•1.731.21
Nr: 45179
BESTEMMINGSPLANNEN Bestemmingsplan De Marken 1981, Almere Haven, goedkeuring, gebied 1-J
01-01-1983
31-12-1983
B-27185
iLEEND AAN
Jaar overdracht 2007
Stadsarchief
<^uW I. U*^ ', y ~
>
•
~*%k J •
'
^ J .
1
IZ-027
Ultleenkaart Archlef Gemeente Almere
AFD/DIR
DATUM
ministorio '. -11 voi k< • i en A nU rstaat
rijksdiensl voor de IJsselmeerpolders
H^Q..*vl--
'5 FEB. 1983 I n,
^M^-94-i aan
i ' :
notanr.
eds 5949
datum:
11 f e b r u a r i
1983
de M i n i s t e r
i ! ' "• van
'~...j .„. ilfi. Adjjjnat-llo.Q£cldirec t e u r
onderwerp
:
bljlagen
:
afschrift aan :
o n t w e r p - p l a n n e n "De Werven 1 9 8 1 " , "De Marken 1Q«1" " M u i d e r z a n d " "Middengebied", " F r e z e r s p l a a t s " , "Kruidenwijk" diverse t.k.n.
De L a n d d r o s t van h e t o p e n b a a r l i c h a a m
I J s s e l m e e r p o l d e r s " , Postbus 200,
medewerking
1300 AE
"Zuidelijke
Almere
Hierbij zend ik u ter goedkeuring het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel 11 van de Wet op het Openbaar Lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" voor de gebieden De Werven en De Marken te Almere-Haven, Frezersplaats en Kruidenwijk te Almere-Stad, Muiderzand en Middengebied te Almere, respectievelijk genaamd: "De Werven 1981","De Marken 1981", "Frezersplaats", "Kruidenwijk", "Muiderzand", "Middengebied". Ingevolge de 21 juni 1979 interdepartementaal vastgestelde procedure dient de Raad van de Waterstaat advies uit te brengen alvorens het plan wordt goedgekeurd. Derhalve zend ik u hierbij 6 minutes ter zake, gericht aan de voorzitter van deze Raad.
Ir. D.H. Frieling
*r
ingckomen: ZJJP ua /c.r.
1 8 FEB 1983
0309C1
De Landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" Postbus 200 1300 AE
ALMERE
u LJ D LJ uw brief van:
leiystad,
uw Kenmerk:
ons kenmerk: C d s
onderwerp:
ontwerp-plannen
bijlage(n):
II
februari
1983
6065
diverse
toestelnummen^UyU verzonden: 3 -i r I i I '-
•, r* i...1
Onder verwijzing naar de brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 12 September 1979 inzake procedures met betrekking tot stedebouwkundige plannen en gronduitgifte in Almere, zend ik u de Nota's van Commentaar deel II van de ontwerp-plannen "De Werven 1981", "De Marken 1981". "Muiderzand", "Middengebied", "Frezersplaats" en "Kruidenwijk" te Almere. Een exemplaar van de plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel 11 van de Wet op het Openbaar Lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" van 1955 betreffende bovengenoemde gebieden, alsmede de Nota's van Commentaar deel I, zijn reeds in uw bezit. Bovengenoemde plannen en bijlage worden thans aangeboden aan de minister van Verkeer en Waterstaat, waarna de Raad van de Waterstaat advies zal uitbrengen over het plan.
DE HOOFDDIRECTEUR
lr. D. 1!. adj. l iow
Ri bankielalie amrobank nv leiystad rekemng 45 90 72 005 postrekening 669847
14-2-1983/1.E.
postbus 600 8200 AP leiystad smedinghuis zuiderwagenplein 2 tel. (03200) 991 11 telex 40115
bereikbaar met de bushjnen 107, 143. 146. 154 en 157 (halle noordenvagenplein)
- 1
DEEL II: B E S T U U R L U K COMMENTAAR
In het kader va.n het bestuurlijk commentaar is het ontwerpplan ex art.11 "De Marken 1981" verzonden aan de voorzitter van de Adviesraad van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders" te Almere op 13 oktober 1982. Dit ontwerpplan is in de vergadering van 20 januari 1983 door de Adviesraad behandeld. Op basis van het door het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" opgestelde pre'-advies heeft de Adviesraad met het ontwerpplan ingestemd. In het navolgende is het pre'-advies, deels samengevat, weergegeven en van antwoord voorzien door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. 1. Meegedeeld wordt dat er buiten het bezwaarschrift dat tijdens de periode van terinzagelegging is ingediend nog een aanvullende handtekeningenlijst binnengekomen is met 30 handtekeningen Deze lijst is vervolgens aan de hoofddirecteur van de R.IJ.P. gezonden. Reactie van de R.IJ.P.: De personen die de aanvullende lijst hebben ingediend zullen uitsluitend ter kennisneming vanwege de R.IJ.P. een definitieve beantwoording van het betreffende bezwaarschrift ontvangen. 2. Ket plan voldoet qua juridische vormgeving aan de daaraan te stellen eisen van de Wet en het Besluit op de Ruimtelijke Ordeningen. Men neemt aan dat - voor zover nodig er nog afstemming plaats vindt op de standaardvoorschriften. Reactie van de R.IJ.P.: In dit kader zullen de voorschriften nog worden bijgesteld als volgt:
a) artikel 5 (Vrijstellingen) wordt uitgebreid met een bepaling die het mogelijk maakt om 1 (Y}i af te wijken van de in het plan gegeven bebouwingspercentage en hoogtematen. b) in art.18 (Gebruiksbepalingen) wordt onder lid 2 (verboden gebruik) het gebruik van de gronden voor als crossterrein alsnog uitgesloten. 3. Naar aanleiding van het ingediende bezwaarschrift en de door de R.IJ.P. voorgestelde behandeling ervan wordt het volgende opgemerkt: De parkeergelegenheid op het eigen terrein van Cinevideo is voldoende om de parkeerdruk behorende bij de normale bedrijfsactiviteiten. Gemiddeld eens per week wordt er door het bedrijf een groter parkeeraanbod veroorzaakt tijdens opnames. Mede gezien het door de omwonenden in het bezwaarschrift ingenomen standpunt is de Z.IJ.P. tot de conclusie gekomen dat de bedrijfssituatie bij Cinevideo geen aanleiding geeft tot het realiseren van aanvullende parkeervoorzieningen.
•A
2 -
Voorts wordt gesteld dat men op de hoogte is van plannen tot uitbreiding van Cinevideo op een aangrenzend terrein. Het college zal bij gelegenheid van de aanvraag van de bouwvergunning in elk geval als voorwaarde stellen dat de toename van de parkeerdruk op eigen terrein opgevangen moet worden. Thans is er naar het oordeel van de Z.IJ.P. niet voldoende aanleiding om het plantsoengedeelte in kwestie voor parkeerruitnte te bestemmen. Een bestemming "Groendoeleinden" voor het gehele terrein, overeenkomstig de bestaande situatie, verdient de voorkeur. Reactie van de R.IJ.P.: Het standpunt van de Z.IJ.P., met name de actieve benadering van het feit dat men in de bouwvergunning voor uitbreiding van Cinevideo voorwaarden op dit punt zal gaan stellen is voldoende reden voor de R.IJ.P. om alsnog het voorstel te honoreren. De tegen Cinevideo gelegen gronden met de bestemming "Verkeer" die feitelijk als groengebied zijn ingericht zullen de bestemming "Groendoeleinden" krijgen, conform het voorstel van de Z.IJ.P. 4. Van de zijde van de Z.IJ.P. wordt aangedrongen om de regeling omtrent de bouw van erfafscheidingen aan te passen aan die van art.302 van de bouwverordening Almere. Reactie van de R.IJ.P.: De regeling van art.302 is een regeling die als onderdeel van de bouwvex-ordening van kracht is als universele regeling totdat er bestemmingsplannen gelden. De regeling van art.302 is dan 00k universeel en voorzien van diverse vrijstellingsmogelijkheden en niet toegesneden op specifieke situaties. Dezerzijds wordt er de voorkeur aangegeven om in de art.11 plannen specifieke regelingen op te nemen die recht doen aan de situatie ter plaatse en aldus een grotere rechtszekerheid geven. 5. Een grotere flexibiliteit in de voorschriften op het punt van de maximale goothoogten wordt door de Z.IJ.P. wenselijk geacht, gedacht wordt aan een vrijstellingsbevoegdheid tot 10%. Reactie van de R.IJ.P.: Een dergelijke bepaling is inmiddels als standaardvoorschrift geformuleerd en wordt opgenomen zoals beschreven bij Reactie R.IJ.P. op nr.2 onder a.
Leiystad, februari 1983
JFK •m*H»t
r-^\
DAC-A
X
openbaar lichaam zuidelijke ijsselmeerpolders almere
DAC43
Almere, 3 maart 1983 Aan het dagelijks adviescollege
onderwerp:
Ter
goedkeuring aangeboden art. 11-plannen
(betr. brief d.d. 11-2-198.3 van hoofddir. RIJP steller:
J. ±tosma
afdeling/burea-u: AJZ/SVG paraaf chef: medeparaaf:
17
4-
1
- '1-1 .\OUL*J~JL
'
T V
Voorstel: - *^ J ~>z De adviesraad meedelen, dat de hoofddir. RIJP de volgende art. 11-plannen ter vaststelling en goedkeuring heeft aangeboden aan de minister van Verkeer en Waterstaat: - "De Werven 1981" - "De Marken 1981" - "Muiderzand , , - lyiiddengebied"
DAC-leden
II
- ".Frezersplaats" - "Kxuidenwijk"
fa secretaris: agendanr.
DAC-B d a t u m : omschrijving:
CONCLUSIE:
DAC-A d a t i SUGGESTIE:
conform voorstel
15
Biff * " " ^
parafering
OORD //
BESPREKEN
)
toelichting op voorstel aan het dagelijks adviescollege
De noofddirecteur van de RiJKsdienbt voor de IJsselmeerpolders neeft Dij Drief van 11 februari 198^ mee^edeeld, dat de volgende artikel 11-plannen worden aangeboden aan de minister van Verkeer en Waterstaat ter vaststelling en goedKeuring: ** "De Werven 1981" '--'- "De ilarken 1981'1 - " Muiderzand" . j--.,-lT> "Middengebied" - "Erezersplaats" - "Kruidenwijk". .-c ±Slijkens(de bij deze brief gevoegde nota's van commentaar deel II zijn deze plannen op een aantal punten nog aangepast overeenkomstig de wensen van het Openbaar Licnaam. ,De plannen worden vanaf 14 maart 1983 een maand ter inzage gelegd, gedurende welke termijn bezwaarscixriften kunnen worden ingediend Dij de minister van Verkeer en Waterstaat. Via bijgevoegde. concept-mededeling kan de adviesraad van het Dovenstaande merfedeiing worden gedaan.
5\)^ Ko
- \ '})') Sll
1 X
rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
ministerie van verkeer en waterstaat
De Landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" Postbus 200 1300 AE
uw brief van:
leiystad.
29
uw kenmerk:
ons kenmerk:
Cdsw
onderwerp:
g o e d k e u r i n g p l a n n e n ex a r t i k e l 11 Wet O.L. " Z . I J . P . "
j u l i
ALMERE
1983
28037
bijlage(n):
toestelnummer;2090 verzonden: , .
r..„
Hierdoor deel ik u mee dat de minister van Verkeer en Waterstaat de navolgende plannen ex artikel 11 van de Wet Openbaar Lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" heeft goedgekeurd: 1. "Bedrijventerrein E" te Almere-Buiten bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24769; 2. "Centrum-A-Noord" te Almere-Buiten bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24771; 3. "Sportvelden-West 1981" te Almere-Haven bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24773; 4. "De Marken 1981" te Almere-Haven bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24775. Zoals gebruikelijk, zal zo spoedig mogelijk een door de minister van Verkeer en Waterstaat ondertekende plankaart van elk der gebieden met bijbehorende voorschriften en toelichtingen, alsmede de originele besluiten waarbij de minister de plannen heeft goedgekeurd, aan u worden overgedragen. Dezerzijds is de onderhavige goedkeuring reeds bekend gemaakt in landeli jk en plaatselijk verschijnende nieuwsbladen, alsmede in de Nederlandse Staatscourant.
DE H00FDDIRECTEUR yoct-
lr. D. H. Frieling adj. Hoofddirecteur
ft bankrelatie: amrobank nv leiystad rekening 45.90.72.005 postrekening 869847 29—7—1983/gb
postbus 600 8200 AP leiystad smedinghuis zuiderwagenplein 2 tel. (03200) 99111 telex 40115
1
bereikbaar met de buslijnen 107, 143, 146, 154 en 157 (halte noorderwagenplein)
DAC-A
DC
Almere, Aan het dagelijks adviescollege
openbaar lichaam zuidelijke IJsselmeerpolders almere
DAC-B
18
augustus 198}
onderwerp: goedkeuring art. 11-plannen (betr. brief d.d. 2 9~7 en 4 - ^ 3
steller: J. Bosma afdeling/bureau: AJZ/SVG
K
paraaf chef: medeparaaf:. eparaar.:/
i.i:
i
hoofddir. RIJP
Voorstel: - De adviesraad via bijgevoegde conceptmededeling in kermis stellen van het feit, dat de minister van verkeer en , ' „ ;" waterstaat een viertal art. 11-plannen hieeft goedgekeurd, terwijl daarnaast 6 art. 11-plannen aan haar ter goed'' keuring zijn aangeboden.
JL.'V t,
DAC-leden
IV
\lh
3
MEG. IN VERG. AVR d.d. J 3 rj|fT
secretans: agendanr.
DAC-B datum: omschrijving: CONCLUSIE:
DAC-A datum:
)
1 3 SEP. B83
parafering
SUGGESTIE:
conform voorstel BESPREKEN
toelichting op voorstel aan het dagelijks adviescollege
De hoofddirecteur van de Rijsdienst voor de IJsselmeerpolders heeft bij brief van 29 juli 1983 meagedeeld, dat de minister van verkeer en waterstaat de volgende art. 11plannen heeft goedgekeurd: - "Bedrijventerrein E" (Almere-Buiten); - "Centrum A-Noord" (Almere-Buiten); - "Sportvelden West 1981" (Almere-Haven); r_ "De Marken 1981" (Almere-Haven). -7 -*: n-'
rr-n:.
Big zijn .brief van 4 augustus 1983 heeft de ho.ofddir. RIJP meegedeeld/ dat de art. 11-plannen "Overvaart", "Pampushout", "Hoofdwegen","2A", "De Wierden 1982" en "Trekkersveld", t.er goedkeuring aan de minister zijn aangeboden. In drie van deze plannen is de door het openbaar lichaam ' gewenste 10%-vrijssfcellingsregeling niet opgenomen. Hierover zal" van ambtelijke zijde contact worden opgenomen met de Rijksdienst. Van bestuurlijke zijde kan worden volstaan met een mededeling aan de adviesraad.
-.—. -- -.•.."* voot veivotq inleqvpl qeDHiiken
''rs
': \ 4 ^ w L •'«» U / / ^'.f^wjl. ^ | v V ^SS^ ,y
lander.
openbaar lichai~~~~7 ~ zuidelijke IT™" ijsselmeerpolde„!"!___ almere BOS de Jonge VIis v.d,
De Gooi en Eemlander, AB Postbus 15, 0 1200 AH
HILVERSUM.
*RC^J
FE IZ
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
almere,
3259-SVG
4 m a a r t 1983
onderwerp
bijlagen
verzonden
Advertentie.
div.
PO PA ij fjJMftf 1983
Agenda SVG ( ^
Geachte r e d a c t i e , marktmr. Hierbij verzoek ik u bijgevoegde advertentie op te nemen in het blad van woensdag 9 maart 1983. Het bijgevoegde vignet dient in de opmaak te worden verwerkt zoals in de bijlage is aangegeven.
MZW VKR Brandw.
Gaarne ontvang ik een bewijsnunrmer. Politie Hoogachtend, DGD de landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders, RIJP
c
GAB Schoolh. Inspectie ^
"
Indoor Receptie
postadres: postbus 200 1300 AE almere
be?oekadres: stadhuis wagenmakerbaan 7 .
.
