Naam patiënt ……………………………….……... Geboortedatum: ……………………………………… FIAT ID: ………………………………...…….
RATS-3 / FIAT Testformulieren Meetmoment
1 Pre therapie Contactgegevens:
Femke Nouwens 010-7043414 / 06-38195651
[email protected] Evy Visch-Brink: 010-7043817
[email protected] Erasmus MC Kamer Ee 2291 Postbus 2040 3000 CA Rotterdam
Carolina Méndez Orellana 010-7032429 / 06-312 33 22 4
[email protected] Erasmus MC Kamer He 125 Postbus 2040 3000 CA Rotterdam
www.aphasia.nl
RATS-3 en FIAT-studie Checklist Naam patiënt:____________________________ Geboortedatum:______________________ Patiëntnummer:__________________________
Datum beroerte:______________________
Instelling:_______________________________
Naam onderzoeker:___________________
Telefoon nummer: _______________________
E-mail:______________________________
RATS-3 in- en exclusiecriteria Bespreek elk punt van twijfel of onduidelijkheid met ons! Inclusiecriteria Afasie na beroerte Minder dan 2 weken na beroerte1 Leeftijd 18 – 85 jaar Goede beheersing Nederlandse taal Levensverwachting meer dan 6 maanden Exclusiecriteria Subarachnoïdale bloeding (SAB) Reeds bestaande afasie Ernstige belemmering voor succes en/of uitvoerbaarheid van de therapie door: Ernstige dysarthrie Reeds bestaande dementie2 Ernstige ontwikkelingsdyslexie Ernstige perceptuele stoornis: ernstige slechthorendheid of ernstige slechtziendheid Recent psychiatrisch verleden Analfabeet
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
1
Let op de termen “aneurysma” en “doorbraakbloeding”: geef het aan ons door en wij overleggen met onze neuroloog!. 2 Bij twijfel over het exclusiecriterium ‘reeds bestaande dementie’ kun je een extra vragenlijst ontvangen (de Blessed Dementia Scale). Uiteraard kunnen ook andere disciplines in je instelling worden geconsulteerd
Extra in- en exclusiecriteria voor FIAT Inclusiecriteria Beroerte in de linker hemisfeer Leeftijd 18 – 80 jaar Als de patiënt ouder is dan 75: neem contact met ons op Nederlands als moedertaal Exclusiecriteria Hemiplegie (de patiënt kan niet zelfstandig een transfer maken) Eerder doorgemaakte beroerte
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
Antwoord op alle bovenstaande inclusiecriteria = ja EN op alle exclusiecriteria = nee? Ga s.v.p. door op pagina 2! Als de patiënt alleen aan de RATS-3 criteria voldoet, neem dan direct contact op met: Femke: 010-7043414, 06-38195651
[email protected] fax: 010-7044721
Evy: 010-7043817
[email protected]
1/3
RATS-3 en FIAT-studie Checklist Om te beoordelen of de patiënt naast RATS-3 ook kan deelnemen aan FIAT, vragen wij u vriendelijk de volgende lijst te controleren. Het is mogelijk om deze lijst online via http://www.aphasia.nl/FIAT/Checklist.html in te vullen. In dat geval nemen wij snel contact met u op om de aanmelding te bespreken. Wij zijn altijd bereikbaar voor vragen en opmerkingen. Carolina: 010-7032429, 06- 31 23 32 24
[email protected], fax: 010-7034033
Marjolein: 010-7044545
[email protected]
Controle van in- en exclusiecriteria FIAT Naam patiënt:____________________________ Geboortedatum:______________________ Contra-indicaties voor MRI Is de patiënt: werkzaam (geweest) als metaalbewerker Zo ja, heeft hij/zij metaalsplinters in het oog?
ja ja
nee nee
in de afgelopen 6 weken geopereerd Zo ja, waaraan:
ja
nee
in het verleden geopereerd waarbij metaal is achtergelaten Zo ja, waaraan:
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
Heeft de patiënt: een gehoorapparaat dat niet te verwijderen is één of meer metalen oorbuisjes clips in het hoofd na operatie van de bloedvaten een kunstlens waarbij metalen clips gebruikt zijn een pacemaker / kunsthartklep / hydrocephaluspomp een insulinepomp die niet te verwijderen is een neurostimulator die niet te verwijderen is een piercing die niet te verwijderen is een tatoeage (afhankelijk van plaats en grootte) last van claustrofobie (engtevrees) Alleen voor vrouwen. Is de patiënte (mogelijk) zwanger? Gewicht:_______kg
Edinburgh handigheid index: welke hand gebruikte de patiënt vóór de beroerte, voor: Schrijven Tekenen Gooien Knippen (schaar) Tanden poetsen Gebruik van mes (zonder vork) Gebruik van lepel Vegen (bezem:bovenste hand) Lucifer afstrijken Openen doosje (deksel)
O O O O O O O O O O
Links Links Links Links Links Links Links Links Links Links
O O O O O O O O O O
Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts
O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur O Geen voorkeur
2/3
RATS-3 en FIAT-studie Checklist
Belangrijke informatie Krachtsverlies
O Linker arm
O Linker been
O Linker helft gezicht
O Rechter arm
O Rechter been
O Rechter helft gezicht
Mobiliteit
O patiënt loopt zelfstandig of met hulp
O patiënt kan niet lopen (rolstoel), maar kan zelfstandig transfers maken
O patiënt kan niet lopen (rolstoel), en heeft hulp nodig bij transfers
Heeft de patiënt last van epilepsie
O Ja O Nee
Wanneer was het laatste insult
......... /......... /............
