c/ff?;'^—
^-
Digitized by the Internet Archive in
2011 with funding from University of Toronto
http://www.archive.org/details/kunstensamenleviOOcran
KUNST EN SAMENLEVING
**
KUNST EN
SAMENLEVING. NAAR WALTER CRANE'S CLAIMS OF DECORATIVE ART, IN HET NEDERLANDSen BEWERKT DOOR JAN VETH, EN VERCIERD MET TALRIJKE VIGNETTEN, IN HOUT SNEDEN DOOR G. W. DIJSSELHOF.
GE-
TWEEDE HERZIENE DRUK
UITGEGEVEN TE AMSTERDAM DOOR SCHELTEMA EN HOLKEMA'S BOEKHANDEL — ANNO MCMIII
IH
^
GEDPvUKT
^^
BIT
TOH.
ENSCHEDÉ EN ZONEN TE HAARLEISI.
VOORBERICHT VOOR DEN TWEEDEN DRUK. Toen de leving"
een
uitgevers
wcnschten
te
tweeden druk van „Kunst en Samen-
bezorgen, heb
van tien jaar geleden nog eens lijke
mogen
hun gevraagd den nazien.
tekst
Onder vriende-
hulp werden toen een aantal meer of min kleine onjuistheden
door mij verbeterd. aan
te
ik
het
Niet dat deze onakkuraat vertaalde plaatsen
wezen van de pleidooien bizondere schade toebrachten,
maar mij dunkt dat het noodig worden van een tweeden druk bewijst, hoe „Kunst en Samenleving" gelezen
en dan zal elk opzicht
het
toch
en gelezen wordt,
zeker goed zijn, wanneer het boek ook in
met aandacht mag worden gelezen.
Zonder dat men
aannam,
is
alles
wat Crane hier
te
berde brengt blindelings
heeft zijn betoog ongetwijfeld vele lezers tot
geprikkeld.
Moge
ook deze tweede llollandsche druk
overwegen
tot zulk na-
denken over de verhoudingen van Kunst en Samenleving blijven aansporen.
Nov. 1903.
J.
V.
INLEIDING.
Om
waarde
de
van
fondamenceele
Crane's
gemeend
schrijver dezes
XI
inzichten,
beeft
van The Claims of Decorative Art een
,
Nederlandsche bewerking
mogen aanbieden. De beschouwingen
te
van den vcrstandigen kunstenaar, verdienen ook ten onzent wijder
bekend
worden,
te
Engelsch weinigen
lezend
daar
als
van
—
bate
nisname
en
in
in
onderwijzers en be-
allen die ijveren ten
—
dat
gebreken
goed van
spreekt,
in
gebazeerd
jekteert.
En wanneer
waarin met
grove
nog gansch gaarne dat
kende
de
wij
op
hoofdzaken
te
een
bij
de ken-
worden
in het
hij
over een ver-
tot
uitwerken van
vele leemten, vaagheden
merken
—
maar dat deze
niet aan de deugdelijkheid
Het
van
zijn hoofdlijnen, die hij
zijn
pro-
een oude kaart onder oogen krijgen,
landstreek,
noodwendige reeds
waar
daar
de pogingen
omtrekken, de ligging
onbereisde
plan
geïnteresseerd
en echter dient
stelsel,
vallen
detail
mogen worden geweten.
plan
—
ik,
namelijk,
er
toekomst
zoo
zeg
inzichten, één ding juist te
Crane's
gehouden:
toch
voor die
wat hier, zoo wel van verband gegeven wordt.
noodwendige onvolkomenheden,
uit
,
ook voor
algemeen
het
verband,
in
van
moedelijke zijn
niet enkel
eener betere maatschappelijke organizatie,
Zoo wel oog
bestemd
zijn
kring van het
en teekenscholen, mannen van de in-
ambachts-
en
deze zijn
als
Zij
van vakvereenigingen
zijn: leiders
vorderaars dustrie,
publiek.
beperkten
toch
ook voor die zeer vele meer praktiesch willenden,
maar
geven,
den
in
zich wel met abstrakte kunstfilozofie plegen af te
die
,
dan
—
is
dan
onvolkomenheden
aangegeven van een aanvaarden
van
detail,
wij
ook
wanneer
doorzicht in de toen niet algemeen be-
blijken
Columbus bevroedde, hoe
mag. er
gene zijde van den onbevaren
Het een
was
al
wonder- veel
dat
groot land moest liggen aan
Oceaan.
Wie
zou van hem ge-
INLEIDING.
XII
hebben, dat
vergd
er de gansche kustlijn van teekenen
hij
Deze bewerking zou eenvoudig een
genoemd worden,
moeten
toespelingen
aantal
of bekort.
laten
hier
schrijver
welk
in
heb
mij
in
vertaling van Crane's boek
het Nederlandsch niet een
en uitweidingen waren wegge-
voorbeelden
,
Ik
in
het algemeen voorgesteld, den
doen spreken voor niet-Engelsche toehoorders,
te
geval
indien
kon?
hij
ons
al
wat
in
het oorspronkelijke te zeer op
speciaal Engelsche toestanden betrekking had, vanzelf zou
hebben
bespaard.
Niettegenstaande deze bekortingen, zal de lezer opmerken, dat
betoog
het
ook
ik
vol
is
van herhalingen, die misschien nog meer, dan
meende
reeds
moeten doen, gecoupeerd hadden
te
dit
mogen worden.
Doch door gedurig
verband, en met weer andere woorden
gewijzigd ideeën
herhalend,
aldus
cieringsmotieven schrijver
dezelfde stellingen te laten terugkomen in
juist
een
in
grif
af, te
dan
de
ik
ben
toch
die
—
schooner
—
al
ietwat
dient
te kort
zulke pikturale kunst, die
eenzijdig
gedaan.
hij
erkend
—
iets
anders zoekt
die begrijpt.
overweging, dat
Doch juist
oordeel, een onafscheidelijk part
die gansche levensopvatting
is,
beschikt de
het ging mij namelijk niet geheel
hier gemakkelijk gezwicht voor de
het
—
het vertalen van Crane's arbeid,
bij
schoonheid van evenmaat, gelijk
dit
grond-
principien-reiterei grenzende, absolute negatie
brengen, van
ook
blijft in
aan
zou hebben
licht
een punt heb ik,
zijne
zijn
afwisseling keerende ver-
over een eigenaardige kracht van overtuigen, aan
wel een oogenblik geaarzeld,
over
in
doorwerkt patroon
rijk
welke meerdere besnoeiing
Nog op
de
gelijk
—
als
voor individu en maatschap, totaalbouw
konsekwenter
en
dan zulk eene, waaruit ook het half cynische realisme
INLEIDING.
van
onzer
dagen
kunst
XIII
moet voortgekomen
weinig geestelijk realisme, meen
ik, dat
zijn
dat benard en
:
deze overtuigde Engelsche
enthouziast, die misschien geen groot schrijver en geen zeer subtiel
omzichtig
w^ijsgeer,
maar die een somwijlen stamelend en
weer kunsteloos-welsprekend,
een ook wel eens
weder clair-voyant-wijs profeet van groote dingen dier
gansche
levensbeschouwing,
welke
hij
te
is,
voor
straks
naïef en dan
in
—
als
den grond
verbasterd en onvruchtbaar houdt, moedig bekampen wil.
Nov.
'93.
deel
J.
V.
liladz.
Het goed recht der dckoratieve kunst
i
De
8
architektuur der kunst
21
Figuratieve kunst
De beeldhouwkunst voor den dekoratie ven kunstenaar De tegenwoordige schilderkunst voor den dekoratieven
.
.
33
kun-
stenaar
37
Over bouw en ontwikkeling van
het ornament
41
Kunst en arbeid
50
Kunst en handwerk
61
Wat
de kunst van het socialisme
te
wachten heeft
...
Kunstonderwijs
De
eischen van bestemming en materiaal
Het belang der gebruikskunsten en hare verhouding samenleving
•
73 82
90 tot
de
102
Kunst en kommercialisme
114
Kunst en sociaal-demokratie
131
Nabootsing en expressie Kunst en industrie
in
kunst
146 158
HET GOED RECHT DER DEKORATIEVE KUNST. Men
verhaak dat een aartsbisschop, aan een feestmaal van de leden
der Engelsche Schildersakademic,
—
ongetwijfeld met de hcnsche
bedoeling, die minder bevoorrechten troost
ken
wanden
de
versierden
niet
„Wat
aldus eens sprak:
nood. Het
om is
te
bereiden, wier wer-
hem heen,
—
ongeveer
een ieder niet gegeven een
Rafaël,
een Phidias, een Michcl Angclo (de tentoonstelling,
spreekt
van
hen deswege
zelf,
vol van dezulken zijnde) te wezen;
niet
aan
dekoratieve
nog
te
wanhopen,
laat
ze
want daarin
kunst,
laat
hunne aandacht schenken
ligt
een ruim veld
om
zich
onderscheiden."
Zulk een zeggen nu behoudt
zijne
waarde,
drukking van een zeer opmerkelijk inzicht treffend in deze nog, juist
maar
dit
de
kunst
der
is
in
als
de getrouwe
uit-
kunst. Niet zoozeer
de ongelukkige keuze der namen, daar toch
drie
genoemden ecne
bij
uitstek dekoratieve I
Het goed recht der
2
was;
—
dat,
wat
tot
het treffende ligt minder hierin dan wel in de onderstelling,
men
dekoratieve lamst pleegt te noemen, zeer bepaald
een lagere kategorie behoort gerekend
van beiden, den eischen
in
geringer
kennis
de
schilderij -kunst.
en
geschiedenis
maken,
en
die kunst,
evenwel,
beoefening deze
schijnt
voortbrengen vergt dan
van
kracht
Indien,
de
dan
worden, dat
een woord, die heele zaak van dunner allooi
zou, en
en
te
en den toeschouwer, geestelijk veel minder
artiest
is,
te
dekoratieve kunst.
het
is
uit
de
kunst eenige gevolgtrekking
der
eene
zulk
geoorloofd
zienswijze
volstrekt te
logenstraffen.
Het
niet
ligt
meten, of onheusche vergelijkingen er
geen noodzaak aldus
beide
hand
soorten
maken, en werkelijk bestaat
te
in
hare hoogere ontwikkeling elkaar de
Hare werkelijke verhouding zou kunnen worden
reiken.
vergeleken met de bcenen van een passer,
wederkeerig staat
vast
gemeenlijk
te
doen, omdat, naar mijne overtuiging,
te
van kunst
de zusters rug aan rug
bedoeling
mijne
in
van
dat
afhankelijk
elkaar
de
schilder-
begrijpt,
niet in
—
niet te scheiden, en
Het
elkander dienend.
en
men
en beeldhouwkunst, zooals
goede konditie kunnen
zijn,
die
niet tot
volmaking kunnen geraken, wanneer de menigvuldige kunsten, die haar
omgeven en
in
haar hun toppunt vinden,
zeggen, haar omlijsten
gezondheid
te
lucht, als
eveneens
niet
Men
verkeeren.
wachten bloeiend
warmte en
—
kan
met
in
gelijk recht
meenen mooie
geen
is
oogenlust
kent
in
is
licht,
schilderijen of beelden, of de
in dagelijksche
gedachten-harmonie
men
bloemen ver-
vinden zonder wortel of stengel, zonder
waar geen schoonheid tot
die, zou
een staat van krachtige
geest die hen voortbrengt en doet genieten, aan te
leiding
—
om
kunnen
treffen, daar
dingen, waar geen aan-
ons
heen,
mooie kleuren en vormen
of waar uit
men
onze om-
,
Het goed zou
Ik
geving.
recht der dekoratieve kunst.
3
willen gaan, en zeggen dat waar deko-
verder
ratieve of gebruiks-kunst
van tieren verkeert
staat
in
,
goede
schil-
derkunst en dramatische kunst vanzelf, uit die bepaalde oorzaken
voortkomende, zullen volgen Dit
wel
is
in
de keten der evolutie.
genoeg voor hen die
klaar
maar de waarheid kan, zooals gezegd
verkondigd, en ik vrees dat deze stellingen heid
doorgedrongen
zijn
tot
velen nog noodig schijnt geopenbaard
kunst en leven beide, niet maar
migs
is:
deze dingen leven,
in
geenen deele
als
het meerendeel des volks,
akademieleden en aartsbisschoppen niet
in
in
nimmer genoeg worden
is,
spreken,
te te
iets
—
waar-
om van
en dat het
worden, hoe schoonheid,
toevalligs of hersenschim-
weelde en wit van enkele droomers en misleiden; maar
hoe de schoonheid een organiesch bestaan heeft, met eigen hoezeer
ook verscheiden wetten, en eigen orde van oorzaken en gevolgen; hoe
gelijk
zij,
om
strijd
nisme, altoos
alles,
voortkomt
uit dien
voortdurenden hevigen
het leven, die heel de natuur vervult: een levend orga-
en
daarom
keerende
eeuwig
seizoenen
wisselend
vertoonend
in
hare vormen
van
opbloei
—
eigen
volmaken
,
verzinken en herleven, wanneer wij haar volgen door den stroom der
tijden
heen, en letten op hare vele woningen van geslachte
tot geslachte.
Het
is
goed dat de gebroken omhulsels, de onschatbare schelpen
en brokstukken van kunst, welke de meedogenlooze vloed der jaren
op eenzame stranden aanspoelde, door ons met gegaard; doch laten wij de
schoonheid
die
van
in
liefde
het
schoonheid een levende kracht
verleden blijft
is,
niet
rondom ons,
aanschijn draagt, en dat diegenen onder ons, die
schouwen,
haar
nog
worden op-
onze zorg en onze bewondering voor
lederen
zomermorgen
uit
vergeten dat
zij
dat de
een levend
vermogen
te
aan-
onze noordelijke I*
Het goed
4
recht der dekoratieve kunst.
zeeën kunnen zien verrijzen, zonder dat Afrodice behoeven
te zoel^en.
gehuisvest worden, en hiervoor
Maar is
ons vooral aansprakelijk dienen
zoo
te
Hetzij
paleizen.
schilderwerk
met
daarvoor het eiland van
moet gevoed en gekleed en
zij
het dat wij, dekoratieve kunstenaars,
Wij
te voelen.
zijn
de
— naar een als
de
zijn
versleten uitdrukking: van hutten
architekten
of
als
beeldhouwers, door
teekenen, elk op onze wijze werken wij,
of door
lijnen,
om
de bewakers,
zeggen, van het gemeene goed der schoonheid, en wij
er de beheerders van, tot
zij
kleuren
en
de
motieven die wij voortbren-
gen, onwillekeurig mede tot de vorming van den smaak der tegenwoordige en komende geslachten. En, om terug te kceren de
tot
kwestie die wij in den beginne aanroerden, hierin
wezen der wijl
eigenlijk
het
bij
gezegde dekoratieve kunst gelegen: dat,
schilderen
van
een
schilderij
zwaar mogen wegen , zooals de wensch king
te
—
geraken,
om
laatsten
tot
kracht en uitdruk-
ofschoon naar mijn persoonlijk gevoelen deze
dekoratieve
in
kunst
verband, evenwicht en harmonie,
hebben
ons
te
ter-
andere bemoeiingen
mogen gelden
nooit zwaarder dan de schoonheids-overwegingen
deze
het
is
richten, ofschoon
de
dit zijn
opperste
zijn.
—
Passend
de gratiën naar welke wij
men nog met een
heirleger van
sekimdaire overwegingen dient te rade te gaan.
Het gangbare de
van
uitdrukking
veer
de het
wet
begrip
„vlakke
en
inzicht
de
van dekoratie kan worden saamgevat behandeling", en dat
profeten
der
dekoratieve
dit
het gansche
kunst,
waarop de bewuste aartsbisschop
zijn
is
in is
onge-
uitspraak
bazeerde. Vandaar ook de plat-gestreken primula's, en het soort van verslapte flora en fauna in het algemeen, die zoo vaak helaas, dienst als versiering
doen. Alsof dekoratieve kunst een gulzig schepsel met
slechte spijsvertering was,
waarvoor
alles
in
hemel en aarde
eerst
— Het goed recht der dekoratteve behoorlijk
gekookt diende
fijn
kunst.
5
worden, opdat het geschikt
te
zij
tot haar gebruik.
Vlakheid van behandeling
kwaad
natuurlijk zoo
is
niet; het
is
de
eenvoudigste en meest voor de hand liggende oplossing van een der
problemen waarmee de dekoratieve kunstenaar is
zonder twijfel een deel van
wand Doch
te blijven,
maar
kunst zien, dan nog zou zaak
zijn
dig,
zooals
als
behandelen
plat
woord der dekoratieve
is
enorm
hier
veel oordeel noo-
Onze
vak",
beste
wij de dingen vlak of rond
hetzij
maar men zou evengoed tevreden kunnen
van schilderen
definitie
Er
lijkt.
niet mee.
geenen deele een zoo eenvoudige
in
dit
daarom
eiken stap in allé wezenlijke kunst.
bij
;
eindigt er
Het
heeft.
begrip van een
in het
hierin het laatste
worden gccischt,
vermogens
op een
het wel
werk,
werk begint en
men
wilde
zelfs al
zijn
zijn
doen
te
zijn
met een
„de navolging van tastbare lichamen
als
met „vlakheid van behandeling" voor even-
als
redige karakteristiek van dekoratie.
De
werkelijke toetssteen
en
plaats
welke
weg
den
dikwijls
De
grondstof.
aan
niet
bij
dekoratie
eischen
vinding;
tot
de aanpasbaarheid aan
van beiden wijzen bovendien
maar zeker heeft een dekoratie,
voorwaarden
die
is
voldoet,
geen
recht
zoo
te
worden genoemd.
Maar
per
zijn,
dit
slot,
palen en de steiger, en
slechts de
ofschoon het van het grootste belang
is
dat deze deugdelijk zijn,
de werkelijke overwinningen der dekoratie komen lijk,
waar
de wereld
hem
het
stenaar, heeft
met
zijn
ratieve
ligt
zijn
gedachten.
of
En
waar-
voor den dekoratievcn kunstenaar wijd open,
lust te kiezen.
hij
later.
Ja zelfs,
als
elk waarachtig kun-
eigen wereld te maken, en die
En wat
monumentale
kunst
te
bevolken
ideeën aangaat, beschikt de deko-
van
hooger
orde
,
door
haar
Het goed
6
over middelen van voorstelling en aanduiding, meer
heerschappij
dan
in
zuivere schilderkunst mogelijk
uitdrukking
tot
bereik, wijl
over het vermogen deze
is,
brengen. Er gaat in waarheid niets boven haar
te
meer suggestief dan door navolging
zij
zoo dan wordt
en
recht der dekoratieve kunst.
weder, maar
zij
te
werk
hoogeren zin, wat
gaat,
in
zij
in
haar oorsprong was: een taal in beeldschrift.
En welke
of den
oudheidkenner
den
zouden
denkbeeld
hetzij
met het orgaan van den kunstenaar, den geschied-
wij haar lezen schrijver,
kan meer bepaald en meer blijvend zijn,
taal
vormen
kunnen
ons
wij
wijsgeer?
hunne kunst ons
van
van
Hoe zwak een de landen der
En
gebleven was!
oudheid,
indien
die kunst
was een zuiver dekoratieve, van de ingesneden beenderen
der
holbewoners
meenen sommigen, daar
meenen,
het
heil
dat
De
deren.
friezen
men
heeft
van
Parthenon.
het
lichaam
heeft
geest
—
eenige
de
dit
een
nog grooter belooft den
oudheidkenner.
ooit
verlegen
zal
maar
vindt;
in
te
zou
een
manier ware
om
En
met
zijn
Zeer zeker dwaling
zijn
te
zijn tijd te schil-
kleeding zoowel
en
als
als
uitgebreider kleerenkast inderdaad, die
worden. het
om
zijn
het
gebruiken
zijn
veel
Daarom,
zijn eigen tijd te schilderen
en gewoonten, zijn jassen en broeken.
manieren
men
de
tot
niets
De ziet
stof,
kunst bestaat niet alleen voor er
nog
zelfs al
niet
naar uit dat
zij
zouden wedrennen en
spoorwegstations nimmer op het doek worden gebracht. Ik
„de
weet meest
geen
betere
definitie
van schoonheid dan dat
eenheid, —
verscheiden
zij
is:
de meest vereende verschei-
denheid."
Neen denheid arbeiden
waarlijk,
— wil
ik
er
meen in
is
in
kunst,
in
onzen
den
zin
wacht
tijd
geen gebrek aan verschei-
van een
stijl
en
geduchte
stof.
taak,
Hem en
die
om
,
Het
'goed recht der dekoratieve kunst.
strijdperk binnen te treden, behoort
het
zitten
en wel gewapend
tegen
hem
in
zijn, als
te
vast in
hij
j den zadel
te
men bedenkt welke machten
slagorde staan. Het moderne leven, met
al
zijn
af-
schuwelijke weelde en smerigheid; zijn vervaarlijke, zich aldoor uit-
breidende logge, leclijke steden; het kale skelet en naakte getimmerte
van nieuwe bedoelingen en uitvindingen, door het
gescheurde
van het oude leven heenbrekend. Hoe deze dingen
kleed
zoenen, hoe de suprematie der schoonheid overal sterke,
kunst
rijke
hoog
—
te
te
houden, hoe zoetigheid
te
Terzelfdertijd
is
het
te
ver-
verzekeren, hare vaan
doen uitgaan van den
moed van een Samson der
het schijnt de kracht en den
vergen.
te
goed
te
herinneren dat te
veel voorbereiding zoowel tot schade als tot baat kan zijn, en dat
groote uitwerkingen dikwijls worden verkregen met zeer eenvoudige
middelen; dat reuzen zijn terneergeworpen door een welge-
mikten steenworp, en daarmede de Filistijnen werden op de vlucht geslagen. te
blijven,
aangorden
Ik
beweer dat
wanneer
—
om
de
wij
het in
van
nut
kan
zijn
des indachtig
het aan de kunst gewijde leven ons
monsters onzer dagen tegemoet
te
die, gekleed in spiegelglas en gegoten ijzer, zich versterkt
binnen begeerlijke huizingen.
treden
houden
DE ARCHITEKTUUR DER KUNST. De
architektuur der kunst
een nogal veel-omvattende
is
het zou met eenig recht van mij verwacht
alvorens
komen,
Het
worden.
ligt
gang mijner redeneering begrepen moge
zooals
zij
—
kennen, kenaars
en
—
de
zin, in
hare
als
het
in
noch
hoezeer zijn.
en
ook
mijne bedoeling
stijlen
plastische
schilders
kunnen
zou
niet juist in
vormen
verschillende
delen,
te
hier een soort van schaal, schets, plattegrond of opstand
gaf, opdat de algemeene
en
en
w^orden, dat ik,
bouw^ en de behandeling van mijn stof toe
den
aan
mogen
titel,
om
voor
architektuur
wil niet
spreken over de
architektuur, zooals die zijn,
of grafische kunst zich hebben doen de
voorkeur
dezen
interessant
Ik
in
te
het
zulk
van
vorm boven genen,
te
behan-
een vergelijkende studie ook
woord nemen
alleen
verschillende tce-
in
beschouwende
zijn ruimsten als
een
kunst
uitwerking op andere kunsten, maar haar beschouwende
fondamentcel,
veelomvattend, en stuttend raamwerk van
De gedachten
en
leven
architektuur der kunst.
woordige achtergrond, die
al
de
als
en
hisüorische
tegen-
denken beïnvloedt en vormt,
ons
waarop het eeuwig-wisselend drama der kunst
tooneel
vast
het
—
beide,
9
wordt afgespeeld.
Wanneer men de kunst van
met de kunst van voorheen, en vooral met die van eenig
gelijkt
bepaald
kan
thans, architekturalc of andere, ver-
tijdperk,
men
middeneeuwen of
de
uit
niet anders dan getroffen
de oudheid, dan
uit
worden door een groot onder-
scheid, dat ten grond ligt aan alle oppervlakkige verschillen. Terwijl
kunst
de
durend
van vroeger eeuwen schijnt ontkiemd
ontbloeid
in
nieuwe
vormen,
terwijl
vertoont, ontluikend gelijk een plant
vrij
uitzwellend met der menschen gedachten, vrije natuurlijke groei zelden te voelen.
ning neemt de plaats
in
van
in
—
zijn
te
en voort-
levend zich en
zij
de natuur, en mede is
onzen
in
Bewuste en
tijd die
vlijtige inspan-
en oorspronkelijkheid wordt
vrije vinding,
gedrukt door het wicht van gezag, wordt in de war gebracht en geïnti-
mideerd door het vele wat er geweest vanzelf meer voort
Men tijd
heeft
oorzaak
komen
gemeend
zijn
handel-artikel
te
uit
Geen vorm van kunst schijnt
is.
de behoefte van het dagclijksch leven.
dat de wereldtentoonstellingen van onzen
geweest van het vulgarizcercn en het
maken van
kunst, evenals van het voor goed af bre-
ken dier oude overleveringen
in
de kunstambachten,
het geval geweest
is,
kwam
zoover
dit
veel dieper gelegen zijn in de groote
gen,
lieten
— maar voor
het voort uit oorzaken die
ekonomische veranderingen,
die aan de algemeene wijze van produktie raken.
toonstellingen
tot groot-
De
groote ten-
alleen het gevolg zien van deze veranderin-
hare uitwerking ten goede of ten kwade, duidelijk
makend
aan een ieder wien het mocht aangaan, dat de apotheose van het
kommercialisme de ontaarding beteekent der kunst.
— De
lo Dit
architektuur der kunst.
hun een hard zeggen schijnen,
zal
die
gewend
zijn
te
gelooven, dat met de opeenhooping van rijkdommen, de welvaart der
Maar
kunst gelijk-op gaat.
om
laten wij
ons heen zien.
Natuur-
lijk
heeft de geest van het kommercialisme een ontzachlijken invloed
op
kunst;
om
het
men mag
en
van
voordeel
er een
volkomen
in zien,
de schapenvacht
te
in staat
Er
begrijpen.
bouwen en te praktiesch. Zoo heeft
bijvoorbeeld heel wat huizen
vóór
wolf
vallen
Het
beschilderen.
te
enorme
kapitalisme
is
uitbreiding
der steden, die mijlen lang van baksteenen kooien te
alles
voorschijn weten
te
toniesch
van
er
het
en een
karakter
brengen, welke, meer of min, het architekelke groote stad hebben bedorven.
dan gemakkelijker dan huizen tegen elkaar
ware
elkaar
in
en
baksteen
laten
te
kalk
nieuw ontwerp
die
uit
denken
zijn
aan
ook
alles
Want
laat
in
massa,
niet
precies
als
ons eens vragen hoe het met
huis geschapen staat.
Kan tot
er bij straten,
stand
komen,
van ecnig pikturaal of dekoratief begrip?
de ondernemer staat
ook goedkoop
ze als
toch beschouwen wij den ondernemer, den
een
iets
is
zullen elkaar stutten,
beginselen en op zulk een wijze
deze
nog sprake zij
zulk
te zetten,
Dat maakt het
vervaardigen?
een publieken weldoener. in
Zij
Wat
en wat heeft het noodig telkens
bouwer dezer huizen
vriendelijken
kunst
loopen.
uithalen, te
En
veel goedkooper!
de
het, bij de
Doen
anders dan aan den vuilnisman? Goed, maar al
weder gereed.
hebben —
in het
De bewoner
kan
zijn
kunst
groot of klein. Hij kan goedkoop
een lambrizeerinkje krijgen, en hier en daar valt wel wat gekleurd glas aan te brengen. Is dat niet genoeg, dan kan hij zijn huis vol-
stoppen met
en
als
allerlei fraai
daarmede
zijn
geïllustreerde bladen
meubelwerk, gekruid met wat Japansch,
behoeften nog onvervuld blijven, kan
nemen,
die
hem
hij
de
inlichten omtrent alle kunst
1
'
De
architektuur der kunst.
1
en hoe die allemaal gemaakt wordt.
onder
de
indien
de literatuur over het onderwerp, kunst en handwerk kon
zon,
verder brengen, zou het hier beneden
Tegen nieuwjaar
maaktheid.
zoo
meesters,
beste
van
vol zijn van
al
men
telkens, kan
Inderdaad,
hunne
vol-
schilderijen van de
door heel de beschaafde
de drukpers,
Voor minder dan een gulden heeft men Zag men ooit zoo iets in eenig tijdperk van
wereld heen zien gaan. een
heele
galerij.
En
kunst? In trouwe, neen.
den gang der
De
wrichting door.
De
onderlegen
tot alle
tijdperk van ont-
te
te illu-
meer en meer gespecializeerd, en met
is
het gedaan. Hij
is
midden van
dingen die
op den zoom van een kleed is
een
wij
dien het juist in haar aard ligt
tijd,
kunstenaar
handwerk
het
maken
evolutie
het verband der kunsten
van
wij zijn
kunst kan niet ontsnappen aan het wezen en
den invloed van haar streeren.
—
onze kunst.
niet gerust over
In
toch zijn wij niet gerust
te
is
niet langer de meester
werklieden en gezellen,
zijn
ontwerpen
tot het
zijn,
van het patroon
geschilderde altaarstuk.
Hij
eer in de plaats van den meester, de goochelaar, die met een
kunstgreep
bepaalde
bepaalde faze van zee of lucht kan
een
Of
voorschijn
roepen.
spiegel
het konterfeiten; of
ken
bij
gouden
pathos
hij
brengt
en
ellende,
den
zoekt rein,
hij
tranen
bezit
af te
bloed-stoUend
amateur
te
omgeven door de
sterker
gestaan sinds
geheim van een vleienden
het
weet door
door
van zij
zijn
eigendommelij-
persen aan de liefhebbers; of
tooneellicht de kontrasten
in
op het doek van rijkdom
melodramatische
verheerlijken
op
zijn
gruwelen;
gelukkig
zij
heeft altijd
of
jachtter-
Nu
beeltenissen van zijn heilig gedierte.
wat de schilderkunst aangaat, bevel
hij
te
meer of min onder
de heerschende klassen, maar
haar schutse verliet, en afscheid
kwam
dat
nam van
nog
archi-
De
12 tektuiir
drom
archhektuur der kunst.
en beeldhouwkunst, en van heel de schoone en boeiende beheerscht door één invloed en één toev^ijding, zich
die,
verdringt in het kostelijk gevolg van het plastiesch ontwerp. zuilenrijen heen van de kolossale architektuur van den
Door de
eeuwen en
zien wij terug over het verre verschiet van
tijd,
perken, en lezen wij hun geest gekleurd diensten
deze
als
waarvan
wordt het
zij
door de menschelijke gedenkteeken
muurschilderingen en
gelijk in de
de onmiskenbare
in
tijd-
der kunst,
taal
stelsels
en gods-
Wij zien de kunst,
is.
van Oud-Assyrië, Egypte
reliëfs
en Pcrzië, gewijd aan de verheerlijking van wereldlijke of priesterheerschersmacht; of haar
lijke
een oude natuurvereering
te
uit het
stelselmatig symbolisme van
voorschijn treden, beschaafd en tot schoon-
heid gebracht door de Grieken, verlicht door vrijheid en leven; ofwel in
komen
verval
te
midden van het bedorven Rome; of weder
worden met een nieuwen glans
begenadigd
uit het
Oosten, die
voortkomt uit de statelijke pracht der Byzantijnsche kunst; en zoo
met de diepe verbeeldingen der middeneeuwen verzonken het
peinzen
innig
over
het
onpeilbare, terwijl toch door de Kerk
zij
verbonden wordt aan de verwachtingen en aan de vreezen
van het menschenhart. ten
zijn in
Dan, met de nieuwe gedachten en
der Renaissance, brandt haar licht weder op
belof-
den uiteen-
bij
gevallen relieken-schrijn van klassieke beeldhouwkunst en literatuur, tot,
versmoord door gekunsteldheid en pedantisme
gende eeuwen,
op
den
nood
drempel
om
cialisme,
zij
die
ontastbaarheid, gaat onder
van
onzen
tijd.
niet
minder
gevaar
in
politieke vrijheid.
is,
daaraan vol-
natuur en leven verkeert
dat brutale
meebrengt,
en niet minder despotiek
vormen van
tot
Doch weder
nieuwe tyrannie, gelegen
een
en
weder teruggevoerd wordt
in
omdat
juist zij
zij
in
kommer-
om
hare
gemaskerd
'
De
architektuur der kunst.
Het stoommachine-wezen regeert, de industrie
draak,
dige
van
menschenarbeid, heeft het,
van
besparing
tot
van dien, onder ons ekonomiesch
stede slaaf
en
haar gevangene maken te zijnen
tot
aanraking de dood. Bestemd tot dienst der
profijte, v^are niet zijn
menschen
een veelkoppige, veelhan-
als
met een ijzeren roede, en met
letterlijk
vreugde zou het de kunst ook
gemaakt, winsten,
en
een
13
menschdom
stelsel het
in
tot
een werktuig geworden tot het verkrijgen
is
sneltrein in
den wedkamp
om
rijkdom, alleen
geremd door den stopper dien men over-produktie
heet.
Wie
kan
ons zeggen wat het einde van de reis zal zijn?
Zoo worden
wij tot het inzicht gevoerd, dat de gansche kracht
van ons ekonomiesch het
in
mocht.
van
is,
indien
nog eenig leven
Gelijk door William Morris zoo treffend
hebben het systeem
groote
van
stelsel
alle
om
dingen
in
haar blijven
is
aangewezen,
winst te produceeren, een
aan het oudere van tot gebruik voort
dat
—
opgevolgd, de
er
spijt
tegen den groei der kunst werkt, en dat
stelsel
brengen
te
de noodzakelijkheid van den verkoop aan
hebben
wereldmarkt, verdeeling van arbeid en ten
machinewerk,
met
en verwoesten
zij
met kracht
kunst, zoowel
als
in
omgeving,
spoed
de heele
de
volkskunst
verwoest,
alle plaatselijke
laatste het
en verjagen
eigenaardigheden
en
in
de
wereld door.
plaats
het volk zijne
van zelve
tot veel
Het
van den absoluut
stelsel
gekomen
is
reeds
kommer-
van de vroegere leenstelsels,
gemeene rechten gansch ontnomen heeft, verwoesting van natuurschoon, en
verwoest wordt, maakt men het onbereikbaar.
om
in
kleederdracht en in de dingen van dagelijksche
persoonlijken landeigendom, dat, met de opkomst van het cialisme,
is
Dit
genoemde redenen, aansprakelijk voor
onheil dat over architektuur
gekomen
is:
als
stelsel
leidt
het niet is
ook,
dat andere groote
de buitensporige aanwas
De
14 groote
der
steden,
naar
uitspruitsels
Wanneer
velden.
geten
wij
te
buiten
lange en doellooze
haar
jaar
koste
ten
uitslaan
wij spreken van
voordeden
in
van
groene
de
opvoeding, ver-
leven tusschen heuvelen en
van een
gemis
het
aan
en
bosschen
aan
jaar
die
vaak, dat geen opvoeding der scholen kan schade-
voor
loosstellen
architektuur der kunst,
zee, een opvoeding zelve in een nooit te ver-
geten kennis. het
Is
heden een
,
wonder
onze
groot
wezenlijk datgene ten
spijt
van
ingewikkelde
De
is
moet komen
toeval tot ons
bij
van
Kunst
de
deel
overschaduwd door zulke levensomstandig-
dat,
kunst
moet
Toeval
het
,
dat
voor
zij
zijn, hetgeen
waar modern realisme en naturalisme toe leiden,
ingewikkelde
stelsels
diezelfde stelsels, wat daarop volgt.
van
af-leeren
zin voor schoonheid
voor kunstopvoeding, en het
kan worden onderdrukt, maar de Natuur
kan, zelfs onder de meest verdorven sociale omstandigheden, niet ganschelijk
worden
Het
gedood.
is
somtijds
verdediging
ter
aangevoerd van de artistieke aanzichten van het moderne leven, dat
men vreemde en verbazende effekten van het oogenblik te genieten Londen de smookmisten of zooals men op
krijgt, zooals b.v. in
,
de
spoorbanen
op
onze zwarte Styx-rivieren, waar de Charon van de kolenlos-
ziet,
onder
de
vurige
oogen
der
signalen, en
plaatsen zijn bedrijf verricht. Zelfs heb ik een apostel der schoon-
heid
die
monumenten
theater-konkurrentie,
tinten
lichtwerking zich
wedijveren
hooren
ware
juweelen
op
plakkaten overdekte
veelkleurige
verdedigen, omdat
Japansche te
waaier.
ontdekken
mesthoopen
—
en
schaamteloosheid
in
onder be-
zij
zoo kunnen voordoen, dat
van een
anders, toevallige schoonheid het
kommercieele
met
onze
adverteer-gelegenheden, paalde
van
met de
zij
Maar
het
is
iets
monsterlijkheden,
iets
anders
om
als
die
De monsuerlijkheden
De
heden.
architektuur der kunst.
verdedigen
te
ter
15
van
wille
het licht, gaan voorbij,
schittering,
schoon-
toevallige
en met hen de
oogenblikkelijke geestverrukking; de noord-oosten wind volgt den
zuid-westen op, en daar er geen waardigheid van vorm of evenredigheid
van
ellendiger
en
schoon
in
is
onze straten, kunnen
armzaliger uitzien dan
heid liggen en
te
dorpsgroen
zien dansen
te
bij
Er kan
toch verkiezen haar
een herdersfluit.
bij
bevallig-
een draai-orgel danst in
men zou
een rookerlge, smerige straat; maar
op
voren.
te
een kind dat
geest in
er dan al
zij
Wij hebben
streven naar een stand van zaken, waarbij de schoonheid niet
verre van het
bezoeker
gewone leven, of op den voet van een
gehouden
toevalligen
Geen kunstenaar behoorde
werd.
zich
bij
zulke koele verhouding neer te leggen.
Want tooi
van
doode
kunst
stijlen,
levensstaat, aspiraties
Voor
moge
maar
—
zij
zij
is
in
is
draaiende kaleidoscoop van
geen
haar eigenlijken zin, in een gezonden
zelfopgroeicnde uitdrukking van het leven en de
de
van een alle
maar het speelgoed van den rijkdom, of de
niet
is
mode,
de
vrij
dingen
volk.
dus
is
opdat
het,
uiten, noodig dat er sprake
zij
de
van eenig gemeenschapsleven.
Wij hebben geen gemeenschapsleven , omdat gemeenen levens de maatschappij
niet hebben.
in klassen.
De
kunst
Maar de
kunst zich vrijelijk
is
in
wij het geringste des
kringen verdeeld, zooals
kunst moest niets kennen van dien
aard; wij hebben in kunst een algemeene taal noodig, een
samenwerken
van denken en voelen door de samenleving heen. Zooals het, Stuart Mill te spreken, in de dagen van zelfs
van Dante was.
woord, of een doode eenheid
van
begrip
om met
Homerus, van Phidias, of
Niet bloot een eendrachtigheid naar het
effen bij
eenvormigheid, maar die samenstemmende individueel
verschil,
welke alleen ont-
De
i6
wezen
wikkeld kan
archïtektuur der kunst.
een
in
volk,
dat
politiek
en
sociaal
vrij
zijn zal.
De
anderingen niet te
dezer tijden wijzen onmiskenbaar op groote ver-
teekenen in
door mij aangewezen zin, veranderingen die
den
kunnen falen overeenstemmende werkingen Let
brengen.
in
kunst teweeg
voorbeeld eens op de waarschijnlijke inwer-
bij
king op architektuur, van een kollektieve, kommunistiesche levensplaats van onze rijen van baksteenen doozen, of onze
In
wijze.
kazerne-stapels, zou er waarschijnlijk behoefte zijn aan een gansch
grondsoort
andere
aanschouwen
van
van
burgerlijke
een
herleving
architektuur; wij zouden iets
van
woning, die zooveel eeuwen lang de menschheid dienstig van
Homerus af
Shakespeare
tot
De
toe.
voor
grondslag
dien
is
de
geweest,
groote halle
als het
gemeenschappelijk woonvertrek, met belendend, afzonderlijke kamers voor
Of men zou
slapen en afzondering.
gemeenschappelijk
van
het
van
dergelijk
karakter
woningsplan
zouden
toniesch rezultaat voeren, dan
systeem
met
individueel
weten wij
allen,
schilder in
gebouwen
gebouwen van de er voor
werk
in
ligt
tot
zijn,
eenige
ooit
toe
arbeidsveld
Bovendien
leiden.
voor
den
muur-
van meer of min publieken aard. Indien
zwang kwamen, zou
dekoratieven kunstenaar in het algemeen,
en
schilderen
wellicht
Gebouwen
waardiger architek-
tot
soort die ik aanduidde in
overvloed dat
verkrijgen.
waar de huizen onder ons verhuur-
bouwplan
het
hem en voor den
verwachten,
worden,
dat
zekerlijk
eenigerlei ontwikkeling
zoo
en
grooter
zouden wij met reden mogen
de zusterkunsten hersteld zouden
dan
haar
vroegere
waardigheid,
schoonheid en vindingskracht.
Het verval der kunst gaat samen met haar opgaan bare
vormen van het
privaatbezit,
of
in
stoffelijke
in
de draag-
of kommer-
De
van
wezenlijk groote werken van kunst zijn
Alle
aard.
—
werken
publieke
monumentale,
— uitdrukking
brengselcn
gevende aan de denkbeelden van een
Het
beelden van een klasse.
of volks-voort-
kollcktieve
gemeenschap, een eendrachtig volk,
ras, een
tijd
17
Hare bedoelingen veranderen onder zulken invloed
cieele spekulacie.
geheel
archttektuur der kunst.
is
niet aan de denk-
duidelijk, dat de kunst in
onzen
een hoogere bezieling van noode heeft, dan die van de geldZij
kist.
lijdt
aan een slaapziekte, die niet kan worden genezen
door een voorschrift
uit
het wisselboek; dit geeft
op
zijn best prik-
kelende middelen die een onnatuurlijke opwinding teweeg brengen,
een koortsachtige en korte opgewektheid ten koste van het gansche
moge
samenstel. Het privaatbezit
venheid en schoonheid
den regel
heerschen,
zij
zich richt naar den
grillen van rijken en grooten,
vaak slechts
van
als kurioziteiten
volk,
een
dit
over beiden, bedre-
buiten kijf,
—
maar
in
deze schoonheid van een mindere orde en van enger zin
zal
omdat
zijn,
te
staat zijn,
in
zooals
smaak van een enkelen;
terwijl de
wanneer hunne dagen voorbij
komen
zijn
zoo
worden aangezien. De kunst
te
die zich uitspreekt in publieke
gebouwen
en monumenten, beschikt over een soort van onsterfelijkheid.
