Jaarbericht 2012
Jaarbericht 2012
Jaarbericht 2012
Voorwoord
Koen van Velsen Spoorbouwmeester Juni 2013
2012 was het eerste jaar van mijn tweede periode als Spoorbouwmeester. Maar bovenal was 2012 het jaar van het ver nieuwde Spoorbeeld. Dat kwam dankzij de grote inspanningen van alle betrok kenen gereed en is goedgekeurd als uit gangspunt voor beleid door de Directies van ProRail en NS. Op 10 oktober werd het nieuwe Spoor beeld gepresenteerd in bijzijn van Marion Gout-van Sinderen (ProRail) en Bert Meerstadt (NS). Samen spraken we af dat de focus de komende tijd vooral zal liggen op het realiseren van de ambities van het Spoorbeeld. Dat wordt een be langrijke volgende stap; één waar we allemaal naar uitzien. Want hoe inspi rerend het formuleren van beleid en het voorbereiden van projecten ook is, uit eindelijk gaat het om de implementatie in de praktijk. Naast de inhoudelijke kant is het Spoor beeld ook in de vorm sterk vernieuwend. Het boekwerk werd een website. Een digitale drager waar iedereen heel makkelijk de relevante en meest actuele visies, deelvisies, ontwerpuitgangs punten en uitwerkingen van ProRail en NS kan vinden. Bovendien laat de website duidelijk zien hoe de verschillende schaalniveaus van het spoor zich tot elkaar verhouden. Opgedeeld in route onderdelen – net als dit Jaarbericht trouwens – laat het zien dat het station en de stationsomgeving, het spoor en de spooromgeving en natuurlijk ook de trein allen nauw met elkaar verbonden zijn. Samen bepalen zij de reisbeleving. Ik heb er vertrouwen in dat het nieuwe Spoorbeeld de samenwerking tussen alle partijen die betrokken zijn bij het spoor verder zal verbeteren. Bovendien verwacht ik dat we dankzij dit nieuwe fundament effectiever zullen worden. Met meer inspiratie en doordrongen van de brede context van het spoor gaat het Spoorbeeld ons helpen om projecten efficiënter tot stand te brengen. Natuurlijk alles met als doel
VII
het vergroten van de belevingswaarde en het nog aantrekkelijker maken van het openbaar vervoer voor een zo groot mogelijke groep reizigers. Naast het Spoorbeeld is er afgelopen jaar veel energie gestoken in de realisatie van visies en projecten. Een grote inspanning is verricht bij de ont wikkeling en aanbesteding van de nieuwe Stationsoutillage. De resultaten zullen tot in de loop van 2013 op veel stations in Nederland zichtbaar worden. Ook het Stationsconcept in Tijdelijke Situaties (SITS) – de visie die borgt dat stations ook tijdens (ingrijpende) verbouwingen helder en toegankelijk blijven – is op verschillende plekken zichtbaar geworden. Andere tastbare resultaten zijn de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) die op Amsterdam Zuid na volop in aanbouw zijn of zelfs hun voltooiing naderen. Het is razend knap dat dit allemaal gebeurt terwijl de stations volop in bedrijf zijn. In de verschillende NSP Kwaliteitsteams en Bouwmeestersoverleggen werd het afgelopen jaar overigens veel gesproken over het verbinden van de stations met de omliggend stedelijke context. Dit geheel in lijn met het Spoorbeeld en de intenties van de NSP die behalve goede stations ook een bijdrage moeten leveren aan de stedelijke ontwikkeling. Daarnaast werd door ons bureau een bijdrage geleverd aan het borgen van de oorspronkelijk afgesproken kwaliteiten. Deze HSL haltes verdienen het immers uit te groeien tot optimale OV terminals. Natuurlijk is het niet allemaal ‘groots en meeslepend’ waar we in 2012 mee bezig waren. We werkten ook met evenveel overtuiging aan vele (ogenschijnlijk) kleine projecten: van toiletvoorzieningen, het aanpassen van verlichting tot bewegwijze ring en fietsvoorzieningen. Ook de kleine en middelgrote stations kregen aan dacht, bijvoorbeeld binnen het project Prettig Wachten. Dit is een belangrijke ontwikkeling want deze stations dragen net zo hard bij aan de beleving van de reis als de NSP’s en alle andere grote stations.
VIII
De resultaten van het werk en de goede, vaak intensieve samenwerking tussen spoorpartijen, gemeenten, rijksoverheid en talloze andere partijen geven energie om ook in 2013 voortvarend door te gaan met de vernieuwing en verbetering van het spoor. Daarbij zullen we blijven werken aan de vervaardiging van inspi rerende documenten en uitwerkingen van het Spoorbeeld, al zal de focus, zoals aangegeven, toch vooral komen te liggen op hetgeen de afgelopen jaren is bedacht.
Inhoud
Voorwoord VII
Spoorbeeld 11 Station Visies 14 Projecten 18 Programma’s 21 Stationsomgeving Projecten 30 Programma’s 35 Spoor Projecten 38 Programma’s 41 Spooromgeving Projecten 44 Programma’s 47 Trein Programma’s 50
Bureau Spoorbouwmeester 51
Spoorbeeld
11
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de totstandkoming van het nieuwe Spoorbeeld. Opgesteld vanuit het perspectief van de reiziger en de omgeving presenteert het Spoorbeeld de algemene, dragende visies, kaders en vormgevingsprincipes die betrekking hebben op de beleving van en omgang met het spoor. Daarbij gaat de aandacht uit naar de gehele route: de ervaring van de reis, de transfer en het verblijf op en rond het station en het spoor. Het Spoorbeeld stimuleert het besef dat iedere opgave onderdeel is van een groter geheel. Door een consequente toepassing, zorgt het voor overzicht en gebruiksgemak. Zo groeit het gevoel van vertrouwen, comfort en veiligheid bij de reizigers en blijft het spoor begrijpelijk en toegankelijk voor iedereen.
In 2012 heeft het nieuwe Spoorbeeld het gehele goedkeuringstraject doorlopen. Dit leidde op 10 oktober 2012 tot de offi ciële lancering door President-directeur ProRail Marion Gout-van Sinderen, President-directeur NS Bert Meerstadt en Spoorbouwmeester Koen van Velsen. Zij onderschreven het belang van een integrale aanpak van de opgaven rond het spoor. Het Spoorbeeld zal daarin een centrale, bindende en vooral inspi rerende rol spelen. Geheel in stijl werd het Spoorbeeld gepresenteerd op de plek waar nu al volop wordt gebouwd aan de toekomst van het spoor: het in aan bouw zijnde nieuwe Utrecht CS, boven de sporen 18 en 19. Tijdens de bijeen komst werd door vijf sprekers ingegaan op de betekenis en de verschillende facetten van het Spoorbeeld.
2012 was in zekere zin het ‘oogstjaar’. Veel studies en essays kwamen gereed; een voor een bijdragen die van waarde zijn geweest voor de inhoudelijke ver nieuwing. Bovendien werd gewerkt aan een nieuwe drager: een website die voor iedereen toegankelijk en overal eenvoudig te raadplegen is. De digitale vorm maakt bovendien updates een stuk makkelijker. Zo wordt geborgd dat steeds de meest actuele versies van visies, deelvisies, kaders en ontwerp uitgangspunten beschikbaar zijn. Daarnaast bevat de site inspiratiepagina’s en een nieuwsrubriek.
Het nieuwe Spoorbeeld is digitaal voor iedereen beschikbaar via www.spoorbeeld.nl
Het geheel is zo georganiseerd dat ieder een die te maken heeft met opgaven op en rond het spoor makkelijk alle relevante informatie tot zich kan nemen. Daartoe biedt de site inzicht in de verschillende routeonderdelen: station, stationsomgeving, spoor, spooromgeving en de trein zelf. Per onderdeel zijn de relevante deelvisies, kaders en ontwerp principes makkelijk terug te vinden. Daarnaast stimuleert de site om links te leggen tussen de verschillende schaal niveaus. Het daagt uit om verder te kijken en met plezier en enthousiasme vanuit het Spoorbeeld te werken.
Jaarbericht 2012
Station
14
Visies
Onder het station worden die plekken en gebouwen verstaan waar de trein stopt en reizigers in, uit of overstappen. Het station markeert het begin of eindpunt van de (trein)reis. Tot het station behoren de plekken voor ontvangst, reis en verblijf. Daarnaast heeft het station een directe wisselwerking met de omgeving. Stations hebben een duidelijk publiek karakter. Doel is om bij alle stationsprojecten – van groot tot klein – te werken vanuit een brede visie op de totale opgave: integraal, bewust van de context, de noodzakelijke functionaliteit en de beleving van aankomende en ver trekkende reizigers.
Visie op informatie en reclame In 2011 is gestart met het ontwikkeling van de Visie op informatie. De visie heeft het Stationsconcept als vertrekpunt en benoemt ontwerpuitgangspunten voor de verschillende soorten informatie op stations. Ook brengt het hiërarchie aan en wordt het beleid rond programmering en inrichting beschreven. Uitgangspunt is het perspectief van de reiziger. Welke informatie is op welk moment het meest relevant? Waarop moet wanneer de focus van de reiziger liggen? En welke in formatie dient in de context of de marge een plek te krijgen? De visie benoemt daarbij vijf lagen: infostructuur, lijn en vervoerder, lokale informatie, media en retail en als laatste services. Ook wordt aandacht besteed aan ongeregu leerde uitingen – van demonstraties tot flashmobs – en de bijdrage die virtuele en digitale informatie kan leveren bij de informatieoverdracht op stations. In 2012 zijn de visie en de bijbehorende inrichtingsprincipes in concept gereed gekomen. Ook is een eerste verkenning van de informatielagen gemaakt. Verder vond een inventarisatie plaats van de behoeften van stakeholders en is het concept getoetst op de raakvlakken met bestaand beleid. Uiteindelijk zal de
visie moeten resulteren in een concreet instrument voor ontwerpers, ontwikke laars en beheerders. In 2013 zullen daartoe de visie en de bijbehorende inrichtingsprincipes en handboeken worden afgerond. Op weg hiernaartoe zal een review plaatsvinden en zal de visie in de vorm van een pilot een eerste uitwerking krijgen op twee stations. Visie Stationsconcept in tijdelijke situaties (SITS) De Nederlandse spoorsector heeft te maken met één van de grootste bouw opgaven uit zijn geschiedenis. Veel grote en middelgrote stations worden momen teel langdurig en grondig verbouwd. Ook veel kleinere stations worden aangepast om up-to-date te blijven. Tijdens de bouw moeten stations natuurlijk gewoon in gebruik blijven, hoe ingrijpend de werkzaamheden ook zijn. Het blijft dan van belang dat reizigers op een veilige en prettige manier hun weg kunnen vinden. Hier biedt de Visie Stationsconcept in tijdelijke situaties (SITS) uitkomst. Volgend uit de visie is in 2012 versie 2.0 van het SITS handboek vastgesteld en goedgekeurd door de directies van NS en ProRail. Dienend als handleiding biedt het houvast aan opdrachtgevers en
Visie Stationsconcept in tijdelijke situaties station Utrecht Centraal ontwerp SITS: OPERA
Jaarbericht 2012
Station
15
voor fotojournalistiek, het systeem voor hun reizende fototentoonstelling. Visie op verlichting Hoe kan door de aanpassing van de verlichting en zonder in te leveren op kwaliteit het energieverbruik op stations beperkt worden? Deze vraag stond cen traal in een werkgroep die in 2012 voor ProRail aan de hand van nieuwe en be proefde technieken (en gezond verstand) de mogelijkheden in kaart bracht. Bureau Spoorbouwmeester had zitting in de kennisgroep efficiënte stations verlichting. Het bureau adviseerde en bevroeg de deelnemers over de ruimte lijke aspecten en de belevingskwaliteit van verlichting. In 2012 werd bovendien de richtlijn over de verlichting op stations, Richtlijn 12, vernieuwd. Waar de richtlijn in het verleden vooral technisch van aard was, kan met de vernieuwing meer richting gegeven worden aan de ‘menselijke’ aspecten van verlichting. Bureau Spoorbouwmeester werkte mee aan de aanpassing van Richtlijn 12. Omdat licht en verlichting bepalend zijn voor de beleving van de stations en het welbevinden van reizigers en personeel, zal Bureau Spoorbouwmeester in 2013 samen met ProRail en NS een Visie