Medicatie
dosis (mg)
ochtend
middag
avond
Opmerkingen:
Naam onderzoeker: ______________________________Tel: __________________________
Instelling:_______________________________________Datum: _____________________
Alvast bedankt voor uw hulp bij ons onderzoek!
3/3
Checklist testprotocol RATS-3 & FIAT
Testmoment 1 = tussen 0 en 14 dagen post onset
RATS-3
Test datum (ddmmyy)
Algemene gegevens Assen informatie (MAAS) AAT spontane taal Barthel Index ScreeLing Token Test
FIAT ANTAT PALPA Rijmbeoordeling PALPA Synoniembeoordeling Boston Naming Test Fluency Fonologisch Fluency Semantisch Auditieve lexicale decisie Nazeggen niet-bestaande woorden SAT verbaal
RATS-3 & FIAT, september 2011
ALGEMENE GEGEVENS Pagina 1 van 2 Invuldatum:________________________ Naam onderzoeker:__________________
Patiënt Patiëntnummer................................................................................................................. Voornaam................................................Achternaam..................................................... Adres............................................................................................................................... ......................................................................................................................................... Telefoonnummer..............................................................................................................
Contactpersoon Voornaam................................................Achternaam..................................................... Telefoonnummer.............................................................................................................. Relatie tot patiënt.............................................................................................................
Reservecontactpersoon (ander tel.nr. dan patiënt) Voornaam................................................Achternaam..................................................... Telefoonnummer.............................................................................................................. Relatie tot patiënt.............................................................................................................
Huisarts Naam................................................................................................................................ Telefoonnummer.............................................................................................................. Adres............................................................................................................................... .........................................................................................................................................
Gegevens instelling Naam instelling................................................................................................................. Telefoonnummer.............................................................................................................. Contactpersoon................................................................................................................
RATS-3 & FIAT, september 2011
ALGEMENE GEGEVENS Pagina 2 van 2
Overige gegevens Geboortedatum:...................................................................................................... Beroep:………………………………………………………………………………….... Opleiding:
o o o o o
Lagere school/basisschool niet afgemaakt Lagere school/basisschool afgemaakt Lager beroepsonderwijs niet afgemaakt Lager beroepsonderwijs bv. LBO / VMBO of een andere vergelijkbare opleiding afgemaakt MAVO / MBO / MULO / MTS / MEAO / Detailhandelschool of een andere vergelijkbare opleiding afgemaakt
o o
HAVO / VWO / HBO / HBS / HTS / HEAO of een andere vergelijkbare opleiding afgemaakt Universitaire opleiding afgemaakt
Anders, nl.....………………………………………………………………………………… Beheersing Nederlandse taal:...............……………………………………………… Gehoor (n.b. gehoorapparaat):........………………………………………………….. Visus (n.b. bril):....………………………………………………………………………..
Gegevens infarct Lesie:...................................................................................................................... Zijde: O Linker hemisfeer O Rechter hemisfeer O Beide
RATS-3 & FIAT, september 2011
Opname
SPONTANE TAAL Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
Goodglass Aphasia Severity Rating: ☐ 0 Geen bruikbare spreektaal of bruikbaar verstaan van gesproken taal. ☐ 1 Communicatie komt tot stand door fragmentarische uitingen van de patiënt, waarbij de luisteraar door doorvragen en gissingen het gesprek gaande moet houden. De informatieuitwisseling is op een bepaald gebied mogelijk. ☐ 2 Een gesprek over bepaalde onderwerpen is mogelijk als de luisteraar hierbij helpt. Patiënt faalt vaak als hij een bepaalde gedachte wil overbrengen, maar m.b.v de onderzoeker is patiënt in staat om het gesprek gaande te houden. ☐ 3 Bijna zonder hulp of geheel zonder hulp kan de patiënt een gesprek voeren over dingen van alledag. De beperking in het gebruik en/of verstaan van taal maakt een gesprek over bepaalde onderwerpen moeilijk of onmogelijk. ☐ 4 Een nog duidelijk verlies aan “fluency” van de gesproken taal of verminderd taal-verstaan, zonder dat dit een beperking heeft op het uiten van gedachten of op de manier van uitdrukken. ☐ 5 Minimale belemmering in de gesproken taal; voor de geoefende luisteraar zijn de subjectieve moeilijkheden van de patiënt niet duidelijk aanwezig.
Aantekeningen:
RATS-3 & FIAT, september 2011
ASSEN INFORMATIE (MAAS) Pagina 1 van 3 Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
NB. Alleen wijzigingen, aanvullingen en nieuwe informatie hoeven ingevuld te worden!
As I : Afasie en communicatie: Datum ontstaan afasie: ……………………………………………………………………............ Resultaten uit onderzoek en observatie (vermeld data!):....................................................... ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………...........
As II : Somatische conditie Ziektegeschiedenis voor zover van belang en ziekten/complicaties sinds het huidige CVA (in het ziekenhuis of daarna, bijv. insult, grand mal, TIA): ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………........... ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………........... Belastbaarheid:..……………………………………………………………………………............
As III : Neurologische stoornissen Neurologische uitval: Verlamming………………………………………………………………………………………..... Hemianopsie…………………………………………………………………………………..…..... Neglect……………………………………………………………………………………………..... Apraxie……………………………………………………………………………………………..... Dysartrie……………………………………………………………………………………..…..... ………………………………………………………………………………………………….….....
