 2047 2050 2047 2043 2015
10,00 32,00 23,00 16,00 20,00 11,00 8,00
1,90 6,08 4,37 3,04 3,80 2,09 1,52
BK
120,00 2.076,00 2.196,00
22,80 394,44 417,24
factor 1 0,123 0,123 0,123
mech/elektr. basisprijs 5600 42000 42000 42000
2017 2018 2017 2020 2017 2013 2012
16,00 28,00 24,00 20,00 23,00 17,00 15,00
3,04 5,32 4,56 3,80 4,37 3,23 2,85
M/E
143,00 1.580,00 1.723,00
27,17 300,20 327,37
Projectnummer: Datum:
307994 13-okt-11
macht 0 0,46 0,46 0,46
vGRP Weert 2012 v4 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v4
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 2)
Persleidingen Gemengd
Eerste maatregeljaar is
bedragen * EURO 1.000 Nr persleiding behorend bij gemaal
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
2012
Tabel 4.2 GEM
prijspeil 2012
Persleiding behorend bij gemaal Dr. Kuiperstraat Tobbersdijk Peelterbaan Herevenneweg Rembrandtlaan Tromplaan Swartbroek buffer grondwaterpomp Swartbroek buffer / spoelpomp Altweerterheide rondspoel pomp Altweertterheide ledigingspomp Vosseven Vosseven 2 Lochtstraat Kruisstraat Graswinkel Geuzendijk tunnel NS BBB Slingersloot lediging BBB Slingersloot vulling spoeling BBB schuiven koker Baltenkempweg Ringbaan Oost Altweerterheide Heidebeemd Ringbaan Oost Spoor Moesdijk/ Roermondseweg 122 Koekoeksweg Laar Rakerstraat Leveroysedijk Vrakkerstraat Blatenkempweg sloot vulling Wildenberg Achtkantmolen Graanmolen Houtzaagmolen Korenmolen Paltrokmolen Poldermolen Standaardmolen Stellingmolen Wiekendreef Windmolen Helmondseweg Copernicusstraat Edisonlaan Edisonlaan/ Kelvinstraat Fahrenheidstraat Schoutlaan Schoutlaan 4 Stormmeeuw Zwanenbloemstraat Siemkushofstraat Leekushofstraat P. v.d. Bergstraat Veldbloemstraat Veldbloemstraat rondspoelpomp bbl Boterbloemstraat Ijzerenman
TOTALEN
lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
60 1e jaar vervanging
10 35 982 10 5 10 20 77 153 10 2.500 850 325 835 10
125 125 250 125 125 90 125 125 125 125 125 125 125 200 125
1998 1975 1981 1960 1998 1975 1996 1996 1997 1997 1970 1970 1992 1996 1995
2058 2035 2041 2020 2058 2035 2056 2056 2057 2057 2030 2030 2052 2056 2055
0,76 2,67 149,76 0,76 0,38 0,55 1,53 5,87 11,67 0,76 190,63 64,81 24,78 101,87 0,76
0,14 0,51 28,45 0,14 0,07 0,10 0,29 1,12 2,22 0,14 36,22 12,31 4,71 19,36 0,14
10
160
2000
2060
0,98
0,19
25 28 58 25 560 420 740 20 10 2.740 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 25 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 75 105 15
315 90 125 90 160 125 160 125 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90 90
2002 2002 1982 2002 1985 1974 1974 1980 2006 1992 1993 1997 1991 1992 1993 1991 1992 1992 1995 1997 1995 1995 1993 1993 1994 1995 1997 1997 2002 2002 2002 2004 2002 2003 2002
2062 2062 2042 2062 2045 2034 2034 2040 2066 2052 2053 2057 2051 2052 2053 2051 2052 2052 2055 2057 2055 2055 2053 2053 2054 2055 2057 2057 2062 2062 2062 2064 2062 2063 2062 2012
4,80 1,54 4,42 1,37 54,66 32,03 72,22 1,53 0,55 150,43 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 1,37 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 4,12 5,76 0,82 -
0,91 0,29 0,84 0,26 10,38 6,08 13,72 0,29 0,10 28,58 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,26 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10 0,78 1,10 0,16 -
905,68
172,08
Projectnummer: Datum:
307994 13-okt-11
10.898
jaar Investering excl. BTW
BTW
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-89 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2012 1,00 Project: Scenario: @
Filenaam:
vGRP Weert 2012 v4 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v4
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 3)
Eerste maatregeljaar is
Persleidingen Gemengd bedragen * EURO 1.000
2012
Tabel 4.2 GEM-2
prijspeil 2012
Nr persleiding behorend bij gemaal
Persleiding behorend bij gem aal (vervolg) 55 Jankushofstraat 56 Blekerstraat (Parkhof) 57 Wilhelminaterrein
TOTALEN
lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
60 1e jaar vervanging
90 10 135
100 125 63
2002 1998 1970
2062 2058 2030
235
jaar Investering excl. BTW
BTW
5,49 0,76 4,34
1,04 0,14 0,82
10,59
2,01
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-89 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2012 1,00 Project: Scenario: @
Filenaam:
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v6
Projectnummer:
307994