op Verlichting opstellen. Aanvullend op Richtlijn 12 zal deze ingaan op de mogelijkheden van licht en verlichting, bijvoorbeeld bij het versterken van de leesbaarheid van, en de routes door het station. Licht wordt hierbij afgestemd op de gewenste ervaring zoals omschreven in het Spoorbeeld. Visie op kunst Kunst heeft een bijzondere positie binnen het spoor. Het is bij uitstek een middel om de ervaring te intensiveren en reizigers bewust te maken van hun omgeving en van elkaar. Met kunst kan bovendien een nieuwe invulling worden gegeven aan de traditie van spoor iconografie, ambacht en thematiek van het reizen. Ook kan het worden ingezet om een brug naar de omgeving te slaan. Begin 2012 is daarom besloten de Visie op kunst, waarvan de ontwikkeling in 2011 van start ging, integraal onderdeel te maken van het vernieuwde Spoorbeeld. De basis vormde een essay over de toe passing van kunst bij het spoor die is om gewerkt tot een algemene beleidstekst. Deze is vervolgens per routeonderdeel nader uitgewerkt. Ook is een methodiek ontwikkeld die helpt bij het bepalen van de opgave. Verder zijn ter inspiratie een
Visie op Kunst station Amsterdam Amstel
Station
opdrachtnemers bij de verbouwing van stations en stationsomgevingen. SITS legt de focus niet zozeer op het voorkomen van bouwoverlast, maar op het behoud van belangrijke kenmerken van het station: veilig, leesbaar en prettig. Dat gebeurt onder meer met een maat systeem dat reizigers door de tijdelijke situatie leidt. Op deze manier wordt ook in tijdelijke situaties de vertrouwde ordening en vormgeving van functies en (informatie)voorzieningen geborgd. Het systeem, bestaande uit frames en panelen, is flexibel en simpel her te ge bruiken. Het Handboek is terug te vinden op de Spoorbeeld website en tevens ver krijgbaar als geprint magazine. In Utrecht, Breda en Arnhem wordt het systeem al volop gebruikt. Ook bij niet NSP-stations wordt het systeem steeds vaker toegepast, zoals in Delft en Heerlen Maankwartier. Uit klanttevredenheid blijkt dat SITS een positieve uitwerking heeft op de ervaring van reizigers. De volgende stap is dat de visie een vanzelf sprekend beleidsonderdeel wordt voor iedereen die in en aan de stations omgeving werkt. Illustratief voor succes is dat het SITS maatsysteem zelfs buiten de verbouwingsfunctie toegepast wordt. Zo gebruikt de Zilveren Camera, een prijs
16
die aansluit op de stationsdomeinen en de inhoudelijke vertrekpunten van de Spoorbeeldvisie op Kunst. In 2013 moet dit leiden tot een definitief, door alle partijen onderschreven document. Omgang kunsterfgoed Met de sloop van het huidige station Heerlen gaat ook een markant kunstwerk verloren. Het door kunstenaar Hans Truijen vervaardigde glas-in-loodraam is een karakteristieke afbeelding die in heldere kleuren allerlei aspecten van het reizen laat zien: aankomst, vertrek, afscheid, weerzien en de karakteristieke gele NS-treinen in het Limburgse land schap. Sinds 1985 was dit opvallende werk een herkenningspunt voor hen die van en naar Heerlen reisden. Voor de sloop van het station is het kunstwerk gedocumenteerd en gefotografeerd. Daarna is het verwijderd en geschonken aan Atelier Joëlle d’Alsace in Lanaken, België. Voor Bureau Spoorbouwmeester was het aanleiding om na te denken over de omgang met bestaande kunstwerken in de spooromgeving. Conclusie was dat er een procedure en afwegingskader moet komen die uitkomst biedt in de omgang met (toegepaste) kunst bij beheer, onderhoud, verbouw en nieuw bouw van stations. Dit voorstel zal in
2013 nader worden besproken met de stationseigenaren NS en ProRail. Waardestellingen en erfgoed Een verantwoorde omgang met cultuur historisch waardevolle stationsgebouwen en ander ‘spoorerfgoed’ is een belangrijk aandachtspunt van Bureau Spoorbouw meester. Speciale aandacht gaat uit naar De Collectie: de vijftig geselecteerde stations die samen een representatief beeld geven van het gebouwenbezit van NS en ProRail. Met NS en ProRail zijn af spraken gemaakt hoe voor de Collectie stations de cultuurhistorische waarde het best in beeld gebracht kan worden en hoe de meerwaarde van dat erfgoed een positieve bijdrage kan leveren aan de verdere ontwikkeling. Waardestellingen spelen daarin een belangrijke rol. In 2011 zijn hiervoor in opdracht van ProRail en NS kaders opgesteld. In 2012 is op initiatief van Bureau Spoorbouwmeester een vervolgstap gezet. Op basis van het onderzoek dat uiteindelijk leidde tot De Collectie is gestart met een project waarbij alle vijftig Collectiestations cultuurhistorisch onderzocht worden en worden voorzien van een waardestelling. Het onderzoek helpt om de bijzondere en kenmerkende eigenschappen van
Visie op kunst; Omgang kunsterfgoed station Heerlen Glas-in-loodraam van Hans Truijen
Jaarbericht 2012
aantal goede (en recente) voorbeelden verzameld van kunsttoepassingen. Bureau Spoorbouwmeester had een belangrijke adviserende rol bij de tot standkoming van de visie. Met NS en ProRail is afgelopen jaar tevens gestart met de ontwikkeling van een methodiek voor de toepassing van kunst als sfeerimpuls op stations. De wens van NS en ProRail is om beheerders een tool te bieden waarmee zij snel en zelfstandig kleine, tijdelijke sfeerimpul sen kunnen realiseren: kwalitatief goed en gewaardeerd door de reizigers. Dat kan onder meer door het begeleiden van de beheerders in het benoemen van de opgave, het kiezen van een kunstenaar en ondersteuning tijdens de realisatie. Daarnaast kan een toolbox met uitge werkte ‘recepten’ van vaste, vooraf ge selecteerde kunstenaars van dienst zijn. Denk daarbij aan recepten om wachten verblijfsruimten te verlevendigen; recepten om karakteristieke plekken zoals perron, voorplein, fietsenstalling, tunnels te markeren; of recepten om bepaalde voor de reiziger betekenisloze delen te verhullen: van bestaande trafo’s tot blinde wanden van winkel- of beheerdersruimten. In 2012 is onder de werktitel Toolbox Light een start gemaakt met een dergelijke methodiek
17
worden door Bureau Spoorbouwmeester en een externe onafhankelijke specialist gescreend en van commentaar voorzien. Na verwerking van het commentaar wor den de onderzoeken afgerond en krijgen de rapporten een definitieve status. Inmiddels zijn elf rapporten afgerond: Amsterdam Amstel, Almere Centrum, Doetinchem, type Beilen, Bussum Zuid, Den Haag HS, Nijmegen, Rotterdam Noord, Sneek, Zwolle en Wolvega. Andere bevinden zich in de onderzoekof conceptfase. Eind 2013 zal het groot ste deel van de rapporten definitief zijn. Naast de Collectiestations gebruikt NS Stations de bovengenoemde kaders inmiddels ook voor waardestellende onderzoeken bij stations die niet bij de Collectie behoren maar wel een monu mentale status hebben. Behoud Spoorerfgoed: prijs voor Seinhuis Post T Maastricht Op 14 november 2012 werd in het Hulst kampgebouw te Rotterdam de Betonprijs Vitaal Beton 2012 uitgereikt. Seinhuis Post T te Maastricht, een gebouw van NS Stations, werd de winnaar in de categorie reparatie. Dit object is in 2003 door NS in nauwe samenwerking met Bureau Spoorbouwmeester hersteld. Het heeft geresulteerd in een prachtig
resultaat voor een bevlogen initiatief en principieel enthousiasme. Het markante witte seinhuis, een ontwerp van architect Van Ravesteyn, heeft de status van Rijks monument. Tot 1985 deed het seinhuis dienst maar raakte daarna in verval. Het scheelde weinig of het unieke gebouwtje was gesloopt. Het seinhuis is het laatste nog gave voorbeeld van de vele door Van Ravensteyn voor de Nederlandse Spoorwegen ontworpen seinhuizen. Door de goede, geheel op de bedrijfstechnisch hoge eisen aansluitende vormgeving mogelijk door een ingenieuze betonnen draagconstructie - is het seinhuis niet alleen een goed en representatief voor beeld uit het werk van Van Ravensteyn, maar ook van het bouwtechnisch en bouwkunstig vermogen van de architec tuur der Nieuwe Zakelijkheid. Het sein huis is overigens nog helemaal compleet, zelfs het complete bedieningstoestel zit er nog in. Restauratie Seinhuis Roosendaal Het gehele stationscomplex van Roosendaal is in 2001 aangewezen als Rijksmonument. Onderdeel van het complex is een in 1907 gebouwd seinhuis, ontworpen door spoorwegarchitect G. van Heukelom die rond die tijd ook andere delen van het station ontwierp.
Waardestellingen en erfgoed; Behoud Spoorerfgoed: prijs voor Seinhuis Post T Maastricht
Station
stations boven water te halen. Dan gaat het bijvoorbeeld om hun rol in het netwerk, de betekenis voor de typo logische ontwikkeling van Nederlandse stations, de interactie met de stad en bijbehorende ketenvoorzieningen en de bijzonder architectonische kenmerken. Bureau Spoorbouwmeester heeft op basis van een open oproep geschikte onderzoeksbureaus geselecteerd. Deze zijn voor een verdere selectieprocedure voorgelegd aan NS Stations en ProRail. Mede op advies van Bureau Spoorbouw meester hebben een aantal bureaus inmiddels de opdracht gekregen om in clusters onderzoek te doen naar de Collectiestations. NS Stations en ProRail zijn als de gezamenlijke eigenaren ook de gezamenlijke opdrachtgevers voor deze onderzoeken. NS Stations is de formele opdrachtgever en organiseert het proces. Alle onderzoeken worden uitgevoerd binnen een mede door Bureau Spoor bouwmeester opgesteld en door NS Stations en ProRail geaccordeerd kader. Dit zorgt dat alle waardestellingen een herkenbare en vergelijkbaar opbouw krijgen. Op basis van de analyse en waardering worden in de rapporten ook aanbevelingen voor de toekomst opgenomen. De conceptrapporten
18
Projecten Stationsprojecten: verbouw en nieuwbouw Het treinverkeer is de laatste jaren flink toegenomen. Daardoor zijn veel bestaan de stations uit hun jasje gegroeid. ProRail is daarom bezig met een van de grootste stationsverbouwingsoperatie in het be staan van de Nederlandse spoorwegen. Bij tal van stations wordt geïnvesteerd in het comfort voor de reizigers. ProRail bouwt ruimere traversen, langere perrons, liften, roltrappen, wachtruimtes en werkt aan nieuw meubilair en fietsen stallingen. Hiermee wordt ingespeeld op de groei van het aantal reizigers: nu en in de toekomst. Op dit moment zijn al veel stations in verbouw: van grote stations als de nieuwe HSL stationslocaties (de Nieuwe Sleutelprojecten) tot middelgrote en kleinere stations. Bureau Spoorbouw meester is nauw betrokken bij deze stationsopgaven. Hieronder worden ter illustratie een aantal van deze projecten nader toegelicht. De NSP worden in het hoofdstuk Stationsomgeving apart besproken. Station Eindhoven Station Eindhoven behoort met zijn kenmerkende architectuur tot de
pronkstukken van de Nederlandse spoor geschiedenis. Het station is daarom ook onderdeel van De Collectie. De huidige stationstunnel kan het groeiende aantal reizigers echter niet langer faciliteren. Daarom is besloten een extra tunnel aan te leggen. Naast de creatie van een ruime, 35 meter brede passage zijn extra stijgpunten en commerciële voorzienin gen onderdeel van het plan. Bureau Spoorbouwmeester adviseerde al eerder over de voorlopige ontwerpen uit 2010 en 2011 voor de nieuwe passage. Speer punt was een verantwoorde aansluiting op de architectuur en de ruimtelijke opzet van het monumentale stations complex. Ook werd stilgestaan bij de materiaalkeuzes en detailleringen. In 2012 adviseerde Bureau Spoorbouw meester ProRail en de betrokken ingeni eurs en architecten met name over het aanbestedingsdossier voor de nieuwe stationspassage. De bouw van de nieuwe stationstunnel is inmiddels van start ge gaan en zal in de zomer van 2016 worden afgerond. Naast de passage zal stationseigenaar NS in 2013 ook verdere plannen ontwikkelen voor een vernieuwd gebruik van de ver diepingen in de Zuidhal van het station. Bureau Spoorbouwmeester adviseerde reeds over de architectenkeuzen voor
Stationsprojecten: verbouw en nieuwbouw station Eindhoven ontwerp: Arcadis
Jaarbericht 2012
Het is het enige nog overgebleven sein huis uit deze periode. Ook nationaal is het een uniek object. Besloten is om het gebouw, dat sinds 1994 geen functie meer heeft, een nieuwe plek te geven en vervolgens geheel te restaureren. De operatie vindt plaats in een samen werking tussen de gemeente Roosendaal, de provincie Brabant, de Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed en ProRail. Bureau Spoorbouwmeester is als adviseur betrokken. In april 2013 is het 240 ton wegende object losgemaakt van de fundering, opgetild en verplaatst naar een plek waar het makkelijk toegankelijk is. Immers: oorspronkelijk stond het object tussen de sporen.