RATS-3, juni 2012
Pagina 2 van 3
As IV : Neuropsychologische stoornissen Neuropsychologische uitval: Geheugen………………………………………………………………………………….....…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Aandacht, concentratie.……………………………………………………………………..…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Oriëntatie,verwardheid…………………………………………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………………..... Uitvoerende functies (planning, initiatief, flexibiliteit) ………………………………………..... ……………………………………………………………………………………………………..... Ziekte-inzicht, fouteninzicht..........................................................................................…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Traagheid, apathie…………………………………………………………………………..…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Stemming (triest, somber/depressief, eufoor, vlak, angstig, labiel)…………………....…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Gedrag (vreemd, niet adequaat, ontremd/impulsief, achterdochtig, vijandig, niet coöperatief, rusteloos)……………………………………………………………..............…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Persevereren (verbaal, onderwerp, handelingen)…………………………………….....…..... ……………………………………………………………………………………………………..... Zijn er testgegevens voorhanden? Ja / Nee
As V : Psychosociale situatie en psychosociale stressoren Hoogst genoten opleiding (LO, LBO, MBO, MAVO, HAVO, VWO, Universiteit): ………………………………………………………………………………………………..…........ ………………………………………………………………………………………………….…..... Diploma wel / niet behaald:………………………………………………………………....…..… Aantal jaren opleiding: ……………………………………………………………………....…..... Beroep(en): …………………………………………………………………………….…….......... …………………………………………………………………………………………………......... Met pensioen: nee / ja, sinds :……………………………………………………………........... Arbeidsongeschikt voor huidige CVA: nee / ja, sinds :…………………………………...........
RATS-3, juni 2012
Pagina 3 van 3 Samenlevingsverband: ……………………………………………………………………............ Kinderen: ……………………………………………………………………………....................... ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………..................... Sociaal netwerk (premorbide en verwachte situatie op 3 maanden): ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Wonen (premorbide en verwachte situatie op 3 maanden): ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Hobby’s: ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Geboorteland: ………………………………………………………………………………............ Moedertaal: …………………………………………………………………………………............ Las de patiënt erg weinig tot niet (voor werk/vrije tijd)? Ja / Nee Zijn er voorheen spraak/taalproblemen geweest? Zo ja: welke? ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………..................... Stressoren (ernstige ziekte/overlijden van belangrijke contactpersonen, relatieproblemen met belangrijke contactpersonen, financiële problemen, verhuizing, problemen met politie/ justitie): ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
RATS-3, juni 2012
BARTHEL INDEX Pagina 1 van 2 Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
De Barthel index moet een indicatie zijn van wat de patiënt doet en niet van wat de patiënt zou kunnen. Het invullen is gebaseerd op informatie van anderen en eigen observaties. Uiterlijke verzorging: persoonlijke hygiëne, zoals tanden poetsen, gebit in en uit doen, haar verzorgen, scheren, gezicht wassen. De daarvoor noodzakelijke artikelen mogen door een verzorger worden aangegeven. Toiletgebruik: in staat zijn om naar het toilet te gaan, zich voldoende uit te kleden, schoon te maken, aan te kleden en weg te gaan. Met hulp betekent hier: kan zich afvegen en enige van bovengenoemde handelingen verrichten. Eten: in staat zijn om normaal voedsel te eten (niet alleen zacht voedsel). Het eten mag gekookt en opgediend worden door andere, maar niet fijngemaakt. Hulp betekent hier dat het voedsel wordt fijngemaakt, maar de patiënt zelf eet. Aan- en uitkleden: in staat zijn om kleding te kiezen en zelf aan te doen. De kleding mag aangepast zijn. Enige hulp bij knopen, ritssluitingen etc. scoort 1 punt. Traplopen: in staat zijn om zelf eventuele hulpmiddelen te dragen bij het traplopen. Baden/douchen: in staat zijn om zonder hulp en zonder toezicht te baden/douchen.
1.
Heeft u de afgelopen week last gehad van incontinentie voor onlasting? 0 ja, meermalen (ook "ja" invullen als u hulp van een ander nodig hebt bij het krijgen van ontlasting) 1 ja, één keer 2 nee, helemaal niet
2.
Heeft u de afgelopen week last gehad van incontinentie voor urine? 0 ja, meermalen (ook "ja" invullen als u hulp van een ander nodig hebt bij bijvoorbeeld catheteriseren) 1 ja, af en toe (maximaal één keer per dag) 2 nee, helemaal niet
3.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij uw persoonlijke verzorging? bijvoorbeeld gezicht wassen, scheren, haren kammen, tanden poetsen 0 ja, gedeeltelijk of volledig hulp nodig 1 nee, geen hulp nodig (of alleen voor het aangeven van bijvoorbeeld een kam)
4.
Heeft u op dit moment hulp nodig als u gebruik maakt van het toilet? 0 ja, volledig hulp nodig 1 ja, gedeeltelijk hulp nodig, gedeeltelijk zelfstandig 2 nee, helemaal geen hulp nodig
RATS-3 & FIAT, september 2011
BARTHEL INDEX Pagina 2 van 2 5.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij het eten? het gaat hier om het eten zelf, niet om het koken of eten op tafel zetten en dergelijke 0 ja, volledig hulp nodig (bijvoorbeeld ook bij voedsel naar de mond brengen) 1 ja, gedeeltelijk hulp nodig (bijvoorbeeld bij vlees snijden of brood smeren) 2 nee, helemaal geen hulp nodig (nadat zo nodig het eten onder handbereik is gezet)
6.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij een transfer van bed naar stoel en omgekeerd? 0 kan helemaal niet zitten (geen zitbalans) 1 ja, volledig hulp nodig maar kan wel zelf zitten 2 ja, gedeeltelijk hulp nodig, of alleen toezicht nodig 3 nee, helemaal geen hulp nodig
7.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij het verplaatsen in huis? 0 ja, kan me helemaal niet zelfstandig verplaatsen in huis (ook niet met rolstoel) 1 kan me met rolstoel zelfstandig verplaatsen in huis 2 kan zelf lopen, met hulp van één persoon, of zelf lopen onder toezicht 3 kan zelfstandig lopen (eventueel met gebruik van krukken, beugels en dergelijke)
8.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij het aan- en uitkleden? 0 volledig hulp nodig 1 gedeeltelijk hulp nodig (bijvoorbeeld bij knopen, ritssluiting, schoenen) 2 helemaal geen hulp nodig
9.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij het traplopen? Het gaat om traplopen naar één verdieping, zowel naar boven als naar beneden 0 volledig hulp nodig 1 gedeeltelijk hulp nodig (ondersteuning, of dragen van krukken en dergelijke) 2 helemaal geen hulp nodig
10.
