Voorwoord De filmindustrie wordt heden ten dage nog elke dag populairder. Door de ontwikkelingen bij beeld -en geluid technologieën, op het gebied van de productie, hoort uiteraard ook een verbetering van de bioscoop faciliteiten. De nieuwe bioscoop dient modern te zijn met de nieuwste technische voorzieningen waardoor het mogelijk moet zijn om als bezoeker steeds meer betrokken te raken bij de film. Door de veranderingen in het aantal aanbiedingen van films veranderd daarbij ook nog het bioscoop gedrag. Vroeger was een film bezoek een hele avond uit. Tegenwoordig ziet men een filmbezoek vaak als tussendoor. Het is daarom van belang dat er om de bioscoop heen ook andere faciliteiten beschikbaar zijn. Tevens zorgt dit voor grotere bezoekersaantallen waardoor het noodzakelijk is om meerdere zitplaatsen beschikbaar te stellen. Het laatste aspect van het “nieuwe” bioscoop gedrag is het ook belangrijk om bioscopen te bouwen met een hoge zalen beschikbaarheid. Hierdoor kunnen er vele verschillende films op hetzelfde moment aangeboden worden aan de bezoeker. Om aan al deze behoeftes te voldoen is de multiplex bedacht, dit is een bioscoop type met minimaal 10 zalen en een stoelaanbod van minimaal 3000 stoelen. Deze bioscoop vorm lijkt in de toekomst een steeds belangrijker deel te gaan veroveren in het totale bioscoopaanbod over heel de wereld.
Inleiding Voor dit eindwerkstuk van de bachelor opleiding Bouwkunde van de TU - delft hebben wij onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het realiseren van een multiplex bioscoop. Dit gebouw zou ook plaats moeten bieden aan enkele winkels, een casino en een restaurant, door de beperkte tijd die ons in dit semester geboden is hebben we ons echter bij de uitwerking vrijwel overal beperkt tot de multiplex. Voor de ontwikkeling van dit complex dachten we direct aan de binnenstad van Utrecht. Dit komt doordat er in Utrecht al jaren geklaagd wordt over het geringe bioscoop aanbod. Hierdoor lijkt het logisch dat het rendabel zal zijn om hier een multiplex te realiseren. Wij hebben als locatie het Smakkelaarsveld gekozen dat is gelegen nabij Utrecht centraal station en winkelcentrum Hoog Catherijnen. Wij hebben voor deze locatie gekozen omdat het goed bereikbaar is door de goede aanwezige infrastructuur, de aansluiting met het winkelcentrum en de aanwezigheid van het station. Tevens wordt het veld momenteel niet nuttig gebruikt. Het is nu een park, echter wordt het meer gebruikt als standplaats voor fietsen of hangplek voor zwervers en junks, wat natuurlijk geen fijn uithangbord is voor dit centraal gelegen plein. Voor de uitwerking van dit onderzoek hebben we eerst een marktonderzoek gedaan waarin we hebben bekeken of het ook waarschijnlijk is dat er genoeg draagvlak is voor de realisatie van dit gebouw. Daarbij hebben we de locatie geanalyseerd om te bepalen wat voor bioscoop type in de locatie zou passen en wat de randvoorwaarden zijn die deze locatie met zich mee brengt. Ook hebben we enkele analyses gedaan van bestaande bioscopen om te zien welke deeloplossingen eventueel mogelijk zijn en welke van deze deeloplossingen het best gebruikt zouden kunnen worden. Vanuit de analyses hebben we 3 varianten ontwikkeld die gedeeltelijk gebaseerd zijn op reeds bestaande ontwerpen. Door de complexiteit van dergelijke bouwwerken hebben we uiteraard alleen een gedeelte van de basisopzet gebruikt. Na een verdere uitwerking hebben we een keuze gemakt welke van de varianten volgens ons het beste perspectief bood om op verder te studeren. Deze keuze is o.a. gebaseerd op economische, functionele en architectonische aspecten van de varianten. Een gedeelte van het besluit kwam ook tot stand na bezoeken aan de bioscopen die wij als basis hadden laten dienen. Door de bioscopen te bezoeken dachten wij een betere afweging te kunnen maken naar het functioneren van de bioscoop, vanuit het perspectief van een bezoeker. Na de keuze hebben we een variant verder uitgewerkt, waardoor we uiteindelijk tot het eindontwerp zijn gekomen die in haalbaar is op de door ons gekozen locatie.In dit verslag vind u de verschillende fases die we doorlopen hebben met als uiteindelijke resultaat het eindontwerp en de daarbij behorende haalbaarheidsstudie
1
MARKTANALYSE
1.1
Marktanalyse Nederland
1.1.1 De Nederlandse bioscoop markt De Nederlander ging in 1998 gemiddeld 1,3 keer per jaar naar de bioscoop. Vergeleken met de omringende landen is dit getal erg laag. In 1998 bezocht men in Duitsland gemiddeld 1,8 keer per jaar de bioscoop, in België 2,5 keer en in Frankrijk 2,9 keer. In Europa brachten alleen de Grieken en de Finnen minder vaak een bezoek aan de bioscoop. Zie Figuur 2. Land Bezoek per capita2000 Land Bezoek aan bioscoop Land Griekenland 1,18 Italië Finland 1,24 Denemarken Nederland 1,28 België Portugal 1,51 Spanje Zweden 1,79 Frankrijk Duitsland 1,81 Luxemburg Bron: Media Salles, Yearbook, 2001 advance edition
Bezoek aan bioscoop 1,96 2,08 2,49 2,85 2,90 3,34 European Cinema
1.1.2 Bezoekers verklaringen Door grote exploitanten zoals Pathé of Kinepolis wordt de multiplex bioscoop gezien als de oplossing om de bioscoopbezoeken te vermeerderen. Hiervoor voeren zij een aantal argumenten aan, te denken valt aan: -Kwaliteit bioscopen. Het aantal multiplexen in Nederland is één van de laagste in Europa. Daarbij is de kwaliteit van de overige bioscopen is in veel plaatsen in Nederland niet toereikend. Dit blijkt onder andere uit meningen van medestudenten en andere kennisen die vervent bioscoop bezoeker zijn. Ze wordsen nu vaak gedwongen naar oude/kleine bioscopen te gaan met een te lage kwaliteit ten aanzien van beeld, geluid en voorzieningen. Multiplexen worden door hun ruime opzet en moderne voorzieningen door de consument gezien als kwaliteitsverbetering.
. -Aantal bioscopen. De doek- en stoeldichtheid in Nederland is momenteel erg laag. De redenering, men wil wel, maar kan niet naar de bioscoop, wordt daarom ook vaak genoemd. Niet alleen doordat films uitverkocht zijn, maar ze zijn door het kleine aantal zalen ook maar een beperkte tijd in Nederland te zien. Een multiplex kan dit gemis gedeeltelijk opvangen door het grote aantal doeken dat deze bioscoop vorm kenmerkt. -Kaartjes prijs
De prijs van een kaartje is in Nederland relatief hoog. Mede door de hoge vraag naar films en het schaarse aanbod van films. Dit is in de grafiek te zien, waarin de kaartprijs wordt gedeeld door de koopkracht.
-Cultuur Van naturen is de Nderlander geen vervent bioscoop bezoeker, dit komt mede door de kwaliteit van de eigen Nederlandse film industrie.
1.2 Markt analyse Utrecht Voor de lokatie van een nieuw multiplex hadden we gelijk Utrecht in gedachten omdat het algemeen bekend is dat zij kampen met een schijnend bioscoop tekort. Alle, in het vorige hoofdstuk omschreven, klachten zijn in Utrecht van toepassing. Wij zijn een geschikte locatie gaan zoeken in de binnenstad van Utrecht. Wij prefereren de binnenstad boven de periferie omdat wij denken dat de bioscoop dan beter te bereiken is voor de uiteenlopende doelgroepen die het complex moet aantrekken. . Daarvoor hebben we gekenen naar het huidige aanbod en de huidige vraag in Utrecht. 1.2.1 Bioscoop analyse Utrecht Om tot een goede analyse van de huidige markt van Utrecht te komen zijn een aantal dingen noodzakelijk. Te weten: -
Wat is het huidige aanbod van bioscopen in Utrecht? Wat is de huidige vraag naar bioscopen in Utrecht? Wat zijn vergelijkbare situatie in Nederland?
Met deze gegevens is het mogelijk antwoord te geven op de vraag of er in Utrecht vraag is naar een bioscoop. Zo ja, wat zou de omvang van een dergelijk project moeten bedragen. 1.2.2 Historie van bioscopen in Utrecht De eersten die het aandurfden in Utrecht een permanente bioscoop te openen waren de Duitse heren Kirchhof, Schaffrath en Kraemer die op 31 oktober 1907 in een verbouwd winkelpand aan de Oudegracht 144, hun Cinomatographe openden. Een jaar lang vertoonden zij hier films. Al snel kwamen er andere bioscopen, zoals de Cinema Parisien aan de Voorstraat, later omgedoopt in Cinema Union. En de Apollo Bioscoop, de Witte Bioscoop, de Centrum Bioscoop en de Splendid Bioscoop, die alle korte tijd films vertoonden in het pand Oudegracht 255. Na de eerste aarzelende pogingen werden er bioscopen geopend die het langer zouden volhouden, zoals de Vreeburg Bioscoop, de Scala, de Flora, die onder de naam Camera nog steeds in bedrijf is en de nog steeds bestaande Rembrandt Bioscoop.
1.2.3 Huidige aanbod in Utrecht In Utrecht zijn bij elkaar 23 bioscopen te vinden. Te weten: -Bioscoop-Salon Vreeburg/Bioscoop Vreeburg -Flora/Camera -Studio -Cinema Parisien/Union -Apollo -Witte Bioscoop -Centrum -Splendid
-Scala
-City
-Scala -Select -Rembrandt -Thalia -New-York Bioscoop/Palace/Filmac -Olympia Bioscoop -N.V. Huis
-Movies -Spoorbio -'t Hoogt -Catharijne -Springhaver -Cinema Theatre
OP het eerste gezicht lijkt het dan ook dat er voldoende bioscopen aanwezig zijn. Voor een groot deel van deze bioscopen geld echter dat ze een dusdanig klein aandeel in de markt hebben dat het bijna valt te verwaarlozen. Er zijn in Utrecht maar 6 bioscopen die een concurrerende positie kunnen betreden, ten opzicht van een eventueel nieuw te bouwen complex. Dit kaan men baseren op het aantal stoelen en het filmaanbod. De grote 6 bioscopen zijn namelijk in staat kaskrakers aan te trekken. De andere bioscopen zijn meer bedoeld als culturele voorstellingszalen voor groepen, scholen en experimentele film. Voorbeeld: Apollo is een filmzaal van de Universiteit van Utrecht en zal dus geen concurrerende positie hebben. De 6 grote bioscopen in Utrecht zijn: -
Rembrandt Catharijne ’t Hoogt Studio Springhaver City
Deze zijn samen goed voor 3000 stoelen1. Ter vergelijking: Amsterdam heeft 120002 stoelen verdeelt over de daar aanwezige bioscopen. In totaal zijn er 17 doeken, dit is 3% van het landelijk aantal doeken
1 2
Jaarverslag 2002, Nederlandse Federatie voor de Cinematografie idem, 2.
Toelichting per bioscoop Rembrandt
Gebouwd in 1913 Aantal stoelen 864 Aantal zalen 3 Grootste zaal 458
Studio
Gebouwd in 1909 Aantal stoelen <200 Aantal zalen = Grootste zaal ?