Wij kennen de en
middeneeuwsch-Italiaansche
de
dralen,
minder,
niet
handwerk
tiesch
heerlijke kunstuitingen
van
getuigen haar
tijd.
op de
steden.
rots
Onze
van de levenskracht Is
van Athene, eigen in
kathe-
alle plas-
het te veel ondersteld, dat,
ziende den innigen samenhang van politiek en sociaal, met artistiek
leven
wetten, vrij
,
—
en is
vereenigde
hoe het
te
beiden worden beïnvloed door ekonomische veel ondersteld als wij
gemeenten
,
die
niet
meenen dat,
in
de
onwaarschijnlijk de tegen-
woordige naijverige natiën zullen opvolgen, en die veel meerderen vrijen
tijd
en meerdere plaats voor ontwikkeling en genot zullen 2
De
ï8
bieden
kunsten
de
,
zullen zijn
Want
haar hoogste beteekenis
in
tot
rijker
naarmate
meer
aan
is
Naarmate
uitdrukken.
kunst anders niet dan het
hooger, voller,
leven
het
de levens-omstandigheden gelukkiger zijn en
harmonie, naar die mate zullen hooger en afwisselender
in
schooner
en
nog hooger levenskracht geroepen
zelfs
tot
?
vermogen is,
architektuur aer kunst.
geeft.
de
zijn,
Maar
fondamenten
vormen
waarin
leggen, en uit de
te
kunst
de
er uitdrukking
diep in het leven van het volk hebben wij de
gewone
taal, het
gemeene werk
ambacht, moeten de steenen worden gefatsoeneerd voor deze
en
Architektuur
cement de
der
die de
gelijkheid
wedcrzijdsche
Zonder zulk fondament, en zonder de
Kunst.
gemeenschap en
zonder de noodige erkenning van
is,
eenheid van
afhankelijkheid
alle bij
arbeiders in Kunst, en
bouwen van het groote monument optrekken tot ons-
het
samenstel, zullen wij geen blijvend
genot,
zelfs
en
als
hunne
gedenkteeken
sprekend
tot
hen die na ons
komen. Schitterend speelgoed
singen ijdel
is
het mogelijk dat wij krijgen.
Verras-
en prikkels, dingen van vreugdelooze kunstbewerking, en
wicht van geleerdheid; kostbare vreemde gewassen, bloemen
en vruchten, geschapen voor de afgematte begeerten van een zin-
kende
samenleving,
—
maar
wij
dienen
alle
hoop
op een levenskrachtige, evenredige kunst, gevat
in
te
verbannen
een hulsel van
schoone architektuur.
Daarin
ligt
de reden dat de meeste pogingen die aangewend
de kunsten en het handwerk onder het volk
op de ekonomische voorwaarden
om
de
te
zijn,
om
doen opleven, zonder
te letten, als
boombladeren naar beneden
architekt een
te
zoovele proeven zijn
doen groeien.
gebouw zou optrekken beginnende met
Alsof een
het dak, voor
De
19
grond klaar, de fondamenten gelegd, en de
zijn platten
hij
architektimr der kunst.
drai-
neering doordacht zou hebben.
Aan
eenheid
de
hebben wij
werkelijite verbetering
niet te
denken, vóór wij
—
heel iets anders
kunsten hersteld zullen zien
der
dan hare eenvormigheid. Mijn overleden vriend,
wicn
een
en
geniale
veel begrip
heengegaan,
is
J.
D. Sedding,
in
geest, zoowel als een ontwerper van
fijne
—
wilde
in
een toespraak die
hij niet
lang geleden hield, in edelmoedige geestdrift, de muurschilderin-
gen
een denkbeeldige moderne kathedraal, aan verschillende
van
welbekende schilders opgedragen een hoekje werd toebedeeld dat
Nu
dienen.
ik
zoo zeer
voor
wezen
bereiden,
te
iemand anders vol bewondering
mijn
als
als
door
vriend
te
Maar
nederliggen naast het lam. zooiets,
als
maar
toch een zeer gewaagd plan zou
dit
foriesch gesproken, iets rijk
vermaak van de kinderen zou
tot
talenten mijner tijdgcnooten,
de
voor
zen dat
ben
Ik geloof dat zelfs aan mij
zien.
ik
kan niet ontvein-
zijn.
Met zou, meta-
een poging
om
het duizendjarig
beproeven
den leeuw
te
doen
men
de vijftiende eeuw zou
in
wilde, veilig hebben kunnen doen; de
bouwmeester werkte eendrachtig met den
schilder, de schilder
met
den houtsnijder en den smid, omdat elk van hen waarschijnlijk een
grenzen
zij
dat ook.
hoe
,
handwerk van den ander en de
Daarin was
op welke wijze men
handwerk leerde; maar het
zijn
ken
nagaat
het
Hierdoor wisten kunstenaars wat hun
daarvan.
stond, en deden
men
had van
kennis
betamelijke
met
al
is
in
die
te
doen
niets onbegrijpelijks, als
dagen
te
werk ging en
ietwat ontmoedigend te beden-
onze meerderheid
in
exakte wetenschappen en
werktuigivennis, wij zoo verre zijn van eenige stelligheid in kunst.
Of iets
de
belangstelling
uitstaande
mee
heeft
in
wetenschappelijke
gehad,
om
der
ontdekkingen
menschen
er
vindings2*
De
20
architektuur der kunst.
kracht in andere banen te leiden, durf ik niet
te
wanneer
de vingers raken,
wetenschap
en
wanneer de wetenschap zooals
om
vraagt
om
eenige
uitvinding
toe
te
beslissen; doch
de hulp der gebruikskunst,
lampen bijvoorbeeld, of
het monteeren van elektrische
bij
met
elkander
kunst
passen,
dan
het zeer merkbaar
is
hoezeer de artistieke vaardigheid en kunst van toepassing, wetenschappelijke vinding achterstaan. Wellicht
geen
tijd
zich
deze
toch
te
met de nieuwe uitvinding
is
bij
de
er voor de kunst
verzoenen, of wordt
te
gauw weer door een andere verdrongen,
zoodat
niemand de zaak veel schelen kan. Ongetwijfeld zijn de eischen die gesteld hel
worden,
over
tot
om
tot
die redenen alleen al
denken geen
geen
tijd
heid,
zijn
wees
er
in het
tot lust;
hier
zwaar genoeg, doch
zeker
De
gedachte
is
ik
alvermogend, maar er
meest bescheiden onderdeel, maar daar
van de algemeene stompheid de oorzaak. van,
kunst
wil
en
sympathie.
Maar
voor het menschdom gunstige kondities,
in
maar weinig aanmoediging,
de
goeden
aan een ontwerper
en die onzekerheid van werk en die lusteloos-
behoeft zij
tijd
verbeelding en vinding zouden zich kun-
tijd;
nen verlustigen ook is
onzen
de meening dat de kommercieele pressie en haast,
zwaarder op hem drukken. is
in
Het zaad
bodem en goed
brengen naar zijnen aard
zal krachtig
—
alleen vrijheid
genoeg groeien
in
klimaat, en bloemen en vruchten voortte zijner tijd.
FIGURATIEVE KUNST. onzen
In
tijd,
hun
kunst
grafische
gevaar
een
er
algemeen genomen,
bestaan
alle
vormen van
danken aan de navolging der meer
voorbijgaande, of toevallige aspekten der natuur,
oppervlakkige,
zou
waarin,
in
kunnen liggen
te
vergeten, dat de kunst
eigenlijk eenige andere of verhevener funktie heeft. In schilderen
bijvoorbeeld,
de technische bckwaamdheid zoo overwegend ge-
is
worden, dat
om
wordt;
een
schitterende uitvoering acht
dat de
hand
de middelen
tot het
hoofd
te
te
vaak het doel
zeggen
uit het
oog verloren
men
zoozeer voldoende,
schijnt:
„Ik heb u niet van
noode." Ik ben er verre van af, technische bedrevenheid te willen onder-
schatten,
wij
gebroken
vlijt
poging
om
het
weten
allen dat
zij
jaren van hard
vertegenwoordigt; haar
te
werk en onaf-
klcineeren zou zijn
vermogen van wel spreken of schrijven
in
als
een
diskre-
22-
Figuratieve kunst.
brengen; maar een
diet te
poëzie
en literatuur zonder gedachten en
taal
en die ons anders niet dan
,
het ook de beste, kranten-
zij
,
moede
brief zou opleveren, zouden wij spoedig
Wanneer
wij
wijzen
wij
meenen
drukken
uitdrukking kunst
dat
van
vormen
alle
in
van
vele
van plastische kunst even zoo-
zien
voor
taal
is,
een
stemmingen
bijzondere
zijn.
den
niet
en
geest, alleen
—
tot
het
fazen in de natuur
afbeeldingen van het menschelijk karakter, maar ook
van
indien uit,
of
tot het
uiten der hoogere gedachten en de dichterlijke symboliek van den
—
geest,
hand,
nog
en
afbeelden
en
minder
te
wedergave
van
van
teekenkunst
dit,
die
détails,
en vaardigheid van de
die verkwist
worden aan
de
schilderen
platheid
zij
alle
middelen van archeologische kennis
aan
de voorstelling van een of andere
als
een rondedansje maakt, met de
de uiterste keurigheid zooveel mogelijk niets
in
in
besteedt
triviahteit in antieke kleeding, die
bedoeling
vlijt
wanneer
het allcdaagsche, of verdaan in het levendig
morsige
of
glorie,
volle
het niet langer mogelijk tevreden te
is
met enkel de rezukaten van
blijven
de
geloof ik,
dan,
te
be-
teekenen.
De daan te
kunst
en
blijft;
van
teekenen
een speelgoed geworden, wanneer als
zij
een
maar
Met
dit
smaak
al
is
kind,
om
te
,
behagen, moet
en daarmee
zin
hierbij vol-
behagen
zij
het schreeuwt onophoudelijk niet
jonge is
menschen
om
moeten
om
leven,
alles verklaard.
hebben wij nog geen recht
of de
zij
een groot kind, zonder de simpele nei-
en
om wonderen;
zooals Falstaff zegt
de
leeft
Het publiek
leven.
gingen
is
om
aan
te
nemen,
dat
voor figuratieve kunst of voor allegorie in
welken vorm, onder ons zou
zijn uitgedoofd.
Verre van dien.
Opmerkelijk genoeg zullen wij dien zin aantreffen
,
bij
wat men
Figuratieve kunst.
kunnen
zou
23 of
liever
van boven
en van onder. Wij zullen dien zin nog vinden
in zijn
oorspronke-
de
der kunst
polen
woonplaats,
lijke
in het rijk
derkunst; en wij vinden
onze
van hoog-poëtische en dekoratieve
hem ook
in
schil-
een onbeschaafden vorm,
in
waar, week aan week,
politiek-satirieke prenten,
populaire
van den dag en politieke toestanden en popu-
gebeurtenissen
de
heeten,
persoonlijkheden in afgebeeld worden, in alle verscheidenheid
laire
van voorstelling-parabel, met verschillenden graad van vinding en
—
pointe,
maar
vorm van
Er
ik
ballet
er, en de populariteit
vorm,
ook
een
andere
kan
noemen,
bedoel
op
zonder
is
is
het
tooneel,
van
twijfel
welke
onder
nog een in
zeer
wat
populaire
ouden
figu-
inneemt
Het
pantomime.
en
ballet
men
plaats
oorsprong, en het
is
geheel van figuratieven aard, omdat alles wordt uitge-
natuurlijk
—
door aktie alleen, zonder woorden,
drukt
van dezen
figuratieve kunst evenzeer.
kunst
is
ratieve
—
vinding
de
het
drama van het
lichaam.
Moderne toepassingen van tooneel-machinerie en
lichting,
hebben
dit
soort
van kunst
ver-
een nieuwe ontwikke-
tot
ling gebracht, die veel levenskracht bezit, en ofschoon het er dik-
schort aan \erfijning en aan een vasten leidenden
wijls bij
voor
het
vinding
op
bij
het
geheel,
valt
er
waardecren.
te
tooneel
niet
smaak
een goede dosis aardige
zelden
In zulk een ballet
was onlangs achter
een reusachtige figuur van den Tijd geschilderd.
Zijn zandlooper ging eensklaps open zooals een deur, en daaruit traden een voor een
deuren
te
voorschijn, voorgesteld door juffers,
die elk, behalve hare beenen, onderscheiden bepaalde zinnebeeldige
gevoelens
in
een
naar
idee
begrepen.
hare
den
kleeding
vertoonden.
wezenlijken
aard
Hier,
van
docht
figuratieve
mij,
kunst
lag in
Figuratieve kunst.
24
Mode
en marktvraag
mogen op een
de aanspraken der figuratieve kmist op somtijds tot haar recht, wanneer,
om
schilderijen-tentoonstelling zij
zoo
duwen, toch komt te
zij
zeggen, na den wer-
velwind der senzatie, na de aardbeving der letterlijkheid, en na het vuur der persoonlijke ijdelheid, even het suizen van de zachte
Waar
der figuratieve idee gehoord wordt.
stilte
wij op voorbeel-
Dood" van Watts, en de „Fortuin" van Burne Jones, kan men niet den van schilderkunst kunnen wijzen
zeggen dat de kracht noch
als
gevoel
het
de „Liefde en
voor de
hoogste
kunst
ten onder gingen.
Tusschen
de
omstandigheid
de
partij -politiek
men meenen
ideale poëzie, zou
maar
van
sfeer
en de sereene lucht van
dat een groot ledig besloten lag,
aan beide uiteinden van de schaal,
dat
het symbolisme van zelf te voorschijn komt, toont wel dat sterke
gevoelens van welken aard ook, naar figuratieve uitdrukking zoeken.
De de
de
hartstochten,
deugden; het dood
zelf,
getijden,
en de
lot
—
alle
tijd,
zinnen, de deugden, de on-
de
liefde,
roem, fortuin, het leven en
deze dingen behooren
weder
allegorie, en verschijnen voortdurend
omdat
zij
van aard zoo Proteus-achtig
anderlijken
op
vorm kunnen worden
hen, en zulk inzicht
in
tot
de wereld der
nieuwe gedaanten,
zijn, dat zij in
geen onver-
gevat. Elke tijd heeft zijn eigen kijk
zal zeker,
vroeger of later, zich open-
baren in beeld.
Het wordt vaak veel
te gereedelijk
aangenomen, dat
alles
van
eenig belang omtrent deze dingen reeds voorlang in kunst gezegd dat wij alleen
gewrocht kleurde
werd
meer of min te
wachten
vensters, friezen,
ren te dekoreeren.
fraaie
is,
afschaduwing van wat vroeger
hebben
,
waar het
betreft onze ge-
wand vakken, plafonds en mozaïekvloe-
Zelfs zijn er lieden de overtuiging toegedaan.
Figuratieve kunst.
ornamentale kunst zich er
dat
en
zijn,
te
hoorde
bij
nemen genoegen met
zij
25 bepalen ornamentaal
te
op smaakvolle
figuren die
wijze tot niets te doen worden aangewend, terwijl allegorie hen
verwart en symboliek onthutst.
zou
Ik
deze
zienswijze
gen dat de uitsluitende studie van sels niet
boeken geen wil
van groote waarde dat
zijn
volhouden
literatuur,
Maar
dat
is,
lijn,
innig
zij
men
hooge
tot
te
zeg-
toon, kompozitie en
stel-
Rhytmus, metrum en
in
tot
maken
diktie
haar behooren; en wat
evenmin
plastische kunst,
afscheiden kan van
stijl
zij
ben er verre van
ik
Maar spraakkunsten en woorden-
is.
evenzeer.
ofschoon
poëzie,
indien
bestrijden
niet
en vervullende rezultaten leidde, en
als
ik
in
stof.
een beschaving die zich meer onderscheidt door een
in
ziekelijke zorg voor decentie,
dan door liefde
de schoonheid,
tot
waarin groote winsten worden gemaakt met den verkoop van
en
vijgebladen;
een
in
grondbeginselen
,
eeuw waarin niemand
en er een premie gesteld
zich
is
opmaakt voor
op den slag
om den
arm, waarin de menschen behoedzaam hunne dierbaarste overtuigingen verbergen, niet sideratie
voor
anderer
schappelijke pozitie
van
grondideeën,
—
uit
vreezc voor lijfsgevaar, maar
meeningen,
of wellicht
om
uit
kon-
eigen maat-
moet noodwendig elke pikturale uitdrukking
of het belichamen van krachtige gedachten in
levenden vorm, wel zeldzaam
zijn.
De oude
wereldgodsdiensten waren anders niet dan figuratieve
—
verpersoonlijkingen en symbolen van natuurkrachten,
stelsels
wisselend in verschillende landen, gelijk
waren zelf
uit
zij
geleidelijk ontwikkeld
een wellicht gemeenschappelijk primitief type, of van-
voortkwamen
menschelijken
uit
geest;
de zeker
onafhankelijke is
dat
zij
verbeeldingen van den
allen
elementen gemeen
20
Figuratieve kunst.
hebben, en verscheidenheden van dezelfde koncepties verschijnen weer,
altijd
heen,
door
eindelooze
zooals in verschillenden
vormverandering
en
bodem en onder
verschillende ge-
ontwikkeling
steldheid, dezelfde planten afwijkingen van groei vcrtoonen.
Een
grondslag van natuurlijke mythologie was haar allen gemeen, en deze
mythologie werd begrepen en gewijzigd naar den geest van het ras waaruit
zij
oorsprong,
voortkwam. maar
van
De de
Grieksche godsdienst had denzelfden
oude
volken
hebben
in
hunne kunst
alleen de Grieken deze natuur-vereering vrijgemaakt van traditio-
vormen;
neel e lijke
vormen
archaïsche
Godsdienst
door
kunst
werden
dingen
Paris'
in
verbeelden,
totdat
en
zich uitsprak in heroïke gestalten.
zij
getransformeerd
gemaakt
dienstbaar
Van
schoonheidszin.
embleem
kunnen haar volgen van af haar oorspronke-
wij
wordt den
aan
poëzie,
en
alle
albeheerschenden
dat kiezen bij de Grieken hebben wij een schoon
oordeel,
dat
gelijk
dat de kunst nooit
Grieksche
alle
moede wordt
verhalen
nimmer
te
zijn
beteekenis verliest.
de
In
heerlijke
brokstukken
waarmede het geveldak van ons
oog het
meesterlijk
behandeling
eerst
wellicht,
gebeeldhouwde groepen
van buiging, de breedheid van
bizondere
stijl
in
de
vormen, het triomfant samenbrengen
er van tot een harmonieus geheel.
minst,
de
bekoord door het rhytmiesch lijnenspel, het
evenwicht
van
van
het Parthenon gedekoreerd is, wordt
Wij denken
het laatst en het
aan de dichterlijke idee die zich in de gansche
kompozitie openbaart.
Toch
heeft
men
hier figuratieve kunst in haar
hoogsten vorm. Heroïeke gestalten verpersoonlijken de fyzieke en
moreele natuurkrachten, en
zij
allen zijn dienstbaar
gemaakt aan,
en werken mede in de trapsgewijze opklimming (ik denk nu aan het oostelijk geveldak), van af den zeegod die zijn armen uit de
Figuratieve kunst.
zee
om
verheft
godinnen ,
welke,
aanbrengen voor de glorieuze geboorte
die het uur
,
tot
de kroonende gebeurtenis en den top der kompo-
als tot
van den Athecn-
richt, als de hoogste aspiratie
zich
alles
zitie,
rossen aantezetten, tot de schik-
stortende
zijn
27
schen geest.
Door de eeuwen waarloozing,
geëvenaard
—
triomf
over,
als
figuratieve
gevend aan wat de natuur zelve aldoor van
namelijk
geest
over
de
stof,
schappij van het hoogere organisme over het lagere, of, in
om
strijd
Het
voortleven
het
taal,
filozofische
on-
alleen
niet
ook waar,
doch
beeldhouwkunst,
uitdrukking
den
brokstukken
deze
blijven als
kompozicie, leert
door duisternis, verwoesting en ver-
heen,
heer-
moderne
van het best toegeruste
den
in
het bestaan.
is
vreemd
mythologische
om
bronnen
te
in
bedenken,
hoe
van
de overoude
uit
het grijs verleden, de kleine stroomen
vlieten, die het dagelijksche leven dienen, en zijn tot huiselijk gebruik.
Hoevele afgesleten fragmenten van symboliek, vinden wij overblijfselen als het
spreken
—
ware verstrooid
in
zelf een samenvloeisel van zoo vele elementen
spreekwoorden of verdichting of toespeling terug.
Zij zijn
zetten aan de
tiguren
gewoonste konverzatie,
de vroegere drukkers
die
hunne dichte bladzijden druks mee
altijd
te
te
te
verzamelen en
te
in
gemeen bij
gelijk de kleine houtsnee-
weer aanwendden om
er
verlevendigen.
Het zou een belangwekkend maar onbegonnen werk fragmenten
—
om Idem
bezit; dekoraties van de spreektaal, telkens herhaald te
als fossiele
den stroom van het gewone
ziften, en van elk
zijn, zulke
den oorsprong
bepalen. Velen zijn herkomsrig van de meest algemeen gelezen
en oudste boeken, zooals Esopus en de Bijbel, en misschien
gen
eeuwen
van
menschenervaring
bezonken
in
een
lig-
kruimpje
28
Figuratieve kunst.
Waarlijk,
spreekwoord-wijsheid of volksverhaal.
dom het
men zeggen
zou
groot
het
in
De
eenige blijvende was.
levering
mythologie.
en
en
grootere,
ervaring van het ras
dat het figuratieve element
persoonlijkheden
verliezen
worden gegeneralizeerd, en
nissen
zich
in
gaan op
in
Gebeurte-
types.
het beeld dat van de verleden
den gemeenen geest
in
het mensch-
geschiedenis gaat te loor in over-
Kleinere
grootere
die
bij
valt,
wordt geslachts-
eigen, zooals het beeld van de gezichtsindrukken van het individu dat wordt.
Het
aan deze natuurlijke neiging van den menschelijken geest
is
figuratieve kunst haar belang ontleent,
dat
de
klei
waarmede
mogen
,
begrip
—
ervaring
de
is
is
het scheppend ver-
en schoonheidszin de toeziende macht.
Een bloesem van
aan den gewonen gang van het bestaan, die in
ontbloeit
woorden
werkt. Verbeeldingskracht
zij
wordt,
beeldspraak
of zich
verheft
tot
poëzie, en in
plastiek de allegorie en het zinnebeeld geeft.
De
voor figuratieve kunst, die
liefde
mysticisme
gehuld
of
ontvouwend het
vernuftige
vindingen
nieuw leven, en vond in
in
— kwam
in
Holbein,
zinnebeeldige tijdperk.
heraldiek, zich
met de Renaissance
tot uit-
houtsnee en gravure.
equivalent
Dürer en
de
de drukkunst nieuwe middelen van
Het vermogen van allegorizceren zijn
van
mysteriespel, klucht en optocht, of uitgedoscht op
in
geïllumineerde perkament,
drukking
in
en den prachtigen ritus van de Katholieke Kerk, de
in
zoovele rijke en vreemde
middeleeuwen door belichaamd was, gekleed
gestalten heel de
het
in
de
en
kompozities in
voorstellingen,
de
bij
dichters als Spenser,
van kunstenaars
beste
als
vond
Albrecht
vindingen der boeken met
die zoo karakteristiek zijn voor het
Figuratieve kunst.
De smaak
voor zulke boeken heeft door de zestiende en zeven-
eeuw heen, wel
tiende
durend kwamen de
meen,
de
Voort-
de hoofdsteden van West-Europa, van
al
kompleetste en meest bekende waren, naar
Andrea
die van
de achttiende voortgeleefd.
tot in
in
zij,
De
drukpers.
gaven,
29
eerste
welke
Alciati, die
editie
te
in
zoo vele verschillende
Milaan
ik
uit-
1522 gedrukt werd,
in
opvolgen.
De sterk
der prenten
kunst
van het algemeen
naarmate
af,
deze boeken, wisselt natuurlijk zeer
in
smaak; somwijlen vertoont
en gracelijk, maar vaak ook doet
een
machtig
te
vlag wordt, te
zij
dienst tot niet veel
meer dan
om
is,
en de prent eenvoudig een etiket of een
de moraal van den schrijver der zinnebeelden aan
duiden.
Men
heeft
een
plaatse,
dier
Blickling Hall in Norfolk, in de bibliotheek te
te
plafond,
zinnebeelden-boek in
vermogen en den
blazoen, wanneer de zedelijke strekking het artistieke
soort
kunnen
artistiek
zich rijk en vol vinding, of aardig
zij
in
van
bas-relief,
dat veel gelijkenis vertoont
een soort stuc
of
pleister
door Italiaansche werklieden gemaakt paneelen,
op
een
wijze
huis draagt het jaartal
kompozities
deugden
en
— de
met een
een ornamentiek schema uitgevoerd.
te
voor den
tijd:
voorstellingen
allegorische
—
die
in
van
de
zinnen,
Het
zinnebeelden-boeken.
aangenaam, en gekleurd
op
de
ofschoon wijze
het
der
in
het
nu
algemeen wit
kunstig
de
konceptie en behandeling
opmerkelijk overeenstemmen met hare naaste bloedverwanten
oude
is
In de paneelen zijn kurieuze figuur-
1619.
ondeugden
is
is
en wordt gezegd
De bewerking
zijn.
die karakteristiek
,
Het
is,
effekt
is
uit die
zeer rijk en
was het waarschijnlijk
bewerkte
plafonds
uit
den
midden-Italiaanschen renaissance-smaak, zooals wij bijvoorbeeld die
o
Figuratieve kunst.
3
aancrefFen, in het Doria Paleis te
Genua,
in het
werk van Giovanni
da Udine.
Morris
William
verzekerd
heeft
dat
al
de voornaamste types
van patroon-kompozities oorspronkelijk voortkwamen
vormen
die
symboliesch waren, zoo dat de kunst die wij
stellig
nu zuiver ornamentaal noemen , eenmaal
—
begrippen,
geestelijke
een
en
De
hetzelfde zijn.
direkte
teruggevoerd
lijn
Egyptenaren,
— en
stelsel, afgeleid uit
de
tot
taal
en versiering dikwijls
hieroglyfen-teekens
der
is
in
oude
een soort van alfabeticsch
tot
vorm van beeld- en emblemen-
een vroegeren
nadat
uitdrukking diende van
oorsprong van ons alfabet zelf
weder
deze
tot
Perzische en Arabische teksten
gelijk
Oostersche tapijten en tegels, waar
in
overoude
uit
gesystematizecrd waren tot wat
een
schrift.
Zelfs
alfabet
dienst
kon doen, werden zuivere symbolen gebruikt voor
aangeven
van afgetrokken begrippen, zooals bijvoorbeeld de
het
zij
dorst, waartoe een kalf gezet
als
wordt boven zigzag-lijnen, die water
voorstellen.
Het hert dat christelijk
uit
symbool;
een stroom drinkt,
vinden het
wij
in
is
mozaïek
Deze
Ravenna, met den wijnstok en de pauw. ook geliefkoosde teekenen geweest fagen
te
beitelen,
merken met
—
te
een welbekend vroeg-
om
zijn
in
in
de kerken
laatste schijnen
marmeren
sarko-
en er vak daarbij wel tegenstelling op
later-christelijken
smaak,
in
zijne
te
te
keuze en aanwen-
ding van symbolen op het moderne kerkhof, en met het vreemde
mengelmoes van zinnebeelden dat wij daar Niet minder wij
is
te
zien krijgen.
de symboliek van den handel, zooals
voorbeelden vinden in de variaties van het moderne
daarvan
handelsmerk.
heidensche
gemengd
Weder
is
mythologie
op Esopus en den geteerd,
maar
hier
Bijbel,
zoowel
als
op de
ook weder geldt het,
Figuratieve kunst. dat
31
hoe minder er van kunst gesproken wordt hoe beter.
enkel
interessants
iets
praktischen
zin
in
,
omdat men kan
zien
uit
van
er de
een
zin
den
zonder
is
waarde naar zuiver
een figuratief teeken, als iets
geschikt tot onderscheiding en doen herkennen. Hier heeft
zekeren
Er
men
in
herleving van het beeld- of hieroglyfcn-schrift,
ornamentieken
en de distinktic van
zin
stijl,
die de
Egyptenarcn daarmee deden samengaan.
Ook
wijsbegeerte neemt
de
vlucht
De
symbolen.
tot
voor den band van
zijn
haar modernste kleed hare toe-
in
hoogepriestcr
der
evolutie-leer, koos
boek een devies, waarin een plant werd
afgebeeld aan de aarde ontspruitend, uitbottend in blad, knop en
bloem;
eindelijk
de
tusschen
bladeren een rups, van den knop
afhangend een pop, en een vlinder zwevend over den open bloe-
Wat
kon
beknopter
geven,
aan
het
sem. sie
zijn
grootste
en tegelijkertijd brecder expres-
meest ver-reikende
en
stelsel
van
onzen tijd? Niets
dus
blijkt
vallen
te
boven
of beneden het uitdrukken
door figuratieve teekening, geen begrip of beschouwing van het leven
die
nadrukkelijker
niet
konkreet beeld
te
wordt
en
worden gevat. Doch
tische voorstelling, als een Atlas, de
klaarder,
door
terwijl de kracht
in
een
van plas-
gedachtenwereld kan torschen
op de schouders, vermag geen adem van idee aan doode kunst het leven
weder lijke
te
geven. Het
kompozitie,
en deze haar
De
uiting
dat
nimmer in
de wezenlijke proefsteen van een deugde-
is
zij
te
zonder inspanning hare intentie drage,
zwaar
zij.
kunst van krachtig geestesleven,
dommelijk voor de groote tijdperken. ééne richting, maar
En
is
altijd
eigcn-
die kracht wordt niet
verbruikt
in
door
gansche lichaam der kunst; zoodat het gedreven figuur
het
als
het levensbloed
stroomt
zij
Figuratieve kunst.
32 in
een
brok
wapenrusting
of op een horlogeplaat, het patroon
van een japonstof, of de houtsneeprenten van een boek, niet minder dan de in fresco beschilderde of met tapijt bekleede het hoog-opgevoerde ezel-schilderij
,
wand en
spreken van dezelfde nerveuze
stuwkracht, van een eindeloos onvermoeide vinding in schoone en rijke teekening.
v*:-^
DE BEELDHOUWKUNST VOOR DEN DEKORATIEVEN KUNSTENAAR. Een
waarin de ornamentieke zin
tijd,
— een
begrepen,
tijd
die
fotografiesch naturalisme,
ontwikkeling edelste
dienen alle
van
de
is
enkel
geeft
in
kunst zoo weinig wordt
om
schilderachtigheid of
zeker niet gunstig voor eenige hoogere
beeldhouwkunst,
die
in
vroeger dagen de
Wij
meest expressieve der dekoratieve kunsten was.
en
erkennen dat het bestaan der beeldhouwkunst, zoowel
te
als
kunst en alle levensvormen, afhangt van de omstandigheden
naar welke harder lust tot
dend,
te
zij
zich heeft te voegen.
verantwoorden dan hare zusters, en
groote monumentale werken, dat
speelgoed
Misschien heeft
zij
zich
voor
de
onzinnigheden
somtijds
is
tevreden
ontvangkamer,
winstgevender vindt
en
bij
zij
het
nog
ontstentenis van
het niet zoo heel bevreemstelt zij
met het leveren van het
bestendigen
van
dan het streven naar nobele
uitingen.
3
I^s beeldhouwkunst voor den dekoratieven kunstenaar.
34
Die
voor schilderachtigheid, en ook voor naturalisme, die
liefde
zich in onzen tijd te pas en te onpas, en, ongelukkig, vaak heele-
maal, zonder op materiaal en bestemming te letten, kennen doet,
haar brandmerk
heeft
beeldhouw- zoowel
in
Misschien zou het juister
gezet.
zijn
te
in schilderkunst
als
zeggen, dat
zij
in beide
een revolutie of althans een geduchten opstand heeft teweeg gebracht, en dit zoozeer, dat beeldhouwen en schilderen somtijds van
schijnen
plaats alles
willen verwisselen,
te
op voor een mate van
maal
relief,
— de
dan
schilders offeren
waardoor de voorwerpen heele-
het doek treden, terwijl de beeldhouwers met schilder-
uit
kunst wedijveren in het nabootsen van stoffen en effekten die zich geheel tot schilderen eigenen.
Want
het
bij
beeldhouwen, althans
delen van tastbaar relief en ronding,
in is
marmer,
mid-
spijt alle
het opmerkelijk dat natu-
ralisme van behandeling, veel minder dan bij schilderen, de natuur
weergeeft. Het zeer uitvoerig nabootsen van stof, zooals
de moderne Italianen vinden, geeft,
een overdreven, en
bij
bij
we
dat bij
afwezigheid van lokale kleur,
gevolg een on werkelijken aanblik; en
als er
geen krachtig element van lijnensamenstel opweegt tegen die
—
voerigheid,
boden
—
en inderdaad wordt die ons
de mislukking
is
Het gewicht klaarblijkelijk
houwer,
als
van
het
genoeg, wanneer wij
hij
expressief
zij
van
acht
serie heeft te
uit elk gezichtspunt.
moeilijkheden
worden wij,
in
lijn
bij
beeldhouwen
nemen
,
is
dat een beeld-
een figuur of groep ontwerpt, wezenlijk niet één
maar een heele
deden van, en
aange-
in haar plaats
kunstwerk volledig.
vermogen over
lijnenstel,
der
als
uit-
is
bij
geeft aan
terwijl
beeldhouwen,
wat het
maken, opdat
zijn
Deze noodzaak, is
er
in expressie
werk
die een
ook een der voor-
van
de hekserij der bedrevenheid
lijn
vermag. Zoo
in het
nabootsen
De de
beeldhouwkunst voor den dekoratieven kunstenaar.
op een dwaalspoor kan brengen,
schilders
gedwongen
kunst
tieke kwaliteiten van lijn en stijl,
— termen
de
neiging
die veel in zich sluiten,
nabootsend
tot
of hoe wij het willen noemen, zoover in
artis-
wezen van goede kunst saamvatten. Zonder
loopt
hierin,
de beeldhouw-
in
wat men kan noemen: de meer zuivere
tot
ja die wellicht heel het
distinktie
35
meer of min geslaagde pogingen
kan, alleen
uit
de beeldhouwkunst
tot
ik zien
als
om
naturalisme
portretteercn of tableaux-vivants te voeren.
Het geldt
hier grootendeels het verschil tusschen navolging en
uitdrukking, of herhalen en scheppen in kunst.
Nabootsing vergt
enkel
maar het teekenen, opgevat
vlijt,
als
konstruktief begrip door schoonheidszin geleid, vergt vindingskracht.
Men
kan
in
een
werk
overvloed
van
energie, overvloed van
vrijmoedig naturalisme toonen, maar hebben wij schoonheidszin, zoo leidt het alles
Dit
natuurlijk klaar
is
bedoeling, maar het
men in
is
genoeg
den
kunst van bepaald dekoratieve
opmerkelijk hoe, terwijl
men aanneemt
dat kader niet buiten bevalligheid of bekoorlijkheid kan
in
zoo gezegd pikturale kunst,
mits
in
in -kunst niet
tot niets.
hetzij bij schilderen
—
of beeldhouwen,
slechts veel kracht en werkelijkheid bieden,
zij
dat
—
bevalligheid
en charme vaak gehouden worden voor geheel sekundaire dingen, die bij algeheelc afwezigheid nauwelijks gemist
Mij
nu
schijnen
deze
Een beeld, een
voor de kunst.
een organicsch geheel uitmake.
of het
En
al
per
afscheidingen
te
worden.
kunstmatig
en nadeel ig
schilderij, een patroon, behoort
zijn, of het zelf een geheel
of een deel
Het moet stemmen met zichzelf of het stemt met een fries, een muurrand of een buste slot
is
deze beschavende en beheerschende
voor schoonheid, evenwicht, gepastheid
— deze
niets,
is.
— deze
zin
zesde der zinnen,
3*
36
De
beeldhouwkunst voor den dekoratieven kunstenaar.
de artistieke, die in zooveel verscheidenheid van materiaal, werkwijze, en
stijl,
wisselend naar klimaat en landaard, maar duidelijk
in elke spreekwijze zich
openbaart,
dige deugd. Zonder haar kan
heidkunde,
nabootsing
nuttige zaken hebben,
der
—
in kunst de eenige besten-
men wetenschap,
natuur,
archeologie, oud-
en vele op hun manier zeer
maar geen kunst.
DE TEGENWOORDIGE SCHILDERKUNST VOOR DEN DEKORATIEVEN KUNSTENAAR. Den naar tijd
lezer
te
zij
verzocht zich een aankomend dekoratief kunste-
denken,
vervuld
niet
de
geestdrift
voor het mooier maken van onze omgeving,
zeer daarmee, dat
hij
Renaissance
Wij
ziet.
afwendend van de tapijcwcven,
welke
al
—
laatsten
vervuld zoo
ons ongeveer op den drempel eenernieuwe stellen ons
hem voor, een oogenblik
zijn tijd eischende studies in
drijfwerk, houtsnijden, pottebakken,
bemoeiingen
den
van
hij
zich
gebrand glas, te
midden van
misschien aan de ontwikkeling der schil-
derkunst geen aandacht schonk. Hij keert zich dan af van muurbekleeding en behangselpapier, naar datgene wat geacht kan worden
de kroon te zijn van de muur-dekoratie, het schilderij.
Zoo
treedt
hij
een
tentoonstelling binnen, hopende daar zijn
verlangens geprikkeld, zoo
al
niet voldaan te
vinden, door eenig
De
38 van wat
blijk
tegenwoordige schilderkunst voor
gewend
hij
als
is
beschouwen, bedoelingen
te
van
de hoogere bedoelingen van kunst
en uitvoering geopenbaard liggen. Lijn, kleur en
lijn, kleur
uitvoering zijn hier inderdaad door niets
de
van
kanten
vier
den
edelsteen.
pen
de
—
eischen,
belemmerd dan door de
nog werkt
die juist
lijst,
Onze kunstenaar
allereerste
van het werk,
schoonheid
in het streven naar
die
als
het zetten
bij
onderstelt hier deze eigenschap-
de
onmisbare bestanddeelen
te zijn
welk soort van pathetische, dramatische of hoog
poëtische uitdrukking het schilderij ook hebbe te dragen.
Doch wat
Om
zijn
werkelijke
wordt
beginnen
te
de
hij
uitingen
die
zijn
oog
treffen?
ontsteld door den totaal-aanblik der
zalen: een aantal ongelijkmatig beschilderde paneelen in vergulde afgietsels
vertoonend, saamgeduwd bijna zonder acht
evenwicht of harmonie van onderwerp of van kleur. wellicht
boert
geven op
Hier schiet
levensgroote kop met schouders in verbazend relief
een
uit, tusschen zilverig
en
te
aan
zij
zij,
gedempte landschapverschieten, daar tragedie en op denzelfden wand
traditie
op krukken
het meest naakte naturalisme, of wel een brok sentimenta-
naast liteit,
leunend, op
de
schouders van den koelsten akademischen
stijl.
Ondersteld
dat
eersten schok, en
om
zich in
Veel deze
hij
de jonge
gedeeltelijk
bekomt van
den
genoegzame tegenwoordigheid van geest behoudt
onderdeden
vaardigheid
man
te
begeven,
zekerlijk,
veel
—
wat
zal hij
wilskracht,
veel
dan vinden? vlijt,
maar
grootendeels verspild op ondankbare of afstootende sujetten
en objecten, en verkwist in doellooze en dus kunstelooze nabootsing;
en
veel zoeken naar photographie-instantanée-effekten in figuur
landschap,
verkeerdelijk
realisme
betiteld;
veel akademische
geleerdheid en archeologie; veel sentimenteel zoowel
als
melodra-
'den dekoratieven kunstenaar.
,
overvloed
gevoel;
maticsch
van
massa
een
voorvallen;
39
van burgerlijke en kwasi-historische en
spore
beesten,
en dood
levend
gedierte; overmaat van het persoonlijke element vertegenwoordigd
benaming portret dikwijls
individueelc portretten, ofschoon de
in
meer op
de
portretten
worden heden
landschappen van toepassing
want zoogenaamde
is,
ten dage veelal behandeld alsof
schappen, en landschappen alsof
bedoelingen
leidende
Doch
om
zijn
zal
hij
der
moderne
overwegen dat men
man dan
geen schilder behoeft
juist
Een
kwaliteiten als deze ten toon te spreiden.
schoonheid
wellicht
ontdekken.
schilderkunst
getuigenis van gevoel voor ot streven naar zitie,
te
krachtige
teckcning, kompo-
stijl,
vorm of kleur, of volmaaktheid van
van
land-
portretten waren.
zij
In deze en diergelijke dingen, zal onze jonge
de
zij
uit-
voering, deze aan het begrip van kunst of tenminste van dekorakunst
tieve
zoeken,
inherente
zonder
eigenschappen,
verkwikking
te
kan
vinden
lang
hij
voor
zijn
vergeefs
te
ontmoedigden
geest.
Hij
een
de
zal
wijzer
altijd
om
daar
man; maar Hij
zoo.
tentoonstelling
zal
verlaten als een droever, zoo niet
tot zichzelf zal hij
onze
musea
overvloedige getuigenis
eenmaal, zooals
hij
van te
zeggen: Het was niet
oude
kunst
binnentreden
vinden, dat de schilderkunst
zoozeer hoopte dat
zij
het
weder mocht doen,
aan het hoofd stond der dckoratieve kunsten.
En
naar huis gaande, waar in zijn kamer
van Diircrs Melancholia
zal hij
hij
een afdruk heeft
een droomgezicht hebben
als dit:
Te midden
der ruïnen en relieken van oude kunst, verschijnt
de
der
genius
Parijsche palet
moderne
schilderkunst,
mode, leunend op een
opgezet,
in
haar
gekleed
naar
hem
de laatste
fotografische camera, doek en
schilderkist
zoekend naar een
idee.
In
De
40 plaats van
tegenwoordige schilderkunst enz.
Amoretten zweven rond haar heen de vleermuizen en uilen
der moderne kriciek, w^anluidende kreten voortbrengend, en een van
deze
voert
een
banderol,
schoonheid dan waar
den,
—
daar
is
men
waarop
geschreven:
„Daar
is
geen
het minst verwachten zou die te vin-
geen waarheid dan
in
het letterlijke alleen."
OVER BOUW EN ONTWIKKELING VAN HET ORNAMENT. De
voor versiering, of tenminste het vermogen
liefde
sieren,
zou
wezens
te
men
vindt
alléén
al
voldoende
al
zijn
om
Bewijzen van die neiging
onderscheiden.
vermengd met
zijn
zéér
Zoo meen
uitgewerkt
speciale
bedekt
artiesten,
met
ik, dat
systeem
op Noord-Borneo
wordt
ver-
tot versieren
vroegste sporen op de aarde,
en enkele van de meest ingewikkelde pogingen deed lichaam.
tot
den mensch van andere
gevolgd
van
zelfs
hij
op eigen
nu nog, een
tatoeëeren
door
waarbij een groot deel van het lichaam wordt
ingewikkelde
teekcning
van
fantastische beesten en
zoo meer. Artistiek of poëiiesch
definieeren
koratieve
als
beschouwd, zoude men ornament kunnen
neergeschreven
gcluideloozc muziek.
beginselen zijn de grondtonen.
Zekere de-
Primitieve versieringen
Over bouw en ontwikkeling van het ornament.
