No title

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn

Dienstenboek 2013 Stichting Punt Welzijn Weert

1


2

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn Inhoudsopgave Voorwoord

5

Maatschappelijke ontwikkelingen

7

Wmo-Prestatievelden

11

Punt Welzijn, de organisatie

15

Dienstenkaarten

19

Diensten/activiteiten Prestatieveld 1: Het bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen/wijken/buurten Burgerparticipatie Wijkaccommodaties Prestatieveld 2: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen bij het opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden Schoolondersteunende activiteiten

21 25

29

Ouderondersteunende activiteiten

31

Op Stap

33

Peuterspeelzalen

35

Vindplaatsgericht jongerenwerk

37

Jongerencentra

39

Weerbaarheid en zelfsturing

43

Coaching2Gether/Coaching 4 Kids

45

ProPunt

47

Jongerenraad

49

Let’s Move

51

Netwerkoverleggen

55

Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning De Vraagwijzer/Welzijnsplein

57

Vluchtelingenwerk

61

Ondersteuning Zelforganisaties

63

Prestatieveld 4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Servicepunt Vrijwilligers

67

Mantelzorgondersteuning

71

Op maat bewegen Prestatieveld 5: Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronische psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Zelfstandig wonen en sociale contacten

3

75

77


4


Voorwoord De maatschappij in beweging De opgaven waar wij als Nederlandse, als Weerter maatschappij voor staan, vragen om een kanteling in denken en doen. Een kanteling die grote consequenties heeft voor ons aller handelen. Een kanteling die je in vele aspecten en op vele beleidsterreinen in onze maatschappij terug ziet. Voorbeelden zijn o.a. de ontwikkelingen bij de politie, die zich steeds meer richt op haar kerntaken en waar burgers meer eigen verantwoordelijkheid krijgen in de vorm van burgernet, vrijwillige politie. Binnen de zorg met voorbeelden van de verpleegtehuizen, waar mantelzorgers “verplicht” mee dienen te helpen bij verschillende activiteiten. Veel van deze ontwikkelingen zijn ingezet door rijksregelgeving. We zien nu dat er een aantal decentralisaties of andere grote ontwikkelingen plaatsvinden, die nog meer dan voorheen de verantwoordelijkheid bij de burger zelf neer leggen. Ik verwijs naar de decentralisatie van de AWBZ / Wmo en de Jeugdzorg, maar ook de voornemens om de “MEE gelden” naar de gemeenten te decentraliseren en de voorgenomen aanpassing in de sociale wetgeving (Participatiewet). Deze kanteling in denken vraagt om een cultuurverandering van de maatschappij: burgers, medewerkers, particuliere initiatieven, gemeentelijke bestuurders, gemeente en (welzijn- en zorg) organisaties. Als welzijnsorganisatie willen wij èn zullen wij in deze cultuurverandering een faciliterende, ondersteunende, stimulerende rol spelen: een aanjager zijn. Maar onze rol als welzijnswerk is ook om dergelijke ontwikkelingen kritisch te volgen en signalen die ons bereiken verzamelen en terugkoppelen. Hoe dan ook is het een ontwikkeling die niet meer tegen te houden is en zoals elke cultuurverandering een inzet over meerdere jaren vraagt/vergt. De komende jaren zijn daarin cruciaal. In dat kader zijn we reeds gestart met Welzijn Nieuwe Stijl en zal er ook Gemeente Nieuwe Stijl, Werken Nieuwe Stijl, Maatschappij Nieuwe Stijl ingevoerd moeten worden. Hoe en welke rol wij verder als Punt Welzijn in deze cultuurverandering kunnen spelen is (op onderdelen) nog een vraag. Voor ons een uitdaging die we graag oppakken, immers …… iedereen = kansrijk. Weert, 1 november 2012 Theo van Ekerschot