Catharijne
Gebouwd in 1973 Aantal stoelen Aantal zalen Grootste zaal
Springhaver
Gebouwd in 1909 Aantal stoelen < 200 Aantal zalen 2 Grootste zaal ?
’t Hoogt
Gebouwd in 1973 Aantal stoelen ? Aantal zalen 3 Grootste zaal ?
City
Gebouwd in 1935 Aantal stoelen <200 Aantal zalen = Grootste zaal
stoelen
Het aantal stoelen in Utrecht is vrij laag. Bij elkaar zijn het er 3000. Van al deze bioscopen is de Rembrandt de grootste met ruim 800 Stoelen. Dit is nog niks vergeleken met de Mega bioscopen in Amsterdam en Rotterdam die vaak 3000 tot 4000 stoelen bevatten. Als men kijkt naar het huidige bioscoop aanbod van Utrecht kan men constateren dat een multiplex bioscoop nog geen concurrentie kan ondervinden van de aanwezige bioscopen. Hierdoor zou men al kunnen concluderen dat het eer waarschijnlijk is dat het mogelijk moet zijn om een dergelijk complex te realiseren Als men kijkt naar de bouwjaren, van de bioscopen, dan is te zien dat de meeste vrij oud zijn. Vaak hebben zij wel een renovatie ondergaan, zoals de Rembrandt die in 1974 volledig is vernieuwd. Maar in vergelijking met de huidige technieken van geluidsisolatie en installaties zijn ze toch vrij verouderd. Een nieuwe bioscoop zal dus veel bezoekers trekken die prijs stelt op al deze nieuwe technieken en mede hierdoor andere bioscopen links zal laten liggen. De locaties van de andere bioscopen is zoals op het kaartje hiernaast te zien is ook redelijk in de binnenstad. 15 van de 23 bioscopen zitten in zekere zin in of rond het stationsgebied. Echter zijn deze vaak verstopt in achteraf steegjes en de panden hebben niet de uitstraling en het voorkomen die je zou mogen verwachten, bij een bioscoop. De locatie is dus gunstig qua ligging voor infrastructuur, echter niet als het gaat om de aanwezigheid van andere bioscopen. Zoals reeds eerder vermeld, moet de nieuwe megabioscoop echter de concurrentie met de huidige bioscopen aan kunnen.
1.2.4 Huidige vraag in Utrecht De realisatie van een gebouw is sterk afhankelijk van de doelgroep waarop het gericht is. Nu is het natuurlijk zo dat er films zijn voor alle leeftijden. Echter er zijn misschien bepaalde groepen die vaker gaan. Daarbij wordt gedacht aan studenten en gezinnen. Leeftijd/situatie
Jaartal
Leeftijdsklasse: 0-14 jaar Leeftijdsklasse: 15-29 jaar Leeftijdsklasse: 30-49 jaar Leeftijdsklasse: 50-64 jaar Leeftijdsklasse: 65 jaar en ouder Alleenstaand Lid eenoudergezin Lid paar zonder kinderen Lid paar met kinderen
Bezoek in procenten
2001/02 2001/02 2001/02 2001/02 2001/02 2001/02 2001/02 2001/02 2001/02
61,9 88,9 73,4 57,5 34,3 62,1 77,9 60,5 69,3
Als men naar het schema kijkt, is te zien dat de categorie 15-29 jaar, de groep waar de studenten in vallen, zoals verwacht, de meeste bioscoop bezoekers oplevert. De 65+ ers zijn het minst vaak in de bioscoop te vinden. Voor de bioscoop moet men zich dus vooral richten op de jongere bezoekers. Tevens is in de tabel te zien dat gezinnen een groot aandeel hebben in het bioscoop bezoek. Steden
inwoners
014j
524j
2544j
4546j
65+
Geen gezinnen
Utrecht Groningen Eindhoven Rotterdam Amsterdam 'sGravenhage
265102 171190 199870 592670 727050 440740
15 13 16 17 16 17
16 21 13 13 12 12
39 35 33 33 40 33
19 19 23 21 21 22
12 13 15 15 12 16
43 48 32 34 44 37
gezinnen 45050 31530 47100 134990 141280 95810
Gezinnen met kinderen 63 60 57 62 67 63
In Utrecht leven relatief gezien veel gezinnen en er zijn veel jongeren aanwezig. Dit is een gunstige omgeving om een mega bioscoop te bouwen gelet op de algemene bezoekers stromen.
1.2.5 Reflectie van andere steden Door de huidige situatie in Utrecht te vergelijken met andere steden wordt de potentie ven een multiplex in de binnenstad van Utrecht beter zichtbaar. Stad Biosc. doeken stoelen Recette*10^3 amsterdam 12 61 11.846 23.377 ’s5 25 5.534 11.980 gravenhage rotterdam 5 36 8.231 11.650 eindhoven 4 20 4.300 6.605 utrecht 6* 17 3.019 6.246 groningen 3 16 2.917 5.333 • dit zijn zoals in voorgaand hoofdstuk vernoemd bioscopen in utrecht.
Inwoners 727 050 440 740
Bezoek*10^3 3.288 1.726
592 670 1.729 199 870 1.050 265102 958 171 190 858 enkel en alleen de grote
Deze situatie is enigszins onjuist. Utrecht kent namelijk een aantal zelfstandige deelgemeente zoals Bunnik, Nieuwegein Vleuten en De Meern. De bewoners uit deze randgemeente zijn voor winkelen en uitgaan vaak genoodzaakt naar de binnenstad van Utrecht te trekken. De afstand van hun gemeente naar de binnenstad van Utrecht is vaak net zover als bijvoorbeeld Rotterdam-Zuid naar de binnenstad van Rotterdam. In feiten is het aantal inwoners dat geschikt is voor het bioscoop publiek groter dan hier geschetst. Naar schatting: als men de gemeenten IJsselstein, vleuten, harmelen en woerden ed er ook bij zou rekenen dan komt utrecht op een inwoners aantal vergelijkbaar met Rotterdam en Den Haag. Als we nu de situatie bekijken zien we dat er in Utrecht relatief gezien veel bioscopen zijn. Echter bevatten deze bioscopen minder zalen en minder stoelen dan de rest van de grote steden. Als men kijkt naar Den-Haag, een voor Utrecht vergelijkbare stad, zien we dat deze meer bezoekers trekt. Aan de hand van deze gegevens kan men aannemen dat, wanneer men een megabioscoop in Utrecht gaat bouwen, hier genoeg animo voor zou moeten zijn. De situatie in de andere steden kan men hiervoor als referentie aanschouwen. Conclusie Voor een groot onderzoek ontbreekt in dit semester helaas de tijd. Maar uit de gegevens die we hebben kunnen verzamelen kunnen we wel een aanname doen naar het aantal stoelen. Kijkend naar amsterdam kan men concluderen dat het bouwen van een multiplex met 9000 stoelen teveel zou zijn. Als je gaat kijken naar de steden Rotterdam en Den Haag, kom je op beter stoel aantal. Uit deze gegevens blijkt er waarschijnlijk een draagvlak te zijn van tussen de 3000 tot 5000 stoelen. Het is wenselijk dat deze stoelen tenminste verdeelt zijn over 8 zalen, dit zou de variatie van het filmaanbod ten goede komen.
2 Programmatische verkenning Doel en onderzoeksvraag Doel: Verwerven van gegevens voor het vaststellen van, de randvoorwaarden van locatie.
de
Onderverdeling analyse De analyse voor de megabioscoop is in te delen in een aantal verschillende deel analyses. Per onderwerp wordt naar een nieuw aspect gekeken dat te maken heeft met de realisatie van een megabioscoop op het Smakkelaars veld in Utrecht. De verschillende delen zijn als volgt in te delen 2.1 Observatie van de locatie Dit moet een beeld geven van de sterke en zwakke punten van de locatie, Tevens moet hieruit blijken welke randvoorwaarden er aan het gebouw kunnen worden gesteld ten aanzien van de locatie. Dit is opgedeeld in de thema’s: algemene indruk, morfologie, verkeer, functies en watergroen 2.2 Referentie projecten
Referentie projecten moeten helpen bij het bepalen van de typering van het gebouw, de grootte en de ontsluiting. Het is een middel om oplossingen te vinden voor eventuele deelproblemen. Een waarschuwing voor eventuele problemen. Immers zijn deze projecten al gerealiseerd en kunne we leren van hun huidige situatie. Tevens moeten ze als ondersteuning dienen bij de beoordeling van de ontworpen varianten.
2.1 Observatie van de locatie 2.1.1 Algemene indruk Wandelend door het gebied valt gelijk op dat hoewel het heel groen is, het voornamelijk gebruikt wordt om fietsen te stallen, tevens vinden veel zwervers en junks hier een plaats om hun tijd door te brengen. Dit gebied heeft voor de bewoners in de binnenstad dus geen hoge gebruikers waarde. Er is door de gemeente wel geprobeerd, door middel van kunstwerken en paden, om een aangenamere omgeving te creëren. Dit is echter een vergeefse poging gebleken. Inmiddels zitten deze werken onder de graffiti en groene aanslag. De gebouwen om het gebied zijn vrij dicht en geven een statische indruk. Door het gebruik van grijs beton laten ze een saaie, eentonige indruk achter. Een gebouw met glas en meer dynamiek zou op deze locatie logisch zijn om het geheel wat te doorbreken. De gebouwen om de locatie zijn rond de 10 verdiepingen hoog. Voor de bouw op het terrein is het dus aan te raden deze hoogte aan te houden. Om er tevens voor te zorgen dat het geen collosaal gebouw wordt op een klein oppervlakte is het ook aan te raden om dit gebied niet nog hoger te bebouwen. De randen van het gebied zijn duidelijk aanwezig door de plaatsing van grote wegen en de spoorlijn. De wegen worden voornamelijk door taxi’s en bussen gebruikt om vanuit het zuiden van de stad bij het busstation te komen.
Morfologische reductie Utrecht 1/5000
2.1.2 Morfologische reductie Op de kaart van Utrecht is goed te zien hoe de stad is ontstaan. Hij ontstond langs de vroegere wateren die door de stad liepen. Deze kronkelige water wegen zijn het patroon geworden voor de vele grachten van Utrecht. Aan deze grachten vestigden vele kooplieden en handelaren zich. Zij lieten grote grachtenpanden bouwen om hun handelswaar in op te slaan. Vele gebouwen in de binnenstad hebben hun vorm dus te danken aan deze karakteristieke vormgevende grachten. Tegenwoordig worden de grachten nog steeds ervaren als het centrum van handel en rijke adel. Dat is te zien door het type winkels dat zich is gaan vestigen in de oude grachtenpanden. De locatie ligt net aan de and van dit gebied. De vorm van de bouwwerken om de locatie zijn van recentere datum. Dat is onder ander te zien aan de rechtere lijnen en door het ontbreken van massieve bouwblokken. Vooral de kantoren aan de bovenkant van de locatie zijn een voorbeeld van deze nieuwere bebouwing. Verder naar het zuiden is de tentoonstellingsruimte van de Utrechtse Jaarbeurs gelegen. In die omgeving is te zien dat de bebouwing bestaat uit grote, veelal rechthoekige, gebouwen. Als men kijkt naar het tijdsverloop in bouwwerken, en de plaatsing hiervan, blijkt dat de locatie zich leent voor een nieuw, modern gebouw .