_.
teleloon: 0324099911 telex: . . _ . _ .
openbaar vervoer: vadbusdienslen, 150/11 (stadsdienst) en 152 (amsteidai 151/11 (stadsdienst) en 155 (bussum) 1>^/11
1 ^ 7 / 1 1 p n l ^ O flolu«:tart^
«
Plannen ex artikel 11 Wet openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders (bestemmingsplannen 340). De hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders heeft de volgende plannen ex artikel 11 van de Wet op het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders ter goedkeuring gezonden aan de minister van verkeer en waterstaat: "De Werven 1981" (Almere-Haven), "De Marken 1981" (Almere-Haven). "Middengebied" (Almere-Haven/Stad), "Kruidenwijk" (Almere-Stad), "Frezersplaats" (Almere-Stad), "Muiderzand". Deze plannen liggen vanaf 14 maart 1983 gedurende een maand ter inzage op kamer 207 van het Stadhuis in Almere-Stad, Wagenmakerbaan 7 (tel. 99574). Hierop wordt gewezen voor het geval men bij de minister van verkeer en waterstaat (Postbus 20901, 2500 EX Den Haag) bezwaar wil maken tegen de goedkeuring van deze plannen. Almere, 9 maart 1983. llanddrost van /de Zuidelijke IJsselmeerpolders,
7093X
PLANNEN EX ARTIKEL 11 WET OPENBAAR LICHAAM ZUIDELIJKE IJSSELMEERPOLDERS ^>-
MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS Nr. A 24775 5 juli 1983
tiyfe&
mm
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Gezien het bij nota van 21 juni 1983, Cds 23661, door de hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders te Leiystad overgelegde ontwerp-plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden voor het gebied "De Marken 1981" te Almere-Haven, zoals dat is vastgesteld door de hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders op 11 februari 1983; Overwegende dat de Adviesraad van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" voor het gebied Almere omtrent het onderhavige plan is gehoord; Gezien het advies van de Raad van de Waterstaat van 15 maart 1983, nr. Z 40/83; Gelet op artikel 11 van de Wet van 10 november 1955 (Stb. 521) tot instelling van een openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders"; BESLUIT: Goed te keuren het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden "De Marken 1981", vervat in de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart nr. D 175121, gedateerd 20 juni 1982, voorschriften en toelichting. 's-Gravenhage, 5 juli 1983 DE MINISTER V00RN0EMD,
model 1083
plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel 11 van de wet op het openbaar lichaam "zuidelijke ijsselmeerpolders"
de marken 1981 GoeQgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat
gelegen in almere-haven
d.d.-_ 5 JULI 1983 no.: (X ZJllL
ministerie van verkeer en waterstaat rijksdienst voorde ijsselmeerpolders-smedinghuis-leiystad
ft
plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel 11 van de wet op het openbaar lichaam "zuidelijke ijsselmeerpolders"
de marken 1981 gelegen in almere-haven
ministerie van verkeer en waterstaat rijksdienst voor de ijsselmeerpolders-smedinghuis-leiystad
| 3 | 1 ll
PLAN DE MARKEN 1981
biz. INHOUDSOPGAVE VOORWOORD PLANGEBIED 1. Algemeen 2. Gebiedskarakterisering 3. Wonen 4. Voorzieningen 5. Werken 6. Verkeer 7. Overig RESULTATEN VAN HET AMBTELIJK OVERLEG VOORSCHRIFTEN PLANKAART
*
4 4 4 7 9 10 11 12 13
RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS Smedinghuis L E L Y S T A D
VOORWOORD
Dit plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden heeft betrekking op het gebied "De Marken" in Almere-Haven en vormt als zodanig een onderdeel van het totale pakket stedebouwkundige plannen, dat door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders ten behoeve van de (toekomstige) gemeente Almere wordt gemaakt. Nu de bouw en inrichting binnen het gebied nagenoeg afgerond zijn, is het wenselijk de bestaande situatie min of meer te consolideren in een stedebouwkundig plan. Concreet houdt dit in, dat de gerealiseerde bebouwing en inrichting van de openbare ruimte op de kaart aangegeven wordt. Toekomstige ontwikkelingen, in het bijzonder m.b.t. uitbreiding van bestaande gebouwen, dienen te passen in het in dit plan opgestelde planologische kader van kaart en voorschriften. Na de ter-inzage-legging wordt het plan met zowel de eventuele ingekomen opmerkingen uit de bevolking als het commentaar van de Directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders toegezonden aan de Adviesraad van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders". Op deze wijze is de direct gekozen plaatselijke volksvertegenwoordiging in de procedure betrokken. Het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden vindt zijn basis in artikel 11 van de Wet van 10 november 1955, Stb. 521 (Wet openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders"), luidende: "Voor de toepassing van de bepalingen van de Woningwet worden de voor het "gebied van het Openbaar Lichaam door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat "goedgekeurde plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden "aangemerkt als ingevolge die wet (thans de Wet op de Ruimtelijke Ordening) "vastgestelde en goedgekeurde uitbreidingsplannen (thans bestemmingsplannen." Krachtens dit artikel hebben de door de Minister van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden dezelfde wettelijke status als de ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening vastgestelde en goedgekeurde bestemmingsplannen. De inhoudelijke vormgeving van de plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden is, zoveel als binnen het kader van de hiervoor genoemde Wet o.l. "Z.IJ.P.", die van op basis van de Wet en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening ontworpen plannen.
DE HOOFDDIRECTEUR VAN DE RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS
-4-
PLANGEBIED 1. Algemeen De nieuwe stad Almere, gelegen in het zuidelijk deel van Flevoland, zal grote aantallen mensen en bedrijven moeten opnemen uit de Randstad, met name uit Amsterdam en het Gooi. Om de problemen van deze overloop op een flexibele manier te kunnen oplossen, is gekozen voor een meerkernige opzet. Almere zal verschillende kernen van uiteenlopende omvang omvatten die, tezamen met de groene tussengebieden, een nauw op elkaar betrokken geheel zullen vormen. Almere-Haven is als eerste kern tot ontwikkeling gebracht en zal uiteindelijk circa 20.000 inwoners en circa 8.000 woningen tellen. De eerste bewoners hebben zich hier eind 1976 gevestigd. Elk jaar worden ca. 1.000 woningen nieuw opgeleverd en neemt het aantal inwoners met ruim 2.500 toe. Naar verwacht zal Almere-Haven in 1984 nagenoeg haar uiteindelijke omvang hebben bereikt. Ten noorden van Almere-Haven is gestart met de bouw van de hoofdkern AlmereStad, die circa 90.000 inwoners zal tellen. Voor de derde kern, Almere-Buiten,^ circa 50.000 inwoners, heeft de planvorming een vergevorderd stadium bereikt. Almere wordt gecompleteerd door een serie kleine kernen aan de oostzijde en de kern Almere-Pampus aan de westzijde. Het totale gebied van Almere zal met de in het Voorwoord genoemde plannen worden bedekt. Hierbij kunnen een aantal planinhoudelijke varianten worden onderscheiden, samenhangend met het ontwikkelingsstadium van het plangebied. Het onderhavige plan behoort tot de categorie "gedetailleerde plannen". Deze plannen zullen worden gebruikt bij het toetsen van aanvragen om bouwvergunning en bij het bestuurlijk beheer van het overige gebruik van de gronden. Omdat per definitie sprake is van jonge gebieden dienen deze plannen geschikt te zijn voor een actief vergunningenbeleid en dient gewaakt te worden voor een afglijden naar een conserverend plan in de meest letterlijke betekenis.
2. Gebiedskarakterisering In het plangebied kunnen een aantal functies worden onderscheiden. De belangrijkste is de woonfunctie, met daarvan afgeleide functies als onderwijs, groen^ en overige voorzieningen. Andere voorkomende functies zijn verkeer en werken. ^ Op de plankaart worden de diverse functies weergegeven d.m.v. bij de functies passende bestemmingen; in de toelichting wordt elke in het plangebied voorkomende functie beschreven in afzonderlijke paragrafen. Hieraan voorafgaand wordt een korte algemene karakteristiek van "De Marken" gegeven. De oppervlakte bedraagt ruim 43 ha., waarvan het grootste gedeelte bestemd is voor de functie wonen. Een belangrijk deel wordt in beslag genomen door een kantoren- en bedrijventerrein. Tenslotte wordt ruimte gebruikt voor verkeersvoorzieningen, diverse andere voorzieningen (scholen, buurthuis, buurtwinkel), groen en water.
FIG 1 PLANGEBIED • % ^ D E MARKEN
-6-
Het plangebied "De Marken" telt ongeveer 2.500 inwoners en bestaat uit de woonbuurten Ambachtsmark, Vrijmark, Sportmark, Hofmark en Redemark. Tot de Marken worden ook de buurten Gildemark, Noordmark en Brugmark gerekend; deze aan de noordzijde van de gracht gelegen buurten zijn echter in het plan "De Steiger en de Paal" opgenomen. Wei in het plan begrepen zijn het bedrijventerrein Ambachtsmark en het gebied Zuidmark, momenteel in gebruik voor maatschappelijke doeleinden. Het plangebied wordt omgeven door woongebieden behorende tot "De Werven", "De Hoven", "De Gouwen" en "De Marken" en door de Oostelijke Groene Wig, waar het sportpark "De Marken" een onderdeel van is. Op korte afstand zijn de bedrijventerreinen "De Steiger" en "De Paal" gelegen en een volkstuinencomplex. De afstand tot het centrum van Almere-Haven is bijna I5 kilometer. Als plangrens is aangehouden de stadsgracht in het noorden en de Oosterdreef in het westen en zuiden. De oostgrens is strak om de bebouwing getrokken en daarom onregelmatig van vorm. Ze volgt ondermeer het trace van de huidige busbaan (ten zuiden van de Sportmark) en de voormalige busbaan (bij de Zuidmark). Het aanbieden van een gedifferentieerd (woon-)milieu is van meet af aan doel A geweest in Almere-Haven. De hieraan ten grondslag liggende vooronderstelling ^ * is dat een dergelijke omgeving een bijdrage levert tot een zich wel-bevinden. Woonbelevingsonderzoek in na-oorlogse uitbreidingen heeft meermalen tot het resultaat geleid dat deze uitbreidingsgebieden als negatief (eenvormig en eentonig) worden beleefd; een resultaat dat in Almere-Haven vermeden diende te worden. Uit een door de R.IJ.P. uitgevoerd woonbelevingsonderzoek onder bijna 800 huishoudens in diverse buurten van Almere-Haven (Hoven, Werven en Marken) kan worden geconcludeerd, dat de bewoners over het algemeen tevreden zijn met hun nieuwe woonsituatie. Vergeleken met de vorige woning wordt de huidige behuizing ruim bevonden; ongeveer 2/3 deel van de bewoners geeft als oorzaak voor verhuizing naar Almere een motief in de woonsfeer. Het oordeel over de aspecten woning, gebouwde en sociale omgeving is voldoende tot zeer goed, minder dan 10% vindt een van deze aspecten in Almere-Haven onvoldoende. De mening over het totale woon- en leefmilieu in Almere-Haven is nog beter: slechts 4% oordeelt onvoldoende, terwijl resp. 36% en 34% van de respondenten de kwalificatie goed en zeer goed toekent. Met behulp van de situeringskenmerken "afstand tot het centrum" en "afstand ^k tot de stadsrand" is het mogelijk een ordening aan te brengen in de in Almere-^* Haven voorkomende verscheidenheid aan woonmilieus: hoe groter de afstand tot het centrum van Almere-Haven, hoe minder de invloedssfeer van het centrum merkbaar is. Zo ook geldt dat naarmate een gebied dichter bij de stadsrand ligt, de invloed van het buitengebied zal toenemen. Aldus kan een zonering in woonmilieus worden vastgesteld: wonen nabij het centrum - wonen op enige afstand van het centrum - wonen op de overgang van stedelijk naar groengebied. Deze zones kunnen als een halve cirkel rond het middelpunt van Almere-Haven (het centrum) worden gedacht; ze zijn evenwel ruimtelijk niet scherp af te grenzen, maar gaan geleidelijk in elkaar over, terwijl ook plaatselijk variaties optreden in de breedte van elke zone. De buurt "De Marken" behoort geheel tot het derde type woonmilieu: wonen op de overgang van stedelijk gebied naar groengebied. Gelegen op 1^ kilometer van het centrum van de kern Almere-Haven is de invloed hiervan niet merkbaar.
-7-
Het ontbreken van een sterke band tussen woonbuurt en centrum wordt versterkt door de ligging van de hoofdontsluitingsweg Oosterdreef tussen het woongebied "De Marken" en de dichter bij het centrum gelegen buurten in, zonder dat overigens directe verbindingen voor langzaam verkeer hierdoor worden verhinderd. Binnen deze voor het gehele plangebied geldende karakteristiek zijn verfijningen aan te brengen. Zo is de relatie met de op loopafstand gelegen buitenruimte zeer nadrukkelijk aanwezig in die delen van "De Marken", die direct grenzen aan de Oostelijke Groene Wig. Ook in de plandelen, die langs de gracht zijn gesitueerd, is de overgang van stedelijk gebied naar buitenruimte zichtbaar. Daarentegen is in het gedeelte rond de bushalte een typering als "wonen op de overgang van stedelijk gebied naar groengebied" niet voll^dig. In dit plandeel komen behalve woningen ook enkele specifieke buurtvoorzieningen voor. Woningen zijn in een hogere bebouwingsdichtheid gerealiseerd en in verdiepingsbouw (tot 4 woonlagen) uitgevoerd, hetgeen heeft geleid tot een verhoudingsgewijs stenig milieu. Voor de bewoners van "De Marken" speelt dit gebied een centrale rol: zo kan men voor de dagelijkse boodschappen van de alhier gevestigde buurtwinkel gebruik maken. Het woonmilieu in dit plangedeelte is dan ook beter te typeren met "wonen nabij het (buurt-)centrum". De woonfunctie, die dit plangebied vervult, komt tot uiting in de bestemming "Woondoeleinden", welke - evenals andere voorkomende bestemmingen - in de voorschriften is omschreven. Voor de werkfunctie (op het bedrijventerrein Ambachtsmark) zijn de bestemmingen "Kantoordoeleinden" en "Bedrijfsdoeleinden" gehanteerd. In de plandelen grenzend aan de Oostelijke Groene Wig is relatief veel grond tot "Groendoeleinden" bestemd, waardoor het open karakter van het woonmilieu ter plaatse in de toekomst wordt gewaarborgd. In het deel van "De Marken" bij de bushalte komt naast woondoeleinden de bestemming ''Buurtcentrum" voor, daarmee de centrale rol van dit plangedeelte accentuerend.
3. Wonen Het! totaal aantal woningen in het plangebied is 925, hetgeen een netto woningdichtheid van 26.5 woningen per hectare betekent. Bij de bushalte is de woningdichtheid het hoogst, binnen een straal van 100 m. ruim 150 woningen, wat overeenkomt met 50 woningen per ha. Hier komt gestapelde woningbouw voor: appartementen in de Vrijmark en de Hofmark. Alle overige woningen zijn als eengezinswoning uitgevoerd. Ongeveer 50 hiervan zijn bejaardenwoningen, een verdieping hoog en gelegen bij bushalte en buurtvoorzieningen en in het oosten van de Hofmark. In het gedeelte van "De Marken" ten westen van de busbaan komen alleen woningwetwoningen voor. Deze zijn in de Ambachtsmark in korte stroken aaneengeschakeld, terwijl in de Vrijmark de woningen rond binnenterreinen zijn gegroepeerd. In deze hoven zijn de tuinen van de naastliggende woningen gelegen: de hoven hebben daardoor overwegend het karakter van privegebied. Het oostelijk deel kent naast huurwoningen ook koopwoningen, zoals de reeds genoemde appartementen in de Hofmark. Vrijstaande woningen op eigen erf komen voor aan de rand van het plangebied in de Redemark en de Hofmark. Een in groepsbouw uitgevoerd woningproject is in de Redemark gerealiseerd; het speciale karakter komt tot uiting in de markante situering van de woningen tegenover elkaar en in
-8-
een bij de woningen geintegreerd buurthuisje. In de Hofmark ligt een klein project van 18 milieu-woningen, voorzien van zonnecollectoren. In de Sportmark zijn de woningen uitgevoerd in strokenbouw met regelmatig voorkomende knikken van 45°. Evenals in het westen van "De Marken" is het aandeel van rond binnenhoven gegroepeerde woningen in het totale woningbestand aanzienlijk. Deze "woningslingers" kunnen dan ook karakteristiek genoemd worden voor "De Marken". In totaal komen 565 huurwoningen voor, waarvan 50 als meergezinswoning zijn uitgevoerd in de Vrijmark. Van de koopwoningen behoort het merendeel, 320, tot de premie-B-sector. Tot deze categorie behoren de al eercfer genoemde appartementen in de Hofmark (78), het grootste deel van het groepsbouwproject in de Redemark, 62 woningen in de Hofmark en alle woningen in de Sportmark. Een 40-tal woningen in de vrije sector, gelegen in de Redemark en de Hofmark, besluiten het overzicht van voorkomende woningen onderscheiden naar financieringscategorie.
%
In grote delen van "De Marken" wordt geparkeerd op kleine, in de woonomgeving opgenomen parkeerterreinen op korte afstand en vaak ook in het zicht van de woningen. Zo nu en dan zijn garages gesitueerd aan de kopgevel van een strook woningen. Rond de bushalte is uitgegaan van 1 parkeerplaats per woning met een uitbreidingsmogelijkheid tot 1.2 op de openbare weg. Aan de oostrand bedraagt de parkeernorm 1.2 ppl/won en vindt gedeeltelijk op eigen terrein plaats. Bij vrijstaande woningen is 1 ppl. op eigen terrein gelegen (garage, carport) en 0.25 ppl/woning in de direkte omgeving. Op alle woningen is de bestemming "Woondoeleinden" (W) gelegd. Gronden, grenzend aan woningen, vallen meestal onder de bestemming "Tuin" (T), danwel onder W3. In de eerstgenoemde bestemming mogen geen bijgebouwen worden gerealiseerd en mag ook de woning niet worden uitgebreid, gebouwen zijn hier niet toegestaan; deze worden wel toegelaten op de gronden met de bestemming W3. Over het algemeen is de bestemming T aan de straat- c.q. voorzijde van de woningen gelegd en de bestemming W3 aan de achterzijde. De bebouwing aan de voorzijde wordt aldus min of meer geconsolideerd, waardoor het karakter van de buurt - gezien vanaf de openbare weg - gehandhaafd blijft. Evenzo is in de voorschriften en bij de op de plankaart weergegeven bestemmingen rekening gehouden met het woningtype (vrijstaand en niet-vrijstaand; half-vrijstaande woningen komen in het plangebied niet voor) door een op elk woningtype afgestemd voorschriftenpakket , opdat het specifieke karakter van elk type wordt behouden. Waar achtertuinen aan elkaar grenzen of aan een groen binnenterrein is veelal de gehele achtertuin tot W3 bestemd. Deze bestemming wordt ook gebruikt voor in de voortuin gelegen bergingen; de voortuinen zelf vallen echter onder de bestemming tuin. In de bij het plan behorende voorschriften zijn de regels opgenomen betreffende de bebouwing en de bestemming van gronden in "De Marken". In een der artikelen wordt de bestemming "Woondoeleinden" behandeld, nader uitgewerkt in lid 3: "Bouwvoorschriften". Tevens wordt op deze plaats verwezen naar de bevoegdheden van Burgemeestef en Wethouders, i.e. de Landdrost gehoord DAC, tot het stellen van nadere eisen en het verlenen van vrijstellingen (art. 4 en 5 ) .