5


6


Maatschappelijke ontwikkelingen De ontwikkelingen bij het Rijk, bij gemeenten, de veranderingen van en in wetten, de verhoudingen in de maatschappij, het zijn allemaal zaken die met elkaar te maken hebben. Mee doen wordt van iedere burger gevraagd. Burgerparticipatie is meer dan ooit nodig. Het uitgangspunt in de benadering van de burger kantelt; niet: ‘Waar heb je recht op? Maar: ‘Wat heb je nodig om te kunnen participeren?’ Er wordt gecompenseerd om te kunnen participeren, om deel te nemen aan de oplossing voor onze maatschappelijke problemen. Burgers worden gecompenseerd zodat zij zelfstandig een huishouden kunnen voeren, zich kunnen verplaatsen in en om het huis, zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel en medemensen kunnen ontmoeten. Gemeenten hebben de opdracht ervoor te zorgen dat alle burgers kunnen deelnemen aan die samenleving. Voor veel kwetsbare medeburgers en groepen is dat niet vanzelfsprekend. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moet het juist mogelijk maken dat deze groepen kunnen (blijven) mee doen, door hen die ondersteuning te bieden die nodig is. Als mensen deze hulp in hun eigen kring niet kunnen vinden is het de taak van de gemeente hiervoor te zorgen. Punt Welzijn heeft belangrijke taken om de eigen verantwoordelijkheid van de burger te stimuleren en het mogelijk te maken dat zo veel mogelijk mensen kunnen participeren. En de • • • • • • • •

verwachte resultaten van de Wmo zijn ambitieus; wonen in een schoon en leefbaar huis; wonen in een voor hem/haar geschikt huis; beschikken over goederen voor primair levensonderhoud; beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; zich verplaatsen in, om en nabij het huis; zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; de mogelijkheid hebben om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

De beschreven ontwikkeling wordt de Kanteling genoemd. Een kanteling in denken en doen, waardoor mensen (uiteindelijk) “zelfredzamer” worden en meer eigen verantwoordelijkheid gaan nemen. Nu staan we aan de vooravond van wijzigingen in regelgeving waardoor een nog grotere en specifieke groep onder het regime van de Wmo gaat vallen. Door de decentralisatie van de “begeleiding”, nu vallend onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wmo, gaat de Wmo een nieuwe fase in. Participeren staat meer dan ooit op de voorgrond.

7

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn Burgers met een beperking, die begeleiding nodig hebben vanwege een chronische ziekte, handicap of ouderdom, kunnen dadelijk voor ondersteuning bij de gemeente terecht. Het gaat om mensen die zelfstandig wonen maar ondersteund moeten worden met praktische zaken zoals het bijhouden van hun administratie, maar die ook begeleid moeten worden bij activiteiten of waarvoor een dagbesteding aangeboden dient te worden. Het hoofddoel is mensen zo lang mogelijk en zo zelfstandig mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving te laten wonen en mee te laten doen aan onze samenleving. Dat blijft voorop staan. Er wordt niet langer geconsumeerd (‘recht op’), maar gecompenseerd om te kunnen participeren. Er wordt gekeken naar wat mensen wel kunnen en niet naar wat ze niet meer kunnen. Wij zien als Punt Welzijn dat de ''markt'' van zorg en welzijn in beweging is. Waar mogelijk anticiperen wij al op de AWBZ-transitie en geven invulling aan welzijnszorg en de Kanteling. Concreet komt dit naar voren door de intentie tot samenwerking met Mensana, Riagg, SGL in gezamenlijke accommodaties. Ook binnen dienstencentrum de Roos kunnen andere doelgroepen aansluiten en worden de activiteiten dus voor een breder publiek aangeboden. Het informatie en adviesloket van Punt Welzijn (De Vraagwijzer) houdt alle ontwikkelingen nauwgezet in de gaten en zal steeds meer integraal informatie en advies gaan geven. De Vraagwijzer volgt genoemde ontwikkelingen, signaleert, analyseert/evalueert en koppelt belangrijke bevindingen terug naar partners. Meer eigen verantwoordelijkheid van de burger kan ook zijn keerzijde hebben. Kunnen burgers wel voldoen aan de vragen die de maatschappij aan ze stelt/gaat stellen? Het is mede onze taak hier alert op te zijn. Behalve de overheveling van de functie begeleiding krijgt de gemeente ook te maken met de uitvoering van de gehele jeugdzorg en een nieuwe Participatiewet. Ook in dat nieuwe beleid wordt nog meer uitgegaan van een burger die participeert en meedoet en een burger die in eerste instantie zelf verantwoordelijk is voor het oplossen van zijn problemen. Er moet een transitie plaats vinden waarin te behalen resultaten centraal staan en een ieder naar vermogen zijn bijdrage levert. Niet iedereen is daartoe in staat en dient daarin ondersteund en begeleid te worden. Het verleggen van verantwoordelijkheden van rijk naar gemeenten sluiten aan op maatschappelijke trends die de regie dicht bij de burger veronderstellen. Als Punt Welzijn willen wij kijken op welke wijze –al dan niet met anderen- deze mensen geholpen kunnen worden om net die barrière te overwinnen, zodat deelgenomen kan worden aan de maatschappij. In ieder geval door te “verbinden”, mensen met elkaar in contact te brengen en vraag en aanbod te matchen. Wij hebben een signaalfunctie in het oppikken van problematiek bij kwetsbare burgers en daarvoor de juiste instanties in te schakelen. Deze nieuwe gedachten leiden nu al tot een nauwere samenwerking, die tot nu toe niet altijd gebruikelijk was tussen de domeinen zorg en welzijn. Het is een kanteling in denken en doen, een cultuurverandering die langere tijd nodig heeft.

