COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN WEST 2004-21 Verslag van de honderddertigste openbare vergadering, gehouden op dinsdag 23 november 2004, in het Informatiecentrum Leidsche Rijn, Verlengde Vleutenseweg 32 te Utrecht Aanwezig:
P. Vermeulen (voorzitter), G. Andela (lid), J. van den Bout (lid), A. van Herk (lid), P. Kilsdonk (lid), G. Smienk (lid), J. Koning (secretaris), J. van Haaften (uitvoerend secretaris), M. van der Wiel (verslag) Afwezig: B. Mispelblom Beyer (lid) _____________________________________________________________________________
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 09/11 2004
C.
Algemeen
D. D1 D2 D2.I D2.II D2.III D2.IV D3
Planbespreking De Woerd, westelijk deel Het Zand
D4
Het Zand, Utrechtseweg
E.
Overige bouwplannen Plannen met pre-advies, lijst d.d. 18 november 2004
F. F1 F2 F3 F4 F5 F6
Nagekomen plannen Franz Léharsingel 61 Heldammersingel 22 Citroenkruid 1 Wijnland 13, 14,15 Eduard Kunnekehof 19 Koningshof 30, 34 en 36
G
Rondvraag
Papendorp, De Taats Zuid
Nieuwbouw 170 woningen, Mulleners & Mulleners Zandpark Fietsboulevard Parkzichtlaan Standaardinrichting deelgebieden Nieuwbouw bedrijfsgebouw, Van den Oever Zaaijer en partners Gevelbelettering brandweerkazerne
Plaatsen schutting Plaatsen dakkapel achterzijde woning Aanbouw begane grond en op tweede verdieping Aaneengesloten dakkapellen achterzijde woningen Wijzigen kozijn in voorgevel Plaatsen extra verdieping op woningen
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Geen onderwerpen.
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 9 november 2004 De notulen worden op een enkel onderdeel gewijzigd en vastgesteld.
C.
Algemeen Geen onderwerpen.
D. D1 (R)
Bouwplannen De Woerd, westelijk deel (eerste fase) Definitief ontwerp nieuwbouw 170 woningen Aanvraag: Bouwfonds Fortis Ontwerp: Mulleners & Mulleners (zie notulen van 11/05 2004) Architect Mulleners licht toe dat bij de uitwerking van de woningen in De Woerd subtiele variaties doorgevoerd zijn in detailleringen en kleurstellingen. Daarnaast zijn per pand de verhoudingen nagegaan. De toegepaste kleuren bevinden zich in de range van de klassieke kleuren, waarbij voor de gevels uitgegaan wordt van twee baksteenkleuren en vier gekeimde kleuren. Op markante plekken in het project wordt wit voor de gevels toegepast. De kozijnen worden uitgevoerd in wit of een grijstint, de daken worden belegd met een grijze of een genuanceerde rode pan. Over de erfafscheidingen wordt ook door de architect geadviseerd: waar inkijk is in privégebieden worden gemetselde penanten met hekwerken geplaatst (op een aantal plaatsen worden de begroeiingen al beplant), in de binnengebieden wordt - vóór de bergingen langs - een groen scherm aangeplant. Hier wordt het parkeren tevens omzoomd door een lage haag. Op een aantal locaties in De Woerd is sprake van hoge hekwerken. In de delen met een open structuur worden gemetselde bergingen geplaatst met pannendaken, in de meer gesloten delen komen houten bergingen met een golfplaten afdekking. De heer Smit van Bouwfonds Fortis deelt mede dat de uitloper van het park tussen het westelijk en het oostelijk deel ontworpen zal worden door West 8. Dit ontwerp zal t.z.t. aan de commissie voorgelegd worden. De commissie stemt in met de getoonde principes en complimenteert de architect met de gebezigde zorgvuldigheid bij de totstandkoming. Het Bureau CWM wordt gemandateerd om de bouwaanvragen, met de uitwerkingen in detail, af te handelen. Wel heeft de commissie nog een aantal opmerkingen: * zorg wordt geuit over de twee apart geplaatste witte huizen. Deze kunnen een kwetsbare factor zijn, ondanks de hoge haag; * er wordt een tegenstelling geconstateerd in de nagestreefde dorpse losheid en de geregisseerde plaatsing van erfafscheidingen. Aandacht wordt gevraagd voor differentiatie; * het zou ten koste gaan van de dorpse sfeer indien er de goedkopere 'standaard'bergingen geplaatst zouden worden. Met een zorgvuldig ontworpen (en betaalbare) berging zou dit beperkt kunnen worden. * de door de architect gepresenteerde optionele dakkapellen zullen bij de welstandsbeoordeling de voorkeur genieten.
