Werk in uitvoering De ateliercollectie Kunstwerkplaatsen Esser Weert
Drs. John van Cauteren Conservator Gemeentemuseum Weert (Nederland)
Gemeentemuseum Weert Gemeentemuseum de Tiendschuur, lokale historie en moderne kunst uit de regio. Gevestigd in de oude Tiendschuur van het kasteel van Weert.
Museum Jacob van Horne. Geschiedenis van de minderbroeders in Nederland, religieuze kunst uit Limburg. Gevestigd in het oude raadhuis van Weert aan de Markt.
Essercollectie Het museum bezit 200 stukken afkomstig uit alle periodes van het atelier Kunstwerkplaatsen Esser Weert. Werk van 4 generaties van de familie Esser, die met name religieus werk maakten. De verzameling wordt nog jaarlijks aangevuld.
Laatste aanwinst In 2013 kon een geheel met filigrein versierde hostiedoos worden aangekocht. Gemaakt in 1898 door Camille Esser voor de franciscanenkerk van Mozes en Aaron te Amsterdam.
De familie Esser
Hubertus Esser 18381838-1892 In 1812 wordt te Erkelenz (Duitsland) G.H. Esser geboren. Hij volgt, waarschijnlijk bij J.F.Woltz in Erkelenz, een opleiding tot zilversmid. In 1838 vestigt hij zich te Weert. Zijn bedrijf groeit en in 1888 zijn er 6 vaste krachten werkzaam. Hubertus Esser krijgt vele opdrachten voor kerkelijk werk uit Nederlands en Belgisch Limburg en via de Franciscanen uit heel Nederland.
Het atelier van Hubertus Esser rond 1875.
Hubert Esser stopt zijn werkzaamheden in 1892, op 79 jarige leeftijd. Hij overlijdt enkele maanden later.
Camille Esser 18921892-1914 Camille Esser werd geboren in 1844 en kreeg in het atelier van zijn vader een opleiding tot zilversmid. Vanaf 1873 was hij als medewerker en winkelier voor het bedrijf werkzaam. Het bedrijf komt tot grote bloei. In 1909 werken maar liefst 24 specialisten in het atelier. De werkplaats is gevestigd in een pand in de Hoogstraat.
Camille Esser krijgt diverse grote en belangrijke opdrachten, bijvoorbeeld voor de kroon van het beeld van Maria Sterre der Zee in Maastricht en een bokaal die door koningin Wilhelmina wordt aangeboden aan de zwanenbroeders te Den Bosch. Aan deze opdracht houdt Camille Esser een hofleverancierschap over.
In 1914 draagt Camille zijn zaak over aan zijn zoon Henri. Hij overlijdt vier jaar later in 1918.
Jeff Esser 19061906-1927 Jef Esser (geboren 1875) leert het vak bij zijn vader Camille en tussen 1897 en 1900 in Leipzig, München en Wenen. Werkt 4 jaar in het atelier te Weert en gaat dan in de leer bij Lalique te Parijs. Rond 1906 terug in Weert. Vestigt zich 1906 in Hasselt en is daar werkzaam als goudsmid, die vooral sieraden maakt.
Ook kerkelijk werk werd verkocht, dat Deels? werd geïmporteerd uit het moederatelier in Weert. Opvallend is dat deze werkstukken stijlverwantschap vertonen met het werk van Camille en Henri Esser en niet gekeurd zijn, alleen gesigneerd! In de winkel worden ook andere luxe snuisterijen verkocht.
Jef Esser overlijdt in 1927. Zijn vrouw zet het atelier Esser - de Magnée voort tot haar dood in 1944. Zoon Carl (1911) leer het vak van goudsmid-- diamantair te Antwerpen en goudsmid helpt vanaf 1929 in het atelier In 1939 vertrekt Carl naar Congo.
Henri Esser 19141914-1938 Henri Esser wordt geboren in 1879 en wordt tot zilversmid opgeleid in het atelier van zijn vader en in het buitenland. Hij introduceerde als eerste moderne stijlen in het atelier zoals de jugendstil en de art Deco.
Henri Esser stopt met werken in 1938 en verhuist vanwege gezondheidsredenen en angst voor de oorlogsdreiging naar Frankrijk. Hij overlijdt daar in 1958.