Vrijwilligers en mantelzorgers Door de kanteling, door het toevoegen van een groot aantal kwetsbare deelnemers aan de participerende maatschappij wordt verondersteld dat deze maatschappij steeds meer zelf het initiatief neemt om de handen uit de mouwen te steken. De inschakeling van vrijwilligers, verenigingen en vrijwilligersorganisaties zal nog groter worden. Maar zijn er voldoende en gekwalificeerde vrijwilligers? Veel Weertenaren zetten zich in als vrijwilliger of mantelzorger. Ze zijn nu al onmisbaar voor de sociale samenhang en verzetten veel werk op uiteenlopende maatschappelijke terreinen. Door vrijwilligerswerk te doen, doe je niet alleen mee in de samenleving, je blijft ook actief. Daarnaast heeft het een toegevoegde waarde voor jezelf of degene die je nabij staat. Het is niet alleen iets geven (arbeid), maar je krijgt daar ook veel voor terug. Er is echter wel een tendens merkbaar dat het verrichten van vrijwilligerswerk minder vanzelfsprekend is, terwijl het beroep dat we op vrijwilligers doen toeneemt.

8

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn Het aanspreken van specifieke doelgroepen (gepensioneerden, arbeidsongeschikten, jongeren, gezinnen) en het bedrijfsleven als belangrijke partner, vergt een andere aanpak met andere randvoorwaarden. Hier richt Punt Welzijn zich in de toekomst op. De gemeente Weert heeft eind vorig jaar op deze ontwikkelingen ingespeeld door een ambitieus vrijwilligersbeleid te formuleren (kadernota vrijwilligersbeleid 2012-2015). Doel is het bestaande vrijwilligersbestand te behouden en zelfs uit te breiden. De ambities heeft de gemeente vertaald in een actieprogramma met als doel het vrijwilligerswerk te stimuleren. Het programma dient binnen het reguliere budget van Punt Welzijn voor dergelijke activiteiten uitgevoerd te worden. Dit houdt in dat wij niet alleen efficiënter dienen te gaan werken, maar gezamenlijk ook in de uitvoering accenten dienen te gaan leggen, wat we wel en wat wij als Punt Welzijn niet meer gaan doen. Een verandering in werkwijze en activiteiten die merkbaar zal zijn en investeringen vraagt. Voor ons een enorme uitdaging.

Lokaal educatieve agenda Eind mei 2012 is de Lokaal Educatieve Agenda 2012-2015 Weert-Nederweert ‘Geen kind tussen wal en schip 2.0’ vastgesteld. Een van de belangrijkste doelen hierin is: het bouwen van een samenhangende onderwijs- en zorgstructuur (ketenbenadering). Meer dan voorheen komt de nadruk te liggen op preventie, het voorkomen van problemen. Het kind (en datgene wat het nodig heeft) staat daarbij centraal. Dit betekent dat er nog meer dan tot nu het geval is, “ontschot” moet worden tussen de diverse instellingen en organisaties. Opvoeding is niet meer het exclusieve domein van het onderwijs, maar een gezamenlijke opgave. Immers “je hebt een dorp nodig, om een kind op te voeden”. Nog meer dan voorheen zullen alle partners zich moeten richten op gerichte ondersteuning bij het opvoeden. Net als bij AWBZ-Wmo komt meer dan ooit de nadruk te liggen op het netwerk van kinderen/gezinnen (omgevingsbenadering). Punt Welzijn is een belangrijke link zijn tussen onderwijs en opvoeding (-ondersteuning), tussen onderwijs en andere maatschappelijke organisaties, zoals (sport)verenigingen enz. Daarnaast is Punt Welzijn uiteraard al een partner, als het gaat om Voor- en Vroegschoolse Educatie/peuteropvang en activiteiten zoals Propunt, jongerenwerk, Lets Move (combinatiefunctionarissen), en Jongerenontmoetingsplaatsen. De komende jaren staan we gezamenlijk voor de uitdaging om de ambities van de LEA mee vorm te geven. Sociale veiligheid Punt Welzijn zet zich op vele fronten direct of indirect in voor een veilige woon- en leefomgeving, versterking van de leefbaarheid en sociale cohesie. Bijvoorbeeld door onze medewerking aan het Mijn Straat Jouw Straat project, het jongerenwerk, zowel in de jongerencentra als het vindplaatsgericht jongerenwerk en het uitvoeren van diverse activiteiten voor en met jongeren. Al deze diensten dragen bij aan veiligheid. Jongeren worden gekend, er wordt contact met ze gelegd en er wordt gekeken naar hun interesses en talenten om gezamenlijk activiteiten op te zetten en uit te voeren.