2.1.3 Verkeer Het gebied van de binnenstad kende jaren lang veel bottlenecks. Dit is grotendeels verholpen door de binnenstad autoluw te maken. Dit gedeelte is dus alleen toegankelijk voor bussen en langzaam verkeer. Daardoor is de binnenstad nu een prettige plek geworden, om te winkelen. Langs het gebied lopen 2 wegen, de rechter is een belangrijke verkeersroute met daaraan een aantal parkeergarages gelegen. Onder de locatie ligt een busbaan, die eventueel verlegd kan worden, Hierdoor loopt hij niet meer dwars door de locatie, wat ten goede kan komen aan het gebouw formaat. In de buurt van de locatie ligt zowel een bus als een trein station. Dit is gunstig omdat dit zou kunnen betekenen dat je niet alleen mensen uit de binnenstad aantrekt, maar ook uit andere delen van Utrecht en Nederland.
2.1.4 Functie
De locatie ligt heel dicht tegen de binnenstad van Utrecht aan. Hiernaast is het winkelgebied aangegeven. Er is te zien dat er een belangrijke winkelroute uitkomt op de locatie. Het kan dan ook slim zijn om met het ontwerpen, van het complex, de winkelroute door te trekken om zo meer mensen langs de bioscoop te leiden. Tevens is te zien dat de belangrijkste route van vroeger, de gracht, is uitgegroeid tot een van de meest belangrijke winkel routes van Utrecht.
Schaal 1/10000
2.1.5 Water - groen In de binnenstad van Utrecht is weinig groen te vinden. De locatie is een van de weinige plekken waar het nog te vinden is. Echter dit stuk groen wordt meer gebruikt om fietsen te dumpen en door junks om hun behoeft te doen dan, door bewoners of werknemers, te recreëren. Het licht groene gedeelte is de planning van de gemeente om binnen een paar jaar de oude singels te herstellen. Dit levert een aanzienlijke kwaliteit voor de binnenstad en maakt het verlies van het de locatie aan een multiplex mogelijk. Het water in de binnenstad wordt gevormd door de grachten en de wateren van de lek zorgen voor aan en afvoer van schoon water.
2e etage 1/5000
1e etage 1/5000
BG 1/5000
doorsnede 1/5000
2.2
Referentie projecten
Schouwburgplein Rotterdam Het schouwburgplein in Rotterdam fungeert als een grote rode loper richting een van de meest recent gebouwde multiplexen van Nederland. De ontwerper is Koen van Velsen en het is in 1995 gerealiseerd. Onder de bioscoop bevind zich een grote parkeer garage, volledig ondergronds. Op het plein bevinden zich beweegbare armen. Deze armen bevatten spotlights, hierdoor is er ’s avonds een zelf te regelen lichtspel op het plein mogelijk. De buitenwand van de bioscoop bestaat uit een afwerking van grote semi doorschijnende golfplaatpanelen, opgehangen aan een metalen railsysteem. Door de goedkopere afwerking was het mogelijk om op sommige stukken de noodtrappen, van het gebouw, in de buitenlucht te brengen en deze toch te verbergen achter deze gevel. De stadsschouwburg in Rotterdam herbergt 2722 stoelen Het bestaat in totaal uit 7 doeken, de grootste zaal heeft 762 stoelen. Dat is de zaal op de bovenste etage helemaal rechts gelegen. Deze zaal zorgt aan de buitenkant ook voor een overstek boven de ingang waardoor deze meer wordt geaccentueerd. Als via de grote deuren het gebouw wordt betreden loop je direct tegen de kassa aan. Eenmaal een kaartje gekocht kan je de trap boven de kassa langs de foyer in. Deze bevind zich op de 1e etage. Hier kan men Drinken, popcorn en andere snacks kopen. Tevens bevinden zich hier enkele krukken en hoge tafels waar men even kan zitten. Vanuit de foyer, die bijna de gehele oppervlakte inneemt, kan door middel van trappen naar de bg en 2e etage worden gegaan waar zich de zalen bevinden. Onderin, op de begane gond bevinden zich 3 kleinere zalen en de toiletten. Op de 2e etage zijn de 3 grotere zalengesitueerd. Lopend door de foyer is er door de verscheidenheid aan trappen en roltrappen een grote onduidelijkheid waar men welke zaal kan vinden. Dit concept is dus niet vriendelijk voor de bezoeker die zich voor het eerst in het gebouw begeeft. Wel is het aangenaam door de goede sfeer die de foyer herbergt. Voor het personeel is de restruimte van het gebouw gebruikt. Het gevolg is wel dat de technische ruimtes een ondergeschikte rol hebben in het geheel, Ze zijn lastig te bereiken. Dat komt doordat het allemaal indiviuele ruimtes zijn die niet rechtstreeks aan elkaar verbonden zijn. Dit vergt een hoop personeel, trappen en liften om deze ruimtes toch redelijk bruikbaar te houden. Dit kan een aardige kostenpost op de begroting zal zijn.
schaal 1/5000
Movieworld Zoetermeer Deze bioscoop is ontwikkeld door Chris Zwiers en Alexander Nowotny van groep 5 architecten. Het is een bioscoop complex met 8 zalen, een film café en 1500m2 verhuurbare ruimte waarin: horeca, een dansschool of andere uitgaansgelegenheden kunnen worden gesitueerd. Daarnaast vroeg de gemeente om een parkeerplaats van 580 plaatsen. Er zijn in het gebouw in het totaal 3 foyers. Iedere foyer kreeg zijn eigen identiteit, waarbij een mengeling van illusie en werkelijkheid de bezoekers vast voorbereiden op de ervaring die zij in de filmzaal zullen ondergaan. Door zichtlijnen, kleuren, richtlijnen en ruimten zo in te zetten dat er onverwachte ontmoetingen ontstaan worden alle zintuigen geactiveerd. Op de begane grond is een grote ontsluiting gesitueerd. De vorm van deze route is afgeleid uit 2 filmblikken. Via deze route kan men de bioscoop in, tevens zijn de neven functies zoals de horeca en de parkeergarage hierdoor bereikbaar. Door de bioscoop aan de voorkant te plaatsen en de parkeergarage erachter blijft in de locatie de parkeergarage grotendeels buiten zichtveld. De zalen binnen in de bioscoop bevinden zich 2 etages hoog, boven de begane grond, waar de foyer en de kassa’s zich bevinden. De technische ruimten bevinden zich op de etages tussen de vloeren van de verschillende etages. Doordat de zalen niet tegen de buitengevel aan liggen is er aan de voorzijde een transparante gevel mogelijk gemaakt. Men kijkt vanaf de buitenkant niet tegen de dichte wanden van de zalen aan. Het thema waarbinnen ontwikkeld is was dat de film eigenlijk 1 grote illusie is. De buitengevel is daarom ook vormgegeven als een slingerende filmrol, waarbij de slingerbeweging zowel voor spanningen zorgt als voor versterking en begeleidingen van de stedenbouwkundige situatie De parkeergarage is een standaard betonnen skelet van vloeren en kolommen. De gevel van de bioscoop bestaat uit geperforeerde aluminium platen die licht overhellen. Doorsnijdingen in het gevelvlak zorgen ervoor dat de constructie soms goed zichtbaar gemaakt is.
schaal 1/5000
sschaal 1/5000
Kinepolis Brussel Binnen 1 jaar (1988) werd in het Heizelpark te Brussel een bioscoopcomplex gerealiseerd met 26 zalen en in totaal 7000 zitplaatsen. De bouwtijd en de beheersing van het totale budget zijn erg belangrijk geweest bij de ontwikkeling van het plan. Dit heeft dan ook een grote stempel gedrukt op de wijze waarop het ontwerp tot stand gekomen is, de uitvoering en het materiaalgebruik (veelal geprefabriceerde constructiedelen in gewapend en voorgespannen beton.) Deze constructieve opzet is bij het ontwerp ook in het interieur zichtbaar, dit heeft men bereikt door te kiezen voor een sobere afwerking. Algemene beschrijving De 26 zalen zijn verdeeld over 2 verdiepingen, hiervan zijn er 14 op de begane grond en 12 op de 1ste etage. Binnen en rondom de zalen heeft men veel ruimte gereserveerd voor de grote verkeersstromen van het talrijke publiek dat men verwachte. Dit heeft ondermeer betrekking op de ruimte naar de noodtrappen. In de as van het gebouw zijn 2 ruime boven elkaar gelegen foyers gelegen. Langs deze foyer zijn alle zalen goed bereikbaar. De twee verdiepingen zijn met elkaar verbonden door rechte en spiraalvormige hellende vlakken. Tevens bevinden de technische ruimtes van de zalen zich boven deze 2 foyers. Dit zorgt voor goede verbindingen tussen de verschillende projectoren, doordat deze in 1 lange, rechte ruimte geplaatst kunnen worden. Een rotonde vormt de toegang tot het bioscoop complex. Een spiraalvormig hellende vlak verbindt het
De Rotonde is omgeven door een glazen vliesgevel, hierdoor krijgt men van buiten reeds een indruk van de constructie en het interieur. BG niveau met de verdiepingen.
Aan de gevelbekleding is veel aandacht besteed vanwege het veelvuldig voorkomen van grote wanddelen zonder glas. Door de gestelde eisen ten aanzien van prijsvorming, technische eisen en esthetische eisen werden de keuzes echter beperkt. Er wer5d gekozen voor een systeem met isolatie aan de buitenzijde van de gevels met daarop sierpleister op kunsthars basis.
Uitgangspunten bij het ontwerp -
uiterst beperkte uitvoeringstermijn Gebrek aan ruimte voor opslag bouwmaterieel en materialen Grote verdiepingshoogte Beheersing van de bouwsom binnen nauw gestelde grenzen
Ondanks de complexiteit en de grote verscheidenheid in afmetingen werd besloten zo veel mogelijk gebruik te maken van geprefabriceerde bouwelementen in beton of voorgespannen beton. Om tot een optimaal ontwerp te komen, ook in uitvoeringstechnische zin, werd een bouwteam aangesteld waarbij alle betrokkenen met duidelijk eigen verantwoordelijkheden nauw met elkaar hebben samen gewerkt. Door deze opzet kwamen de aannemers met voorstellen aan de andere betrokkenen waaruit een constructie tot stand kwam met de volgende geprefabriceerde constructiedelen. -
holle vloerplaten Zelfdragende breedplaatvloeren Geprefabriceerde kolommen Gewapende en voorgespannen liggers, onder meer TT-vormige dakelementen Wandelementen bestaande uit 2 platen, met daartussen gestort montage beton Gevelplaten Platen voor de spiraalvormige hellende vlakken
In alle stadie van de opbouw diende de elementen zelfdragend te zijn. Qua gewicht en afmetingen waren ze afgestemd op de mogelijkheden van montage in de verschillende uitvoeringfase en op het beschikbare hijsmaterieel.
Programma van eisen 3.1
Gebruikerseisen
Voor de bezoekers is het wenselijk een centrale foyer te hebben van waaruit de zalen worden ontsloten. Men wil een breed publiek trekken daarom dienen de zalen van verschillende grote te zijn. De technische ruimten dienen goed verbonden te zijn aan elkaar. Dit scheelt aanzienlijk in de personeelskosten. De technische ruimten dienen verbonden te zijn aan de ruimten bestemd voor personeel. Er dienen voldoende voorzieningen te zijn voor bezoekers om kaartjes te kopen en snacks te bemachtigen 3.2 Functies en prestaties 3.2.1 benodigde ruimtes personeel • personeelsruimte dient te bestaan uit: -kantine -kleedruimten en wc’s -kantoren -magazijn -ruimte voor beveiliging • De ingang van het personeel dient een andere te zijn dan die voor de bezoekers. gebruikers • De bioscoop dient tenminste10 zalen bevatten en minimaal plaats bieden aan 3500 stoelen. • Er dienen voldoende toiletten aanwezig te zijn voor bezoekers. • Er dient een ruimte te zijn voor de installaties. • parkeergarage voor bezoekers. • Ruimte voor restaurant, casino, winkels en een café. • De foyer van de bioscoop dient zitruimte te bieden aan bezoekers.