42 evenals ten
muziek bestaan
primitieve
—
enkele
slechts
uit
zand of
„Hier
klei.
muziek maken."
ons
„laat
riet,
de
hoofdfaktor
Werd
de muziek
zoo zou het teekenen
door proefnemingen met een stok op het
zijn
weeke
in
is
herhaling en rhytme.
gevonden door het blazen op een hol begonnen kunnen
eenvoudige elemen-
heel
Herhaling
tonen.
—
ontwikkeling
in beider
uit
een klank," zegt de muzikus,
is
„Hier
een vlak," zegt de teeke-
is
naar, „laat ons versieren."
De
van
kunst
zou men kunnen definieeren
versieren
als
een
aanwenden van het konstruktief begrip op vlakken. De ornamentteekenaar
is
zoo absoluut aan konstruktieve wetten gebonden
niet
de architekt; maar de omstandigheid, dat de wetten die
als
zijn
kunst regeeren meer naar den geest dan naar de stof zijn, maakt
deze niet minder bindend.
Ornamentiek
geen wis- of meetkunde, maar er bestaat voor
is
ornament een zekere logika van
en kleur, die, gegeven zekere
lijn
fondamenteele vormen, bepaalde noodzakelijke gevolgen
De is
verhouding van het ornament
opgebouwd, kan vergeleken
van het menschelijk lichaam skelet
een
wordt onmisbaar
dessin
gewerkt het
zijn
in
details
reden van bestaan. gebruikt,
dan
zin
hebben.
en
dan
krullen
ook
zij,
die
leidt
waarschijnlijk
en
die van de
vormen
en de kennis van het Is
de grondslag van zijne fondamenteele
ledere
hoeken
lijn
is
niet
van zelf tot
b. v.
rechthoekig, dan moet, hoe door-
lijn,
iedere
vorm vraagt een
Heeft de teekenaar eenmaal een gebogen
kan Zij
eischt.
systeem waaruit het
geacht voor studie van figuur.
erkend blijven.
konstruktie
worden met
tot het skelet,
hoofdplan
in
tot het
tot
enkel blijven, of
een opwegende
een herhaling.
eigenlijk
het
Want
bezigen
zij
kromme
dit
van
lijn
zou geen lijn,
werken met de
vormen
Over bouw en ontwikkeling van het ornament. eener
expressieve
zeer
kunnen artikuleeren
die
wij
wij niets te zeggen hebben.
als
niet juist
zelfs
Het karakter
een ornament wordt dus bepaald door zijn plan; en hoewel
van er
eene,
en
taal,
43
de uitvoering een oneindige verscheidenheid en afwisseling
in
denkbaar
blijft,
zal die organische noodzakelijkheid zich altoos
gevoelen, evenzeer
regeerd door
stoffelijke
voorwaarden en bestemming.
duidelijk, dat een dessin dat horizontaal
is
zooals
men geen werveldier kan hebben zonder
als
Buitendien wordt het karakter van een ornament ge-
ruggegraat.
Het
doen
een loopende rand of een
b.v.
fries,
moet doorgaan,
door geheel andere
wetten wordt beheerscht, dan een dat bedoeld wordt zich zoowel horizontaal als te
zooals
spreiden,
aan den
voor
iets
Een
dessin
zijn
bestemming
behangselpatroon.
een
b.v.
wand
moet
groot vlak te herhalen en uit
over een
vertikaal
is
direkt
En
een dessin
niet bruikbaar voor vloer of zoldering.
voor zichzelf spreken. en
verklaren,
Het plan moet
bewerking
zijn
in
moeten
de
eigenschappen en limieten blijken van de grondstof en de methode waarin het dient die
dit
is
uitgevoerd.
alles
eischen,
het
in
dan
Voor een
dessin van blijvende waarde
oog gehouden;
hebben
beantwoordt
slechts een
wij
wet van het voortbestaan der best toegerusten. Want tijk
kondicics
voldoet,
dat hoewel fraaier misschien
op
aan
in
zoo
goed begrepen
dessins,
bestemd
fabriekswerk, maar
om
is.
te
zijn.
al
die
langer stand houdt dan een ander, in
sommige onderdeden,
principieel
Dit heeft meer bepaald betrekking
uitgevoerd
te
worden door handenarbeid of
het gaat ook door, hoewel misschien minder
sterk, in alle gebruikskunst, en de
dachtig
al
de prak-
zien wij het gebeuren, dat een dessin, hetwelk juist aan
technische
niet
het
nieuw voorbeeld der
ontwerper dient des
altijd
in-
Gewis bchooren algeheele aanwendbaarheid en
44
Over bouw en ontwikkeling van het ornament.
schoonheid
altijd
samen
gaan, en doen
te
schoonheid in den aard der dingen fout begaan van
het
in
ligt;
dat ook, in zooverre
zij
maar somwijlen wordt de
ontwerp elementen
brengen, die
te
uit
andere domeinen van kunst zijn: wanneer b.v. een houtsnijder of
een wever
werk een oppervlakkige nabootsing van vormen
in zijn
de natuur geven
uit
wil,
in plaats
tieve
waarde of ornamentale werking
ment
in
van die in hunne konstrukte
gebruiken.
eenvoudigsten vorm, en genomen
zijn
Want
in zijn
orna-
abstrakte
technische beteekenis, zonder symboliek of nabootsing van natuur-
vormen,
lijke
den
anders
is
bouw en
dan een reeks van wisselingen
niet
in
de verhoudingen van lijnen, wisselingen verwekt de eischen van plaats, voorwerp en grondstof.
of bepaald door
Neemt men dus de lijn als bazis van het ornament, dan kan men in een eenvoudige horizontale lijn den dekoratieven grondslag
vinden.
type
van
meest
Herhaal
een
heele
algemeen
de
in
strooken
bij
serie
gebruikte
lijnige rangschikking lijsten
haar
in
paralellen,
sel
het
Men
versieringen.
krijgt
de recht-
de
in
zichzelf terugkeerende rechte
pottebakkerswerk, terwijl
zij
in
de weefsels met de
wel de Alpha en Omega
schijnt.
waarschijnlijk zijn voor haar doorvoeren dezelfde redenen
van kracht menteele
hebben
van de eenvoudigste maar misschien
steeds terugkeerende gestreepte patronen
Maar
wij
van tegels en marmer, de rechte banden en
architektuur,
van de teekening
en
bij
bouwen
eischen
van breken
schen algemeen
bij
weven,
dat wil zeggen de fonda-
van beider struktuur, leiden
bij
tot
Doch hiermede
als
tot hetzelfde stel-
het vlak, hetgeen naar het schijnt den
behagen
zijn wij
men-
is.
nog
niet ver
op den weg der vinding. Zoo
bevredigend banden en randen en horizontale
lijsten,
wel aange-
Over bouw en ontwikkeling van het ornament. en
bracht
verbindingen,
in juiste
leven
niet
paralellen
bij
grondslagen noodig voor eersten
cirkel
duister.
de
en
zen,
welke
werelden
en
de
de
vader
om
vond
Vitruvius demonstreert,
en
ten
is
cirkels
samen
lag
blijft
hij
ligt
En
verder
al
de
motieven
het
In
vierkant
groot
met de er
voor
als
beiden
in
vierkan-
dat uit deze twee
een soort van Coelus
uit
zijn.
voortgekomen, kan men ook ras
en
taal
en bescha-
genomen zou men kunnen zeggen,
uit
het
de elementen toe, want zooals
weer de karaktertrekken terugvinden van ving.
den
het dessin te vinden; ja zelfs in
de lichaamsbouw besloten
die
uit
in
zien dan de zon
te
en Terra van eindelooze nakomelingschap, gesproten In
het
met zooveel
echter,
denkbeeld
men kan zeggen,
en
beide,
er
in
weg gewe-
hier den
de versieringskunst van
tot
het
niet
dekoratieve siervormen,
alle
ook
geweest.
heen
ons
lichaam
eigen
zijn
bekend wie den
den passer
het holle riet
De mensch behoefde zee, om de genesis van
grijpen.
andere dekoratieve
niet
is
van
uitvinder
gevoerd hebben
kan
Pan
dan
heeft
Het
de mensch kan
zijn,
heeft
ronde indruk van den doorgesneden riethalm
wecken grond,
bolle
Hij
geluk.
zijn
De
trok.
Misschien
mogen
al
alléén.
45
dat het
afgeleide ruiten, zigzags en diapers, zinne-
beeld blijven van het ornament der noordelijke landen, verbonden
deze vormen zijn aan Skandinavische en Gothische ornamen-
als
tiek,
—
terwijl daarentegen de cirkel en de er uit afgeleide spi-
ralen en golflijnen,
den meer soepelen en gevoeligcn schoonheids-
zin der zuidelijken voorstellen, en Griekenland en Italië ons
van
deze typen de hoogste volmaking vertoonen.
Vierkante drukkelijks
gebogen
en
en
lijnen
hoekige
door eer
dessins
strenge
aan
treffen
aanstonds door
iets
na-
logika, terwijl de cirkelvormige en
bevalligheid
en
rythme
denken
doen.
Over bouw en ontwikkeling van het ornament.
46
Rijkdom en doorvoering moeten arabeske:
in
—
ment,
het Oosten, die
voorname springbron van het orna-
waaruit een voortgaande stroom van sterke verbeelding
en subtiele vinding gevloeid ten
opging
teit,
is.
Terwijl de
het
Wes-
hunne
reali-
man van
het najagen van de natuurvormen in
in
en in het portretteeren van leven en karakter, meer zoekend
naar
kracht
naar
ideale
hullen
dan
schoonheid,
vormen, waarin
delikate verbeelding, en
wanneer
hij
te
de
dat eer indirekt in een reeks van symbolische
zijn fijne dekoratieve zin zich uitspreekt.
Terugkeerend enkel
is
meer naar werkelijkheid dan
was de Oosterling tevreden met zich
web van
een
in
naar
uitdrukking,
natuur geeft, dan
niet
wij zoeken in het land van de
tot
vierkant en cirkel, vinden wij dat deze ons
patronen geven alleen door herhaling, maar dat door
indeeling en uitwerking
zij
nieuwe typen vormen, die zelf weder
algemeene grondslagen uitmaken van
al
wat men organische dessins
kan noemen.
De hoofdtypen dier afgeleide vormen zijn: Van het vierkant: De Ruit, de Meander, de Zigzag, de Diaper. Voor den cirkel: De Krul, de Spiraal, de Palmet, de Rozet, het Ovaal. En dit zijn niet alléén dekoratieve
zelf kompleet,
maar
waarop een menigte
lineaire patronen, in zich-
maken tevens het systeem, het geraamte,
rijke
en afwisselende dessins gebazeerd
zijn:
de fraaie lijnen en omtrekken van het menschelijk lichaam
gelijk
gemodeleerd er te
zij
vormen en
zijn
om
het stevig en symetriesch beenstelsel heen, en
zamen een organiesch geheel mede vormen. Deze dekoratieve
grondvormen, geometriesch
weder konstruktief van dessins struktie.
ontstaan
op
uit
vierkant en cirkel ontwikkeld, zijn
oorsprong.
natuurlijke
De
eenvoudigste
van
alle
wijze uit de gegevens der kon-
Zelfs in de rechtlijnige schikking, gevolgd
bij
het stee-
Over bouw en ontwikkeling van het ornament.
men
nen leggen, vindt de
in
zekeren zin een dessin, zoo goed
in
meer bijzondere wijzen van metselen.
vormd door
van
vlechten
het
47
of
stroo
riet
ons de Ruit geven, de Spiralen verkregen
bij
De
als
patronen, ge-
voor matwerk, die
touw vlechten,
het
en de straalribben van een waaier, in deze allen kunnen wij den zij
hebben
natuur, waar bovenal wij konstruktievc
de
hunne
prototype
in
kracht
verecnigd
vinden
waaiervorm speelt
—
dekoratieve grondvormen,
van
vinden
oorsprong
met
schoonheid
en
De
geschiktheid.
een voorname rol in de natuur en in
feitelijk
het ornament, en schijnt een der eerste elementen van organische
konstruktie te zijn, zooals blijkt uit de vleugels der vogelen, uit
de gewelfde
zoldering,
het Griekschc
uit
Anthemion en
het Ja-
pansche waaier-scherm.
Een
zeer mooi voorbeeld van den waaiervorm, vereenigd met
schub, vindt
de dat
deze
men
in
de pauwenstaart, en het prachtig effekt
uitgespreid maakt,
is
in hare konstruktie
zoowel
als
in
hare kleur gelegen.
Van den waaiervorm lijk
voorbeelden
tijdperken
vroeg
reeds
schoonheid;
van tot
vinden
in
kunst
schijnt
werd
hij
niet
verband gebracht
in
waaier
de
zoo velerlei dekoratie, dat
de
is
Zijn
stijl
—
door de
in
te
zijn
met ideale
schelpvorm voor de wieg
buitengewone bruikbaarheid
buiten kijf in de omstandigheid ge-
waaier konstruktief de meeste luchtigheid met de
grootste kracht vereenigt, terwijl ling, naar gelang der eischen van Ilct
lederen
het gemakke-
keert de waaier terug, en
Overal
heen.
Venus zelve gehouden?
legen,
bijkans
is
van Grieksche, Romeinsche, Byzantijnsche, Gothische
Renaissance
en
te
dekoratieve grondslag
als
hij
zich leent tot rijke afwisse-
bestemming en grondstof.
zou belangwekkend zijn, de verschillende behandeling na
Over bouw en ontwikkeling van het ornament.
48
gaan, van denzelfden dekoratieven grondvorm, door verschil-
te
lende rassen en in verschillende landen, en die terug te brengen tot het oorspronkelijke type.
Dikwijls
is
het in mij
opgekomen, dat men ornamenten, evenals
de planten, zou kunnen indeden licht
families en soorten, en wel-
in
beider verwantschap nauwer dan gewoonlijk wordt aan-
is
genomen, want beide
aan die algemeene wetten van het
zijn zij
bestaan onderworpen, die ook gelden voor alle kunst.
Men
moet
natuurlijk
kunst
verwarren met wetenschap,
niet
noch met natuur, doch kunst heeft hare wetenschappelijke Alleen te
is
geven van de beginselen van ornament. Wij komen wel reeds verder met het
iets
doch
finieeren,
chine
een systematizeering van den vorm
als
dienen
in
het oog
werper maakt van beginsel en
Het
blijft
Het
houden ligt
hoorlijk
is
in
den overvloed van voorbeelden
vergt
een
te
sterk
kunnen
digestie-vermogen
verwerken.
En
voor de ornament-
uit alle tijden
de
mengelmoes: een hybridiesch mixtum van alsof
men
uit
nemen, en het Indien
—
had beproefd
alle
een
talen,
paar
om
invloed
al
—
en landen.
zulk een massa be-
deze
daarvan is
is
ook
een verbazend
stijlen;
—
het
doode en levende, met gebruik der
woorden
hier
en een paar daar zou
rezultaat daarvan taal of poëzie
gelijk
de ma-
de verwarring, die voort-
zeer merkbaar, want het ornament tegenwoordig
woordenboeken,
is
de bewegende
in
van het gebruik, dat de ont-
schijnt mij toe dat een der moeielijkheden
uit
dat, al
te de-
stof.
teekenaars van dezen tijd, gelegen
komt
te
volmaakt, de hoofdzaak
theoretiesch
kracht, en hoe alles afhankelijk
is
zijde.
het niet zoo gemakkelijk een wetenschappelijke bepaling
noemen
zou.
David deed met de wapenrusting die
hij
onze teekenaar deze dingen wegleggen kon
niet uit
Over houw en ontwikkeling van het ornament. geest,
zijn
en
hij
vertrouwde op den slinger en den steen van
eischen
konstruktievc
49
—
aangeboren vernuft,
en
mij dunkt, het
rezultaat zou beter wezen.
Indien
voortkomen goede
van
want
schat,
ornament moeten hebben,
wij
den
uit
dessins
aard
de
in
bouw
van
van deze
zuiverheid
Het belang
en grondstof.
handwerk, kan
goed
en
dan natuurlijk
laat het
worden over-
niet
de gezondheid geba-
is
zeerd van alle kunst; en de proefsteen van den stand der kunsten
gezocht worden
eenig tijdperk, moet
in
het
die kunstvakken, die
in
leven en het algemeen genot der mcnschheid be-
dagelijksch
heerschen.
Iemand kan
bij
machte
maar
zijn
duizenden
,
besteden voor een
te
de kunst vooruit
enkel
schilderij,
gaat.
Rijkdom en weelde kunnen geen kunsten kweeken
kunnen
zij
die
verstikken.
De
houden met natuur en leven, en zijn
volgt
daaruit
beitel hanteert
de
smidse,
zóó
aan
de
bekwaam wordt
kunstenaar.
oog moet
zijn
hij
draaibank,
En of
— wanneer
tot
het
eerder
helder bewaren
werk de menschcn
treffen, en
het maakt niet uit of hij den
of het penseel of den hamer, en of
steiger of in een atelier,
,
kunstenaar moet voeling blijven
hart ontroerbaar, wil zijn
voortleven in hunne herinnering.
dat
niet
in hij
hij
arbeidt in
de metselaarskeet, op een zijn
maken van
werk
iets
juist voelt,
moois, dan
is
en hij
KUNST EN ARBEID. Men
zou droogwèg aldus het verschil tusschen kunst en arbeid
kunnen kenschetsen,
dat
kunst
het
vernuftelijk
bezigen
is
van
gereedschap en materiaal, terwijl arbeid van deze het werktuigelijk gebruik
is.
Doch
nader
bij
verwant
innig
hebben op
te
te
beschouwing, zijn,
merken
in
men zou
te
het
dat
zooveel kunst of bedrevenheid
den minsten arbeid, en zooveel arbeid
de eenvoudigste kunstuiting, der,
zou men beiden bevinden zoo
— deze
dingen loopen zoo
in
in
elkan-
zeer moeilijk blijken zou, de grens te trekken, en
zeggen, waar arbeid eindigt en kunst begint.
Doch letten
aan
de
laten
wij
op
eene
wij
het
abstrakte
rusten
om
het
konkrete,
en
wat men de twee uitersten zou kunnen noemen: zijde
den
werkman met
zijn
schop,
—
en
den
Kunst en arbeid. (die
schilder
naam
artiest)
den laatsten
in
met
,
zijn
De overeenkomst Met
den anderen kant.
palet en kwasten aan
misschien
valt
zoo op
niet zijn
Maar de
verplaatsen heeft.
te
het monopolie heeft van den
tijd
waar, dat de werkman met
is
ralen
51
als*
schop,
b.v.
schilder
is
het verschil.
aarde of mine-
bezig met zijn
kwast, aarde of mineralen (in den vorm van verf)
verplaatsen
te
van zijn palet op zijn doek. Beiden offeren hun bedrevenheid aan de behoeften van den mensch. Terwijl
werkman met bijbrengt
ver
moedelijk strikt
dat
leggen
het
men kan aannemen
tot
de allereerste behoeften, draagt de artiest ver-
tot
bronnen van genot en beschaving, hoewel er
bij
genomen
veel vraag zal
niet
wezen naar
de muren opgetrokken zijn, voordat er
dering op aan
dat de
van fondamenten voor een huis, zui-
gereedschap
en
ontdekken,
dat
is
werk, voor-
om
schil-
zijn
brengen.
te
En wanneer
zijn
iets
doorgedrongen
verder
materiaal
het
van
werd
het bedrijf, het
in
men
beide werkers, zoo zou
beiden evenzeer afhankelijk
zijn
van een lange
keten aaneengeschakelden arbeid, die hun werk, ja zelfs hun bestaan mogelijk maakt.
Wat
aangaat de ekonomische waarde van ieders werk voor de
gemeenschap, deze hangt weder van omstandigheden schaarschte
hoorde
is
van huizen,
zal
dat natuurlijkerwijs te
woordigen;
is
de arbeid van den
af.
Waar
werkman (of be-
doen) de meeste waarde vertegen-
er daarentegen overvloed
werk van den schilder het meest waard
van huizen, dan zijn.
Doch
schat
zal het
men de
waarde van ieders arbeid zuiver naar gelang van de nuttigheid, dan
zal
zonder twijfel die van den schilder het niet winnen.
Toch, evenzeer arbeid
afhankelijk
als
kunst afhankelijk
van
kunst.
De
is
van arbeid,
architekt
moet
is
de .
ook de plannen 4*
Kunst en arbeid.
52
maken van en
moet vooruit
alles
handen
vóór de is
ontwierp
als
den geest voltooid
in
Wat
kunnen uitvoeren.
het
arbeid kan gaan,
ons
te
doen
zijn, staat
weder eendrachtig maken van hoofd en hand.
het
Wat men
werkman aan den
het huis, vóór de
de
betreft
de geldelijke belooning van
naar
althans
of markt-waarde
aktueele
zoogenaamd beschaafde
in
maatstaf der
artiest
landen,
En
geregeld.
utiliteit
deze wordt, geno-
,
en handwerksman, niet
juist
naar den
toch zijn kunstenaar en ar-
beider ook in hunne ekonomische konditie hierin gelijk, dat geen
van beiden zeker
zijn
den
en niet,
handel,
er
alle
graden
den werkman , uur
de loonen aangaat, wij weten dat
van
in heeft,
b.v.
vier stuivers per uur voor
vierhonderd of vierduizend stuivers en meer per
tot
den ander;
voor
wel, door de werkelijke behoefte van
let
En wat nu
de gemeenschap!
men
van een bestaan, en wordt beider pozitie
konkurrentie en den algemeenen toestand van
beïnvloed door de
in
beide gevallen echter afgewisseld door
niets per uur.
Het
dunkt
zal
worden toegestemd dat
mij
Mij
is
geen
arbeid
bekend, die
van een brute kracht genoemd
vertrouwdheid ons
te
manier
zeis
dat
iets
maar de
in tel
Waag een
van
is
kan
is.
meer dan de uitvoering
mag worden. De
minst praktische
eenige soort van handenarbeid,
overtuigen,
kracht,
werk
met
niet
geen machtig
dit
bevredigende of wel kunstzuivere stand van zaken
te
er
altijd
is
voldoende
een betere en een min goede
verrichten, en
dat het niet de mate van
mate van uitwerkende kracht
is,
die bij eenig
zijn.
u b.v. eens aan een heel gewonen veldarbeid, en neem op,
om
te
beproeven wat
een korenveld mee uitricht.
gij
Let op, of
zonder oefening daar gij
u dan
in
niet overtuigd
Kunst en arbeid. voelen,
gaat
daar
dat
wat kunst
heel
53 schuilt, zelfs in het han-
teeren van een zoo eenvoudig gereedschap.
Men
vaak getroffen door de prachtige aktie en bewon-
v^rordt
derenswaardige
waarmee twee mannen
juistheid,
een hamer op een ijzeren wig slaan,
De hamer wordt dan
plaveisel.
in
bij
volle
beurtelings met
het opbreken van straat-
armspanning gehouden,
en op den kop van den wig neergebracht, met de uiterste spaar-
zaamheid van gekoncentreerde kracht. Hierin
het
is
in
gemakkelijk
moeten
vrachten
gebleken
handenwerk worden
met de vakmannen
schillen
in
hen
de kunst van den
het
te
werk staken,
vervangen,
spoedig bevonden zeer
de kunst van den arbeid.
en
te ver-
Zij die
of dragen, die hout hakken, of die water
tillen
hebben een praktische vertrouwdheid met de wetten van
putten,
en
wicht
zoo
niet
amateurs
ligt
Wanneer de dok- of mijnwerkers
handenarbeid.
kondities,
tegenwicht,
onder
voortdurend wisselende sekundaire
meer direkte waarde heeft dan eenige algemeen
die
theoretische kennis van de wetten der natuur. Bij
alle
hem ongewoon werk,
b.v. bij
het zagen van een blok
hout, zal de onervarene altoos kracht verspillen. Bij eiken arbeid is
het
de ekonomic van kracht, die de kracht werkdadig maakt,
deze
en
wetenschap
Zelfs de vlugheid van
wordt
werk
door
bij
de
ervaring alleen verkregen.
handenarbeid, wordt door algemecne
ondervinding bepaald.
Wij leven onder een verkeerde schatting van de waarde en de waardigheid
noodig tioneele
arbeid;
het
is
een nieuwe schaal die wij
hebben, een nieuwe maatstaf voor de waarde en propornuttigheid
lichaamskracht, zeer
den
van
gewoon
al
van
den
arbeid.
Let
wel,
terwijl
zooveel bedrevenheid en oordeel noodig
buiten is
bij
alledaagsch werk, dat niet de minste kunstpretentie
Kunst en arbeid.
54
kwaliteiten
hoeveel
heeft,
niet
het
in
worden gebracht,
spel
zoodra wij aan edeler handwerken toekomen.
De
machine, die enkel gebruikt wordt
in het
belang van han-
del en snelle produktie, heeft ons begrip van het belang van
arbeid verward;
— evenzeer
als
zij
handwerk welhaast verwoest
het
den
den arbeider zelf verlaagd, en
heeft, heeft
zij
een gansch ver-
keerden standaard ingevoerd: die van de mechanische nauwkeurigheid en de handelsafgewerktheid, welke fataal tegen alle deugdelijke
werk
idee van goed
Men
zou in
blijft,
ingaat.
waarlijk
gaan
dat
kunst
tijd.
kunstscholen zelfs brengen er toe bij, de leerlingen machinaal
model
te
manier om welken vorm van kunst ook
te
voorbeeld
het
werk is
naar
konventioneel
en
mogelijk
alleen
zooverre de kunstenaar ontsnappen kan aan de tenden-
cen en invloeden van dezen
De
zeggen,
langer
niet
traditie
de leerling het zijn
in
te
in
hij
eenige is
door
staat te zijn het
Maar de
zien doen.
werkplaats bezig met
vertegenwoordigend, die
De
vormen.
onderwijzen,
geven; de meester behoort
te
doen,
te
eenzelfde
meester
zijn leerlingen,
een
met nieuwe kracht en nieuwe
vinding heeft verrijkt, de traditie die de eenige werkelijke grond waaruit
is,
ooit
het
kunsthandwerk
in
zijn
velerlei vertakking
opbloeit.
Het zijn
is
thans, naar ik meen, een zeldzaamheid, dat een
werkstuk
ziet
worden van het begin
tot het eind.
werkman Hij
tevreden zijn voor een misschien maar heel klein gedeelte
mag
tot het
Er kan onder zulk een stelsel niets mogeeindrezultaat bij lijk zijn van de verheuging van den handwerksman in zijn arbeid, te dragen.
van het er aan geven van dat persoonlijk kachet , die zekere lijkheid,
en
dat
ornamentaal
gevoel,
voortkomend
uit
sier-
de orga-
,
Ktmst en arbeid. van
nische noodzakelijkheid die
55
werk,
het
en
eigendommelijk aan
kunstperioden, waarin kunst en handwerk levend waren en
vereend.
kan
Ik
„beschaafd",
zoo
wereld,
met voldoening het schouwspel aanzien van een
niet
dat
een
zoodat
het grootste
ieder,
tot het zuiver
gereedkrijgen, zijn zinnen op
het
werken moet gaan
De
guldens
paar
omzette
in
zijn
wist niet
buiten zijn leven en
man van eigen vorwaar, van daan kwam, meteen
zak, en deze in verloop van tijd behendig
van den arbeid van anderen,
De
als
sints dien
gelukkig levend
een onafhankelijk heer.
arbeider die zich uit zijn klasse wringt, en aan de schou-
ders van anderen zich ophijscht tot een pozitie
ger
alleen denkt
kort geleden nog, de
een half millioen of zoo,
tot
iets
hij
zetten.
man was, ergens, men
ideale
ming, die
mechanische
deel van zijn tijd bestedend aan
werk dat hem geen belang inboezemt, en waarbij aan
vreugdeloos
arbeid
nuttige
alle
wordt gemaakt, door een terugbrengen
werken
tot
wordt
verplicht,
als
,
die
hem
niet lan-
voorbeeld gesteld aan zijn
men voorpreekt desgelijks te doen. Doch waarom neemt men aan , dat iemand uit
maats, welke
om
treden
zichzelf
te
verheffen?
zijn klasse
Waarom moet
moet
een leven van
van een arbeid die absoluut on-
nuttigen,
produktieven
misbaar
voor de gemeenschap, versmaad worden, en een leven
is
arbeid,
van ledigheid worden verheerlijkt en begeerd?
Met
het stelsel
om
voortdurend het hardste en onaangenaamste
werk op de schouders van anderen deren
te
systeem
etiketteercn,
waaronder
minst betaald
moet
hij,
te
die
te
eeniger
laden, en die dan tijd
als
min-
gebroken worden.
Ilct
het hardst en het langst werkt, het
wordt, terwijl aan den anderen kant
hij, die
niets
Kunst en arbeid.
56 doet, het meeste
krijgt,
een schandaal; en
is
dan behoort de beschaving die daartoe
is,
als
dit
bescliaving
wor-
leidt, mislukt te
den genoemd.
men kan
Waarlijk, der arbeid
en
,
ik
zich geen gelukkig mensch-bestaan denken zon-
bedoel nu ook bepaald handenarbeid. Geen mensch
behoort voor zich ledigheid
te
Wij weten
verlangen.
vinding hoe veel gelukkiger wij ons voelen richten,
dat
vinding,
ons
geven kan: dat
satisfaktie
oordeel,
,
behoedzaamheid,
keuze,
wanneer wij
per
slot bestaat
gerekt
niet
doening
tot
al
te
onder-
iets
ver-
waarbij eenigerlei
is
pas komt, en dat
te
plaats laat voor persoonlijke voorkeur, in éen
En
bij
woord voor
kunst.
er nauwelijks eenige handenarbeid die (mits
langen duur), niet hare eigenaardige vol-
met zich brengt.
Voor een gezonde natuur
biedt enkel
het gebruiken van lichamelijke en geestelijke kracht een vreugde.
al
De
met moeielijkheden, de overwinning van hindernissen,
strijd
het oplossen van problemen
,
het vechten met materiaal en natuur-
krachten, brengen hun eigen voldoening en loon. Ik
denk niet, dat iemand die nooit een vloer heeft geschrobd
of een kamer heeft schoongemaakt en
in
orde gebracht, de vol-
daanheid begrijpen kan van een goede huisvrouw, die zulk rezultaat
beschouwt, terwijl
zij
hier en daar de laatste
en
juist
uit
naar eene zijde houdt,
als
Hierbij
van te
hand
er aan legt,
de kunstenaar voor zijn schilderij, het hoofd achter-
dient
ook
om
het effekt te overzien.
opgemerkt;
dat
deze
zin voor de
waarde
den arbeid voor het individu, gevaar loopt geheel verloren gaan,
te
midden van het af bottend
eenen kant, en de aangroeiende weelde
Hoe kan
in
te
ter
veel
werken aan den
andere zijde.
een samenleving, welke het een ieder
tot levensdoel stelt
zich te onttrekken aan zijn deel van nuttigen produktieven arbeid.
X
Kunst en arbeid. zich
ook
dan
hoe
en
arbeidswaarde,
—
zusters,
meester
al
bedelen de
hem nog zoo
zij
men
de verschillende bedrijven, en
maker, den wagenmaker, den den
schilder,
politici
om
de stem van den voor oogen!
fraai lokaas
oud boekje, waarin afbeeldingen gegeven worden
Ik bezit een
van
het grootste deel der
zulk een samenleving de noodige eerbied
in
voor den arbeid bestaan, arbeider, en draaien
maken van
te
leven van het zweet van zijn broeders en
te
hoe kan
57
vindt er b.v. den koffer-
ijzergieter,
beeldhouwer naast elkaar
in
den plaatdrukker, den afgebeeld, zonder dat
Maar een wagenmaker zooveel per week
eenig verschil tusschen kunst en arbeid aangegeven wordt. terwijl
kan
dan gezegd wordt, dat
verdienen,
wordt
niet
van
talent en
zijn
er
van den schilder gezegd, dat zijn
worden
kunnen
komsten
van
zijn
bepaald,
omdat
verkregen roem betaald wordt. „Som-
migen krijgen een groote som voor een stuk,
terwijl anderen
minder
zijn
verdienste of bekendheid,
part van dat bedrag te
blij
zouden
tcekenaar
de
beelden.
er
hoed,
driekanten dirckties
in volle bedrijvigheid te
ietwat
Hij teekent
van
een twintigste
maken."
Daarna wordt de koopman ten tooneele gevoerd handwerkslieden
in-
naar de mate
hij
mee,
verlegen
hem dan
leunend
als
op
,
en na zooveel
hebben vertoond,
schijnt
hoe den koopman af
te
een net gekleed heer, met een
een
wandelstok,
gevend aan een sjouwer, die een baal
en
rolt,
met
zwier
en een klerk,
die iets aanteckent in een boek.
De koopman heel
wat verder
dingen
niet
die
van af hij
onze van
dagen zijn
blijft,
koopwaar,
naar ik meen, meestal
en
ziet zelfs
heel de
koopt en verkoopt, eindelijk aldus opgaand
in
den bankier, den grooten geldman, die aan de touwtjes trekt
en
over
oorlog en vrede beschikt,
in
onze moderne wereld. Hij
Kunst en arbeid.
58
man
de
is
als
te
zien.
Dit
een w^einig pittoresk ideaal, wat
dan
Niets
kan.
die verscheiden schaakspelen voert zonder het bord
,
is
en ongeziene macht,
listige
panden
en
stukken
is
macht,
andere booze
zijn in het spel
macht van het geld
meer demoralizeerend
en
bewonderen van een
demoralizeerend en gevaarlijk voor
speler en stukken beide, en de angstvallig
te
ik niet
in
schijnt
minder
hare werking, dan eenig
over het menschdom den scepter heeft
die
gezwaaid. Schijnbaar de kunst aankweekend, vergiftigt en verwoest haar inderdaad, door enkel
zij
om
weelde
geven; en de arbeid
te
wordt verlaagd en verguisd onder het kommercieele ideaal van het
ophoopen
rijkdommen, naar het bezit van welke de burger
dier
wordt geëerd!
Het
redelijk
is
voor
ons allen, uit
te
zien naar een hooger,
een rechtvaardiger en een humaner maatschappelijk leven. geloof dat
Ik
wij
begeer evenmin achteruit
van
leeren
te
te
van
het
blijven staan, en ik voor mij
Hoe belangwekkend de
gaan.
ook moge
eeuwen
vroeger
hebben
kunnen
niet
zijn,
vroeger
studie
en hoevele lessen wij ook leven en de ervaringen der
menschheid, de mogelijkheden der toekomst boeien ons nog meer.
kan
Zij ik
voor
evolutie
naar
mij
tot
iets
stellen
hoe
is
kan
meer
onze kommercieele demokratic, die
houden
dan
wezenlijks en kompleets.
nog gansch onvervuld, want
men
een stadium
voor
gelijkheid en broederschap
vrijheid,
maar het
niet voldoen,
anders
niet
politieke vrijheid
is
in
de
Het verlangen
een edel verlangen,
ik
kan mij niet voor-
hebben kan zonder ekonomische
Zoo lang de grond en de produktiemiddelen in enkele handen blijven, moet men onder eenigen vorm slavernij, zoowel vrijheid.
als
pauperisme aantreffen.
Doch de wereld kan
niet
op slag veranderd worden, door een
Kunst en arbeid.
59
kanc-en-klaar gemaakt stelsel voor herschepping der maatschappij.
Niet
van
der
moet hare
v^^ij
allen
Onze
onze
droomen
denkbeelden, uit
haar
een
er
aan
moeite
die
—
men
zoo
geen red-
En
besparen.
onze
verlangens,
De
bieden.
te
redding bewerken,
eigen
kan
professie
hebben
hebben
overmoed
de
zal
ik
maatschappij
echter
onze
verkiezingen,
wil;
per
en
slot
de rezultante van deze, waarin de behoeften van den
is
het
tijd
op-
gaan, dat die algemcene kracht voorkomt, welke staten oplost en hervormt.
Maar tie
wil hier toch belijden
ik
in het
algemeen naar de rekonstruk-
der samenleving, op een bazis van gelijkheid van kon-
te zien
uit
,
(gansch wat anders dan gelijk-op declen),
ditie
toekomst
besloten
ligt
dan
minder
onder welke
kwalen
de
tegen
de
om
misschien
in
van
den arbeid
men
kraken, maar
te
De
Het
lijden.
een notedop, maar
organizatie
moeten komen.
wij
als
die
—
probleem notcdop een
hare
leden
te
en
geen
werk; ling,
sluit
kort
mag komen
beperkingen
aan
te
zich de
in
voor een
bepalen, dat geen van
voedsel, kleeding, dak of
makende op individueele ontwikke-
zoolang die niet aan die van anderen schaadt, kon
minimum
een
minste
denken de
uitvoerbaar denken
zeer
,
dat
levensstandaard vaststellen.
op zulk een
gemeenschap,
zou
der niet
harde noot
kunstkwestie, sluit in zich elke kwestie. Ik kan het mij
gemeenschap
is
zal te eenigcr tijd daartoe
van den arbeid
organizatie
geneesmiddel
bazis, het nuttige en
worden
uitgevoerd
Men
ten
zij
kan zich
noodige werk voor
door een
stelsel
van
koöperatic, waarbij het aantal werkuren gering zou behoeven zijn,
omdat er geen
profijt, te
—
worden
en
om
sprake
zou wezen
van
te
iemands bizonder
deze zelfde reden behoefde er geen werk haastig
afgeleverd,
terwijl
er
tijd
te
over blijven zou voor
6o
Kunst en arbeid.
vorming gericht
en
genot.
werd
tot
Wanneer de wereld het
geluk
gezind zijn haar met rook stad
of land roekeloos
wanneer
niet langer de
te
te
van de menschen
Dan, schoon
,
zouden wij dan
verduisteren, of de schoonheid van
Zou
verwoesten?
dit
niet beter
gaan,
woedende handels-konkurrentie ons voort-
joeg, wanneer de hoop op winst ophield kulatie tot rust gebracht
de eerste plaats in-
in
te
werken, en de spe-
werd?
wellicht,
zouden wij er toe kunnen komen, waarlijk een
en
mcnschenbestaan
edel
op
te
trekken
—
een bestaan
van waarde en genieting, en niet door buitensporigen arbeid geregeerd. feesten,
Een leven van arbeid, vol verheuging van keerende en nauw verbonden met vinding en kleur van kunst.
Een leven waarin
het
individueele vrije vlucht zou krijgen, en
het karakter zijn volle waarde,
maatschappelijke
zin van de eenheid des
rein zou heerschen.
deel
uitmaken,
— maar toch een leven, waarin de
en
Dat gemeenschapsleven waarvan wij dat
daar
slechts een
was vóór ons, en duren
nadat wij zullen zijn heengegaan. zich
gemccnen levens souve-
zal lang
Dat leven waarin onze levens
oplossen, terwijl het ons beschut en
vrij
laat,
en ons men-
schelijker maakt, door dien zin van onderlinge liefde en afhankelijkheid:
een
leven
van een vrijen
staat
dat kollektief gesproken alleen
genoemd
te
worden.
waard
is,
dat
KUNST EN HANDWERK. Midden terug,
werpt
cieelen
der niacbine betoond, keeren wij tot de band
ten slotte bet beste van alle werktuigen.
als
Dit
den vollen stroom van ongeboorde vindingskracht,
toepassen
bet
bij
in
een
vreemd
vooruitgang, waarover
konnnercieelen
vindingen
in
tijd,
mecbaniscbe
soort van
bem vaak
die
dien
industrieelen
zoo boog geroepen
getuige
die
produktie, —
op
licbt
was
is.
kommerIn dezen
van zoo wondervolle
uit-
toepassing der stoomkracht, voor alle
den werkman beeft gespccializeerd, en
een deel der macbine beeft gemaakt, zijn wij
tot
tot
de ontdekking gekomen, dat wij onzen scboonbeidszin verHezen, dat
van
gaat,
aan
—
poëzie heen-
dagelijkscb
dat
wij voor dien bedenkelijken vooruitgang, in verlies
schoonheid
boogen
werk
ons
van
prijs betalen,
buiten,
—
en
en dat
interesse,
alle
aan dit
geluk
alle
van binnen, een
te
goedkoop maken van levens-
— 02
Kunst en handwerk. waarin
behoeften,
op bestaan
en
zoo
En
arbeid.
wordt gezien, afdingen
zegen
veelal
licht
vergeten
koopste levensbehoefte nog duur genoeg
goedkoopste
al
ruilmiddel
menschelijke
der
maar grooter
niet
familie,
te
voor
dat
in
is
,
geven
te
wij als
,
dat
men
heeft,
is
goed-
de
er zelfs het
en het deel
deze konditie verkeert^ schijnt
worden.
Zoodat het schitterend
paleis van de
kommercieele welvaart en
winst-ten-koste-van-anderen, een vreeselijke
schaduw
werpt
van
zwartheid, juist evenredig aan de weelde en de verkwisting daar binnen. In de zwartheid van deze schaduw
is
het verderf en de vernie-
begrepen van menige schoone landstreek, zoowel
ling
en vernieling der levens van
als
bederf
zoovelen, in het vuil van overbe-
volkte, vreugdelooze steden.
En
men
terwijl
aan
het
eene einde van de maatschappelijke
ladder, de hoogte van verbastering krijgt
,
die voortkomt uit het aan
anderen overlaten van allen handenarbeid, door hen, die
in
over-
verfijning en weekheid, een doelloos en rusteloos leven leiden,
vindt
men aan
het andere einde, diepte van ontaarding, die niet
komt van werken, maar van hopeloos zwoegen of gedwongen ledigheid,
met
bij
al die
vlokken
hoofden
,
hen
daaruit die
der
die
een
onzeker en armzalig bestaan leiden,
voortkomende zorgen
,
welke
als
de mysterieuze
Shelley ergens beschrijft, aldoor nederdalen op de
menigte,
tot
de
glans der jeugd verandert in een
bekommerden ouderdom. Deze zijn de twee negaties.
Tusschen
haar
is
een gording
van vele schakeeringen, een kunstmatige levensbrug, die wij op-
gebouwd hebben met de harde steenen van een inhumaan, onrechtvaardig
ekonomiesch
stelsel,
gemetseld met het cement der
,
Kunst en handwerk.
verwachtingen van die massa van het menschdom, die
en
levens
63
gedwongen
is
van ochtend
tot
avend deze brug
torschen
te
onvcrvolgd deze weliswaar door hun eigen Nemesis,'
opniet
worden
al
gekweld door de zorgen, die gansch het bestaan onder-
luttel
zij
—
,
—
dat enkele bevoorrechten er droogvoets over mogen gaan,
mijnen van
van het tegenwoordige maat-
miskende dragers
die
samenstel:
schappelijk
de
geworden karyatiden van
tot steen
het
zweetwerk.