Heeft u op dit moment hulp nodig bij het nemen van een bad of douche? 0 gedeeltelijke of volledige hulp nodig, toezicht nodig 1 helemaal geen hulp of toezicht nodig
Barthel score:
RATS-3 & FIAT, september 2011
SCREELING Pagina 1 van 4 Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
Subtest 1 Subtest 2 Subtest 3 Subtest 4 Totaal Eindtotaal
Semantiek niet te beoordelen goed /6 /6 /6 /6 /24
Fonologie goed /6 /6 /6 /6
niet te beoordelen
/24
Syntaxis goed /8 /4 /6 /6 /24
/ 72
Copyright © 2006 Erasmus MC Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de auteurs gereproduceerd worden.
niet te beoordelen
SEMANTIEK (pagina 2 van 4) (N.B. ieder item mag 1 keer herhaald worden op verzoek van de patiënt)
SEM_1
U ziet hier een aantal afbeeldingen. Kunt u ze allemaal goed zien? Welke afbeelding (alle aanwijzen) hoort bij dit woord? (woord aanwijzen en tegelijk hardop voorlezen) Testitem g.r +/1. pet, zonnehoed, helm, muts, hoed, zuidwester 2. pijl, vlieger, vliegtuig, parachute, helikopter, ballon Goedscore 3. toekan, papegaai, eend, ooievaar, pinguïn, flamingo SEM_1: 4. schoen, gymp, sandaal, slipper, pump, laars 5. fiets, trein, auto, tractor, boot, motor 6. gorilla, tijger, olifant, ijsbeer, wolf, giraffe SEM_2 U ziet hier een zin. Let goed op de betekenis (zin voorlezen). Is deze zin goed of fout? Oefenitem Reactie g.r +/Heb je al boodschappen gedaan? goed fout Heb je die wijn al gebraden? goed fout Testitem 1. Het ijs vergiste zich in de richting. goed fout Goedscore 2. Het zwembad gaat om 8 uur open. goed fout SEM_2: 3. Veel mensen kijken ’s avonds naar de radio. goed fout 4. De straten staan gekleurd van de regen. goed fout 5. De minister was het niet eens met de beslissing. goed fout 6. Het goud schreeuwde het uit. goed fout SEM_3
In het midden van de bladzijde staat een woord (aanwijzen en voorlezen). Er staan vier woorden omheen. Welk woord past hier het beste bij (woorden eromheen aanwijzen en voorlezen)? Let op de betekenis. Oefenitem Reactie g.r +/muis worst, kaas, pet, appel Testitem 1. brief krijt, verf, pen, gras Goedscore 2. boom ijskast, boeket, graan, struik SEM_3: 3. restaurant kalender, menu, boei, agenda 4. protest scherm, glimlach, spandoek, lint 5. controle haan, boulevard, bos, douane 6.ontdekken uitvinden, fantaseren, belemmeren, componeren SEM_4
U ziet hier vier woorden (woorden aanwijzen en voorlezen). Drie woorden horen bij elkaar. Eén woord hoort niet in het rijtje thuis. Welk woord is dat? Let op de betekenis. Oefenitem g.r +/kok, piloot, mug, dirigent Testitem 1. viool, sirene, trompet, piano Goedscore 2. meeuw, dolfijn, haai, walvis SEM_4: 3. roos, anjer, tarwe, narcis 4. aangenaam, vriendelijk, prettig, brutaal 5. roven, geven, grijpen, stelen 6. receptie, bijeenkomst, afwijzing, vergadering Copyright © 2006 Erasmus MC Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de auteurs gereproduceerd worden.
Opname
FONOLOGIE (pagina 3 van 4) (N.B. per subschaal mag 1 van de 6 items op verzoek van de patiënt herhaald worden)
FON_1: opnemen en reactie uitschrijven
We gaan nu naar het onderdeel nazeggen (pagina tonen waar NAZEGGEN op staat, vervolgens lege pagina tonen). Ik zeg een woord. Wilt u mij nazeggen?
Testitem
Reactie
g.r
+/-
1. plak 2. macaroni 3. legitimatie 4. kletterende regen 5. vlijmscherpe stukjes glas 6. de excentrieke antiekhandelaar * Bij een succesvolle zelfverbetering ½ punt. FON_2: opnemen en reactie uitschrijven
Goedscore FON_1:
Nu gaan we naar het onderdeel hardop lezen. Wat staat hier?