D2 (R)
Het Zand, diverse inrichtingsplannen Supervisor Ebberink informeert de commissie dat de diverse inrichtingsplannen uitbesteed zijn aan verschillende bureaus, waarbij de stedenbouwkundige een coördinerende rol heeft: * Zandpark OKRA * Zuidelijke deelgebieden Eker & Schaap * Noordelijke delen Vervuren * Stationsomgeving Veenenbos De stadsas wordt als los project benaderd. De as krijgt een breedte van vijf rijstroken met middenberm met daarnaast van dezelfde breedte een strook met bomen en fietspad, gevolgd door een ventweg met langsparkeren. De stationsomgeving wordt in samenhang met Terwijde ontwikkeld. De doorlopende lijnen naar Terwijde en Het Zand worden van belang geacht. In het verlengde van de Ontwikkelingsvisie heeft de supervisor de opdracht
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
2
gekregen geen noordzuidroutes te creëren. De noordzuidlijnen in het stedenbouwkundig plan worden dan ook opgeknipt (waterlopen, fietspaden, wegen, etc.), maar toch functioneren zij nog wel als belangrijke continue dragers voor het gebied. D2.I Zandpark Voor de inrichting van het park worden objecten die te maken hebben met de geschiedenis geplaatst. Naar aanleiding van de parkbehandeling verzoekt uitvoerend secretaris Van Haaften de commissie een uitspraak te doen over gewijzigde plannen voor het scholencomplex van architectenbureau Venhoeven. In het complex was een hortus gepland die in de laatste voorstellen vervangen wordt door plantenbakken. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is hier, vanuit hygiënisch oogpunt, voorstander van. De supervisor en architect zijn tegen deze vervanging. De commissie steunt hen in deze: de hortus is een elementair onderdeel van het totaalplan, bloembakken zouden tot een enorme verarming van het complex leiden. Het gehanteerde argument van de opdrachtgever wordt niet overtuigend bevonden. D2.II Fietsboulevard Voor de fietsboulevard bestaat alleen nog een voorlopig ontwerp. Er wordt uitgegaan van een profielbreedte van 9 meter, waarvan 3 meter trottoir. Zwart asfalt wordt toegepast voor het fietsgedeelte, antraciete tegels voor het voetpad. Aan de noordrand worden de woningen direct aan de fietsboulevard geplaatst, zonder voortuin o.i.d. Voor de zuidkant wordt een zo afwisselend mogelijk beeld nagestreefd. Door de loop van de boulevard (door het Centrumgebied, uitkomend in de sportvelden van het Leidsche Rijn Park) ontstaat een wonderlijk gevormd blok aan de westzijde van Het Zand. D2.III Parkzichtlaan Oorspronkelijk was er een singel langs het park gepland, maar voor een extra waterloop was geen ruimte vanwege het Jac.P. Thijsselint. Er wordt in de laatste voorstellen uitgegaan van een pad, hoger gelegen dan het lint. D2.IV Standaardinrichting deelgebieden Voor de detailleringen van de openbare ruimte hanteren de landschapsontwerpers de 'Atlas Openbare Ruimte'. Op een aantal onderdelen zijn onderlinge afspraken gemaakt voor het totale deelgebied. Erfafscheidingen worden meegenomen bij de inrichting. De wadi's worden verwerkt in de plekken bestemd voor groen, er wordt geen gebruik gemaakt van aparte wadi's. De bestrating wordt waterdoorlatend, de materialisering moet nog - waar de wegen de grenzen van een deelgebied doorkruisen - bepaald worden. De commissie is onder de indruk van de vasthoudendheid om de ingezette ambities op peil te houden. Het is duidelijk dat er gewerkt is op diverse schaalniveaus, van de grote lijnen tot in het kleinste detail. Voor de commissie is het moeilijk om te beoordelen hoe de continuïteit en verbijzonderingen zich tot elkaar verhouden. De supervisor krijgt het advies mee om dit in een visie neer te leggen waarin deze hiërarchie wordt benoemd. Er moet helderheid gecreëerd worden om 'interieuroplossingen' voor het openbaar gebied te vermijden. Gesuggereerd wordt om een duidelijke, gemeenschappelijke 'rode draad' voor de diverse deelgebieden te hanteren (bijvoorbeeld de bestrating), juist ook om de diversiteit te bevestigen. D3 (R)