Welnu, deze herleving van het handwerk, dit aanspraak maken van den werkman op eenig aandeel in de vreugde die den kunstenaar zijn
schappen een
werk bereidt,
en
aanspraak
werk
werktuigen die waarin
hij
maken op
dit
rezultaat
in stede
met zich brengt,
hij
van, zooals de blinde gereed-
gebruikt,
mede
te
arbeiden tot
—
geen deel of erkenning vindt, recht, in
is,
dat
de herleving van het hand-
zekeren zin, een protest tegen de
overheersching van ons modern kommercieel en industrieel van produktie
om
winst
:
het
stelsel
winst voor enkele tusschenpersonen dan
en niet voor den feitclijken producent. In plaats dat gebruiksdingen struktiën
en
behagen
van
— met
elk zijn
—
eigendommelijke konhet geloof en wel-
organische
schoonheid
den
of den handwerksman, worden gemaakt
artiest
naar
voor de oogenblikkelijke behoeften van bepaalde personen
den de voorwerpen van gebruik en cier thans machineriën
lijke
naar één model sel lijk
,
—
in het
—
houden
zelfs die
zou,
,
zooals
— worvervaar-
groot geproduceerd, zooveel mogelijk
ofwel
zijn,
of voed-
meubileering voor des geestes onzien-
huis: dingen die dienen zullen tot
zaken
— met onze
of het hoeden of schoenen of kleeren
en meubileering,
,
opwekking en genot. Al deze
welke men voor zuivere kunstvoortbrengselen
boeken
en
schilderijen,
schijnen
in
plaats
Kunst en handwerk.
64
van de spontane uiting van eens menschen beste denken en kannen
zijn,
te
al
bestemd,
plaats
pas
te
dat,
onderstelling
komen,
vaak op de gis gemaakt, blijkbaar in de ver-
terwijl
geen bepaalde personen of
of iemand
ergens
zij
voor
ze
zijn
al
of
iedereen
zullen
dan wel eindigen met geen mensch
zij
te
te ge-
rieven.
En om nu
die produktie in het groot
men
kelijken, stelt
winst
door haar
noodig zijn
wat na een oneindige onder-
om
laten doen,
te
de machine
te
—
totdat de werklieden die
bedienen, ook een deel van haar
worden, en zelfwerkende handwerkslieden ophouden uitwinnen van arbeid
,
zullen zijn
zijn
het
van
dus
het
,
pompen ,
uitgraven
als
,
vervoeren
—
maar thans
worden
uitgehaald.
grond en levensmiddelen
voor den eigenaar en enkele personen, maar
zijn
de machine eenvoudig den mensch vervangt,
leger
Indien het er
werkeloozen
der
winst voor enkelen
waar-
wanneer de maatschappen meester
alleen de kosten van den arbeid die
Het mag winst zoolang
tillen
dit wellicht
eigen
in het
van het noodzakelijke zware en nuttige
werk namelijk , zooals vrachten en meer zulke diensten;
bestaan.
te
Er kan een groote toekomst voor de machine liggen lijk
vergemak-
te
van taak, door de machine kan worden verricht, ook
verdeeling werkelijk
zich ten doel, al
om
is, verlies
om
te
doen
te
om hem
doen versterken, wordt wat
voor de massa.
is,
de grootst mogelijke verkoopbare
kwantiteit, voor het grootst mogelijk aantal koopers te produceeren;
zonder kijf een
acht
te
stelsel
slaan als
op deugd of duurzaamheid, dan
het onderhavige wel geschikt
om
is
buiten
dat doel te
dienen.
Wanneer een eenvormig reprodaceeren van voorwerpen, van kunstvoorwerpen
,
meer dan het bevorderen van den
zelfs
zin voor
Kunst en handwerk,
'
ons doelwit
soeneeren, zeer
doelmatig,
vures en
wat
al
en van persoonlijk genoegen
vinding,
oorspronkelijke
65
dan wordt het genoemde
is,
in
het tat-
stelsel
mede
—
zoo b.v. voor gedrukte boeken, kranten, gra-
in
eenigen vorm van de pers komt.
Maar met
al
onzen vooruitgang en de op de drukpers toegepaste stoomkracht, is
drukken,
het
achteruitgegaan,
het
heeft
al
—
in
het schikken van de pagina, illustratie,
gefloreerd,
bedrijf
om
kunst
als
van drukkers-ornamenten, en van
nog
te
die boek- en bladen-illustratie, door velen
—
met eenheid en dekoratief
verband
in
als
het bizonder wat betreft den lettervorm en
efFekt,
zwijgen.
Toch wordt
juist in
meerderheid misschien
de
wanneer wij ons
strikt
—
onze grootste Kracht gezien.
bepalen
bij
Wel,
het blootweg illustreeren, en
kwesties van in het verband begrijpen en van de dekoratieve
de
werking,
kwesties van kunst en métier dus, eens
wezenlijke
de
mede
daarlaten, kan er geen twijfel bestaan dat er,
wellicht door
de verbazende ontwikkeling van de fotografie, een buitengemeen vertoon
knap werk, en
van
een soort van grafische kracht
zelfs
verspreid ligt, in onze boeken, bladen en tijdschriften.
Maar
als
bekwaamheid
wij de mate van
wordt aan werk
,
welks heele reden van bestaan vaak afhangt van
het voorbijgaand oogenblik, dan
len,
dat
er,
zien, die dus besteed
is
wat betreft beide,
het onmogelijk niet te gevoe-
literaire
en artistieke kracht,
in
deze richting zeer veel wordt verkwist.
Men
heeft
illustratie-werk
geloof
onze
moderne vorm van kommercieele bizondere
ik
gezegd,
volkskunst
zijn,
maar
dat heeft
ik
demokratie noemen.
klasse
voor
een
men te
ons zwart-en-wit
in
zien.
Het mag
er de
zou het liever de kunst van een
Het wordt gemaakt door een
bizondere
klasse,
meer dan voor of 5
Kunst en handwerk.
66 door
volk;
eigenlijke
het
werk bedoeld
en
genoeg,
kurieus
voor een wijd publiek
is
ofschoon
is,
dit
zijn bestaan toch geba-
,
zeerd op een snellen omzet in privaat-eigendom.
Als
beschouwd,
kunst
is
het ten slotte maar een bedenkelijk
surrogaat voor die volkskunst, die vroeger in ieder dorp
was,
in
zeer
ook
smid,
stukadoor,
toen
en
gevel,
elke
toen
aan
zijn
elke
elk hoe-
timmerman, metselaar,
elke
werk
straat,
van kunst wist
iets
zijn
te
karak-
eigenaardig
kunst, gemeenzaam aan allen die oogen hadden
schoonste
vinden
had, en iedere kerk de tempel was der
schoonheid
zijn
nauwe verwantschap met
in
handwerk;
nederig
wever,
geven; ter
huishouden,
elk
te
om
te
zien.
Wat wordt
er van al dat geïllustreer en gedruk, vlug gedacht
en vluchtig uitgevoerd, de
pers,
—
van die vliegende bladen die heet van
dagelijks, wekelijks, maandelijks neerdalen op een vrij
onverschillig
publiek,
dat
aan
senzationeele eftekten en
krasser
nieuwer nieuwigheid behoefte heeft? Waarlijk, hunne dagen gras
als
—
gegaan,
is
zoo zijn
spoedig niet
zij
zijn
de adem van de volksgunst over hen
meer en hunne
kent
plaats
ze
niet
meer.
Doordien er zoo
luttel
schoonheid
de levens van de meesten onder ons
in
en
trachten
De
op
zinnen
de
wij
eenigerlei
met boeken
wijze
en vervulling en poëzie,
is ,
en daar toch het verstand
voedsel
dienen
en prenten de leemte
vraag neemt toe, en een georganizeerd
stelsel
te
vinden,
doen vullen.
te
komt aan
die
vraag voldoen, zoodat onze zin voor kunst en schoonheid handelsgewijze wordt bevredigd in grooter en kleiner dosis,
tot alle prij-
zen over de toonbank verkrijgbaar. Dit
mag nu
alles
bizonder fraai en geriefelijk zijn, maar de
Kunst en handwerk. kunst komt
schoonste
van de harmonie van dat leven afhankelijk
schoonheid
blijft,
—
boom of bloem, afhangt van den bodem
van
aard
de
evenals
tijdleven, zóó dat haar karakter en
hoopvol
en
heldhaftig
rijk,
uitdrukking voort, uit een
natuurlijke
als
6"/
Wij
waaruit deze voortkomen.
zijn
met onze moderne methoden
bezig, van lieverlede den grond te verarmen, door het forceeren
der
Wij
oogsten.
leving, althans in de steden,
werken trachten aan Dit
nu
ekonomische de
in
te
een
ekonomie,
—
kwestie
terv^^ijl
en ,
zij
De
wereld heeft ten behoeften
fondamenteele
Vroeger of tenbij
de
rekenen.
van
later zal het tot
hoegrootheid
Die markt
is
die
een allerminst
systeem: lust
en
hebben zich
tijd
mogen wel eens overwegen waar
onze haastige produktie-om-winst voert.
wij de produktie van kunst-
verderfelijk
verdiepen
te
van de samen-
uit
wakkeren.
zekerlijk
is
schoonheid
de
wisschen
in kunst
slotte
of ambacht ons henen-
hare grenzen, en de
gewone
den mensch hebben die evenzeer. de mogelijkheden behooren, tenaas-
van de vraag aan de wereldmarkt al
propvol konkurrenten, en
bij
te
be-
de hui-
dige verhouding zijn de koopers, of althans de goederen te velen, te
velen voor de
al
meer inkrimpende
winst.
Het
rezultaat
is
een
verstopping,
een verkwisting, een verlies, en een onberekenbaar
nadeel voor
de producenten.
bestaan van zulk een stelsel?
neer
het
zichzelven
van
volk,
Is
zal
komen, en
het voort-
het niet waarschijnlijk dat,
de arbeiders, mannen
zullen
arbeiden
Kan men gelooven aan
wan-
en vrouwen, werkelijk tot
zichzelven
regeeren, er een stelsel
worden gcorganizeerd op een gansch anderen
grondslag dan den tegenwoordigen, en naar een beginsel nabij-
komend aan
dit:
,^Fan een ieder naar gelang van
zijn
kunnen,
voor een ieder naar gelang van zijn behoeften"? .
5*
Kunst en handwerk,
68
een geloof tenminste
zulk
In
—
een geloof dat gebazeerd
is
vooruitzicht van een onvermijdelijk in elkaar storten der
op het
tegenwoordige
om
onvermogen
van
stelsels
en
produktie
levensvoorwaarden
de
ruil
,
door hun eigen
dienen
te
—
het, dat
is
mijne beste verwachtingen berusten voor beide, kunst en menschheid.
Mijn wensch
is
het niet, terug te keeren tot de veertiende of
eenige andere eeuw, zelfs
De
konden dragen.
ons
al
toestanden
evolutie,
nog
nauwer
die
En
het
ik
—
,
de
beken volmondig dat de tegen-
rezultaat
zijn
De
steeds voortduurt.
van
een
onafgebroken
volken der wereld zijn
gebracht, en de onderlinge afhankelijkheid der
tot elkaar
brengt een ideaal
natiën
zijn, die
wereld beweegt zich langzaam
eeuwen doen hun werk. woordige
zouden wenschen paarden
als
ik
aangaf, voor het eerst in de ge-
schiedenis binnen den kring der mogelijkheden. Alle kwesties voeren
ons
tot,
en
gaan op
van den arbeid.
meenschap,
in plaats
van ten
bezorgdheid
om
zij
en
om
naar
aanleg
zich
haarzelfs wille
schoonheid
van
ongeforceerd zijn, gebruik struktief
van
de
—
profijte der
een
enkelen, dan ,
mogen
aan
een ieder zijn aandeel ver-
kunst en ambacht wijden
zou worden gediend, uitdrukking,
in
zal.
het
zou dan de kunst
dier aanwendbaarheid
de
Omdat
een zuiver zoeken
volmaakt
op natuurlijke wijze voortkomend
zou
wij
bevrijd van de druk-
werk voor de maatschap, naar gelegen-
grondstof en
verband,
tijd
waarin
bestaan,
het
richtend van het noodige
heid
eene groote kwestie: de organizatie
deze vraag eenmaal opgelost in het belang der ge-
Is
gaan denken aan
ernstig
kende
in die
scheppings-idee
uit het
in het
zijn
die
konhaar
richtte.
Wanneer wezenlijk
het hoogste
goed gemeengoed werd ten
Kunst en handwerk.
69
dienste der menschen: wortel en grondslag van alle moraliteit
wanneer
name
hierin, in stede van in afgunst en miskenning, de voor-
drijfveer van aktie gelegen
benauwend en verlagend
—
werd;
begrepen
bood,
—
en
kwam,
bijgeloof,
's
— wanneer,
menschen
wanneer het bestaan een
bevrijd van
plaats in de natuur
elk gelijke kansen
eenvoudiger en natuurlijker, de ontwikkeling van
het
kunstzin begunstigen zou;
—
taat
van
van
individuen
zouden wij dan
monumenten
groote en schoone publieke
niet
zonder twijfel
zien verrijzen, het rezul-
eendrachtigen arbeid, en die niet bloot aan verheuging
van hun werk, maar aan dat
schoonheid
de
in
gemeenschapsgevoel uitdrukking geven zouden, welks hoofdbeginselen, gelijkheid van konditie zijn en persoonlijke vrijheid, alleen
door in-acht-name van het gemeen welzijn
beperkt
Wel,
dat
aangevuld
is
in
het
leven
belang
van
zij
de
onvoldaanheid
is
naar uit
te kijken.
Of
de verwezenlijking
nieuwe
tot
met
iets
het
Het
waarde, daar het
praktische
grootste
geeft
het mij toeschijnt,
eenigerlei ideaal te hebben.
inspanning,
daar
het
bestaande, en den geest
men
kracht voelt
gering
aandeel er
beters, waarvoor
men ook nog
draagt
al
,
aanspoort
ons
vervult met aspiraties naar
werken,
om
— datgene wat, naar
of nabij,
is
van
voortdurend
te
waard
het voltooien van het plan.
bij
ieder
heilzame
iets,
maar een omtrek, de onderdeelen kunnen worden
er van al verre
voor
mijn schatting
in
is
het dan
is
en de broe-
verhoudingen van het menschdom?
derlijke
Al
,
zoo'n
toe bij.
Wij
weten
wat
doel te hebben,
bizondere
door
voor
—
het
schoonheid
den
voor
ons
werk
beteekent, een bepaald
welk een verschil het maakt, of wij naar een
geest
van
lijn
staat,
of bewerking streven, die ons
al-
zóó dat, of wij slagen of niet, wij
Kunst en handwerk.
70 voortdurend
dat
doelwit
het
is
hooger
tot
en
beter
groote
het
pogen worden gevoerd. maakt
verschil
in
leven
Het als
in
stijl
ot
kunst.
En
dit
wat
ook
het
is
ten
slotte
kwesties van
alle
methode beheerscht van hooger of lager kunst
,
meer nog dan het
materiaal waarin de kunstenaar of ambachtsman werkt kan niet
dat
eerst
de beperking zich de meester toont, en dit
in
van
kunst
kracht,
maar
in het
onder bepaalde kondities
in het tot zijn recht stof,
en in geen geval door
in het
hij
vermogen
toont zijn kracht
eene materiaal de eigenaardige
bootsen, of door
te
maskerade,
doellooze
werken; en
ligt in zijn
brengen van den bizonderen aard der grond-
vormen van het andere na die
te
voor
is
bizonder voor het ambacht,
want de gansche kunst van den ambachtsman
om
ook
buiten rekening laten. Reeds Goethe heeft het gezegd,
dat
alle
hij
waarin
de
kunsten
mee
te
doen aan
eenheid
haar
en
karakter altegaar verliezen.
Te midden van ontbinding en
—
teekenen
het
reeds
het
ontwaken
ontbotten
der
gevallen
bladeren.
om
kunsten
lente
nieuw leven
binnen
de
doode
weder
pogingen
gaan, zullen ons
andere
leiden.
kunsten,
van
als
het
:
de verdorde en
uit
Deze pogingen om de ambachten
te
doen
de verstrooide en vervreemde leden van de familie te
vereenen,
staan
behalve misschien voor enkele individuen
te
wij zeiden
winiertwijgen
onder
goede auspiciën.
Niet dat zulk eene beweging alleen de kwesties die
maar de
—
en beweging,
de nieuwe loten van tusschen
van
herleven, der
van
verval zijn daar,
zullen
En wij
om
tot
betere
stellig tot
in
ik
aanroerde
— zou kunnen
wegen
in
—
oplossen;
één richting, terug
het zoeken van juister
wegen
in
een
onze verwezenlijking van de eenheid der
wellicht het geheim vinden van de eenheid
—
,
Kunst en handwerk. van lijk
leven
wanneer
,
yi
eerste vóór de laatste
inderdaad de
moge-
is.
moet
Intiisschen
den
het oprichten van gilden voor kunstambachten
kweeken voor kameraadschap, sympathie en samenwer-
zin
onder het verlies van welke, de kunst en de kunstenaaars
king,
zoozeer hebben geleden. Wij zullen door onze proeven en oefe-
ningen
in
verschillende ambachten, ontdekken hoeveel werkelijk ge-
— hoe onmogelijk — opwekkenden arbeid
not en vetvulling met werken gepaard kan gaan,
een gezond bestaan zonder eenigerlei
is,
en hoe zelfs wat het gcestelooze werk genoemd wordt, die preparagedeelten
tieve
den
in
arbeid
belangwekkend worden, met het
op wat er weder door verkregen wordt, en hoe deze
oog
een wellicht niet ongewenschtc afwisseling brengen
Er
De
eenvoudigste
handeling
den
op
weg,
moest komen „waar ze betoogen wil
,
lang steenen
te
te
vergt zal
u
vertellen
in
mcnschelijke
in
bouw
de natuur zoowel
zijne geschiktheid tot vrije en beheerschte
schoonheid dankt.
men
dat
Waarmee
raken".
De
bikken.
ik
er
nog
echter
niet
zijn leven
het meest aan-
is
als in
achter
de kunst, en aan
bewegingen,
is
het dat
hij
Ik kan geen schoonheid of begeerlijkheid
een maatschappij, die hoofd en hand vaneen scheidt,
was
ook
al
kan
de ander niets uitrichten.
zulk
een
scheiding
mogelijk,
want zonder de een
Wij moeten dat valsche, vnlsche
begrip, dat de arbeid vernederend zijn zou, overwinnen,
winnen den waan, dat de beteren de de
De
eenig begrip of overleg.
man veroordeeld mag worden
dat eenig
wendbare wat men vindt
vinden
de dagtaak.
in
geen handenarbeid die men gevoegelijk minachten kan.
is
steenbikker
zijn
zelfs
schouders
van
een
lasten
afzonderlijke klasse
het fatsoenlijk zijn zou niets
omhanden
te
—
over-
van handenarbeid op
mogen hebben.
laden, en dat
Kunst en handwerk.
72
Want
deze
in
dingen
er zal heel wat veranderd
wel
als
weder
in
het
in het
is
het
dat wij
moeten worden
gedwaald hebben, en in
de verlangens
wezen van de bestaande samenleving, voor
goede komen
zal.
,
zooalles
WAT DE KUNST VAN HET SOCIALISME TE WACHTEN HEEFT. Ter
van de
wille
nitie: ten eerste
gepakt worden
mogen worden
duidelijkheid zal ik beginnen met een defi-
— voor zoover hare beteekenis kan van een zinsnede — omschreven zou
van kunst, die
in het valiesje als:
een
vorm van levenskracht aan de uitdrukking
van schoonheid dienstbaar gemaakt. zienswijze voldoende
geen
beter
zijn
aangeduid.
of bruikbaarder
definitie,
Hiermede
En
zal
althans mijne
van socialisme weet
dan dat het
is:
ik
een nieuwe
levensbeschouwing op ekonomische bazis.
Onder alles
wat
kans op
Maar
het tegenwoordig systeem van handelskonkurrentie, wordt uitzicht
schijnt
te
geven op broodwinning, en iedere
winst, tot een prikkel voor aktiviteit van allerlei soort.
het
is
een ongezonde prikkel, vooral in zijn werking op
^^/
74 kunst
en
de kunst van het socialisme
wachten
te
en het rezultaat er van
kunstenaars;
overstroomd v^ordt met
heeft.
dat de markt
is,
of zooge-
allerlei lorrewinkel-schilderijen,
naamde vercierselen en kunstprodukten, welke hun maker onmogelijk
konden
genot
eenig
oogenblikkelijke
de
om
van
winst te doen
wezenlijke
of wordt overgehaald door
—
is,
en dat
om
alles
mode
de
in
geen betere reden
zijn.
het natuurlijk eigen aan echte kunst, dat haar voort te
is
De
brengen een vreugdevolle inspanning en vervulling bereidt. kunstenaar
schen
zien,
en
zooverre
in
Ja waarlijk, de kunst zelve
is
in
van
samenwerking
de en
tradities
gulle,
hij
men-
heeft aan alle
van nature
hij
is
socialist.
haar wezen een sociaal produkt,
innig verbonden met de samenleving,
afhankelijk
wat
altoos begeerig het beste
is
laten
te
staande
of
een handig verkooper, wien het alleen
dan dat zulke dingen nu eenmaal
Nu
eenige
die misschien alléén door een
gril zich leiden laat,
welbespraaktheid
weder
noch
geven,
duurzame vreugde aan den kooper,
— en voor haar levenskracht
van
wat arbeidt, van be-
al
algemeene sympathie.
Die
zijn haar
lucht en zonlicht.
Waar
de
vermocht,
liefde
voor kunst waarachtig
eenvoudig
een
bestaan
is,
zou elkeen die wat
zonder zorgen en een zekere
hoogte van komfort en verfijning vragen, benevens het
ken materiaal. genot,
zijn
het
het
overige
zou
scheppingsvermogen aan
gemeenschap, schijnt
Voor en
om
den
lof
die
te te
het
een
wenden oogsten
te
bron
te
is
zijn
van
ten bate van de viel.
Bovendien
wel, of de menschheid, onder welk levensstelsel dan
ook, behoefte heeft aan eenigerlei vorm van kunst, en bereid
bewer-
den kunstenaar
te
zij
altijd
loonen, die het talent bezit de natuur
vertolken, of schoonheid te brengen in het dagelijksch bestaan.
Maar geen
artiest,
die dien
naam waard
is,
werkt bewust voor
JVat de kunst van het socialisme
De
met
één
kelijk
smid, den zijn
beeldenden werkman: den timmerman, den
den
tot kunst
en
zag
hij
den wever, den pottebakker, maakte
door schoonheid dat het
in
oude
die
Wij
anders.
in het spel
Zoo waren
Maar
eenvoudige dagen.
hebben
lijn
en tee-
nut en schoonheid bij
ons
dat alles
is
voor gebruik en voor schoonheid elk een
ander hokje, en alleen door toeval komen
Nu
van
hij
goed was, met de voldoening en de
vreugde van den handwerksman. één
zijn
bestemde
natuur
beeldsnijder,
werk
kening,
75
hem niet tot zakenman, al moderne kommercialisme het hem te maken. Oorspron-
tijdgenooten. tracht het
'wachten heeft.
belooning dan de sympathie en de hulde van
andere
eenige
te
zij
soms
elkaar.
bij
heeft de kunst onberekenbaar geleden onder die scheiding
van kunstenaar en ambachtsman, en het grootendeels absorbeeren en ontwrichten van den laatste door de machine, welk ander heil
deze ook moge hebben teweeggebracht.
Het gebruik van de ma-
chine, die den menschen eenvoudig extra handen en voeten heeft verschaft,
moet worden geregeld naar den aard van middel en
Zij
kan uitnemend dienen
tot
spoedig
mensch
tijd
tot het
zware en geestelooze werk en
afdoen van het noodzakelijke, te
besparen, maar nooit
mag
in
zij,
één woord zooals
zij
onze meesteres worden of onze uitzuigster, en zeker
bestemming uit
de
na
te
hand
niet, te
doel.
om den
dat werd,
is
het haar
den mensch het genotgevend kunst-voortbrengen
nemen, of
het
werk
zijner vingeren bedriegelijk
bootsen, en met de verscheidenheid daarvan, ook
alle ka-
rakter en schoonheid er in te dooden.
Het
is
zonderling dat, terwijl wij eiken dag onze spoorwegen
verder leggen, en onzen handel uitbreiden, terwijl wij het reizen
vergemakkelijken, en nieuwe landstreken openen voor wat wij de voorrechten
der
beschaving gelieven
te
noemen,
—
dat, terwijl
Wat
^6
wekkende
te
wachten
verkeer vereenvoudigen,
heeft.
die belang-
wij
variëteiten en plaatselijke eigenaardigheden verwoesten,
het
vooral
die
van
middelen
de
wij
de kunst van het socialisme
reizen
reis-geriefelijkheden
de
moeite
maken,
waard
vermeerderend , wij
—
zoodat
de
zoo hard het kan , den
,
prikkel tot reizen verminderen doen.
Eén van de dingen, waarvan hebben en
is
wij het verdwijnen te betreuren
de volkskunst: het boerenkostuum met zijn borduursels
cieradiën,
zoo vol kleur en karakter,
altijd
—
relieken van
een lang verleden en van tradities, de overblijfselen waarvan
en brokjes zorgvuldig verzameld worden,
stukjes risten
voor
onder
het
ploiteerde dat
te
ze den toe-
zetten, lang nadat ze ophielden werkelijk te leven
Die ingeboren kunst,
volk.
landen
gevonden wordt, hoe
bewijst,
zij
om
bij
natuurlijk
is
een
die
nog
ongeëx-
in alle
daarom zoo boeiend, omkollektief uitdrukking
volk
geeft aan zijn zin voor schoonheid in kleur en vorm, en hoe van
gunstige levensvoorwaarden, het kunst-instinkt zich open-
zelf, bij
baren
zal.
Het
om
is
trouwend zelfs
al
de onverwoestelijkheid van
een
moest
dat ik ver-
dit instinkt,
nieuwe geboorte van kunstvormen tegemoet
zie,
worden
ver-
al
wat de kunst van vroeger
betreft,
nietigd. Ja, ik
verre
zou zulk een katastrofe met gelatenheid dragen,
dan, met het naapen en
uit zijn
in
zoo-
verband rukken van oude
kunstvormen, niet meer zoo geknoeid zou kunnen worden. Alle geleerdheid en archaëologie ter wereld, kunnen ons geen
geven, omdat kunst (zooals wij haar definieerden)
kunst-instinkt
een
uiting
ontspringen. beste
is
van levenskracht, en alleen
—
inspiraties
Zij
is
trekt
uit
het leven zelf kan
afhankelijk van wezenlijke dingen, en haar zij
uit
het
dagelijksche leven.
Zij heeft
IVat het
van
karakter
ons
zij
de kunst van het socialisme
zij
van onze
danken
gesproten
een
Wij behoeven
is.
aan
ander
maatschap, en
reflekceeren, en
yj
zoodoende geeft
slechts te
tijd
overwegen, hoeveel
van vroeger eeuwen en vroeger rassen, wij
kennis
hebben
tot
te
heeft.
van het volk en den geest van den
de geschiedenis
waaruit
ons
leven
dat
wachten
te
overblijfsels
waarmee onder
rekening dient gehouden
dit voert
op de beteekenis van kunst voor een
zicht
een
oude kunst; en
van
te
worden,
te
socialistische kondities zeker
—
haar opvoedende waarde
namelijk.
Deze wordt, naar mijne meening, heden
Want,
achtzaamd.
worden
jaarlijks
muren
leeg
van
dan
het
aan
opkomend
om
kinderen
van
de
vensters
schilderijen,
blijven de
van onzen geest, vooral die van
Maar waarom zou
geslacht.
door het aanschouwelijke
onze
tentoonstellingen
wijzen dat wij meer denken aan de winkel-
voordeel gebruikt worden
den
en
openbare gebouwen en van onze scholen.
onze te
ten dage zeer veron-
galerijen
met massa's
opgestopt
Dit schijnt er op vensters
onze
terwijl
scholen
?
brengen?
Waarom zouden dezer
aarde,
in
vermogen van
begrijpen, niet in hun
Waarom zouden
het
wonderen
te
het
wij niet
op de wan-
drama van de geschiedenis zij
niet
in
beeld
welsprekend getuigen van de
nadrukkelijke
afbeeldingen
van
het
leven en karakter van landen en volken?
Men
heeft
wel gezegd dat de slechtste teekening duidelijker
voorstelling geeft
dan de beschrijving.
utiliteit
geoordeeld,
Het
echter
is
schappij
maal
het
naar
niet
zoo
erkende
blijkt
daaruit
waarschijnlijk,
al
Zelfs het
dat
een
engen maatstaf meten doel
van
de opvoeding
leiden voor een handelkonkurrentie-bestaan,
blootweg naar de
belang van teekenen. socialistische
maat-
zou, en wanneer eenin
plaats
van het op-
ware het ontwikkelen
Wat
^8
de kunst van het socialisme
der fakukeiten van hec individu,
aan een voorname fakcor
als
— dan
te
vrachten heeft.
zeker, zou aan de kunst,
zulke opvoeding, een waardige
bij
worden ingeruimd.
plaats
De
kunstwerken
grootste
zijn altijd publieke
werken geweest,
zoo tempels en beelden van de klassieke oudheid, kerken
en
in
als
kathedralen
Voorheen werd de kunst aan
de middeneeuwen.
de religie, kristelijke of heidensche, ten dienst gewijd.
dommen
pausen
door
en vorsten
De
rijk-
aan kerken en schilderijen en
graftomben verkwist, werden ten minste grootendeels besteed aan werken, door een elk
te
zien en te bewonderen,
— en aan
die wijder
bestemming en aan dat uitdrukken van dieper gevoelens en hooger aspiraties, dankte de kunst groote
De
kunstenaars van thans werken meestentijds voor rijke parti-
kulieren en hunne talenten wijden
en
waardigheid en schoonheid.
pracht
verfraaien
naar
den
zeer
verheffen,
als
tijd,
voor
volk,
zin
aan het met
van private woningen.
en de grillen
het
zij
allerlei
weelde
Maar het werken
van een enkelen, kan nimmer zoo-
het arbeiden voor de gemeenschap, voor den
met
het
besef heel zijn geest en hart
te
mogen geven. Eenheid van
religieus
geloof en voelen bestaat nu niet meer,
en de kunst dient niet langer het geloof zijn er tevreden
mee
het
tot heraut.
De
schilders
gewone leven en de voorbijgaande mode
te illustreeren, of de oppervlakkige feiten, aspekten en fazen van
de
natuur
dingen
af te beelden, en geven niet
tot
symbolische verbeel-
Architektuur en gebruikskunst worden alge-
of idealen.
meen genomen
om
gemak en
verheerlijking van enkele rijken, of
handelsdoeleinden aangewend.
tot
En kan
daar dit
de
kunst
het karakter van den tijd zal reflekteeren,
niemand bevreemden, want
in
onze dagen schijnen per-
Ifat de kunst van het socialisme
gemak en
soonlijk
privaatbczic
ten
te
koste
wachten
heeft.
79
van anderen, wel de
voornaamste levenswenschen.
Maar Het
is
En
stelsel.
in
socialisme
het
biedt
der
menschheid een nieuw
een godsdienst en een moraal, zoowel
veel hooger mate, die eenheid zien geboren
verhoudingen
zijn,
te
al
klassen-overheersching, en van de drukkende
van
bevrijd
de kunst
Zulk een atmosfeer zou
handelskonkurrentie.
der
zeer ten goede komen. Het behoorde niet geoorloofd
gemeene
het
goed
van
natuurschoon
partikulier winstbejag, en de kunstenaar of
ger
doel
worden van publiek
en de sympathie brengen van een vereenigde mensch-
sentiment,
heid,
ideaal.
een ekonomiesch
verwezenlijking zou wederom, maar
algeheele
zijn
als
volmaking zoekt
en
nastreeft
te
bederven
ambachtsman
in zijn
om
die hoo-
werk, moest
bij
zekerheid van bestaan, niet meer gehinderd worden door de bittere
overweging dat
dit
En wat waar winstzoekend
loon niet vinden kan.
zijn
van kunst,
is
stelsel
zal
is
het ten slotte van alle werk.
Een
noodzakelijk in alles tegen de produktie
van het beste ingaan.
Ook moest
grooter eenvoud en waardigheid van leven
,
die uit
een beter verdeeling van het maatschappelijk goed zouden voort-
komen, van uitdrukking
invloed
vinden
in
op kunst en architektuur:
zijn
zij
zouden
eenvoudiger en eerlijker vormen van kon-
struktie en ornament.
In een werkelijk socialistischen staat, waar elk welschapen lid,
de
gemeenschap
door Dit
ieder
zou
ook
op
naar
zijn
eenigen
vermogen
leven
zou noodzakelijk
moeten worden
verricht.
zichzelf voor elk individu fysiek weldadig zijn, en
zoolang voor genoegzamen vrijen telijke
diende,
handenarbeid
en
het
tijd
gezorgd werd, zou het gees-
instinkt of talent
voor kunst, er niet onder
8o
JVat de kunst van het socialisme
—
lijden
Want
integendeel.
'wachten heeft.
te
niets staalt zoozeer, als de intieme
omgang met natuur en werkelijkheid ons den
meer van wat
geest
worstelaar, voelt
karakter, en bevrijdt
ziekelijk is; en de kunst
van nieuws kracht, telkens
zij
als
—
evenals de
zij
den grond
grond van samenleving en natuur.
raakt: den
Wanneer de kunstenaar het leven om zich heen, van mannen en vrouwen wilde afbeelden, zoo zou sterker zijn door zich tusschen de spelers te
te
En wanneer dan
handelen,
zeis
en
spade
mensch wij
stof alle
en
te
een
En
de
in
als
hij
slechts
zijn
al
werken en
die handelingen begrijpt, dat
hij
—
de ploeg
te
besturen of
Hij zal daardoor een steviger is
zoowel wat
wat wij zien, dat wij brengen
iets
in
onze
wil zijn in een der kunstambachten,
worden of timmerman,
naar den aard; want het
tradities in
drama
hebben bewogen.
kunstenaar zijn; want het
beter
artiest die
begrijpen
geven
roeien
hanteeren weet.
dien eerst smid
goede
goed dat
zwemmen,
weten en voelen,
kunst. laat
het
is
kan rijden,
hijzelf
mensch wil
den
hij
het
deze dingen
is
laat uit
hem
zijn
grond-
de werkplaats dat
komen moeten.
Ik heb gesproken van mogelijkheden en waarschijnlijkheden, en
noodwendig moeten deze een groote havige
beschouwingen,
als
in
alle
plaats krijgen in de onder-
denken
aan de toekomstige
inrichting der maatschappij.
Gesteld, dat in dien socialistischen staat, de artiesten voorkomen als
een
bepaalde
klasse,
plaats zijnd type, nabij zal
van
het
wordt,
kunstambacht die
als
dan
geloof
komen aan
ik
dat
het meest op zijn
dat wat door zulke meesters
Dürer of Holbein vertegenwoordigd
zoowel een huis konden ontwerpen,
als
een patroon
konden teekenen voor een kleed of een ornament voor verciering, en
die
een
titelblad
teekenden,
zoo
goed
als
zij
een portret
Wat
de kunst van het socialisme
schilderden. artiest,
meer
gekweekte
trek
in
wachten
wat men noemen kan, de
dat
8i
heeft.
alzijdige
zou wezen, dan de onder onze toestanden
specialist.
Het wezen gezien
bedoel,
Ik
te
van
hoezeer
de
kunst
is
kunst
eenheid
Wij hebben
en harmonie.
van het leven afhankelijk
is,
en door
het karakter en de omstandigheden van dat leven beïnvloed wordt.
Vóór
wij dus
moeten wij
kunnen denken aan harmonieuze gedachten en kunst,
in het leven zelf
harmonie en eenheid brengen.
Ik voor mij ben, wat dit alles aangaat, overtuigd, dat wat goed is
de
voor de menscheid, ook goed
penningen
persoonlijke
broederschap schappelijke
van
het
vrijheid,
der
gezonde
voor de kunst.
bestaan,
Zorg voor
voor de pasmunt van
van politieke en sociale gelijkheid, van de
wederzijdsche
belangen,
is
en
de
dienstbaarheid
en
der
gemeen-
goudstukken van kunst, gedachte
en schoonheid zullen van zelve vloeien.
—
KUNSTONDERWIJS. Wel, om
Kunst onderwijzen!
Men
te
snijden, modeleeren, konstrueeren en
men kan geven
beginnen kan men dat
niet.
kan zekere methoden van teekenen en schilderen, van hout-
de
woorden
tot uiting in
de
leeren,
wat
al niet,
maar men kan
onderwijzen,
niet het
vermogen
taal.
Natuurlijk hangen iemands denkbeelden omtrent onderwijs noodzakelijk af van zijn
algemeene inzichten, wat betreft de beteekenis
Komt
en den omvang der kunst. nabootsen,
heeft
derheden weer expressieve velerlei
te
taal,
zij
de
geven? die
grondstoffen
zij
enkel voort uit den lust tot
uitwendige werkelijkheid
— of
zich
is
van
aangegeven
reine zoeken naar schoonheid?
zij
in
hare bizon-
de meest subtiele en meest
den oneindigen rijkdom der
vormen bedient,
in
in
het souve-
Kunstonderwijs. Natuurlijk
ons antwoord op de vraag, wat dient onderwezen
is
worden, en hoe
te
83
dit
moet worden gedaan, afhankelijk van ons
antwoord op die andere tweeledige vraag.
Maar het wijdere sluit het meer beperkte in zich, en ook als men zich aangetrokken gevoelt door het boven in de tweede plaats volgt
gedefinieerde,
nog
daaruit
niet dat aan het eerste niet een
plaats toekomt in een studiekurzus.
De
vraag komt dus hierop neer:
meest dienstig
Welke wijze van
studie
is
het
tot het bereiken van die noodige ontwikkeling van
gevoel en oordeel,
in
het gebruik der elementen en materialen tot
de hoogste uitdrukking van schoonheid?
En
moeten wij weder
hier
stilstaan
om
ons haar
een
uitspruitsel
en
de
ontwikkeling
van
de
grootendeels denzelfden gang, lekt
zelf:
als
Men
als
de ontwikkeling,
zien zonder licht,
verwachten,
natuurlijk
Wat
deze
is
wagen, mogen
wij
vindt haar in eiken graad,
gevoeligheid
voor
schoon,
volgt
die van de zinnen en het intelin
één woord, van den mensch
Evenmin
maatschappelijk en denkend wezen.
als
kan
te
:
voort? Zonder
opbloei noemen, van leven en levens-
kracht onder gelukkige kondities.
en
uit
zij
aan een filozofische eind-definitie
juist
vragen
te
hoedanigheid van schoonheid en waar komt
als
men
kleur
evenmin kan men gevoel voor schoonheid op
te
groeien
in
een verarmde en saaie
omgeving. Allereerst dus
schoonheid
scheppen,
heid
te
niet
heeft
het
is
waarom
Evenmin
het, voor wij dezen zin en gevoeligheid voor
kunnen hebben, noodig, een atmosfeer van schoon-
te
—
vechten
een levensvoorwaarde als
voor
eiken
waarin
dat
gevoel
ademtocht, of zichzelvc
van zijn bestaan heeft af te vragen. is
schoonheid
een
onafhankelijke
en
verbandlooze 6*
Kunstonderwijs.
84 hoedanigheid, maar
menigvuldige mani-
gelijk dat in haar
is,
zij
festaties in kunst valt te
bekennen, het rezultaat van lange eeuwen
van groei en samenwerkende overlevering en eenstemmigheid.
Wanneer in
al
wij
zoeken naar schoone kunst, organiesch verwant
haar vertakkingen, keeren wij ons van zelf
perioden
de geschiedenis
in
geven: naar Athene
die
,
tot
plaatsen en
van zulk een groei het hoogste
de periode van Phidias, naar Engeland of
in
Frankrijk in de middeneeuwen, naar Florence of Venetië tijdens
vroeg-Renaissance bijvoorbeeld, eerder dan naar het moderne
de
Londen of
Parijs.
Of
zelfs
wij bij het heden blijven, ver-
als
wachten wij veel meer van den man, die van gewerkt het
in
een atmosfeer van kunst, ook
moderne
man,
is
jeugd af heeft
het
maar die van
dan van den een of anderen werk-
schilders-atelier,
misschien
al
zijn
opgeleid in een bepaald onderdeel van fabrieks-
werk, en wiens dagelijksche
uitzicht beperkt
wordt door schoor-
steenpijpen en binnenplaatsjes.
Een
snuifje van het zout van kunst en beschaving bij afgemeten
tusschenpoozen,
zal nooit
opwegen tegen den nadeeligen invloed
van
de omgeving van lederen dag en ieder uur, op het oog en
den
geest.
Het
is
of
nutteloos
al
één
zegt, indien al de andere voortdurend
Onze een
eerste behoefte dus,
suggestieve
redelijk
zinnen,
,
atmosfeer:
menschwaardig als
is
uur
in
het leven „ja"
„neen" herhalen.
een sympathetische of ten minste
hetgeen
bestaan
,
eigenlijk
met
vrij
zeggen wil, zulk
spel voor ideeën en
binnen het bereik moest vallen van ieder onzer,
wijl het onder het
tegenwoordig ekonomisch
stelsel dat
ter-
nauwelijks
voor iemand doet.
Het vervullen dezer tot
oplossing
eerste
voorwaarde zou een heel eind helpen
van het tweede probleem
— wat
te
onderwijzen,
Kunstonderwijs.
want
zouden dan ondervinden dat kunst
wij
scheiden
te
Kinderen zullen,
ezel
verlegen wat
nooit
zijn
wanneer
van
dat hen belang inboezemt.
samen voor de deur van den dorpssmid, of
een
aan
schilder
maken,
altijd
bij
den
Aanschouwelijk maken
den weg.
is
Aanschouwelijk maken, aanschouwe-
maken.
aanschouwelijk
Dit
grond van de tegenwoordige sterke neiging
Men
onze jongere schilders.
bij
van het leven
leeren of zichzelf leeren
zij
werk zien doen
zij
het ééne noodige, allereerst. lijk
niet
is.
scholen
Zij
85
kan
dit
vak leeren, omdat men het kan zien doen. door toekijken kunnen leeren.
Maar
is
misschien de
Fransche methodes
tot
deel van het schilder-
Men
zou elk ambacht
daaruit volgt
nog
niet, dat
geen schilderkunst bestaat buiten dat impressionisme, waarvan
er
Claude Monet de profeet Niet dat
maar het
derschatten, schilderen,
dat
schilder
meer
treeren
van
is.
eenige oprechte en echte impulzie zou willen on-
ik
in
en de
het
van
beoefenen
uitsluitend
dit
soort
van
geven van aspekten opgaat, scheidt den
meer af van andere algemeene
artiesten, en het koncen-
op
belangstelling
dezen
vorm van
kunst, onttrekt het talent aan andere allerbelangrijkste takken.
Men
zou bijna kunnen zeggen, dat het moderne kabinet- of
met
expozitie-schilderij, buiten verband
(en dat niet eens raal
daarom
kunst.
Laat
architekturale artistiek
ten.
behalve met zichzelf
schilderen als kunst van architektu-
verband heeft vernietigd.