3.2.2
Oppervlakte staat
ruimte
Opp per element 500
aantal
opp 3500-7500 500-1000 30-40
Zalen Foyer Pers. wc
15-20
7-15 1 2
Bezoekers wc
50-60
4-6
200-360
Kassa’s kaartjes Kassa’s snacks Snacksbalie (Rol)trappen Noodtrappen Technische ruimten Horizontale ontsluiting bezoekers Pers. kantine Pers. lockerroom Kantoorruimte Beveiligingsruimte Geldtelruimte Managerkantoor magazijn
4-6 4-6 30-40 nvt nvt 6 20
4-8 4-6 2 +/- 6 2 per zaal 1 per zaal 1 per zaal
12-48 12-48 60-80 nvt nvt 42-90 140-300
1 2(m/v) 1 1 1 1-3
35-50 12 25-50 6 10 10-45
6
10-15
toelichting
Man &vrouwen Man &vrouwen
1cm pp
3.2.3
Relatieschema
Relatieschema
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
14
14
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
nvt + + 0 + + 0
+ nvt + 0 0 0 + + -
nvt 0 0 -
+ nvt + + + + + +
nvt 0 + + +
+ nvt + + 0
0 0 + nvt + 0 + -
0 0 + + nvt + 0
0 0 + 0 0 nvt + 0 + +
+ + + + + + nvt 0 + 0
+ + 0 nvt 0 +
+ + + + + 0 + nvt + +
+ 0 + nvt +
0 + + 0 0 + 0 + + + nvt
+ is directe verbinding, 0 is indirecte verbinding,
- is geen verbinding.
1 Technische ruimtes 2 Zalen 3 Parkeergarage 4 Foyer 5 Kantoren 6 Magazijn 7 Entree 8 Kassa 9 Toilet 10 Bar, shop 11 Entree personeel 12 Noodgangen/trappen 13 Personeels kleedkamers 14 Kantine Extra toelichting op relatie van nooduitgangen, deze is niet noodzakelijk wanneer ruimtes grenzen aan normale uitgangen. Dit is echter bij bepaalde delen niet toereikend zoals b.v. bij de zalen.
3.3 Beeldverwachtingen •De opdrachtgever verwacht een aan de buitenzijde aantrekkelijk gebouw. Er moet op de gevel ruimte zijn voor filmreclame. • De gebouwen in de omgeving zijn vrij gesloten daarom heeft een dynamisch en open gebouw de voorkeur. • De entree dient goed duidelijk zichtbaar te zijn. • Bij voorkeur dient er een onderscheid te zijn tussen de bioscoop en de nevenfuncties. • De foyer dient een aantrekkelijke plek te worden om te verblijven, deze wordt immers het uithangbord van de bioscoop.
3.4 Interne voorwaarden 3.4.1
Financiële voorwaarden • Investeringskosten BAR 8,5% = opbrengsten eerste jaar •exploitatiekosten dienen zodanig te zijn dat de opbrengsten minimaal 2,5 miljoen euro zijn •De bouwkosten van het totale gebouw hebben we op een maximum van 30 miljoen euro gesteld.
3.4.2
Tijdsplanning • Er mogen tijdens de bouw geen rente verliezen optreden
3.4.3
voorwaarden voor onderhoud, reiniging • De buitengevel dient gemakkelijk te reinigen te zijn. De film posters op de voorkant van het gebouw dienen gemakkelijk te vervangen te zijn daarvoor dient op het dak een takelinstallatie aanwezig te zijn.
3.4.4 worden • • • • •
vetocriteria, wat de opdrachtgever i.i.g gerealiseerd wil Ruimte voor filmpromotie Ruimte voor etalering van filmpromotie artikelen Gebouw met lage personeelskosten Mooie en ruime foyer Voldoen aan de eisen en randvoorwaarden eerder gesteld
zien
3.5 Externe eisen en voorwaarden 3.5.1
Brandweereisen
Voor het gebouw is het belangrijk dat door de grote hoeveelheid bezoekers, de veiligheid wel gewaarborcht kan worden. De brandweer stelt dan ook hoge eisen aan dergelijke gebouwen. In tijd van een noodgeval gelden voor het ontwerp • Iedere zaal moet doormiddel van twee nooduitgangen te verlaten zijn • Per verdieping van meer dan 2100 man dienen min 8 trappen te zijn • De totale breedte van de noodtrappen dienen per verdieping per persoon 1 cm te zijn • De noodtrap dient voor de brand weer een te controleren ruimte zijn en derhalve zich bijvoorbeeld in een betonnen koker te bevinden 3.5.2
voorwaarden uit de locatie •Het gebouw dient zich aan de rooilijnen van de locatie te voldoen • De noordgevel mag niet te dicht op het kantoor ten noorden van het gebouw staan • Ten oosten van het gebouw dient een tweebaansweg te zijn toegangkelijk voor bussen richting het station. • Bus verkeer vanuit het station dient richting de stad te kunnen. • Het gebouw mag niet hoger zijn dan 33 meter • Plaatsing van winkels, deze moeten aan de zuidzijde van de locatie gesitueerd zijn. • Het casino moet bij voorkeur aan een van de rustige kanten gesitueerd zijn (noord- of oostzijde) • Entree van de bioscoop is het meest gunstig aan de zuid-oostkant
3.5.3
financiële voorwarden(subsidie en financieringsvoorwaarden) •De kosten van het gebouw moeten op wegen tegen de opbrengsten in een jaar •De investeringskosten mogen niet boven een vooraf gesteld budget komen
4
VARIANTEN
4.1
Variant typologieën
De 3 varianten die wij hebben bedacht zijn alle 3 gebaseerd op reeds toegepaste principes waarvan 2 bioscopen in Rotterdam en 1 in Antwerpen. De bioscopen zijn: - Pathé de Kuip (Rotterdam) - Pathé schouwburgplein (Rotterdam) - Metropolis bioscoop (Antwerpen) We hebben niet direct hun plattegrond overgenomen maar hebben een soortgelijke plattegrond proberen te creëren. Onze plattegronden danken vooral, hun beleving ten aanzien van de bezoekers, aan deze bioscopen. 4.1.1 Metropolis Antwerpen In antwerpen is net even buiten het centrum de metropolis bioscoop van het kinepolis concern gebouwd. De bioscoop vormt een van de uitgangspunten voor een ontwerpvariant die wij wilden uitwerken. Door middel van een lange gang worden verschillende zalen ontsloten die naast elkaar gesitueerd zijn. Dit principe van zalenplaatsing heeft enkele grote voordelen. Zo zijn de projectoren alle makkelijk bereikbaar. Tevens bied het de mogelijkheid om een snelle vluchtroute te creëren voor de bezoekers van de bioscoop. Daarbij is het goed mogelijk om verschillende zaal formaten toe te passen en kan de plattegrond in hoofdlijn op verschillende locatie snel
worden ingepast.. Uiteraard zijn er ook nadelen. Op het eerste gezicht is direct te zien dat er voor realisatie van een groot aantal zalen ook een groot vloeroppervlak benodigd is. Daarbij is het architectonisch gezien niet aantrekkelijk om op verschillende plaatsen deze “ blokkendozen” te bouwen.
4.1.2 Pathé Schouwburgplein Enkele jaren geleden is er in het centrum van Rotterdam een geheel nieuwe bioscoop gecreëerd. Deze bioscoop was en is een architectonische trekpleister van Rotterdam. Echter was hij vlak na de oplevering middelpunt van discussie vanwege zijn moderne, gewaagde vormgeving. De bioscoop maakt net als de metropolis bioscoop gebruik van het principe van een centrale foyer. Echter worden de verschillende zalen vanuit deze foyer op een andere manier ontsloten. Ze bevinden zich op 3 verschillende verdiepingen en zitten rondom de foyer geplaatst. De zalen zijn bereikbaar met los naar de zaal geleide trappen en gangen. De bioscoop is door ons uitgezocht doordat men door de plaatsing van de foyer en de zalen instaat is geweest een voor het oog vrij transparante gevel te maken. Daarbij hangt er ook op stillere dagen altijd een goede sfeer in de bioscoop doordat de bezoekers van alle zalen door dezelfde foyer en trap weer naar buiten moeten als waar men binnenkomt. Daarbij is er in de groot uitgemeten foyer plaats om wat te drinken en even te zitten waardoor het niet erg is om te vroeg in de bioscoop aan te komen. Nadelig is echter dat het voor bezoekers onoverzichtelijk is waar de zalen zich bevinden. Tevens is het moeilijk om een goede routing te maken waarmee de verschillende projectoren van de zalen met elkaar verbonden zijn.
4.1.3 Pathé de Kuip Pathé de kuip heeft net als de andere twee door ons bezochte bioscopen een centrale foyer. Echter is deze foyer meer een mix van de andere besproken bioscopen. Men komt aan de korte zijde van de foyer binnen en deze foyer vormt net als bij Kinepolis een gang waaraan alle zalen gelegen zijn. Doordat deze zalen echter op meerdere verdiepingen zitten en daarbij ook aan de korte zijde zitten heeft men ervoor gekozen om een grote vide te maken. De vide vormt het hart van de bioscoop waar trappen en overlopen de routing van de bezoekers bepaald. Tevens dient deze foyer/gang op de begane grond direct als winkel waar men eten en drinken zou kunnen kopen voor tijdens de film.
Wij hebben alle bioscopen bezocht en hebben zelf pathé de kuip als prettigste bioscoop ervaren. De routing is niet zo optimaal als de kinepolis bioscoop. Echter bleek deze bioscoop weinig sfeer te bevatten. Als men op een rustig tijdstip in de bioscoop komt hangt er een kille sfeer die onaangenaam is. Het lijkt alsof men een fabriek bezoekt.. Dit zou bij de uitwerking van onze variant dan ook de grootste uitdaging zijn om te veranderen. Pathé schouwburgplein is vooral onaangenaam doordat men niet altijd de juiste zaal direct kan vinden. Pathé de kuip uiteindelijk is moeilijk realiseerbaar omdat ook deze groots van opzet is. De centrale foyer neemt erg veel ruimte in bezit en is daarom moeilijk in te passen in een stedelijk gebied.
Buitenzijde
1ste en 2de etage (zijn identiek)
Begane grond
Variant 1 Concept Bij de eerste variant zijn we uitgegaan van het metropolis principe zoals op de vorige pagina’s uitgelegd staat. Dit houdt in dat de verschillende zalen uit een centrale gang ontsloten worden. Bij het verlaten van de zalen zal men vervolgens direct via de nooduitgangen naar buiten geleid worden. Vormgeving en uitstraling De vormgeving van het gebouw komt voort uit de locatie. Dit vormt een beperking doordat men in dit concept liever een langgerekte en rechthoekige kavel tot de beschikking heeft. Dit is handig voor een zo simpel mogelijke plaatsing van de zalen. Doordat aan de achterzijden van de verschillende zalen gangen geplaatst zijn, van waar de bezoekers het gebouw verlaten, kan de gevel transparant gehouden worden. De afwisselingen in de gevel worden veroorzaakt door enkele gesloten stukken waar zalen direct aan de gevel grenzen en in een enkel geval ook de gevellijn doorbreekt.