Datum:
23-feb-12
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 4)
Mechanische riolering (Droogweerafvoer)
Tabel 4.3a DWA
bedragen * EURO 1.000
Uitgangspunten Vervanging pomp: Vervanging borrelbuis/vlotter: Vervanging bochtstuk: Vervanging appendage (RVS/HDPE): Vervanging sturing (relaissturing): Vervanging meterbord: Vervanging kast (gepoedercoat RVS): Vervanging put (beton):
prijspeil 2012
Frequentie vervanging 1 maal per ** jaar 15 15 30 30 25 25 50 60
Aantal gemalen Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging
pomp: borrelbuis/vlotter: bochtstuk: appendage (RVS/HDPE): sturing (relaissturing): kast (gepoedercoat RVS): put (beton):
€ € € € € € €
387 Totale kosten 367.650 38.700 58.050 328.950 232.200 619.200 774.000
Totaal per jaar
Kosten ex btw € 950 € 100 € 150 € 850 € 600 € 600 € 1.600 € 2.000
Kosten € € € € € € €
per jaar Aantal per jaar 24.510 25,8 2.580 25,8 1.935 12,9 10.965 12,9 9.288 15,5 12.384 7,7 12.900 6,5
€
74.562
€ €
800 600
Totaal per jaar
€
1.400
TOTAAL per jaar
€
75.962
25
Aantal centrale meterkasten Vervanging kast (gepoedercoat RVS): Vervanging meterbord:
€ €
Project: Scenario: @
Filenaam:
40.000 15.000
0,5 1,0
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v6
Projectnummer:
307994
Datum:
23-feb-12
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 5)
Mechanische riolering (Droogweerafvoer) bedragen * EURO 1.000 Nr Druksysteem
Drukriolering 1981 Drukriolering 1982 Drukriolering 1983 Drukriolering 1984-1 Drukriolering 1984-2 Drukriolering 1985 Drukriolering 1988 Drukriolering 1989 Drukriolering 1990 Drukriolering 1997 Drukriolering 2002 Drukriolering 2005
aantal units
leidinglengte druk vv
45 jaar 15 jaar jaar aanleg vervanging bouw kundig vervanging mech/el deel bouw k. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
7 8 3 112 30 36 12 1 1 126 35 16
1981 1982 1983 1984 1984 1985 1988 1989 1990 1997 2002 2005
Vrijvervalriolering druksysteem Drukriolering 1981 Drukriolering 1982 Drukriolering 1983 Drukriolering 1984-1 Drukriolering 1984-2 Drukriolering 1985 Drukriolering 1988 Drukriolering 1989 Drukriolering 1990 Drukriolering 1997 Drukriolering 2002 Drukriolering 2005
520 3.482 298 11.405 3.000 4.044 2.221 51 145 10.146 1.337 250
Drukleidingen drukriolering Drukriolering 1981 Drukriolering 1982 Drukriolering 1983 Drukriolering 1984-1 Drukriolering 1984-2 Drukriolering 1985 Drukriolering 1988 Drukriolering 1989 Drukriolering 1990 Drukriolering 1997 Drukriolering 2002 Drukriolering 2005
TOTALEN
Tabel 4.3b DWA
prijspeil 2012
2.132 2.410 845 25.650 9.500 9.186 1.835 43 145 37.000 9.550 3.900
387
102.196
36.899
1981 1982 1983 1984 1984 1985 1988 1989 1990 1997 2002 2005
2026 2027 2028 2029 2029 2030 2033 2034 2035 2042 2047 2050
Scenario: @ Filenaam:
-
1981 1982 1983 1984 1984 1985 1988 1989 1990 1997 2002 2005
80 jaar levensduur 2061 78,00 2062 522,30 2063 44,70 2064 1.710,75 2064 450,00 2065 606,60 2068 333,15 2069 7,65 2070 21,75 2077 1.521,90 2082 200,55 2085 37,50
14,82 99,24 8,49 325,04 85,50 115,25 63,30 1,45 4,13 289,16 38,10 7,13
1981 1982 1983 1984 1984 1985 1988 1989 1990 1997 2002 2005
60 jaar levensduur 2041 63,96 2042 72,30 2043 25,35 2044 769,50 2044 285,00 2045 275,58 2048 55,05 2049 1,29 2050 4,35 2057 1.110,00 2062 286,50 2065 117,00
12,15 13,74 4,82 146,21 54,15 52,36 10,46 0,25 0,83 210,90 54,44 22,23
bk
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,00 Pompunit (bouw kundig ca.) Drukleiding per m1 Pompunit (mech/el) Vrijvervalleiding per m1 Bufferput nvt Klep bufferput Project:
-
8.600,73
1.634,14
m/e
-
-
-
-
30 (gemiddelde diameter 90 mm) 150 nvt
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v6
Projectnummer: Datum:
307994 23-feb-12
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 6)
Onderzoeksuitgaven bedragen in EURO
Tabel 5.1 prijspeil 2012 Uitgaven Vuilwater Hemelwater Grondwater excl. BTW BTW excl. BTW BTW excl. BTW BTW
1 4 6 8 9 10 11 24 31
Vanaf Aktieprogram m a Samenw erking Lim burgse Peelen Jaarlijks Communicatie Monitoring overstorten, uitvoering meetplan Controleberekeningen hydr. Functioneren Beheer infiltratievoorzieningen Inventarisatie en gezamenlijke aanbesteding kolkenreiniging Opstellen inspectieplan Opstellen reinigingsplan Grondw atermeetnet, uitlezen, analyseren Reiniging en inspectie voorbereiding onderhoud w aterlopen, kunst.