19
Station Tilburg Station Tilburg wordt voorzien van een nieuwe passage die moet zorgen voor een betere toegang tot de perrons en tegelijk ook het station aan de noord zijde met de stad verbindt. De passage zal tevens plaats gaan bieden aan nieuwe voorzieningen voor reizigers. Waar de nadruk in 2011 vooral lag op maat, om vang en positionering van de passage in relatie tot de stad en het karakteristieke naoorlogse stationsarchitectuur, advi seerde Bureau Spoorbouwmeester in 2012 vooral over het bouwkundige detail niveau. In intensieve overleggen met de ontwerpers, NS, ProRail en de gemeente heeft het bureau aandacht gevraagd voor de toekomstbestendige uitbreidings mogelijkheden aan de noordzijde van de passage en een verantwoorde integratie van voorzieningen in de passage, zoals winkels en OVCP poorten. Hierbij is uitgebreid stilgestaan bij de architectuur van het bestaande gebouw. Het Stations concept en De Collectie vormden het vertrekpunt voor de adviezen.
Station Roosendaal In 2012 is Bureau Spoorbouwmeester intensief betrokken geweest bij de ont wikkelingen rond station Roosendaal. Zo is geadviseerd over een verantwoorde inpassing van de OV Chipkaart voorzie ningen in het monumentale stations complex. Aandachtspunt was de invloed op de verdere renovatieplannen en de bijbehorende reizigersvoorzieningen in het station. Geadviseerd is om de ver bouwing uit te voeren in het verlengde van de oorspronkelijke en cultuur historisch waardevolle routing door de stationshal en de wachtruimtes. Groningen Europapark Dat een ‘voorstadhalte’ meer kan zijn dan een klein station, bewijst het nieuwe station Groningen Europapark. Het afge lopen jaar werd niet alleen het station gerealiseerd, ook kwamen een onder doorgang en een fietsenstalling tot stand. Ondertussen werd in de directe omgeving in opdracht van de gemeente Groningen gewerkt aan de aanliggende nieuwe kantoren van de gemeentelijke dienst OCW en een park. Na jaren van voorbereiding ontstond in korte tijd een volledig nieuw stationsgebied met grote betekenis voor de directe omgeving en de stad. Het station zal helemaal tot
volle wasdom komen als het park volledig beplant is, het vastgoed is opgeleverd en het station – als een van de eerste stations in Nederland – voorzien is van nieuwe banken en andere inrichtings elementen volgens de nieuwe Visie op Stationsoutillage. Station Heerlen Maankwartier In Heerlen zal een grootschalige transformatie van het station en het omliggende gebied plaatsvinden. Het bestaande station wordt volledig gesloopt. Vervolgens zullen de sporen overkluisd worden met een brede open bare voetgangersverbinding. Het geheel wordt omzoomd met hotels, woningen winkels en kantoren. Als schakel tussen perrons en de stadspassage wordt boven de sporen een nieuwe stationshal gerealiseerd. In 2012 adviseerde Bureau Spoorbouwmeester over de inpassing van de tijdelijke stationstoegangen en -voorzieningen. Dit conform het visiedocument Stationsconcept in Tijdelijke Situaties (SITS). Daarnaast is geadviseerd over de ruimtelijke opbouw, de functionele indeling en de locatiespecifieke uitstraling van het nieuwe stationscomplex. Hierbij is bezien hoe de beoogde historiserende uitstraling aansluiting kan vinden bij de generieke
Stationsprojecten: verbouw en nieuwbouw station Groningen Europapark ontwerp: Movares
Station
deze opgave. In het vervolg zal het bureau betrokken blijven bij het op stellen van een passend programma van eisen en de verdere planvorming.
20
Station Ede-Wageningen Station Ede Wageningen zal de komende jaren grondig verbouw worden. Directe aanleiding is de spoorse aanpassing op het traject Utrecht-Arnhem. Naast de wijzigingen van het emplacement zal rond het station ook een herordening van ketenvoorzieningen plaatsvinden. De herpositionering van het busplein, de fietsenstallingen, de P+R en de com merciële voorzieningen zullen leiden tot een volledig getransformeerd stations complex. De grootste uitdaging ligt in de inpassing van het station in de land schappelijke omgeving. Ter voorbereiding op het verbouwings traject hebben ProRail en de gemeente Ede-Wageningen in de periode 2011‑2012 een referentieontwerp laten uitwerken. In 2012 is dit ontwerp in een door Bureau Spoorbouwmeester geïnitieerde Stationswerkplaats samen met NS, ProRail en de gemeente geëvalueerd. Aandachtspunten waren de potenties en risico’s van het referentieontwerp in relatie tot het Stationsconcept en de beoogde beleving van reizigers en om geving. In 2013 zullen in overleg met de gemeente de definitieve uitgangspunten voor het project vastgelegd worden en volgt de aanbesteding. Bureau Spoor bouwmeester zal in het vervolgtraject adviseren over de aanbesteding en de borging van vormgevingsaspecten. Station Enschede In opdracht van de gemeente Enschede heeft ProRail in 2012 onderzocht of onder het perronniveau, ter hoogte van het einde van de kopperrons, een nieuwe interwijkverbinding gerealiseerd kan worden. Deze zal beide kanten van de stad beter met elkaar moeten gaan verbinden en het overpad ten oosten van het station gaan ontlasten. Op verzoek van de gemeente Enschede is ook onder zocht of er een nieuwe toegang aan de noordzijde toegevoegd kan worden. Station Enschede – een ontwerp van
H.G.J. Schelling – behoort met zijn verfijnde en unieke betonarchitectuur tot een van de hoogtepunten van de Nederlandse naoorlogse stationsarchi tectuur. Het is één van de prominente stations in De Collectie. Bureaus Spoor bouwmeester heeft mede daarom met extra aandacht geadviseerd over de inpassing van de nieuwe tunnel en de ruimtelijke en architectonische aan sluiting op het bestaande gebouw. Na uitwerking van het definitieve ontwerp heeft de gemeente op grond van finan ciële motieven besloten om het project voorlopig stop te zetten. Wormerveer Dat samenwerking vaak tot een meer waarde leidt, bleek in 2012 onder meer in Wormerveer, waar de programma’s Toegankelijkheid, Ruimte voor de Fiets en Spoorverbreding elkaar opzochten. Door de samenwerking konden de verschil lende programma’s elkaar versterken. Dankzij een overkoepelend plan slaagden de verschillende betrokken partijen er bovendien in om het station doelmatig te verbeteren. Het plan bleek uiteindelijk zo aanstekelijk dat ook de gemeente zich aansloot en de omgeving opnieuw inrichtte. Bureau Spoorbouwmeester adviseerde de verschillende partijen over het plan.
station en stationsomgeving, de ken merken van stad, dorp of omliggend landschap en de invloed daarvan op de vervoersstromen, stedelijke functies en verblijfskwaliteit. Opgemaakt in de nieuwe Spoorbeeld huisstijl is het ver nieuwde Stationsconcept te raadplegen via de Spoorbeeld website. Hier kan het document via een externe printservice ook ‘traditioneel’, op papier, worden besteld. De Stationswerkplaats Begin 2012 is ook de gezamenlijk ambitie rond de Stationswerkplaats herbevestigd door ProRail en NS Stations. Binnen de werkplaats, een werkvorm voortvloeiend uit het Stationsconcept, worden de verschillende partijen, betrokken bij stationsprojecten, in een vroeg stadium bijeen gebracht. Doel is om gezamenlijk concrete producten en hulpmiddelen te ontwikkelen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om stationsanalyses, stations opgaven (en stationsvisies). Afgesproken is om 2012 vooral te gebruiken om verder te ‘oefenen’ met de nieuwe werkvorm, startend met de stationsopgave EdeWageningen. Bureau Spoorbouwmeester heeft daarnaast geparticipeerd in een studie van 31 Volt naar de mogelijkheden
Het Stationsconcept Met de lancering van de nieuwe Spoorbeeld in oktober 2012, is ook het Stationsconcept licht aangepast. De nieuwe digitale uitgave vervangt de oor spronkelijke papieren uitgave. Veel tekst keert integraal terug in de nieuwe editie. In overleg met NS Stations en ProRail zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd. De belangrijkste verandering is de ver breding en naamsverandering van het aankomstdomein. Dit aankomstdomein heet nu omgevingsdomein. Hiermee heeft de betekenis van de stations omgeving voor de stad meer aandacht gekregen. Ook wordt zo meer recht gedaan aan de wisselwerking tussen
Jaarbericht 2012
Spoorbeeldeisen van een hedendaags station.
21
Programma’s
HSL meetingpoint: De Wolk De zes NSP-stations waar de hoge snelheidstrein arriveert – Amsterdam Centraal, Arnhem, Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Breda – ondergaan groot scheepse verbouwingen. Ze moeten van treinstations uitgroeien tot OV terminals met internationale allure. Bij het inter nationale, moderne reizigersgemak hoort een herkenbaar en centraal ont moetingspunt. Als voorbeeld dienen de goed functionerende rood-witte ‘huisjes’ annex ontmoetingspunten van de Amerikaanse kunstenaar Dennis Adams op luchthaven Schiphol. Ontwerper/kunstenaar/architect John Körmeling kwam in 2005 als winnaar uit de bus van een meervoudige, inter nationale schetsopdracht voor het HSL-meeting point, uitgeschreven door Atelier HSL in samenwerking met de
Nederlandse Spoorwegen, het toen malige Ministerie van VROM en ProRail. Ook Bureau Spoorbouwmeester verleen de zijn medewerking aan het project. Op maandag 9 juli 2012 werd in de Kromhouthallen in Amsterdam het meetingpoint gepresenteerd aan een groep genodigden, bestaande uit NSP- en projectbetrokkenen. Na een welkomstwoord van Spoorbouwmeester Koen van Velsen gaf John Körmeling een presentatie over zijn creatie. De WOLK, zoals het kunstwerk genoemd wordt, is in zekere zin een vervolg op zijn werk in een van de vertrekhallen van Schiphol. Dit werk, bestaande uit aan en uit knipperede neonletters en Ha Ha, Hi Hi getiteld, neemt nauwelijks ruimte in maar valt wel enorm op en dient mede daardoor als een plek om af te spreken. Kortom, een inspiratie voor het HSL meetingpoint. Bovendien beschouwt Körmeling wolken en gaten in de wolken als de mooiste plekken van Nederland. De WOLK komt vanaf 2013 te hangen in de zes NSP stations.
Aanbesteding Stationsoutillage In de afgelopen jaren hebben ProRail, NS en Bureau Spoorbouwmeester gewerkt aan de Visie op Stationsoutillage. Op basis van de visie kan voor ieder station een inrichtingsplan worden gemaakt. De visie, een uitwerking van het Stationsconcept, beschrijft hoe de stationsinrichting bij kan dragen aan de gewenste beleving op het station. Een en ander is vertaald in een toolkit en diverse inrichtingsprincipes en ontwerpuitgangspunten. Op basis van de visie schreef ProRail in 2011 twee aanbestedingstrajecten uit: Meubilair tranche 1 (panelensysteem, comfortabel zitobject, verblijfspaviljoen, accentverlichting, windscherm, leun object en afvalbak) en Betonnen objec ten (informele zitobjecten en zitranden groenzone en groen eiland). Na de inschrijving zijn de selectietrajecten ge start met respectievelijk vijf en vier par tijen. In het najaar van 2012 is voor beide trajecten een producent geselecteerd. Vervolgens heeft Blom&Moors ontwerp openbare ruimte namens Bureau Spoor bouwmeester de controle op de kwaliteit van de productie uitgevoerd. In het intensieve aanbestedingstraject werden de voorstellen zorgvuldig getoetst op
HSL Meetingpoint: De Wolk ontwerp: John Körmeling
Station
van design-thinking om services en diensten te verbeteren. Het betrof een interne studie om te komen tot bouw stenen voor de werkplaats. Deze bouw stenen moeten helpen een vertaalslag van de gewenste ervaring en belevings dimensies naar concrete stations projecten te maken. De studie wordt in 2013 afgerond.