Ik zou
de
altijd), het
iets,
—
liever beginnen
een
leerling
konstruktie
met de konstruktieve zijden van
beginnen
en vorm.
Laat
met eenige kennis van
hem
—
historiesch en
het verband tusschen kunst en architektuur goed vat-
Laat hem
geheel
doortrokken worden van het gevoel van
Kunstonderw ijs.
86
de wezenlijke eenheid der kunst, en niet, zooals nu dikwijls ge-
onderwezen worden
beurt,
dat het eenig doel van zijn studiën turaal
weer
te
geven.
en
die
van
Aspekt
uitvoeren
van 'een bepaalde
of er toe gebracht worden
kunstgreep,
technische
het
in
is,
te
gelooven,
de dingen uitsluitend pik-
Laten de twee zijden van kunst, die van
Verwerking, hem duidelijk en nadrukkelijk
voor oogen worden gehouden.
Leer hem zien dat het een ander ding èen
nauwkeurige
voorwerp
een figuur
afbeelding van
trekking tot achtergrond en omgeving,
uitdrukking deelen
te
in staat te zijn te
om
geven, of eenig
eigen licht en schaduw of zijn relief, met be-
zijn
in
is,
heel ander ding,
omtrekken, of deze
aan
verleenen
— en een
organische
tot
van dekoratie, passend op een bepaalde plaats,
Dan weder behoorde
hij
op
letten,
te
te
maken.
hoe de verschillende am-
bachts-materialen, vanzelf het karakter en de behandeling van het
ontwerp bepalen, nochthans
alle
ruimte latend voor persoonlijke
opvatting.
Een
studie-kurzus uit dit gezichtspunt, zou den leerling het ge-
zonde zeggen van Goethe doen begrijpen: „Kunst
omdat
zij
hem nog
geen natuur niet
wanneer
zijn allereerste studie
tot
vormen en het konstruktief begrip, kunnen
mate voorkomen, zonder eenig daarmee korrespondeerend
in sterke
vermogen in
zelfs
kunst, juist
van deze waarheid had doordrongen.
Het vermogen
heid
is",
is
tot
teekenen in pikturalen zin,
eenvoudiger
— en
vrij
groote vaardig-
vormen van verschillende handwerken,
als
modelleeren, houtsnijden en drijfwerk, kan door zeer jonge lieden
worden verkregen,
terwijl
het
begrip van zekere subtiliteiten in
pikturale wijzen van voorstelling, zooals van perspektief, valeurs, fijnheid
van modelé, en het begrip
om
dingen met smaak
te
ge-
Kunstonderwijs. bruiken, een zaak
van gerijpt geestelijk kunnen, zoowel
is
ondervinding en
technische
aanleiding
natuurlijke
87
het
tot
is
bedrevenheid.
praktische
den
in
van
als
Zoodat
beginne
opleiden
er in
eenigerlei ambacht, hetgeen, dezelfde ruimte latend voor artistiek
eenvoudiger vraagstukken
gevoel,
om op
en een vasten grond legt
stelt,
voort te gaan.
Door
aldus in een kurzus van kunst-studie, de eerste plaats te
gunnen aan architektuur en de daarmee samenhangende dekoratieve kunsten,
men
volgt
slechts de historische orde
van haar gang en
ontwikkeling.
Toen de kunsten van de middeneeuwen haar hoogste punt bereikten
het
in
werk van de groote
bewees hun werk hoeveel meer schilderijen
—
schrijvers,
borduurders
zij
schilders der Renaissance,
waren dan makers van
dekorateurs, cieradiënmakers, schoon-
architekten, als
zij
waren;
zoodat
een
afgescheiden
van
zijn
geschiedenis
was
van het gehalte van zulke dingen
Nu
mijne
is
werken, het
bij
terwijl
eigen
konkluzie, zij
belang, dikwijls
schilderij,
een geïllustreerde in
schilderij,
hem
teekencn
terwijl een opleiding in een
en
is
geheel ongeschikt maakt
hem tegenover
het eenvoudigste probleem van een ontwerp hulpeloos en
in
tijd.
dikwijls den leerling niet van veel dienst
maken van een
laat staan;
dien
dat een opleiding in zuiver pikturaal
voor andere, even belangrijke takken van kunst, en
—
ezel-
onwetend
kunstambacht of alleen
kleuren daartoe, en het nadenken en de scherp-
zinnigheid die er door ontwikkeld worden, op zichzelf een goede
en
praktische
voor
pikturaal
wcnschte
te
opvoeding
zou
zijn,
werken,
indien
de
en een goede voorbereiding leerling
zich
daar later aan
wijden.
Ik zou daarom trachten vergelijkend te onderwijzen
—
alles te
Kunstonderw ijs.
88
alleen
niet
leeren,
betrekking
in
tot
zichzelf,
verband met materialen en doel
omgeving,
in
vormen
samenhang met andere vormen.
Bij
in
—
maar
tot
zijn
het teekenen van
de gewone manier van leeren teekenen, b.v. naar het men-
—
schelijk lichaam
wordt
genoeg
niet
de Alpha en profijt
anatomie.
Bestudeer
betrekking
tot
het
Omega van
alle studie in
kunst
—
getrokken van de hulp der vergelijkende figuur
niet alleen
op zichzelf, maar
in
de vormen van andere dieren, en teeken de over-
—
eenstemmende gedeelten en strukturen
gebeente, gewrichten,
spieren naast elkaar, niet alleen uit het oogpunt der vergelijkende
anatomie, maar ook uit dat van den kunstenaar. Bestudeer ze ook
en beweging.
in leven
Men
heeft ons onlangs verteld, dat de kunstenaars van
begin af dwazen zijn geweest, in het afbeelden van aktie
gemaakt
de
de
die
aktie
doorsnede
van
dieren;
die oogenblikken
Instantanée fotografiën van dieren in aktie, zeggen u
bepaald
moment de ledematen
geordende
draaid, geven
algemeen oogenblik
zij
voor hij
is
vast te
momenten
te
kunst
is
zijn,
te
aktie
stellen
daarin
waar op een
maar alleen wanneer deze
in
een rad voor het oog worden rondge-
de aktie weer.
de
is.
En
dit is illuzie
zonder
eenigerlei
of in den geest
geslaagd,
niet
te
door
maar geen
kunst.
oogenblikkelijke
roepen, en in het
den stand van het
houden, maar door de som van opeenvolgende
geven, ongeveer zooals het rad doet, maar zonder
het illuzie-kunstje.
De
op
serie
heeft
artiest
beweging,
allen
bij
hebben tusschen oogenblikken van opgehouden bewe-
te
en
ging,
De
werelds
de zegsman was een mijnheer die geen onderscheid scheen
maar
een
's
Hij heeft voor te stellen, niet na te doen.
ten slotte geen wetenschap.
Zoolang wij nog
niet
rondloopen met fotografische lenzen en met droge platen
in
Kunstonderwijs.
wat
oogen, zullen wij, vrees
van
plaats
mee
hebben
ons
kunstenaars
te
ik, blijven belangstellen in
deelen over de natuur en
hun eigen gevoel: instantanée impressies of Dit
haar
ik
ken geen
en
lederen stap voor-
kijf
behoeven
onze systemen van
pogingen hiertoe, herziening zoowel
of van
stelsels;
bij
van kunstonderwijs dat behoorlijk
stelsel
Buiten
afhandelt.
kunstonderwijs
andere
niet.
maar een van de vele kwesties, die
is
komen, en met
89
dit
is
geen wonder wanneer wij het
als
stelsel
van het leven zelf willen herzien. Natuurlijk geloof ik niet in eenig uit ijzer klaar gegoten stelsel
van
onderwijs.
Het moet
persoonlijk
evenmin
tochtelijke
uit
als
toewijding
nauwkeurige kunnen,
moet
gewijzigd
stelsel
de
interessant, of het
hoe goed ook, kan artiesten
is
fabri-
schitterendste talenten buiten die harts-
voor
waarneming,
individu.
hun werk, dat gezette denken, en
die
die
voortdurende oefening zullen
welke dat snelle samengaan van oog en hand voort-
komt, en waardoor
zij
de vlotte en getrouwe tolken worden van
die impulzie tot verbeelden en
worden.
worden naar het
worden gemaakt en
goed; en geen
tot luttel
ceeren,
Het
kiezen, welke kunst doen geboren
DE EISCHEN VAN BESTEMMING EN MATERIAAL. ontwerpen van
het
Bij
dessin,
komt men
— kwesties
zelfs het allereenvoudigste dekoratieve
dadelijk voor belangrijke overwegingen te staan,
van schaal, van behandeling, van materiaal, van be-
stemming, van
plaats,
van
gebruik, die ten slotte het karakter
bepalen: en van de oplossing dezer vragen zijn de arbeid en het sukces van ontwerper en uitvoerder afhankelijk.
De paald
eerste van deze
wordt
door
waarmee men relatie tot
te
overwegingen gelden de schaal, welke be-
den
het
voorwerp of het vlak zijn
de omgeving: zooals b.v. de verhouding van den steel
tot het ijzer
van de
bijl,
proporties van een stoel
overwegingen. eerst
omvang van
doen heeft, door het gebruik ervan, en door
Het
het verband van een patroon, de hoogte en
—
dit zijn in
één woord architektonische
passende van de schaal wordt vanzelf
aller-
bepaald naar maat en proporties van den mensch, welke den
natuurlijken grondslag en den maatstaf van per slot alle
werk
tot
De
van besfemmifjg en materiaal.
eischen
91
ons nut en genoegen blijven aangeven: een natuurlijke logika en
aangeboren gevoel voor verhouding rechte,
terwijl
ontwerp,
altijd
er
in
v^^ijzen
ons hierin vrijwel het
voortdurend wikken en wegen
het
genoegzame speelruimte
het
bij
voor persoonlijken
blijft
smaak en verschil van karakter.
Dan komen
wij tot het groote punt van behandeling, van
stijl,
waarin toch de deugdelijkheid en het wezen zelve van dekoratieve kunst besloten liggen,
Om
den knop de bloem.
in
als
beginnen moet de
te
wanneer
artiest,
richten naar materiaal en gebruik, afstand tot naturalistiesch
nabootsen, tenzij
pen aan de bedoeling van
zijn
doen van
zijn
ook deze wete
hij
werk
zijn kunst wil
hij
als
geheel.
te
neigingen
onderwer-
Hij bemerkt
spoedig de natuurlijke grenzen tusschen natuur en kunst
al
— tusschen
het toevallig pittoreske van ongeordende details en gebroken lich-
schaduwen
ten en
— en
stellige,
welgeschiktc, in verband gehouden
en expressieve vormen en lijnen.
een
kind,
samen wil
men de
dat
een
stellen.
letters,
woorden en zinnen
natuur en de geschiedenis der kunst vor-
werk
te
kiezen hebben.
eigenlijk gezegde schilder heeft van zelf in zijn
minder met alleen is,
houten
bij
groote encyklopedie, waaruit de dichter en de artiest het
materiaal voor hun
De
handvol
De
worden
Hij kan vergeleken
deze konsideratie
te
maken, en
werk veel
het staat
gebonden door den innerlijken samenhang van
zijn
hem
werk
vrij, als hij
zich van effekten te bedienen, die buiten het bereik liggen van
den tapijtwever, den mozaïek-maker, den glasschilder of den beeldsnijder.
Maar vreemd genoeg nu,
is
in
onze eeuw de invloed
van den schilderijen-schilder univerzeel geweest. Hij heeft (ik niet
zeggen
in
triomf) over ons huisraad gereden,
voet gezet op onze haardkleeden en karpetten,
hij
hij
zal
heeft zijn
heeft zijn
merk
De
92
op ons tafellinnen, onze antimakassars en ons eetservies;
gelaten
en
van bestemming en materiaal.
eïschen
omdat, (voornamelijk door ekonomische en indus-
dit wellicht
omstandigheden) de termen kunst en kunstenaar, gerezer-
trieele
veerd werden voor pikturaal werk en wie dat voortbracht
— want
de moderne schilderijen-schilder was inderdaad tot voor kort, de eenige onafhankelijk werkende uitvoerder, die eenigszins volledig
werk beheerschte.
zijn eigen
Doch
ik
meen
dat wij
van
rekenschap
weer
verschil
het
besef komen.
tot
tusschen
pikturale
Wij geven ons en dekoratieve
kunst, tusschen nabootsende en konstruktieve teekening. Het zal,
een korrektief voor onze pikturale excessen, ons geen kwaad
als
doen, de
tusschen beide zeer scherp
lijn
gesproken — de
riesch
Want
scheiden.
te
kanten van kunst het
geven,
dan
— metafo-
moeten wel
in
acht
nemen,
dat er twee
met tweeërlei bedoelingen: de eene, meer verlichting, de effekten willende
akcidenteele
andere konstruktief, meer zoekend naar saamvattende
de
vormen, meer naar ornamentale dan naar
bizondere
naar
trekken, en
dekoratieve schapen van de pikturale bokken
wij
zijn,
de
uiterlijke,
te
realistische rezultaten.
Het
noodige
allereerst
laatstgenoemde kunst
bij
de Lijn er al-overwegend
is
lijn
soliede
van
tot
Bepaling, dus
bemerken waar
geraamte
zijn
zwakke punt
aangeven van
zijn
De
ligt.
—
struktuur,
lijn
zal het
merg en been
zijn kompozitie.
In de zijn
is
Wanneer de ontwerper aan de
zich vasthoudt, zal hij niet uit het rechte spoor gaan, en kan altijd
hij
in.
alleen
lijn
sterk
en
gevoelige
grootste
,
met
soepel
en
kracht
fijne
en
al
haar buigzaamheid
middel
van
bepaling
,
vindt de ontwerper
uitdrukking.
Zij
leent
door pen of potlood, en
zich
tot
de
architekturale stelligheid, in de nadrukkelijke
De kontoeren, die
van bestemming en materiaal.
e}schen
in
93
grooce mozaïek-dekoraties of gebrand-glas-werk,
het dessin doen uitkomen naar den aard van het materiaal, bij
zooals
tweede de lood-vatting en
eerste de dobbelsteen, bij het
liet
—
het kleurenschema het karakter regelen.
En
komen
hier
ratieve
kunst;
bizondere
wij tot een ander essentieel element van deko-
kunnen
wij
de
schema
in
aan
of beginnen ons dessin
grondstof,
zonder
raken
niet
op
noodzakelijkheid
merken,
te
behandeling van vorm en detail
In zuiver pikturaal werk
mate gevoeld, ofschoon
wordt
,
dit
zelfs hier dit
in
eischen van de
in
om
brengen,
van eenigerlei gaan.
natuurlijk niet in dezelfde
noodig
is,
omdat men
zelve.
niet
Wij kunnen
vloeibaren zonneschijn, noch anderer-
zwarte van den nacht op ons palet zetten.
zijds het
te
lijn
uit te
werken kan met de materialen van de natuur ons penceel niet doopen
de
groen noch rood, goud noch blauw van de natuur
Wij hebben in
onze verf-
doos, wij beschikken niet over de kracht der kleuren van ochtend
of avondstond; zoodat
zelfs bij
rezultaat ten slotte een
van
voegen
een
in
drukking.
Hetzelfde
Schilderen
wij
kompromis
gaat het
is,
realist, het
een kwestie van vertolking,
en van meer of min figuratieve
schaal,
voor
den meest verregaanden
door
oog
de uitvoerigheid van
bij
uit-
detail.
op dien en dien afstand, voor de
fotografische lens, of voor de teleskoop? Iets dichter bij of verder af,
alle een
en
alles
kunst kwestie
verandert.
aan
van
Het
feit
is
dat, gelijk ik reeds zeide,
voorwaarden onderworpen graad,
en
is,
—
het
die verschillende graden
is
slechts
geven het
verschil aan, tusschen de soorten van kunst en kunstenaars.
Natuurlijk
zijn
geven, omdat er
er niet in
voor elk geval absolute regelen aan
kunst nu eenmaal niets absoluuts bestaat,
omdat kunst geen wetenschap
is.
De weg
ligt
te
—
aldoor open voor
De
94 nieuwe
van bestemming en materiaal.
eïschen
proefnemingen,
bedrijf in
vormen, zoo onvergankelijk boeiend,
zijn
al
nieuwe toepassingen, die het kunst-
en
frisch en
vervullend maken.
Doch om
de kwestie van het systematizeeren terug
tot
te
komen.
Onderstel dat wij voor het patroon van een behangsel-papier een
hebben,
noodig
roos
nauwkeurig
met
al
een
interessante
ken
voor
haar
herhaling anders
studie
een
als
het
in
krijgen
eigenschappen.
zou
op
in
onzen tuin, en haar
het portret van een bizondere roos,
kunnen
patroon,
het
gaan plukken als
akcidenteele
deugd
haar
die
nateekenen,
zijn,
van
zij
zichzelf
maar
Dat zou ongetwijfeld bij
het willen gebrui-
povere
dienst blijken, en
staande
teekening
volkomen wegvallen.
dessin
zou
bij
Wij zouden
de niet
dan de repetitie van een meer of min vormlooze
vlek, een formeele en geordende herhaling, van een niet formeele realistische teekening,
En
wordt.
toch
is
hetgeen
zoo
iets
feitelijk
een contradictio
uit-en-terna beproefd.
sentimenteel publiek houdt van rozen,
te
in terminis
Een
allicht
pas of te onpas, en denkt
misschien dat een roos in welk materiaal ook, zooal niet even lek-
ker ruiken, toch even mooi er uitzien
van
zal.
Maar zonder
het
mooi
en schikking, wordt de niet organiesch gezond verwerkte
lijn
roos in het patroon, alevel een ding van valsche kunst, valschen
smaak en misse versiering.
En
hierom
is
het dat de dekoratieve teekenaar, lettend
waarden van ornamentaal
effekt,
op de voor-
en op het verband van gebruik en
grondstof, gansch anders te werk gaat. Hij neemt een zeker formalisme tot grondslag van zijn werk, zich richtend naar de opgaaf,
een
vlak
behagelijk te verderen, en een dessin te konstrueeren,
dat
herhaling
dat
tot
dit
verdraagt
of deze
zelfs vergt.
doel, getypeerde en abstrakte
Hij zal bevinden
vormen
dienstiger zijn
.
De
eischen
van bestemming en materiaal.
dan akcidenteele, en dat aangeven dan
is
hageroos,
de
tot
die
hij
dekoratie
En
nabootsing.
realistiesch-pikturale
roos tot thema, zal
een
bij
meer
95
het
bij
den aard
in
nemen van
vanzelf teruggaan tot het grondtype,
een passende verwerking zich het best
tot
zal leenen.
En
het volgen van deze beginselen laat de teekenaar
bij
nog de natuur
Neen,
niet los.
uitdrukken van de natuur, wij
zooals
konstruktie
de
naar
natuur
van
zelve,
van
dat
—
terwijl
gebruik
en
grondstof,
alle
richten
zich
wikkeling
naar
bij
het
de
zich
richten
artiest
slechts
groote beginsel toepast van de beheerscht:
de omstandigheden,
beginsel
het
dat, zooals ons
van ont-
tot die eindelooze variëteit
vormen van plant en
de
in
het
levensvormen
werd, geleid heeft
geleerd
omdat
artiest het doet:
zijn,
dingen
twee
eischen
het
kan op zijne wijze evenveel
gezien hebben, waarheid van aspekt en waarheid van
domein der kunst,
het
in
hij
de pikturale
als
daarom
dier, die wij allerwegen
ontwaren Voorts
de noodzakelijkheid voelen van een plan
laat zich
dessin, dat
wel
tot
bijna eiken graad kan
verwikkeld, maar toch
altijd
al
— even-
een bepaald plan moet blijven
zeer als de menschelijke figuur toch
om
in het
worden doorgevoerd en
een skelet gebouwd
wordt dat skelet ook verborgen onder rijkdom van
blijft,
details
of
verwikkeling.
Wat
dienen zuiver
Ook
zijn
te
van de dingen
kleurbehandeling:
de
aangaat
te
wordt
modeleeren, of natuurlijk
men
kleuren
bij
dekoratie
heeft naar de grondkleur
zoeken, zonder hunne akcidenteele verlichting.
hierin dient het
Bij
en schoon, en
de
de
algemeene bij
tot
uitdrukking gebracht
te
worden.
welke wijze ook van werken met
zaak
anders,
—
ofschoon
ook
relief,
daarbij
de
De
96
eischen
hoofdzaak gelegen
van bestemming en materiaal. weglaten van het bizondere en het
in het
is,
geven van het schematische.
Nu
men
zal
vanzelf
de meest strikte toepassing der aange-
bij
geven beginselen van dekoratie, nog niet zeker
krijgen
weer
Maar
zal.
men
ofschoon
patroon,
teressant
van een
in zich, beide het letten
men ook
Het begrip van een plan
op verhoudingen
Een
en de schoonheid van silhouet.
in-
een uitvoerbaar mee
altijd
verder ingaan op de zaak komt
bij
nieuwe overwegingen.
tot
er
zijn
sluit
verband der massa's,
in
met een groot hoofd
figuur
geeft b.v. dadelijk iets ridikuuls (dit schijnt zoo algemeen aangeno-
men
dat satirieke teekenaars er al jaren op
hetzelfde lijk
kan
en waardig. Hetzelfde gaat door
nen, en een schoon geheel
is
ook
ornament-teeke-
Waaruit nog
de juiste verhouding, die moet zijn welke in
bij
sier-
hier ten zeerste afhankelijk van
het wel begrijpen der verhoudingen.
Men mag
terwijl
met een natuurlijk geproportioneerd hoofd,
figuur zijn
hebben geteerd),
men
in
niet volgt dat
de natuur vindt.
dekoratief werk, van de proportie der natuur, zooals in
de relatieve afmeting van boomen, figuren, bloemen en beesten, heel
wat afwijken, maar wat
in het
verhouding der massa's, dat
voortkomend hier
is
oog dient gehouden
te
worden, dat
is
de
noodwendig verband,
het organiesch en
de konstruktieve noodzakelijkheid. Het silhouet
uit
ook een belangrijk ding, en het kan van goeden dienst
dessin allereerst in silhouet te zetten,
omdat
dit
zijn,
is
een
den besten proef-
steen geeft voor de verhoudingen, het verband en de afwisseling der
massa's,
bruik
zooals
de
beste oefening tot het direkt ornamentaal ge-
van de silhouet,
patronen, waarbij
juist alles
Een ander punt van te
worden,
is
gelegen
is,
in
het
maken van doortrek-
op silhouet aankomt.
belang,
waarmee rekening
de passende vulling van het
te
dient gehouden
verderen
vlak.
,
De En
hebben
hierbij
gewerkt.
97
weder pikturale neigingen schadelijk
ook
ilhistreeren van
het
Bij
boeken
b.v.
hebben
manier van met losse vignetten
die onorganische
tot
van bestemming en materiaal.
eischen
een landschap dwars over een pagina
te
geleid
zij
te versieren
gooien, zonder
letten
te
op de mechanische kondities, of het noodwendig verband met den
Maar
letterdruk.
Men
heeft zich niet tot boeken bepaald.
op een waaier
treffen:
meen
te
onsamenhangende versieren
onorganische,
dat
kan het bijna overal aan-
getipt, over een kastdeur gesleept, en alge-
berde gebracht
in
onaanzienlijke snorrepijperijen.
allerlei
Ik vrees dat hiervan ook iets tot Japansche invloeden kan
Maar wanneer
den teruggebracht.
wor-
een Japansch artiest, met zijn
verwonderlijke kennis der natmir en zijn subtiele snedigheid, een
bloemen
takje
een
paneel
dat
wij
kan
Dit
zoo
is
een
volmaakte
vaardigheid, te
zien,
iemand, die veel minder sterk
niet, dat
dergelijks
iets
— in
kan gaan doen met evenveel éclat.
beproeven van koorddansen voor dat men
als het
iets
zulk
gaan meencn het vlak gedekoreerd
dan volgt daaruit nog is,
met
gooien,
zouden
teekenen
vogel ot een visch, op een vel papier of
of een
goed en wel op den grond loopen kan.
De
waarheid
dat
is
terug
dekoratie,
te
alle
brengen
deugdelijke zijn
tot
en stellige motieven
En
bij
ontstentenis van een levenden
verkeeren
de
dekoratieve
slag.
komen,
in
staat
van
kunsten,
kwijnen,
en
in
een architekturalen grondstijl
in
architektuur,
die wezenlijk uit haar voort-
verliezen
zij
tegelijk
haar
monumentale waardigheid, haar kracht en haar belang.
Want
eigenlijk
genoemde,
—
is
is
hij
stijl,
het totaal van konsideraties als de hier
die eigenschap die de
van het verledene saamvat, en hij
in
in het
deugd en het wezen
heden doet opgaan,
—
bestaat
dat hooge instinkt van smaak, dat aan een kunstwerk zijn
7
pS
De
eischen
eigenaardig
en
onderscheiden
verband
brengen met wat
te
— zoodat
is,
van bestemming en materiaal.
voorgegaan of met wat van heden
is
een groot dekoratief werk,
edelsteen in een langen gouden keten
Het spreekt vanzelf, dat
Men
het doode. stijl".
Het
noemt!
„stijlen"
geeft, zonder het buiten
karakter
is
is.
heel wat anders
stijl
het
verschil
gelegenheid
De
altijd
moge
maal
enkele
stijl,
bezitten.
maskerade spelen, hoe amuzant zijn,
de
zijn
dan wat men
de eeuw van maskerades, doordien wij niets
is
wezenlijks van ons zelf, in één woord, geen niet
is
tusschen het bloeiende en
kan tegenwoordig dekoratie bestellen „in eiken
Onze eeuw
men kan
een schakel of
feitelijk
dit
Maar
ook een
en hoe verleidelijk goed wij ook in de
van vergane tijdperken
stijlen
bonte en grillige rommel verveelt ten
terug te keeren tot dagelijksche,
zij
leste,
te
verpassen.
en wij zijn
blij
het ook eenvoudige kleeding,
waarin wij ons tenminste thuis voelen.
Het
zich
dit
is
thuis
van zooveel belang en
artiest
den
meesterschap strikt
Bij
tieve
is,
voelen
zijn kader,
De
uitdrukking
artiest
streeft
een
bepaald
in
houdende binnen de grenzen van het
beperking prikkelt,
zooal
uitvoerder
materiaal
bij
dekoratie
naar
gemak en
materiaal,
zich
die grondstof.
maken van een ontwerpteekening, behoort de dekora-
kunstenaar,
ook de
wat
en wat het verschil aangeeft tusschen den
archeoloog.
van
in
te
niet zijn,
feitelijk,
—
d.
w.
dan toch naar den geest, z.
dat de eischen van het
hem aldoor voor oogen moeten staan, zoodat juist die hem tot nieuwe motieven brengt, en zijn vinding gelijk
dat
altoos
het
geval
is,
wanneer ontwerper en
uitvoerder een zijn.
Zoo ook vinden lijn
wij, althans wat de al-belangrijke kwaliteitvan
betreft, iets moois tot rezultaat, daar
waar zonder bewust zoeken
,
De
schoonheid,
naar
van bestemming en materiaal.
eischen
gestreefd
99
naar eenvoudige l^onscruktie, het-
is
geen bewijst hoe organische en zichtbaar konstruktieve lijnen den regel mooi zijn, zooals dat
den sikkel
bij
brug, den wagen, valt op
het
schip, de
alle
ontwerpen
merken, en hoe
te
in
de zeis, de ploeg, bij
verband met grondstof en gebruik, een fon-
dit
damenteele eisch
,
is.
Gewoonlijk worden heel wat fouten bedreven
in het
pogen
tot
verfraaien door aangeplakte ornamenten, buiten verband met voor-
werp,
gebruik
of
materiaal,
natuurlijk uitspruitsel te
verciering verkieselijk
is
doen
plaats
in
zijn,
van de ornamenten een
— zoodat
de afwezigheid van
boven zulk ornament dat, 6f onschoon,
6f hoewel op zichzelf misschien mooi, niet dekoratiefis.
men
kan
lijk
tenzij
,
En
waar-
het ornament in dezen zin organiesch
zij
veel beter er buiten, vertrouwend alleen op de eenvoudige schoon-
heid van konstruktieve lijnen.
Nu
buiten
is,
goed deel
een
kijf,
dit
verval van organische dekoratie voor
wijten aan de ekonomische toestanden, en aan
te
de ontwikkeling van de machine-industrie ten bate van het onze
eeuw kenmerkende
stelsel
eeuw
ontwikkelde
verdeeling-van-arbeids-systeem
gelijk
dit
weder voor het oudere voor
produktie
weest,
van centralizatie, dat het
dat
ontwerper
de
meer of min
Want
gebruik.
machine
en
in
het
de plaats effekt
uitvoerder
werden,
dat de
is
hij
riaal,
—
buiten den
dit
twee,
en
tot
een
van
lokale
alles is gezij
beiden
teekenaar niet meer in zijn
ontwerp,
bleef van de eischen van zijn mate-
terwijl de druk der konkurrentie
durende produktie voerder
prikkel
opgevolgd,
kwam, van
van
sympathie werkte met bestemming en materiaal van dat
de vorige
in
hem dwingt
zoogenaamde nieuwigheden
onverschillig
tot voort-
en de
uit-
gereedschap wordt gemaakt.
De
,
7*
De
loo rezukaten
dat
is,
zijn
nog
zij
Het eenige wat
—
niet erger zijn,
kon worden, en
verwacht
hiervan
zooals
juist
gezien hebben.
wij
gelijk
van bestemming en materiaal.
eischen
maar
verwonderen
te
menschdom
het
is
valt
altoos
beter dan zijn stelsels geweest.
Wat den
—
machine,
werk,
uitvoerder, den
enkele,
een
tot
en
—
gedoemd
een deel van een
slechts
op waardeering (indien een oneindig klein
kans
zoo
produkt
een
in
nomen,
betreft, hij wordt,
bezigheid,
persoonlijke interesse in, en samenhang met zijn
al zijn
alle
aandeel
werkman
eentonige
doordat
kon geven), wordt hem ont-
iets
sukces, met het eindrezultaat, voor den
alle
principaal blijft weggelegd.
dezen stand van
Bij
zaken
zoogenaamde kunstindustrie
Waarnaar hebben wij dan stand van zaken
lijke
Want tieke
ideaal
die
wij
tenzij
hebben,
wat
is
zij
al
is.
streven?
Wanneer
dan de ideale
meenen onder de
of industrieele te
is,
wat
te
bevreemdend, dat onze
het niet
is
is
toestanden
de werke-
dit
?
best mogelijke sociale, poli-
leven
te
,
—
dienen wij eenig
zou het onbewust zijn, gelijk de aartsvader
onwetend engelen herbergde.
Welnu, wanneer men
het
met mij eens wil
zijn,
i°.
wat aangaat
de levensvoorwaarde, voor het doen ontstaan van goede dekoratie en
dingen
houding de
van
van
ontwerper
verhouding
heeft,
—
duktie van
dagelijksch
van
den
dan zullen wij
gebruik
,
—
2°.
en uitvoerder dezer
producent zelf tot
tot
wat betreft de verzaken,
—
deze dingen
3°.
hoe
te zijn
de slotsom komen, dat voor de pro-
schoon en welgedacht werk,
men levensvoorwaarden
noodig heeft, waarin schoonheid en gedachte gelegenheid hebben
ontkiemen
en
te
zoo natuurlijk
als
volgroeien
uit hét dagelijksche
in het voorjaar
de appelboom
te
leven en doen,
bloeit.
Maar
dit
De
van bestemming 'ö en materiaal.
eischen
loi
zegt niets minder dan dat gezondheid en beschaving, en een Icrach-
en vervuld, hoezeer oolc eenvoudig leven, voor ieder open-
tig
mannen en vrouwen zonder onderscheid; en voordat deze kondities kunnen worden verwezenlijkt, is het noosta,
voor
dig,
dat
beiden,
de
En nu komt beschouwen
als
zaak;
toevallige
de
brengselen,
van
het
leven.
In
het
mee
te
werken
een
ideaal
kelijk
methode ons in
doel,
der
inrichting
ringen ondergaan
—
maatschappij fondamenteele verande-
zal.
het
dan
op deze hoofdzaak aan:
Of
wij kunst
een volkomen op zichzelf staande, individueele,
dan wel of wij hoogste
in
haar en hare schoone voort-
levensspruiten
zien,
noodwendig afhan-
karakter, de idealen en de verhoudingen van dat laatste tot
geval,
is
het de moeite
waard, inmiddels
de verwezenlijking van zulk een leven en zulk
hetgeen
hoe vreemd en weinig rechtstreeks eene
,
ook schijne
evenwel de kortste weg
zal blijken
tot
dat een wezenlijke herleving der dekoraticve kunst
is,
dit
,
hare verhouding tot bestemming en materiaal.
HET BELANG DER GEBRUIKSKUNSTEN EN HARE VERHOUDING TOT DE SAMENLEVING. De mensch gint
aan
niet
vervuld,
in
kunst te
omdat
natuurlijke uiting
en oorspronkelijken staat, be-
zijn natuurlijken
in is
denken, vóór
haar wezen,
zijn fyzieke
behoeften zijn
de kunst ten slotte slechts een
van geestelijk leven,
in
vorm, kleur, of
lijn,
gesproten uit overvloed van levenskracht. Alleen onder wat de mo-
derne beschaving wordt genoemd,
is
deze natuurlijke orde van zaken
kunstmatig omgekeerd, en worden de menschen er toe geforceerd, ten minste te
pogen kunstvormen voort
fyzieke behoeften te voldoen. in
te
brengen,
om aan hunne
Onze moeielijkheden en dwalingen
kunst, moeten grootendeels direkt of indirekt aan dezen stand
van
zaken
geweten
worden:
al
de afschuwelijkheden
,
in
naam
der kunst bedreven, van af de produkten van den arme, wien de
nood
er
toe
brengt,
met wit
krijt
op de
trottoirs te
teekenen,
De
gebruikskunsten en de samenleving.
103
door de tallooze lorren en ijdelheden van hec mooie winkelraam heen,
de
tot
van het broodwerk,
wanproduktie
verfijnde
de
in
tentoonstellingen van Schoone Kunsten.
Toen de
primitieve jager in zijn hol, door zijn vroegste proe-
ven
van gebruikskiinst,
een
voorraad
begon
hij
van visch, wild en bonten dekking had veroverd, jachtindrukken weer
zijn
lievelingsdieren stellingen
van
voorbeelden
den vorm van viiursteenwapens, zich
in
hun beenderen
in
van
zijn
kunst,
kunst-impulzie eer nabootsend
of bizon, werkelijk de eerste
zou is,
zijn
Indien deze voor-
krassen.
te
mammoet
rendier,
geven, en de vormen van
te
men zeggen,
dat de vroegste
dan expressief of dekoratief,
—
eer in den geest van den pittoresken schetser, die zijn indrukken
van
vormen noteert, dan
werkelijke
van de geordende,
in dien
systematieke kunst van den dekoratieven teekenaar, die de natuur-
vormen en kleuren gebruikt, ongeveer zooals de muzikus
lijke
om
noten,
om
zijn
een melodie
te
maken.
hebben wij ons misschien
te
troosten
een rythmiesch samenstel,
Indien deze stelling juist
is,
met de gedachte, dat
de tegenwoordige algemeene woede voor
het
pikturale,
uit
gevoerd
wij
worden
zullen
tot
meer ideëele en
intellektueele kunst.
Hoe ook een dessin
in
het
bewuste vinden van
zijn
wil, het inbranden
of
in
is
gegaan,
hetzij
met het gloeiende
en haar aanwenden tot
Whistier het
uit, zooals
staafje
door den ledigganger,
de zachte klei van den primitieven pottebakker,
vrijwel uit
werk
lijn
aannemen,
dat
— men
kan
bepaalde primitieve patronen voortkomen
bepaalde eischen van konstruktie, zooals de
sche vlechten van de rietmat,
boek der natuur ontleend
in
zooverre
zij
zijn, zooals aan de
ruit
bij
het haak-
niet uit het patronen-
schubben van visch
of slang of aan den waaiervorm van blad of schelpen.
Het belang der gebruikskunsten
104
Een van de
van
impulzies
natuurlijkste
en hare
mensch,
een
ergens opzetten van een streep of een kert, wanneer
doen
Wij
heeft.
De
eene
het
niets te
kunnen de ontwikkeling van deze neiging
kinderen nagaan.
bij
of streep geeft weer een andere
lijn
de hand, en strepen die elkaar in een bepaalde orde opvol-
aan gen,
om
hij
is
aangenaam
blijken een
maken.
effekt te
Ribben van
lijnen
aarden vaten heen, werden bevonden die voor het oog aan-
trekkelijker
maken dan
te
schotels en jachtmessen en jachthorens,
menschenhuid neigingen
zelf,
dit
tot verciering
De
gehouden.
effen
handvatsels van
bogen, aksen,
ja zelfs
de
bood gelegenheid voor die vroegste
alles
met ingesneden of gekleurde
dessins.
De
gereedschappen van voortdurend gebruik^ van welke metterdaad,
zoo grof
als
gemeenzame,
zij
waren, het bestaan afhankelijk was,
meest
oogen
ot in
kunst
werd besteed,
handen had, die
—
waren de
zij
toen
— de meest
men voortdurend voor
dingen, die
nuttige
eerste zaken aan
werkelijk
en
welke
„gebruiks-
alleen
kunst" was. Indien wij de uitingen van kunstzin door de groote tijdperken der
geschiedenis
kunst,
heen overzien, zoo zullen wij altoos leven en
schoonheid
hoogste
artistieke
en gebruik, hand
in
hand zien gaan, en het
kunnen wat vinding en uitvoering betreft, be-
steed vinden aan bekers en schalen, lampen en kruiken, aan klee-
deren
en
cieradiën,
aan
wapens en harnassen.
Wij
zullen de
hoogste verbeelding, de fraaiste vinding, en zelfs vernuft, humor
en
satire
in
den dienst vinden van architektuur,
sentimenten van het volk: gemetseld der
kathedralen, of stralende
wanden of flonkerend
in
uit
in
als
spiegel der
koorzijden of verwulfsels
de vensters, geschilderd op de
pracht van mozaïekwerk
,
of met einde-
loozen rijkdom in koorbanken en bidstoelen gesneden.
'
verhouding
Onder
ekonomische
die
de samenleving.
tot
toestanden,
toen
105
alle
dingen gepro-
duceerd werden ten dienste ot ten genoege van iemand,
om
van, zooals nu, alles
ontving
volkomen
— was de
ambachtsman een
artiest,
handen een karakteristieke schoonheid.
zijn
uit
ornament,
organische
van
eischen
winst,
Maar met
bestemming.
en
materiaal
gansch
zich
richtte
de
volkskunst,
kunst
die
de
onze
heel
hebben
gemeenzame zaken en des
der
gemeenen levens, gedood, en ontwaken tot het
heden tenauwernood
zelfs
besef daarvan.
Onder
kommercieele
het
van produktie en
stelsel
ruil,
alle
is
kunst scherp in klassen verdeeld, evenals de maatschappij die afspiegelt.
Sinds
hebben
verkoopen, hebben
ten
een
te
tot te
hebben
het
als
een
ware
handelsartikel
Zoo hebben
doen.
hebben
gruis
om
zaken
vooral
dien
den
gemiddelden
schoonheid
en
nut
—
smaak
geëtiketteerd,
dat
zijn
of terwijl wij de
en
te
gerieven.
Wij
in hokjes geplaatst
industrieele kunst,
kant-en-klaar
vorm van
onder de
ons
wil
van
is
van lieverlede alle
koopen, geleerd, onder „kunst"
draagbaar
stelsel
Zoo
begrippen van kunst, evenals
olieverf-kabinet-kunst te verstaan.
groot,
met
Wij hebben dekoratieve en
publiek,
andere
het
als
toegepast op nijverheid" zooals het zoo fraai geheeten
groote
omdat
zij
toonbank
moeten wij
wij
wordt, en dan de „schoone" kunsten nog. het
den
gemalen, beproeven wij er een mengsel
geheel
kunsten
de
onder ons bereik.
over
wij er de weegschaal en gewich-
en beiden afzonderlijk verpakt,
leveren
of „kunst
alles
met
handelsartikel
gescheiden,
van
wij
—
noodig
bij
twee
en
Het
naar
industrieele organizatie van arbeid en machinale productie,
wij
stede
in
en
En
vaak
dit is niet
spekulatief bezit, de
geheel onbgrijpelijk,
goedkoope machinale produktie
gewone gcbruiksdingen hun bizonderen
in
aard, hun
Het belang der gehridkskunsten
io6
beteekenis, en hun karakter te
Wij
verloren.
zamen met hun schoonheid hebben voor eenige bizondere indivi-
gevoelig
niet
zijn
en hare
dueele poging tot idee of vinding, in een voorwerp dat er slechts
een en
van de duizend desgelijks gefabriceerden.
is
bekers,
meubels, even
en
om
ceerd worden
Borden, glazen
het snij- en paneelwerk van onze
Het
andere handelsprodukten beschouwd.
als
alles niet juist
tafels,
metaalwerk van onze haardsteden, worden
zelfs het
onverschillig
wordt
en
stoelen
—
voor u of mij gemaakt,
het moet gefabri-
Pauw evengoed of even
Jan, Piet en
slecht te
voorzien; en misschien vinden wij het nog aardig dezelfde dingen elkanders
in
aan
huizen
treffen.
te
Wij weten
mode
De
duurt.
handel eischt elk seizoen
dat
om
cieraden enkel gemaakt worden, tot verkoop
zijn
meubelen en
winst zoolang de
„nouveautés", en
het zou niets opleveren, iemand rustig in den stoel te laten zitten, die is
deugdelijk
en
wel voor
het nog beter dat hij,
inzakt,
in
behanger
om zoo
onzekerheid,
zijn
zijn
op
Dan
grootvader was gemaakt. te
zeggen, tusschen twee stoelen
welke
met vertrouwen aanbevolen
van
de
vele
door den
van zetels,
stijlen
hij
zich
neer zal zetten.
En
men vervolgens in het algemeen, wat de kwestie van de kunstbewerking der wanden van zijn woning betreft, in een is
betere
konditie?
Men
kan niet verwachten dat iemand kostbare
en blijvende dekoraties van buiten of van binnen zal aanbrengen, ten profijte van zijn huisheer.
heel
en
blij
tot
wel,
men
als
geen
te
zijn
tegenwoordig
al
een leeg honk vinden dat hun tamelijk voldoet,
gekken
prijs;
en
wat
de
dekoratie
aangaat,
heeft altijd nog verf en behangselpapier.
Natuurlijk volledige
zij
De menschen
kan de
grammaire
rijke
van
een groot architekt nemen, en de
ornamentleer
wonen.