2012 2012 2013 2012 2012 2012 2012 2015 2012
5.917 7.101 11.834 2.840 1.420 2.840 2.840 7.500 2.840
45.000 -
2012 2012 2012 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2015 2015 2016
startjaar 2012 2019 2016 2016 2012
Aktieprogram m a Samenw erking Lim burgse Peelen Periodieke kosten omschrijving 5. Hydraulisch functioneren, actualiseren meetplan 20. Actualiseren BRP+ en OAS+ 25. Begrotingsstructuur afstemmen 29. Gemeenschappelijk GRP en Afvalw aterplan 32. Programmamanagement samenw erking
Project: @
Scenario: Filenaam:
BTW
Bron
jaar
Inspectie vanuit de leiding, incl beoordeling (geen Aktieprogramma Samenw erking)
Aktieprogram m a Samenw erking Lim burgse Peelen Eenmalige kosten 2. Databeheer inventarisatie en plan van aanpak 3. Hydr. Functioneren opstellen meetplan 7. Monitoring infiltratievoorzieningen 14. Gezamenlijk opstellen aansluitverordening 15. Waterloket, aanpak incl w atertoets 16. gemalenbeheer inventarisatie 17. Gemalenbeheer plan van aanpak (incl storingsdienst) 18. Grondw atermeetnet opstellen plan van aanpak 19. Opstellen gezamenlijk BRP+ en OAS+ 21. gezamenlijk opstellen heff ingsverordening c.a. 22. gezamenlijk opstellen hemel- en grondw aterverordening 26. Duurzame onkruidbestrijding, plan van aanpak 27. Strategie lozingen buitengebied (incl IBA's) 28. Opstellen gezamenlijk kostendekkingsmodel
Gemengd excl. BTW
Vuilwater excl. BTW BTW
1x per .. Jr 5 5 5 5 1
slotjaar 2091 2091 2091 2091 2016
-
-
Hemelwater excl. BTW BTW
-
-
Grondwater excl. BTW BTW
-
90.132
1.124 1.349 2.248 540 270 540 540 1.425 540 8.550 17.125
Gemengd excl. BTW BTW 4.734 899 11.834 2.248 2.367 450 1.420 270 11.834 2.248 710 135 2.840 540 3.550 675 11.834 2.248 2.840 540 3.550 675 1.183 225 3.550 675 5.680 1.079
4.734 5.917 1.183 15.621 4.734
899 1.124 225 2.968 899
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v6
Projectnummer: Datum:
307994 23-feb-12
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 7)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 8)
Gehanteerde technische levensduren rioleringsonderdelen
Tabel 5.3
Riolen, putten en kolken: Riolen krijgen een levensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van onderstaande standaardlevensduren. Uitgangspunten ten aanzien van standaardlevensduur: jaren
Aanlegjaar t/m 1970
60
Aanlegjaar na 1970
80
Persleidingen
60
Gemalen: Onderdeel - mechanisch/electrisch - bouwkundig
Levensduur (jaar) 15 45
Drukriolering: Onderdeel
Levensduur (jaar)
Vervanging pomp: Vervanging borrelbuis/vlotter: Vervanging bochtstuk: Vervanging appendage (RVS/HDPE): Vervanging sturing (relaissturing): Vervanging meterbord: Vervanging kast (gepoedercoat RVS): Vervanging put (beton):
Project: Scenario: @
Filenaam:
15 15 30 30 25 25 50 60
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v6
Projectnummer:
307994
Datum:
21-feb-12
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 9)
Vrijvervalriolen
Tabel 5.4 GEM
bedragen * EURO 1.000
jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073 2074 2075 2076 2077 2078 2079 2080 2081 2082 2083 2084 2085 2086 2087 2088 2089 2090 2091 Totalen
vervanging en relining gepland extra beschikbaar budget 2.019 1.331 1.060 2.251 799
688 959 2331.220
1.124 1.050 1.174 676 1.711 1.718 1.150 2.205 1.418 1.354 1.801 1.448 1.370 921 2.307 1.626
895 969 845 1.343 307 301 869 186601 665 218 571 648 1.098 288393
28.492
Project: @
prijspeil 2012
Scenario: Filenaam:
11.881
2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 128.332
Totaal
Totaal gem. excl. BTW 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019
BTW 384 384 384 384 384
2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 168.704
384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 384 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 410 32.054
Projectnummer: Datum:
307994 13-okt-11
-
-
incl toesl. 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019
-
-
2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 168.704
vGRP Weert 2012 v4 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v4
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 10)
Afkoppel- en milieumaatregelen
Tabel 5.5 HWA+GW
bedragen in EURO * 1000
prijspeil 2012
jaar
omschrijving maatregel
2012 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
afkoppelen Opheffen overstorten Houtstraatlossing, verv. En afk. Stramproy afkoppelen afkoppelen 590 afkoppelen, groene berging Houtstraatlossingen en Leukerbeek 292 afkoppelen 623 afkoppelen 944 afkoppelen 294 afkoppelen 415 afkoppelen 674 afkoppelen, groene bergingen (2) Tungelroysebeek 165 afkoppelen 405 afkoppelen 520 afkoppelen 405 afkoppelen 1.272 afkoppelen 1.030 afkoppelen 392 afkoppelen 435 afkoppelen 328 afkoppelen 1.201 afkoppelen 103 afkoppelen 601 afkoppelen 416
Investeringen extra milieumaatr. 12.521
totaal 12.521 590 2.111 623 944 294 415 674 1.240 405 520 405 1.272 1.030 392 435 328 1.201 103 601 416
BTW 2.629 124 443 131 198 62 87 141 260 85 109 85 267 216 82 91 69 252 22 126 87
26.520
5.569
500
105
Projectnummer: Datum:
307994 25-okt-12
1.819
1.075
11.105
12.521
2.894