Indeling en locatie Het complex bevat: - een restaurant - een casino - 6 winkels - een multiplex bioscoop met 12 zalen We hebben ervoor gekozen om de winkels in het verlengde van de aanwezige winkelstraat te plaatsen. Loodrecht op de winkels bevind zich de entree van de bioscoop waar men dus recht tegenaan kijkt als men de winkelstraat doorloopt. Het casino en het restaurant zijn aan de kant van een kantoorgebouw geplaatst. Mensen die naar een casino gaan willen graag enige privacy en rust zodat niet iedereen een inschatting kan maken hoeveel geld men tot zijn beschikking heeft en uitgeeft aan gokken. De bezoekers van het restaurant komen vaak graag hierheen om rustig en ontspannen te genieten van de maaltijd. Hierbij behoeft men geen mensen die langs komen lopen en naar binnen gaan staren en wil men ook niet graag gestoord worden door enthousiast bioscoop publiek. Deze zijde van het complex is gekozen omdat werknemers uit het kantorencomplex immers vaak naar huis gaan op tijden dat men naar het casino gaat, zo zorgt men er derhalve ook voor dat aan deze zijde de gehele dag mensen rondlopen wat ten goede komt aan de veiligheid en leefbaarheid van deze straat. Doordat de zalen van de bioscoop 10meter hoog zijn kan men boven het casino, het restaurant en de winkels de bioscoop plaatsen. De voorzieningen hebben deze extra hoogte immers niet nodig.
buitenzijde
buitenzijde
Massastudie, zalen (rood)
Massastudie, zalen (rood)
Variant 2 Concept Deze variant is gebaseerd op de pathe bioscoop in Rotterdam, op schouwburgplein. Belangrijkste punt van de bioscoop is de centrale foyer die zich op de 1ste etage bevind. De foyer is een plaats waar mensen voorafgaande aan de film op hun gemak kunnen zitten en wat kunnen drinken. Vanuit deze foyer ontsluiten losse gangen en trappen de verschillende zalen, toilet ruimtes en barretjes. Vormgeving en uitstraling De vormgeving van deze variant is totaal niet afgestemd op omgeving of functie. De gevel lijnen zin grotendeels op het origineel gebaseerd en staan daar ook volledig los van omgeving omdat het zich op een groot plein bevind als een “los object”. De uitstraling van het gebouw wordt behalve door de vormgeving ook bepaald door de materiaalkeuze. Op de begane grond en een gedeelte van de eerste etage wordt er veel van glas gebruik gemaakt. Door de plaatsing van de zalen zal alleen aan de zijde van het spoor een geheel gesloten gevel gerealiseerd moeten worden.
Indeling en locatie Bij deze variant ligt de foyer van de bioscoop in het midden van het gebouw, op de eerste etage. Deze foyer wordt bereikt door nadat de kaartjes bij de ingang zin gekocht de trap op te gaan boven de kassa’s langs. Vanuit deze foyer worden doormiddel van trappen alle onder en boven liggende zalen ontsloten. Op de begane grond bevinden zich vier kleineren zalen en op de 2e etage bevinden zich nog eens 3 grote zalen, tezamen zijn deze goed voor een capaciteit van bijna 3000 mensen. De technische ruimten liggen op de etages met boven de ontsluitingen naar de zalen van de bezoekers. Wat in het ontwerp nou zo bijzonder is dat de gevel niet bestaat uit de wanden van de bioscoop wat een eentonig en dicht uiterlijk zou geven, maar uit een transparant en op sommige plaatsen semi transparant zodat je de bezoekers kan zien lopen door het gebouw. Een ander goed aspect aan de bioscoop is dat de inpassing in de locatie met dit formaat erg gunstig is. De oude wegen kunne volledig blijven bestaan, het water ligt nog voor de bioscoop en wordt gebruikt als een extra kwaliteit om langs te kunnen winkelen. Helaas herbergt de bioscoop zo slechts 3000 stoelen
Buitenzijde
2de etage
1ste etage
begane grond
Variant 3 Concept De laatste variant is gebaseerd op bioscoop: Pathe de kuip. Er is een centrale foyer met vide en ontsluiting die in deze foyer gecreëerd wordt door verschillende trappen en loopbruggen. De route waardoor de bezoekers het gebouw verlaten is grotendeels ook de route waardoor men naar buiten gaat. Het enige verschil bevind zich op de begane grond waar de binnenkomende mensen gescheiden worden van de uitgaande mensen. Vormgeving en uitstraling Ook bij deze variant is een deel van de vormgeving gebaseerd op de omgeving. De entree zijde is aan het oosten geplaatst waar de belangrijkste nabijgelegen winkelstraat zich bevind. Door deze schuin te plaatsen is de entree goed zichtbaar vanaf zowel de winkelstraat als de hier haaks opstaande autoroute.. Dit gebouw is veel meer gesloten dan de andere 2 varianten, de zalen liggen meer aan de rand gesitueerd waardoor er minder ruimte in de gevel zit om glas te plaatsen. Om toch een lichte indruk te creëren (wat wij in ons programma van eisen hadden gezet omdat de omliggende gebouwen al een gesloten indruk achter lieten.) Wordt er in deze variant bij de gevelbekleding gebruik gemaakt van golfplaten.
Indeling en locatie Het complex bevat: - een restaurant - een casino - 8 winkels - een multiplex zalen
bioscoop
met
12
De winkels zitten wederom in het verlengde van de winkelstraat, echter zitten ze net iets verschoven ten opzichte van de gevels van de reeds aanwezige winkels. Dit is gedaan om ruimte te creëren om een gedeelte van de entree van de bioscoop zichtbaar te maken, van grotere afstand, voor het winkelende publiek. Het casino is geplaatst aan de spoorzijde. Deze zijde is geschikt omdat dit de rustigste kant van het gebied is (dat dit gunstig is, is eerder reeds besproken) Er Komen hier zeer weinig mensen voorbij gelopen omdat zich hier geen functies of andere gebouwen bevinden. Enkel het spoor, echter is dit spoor ook nog eens hoger gelegen. De bioscoop uiteindelijk bevind zich over 3 etages, de centrale foyer wordt men in geleid als men de winkelstraat virtueel zou doortrekken. Men komt via de kassa’s uiteindelijk door de snack en drinkwinkel direct uit bij de belangrijkste trap waarna de bezoekers zich via de trappen en loopbruggen over de bovenste 2 etages verspreid. Als men terug komt van de film wordt men door een gang langs de kassa’s en de snack/drank winkel geleid naar de entree wat ook direct de uitgang is. Vervolgens loopt men dus direct weer richting de winkelstraat wat de rust bij het casino en het restaurant ten goede komt.
Element
Hoeveelheid #1 massieve buitengevel gevel beplating glaswerk
#2
#3
0
5240
7560 m2
6245
5240
7560 m2
14805
740
3780 m2
sluis
3
4
dak
dakafwerking
6225
2643
6925 m2
meubulair
stoelen
4623
3000
4800
kassa
12
5
12
projectoren
12
7
12
doek
12
7
12
airco
11841
6405
12464 bvo
verwarming
11841
6405
12646 bvo
sanitair diversen, licht, geluid ed
11841
6405
12646 bvo
11841
6405
12646 bvo
afvoer
11841
6405
12646 bvo
warmte distributie
11841
6405
12646 bvo
warmte opwekking
11841
6405
12646 bvo
3
1
1
geluigsinstallatie
12
7
12
binnen kantoren
1000
3720
5680 m2
22400
5380
9560 m2
43
10
afwerking
23400
9100
9100 m2
vloerafwerking
11841
4881
12464 m2
0
0
11841
2643
9
16
18
5656
2643
6925
installaties
lift
wanden
zaalwanden deuren
vloeren
hellingen plafondafwerking trap bodem kn extra kn
bouwplaats
12%
algemene kosten
6%
winst en risico
3%
12
0 6925 m2
kosten per eenh
kosten totaal #1
319 p/m2
#2
#3
1671560
2411640
923 p/m2
5764135
4836520
6977880
202 p/m2
284416
145440
763560
60600
80800
236550
100434
263150
350 p/s
1618050
1050000
1680000
1000 p/s
12000
5000
12000
45000 ps
540000
315000
540000
26000 ps
312000
182000
312000
262 p/m2 bvo
3102342
1678100
3265568
14 p/m2 bvo
165774
89670
174495
3 p/m2 bvo
35523
19215
37938
161 p/m2 bvo
1906401
1031205
2036006
10 p/m2 bvo
118410
64050
126460
21 p/m2 bvo
248661
134505
26556
13 p/m2 bvo
153933
83265
164398
51120 p/s
153360
51120
51120
20000 p/z
240000
140000
240000
120 p/m2
120000
446400
68160
200 p/m2
4480000
1076000
1912000
4300
1000
1200
9 p/m2
210600
81900
81900
174 p/m2
2060334
849294
2168736
0
0
698619
155937
408575
12114
21536
24228
492072
229941
602475
14519692
24430845
17568827
29561322
20200 ps 38 p/m2
100 p/d
1346 p/s 59 p/m2 1346 p/s 87 p/m2 bbo
2384069.76 1192034.88 596017.44
24039370
4.3.2 Exploitatie kosten en opbrengsten Variant Opbrengsten 1 2 3 Opbr. Totaal Kosten 4 5 6 7
#1
#2
#3
300 x 4778 x 8 = 11.467.200 30% x 11.467.200 = 3.440.160 12% x 11.467.200 = 1.376.064 16.283.424
300 x 2520 x 8 = 6.048.000 30% x 6.048.000 = 1.814.400 12% x 6.048.000 = 725.760 7.862.400
300 x 3973 x 8 = 9.535.200 30% x 9.535.200 = 2.860.560 12% x 9.535.200 = 1.144.224 13.539.984
40% x 11.467.200 = 4.586.880 27,5% x 3.440.160 = 946.291,50
40% x 6.048.000 = 2.419.200 27,5% x 1.814.400 = 498.960 3/7 x 982.800 = 421.200 12,5% x 7.862.400 = 982.800 17.568.827 x 1/50 = 351.376,54 1500 x 2520 x 1/5 = 756.000 5.429.536,54 x 10%= 542.953.65 5.972.490,19
40% x 9.535.200 = 3.814.080 30% x 2.860.560 = 858.168
3/7 x 2.035.428 = 872.326,30 12,5% x 16.283.424 = 2.035.428
8
24038370 x 1/50 = 480.787,40
9
1500 x 4778 x 1/5 = 1.433.400
10
10355112,8 x 10% = 1.035.511,28
Kn Totaal
11.390.624,08
Variant Opbrengsten kosten Resultaat +/-
#1 16.283.424 11.390.624,08 + 4.892.799,92
#2 7.862.400 5.972.490,19 +1.889.909,81
3/7 x 1.692.498 = 725.356,29. 12,5% x 13.539.984= 1.692.498 29.561.322 x 1/50 = 591.226,44 1500 x 3973 x 1/5 = 1.19.900 7.801.228,73 x 10%= 780.122,88 8.581.351,60 #3 13.539.984 8.581.351,60 +4.958.632,4
Verantwoording van de hiernaast weergegeven vergelijking van de 3 varianten: De onderstaande kosten en opbrengsten berekening komt uit een vraag en aanbod onderzoek over multiplex bioscopen dat wij op internet gevonden hebben. http://www.euronet.nl/users/icu12455/htm/deel1/exploitatie.htm De standaardexploitatie van een multiplex De exploitatie van een multiplex of ander type bioscoop is eenvoudig te verdelen in een opbrengsten- en een kostenkant, waarbij de sterkste variabele de bezetting per stoel is. Om inzicht te krijgen in de exploitatie van een multiplex wordt in deze paragraaf een algemene exploitatie bekeken op basis van 1 stoel. Opbrengsten Variabele opbrengsten 1. Aantal bezoekers x prijs van een kaartje excl. BTW. Het bezoek per stoel kan sterk variëren van 150 tot wel 500 bezoeken per stoel per jaar. Bij een multiplex in de binnenstad wordt meestal gebouwd rekening houdend met een gemiddelde bezetting van 300 tot 350. 2. Aantal bezoekers x inkomsten horecaverkoop excl. BTW. Deze opbrengsten zijn rechtevenredig verbonden met het bioscoopbezoek. En bedragen ongeveer 30 % boven op de omzet van de kaartverkoop. Vaste opbrengsten 3. Opbrengsten schermreclame en congresverhuur. Deze opbrengsten kunnen als min of meer vast worden beschouwd en beslaan rond de 12 % van de totale opbrengsten van een normaal jaar met bezetting 300. bij de kostenberekening wordt uitgegaan van de volgende posten. Kosten Variabele kosten 1. Kosten van het huren van een film van de distributeur. Deze kosten bedragen gemiddeld ongeveer 40% van de kaartprijs. 2. Kosten inkoop horeca. Variëren tussen de 20 en 35% van de opbrengst van de horeca. In dit voorbeeld op 27,5% gesteld. 3. Variabele personeelskosten. Wanneer het druk is wordt meer personeel ingezet, dit brengt extra kosten met zich mee. 4. Vaste Personeelskosten, 10-15 % van de omzet van een normaal jaar. Hier op 12,5% gesteld. 5. Huurlasten, in dit voorbeeld gesteld op fl 375,- per vierkante meter bij een Deze zijn in ons geval niet verhuurbaar vloeroppervlak van 2,7m2 per stoel. van toepassing, we rekenen daarom met de afschrijvingskosten per jaar met een levensduur van het gebouw van 50 jaar en de aanschafprijs zoals berekend op de voorgaande pagina’s. 6. Afschrijvingen interieur en techniek. In dit geval 3000 gulden per stoel afgeschreven over 5 jaar. 7. Overige vaste lasten. Hier ongeveer 10% van een normaal jaar met bezetting 300.