A '
-9-
4. Voorzieningen Een buurt is meer dan alleen een verzameling huizen. Weliswaar spelen veel activiteiten zich binnenshuis af, veel tijd wordt echter besteed buiten het eigen woonhuis, maar binnen de buurt. Het wonen in een buurt heeft dan ook altijd een vraag naar met het wonen samenhangende functies tot gevolg; functies op het gebied van onderwijs en recreatie en in het sociaal-culturele vlak. Bij het ontwerpen van buurten wordt hiermee rekening gehouden. Naast woningen zijn dan ook scholen, buurthuizen, grasvelden e.d. in het plan opgenomen . Deze buurtvoorzieningen dienen als zodanig te worden herkend en beschermd: het voorkomen in (of eventueel vlakbij) een buurt is onontJjeerlijk voor het wel-bevinden van de bewoners. In "De Marken" worden deze met het wonen samenhangende functies vastgelegd middels de aparte bestemmingen "Maatschappelijke doeleinden" en "Groendoeleinden". Een tweetal scholen voor kleuter- en basisonderwijs zijn in het plangebied gerealiseerd: "De Loofhut" op rooms-katholieke grondslag in de Vrijmark en de openbare KBO-school "De Deining" in de Hofmark. Beide liggen langs een belangrijke route voor fietsers en voetgangers op korte afstand van de bushalte. Voor andere vormen van onderwijs is men aangewezen op scholen buiten het plangebied. Voortgezet onderwijs kan gevolgd worden op de Rijksscholengemeenschap "De Meergronden" in het centrum van Almere-Haven. In het buurthuis "De Marken" is een peuterspeelzaal ondergebracht. Tussen "De Loofhut" en het buurthuis in is een gymnastieklokaal gebouwd, waarvan onder meer beide scholen gebruik van maken. Bij "De Loofhut" zijn momenteel twee extra lokalen voor kleuter- en een lokaal voor lager onderwijs, alsmede een speellokaal gesitueerd. De lokalen vormen de dependance van "De Deining". Deze bleek noodzakelijk, omdat meer kinderen van de onderwijsvoorzieningen in "De Marken" gebruik maken, dan oorspronkelijk werd aangenomen. Verwacht wordt, dat de dependance zal uitgroeien tot een zelfstandige openbare KBO-school, waartoe nog 5 lokalen nodig zijn. De ruimte om deze uitbreiding hier te realiseren is aanwezig; bij het bepalen van het maximaal toegestane bebouwingspercentage is met voornoemde uitbreiding rekening gehouden, terwijl de uitbreiding in zijn geheel op de plankaart is weergegeven. In de Vrijmark en in de Redemark zijn buurthuizen gevestigd. Laatstgenoemd buurthuis is opgenomen in het woningproject aldaar en alleen bedoeld voor de bewoners van de Redemark. Het buurthuis "De Marken" in de Vrijmark, dichtbij bejaardenwoningen, organiseert activiteiten voor alle bewoners. Tevens kunnen bewoners van "De Marken" gebruik maken van het gebouw "Corrosia" aan de Markt in het centrum van Almere-Haven, dat als bovenwijkse buurtvoorziening dienst doet. In de Zuidmark is het gebouw "De Haak" gelegen. Tot voor kort waren hier een muziekschool en een kinderdagverblijf gevestigd. In hetzelfde gebied zijn de voormalige noodwinkels van het centrum opnieuw opgericht, waarin het gezondheidscentrum Oost tijdelijk huisvesting heeft gevonden en waar door medische specialisten spreekuur wordt gehouden. Voorts is hier, eveneens tijdelijk, het
•10-
politieburo gevestigd en beschikt het jongerencentrum Space over een ruimte. De hier gerealiseerde bebouwing biedt tijdelijk onderdak aan diverse instellingen en organisaties in afwachting van een definitieve accomodatie elders in Almere-Haven, zodat hier sprake is van wisselende gebruikers. De gebruikers hebben gemeen, dat ze dienstverlenend zijn voor (groepen uit) de samenleving. In het hart van "De Marken" dichtbij de bushalte is de buurtwinkel gelegen. In alle buurten, die op enige afstand van het centrum van Almere-Haven zijn gesitueerd, komt een dergelijke voorziening voor: bewoners van deze buurten kunnen voor hun dagelijkse boodschappen in hun buurt terecht. In het gebouw, waarin de buurtwinkel is gevestigd, zijn ook een snackbar en een wasserette gerealiseerd; aan dit deel is de bestemming 'Buurtcentrum'\ (Be) toegekend. Als noodzakelijke bijbehorende voorziening dient tenslotte de parkeergelegenheid pal ten zuiden van de buurtwinkel te worden genoemd. In het centrum van Almere-Haven komt een winkelcentrum voor, bedoeld voor de gehele woonkern; aldaar vindt markt plaats en zijn veel en veelsoortige voorzieningen aanwezig, zoals bibliotheek, kerk, restaurants en sociaal-cultureel M centrum. Al deze voorzieningen zijn, hoewel buiten het plangebied gelegen, op ™ eenvoudige en snelle wijze vanuit "De Marken" te bereiken. Tot de groenvoorzieningen kunnen allereerst de reeds genoemde openbare binnenterreinen gerekend worden met speelmogelijkheden voor peuters en kleuters. In de woonomgeving zijn op diverse plaatsen, o.a. bij het gymlokaal en "De Loofhut", groene velden aangelegd, die als trapveld dienst doen. Het talud van de gracht behoort eveneens tot de groenvoorzieningen. Een deel van de voormalige busbaan bij de Zuidmark wordt geschikt gemaakt voor rolschaatsen e.d. Voorts is een klein aantal nutstuinen in de Ambachtsmark aangelegd. De ligging aan de Oostelijke Groene Wig garandeert goede recreatieve mogelijkheden. Op korte afstand is het sportcomplex "De Marken" gesitueerd met voetbal- en hockeyvelden en tennisbanen. Ten oosten van het plangebied ligt een groene zone met grasvelden en bossages en ten noorden hiervan een groot nutstuinencomplex. De Oostelijke Groene Wig is goed ontsloten vanuit "De Marken" door middel van langzaam verkeerroutes. Van de recreatiegebieden op wat groter afstand kunnen genoemd worden de jachthaven aan het Gooimeer met stranden en ligweiden en de met bomen ingeplante i zone tussen Almere-Haven en Almere-Stad.
5. Werken Naast de hierboven beschreven functie wonen met de hiervan afgeleide voorzieningen, komt in "De Marken" ook de functie werken voor. Het kleinschalige bedrijventerrein Ambachtsmark in het zuiden van het plangebied is direct langs de Oosterdreef gelegen en vanaf deze weg ontsloten. De aangrenzende woongebieden Ambachtsmark en Vrijmark zijn aldus gevrijwaard van verkeer met het bedrijventerrein als bestemming. Het terrein meet 3 ha. netto, is bijna volledig uitgegeven en telt vestigingen van kantoren en bedrijven met in totaal ruim 350 arbeidsplaatsen. Op het bedrijventerrein zijn 10 te huren ateliers opgenomen, oorspronkelijk bedoeld als werkruimte voor kunstenaars, sinds kort echter ook te gebruiken voor anderssoortige, kleinschalige activiteiten. Op het bedrijventerrein Ambachtsmark zijn de bestemmingen "Kantoordoeleinden" en "Bedrijfsdoeleinden" gelegd. Het parkeren dient op de bedrijfskavels plaats te vinden. Enige reserve-parkeergelegenheid is langs de openbare weg opgenomen. Voorts is de bedrijfsbebouwing zo veel mogelijk aan de wegzijde gesloten gehouden, opdat goederen-opslag e.d. vanaf de openbare weg niet zichtbaar is.
•11-
Het bedrijventerrein Ambachtsmark is een terrein waarop kantoren en bedrijven zich mogen vestigen, die volgens milieunormen nabij woningen toegestaan kunnen worden. Slechts bedrijven die gerangschikt zijn onder de laagste categorieen (1, 2 en 3) van de in dit plan opgenomen lijst van bedrijfsvestigingen zullen worden toegelaten. Voor wat betreft de bebouwingsvoorwaarden waaraan de bouwwerken moeten voldoen, wordt verwezen naar de plankaart en de voorschriften bij het plan "De Marken". In de voorschriften is tevens opgenomen dat bedrijven, genoemd in categorie A van de circulaire "Industrielawaai" en categorie A van de Wet Geluidhinder (artikel 16), niet zijn toegestaan op het bedrijventerrein. Het vaststellen van een geluidzone rond de Ambachtsmark is dus niet nodig. Bij het bedrijventerrein wordt de functie wonen gescheiden van de functie werken. In het centrale deel van de "De Marken" vindt daar^entegen op beperkte schaal functiemenging plaats: te midden van de in de Hofmark gelegen woningen komt een bedrijfsruimte voor van ca. 100 m2, waarvoor de bestemming "Buurtcentrum" geldt. Ook zijn alhier buurtvoorzieningen met dezelfde bestemming gevestigd. In deze bestemming wordt naast detailhandel ook o.m. dienstverlenende en culturele aktiviteiten toegestaan. Samenvattend kan worden gezegd, dat kleinschalige, goed bij de woonfunctie passende aktiviteiten mogelijk zijn in deze bestemming, hetgeen mogelijkerwijs kan leiden tot verlevendiging van het centrale plandeel.
6. Verkeer De ontsluiting voor openbaar vervoer vindt in Almere-Haven plaats door middel van een vrije busbaan, die - ter vermindering van geluidoverlast - 50 cm verdiept is aangelegd en gedeeltelijk van aarden wallen is voorzien. De busbaan komend uit "De Steiger" doorsnijdt het plangebied van noordwest naar zuidoost en leidt naar het woongebied "De Grienden". Centraal in "De Marken" is de bushalte gesitueerd, vlakbij enkele buurtvoorzieningen en goed bereikbaar voor langzaam verkeer. Nagenoeg alle woningen zijn binnen een straal van 400 meter van de halte gelegen. De externe ontsluiting voor auto's is geregeld door middel van twee aftakkingen van de Noorderdreef en de Oosterdreef, het verlengde van eerstgenoemde hoofdontsluitingsweg. De aansluiting op de Noorderdreef vindt plaats ter hoogte van "De Paal" via een buurtontsluiting tussen Brugmark en Noordmark. De zuidelijke verbinding met de Oosterdreef is op het bedrijventerrein Ambachtsmark gesitueerd. Bij een volgroeid Almere wordt de dagelijkse verkeersintensiteit op het gedeelte van de Noorderdreef, dat in het plangebied ligt, geschat op 23.000 voertuigen. Voor de Oosterdreef wordt rekening gehouden met 16.000 voertuigen. Beide aftakkingen sluiten aan op de Markenlaan, die het gebied ringvormig ontsluit. De Markenlaan verbindt alle plandelen met elkaar. Vanaf deze buurtontsluiting leiden veel, meestal doodlopende, straten de buurten in. Dit heeft een zodanig lage verkeersintensiteit tot gevolg, dat scheiding van verkeerssoorten in grote delen van "De Marken" niet nodig is. Voorts wordt via deze ontsluiting bereikt, dat in grote delen van het plangebied slechts autoverkeer voorkomt, dat het betreffende buurtdeel als eindbestemming heeft. Op de plankaart wordt dit geaccentueerd door de bestemming "Verblijfsgebied".
-12-
De eerdergenoemde verkeersintensiteiten langs beide wegen zijn van dien aard, dat onderzoek naar de geluidbelasting ter plaatse nodig is. Het onderdeel van de Wet Geluidhinder voor bestaande situaties zal waarschijnlijk in 1984 in werking treden. Ingevolge deze wet betreft het een bestaande situatie, omdat zowel de wegen Oosterdreef en Noorderdreef (4 rijstroken breed), als de woningen reeds zijn gerealiseerd. In deze bestaande situatie wordt voor de geluidbelasting aan de gevel een grenswaarde van 55 (+5) dB(A) aangehouden, waarbij in de marge van 5 dB(A) rekening gehouden wordt met een stiller wordende lawaaibron, i.e. de auto. Uit een recent gehouden acoustisch onderzoek is gebleken, dat geen enkele woning in het plangebied een geluidbelasting aan de gevel ontvangt boven 60 dB(A). De door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders getroffen maatregelen in de vorm van geluidwallen en/of groenschermen zullen bijgedragen hebben tot het ontbreken van normoverschrijdende situaties in "De Marken". Het langzaam verkeer kan gebruik maken van speciale routes voor bromfietsers, fietsers en voetgangers. Een belangrijke route kruist de busbaan bij de bus- ^ ^ halte en voert van "De Werven" naar "De Steiger". De kruising van deze route ^ P met de Oosterdreef is ongelijkvloers uitgevoerd. Andere routes verbinden op directe wijze "De Marken" met woongebieden, bedrijventerreinen en groene gebieden aan de rand van Almere-Haven. Vanzelfsprekend is ook het sportpark vanuit "De Marken" per (brom-)fiets en lopend te bereiken. Binnen het door de Markenlaan omsloten centrale deel van het plangebied is het bromfietsverkeer samengevoegd met het autoverkeer en dus aangewezen op de buurtstraten, terwijl voetgangers en fietsers daarnaast ook de beschikking hebben over aparte routes. Buiten de Markenlaan zijn langzaam verkeerroutes aangelegd, waar ook brommers zijn toegestaan; al het langzaam verkeer kan voorts gebruik maken van de woonstraten alhier.
7. Overig Dit plan behoort tot de categorie gedetailleerde plannen. Deze planvorm is geschikt voor gebieden, die reeds ontwikkeld zijn, hetgeen bijvoorbeeld blijkt uit het gerealiseerd zijn van de bebouwing. Behalve enkele percelen op het bedrijventerrein Ambachtsmark, een tweetal bungalowterreinen in de Redemark en de mogelijke lokalen-uitbreiding in de Vrijmark is de bebouwing in "De Marken'j^fc geheel voltooid. Speciale vermelding verdient de aanwezige bebouwing op de Zuidmark, een gebied van ruim 1 ha., begrensd door busbaan, sportpark en woongebied de Vrijmark. In deze bebouwing wordt tijdelijke huisvesting geboden aan diverse instellingen en organisaties. Bij een volgroeid Almere-Haven zullen deze tijdelijke onderkomens niet langer op deze plaats nodig zijn en zal de huidige bebouwing worden vervangen. Het betekent, dat in dit gebied van consolidatie geen sprake is. Dit gegeven is in het plan verwerkt door het totale gebied Zuidmark te bestemmen in plaats van de afzonderlijke, gerealiseerde bebouwing. De Zuidmark is voor "Maatschappelijke doeleinden" bestemd; B & W zijn evenwel bevoegd deze bestemming te wijzigen in "Woondoeleinden", zie artikel 6 van de voorschriften bij dit plan.
-13-
RESULTATEN VAN HET AMBTELIJK OVERLEG Op 29 januari 1982 is het ontwerpplan ex artikel 11 van de Wet openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" voor het gebied de Marken te Almere-Haven voor ambtelijk commentaar verzonden aan: 1. het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" te Almere; 2. het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Dir. Financien Binnenlands Bestuur te Den Haag; 3. de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de Directie Zuiderzeewerken te Leiystad; 4. de Directeur-Generaal van het Verkeer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat te Den Haag; 5. de Rijksverkeersinspectie, district Overijssel t*e Zwolle; 6a. de Directeur-Generaal van de Energievoorziening te Den Haag; mede voor afdoening verzonden aan: 6b. de N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen; 7. de Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten voor Amsterdam en omstreken te Amsterdam; 8. de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiene van het Milieu voor de provincie Overijssel, de Z.IJ.P., Leiystad en Dronten te Zwolle; 9. N.V. Flevodienst te Apeldoorn; 10. N.V. "GAMOG" te Almere; 11. N.V. P.G.E.M. te Harderwijk; 12. de Eerst Aanwezend Ingenieur der Genie te Apeldoorn; 13. de Vereniging Bedrijfskring Almere te Almere; 14. de Hoofdingenieur van de Landinrichting, Grond- en Bosbeheer te Zwolle. Binnen de daarvoor gestelde termijn is van de onder 2, 4, 9, 10 en 13 genoemde instanties geen reactie ontvangen. De onder 3, 5, 6a, 6b en 12 genoemde instanties berichtten dat het plan van die zijde geen aanleiding gaf tot het maken van opmerkingen. Van de onder 1, 7, 8, 11 en 14 genoemde instanties is in het kader van het ambtelijk overleg commentaar ontvangen. In het navolgende zijn deze commentaren - deels samengevat - cursief weergegeven en van antwoord voorzien door de R.IJ.P. De wijzigingen als gevolg van ingekomen commentaar zijn in het plan verwerkt. Het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" te Almere Bij brief van 2 maart 1982, kenmerk 28287 - SVG, is de volgende reactie ontvangen: A. Toelichting 1. De op biz. 7 en 10 genoemde bestemmingen "Kantoorbedrijfsvoering" en "Bedrijfsvoering" stemmen niet overeen met de benaming op de plankaart en in de voorschriften ("Kantoordoeleinden" resp. "Bedrijfsdoeleinden"). 2. De op biz. 8 gesuggereerde, niet geconcretiseerde vrijstellingsbevoegdheid inzake woninguitbreiding wordt in de voorschriften niet overgenomen. 3. Uitgaande van nu bekende gegevens over toekomstige leerlingenaantallen zal de dependence van "de Deining"in de Vrijmark extra lokalen behoeven; "de Loofhut" omvat momenteel reeds 4 extra lokalen. In verband hiermee is het wenselijk de bebouwingsmogelijkheden te verruimen.