De afkoppelbedragen uit de OAS Weet-Meijel (2010) zijn naar beneden bijgesteld. 2033 - 2050
afkoppelen
per jaar
Berekening milieumaatregelen 2012 (in euro) Opheffen riooloverstorten Houtstraatlossing (inclusief afkoppelen) Geraamde kosten (augustus 2011) Synergiegelden Bijdrage Waterschap Peel en Maasvallei ISV-3 subsidie BDU subsidie Ten laste van de rioolheffing Rioolvervanging Stramproy (inclusief afkoppelen) Geraamde kosten (augustus 2011) Synergiegelden Extra ten laste van de rioolheffing
Project: @
Scenario: Filenaam:
stand 28-11-2011 10.031.600 € 800.000 € 1.013.160 € 1.000.000 € 780.000 € 6.438.440
€ € €
6.274.733 192.000 6.082.733
€
12.521.173
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v7
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 11)
Maatregelen Grondwater
Tabel 5.6 HWA+GW
bedragen * EURO 1.000 jaar
2015
prijspeil 2012
omschrijving
investering excl. BTW
Aktieprogramma Samenwerking Limburgse Peelen 23. Grondwatermeetnet inrichten en uitvoeren
40
TOTALEN
Project: Scenario: @
Filenaam:
BTW 8 -
40
8
Projectnummer: Datum:
307994 13-okt-11
vGRP Weert 2012 v4 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v4
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 12)
Kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen, Gemengd
Tabel 6.1
bedragen * EURO 1.000
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073
Voor BTW Compensatiefonds inclusief BTW nominaal prijspeil 2012 -
2074
-
-
50
10
2
10
2075
-
-
50
10
2
10
2076 50 9 2 2077 50 9 2 2078 43 8 1 2079 43 8 1 2080 15 3 0 2081 15 3 0 2082 5 1 0 2083 5 1 0 2084 5 1 0 2085 2086 2087 2088 2089 2090 2091 Totalen 14.995 11.248 2.137 Voor de omrekening van de nominale bedragen naar prijspeil startjaar bedragen is uitgegaan van Project: vGRP Weert 2012 v4 Scenario: 0 @ Filenaam: vGRP Weert 2012-2016 80 v4
9 9 8 8 3 3 1 1 1 -
jaar
Na BTW Compensatiefonds Exclusief BTW BTW nominaal prijspeil 2012 mee te rekenen 4.758 4.758 904 291 285 54 291 279 53 291 274 52 281 259 49 281 254 48 281 249 47 271 236 45 271 231 44 271 226 43 271 222 42 264 212 40 256 202 38 247 191 36 196 148 28 196 146 28 196 143 27 196 140 27 196 137 26 196 134 26 196 132 25 196 129 25 196 127 24 196 124 24 196 122 23 196 119 23 196 117 22 196 115 22 196 113 21 196 110 21 196 108 21 196 106 20 196 104 20 187 97 18 187 95 18 187 93 18 187 92 17 143 69 13 133 63 12 82 38 7 82 25 5 82 25 5 82 24 5 82 24 4 82 23 4 82 23 4 82 22 4 81 22 4 81 21 4 81 21 4 81 20 4 81 20 4 61 15 3 61 14 3 61 14 3 50 11 2 50 11 2 50 11 2 50 11 2 50 10 2 50 10 2 50 10 2
TOTAAL 4.758 285 279 274 259 254 249 236 231 226 222 212 202 191 148 146 143 140 137 134 132 129 127 124 122 119 117 115 113 110 108 106 104 97 95 93 92 69 63 38 25 25 24 24 23 23 22 22 21 21 20 20 15 14 14 11 11 11 11 10 10 10
2,00 % inflatie Projectnummer: Datum:
307994 13-okt-11
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Totaaloverzicht uitgaven, exclusief BTW, Totaal Bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2012 Investeringen vrijverval
3.796 1.505
9.189 4.109
1.177 478
8.601 2.534
6.077 2.718
35.520 28.245
-
81 50
-
-
-
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Kolom Brontabel Project: Scenario: @
Filenaam:
subtotaal invest. 14.797 2.800 4.321 2.881 3.153 2.503 2.624 2.972 3.473 2.614 2.729 2.614 3.481 3.303 2.693 2.735 2.537 3.442 2.641 2.811 2.654 2.709 2.814 2.713 2.805 2.805 2.805 2.805 2.964 3.067 3.079 3.079 3.079 3.079 3.079 3.079 3.079 3.079 3.079 2.579 2.473 2.473 2.473 2.473 2.722 2.788 2.722 2.722 2.762 2.722 2.721 2.721 2.810 2.744 2.721 2.701 2.701 2.701 2.764 2.523 2.522 2.432 2.464 2.500 2.432 2.460 2.432 2.432 2.433 2.526 2.527 2.527 2.527 2.527 2.527 2.527 2.527 2.527 2.787 2.527
subtotaal jaarl. uitg. 2.038 2.052 2.076 2.073 2.101 2.089 2.095 2.111 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132 2.120 2.115 2.121 2.115 2.132
kap.las ten verlede n 4.758 285 279 274 259 254 249 236 231 226 222 212 202 191 148 146 143 140 137 134 132 129 127 124 122 119 117 115 113 110 108 106 104 97 95 93 92 69 63 38 25 25 24 24 23 23 22 22 21 21 20 20 15 14 14 11 11 11 11 10 10 10 10 10 9 9 8 8 3 3 1 1 1 -
Totaal excl. BTW 21.593 5.136 6.676 5.228 5.514 4.846 4.968 5.318 5.820 4.973 5.071 4.942 5.804 5.609 4.973 5.000 4.795 5.703 4.893 5.077 4.906 4.954 5.062 4.952 5.059 5.044 5.037 5.041 5.192 5.310 5.307 5.300 5.304 5.291 5.306 5.292 5.285 5.268 5.257 4.749 4.618 4.613 4.618 4.612 4.877 4.931 4.859 4.865 4.899 4.875 4.861 4.856 4.946 4.874 4.867 4.832 4.827 4.833 4.890 4.666 4.652 4.557 4.595 4.625 4.574 4.589 4.555 4.561 4.551 4.660 4.648 4.643 4.649 4.642 4.659 4.647 4.642 4.648 4.902 4.659
99 101 113 100 117 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107 95 90 96 90 107
1.939 1.951 1.963 1.974 1.984 1.994 2.005 2.015 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025 2.025
233.145 113.965
7.701 3.466
161.634 72.094
169.335 75.560
11.248 9.189
413.729 198.714
M
N
O
P
Q
R
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v7
Projectnr:
307994
Datum:
25-okt-12