4.4 Afweging
4.4.1 Functionele afwegingspunten Het aantal zalen van de verschillende varianten is een van de afwegingspunten. Wanneer een multiplex meerdere zalen tot zijn beschikking heeft kunnen er uiteraard meerder films tegelijk gedraaid worden wat de diversiteit ten goede komt. Hierbij is het duidelijk dat de eerste en de laatste variant sterk de voorkeur hebben. Deze hebben immers 5 zalen meer dan de 2de variant. Tevens heeft het aantal zalen een redelijk grote invloed op het aantal stoelen dat men in de bioscoop kan plaatsen. Bij het aantal stoelen komt de 1ste variant als beste naar voren. De stoelen aantallen van de varianten zijn respectievelijk 4778, 2520 & 3973. Behalve het aantal zalen en stoelen is de bereikbaarheid hiervan ook belangrijk bij het ontwerp. Dit geld zowel voor het personeel, met name de projectoren moeten makkelijk te bereiken zijn, en de bezoekers. Op deze punten zijn de 1ste en 3de variant opnieuw in het voordeel. Vanuit personeelsoogpunt is de verbinding bij de 2de variant niet optimaal. Bij de andere varianten zitten alle projectoren aan dezelfde zijdes gepositioneerd waardoor men steeds door een logische route van de ene naar de andere projector kan. Bij de 2de varriant zitten echter de projectoren steeds lastig te bereiken, daarbij zitten de zalen verspreid over 2 verdiepingen met een verdieping ertussen wat de afstand groter maakt dan noodzakelijk. De 2de variant is vanuit bezoekers oogpunt ook onhandig, omdat enkele zalen niet goed zichtbaar zijn. De ontsluitingsroutes zijn haast onvindbaar door hun verdekte opstelling. Voor bezoekers is de 1ste variant de duidelijkste, de zalen zitten dusdanig gerangschikt dat er geen misverstand over kan bestaan over waar de zaal gesitueerd is. Het grootste minpunt is de plaatsing van de zalen op de begane grond, de ingangen hiervan zitten naast elkaar gesitueerd en deze plaatsing kan hier voor opstopping zorgen. De 3de variant is net even wat minder duidelijk dan de 1ste, de zalen zitten wel logisch geplaatst om de vide en centrale hal heen. Echter kunnen de trappen voor wat verwarring zorgen. Doordat men hierdoor op andere punten op de verdiepingen uitkomt kan men zich misschien wat minder goed oriënteren.
4.4.2 Architectonische afwegingspunten Vanuit architectonisch oogpunt liggen de afwegingspunten meer persoonsgebonden. Het is meer een kwestie van smaak of men een gebouw architectonisch interessant vind. Echter zijn er wel algemene opvatting te formuleren over de architectuur. Zo kan men kijken naar relatie met de omgeving. Hier komt de 1ste variant als minst gunstig naar voren, dit komt dus niet door de functionele inpassing, deze is zelfs iets beter als bij de andere varianten. Echter is de het gebouw dusdanig groot geworden dat het zeer nauw aansluit om de omliggende bebouwing. Dusdanig dat er een waar ruimtegebrek ontstaat waardoor de bioscoop omringd wordt door smalle wegen en stegen. Dit is uiteraard onprettig en zorgt er tevens voor dat de eventuele architectuur voor een gedeelte bijna onopgemerkt blijft. Bij voornamelijk de 2de variant is dit het beste voor elkaar, dit is ook logisch gezien de geringere capaciteit van de bioscoop. Door de extra ruimte heeft men ook meer vrijheid bij de vormgeving. Men hoeft zich minder aan te passen aan de vormen en rooilijnen van de omliggende bebouwing. De 3de variant ligt juist weer een beetje tussen de andere in, de vormgeving is ook hier gedeeltelijk afhankelijk van omringende gebouwen, maar niet zo dusdanig als de eerste. Daarbij geeft de zaalindeling meer vrijheid dan de 1ste variant. De zaalindeling keurig naast elkaar gerangschikt geeft slecht beperkte vormvrijheid door het verplaatsen van de zalen langs 1 hoofdas, het schuiven en draaien in andere is uitgesloten bij dit principe. Daar kan men bij de 3de variant meer in variëren zolang de ontsluiting en plaatsing van de projectoren maar richting het centrale punt gericht blijven. Als laatste is de beleving van de bezoekers ook een belangrijk architectonisch uitgangspunt. Ondanks dat vele bezoekers weinig kennis hebben van architectuur hebben zij wel een mening hierover. Uiteindelijk wordt het succes van het ontwerp zelfs bepaald door hun mening. Deze mening is vaak mooi of lelijk en het is belangrijk dat het hun interesse op een of andere manier kan pakken. Op dit punt hebben de laatste 2 varianten ook weer de betere papieren in handen. De kinepolis variant pakt je namelijk niet, de plaatsing van de foyer en de zalen is oninteressant, hoe functioneel het ook is, het is ook saai. Men weet waar men heen moet en hoeft niet te kijken naar de rest van de bioscoop, iedereen loopt regelrecht naar de zaal en dit nodigt de bezoeker niet uit om te kijken naar het geheel. Bij de andere varianten wordt men hier zelfs gedeeltelijk toe gedwongen. Bij de 2de variant omdat men de anders t kan vinden, bij de laatste variant omdat men door de plaatsing van de trappen gedwongen wordt om meer te lopen dan de puur noodzakelijke afstand.
4.4.3 Inpassing andere functies De inpassing van andere functies kan zijn waarde hebben in zowel de lange als de korte termijn. Op korte termijn moet men dan meer denken aan de andere functies waarvoor ruimte gereserveerd is, zoals de winkels, het casino etc. Als men kijkt naar de lange termijn moet men kijken naar de flexibiliteit van het gebouw en naar de mogelijkheden van het eventueel geschikt maken van het gebouw voor multipurpose doeleinde. De flexibiliteit van de bioscoop gebouwen is vaak niet groot. Echter leent de opzet van de 2de variant zich nog het meest voor eventuele verandering van de functies van het gebouw. Doordat de zalen in het gebouw zijn gesitueerd en geen van alle deel uitmaken van de gevel en de draagstructuur van het volledige gebouw moet het in de toekomst mogelijk zijn om de zalen te verwijderen en het gebouw anders in te delen. Bij de overige varianten wordt dit lastiger. Zeker de eerste variant is duidelijk aangepast aan de indeling van de zalen, het grit dat deze zalen vormen, vormt tevens de hoofdopzet van de draagconstructie en bepaald grotendeels de vorm van het totale gebouw. De inpassing van de andere functies is juist bij de 1ste variant het beste geregeld. De winkels vormen werkelijk een verlengde van de winkelstraat en vormen tezamen met het casino/restaurant een volledig afzonderlijk deel van het gebouw. De ruimte die ervoor gereserveerd bevat daarbij een groter oppervlak dan bij de andere deelvarianten. Bij de 2de variant zijn de andere functies veel meer gevormd naar overgebleven ruimte op de locatie. De functies vormen architectonisch dan ook geen mooi geheel ontwerp met de bioscoop. Daarbij vormt de bioscoop een doorbreking met de winkelstraat. Wel zitten de winkel geplaatst aan een uitgang van het winkelcentrum. De laatste variant ligt hierbij dicht bij de eerste. De inpassing van de functies is ook redelijk goed. De nadelen zijn de wat beperktere oppervlakte en de entree van de winkels en de bioscoop. Wil men de winkels bezichtigen moet men eerst de bioscoop entree voorbijlopen en eindigt men vervolgens bij het casino of aan het spoor. Bij de eerste variant wordt men juist via de winkels naar de bioscoop entree begeleid.
4.4.4 Overige overwegingpunten Belangrijkste van de overige punten hebben betrekking tot de kosten van het gebouw, zowel direct (bouwkosten) als indirect (personeelskosten, deze kunne beïnvloed worden door het gebouw ontwerp) Verder zijn de jaarlijkse exploitatie begrotingen voor ons van belang geweest. Men heeft eerder in het verslag kunnen zien dat de bouwkosten van de 2de variant aanzienlijk lager liggen dan die van de andere 2. De andere 2 liggen wat betreft bouwkosten dicht bij elkaar. Het grootste verschil van deze kosten zitten in de materiaalkosten van de gevel. Bij de exploitatiekosten valt het op dat niet het aantal stoelen bepalend blijkt te zijn. De variant met de meeste stoelen (variant 1) blijkt minder rendabel te zijn dan de laatste variant. De 2de variant komt bij deze berekeningen (zoals verwacht) tekort op de andere. Het verschil in opbrengsten per jaar is aanzienlijk! De personeelskosten (die men uit deze berekening opzet niet volledig kan bepalen) is waarschijnlijk echter hoger bij deze variant. Bij de andere varianten is de indeling van de technische ruimtes en de plaatsing van kassa’s gunstiger waardoor men de bioscoop met minder personeel draaiende zou kunnen houden. Als laatste overwegingpunt hebben we gekeken naar de brandveiligheid. Ook hier is de 2de variant in het nadeel. We hebben al eerder geconstateerd dat de routing van de bezoekers onduidelijk is. Het logische gevolg hiervan is dat men bij brand niet makkelijk weg zou kunnen komen. Bij de eerste variant zijn de vluchtroutes juist zeer duidelijk. Achter de zalen zit een extra gang die gebruikt wordt als uitgang na het bioscoop bezoek. Deze route kan echter bij noodsituaties direct dienst doen als noodtrappen en uitgangen. Bij de 3de variant is de brandveiligheid ook goed voor elkaar, alle uitgangen zijn gesitueerd aan de rand van het gebouw en bevinden zich aan de voorkant van de aal. Dit heeft als voordeel dat men de nooduitgang vanuit de stoel direct kan zien. Hierdoor ontstaat een veilige vluchtweg die makkelijk te vinden is, ook voor mensen die reeds nog nooit aan deze bioscoop een bezoek gebracht zou hebben.