-14-
4. Informatie ontbreekt over parkeernormen in relatie tot het wonen en het werken. 5. Op biz. 12 wordt de gecombineerde bestemming "Wonen en Maatschappelijke doeleinden" van het reserveterrein Zuidmark gemotiveerd. Zo lang er geen zekerheid bestaat of, en zo ja, wanneer de op de Zuidmark aanwezige maatschappelijke functies naar elders zullen worden verplaatst dient dit terrein uitsluitend voor "Maatschappelijke doeleinden" te worden bestemd. Via een in het plan op te nemen wijzigingsbevoegdheid ex art. 11 W.R.O. van B. & W. kan de woonbestemming worden geregeld. Antwoord R.IJ.P. 1. De toelichting zal worden aangepast. 2. Deze passage zal worden vervangen door: "Tevens wordt op deze plaats verwezen naar de bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders i.e. de Landdrost gehoord D.A.C., tot het stellen van nadere eisen en het verlenen van vrijstellingeq^^ (zie artikel 4 en 5). 3. Het voor (scholen-)bouw aangewezen terrein in de Vrijmark meet ca. 5600 m2. Het maximaal toegestane bebouwingspercentage van 60% is voldoende om 2 volledige scholen alhier te realiseren. De grenzen van het op de plankaart ingetekende terrein waarop bebouwing is toegestaan zullen zodanig worden verlegd dat uitbreiding van de dependence van "de Deining" mogelijk wordt conform het bouwplan van het o.l. "Z.IJ.P.". Voorts zal op de plankaart slechts de bestaande bebouwing worden weergegeven in plaats van een mogelijk toekomstige bebouwing. 4. Deze informatie zal bij de desbetreffende paragrafen "Wonen" en "Werken" worden toegevoegd. 5. De door het o.l. "Z.IJ.P." voorgestelde wijzigingsbevoegdheid zal worden overgenomen, evenals de voorgestelde bestemming voor het terrein aan de Zuidmark. De toelichting zal hierop worden aangepast. B. Voorschriften 1. Artikel 5: Vrijstellingen ^^ - de vrijstellingsbevoegdheid voor bouwen op een afstand, kleiner ^P dan voorgeschreven, is zodanig geredigeerd, dat een enkel bezwaar het gebruikmaken van deze bevoegdheid onmogelijk maakt. Het zinsgedeelte "doch uitsluitend bezwaar maken", dient geschrapt te worden. Per situatie kan bezien worden of het horen van belanghebbenden wenselijk is. - ten onrechte ontbreekt de vrijstellingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders tot het vestigen van niet-toegelaten bedrijven . - voorts ware via vrijstellingsbevoegdheid te regelen, dat burgemeester en wethouders de in het plan aangegeven bebouwingspercentages en goothoogten met ten hoogste 10% kunnen verhogen. 2. Artikel 6: Woondoeleinden - in lid 3e:regelen, dat carports meegeteld worden in toegelaten gezamenlijk grondoppervlak. Ook een maximale oppervlakte per carport noemen. - in lid 3g:het bouwen van erfafscheidingen dient overeenkomstig het ter zake bepaalde in art. 303 van de bouwverordening geregeld te worden. idem in artikel 9 (Maatschappelijke doeleinden) lid 3b. en in artikel 13 (Tuin) lid 3;
-15-
3.
4.
5.
6. 7.
8.
- in lid 3h:er ontbreekt een regeling ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen in/nabij de zij-erfscheiding. Onduidelijk is, of dit bewust niet geregeld is. Artikel 7:Garages - Geregeld dienen te worden-.bebouwingspercentageen maximale goothoogte. Artikel 8: Buurtcentrum - lid 2: als mogelijke functies binnen deze bestemming kunnen ook culturele doeleinden en kantoordoeleinden genoemd worden, waardoor de gebruiksmogelijkheden van de bebouwing verruimd worden. Artikel 9: Maatschappelijke doeleinden - lid 2 sub a: hiervoor ware toe te voegen "onderwijskundige instellingen"; Artikel 10: Woondoeleinden en Maatschappelijke doeleinden - verwezen wordt naar het vermelde onder A5. Artikel 14: Bedrijfsdoeleinden - lid 2 sub b: de circulaire industrielawaai d.d. 1 September 1979 heeft geen wettelijke status, reden waarom een verwijzing daarvoor in dit voorschrift niet juist is. Alternatief vormt het concreet noemen van de desbetreffende bedrijven. De in art. 16, lid 2 van de Wet geluidhinder bedoelde Algemene Maatregel van Bestuur inzake inrichting is nog niet in het Staatsblad geplaatst. De vraag i s , of dat het geval zal zijn op het moment tot het ontwerp-artikel 11-plan ter visie is gelegd. Artikel 18: Gebruiksbepalingen - van lid 2 dient de regeling inzake het uitoefenen van detailhandel te worden toegevoegd, zoals deze in recente artikel 11-plannen is opgenomen (bij voorbeeld art. 16 van voorschriften ontwerp-plan De Steiger/De Paal 1981).
Antwoord R.IJ.P.: 1. Artikel 5: Vrijstellingen - de vrijstellingsbepaling zal worden aangepast in bedoelde zin. - deze vrijstellingsbevoegdheid zal worden opgenomen met inschakeling van de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid en Milieuhygiene als adviseur; tevens zullen bedrijven die niet Hinderwetplichtig zijn ingevolge artikel 1 van het Hinderbesluit, zoals dat luidt op de datum van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan worden toegelaten. - Een redelijke versoepeling van de in het plan vastgelegde bouwgrenzen wordt geboden in art. 3, lid 2b. De door het O.L. Z.IJ.P. voorgestelde vrijstellingsbevoegdheid zal niet worden overgenomen. 2. Artikel 6: Woondoeleinden - lid 3e: een carport is een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Het is praktisch niet goed mogelijk een grondoppervlakte te bepalen. Ten einde de rechtszekerheid op dit punt te verbeteren zal in artikel 1 een verklarende begripsbepaling worden opgenomen.
- lid 3g: de toegelaten hoogte van de erfafscheiding in de bestemming "tuin" (over het algemeen dat gedeelte van een perceel dat tussen de woning en de openbare weg is gelegen) correspondeert met het bepaalde in artikel 302 van de bouwverordening. Wat betreft de toegestane bouwhoogte van erfafscheidingen in de bestemmingen "Woondoeleinden" en "Maatschappelijke doeleinden" wijkt het plan ex art. 11 af van de bouwverordening in die zin dat de hoogte -ongeacht de ligging ten opzichte van de achtertuin- beperkt wordt tot 1.80 m. Deze maat is gekozen vanuit de overweging dat een dergelijke hoogte voldoende privacy-mogelijkheden biedt, terwijl deze bepaling beter rekening houdt met de gewenste privacy in relatief ongunstig gelegen tuinen b.v. bij hoekwoningen of bij op het noorden gerichte achtertuinen. - lid 3h: het in dit artikel gebruikte begrip vgebouw" omvat tevens , bijgebouwen, zie art. 1: Begripsomschrijvingen. 3. Artikel 7: Garages beide bouwvoorschriften zijn op de plankaart vastgelegd. Overigens zal bij alle bestemmingen waar een bebouwingspercentage van maximaal 100% wordt toegestaan dit percentage van de plankaart wordei^^ verwijderd, analoog aan de bestemming "Woondoeleinden" (zie ook art. 3 lid 3a). 4. Artikel 8: Buurtcentrum en 5. Artikel 9: Maatschappelijke doeleinden - de genoemde functies worden aan deze bestemmingen toegevoegd. 6. Artikel 10: Woondoeleinden en Maatschappelijke doeleinden - zie het antwoord onder A 5. 7. Artikel 14: Bedrij fsdoeleinden - lid 2 sub b: per 15-10-1981 is een besluit van kracht geworden. De tekst zal worden gewijzigd in: "Bedrijven die tevens lawaaimakende bedrijven zijn als genoemd in categorie A, voorkomende in het besluit van 15 oktober 1981 houdende aanwijzing van categorieen inrichtingen als bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Wet Geluidhinder, zoals deze wet luidt op de datum van terinzage-ligging van het ontwerp van dit plan. 8. Artikel 18: Gebruiksbepalingen - de regeling inzake het uitoefenen van detailhandel op gronden bestemd voor bedrijfsvoering is reeds in lid 2c en 2d opgenomen. C. Plankaart 1. Blijkens de plankaart wordt openbare beplanting bestemd voor verkeer of groendoeleinden. Het is niet duidelijk, welke criteria bij het bepalen van deze bestemmingen gehanteerd worden. 2. Analoog van de gekozen methodiek in het art. 11-plan De Steiger/ De Paal 1981, dient ieder afzonderlijk bebouwingsvak met de bestemming "bedrijfsdoeleinden" slechts een bebouwingspercentage en een goothoogte te verkrijgen. De op de plankaart aangegeven criteria per gedeelte-bebouwingsvak komen immers op hetzelfde neer, en dragen niet bij tot de duidelijkheid van het plan. Antwoord R.IJ.P.: Openbare beplanting is over het algemeen voor "Groendoeleinden" bestemd. Met name geldt deze bestemming voor aaneengesloten grotere oppervlaktes buurtgroen in het openbare gebied en voor besloten prive-achtige binnenterreinen. Daarnaast komt bestaand buurtgroen voor als groen-inrichting in de bestemmingen "Verkeer" of "Verblijfsgebied".
Het formaat van dit groen is gering, zowel in absolute als relatieve zin. Een tweede onderscheid is dat dit groen zonder uitzondering aan een voor auto's toegankelijke openbare weg is gelegen. De in het plan gevolgde methodiek staat een flexibel beheer van de openbare ruimte toe hetgeen gewenst is omdat de inrichting van de openbare ruimte in jonge (woon-)gebieden vaak aan kleine veranderingen onderhevig is. In de voorwaarden bij terreinuitgifte aan bedrijven is veelal opgenomen dat bedrijfsbebouwing opgezet dient te worden in een strook aan de voorzijde, waardoor een mogelijkerwijs rommelig opslagterrein aan het zicht wordt onttrokken. Het nagenoeg gerealiseerd zijn der bebouwing op het in dit plan begrepen bedrijventerrein maakt een dergelijke b^stemmingsregeling minder gewenst; volstaan kan worden met het per bebouwingsvak toekennen van een bebouwingspercentage en goothoogte. Het plan wordt in deze zin aangepast.
De Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten voor Amsterdam e.o. te Amsterdam Bij brief van 22 februari 1982, kenmerk 82017, is de volgende reactie ontvangen. In het plangebied is opgenomen het bedrijventerrein Ambachtsmark, waarop bedrijven en kantoren gevestigd zijn en waar nog beperkte vestigingsmogelijkheden voor nieuwe bedrijven aanwezig zijn. De aan het desbetreffende terrein gegeven bestemming laat de vestiging toe van groothandelsbedrijven, ambachtelijke bedrijven en industriele bedrijven genoemd in de categorieen 1 t/m 3 van de bij het plan gevoegde Lijst van Bedrijfsvestigingen. 1. Doordat er binnen de groothandel tendenzen zijn om ook, zij het al dan niet versluierd detailhandelsactiviteiten uit te oefenen, acht ik het gewenst het begrip groothandelsbedrijf in de begrippenlijst op te nemen. Als definitie van dit begrip wordt dezerzijds voorgesteld: "Het te koop aanbieden, verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, instellingen dan wel aan die personen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming bedrijfsmatig aanwenden" 2. Ten aanzien van het toelatingsbeleid van industriele bedrijven ben ik van oordeel dat de voorgestelde werkwijze vrij star van opzet is. Op geen enkele wijze kan namelijk worden ingespeeld op technologische ontwikkelingen in het produktieproces, waarbij de thans nog geldende bezwaren van bedrijven die zijn gerangschikt onder categorie 4, kunnen worden opgeheven. Ook dan blijft het verbod nog even strikt gehandhaafd. Ik wil u dan ook adviseren een vrijstellingsbepaling op te nemen voor bedrijven, welke zijn vermeld in de naasthogere klasse van de Lijst van Bedrijfsvestigingen indien deze bedrijven naar soort en hoedanigheden van werkzaamheden op het punt van hinderaspecten vergelijkbaar zijn met de bedrijven uit de toegestane categorieen.
-18-
Een soortgelijke bepaling zou ook dienen te worden opgenomen voor bedrijven, welke niet voorkomen op de Lijst van Bedrijfsvestigingen. Desgewenst kan voorts worden bepaald dat de bovenbedoelde vrijstellingen niet worden verleend, dan nadat de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiene van het Milieu is gehoord. Antwoord R.IJ.P. Het begrip "Groothandelsbedrijven" komt voor in artikel 14, lid 2 sub a. Behalve het door de Rijksconsulent geboden argument voor opname van het begrip "Groothandel" in artikel 1: Begripsomschrijvingen, is het ook vanuit de systematiek van de voorschriften gewenst dit begrip op te nemen. In verband met de uniformiteit van voorschriften zal niet de voorgestelde definitie worden ge~hanteerd, maar de definitie die reeds in enige plannen voor Almere voorkomt en die in zeer ondergeschikte zin afwijkt van de door de Rijksconsulent voorgestelde omschrijving. Deze definitie luidt als volgt: "Groothandel: Het ondernemingsgewij^^ te koop aanbieden, ten verkoop uitstallen, verkopen of leveren van ^ P goederen aan wederverkopers of voor het aanwenden in een andere onderneming". Het bedrijventerrein Ambachtsmark is een van de kleinschalige terreinen in Almere-Haven waar vestiging wordt toegestaan van bedrijven uit de categorieen 1 t/m 3. Deze kleinschalige terreinen zijn aan de rand van woonbuurten gelegen en daarom ongeschikt voor bedrijven uit categorie 4. Voor bedrijven behorende tot laatstgenoemde categorie is voldoende ruimte elders in Almere voorradig. Tegemoetkomende aan de door de Rijksconsulent aangegeven technologische ontwikkelingen zal een vrijstellingsbevoegdheid worden opgenomen voor bepaalde niet-toegelaten bedrijven; zie voorts het antwoord van de R.IJ.P. naar aanleiding van het commentaar van het o.l. Z.IJ.P. onder B 1.
De Inspectie van de Volksgezondheid voor de Hygiene van het Milieu voor de provincie Overijssel, de Zuidelijke IJsselmeerpolders en de gemeente Dronten te Zwolle
Bij brief van 26 februari 1982, kenmerk 165/vdM/CG, is de volgende reactie ontvangen: A.
De volgende veranderingen worden in de bedrijvenlijst voorgesteld: 1. Compressorstations voor gasvoorziening - categorie 2 - waarvan er slechts 3 of 4 in Nederland bestaan, te vervangen door "gasreduceer-, meet- en regelstations - categorie 2". 2. Aan "drogerijen;enz " toe te voegen:"m.u.v. mest-, grasen groenvoerdrogerijen". 3. Kunstmeststoffeminrichtingen enz van categorie 2 te brengen onder categorie 3. 4. Specerijenmalerij - van categorie 3 te brengen onder categorie
-19-
B. De vermelding van de rubricering mij weinig relevant voor.
volgens
het Hinderbesluit
komt
C. 1. Het begrip "ontspanningsinrichting" ware nader te verduidelijken. Alsdan ware te bezien of een bedrijventerrein een geeigende locatie kan bieden. 2. Bij de omschrijving "voedingsen genotmiddelen;inr. etc. is door een ongelukkige vervlechting met "vruchtenstroopfabrieken". de eigen categorie-aanduiding weggevallen. Antwoord R.IJ.P. A. 1 t/m 4: Deze wijzigingen zullen worden overgenomen. B. Deze rubricering is niet meer relevant en zal worden verwijderd. C. 1. In het op korte termijn te voeren bilateraal ov^erleg zal het begrip "ontspanningsinrichting" aan de orde worden gesteld. 2. Dit zal worden gecorrigeerd. De tekst dient te luiden: "voedings- en genotmiddelen; inrichtingen uitsluitend of in hoofdzaak tot het bakken van -"/categorie 2. "vruchtenstroopfabrieken"/categorie 4. De N.V.