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 13)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
168.704 74.326
1 260 104 3 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 1 260 -
milieumaatregelen (KRW, afk.) investering 12.521 590 2.111 623 944 294 415 674 1.240 405 520 405 1.272 1.030 392 435 328 1.201 103 601 416 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 500 -
grondw ater maatregelen investering verv. mech/el 40 40 -
mech/el 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115 115
2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.019 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157 2.157
persleiding
mechanische riolering bouw kundig mech/el 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 103 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 353 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76 84 76
gemalen bouw kundig 66 8 89 23 63 91 90 32 68 28 95 95 95 95 95 95 107 107 107 107 107 107 107 107 107 107 1 1 1 1 1 67 1 1 1 1 89 23 63 91 90 32 68 28 94 95 95 95 95 95 95 95 95 95 95
jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073 2074 2075 2076 2077 2078 2079 2080 2081 2082 2083 2084 2085 2086 2087 2088 2089 2090 2091 Totalen CW
Tabel 6.2 jaarlijkse uitgave n Onderzoek Exploitatie
BTW, Totaal Bedragen * EURO 1.000
jaar 2012 2013 2014 2015 2016
-
mechanische riolering milieumaatregelen (KRW, afk.) bouw kundig mech/el investering 16 2.629 16 124 16 443 16 131 16 198 -
grondw ater maatregelen investering verv. mech/el 8 -
424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 424 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453 453
19 5 13 19 19 7 14 6 20 20 20 20 20 20 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 0 0 0 0 0 14 0 0 0 0 19 5 13 19 19 7 14 6 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20
24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24
0 55 22 1 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 0 55 -
22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 74 74 74 74 74 74 74 74 74 74 74 74 74 74 74 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18
16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
62 87 141 260 85 109 85 267 216 82 91 69 252 22 126 87 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 105 -
-
8 -
-
35.428 15.609
797 316
1.930 863
247 100
1.806 532
1.276 571
7.459 5.931
-
17 11
-
Project: Scenario: @
persleiding mech/el 24 24 24 24 24
Filenaam:
subtotaal invest. 3.107 588 907 605 662
-
-
BTW op jaarlijk s e uitgave n Onderzoek Exploitatie
s ubtotaal
kap.las te n verle den 999 60 59 58 54
BTW Totaal
21 21 24 21 25
140 140 141 142 143
160 162 165 163 167
4.267 809 1.131 826 884
526 551 624 729 549 573 549 731 694 565 574 533 723 555 590 557 569 591 570 589 589 589 589 622 644 646 646 646 646 646 646 646 646 646 541 519 519 519 519 572 585 572 572 580 572 571 571 590 576 571 567 567 567 580 530 530 511 517 525 511 517 511 511 511 530 531 531 531 531 531 531 531 531 585 531
20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22 20 19 20 19 22
144 144 145 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146 146
163 163 165 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168 166 165 166 165 168
53 52 49 48 48 47 45 42 40 31 31 30 29 29 28 28 27 27 26 26 25 25 24 24 23 23 22 22 20 20 20 19 14 13 8 5 5 5 5 5 5 5 5 4 4 4 4 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 0 0 0 -
742 767 839 943 765 786 758 939 898 765 771 727 918 748 787 751 761 783 760 783 780 778 779 811 836 835 834 834 832 835 832 830 827 824 718 690 689 690 689 745 756 741 742 749 744 741 740 759 744 743 735 734 735 747 700 698 678 685 692 681 684 677 678 676 699 697 696 697 695 699 696 695 697 750 699
48.961 23.933
1.617 728
11.638 5.191
13.255 5.918
2.362 1.930
64.577 31.781
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v7
Projectnr:
307994
Datum:
25-okt-12
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 14)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073 2074 2075 2076 2077 2078 2079 2080 2081 2082 2083 2084 2085 2086 2087 2088 2089 2090 2091 Totalen CW
Tabel 6.3 prijs peil 2012
BTW op Inves teringen vrijverval gemalen bouw kundig 424 14 424 424 424 2 424 -
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 15)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 16)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 17)
Eenheden basistarief (Totaal)
Tabel 6.6
rekeneenheden 2012 23.374
jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070
stijging buitengebied
Berekening heffingseenheden: Totale inkomsten 2010 tarief 2010 Eenheden
stijging nieuwbouw 150 150 150 125 125 125 125 125 125
stijging 3
stijging 4
stijging 5
stijging 6
24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574
5.867.912,04 251,04 23.374
23.374
2071 2072 2073 2074 2075 2076 2077 2078 2079 2080 2081 2082 2083 2084 2085 2086 2087 2088 2089 2090 2091
24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574
Totalen
Project: Scenario:
@
totaal eenheden 23.524 23.674 23.824 23.949 24.074 24.199 24.324 24.449 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574 24.574