4.4.5 Schema en conclusie Schema Variant 1
Variant 2
Variant 3
++
--
++
Aantal stoelen
++
-
+
Bouw kosten
+
++
-
Personeel kosten
--
++
+
Inpassing locatie
-
+
+-
Vormgeving
--
++
++
Functionaliteit Technische ruimtes toegang bezoekers
++
-
++
++
+
+
Inpassing rand functies +
+-
+
brandveiligheid
+
-
+
Atractiviteit
-
+
+
Flexibiliteit
+
-
+
Afweging Aantal zalen
Multipurpose
-
+
-
Routing bezoekers
+
-
+-
Opbrengsten
+
+
++
Uiteindelijke keuze
+-
-
+
conclusie Als we alle punten hebben bekeken dan valt de 2de variant als eerste af. Het ontwerp is onoverzichtelijk en bied onvoldoende ruimte aan zowel de bioscoop als aan de overige ingeplande functies. De andere varianten verschillen weinig als men zeer rationeel naar de ontwerpen kijkt. De 1ste variant zou dan echter een kleine streep voor hebben ten opzichte van de 3de variant. Echter als men kijkt naar architectonische uitgangspunten en de sfeer die het ontwerp brengt aan zijn bezoekers dan heeft de laatste variant onze persoonlijke voorkeur. Dit hebben we zowel gebaseerd op onze eigen ontwerpen als ervaringen die we hebben met de voorbeeld projecten die we hebben bezocht. Uiteindelijk hebben we hieruit dus gekozen voor de 3de variant, omdat de rationele uitgangspunten van de erg functionele 1ste variant niet overtuigend genoeg waren om irrationele zaken te overtreffen.
5 EINDONTWERP 5.1 Inpassing locatie De functies van het multifunctionele complex zijn gunstig geplaatst ten opzichte van de locatie. Aan de zuid zijde van het complex bevinden de winkels. (rode strook aan onderzijde gebouw)Deze winkels kunnen als verlengde worden gezien van de belangrijke winkelstraat ten oosten van het gebied. Tevens zijn de etalages van de winkels direct zichtbaar als men vanuit het winkelcentrum de stad inloopt. Aan de westzijde van het complex ligt het rustigste stuk van het gebied (tezamen met de noordzijde) Aan deze kant hebben we dan ook het casino met restaurant geplaatst. (Donker rode gebied aan linkerkant van het gebouw) Door de gevel gesloten te houden kan er binnen een goede stille sfeer gecreëerd worden. De ingang van het casino steekt uit en is als enige deel wel transparant, hierdoor valt het toch op dat er een semi-openbare functie in huist. Deze ingang is goed te zien als men het gebouw vanaf het station benaderd. locatie 1/10000 Tevens bevind de route naar de parkeergarage van het gebouw zich langs deze gevel, en vormen de winkels een route naar de entree, hierdoor wordt het casino toch visueel ook goed bereikbaar.
De bioscoop is gelegen door het gehele gebouw. Boven de winkels en het casino op de bovenste etages en op de begane grond ten noord oosten van de andere functies. De oost gevel wordt gedomineerd door de entree van deze multiplex, zoals eerder vernoemd gericht naar de belangrijkste winkelstraat in de omgeving. Aan de zuid gevel bevind zich een glazen gang boven de winkels en een etalage, beide ontwerpdetails waaraan men vanaf het winkelcentrum kan zien dat er een semi-openbare functie in het gebouw aanwezig is.
De stille noord en oostzijde van het gebouw worden gebruikt voor de nooduitgangen (Oranje) en de ingang van de parkeergarage, (blauw, links boven) dit zijn beide elementen die men niet graag in het middelpunt van de belangstelling behoeft te hebben, vanwege de oninteressante architectonische uitstraling. Andere locatie 1/10000 aan deze zijde geplaatste voorzieningen zijn een magazijn, installatie ruimte en personeelsruimtes (paars) Voor de inpassing van het complex moest er wel een weg verlegt worden. Tevens moest het aanwezige water weggehaald worden en werd er een stuk groen opgeofferd. Doordat de belangrijke weg (ten oosten van het gebied) in de toekomst omgevormd wordt tot gracht is het weghalen van het water echter geen grote kwaliteitsvermindering van het gebied. Het aanwezige groen was inmiddels dusdanig slecht onderhouden dat het bijna alleen als fiets stalplaats dienst deed. Doordat we in de parkeergarage het grootste gedeelte willen reserveren voor fietsen moet het beeld juist vooruit gaan doordat vele fietsen uit het straatbeeld verdwijnen. De weg die verlegt dient te worden moet slecht een paar meter naar het westen verplaatst worden. Doordat dit tevens een zeer weinig gebruikt weg is zal er weinig overlast veroorzaakt worden door deze ingreep.
BG 1/1000
1e 1/1000
5.2 Concept en Typologie
Het concept van de bioscoop is gebaseerd op een filmspoel. De filmspoel is rond en draait. Wij wilden dit in ons ontwerp tot uiting brengen bij de routing van de bezoekersstromen. Daarom hebben we een rondgang gecreëerd, vergelijkbaar met een slakkenhuis, die dienst doet als opgang naar de verdiepingen. De rondgang ligt aan de rand van de centrale foyer. Deze foyer bevat de kassa´s, de shop, voor snacks en drinken, een vide en de entree´s en wachtruimtes naar de verschillende zalen. Deze foyer is geplaatst over 3 verdiepingen, op de 2 bovenste verdiepingen bevinden zich grote vide´s. Door alle zalen met hun doeken naar de buitengevels te richten was het mogelijk om de technische ruimtes centraal te plaatsen en met elkaar in directe verbinding te laten staan. Door de plaatsing van de zalen bleken er vele restruimtes te ontstaan, of een erg hoekige en ongecontroleerde gevel. We hebben deze ruimtes benut door hier de noodtrappen in te plaatsen. De routing van de bezoekers gaat zoals gezegt via de rondgang. Echter komt men hier niet direct, men komt bij binnenkomst vrijwel direct uit bij de kassa´s. Van hiervandaan worden de bezoekers door de shop begeleid. Nadat men de volgende kassa´s gepasseerd is moet men de gang naar de hellingbaan nemen, dit is de enige mogelijke weg en men kan hier tevens de kaarten controleren. Voordat men de hellingbaan bereikt bevinden zich eerst nog 2 zalen op de begane grond. Hierna betreed men, via de baan, de 1ste verdieping. Hier bevinden zich de volgende 5 zalen en 2 roltrappen die naar de 2de verdieping gaan. Hier bevinden zich de laatste 5 zalen. Bij het verlaten van de bioscoop moet men via dezelfde route als de heenweg terug, om echter te voorkomen dat men zich teveel vermengt in het binnenkomende publiek moet men direct na de hellingbaan de foyer weer betreden, men komt dan achter de kassa´s uit zodat men direct het gebouw kan verlaten. OM te voorkomen dat het te druk wordt in de shop en de hellingsbaan zullen alle films op andere tijden vertoont worden, De overige functies van het gebouw bevinden zich aan de zuidkant, de winkels, en aan de westkant, het casino met restaurant van het gebouw.
2e 1/1000
3e 1/1000
4e 1/1000
5e 1/1000
5.3 Gevelbeelden
gevels 1/1000 Wij wilden de gevels een transparante uitstraling meegeven, zoals reeds bij het pve gesteld is. Doordat dit een bioscoop in zijn algemeenheid een gesloten gebouw is hebben we er voor gekozen om semi transparante en lichte golfplaten toe te passen. Verder hebben we een scheiding willen creëren tussen de andere functies van het gebouw en de bioscoop. ZO hebben de personeelsruimte, het casino, het magazijn en de noodtrappen een gevelbekleding van beton gekregen. Dit geeft een meer gesloten indruk dan de golfplaten.De raampartijen moeten de looproute door het gebouw benadrukken en versterken. Tevens hebben we de winkels een opvallende, geheel open gevel gegeven.
5.4 Doorsneden
doorsneden 1/1000
Op deze doorsnede is te zien dat de zalen rond foyer gesitueerd zijn. Midden in deze foyer bevind zich de vide met boven de vide een glazen dak voor een mooie lichtinval. Verder is te zien dat zich onder de bioscoop een parkeergarage bevind. Als laatste kan men opmerken dat men onder de technische ruimtes de zalen betreed en dat de technische ruimtes van de verschillende verdiepingen netjes boven elkaar gesitueerd zijn, evenals de entree´s naar de zalen op de verschillende verdiepingen.
5.5 Impressies Foyer De foyer is over meerdere etages verdeeld. Op de begane grond beslaat hij bijna de volledige lengte van de bioscoop en heeft een grote entree aan de voorzijde van het gebouw. Op de begane grond bevinden zich in de foyer de kassa´s waar men een kaartje kan bemachtigen, alwaar men langs doorloopt richting de snaaksbalie en hun kassa´s. Nadat de benodigde aankopen zijn gedaan komen de bezoekers op een lange hellingbaan die de begane grond met de eerste verdieping verbindt. Op de etage is plaats voor mensen om hun drankje te drinken of om langs de kant van de reling te staan en te kijken naar de andere verdiepingen. De vorm van de bovenste foyers zijn er dan ook op gemaakt dat doormiddel van overstekken spannende zichtlijnen ontstaan. Vooral valt daarbij de aanwezigheid van e onder elkaar doorlopende roltrappen goed aan te merken als een kwaliteit. Deze looproute is aan de buitenzijde van het gebouw goed zichtbaar als een grote transparante gang. Deze gang en het glazen dak zijn tezamen verantwoordelijk voor de lichtval in de foyer. Een ander deel van het licht is afkomstig uit d toiletten die op iedere verdieping net een kleine hoek moet de wand van de foyer maakt. Doordat deze wanden namelijk uit rode glasblokken bestaan geeft dit een mooi lichteffect in de foyer Door de gehele foyer is er op de niveau´s van de technische ruimte gebruik gemaakt van poster bakken waarin zich oude filmposters van films bevinden.