Testitem Reactie 1. klap 2. monopolie 3. organisatie 4. griezelige dieren 5. flinterdunne plakjes kaas 6. de enthousiaste beroepsgoochelaar * Bij een succesvolle zelfverbetering ½ punt.
g.r
+/Goedscore FON_2:
FON_3 Ik zeg nu steeds twee woorden, luister goed: bijvoorbeeld ‘hond’ ‘hand’. Zijn deze woorden hetzelfde (pagina tonen waar HETZELFDE op staat)? En als ik zeg: ‘vaas vaas’ ? Is dat hetzelfde? De vraag is steeds: Zijn deze woorden precies hetzelfde? Zegt u maar ‘ja’ of ‘nee’. U mag ook aanwijzen wat u bedoelt. Oefenitem Reactie g.r +/boom – boom goed fout pen - pan goed fout Testitem Goedscore 1. baard - buurt goed fout FON_3: 2. mus - mus goed fout 3. lamp - lamp goed fout 4. poes - soep goed fout 5. straat – staart goed fout 6. kleur - kleur goed fout FON_4 Ik zeg een woord, bijvoorbeeld ‘bloem’. Wat is de eerste letter van ‘bloem’? Wijst u de letter maar aan, waarmee het woord begint (letters NIET oplezen). Oefenitem bloem Testitem 1. olifant 2. sloot 3. appel 4. boek 5. ring 6. evenaar
a
Reactie z
b
i s
o l
a t
e g i o
a k r a
p b m e
Copyright © 2006 Erasmus MC Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de auteurs gereproduceerd worden.
g.r
+/-
Goedscore FON_4:
SYNTAXIS (pagina 4 van 4) (N.B. ieder item mag 1 keer herhaald worden op verzoek van de patiënt)
SYN_1
U ziet hier een zin (aanwijzen en hardop voorlezen). Bekijkt u alle afbeeldingen goed. Welke afbeelding hoort bij deze zin? Reactie g.r +/1 2 3
Oefenitem Hij fietst Testitem 1. Kneden 2. Schroeven 3. De krant ligt op het boek 4. Ze zijn buiten aan het spelen 5. Hij kust haar 6. Er is geverfd 7. Hier wordt de man door de vrouw geknipt 8. De vrouw wast zich
1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3
4 4
Goedscore SYN_1:
SYN_2
U ziet hier een situatie. Hieronder staat een vraag (aanwijzen en voorlezen). Wijst u het antwoord maar aan. Oefenitem Reactie g.r +/Wat geeft zij hem? banaan: Testitem Goedscore 1 Wie krijgt er een biertje? vrouw: SYN_2: 2. Waar slaat hij mee? krant: 3. Met wie praat zij? 4. Wie ziet dat hij een taartje pakt? SYN_3
jongen (geel): vrouw:
U ziet hier een zin. Ik lees deze zin voor. Is dit goed Nederlands of is het fout? (Maak duidelijk dat het antwoord ‘goed’ of ‘fout’ ook mag worden aangewezen.)
Oefenitem Waarom niet klopt het?
Reactie goed fout
Hij kan heel goed fotograferen. Testitem
goed
1. Door ziek is komt ze niet. 2. Het is heel druk geweest op het terras. 3. De leraar eet naar het brood. 4. Die bloemen is veel te duur. 5. Er worden geen studenten meer toegelaten. 6. Zij zegt omdat ze gewonnen heeft.
goed fout goed fout goed fout goed fout goed fout goed fout
SYN_4 Oefenitem
g.r
+/-
fout
Goedscore SYN_3:
U ziet hier een zin. Er is één woord weggelaten (oefenzin voorlezen). Welk woord vult u hier in (woorden aanwijzen en voorlezen)? Reactie g.r +/-
De meeste kinderen houden … pannenkoeken.
1
2
3
4
1. … droomt van een wereldrecord.
1
2
3
4
2. Ze verheugen zich … de vakantie.
1
2
3
4
3. De trainer … het meisje. 1 4. Hier houdt niemand zich … de maximum snelheid. 1 5. Hij …een prachtig boek geschreven. 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
6. De jongen geeft zijn vriendin….
2
3
4
Testitem
1
Copyright © 2006 Erasmus MC Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de auteurs gereproduceerd worden.
Goedscore SYN_4:
TOKEN TEST (De Renzi, 1978) Pagina 1 van 2 Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum: Herhalen (één keer) bij geen reactie binnen 5 seconden èn bij foute reactie. Afbreken bij 5 opeenvolgende fouten. 1 = Goed of na zelfverbetering goed ½ = Na herhaling goed 0 = Fout Plaatsing blad: grote cirkels aan patiënt’s zijde. “U ziet hier vierkanten en cirkels (aanwijzen). Sommigen zijn groot, anderen zijn klein (aanwijzen). Er zijn rode, zwarte, groene, gele en witte (aanwijzen). Ik ga u nu vragen om er één aan te raken.” Indien vraag patiënt “Welke?”, antwoord: “Welke u wilt, raakt u maar een cirkel aan.” Reeks 1: blad ALLE tokens
1½0
1. Raak een cirkel aan 2. Raak een vierkant aan 3. Raak een gele aan 4. Raak een rode aan 5. Raak een zwarte aan 6. Raak een groene aan 7. Raak een witte aan Reeks 2: blad GROTE tokens
1½0
1. Raak het gele vierkant aan 2. Raak de zwarte cirkel aan 3. Raak de groene cirkel aan 4. Raak het witte vierkant aan Reeks 3: blad ALLE tokens
1½0
1. Raak de kleine witte cirkel aan 2. Raak het grote gele vierkant aan 3. Raak het grote groene vierkant aan 4. Raak de kleine zwarte cirkel aan
RATS-3 &FIAT, september 2011
TOKEN TEST (De Renzi, 1978) Pagina 2 van 2 Herhalen (één keer) bij geen reactie binnen 5 seconden èn bij foute reactie. Afbreken bij 5 opeenvolgende fouten. “Nu ga ik u vragen steeds twee figuren aan te raken. U mag daarmee pas beginnen wanneer ik uitgesproken ben.” Reeks 4: blad GROTE tokens
1½0
1. Raak de rode cirkel en het groene vierkant aan 2. Raak het gele vierkant en het zwarte vierkant aan 3. Raak het witte vierkant en de groene cirkel aan 4. Raak de witte cirkel en de rode cirkel aan Reeks 5: blad ALLE tokens
1½0
1. Raak de grote witte cirkel en het kleine groene vierkant aan 2. Raak de kleine zwarte cirkel en het grote gele vierkant aan 3. Raak het grote groene vierkant en het grote rode vierkant aan 4. Raak het grote witte vierkant en de kleine groene cirkel aan Tokens neerleggen conform blad grote tokens (cirkels aan patiënt’s zijde). “Nu ga ik u vragen steeds iets te doen met de figuren.” NIET afbreken en items NIET herhalen! Reeks 6: de tokens
1 0