Papendorp, De Taats Zuid Schetsontwerp bedrijfsgebouw Domus Medica, gewijzigde opzet Aanvraag: Domus Medica Ontwerp: Van den Oever Zaaijer en partners (zie notulen van 31/08, 14/09, 28/09 en 26/10 2004) Het verdiepte parkeren bleek niet realiseerbaar, architect Zaaijer presenteert in een vroeg stadium een gewijzigd plan. Supervisor Verschuren informeert de commissie dat er bij ieder plan in De Taats grote verwarring bestaat over de binnenterreinen. In het Stedenbouwkundig Plan wordt voor het zuidelijk deel uitgegaan van tweelaags verdiept parkeren, waarbij het maaiveld vanuit omringende lanen doorloopt in semi-openbare pocketparks, pleinen etc. In de praktijk is deze verdieping van het parkeren echter niet realistisch gebleken, en wordt er nu ingezet op één laag halfverdiept (1,20m. boven maaiveld). Op de parkeerlaag kunnen kantoorruimtes geplaatst worden, die dus net iets los van het maaiveld liggen. Langs de
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
3
openbare weg dienen de ruimtes met een meer levendig programma gesitueerd te worden. De commissie heeft in principe geen bezwaar tegen het verlaten van het tweelaags verdiept parkeren omdat de ambities gehandhaafd blijven. Een kwalitatief goede inrichting van de binnenhoven blijft gewenst, maar de verantwoordelijkheid in deze ligt bij de ontwikkelende partijen. Voor de supervisor moet de rol ook beperkt blijven in zijn bemoeienis met het publieke domein. Architect Zaaijer licht toe dat naast veranderingen in de parkeeroplossing ook het aantal vierkante meters programma gereduceerd moest worden. Deze laatste eis is niet opgelost door de hoogte aan te passen, maar door de haaks naar achteren geplaatste volumes in te korten. Dit zal consequenties hebben voor de inritten; hierover moet nog overleg gevoerd worden met verkeersdeskundigen. Aan de achterzijde wordt op de parkeergarage een daktuin aangelegd. Aan de voorzijde is op de kop meer voorruimte gecreëerd en heeft de entree een dubbelhoge doorsnede gekregen. De architectonische uitwerking van het middendeel (tussen de twee hoekvolumes) is geheel gewijzigd in een transparantere gevel met in speciaal reliëf uitgevoerde penanten. De maatvoering van deze gevels komt terug in de twee kopvolumes. Tussen de middengevel en de dichtere kopgevels is een transparante strook geplaatst. De entrees worden beaccentueerd door luifels. De daklijst wordt rondom gesteund door penanten gelijk die van de kopse gevels. De architect geeft aan meer het contrast tussen open en dichte delen opgezocht te hebben. De commissie heeft als voornaamste bezwaar tegen het voorstel dat het gebouw uit elkaar lijkt te vallen. Er is sprake van een kleiner gebouw, maar de architect heeft meer middelen en meer bouwdelen geïntroduceerd. Met name door de glazen stroken (geveldelen als ware hier trappenhuizen) krijgt het complex het effect van vijf aan elkaar gezette gebouwen. De architect wordt uitgedaagd een stevig architectonisch front te maken op de kop van De Taats. Een reductie van het aantal middelen, ingezet ter verbijzondering, is noodzakelijk. Daarnaast moet de aansluiting gezocht worden tussen de gevels, bijvoorbeeld in de eerste twee lagen. De gevel aan de Westlaan acht de commissie verbeterd. De kroonlijst moet anders vormgegeven worden en meer als onderdeel van de architectuur voortkomen uit het volume. De gevolgen van het inkorten van de haakse volumes dienen nader onderzocht te worden. Bij eerdere planbehandelingen heeft de commissie ook ingezet op een stevig front richting plein, dat naar haar mening beter bewerkstelligd kan worden indien er geen verspringing in de gevel wordt aangebracht. Aangezien supervisor Verschuren een terugspringende, afwijkende tussengevel juist passend acht, zal de commissie de teruggeplaatste gevel accepteren. Het ruime terugspringen moet doorgesproken worden met de ontwerpers van de inrichting buitenruimte: meer ruimte aan het plein kan bijvoorbeeld leiden tot een extra rij bomen. De aansluiting van deze gevel op de overige gevels moet echter wel aangepast worden. D4 (R)
Het Zand, Utrechtseweg Brandweerkazerne gevelbelettering Aanvraag: Brandweer Utrecht Ontwerp: Reynoud Homan i.s.m. Claus en Kaan architecten Aanvraag is akkoord; de gekozen typologie en de voorgestelde maatvoering en plaatsing passen goed bij deze architectuur.