22
eveneens onderdeel van de nieuwe reeks stationsmeubilair, vond plaats onder verantwoordelijkheid van NS Stations. Een en ander werd begeleid door NPC en uitgevoerd door Blom&Moors. Kenmerkend voor de commerciële objecten is het grafische ontwerp voor de perforaties van het nieuwsmeubel, de blinde zijden van de reclamepanelen en automaten en de screening van het commercieel paviljoen. Verder werden in 2012 de voorbereiding getroffen voor de uitvraag van de doorontwikkeling van de ontwerpuitgangspunten en toepassing van het beschuttingsysteem, eveneens een onderdeel van de outillage. Op 31 augustus 2012 heeft ProRail met partijen die een groot deel van de nieuwe stationsoutillage gaan produceren, een raamovereenkomst gesloten. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de ambitie om een kwaliteitsslag te maken in de inrichting van perrons en stations. Na de testlocaties Leiden Centraal en Amsterdam Bijlmer-ArenA, waar de nieuwe ontwerpen al te zien waren, zal de nieuwe reeks stationsoutillage in 2013 als eerste zichtbaar worden op de stations Groningen Europapark, Hoevelaken, Arnhem, Rotterdam Centraal, Rijswijk, Den Haag Centraal, Breda en langs de Valleilijn.
Uitbreiding sanitaire voorziening op stations Om de afwezigheid van toiletten in regionale treinen te compenseren, is vanuit het rijk aan ProRail de opdracht verstrekt om veertig kleinere stations te voorzien van sanitaire voorzieningen. Bureau Spoorbouwmeester is als adviseur betrokken bij een Spoorbeeld briefing voor het ontwerp van de nieuwe toiletten. De voorzieningen zullen binnen de bestaande stations- of perrongebou wen gerealiseerd worden. Aandachts punten zijn de gewenste positie, volgend uit het Stationsconcept en zaken als sociale veiligheid, toezicht en een goede, respectvolle inpassing van zowel de voorziening als de bewegwijzering binnen de bestaande bouw. Andere belangrijke punten zijn gebruiksvriendelijkheid, ergonomie, miva-toegankelijkheid en aansluiting op de nieuwe Stations outillage. De briefing werd in 2012 afge rond. Daarna volgde de ontwikkeling van een interieur door Hans van Heeswijk architecten. Bureau Spoorbouwmeester adviseerde verder bij de ontwikkeling van een bedieningspaneel, waarin instructie, betaling en toegang is geregeld.
Aanbesteding Stationsoutillage station Amsterdam Bijlmer-ArenA
Jaarbericht 2012
basis van de ontwerpuitgangspunten van de Visie op Stationsoutillage. De ontwerpuitgangspunten voor vorm, materiaal en kleur van de objecten uit de Visie op Stationsoutillage bleken een goed instrument om de product voorstellen te beoordelen. De ontwerp uitgangspunten boden de producenten de mogelijkheid om binnen deze kaders voorstellen te doen voor efficiënt te produceren outillage. Naast de ontwerp uitgangspunten heeft Blom&Moors in nauw overleg met Bureau Spoorbouw meester in de aanbestedingstrajecten aan de geselecteerde partijen aanbe velingen meegegeven voor een verdere uitwerking en aanscherping. De beoogde samenhang tussen de objecten van de Stationsoutillage onderling en de herkenbaarheid van de stations werd zo geborgd. Het jaar 2012 stond ook in het teken van de afronding van de ontwerpuitgangs punten voor de commerciële objecten binnen de Stationsoutillage. Het ging hierbij om het commercieel paviljoen (waarbij de positionering van de tech niek en installaties de grootste uitdaging vormde); het nieuwsmeubel; de commerciële automaat; en, in samen werking met CBS, de reclamepanelen. De ontwikkeling van deze objecten,
Aanbesteding Stationsoutillage station Amsterdam Bijlmer-ArenA station Leiden Centraal
Station
23
24
Station type Beilen behoort niet tot de meest tot de verbeelding sprekende stationsontwerpen. Gerealiseerd vanaf de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw nemen ze in de spoorgeschiedenis toch een bijzondere plek in. Ze stammen uit een periode waarin de NS te maken had met een neergang in aantallen reizigers en beperkte financiële mogelijk heden. Nog ruim voor de oliecrisis van 1979 nam het autobezit flink toe. Velen verkozen het gebruik van de auto boven de trein. Niet verwonderlijk leidde dit ertoe dat de NS diende te bezuinigen op haar gebouwen. Een degelijke maar sobere architectuur sloot hier op aan. Door de functionele opzet en de vaak centrale ligging, zijn de stations van het Type Beilen tegenwoordig (weer) gewild bij ondernemers, op zoek naar een centrale, goed bereikbare plek. Aan de hand van een aantal concrete vragen van ondernemers is door NS en Bureau Spoorbouwmeester in 2012 een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden van Type Beilen. Onderzocht is of het haalbaar is om een overkoepelde visie op te stellen voor meerdere (gelijkende) stations waarmee sturing gegeven kan worden aan de daadwerkelijke
ontwikkeling. In 2013 zal worden bezien of het format voor Type Beilen bruikbaar is voor andere standaardstations en of hiermee een werkbaar instrument is gecreëerd die ten goede kan komen aan een groot aantal kleine stations. Prettig Wachten Het programma Prettig Wachten stelt zich tot doel om op vijfentwintig kleine en middelgrote stations het verblijf en de wachtbeleving te veraangenamen. Dit gebeurt onder meer door de creatie van comfortabele wachtplekken, de realisatie van betere toiletvoorzieningen en de verwarming van bestaande wacht ruimtes. ProRail werkt hierbij samen met NS, vervoerders en decentrale overheden. Bureau Spoorbouwmeester heeft een adviserende rol. Inmiddels zijn op verschillende stations de resultaten van het programma al zichtbaar. Zo heeft Station Gorinchem in 2012 banken gekregen die in de winter verwarmd worden; werden begin 2013 op Station Barneveld Noord nieuwe wacht ruimten gerealiseerd uit ‘gepimpte’ zeecontainers; en kwamen in maart 2013 de nieuwe wachtvoorzieningen in de stationshal van Station Almelo gereed, inclusief twee ‘muren’ met
reizigersvoorzieningen naar ontwerp van Moriko Kira Architect. Ander voor beelden van stations die de afgelopen periode gereed kwamen, zijn Breukelen en Wolvega. Stations die nog zullen volgen, zijn Roermond, Delfzijl, Zevenaar, Barneveld Centrum, Oldenzaal, Sneek, Zutphen, Rijswijk, Rotterdam Alexander, Den Haag Moerwijk, Zwijndrecht, Den Helder Zuid, Almere Buiten, Amsterdam Muiderpoort, Koog-Zaandijk, Boxmeer, Tilburg Universiteit, Boxtel en Venray. RailTV RailTV maakt onderdeel uit van het pro gramma Prettig Wachten. In aanloop naar een pilot heeft Bureau Spoorbouw meester geadviseerd over de toepassing van TV schermen op perrons. Aangezien het project pas in een laat stadium langskwam en afweek van de beleids kaders, was het een redelijk lastig traject. Uiteindelijk is geadviseerd over alternatieve ontwerpoplossingen met hetzelfde gewenste effect. Ook is gead viseerd over de locatiekeuze van de schermen. Verder is aansluiting gezocht bij de Stationsoutillage. Het resultaat op de eerste pilotstations zal wat betreft het type scherm en de plaatsing niet conform de Stationsoutillage en de Visie
Prettig Wachten station Gorinchem ontwerp: Hollandse Nieuwe
Jaarbericht 2012
Type Beilen
25
seerden en studenten is een speciale lightversie gemaakt van het Hand boek die evenals het ‘echte’ handboek ontsloten is via de Spoorbeeld website.
Bewegwijzering LED verlichting bewegwijzering In 2010 is een begin gemaakt met het herzien en updaten van het bestaande Toepassings- en Elementenhandboek Bewegwijzering Stations. Het jaar daarop zijn tussen Bureau Spoorbouwmeester en ProRail Assetmanagement afspraken gemaakt over de samenwerking rond bewegwijzering. In 2012 is besloten de toetsing en het beheer van het systeem toegankelijker te maken. Dit komt onder meer tot uiting in het nieuwe Handboek Bewegwijzering. Waar de vorige twee Handboeken voor Toepassing en Elementen het karakter van een ‘specialistisch naslagwerk’ had den, is het nieuwe handboek opgezet als handleiding. Het bevat een stappenplan voor het maken van een wayfindingsplan en bord layouts. Meerdere partijen, van architecten en ontwerpers tot stations medewerkers, kunnen er mee werken. Elementen als lichtbakken, borden en pendels zijn niet meer opgenomen in het nieuwe handboek maar vastgelegd in aparte OVS’en welke pas toegankelijk zul len zijn na aanbesteding. Voor geïnteres
In 2011 startten Bureau Spoorbouw meester en ProRail met de ontwikkeling van een LED versie van de bewegwijze ringlichtbakken op stations. Uitgangs punt van deze nieuwe ontwikkeling waren de nieuwe ProRail energie-eisen: 20% verlaging van de LCC en 30% reductie van de energiekosten in 2020 ten opzichte van 2005. In de nieuwe uit voering, die in 2012 gereed kwam, zijn de huidige TL armaturen vervangen door LED. Dit is met behoud van de bestaande kleuren en verlichtingswaarden en met een betere uitlichting. Met de industrie is een prototype ontwikkeld, voorlopig nog met een aluminium frame, kunststof tekstplaten en voorzien van folie. Door de gewijzigde techniek is minder ruimte nodig voor verlichtingsbronnen zodat de diepte van de huidige bakken verminderd kan worden. De eerste proefbakken zijn geplaatst boven de perrontoegangen op Schiphol Plaza. In 2013 zullen als onder deel van OVCP de borden boven de poorten als LED worden uitgevoerd.
OV-Chipkaart en Poortjes op stations (OVCP) Sinds 2012 reizen de meeste klanten van NS met de OV-chipkaart. Met deze kaart kan ook met alle andere vormen van openbaar vervoer gereisd worden: tram, bus en metro. Specifiek voor het reizen met de trein zijn een groot aantal stations in Nederland inmiddels verdeeld in een binnen- en buitengebied. Daarbij is het binnengebied alleen toegankelijk met een geldige OV-chipkaart. De twee gebieden zijn fysiek van elkaar geschei den door glazen panelen (fixed barriers) en toegangspoortjes. Bureau Spoorbouwmeester bepleit binnen het project OV-Chipkaart en Poortjes op stations (OVCP) een archi tectonisch verantwoorde en bij de belevenisambitie van de spoorsector passende implementatie van poortjes rijen, inclusief de daarbij behorende voorzieningen. In het verlengde van reeds uitgezette adviezen heeft het bureau in 2012 extra aandacht besteed aan de impact van OVCP op beeldbepalende ruimtes in en rond stations. Zo is op initiatief van Bureau Spoorbouwmeester besloten de belangrijke toegangen van de Collectiestations te voorzien van lage poortrijen zodat hier de visuele
Bewegwijzering station Rotterdam Centraal
Station
op informatie zijn. Bureau Spoorbouw meester hoopt dat in de tweede groep pilotstations verbeteringen mogelijk zijn.