P.G.E.M. te Harderwijk
Bij brief van 12 maart 1982, kenmerk Jur/JB/Dlu, is de volgende reactie ontvangen: 2. Gemist wordt een vrijstelling kamers ten behoeve van de
voor transformatorruimten stadsverwarming.
en
regel-
Antwoord R.IJ.P. 1. Bestaande transformatorruimten zijn ingetekend volgens de bestemming "Maatschappelijke doeleinden" (M4), terwijl ze voorts in de bestemming "Groendoeleinden" worden toegelaten (lid 2a, 4b en 4c). Stadsverwarming komt niet voor in Almere-Haven; een vrijstellingsbepaling voor regelkamers t.b.v. stadsverwarming is dus niet nodig. De Hoofdingenieur-Directeur voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer in de provincie Overijssel te Zwolle Bij brief van 28 april 1982, kenmerk L 729, is de volgende reactie ontvangen : Aangezien het referentiekader in de vorm van een actueel vastgesteld en goedgekeurd streekplan voor Almere en omgeving ontbreekt kan beoordeling van het voorliggende plan slechts marginaal zijn. Ten aanzien van de in het ontwerp gehanteerde netto woningdichtheid van 27 woningen per hectare, merk ik op dat deze norm zeer ver verwijderd is van het door de Rijksoverheid gehanteerde minimum voor gebieden waar halteplaatsen voor het stedelijk en stadsgewestelijk openbaar vervoer binnen loopafstanden aanwezig zijn. In de structuurschets voor de Verstedelijking is als minimumnorm 45 woningen per hectare opgenomen. Deze norm wordt door de Rijksoverheid gehanteerd bij de toetsing van het ruimtelijke beleid op provinciaal en lokaal niveau. Mijns inziens ware ook ingeval de Rijksoverheid zelf plannen voor nieuwe woongebieden ontwikkelt, deze minimumnorm als richtlijn aan te houden. Ik constateer overigens dat de ontwikkeling van het plangebied nagenoeg geheel is voltooid, mede reden waarom ik mijn reactie tot het bovenstaande beperk.
-20-
Antwoord R.IJ.P. Als referentiekader dient het in 1974 vastgestelde Struetuurschema AlmereHaven en de Aanvulling op dit plan uit 1979 te worden gebruikt. Beide zijn u toegezonden naar aanleiding van uw commentaar bij de plannen De Steiger en de Paal 1981 en De Hoven 1981. De in het plangebied voorkomende netto woningdichtheid is relatief gering, maar sluit goed aan bij de geplande dichtheden uit de bovengenoemde plannen. Gezien de ligging op de overgang van stedelijk naar groengebied is gekozen voor relatief geringe bebouwingsdichtheden. Rond de centraal in het plangebied gelegen bushalte is een hogere woningdichtheid gerealiseerd (netto ca. 50 won./ha), waardoor de centrum-ligging wordt benadrukt. Nagenoeg alle woningen zijn binnen 400 meter afstand van de halte en de buurtvoorzieningen gelegen; voor alle bewoners zijn het openbaar vervoer en de benodigde dagelijkse voorzieningen binnen loopafstand aanwezig.
Leiystad, mei 1982
VOORSCHRIFTEN, behorende bij het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel 11 van de Wet openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" De Marken 1981
INHOUD VAN DE VOORSCHRIFTEN
HOOFDSTUK
I
ALGEMENE BEPALINGEN
Begripsbepalingen Wijze van meten Algemene bouwbepalingen Vrijstellingen Wijzigingsbevoegdheid HOOFDSTUK
II
BESTEMMINGEN EN GEBRUIK
Woondoeleinden (W) Garages (G) Buurtcentrum (Be) Maatschappelijke doeleinden (M) Verkeer (V) Verblijfsgebied (Vgeb) Tuin (T) Bedrijfsdoeleinden (B) Kantoordoeleinden (K) Water Groendoeleinden Gebruiksbepalingen HOOFDSTUK III
art. 1 art. 2 art. 3 art. 4 art. 5
art. art. art. art. art. art. art. art. art. art. art. art.
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overgangsbepalingen ten aanzien van het bouwen Strafbepalingen Slotbepaling LIJST VAN BEDRIJFSVESTIGINGEN
art. 18 art. 19 art. 20
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel
1
Begripsomschrijvingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming^ van gronden ex artikel 11 van de Wet openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" en vervat in de gewaarmerkte kaart(en) en voorschriften. 2. bouwperceel \
de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij een be.staand of op te richten bouwwerk of complex van bij elkaar behorende bouwwerken. 3. bouwgrens een uit de plankaart en uit de voorschriften voortvloeiende lijn die de grens vormt van gronden waarop bebouwing is toegestaan. 4. peil de hoogte van: de kruin van de weg ter plaatse van het bouwwerk, indien de hoofdtoegang van het bouwwerk direkt grenst aan de weg; de hoogte van het terrein na het bouwrijp maken daarvan. 5. bouwwerk elke constructie van enige omvang, van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direkt hetzij indirekt met de grond verbonden is, hetzij direkt hetzij indirekt steun vindt in of op de grond. 6. gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
4
7. hoofdgebouw een gebouw, dat belangrijk en bepalend is voor het funktioneren van een bouwperceel en waarin niet zijn begrepen aangebouwde gebouwen met een zelfstandig dak, die rechtstreeks van buiten toegankelijk zijn en naar de verschijningsvorm ondergeschikte ruimten vormen. 8. bijgebouw een gebouw, met een zelfstandig dak, dat naar de verschijningsvorm een ondergeschikte ruimte vormt bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat, indien het is aangebouwd rechtstreeks van buiten toegankelijk is. 9. vrijstaande woning een woning die niet aan een andere woning is gebouwd, anders dan door middel van een bijgebouw.
Algemene bepalingen
10. half-vrijstaande
woning
een woning die met ten hoogste een gevel aan een andere woning is gebouwd, anders dan door middel van een bijgebouw.
11.
beneden-woning
een woning gelegen in de begane grond bouwlaag en waarboven een andere woning is gebouwd.
12.
boven-woning
een woning niet gelegen in de begane grond bouwlaag.
13.
bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die daar met het oog op de bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf of het funktioneren van de desbetreffende vestiging aanwezig is.
14.
carport
een overdekte stallingsgelegenheid voor motorvoertuigen, met niet meer dan 2 wanden.
15. ambachtelijke
bedrijfsvoering
a. de uitoefening van een timmer-, loodgieters- en schildersbedrijf, stoffeerderij, koperslagerij, lijstmakerij, elektrotechnisch installatiebedrijf, bedrijf voor rijwielherstelling, smederij, kwekerij, bloemisterij en soortgelijke bedrijven, welke worden gekenmerkt door hetgeen is vermeld in sub b; b. een bedrijf, waarvan de uitoefening plaats heeft onder (een van) de volgende omstandigheden: - het produktieproces wordt grotendeels met de hand of althaas niet in hoofdzaak gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen, die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven, uitgevoerd; - voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid; - als nevenaktiviteit van ondergeschikt belang is het ten verkoop uitstallen, verkopen of leveren van ter plaatse be- of verwerkte goederen toegestaan.
16. industriele
bedrijfsvoering
het ondernemingsgewijze vervaardigen of bewerken van goederen.
17.
groothandel
het ondernemingsgewijze te koop aanbieden, ten verkoop uitstallen, verkopen of leveren van goederen aan wederverkopers of voor het aanwenden in een andere onderneming.
18. bedrijfscategorie
1
een vestiging opgenomen in categorie 1 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van bedrijfsvestigingen, in welke categorie de vestigingen zijn genoemd, die door hun aard verspreid door een woonwijk of woonbuurt nodig en/of toelaatbaar zijn.
19. bedrijfscategorie
2
een vestiging opgenomen in categorie 2 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van bedrijfsvestigingen, in welke categorie de vestigingen zijn genoemd, die door hun aard geconcentreerd in een gedeelte van een woonwijk of woonbuurt nodig en/of toelaatbaar zijn.
Algemene bepalingen
20. bedrijfscategorie
3
een vestiging opgenomen in categorie 3 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van bedrijfsvestigingen, in welke categorie de vestigingen zijn genoemd, die door hun aard aan de rand van een woonwijk of woonbuurt nodig en/of toelaatbaar zijn.
21-.
kernhoofdweg
een weg met gescheiden rijbanen en een of twee rijstroken per richting waarop geen rechtstreekse ontsluiting van woningen en andere gebouwen plaatsvindt, die uitsluitend dient voor gemotoriseerd verkeer (met uitzondering van bromfietsen) en die de verbinding vormt tussen het regionale of landelijke wegennet enerzijds en de wijk- en buurtwegen anderzijds.
22.
wijkweg
een weg met een rijbaan en een rijstrook per richting of met gescheiden rijbanen en twee rijstroken per richting, waarop geen rechtstreekse ontsluiting van woningen en andere gebouwen plaatsvindt, die uitsluitend dient voor gemotoriseerd verkeer (met uitzondering van bromfietsen) en die de verbinding vormt tussen een kernhoofdweg en een buurtweg.
23.
buurtweg
een weg met een rijbaan en een rijstrook per richting waarop rechtstreeks ontsluiting van woningen plaatsvindt, die dient voor alle verkeerssoorten en die de verbinding vormt tussen kernhoofdwegen en wijkwegen enerzijds en een woonbuurt anderzijds.
24. openbaar
vervoersbaan
een weg die uitsluitend dient voor voertuigen ten dienste van het openbaar vervoer.
25.
verblijfsgebied
een gebied dat geschikt is en dient voor verblijf en verplaatsing bepaald door en gericht op de aangrenzende of naburige bestemmingen.
26.
beplanting
alle vormen van gewas. Voor zover en zolang de gemeentelijke indeling voor de in het plan vervatte gronden nog niet heeft plaatsgevonden wordt verstaan onder:
27a. de
gemeente
het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders".
27b. burgemeester
en
wethouders
de landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" gehoord het Dagelijks Adviescollege.
27c. de
gemeenteraad
de landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" in overeenstemming met de Adviesraad. Voor zover en zolang de provinciale indeling voor de in het plan vervatte gronden nog niet heeft plaatsgevonden wordt verstaan onder:
28a. gedeputeerde
staten
de Minister van Binnenlandse Zaken.
Algemene bepalingen
Artikel
2
Wijze
van meten
Bij toepassing van deze voorschriften gelden de volgende bepalingen: a.
het grondoppervlak van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de gemeenschappelijke scheidingsmuren op de begane grond bouwlaag; b. de inhoud van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke, scheidingsmuren en dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen en boven peil, met dien verstande dat: - bij woonruimten in gebouwen, die niet uitsluitend voor bewoning zijn bestemd, de inhoud van de woning wordt gemeten boven de afgewerkte vloer van de woonlaag c.q. woonlagen en - autoboxen, schuren en bergingen, voor zover deze groter zijn dan 6 m2 aaneengesloten, bij een berekening van de inhoud van een woning buiten beschouwing blijven; c. de bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt; d. de goothoogte c.q. boeiboordhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de snijlijn van gevelvlak en dakvlak, met dien verstande dat: bij bouwwerken, waarop een of meer dakkapellen over meer dan 50% van de dakbreedte en binnen 1.00 m uit de betreffende gevel aanwezig zijn, de genoemde hoogte wordt gemeten vanaf het peil tot aan de snijlijn van het gevelvlak en het dakvlak van de dakkapel(len); bij bouwwerken, die geen gebouwen zijn en die niet zijn voorzien van een aanwijsbaar dakvlak, de genoemde hoogte wordt gemeten overeenkomstig de bouwhoogte; e. de breedte van een bouwwerk wordt gemeten van en tot de buitenkant van de buitenste zijgevel, danwel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat bij niet evenwijdig lopende zijgevels het gemiddelde tussen de grootste en de kleinste breedte wordt gemeten; f. de afstand tussen een bouwwerk en een zijdelingse perceelgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelgrens gelegen punt van dat bouwwerk en haaks op de perceelgrens.
Algemene bouwbepalingen
Artikel
3
Algemene
bouwbepalingen
1. Een bouwwerk mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. een bouwwerk dient te worden gebouwd binnen: de in deze voorschriften uitdrukkelijk aangegeven goothoogten c.q. boeiboordhoogten of bouwhoogten; de op de kaart achter de bestemmingsaanduiding in meters aangegeven goothoogten c.q. boeiboordhoogten of bouwhoogten, voor zover deze hoogten niet uitdrukkelijk in de voorschriften zijn aangegeven; de overige uit deze voorschriften en uit de kaart voortvloeiende bouwgrenzen; b. indien op de plankaart de aanwijzing "zonder gebouwen" (zg) is aangegeven, zijn op de betreffende gronden geen gebouwen toelaatbaar; c. indien op de plankaart een bebouwingspercentage is aangegeven, mag van het oppervlak van elk bouwperceel binnen de betreffende bouw- A grenzen ten hoogste dat percentage worden bebouwd; ™ d. tenzij in dit plan uitdrukkelijk anders wordt bepaald, mag een bouwhoogte een voorgeschreven goothoogte c.q. boeiboordhoogte van 3.00 m of minder met niet meer dan 2.50 m en een voorgeschreven goothoogte c.q. boeiboordhoogte van meer dan 3.00 m met niet meer dan 4.50 m overschrijden. 2. De in lid 1 bedoelde bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door: a. topgevels en dakkapellen; b. delen van een bouwwerk die gezamenlijk de bouwhoogte met niet meer dan 10% overschrijden over ten hoogste 20% van het grondoppervlak van dat bouwwerk; c. delen van gebouwen, waarvan de grootste horizontale doorsnede niet meer dan 1.00 m x 1.00 m bedraagt en die een goothoogte c.q. boeiboordhoogte of een bouwhoogte overschrijden; d. ondergrondse leidingen; e. gevelbekledingen, gevelversieringen en afvoerkanalen, die een bouwgrens met niet meer dan 0.12 m overschrijden; I f. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, die voor zover zij niet worden aangebracht in gronden die mede voor openbaar toegankelijke verhardingen zijn bestemd, de bouwgrens met niet meer dan 1.00 m overschrijden; g. overstekende daken, overstekende goten, overbouwingen, erkers, balkons, galerijen, luifels, hijsinrichtingen, laadbuizen, stortgoten, stort- en zuigbuizen, die een bouwgrens met niet meer dan 1.50 m overschrijden en die niet lager aangebracht worden dan 4.20 m boven een rijweg en niet lager dan 2.20 m boven andere gronden die mede voor openbaar toegankelijke verhardingen zijn bestemd; h. stoepen en stoeptreden, die niet worden aangebracht in gronden die mede voor openbaar toegankelijke verhardingen zijn bestemd.
Algemene bepalingen
Artikel
4
Vrijstellingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van: a. het bepaalde in dit plan voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasdrukregel- en meetstations, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen, openbare toitetgebouwtjes en gemaalgebouwtjes, mits: het grondoppervlak van een gebouw niet meer dan 50 m2 bedraagt; de goothoogte c.q. boeiboordhoogte van de gebouwen niet meer dan 3.00 m bedraagt; b. het bepaalde in artikel 3 (Algemene bouwbepalingen) voor het bouwen van bouwwerken met een hogere goot- c.q.boeiboorjlhoogte of bouwhoogte of met een groter bebouwingspercentage dan voortvloeit uit het bepaalde van lid 1 van dit artikel, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 10% van hetgeen uit dit lid voortvloeit; c. het bepaalde in artikel 6 (Woondoeleinden) lid 3 voor het bouwen van gebouwen in een zijerfafscheiding of op een afstand uit een zijerfafscheiding die kleiner is dan de voorgeschreven afstand, alsmede van een voorgeschreven onderlinge afstand; d. het bepaalde in artikel 13 (Bedrijfsdoeleinden) lid 2 voor het vestigen van niet-toegelaten bedrijven, doch uitsluitend indien de betreffende bedrijven volgens een daartoe strekkend advies van de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid en Milieuhygiene niet meer gevaar c.q. hinder opleveren voor het woon- en leefmilieu dan de in het plan ter plaatse toegelaten bedrijven; e. het bepaalde in artikel 13 (Bedrijfsdoeleinden), artikel 14 (Kantoordoeleinden) en artikel 16 (Groendoeleinden) voor het bouwen van windturbines, mits daarvan: de hoogte gemeten tot aan de wiekenas niet meer bedraagt dan 15.00 m; de afstand gemeten tot aan enige erfafscheiding van het betreffende bouwperceel niet minder bedraagt dan 3.5 x de diameter van de wieken; de afstand gemeten tot aan enige windturbine niet minder bedraagt dan 7 x de diameter van de wieken; f. het bepaalde in artikel 16 (Groendoeleinden) voor het bouwen van gebouwen voor recreatieve doeleinden, niet voor bewoning bedoeld, mits: de goothoogte c.q. boeiboordhoogte van de gebouwen niet meer dan 4.00 m en het grondoppervlak van een gebouw niet meer dan 25 m2 bedraagt; het gezamenlijk bebouwingsoppervlak ten hoogste 250 m2 bedraagt.