Hij
in
een
kan de
verhouding
samenleving.
tot de
107
bekleeding van Italiaansche tempels of graven laten komen, en den
om
buit van Oostersche moskeeën,
middagmalen of
te
om
huisgoden
zijn
hoog of zoeker
om
de
—
maar toch, met
vermogen
het
vroeger
dat
er
voor haar
is
te
van zaken geraakt
gemak
het
industrieelen
maak overstroomt, zucht,
die
voortgang
is
tijd, te
gedaan heeft en nog
is,
om
de kunst van
dat wij tot een zonderlingen
ik
Want
zijn.
onzen
in
terwijl aan in
den eenen kant
dingen van gebruik', en
ontwaakt, bestaat aan den ande-
gevaar, dat deze verstikt zullen worden, door dat der
zelve
zij
voortgekomen
uit
een nieuw verlangen daarnaar kant
herlevende belangstel-
de merkwaardige bedrevenheid,
al
verveelvuldigen, voel
te
wat
nieuwe gevoeligheid voor het schoone
ren
Groot
bestellen.
daar zal ook de winst-
feitelijke
al
doet voor onze opvoeding, met
stand
is,
te
Niets
beoefening van de gebruikskunsten
en
in,
ignoreeren,
en
ook
zijn.
Ik zou de laatste wezen, ling
stijl
Waar uw wensch
laag.
te
welken
in
ondernemingszucht.
kommercieele
de
is
te ontbijten,
Het kost maar een enkel woord,
biljarten.
te
midden daarvan
te
produktie, die de markt met na-
— voortgestuwd
de
trots
zelfs
de
door de handelsondernemings-
der eeuw, en die in haar noodzakelijken
is
overblijfselen
van kunst en schoonheid der
Zoodat
het aangezicht der aarde verdwijnen doet.
oudheid,
van
van
ons
geschreven
dat
met de eene hand verzamelde, wat het verstrooide met de
zal
worden, hoe wij een geslacht waren,
andere.
Ekonomische toestanden stenaars
der
te
zijn.
machines,
geworden.
Zij
—
Iemand
en die
zijn,
beletten
onze handwerkslieden, kun-
algemeen
ontwerper
en
geschiktheid
genomen, uitvoerder tot
feitelijk
zijn
er
slaven
twee
ontwerpen toont, heeft
Het belang
io8
weinig kans ooit
den
tijd niet
worden
anders dan ontwerpen
iets
proeven
wat voor
beste
der gehridkskunsten en have te
maken.
nemen of nieuwe paden
te
dit specializeeren
tot
Hij heett
vinden.
te
Het
een enkel ding gezegd kan
is, dat het een buitengemeene mechanische of technische
gemakkelijkheid geeft, ten koste van
moge dan
niet doenlijk zijn, in
alle
andere kwaliteiten.
meer dan een kunst
Het
het hoogste
bereiken, maar de kunsten illustreeren elkander, en de kennis
te
van andere kunsten en haar middelen en grenzen, komt zeker ten bate van het
werk van den kunstenaar,
in
dat
wat hem het meest
vervult.
Wel
waar
is
hoort
men van
enkele artiesten, die, ofschoon
voor de wereld hun naam onafscheidelijk verbonden
vorm van
deren
pikturale
kunst,
nochthans
is
aan een bizon-
een geheime liefde
koesteren voor een kunstambacht.
Zoo
de
is
scheiden
persoonlijk
aan
kunst er aan
Herkomer buitengewoon bedreven
schilder
andere
kader biedt het
in
en vooral in ijzersmeedwerk.
kunsten, hij
ver-
In een
een oplossing van het probleem, hoe
dagelijksche
leven te
huwen,
zijn beste
krachten
wijdend de gebruikskunst, archiktektuur meegerekend, mo-
numentaal
te
maken.
En
hij
geeft daarmede een voorbeeld, niet
enkel van de macht van persoonlijke leiding en organizatie, maar
ook
van
de
macht van samenwerking en eenheid van kunstbe-
doelingen, gebazeerd op, en gedragen door familie-overleveringen
van métier en vinding. Een andere opmerkenswaardige bizonderheid is
de wijze waarop
hij
aantoont, hoe wetenschappelijke en mechanische
vinding dienstbaar kan worden gemaakt aan kunstbedoelingen. In
zoo
verre
zulk
een
gebruik
niemand veroordeelt haar
slaaf te
wezen, zou het een natuurlijk en redelijk aanwenden van de machine zijn,
haar
het
preparatieve, het geestelooze
werk
te
laten
doen,
verhouding
zoo
en
het
de samenleving.
tot
handenwerk
fijner
te
bewaren,
109 voor wanneer het
wezenlijk effekt krijgt.
Nog
anders trot mij in Herkomers werk, en dat was het
iets
poëtiesch gevoel, dat
Wij kennen
gelegd.
een
huisraad
stuk
sommige van
in
hij
bouw of
gesneden kasten had
allen de bekoring, die verloop
Nu
geeft.
of zelfs hooger macht dan de van
zijn
van
tijd
aan
heeft kunst in huisraad dezelfde,
tijd,
want
zij
kan door schoonheid
uitvoering, aan een kabinet, een stoel of een haard-
gansch eigen poëzie verleenen, subtieler, doordringender
stee, een
meer vervullend dan misschien eenig andere kunst, door het
en
verbonden
onafscheidelijk
Maar wanneer
drama daarvan. den
aan
het dagelijksch leven en het
wij het
maken van deze dingen
overlaten, hoe kunnen wij er dan iets van dien
handel
van verwachten?
aard
aan
zijn
Hoe kan
een armstoel omgeven zijn
b.v.
van eenige poëzie, wanneer de kunst er evenmin
als
de
tijd
iets
aan gedaan heeft.
En
toch
is
daar geen voorwerp van het gewoonste gebruik in
onze huizen, waaraan niet nog kennelijk eenige poging
om
het voor de
kig
weest, en
is
gekomen van
te
maken.
besteed,
Maar ongeluk-
meer eenig individueel gevoel bezig ge-
hiertoe thans niet
is
volle
mcnschen prezentabel
is
het streven naar mechanische gladheid, in de plaats dat afgewerkte, dat alleen door
zorg verkregen wordt.
nadenken en
Deze ornamentale pogingen
liefdezijn te
omdat het oog gericht was op de markt,
blijkbaar bijbedoelingen,
en hare blinde kansen. Het ornament dat op eenig voorwerp van gebruik en
een
den
is
aangebracht,
lust
ellendige
dienen
type
in
zijn
rafel
en
is
in
stede van een uiting van het gevoel
werk van wie het maakte, maar uit
vormen
een doode dekoratieve vrij
goed
taal.
al
En
te
vaak
zelfs al
voor het doel, kan zoo
iets
1 1
Het belang der gehruikskunsten
o
geen het
brengen
licht
in eenig
maar een produkt
en hare
oog of vreugd
in
eenig hart
,
omdat
van vreugdeloos sloven en konkurrentie,
is
omdat het de mechanische valsche bekoring heeft van het handels-
den
bestemd
dat
artikel,
Dit
onbehoedzamen en onnoozelen, met
waan
oogenblikkelijken
voor zich krijgen,
de
is
eenigen kunstsmaak
iets
zij
begeerlijks en schoons
verschalken.
te
vulgarizeeren
onzalige
dat
te
van het ornament, kan, verre van
kweeken,
niet anders
doen dan het aange-
boren gevoel voor schoonheid bederven, dat zich met genoegzame
medewerking ontwikkelen zou, zooals het
en
vrijheid
Laat de handel zich er
deed.
in
dat altoos
zijn rare uitdrukkingswijze toch
op verhoovaardigen „de kunst onder ieders bereik"
niet
gen, want hoe zou niet
bren-
noodzakelijk kunnen zijn, wanneer kunst
dit
buiten elks bereik was gesteld?
eerst
te
En wat zou
ons kun-
nen schadeloosstellen voor het verwoesten van heele landstreken, voor
en
door
opstoppen van de menschen
het
alle
in
onze steden, waar-
begrippen van menschwaardigheid en schoonheid, voor
millioenen niet meer gelden kunnen.
De
kunst
kunnen wij voorstellen
als
de schoone Andromeda,
geketend aan de rots der moderne ekonomische verhoudingen, ten prooi aan het alverslindende monster in het zoeken naar winst, totdat de bevrijder
Dit stelsel lijke
is
zonder
—
kome. overdrijving
de
stand van zaken.
Onder ons
van gecentralizeerde industrieele produktie, worden plaatsekunst
en
alles-bruikbare
genoegen hij juist
gedood, de handelsmachine
industrie
modellen,
nemen
,
—
wenschen zou.
aanvaarden, en voor
alle
en
er
de
massa moet met
eischt voor-
alles hetzelfde
kan niet voor elkeen gefabriceerd wat
Men
moet de
laatste
handelsnieuwigheid
tekortkomingen zich tevreden stellen met de
1
verhouding
samenleving.
tot de
verzekering, dat dit nu het allernieuwste
algemeen mode
zal
En daarom
zijn.
meer van den ondernemingsgeest van een van
tradities
een
volk
,
firma,
ons
naar gelang van
van
den
nauwgezetter
om
is
en
kunstenaar,
voor zichzelf,
enorme
ten slotte ervaren moet, dat
te
zonder
hij,
om
tijd
geven,
te
des te grooter moeite zal heb-
hij
komen.
verschillen
als
er
tegenwoordig
in kunst,
wat belooning en kans op waardeering aangaat, bestaan, niet
bemoedigend voor den kunstenaar,
taal
werkt,
bevinden dat
te
naar
een
zeer
kans
op
beide,
zoo
zoolang
met
hij
in
persoonlijke
alle
het
betrekkelijke achterstelling en
erkenning en is
Zoo lang
stoffelijke
als
de
belooning,
van den pikturalen
artiest,
zal, ten spijt van de beste kunst-ambachtscholen, en het
macht willen leiden van het kunstgevoel
in
stroom, elk aankomend kunstenaar, die wat meent blijven
is
die in hout, steen, of me-
lagen loonstandaard leven moet.
het oogvallend ten voordeele
in
uit-
de ambachtsman meer in den geest
mate
naar
aan zijn kost
zulke
Bij
men
als
beoefenen, van
te
zorg, het gevoel en de vindingskracht, die
de
besteden, —
ben
mooi en
alles
is
ontwerpen en
van
schoonheid
door
nemendheid van uitvoering,
werkt
dan van historische
Het
van de ambachten met geestdrift
onderscheiden
te
wij
onze gebruikskunst
spreken van de dingen van dagelijksch gebruik met kunst
te
bezielen,
te
al
of van wat een ras van kunstenaars of
uitoefenaars van eenig ambacht vermogen.
wel,
en zeker binnenkort
is,
spreekt
1 1
zich
onder
de
reeds
zijn rechten
te zijn,
geneigd
propvolle gelederen der schilderij-
schilders te scharen.
Ik
geloof,
dat
wanneer de kunst-ambachten
toonstellingen, die nu feitelijk slechts aan één
in
publieke ten-
vorm van
kunst zijn gewijd, erkend werden, daarmede reeds
iets
schilder-
goeds zou
1
Het belang der gehruikskunsten en hare
2
1
gedaan
Het
zijn.
onderscheiden
bouw en
gaan
lieverlede
En
dan schilderij-schilderen.
anders
iets
van
zou
publiek
in
zou tenminste kans geven zich persoonlijk
beseffen,
te
het
schoonheid van
dat
uitvoering ook wat waard, en dat de kunsten
stoffelijke
wezenlijk onafscheidbaar verbonden en onderling afhankelijk
zijn.
Er
is
geen
bestaat
grooter
en
kleiner
kunst, en
alle
kunst
in
zekeren zin gebruikskunst.
Wij
worden
bewust, of onbewust, beïnvloed door onze
allen
omgeving.
Wij kunnen door onze omgeving gevoelig worden voor schoone vormen,
lijnen
en
leelijke
en kleuren, en afgestooten door of schuw tegen
—
grove,
en wij kunnen nauwlijks
hechten aan de vormen van gebruikskunst, intieme verwantschap met ons leven, in
al
als
zijn
veel gewicht
te
wij
letten
op hun
bronnen van edeler
genot.
In
die
vroegere tijdperken, die wij
als
de groote kunst-perio-
den beschouwen, waren de kunsten en de ambachten en
innig
onderling
bezwaarlijk
tot
verband.
De
hoogen
bloei
zoo
in
harmonie
Renaissancc-schilderkunst zou zijn
gekomen, ware
niet
zij
op den stevigen grondslag van de kunstambachten gebazeerd geweest, want
zij
geleek een juweel, in niet minder fraaie omlijs-
ting gevat, van allerlei dekoratieve kunst,
dan een Florentijnsch schilder
gekomen
is.
En
uit
heel
de
uit
— en
wij weten dat
meer
de goudsmidswerkplaats voort-
vijftiende-eeuwsche schilderkunst,
zouden wij een volmaakt overzicht van de dekoratieve kunst van toen
kunnen krijgen, door de schoone onderdeden
die de schil-
derijen verrijken.
Een
herstel in
dezen zin
schijnt mij wenschelijk. Ik
zou aan
alle
kunstopvoeding, een opleiding in eenig kunstambacht willen doen
verhouding voorafgaan,
als
voor schoonheid
tot
de samenleving.
113
het bcsc dienstig tot de ontwikkeling van den zin in
het praktische leven,
van het belang hiervan,
juist
om nog
niet te spreken
voor onzen industrieelen
tijd.
KUNST EN KOMMERCIALISME.
Een in
als
schitterend schilderen,
van dien aard uitsluitend
hebben
kunstperiodes is,
belangrijks
en
leeft
men
het
werven en fabrieksschoorsteenen,
tijd
torens en paleizen, indien
dat
is,
wanneer men verbeelding
woorden zoowel
zij
niet langer
vrij
bestaan,
is
—
dat
maar
zie
slot alles
onder het
even mooi
juiste licht,
die treffende eigenaardigheden
maar
in
fraai zijn als in
vroeger
schemer gehuld blijven
kan zien wat ze eigenlijk
hen op
kunst
en sterft met den kunstenaar.
van het moderne landschap, precies zoo
en de
in
vernamen wij, dat per
voor een schilder, mits
dat
schitterend
heeft onlangs verkondigd, dat er nooit dingen
als
persoonlijk
Onder meer is
impressionist,
te
eieren,
—
zijn,
met de poëzie van
vervlogen tijden.
Wat kiemen ten,
zij
voeren
van waarheid deze beweringen ook mogen bevatons
slechts
terug tot de vraag wat kunst
is.
—
5
Kunst en kommer cialisme.
,
Als
alleen de kunst
zij
is
de
natuur
van fabrieksrook
en stadswalm,
zelfs
maar bekeken mag worden met
alleen
1
van den impressionist, het geschilderd
relaas der kinderen van nevel, als
1
half-dichte
oogen, en men met gruwelijke troosteloosheid de morsige buitenwijken zien
en
—
helle-stroomen
van moderne steden maar heeft aan
te
dan waren vroeger eeuwen wel armelijk bedeeld wat
ja,
kunst betreft. "Wat zeggen ons de zuiver-gehouwen nobele skulptuur,
en de vaasbeschilderingen der oude Grieken?
van
en
eens
op
is
te
de Aziatische volken, die zoo kwistig
spreken van haar toppunt van glorie
Zou
om nog
groei
in
schilder- en
van plastiek en hand-
schoonheid
die
al
voortdurenden
haar
in
zegt de onuit-
wat toen door menschenhanden ging,
al
beeldhouwkunst?
werk,
van
middeneeuwen en vroeg-renaissance,
de
aangebracht niet
vindingrijkheid
dekoratieve
puttelijke
Wat
door
ontwikkeling
en
de
eeuwen heen, dan gehangen hebben aan den draad van het leven van
twee
of
een
opschieten
stoelen,
geniale
mcnschen,
grillig
die
padden-
als
algeheele onverschilligheid, onwetendheid
uit
en bederf?
meening
Zulk eene
Wanneer
evenwel
op
voeden heeft,
te
doelend op de kunst van dezen
dat
den
kunst
is
hooger
maakt
een
teeken
des
tijds.
zulk een individualistische niet;
tijd, niet
en
zij
zou,
alleen
ver bezijden de waarheid
een weinig onderzoek en overweging, zou blijken
uit
dieper
mensch of
geluid, in
Maar
is
bevreemdend nog
zoo
kunstopvatting
vallen.
alleen
iedereen vecht voor zijn eigen zaak, en ieder artiest zijn
publiek
eigen
is
wortelt.
de
in
Het genot van schoonheid,
natuur,
hetzij
in
licht,
kleur,
hetzij
in
vorm of
een gemeen bezit en een levensbehoefte, zooals het dat zin
altijd
volmaakter
dan
moet een
zijn,
beest
zoolang te
de mensch aanspraak
wezen.
En men
dient te
8*
1
1
Kunst en kommer ciaüsme.
6
bedenken,
dat
sommige beesten en vogels gevoelig
voor bepaalde kleuren en effekten, en
geworteld
diep
werd
ontwikkeld
zeden
gewoonten,
en
waarden
—
noorden
of zuidelijken
Kunst
in
is
algemeene
met
al
sentiment,
in
tastbaren
Maar
ik
zou
—
poëzie,
dat
geroerd
voelt,
en
wordt
door
de
ieder
wordt
door
een
dat
van
dit
meer of min
wiens
hart
magische der schoonheid
het
haar
ieder,
muziek, door de muziek
van
die
verhevenheid,
die geroerd
vreemdheid van het wisselende levensdrama: dat
ieder die iets van een trilling ontvangt van de harmoniën in artiest
is.
Zoover wij kunnen oordeelen
bare
slechts de taal
welsprekenden vorm uitgespro-
zeggen geluid
het
een
de natuur, een latent
wel
draagt zaad, en
hij,
of onbewust
bewust
dat,
hartstocht,
wordt.
een
bloeit
vormen, meestal
haar
bewogen wordt door in
levensvoor-
door allen, door betrekkelijk weinigen geheel begrepen,
gevoeld
ken
zonneschijn,
en
sneeuwvelden van het
in
op nieuw.
ontluikt
en
denken
door
beïnvloed
de menschen wonen,
waar
orde maar niet
in
of onbeschaafd, gewijzigd door eeuwen van
beschaafd
aard,
in
buitengemeen
die zoo
is,
den mensch. Verschillend
bij
gebleken
reeds overtuigt ons, hoe
dit
de natuur deze zin
in
zijn
de
invloeden
gekruist
uit
haar geschiedenis, schijnt het
kracht van kunstuiting, bepaald als
en
van
land,
vermengd
—
klimaat
en
spruitend
zij
karakter uit
nietig
is
door de ontel-
—
voortdurend
begin, en mee-
gaande met het leven der volken door verschillende trappen van groei, ontwikkeling en verval,
—
of deze kracht dan haar edelste
en schoonste vruchten heeft gedragen, dekoratief en aan de bouwkunst
op
een
zekere
in
de tijden dat
gehuwd was,
alle
kunst
techniesch berustend
doorgaandheid van traditie, intellektueel op een
Kunst en kommer cialisme.
'
1 1 "j
zekere overeenkomstigheid en algemeenheid van gevoelens, zonder
welke kon,
om
hooge volmaking onder een volk bereiken
haar
nooit
zij
—
eindelijk het opperst zich uit te spreken in publieke
monumenten. Het
is
afhangen van een
duidelijk dat, aangezien deze omstandigheden
den levensboom van den
aan
moet
het rezultaat
aangezien kunst
aantal andere,
zijn
innerlijken
is
mensch,
de bloesem ten slotte
zij
van de sociale, politieke, en ekonomische
toestanden der samenleving.
Wij behoeven oudheid,
slechts te
of aan de kolossale overblijfselen van de verloopen be-
schavingen
in
het Oosten,
van Griekenland en
hoogste. Het
bijvoorbeeld,
er
in
effekt is
als
steen
in
gehouwen overwinningen
kathedralen en publieke
In zulke
gebouwen
van een gebouw
als
legenden
gebouwen
bereikt de kunst het
de San
vorm geworden muziek,
harmonieus, de
opgeteekend,
de
Rome, of de
van de midden-eeuwen.
prachtig,
denken aan de tempels en paleizen der
Marco
rijk,
te
Venetië,
geheimzinnig,
en symbolen van een geloof
en het begrip van hef groot-algemeene over-
eenstemmend met het weten en de verlangens toen, der menschheid: plechtig, ontroerend en waardig.
Hier, lektieve
zoowel
als
werk van
bij
onze katedralcn,
artiesten en handwerkslieden,
de eeuwen, en wij voelen er
—
en
in
zoowel
het als
kol-
van
belichaamd de hooge verlangens,
in
het godsdienstig sentiment, den tijd,
gevoelen wij
humor en de
satire zelfs
van den
de stem van den bouwmeester, den metselaar, den
beeldsnijder en den glasschilder,
hooren wij de stem van gansch
een volk.
Maar wanneer nu iemand daar
in
een
zoekende de ideeën van den
moderne kerk zou komen,
tijd,
zou
de ideeën vinden van den nieuwen prediker.
hij,
vrees ik, alleen
1
1
8
Kunst en kommer cïalisme.
•
De
waardigheid
wegslependheid
en
der kunst van voorheen,
wordt meestal dank geweten aan de omstandigheid, dat namelijk gewijd
werd aan den
dienst der religie;
omdat de godsdienstige denkbeelden het diepst vat hadden
alleen
op den menschelijken geest
—
omdat
andere
alle
ideeën in de
godsdienst-idee opgingen, en de bron der kennis geheel
der
voor-
zij
maar datkvv^am
priesters
De
was.
kunst geeft,
naar haar aard,
in
handen
uitdrukking
aan heerschende denkbeelden.
Maar
kunst
beiden,
broken,
deze
en
en godsdienst, zijn sedert in stukken ge-
deelen
saamgevoegd, dat
niet
zij
dikwijls zoo klein en zoo kwalijk
zijn
in staat zijn
eenig denkbeeld weer te
geven, hetzij dan zoo zwak en valsch, dat de menschen, zoowel de kunst
als
de godsdienst wantrouwend, zich keerden tot de natuur
en de wetenschap, die
bij
de sterkste geesten de plaats van beiden
gingen vervullen.
Maar
dit
per
hetzelfde,
slot
andere
der
Het
zintuigen.
men
alsof
zeide,
dat
het
wordt door meerdere gevoelig-
van het gezicht vergoed
verlies
heid
is
met dat
al
denkbeelden
te
blijft
een
ernstig
verlies.
Laat de
ons
kunst
matig
in
de
tijden,
is
dezen
staat
groote
eene
trachten
niettemin
ook
zij,
verschil
gelegen
ons
tijd
in
de
geeft,
waartoe
tusschen
hoe zij
onze
gebracht
terug
kunst
het gemis aan wat
vinden,
die
verbrokkeld en kunst-
en
men
die
is.
Het
van vroeger
de burgerlijke ge-
meenschapskunst kan noemen; die volkskunst, die saaragaat met het
gewone handwerk,
—
de
wever, miesch,
spontane
den
niet
ingeboren
beeldsnijder
kommerciëel,
te
scheiden
kunst
en
den
industrieel,
van
leven en praktijk,
van
den
pottenbakker,
metselaar,
die
kapitalistiesch
ons
den
ekono-
konkurrentie-
9
Kunst en kommer cialisme. door
stelsel,
om
produktie
de
en
van
vercieeling
arbeid,
door
1 1
fabriekssysteem
het
Ja, deze driehoof-
winst, vernietigd heeft.
dige Cerberus heeft de kunst verslonden, tegelijk met de welvaart
en de onafhankelijkheid van het volk, en blaft onverzadigd voor
„Laat varen deze
houwen,
de teelgrond waaruit
in
die, sedert
en
haar
steel,
te
om
eene afzonderlijke klasse van „schoone
als
hebben toegekeerd aan haar nederige
rug
om
ambachten,
de
andere kunsten
alle
groeide en uitbotte,
den rijkdom, de mode en de weelde die-
zij
den
die
verwanten,
boom
juist
de meer verfijnde wijzen van schilderen en beeld-
nen, gebrandmerkt staan
kunst",
cierlijke
staat:
Maar
die hier binnen treedt."
gij
waar de
en
bloesemen
te
was
volkskunst
ontsproten,
hoop,
alle
waarboven geschreven
fabriekspoort,
berookte
zwart
de
kwijnen en
nu, afgesneden
verleppen, of
te
te
bloemen van
als
blijven
dwalen
als
schaduwen en vermommingen van hare vroe-
fantastische geesten:
gere schoonheid.
Maar kalmweg wordt ons dan de moderne kunst niet streeft
De
verteld „te moeten erkennen, dat
in die richting (die
van schoonheid).
schoonheid volstaat niet langer voor ons." Dit
komt van de Franschen,
Het
genoeg.
nadrukkelijk
is
duidelijk en die zich in
zaken van smaak het diktatorschap over heel de wereld aangematigd
de
een
hebben,
ten minste
aesthetiek
wat schilderen
Eugène
van
Véron.
Ik citeer dit uit
betreft.
Het boek
is
een proeve
wetenschappelijken grondslag en een redelijke standplaats
vinden
voor
de
kunst,
samenleving,
—
nen
toonen
aan
te
onder
de
verhoudingen
en terwijl de schrijver in gebreke
der blijft
van haar schoonheidsverval, erkent
om te
moderne de redehij
stout-
moedig het verschil tusschen vroegere en tegenwoordige bedoelingen,
en
dringt
op
vrijheid
van ontwikkeling
aan.
Hij gaat
!
Kunst en kommer cialisme.
120
echter uit van het onderscheid, dat
schen dekoratieve en wat
gebruikend
betiteling
Alsof niet
Mijns
alle
pikturale
kunst
tus-
laatste
van onzen
tijd.
uitingen van eigenlijke plas-
alle
kunst, beheerscht worden door den zin voor
uitdrukking
der schoonheid beheerscht vanzelf
verdere uitdrukking. Het komt mij voor dat anders de kunst
alle
grens
de
de
moeten echter
De
schoone.
het
maken
goede kunst expressief ware
inziens
en grafische
tische
voor
zelf gelieft te
hij
noemt expressieve kunst, deze
hij
geest
overschrijdt,
gescheiden
beeld,
van
en
beoogd,
en
houdt,
van andere werkingen van den
haar
die
van wetenschappelijke analyze bijvoor-
fotografie,
waarbij
wordt opgeofferd
alles
gansch
iets
tot
het
anders
verkrijgen
wordt van het
dokumenteele. Dit nu
is
juist
ook het geval
alles
wordt opgeofferd aan het
iets
dokumenteels,
kunst van vinding
en te
bij
in
schilderen
—
de moderne schilderkunst
eenigerlei heeft
vorm verkrijgen van
bijna
opgehouden
een
zijn.
Het moderne Fransche
inzicht
wordt vrijmoedig uitgedrukt
in
een aanhaling door Véron van Fromentin's woorden „De tijd is gekomen voor minder gedachte en min verheven streven. Wij moeten nu de dingen meer van nabij bekijken en beter observeeren.
Wij
moeten even knap schilderen, maar op een andere
manier.
W^ij
moeten
stadsmenschen,
de
voor het groote publiek werken, voor de
zakenlui en
de parvenus
—
alles is
nu voor
hen."
En
hij
toont verder nadrukkelijk aan, dat de schilder deze vrij
naargeestige omstandigheden maar voor lief moet nemen, braaf zijn
model kopiëeren, en zich maar troosten aan
de
man met de minste vinding
in
het geloof, dat voort-
het grootste genie zal zijn.
Kunst en kommer cialisme.
,
Hier wordt
in
bestaat
ten
gerieve
bestelt,
wat er maar voor geld
dingen
vele
zijn,
gevaar
loopt
de
121
ieder geval ronduit erkend dat het schilderen thans
van
een
heeft
omdat
klasse, die,
zich
bestellen valt,
te
alles
zij
rijk
—
en daar deze
is,
een geldmaatstaf opgeworpen, die
eenige maatstaf en toetssteen
te
worden:
hetzij
van deugd, karakter of kunstvermogen.
Het
gevolg
van
dezen
van
staat
zaken
is
duidelijk
overal
zichtbaar.
Wij hebben gezien, was,
meiijk
denkbeelden
uitdrukking
van
eeuwen
dat in alle
haar
te
het der kunst eigendom-
geven aan de algemeene trekken en
tijd,
evenzeer
als
zij
ook het beeld gaf
van de werkelijke levensomstandigheden.
Kunst
is
en
denis,
de gevoelige plaat
waar
vooroordeel,
de donkere kamera der geschie-
andere bronnen ontbraken, heeft
alle
de
beide
in
geestelijke
en
de
stoffelijke
zij,
zonder
trekken der
menschheid opgeteekend.
Zoo
is
het niet
meer dan
natuurlijk, dat in de tijden, waarin
het kommercialisme op den troon zit,en de bourgeois-denkbeelden
zegevieren, deze zich ook in kunst zullen doen gevoelen.
Dienovereenkomstig bemerken wij den invloed van deze beginselen van winstbejag, bijvoorbeeld in de manier specialiteiten
worden
in
waarop
een zeker soort werk, en ook
schilders
in
de wel-
vaart van den tusschenpersoon, den kunstkooper.
Als
staaltje
hiervan
wordt van Verboeckhoven, een beesten-
schilder, verteld, dat de handelaars
zenden
in
schilderijen
Daar
is
termen van
als
de
gewoon waren hem
deze, „worden gevraagd voor
gewone
soort
—
koe
met
orders
Maandag
te
drie
twee schapen."
nog een verhaal over hem dat een goed denkbeeld geeft
van het effekt der kommercieele begrippen op kunst. Een Ameri-
Kunst en kommercialisme.
122 kaan bezocht eens
en kocht het voor den
kon
het
poos
schilderij
bijna
schilderij,
tweede
dadelijk
niet
schilderij
het
de
artiest
vroeg: 1200
mede nemen, en toen
de schilder een ander,
waar
gereed,
De Amerikaan
penceelde.
voor
prijs dien
om kwam, had
er
later
hem
zag een schilderij dat
zijn atelier,
hij
had
beviel, frs.
Hij
hij
een
juist
zoo'n
nog een extra lammetje op goeden
een
inval,
wou
hij
het
ook koopen, het zou een goede pendant maken
Maar Verboeckhoven vroeg
eerste.
1300
er
frs.
voor.
Zijn klant weifelde. „Vooruit dan maar, zei hij, voor denzelfden
en een lap
prijs,"
weer
tje er
schilderijen-tentoonstelling, deze groote uitbreiding
van den winkel,
sche
een zegepraal van het kommercialisme
al
aan de aangenomen theorie van den koopman,
aanbod vraag
werkelijke
ook
is
trouw
kunst;
dat
weeg brengt,
te
van
de
Kies
kooper.
ken —
en
konkurrentie in
de tempel der kunst
men
hier iets als een
haar
uit,
elk jaar versch,
jaarlijk-
hoofd voortbrengsel
kunst —
het
maakwerk.
een markt, en haar hoogepriester
is
maar
bereikt
Let maar op de ontzachelijke
overproduktie.
schilderij-uitstallingen,
kind
lamme-
af.
De moderne in
terpentijn doopend, veegde hij het
in
is
—
Waarlijk de kunst-
ga naar die voor je visch en je zeestuk-
maar allemaal eender. Als u
liever vlecsch
of gevogelte heeft, moet u verder gaan. Die andere mijnheer u
wild
gen
met
arbeid ten,
geven,
heeft daar een akte voor.
hij
bloemen en
heeft
zelfs
moet iemand
in
moet het aanwenden soort dingen.
winning
te
fruit,
tot
zal
u eindi-
Ja de verdeeling van
om
talent specializeeren, dat wil
uit te
mun-
zeggen,
hij
de voortdurende produktie van eenzelfde
Zoo en zoo
geraken.
en zoo voort.
Dan kan
schilderen gezegevierd, en
zijn
het
alleen kan hij
hopen
tot
naam of brood-
Kunst en kommer ei alisme.
,
123
Heel goed, maar wat worde er van de kunst, begrepen
Want ondanks onze
portretteeren?
in
zij
tenzij
alle
kunst
klassificatie,
onze etiketjes voor landschap, portret, genre, historie, wordt het schilderen onder dit specializeerende handelssysteem, toch werkelijk
beperkt
vormen van
tot
maken van maar
ik
portretten, ofschoon dit er een opmerkelijke trek in
om
gebruik het woord
van
wijze
Ik bedoel niet alleen het
portretteeren.
de heele natuur aan
voorstelling
te
te
duiden;
is,
een zekere letterlijke en prozaïsche bekijken, en letterlijke wijzen van
terwijl
de
eischen
van
de markt,
afgescheiden zelfs van den smaak der heerschende klasse, waarover
spraken,
reeds
wij
tegen
juist
en
eerlijk
trouw
portretteeren
ingaan, en het opgemaakte, aangekleede en van effekt geforceerde
aanmoedigen, omdat
harmonieuze schikking van het
waar die
midden van de volslagen afwezigheid van
te
in
de tentoonstelling, zoodoende de aandacht
publiek moet worden getrokken.
de drijfveeren
bewust op
werken,
effekt
Zoodat per
slot
daar,
dezen vinnigen wedstrijd onder schilders,
in
alleen daarin bestaan dat
mogel ijken buurman wil overschaduwen
—
men
zijn
pretentie en handels-
geest het meeste sukces hebben.
Waar
sprake
is
van het verval der moderne kunst
tegenwoordig, doortrokken beelden
van
dezen
tijd,
,
pleegt
als
men
en
met den al-geldenden maatstaf van
is
van de kommerciëele denk-
geldswaarde
voor oogen, zich gewoonlijk triomfantelijk
pen
enorme sommen,
op
worden
de
van naam. derijen
en
besteed,
Maar
een
zeer
deden
in
maken
kunst
zich
die
op
tot
de
rijkdommen
gangbare waar
een
en
te
beroe-
die in dezen tijd voor schilderijen
van sommige artiesten
enorme sommen bewijzen
draagt,
men
de
is,
op-
spekulatieve
die kansen
alleen dat schil-
op groote voor-
en neergaande marktprijzen
belegging
voor
kapitalisten.
Kunst en kommer eialhme.
124
ofschoon
gril,
rijzen, dikwijls naar gelang
en
dalen
Reputaties
mode door
de
zelfs
van een mode-
kommercialisme wordt
het
beheerscht.
En wat
verhouding
in
altijd
juist
rijkdom aangaat van befaamde schilders,
den
tot
den
het
hoogste
arbeid
opdrachten
aan
er
kunnen
verdienste
en
besteed,
en
overladen,
de
tot
deze
die altoos
samen met
bedoelingen?
Met
meest
verheven
de
trek zijnde schilder voor de
de
staat
gaat
is
van hun werk, of
in
menig geval
keuze
van zich overwerken of achteruitgaan, en
wordt
hij
zijden
van de ladder, de invloed van het kommercialisme slechts
het
van
slachtoffer
En
beide.
in
zoo werkt aan beide
ten kwade.
En wat wordt dezen
ongelijken
er
een
niet
om
strijd
en een kracht verspild
talent
in
bestaan en erkenning voor den kun-
stenaar: deze schilderijkunstige loterij, waaruit zoo menigte nieten
komen.
Wat bekwaamheid
tentoonstellingen,
de
tot
verciering
gaat
die
goed
van
onze
er te loor in de gevechten der
mee
georganizeerd straten
kon
werken
en publieke plaatsen, onze
bibliotheken en spoorwegstations, die nu
worden overgelaten aan
de lawaaiige aanplakbiljetten van het kommercialisme, welke onze
muren
leege
opdringen
in
bedekken, al
en
zich
aan
onze
vermoeide
oogen
hun schaamteloos en armzalig marktgeschreeuw,
met lompe opschriften, naast elkaar gestopt
in
een onuitsprekelijk
kakelbont.
Met heel
onze verfijning, onzen kunstzin, onze esthetiek, voorwaar!
en
de kwistig gedekoreerde privaat-huizingen der rijken, krijgen
wij
op
En deze
straat al zulk fraais.
intusschen
worden
monsterlijkheden,
wij
dat
wij
zoo gewend aan en gehard tegen er
de enormiteit niet meer van
Kunst en kommer cialisme. voelen.
aanplakken
en
adverteeren
En
stelsel?
moeten wij ze mooi gaan vinden,
zelfs
Ja
er
125
want
zijn
een onafscheidelijk deel van ons
niet
Het
geen uitkomst mogelijk.
is
—
zoo,
is
en het
zoo blijven, zoolang wij dien zelfzuchtigen, demoralizeerenden
zal
en niets ontzienden duivel van het kommercialisme ons laten tyrannizeeren
en
Elke
winst!
winst,
met
exploiteeren,
aspiratie
verhoudingen
zal
eeuwigen kreet van:
worden
uitgefloten
te
verbeteren,
winst, hersen-
als
onze gedesor-
worden afgewogen
zal
tegen het doode wicht van den vereischten
Een van de
om
elke goede poging
schimmig en onpraktiesch, ganizeerde
zijn
interest.
zeer weinige werkelijk ideale Engelsche schilders,
George Frederick Watts, deed aan een spoorwegmaatschappij van
aanbod, de hal
een
deren, en
aanbod werd afgeslagen.
het
kunst,
die
om
station,
hem de onkosten van
mits
vorm
hoogste
de
is
Hoe kan
klimaat.
met
fresco's
er
—
bestaan
Tot den groei der bloem
is
noodig, maar ook meewerking van grond en
Van onze eeuw
de journalistiek
ver-
nu monumentale
zal
gezegd worden dat de talenten van
onze oorspronkelijke schrijvers en kunstenaars, verdaan aan
te
werden vergoed,
van dekoratieve kunst,
onder zulke apathische toestanden? niet enkel het zaad
niet,
materiaal
het
de periodieke pers.
en
werden
Wij worden
liever
geamuzeerd met een voortdurende opeenvolging van schitterende trivialiteiten
en voorbijgaande prikkelingen, dan dat wij ons beste
denken uiten
blijvende en nobele kunstvormen, en het schijnt
in
er niet op aan te
komen, hoevele levens zoodoende verkwist, en
murw
hoeveel talenten
Maar monumentale volk, in
het
verbonden
drama
geslagen worden.
kunst
door
van
het
heeft
eendracht verleden,
de sympathie noodig van een
van en
gevoelens, trotsch
belangstellend
op eigen
strijd
en
Kunst en kommer cialhme.
126
—
om de vrijheid, dachten om te gaan, en offers
van een volk, gewoon met edele gedie
een volk, gevoelig voor beiden
om
verheuging
kennend
schoonheid
van
menschdom
natuurlijk eigen.
vorm
Kan men nu
en krachtig
vrij
en
kleur.
En
dingen
deze
al
bovenal
en
vinding,
zijn
om het
zulke kunst hebben, daar waar de beste krachten
om
opgaan in den koortsachtigen en ongelijken wedloop of min
van
levens vreugde en smarten, en
's
fantazie
en
—
te uiten,
en aan den anderen kant worden ver-
onzeker
bestaan,
kunsteld
door
overmatigen
publieke
en
het
—
rijkdom,
noch eenvoudig
private,
een meer
waar
het
leven,
het
noch waardig, en
is,
waar steden, afstootende en onzinnige opeenhoopingen worden van
vorming, aan
—
en kalk?
steen
een
waar onder schijnbare en
verfijning
geestdrift voor kunst,
verheffing van het volk,
wij
nietige of pretentieuze woningen, de
van
onze ondragelijke menschennesten
met mijlen
wanhoop van
altoos verder de groene velden
,
doen reiken?
in
En
zoo
standen, zooals
kunst
zijn wij
weder teruggebracht
zij
altijd
aansprakelijk
van
eenig
tijdperk
tegenwoordige
het
bouwen!
stelsel
Hier
de ekonomische toe-
dingen aansprakelijk zijn,
waren
voor den vorm waarin de
viel.
Hoe hopeloos
wisseling van schoone architektuur het
tot
deze
voor
ongetwijfeld
die
te
b. v.
is
die
woningen
voor hun
eigen
grootste deel der
bij
en daar verrijst wellicht een enkele woning en
distinktie,
of ten minste
van eenige persoonlijkheid, tusschen de geestelooze massa, de
af-
krijgen in de straten, onder
van huizen verhuren en aannemerij
met eenig streven naar schoonheid
dit. zijn
het,
van
plezier
— doch
de rijken van exceptioneelen smaak,
bouwen op eigen
moderne steden,
bestaat uit
terrein.
Maar
het
wat de spekulatieve
Kunst en kommer cialisme.
,
1
heeft gewrocht, in mijlen van absoluut
bouwer
van
de
onbclangwekkende
ordinairste
soort opge-
pul tegen elkaar gezet, tot gereedstaande pakhuizen
en
trokken,
patroon
eenzelfde
naar
gck'els,
27
voor de beschaafde menschen, die daar hun intrek nemen. Zouden dingen
deze
mogelijk
was door de macht van
zijn, als het niet
het
kommercialisme, dat gebazeerd op het privaatbezit van kapi-
taal
en land, geen ander doel kent dan geldwinst?
Maar
alles
dat
stel
er
door
komen naar
vraag
een
kunstenaars
ernstige
Veronder-
of ambachtslieden goede
van gebruikskunst werden gemaakt, dadelijk zou
voortbrengselen er
de macht van het kommercialisme.
in
is
die
zaken,
als
afwisseling voor de
eentonige monsterlijkheden en den pretentieuzen overdaad van den
heerschenden
gaan
—
smaak,
bemoeien.
Het
en het kommercialisme zou er zich mee
zou
kunst-huisraad
en
gaan
kunst-stoffen
fabriceeren, de ontwerpers gaan bestelen, en hunne modellen toe-
voor
passen
weer
dingen waar
overstroomende
niet toe dienden,
zij
met
wonderlijke
—
travesties
de markt dan
en gemartelde
misbaksels van slecht gedigereerde vormen, die ten slotte
koope winkels
Houdt dus winst
de
duktie,
zijn
zelfs
schijnt
seizoen,
tot
een
in
goed-
doen voe-
erger zijn geraakt.
het kommercialisme niet de sleutels der rijken van
Alle waar behoort door de zeef van
industrie beide?
en te
kolossale
den,
allerlaagste allooi afgedaald, ons
we van kwaad
len dat
kunst
tot het
gegaan, voor
zij
het publiek bereiken kan.
En om
en kostbare machinerie van de konkurreerende pro-
maar op
noodig
het ijdel
ken^
daargelaten
oude
zijn.
een te
zijn,
in
aan
clkcn
den gang
•
dan
te
handelstak,
vertoon van zoogenaamde nouveauté's
of die .
sukkeldrafje
te
houelk
ma-
wezenlijk nieuw, of beter dan de
Kunst en kommer clalisme.