26
Toolkit Routing, Signing en Branding (RSB) De invoering van de OV-chipkaart leidt tot nieuwe voorzieningen in de reis omgeving en nieuwe handelingen zoals opladen, in- en uitchecken. Dit heeft ook invloed op de reisbeleving en de inrichting van stations. Omdat stations meerdere vervoerders kunnen hebben, is het bovendien van belang dat reizigers in een oogopslag kunnen zien dat ze van de juiste voorziening gebruik maken, van de juiste vervoerder en/of de juiste modaliteit. Zo wordt de doorstroming bevorderd en blijft het station vertrouwd en toegankelijk voor de reizigers. Ook helpt een goede inrichting bij het maken van de juiste keus zodat de kans op het maken van fouten – inchecken bij de verkeerde vervoerder bijvoorbeeld – wordt verkleind. In reactie op de komst van de OV-chip kaart is de Toolkit Routing, Signing en Branding (RBS) ontwikkeld. De Toolkit RSB is een praktische gids met alle rele vante informatie en ontwerpen, bestemd voor iedereen die te maken krijgt met de inpassing van OV-chipkaartvoor zieningen. De gids bevat criteria voor de landelijke en uniforme toepassing van routing, signing en branding van alle OV-chipkaartvoorzieningen binnen het stationsgebied. Door het toepassen van de ontwerpen uit de toolkit faciliteert de spoorbranche de reiziger bij het reizen met de OV-chipkaart. De toolkit draagt bij aan een optimale vindbaarheid, herkenbaarheid en ‘begrijpelijkheid’ van de OV-chipkaartvoorzieningen op stations. De Toolkit RSB wordt namens de betrokken partijen beheerd door NS en ligt binnen de NS in handen van NS Reizigers Commercie. Bureau Spoor bouwmeester is als lid van het Ontwerp Team RSB en de Stuurgroep OVCP
betrokken bij de ontwikkeling van de middelen, die nodig zijn voor in- en uit checken, opwaarderen, saldo bekijken, overstappen op andere vervoerder. In 2012 zijn de volgende aanvullende RSB elementen ontwikkeld: Chico Hoes Om de vandaalbestendigheid en beveili ging van gevoelige elektronische appara tuur en aansluitingen te verzekeren is een hoes ontwikkeld die over de bestaande chico paal aangebracht kan worden. Uit kostenoverwegingen is uit eindelijk besloten de productie en toe passing van de hoes uit te stellen. Overstappunt Samen met de industrie is het Overstap punt uitontwikkeld en getest op station Groningen en station Amsterdam Bijlmer Arena. Met name het instructiebord vroeg speciale aandacht in verband met de leesbaarheid. Zo bleken reizigers bij de testopstellingen moeite te hebben met het in- en uitchecken voor over stappen op een andere vervoerder. Borden boven poorten Op stations waar twee of meer vervoer ders gebruikmaken van poortjes, worden boven die poortjes inwendig verlichte borden geplaatst. Deze hebben tot doel om op afstand (6-12 m) de juiste ver voerder en/of de juiste modaliteit te kunnen zien. Dit ter bevordering van de doorstroming en om een check-in/ check-uit bij de verkeerde vervoerder te voorkomen. Het bord wordt ook gebruikt om boven de brede poortjes een ‘rolstoel’ aanduiding te vermelden ten behoeve van de toegankelijkheid. Voor toepassing van deze aanduidingen zijn richtlijnen opgesteld. Uitganspunt is een zo generiek mogelijke toepassing door middel van portalen, of zogenaamde poorten. Voor de brede poorten wordt de ‘galguitvoering’ toegepast. Mochten deze toepassingen door de architectu rale omstandigheden niet mogelijk zijn, dan geldt de volgorde van de pendel, kabel, special.
Funderingsplaat In de praktijk blijkt de plaatsing van het Overstappunt en de relevante chico’s van meerdere vervoerders op perrons met de standaard 30x30 betontegel pro blemen opleveren. Een logisch en vast stramien, gebaseerd op deze tegels, is niet mogelijk, omdat tegels vanuit de perronrand naar het hart van het perron worden gelegd. Dit leidt tot aangepaste tegels: veel perrons lopen niet recht maar in een flauwe bocht of taps toe. Vanuit ARBO overwegingen is de funderingsplaat uiteindelijk vervangen door strenge eisen aan de bestrating met 30x30 tegels. Bureau Spoorbouwmeester wordt betrokken bij de afname en beslis sing tot herbestrating. FTP Voor reizigers die op het perron hun OV-chipcard voor de normale trein diensten van NS willen upgraden voor de Fyra, worden door NS Hispeed FTP’s (Fyra Toeslag Paal) geplaatst. Bij de ont wikkeling van deze palen wordt uitge gaan van twee situaties. Bij de tijdelijke situatie wordt gebruik gemaakt van de huidige chico in/uitcheckpalen van NS met het zogenaamde ‘nietje’: een sim pele ombouwing voor de noodzakelijke signing en branding. Voor de definitieve
Jaarbericht 2012
impact van de moderne middelen tot een minimum beperkt blijft. Daarnaast is gezocht naar de grootst mogelijke synergie tussen OVCP en andere stationsprojecten en -programma’s.
27
uitvoering sluit NS Hispeed aan bij de ontwikkeling van de vervoerderspecifieke service- en informatiemiddelen (RSK), onderdeel van de nieuwe Visie op Perronoutillage. Dat betekent dat de FTP zal worden geïntegreerd in het K (kaart verkoop) paneel. De definitieve oplossing zal toegevoegd worden aan de Toolkit RSB. Barcodelezer Reizigers met een internationaal vervoer bewijs zijn voor het overgrote deel niet in het bezit van een OV-chipcard om via de poortjes van de internationale stations in het buitengebied te komen. Daartoe wordt op hun internationale vervoerbewijs een QR-code afgebeeld. Door deze code door een op de cabinets geplaatste barcodelezer te laten scannen, kunnen zij de poortjes passeren. Door het OntwerpTeam RSB is in samenwerking met ontwerpbureau Teldesign een barcodelezer ontwikkeld die wordt geïntegreerd met de OV-chip cardlezer op voor dit doel geselecteerde cabinets. Voor de routing worden de borden boven de poortjes voorzien van het speciaal ontwikkelde pictogram.
Stationsklokken De ontwikkeling van de nieuwe generatie stationsklokken is door ProRail in 2012 aanbesteed en gegund. In 2013 zullen de klokken geproduceerd gaan worden. In drie jaar tijd worden vervolgens alle bestaande 1.100 stand alone stations klokken vervangen. De belangrijkste redenen achter de vervanging zijn de verouderde aansturingstechniek en het feit dat de oude klokken niet langer ge produceerd worden. Bij de ontwikkeling gaat het om drie diameters: 600 mm, 800 mm en 1.000 mm. De 600 klok zal voornamelijk op perrons worden toe gepast als aanvulling van de Infoplus CTA klokken. De 800 en 1.000 klokken zullen in stationshallen en op stationgevels geplaatst worden in combinatie met het NS Vignet en/of de stationsnaam. Er blijft altijd ruimte om voor stationsgevels in samenhang met de architectuur specials te ontwerpen. Bureau Spoorbouw meester was betrokken bij het gehele proces van voorbereiding, aanbesteding en gunning.
PHS
Station
In de loop van 2012 heeft Bureau Spoor bouwmeester op verzoek van ProRail geadviseerd over stationsgerelateerde ingrepen voor het implementeren van het Programma Hoog Frequent Spoor (PHS). Bij een aantal stations is gekeken naar de bouwkundige mogelijkheden in relatie tot de verhoging van de transfer capaciteit rond bestaande stijgpunten. Verder heeft Bureau Spoorbouwmeester advies uitgebracht over mogelijke PHS gerelateerde pilotprojecten. Voorgesteld is om reizigers via verschillende ingrepen beter over de perrons te spreiden c.q. de keuze van minder gebruikte stijgpunten te bevorderen.
Jaarbericht 2012
Stationsomgeving
30
Projecten
Met de stationsomgeving wordt de directe omgeving van het station bedoeld. Kortom, de plek waar het station de stad, de wijk, het dorp of het landschap ontmoet, en andersom. De relatie tussen station en omgeving is zowel technisch als ruimtelijk van aard. In de stationsomgeving staat een goede verbinding en wisselwerking tussen station en context centraal. Beleving en techniek gaan hier samen met ruimtelijke inrichting en kwaliteit. Een belangrijke opgave ligt ook in een goed georganiseerde overstap tussen de verschillende vervoerstypen: trein, bus, tram, metro, taxi, auto en fiets. De organisatie van deze keten voorzieningen is bepalend voor een goed functionerende stationsomgeving.
Nieuwe Sleutelprojecten Bureau Spoorbouwmeester is nauw be trokken bij de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP), ofwel de zes nieuwe HSL stations locaties van Arnhem, Breda, Den Haag, Rotterdam Centraal en Utrecht Centraal. Het gaat hierbij niet alleen om stations opgaven, maar om grote stedelijke ontwikkelingsopgaven waarin de relatie tussen stad en station een belangrijke rol speelt. Het bureau houdt zich bij de NSP bezig met de beoordeling van plannen en eventuele planwijzigingen. Bovenal stimuleert het bureau dat in de realisatie de beoogde kwaliteit wordt gehaald. Om de samenwerking en afstemming van de NSP te bewaken (en begeleiden) is door de directies van NS en ProRail de Projectenboard ingesteld. De Spoorbouwmeester maakt deel uit van de Projectenboard. Het borgen van de oorspronkelijke uit gangspunten en kwaliteitsambities is bij alle stationsprojecten van belang, zo ook bij de NSP. Bij deze grote en com plexe opgaven gebeurt dit binnen het Projectenboard en via de zogenaamde Bouwmeesteroverleggen. Deze over leggen zijn een samenwerking van de Rijksbouwmeester, de Spoorbouw meester en de verschillende lokale
stadsbouwmeesters in de NSP steden. Met deze overleggen zijn de afge lopen jaren veel positieve ervaringen opgedaan. Per NSP adviseert het Bouw meestersoverleg de stuurgroep van het betreffende project. Dat gebeurt niet op basis van ‘macht’ maar vanuit vakinhoud en ervaring. Als instrument werkt dit naar wens, vooral op die plekken waar lokale opgaven kruisen met de belangen van het rijk en het spoor. Met uitzondering van Amsterdam Zuid zijn alle NSP stations inmiddels in aan bouw. Zo werd in 2012 in Rotterdam onder meer de nieuwe reizigerstunnel in gebruik genomen. In Den Haag kwam het stalen geraamte van het dak gereed en is afgelopen december gestart met het plaatsen van de 220 glazen dakdelen. Hiervan viel de laatste in mei 2013 op z’n plaats. Ook Arnhem Centraal nadert langzaam voltooiing. Hoewel de officiële oplevering gepland staat in 2014, viel hier al wat te vieren nadat de nieuwe perron kappen en de passerelle in de prijzen vielen bij de Nationale Staalprijs 2012. Amsterdam Zuid neemt binnen de NSP een bijzondere positie in omdat hier nog niet gestart is met de (ver)bouw. Wel is 2012 een intensief jaar geweest wat betreft de plan- en besluitvorming. Na jaren van onderzoek is uiteindelijk
Nieuwe Sleutelprojecten station Rotterdam Centraal
Jaarbericht 2012
Stationsomgeving
Nieuwe Sleutelprojecten station Den Haag Centraal station Amsterdam Centraal (IJhal)
Stationsomgeving
31
Spoorzoneprojecten station Nijmegen Lent ontwerp: Movares
Jaarbericht 2012
32
33
Amsterdam Centraal Amsterdam Centraal behoort samen met station Delft tot de Grote Stations projecten: projecten die in omvang vergelijkbaar zijn met de Nieuwe Sleutel projecten maar niet die status hebben. Net als bij de NSP adviseert Bureau Spoorbouwmeester bij beoordeling van plannen en planwijzigingen en wordt zicht gehouden op de realisatie van de gestelde kwaliteitsambities. In 2012 hield Bureau Spoorbouwmeester zich in Amsterdam onder meer bezig met verschillende ontwerpopgaven zoals
het interieurontwerp voor de poortvrije passage; het ontwerp van de fietsen stalling aan de westzijde van het station waarbij met name de aansluiting op de openbare ruimte aandacht vroeg; en de verdere uitwerking van de IJhal met de inpassing van de outillage en bewegwijzering. Andere opgaven betroffen de inrichting van de perrons met informatiemiddelen, outillage en ventilatiekanalen, de inpassing van de poortjes en de perronbestrating. Spoorzoneprojecten Veel steden zien de potentie van hun stationsgebieden. Ontwikkeling van deze ‘spoorzones’ is echter vaak een com plexe aangelegenheid. Het kan alleen slagen wanneer het integraal en in samenhang met de stedelijke omgeving wordt opgepakt. De complexiteit is ruimtelijk en inhoudelijk van aard, maar schuilt ook in de veelheid aan belangen en betrokken partijen. Bureau Spoor bouwmeester is vanuit zijn rol binnen de spoorsector nauw betrokken bij deze veelal grote ontwikkelingen. Hieronder worden een aantal van deze projecten nader toegelicht. Station Nijmegen Lent Knoop Lent is het gebied rondom het huidige tijdelijke treinstation Nijmegen Lent aan de noordzijde van de Waal. Dit wordt hét splitsingspunt voor het autoverkeer van en naar Arnhem, de Waalbrug en de nieuwe stadsbrug, De Oversteek genaamd. Als onderdeel van de hele operatie bouwen ProRail en de gemeente Nijmegen aan een nieuw station ter vervanging van de bestaande tijdelijke halte. Het nieuwe station komt 250 meter zuidelijker te liggen dan de huidige halte. Onderdeel van de operatie is de aanleg van een extra onderdoor gang die een verbinding legt met de nog te bouwen stadswijk De Citadel.