Algemene bepalingen
Artikel
5
Wijzigingsbevoegdheid
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming van de gronden met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden", welke aangegeven zijn met de aanwijzing "wijzigingsbevoegdheid I", te wijzigen in de bestemming "Woondoeleinden" met inachtneming van de aanwijzingen op de plankaart voor wat betreft de bouwhoogten en het bebouwingspercentage en de volgende regels. 2• 22§l£iB^£S25££^EiiYi2S De in lid 1 genoemde gronden dienen te worden bestemd voor woondoeleinden en daarmee in verband staande doeleinden. 3• Y22I^i§5iSS£S * Op de in lid 1 genoemde gronden zijn de volgende voorzieningen toelaatbaar: a. woningen; b. groenvoorzieningen; c. verkeersvoorzieningen. 4. Stedebouwkundige_richtlijrien a. de toegelaten woningtypen zijn aaneengesloten boven- en benedenwoningen; b. het toegelaten aantal woningen bedraagt ten minste 50 en ten hoogste 125; c. per woning dient ten minste 1 parkeerplaats te worden geprojekteerd; d. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: - van gebouwde erfafscheidingen ten hoogste 1.80 m; - van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 m x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; - van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m; e. de toegelaten afstand tussen de zijgevel ven een gebouw en een zijerfafscheiding bedraagt: - bij hoofdgebouwen voorzover deze niet in de erfafscheiding worden gebouwd, ten minste 1.50 m; f. de toegelaten afstand bedraagt: - tussen gebouwen ter weerszijden van een zijerfafscheiding ten minste de som van de voor elk van de gebouwen voorgeschreven afstand tot die zijerfafscheiding. 5- Het_glan_wordt_uitsluitend_gewiJEiS^_52£_iD2£ll£DS5}iD£_Y2D_2,2_Y2l££D2,2_22E5^fc| lingen ^^^ a. het ontwerp-besluit, waarbij toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ligt met de bijbehorende stukken gedurende twee weken ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage; b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging te voren in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking vermeldt de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van bezwaren bij burgemeester en wethouders gedurende de onder a genoemde termijn; d. indien tegen het ontwerp-besluit bezwaren zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed; e. burgemeester en wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede; f. bij het ter goedkeuring aanbieden van het besluit aan Gedeputeerde Staten worden de ingediende bezwaarschriften overlegd; g. burgemeester en wethouders doen mededeling van het besluit van Gedeputeerde Staten aan hen die bezwaren hebben ingediend.
HOOFDSTUK II
Artikel 6
BESTEMMINGEN EN GEBRUIK
Woondoeleinden
(W)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven, zijn bestemd voor woondoeleinden. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor woondoeleinden zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor woondoeleinden; b. beplantingen en verhardingen. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. de toegelaten woningtypen zijn: vrijstaande woningen op de gronden met de aanwijzing "vrijstaand" (v); niet-vrijstaande (boven- en beneden)-woningen op de gronden zonder aanwijzing; b. het toegelaten aantal woningen boven elkaar bedraagt ten hoogste het aantal dat met inachtneming van de toegelaten goothoogte c.q. boeiboordhoogte ter plaatse mogelijk is; c. de toegelaten voorgevelbreedte bedraagt: van vrijstaande woningen ten minste 6.50 m; van niet-vrijstaande woningen ten minste 5.00 m; d. de toegelaten inhoud bedraagt: van een woning ten minste 150 m3; van een vrijstaande woning ten hoogste 1000 m3; van een niet-vrijstaande woning ten hoogste 600 m3; e. het toegelaten (gezamenlijk) grondoppervlak bedraagt: van bijgebouwen, waaronder garages,bij een woning, waartoe geen gronden met de aanwijzing W3 behoren, ten hoogste 40 m2; van bijgebouwen bij een woning, waartoe gronden met de aanwijzing W3 behoren met een grondoppervlak van minder dan 48 m2 ten hoogste 12 m2; van bijgebouwen bij een woning, waartoe gronden met de aanwijzing W3 behoren met een grondoppervlak van 48 m2 of meer, van die gronden ten hoogste 25%; f. de toegelaten goothoogte c.q. boeiboordhoogte bedraagt: van bijgebouwen ten hoogste 3.00 m; g. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: . ... van woningen op de gronden met de aanwijzing "hi" in afwijking van het bepaalde in art. 3 lid Id ten hoogste de toegestane goothoogte c.q. boeiboordhoogte; van gebouwde erfafscheidingen ten hoogste 1.80 m; van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 meter ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m;
Bestemmingen en gebruik
10
de toegelaten afstand tussen de zijgevel van een gebouw en een zijerfaf scheiding bedraagt: bij vrijstaande woningen ten minste 3.00 m; bij overige woningen voor zover deze niet in de erfscheiding worden gebouwd ten minste 1.50 m; de toegelaten afstand bedraagt: tussen gebouwen ter weerszijde van een zijerfscheiding ten minste de som van de voor elk van de gebouwen voorgeschreven afstand tot die zijerfscheiding.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
7 Garages
1 I
(G)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor de berging van voertuigen en andere niet voor de handel bestemde goederen.
Voorzieningen 2. Op de gronden die voor garages zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de berging van voertuigen en andere niet voor de handel bestemde goederen; b. beplantingen en verhardingen.
Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. het toegelaten aantal garages naast elkaar bedraagt het aantal dat met inachtneming van de toegelaten voorgevelbreedte ter plaatse mogelijk is; b. de toegelaten voorgevelbreedte bedraagt ten hoogste 3.50 m; c. de toegelaten hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4.00 m;
Bestemmingen en gebruik
Artikel
8 Buurtcentrum
12
(Be)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor buurtcentrum. Voorzieningen . 2. Op de gronden die voor buurtcentrum zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor: detailhandel- en dienstverlenende bedrijven; ambachtelijke bedrijven; culturele en kantoordoeleinden; b. beplantingen en verhardingen. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken, gelden de aanwijzingen op de plankaart^ en de volgende bepalingen: a. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
9 Maatschappelijke
13
doeleinden
(M)
Doeleindenomschri jving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven, zijn bestemd voor maatschappelijke doeleinden. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor maatschappelijke doeleinden zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen, met uitzondering van dienstwoningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor het openbare bestuur, medische, onderwijskundige, sociale en culturele instellingen en daarmee gelijk te stellen nietcommerciele instellingen; b. beplantingen en verhardingen. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken, gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van gebouwde erfafscheidingen ten hoogste 1.80 m; van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m; b. de toegelaten afstand tussen de zijgevel van een gebouw en een zijerfafscheiding bedraagt: bij hoofdgebouwen voorzover deze niet in de erfafscheiding worden gebouwd, ten minste 1.50 m; c. de toegelaten afstand bedraagt: tussen gebouwen ter weerszijden van een zijerfafscheiding ten minste de som van de voor elk van de gebouwen voorgeschreven afstand tot die zijerfafscheiding.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
10 Verkeer
14
(V)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor verkeersdoeleinden. Voorzieningen ^2".ftp'de gronden die voor verkeersdoeleinden zijn bestemd zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor verkeersdoeleinden met uitzondering van motorbrandstofverkooppunten; b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor openbare nutsbedrijven; c. geluidwerende voorzieningen; * d. beplantingen en verhardingen. ™ Ruimtelijke indeling 3. Bij de ruimtelijke indeling van de in lid 1 genoemde gronden gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende specifieke gebruiksbepalingen: a. de op de kaart aangegeven dwarsprofielen moeten in acht worden genomen; b. de gronden met de aanwijzing "openbaar vervoersbaan" (ov) dienen beschikbaar te zijn voor het openbaar vervoer. Bouwvoorschriften 4. Bij het bouwen van bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. het toegelaten grondoppervlak bedraagt: van een gebouw voor verkeersdoeleinden ten hoogste 20 m2; van een gebouw voor openbare nutsbedrijven ten hoogste 20 m2; b. de toegelaten goothoogte c.q. boeiboordhoogte bedraagt: van gebouwen voor verkeersdiensten ten hoogste 3.00 m; van gebouwen voor openbare nutsbedrijven ten hoogste 4.00 m; M c. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: ™ van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 m ten hoogste 10.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
11 Verblijfsgebied
15
(Vgeb)
Doeleindenomschri jving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor verblijfsgebied. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor verblijfsgebied zijn bestemd zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: ., a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor openbare nutsbedrijven; b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor verkeersdoeleinden, met uitzondering van motorbrandstofverkooppunten; c. geluidwerende voorzieningen; d. beplantingen en verhardingen. Ruimtelijke indeling 3. Bij de ruimtelijke indeling van de in lid 1 genoemde gronden gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende specifieke gebruiksbepalingen: a. de op de kaart aangegeven dwarsprofielen moeten in acht genomen worden. Bouwvoorschriften 4. Bij het bouwen van de bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. het toegelaten grondoppervlak bedraagt: van een gebouw voor openbare nutsbedrijven ten hoogste 20 m2; van een gebouw voor verkeersdoeleinden ten hoogste 20 m2; b. de toegelaten goothoogte c.q. boeiboordhoogte bedraagt: van gebouwen voor openbare nutsbedrijven ten hoogste 3 . 0 0 m; van gebouwen voor verkeersdoeleinden ten hoogste 4 . 0 0 m; c. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 m x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
12
16
Tuin
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor tuinen. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor tuin zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. beplantingen en verhardingen. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken, gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van gebouwde erfafscheidingen ten hoogste 1.00 m; van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 1.50 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
13
Bedrijfsdoeleinden
17
(B)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven, zijn bestemd voor bedrijfsdoeleinden. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor bedrijfsdoeleinden zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bedrijfs-/ dienstwoningen voor: detailhandelsbedrijven in automobielen, caravans, boten, niet voor huishoudelijk gebruik bedoelde motoren en machines, brandgevaarlijke goederen en milieuverstorende goederen; industrieele bedrijven als genoemd in categorie 1 t/m 3 van de lijst van bedrijfsvestigingen, behorende bij deze voorschriften; bedrijven die niet Hinderwetplichtig zijn ingevolge artikel 1 van het Hinderwetbesluit zoals dit luidt ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan; ambachtelijke bedrijven en groothandelsbedrijven. b. de genoemde bedrijven zijn toelaatbaar tenzij het betreft: bedrijven die tevens andere detailhandelsbedrijven zijn dan genoemd in lid 2 onder a; bedrijven die tevens lawaaimakende bedrijven zijn als genoemd in categorie A, voorkomende in het besluit van 15 oktober 1981 houdende aanwijzing van categorieen inrichtingen als bedoeld in artikel 16, lid 2 van de Wet Geluidhinder, zoals deze luidt op de datum van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. het toegelaten aantal bedrijfswoningen bedraagt: per bedrijf een b. de toegelaten voorgevelbreedte bedraagt: van bedrijfswoningen ten minste 5.00 m; c. de toegelaten inhoud bedraagt: van bedrijfswoningen ten minste 150 m3; van bedrijfswoningen ten hoogste 800 m3; d. het toegelaten gezamenlijk grondoppervlak van de bijgebouwen bedraagt: bij een bedrijfswoning ten hoogste 40 m2; e. de toegelaten goothoogte bedraagt: van niet in een gebouw opgenomen bedrijfswoningen ten hoogste 6 .00 m; van bijgebouwen bij een bedrijfswoning ten hoogste 3 .00 m; f. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 m ten hoogste 6 00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4 .00 m; g. de toegelaten afstand bedraagt: tussen hoofdgebouwen die niet behoren tot hetzelfde bedrijf en die niet aaneengebouwd worden ten minste 3.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
14 Kantoordoeleinden
18
(K)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor kantoordoeleinden. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor kantoordoeleinden zijn bestemd, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bedrijfs-/ dienstwoningen voor: kantoorbedrijven. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. het toegelaten aantal bedrijfswoningen bedraagt: per bedrijf een b. de toegelaten voorgevelbreedte bedraagt: van bedrijfswoningen ten minste 5.00 m; c. de toegelaten inhoud bedraagt: van bedrijfswoningen ten minste 150 m3; van bedrijfswoningen ten hoogste 800 m3; d. het toegelaten gezamenlijk grondoppervlak van de bijgebouwen bedraagt: bij een bedrijfswoning ten hoogste 40 m2; e. de toegelaten goothoogte bedraagt: van niet in een gebouw opgenomen bedrijfswoningen ten hoogste 6.00 m; van bijgebouwen bij een bedrijfswoning ten hoogste 3.00 m; f. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m; g. de toegelaten afstand bedraagt: tussen hoofdgebouwen die niet behoren tot hetzelfde bedrijf en die niet aaneengebouwd worden ten minste 3.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
19
15 Water
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor water. Voorzieningen 2. Op de gronden die zijn bestemd voor water, zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. water ten behoeve van waterberging, waterhuishouding, recreatie en scheepvaartverkeer; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; c. beplantingen en verhardingen. Bouwvoorschriften 3. Bij het bouwen van bouwwerken gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 m x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
16
20
Groendoeleinden
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart als zodanig aangegeven zijn bestemd voor groendoeleinden. Voorzieningen 2. Op de gronden die voor groenvoorzieningen zijn bestemd zijn in verband met deze bestemming toelaatbaar: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor openbare nutsbedrijven; b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor verkeersdoeleinden, met uitzondering van motorbrandstofverkooppunten; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor nutstuinen op de gronden met^ de aanwijzing "nutstuinen" (nt); ™ d. geluidwerende voorzieningen; e. beplantingen en verhardingen. Ruimtelijke indeling 3. Bij de ruimtelijke indeling van de in lid 1 genoemde gronden gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende specifieke gebruiksbepaling: a. de gronden met de aanwijzing "nutstuinen" (nt) dienen beschikbaar te zijn voor nutstuinen.
Bouwvoorschriften 4. Bij het bouwen van bouwwerken, gelden de aanwijzingen op de plankaart en de volgende bepalingen: a. niet toelaatbaar is: het bouwen van gebouwen voor verkeersdoeleinden op een afstand van meer dan 5.00 m uit gronden met de bestemming verkeer; b. het toegelaten grondoppervlak bedraagt: van een gebouw voor openbare nutsbedrijven ten hoogste 20 m2; van een gebouw voor verkeersdoeleinden ten hoogste 20 m2; c. de toegelaten goothoogte c.q. boeiboordhoogte bedraagt: van gebouwen voor openbare nutsbedrijven ten hoogste 4.00 m; van gebouwen voor verkeersdoeleinden ten hoogste 3.00 m; d. de toegelaten bouwhoogte bedraagt: van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grondoppervlak van niet meer dan 1.00 m x 1.00 m ten hoogste 6.00 m; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 4.00 m.
Bestemmingen en gebruik
Artikel
17
21
Gebruiksbepalingen
1. Het is verboden de onbebouwde gronden en bouwwerken binnen het plan te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of voor doeleinden die strijdig zijn met een uit het plan voortvloeiende bestemming, tenzij het betreft: a. het voortzetten van het gebruik dat reeds bij het van kracht worden van het plan daarmee in strijd is; b. het veranderen van het onder a genoemde (strijdige) gebruik in een gebruik dat in mindere mate in strijd is met het ingevolge dit plan toegelaten gebruik; c. het opslaan van goederen, noodzakelijk in verband met het realiseren of het instandhouden van een ingevolge dit plan toegelaten gebruik of een bestanddeel daarvan.
2. Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in elk geval verstaan: a. het gebruiken van de onbebouwde gronden als crossterrein voor gemotoriseerde voertuigen, uitstallingsplaats, opslagplaats of standplaats voor toer- of stacaravans, woonwagens en tenthuisjes, tenzij het een gebruik dat als zodanig uitdrukkelijk in de voorschriften (bestemming) is toegestaan of het een toercaravan op de grond bij een woning betreft; b. het gebruik van een tot een bedrijf behorend bouwwerk voor niet bedrijfsgebonden recreatie (sportbeoefening); c. het voor het uitoefenen van detailhandel gebruiken van (de bouwwerken op) gronden bestemd voor bedrijfsvoering, die niet (mede) voor detailhandel zijn bestemd tenzij als nevenaktiviteit van ondergeschikt belang in direkt verband met de soort van bedrijfsvoering. 3. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 indien strikte toepassing van het verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door drmgende redenen gerechtvaardigd wordt.
.
HOOFDSTUK III
Artikel
18
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overgangsbepalingen
ten aanzien
22
van het
bouwen
Bouwwerken die hetzij met ingang van de dag van tervisielegging van het ontwerp van het plan reeds bestaan, hetzij in uitvoering zijn of gebouwd mogen worden krachtens een verleende of nog te verlenen bouwvergunning en die afwijken van het plan mogen: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, en met ten hoogste 10% van de inhoud worden uitgebreid; b. geheel worden vernieuwd, zo nodig met overschrijding van de be^^ bouwingsgrenzen, indien zij zijn verwoest door een calamiteit, mits^^ de afwijkingen ten opzichte van het plan - behoudens een eventuele uitbreiding van ten hoogste 10% van de inhoud - niet worden vergroot en de bouwvergunning binnen drie jaar na het tenietgaan zal zijn aangevraagd; een en ander behoudens onteigening overeenkomstig de wet.
Artikel
19
Strafbaarheid
van
overtredingen
Het overtreden van het bepaalde in artikel 17 (gebruiksbepalingen) lid 1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel
20
Slotbepaling
Dit plan kan worden aangehaald onder de naam "De Marken 1981",
Aidus vastgesteld door de Hoofddirecteur van de Rijksdienst <^) &3 voor de IJsselmeerpolders d.d. // februati
de Hoofddirecteur
Goedgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 5^jU.Li / c?C?v3
de Minister,
"LIJST VAN BEDRIJFSVESTIGINGEN", deel uitmakende van de voorschriften van het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden De Marken 1981.