Welzijn Nieuwe Stijl Onze rol in de huidige tijd, is steeds meer outreachend, pro actief en preventief, faciliterend en coördinerend: mensen in hun eigen kracht zetten en al/niet met

9

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn ondersteuning zaken zelf laten doen. Dit kan heel divers zijn: ondersteuning bij een bepaald hulpverleningstraject tot advisering voor de organisatie van een buurtactiviteit. Mensen moeten zelf meer “aan het werk”, “aan het denken” gezet worden, zodat ze meer eigen verantwoordelijkheid nemen, zelfstandiger worden. Voor het welzijnswerk betekent dit dat ze (soms) een andere benadering moeten hanteren. Deze kanteling in ons handelen voeren wij met het programma Welzijn Nieuwe Stijl (WNS) uit. WNS heeft als doelstelling de kracht van de inzet van “welzijn” beter te laten aansluiten op het welzijn en behoeften van onze maatschappij. Het richt zich op het verbeteren van de kwaliteit en professionaliteit van het welzijnswerk, waarbij zelfsturing en zelfredzaamheid van mensen centraal staan. Om onze medewerkers daar nog meer bewust aan te laten werken en u te laten zien hoe we met WNS bezig zijn, is in de dienstenkaarten een kopje Welzijn Nieuwe Stijl opgenomen. Daarin geven wij aan hoe we WNS toepassen, waarin de benadering anders is dan voorheen en waar medewerkers bij de hantering hiervan tegen aan lopen. Waar worstelen wij mee bij het toepassen van Welzijn Nieuwe Stijl? Immers het nieuwe denken biedt niet één oplossing. Het is steeds op een professionele wijze een afweging maken in de dilemma’s waar wij voor staan. Immers alleen dan kan er maatwerk geleverd worden. Deze ontwikkeling past geheel in het proces, dat Punt Welzijn is ingegaan om Welzijn Nieuwe Stijl volledig in te bedden in onze werkwijze en organisatie. Genoemde ontwikkelingen zijn nog niet ten einde, staan soms zelfs nog aan het begin. Op lange termijn zal het invloed hebben op onze diensten en activiteiten. In het voortraject werken we mee aan de uitwerking van een aantal zaken en voor zover mogelijk/te overzien is, anticiperen we op wat komen gaat. Vooralsnog gaan we uit van bestaand beleid, wat vastligt in de Wmo en haar beleidsvelden.

10


Wmo-Prestatievelden: Het Wmo beleidsplan: Mee(r) doen in Weert! 2009-2012 is nog altijd het vigerende plan. Zoals in het voorafgaande te lezen is, staan er diverse grote veranderingen op stapel. 2013 zal een overgangsjaar zijn. Onze taken zijn gebaseerd op de diverse Wmoprestatievelden. Aan de hand van de prestatievelden geven we aan op welke wijze we uitvoering geven aan de genoemde beleidsaccenten. Voor de nadere uitwerking hiervan in de werkplanning verwijzen we u naar de dienstenkaarten. 1.