E.
Overige bouwplannen Deze plannen op de lijst d.d. 18 november 2004 zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering van betreffende plannen is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals vastgesteld in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving is beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
4
Behoud:
Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter in het kader van welstand om extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld Indien van toepassing zijn aanvragen op de sneltoetscriteria getoetst of conform de aanbevelingen zoals geformuleerd in de welstandsnota. Derhalve gaat de commissie met de preadviezen van deze plannen akkoord. F. F1 (R)
Nagekomen plannen Franz Léharsingel 61 IB2042545 Illegaal plaatsen schutting Aanvraag: Gemeente Utrecht, afdeling Bouwbeheer De aanvraag betreft het aan de binnenzijde dichtzetten van het hekwerk met een hardhouten bekleding. Het hekwerk is als standaard voor deze woningen meeontworpen. Hoewel netjes uitgevoerd, voldoet de erfafscheiding niet aan de sneltoetscriteria. Volgens deze criteria dienen erfafscheidingen aan zijkanten die grenzen aan de openbare weg groen van karakter te zijn (of een haag of een begroeid hekwerk). De commissie ziet geen reden om op deze locatie hiervan af te wijken. Juist in nieuwbouwwijken is het wenselijk dit na te streven teneinde een meer open en vriendelijke uitstraling van de wijk te bewerkstelligen. Ook dient rekening gehouden te worden met de precedentwerking. Aanvrager geeft aan de begroeiing nog te willen plaatsen aan de buitenzijde, maar dit is niet toegestaan op openbaar terrein. De commissie adviseert de aanvrager de houten bekleding dusdanig aan te passen om het groen vanaf eigen terrein in de spouw te laten groeien.
F2 (R)
Heldammersingel 22 BV2044942 Bouwen van een dakkapel aan de achterzijde van een woning Aanvraag: W.L.L. Westening Ontwerp: onbekend Dit type woningen heeft een lessenaarsdak met een verspringende nok door het inpandige balkon aan de voorzijde. Derhalve zijn de standaardsneltoetscriteria voor dakkapellen ook niet toepasbaar. Naar de mening van de commissie vraagt deze afwijkende kapvorm om een andersoortige uitbreiding in het dakvlak dan de standaarddakkapel zoals aangevraagd. Met name aan de bovenzijde komt de dakkapel in conflict met de nok in het lagere gedeelte. De voorkeur van de commissie gaat hier uit naar de dakkapel die de oorspronkelijk architect heeft aangedragen. Indien de aanvrager een ruimere dakuitbreiding wenst, zou onderzocht kunnen worden of - vanwege de kapvorm - de dakkapel lager in het dak geplaatst kan worden. De krappe maat tussen kapel en nok alsook de grove uitvoering alsook de gekozen materialisering (kunststof) zijn voor de commissie aanleiding de aanvraag in deze vorm af te wijzen; het Bureau CWM wordt gemandateerd de aanvraag verder af te handelen.