Jan Baksteen 19381938-1956 De Kunstwerkplaatsen Esser worden overgenomen door J.F.Baksteen, geboren te Rotterdam in 1891en vanaf 1932 werkzaam in het atelier als boekhouder. Zijn grootste verdienste is het atelier gedurende de moeilijke oorlogsjaren overeind te houden. Artistiek gezien drijft het bedrijf op de medewerkers uit het atelier van Henri Esser.
In 1956 gaat Baksteen met pensioen en keert terug naar zijn geboortestad. Er zijn dan nog twee mensen werkzaam in het atelier.
Eloy Werz 19561956-2011 In 1956 neemt Eloy Werz de zaak over. Hij is geboren in Roosendaal in 1932 en is een kleinzoon van Camille Esser. Hij kreeg zijn opleiding tot edelsmid in Schoonhoven en in Duitsland. In 1969 verhuist de zaak naar de Oelemarkt. Vanaf 1970, na het tweede Vaticaanse Concilie, stort de markt voor liturgische voorwerpen geheel in. Eloy Werz gaat zich dan richten op profaan werk en sieraden.
Tylo Werz 20032003- heden Eloy Werz, vanaf 1963 hofleverancier, overlijdt plotseling in 2011. De zaak wordt overgenomen door zijn zoon, Tylo Werz, die goudsmid is en al vanaf 2003 in de zaak van zijn vader een eigen atelier heeft. Hij vervaardigt sieraden. Tylo verkrijgt in 2013 ook het predicaat hofleverancier.
Grote en belangrijke opdrachten
De ateliercollectie Als Eloy Werz in 1956 het oude atelier overneemt is alles nog aanwezig: modellen, ontwerpontwerp- en technische tekeningen, atelierfoto’s, archief, werktuigen en honderden gipsafgietsels. Vanwege ruimtegebrek moet Eloy Werz veel vernietigen. Enkele delen komen naar het Gemeentemuseum Weert.
Situatie 1956
Dagenlang verbrandt hij tekeningen, vooral technische tekeningen, en slaat hij vele tientallen gipsen afgietsels kapot, die worden afgevoerd en gebruikt voor het verharden van paden in het buitengebied van Weert.
Van alles bewaard Eloy echter enkele exemplaren, met name de mooi uitgewerkte presentatietekeningen. Verder vele kleine modellen, die in een ladekast wordt bewaard.
Gietmodellen in gips, lood/tin en messing. Honderden ornamenten in diverse stijlen. Restanten emailwerk. Honderden atelierfoto’s. Modelboeken archivalia
Afwrijfsels van graveringen
werktuigen Verder bevat de collectie voorbeelden van alle gebruikte werktuigen uit het oude atelier. Met uitzondering van grote machines, bijvoorbeeld plethamer en draadtrekbank. Dankzij de oude foto’s en het miniatuurmodel, gemaakt door Eloy Werz is er een goede indruk overgeleverd van het oude atelier.
Aankoop Eloy Werz schonk de gehele collectie aan zijn drie kinderen. In 2010 kreeg de gemeente Weert de gelegenheid van de familie de gehele collectie van ruim 4000 objecten voor het museum aan te kopen. Dankzij ruime subsidies bleek dit mogelijk. Daarmee kon een bovennationale collectie voor het openbare bezit behouden blijven.
Belang Vrijwel nergens is een zo compleet en kwalitatief hoogwaardig bedrijfsarchief bewaard gebleven. Meestal zijn alleen de tekeningen over. Met name het metalen en gipsen archief is uniek. Vergelijking: Fonds Dehin in Luik, Bourdon in Gent en Wolfers Freres te Antwerpen. Uit Duitsland de foto’s van Alois Kreiten. London Rundell, Bridge & Rundell
Dehin Luik
Foto’s van modellen Alois Kreiten Keulen
Wat nu...... De collectie moet eerst geheel geïnventariseerd en gefotografeerd worden. Deze gegevens worden via internet beschikbaar gesteld. Op dit moment zijn bijna alle modellen en een deel van de gereedschappen gefotografeerd en grotendeels geïnventariseerd. De rest van de gereedschappen en de tekeningen zullen volgend jaar volgen.
Mogelijkheden! Dankzij de ateliercollectie is het mogelijk van vele stukken de ontstaansgeschiedenis te volgen: van ontwerptekening, via modellen naar atelierfoto en het object zelf.
Na inventarisatie zal het onderzoek moeten starten om de diverse modellen, foto’s, tekeningen en uiteindelijke producten bij elkaar te brengen en te publiceren.
Hartelijk dank voor uw aandacht.