Het bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen/wijken/buurten Bij dit prestatieveld horen de dienstenkaarten: Burgerparticipatie en Wijkaccommodaties. De opbouwwerkers van Punt Welzijn ondersteunen de wijken dorpsraden bij de totstandkoming en uitvoering van de leefbaarheidagenda’s. Deze werkwijze, waarbij zaken integraal worden aangepakt, wordt sinds 2010 onder de naam MijnStraatJouwStraat met succes uitgevoerd. Burger/buurtinitiatieven, –al dan niet na inzet van ons BuurTerras- worden indien wenselijk ondersteund. Het kan gaan om (de voorbereiding en/of uitvoering van) diverse activiteiten. Voorbeelden zijn de Nationale Buitenspeeldag of de Burendag. In de wijkaccommodaties Keenter hart en Buurtcentrum Moesel vinden tal van activiteiten plaats die de sociale samenhang en leefbaarheid in de wijk bevorderen. Daarnaast biedt Punt Welzijn hier onderdak voor diverse doelgroepen om zelf activiteiten uit te voeren. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de volgende gemeentelijke beleidsaccenten: Het investeren in laagdrempelige structuren en burgers prikkelen eigen verantwoordelijkheid te nemen en te komen tot actieve burgerparticipatie; Het uitvoeren en ondersteunen van activiteiten gericht op het bevorderen van sociale samenhang, daar waar de civil society er zelf niet toe in staat is;

2.

Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen bij het opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden Bij dit prestatieveld horen de dienstenkaarten die betrekking hebben op alle activiteiten en diensten die we leveren op het gebied van ouders- en schoolondersteunende zaken, gericht op de leeftijd van 0 tot 12 jaar en het jongerenwerk vanaf 12 tot 23 jaar (zowel vindplaatsgericht als accommodatiegericht). Ook coachingsprogramma’s en weerbaarheidstrainingen zijn voorbeelden die onder dit prestatieveld vallen. Door al deze diensten levert Punt Welzijn een bijdrage aan de ontwikkeling van jeugdigen en wil ze een stimulans zijn voor kinderen/jongeren (en hun ouders). Jeugdigen moeten zo veel mogelijk kansen krijgen en hun talenten benutten zodat ze zich ontwikkelen tot zelfstandige burgers. Ouders helpen wij, zodat zij de ontwikkelingen van hun kinderen kunnen volgen en ondersteunen. Ook sport is een belangrijk middel om kinderen zichzelf te laten ontplooien. Sport als bindmiddel, als middel om de gezondheid te bevorderen. Als middel om welzijn te bevorderen. Binnen het project Let’s Move worden diverse buurtsport- en sportkennismakingsactiviteiten georganiseerd. Combinatiefunctionarissen en

11

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn beweegteams worden in- en opgezet, die zij zich op een breed terrein voor kinderen en jongeren inzetten. De beleidsaccenten die specifiek bij dit prestatieveld benoemd zijn, liggen dan ook op het terrein van opvang, educatie en werk en op het terrein van opvoeding en bescherming.

3. Het geven van informatie advies en cliëntondersteuning De Vraagwijzer, Vluchtelingenwerk en Ondersteuning zelforganisaties zijn onze diensten die onder dit prestatieveld vallen. Bij De Vraagwijzer worden knelpunten, ontwikkelingen en trends gesignaleerd, die besproken worden met diverse partners in de keten Wonen, Welzijn en Zorg. De consulenten die zich bij De Vraagwijzer inzetten zijn dan ook een belangrijke ketenpartner. Voor burgers is De Vraagwijzer een laagdrempelig loket waar ze met al hun vragen op het terrein van wonen werken zorg en inkomen, terecht kunnen. Dit alles met als doel – gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen niet onbelangrijkmensen zo lang mogelijk en zo goed mogelijk maatschappelijk te laten meedoen.

Kortdurende ondersteuning van kwetsbare mensen, die niet (goed) in staat zijn hun hulpvraag te formuleren, wordt ook geboden. Zij zijn een doelgroep die over het algemeen wat kwetsbaarder zijn of worden en ondersteuning nodig hebben. Ouderenadviseurs zijn hierin een belangrijke spil. Ze hebben een breed netwerk, vangen veel signalen op en kunnen snel handelen als dat nodig is. Punt Welzijn ondersteunt zelforganisaties zoals het Cliënten Platform Minima, het Lokaal Zorgvragers Overleg, het Platform Gehandicapten Weert, het internationaal kinderfestival en diverse allochtone zelforganisaties. Ook ondersteunt Punt Welzijn vluchtelingen bij hun integratie. Voor al deze organisaties geldt: ze worden ondersteund op zo’n manier dat ze (zo) zelfstandig (mogelijk) hun taak/opdracht kunnen uitvoeren. 12