Andere onderdelen zijn de verbreding van de bestaande onderdoorgang en de plaatsing van geluidsschermen langs het spoor. Alle ingrepen worden integraal gerealiseerd. Omdat de nieuwe halte eerst enige tijd in ‘niemandsland’ moet kunnen functio neren voordat het op zal gaan in de geplande stedelijke ontwikkeling, is gekozen voor het concentreren van het programma in een landmark met hoog waardige materialisatie en detaillering. In overleg met de lokale belanghebbenden en de Spoorbouwmeester is besloten om de nog aanwezige resten van de voormalige IJssellinie te integreren in het ontwerp. Omdat de stedelijke ont wikkeling mogelijk nog enige tijd uitblijft, is tevens besloten om het aankomst domein een landschappelijke uitstraling te geven met een voor Lent kenmerkend hof met fruitbomen. Tot de opening van het definitieve station zal het tijdelijke station Nijmegen Lent open blijven. De opening van De Oversteek en het de nieuwe halte staan gepland voor het eind van 2013. Spoorzone Zwolle In Zwolle is afgelopen jaar een program maorganisatie ingericht, bestaande uit de Provincie Overijssel, de gemeente
Stationsomgeving
gekozen voor de Zuidas-Dok variant waarbij alleen de snelweg ondergronds wordt gelegd. Daarnaast is onderzocht hoe de huidige terminal, met beperkte ingrepen van de huidige stationslayout, de verwachte reizigersgroei en de om vangrijke overstapfunctie (trein, metro, fiets, bus- en tramvervoer) zou kunnen faciliteren. Behalve het functioneren van de terminal was de impact van het project op de directe en perifere om geving van het station een belangrijk aandachtspunt. Ook zijn de benodigde ingrepen langs het spoor en het snelweg tracé tussen de twee zuidelijke knoop punten van de A10 in kaart gebracht. Bureau Spoorbouwmeester was namens NS en ProRail verder betrokken bij de evaluatie van het inmiddels vastgestelde Middelbare en Lange Termijnplan (MLT). Na de vaststelling is de Spoorbouw meester vertegenwoordigd in het Kwaliteitsteam dat het projectbureau Zuidas-Dok adviseert over de opgave. Bureau Spoorbouwmeester heeft boven dien een belangrijke adviserende taak bij de verdere verdieping van het plan en de alternatievenstudies voor het stations complex. Ook adviseert Bureau Spoor bouwmeester de opdrachtgevers over het aanbestedingsproces en de borging van de ruimtelijke en architectonische kwaliteit binnen dit enorme project.
34
Spoorzone Assen In het kader van de plannen voor de Florijnas in Assen is het afgelopen jaar gewerkt aan de ontwikkeling van een visie op de stationsomgeving waarbij het station en de stationsomgeving de verbinding moeten gaan leggen tussen de oude binnenstad en de nieuwe Florijnas. De basis voor deze ontwikkeling werd gelegd in een studie van ProRail. De gemeenteraad van Assen heeft op grond hiervan besloten om de Florijnas ter plaatse van het station verdiept aan te leggen en het stationsplein vrij te spelen van doorgaand verkeer. De gemeente Assen ontwikkelde vervolgens in nauw overleg met de spoorpartijen een visie voor het stationsgebied met een nieuw station en een reizigerstunnel. ProRail werkte parallel aan plannen ter verbetering van de railinfrastructuur. Bureau Spoorbouwmeester had zitting in het Kwaliteitsteam en adviseerde NS, ProRail en de gemeente. Spoorzone Groningen In het stationsgebied van Groningen staat de komende jaren veel te gebeuren. Het emplacement ten zuiden van het stationsgebouw gaat volledig op de schop. De delen die nodig zijn voor klein onderhoud aan treinstellen worden verplaatst. Sporen en perrons worden geschikt gemaakt voor een nieuwe dienstregeling en langere treinen. Reizigersstromen zullen worden verlegd. Hierdoor ontstaat aan de zuidzijde ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en
kunnen de bussen mogelijk verplaatst worden naar de zuidkant van het station. Ook het station zelf zal de komende jaren aangepast worden. In 2012 is door de provincie en gemeente Groningen, ProRail en NS verkend welke varianten denkbaar zijn voor de belangrijke ont wikkelingen rond de spoorzone en het station. Uitgangspunt is het formuleren van een integrale visie waarbij het aan passen van de infrastructuur en de ruimtelijke ontwikkeling van het station en de stationsomgeving hand-in-hand gaan. Bureau Spoorbouwmeester was nauw betrokken bij deze ontwikkelingen. Vervoersknoop Bleizo Bleizo, een afkorting van BleiswijkZoetermeer, is een omvangrijk gebieds ontwikkelingsproject op de grens van de gemeenten Zoetermeer en Lansinger land. Doel is de ontwikkeling van een regionaal en multimodaal vervoers knooppunt dat een belangrijke bijdrage moet gaan leveren aan de bereikbaarheid van de Randstad. Daarnaast moet het zorgen voor de ontwikkeling van het knooppunt zelf. Hierin zijn het over winnen van de barrière van de A12 en de ontwikkeling van een plek voor retail en leisure belangrijke aandachtspunten. Na een succesvolle selectie in 2010 is het winnende team bestaande uit ARCADIS en Meyer en Van Schooten Architecten in 2012 begonnen met het uitwerken van het definitieve plan. Het ontwerp zet in op een beeldbepalend, landschappelijk goed vormgegeven brugdek dat de beide, nu nog gescheiden gebieden en bijhorende ketenvoor zieningen met elkaar verbindt. Om de ‘OV-machine’ optimaal te kunnen laten functioneren, zullen constructieve elementen en aantrekkelijke routes voor de verschillende reizigersstromen tot een logische geheel gesmeed worden. Bureau Spoorbouwmeester heeft als lid van het Kwaliteitsteam Bleizo
geadviseerd over de stedenbouwkundige inpassing, de aansluiting op langzaam verkeersroutes en ketenvoorzieningen, de stationsgerelateerde functionaliteit en de architectonische uitstraling. Tevens is aandacht besteed aan de ruimtelijke verbindingen en de voor zieningen voor een heldere overstap tussen Randstadrail en spoor. Een mo gelijke toekomstige verlenging van de Randstadrail richting Rotterdam is hierin meegenomen.
Jaarbericht 2012
Zwolle, ProRail en NS. De organisatie buigt zich sindsdien over de ontwikkeling van de spoorzone van Zwolle in de nabije en verre toekomst. Bureau Spoorbouw meester adviseerde NS en ProRail tijdens het traject. Ook had de Spoorbouw meester zitting in het Kwaliteitsteam dat in opdracht van de bestuurders het proces en de kaders monitort.
35
Programma’s
De fiets is en blijft een belangrijke en duurzame vorm van voor- en natransport. In reactie hierop nam ook dit jaar het aantal fietsstallingsplaatsen weer enorm toe. Ofschoon een groot deel van de fietsenrekken nog altijd een plek krijgt op maaiveld, komen er steeds meer gebouwde voorzieningen in de buurt van de stations en haltes. Ze hebben een toenemende invloed op de ruimtelijke kwaliteit van de stations omgeving. Op zoek naar nieuwe plekken voor de fiets werden daarom in 2012 en in samenwerking met gemeenten en spoorpartijen nieuwe ruimtelijke scenario’s ontwikkeld. Samen met NS en ProRail zal volgend jaar gestart worden met het ontwikkelen van een gezamen lijke visie op de fiets op en rond het station. InfoPlus Mobiel reisinformatie display ProRail (ICT-Services A I&B, Product Beheer) heeft opdracht gegeven om een Mobiel Reisinformatie Display te ontwikkelen. De Display moet flexibel en tijdelijk toegepast kunnen worden binnen de stationsomgeving in situaties waar het niet mogelijk is om gebruik
te maken van het vaste en bestaande InfoPlus systeem. Dat kan het geval zijn bij verbouwingen, grote evenementen of langdurige storingen van bestaande InfoPlus middelen. Het Mobiel Reisinformatie Display bestaat uit twee naast elkaar gemonteerde TB1 schermen, die worden gemonteerd op een verrijdbaar platvorm. De gehele unit kan worden voorzien van een vaste stroomaansluiting, maar kan ook worden gevoed met op de display gemonteerde accu’s die voor 48 uur functioneren. De display zelf wordt net zoals de meeste IPPS displays draadloos aangestuurd. Het Mobiel Reisinformatie Display moeten stand alone kunnen worden toe gepast, maar ook deel uit kunnen maken van SITS (Stationsconcept in tijdelijke situaties). De belangrijkste kenmerken van de unit: makkelijk te verplaatsen door twee man, stabiel, passend in een lift en zoveel mogelijk aansluitend op de bestaande verschijningsvorm van de TB middelen en passend in de Toolkit in verband met SITS. Totaal zullen vijf tot tien units worden gebouwd voor toe passing op de grote stations. Bureau Spoorbouwmeester was betrokken bij de gehele ontwikkeling.
DRIS ProRail en NS willen in de stations omgeving ook actuele businformatie verstrekken aan reizigers. Een display met dynamische ‘busvertrekinformatie’ biedt een bondig overzicht van de ver trekkende bussen van het station binnen een bepaalde periode. Het middel is primair bedoeld voor de reiziger die op het station is aangekomen met de trein en verder wil reizen met de bus. De geleverde informatie omvat informatie over buslijnnummers, richting, bus perron, vertrektijd en afwijking (of aftelmechanisme). De displays worden zoveel mogelijk in het aankomstdomein geplaatst om verwarring te voorkomen met de TB displays van NS. Bureau Spoorbouwmeester is betrokken bij de plaatsing van DRIS (Dynamische Reizigers Informatie Systemen) displays op een aantal stations, zoals Den Haag Hollands Spoor, Den Haag Centraal en Laan van NOI.
Ruimte voor de fiets station Breda Prinsenbeek
Stationsomgeving
Ruimte voor de fiets
Jaarbericht 2012
Spoor
38
Projecten
Tot het spoor behoren de spoorbaan en de direct omliggende infrastructuur, zoals spoorsloten, hekwerken, schakel kasten, spoordijken, afschermingen en geluidsschermen. Ook reserveringen voor toekomstige ontwikkelingen, rangeerterreinen en civiele kunstwerken worden tot het spoor gerekend. Alle infrastructuur van het spoor is in de basis functioneel van aard. Daar waar het spoor en de omgeving elkaar raken, zijn sommige elementen tevens onder deel van de spooromgeving. Het gaat hier bijvoorbeeld om civiele kunstwerken, geluidsschermen en andere afschermin gen. Naast een puur technische beteke nis spelen deze ook een rol in de beleving van het spoor vanuit de omgeving.
OV SAAL: Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad Het aantal reizigers in het openbaar ver voer tussen Schiphol en Lelystad groeit sterk. Op korte termijn is een extra groei te verwachten als gevolg van de eind 2012 opgeleverde nieuwe Hanzelijn. De Zuidas, het kantorengebied rond de A10-Zuid in Amsterdam, ontwikkelt zich ondertussen tot een internationaal zakencentrum. Verder wordt verwacht dat het aantal inwoners van Almere zal blijven groeien. Het spoor kan de huidige en zeker de (reëel) te verwachten groei niet aan. Het openbaar vervoer op het traject Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad (kortweg OV SAAL) heeft daarom een flinke uitbreiding nodig. Binnen dit kader adviseerde Bureau Spoorbouwmeester ProRail bij de formulering van ambities en ontwerpuitgangspunten. Ook zijn de plannen getoetst die door verschillende allianties die op basis van deze uitgangs punten werden gemaakt. SAA: Spoorbrug Muiderberg Het project SAA (Schiphol-AmsterdamAlmere) mikt op een betere bereikbaar heid en doorstroming over de weg in de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere.