1. Leg de rode cirkel op het groene vierkant 2. Raak de zwarte cirkel met het rode vierkant aan 3. Raak de zwarte cirkel en het rode vierkant aan 4. Raak de zwarte cirkel of het rode vierkant aan 5. Leg het groene vierkant weg van het gele vierkant 6. Als er een blauwe cirkel is, raak dan het rode vierkant aan 7. Leg het groene vierkant naast de rode cirkel 8. Raak de vierkanten langzaam aan en de cirkels snel 9. Leg de rode cirkel tussen het gele vierkant en het groene vierkant 10. Raak alle cirkels aan, behalve de groene 11. Raak de rode cirkel –nee- het witte vierkant aan 12. Raak de gele cirkel aan in plaats van het witte vierkant 13. Raak zowel de gele cirkel als de zwarte cirkel aan
Totaalscore: ____________ Score < 29 = afatisch RATS-3 &FIAT, september 2011
Deze testen alleen afnemen als de patiënt ook meedoet aan de FIAT studie
ANTAT AMSTERDAM-NIJMEGEN TEST VOOR ALLEDAAGSE TAALVAARDIGHEID
Opname
Score formulier L. Blomert, Ch. Koster en M-L. Kean Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
Opm. alg.:
Sessie afgebroken: ja/nee Reden afbreken:
A-SCHAAL TOTAAL:__________________ 1. STOMERIJ 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
2. VOETBALLEN 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
3. TELEVISIE 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
4. SCHOEN 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
5. AFSPRAAK 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
B-SCHAAL TOTAAL:__________________
2
2
2
2
2
6. HANDSCHOEN 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
7. BUURMAN 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
8. HOND 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
9. KENNISMAKEN 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
10. FRUITMAND 1---2---3---4---5 1---2---3---4---5
A-schaal B-schaal
Opm.
Herh. 1
2
2
2
2
2
RATS-3 & FIAT, september 2011
PALPA TEST 14 – RIJMBEOORDELING: AUDITIEF Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum: Instructie voor de patiënt: “Ik zeg steeds twee woorden. Wanneer die twee woorden rijmen, zegt u ja. Wanneer die twee woorden niet rijmen, zegt u nee.” Geef zes voorbeelden: muis en huis, lint en land, kaas en kaal, blauw en klauw, wolf en wolk, kuil en muil. Gebruik voorbeelden om het principe rijm goed uit te leggen. Verzin indien nodig extra voorbeelden. Herhalen is 1 keer per item toegestaan op verzoek of bij duidelijke verstoring (noteer met H). Maximaal 2 keer herhalen per testafname. Notatie op scoreformulier: Noteer een + wanneer de respons correct is. Noteer een – wanneer de respons niet correct is. Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Woordpaar bank – mank tol – tal pen – pek tol – tor krijt – meid raam – raaf lamp – damp hoes – blouse grof – graaf sik – sok deuk – deun jas – tas moer – mier mouw – dauw duim – pluim rok – sok vier – vuur rail – veel juk – jeuk plaat – plaag stoel – koel lap – lip jack – gek boom – boot haak – hoek vier – bier jus – nu kast – mast been – beek tram – klem
+/-
Nr
Ja Ja
Nee Nee
Ja
Nee
32
Ja
Nee
33
Ja
Nee
34
Ja
Nee
35
31
Ja
Nee
36
Ja
Nee
37
Ja
Nee
38
Ja
Nee
39
Ja
Nee
40
Ja
Nee
41
Ja
Nee
42
Ja
Nee
43
Ja
Nee
44
Ja
Nee
45
Ja
Nee
46
Ja
Nee
47
Ja
Nee
48
Ja
Nee
49
Ja
Nee
50
Ja
Nee
51
Ja
Nee
52
Ja
Nee
53
Ja
Nee
54
Ja
Nee
55
Ja
Nee
56
Ja
Nee
57
Ja
Nee
58
Ja
Nee
59
Ja
Nee
60
Woordpaar kop – kip grof – grot boek – hoek veer – peer beek – boek boot – biet kop – kom vis – mis dag – lach haak – haas erwt – hert hout – stout plaag – ploeg deuk – dik fruit – kruit lap – lam smog – lok bus – lus juf – juk web – step vier – vies krant – hand dek – rek krab – stap raam – ruim jam – stem pen – pan moer – moed vlek – snack sik - sip
Ja Ja
Nee Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
+/-
Totaal correct: _____/ 60 Functional Imaging in Aphasia Treatment
PALPA TEST 47 – SYNONIEMBEOORDELING Pagina 1 van 2 Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum: Instructie voor de patiënt: “Ik zeg steeds twee woorden. Als deze woorden ongeveer hetzelfde betekenen, zegt u ja en als ze niks met elkaar te maken hebben zegt u nee”. Herhalen is 1 keer per item toegestaan op verzoek of bij duidelijke verstoring (noteer met H). Maximaal 2 keer herhalen per testafname. Gebruik de voorbeelden om het principe synoniem goed uit te leggen. Nr vb vb vb vb 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Woordpaar start – begin brood – plant kikker – jurk ticket - kaartje jas – mantel penseel – gazon leugen – onwaarheid idee – gevecht getal – schip raad – advies kus – zoen oogst – opbrengst werkelijkheid – emotie advies – verdrag monarchie – leugen schaal – kom geraamte – kabouter monarchie – gereedschap dwerg – gazon doorn - kus munt – geldstuk gift – bruiloft plan – strijd woning – huis kwast – penseel stelling – bewering stekel – doorn gratie – leugen verdrag – overeenkomst mantel – schaal boot – schip koninkrijk – monarchie zoen – dwerg idee – gedachte
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
+/-
Functional Imaging in Aphasia Treatment
PALPA TEST 47 – SYNONIEMBEOORDELING Pagina 2 van 2 Nr 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
Woordpaar gazon – grasveld vergiffenis – gratie gedachte – raad realiteit – werkelijkheid werktuig – geschenk huis – jas bruiloft – trouwerij kasteel – paleis opbrengst – koninkrijk opbrengst – vergiffenis grasveld – kwast raam – venster overeenkomst – stelling trouwerij – oogst realiteit – gevoel arts – dokter geschenk – gift ontwerp – plan cijfer – venster gereedschap – werktuig geldstuk – stekel gevoel – emotie dwerg – kabouter strijd – gevecht skelet – munt paleis – arts kom – woning geraamte – skelet getal – cijfer kasteel – boot
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
+/-
Totaal correct: _____/ 60
Functional Imaging in Aphasia Treatment
Opname
BOSTON NAMING TEST Pagina 1 van 2
Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
+/ 1.