4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Vanzelfsprekend horen de dienstenkaarten van het Servicepunt Vrijwilligers en de Maatschappelijke Stage en de Mantelzorgondersteuning bij dit prestatieveld. Het Servicepunt Vrijwilligers levert een belangrijke bijdrage aan de continuïteit en kwaliteit van het vrijwilligerswerk in Weert en de regio. In de huidige tijd zijn en worden vrijwilligers van groter belang, maar is tegelijkertijd het vinden en binden van vrijwilligers (zowel jong als oud) lastig. Ook het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties en de versterking van het vrijwilligerswerk in Weert zijn speerpunten. Enerzijds door de (grote) veranderingen, anderzijds de grotere vraag naar vrijwilligers -terwijl het juist steeds moeilijker is om mensen te vinden-, wordt er meer en meer maatwerk verzorgd. Meedenken met verenigingen, verenigingen ‘triggeren’ buiten bestaande (beleids)kaders te denken, creatief te zijn als het gaat om aanpak/oplossingen van bijvoorbeeld vrijwilligersproblematiek. Van potentiële vrijwilligers is het van belang te kijken naar behoeftes en talenten. Het Servicepunt Vrijwilligers staat op dit moment op een “kruispunt”. Het is van groot belang om de verwachtingen en activiteiten beter te laten aansluiten bij de (toekomstige) vragen, eisen die gesteld gaan worden, en het nieuwe gemeentelijke vrijwilligersbeleid. Nu is het moment gekomen om daarop door te pakken en onze werkwijze aan te passen. Een groot deel van 2013 zullen we daarvoor gebruiken, terwijl de winkel grotendeels open blijft. 5.

Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Bij dit prestatieveld horen onze activiteiten en diensten die zijn beschreven in de kaart: zelfstandig wonen en sociale contacten. Door het aanbieden en instandhouden van locaties (dienstencentra) en het organiseren van activiteiten wordt ervoor gezorgd dat, mensen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn en zelfstandig kunnen blijven wonen. Het voorkomt sociaal isolement. Denk hierbij onder andere aan de eetpunten en wijksteunpunten, die in diverse wijken en dorpen zijn gerealiseerd. Er is ondersteuning mogelijk, waardoor senioren zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Het bevordert de sociale samenhang en de leefbaarheid in wijken en buurten. Voorbeelden van ondersteuning zijn: eetpunten persoonsalarmering, boodschappenplusbus, computercursussen, maatjesproject en de bieb aan huis.

De drie belangrijkste beleidsaccenten, die binnen dit prestatieveld door de gemeente benoemd zijn, worden hiermee uitgevoerd: Faciliteren en uitvoeren van flankerende voorzieningen voor kwetsbare ouderen en gehandicapten gericht op zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen en het voorkomen van sociaal isolement. Laagdrempelige educatieve activiteiten organiseren en toeleiding naar instellingen bevorderen met als doel sociale zelfredzaamheid. Het faciliteren en uitvoeren van flankerende voorzieningen;

13

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn 6.

Het verlenen van voorzieningen ten behoeve van het behoud en bevordering van het zelfstandig functioneren of de deelname aan het maatschappelijk verkeer van mensen met een beperking of een chronisch psychisch en/of psychosociaal probleem Door de decentralisatie van activiteiten vanuit de AWBZ naar de Wmo, worden de gemeenten verantwoordelijk voor een grotere groep burgers. De taak “ondersteunende begeleiding” inclusief dagbesteding heeft veel raakvlakken met andere prestatievelden en activiteiten van Punt Welzijn. Het is aan ons om die verbindingen te realiseren, Wij zijn dan ook betrokken bij de ontwikkelingen op dit terrein en de voorbereidingen van het Wmo beleidsplan 2013-2016 en anticiperen waar mogelijk.