5.6 Plattegronden en maatvoering
1e etageschaal 1/5000
5.7 Deeloplossingen
WC’s 1/100
Zoals in bovenstaande rendering en naast gelegen plattegrond is te zien, steken de wanden van de WC’s een stuk uit de muur en komen daarmee zo’n meter de foyer in. De wand van de toilet is gemaakt van semi transparante glazen bouwstenen waardoor licht vanuit de toiletten de mogelijkheid heeft om de foyer in te schijnen. Vooral ’s avonds als het in de bioscoop wat donkerder is geeft dit een mooi lichteffect. De plaatsing van de WC’s heeft op deze wijze nog een bijkomend voordeel. Ze zijn voor de bezoekers opvallend in de foyer aanwezig en gemakkelijk te vinden. Per verdieping bevinden zich deze units zodat men beschikt over 84 WC’s. De units zijn net naast de installatiekoker gesitueerd zodat leidingen gemakkelijk zijn weg te werken.
zaal 1/100
De zalen bestaan uit een structuur van kolommen met daartussenin gehangen betonnen platen prefab gemaakt in een fabriek. Over de kolommen loopt vervolgens een grid van balken die de zaal overspannen en het plafond dienen te dragen De ontsluiting gebeurt door een lange gang die aan de zijkant of in het midden van de zaal zit. Iedere zaal beschikt voorin in de nabijheid van het doek over een nooduitgang. De grote zalen zelfs over twee, omdat ze in situaties van nood dan gemakkelijk te vinden zijn voor de bezoekers
5.8 Berekeningen 5.8.1 Bouwkosten
element
hoeveelheid kosten per eenheid
onderbouw grondwerk en bestrating vloeren op grondslag trafo en meterkast en div putten liftputten funderingen paalfunderingen
5923 0 5923 0 1015 105
20 6 34 7 10 240
parkeergarage kolommen kelderwanden vloeren
75 891 5700
bovenbouw transparante gevel gesloten gevel binnenwanden vloeren incl tribunevloeren trappen en hellingen\daken en luifels kolommen zaaloverspanning afbouw wandopeningen buiten wandopeningen binne vloeropeningen ballustrades/hekken glasdak afwerkingen wandafwerking buiten wandafwerking binnen wandafwerking zalen en entraa portaal zalen wandafwerking kantoor en overige ruimten wandtegels toiletten glasblokken toiletten stootregels TR gang plint magazijn trapafwerking hoofdtrappen
kosten totaal
bbo
5943
bbo per stuk p/m per paal
5957 10150 25200
300 per stuk 100 per m2 174 per m2
22500 89100 991800
1191 8399 19060 20967 256 75 300
10 40 120 174 214 300 10
per m2 per m2 per m2 per m2 p/m per stuk p/m
11910 335960 2287200 3648258 54784 22500 3000
40 84 123 140 124
10 20 20 20 250
per m2 per m2 per m2 p/m per m2
400 1680 2460 2800 31000
8399
923 per m2
7752277
11560 10030
8 per m2 2 per m2
92480 20060
450
3 per m2
1350
90
8 per m2
720
433 93
10 p/m 3 p/m
4330 279
55
3 p/m
165
plafond afwekingen stroken plafondafwerkingen owa-dl systeemplafond management gipsplafond toiletten trappenhuizen hoofd/nood installaties extra garantie en onderhoud electra installaties energieleidingen, hoofdverdeling brandmelders noodstromm voorzieningen verlichtingsinstallatie armaturen buizen/kabelgoten sanitaire installaties warmwater aansluiting sanitaire toestellen rioleringsinstallatie toiletpotten was bakken kranen brandslanghaspels werkkundige installaties verwarming centrale luchtbehandeling luchtinbllaas in zalen vanuit plafond mechanische afzuigeing toilet meet en regel installaties airco installatieafwerkingsniveau E-installaties verlichtingsniveau zalen verlichtingsarmaturen schakelsysteem gebouwbeheersysteem s-installaties afvoerleidingen spoeling urinoirs w-installaties buitenluchtconditie zomer verse luchthoeveelheid capaciteit regeling
6120 13947 300 58
10 12 1 22
p/m per m2 per m2 per m2
61200 167364 300 1276
26030 38 1 26030 26030 0
2 9 250 20 6 8
bvo per stuk bvo bvo bvo
52060 9500 250 520600 156180
8 8 8 136 42 42 34
75 150 25 80 40 63 250
per stuk per stuk per stuk per stuk per stuk per stuk per stuk
600 1200 200 10880 1680 2646 8500
1 1 12 8 1 26030
25000 13500 400 200 2500 131
per stuk per stuk per stuk per stuk per stuk bvo
25000 13500 4800 1600 2500 3409930
12 12 12 12
100 2500 100 300
per stuk per stuk per stuk per stuk
1200 30000 1200 3600
22 per stuk 15 per stuk
176 2040
8 136 26030 26030 26030
3 bvo 7 bvo 12 bvo
78090 182210 312360
transport liften roltrappen sprinklerinstallatie parkeer installatie bouwkundige voorzieningen installatie speciale voorzieningen zonwering glazenwasinstallatie
1 4
51120 per stuk 21000 per stuk
51120 84000
1 1
1600 per stuk 1300 per stuk
1600 1300
124 1
30 per m2 1500 per stuk
3720 1500
dieverse specifieke installaties bekabeling sturen film dimmerkasten
12 12
20 per stuk 25 per stuk
240 300
uitgiftevoorzieningen poosterbakken lichtschakelsysteem datainstallaties tefefooncentrales en telefoons
8 60 1 12 1
150 34 200 13 1300
per stuk per stuk per stuk per stuk per stuk
1200 2040 200 156 1300
gevelreclame bewegwijzering tv installaties beveiliging braak/overval
1 58 12 1
1000 20 800 12000
per stuk per stuk per stuk per stuk
1000 1160 9600 12000
13 4800 12 12 12 420 20 26030 12
350 350 45000 26000 20000 30 1500 4 1400
per stuk per stuk per stuk per stuk per stuk per m2 per stuk bvo per stuk
4550 1680000 540000 312000 240000 12600 30000 104120 16800
inrichting bars, bergingen, prullenbakken stoelen projectie apperatuur schermen geluid werkplekken adm, manager computer, stoffering/decoraties kassas
23599411 bouwplaatskosten
12%
2831929
algemene kosten
6%
1415964
winst risico
3%
707982 28555286
5.8.2 Exploitatie kosten en opbrengsten bezetting Opbrengsten 1 2 3 Opbr. Totaal Kosten 4 5 6 7 8 9 10 Kn Totaal bezetting Opbrengsten kosten Resultaat +/-
250
300
350
250 x 4800 x 8 = 9.600.000 30% x 9.600.000= 2.880.000 12% x 9.600.000= 1.152.000 13.632.000
300 x 4800 x 8 = 11.520.000 30% x 11.520.000= 3.456.000 12% x 11.520.000= 1.382.400 16.358.400
350 x 4800 x 8 = 13.440.000 30% x 13.440.000= 2.860.560 12% x 13.440.000= 1.144.224 19.084.800
40% x 9.600.000= 3.840.000 27,5% x 2.880.000= 792.000 40% x 1704.000= 681.000 12,5% x 13.632.000= 1704.000
40% x 11.520.000= 4.608.000 27,5% x 3.456.000= 950.000 40% x 2.044.800= 817.920 12,5% x 16.358.400= 2.044.800
28555286 x 1/50 = 571.105 1500 x 4800 x 1/5 = 1.440.000
28555286 x 1/50 = 571.105 1500 x 4800 x 1/5 = 1.440.000
9028105x 10% = 902810 9.930.915
10.431.825x 10%= 1.043.182 11.475.007
40% x 13.440.000= 5.376.000 30% x 2.860.560 = 1.108.800 40% x 2.385.600= 954.240 12,5% x 19.084.800= 2.385.600 28555286 x 1/50 = 571.105 1500 x 4800 x 1/5 = 1.440.000 11.321.745x 10%= 1.132.174 12.453.919
250 13.632.000 9.930.915 3.701.085
300 16.358.400 11.475.007 4.883.393
350 19.084.800 12.453.919 6.630.881
Verantwoording van de hiernaast weergegeven vergelijking van de 3 varianten: De onderstaande kosten en opbrengsten berekening komt uit een vraag en aanbod onderzoek over multiplex bioscopen dat wij op internet gevonden hebben. http://www.euronet.nl/users/icu12455/htm/deel1/exploitatie.htm De standaardexploitatie van een multiplex De exploitatie van een multiplex of ander type bioscoop is eenvoudig te verdelen in een opbrengsten- en een kostenkant, waarbij de sterkste variabele de bezetting per stoel is. Om inzicht te krijgen in de exploitatie van een multiplex wordt in deze paragraaf een algemene exploitatie bekeken op basis van 1 stoel. Opbrengsten Variabele opbrengsten 4. Aantal bezoekers x prijs van een kaartje excl. BTW. Het bezoek per stoel kan sterk variëren van 150 tot wel 500 bezoeken per stoel per jaar. Bij een multiplex in de binnenstad wordt meestal gebouwd rekening houdend met een gemiddelde bezetting van 300 tot 350. 5. Aantal bezoekers x inkomsten horecaverkoop excl. BTW. Deze opbrengsten zijn rechtevenredig verbonden met het bioscoopbezoek. En bedragen ongeveer 30 % boven op de omzet van de kaartverkoop. Vaste opbrengsten 6. Opbrengsten schermreclame en congresverhuur. Deze opbrengsten kunnen als min of meer vast worden beschouwd en beslaan rond de 12 % van de totale opbrengsten van een normaal jaar met bezetting 300. bij de kostenberekening wordt uitgegaan van de volgende posten. Kosten Variabele kosten 8. Kosten van het huren van een film van de distributeur. Deze kosten bedragen gemiddeld ongeveer 40% van de kaartprijs. 9. Kosten inkoop horeca. Variëren tussen de 20 en 35% van de opbrengst van de horeca. In dit voorbeeld op 27,5% gesteld. 10. Variabele personeelskosten. Wanneer het druk is wordt meer personeel ingezet, dit brengt extra kosten met zich mee. 11. Vaste Personeelskosten, 10-15 % van de omzet van een normaal jaar. Hier op 12,5% gesteld. 12. Huurlasten, in dit voorbeeld gesteld op fl 375,- per vierkante meter bij een Deze zijn in ons geval niet verhuurbaar vloeroppervlak van 2,7m2 per stoel. van toepassing, we rekenen daarom met de afschrijvingskosten per jaar met een levensduur van het gebouw van 50 jaar en de aanschafprijs zoals berekend op de voorgaande pagina’s. 13. Afschrijvingen interieur en techniek. In dit geval 3000 gulden per stoel afgeschreven over 5 jaar. Overige vaste lasten. Hier ongeveer 10% van een normaal jaar met bezetting 300.
6 Conclusie Het door ons uiteindelijk geproduceerde gebouw wijkt op een aantal punten af van het door ons vooraf opgestelde programma van eisen. Het bleek tijdens het proces dat de eisen die we hadden gesteld niet haalbaar waren op de door ons bepaalde locatie. Hierdoor kwamen enkele functies te vervallen. De functie die is komen te vervallen zijn de café’s. Voor het ontwerp zou de locatie aangepast dienen te worden op een andere manier als wij vooraf gesteld hadden. Er moet een weg verlegt worden, voor een beter voetgangers gebied. Tevens moet het aanwezige water verwijderd worden, terwijl wij juist hadden gesteld dat we dit belangrijker wilden maken. Door het formaat van ons project moesten we echter deze concessies doen. Ten aanzien van het haalbaarheidsonderzoek is er vast te stellen dat we volledig binnen de eisen gebleven zijn. Het vooraf vastgestelde bouwkosten van 30 miljoen euro werd net niet bereikt en zijn uitgekomen op ruim 28 miljoen euro. Hierbij moet men aanmerken dat niet alle kosten volledig representatief waren. Dit komt door de geringe informatie die vindbaar was over de kosten van het bouwen van een bioscoop. Daarentegen was ook het budget niet 100% betrouwbaar, dit komt doordat we het hadden gesteld ten aanzien van enkele voorbeeldplannen. De exploitatiekosten en opbrengsten zorgen er voor dat de vastgestelde BAR bereikt wordt. Vanuit de Bar was er een minimum van 2.5 miljoen verplicht haalbaar per jaar. Zelfs met een stoelbezetting van 250 per jaar (wat weinig is voor een multiplex in de binnenstad) zitten we, met 3.7 miljoen, ruim boven dit getal.
7 Literatuurlijst Cement, 1989, nr 9 Kinepolis, filmhuis van ongekende afmetingen, blz 21-27 Bouwwereld, 1990, nr8 april, Bezoekers in de hoofdrol, blz 22-26 Bauwelt, 2002, nr 43-44, plesuredome und cineplexx, blz 30-37 Seckel, A. (2000) De ontwikkeling van het multiplex in de Nederlandse binnenstad, (Delft) Neufert, E. (2000) Architects’dato (London) Blackwell NFC (2002), jaarverslag 2002 (Amsterdam) www.euronet.nl/users/icu12455 www.cbs.nl www.kinepolis.be www2.utrecht.nl/smartsite.dws svinsk 2003