Bed
2.
Boom
3.
Potlood
4.
Huis
5.
Fluitje
6.
Schaar
7.
Kam
8.
Bloem
9.
Zaag
Type fout
10. Tandenborstel 11. Helikopter 12. Bezem/veger 13. Octopus 14. Paddestoel 15. Hanger 16. Rolstoel 17. Kameel 18. Masker 19. Krakeling 20. Bank 21. Tennisracket 22. Slak 23. Vulkaan 24. Zeepaardje 25. Dart/dartpijl 26. Kano 27. Wereldbol 28. Krans 29. Bever 30. Mondharmonica
Functional Imaging in Aphasia Treatment
Opname
BOSTON NAMING TEST Pagina 2 van 2
+/ -
Type fout
31. Neushoorn 32. Eikel 33. Iglo 34. Stelten 35. Dominostenen 36. Cactus 37. Roltrap 38. Harp 39. Hangmat 40. Klopper 41. Pelikaan 42. Stethoscoop 43. Pyramide 44. Muilkorf 45. Eenhoorn 46. Trechter 47. Accordeon 48. Strop 49. Asperge 50. Passer 51. Slot 52. Statief 53. Boekrol 54. Tang 55. Sfinx 56. Juk 57. Traliewerk 58. Palet 59. Geodriehoek, gradenboog 60. Telraam
Totaal:
_____/ 60
Functional Imaging in Aphasia Treatment
FLUENCY – Fonologisch
Opname
Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
“Wilt u in 1 minuut zoveel mogelijk woorden met de letter D noemen? Het mogen alle soorten woorden zijn, maar geen namen van mensen of plaatsen en u mag niet steeds met hetzelfde voorvoegsel beginnen. Dus niet: wijnglas, wijnfles, wijnkelder”. Tijd opnemen. Totaal letter D:
“Wilt u in 1 minuut zoveel mogelijk woorden met de letter A noemen? Het mogen alle soorten woorden zijn, maar geen namen van mensen of plaatsen en u mag niet steeds met hetzelfde voorvoegsel beginnen. Dus niet: wijnglas, wijnfles, wijnkelder”. Tijd opnemen. Totaal letter A:
“Wilt u in 1 minuut zoveel mogelijk woorden met de letter T noemen? Het mogen alle soorten woorden zijn, maar geen namen van mensen of plaatsen en u mag niet steeds met hetzelfde voorvoegsel beginnen. Dus niet: wijnglas, wijnfles, wijnkelder”. Tijd opnemen. Totaal letter T:
Functional Imaging in Aphasia Treatment
FLUENCY – Semantisch
Opname
Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
“Wilt u in 1 minuut zoveel mogelijk dieren noemen? Het mogen alle soorten dieren zijn: vogels, vissen, insecten…Gaat uw gang, tot ik stop zeg”. Tijd opnemen. Totaal Dieren:
“Wilt u in 1 minuut zoveel mogelijk beroepen noemen? Piloot bijvoorbeeld is een beroep. Begint u maar, tot ik stop zeg”. Tijd opnemen. Totaal Beroepen:
Functional Imaging in Aphasia Treatment
AUDITIEVE LEXICALE DECISIE Pagina 1 van 2 Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum: Voorkom liplezen. “Ik zeg steeds een woord. Wanneer dat woord bestaat, zegt u ja. Wanneer dit woord niet bestaat, zegt u nee. Bijvoorbeeld: safel bestaat niet, tafel bestaat wel”. Alleen op verzoek of bij verstoring 1 keer herhalen per item (aangeven met H). Maximaal 2 keer herhalen per testafname.