128
hiermede
Docli
nog
mercialisme
van
van
vindt
kommercialisme
Maar
de
grenzen van een
Tot hiertoe bleef in
ik dicht
de wereld rondkijken,
Indië,
in
en
waar men dezelfde dorpsambachten,
de
Wes-
verstikals
het
gansche Oosten, waar ook maar Europeesche
in-
werken,
vloeden
inderdaad
Zie maar naar het efFekt van het
volkskunst
ons op zijn geweten heeft.
bij
in het
de
is
oorzaken aan het werk, en hetzelfde bederf
op de kunst
beheer
tersch
binnen
doen.
te
wat verder
wij
als
gang vinden.
vollen
king
maar
dezelfde
wij
zullen in
—
om
strekking
verhandeling mee af
huis,
Het onderwerp
volschreven.
niet
ver-reikende
te
enkele bij
de akte van beschuldiging tegen het kom-
is
het
is
rezultaat
voor de kunst noodlottig, en
zoo worden de bronnen zelf van ornamentale teekening, kleurenpracht
en
tijken
van
den
Westerschen onder
gevoel
artistiek
sedert
vinding, bevuild en geplunderd door de slimme prak-
de
worden uitgeput
schatten zullen
— en
te
goederen zelfs
van
te
het
de
voor
model op diger
van
plannen te
voortreffelijk
onderkennen dat deze
de uitgelezen
specimens worden eiken dag schaarscher.
verwachten
Japan, waar het
eeuwen kunst-arbeid en
gekomen, teekenen
zijn
in
onder het onverzadelijk bereik van het
plotseling
kommercialisme
Zelfs
volk wel instinktief schijnt, zijn er,
het
van
rezultaten
ambachtswerk,
handel.
fijner kunst-
Wij kunnen
beste te krijgen, en expresselijk
in
meer
worden
Men
Europeesche markt gefabriceerd.
om
niet
er
hoort
Japan kunst-scholen naar Europeesch
richten, die zeker zullen meehelpen
om nog
spoe-
die ingeboren, vrije, karakteristieke wijzen van kunstuiting
smoren,
Europeesche
die
meer
dan
dekoratieve
Zoo kan, door
iets
kunst
het kontakt
anders misschien,
de afgematte
hebben geprikkeld en
verfrischt.
met een verdorven beschaving,
zelfs
Kunst en kommer ei aüsme. de
natuurlijke
en
levendigheid
129 van een volk, zijn
intelligentie
eigen ondergang bewerken.
En
zoo worden
den woedenden, niets ontzienden
in
strijd
om
rijkdom, de een na de andere, nieuwe markten geopend en nieuwe
volken geëxploiteerd door den kommercieelen ondernemingsgeest,
een reusachtige stoomschaaf, de wereld doorgaat, zoekende
die, als
kunst, en met haar heel het
alle
van
pas
middelmatigheid ons
levenskrachtige
zijn
volgende bedrijf
in
Reeds
spelen.
menschheid
nivellccren
cc
—
tot
een bot water-
van het schoone en
de relieken en de krullen overlatend.
alleen
Begeerige oogen
menschdom,
thans op Centraal-Afrika gericht. Het eerst-
het kommcrcieele
drama
zal daar waarschijnlijk
de onderzoekingsreiziger, die als weldoener der
is
pozeert,
doorgetrokken, en wordt
land
het
hij
ge-
volgd door de vertegenwoordigers van de regeeringen der bescha-
met
ving,
den Bijbel
Waar ook
hand.
kommercialisme
het
goud
eene en de revolver
de
in
En
zijn
in
de andere
treden zet, moet de
werking op kunst
vloek
van
in het
Grieksche verhaal van Atalanta's wedloop, maar met droe-
viger
het
Milanion, het
eind.
wedloop,
volgen.
en
werpt
een
zijn
kon halen.
voor
de
voor
een
de gouden
op het
appelen tot
heden
zwicht, helaas, voor het verleidelijk verderf,
Zij
begeerte
als
kommercialisme, komt op voor den
pad van de schoone snelvoetige, wie geen mededinger in
is
naar
goud,
—
en
sedert
dien
is
haar
lot
beslist.
En
toch
draagt
het thans zoo triomfante kommercialisme, het
zaad der verwoesting loos
leven
stelsels,
mijdelijk,
in
eigen boezem.
moet vroeger of
zoowel en
er
als
later
reeds
schuld van
te
roeke-
worden geboet door natiën of
door individuen.
zijn
De
teekenen,
Een ontbinding dat
het
begin
is
onver-
van
9
het
Kunst en kommer clallsme.
130 eind
aanstaande
der menschen
is.
Reeds worden de gedachten en verlangens
gewend
tot
eenige hoop voor kunst lisme gelegen.
een nieuwe orde van zaken,
als
voor het menschdom,
is
—
en de
in het socia-
—
KUNST EN SOCIAAL-DEMOKRATIE. Zij
deelnemen aan de hevige politieke worsteling,
die
den van den woedenden de
terwijl
strijd
te
mid-
der kommercieele konkurrentie,
arbeidskrachten zich in slagorde stellen tegen de bol-
werken van het kapitalisme
terwijl de lucht vol
,
is
van geruch-
ten omtrent werkstakingen, en in de wisselvalligheden van zulken strijd,
velen onzer medeburgers het hoofd nauwelijks boven water
—
kunnen houden,
zij
zullen het wellicht ijdel achten
nog van
kunst te spreken.
Doch staan.
hangt
het
Is
zij
er
slechts
van af, wat wij onder kunst ver-
de onzinnige voddenwinkel en de vulgaire tooi van
den verwaten rijkdom en de draaitollende mode, die
—
deoplapper,
den buitenkant van de samenleving glad maakt, de rimpels en
kuilen
digen?
vullende Is
zij
,
de
welke
te
huurling
duidelijk de waarheid
zouden verkon-
van opgeblazenheid en pronkzucht.
Kunst en sociaal-demokratie.
132
om
bestemd een
voorbijgaande grillen en dwaasheden
harlekijn
genoodzaakt
zaamheid en met
de
van
wat
altijd
tot
te
kunnen bestaan?
te
het
fabuleuzen
tot
voldoen:
als
guitenstnkken gereed, Is
prijs
zij
de zeld-
getaxeerde,
goud betaalde stuk, welks maker misschien
in
had,
moeite
het
dit
Is
markt,
de
wicht
grootste
om
behagen
te
zijn
maskerade,
de
in
het
eenigen
tot
met kunst bedoelen
wij
?
prijs kwijt te
Of
is
raken?
het dat milde,
sympathische, dat ons aan ons zelve ontheft: de genius van schoonheid en harmonie, die
veredelt wat
al
of kaste kent, die een univerzeele vrijheid
broederschap die
en
geneuchten
berekend, in
schept,
welks
bezit,
—
—
waarde
niet
en
gemoeid
iets
in
alles
de spade en den ploeg, en
lijksche dingen,
zoowel
als
in
aanraakt, die geen klasse
— de vriend
taal spreekt,
verwarring orde en
uit
deugd
.
zij
uit
van
kracht
van privaat- maar van gemeen niet in zilverlingen
kan worden
wat wij aanraken en gebruiken,
alle
huiselijk gereedschap en dage-
de organische schoonheid dier meer
bewuste en nadrukkelijke dekoratieve vormen: van bord en glas b. V.
op de
zoowel
tafel,
als
van het
Zeer eenvoudige en primitieve zaken milieu
van
heeft,
zich
kennen, zonder dat men er op
invloed
met
al
op ons
aller leven, overal
bewust of onbewust,
waar men haard en hof
die teedere menschelijke gevoelens die
daar omheen
verzamelen,
—
zelfs
muur?
wanneer wij een
zijn,
let.,
nog
reusachtige karavansera's, met haar gaande en
aan
aan den
schilderij
in
meer of min
deze dagen van
komende bewoners
den eenen kant, of aan den anderen een nachtverblijf onder
een kar of een viadukt.
Wanneer men
het er over heeft, kunst in de
volk in te leiden, zou het goed zijn eerst eens
woningen hadden, of woningen
die
zij
woningen van het te
zorgen dat
zij
de hunne kunnen noemen
'Kunst en sociaal-demokraüe.
met wat meer waarborg dan huur in
bij
133
de week, of met wat
tijd
om
er
leven, na tien, twaalf, of zestien of achttien uren zwoegens.
te
ben
Ik
het
met
eens
een
vriend,
op
die
een
kongres
tot
bevordering van kunst, de meening uitsprak, dat de beste dekoratie
voor de woningen van een hongerigen, een zijde spek de kast, zooals die
in
men van de bewoners
kan
is.
Moeder Mubbard,
het boekje van
niet veel belangstelling
Indien
ledig
vergen
in
is,
de
dekoratie van haar paneelen.
Er
magerigc,
een
is
worden,
en
vóór
moet het lichaam gevoed
De
het
hoofd
waarheid,
fyzieke
socialistische
mate,
de
ziel
zijn.
het
Dit
axioma noodig
agitatie
waarin
mede.
een
moet
die voldaan
der kunst, kan binnengaan,
Voed
fondamenteele behoeften gaan voor.
voedt
gij
Cerberus,
hongerige
Psyche,
thans
schijnt
zelfs,
begint
toch
om
geweest,
een simpele, klare,
al
en
erkend
het lichaam, en
dit te
is
in
er
de
worden,
wat
heel
beperkte
doen
te
verstaan.
De lijke
eerste materialen voor kunst
en
in
eenvoudige, natuur-
gezonde levensvoorwaarden worden gezocht,
leven, dat niet afgestompt laagd
moeten
door
winstbejag,
is
—
in
een
door buitensporig zwoegen, of ver-
maar waarin achtbaar werk het bestaan
verzekert, terwijl schoonheid van kunst en natuur voor allen toegankelijk
is.
Zoodat
de eischcn voor kunst ook de eischen
van het leven, waarvan kunst slechts de hoogste uiting
De tisme
pracht
van
der
oude kunst
(zelfs
zijn
is.
onder het Aziatische despo-
Griekenland of Rome), werd aan publieke gebouwen
en publieke monumenten besteed, zoodat
alle
burgers en zelfs de
slaven haar konden zien en genieten. In de
middeneeuwen stonden
de kerken, die stapelplaatsen van kunst
al
in
haar vormen,
altijd
Kunst en sociaal-demokraüe.
134 open,
De
bate en genieting van het volk.
tot
waren
straten
in
die tijden, vol afwisseling en kleur, zoodat in elk geval het leven
meer poëzie
veel
van
afwezigheid zulke
had,
tentoonstellingen,
waarmede
ijselijkheden,
kunnen
tyrannieke koningen en heeren, en
spijt
en
stuiversmagazijnen
meer
wanen zooveel gapingen
wij
te
vullen.
In later tijden vinden
w^ij
de kunst, gelijk
alle
andere menschen-
—
produkten, beïnvloed door de groote ekonomische veranderingen, veranderingen
in
van voortbrengen en verdeeling en
wijzen
de
landbezit, veranderingen door de centralizatie en de wereldmarkt.
Meer en meer werd wij zijn het zoozeer
gebouwen
een zaak van absoluut privaatbezit, en
ontwend, haar grootscheeps
monumenten
en
aan
hebben,
kunstenaars
enkele
zij
moeite waard vinden zouden, In
van
plaats
brengen, dat wij maar zeer
er
tijd
toe in staat zijn, of het de
en denken daar aan
te
al
te
zamen verheerlijken, hebben
den regel zeer kale of pretentieuze publieke bureau's, en
kerken,
stijve
brons,
die
als
wijden.
schoone, verheven publieke gebouwen, kerken
en hallen, die de kunsten in
te
die
onze publieke
in
melankolieke
van
beelden
helden
in
wij
saaie
en
berookt
versteende redenaars, ten eeuwigen dage staan
te
spreken tot een onverschillig publiek.
Onder de heerschende kommercieele denkbeelden plaats
in
allen
is,
van
gemeenschappelijk
te
verheugen
in
men,
wat van
iets te willen hebben, dat geen ander heeft: een zeld-
zaamheid
of
deeligen
ruil
van
zich
schijnt
zuivere
iets
bizonders,
verkregen,
—
tot
fabuleuzen
kunst
aldus
prijs
of door voor-
makende
tot
een ding
geld- of ruilwaarde, en haar feitelijk alleen als een
geschikte geldbelegging beschouwende.
Men
kan
zeggen dat wij
onze nationale musea hebben; pak-
'Kunst en sociaal-demokratle.
I
135
huizen, volgepropt met de kostbare relieken en fragmenten van de toen
tijden
knnst
Maar
levends en bloeicnds was.
iets
het zijn
valleien vol doodsbeenderen, behalve voor enkele ingewijden.
maar de
tionale, jawel,
deze
in
—
waar,
maar
de
om
natie heeft geen tijd
Dan
eeuw.
industriecle
ze te gaan zien
men de kerken,
heeft
Na-
het
is
gaat niet naar de kerk, of althans niet
natie
naar eenzelfde, en de kerken zijn niet langer de verzamelplaatsen
van de beste kunst die de
De
moge voor
kunst
maar
verkoopen),
te
maakt.
Iedereen
wordt
zij
heeft
kan geven.
gemaakt worden (om aan hen
eigen
zijn
men
kunstmatige
een
aan
ontstentenis van welke
molentje
onze
tot
kommercicel-industrieele
van
—
zoodat
de
organizatie
—
wordt
alles
ligt
natuurlijke
zij
van
dof,
staan,
geesteloos ledigheid,
band,
sociale
geworden,
amuzement,
omdat
menschdom toch behoefte
is
afgewisseld
afleiding, kunst en poëzie
in
in
welke
een leven
door ge-
die wij vakantie,
noemen,
—
en
heeft aan eenitrerlci divertis-
sement, hebben wij een speciale klasse gemaakt Zooals
altijd
een soort van gereglementeerd idiotenbe-
genieting,
teeren.
afhan-
en die deug-
stelsel,
met enkele intervallen van helderziendheid,
het
is
voor een koliektief menschenbestaan.
zwoegen
—
ko-
tegen elkander
Het leven van het groot meerendeel der menschen
dwongen
te
beïnvloed
den arbeid wordt tegengehouden,
delijke organizatie van
de eenige oplossing
gemoet
elke arbeidersgroep
komt met een kunstmatig en onsociaal
strijd
te
die vraag te prikkelen,
elke andere, en de handel wil dat
konkurreeren,
malen, werkend
te
om
het volk ge-
ledigheid wordt gedwongen. In
door iedere rimpeling van de markt, kelijk
om
of
vraag hij
door
niet langer
uur aan een allereentonigste bezigheid,
per
bij
tijd
het volk
om
ons
te diver-
de middeneeuwsche heer er zijn nar op na hield
Kunst en sociaal-demokratie.
1^6
om
zeker
van een eenigszins geestige konverzatie, zoo on-
zijn
te
derhouden wij onze kunstenaars, dichters, musici en tooneelspelers, of wel, wij laten hen van honger omkomen.
onder hen, kunnen verklaren en
vrij
te
ons het beste
zijn
algemeen zou
juist te
dit
doen wat
geven wat
te
Zeer enkelen maar zij
zouden wenschen, In het
bezitten.
zij
duur uitkomen, want men moet zich richten
te
naar de verhoudingen van vraag en aanbod. Zoodat wij zelfs voor
een
kunstenaar
of een
geen hooger ideaal hebben, dan
dichter
dat van den winkelier achter zijn toonbank, die zijn
om
zijn klanten te
niet
vragen naar wat
denken dat
moeten
zij
behooren
zij
anderen, die
behagen,
zij
—
uitstalt
verkiezen, of wat
weer
maar naar wat
persoonlijk verkiezen, te
waren
zijn klanten, die misschien
zij
onderstellen dat
voor autoriteiten houden, hen zouden zeggen
En
verkiezen.
zoo
kan
men
zij
er zich niet over
te
verwon-
deren dat de kunst zoo vaak kunstmatig wordt.
Maar kunnen
wij
met recht verklaren, dat deze invloeden op
kunst, het gevolg zijn van de demokratie?
Het hangt
er
maar van af wat wij onder demokratie verstaan.
Onze zeden en gewoonten
De
invloeden.
levende vormen
Wij
tegenwoordige
formatie,
gestelde
zijn
uit
met
afkomstig van maatschappij
fossielen
er
in
allerlei is
bronnen en
een enorm saam-
besloten
:
relieken
van
vroeger eeuwen.
verschillen voornamelijk van vroeger tijden, in het hebben
van een aangroeiende klasse, die geen ander ideaal kent dan het
maken
van
vijftig
percent of het verwerven van
allerlei
weelde
en gemak.
Het
is
het kommercialisme, dat alles beheerscht
van geldspecie. schen
inderdaad
In
naam en
nooit
meer
politiek vrij zijnde,
afhankelijk,
—
met een roede
waren de men-
en hoe kunnen de
^
menschen de
een
en
ander,
als
geen recht hebben op een
zij
of een dak boven hun hoofd, dan op voorwaarde
gronds
streep
137
zoolang hun brood afhangt van den wil of
zijn,
vrij
van
gril
Kunst en sociaal-demokratie.
En
van een zware belasting op hun eigen arbeid?
zelfs
hebben
geen zekerheid meer wat betreft het voortduren van het werk,
zij
en dus van hun levensonderhoud.
En
men
toch verkondigt
mensch
zoo goed
ons, dat dit demokratie, en dat de eene
de andere
als
—
is,
ja,
zou
men
er bij kun-
nen voegen, en heel wat beter af ook. Staat dan onze maatschappelijke ladder van onder in de hel van
armoede geplant,
en
ellende
terwijl haar top naar
den valschen
hemel gaat van zinledige weelde en vertoon, en de type van den
man, die
anderen
die
schouders van anderen zich opwerkt,
de
aan
navolging wordt voorgehouden, degene
tot
man
rus de Rijke
te
worden? En
is
om
demokratie?
dit
is,
van LazaIs het niet
veeleer de oude vijand van brutale heerschzucht, zonder zijn ex-
kuus van vroeger, en onder het nieuwe masker van zaken-manieen achtbaarheid,
ren
werken
tiesch
van
— de
zeker van zijn macht, door het automa-
rentegevende
groote
machine, die eiken
dag meer het werk van anderen opeet.
En en
als
voorslaat iets werkelijk demokratiesch uit te richten,
trachten
te
hun
men
kruimkens
schijnen
zelfs
de
van
werkuren de
liberale
tafel
onzer des
politici te
loonslaven
levens
toe
te te
bekorten, en
werpen,
dan
meenen, dat de wereld op een
eind loopt. Ik voor mij weet, dat na maar een zes of zeven uur
van
zelfs
naar, acht
boeiend en afwisselend werk aan den ezel of den
men uur
tamelijk in
voortdurende
moe kan
zijn,
—
maar denk dan eens aan
een kolenmijn of een stoommolen
bewegingen,
naar
den
lesse-
wil
!
—
acht uur van
van de stoommachine
Kunst en sociaal-demokratie.
138 herhaald.
Het eenige wat
ik
tegen een achtuurs-wetgeving heb,
dat
geen zes-uurs
is,
en dat
is
het
onder
tegenwoordige
het
weldaden
heeten,
als is
dan het
nijden,
maar
den
gevende maatschappijen
waarden
Men kan
mag
de f^^zieke
zijn
ter
wereld
eigenschappen
be-
van sommige patroons en winst-
kant
onderhandelen,
te
benijdenswaard
den moed van den mijnarbeider nog
iemand
kan
van
die
al niet
van de meesters het wel?
geduld en
het
—
als
Doch niemand
dezen maatregel willen beperken.
bij
lot
loonwet", de
zijn „ijzeren
het lot van den loonarbeider
volharding, benijden,
met
zeer twijfelachtig van zouden zijn.
er
zou zich zeker ook
Maar
stelsel
afzonderlijke maatregel,
als
om op goede
vertoond? Onwil
—
arbeiders
voor-
wegens trouw
ontslaan,
aan
hun vereeniging: het eenige wapen van den werkman tegen
het
kapitalisme!
Maar
leven
het
weelde-en-gemak-ideaal werd ingericht, verre van begeerlijk. mij
schijnt
water-atmosfeer kelijk
evenzeer naar
opvalt,
om, zoo
iets
als is
daar zijn
naar het
stoffelijke zijde,
vertrekken
,
leven
waren
gestoofd
—
stijf
te
een hcet-
en ongemak-
waar de afwezigheid van smaak
de overdaad van meubilair.
voor zichzelf
in
doen,
—
—
Alle manieren bijna nooit ge-
en de taal vaak gebruikt,
niet ideeën, dan toch gevoelens te maskeeren.
Moeten Is
in als
van zuiver
gewoonten en inachtnemingen
formeele
legenheid
Zij
alsof het orchideeën
gekleed —
is
dat
Weelde genoeg misschien, maar de komfort
denkbeeldig.
vrij
patroons,
dier
wij dan daarheen voor ons demokratiesch levensideaal?
iets
demokratiesch aan, behalve dat de tafelknecht juist
meester
is
gekleed, wat zeker een weinig pittoresk gevolg
van de demokratie.
Maar
mij
wil
het toeschijnen, dat een demokratie, die zulke
sociale trekken draagt,
geen rechte demokratie kan
zijn.
Het moet
Kunst en sociaal-demokratie.
,
—
een namaak-demokratie wezen
Er
feitelijk.
heeft
blijkbaar
zijn
zeker,
er
zooals
139
een kommercieele demokratie
ook soorten van demokratie, en men
gewone kommercieele dingen, ook
bij
vanden
kwaliteiten in; eerste, tweede en derde, zooals de suiker
kruidenier
of de
klasse
demokratische instelling
Doch welke onze
den spoortrein, die
in
zeker
ook een
is.
„klasse" ook
zij,
wij
worden
allen
meegesleurd
aan den zegewagen van het kommercialisme, die op zijn ijzeren
weg
de wereld rond-tolt. Toch hangt zijn snelheid en voortgang af van de voortdurende waakzaamheid, en den zorgzamen arbeid van dui-
zenden, van gespannen en overspannen zenuwen,
—
en wie
het aantal van hen die onder zijn meedogenlooze wielen
Niettemin
is
den wagen absoluut afhankelijk
van
voortgaan
het
telt
kwamen!
Wat
van het voortduren van dien arbeid.
zal het zijn,
wanneer
eens de werklieden gemeenschappelijk het gereedschap neergooien? Dikwijls heb
er mij over verbaasd, dat
ik
geen van onze moderne
realistische schilders, ons beelden geeft uit de
geheimzinnige tooncelen die
enkel
de
mijnen
kunnen
bloeien in de
de
en
industrie,
werkelijk
—
zwarte land, die woeste streken,
vlammen van onzen haard: tooneelen
ijzersmclterijen,
—
hebben,
uit het
moderne
in
waaronder men tragische zou
historische,
en
welsprekend
die
zouden getuigen van den oorsprong van vele rijkdommen.
De
volken plachten altoos hunne wapenfeiten
eeuwigen, hunne triomfen af
houwwerken, werkelijke
—
noodig
kunst
zijn
Toch dunkt
is
te
ver-
beelden door schilder- of beeld-
schijnen niet bijzonder trotsch op de
kommercieele en industrieele veldslagen,
modern bestaan die
maar wij
te
in
gegrondvest,
en
om
het te bestendigen.
het
den
man
die
in
waarin ons
op de massa menschenoffers
zaken fortuin maakt, door-
Kunst en soclaal-demokratie.
140 gaands goed,
aan schilderijen
iets
men
zooals wij aangaven, vindt
besteden, maar onderwerpen
te
den regel niet
in
in zijn kabinet.
Onze aandacht wordt daar gevraagd voor de eindprodukten van een en
beschaving,
men
het
acht
een
wenschelijk
over enkele van de bemiddelingsprocessen.
zoo onverschrokken, het skelet
noodigen op het
te
werpen
sluier te
Slechts weinigen zijn festijn.
Tot de kurieuze voortbrengselen der nieuwere beschaving, kan
men de opkomst rekenen van een
aan het ontdekken,
gaven schijnen
te
van schoonheid
in het akelige,
afstootende!
Zoo
besteden
is
er
in
school van schilders, die hunne
—
zoo
kunnen,
zij
de aantrekkingskracht van het
Parijs een rage voor schilderijen
men
operaties in hospitalen, en heeft
in
Londen een
van
sterke neiging
voor smook en mist, en voor de bekoring der meest misdeelde hoeken. Dit
is
zonder twijfel meer toe
schrijven aan de konkurrentie,
te
en aan schilderijen-tentoonstellingen dan aan de demokratie, maar het
is
om
een verontrustende manier
de ketenen
te streelen die
Indien onze kunstenaars zoo geroerd worden
nu eenmaal dragen.
door het afstootende van het moderne leven, dat stelde apostelen der schoonheid
om hunne
verkiezen
kans
Maar
De
van
lieverlede
laat
—
bepaald een
kunstvaardigheid aan
onzen
is,
er
zij,
— de onder-
leelijk
geheel
te
voudig kan
worden beschouwd
weergeven, en heidsrol
toe,
de demokratie. Terwijl
is
zoodanig ken
als zij
aan
ik
en
te
vleien.
taal
uit
—
wellicht
één oogpunt een-
van observeeren en
haar een belangrijke nuttig-
den anderen kant door
lichaming en dichterlijke suggestie, te prikkelen
de
als
zij
verliezen.
op blijven wijzen.
kunst heeft natuurlijk vele kanten en vermogens, als
onderwerp
meten, loopen wij
te
schoonheidszin
ons, zoolang het mogelijk
even zoovele
wij
in
staat
figuratieve be-
onze beste vermogens
Kunst en
De
sociaal- demokratte.
emblematische kunstvorm
figuratieve,
vat gehad op den menschelijken geest.
Wij
141
heeft ten allen tijde
zien
hem
vroegere
in
eeuwen onder den invloed van den religieuzen eeredienst, en
ver-
bonden met het burgerlijke leven, albeheerschend. En ofschoon onder het moderne naturalistische streven, de symboliek
behoudens
bij
doek
den schilder verdv^^een
van
enkele zeer ideëele en poëtische artisten
zaam en populair bestaan
inzichten
der
in
worden
zaken
publieke
in
en
redaktie,
handhaaft
,
zij
de politieke prent.
is
van het
nog een werk-
De
wekelijksche
prent-parabels behandeld, het
feitelijk, ,
naar de
al
opmerkelijk hoe het altoos tot
het uitdrukken der sterkste gevoelens en overtuigingen
is,
dat de
symbolische vorm gebruikt wordt. Politieke en sociale vraagpunten,
ingenomen,
plaats
den
geest
hebben voor een groot deel de
die het kerkgeloof in vroeger tijden
innam
van het volk. Zij zijn de eenige kwesties waarin
in
men
massa kan doen belangstellen, de eenige kwesties, misschien,
de
die de
pen
zij
menschen waarlijk warm kunnen maken. En daarom schepbehagen
in
Ik
houd het
symbolische getrokken.
en
Men
er
van hun politiek ot sociaal
gemeenzamen en toch allegorischen vorm,
geloof, in nadrukkelijk
met zoo mogelijk een
uitdrukking
de
satirieke angel er onder.
voor, dat van deze algemeene neiging
tot
de
emblematieke kunst, meer voordeel kon worden zou er
wat mee kunnen doen,
b.v.
om
die fun-
damenteele ckonomische waarheden, die zoo noodwendig begrepen
moeten worden, voor wij te
iets
verder kunnen uitrichten, duidelijk
maken.
Zoo zou
het
een
goede teekening kunnen geven, de tegen-
woordige verhoudingen van kapitaal en arbeid, symboliesch aan te
duiden, door de Hindoe-voorstelling van het heelal: de wereld
Kunst en sociaal-demokratie.
i^Q.
op den rug van een
gedragen
olifant,
en deze staande op een
schildpad.
Evenzoo
rust de
wereld van weelde en nietsdoen op het kapitaal,
weder door den arbeid wordt gedragen,
dat
noch staan mag, dan door den wil van den
Een embleem der teekening
van
knoppen,
en
pop
die
een
eindelijk
een
hooger
zijn berijder.
wortel
opgroeiend, bladen,
schietend,
met de rups en de
—
een spiraal-progressie, maar eindigend
Want zoo kweekt
organizatie.
de socialist, den
de ontwikkeling aanschouwende in de natuur, zijn ver-
groei en
trouwen
en
vlinder worden, als type van den vooruit-
tot
gang der samenleving, in
den
van
bloemen
eindelijk
olifant
zou men kunnen geven, door de
evolutie
plant
die inderdaad gaan
in
Weinige
een betere toekomst van het menschdom.
dingen
zijn
zoo indrukwekkend
om
te
zien, als die
groote optochten van werklieden, met hun banieren,
bij
gelegen-
heid van die demonstraties en protesten, die zeer van gewicht en somtijds zoo noodig zijn. Hier heeft tieke
men
ten minste een der artis-
kanten van de demokratie, die met den aanwas der demo-
kratische
instellingen
nog
in
belang zal winnen, en waarbij, in
het ontwerpen van banieren en emblemen, het ruimste veld voor
emblematieke en dekoratieve kunst wordt aangeboden. Propaganda-optochten zouden
versmaden alen
zijn.
Een
vooruitgang van
serie
in
verband hiermee ook
niet te
groepen, die den politieken en
de vroegste tijden
tot
soci-
heden illustreerden,
of de verhoudingen van arbeid en kapitaal (zooals
in
onzen
olifant
en schildpad), zouden prachtig dramatiesch en pittoresk materiaal
opleveren, en er zijn gelukkig nog heel wat menschen, die meer
denkbeelden naar binnen krijgen door hun oogen dan door eenige andere hersendeur.
Kunst en sociaal-demokratie.
143
Hiervan ten minste wordt door den adverteerenden handelsman
gemaakt,
gebruik
om
loven
kleuren
en
in
te
vervolgen,
spoorwegen,
—
haling,
en zoo veroor-
zich
jazelfs,
straten en stations, tegen stellingen
in
traras en
in
omnibussen,
in
onbeschaamd tusschen de
boek dat wij lezen,
het
—
bereiken,
haar vulgaire, beleedigcnde en afschuwelijke vormen
met
en
te
ware epidemie van aangeplakte blaaskakerij, ons
een
wij
overal
bedoelingen
bizondere
zijn
van de kunst, dan wel
niet zoozeer ter liefde
in
dringen.
te
hopen, dat aanplakbiljetten het
laatste
afmattende hertijdschriften of
Wij kunnen
woord
maar
alleen
niet zullen zijn der
muurdekoratie, en dat misschien een volgend geslacht het de moeite
—
waard
zal achten,
aan
verdoen, elke tijdelijke schutting
te
annonces van
in
schreeuwende
en
opgevijzelde
het
plaats van er arbeid en kunstvaardigheid te
beplakken met lawaaiige
oogcnzeerdoeners,
artikel
moeten
die
bestreden
beproeven de eentonigheden van onze huizengevels
met teekening en kleur Ik
heb stilgestaan
bij
om
worden, te
waarop de
gereed,
om
uit
aangezicht
lente zeker volgen zal.
De nieuwe
als
een winter
bladeren zijn
het verschrompelend omhulsel te schieten.
der
te
verlevendigen
enkele karaktertrekken van onzen tegen-
denkbeelden, nieuwe krachten het
prijs
—
haar zelfs wil.
woordigen maatschappelijken overgangstoestand, die is,
den
uit
aarde
te
zijn
Nieuwe
aan het werk, die bestemd zijn
veranderen.
Wij kunnen naar
het
verledene kijken of naar de toekomst, maar naar de toekomst moeten wij uitzien voor de verwezenlijking van de waarlijk ideale kratie:
niet
een
kommcrcieele, maar een sociale demokratie,
wier eerste werk het
waarden; op vóór wij
om
te
demo-
zijn
zal,
letten dat de
zorg
boom
te
—
dragen voor de levensvoor-
aan den wortel gevoed worde,
bloesems en vruchten vragen; den ganschen levens-
— Kunst en sociaal-demokr atie.
144 standaard
eenen
den
aan
maken;
kant en weelde aan den anderen, onmogelijk
nieuw levensideaal op
een
geenszins als
verhoogen; de tegenwoordige uitersten, van armoede
te
ascetiesch,
te
trekken, eenvoudig, maar
te
waarbij werk zal verschaft worden, zoowel
volle gelegenheid voor vrijen tijd en
gave; een arbeidsstelsel
te
vorming van persoonlijke
organizeeren, zóó dat het voor de gemeen-
schap noodige werk, nimmer onbehoorlijkerwijze een enkele klasse
drukken
kan,
en
waarbij
geduld
niet
zal
worden, dat de
prijs
voor gemak en genieting van één klasse, de vernedering van een andere en
de
naar
van
Neen,
zij.
ons streven naar de opheffing der klassen^
laat
van
instelling
een
waarin talent en karakter
gelijken,
scheidenheden zich zullen uiten. elk naar zijn
vermogen,
een
menschelijk
en
vol
zij
humane samenleving
waarlijk
Trouw
in al
hun oneindige ver-
dienen van de maatschap
de eenige plicht, in
bestaan,
ruil
broederlijken
in
al
wat
zin aan
den
voor
waren dienst der menschen gewijd, ons bieden kan.
Een
ieder die strijdt voor vrijheid en rechtvaardigheid, en zijn
daden
zooveel mogelijk
regelt naar de beginselen van gelijkheid
en broederschap, welke praktiesch de liefde voor den naaste zijn, ieder
dus handelt, niet
die
zelfverloochening,
geluk vindt,
—
hij
in
maar omdat
willen
en
heen
—
gestadig
bijgeloof,
toorts
zoo
te
doen,
hij
zijn
hoogste
groot
tot het
hij
gebouw van men-
vooruitgang, de geest waarvan
— door vervolgingen, rampen, verdrukking,
onwetendheid,
de menschheid de
bij
menschelijken
sedert de vroegste tijden
tyranniën,
in
helpt aan de verwezenlijking van dit ideaal,
draagt op zijn wijze een steen schelijk
een ascetischen geest van wrange
der
uit
door
en
voor-
tegenspoed
haar eerste duisternis heeft voortgeleid,
hope
dragend,
geloof: een geloof in een verbroederd
tot
die
hoop werd een
menschdom.
Kunst en sociaal-domokratie. wij
Indien
arbeiden
ons niet
te
zelve zorg dragen;
zij
der kunst
in
als
zijn
geest,
hebben
wij
kekommeren, want de kunst zal
van zulk een leven, beide en
dezen
145
zal
om
het lot
voor zich
de natuurlijke, spontane uiting worden als
de gemeenzame vriend en helper,
hoogste vervulling en zijn kroon.
10
NABOOTSING EN EXPRESSIE IN KUNST. Bij
een
ieder,
die
ooit
zijn
onder
hoofd
de zwarte lap van
den fotograaf heeft gestoken en op de glazen plaat de wereld een de
prachtig prerafaëlitiesch
gedachte
miniatuur aanschouwd heeft,
opgekomen
zijn
—
wat
als
moet
worden zou van de
er
moderne schilderkunst, indien het geheim kon worden gevonden
om, even goed vast te
Maar
houden
als
in
feitelijk
den vorm, de kleur
in
al
haar schakeeringen
de kamera.
is
de fotografie
al
een van de voornaamste stutten
en hulpmiddelen van de moderne schilderkunst, in zooverre het werk van kamera en droge plaat, dikwijls het schetsboek en de moeizame studie aanvult, zoo het er niet zelfs aan voorafgaat,
—
en
de
invloed
van
de
fotografie
hedendaagsche kunst.
Zou de
de
zij
fotografie,
indien
is
blijkbaar univerzeel
schilderkunst
op de
zoozeer steunen op
gevoelde dusdoende haar eigen onder-
Nabootsing en expressie
gang tegemoet
kunst.
gaan? Hoogstwaarschijnlijk
te
zwakkere op den sterke
natuurlijk de
in
147
waar het schilderen zwak
Sinds de
toch steunt
en waar de nabootsing der
,
uitwendige werkelijkheid wordt nagestreefd, daar sterk
—
niet,
de fotografie
is
is.
kwart-eeuw en langer, gaat de geest der kunst,
laatste
weerkaatsend die van leven en gedachte, met een sterken stroom naar
—
naturalisme,
het
van gevolg
en
naturalisme
dit
gevolg van oorzaak. Het werkt zoowel in,
als
op ingewerkt wordt, en
zijn effekt
de meest treffende teekenen des
op kunst
geschacher waarop schilders
om
,
Maar
ren.
het
een
is
het
hopelooze
wonder
het geen
dut de
de hulp, die de fotografie
naar
noodlottig
moet
wedstrijd,
ongelijken
en
de reeds opgedreven effekten nog verder is
van
de kunstmatige
kritiek,
tentoonstellingen,
grijpen
zekerlijk een
van algemeenen smaak, het
gebazcerd zijn,
zij
greciglijk
geven kan
van
gewicht
der
afwezigheid
de
marktverhoudingen,
is
als er
tijds.
Te midden van de verwarring opgedreven
zoowel oorzaak
is
verbond;
den
op
duur
te
voe-
zulk
een
fotografie
het
en de
hun
in
winnen.
De
geleefde,
—
middel satan
wereldmoede
waard
het is.
Faust,
verlangend naar het verjongings-
het vizioen van een geëvenaarde natuur
voorgehouden,
Maar de
leven en genot begeerige kunst, grijpt gelijk de af-
naar
is
tijd
en
zij
de vraag
sluit
te
door den
haar oogcn voor de gevolgen.
stellen, of het sop de kool
wel
Het antwoord hangt natuurlijk af van ons begrip van
bestemming
en
de
grenzen
der
uitsluitend te streven naar naturalisme niets te
—
kunst.
Heeft
zij
werkelijk
of letterlijkheid, dan
is
er
verwachten van dien ongelijken wedstrijd met de fotografie,
die in het
geven van het dokumenteele, en
zelfs
van schoonheid 10*
Nabootsing en expressie
148
van
toon
en
efFekc,
schilder-
alle
in kunst.
en teekenkunst hopeloos zal
voorbijstreven.
In dien wedloop
inderdaad
naar
opgenomen
worden
te
uit,
veld
door de wetenschap. Het
of de kunst veroordeeld
worden
te
onbetwiste
toe
het duidelijk, dat de kunst bestemd
is
overwonnen
slotte
op
is
te
is
ten
ziet er
gaan, of
de wetenschap, want zelfs het tot nu
in
van ideale konceptie, wordt bedreigd door
de rezultaten van de samengestelde fotografie.
De indien
haar
schilderkunst zou zeker nooit in deze engte gedreven zijn, zij
niet gescheiden
weg,
maar
zij
ware van hare vroegere medegezellen op
heeft zich afgescheiden van de ambachten,
van de ornamentiek, ja, eigenlijk
bouw
van
in het
algemeen gesproken, ook
en vinding, en zich met lichaam en
ziel
overgegeven
aan door handelsgeest beheerschte strikte nabootsing van de natuur.
Weder kan men
hier tegen invoeren, of dan na te bootsen niet
de taak der schilderkunst deel daarvan
is.
Mijn antwoord zou luiden
alleen in zooverre nabootsing
,
:
slechts een
mede kan werken
tot
expressie, hetzij van schoonheid, van idee, van zin of van een faze in
de natuur,
kunst
te
zijn
,
waarmee
—
zij
ophoudt
slechts nabootsing en begifit
kunst van voorstelling.
Waar zou
of het blijvend genot van kunst in zijn gelegen
,
de bedoeling
wanneer
zij
niets
meer gaf dan louter toevalligheden van uitwendige werkelijkheid?
Evengoed zou de de
muzikus
zich
dichter niets
bepalen
kunnen geven
tot het
als
beschrijving, of
weergeven der geluiden
boerderij, als de schilder tevreden zijn,
bij
uit
de
het verloochenen van
vinding en bouw, van zin en poëtische gedachte. Bij deze
dingen komt de menschelijke geest
zijn deze kwaliteiten die leven
Ook kunnen
zij
in
het spel, en het
en duurzaamheid geven aan kunst.
door niets vervangen worden. Wij kunnen onze
— Nabootsing en expressie kompozities
deze verrichtingen,
Enkel alle
blijft
De
moet
uitwendige
eenige bekende mekaniek voor
die van de hersenen zelf.
is
handigheid
onvermijdelijk
strikte
zijn
gauw weer genoeg
het tooneel evenwel,
merkbaar gaan
is,
mag
want de
,
en het kan onze belang-
schouwburg,
het publiek in een
als
waar naar
heeft van een tafereel, hoe
van tooneel-realisme, het arrangement ook moge
begrippen
Op
uit,
gaande houden door eene aanhoudende opeenvolging
van nieuwigheden; wij dat al
daarom
en
vervelen,
nabootsing zoo eentonig. Het zooge-
naamde realisme hangt ons de keel stelling alleen
149
door eene machine doen maken, noch de foto-
niet
voor ons laten denken.
grafie
in kunst.
de
zin
waar deze hang naar het
kunst
die
in
en expressie
,
richting
al
veilig
worden
die
zijn.
letterlijke zeer
wat verder
ook
mate gesteund door de mise-en-scène, hangen toch ten
in
hooge
slotte
van de dramatische handeling der levende personen, en deze
af al-
thans
kunnen wat het schilderachtig aanzien van het tooneel be-
treft,
juist
doordat
zij
nooit overstemd
leven,
worden door de
accessoires.
Ik
geef natuurlijk toe, dat
men wat
schilderkunst betreft, af-
gescheiden van alle poëtische inkleeding of abstrakce behandeling, het
weergeven van
en
dit
licht
en kleureffekten, van stof en toon heeft,
uittedrukken schijnt dan ook
uitgezonderd, met
eene niet
te
—
ofschoon hetzelfde, kleur
evenaren nauwkeurigheid en vol-
maaktheid door de fotografie kan worden bereikt het eenige te zijn dit
wezenlijk
,
wat de schilder
zoo, dan
zijne aandacht
In
eene ondergeschikte
moet de schilderkunst
tegenspraak
intellektueele
met het „kunst
is
plaats
waard
—
van haar geheelen ondergang door de fotografie
met
— tegenwoordig —
in
vindt. Is
afwachting
tevreden zijn
onder de kunsten.
kunst, juist doordien
zij
geen
,
Nabootsing en expressie
150 natuur hij
kunst.
Goethe, zou de moderne schilder, voor zoover
van
is"
in
formuleert,
aldus uitspreken, „kunst
zich
is
kunst omdat
zij
de natuur voorbijstreeft."
Een
overzicht van de meest karakteristieke voortbrengselen der
thans
trek zijnde schilderkunst, zou ons leeren, dat
in
van nabootsen en eene grovere
faciliteit
komen van ernstige waarheid blijft
,
letterlijkheid, in de plaats
en terwijl de aandacht beperkt
toevallige eigenaardigheden
en
individueele
bij
—
meerdere
,
is
er een
merkbaar verval van konceptie, dramatische kracht en dekoratief
—
effekt,
en zullen diepte van kleur en schoonheid van uitvoering,
die de natuurlijke dragers zijn van de uitdrukking der meest ver-
schillende doeleinden, allengs verdwijnen.
komen
Wij
tot
voor de hand liggende,
hoedanigheden
uitdrukking
wendige
zijde
genomen
zooveel
blijkbaar:
Hoe meer
beperkt.
en uitwendige nabootsing van
letterlijke
door welke
,
meer
geschiedt ten koste van edeler en bekoor-
natuurlijke daadzaken, lijker
dat het zoeken naar een
konkluzie,
de
ten
te
beperken men de kracht van
natuur
—
minste
—
van hare meer
zooveel
te
uit-
minder kunst
minder van de eigen idee van den kun-
te
stenaar.
eene
dit
Is
juiste
bepaling van
de bedoelingen der moderne
schilderkunst, laten wij ons dan tevreden stellen met de fotografie.
