Montagehand leiding i FIX
Editie 18/03/2014
Pagina | 7
de permanente verplichte aanwezigheid van twee personen voor de volledige duur van de montage zodat bij een eventueel ongeval snel hulp kan worden geboden of de hulpdiensten kunnen worden opgeroepen. de nodige dakwerken moeten door erkende dakwerkers worden uitgevoerd. alle elektrische bekabelingswerken voor wisselstroom en gelijkstroom moeten door een elektricien worden uitgevoerd. Hierbij moet DIN VDE 0100 deel 712 – inrichting van laagspanningsinstallaties worden gevolg. Montage: Fotovoltaïsche installaties mogen alleen door personen gemonteerd en in gebruik worden genomen die hiervoor een vakopleiding hebben gevolgd (een beroepsof een vakopleiding) of het bewijs van voldoende ervaring in conforme installaties kunnen voorleggen. Gedurende de volledige montageperiode moet worden veiliggesteld dat ten minste een exemplaar van de montagehandleiding op de werf aanwezig is en wordt gevolgd. iFIX wordt voortdurend verder ontwikkeld. Dit betekent ook dat montagevoorschiften kunnen veranderen. Daarom moet worden nagegaan dat altijd de laatste versie van de montagehandleiding wordt gebruikt. De actuele versies van de documenten vindt u onder http://eviax.nl/eviax-downloads/ Voor de opbouw van de fotovoltaïsche installatie moet worden nagegaan of de dakdichting in overeenstemming is met DIN 18531. Om beschadigingen in de tijd te voorkomen moet de draagkracht van het dakoppervlak in combinatie met iFIX worden gecontroleerd. Voor grinddaken zijngeen beschermmatten onder de iFIX-platen worden vereist, op voorwaarde dat de iFIX-platen op het grind worden geplaatst. Bij een bitumineuze dakbedekking moeten iFIX-hoofdplaten worden gebruikt met voorgemonteerde beschermmatten. Als de dakhuid bestaat uit een kunststoffolie moeten iFIX-hoofdplaten worden gebruikt met alkalibestendige beschermmatten om te voorkomen dat de dakhuid broos wordt. De producent van de folie moet bevestigen dat de folie compatibel is met de beschermmat. Tegelmatten mogen nooit als onderlaag worden gebruikt en moeten worden beschouwd als gevaarlijk. Bij plaatselijke inzinkingen van de dakhuid waardoor plassen kunnen ontstaan, moet een egalisatie worden doorgevoerd door onderlagen te plaatsen die geschikt zijn voor de bestaande dakbekleding en om het dakoppervlak gelijk te maken. Bij gebruik van de optionele beschermmatten, die ter plaatse op maat kunnen worden gesneden, wordt aangeraden om aan de zuidzijde een strook beschermmat van minstens 11 cm onder de rand van de iFIX-hoofdplaat te leggen om contact met de dakhuid te voorkomen. Als de iFIX-plaatdelen op de werf zelf worden bijgesneden, moet ervoor worden gezorgd dat de standvastigheid van de plaat niet wordt beïnvloed en moeten de afgesneden randen zo worden behandeld dat niemand er zich kan aan verwonden en dat de dakhuid door de scherpe hoeken en randen niet worden beschadigd. De montagevoorschriften van de producent van de fotovoltaïsche modules moeten worden gevolgd zodat de klemming van de fotovoltaïsche module beslist wordt
Montagehand leiding i FIX
Editie 18/03/2014
Pagina | 9
Potentiële bliksemafleiding: De bliksemafleiding van een fotovoltaïsche installatie en deze voor het daaronderliggende gebouw moet worden uitgewerkt door een specialist in de materie. Het begrip potentiële bliksemafleiding wordt gebruikt om de verbindingen, klemmen, enz. te benoemen die in het kader van een bliksemafleidingsinstallatie de actieve bliksemstroom moeten afleiden. Elk van deze bouwelementen moeten daarom in het kader van een grondige test worden gecontroleerd en gecertificeerd. De potentiële bliksemafleiding van een onderstelsysteem is voor deze probleemstelling volgens ons niet relevant omdat het draagsysteem niet als afleider of als vangstang wordt gebruikt in het kader van een bliksemafleiding. De bliksemafleidingsinstallatie moet normaal gezien volledig onafhankelijk van de fotovoltaïsche installatie worden gepland. Als algemene regel geldt dat een gedefinieerde scheidingsafstand tussen de fotovoltaïsche installatie en een bliksemafleidingsinstallatie is aangewezen. In specifieke gevallen is het toegelaten dat het onderstelsysteem met de bliksemafleiding wordt verbonden. Dan moet echter worden rekening gehouden met de inkoppeling van de bliksemstromen in de elektrische installatie. In dit geval is het belangrijk dat de interne potentiaalverbindingen van het onderstel op de correcte wijze laagohmig en met een voldoende grote diameter worden verbonden. Dit is het geval bij het iFIX-systeem zoals werd bewezen door een onafhankelijke keuring van de potentiële bliksemafleiding in overeenstemming met DIN EN 50164-1 en DIN EN 62305-3. Raadpleeg hiervoor de afzonderlijke bijlage "iFIX-richtlijn bliksemafleiding". De te volgen richtlijnen voor het plaatsen en inrichten van de bliksemafleiding, aardgeleiding en potentiaal zijn: DIN EN 62305
Blitzschutz (bliksemafleiding)
DIN VDE 0185 Teil 1-4
Blitzschutz (In het bijzonder Teil 3 Beiblatt 5) (bliksemafleiding in het bijzonder deel 3 bijlage 5)
DIN VDE 0100 Teil 410
Erdung (aardgeleiding)
DIN VDE 0105
Betrieb von elektrischen Anlagen (gebruik van elektrische installaties)
DIN VDE 0298
Elektrische Leitungen (elektrische bekabeling)
Voor een veilige en correcte montage van het systeem leest u eerst alle montagestappen door. Het nodige materiaal wordt per montagestap aangegeven. Bij montageproblemen of vragen met betrekking tot het systeem neemt u contact op met onze servicetelefoon: 033 422 1594