Soort der inrichting A. - aannemersbedrijf - aardappelmeel- en stroopfabrieken - aardewerkfabrieken . - aardappelprodukten; inrichtingen tot het bakken van (prod. cap. > 500 t/j - aardwerkfabrieken met niet anders dan elektrlsche ovens en tot een totale capaciteit van niet meer dan 100 kW . - aardewerkfabrieken met niet anders dan elektrlsche ovens en tot een totale capaciteit van niet meer dan 40 kW - abattoirs - accumulatoren; inrichting tot het vervaardigen, herstellen en laden van - accumulatoren; inrichting tot het herstellen en laden waarbij het machinale vermogen niet meer dan 5 pk mag bedragen - affineerderijen - afval (olieachtig) (terreinopp. > 2 5 0 m2) - afvaltransportbedrijven (terreinopp. > 2 5 0 m2) . . . . - (afvalwaterzuiveringsinstallaties riool- en afvalwater) - afval uit kolenmijnen, inrichtingen voor de verwerklng van - (prod. cap. > 5 0 0 t/j) - afvalverbrandingslnstallatles (verwerklngcap. chemlsch afval > 5 0 0 t/j) - alcoholen, inrichtingen tot het bereiden van (prod. cap. > 500 t/j) - aluminiumfabrieken - aminen, inrichtingen tot het bereiden van - ammonia- en ammoniakzouten fabrieken van . - ammoniakfabrieken , - anulinekleurstoffenfabrieken - aromatische koolwaterstoffen, inrichtingen tot het bereiden van - arsenigzuurfabrieken - as; inrichtingen tot bewaring en verwerklng van - . . . - asbestverwerkende bedrijven (verwerklngscap. > 1 0 t/j) - asfaltkokerijen - asfaltmenginstallaties (verwerklngscap. > 5 0 0 t/j) . . - asfaltverwerkende Industrie - auto(assemblage) Industrie - autobandenhandel . . . - autogarages (klein) - autogasoliepomp-installatie met ondergrondse tanks . . - autokerkhoven (terrein opp. > 2 5 0 m2 - automobielen; herstellnrichtingen voor . - automobielen; herstellnrichtingen voor mits zonder plaatwerkerij - automobielen; herstellnrichtingen voor mits verbonden aan een garagebedrijf
Categorie 5 5 4 4
2 4
3 3 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 4 3 2 2 5 4 2 2
Soort der inrichting Categorie - azoverbindlngen, inrichtingen tot het bereiden van - . 5 - azoxyverbindingen, Inrichtingen tot het bereiden van 5 - azljnzuur, Inrichtingen tot het bereiden van - . . . . 5 - azijnzuuranhydride, inrichtingen tot het bereiden van 5 - azijnfabrleken 4 B. - badlnrlchtingen en sauna's 2 - bagger; inrichtingen tot bewaring en verwerklng van - . 5 - bakkerijen met een verwerkingscapaciteit van niet meer dan 1500 kg me el per week 2 - bakkerijen; inrichtingen tot het vervaardigen van halfprodukten voor 3 - beenderen; inrichting tot het verwerken van 5 ^. - beenderen; inrichting tot bewaring van huiden en - . . 5 ™ - beenzwartbranderijen 5 - beetwortelsuikerfabrleken 5 - behangersbedrijf 2 - benzinepomp-installatie met ondergrondse tanks . . . . 2 - benzine- en olie-opslag/handel bovengrondse opslag . . 4 - benzine; bewaarplaats voor - en andere koolwaterstoffen tot hoeveelheden van niet meer dan 100 m3 4 - benzine of petroleum; inrichtingen tot het bewaren van a. hoeveelheden van niet meer dan 35 m3 benzine, indien de bewaring geschiedt in ondergrondse ketel(s) . . . 2 b. hoeveelheden van niet meer dan 35 m3 petroleum indien de bewaring geschiedt in ondergrondse ketel(s) . . . 2 - benzine, petroleum en andere vluchtlge stoffen, inrichtingen bestemd tot bewaring van -, voor zover betreft: a. hoeveelheden van niet meer dan 35 m3 benzine indien de bewaring geschiedt in ondergrondse ketel(s) en voor zover deze bewaarplaatsen zijn verbonden aan een garagebedrijf ter plaatse 2 • b. hoeveelheden van niet meer dan 2 m3 gezamenlijk, wanneer het petroleum, spiritus of andere vluchtlge stoffen betreft 1 - beproevingsinrichtingen voor verbrandingsmotoren, straalmotoren of turbines 5 - bestrijdlngsmiddelenbedrijven 5 - bestrijdingsmiddelenopslag (opslagcap. > 1 0 ton) . . . 5 - betonemaille; inrichtingen tot het vervaardigen van - . 3 - betonmortelcentrale (prod. cap.> 5000 t/j) 4 - betonmortelcentrale(prod. cap. > 150.000 ton/jaar) . . 5 - betonwarenfabriek . 5 - betonwarenfabrieken met uitzondering van het gebruik van een slagtegelpers 4 - bitumenverwerkende Industrie 5 - bladcomposteringsbedrijven (terreinopp. > 250 m2) . . . 4 - bleekpoederfabrieken 5 - bleekwaterfabrieken 5 - blikfabrieken 5 - blik; inrichtingen tot het verwerken van 4
Soort der inrichting Categorie - bilk; inrichtingen tot het verwerken van -, waarvan de vloeroppervlakte niet meer dan 75 m2 bedraagt 3 - bloeddrogerljen 5 - bontateliers 1 - bloedloogzoutfabrieken 5 - boekbinderijen 3 - borduurinrlchtingen 2 - borstelfabrieken 4 - boterverpakkerijen 3 - bouwmaterialen; inrichtingen tot het bewerken van -, met uitzonderlng van elders in deze staat genoemde inrichtingen mits op een afstand van ten minste 100.00 m uit de woningen, niet zijnde bedrijfswoningen categorie 3 en overigens categorie 4 3/4 - bouwnijverheid- en installatiebedrijven (loodgieters-, elektrotechn.-, schilders-, stucadoorsbedrijven e.d.) . 3 - brandblusapparatenfabrieken 4 - brandbare vloelstoffen, opslag In ondergrondse tanks . 2 - branderijen van pinda's, koffie, cichorei e.d. (meer dan 1 ton/dag) 5 - brei-inrichtingen 3 - brocheerlnrichtlngen 3 - brlketten, inrichtingen tot het bereiden van .... 5 - broodbakkerij (warme bakker) 2 - brood-, koek- en banketfabrleken . . 4 - brouwerijen en mouterijen (prod. cap. >5000 t/j) . . . 5 - butaan; inrichtingen tot bewaring van - (zie onder benzine) C. - cacaofabrleken 5 - cadaverhuis . 5 carborundum, inrichtingen tot het bereiden van (prod. cap. >500 t/j) 5 - carrosseriefabrieken 4 - cartonnage en papierwarenfabrieken 4* - cementfabrleken (prod. cap. >500 t/j) 5 - centrale verwarmingsinstallaties 1 - chemische fabrieken, voor zover niet elders in deze lijst genoemd 5 2 - chemische laboratoria 4 - chemische wasserijen en ververijen - chemische wasserijen met een vermogen van de machinale installatie van niet meer dan 20 pk en een heetwater— installatie met een verwarmend opp. van niet meer dan 10 m2 3 - chemische wasserijen, met een vermogen van de machinale installatie van niet meer dan 10 pk en een heetwaterinstallatie met een verwarmend opp. van niet meer dan 5 m2 2 - chocoladefabrieken 4 - clichSfabrieken 3
Soort der inrichting Categorie - cichoreifabrieken 5 - cokesfabrieken 5 - cocosmatten; inrichtingen tot het vervaardigen van 4 - compressorstations voor gasvoorziening . 5 - confectieatellers • 2 - conservenfabrleken - groenten en fruit (meer dan 25 produktiepersoneelsleden) 4 - constructlewerkplaatsen (open-) 5 - consumptie-ijs; inrichtingen tot het vervaardigen van 4 - consumptie-1js; inrichtingen tot het vervaardigen van -, uitsluitend bestemd voor een winkelbedrljf ter plaatse 2 - copieerinrichtingen 2 gm - cosmetleafabrleken 5 ™ - corsettenfabrieken 2 - creosoteerbedrijven 5 - creosootfabrieken 4 - cyaanverbindingen; inrichtingen tot verkrijging van - . 5 D. - darmslijmerlj-sorteerderij 5 - dekkleden; Inrichtingen tot het vervaardigen en impregneren van 4 - demonstratle-inrichtingen (showrooms) 2 - destructiebedrijven in de zin van de Destructiewet . . 5 - diamantslijperijen 2 - dierlijke afval; inrichtingen tot bewaring en verwerklng van 5 - dierlljke stoffen; inrichtingen tot het roken, smelten of zouten van - . . . 4 - dierlljke stoffen; Inrichtingen tot het roken, smelten of zouten van -, voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een winkelbedrljf ter plaatse 2 - draad- en kabelfabrleken 4 A - dranken (fris-)industrie 4 ™ - drogerljen; inrichtingen waar door kunstmatige verwarming voorwerpen en stoffen worden gedroogd m.u.v. grasdrogerijen 4* - drukkerijen 4 - drukkerijen, waarvan de machinale Installatie een vermogen heeft van niet meer dan 20 pk totaal en in het algemeen van niet meer dan 6 pk per machine 3 - drukkerijen, waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 10 pk totaal en in het algemeen van niet meer dan 4 pk per machine 2 - drukrollenfabrleken 3* E. - elektrlsche centrales: - gas- of olle-gestookte . . . . 5 - kolen-gestookte 5 - elektrlsche energie; inrichtingen met noodaggregaten bestemd t o t h e t opwekken van 2 - elektro-technische installatiebedrijven 2 - emailleerbedrijven . . . . . . . 5 - energiecentrale8 5
Soort der inrichting - erts-malerljen - erts-overslagbedrijven - essence- en extractenfabrieken - eternletfabrieken - explosieven, inrichtingen voor opslag van - (boven de in de hinderwet-minima aangegeven hoeveelheld) . . . . F. - farmaceutische fabrieken - fenolfabrieken - ferrollegerlngen, inrichtingen tot het bereiden van (prod. cap. > 10 t/j) - flessenspoellnrichtingen - flessenspoellnrichtingen, voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse - fosfor (prod. cap. > 10 t/j) - fosforzuurfabrieken (prod. cap. > 10 t/j) - fosgeenfabrieken (prod. cap. "> 10 t/j) - fotochemische Industrie G. - galvaniseerinrichtingen - galvaniseerinrichtingen (nat chemlsch) en metaalharderijen - gassen, inrichtingen tot opslag in drukhouders van samengeperste of onder druk tot vloeistof verdichte, brandbare - (opslag cap. > 5 0 ton) - gasbehandelingstations (verwijdering van kwik, toev. van mercaptanen e.d - gasfabriek - gasdrukregel en meetruimten - gasdrukregel en meetgebouwen (toevoerdruk tot 3 bar) . - gasontvang- en verdeelstations (toevoerdruk > 3 bar) . - gas- en watermeterfabrleken - gehalogeneerde organische verbindingen, inrichtingen tot het bereiden van - gelatinefabrieken, incl. dierlljke lljmen - geneesmiddelen; inrichtingen tot het bewerken en verpakken van - giftige stoffenopslag (opslagcap. > 10 ton) - gipsbranderijen - gist- en spirltusfabrieken - glasfabrieken (prod. cap. >500 t/j) - glasblazerijen - glasblazerijen, behorende tot Instrumentmakerijen . . . - glas in lood; inrichtingen tot het vervaardigen van - . - glasslijperen - en polijsterijen - glasslijperen, voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse - glasvezel producerende en verwerkende bedrijven (prod. cap. > 5 0 0 t/j) - graanopslag en -bewerking (verwerklngscap. > 5000 t/j) - granen en zadenhandel - grafische Industrie
Categorie 5 5 5* 5 5 5 5 5 3* 2* 5 5 5 3 4 5 5 5 5 2 3 4 4 5 5 3 5 5 5 5 5 2 3 3 2 5 4 3 4
Soort der inrichting - granito; inrichtingen tot het vervaardigen van artlkelen - granito; inrichtingen tot het vervaardigen van artlkelen, waarvan de vloeroppervlakte van de werkruimte niet meer dan 50 m2 bedraagt - groenvoerdrogerijen (verwerklngscap. 500 t/j) . . . . - groentedrogerijen (verwerklngscap. 500. t/j) - grofsmederijen H. - halogeenf abrleken - handelsonderneming in chemicalien - harsoliefabrleken - honden-, katten- en nertsenvoerfabrieken (prod. cap. 10 t/j) - hoogovens en staalbedrijven - hotels - houtbewerkingsbedrijven (totale vermogen machinale installatie 50 pk) - houtlmpregneerbedrijven ... - houtwinkels (doe het zelfzaken) - hiJ8- en transportwerktuigen; inrichtingen voor - . . . - hydrofoorlnstallaties I. - instrumentmakerijen - instrumentmakerijen, voor zover behorend bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse . . - ivoorzwartbranderijen K. - kaarsenfabrieken en wasblekerljen - kaarsenfabrieken, waarin uitsluitend elders gerafflneerde paraffine en was worden gebruikt - kabelbranderijen - kalk- en gipsbranderijen (verwerklngscap. 500 t/j) . - kalkfabrleken - kalkmalerijen (verwerklngscap. 500 t/j) - kartonfabriek, -Industrie - kalkblusserijen en bewaarplaatsen van ongebluste kalk . - kalkblusserijen en bewaarplaatsen van ongebluste kalk met een gezamenlijke inhoud van de kalkputten van niet meer dan 10 m3 - keramlsche bedrijven (fijn keramiek, prod. cap. 500 t/j) - ketelmakerijen (stoom- en andere) - keukeninrichtingen voor hotels, restaurants, e.d. . . . - kleefstoffabrieken (niet dierlijk) (prod. cap. 500 t/j) - kleermakerljen - kleding; inrichtingen tot het vervaardigen van - . . . - kleding; inrichting tot het vervaardigen van - . . . . - koelinstallaties - koelinstallaties voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse
Categorie 4 3 5 4 5 5 4 5 5 5 2 4 5 2 4 2 3 2 5 5 4 5 5 5 5 5 4
3 5 5 1 5 1 3 3* 3 1
Soort der inrichting Categorie - koolelectroden7 inrichtingen tot de fabricage van - . . 5 - koolwaterstoffen; Inrichtingen tot bewaring van - (zie onder benzine en propaan) - kruit- en vuurwerkfabrieken 5 - kunstharsfabrieken 5 - kunstmestfabrieken 5 - kunstmestopslag (opslagcap. 500 ton) 5 - kunststoffabrieken (incl. kunsthars) (prod. cap. 500 t/j) 5 - kunstatoffen (macromoleculalre stoffen) inrichtingen waar - worden bewerkt of verwerkt: - opslag pvc, teflon, ABS, polyrethaan 5 - opslag polytheen, -propeen, -amide en EPT 4 - kurkplaat, inrichtingen voor de fabricage van - . . . . 5 - kwlk en kwikverbindingen, inrichtingen tot het verkrljgen van - (prod. cap. 10 t/j) 5 L* - laboratoria 3 - lakkokerijen 5 - landbouwprodukten, malerljen en pellerijen van (prod. cap. 500 t/j) 4 - landbouwprodukten, malerljen en pellerijen van (verwerklngscapacitett 150.000 ton/jaar) 5 - lasinrlchtingen . 3 - lasinrlchtingen voor metalen bulzen 5 - lederwaren en zeildoek artlkelen; inrichtingen tot het vervaardigen van 3 - leerlooierijen (prod. cap. 10 t/J) 5 - llchtreclame artlkelen; inrichtingen tot het vervaardigen van 3 - liftlnstallaties 1 - linoleumfabriek 4 - lingerie ateliers 2 - lompen; inrichtingen bestemd tot verwerken, bewaren en sorteren van 4 - lompen; inrichtingen bestemd tot bewaren en sorteren van - met een voorraad van ten hoogste 5000 kg . . . . 3 - loodgletersbedrijven voor het bouwbedrijf en onderhoudswerken 3 - loodgletersbedrijven voor onderhoudswerken 2 - loodverbindingen; inrichtingen tot verkrljgen van - . . 5 - lood-zink en andere non-ferro metalen; inrichtingen tot het bewerken van 5 - L.P.G.-gas; inrichtingen tot bewaring van - (zie propaan) - luclfersfabrieken 5 - luchtbehandelingsinstallaties .. 2 - luchtscheldingsbedrljven 5 - 11jmfabrleken 5 M. - machinale houtbewerklngsinrichtingen 5 - machinale houtbewerklngsinrichtingen met een vermogen van niet meer dan 40 pk totaal en in het algemeen niet meer dan 7 pk per machine 3
10
Soort der inrichting Categorie - machinale houtbewerklngsinrichtingen met een vermogen van niet meer dan 10 pk totaal en in het algemeen niet meer dan 5 pk per machine 2 - machlnefabrieken (afh. van grootte cat. 4 of 5) . . . . 4/5 - margarinefabriek 4 - meelfabriek 4 - melkfabrleken (incl. uitgiftestatlons) (meer dan 5 produktie-personeelsleden) - melkpoeder- en melkwelpoederfabrieken (prod. cap. > 5000 t/j) 5 - mercaptanen, inrichtingen voor de bereiding van - . . . 5 - mestdrogerijen (terreinopp. 30 m2; bewerkingscap. > 5 0 0 t/j) - mest en mestfabrieken; inrichtingen tot bewaring en verwerklng van - (waaronder begrepen poudretten en kunstguano's) 5 - metaalbewerkende bedrijven met een vermogen van niet 4 meer dan 50 pk totaal en niet meer dan 7 pk per machine - metaalbewerkende (grof) bedrijven: - gesloten inrichtingen 5 - open inrichtingen 5 - (constructiewerkplaatsen, straalinrichtlngen e.d. met een totaal vermogen > 50 pk) 5 - metaaldraaierijen 4 - metaaldraaierijen met een vermogen van niet meer dan 50 pk totaal en in het algemeen niet meer dan 7 pk per machine 3 - metaalsmelterijen en/of gieterijen 5 - metaalsmelterijen en/of gieterijen met een gezamenlijke inhoud van de smeltpotten van maximaal 100 1 - metaalsmelterijen en/of gieterijen met een gezamenlijke 3 inhoud van de smeltpotten van maximaal 25 1 . . . . . . - meubelfabrleken 4 - meubelmakerijen waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 40 pk totaal en in het algemeen niet meer dan 7 pk per machine . . . . . . . . - meubelmakerijen waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 10 pk totaal en in het 2 algemeen niet meer dan 5 pk per machine 4 - mineraalwaterfabrieken ... - mineraalwaterfabrieken waarvan de machinale installatie niet meer bedraagt dan 10 pk - moffelovens; inrichtingen waar - of emailleerovens worden 4 gebezigd • 4 - mortel; Inrichtingen tot het vervaardigen van - . . . . 3 - motorrijwielher8telinrichtlngen - motorrijwlelherstelinrichtingen met een vloeroppervlakte 2 van de werkplaats van niet meer dan 30 m2 4 - muziekinstrumentenfabrieken