1
televasie
2
daad tirannie gevot kalender gerk taspoor opleiding smart professor gezei trend toment rets tunnel zaa sloet azijn manie blad oog komstoet overmied wijze wrok steep familie kemer gijst bijl
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Antwoord Ja Nee Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja Ja
+/ 31 libiet
Antwoord Ja Nee
32 stof 33 lagande
Ja
Nee
Ja
Nee
34 hotel 35 gevag
Ja
Nee
Ja
Nee
36 neus 37 bedekenis
Ja
Nee
Ja
Nee
38 scham 39 ding
Ja
Nee
Ja
Nee
40 dorp 41 graan
Ja
Nee
Ja
Nee
42 dakter 43 gal
Ja
Nee
Ja
Nee
44 lomocotief 45 tapat
Ja
Nee
Ja
Nee
46 bield 47 tolk
Ja
Nee
Ja
Nee
48 zogma 49 vand
Ja
Nee
Ja
Nee
50 argument 51 trom
Ja
Nee
Ja
Nee
52 radijt 53 fiet
Ja
Nee
Ja
Nee
54 koffie 55 drigt
Ja
Nee
Ja
Nee
56 bloek 57 big
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
58 stog 59 moeder
Ja
Nee
Nee
60 statuut
Ja
Nee
+/ -
RATS-3, juni 2012
AUDITIEVE LEXICALE DECISIE Pagina 2 van 2
+/ -
Antwoord
Antwoord
61 hulde
Ja
Nee
71 kans
Ja
Nee
62 dunctie 63 tup
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
72 lits 73 trekker
Ja
Nee
64 indruk 65 steffer
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
74 hiekenzuis 75 gam
Ja
Nee
66 gevaar 67 purapla
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
76 kraal 77 illitatie
Ja
Nee
68 politiel 69 gezicht
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
78 sfeer 79 veus
Ja
Nee
70 fabel
Ja
Nee
80 beerenburg
Ja
Nee
+/ -
Totaal correct: _____/ 80
RATS-3, juni 2012
Opname
NAZEGGEN NIET-BESTAANDE WOORDEN
Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
Alleen op verzoek 1keer herhalen per item (aantekenen met H). Maximaal 1 keer herhalen per testafname. 3 grafemen 1. nak
+/-
Respons
2. jit 3. beg 4. kof 5. dap 6. mer Correct: 4 grafemen 1. hank
/6 +/-
Respons
2. bist 3. nief 4. beum 5. doep 6. neek Correct: 5 grafemen 1. groek
/6 +/-
Respons
2. munst 3. spuif 4. kelft 5. faast 6. plien Correct: 6 grafemen 1. strank
/6 +/-
Respons
2. kricht 3. berfst 4. straag 5. prucht 6. sproog Correct:
/6
Totaal correct: _____/ 24 RATS-3, juni 2012
SAT-VERBAAL Naam patiënt:___________________________ Instelling:______________________________ Onderzoeker:_________________________ Testdatum:
“Hier (wijzen) staat een woord. Eromheen staan 4 andere woorden. Kunt u aangeven welk woord in betekenis het meest hierbij hoort; die, die, die of die (steeds wijzen). Eentje is goed, u moet de beste kiezen.” De woorden niet voorlezen (alleen bij de oefenitems is dit toegestaan). Target
Correct
Semantisch verwant 2
Semantisch verwant 3
Niet semantisch verwant
Oefenitems: BAKKER KERKTOREN
0 brood 0 klok
0 eieren 0 wekker
0 karnemelk 0 horloge
0 wiel 0 kip
Testitems: 1 POES 2 KAN 3 LUCIFERS 4 INKTPOT 5 HAAI 6 SPIEGEL 7 NON 8 AQUARIUM 9 KUSSEN 10 KOK 11 BABY 12 PIRAMIDE 13 HANGSLOT 14 SCHOEN 15 SPOOK 16 BLOEM 17 AAP 18 NEUS 19 BRIL 20 MEDAILLE 21 TENT 22 HOND 23 SCHEERMES 24 MASKER 25 HAND 26 BOOM 27 ESKIMO 28 MOND 29 HORLOGE 30 MATROOS
0 mand 0 glas 0 kaars 0 vulpen 0 harpoen 0 auto 0 kerk 0 vis 0 bed 0 koekenpan 0 wieg 0 palmboom 0 sleutel 0 voet 0 kasteel 0 gieter 0 banaan 0 zakdoek 0 oog 0 atleet 0 kampvuur 0 bal 0 kin 0 clown 0 want 0 bijl 0 iglo 0 tandenborstel 0 arm 0 sloep
0 nest 0 vaas 0 ster 0 inktlap 0 hengel 0 fiets 0 school 0 kikker 0 stoel 0 theepot 0 ledikant 0 spar 0 vijl 0 hand 0 poort 0 emmer 0 peer 0 ring 0 oor 0 kapper 0 fakkel 0 pop 0 elleboog 0 ballerina 0 sok 0 zaag 0 huis 0 vork 0 been 0 kano
0 hol 0 eierdopje 0 lamp 0 gom 0 lasso 0 zeilboot 0 fabriek 0 zeehond 0 kruk 0 strijkijzer 0 kar 0 tulp 0 schaar 0 gezicht 0 schuur 0 douche 0 chocolade 0 sjaal 0 mond 0 jongen 0 vuurpijl 0 hoepel 0 neus 0 pastoor 0 trui 0 hamer 0 hut 0 pincet 0 hals 0 surfplank
0 vlieger 0 klok 0 radio 0 televisie 0 voetbal 0 tafel 0 schaats 0 soldaat 0 vlag 0 parachute 0 riem 0 reddingsboei 0 krant 0 zeepaardje 0 tennisracket 0 anker 0 envelop 0 piano 0 olifant 0 kameel 0 schilderij 0 postzegel 0 ananas 0 schaap 0 vuurtoren 0 telefoon 0 parasol 0 ladder 0 schildpad 0 wol
Items goed:
__________/ 30
Items fout:
__________
Geen response:
__________
Functional Imaging in Aphasia Treatment