F3 (R)
Citroenkruid 1 BV2044765 Bouwen aanbouw op begane grond en op tweede verdieping aan achterzijde woning Aanvraag: fam. Veenhof Ontwerp: Antwerpen Bouwadvies Tegen de aanbouw op de begane grond bestaat geen bezwaar. Het voorstel voor de uitbouw van het dak op de tweede verdieping wordt echter negatief beoordeeld. Er wordt een nieuw architectonische element toegevoegd die de verschijningsvorm niet op samenhangende wijze ondersteunt. De gevel wordt in principe opgetrokken maar door de bekleding met de dakpannen wordt dit element benaderd als uitbreiding van het dak. Ook het terugleggen vanaf de zijgevel en het afwijken van de nokhoogte geeft een onevenwichtig beeld. In principe heeft de commissie geen bezwaar tegen het uitbreiden van de tweede verdieping, maar adviseert de ontwerper meer te zoeken naar een oplossing afgeleid van de kapvorm (zoals aan de voorzijde).
F4 (R)
Wijnland 13, 14, 15 BV2044875 Bouwen van drie aaneengesloten dakkapellen aan de achterzijde van woningen Aanvraag: dhr. A.W.C. de Groot
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
5
Ontwerp: Van Rooijen Architecten De betreffende woningen hebben een getoogde dakvorm. Naar de mening van de commissie gaat deze karakteristiek verloren door doorgaande dakkapellen te plaatsen. Indien per woning een dakkapel geplaatst wordt, van elkaar gescheiden door een deel dakvlak (minimaal 1 meter tussenruimte), blijft de oorspronkelijke architectuur beter herkenbaar en behouden. Tevens attendeert de commissie de aanvragers op de sneltoetscriteria voor dakkapellen, waarin een beperkte toepassing van dichte panelen wordt voorgeschreven. Zij meent dat dit criterium voor deze dakkapellen ook wenselijk is. Aanvraag wordt in deze vorm afgewezen. F5 (R)
Eduard Kunnekehof 19 BV2042170 Aanvraag voor het wijzigen van een kozijn in voorgevel Aanvraag: W.M. Spaapen Ontwerp: idem Aanvragers hebben bezwaar ingediend tegen de weigering van de bouwvergunning. De vergunning is niet verleend vanwege een negatief welstandsadvies: op 20 juli 2004 heeft een delegatie van de commissie afwijzend geadviseerd omdat naar haar mening de architectuur door de voorgestelde ingreep zou worden geschaad. Met name de gevelcompositie met open en dichte delen wordt verstoord hetgeen ten koste gaat van de bebouwingskarakteristiek. Voor de bezwaarschriftenprocedure hebben de aanvragers zich gewend tot de oorspronkelijke architect Vandkunsten. Vanuit dit architectenbureau is medegedeeld dat uit architectonisch oogpunt geen bezwaar bestaat tegen het meer openen van dit geveldeel. Afdeling Juridische Zaken heeft de commissie verzocht de aanvraag te heroverwegen. De commissie blijft de ingreep betreuren, maar meent dat het primaat van beoordelen bij de oorspronkelijk architect is gelegen. Derhalve keurt zij de aanvraag bij heroverweging goed.
F6 (R)
Koningshof 30, 34 en 36 BV2044978/BV2044979/BV2044980 Aanvraag voor het bouwen van een verdieping op woning Aanvraag: R.R.L. Ooms / B.R. Leeflang / A.F. Schrijvers Ontwerp: Van Rooijen architecten In de aanvragen wordt de terugliggende gevel opgetrokken, waar de commissie in principe geen bezwaar tegen heeft. Het doormetselen van nieuw op bestaand vraagt echter wel een ontwerpdetail op de overgang. De commissie twijfelt over de gekozen gevelindeling: door de indeling van de eerste verdieping over te nemen oogt de dakopbouw relatief topzwaar. De zwaarte wordt versterkt door het boeiboord, een daktrim zoals in bestaande architectuur is passender. Voor wat betreft de achterzijde gaat de voorkeur van de commissie uit naar meer uniforme gevelindelingen en -beëindigingen. Afhandeling van de aanvragen wordt gemandateerd aan het Bureau CWM.
G
Rondvraag Geen onderwerpen.
De volgende vergadering is vastgesteld op 7 december 2004.
De voorzitter,
De secretaris,
P. Vermeulen
J. Koning
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
6
(St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 23 november 2004
7