Wanneer op
wij
enkel
vasthouden
het
dan kan
stellen
op
van uitwendige
—
en
in
geeft
er aan
voorstelling,
en
daadzaken en licht-effekten
een oogenblik van
werkens nooit zouden kunnen
jaren
letterlijke
de fotografie dat alles beter en stelliger weergeven dan
welke verf ook,
dien
prijs
tot stand
de fotograaf ons de dokumenten
toekomt, zonder
iets
tijd
in
produceeren, wat
brengen.
Buiten-
de beteekenis die
van het valsch gevoel, wat de schilder
Nabootsing en expressie
maar
er
Kunnen
dikwijls bijvoegt.
te
al
in kunst.
151
wij dus onze
dokumen-
ten voor ons geboekt krijgen, met volkomen zekerheid en getrouw-
heid en zonder persoonlijke opvatting, laten wij zulks dan dank-
aannemen: maar
baar
waarop
terrein,
aanspraken
Daar
is
invazie
Laat
heeft.
om
een
binnen
zij
haar eigen grenzen blijven.
een groot en uitgestrekt domein waar geen gevaar voor
schoon
een
is;
meer waar
die
kunst den strijd opgeven
de
laat
niet langer uitsluitende en onvoorwaardelijke
zij
en
heerlijk
rijk,
bevolkt met vormen,
dan de werkelijkheid, bloeiend en vruchten
zijn
—
dragend
door
een
waar vinding en expressie de gemeenzame vrienden en
rijk
verjonging
de
gedachten van
der
alle
tijden,
raadgevers zijn der kunst, en onder de heerschappij van evenmaat,
waarheid één met schoonheid wordt.
Maar
door de menschen veracht en verworpen,
zoozeer schikt
wordt het terrein dier meer bepaald dekoratieve kunst,
dit
om
bespot
men
de hand, dat
worden en verguisd, een
te
zin,
kent, sprekende in
noch
vreemde
ziel,
een onschadelijk soort van
met
de
kruimkens,
die
van
de
alleen ge-
noch kracht van expressie
toe-
— of op
haar
talen en gelijkenissen,
best
—
stuk speelgoed in
krankzinnigheid, slechts gevoed tafel
vallen van de rijken der
kunst.
Doch een
is
om
strijd
eenige al
het
middel
wedloop om de vlugste kwast, of
niet enkel een
sterke
van
kleuren,
expressie
in
en
de
kunst,
schilderkunst al
is
niet het
springen hare effekten
het meest in het oog.
Wij behoeven maar denken, die
den
alleen aan de middelen van uitdrukking te
architekt,
houw- of schilderkunst ten verheven
taal
van
zelfs
zonder den bijstand van beeld-
dienste staan, in de eenvoudige
verhouding, massa, oppervlak en
profiel.
maar
Het
Nabootsing en expressie
152
waar, nabootsing
is
onder
leven
ander materiaal
alles
een
en
ideeën
tektuur
zoodoende geeft
in
wat direkte nabootsing van bouwstoffen
in
en
kracht
van
een
is,
eene zuiver expres-
subtiliteit,
kan de archi-
konstruktie uitdrukken!
Ook
vleugelen
de
en
uit
— onder
geheele familie der kunsten en
haar zijn voortgekomen.
beeldhouwkunst, machtig van uitdrukking,
de
—
buitendien expressie aan de wetten der evo-
zij
ambachten vergaderend, die
juist
door
strenge begrenzing, spreekt in de taal van zuivere vormen.
waar,
is
tegenstellingen
proeven
van
veredeld.
van
hooger
dan
van
behandeling en rijkdom van detail, maar de nabootsing
staande
ook
in
deze, hebben zekerlijk haar
Ieder sukces in die richting,
van
kwaliteiten,
heeft hare eigene equivalenten voor kleur, in
zij
zuivere
niet
heb
eene kunst
zij
beginsels
hare beschermende
Het
historische stijlen;
aan den aard der volken en der sociale toestanden
lutie,
hare
onbekend, en wij
maar
zooverre
Met welk
sieve.
niet
tegenwoordig algemeen veroordeeld en veracht.
is,
voor
blijft,
bouwkunst
zelfs in
schaduw der groote
de
bouwkunst wordt
Zij
is
in kunst.
en
schoonheid
vorm en
opgemerkt,
uitdrukking
waar
marmeren portretbeeld
—
van
beeldhouwkunst
in
hoofddoel was, het effekt opmerkelijk valsch
van een
behaald ten koste
hooger
waardigheid van expressie.
rust en
dat
is
in
is,
Ik
imitatie
zooals in het geval
kostuum, waar de kant en de
verschillende kleedingstukken soms met verbazende handigheid zijn
maar
nagebootst,
slechts
om,
in
plaats van een indruk van het
leven, dien van de gepleisterde beeltenis
eenige
doel,
het
geven.
Is imitatie
het
dan moet men klaarblijkelijk een stap verder gaan.
Wij moeten dan de kunst om beelden kleur
te
leven
opzij
streven.
Daar
te is
maken herzien, en
dan ook
zeggen, waar getrouwe afbeelding verlangd wordt.
in
niets tegen te
JSahootsing en expressie in kunst.
Hoe
gekleurde portretbeelden
interessant
hoe onbetwist het
feit
was, hun beeldhouwwerk
kleuren, zoo kan ons
te
welke geen beeldhouwer, naar
ik
te
dit niet blind
belichamen, of
vorm,
meen, zou willen verloochenen,
de beste en welsprekendste wijze
onderwerp
mogen, en
zijn
delikate en edele expressie van puren
maken voor de meer
als
ook
gewoonte der oude volken
dat het de
is,
153
om
zelfs als
een heroiesch of poëtiesch
uitdrukking van het deko-
ratief effekt in reliefwerk.
Het
lijdt
ook geen
wil niet zeggen, dat
maar
zelf heeft,
en
heid
die
niet eene emotioneele expressie van zich
zij is
van anderen aard. Wij voelen de schoonvan eene
expressieve
het
verzwakt den vorm. Ik
twijfel of de kleur
teekening van Mantegna of
Dürer, en vragen niet naar kleur of naar uitvoeriger
Albrecht
en duidelijker effekt dan de lijnen van hun
ons geven.
stift
Dit
bewijst wel, hoe weinig de hoogste uitingen van kunst en intellekt, afhankelijk zijn van nauwkeurige en strikte navolging der natuur.
De
natuur na
bootsen
te
is
preteeren een geheel ander.
om
zonder
onjuist als
van
zich
taat
moderne nuchterte
maken,
voordoen door de bedriegclijke toevalligheden
kunnen
toe
allen
met meer nadruk en duidelijkheid
worden door een lijnteekening,
het individueele talent
als
fotografie en de
den aard van vele dingen duidelijk
lijn,
karakter
uitgedrukt
melijk
lezen en te inter-
en schaduw: dingen bijvoorbeeld van konstruktie, groei,
licht
stof en
zij
te
Ik betwijfel of het ons lukken zou,
met behulp van de
zelfs
heid,
één ding, haar
te
waarmee
schrijven
— en
dit is,
het gedaan kan
worden, voorna-
aan de macht van abstraktie
een paradox klinkt! Eene teekening
in
afgezien van
omtrekken
— is
hetgeen
het rezul-
van een overeenkomst tusschen den geest en de natuur,
willig
aanvaard
door
den
teekenaar,
en
door
begrip
vrij-
en ver-
Nabootsing en expressie
154
in kunst.
beelding bezegeld. Uit niets blijkt zoozeer de beteekenis en diepte
van een meester, spreekt
niets
nuwden
uit zijn
begrip en behandeling van de
zijn
,
dan haar teekeningen
in
de zenuwvezels van de kunst, het heele lichaam
verbindend en beheerschend, maar verslapt en machteloos
dagen
lijn;
en duidelijker van den krachtigen of ontze-
toestand van eenige kunstperiode
Lijnen
lijn.
als
luider
van verval.
Vergelijk,
het begin der zestiende
bij
eeuw, met
in zijn
voorbeeld, de houtsneden van die van later of van de daarop
volgende eeuw, en het verschil korrespondeert met de kracht en het verval der gansche kunst gedurende de Renaissance.
De tegenwoordige
onverschilligheid voor de
als
lijn
middel
tot
uitdrukking, geeft slechts getuigenis van de gesteldheid der kun-
—
sten
in
spijt
van de zoogenaamde herleving der etskunst.
leert de leerlingen
hunne teekeningen met
krijt
op
houtskool schijnt het meest geliefkoosde materiaal
modernen
schilder,
maar
krijt
en houtskool doen beide
door
in
waar
hij
tot
teekenen
te
Men
werken, en
te zijn
van den
genoodzaakt wordt:
in fijnheid
en precizie, en daar
ware kracht van uitdrukking, verre onder voor de pen
Met krijt en houtskool intusschen krijgt men gauwer effekt. Is men niet krachtig, zoo kan men ten minste zwart zijn, en men houdt een overvloed van geriefelijke donkere schaduwen ter beschikking, om gebrek aan en
zelfs
voor potlood en penseel.
vinding, zuiverheid en nauwkeurigheid van In heeft
lijn
te
verbergen.
de jacht
op direkte en onbevangen nabootsing der natuur,
men nog
een ander middel van expressie dOor lijnen over-
boord geworpen, datgene namelijk, wat men gewoonlijk samenvat
in
den term van kompozitie.
ordinaire,
kompozitie
tweederangs-,
voor den
Zonder
twijfel
is
hiermede de
verkoop gemaakte soort van
verdrongen, maar ook hooger streven
is
er door ont-
Nabootsing en expressie in kunst. moedigd.
155
weinige hedendaagsche schilders, uitgezonderd
Slechts
degenen, die zich meer of minder voor dekoratief werk
bekommeren
seeren,
zich
om
golving, of geven veel
om
interes-
lijnen-schema's of evenwicht van
het geraamte van hun schilderij.
— werkelijkheden —
Dit koncentreeren van de attentie van den modernen schilder
inkrimpen
dit
van
er
tot het
nabootsen van
wij gezien hebben, tot de beperking van zijne be-
zooals
leidt,
langstelling in het dramatische en poëtische, tot algeheele uitblus-
sching daarvan toe. in
weergeven
het
De
kracht van onze schilders wordt verspild
van dikwijls oninteressante personen, en van
nietige en zelfs afstootende gebeurtenissen en
onderwerpen.
Ik ben er verre van af, de oude dagen van kerkdijken invloed
en patronaat terug gieus
waren,
donna's de
en
en
te
er
heiligen;
veranderde
wenschen, toen de meeste schilderijen geen
einde
kwam
aan de vraag
nr-ar
heid,
toestanden,
men
te
waardoor
de
kunst zich losgemaakt
begaafde
vaak, dat
zij
artiesten
slavernij.
voortdurende produktie van hetzelfde soort van lijk,
zonder
stemming
in
dan vrij-
Wanneer
door hun sukces gedwongen zien
juist
—
ondanks hare hoog geprezen
maar gewisseld heeft van
eigenlijk
Ma-
maar wanneer men zich gelukwenscht met
heeft van oude knellende tradities en priesterlijke banden
vergeet
reli-
tot
wij
de
ding — gewoon-
verder gewicht, de voorstelling van eenige faze of
de
natuur
—
waar blijven dan onze hooggeroemde
ruimte van opvatting en veelzijdigheid van belangstelling? Jaar op jaar geven onze tentoonstellingskatalogen titels
—
dezelfde aanhalingen zelfs
—
daarmee korrespondeercnde werken. Ik een beter wapenschild beiden geef
ik
is
om
ons dezelfde
niet te spreken
zie niet in dat
dan het teeken des kruises,
van de
de geldzak
— en boven
de voorkeur aan de Phrygische muts en de roode
Nabootsing en expressie in kunst.
156
Onze
vlag.
materieele goden gunnen, zou
men
waarlijk zeggen,
minder vrijheid dan de oude geestelijke; want wat werd er
de zoo
herhaalde Geboorten en Kruisigingen van midden-eeuwsche
vaak
vroeg-Renaissance
en
in
van
uitdrukking
het
vruchtbaarst
vermocht,
en
Die
gelegd!
niet
alleen
wat de schilder
al
afbeelden van het leven en de gewoonten van
maar hunne
figuratieve beteekenis gaf
van zin,
diepte
onderwerpen waren
het tentoonspreiden van
tot
in het
zijn tijd,
heid
schilders, niet een vinding en een wereld
hen een plechtig-
welke men moeilijk
als
de moderne
in
kunst zal aantreffen.
De een
geschiedverbeelding,
kabinetschilderij ?
deden,
aan
zou
En
daan.
—
speelde,
rol
beperkt,
Indien
in
in
aandeel
niet
historie
de
oude
heeft
zij
zoo
kunst in
het
groot
moderne
de dekoratieve kunstenaars er nog de
in
hunne handen,
belichamen
het
tot
welk
de
zelfs
die
der
schilderkunst blijft
zij
hebben afge-
meestal
te
zeer
oude ideeën en van het oude
geloot.
En wanneer door de leven,
het
in
afwezigheid van eenvoud en waardigheid
slechts
luttel
moderne
—
dekoratieve geschiedverbeelding, te
gekromd
zeer
Stellig
schikt
er
zijn
om
is
en
vermomd
distinkt
,
hoe
tafereelen zich leenen tot
wanneer het moderne lichaam staat het
figuratief en poëtisch
belichaamd
te
men maar oogen heeft om te zien. Maar wanneer de schilder een enkele maal beelden
te
hebben,
die
geïllustreerde blad, kan
wanneer een
hij
dan met den geest ?
moderne gedachten en denkbeelden, geworden, wanneer
blijk geeft,
denk-
wat hooger gaan dan het niveau van het hij
zeker zijn uitgelachen
te
worden, en
volhardt in zijn geloof dat schilderen niet enkel
marktzaak,
of
als
als
een speelgoed voor volwassen en gebla-
Nabootsing en expressie
in kunst.
zeerde kinderen, moet worden beschouwd
opgeven, er
brood mee
zijn
Mijn konkkizie het
is,
te
—
hij
dan de hoop
in zijn
ijveren voor
laat
verdienen.
moderne geest,
dat de
157
ten slotte tot een oppervlakkig soort van realisme
letterlijke,
wat voor realisme doorgaat, maar
is
gekomen, en
te
vaak een eenzijdig realisme, een maar half gerealizeerde
Op
is.
mooist
zijn
realizeerd,
dat datgene
—
is
het voorbijgaand oogenblik, dat in leven en natuur is.
wanneer wij meenen de natuur gegrepen met
zij
zich af en drijft den spot
—
ga wat verder af, of dichterbij
verkeerd, het
— zoo
artistiek
realiteit
het slechts de voorbijgaande senzatie ge-
het minst reëele mogelijk Juist
al
ons. ,
Neem
en het
is
te
hebben, wendt
een ander oogpunt alles
weer anders en
kent de artistieke jacht geen eind, evenmin
probleem.
En
als
terwijl de idealist en de realist aan
het twisten zijn, pakt de fotograaf, die Pluto der kunst, de schoone
maagd
in
een oogenblik, en brengt haar
ofschoon van kleur beroofd schijn,
,
voert
hij
donkere kamer, en
in zijn
daaruit haar
met een bedriegclijkheid voor het oog,
wanhoop
zijn
zou,
hadde
schoonere dan Persephone.
hij
zich
niet
weder
te
voor-
die des schilders
gewijd
aan
een
nog
KUNST EN INDUSTRIE. Men
beoogt den vooruitgang van de kunst, wat betreft hare toe-
passing op de industrie.
Maar
is
men wel
zeker, niet den voor-
uitgang der industrie, door toepassing van kunst In de laatste twee of drie
de kracht van organizatie,
of heel nische
eeuwen
vindingskracht
van
te
bedoelen?
heeft het er alles van gehad, al
het vernuft, al de
den mensch, werden
mecha-
aangewend
tot
vooruitgang der industrie, ten belange van den konkurrentie-handel,
—
Dit
alles
met
te
vinden
noeg
geen vooruitgang van kunst
in
het
produktie,
en
terwijl
kunst
als
doel, doch winstbejag.
ekonomische uitkomst, dat er geen werk ge-
de is
voor onze
tot ledigheid
gedwongen handen,
rumoer van de groote werkplaats der mechanische in
den verwoeden
ternauwernood
een
plekje
strijd
kan
van de wereldmarkt, de vinden
om
haar voet te
zetten.
Wij worden beheerscht door mechanische vindingen
in het
belang
Kunst en
industrie.
159
Mechanische vinding heeft de vinding van den
van den handel.
kunstenaar verdrongen. Mechanische gladheid
men van
is
de plaats geko-
in
En waarom? Omdat
en afwerking.
artistieke idee
voor
de godheden van de kommercieele onderneming en den winsthanhoegrootheid
de
del,
den omzet, van meer belang
van
dan
is,
de artistieke hoedanigheid van materiaal en werk. In den aard en het begrip van het iets
van harmonie besloten;
geving;
iets
van overeenstemming met de om-
iets
bij zijn
hoezeer ook moeizamen arbeid;
soonlijks, de uitdrukking van een
—
„artistiek" reeds, ligt
voortspruitende uit levenslust, en uiting gevend aan het
genot van den maker
geesten
woord
die
bij
veeleer
waar
hij
per-
nadrukkelijk en met liefde gericht tot bepaalde perso-
nen, en bestemd voor bepaalde plaatsen en dingen. Niet
hoorend
iets
of van meerdere samenstemmende
een
stelsel
van gissen, dat begint
raadt naar wat wellicht
„pakken"
Want
persoonlijk voor voelt.
hankelijk van den fabrikant, die
bij
zal,
dan
de ontwerper
wederom
be-
iets,
den ontwerper,
is
te
nemen
weder
af-
raadt wat de markt of
handel nemen zal, en welk onbekend deel van het publiek over-
gehaald
van
zal
kunnen worden
allerlei
zijn beurt
soorten
van
gedreven, niet
of wat goed
wezen ding
is is
te
koopen. Het publiek nu, omringd
raadsels te
in
naam van kunst, wordt op
nemen wat
het wezenlijk
mooi vindt,
en geschikt voor het doel, doch wat het aange-
om
te
koopen, of wat anderen koopen, of zullen
willen koopen.
Zoo
is,
algemeen gesproken, de heele gebruikskunst, onder ons
tegenwoordig systeem, gebouwd op het losse zand van onoprechtheid en spekulatie.
Laat ons onderzoeken welke natuurlijke verwantschap er schen
kunst
en industrie.
Wel beschouwd moesten
zij
is
tus-
onafschei-
Kunst en
i6o delijk
maar
zijn;
industrie.
de geesc die thans de industrie beheerscht,
is
gebonden aan dat eenig oogmerk van den handelsman: den verkoop.
De niet
industrie
is
produktie alleen. Het wezen van den artiest
bloot produceeren, doch openbaren
uitdrukken,
bij
v^^at
—
maken hem een vreugde
het
kan worden voor gebruiker en aanschouwer.
volmaking
om
in
gedachten
van
wijze uit
uitdrukking,
drukken,
te
bij
eenvoudig
een
lijn-teekening,
iets
zijn
bij
voortbrengen en en een vreugde
vi^as,
Bij zijn streven naar
zijn
worstelend pogen
arbeid, — wat
doorloopend
het zij: een
patroon,
werk, een relief-ornament, een figuur, een groep, een een gebouw zijn
—
gedachte,
te niet
kome aan
zijn
Het
is
te
de
arbeid,
doen,
—
schilderij,
artiest her-
en opnieuw beproeven, tot het meer nabij-
ideaal.
waar dat
hij
lijst-
vrucht van uren inspanning en
hij
zich
trouw
niet
blijft
De koopman nu een verkoopbaar
in
geen verband
aan zijn eigen ideaal, en
beïnvloed wordt door redenen die geld willen doen werken, zal
onderwerpen moet aan
te dikwijls
al
markt-overwegingen; maar deze staan en waar
een
doen leven, beantwoordend aan
aan ideeën van anderen, zal de
eigen
zijn
werk
zijn
rakend
en
idee
haaldelijk
om
is
hij
hem bewust en
tot
kunst,
hij feitelijk
uitsluitend voor
het afleggen als kunstenaar.
— de beheerscher der industrie — zoekt alleen naar
artikel.
Dit alleen
is
van invloed op
zijn nijverheids-
produktie. Hij richt zich gemeenlijk naar het oordeel van kooplieden,
van den handel, niet van den
artiest,
en in zooverre er
sluipt tusschen zijn waar, blijft dat streng bepaald
iets artistieks
door de overweging
van hoe zijn mededingers doen, en door de wetenschap van wat het groote publiek genoopt kan
worden
te
koopen.
Langzamerhand, wellicht, brengt eenige persoonlijke kracht of
1
Kunst en
industrie.
i6i
een middelpunt van ernstig artistiek willen, een nieuwe aandrift en
nieuwe van
begeerten
weeg,
te
allerlei ziekelijkheden
rijst
in
een afgemat publiek, verzadigd
de golf van de mode, snel rolt ze verder.
merkt
Maar
het eerst.
dit
zijn
of die lompe ornamenten
nog zoo verlokkelijk
De handelsman
kunstgrepen schieten nu
kan deze harde en schreeuwende kleuren
nen
— langzaam
en grillen in naam van kunst,
niet
,
doen slikken,
maar met
voor. Hij verkoopt
al
stelt hij
verlies,
terug tot zijn industriekoning, den fabrikant, die of zelf
„nieuw en of den
origineels"
de ideeën
modellen
treft
bedenken voor de markt
te
het
nieuwe
De
markt
Zooals de hond
in
stelt
De
—
komt
artiest
dat
is
ze
en keert
hem
iets
seizoen,
—
De man
van
samen met den man van industrie en winst.
natuurlijk een schikking.
is
gissingen.
voor
opzoekt. Zij sluiten een overeenkomst.
artiest
rezultaat
bedenkt
Hij
te kort.
deze afschuwelijke patro-
Het
nieuwe
er toe
voor de markt der
het eerst haar eisch.
het kinderversje, staat de handel aan de poort
een overladen markt) met het weerspannig Uzeltje (over-
(van
produktie), dat zich niet verroeren wil vóór de stok (van nieuwe
vraag) er toe gebracht
is,
zijn
invloed te laten gelden,
— en één
voor één treden de personen van het handelsdrama naar den aard van hun bestaan op, en werkman.
talist
Uzeltje,
—
in
We
hun
rollen van bemiddelaar, publiek, kapi-
vinden hun prototype
waar de koe het water drinkt
uit
in
ons versje van
vrees voor den slager
de Nemesis van vreemde konkurrentie.
Het goed
En
allegorietje uit het baker-rijm drukt
Het
uit.
zoo
is
wordt
den toestand volmaakt
den kinderkens geopenbaard. de
heele
molen van de industriëele handels-
produktie, gevoed en in beweging gebracht, en knerst voort, jaar in jaar uit.
De
raderen van zijn machinerie draaien
als het
rad der 1
Kunst en
102
— brood
fortuin
heele
industrie.
voor den een, dood voor den ander
—
en de
mekaniek berust op het bestaan van het groote meerendeel
onzer
en
broeders
zusteren,
die
spanne van een week verwijderd Dit
van gebrek
het sociale en industriëele
is
niet verder
dan de
zijn.
gebouw door ons opgetrokken,
waarin wij leven en bewegen en bestaan. Kunst en industrie kun-
nen
als
steenen beelden het voorportaal opluisteren
en vrees, het
komende, spelen
waarop
om wat
onze klachten
toch
,
en onze hoop
heengegaan, ons denken aan
wolkschaduwen over den kalen voorgevel,
als
onze pogingen
al
is
tot
menschelijker-maken en ver-
fraaiing zullen afstuiten, totdat de huurders te eeniger tijd op ver-
beteringen staan, misschien zelfs op verandering van plan en bouw. Intusschen komt en gaat onze veranderlijke harlekijn van
we nu
en handel. Dit jaar doen zijn
—
kunst
in
„artistiek"
vliering,
kunst
in
eens alles artistiek
spontane
dit in ganschelijk
redenen
en
gril
in
moet
weg met gebrohebben we noodig! Is dit
Volgend
ken tinten! Uitheemsche sterke kleuren nu de heerlijk
alles
mode
kleuren en in meubels, kunst op de
den kelder!
zoekend naar nieuwheid
,
—
van
de
jaar:
veranderlijke menschheid,
den eenvoud haars harten?
Of
staat
geen verband met de ondoorgrondelijke beweeg-
eischen
van de kommercieele en industriëele poten-
taten, waarvan ik sprak?
Hoe
dit zij
,
kunst en industrie blijven een ietwat kwalijk samen-
passend paar, en zijn alweer een modern voorbeeld voor hen die ronduit vragen, of het huwelijk aan te prijzen valt.
Natuurlijk te
gelooven,
werkwijze
te
is
voor den
artiest, die
gewend
is
in persoonlijk
gewend de hand van doen en schatten
—
de
werk
eigenaardige
het heele idee van toepassing der stoom-
kracht en de mechanische reproduktie van eenige soort van kunst, in
Kunst en
industrie.
het groot, een volkomenc onmogelijkheid,
163
— of
ten minste zijn deze
dingen alleen bestaanbaar onder bepaalde omstandigheden en onder bepaalde leiding van een toezienden smaak; zooals
van
hetzij
weefkunst.
bij
het drukken,
boeken, katoen, behangselpapier en dergelijke, of
werd
Ik
altoos getroffen, bij het gaan door een van
onze industrieele tentoonstellingen wereldhandel,
die
van
tijd
tot
—
tijd
die monster-trofeeën van
den
worden opgetrokken, en
tot
—
de triomfen van de eeuw worden geteld
Men
ik
werd
er vaak ge-
mechanische vinding en den omvang
troffen door de wonderlijke
der stoomtoepassing.
krijgt er
een sterke impressie van de
waarmee de wedloopen der konkurrentie gaan,
bliksemsnelheid,
Maar wan-
en van de mate van overlading van de wereldmarkt.
men onderzoekt wat deze vooruitgang van
neer
uitstaande heeft met den vooruitgang van kunst, lijk
tot
een antwoord
als
volgt.
het
mekanisme
komt men gemeen-
Wij zullen, wellicht, een bewon-
derenswaardig specimen zien van vindingskracht en mekanisme
om
te
iets
noemen: een tapijt-weefgetouw, zooals
op de Amerikaansche tentoonstelling leek een
de
getouw en
en
—
kleur,
bloot
kwam men rondweg
aan
treurig.
terugkeert
de mechanische
het
produkt zelf, het artistiek
Zoodat
gesproken
een zag
toestel zelf
,
tapijt als
in
het
teekening
men gewoonlijk van deze
met de overtuiging,
volmaaktheid
dat, ter wille
van
der middelen, wij het doel geheel
oog verloren hebben.
Doordien de wereld zoozeer onze
ik er
Londen. Het
was aangewend voor de wijze van pro-
dan was het rezultaat
eeuwtriomfen
uit het
te
—
wonder van bruikbaarheid; maar het scheen wel of heel
vindingskracht
duktie,
in
industrie-koningen
zich heeft
saamgehoopt
is
toegenomen onder den scepter van
(we geven hun graag
die eer), daar
in groote centra, ten gerieve
zij
van handel en
Kunst en
164 heeft
industrie,
industrie.
noodzakelijk groote en dringende behoeften.
zij
Millioenen van onderling afhankelijke wezens, vragen verwarmd
en behuisd
worden, gekleed en beschut, met
te
van
gemeenschap
doet
de
stoom
produktie
industrieele
en
en
elektriciteit,
wordt
overschreden
van
verkeer
en
plaats
die
blijft
gemeenschap, doch eer ten wereld
heeft
artistieke
over
laat.
en
brood
,
alleen
geestelijke
belang van de
kleeren en be-
verheffing,
rekening
blinde
schouwen en
van
hare
te
wanneer de
in
tot
van
geestelooze
te
wen-
een koopwaar, of
eigendommelijke te
van
kwaliteit
noodzakelijkheden niets
maken
Door haar
gelaten.
vingers
deugd
vereenigen
dit
waarde
en
met zuiver aan
te laten
werktuigen, of haar
te be-
als
zuiver handelsvoorwerp, verdwijnt haar geestelijke
zinnelijke
waarde, en de beschavende en opvoedende kracht
hare
praktische
Wanneer de een
ontspan-
kleeden
te
mechanischen en gespecializeerden arbeid, haar over de
Hij
leven.
niet
wenschen
denken
zelfs
bloote
Door kunst
wordt
beproeven,
buiten
zijn
fabrieksproduktie,
voedingsstoffen
schen
bij
noodig,
zou
in het
van
stelsel
architekturale gewaden. Hier echter faalt de groote
en
industrieele
te
en
is
niet alleen voedsel
kan
brood
genieting,
van de gemakken en
van enkelen.
profijte
echter
mensch
geestelijk
ning,
haar
vraagt
De
schutting.
dat
behulp van
omdat het
voortbrengen,
produktie niet ekonomiesch georganizeerd
De
met
En
en de markt oververzadigd, hetgeen zeggen
hielpen
zij
middelen
doet dat zoo ijverig, dat de grens
zij
wil, dat een aantal burgers verstoken behoeften,
groot,
het
in
snelle plaats.
tot
en
hoogere
belangstelling der
minimum, of beperkt
bedoelingen
gaat
verloren.
menschen gereduceerd wordt
tot alleen
tot
de stuwkracht van schilder,
teekenaar of ontwerper, die in geenerlei relatie staat tot den
man
Kunst en of het procédé, waardoor is
werk moet worden
zijn
op
die belangstelling er na aan toe,
enkel
—
nieuws of aardigs
iets
165
industrie
in
te
gaan
verveelviildigd,
de zucht naar
in
—
dagbladkunst
die haar aan-
spraak op aandacht bazeert op haar onpartijdige of partijdige verslagen van gebeurtenissen en nieuwtjes van den dag, welke niets zijn
zoo
ze
nieuw heeten. Zoo worden beiden
niet
waardigheid van kunst,
en
handwerk
fabriekswerk
tot
in
te
,
schoonheid
gevaar gebracht, terwijl door het
maken
,
er het eigene en individueele
aan ontnomen wordt.
Het denkbeeld kunst haalde
in het
Het
buitengewoon.
stellig
is
groot iets
is
te
maken met stoomkracht,
alsof
men verkeerd
aange-
van een poëet, bladzij aan bladzij zou afdruk-
versregels
ken, en dan het resultaat een boek zou noemen.
Zooals
op
ik
reeds
zeide, onze mechanische uitvindingen, die er
zijn
de procédé's van industrieele produktie goed-
berekend
kooper
maken, en
te
die produktie te bespoedigen,
artistieke vindingskracht
middelen
van
produktie
tot
zuiver
In
gestreefd.
weggevaagd. te
In
onze bemoeiingen
vermeerderen,
artistieke
hebben de
produktie,
is
om
de
het doelwit voorbij
oude wijzen
de
zijn
en de oude werktuigen meestal behouden zooals ze
werken
voor eeuwen reeds waren, niet geraakt door mechanische vindin-
De
gen, eenvoudig omdat niets de hand kan overtreffen. van
schappen
beeldhouwer, snijder, schilder,
zijn
gereed-
slechts extra
vingers, die tot aanvulling dienen van de oorspronkelijke vier en
den
duim,
onmisbaren
neemt, soonlijke
en
hand
waardeeren feitelijk
waarmee
te
in
van
hij
waar de zijn
doen
en
artiest steeds zijn toevlucht toe
werk begint en dat
voltooit.
kachet, die wij zoo hoogelijk
wat wij Schoone Kunsten plegen
loor,
daar
waar
de
Deze per-
te
handwerksman
noemen, gaan verdwijnt,
en
:
i66
Kunst en
waar de
ontwerper
De moderne leveringen
is,
hem
van
die
uitvoert.
toestand van het fabriekswezen blijkt de oude over-
handwerken
der
te
hebben
Onze handel
gesmoord.
smaak verburgerlijkt en
waar maar een kunstvorm
of teekening
wordt
gescheiden
heeft den publieken
Toch
industrie
in het spel
de war gebracht.
in
komt
—
bij
een patroon
uitwendige verciering der geproduceerde zaken
tot
—
de fabriekswaar heelemaal afhankelijk van eenig plastiesch ontwerp.
Het mag afgebedeld eenig
ontwerp
bestaande
zijn, geleend, betaald of gestolen,
dient uitgegaan te worden. Echter is, zoover de
toestanden
verciering
er
op
van
invloed zijn, het karakter van
tammer en tammer en
al
maar van
worden, en het
is
laffer
duidelijk, dat het leelijke
duizendvoudig vermeerderd wordt, of vermeerdering
van
mechanische
en oppervlakkiger ge-
van een slecht ontwerp
juist in
kracht
en
verhouding
tot
den spoed van
de
zijn
produktie, door de machinale middelen.
Wanneer de klaarblijkelijk
dan die
in
van reproduktie zoo enorm
kracht
meer dan
ooit zaak,
geen modellen
zichzelf gezond zijn en goed. Anders
verkieselijk zich te beperken tot het
is,
te is
wordt het
produceeren, het verreweg
maken van eenvoudig
materiaal
deugdelijk geweven en gekleurde wollen stof, zonder patroon,
—
geschikt huisraad, zonder snijwerk of beschildering, tenzij die eerlijk
gekonstrueerd
zij
,
en wel doordacht,
werk , zoo goed van omtrek kan,
bedorven
niet
schilder,
praktiesch pottebakkers-
rad van den draaier het
maken
de dolzinnigheden van den porcelein-
door
verdwaasd
die
als het
—
is
door eeuwen wansmaak, of verward
door ornament-handboeken, of het modern Japansche of Parijsche impressionisme. Natuurlijk afhankelijk
zijn er enkele groote industrie-vakken, die absoluut zijn
van
den
vlak-ontwerper
en patroon-teekenaar.
—
Kunst en
167
industrie.
zooals het katocndrukken, het tapijt weven, het behangsel-kleuren,
—
bedrijven die heelemaal niet buiten een voortdurenden toevoer
van
kunnen, en
ontwerpen
ambachten
alle
gelegenheid
schijnt moeilijk voor zulken
Want zijn
zelfs
schend
werk
blijven aanbieden.
werkkring lieden van talent
Maar te
het
winnen.
de scholen, die meer bepaald aan kunstambachten
in
—
gewijd
die dus voor beoefenaars der kunsttot
en
pikturale
het onderwijs
—
wel verre van
te
dit
is
weder
toe te schrijven aan de overheer-
en de invloed ook daarvan in
kunst-methoden, is
gebleken, dat leerlingen met werkelijk talent,
beproeven, dat talent
te
gebruiken
in eigen
bacht of industrie, schilderij-schilders willen worden, populaire kunst
volgen, met
te
al
de kansen die
zij
om
am-
zoo de
aanbiedt voor
onderscheiding en fortuin. Gelijk
want
opmerkte,
reeds
ik
zelfs indien
waarde den
was,
nog
leerling
dit niet te
verwonderen,
de soort van opvoeding in deze scholen
praktijk in bepaalde
—
valt
tot
— de
ambachten en industrie-vakken, van wezenlijke
welke krachtige beweegreden zou zijn,
om
bij
er dan voor
het bepaalde industrie-vak dat
hij
beoefent, te blijven, en zijn schoolkennis daartoe te gebruiken,
wanneer
geen uitzicht heeft op het erlangen van
hij
soonlijke onderscheiding door dit stoffelijke
belooning
winstaandeel
—
een
boven
het
eenige per-
werk, noch
zelfs
gewone
dat vak behoorende
bij
van een
billijke
aandeel dat, naarmate het aantal bedrevTn
werken toenam, door de onderlinge konkurrentie noodwendig nog zou afnemen? Dit toont, dunkt mij, aan, dat de bestaande ckonomische toestanden de bedoelingen der scholen juist niet
Bovendien kan scholen
als
ik
in
de handwerken.
persoonlijk niet veel meer voor kunstambacht-
zoodanig, dan voor akademies voelen, omdat ik geloof
Kunst en industrie
i68
de eenige deugdelijke opleiding in de kunsten,
dat
moet geschieden, want
werkplaats
de
in
ik
van ouds
als
houd het voor vast,
dat de wezenlijke wortel en bazis van alle kunst, in de ambachten
en
gelegen
is,
waar
haar
zij
En
de impulzie en vinding der kunst verzwakt,
dat
nauwe verwandschap met deze
zooals wij hebben gezien, wordt de
goed
ambachtsman
zelf zoo
verdrongen door de machine-industrie, die, terwijl
als
een klasse izoleert, hen ook
de pikturale artiesten
tot
tegenwoordigen
gebracht
redenen
prijs geeft.
staat
waarom de kunst
zijn,
Zoodat
heeft.
er
zij
haren
tot
overvloed van een
in nijverheidsdienst niet in
bloeienden en krachtigen staat verkeeren kan.
Des gedachtig kan men het
ontwerp
dekoratieve
wordt aangezien
— haar
,
als
een soort Asschepoetster der kunst
mooie zusters, blakend
gaan naar het bal en
gunst,
huiswerk
Maar
over.
godin, de
zich niet over verwonderen, dat
er
zij
niet
verf en publieke
haar de zorg voor haard en
laten
is
in
zonder haar peet, de toover-
—
vernuftige Toepassing, die haar te hulp komt,
hoewel het
wenschen
te
is,
dat
nigheden en substantieel huiselijke deugden zal verliezen, kan toch
eenmaal
aandeel krijgen in
haar
herkend worden,
gelukschoentje
en
nooit haar innerlijke hoeda-
zij
als
zij
de erkenning en aan het
de
ware bruid van prins
Verbeelding.
Wij
moeten
onze
ambachtslieden
voor ons
ligt
kunstenaars
tot
in
doch mij
noodzakelijk
en industrie
,
maken.
Dit
is
en
onze
het probleem dat
kant en klaar een oplossing gevonden
schijnt,
toe, te
ambachtslieden
tot
deze aangelegenheid van kunst en industrie.
Ik geef niet voor
ben,
kunstenaars
eenvoudig
uit eerlijkheid,
te
heb-
een eerste stap
wanneer men wezenlijk ernstig wenscht kunst
vereenigen,
—
en dat
is
deze: dat de werkman.
Kunst en
industrie.
169
ontwerper of uitvoerder de eer hebbe van het werk van
Wij moeten ons
en handen.
hoofd
zijn
met de
niet langer tevreden stellen
vage, hoewel gemakkelijke aanduiding van het auteurschap of
— nu gewoonlijk toegekend
ver eigenaarschap: Dic-en-Die en Co.
van
aan voortbrengselen lingen;
de
—
men behoort
ontwerpers
en
kunst of industrie op onze tentoonstelnaar de werkelijke
uitvoerders,
wier
bedrevenheid, voortbrachten wat wij
Maak iemand
verantwoordelijk
namen
vragen van
arbeid,
feitelijke te
te
idee
en
zien krijgen.
voor, en geef hem de erken-
eigen bekwaamheden, en zijn zelfrespckt zal ineens
ning van
zijn
groeien,
terwijl
zal
en verheuging vinden
trots
lie-
geprikkeld
hij
wordt in
zijn
zijn best te
doen;
—
hij
werk, dat persoonlijk en
daarmede interessant wordt.
Een goed ding
daarom, het houden van tentoonstellingen,
is
waar voortbrengsels der kunstambachten op naam van de uitvoerders toe, ten
worden tentoongesteld.
En mede
fabrieksstad, een
elke
in
vruchtbaar schijnt het mij
blijvende verzameling in te rich-
van de beste voorbeelden van ontwerpen, en
materiaal
uitgevoerde
vooral
industrieën van plaats of streek.
bizondere
kon men dan naast ontwerpers
maken.
proefstukken,
ambachtslieden
en
Hier
de uitgevoerde
kunnen betrekken, en ,
uit
verschillend
betrekking
tot
de
Ontwerp-teekeningen
stukken expozccren, zoodat
voortdurend
men dan oud zoowel
zou
die wij bedoelden
hier
in
in
als
studies
konden
nieuwer werk
de kunstambacht-tentoonstellingen,
konden er dan van
tijd
tot tijd
in
als
specimens aan
worden toegevoegd. Het bacht,
oprichten
voor
bachten,
en
de al
van gilden voor de mannen van kunst en amstudie,
bespreking en toelichting der kunstam-
wat hun en hunne beoefenaren aanbelangt, zou
Kunst en
170
mede een
doeltreffend
in kontakt te riteit,
En
industrie,
middel zijn
brengen, en
om
ontwerpers en uitvoerders
behoud van
tot
die eenheid en solida-
die voor het bestaan der kunst zoo noodzakelijk zijn.
zoo
hiermede
zijn
genoemd,
middelen
enkele van
kannen
die
de
onmiddelijk praktische
medewerken
een gezonder
tot
stand van zaken in de kunsten.
Overlegging
en
Daarna kunnen wij middels houd en
seffen,
ik
moeten
beraadslaging in
de
daad
onzen vooruitgang
staat zijn
voorafgaan.
meten. In-
te
het van groot belang enkele hoofdzaken te be-
nauwkeurig
weten hoe en waar wij wel staan
te
deze zaak van kunst en industrie
—
die bovendien niet
kan wor-
den gescheiden van de groote ekonomische kwestie, waarvan feitelijk slechts
in
zij
een deel uitmaakt.
Laten wij ons zelve
niet misleiden, en
verwachten de druiven
van artistieken of industrieelen voorspoed van ekonomische doornen, of esthetische vijgen van kommercieele distelen
Het
is
ijdel te
voortkomen
uit
dorre, vulgaire omgevingen, of een kloeke schoon-
worden
te
midden van eentonig en geesteloos
Alleen wanneer de kunstenaar en ambachtsman per-
vorming kennen, en voort-
soonlijke vrijheid, ruimte van tijd en
durend
toegang
natuur, zal
lezen.
verwachten, dat kunstzin en beschaving, zullen
heidszin zal geboren
zweetwerk.
te
men
vinden
tot
kracht van
de
schoonheid
bouw
in
van
kunst
en
de ontwerpen en goede
van uit-
voering verkrijgen.
Laat
ons
de sfinks recht in het aangezicht zien, en de lengte
opnemen van haar klauwen en van
het
raadsel
verloop van
voortdurende
tijd
bieden.
zichzelve
evolutie,
Het
vleugels, vóór wij de oplossing
is
oplost,
mogelijk dat het probleem, als
deel
van
die
groote
in
en
waarin wij zelve en onze levens en be-
,
Kunst en langen
betrokken
zijn,
industrie.
171
en die geen mensch kan stremmen noch
bespoedigen, ofschoon de daad van den minsten onder ons meetelt is
in
de eindsom
—
omdat
zij
het langzame
maar zekere gevolg
van oorzaken die reeds door lange eeuwen heen voortwerken
verbonden met de wetten der natuur, en den loop van 'smenschen
bestemming
zelve.
^«T^
==•- o s:=-^uj cv
UJ==^=£fl O =^Q. co^ :?• ^=U_
>^
:
O
Q^ ^= 1—
->
O
> r?;
CD
'" o
UL-L-OC
^
Q
co
— =
<^^ _l
^.
W