Filenaam:
23.374
-
5.869.363
46.749
-
-
-
1.961.345
vGRP Weert 2012 v4 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v4
Projectnr:
307994
Datum:
13-okt-11
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 18)
Samenvatting Contante Waarde berekening (totaal) bedragen x 1.000
Tabel 6.7 Totaal
prijspeil 2012
Beschouwde periode
2012
t/m
2091 NB BTW vanaf 2012
Lasten
Prijspeil
Contante waarde
Aandeel in totaal
ex BTW
BTW
ex BTW
BTW
EURO
Onderzoek ( totaal)
7.701
1.617
3.466
728
4,79
1,8%
Exploitatie ( totaal)
161.634
11.638
72.094
5.191
88,34
33,5%
11.248
2.362
9.189
1.930
12,71
4,8%
197.544
41.484
85.670
17.991
118,49
45,0%
35.520
7.459
28.245
5.931
39,07
14,8%
81
17
50
11
0,07
0,0%
Kapitaallasten verleden ( totaal) Vervanging en verbetering ( totaal) Milieumaatregelen (KRW, afkoppelen, totaal) Grondwatermaatregelen ( totaal) 21% )
Totaal BTW (
Totaal lasten incl. BTW
64.577
31.781
478.306
230.494
263,47
100,0%
10.037
11,47
4,4%
kapitaallasten na het eindjaar niet meegenomen - effect:
Baten
Prijspeil
Tariiefsegalisatie (totaal) Bijdrage Houtstraatl. (totaal) Bijdrage Wegen-groen-verlichting
Aantal heffingseenheden 2012 2017 2027 2090
Contante waarde
Aandeel in totaal EURO
%
15.062
15.062
17,22
6,5%
495
221
0,25
0,1%
3.510
2.299
2,63
1,0%
-
-
-
0,0%
202.875
231,90
88,0%
252,00
95,6%
459.239
Rioolheffing (totaal), incl. BTW Totaal Baten
%
478.306
220.457
23.524 24.199 24.574 24.574
De contante waarde van de inkomsten van de rioolheffing moet gelijk zijn aan de contante waarde van de te dekken kosten. De contante waarde van de rioolheffing kan worden bepaald door de sommatie van de jaarlijkse inkomsten uit de heffing: cwf(jaar n) * (hoogte heffing) * (aantal heffingseenheden) De vergelijking wordt dan: contante waarde lasten - contante waarde baten (excl rioolheffingen) = contante waarde rioolheffingen contante waarde lasten 230.494.383 contante waarde baten excl. rioolheffingen 17.582.068 contante waarde rioolheffingen 874.827 * R contante waarde kapitaallasten na beschouwde periode 10.037.346 Hieruit volgt het kostendekkend rioolheffing totaal bij directe invoering per 2012 van € 231,90 Totale BTW component in deze berekende heffing: 36,33 16% Gehanteerd rentepercentage 4,50% Gehanteerd inflatiepercentage 2,00% De b erekende kostendekkende rioolheffing is gesteld op huidig prijspeil en dient jaarlijks te worden gecorrigeerd met inflatie
Project: Scenario: @
Filenaam:
vGRP Weert 2012-2016 0 vGRP Weert 2012-2016 80 v7
Projectnr:
307994
Datum:
25-ok t-12
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 2 : Tabellen (Vervolg 19)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 3
Woordenlijst
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 3 : Woordenlijst
De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”. AFKORTINGEN AMvB BBB BBL BRP GRP bob DWA HWA IBA NEN NPR RWA RWZI Wm DWAAS
Algemene Maatregel van Bestuur bergbezinkbassin bergbezinkleiding basisrioleringsplan gemeentelijk rioleringsplan binnenonderkant buis droogweerafvoer hemelwaterafvoer installatie voor individuele behandeling van afvalwater Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn regenweerafvoer rioolwaterzuiveringinrichting Wet milieubeheer Droog Weer Afvoer Analyse Systematiek
TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater aangroei
verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen
aansluitvergunning
vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI)
aantasting
een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen
afkoppelen
het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater
afvalwater
alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)
afvoerend oppervlak
het naar de riolering afwaterende oppervlak
afzetting
aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur
basisinspanning
Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren
basisrioleringsplan
document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen
beheer
zie rioleringsbeheer
bemalingsgebied
een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd
beoordelen
het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing
bergbezinkkelder
reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden
berging
de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha
bergingsverlies
de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen
beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak
hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in West-Nederland op wijk- en straatniveau
classificatie
de indeling van toestandsaspecten in klassen
controleren
controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine
dg DIALOG Riolering
computerprogramma voor rioleringsbeheer
droogweerafvoer (dwa)
de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd
drukriolering
riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 3 : Woordenlijst (Vervolg 1)
dwa-rioolstelsel
zie vuilwaterrioolstelsel
emissiespoor
onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit
externe overstort
rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater
gemengd rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd
gescheiden rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd
hydraulisch
waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt
hydraulische berekening
het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel
ingrijpmaatstaf
grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld
inhangend voegmateriaal
voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt
inhangende rubberring
een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt
inspectie
het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand
lekkage
het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand
maatstaf
grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan
obstakels
voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom
onderhoud
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt
onderzoek
het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering
overstorting
de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater
overstortput
rioolput voorzien van een overstortdrempel
pompovercapaciteit
(poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer
randvoorziening
vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen
regenwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
regenwaterrioolstelsel
rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
renovatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg
reparatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd
riolering
het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater
rioleringsbeheer
zorg voor het functioneren van de buitenriolering
riool
samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater
rioolput
constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg)
rioolwaterzuiveringsinrichting
het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI)
rwariool
zie regenwaterriool
rwarioolstelsel
zie regenwaterrioolstelsel
scheuren
het geheel van scheuren, barsten en breuken
Stedelijk afvalwater
huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;
verbeterd gescheiden rioolstelsel
gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 3 : Woordenlijst (Vervolg 2)
verbeteren
het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren
vervangen
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst
visuele inspectie
het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand
vrijvervalriool
riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd
vuilemissie
zie vuiluitworp
vuiluitworp
het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten . Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen
vuilwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
vuilwaterrioolstelsel
rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
Waarschuwingsmaatstaf
grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is
wadi
systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie
waterkwaliteitsdoelstelling
doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen
water op straat
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau
wateroverlast
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden
wortelingroei
de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid
zandinloop
het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren
zand en vuilophoping
opgehoopt materiaal met een losse structuur
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 3 : Woordenlijst (Vervolg 3)
TERMEN EN DEFINITIES grondwater Afsluitende laag:
Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat.
DINO
Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft
Doorlatendheid
Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten
Drainage
De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel
Drooglegging
De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld
Freatisch grondwater
Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel
Geohydrologie
De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond.
GHG
Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen.
Grondwater
Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel
Grondwaterisohypse
Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater
Grondwateronderlast
Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand
Grondwateroverlast
Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten
Infiltratie
Intreding van water in de bodem
Kruipruimte
Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning
Kwel
Het uittreden van grondwater
Ontwatering
De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering
Ontwateringsdiepte
De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 3 : Woordenlijst (Vervolg 4)
Onverzadigde zone
Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporiën zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water.
Opbolling
Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen
Peilbuis
Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten
REGIS
Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO.
Stijghoogte
Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis
Wadi
Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain.