11
Soort der inrichting Categorie N. - nitraten en nltrieten, inrichtingen tot het bereiden van 5 - nitro- en nitrozo-verbindingen, inrichtingen tot het bereiden van 5 0. - olien en vetten bereidende of verwerkende bedrijven (prod. cap. > 5000 t/j) 5 - oliekokerijen ... 5 - olieslagerijen 5 - onderwijsdoeleinden; inrichtingen voor 1 - ontvetten van wol; inrichtingen tot het 5 - onverzadigde organische verbindingen met mol. gww. ^ 110, inrichtingen voor de bereiding van 5 - optische; inrichtingen tot het vervaardigen van artlkelen 3 - orthopedische; inrichtingen tot het vervaardigen van artlkelen 3 - orthopedische; inrichtingen tot het vervaardigen van artlkelen voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse 2 - oude metalen, papier en rubber; inrichtingen tot het bewaren van 4 - oude metalen, papier en rubber; inrichtingen tot het bewaren van - in een gesloten gebouw 3 - overslagbedrijven (losgestort materiaal), voor zover niet elders in deze lijst genoemd (afh. opp. cat. 4 of 5) 4/5 P. - pannenbakkerijen 5 - papierfabrieken (houtslijperijen) 5 - papierverwerkende bedrijven (incl. drukkerijen) . . . . 4 - parfumindustrie 5 - patates bakkerij 2 - patentoliefabrieken 5 - petroleum; inrichtingen tot het bewaren van - (zie onder benzine) - petroleum-raffinaderijen . 5 - petro-chemlsche fabrieken (voor zover niet elders In deze lijst genoemd) 5 - pharmaceutische; inrichtingen tot het vervaardigen, bewerken en verpakken van - artlkelen 4 - phosphrusfabrieken 5 - photogeenfabrieken 5 - plaatwerkerijen, metaal5 - plastic en plastlcartikelen; inrichtingen tot het vervaardigen van . . . . . . 4 - plavuisbakkerijen . . . . . 5 - poeliers 2 - poets-, was- en reinigingsmiddelenfabriek 4 - polljsterijen 4 - polljsterijen, waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 6 pk 3 - polyesterbedrijven (afh. van produktiecap. cat. 4 of 5) 4/5 - pompinstallaties 2
12
Soort der inrichting Categorie - propaangas; inrichtingen tot bewaring van - (zie ook onder gassen) ( 1 ) tot 150 liter 2 ( 2 ) tot 2000 liter 3 ( 3 ) tot 20 m3 4 R. - radiatorenherstelplaatsen . 3 - radio-actief afval opwekkingsfabrieken 5 - radio-actleve stoffen, opslagplaatsen van - ( voor B.lab. toegestane hoev.) 5 - radlo-actieve bronnen (ingekapselde), opslagplaatsen van - ( voor B.lab. toegestane hoev.) 5 - reuk- en smaakstoffen- en aromafabrieken (prod. cap. 5 10 t/j) 4 - rloolgemalen, na toevoerleidingen langer dan 3 km . . . 5 - roetfabrleken (prod. cap. 500 t/j) 5 - rubberfabrleken (kunstrubber) 5 S. - salpeterzuurfabrleken . 5 - scheepsbouwwerven 5 - schletbanen (niet militaire) (In open lucht) 4 - schietpatronen; inrichting tot bewaring van - schietpatronen; inrichting tot bewaring van - voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse 2 - schoenenfabrleken 4 2 - schoenen; inrichting tot het herstellen van - sigaren- en sigarettenfabrleken, tabakskerverijen en -drogerljen (afh. van de grootte cat. 4 of 5) 4/5 - sigarenmakerijen en -drogerljen annex tabakskerverijen - drogerljen, waarvan de vloeroppervlakte van de werk3 ruimte niet meer dan 50 m2 bedraagt 5 - Bhredderbedrijven . . 5 - skelterbanen - slachtafval, Inrichtingen voor de be- of verwerklng van niet voor menselijke consumptie bestemd - (verwerklngscap. 100 t/j) 5 4 - slachterijen, slachthuizen 5 - sloperljen voor automobielen - sloperljen voor automobielen, mits het slopen geschiedt in een gesloten gebouw en het opslagterrein niet groter 4 is dan 400 m2 4 - 8mederijen . . . . . . - smederljen (huis-, kachel-, voorts goud- en zllversmederijen) voor zover behorende bij en uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse - smederljen voor ankers en kettingen - smeltzekeringenfabrleken . . . - soda; fabrieken van koolzure, dubbel koolzure- en zwavelzure-sodahydraatfabrieken - specerijmalerijen
13
Soort der Inrichting - speelgoederenfabrleken - speelgoederenfabrleken met een vermogen van niet meer dan 40 pk - speelgoederen; inrichting tot het vervaardigen van voor zover behorende bij een wlnkelbedrljf ter plaatse met een vermogen van niet meer dan 5 pk - spiritus; inrichtingen tot bewaring van - (zie onder benzine) - spijker- en draadnagelfabrieken - steenbakkerljen - steenfabrieken (incl. zandsteen, pannen en plavuizen) . - steenhouwerijen - steenbrekerijen - steen- of grindwininrichtingen - steenkolenoverslaginrichtingen - steenkolenvergassingsinrichtingen - steenzagerijen . . . . . . . . . - steenzagerijen waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 10 pk mits op een afstand van ten minste 100.00 m uit woningen, niet zijnde bedrijfswoningen categorie 3 en overigens categorie 4 . - stereotype-inrichtingen - stikstoffabrieken - stookinstallaties . - strocellulosefabrieken - suikerfabrieken en raffinaderijen - suikerwerkfabrieken - suikerwerkfabrieken, waarvan het vloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 100 m2 T. - tabakverwerkende industrieen (meer dan 5 produktie personeelsleden) - tank op- en overslagbedrijven (opslagcap. > 5 0 0 ton) . - tankercleaningbedrijven . - tapljtfabriek - tectyleerinrichting - teerkokerijen - tegelbakkerijen - tegelbakkerijen met elektrlsche oven - tentmakerij - textielindustrie (met> 50 mechanisch aangedreven weefgetouwen) - textiel(veredelings)industrie . - transformatorstations voor 110 KVA en hoger - transportbedrijven - trekkerijen, staaf-, buis- tricotagefabrieken - turfcokesbranderijen - turfoliefabrieken U. - uienfabriek, -drogerij - uitgiftestations voor melk en melkprodukten
Categorie 4 3
2 5 5 5 3 5 5 5 5 4
3/4 3 5 5 5 5 4 3* 4 5 5 5 4 5 5 4 2 5 4 5 4 5 4* 5 5 5 4*
14
Soort der inrichting Categorie - uitgiftestations voor melk en melkprodukten waarbij alle werkzaamheden, met lnbegrip van laden en lossen, plaatsvinden in een gesloten gebouw 3* V. - vatenfabrlek, (afh. van produktiecap. cat. 4 of 5) . . 4/5 - vatenrenoveerlnrichting 5 - vatenspoelerij 4 - veevoederfabrieken 5* - verbrandingsmotoren; herstellnrichtingen voor - . . . . 4 - verbrandingsmotoren; inrichtingen tot het reviseren van 3 - verenfabrieken 4 - verf- en lakfabrleken (prod. cap. > 500 t/j) 5 - verfindustrie; inrichtingen welke harsen, olien of g vetten verwerken t.b.v. 4 ™ - verfmengerijen, malerljen en kokerijen . . . 4 - verfmengerijen en malerljen en waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 20 pk 3 - verfspultinrichtingen 4 - verfspultinrichtingen met een maximum oppervlakte van de vloer van de spuitinrichting van 35 m2 3 - vertinnerijen 5 - verzinkerijen (niet elektr. chem.) 4 - vetsmelterijen (prod. cap. > 10 t/j) 5 - visconserven, Inrichtingen tot het bereiden van (prod. cap. > 500 t/j) 4 - visverwerkende bedrijven 5 - vis; inrichtingen tot het bewaren en bewerken van - . . 4 - vis; inrichtingen tot het bewaren en bewerken van -, mits het gehele bedrijf in een gesloten gebouw Is ondergebracht 3 - vlasroterijen 5 - vlechterijen; metaaldraad 4 i - vleesbewerkingsinrichtingen voor zover behorende bij en ™ uitsluitend bedoeld voor een wlnkelbedrljf ter plaatse 2 - vleeswarenfabrieken 4* - voedings- en grootmiddelen; inrichtingen uitsluitend of in hoofdzaak tot het bakken van 4 - voertuigen, werkplaatsen voor revisie van - (vloeropp. 250 m2) 4 - vruchtenstroopfabrieken 4* - vuilverbranding (huis- en industrievuil) (niet chemlsch) (verwerklngscap. > 5 0 0 t/j) 5 - vulcaniseerinrichtingen 5 - vulcaniseerinrichtingen, waarvan de vloeroppervlakte van de werkruimte, niet meer dan 250 m2 bedraagt . . . 4* - vulcaniseerinrichtingen, waarvan de vloeroppervlakte van de werkruimte, niet meer dan 100 m2 bedraagt . . . 3* - vulpenhouders; inrichtingen tot het vervaardigen van 3 - vuurwerkfabrleken 5 W. - wagenmakerijen 4 - wagemakerijen, waarvan de machinale Installatie een vermogen heeft van niet meer dan 10 pk 3
15
Soort der Inrichting - walserijen . 7 - wasserijen voor linnen e.d.\. - wasserijen voor lljfgoederen - wasserijen voor lljfgoederen waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 20 pk, de heetwaterlnstallatle een verwarmend opp. heeft van niet meer dan 10 m2 - wasserijen voor lljfgoederen waarvan de machinale installatie een vermogen heeft van niet meer dan 10 pk, de heetwaterlnstallatle een verwarmend opp. heeft van niet meer dan 5m2 - wasserijen voor lompen - watermeters; inrichtingen tot het herstellen van - . . - wegenbouwbedrijf . - weverijen; metaaldraad . . . . . . - woningstoffeerderijen . IJ.- ijsfabrieken - 1jzergieterijen Z. - zandstralen; Inrichtingen tot het - of op daarmede overeenkomende wijze bewerken van voorwerpen - zeepfabrieken (prod. cap. 500 t/j) - zeeppoederfabrleken (prod. cap. 500 t/J) - zeepziederijen . - zeilmakerljen - zelfbedieningswasserij (wasserettes) - ziekenhuizen; inrichtingen verbonden aan - zinkverbindingen, Inrichtingen tot verkrljgen van - . . - zoutzuurfabrleken - zuive Ifabrleken - zuurstof- en acetyleengasfabrieken - zuurstof- en acetyleengasfabrieken - zwavelkoolstoffabrieken - zwavelzuurfabrieken
*) Mite niet
met kolen woi*dt
geetookt.
Categorie 4 4
3*
2* 4* 3 4 4 2 4 5 4 5 5 5 2 2 1 5 5 4* 5 5 5 5
VERWIJZINGSBLAD
De o f f i c i e l e t e k e n i n g behorende bij d i t goedgekeurde bestemmingsplan i s a p a r t opgeborgen i n de s e m i - s t a t i s c h a r c h i e f r u i m t e bij het bureau p o s t - , a r c h i e f - en documentatiezaken van de c e n t r a l e a f d e l i n g i n t e r n e zaken.
Archief openbaar lichaar Zuidelijke IJsselmeerpolders
RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS SMEDINGHUIS L E L Y S T A D
OVERDRACHT GOEDGEKEURDE PLANNEN EX ARTIKEL 11 WET OPENBAARLICHAAM "ZUIDELIJKE IJSSELMEERPOLDERS'
Hiermede verklaart de secretaris van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" te hebben ontvangen de originele, door de Minister van Verkeer en Waterstaat ondertekende, plankaarten met bijbehorende toelichting en voorschriften voor de vier volgende gebieden, alsmede het originele besluit vaarbij de Minister voornoemd, genoemde plannen heeft goedgekeurd. Het_betreft: 1. Plan "Bedrijventerrein E" te Almere-Buiten bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24769. 2. Plan "Centrum A-Noord" te Almere-Buiten bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24771. 3. Plan "Sportvelden West 1981" te Almere-Haven bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24773.
0
Plan "De Marken 1981" te Almere-Haven bij haar besluit van 5 juli 1983, nr. A 24775.
Leiystad, juli 1983
voor afgifte: De Directeur Stedebouw en Openbare Werken
voor ontvangst: De Secretaris van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders"
Ir. C D . van der Wildt
A.C. van der Vliet
/
ARCHIEF Ontwerp-plannen ex artikel 11 Wet openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders (bestemmingsplannen). De landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders maakt bekend, dat de minister van Verkeer en Waterstaat op 5 juli T983 de volgende plannen ex artikel 11 Wet openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders heeft goedgekeurd: •»
" B e d r i j v e n t e r r e i n E" "Centrum A-Noord" "Sportvelden West 1981" "De Marken 1981"
(Almere-Buiten) (Almere-Buiten) (Almere-Haven) (Almere-Haven)
De plannen l i g g e n vanaf maandag 22 a u g u s t u s 1983 op de volgende p l a a t s e n t e r inzage: - in h e t i n f o r m a t i e c e n t r u m van het openbaar lichaam Z u i d e l i j k e I J s s e l m e e r p o l d e r s in h e t s t a d h u i s t e Almere-Stad, Z o e t e l a a r p a s s a g e 2 ( o p e n i n g s t i j d e n maandag t/m v r i j d a g van 08.30 uur t o t 17.00 uur en op donderdag t o t 21.00 u u r ) ; - in het i n f o r m a t i e c e n t r u m van h e t openbaar lichaam Z u i d e l i j k e I J s s e l m e e r p o l d e r s i n gebouw C o r r o s i a , Markt 1 t e Almere-Haven ( o p e n i n g s t i j d e n maandag t/m v r i j d a g van 08.30 uur t o t 17.00 u u r ) ; - i n gebouw M e e r e s t e i n , F l e v o s t r a a t t e A l m e r e - S t a d ; - b i j de R i j k s d i e n s t voor de I J s s e l m e e r p o l d e r s , Zuiderwagenplein 2 t e Leiystad. Voor nadere i n l i c h t i n g e n van de z i j d e van h e t openbaar lichaam Z u i d e l i j k e I J s s e l m e e r p o l d e r s kunt u z i c h wenden t o t de a f d e l i n g algemene en j u r i d i s c h e zaken van de d i r e c t i e S t a d s o n t w i k k e l i n g , V o l k s h u i s v e s t i n g en Gemeentewerken i n h e t s t a d h u i s t e Almere-Stad (kamer 207, t e l . 03240-99574). Almere, 17 a u g u s t u s 1983. De l a n d d r o s t .
ONTWERP-PLANNEN EX ARTIKEL 11 WET OPENBAAR LICHAAM ZUIDELIJKE IJSSELMEERPOLDERS (BESTEMMINGSPLANNEN) (\ika*L g&^\ l^-d-^ De landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders maakt bekend, dat de minister van Verkeer en Waterstaat op 5 juli 1983 de volgende plannen ex artikel 11 Wet openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders heeft goedgekeurd: - Bedrijventerrein E (Almere-Buiten) - Centrum A-Noord (Almere-Buiten) - Sportvelden West 1981 (Almere-Haven) - De Marken 1981 (Almere-Haven) De plannen liggen vanaf maandag 22 augustus 1983 op de volgende plaatsen ter inzage: - in het informatiecentrum van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders in het stadhuis te Almere-Stad, Zoetelaarpassage 2 (openingstijden maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 17.00 uur en op donderdag tot 21.00 uur); - in het informatiecentrum van net openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders in gebouw Corrosia, Markt 1 te Almere-Haven (openingstijden ••* maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 17.00 uur); - in gebouw Meerestein, Flevostraat te Almere-Stad; - bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Zuiderwagenplein 2 te Leiystad. Voor nadere inlichtingen van de zijde van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders kunt u zich wenden tot de afdeling algemene en juridische zaken van de directie Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Gemeentewerken in het stadhuis te Almere-Stad (kamer 207, tel. 03240-99574).
/