Hiermee moet de werkgelegenheid en de leefbaarheid van de noordvleugel van de Randstad een impuls krijgen. Op meerdere plekken heeft dit project raak vlakken met de spoorinfrastructuur, in het bijzonder ter plaatse van het Knoop punt Muiderberg, waar de weg kruist met de spoorlijn. Binnen SAA werken ProRail en Rijkswaterstaat daarom nauw samen om de ambitieuze plannen voor de snel wegen en spoorwegen, waaronder OV SAAL, optimaal op elkaar af te stemmen. In 2012 werden de plannen in de markt gezet. In voorbereiding daarop zijn geza menlijk ambities geformuleerd voor de inpassing en vormgeving. Bureau Spoor bouwmeester hielp in de afstemming en de formulering van beeldkwaliteitseisen. Met name voor de spoorbrug bij Muiderberg, een van de belangrijkste opgaven in het contract, resulteerde de samenwerking in een inspirerende integrale vraag aan de markt. Spoorzone Den Bosch In Den Bosch liggen ambitieuze plannen voor de ontwikkeling van de stad aan weerzijden van de spoorbundel. Waar in veel plaatsen het spoor wordt gezien als een ‘brutale’ scheiding in de stad, is in Den Bosch het spoor ‘de rode draad’ in
SAA Spoorbrug Muiderberg
Jaarbericht 2012
Spoor
Spoorzone Den Bosch Fly-over
Spoor
39
Hanzelijn Drontenermeertunnel
Jaarbericht 2012
40
41
Programma’s de stedelijke ontwikkeling. De spoorzone legt verbanden tussen de wijken en wordt gebruikt om deze te ‘infecteren’ met het succes van het reeds ontwik kelde Paleiskwartier. Als onderdeel van de ontwikkeling van de Spoorzone past ProRail de sporen aan, plaatst nieuwe schermen en hekwerken en bouwt een majestueuze brug over de rivier De Dieze. Bureau Spoorbouwmeester is betrokken als adviseur van ProRail en leverde verder een bijdrage aan Beeldkwaliteitsboek voor de Spoorzone. De zichtbaarheid van de stad speelt een belangrijke rol bij de Spoorzone projecten. De brug annex fly-over laat treinen vanuit Nijmegen en de treinen van en naar Utrecht ongelijk vloers kruisen. Dat betekent een belang rijke verbetering voor de doorstroming, veiligheid en betrouwbaarheid van het treinverkeer rondom Den Bosch. In april 2013 zijn de laatste werkzaamheden aan de fly-over afgerond. Hanzelijn
daarmee één van de doelstellingen van het Spoorbeeld. Rijdend over de lijn ziet de reiziger meerdere landschappen aan zich voorbij trekken. Het spoor doet zich voor als een dunne lijn door het landschap. De impact op het land schap blijft zo beperkt. Naast de lijn zelf, twee nieuwe stations in Dronten en Kampen en de Drontenermeertunnel is de Hanzeboog – de nieuwe spoorbrug over de IJssel tussen Hattem en Zwolle – een markant onderdeel op de lijn. In 2012 werd deze brug de winnaar van de nationale staalprijs. Waardering was er voor de vloeiende beweging van de con structie en het feit dat de grote over spanningen en het gering aantal pijlers zorgen voor een minimale aantasting van het stroomgebied en een maximaal zicht op het landschap.
Tunnelalliantie ProRail wil voor het realiseren van on gelijkvloerse kruisingen met het spoor raamovereenkomsten sluiten met partijen die kunnen zorgen voor ontwerp, realisatie en overleg met omgevings partijen. Combinaties van aannemers, ingenieursbureaus en ontwerpers zijn uitgenodigd om hun belangstelling ken baar te maken. Hen wordt gevraagd een toolbox uit te werken en deze samen met een visie en geïllustreerd met plannen te presenteren. ProRail wil voor de alliantie drie partijen selecteren. Vormgeving is een van de aspecten waarop de partijen beoordeeld zullen worden. Andere belangrijke aspecten zijn toegankelijk heid, een goede ruimtelijke inpassing en veiligheid. Een tunnel is immers veel meer dan het realiseren van een fysieke verbinding. Bureau Spoorbouwmeester werkt samen met ProRail aan voorbe reiden van de selectie en het formuleren van de toetsingscriteria voor vormgeving, inpassing, landschap en kunst.
Hanzelijn De Hanzeboog
Spoor
Op 6 december is de Hanzelijn, het nieu we vijftig kilometer lange spoor tussen Lelystad en Zwolle, officieel geopend door Koningin Beatrix. De Hanzelijn is een prachtig voorbeeld van de ontmoeting tussen spoor en landschap en illustreert
Jaarbericht 2012
Spooromgeving
44
Spooromgeving
Projecten
Tot de spooromgeving behoren alle landschappen die de spoorlijn kruisen en de overgang tussen de omgeving en het spoor. Daarmee heeft de spooromgeving enige overlap met het spoor. Hierbij gaat het met name om geluidsschermen en andere afschermingen die doorgaans op de grens van beide domeinen staan en zodoende zowel tot het spoor als tot de spooromgeving behoren. Ook civiele kunstwerken worden tot de spooromgeving gerekend. De opgave voor ontwerp, realisatie en onderhoud in de spooromgeving wordt bepaald door de ontmoeting tussen spoor en landschap, de relatie van het spoor met civiele kunstwerken en andere vormen van infrastructuur (water, wegen) en de gewenste ervaring van reizigers en de omgeving. Bij dit laatste is ook de beleving van omwonenden een belangrijk aandachtspunt.
Geluidschermen Omdat het spoor intensief wordt ge bruikt en in de nabijheid van het netwerk vaak ook gewoond en gewerkt wordt, worden langs veel baanvakken schermen geplaatst ter voorkoming van geluids overlast. De schermen zijn vaak van grote invloed op het beeld van het spoor en hebben – als ze hoog zijn – ook veel impact op het beeld van de reiziger op de omgeving. Doordat de omgeving van het spoor sterk wisselt, is er ook een grote diversiteit aan wensen en mogelijk heden. Bureau Spoorbouwmeester adviseert ProRail over de inpassing van standaardschermen en staat hen bij in de ontwikkelingen van vormgevings documenten voor specials zoals voor OV-SAAL in Almere, de emplacementen Venlo, Heerlen en Dordrecht en station Naarden-Bussum.
aannemer-architecten-combinaties. De Spoorbouwmeester trad tijdens de selectieprocedure op als voorzitter van de jury die de vormgevingsaspecten beoordeelde. De definitieve plannen voor de aanleg van de passerelle zijn in middels gereed. In de loop van 2013 zal begonnen worden met de aanleg.
Passerelle station Roosendaal
Jaarbericht 2012
De gemeente Roosendaal en ProRail werken op station Roosendaal aan de ontwikkeling van een ‘passerelle’. Deze brug voor voetgangers en fietsers gaat het station verbinden met het RBCterrein: de plek van het voormalige RBC stadion. Rondom deze locatie wordt in de toekomst een evenementenzone en een onderwijs- en zorgboulevard gerealiseerd. De 150 meter lange en acht meter hoge brug overspant zeventien sporen. Bureau Spoorbouwmeester was in 2012 betrokken bij de advisering van ProRail en de gemeente Roosendaal omtrent de ontwerperselectie voor de nieuwe interwijktraverse. Namens de gemeente en ProRail zijn door Bureau Spoorbouwmeester vormgevingscriteria opgesteld. Deze hebben als toetsings instrument gediend bij de beoordeling van de ingediende plannen van
Passerelle station Roosendaal ontwerp: West 8 station Hilversum Mediapark ontwerp: Meyer en Van Schooten Architecten
Spooromgeving
45
Jaarbericht 2012
46
47
Programma’s
Door de bouw en aanleg van vaarwegen, wegen en spoorwegen zijn veel natuur gebieden in de loop der tijd ‘doorknipt’ geraakt. Dit heeft nadelige gevolgen voor dieren en planten. Hun leefgebied werd door al die doorsnijdingen onnatuurlijk klein. Voortvloeiend uit rijksbeleid zullen binnen het Meerjarenprogramma ont snippering (MJPO) de komende jaren talrijke natuurgebieden in Nederland weer met elkaar verbonden worden. ProRail realiseert in samenwerking met Rijkswaterstaat nieuwe verbindingen tussen belangrijke natuurgebieden in Nederland. Hiermee wordt het leef gebied van vele dieren en planten weer vergroot. Bureau Spoorbouwmeester adviseert met name over de rol die vormgeving kan spelen in het ontwerp van de voorzieningen en kunstwerken. Daarnaast is inpassing in de omgeving een belangrijk aandachtspunt. In 2012 vroeg Bureau Spoorbouwmeester samen met ProRail en het MJPO boven dien aandacht voor de unieke natuur waarden van het spoor. Het spoorweg stelsel zelf is namelijk voor plant en dier ook een belangrijke ruimte om te leven en te bewegen. Het netwerk is zelfs
essentieel voor het bestaan van sommige ‘bewoners’. De sporen blijken niet alleen handig voor ons, ook voor dieren en planten is het een belangrijke corridor. Samen met ProRail en MJPO liet Bureau Spoorbouwmeester daarom een essay schijven over dit unieke natuurgebied rond het spoor. Het essay is bedoeld is als inspiratiedocument voor ontwerpers, beheerders, reizigers en omwonenden.
Meerjarenprogramma Ontsnippering
Spooromgeving
Meerjarenprogramma ontsnippering (MJPO)
Jaarbericht 2012
Trein
50
Trein
Programma’s
Nederland kent drie treincategorieën die zich vertalen naar internationale/ lange afstands-, nationale/intercity en regionale treinproductformules met een bijbehorende vormgeving van het trein materieel en het interieur. De opgave is om – onafhankelijk van concessiehouder en vervoerder – binnen het gehele net werk algemene, generieke kenmerken te hanteren en uiting te geven aan de raakvlakken tussen trein en station. Dit maakt het reizen per trein vertrouwd en zorgt voor herkenbaarheid van de treinproductformules, ongeacht de verschillen in vormgeving, materieel en interieur per aanbieder. De algemene, generieke kenmerken hangen samen met de productformule en spelen in op de gemiddelde verblijfs- en reisduur per formule.
Sprinter nieuwe generatie
Sprinter nieuwe generatie station Rotterdam Centraal
Jaarbericht 2012
De sprinterformule wordt ingezet voor stads- en streekvervoer. De sprinters stoppen vaak en vervoeren veel reizigers over een relatief korte afstand. NS Reizigers wil volgend jaar de markt vragen om voorstellen te doen voor een nieuwe generatie Sprinters. Eind 2012 heeft Bureau Spoorbouwmeester samen met NS omschreven hoe vanuit het Spoorbeeld een bijdrage geleverd kan worden aan dit proces. Bureau Spoor bouwmeester zal NS Reizigers adviseren bij de selectieprocedure.
00 51
Bureau Spoorbouwmeester
Missie Bureau Spoorbouwmeester schept herkenbare en eenduidige belevings condities voor de Spoorsector als samenhangend systeem. De inhoudelijke basis hiervoor is het Spoorbeeld. Een herkenbaar (Spoor)beeld maakt het spoor toegankelijk, overzichtelijk en gebruiksvriendelijk en versterkt het gevoel van vertrouwen en veiligheid bij reizigers. Hiermee wordt meerwaarde gecreëerd voor de toekomst van (railgebonden) openbaar vervoer.
Visie
(Inter)disciplinair advies
Bureau Spoorbouwmeester voorziet de traditie van architectuur en design, als dragers van de spooridentiteit van sta tions en materieel, van een nieuw elan. – Bureau Spoorbouwmeester creëert en monitort namens NS en ProRail, vanuit een onafhankelijke positie en met een gemeenschappelijk Spoorbeeld, een duidige en consequente belevings- en uitvoeringscondities voor alle stake holders binnen het openbaar vervoer. – Bureau Spoorbouwmeester is in staat om de diverse ruimtelijke ‘schaalniveaus’ met elkaar in verband te brengen en te houden. – Met inbreng van kennis, kunde, ervaring en een goed overzicht van lopende OV-projecten kan Bureau Spoorbouw meester de projectteams als onafhan kelijke partij adviseren en stimuleren om tot integrale oplossingen te komen. – De manier van werken heeft als doel om het opdrachtgeverschap van ontwerp opdrachten binnen het openbaar vervoer op een hoger plan te tillen.
Binnen Bureau Spoorbouwmeester zijn verschillende (ontwerpende) disciplines vertegenwoordigd. Zo kunnen de doel stellingen van het Spoorbeeld goed worden doorgevoerd. Integraal werken is het devies. Daarmee wordt ingehaakt op de ambitie van samenhang en op het feit dat veel opgaven een mix van disciplines nodig hebben om tot een optimaal resul taat te komen. Gezien de aard van de adviesaanvragen, de verandering van de opgave en de Spoorbeeldvisie, ligt de nadruk op het in samenhang, breed en verbindend te adviseren. Dat betekent dat de advi seurs generalistische kennis hebben, met een stevige basis in een van de disciplines die het werkveld van Bureau Spoorbouwmeester c.q. het vernieuwde Spoorbeeld karakteriseren: architectuur, grafische vormgeving, productdesign en industrieel ontwerp en tegenwoordig nadrukkelijk ook stedenbouw en land schap. Naast deze ‘ basisdisciplines’ zijn er talloze andere vakgebieden die ge regeld aan de orde komen bij projecten en opgaven zoals interieurarchitectuur, wayfinding, monumenten/erfgoed en kunst.