Zetting
Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 4
Reactie van derden
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 4 : Reactie van derden (Vervolg 1)
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 5
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
1. Berekeningsmethode De rioolrechtberekening wordt uitgevoerd met behulp van de contante-waardemethode. Deze methode is geschikt om de effecten en de trend op langere termijn zichtbaar te maken. Met de contante-waardemethode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar in de beschouwde periode worden contant gemaakt naar 1 januari startjaar. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde inkomsten per aansluiting. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven, worden de kosten per aansluiting berekend. Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardebenadering geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen. Het inflatie- en rentepercentage worden gebruikt voor het contant maken van de toekomstige uitgaven en inkomsten. Dit gebeurt op de volgende wijze:
CW x (U j ) = U j ∗ (cwf ) waarbij: x Uj i r cwf CWx(Uj)
= = = = = =
( j−x)
(1 + i ) = U j ∗ (1 + r )
( j−x)
startjaar berekening uitgave in jaar (j) op prijspeil startjaar inflatie (in decimalen, bijvoorbeeld 0,015) rente (in decimalen, bijvoorbeeld 0,04) contante-waardefactor { = (1+i) / (1+r) } contante waarde in jaar x van investering U in het jaar
Het totaal aan uitgaven en inkomsten over de beschouwde periode is met elkaar in evenwicht. 2. Planningshorizon Bij de berekening van het rioolrecht is uitgegaan van een planningshorizon van 80 jaar: 2012 t/m 2091. Binnen een periode van 80 jaar zijn alle objecten minimaal één maal vervangen. 3. Inflatie De consumentenprijsindex (CPI) is in 2011 weer aan het oplopen, van 2,0% in januari naar 2,7% in september 2011. Uit de prijsindexcijfers voor de Grond- Weg en Waterbouw (GWW) van het CBS, blijkt dat deze vanaf 2000 tot en met 2009 gemiddeld 3,4% per jaar bedraagt. Deze prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van GWW-werken. Voor de kostendekkingsberekening van dit plan is voor de lange termijnberekening uitgegaan van een inflatie van 2,0 (gerelateerd aan de hieronder genoemde rentevoet). 4. Rentevoet Er is een rentevoet van 4,5% gehanteerd. Dit betreft zowel de rente voor kapitaalleningen als ook de rente voor de tariefegalisatievoorziening. Tezamen met de gehanteerde inflatie van 2,0% levert dit een reële rente van 2,5% op. 5. Prijspeil Alle in het GRP genoemde uitgaven zijn op prijspeil 1 januari 2012, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW. De rioolheffingsberekening is inclusief de compensabele BTW. De berekende rioolheffing moet met de jaarlijks optredende inflatie worden gecorrigeerd.
Bijlage 5 : Uitgangspunten kostendekkingsberekening (Vervolg 2)
6. Staartkosten Voor de staartkosten zijn in de Leidraad Riolering de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post ‘onvoorzien’. Totaal (1,10 * 1.12 * 1,15 - 1) = 42%. 7. Afschrijvingsmethode Voor afschrijving wordt de lineaire methode toegepast, zoals dit voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van onze gemeente wordt gehanteerd. 8. Afschrijvingstermijnen Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van het rioolrecht, die bepaalt immers in welk jaar een object op de vervangingsplanning verschijnt. Het is derhalve van belang de technische levensduur van de rioleringsobjecten zo goed mogelijk in te schatten. In de praktijk wordt hierbij gebruik gemaakt van inspectiegegevens. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief berekend met de contante waarde methode (zie 1). De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur. De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in tabel B3.1. Riolen aangelegd voor 1970 krijgen een standaardlevensduur van 60 jaar, na 1970 van 80 jaar. In de planning is de periode tot 2030 verdeeld tot 2040 en de periode vanaf 2050 verdeeld vanaf 2040. Tabel B3.1 Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar) Object Vrijvervalriolen gemalen – bouwkundig gemalen – mechanisch / elektrisch Pers- en drukleidingen drukriolering – bouwkundig drukriolering – mechanisch / elektrisch
afschrijvingstermijn technisch Economisch 60 / 80 45 15 60 45 15
60 45 15 60 45 15
9. Tariefegalisatievoorziening In overeenstemming met de BBV wordt gebruik gemaakt van een tariefegalisatievoorziening, om ongewenste schommelingen in de rioolheffing te voorkomen (art. 43, lid 1b). De voorziening wordt gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren. Er wordt rente via de resultaatsbestemming aan de tariefegalisatievoorziening toegevoegd. 10. Doorlopende kapitaallasten ná 2091 In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met de doorlopende kapitaallasten ná 2091. 11. Eenheidsprijzen De gehanteerde eenheidsprijzen voor de berekening van de kosten voor vervanging van de vrijvervalriolering zijn gebaseerd op de Leidraad Riolering, module Kostenkengetallen (D1100), 2007. Indexering heeft niet plaatsgevonden omdat de prijzen door de samenwerkende partijen als hoog zijn aangemerkt.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4
Bijlage 5 : Uitgangspunten kostendekkingsberekening (Vervolg 3)
12. Rioolheffing en BTW De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het tarief is inclusief 21% BTW. 13. Nieuwe investeringen voor nieuwbouw Nieuwe investeringen voor nieuwbouw worden niet verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. 14. Straatvegen De kosten van straatvegen worden deels toegerekend aan de rioleringszorg.
GM0045616 GRP Weert, revisie d4