Waarom? De spoorsector ambieert een gezamen lijk ambitieniveau inzake de kwaliteit van het spoor. Daarbij hebben ProRail en NS samen het initiatief genomen om de be leving van het reizen per trein naar een hoger plan te tillen. Het Spoorbeeld is hierbij een belangrijk middel. Het is op gesteld met de overtuiging dat door een goede samenwerking tussen alle partijen op en rond het spoor een herkenbare identiteit van de spoorbranche kan ont staan. Deze identiteit draagt bij aan een positieve beleving van het spoor door de reizigers. Het resultaat van een sterke spooridentiteit is een betere functionali teit van de stations, meer reisplezier en een beter commercieel perspectief voor alle belanghebbenden op de stations.
Bureau Spoorbouwmeester
Bureau Spoorbouwmeester is in 2001 op initiatief van de directies van NS en ProRail opgericht als een onafhankelijk adviserend orgaan voor ontwerp- en vormgevingsopgaven binnen de spoor sector. Sinds het ontstaan van het bu reau wordt aan en met het Spoorbeeld gewerkt. Vanuit Het Protocol – het document waarin de afspraken tussen NS, ProRail en Bureau Spoorbouw meester zijn vastgelegd – is het bureau bevoegd het Spoorbeeld te ontwikkelen, te beheren en uit te dragen. Zodoende vormt het Spoorbeeld het kader voor na genoeg alle werkzaamheden van Bureau Spoorbouwmeester. Het bureau inspireert alle bij het spoor betrokken partijen tot een passende vertaling van het Spoorbeeld. Bureau Spoorbouwmeester adviseert gevraagd en ongevraagd bij ontwerpopgaven op en rond het spoor. Daarbij richt het zich tot de traditionele, spoorse partijen ProRail en NS, maar ook tot gemeenten, provincies, ministeries, vervoerders en andere betrokken instellingen en organi saties. Daarnaast ontwikkelt het bureau beleid en heeft het een toetsende rol. Het werkgebied bestrijkt in principe alle projecten waar de beleving van het spoor een rol speelt: van stations, het interieur op stations tot het station in zijn omgeving en de inpassing van het spoor in stad en landschap.
52
Verankering samenwerking in Kernproces Het plannen en uitvoeren van projecten is door ProRail vormgegeven in het Kernproces projecten. Daarin zijn de projectstappen vastgelegd, inclusief de besluitvormingsmomenten en de daarbij behorende producten. De structuur zorgt dat projecten in één keer het ge wenste resultaat opleveren. Ook stemt het de interne samenwerking af en biedt het stakeholders, klanten, financiers in zicht in de besluitvorming. ProRail en NS hechten veel belang aan de rol die Bureau Spoorbouwmeester speelt in het behoud en ontwikkeling van de spoorbeeldidentiteit. Op weg naar een verdere structurering van projecten heeft ProRail daarom in samenwerking met Bureau Spoorbouwmeester het Kernproces aangegrepen om de samen werking verder te verankeren. Hiermee heeft het bureau een duidelijke positie gekregen in de werkprocessen. Er is beter zichtbaar gemaakt op welke mo menten Bureau Spoorbouwmeester betrokken dient te worden. Zo is van iedere projectfase vastgelegd wanneer Bureau Spoorbouwmeester ingeschakeld wordt om te adviseren over de vorm geving, uitstraling en conformiteit met het Spoorbeeld en wat de rol is. De vaststelling van de afspraken is in goed overleg tot stand gekomen met ProRail Projecten en de Kerngroep Kernproces en is inmiddels definitief gepubliceerd op Focus.
Samenwerking met NS en ProRail Er bestaat een hechte samenwerkings relatie tussen Bureau Spoorbouw meester en de verschillende onderdelen van NS en ProRail. Allereerst via de diverse projecten waar de partijen samen bij betrokken zijn. Door middel van reguliere vergaderingen, directeurenoverleg met de regio’s, stuurgroepdeelname en meetings met projectverantwoordelijken krijgt Bureau Spoorbouwmeester inzicht in lopende zaken. Naast de bespreking van de verschillende (stations)projecten zijn deze bijeenkomsten tevens het moment voor het monitoren van het Spoorbeeld. Ook wordt er een jaarlijkse excursie georganiseerd met de hoofddirectie van NS en ProRail. Dit jaar betrof dit een stationsbezoek waarbij Amsterdam Sloterdijk, Zwolle en Eindhoven werden aangedaan. Niet alleen de stations werden bezocht, ook werd tijdens de treinreis aandacht besteed aan de goede en zwakke punten. Database ontwerperselecties en prijsvragen De diverse ontwerpopgaven binnen het spoor zijn gebaat bij een goed overzicht van bureaus en ontwerpers. De data base helpt om de juiste ontwerper te koppelen aan de juiste opgave waardoor het vertalen van generieke vormgevings eisen naar specifieke situaties en op gaven aanzienlijk beter geborgd kan worden. Inmiddels heeft Bureau Spoor bouwmeester ongeveer 300 bureaus in de database staan, gesorteerd op de diverse ontwerpdisciplines. Hieronder zitten ook bureaus die geselecteerd kunnen worden voor het maken van een waardestelling of het doen van bouwkundig en/of cultuurhistorisch onderzoek. Jaarlijks wordt de database geactualiseerd en aangevuld met nieuwe bureaus. Afgelopen jaar bewees de database onder meer dienst bij het vinden van goede bureaus voor het opstellen van waardestellingen voor
de Collectiestations. Ook kwam de database van pas bij de architecten selecties voor de stations Alkmaar, Gouda, Assen en Rotterdam Alexander; de beeldkwaliteitsboeken voor station Groningen en station Utrecht centraal (Noordzijde); het stedenbouwkundig onderzoek voor Station Zwolle; de bouwkundige inpassing voor toiletten op stations; en de gecombineerde ontwerper-aannemerselectie voor de Passerelle in Roosendaal. Watford 2012 Ieder jaar reizen ontwerpers, architecten en designmanagers uit Azië, Amerika en Europa naar de vierdaagse Watford con ferentie om elkaar te informeren over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van vormgevingsbeleid, spoor-, stationsen treinprojecten. Dit jaar organiseerde de Deutsche Bahn (DB) de jaarlijkse conferentie in het Kaiserbahnhof in Potsdam. Dit station werd in 1909 ge bouwd voor de laatste keizer Wilhelm II en is in 2005 met veel zorg gerestaureerd als vestiging voor de DB Akademie. Tijdens de conferentie, die plaatsvond van 8 tot 13 oktober 2012, werd kennis en ervaring gedeeld in workshops en korte presentaties. Met veel boeiende
Jaarbericht 2012
Het bureau bestaat uit een Spoorbouw meester, ondersteund door vier kern adviseurs met een generalistische insteek die het Spoorbeeld/routedenken van begin tot het eind beheersen. Ook pure specialismen worden geborgd mid dels een pool van experts. Deze experts committeren zich aan het Spoorbeeld en zijn op afroep beschikbaar om de kernadviseurs bij te staan en daarmee de kwaliteit van advisering extra te borgen.
53
Communicatie Bureau Spoorbouwmeester draagt het Spoorbeeld uit via lezingen, interviews en symposia. Zo trad de Spoorbouw meester tijdens het Nationaal Congres Openbaar Vervoer van 15 maart 2012 op als spreker/tafelvoorzitter. Hierbij werd ingegaan op de vraag hoe OV-knoop punten aantrekkelijk kunnen worden met het oog op het vergroten van het aantal reizigers en het comfortabeler maken van de reis. Op 24 mei 2012 was de Spoorbouwmeester te gast op het jaar lijkse congres over stationslocaties. Hier
sprak hij over het nieuwe Spoorbeeld en het vergroten van het werkveld en het blikveld richting alle routeonderdelen. Ook in een interview op 16 november gaf spoorbouwmeester Koen van Velsen een toelichting op Spoorbeeld bij BNR Nieuwsradio. Naast deze activiteiten werkte Bureau Spoorbouwmeester in 2012 mee aan een film voor ProRail, afdeling Stations en Transfer. De film geeft inzicht in de realisatie van projecten en de rol van Stations en Transfer daarbij. Ook hielp het bureau bij het tot stand komen van een boek over Sybold van Ravesteyn en leverde beeldmateriaal aan het OVmagazine bij een artikel over kunst in de trein. Tot slot verscheen in november 2012 het boek Architectuur door andere ogen. Het boek, dat volop de aandacht van de media kreeg, is een poëtisch pleidooi voor meer zintuigelijke architec tuur, een gelaagd en tactiel (luister)boek werk met bijzonder mooie bijdragen. In ‘Architectuur door andere ogen’ nemen 8 blinden en slechtzienden de luisteraar en lezer mee door markante gebouwen uit de Nederlandse bouwkunst. Zij tonen ons hoe zij architectuur met al hun zintuigen ervaren. Bureau Spoorbouw meester leverde een bijdrage aan het boek door te vertellen over de veiligheid
en toegankelijkheid van stations voor iedereen. Huisstijl Vanaf juli 2012 voert Bureau Spoorbouw meester een nieuwe huisstijl. Hierin staat het Spoorbeeld centraal. Met de nieuwe website en de nieuwe huisstijl wil Bureau Spoorbouwmeester het vormgevingsbeleid van het spoor beter toegankelijk maken. Het Spoorbeeld logo is opgebouwd uit ‘losse’ elementen die samen de letters en het lettermerk vormen. Hiermee refereert het logo aan de essentie van het Spoorbeeld: overkoepelend en bestaand uit verschil lende delen die alle een verband met elkaar hebben. Inspiratie op de website Inspiratie is een belangrijk onderdeel van het Spoorbeeld. Een speciaal deel van de Spoorbeeld website is hiervoor ook ingericht. Hier wordt onder de kop Inspiratie verteld over de achtergronden van beleid, concrete projecten en ont wikkelingen rond het Spoorbeeld. Daar naast is er ruimte voor de geschiedenis van het Spoor. De informatie op de Inspiratiepagina’s heeft geen formele
www.spoorbeeld.nl ontwerp: LAVA realisatie: Cinnamon
Bureau Spoorbouwmeester
ervaringen en inspirerende verhalen over nieuwe technieken, hergebruik en duurzame stedenbouw. Daarnaast waren er excursies naar DB stations in onder meer Berlijn en Leipzig. Door de gewijzigde situaties bij de spoorwegmaatschappijen is deelname aan Watford en de interesse niet meer vanzelfsprekend. Design en architec tuur wordt veelal door externe bureaus verzorgd. Er wordt gezocht naar een andere vorm met een bescheidener programma. De Watford 2013 wordt gehouden in Engeland. Voor de jaren erna zijn Nederland, Rusland en Finland in beeld.
www.spoorbeeld.nl ontwerp: LAVA realisatie: Cinnamon
Jaarbericht 2012
00 54
00 55
Bureau Spoorbouwmeester
beleidsmatige status. Het vervult een ‘inspirerende’ rol en verrijkt zo het Spoorbeeld. Op de inspiratiepagina’s zijn na de lancering van de Spoorbeeld website al diverse artikelen verschenen. Zij bieden achtergrondinformatie voor (en over) het beleid. Zo schreven Lara Voerman en Marinke Steenhuis (Steenhuis Meurs) over de relatie tussen landschap en spoor, gingen Mark van Hagen en Maarten Exel van NS Reizigers in op de diverse reizigerstypen en schreef Wim Nijenhuis een verhaal over de ervaring van de treinreis. Andere bijdragen werden geleverd door Ivan Nio met essays over de publieke dimensie van het spoor en het station als publieke ruimte en Tanja Karreman die schreef over de betekenis van kunst bij het spoor. Ook werkte De Groene Ruimte BV aan een onderzoek naar natuur langs het spoor en verschenen artikelen over de Nieuwe Sleutelprojecten en het NSP meetingpoint De WOLK van John Körmeling.
uitgave van Bureau Spoorbouwmeester Juni 2013 www.spoorbeeld.nl Bureau Spoorbouwmeester is een samenwerkingsverband van ProRail en NS
Het Spoorbeeld beschrijft het ontwerp- en vormgevingsbeleid van de spoorsector. Aan de hand hiervan stimuleert Bureau Spoorbouwmeester ruimtelijke kwaliteit, identiteit, beleving en ontwerpkwaliteit op en rondom het spoor.
tekst en inhoud Bureau Spoorbouwmeester redactie Complod – Peter Michiel Schaap ontwerp Reynoud Homan fotografie Edward Aghina Gerard van Beek Gerlo Beernink Rob ’t Hart Jannes Linders Pieter Kers Freddy Schinkel Gerrit Serné Kees Stuip beeldrecht rechthebbenden Bureau Spoorbouwmeester Arcadis Benthem Crouwel Architekten Meyer en Van Schooten Architecten Movares Museum Ravenstein MUST Stedebouw NL Architects OPERA ProRail Rijkswaterstaat Studio SK Team CS UN Studio West 8
00
Jaarbericht 2012
00