14


Punt Welzijn, de organisatie: Speerpunten voor onze organisatie op het terrein van bedrijfsvoering zijn het komende jaar: Verandertraject en deskundigheid De Kanteling is merkbaar in alle geledingen binnen onze organisatie. De “oude” werkwijzen zijn niet meer actueel en er zijn veel dwarsverbanden tussen de verschillende beleidsterreinen te maken. Punt Welzijn wordt steeds meer een netwerkorganisatie, waar professionals, vrijwilligers en professionals in opleiding actief zijn in werkverbanden en netwerken. Om hun taak goed uit te kunnen voeren zijn aanpassingen van procedures (verantwoordelijkheid laag op de werkvloer) en deskundigheid essentieel. Inspelen op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid maar juist ook participatie van de burgers maakt dat medewerkers daar op een andere manier naar moeten kijken en moeten leren daar mee om te gaan. Wij hanteren daarbij het adagium; wat we naar buiten toe vertellen en uitstralen zullen we ook intern als uitgangspunt dienen te hanteren. Dit verandertraject laten wij al gaande weg ontstaan, immers de winkel moet open blijven. Hiertoe is het afgelopen jaar een verandertraject ingezet rondom deskundigheidsbevordering en professionalisering op basis van de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl. De Professional Nieuwe Stijl wordt nog meer een netwerker en verbinder. Hij/zij informeert adviseert, stimuleert en activeert. Een goede vaardigheid in communicatie en gedragsbeïnvloeding zijn daarbij essentieel. Innovatie Innovatie is en blijft belangrijk in deze tijd waarin de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Het is essentieel daar snel op in te kunnen spelen. Nieuwe diensten en initiatieven zijn van belang, zodat ons aanbod blijft aansluiten bij de vraag van onze burgers. Burgers waar steeds meer van gevraagd en geëist wordt qua inzet, eigen verantwoordelijkheid. Deze nieuwe projecten passen soms niet binnen de bekende en geijkte kaders. Ook is er niet altijd financiële ruimte binnen de subsidie aanwezig. Toch blijven wij ook daar aandacht voor vragen en is er een medewerker innovatie aan de slag met de ontwikkeling van nieuwe ideeën en diensten. Daarbij hoort eveneens het aanboren van externe subsidiebronnen zoals fondsenwerving.

Inzet van “eigen” vrijwilligers en professionals in opleiding (pio’s) Niet alleen zetten wij ons in voor vrijwilligers en mantelzorgers dwars door de gehele maatschappij heen. Als organisatie hebben wij gemiddeld 300 vrijwilligers per jaar in dienst en lopen en jaarlijks ongeveer 35 tot 40 studenten gelijktijdig stage (totaal 70 studenten per jaar). Hiermee realiseren we de opdracht van de gemeente om met

15

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn minimale professionele inzet maximale resultaten te bereiken door de inzet van vrijwilligers en PIO’s. Dit sluit aan bij de maatschappelijke ontwikkeling waarin van burgers en organisaties nog meer dan ooit verwacht wordt zich als vrijwilliger in te zetten en werkzaamheden en of activiteiten met ondersteuning van vrijwilligers uit te voeren. De inzet van (jonge) vrijwilligers en PIO’s is ook voor onze organisatie een verrijking. Het dwingt ons telkens weer om een andere kijk en open houding. We zijn en blijven dan ook een praktijkleerbedrijf en zijn erkend zowel voor Calibris als voor Ecabo een erkend leerbedrijf MBO opleidingen.

Organisatie en kwaliteit Punt Welzijn vindt kwaliteit belangrijk. We zijn HKZ gecertificeerd en laten daarmee zien dat we dit ook procedureel ingebed hebben in de organisatie. Dit houdt ons scherp. We behalen goede resultaten, krijgen steeds beter inzicht in resultaten. Dit betekent dat de medewerkers op een professionele manier met de planning en control cyclus aan de slag zijn en daarin ook een (grotere) verantwoordelijkheid hebben. Wel zien wij steeds meer een spanningsveld ontstaan tussen activiteiten in processen en procedures vastleggen en de beleidsvrijheid die je een professional wilt en moet geven om het werk te kunnen doen. Wij gaan graag de discussie met de gemeente aan om te zoeken naar een systematiek waarin het voldoen aan kwaliteitsnormen beter aansluit bij de (mate van) beleidsvrijheid die we medewerkers (willen) geven. Mogelijk dat er dan een andere wijze van certificeren voorgesteld wordt. Door de bezuinigingen van de afgelopen jaren staan de financiën van onze organisatie sterk onder druk. Het vet is van de botten, hetgeen betekent dat het resultaat door kleine ontwikkelingen zowel in positieve als negatieve zin om kan slaan. Nog meer dan in het verleden zullen wij een strenge begrotingsdiscipline dienen toe te passen. Door de resultaten van de afgelopen jaren zijn we wel in staat bijzondere aspecten en investeringen ten laste van onze reserve, ons eigen vermogen te brengen. Huisvesting Het is nog steeds onze wens om met verschillende partners met elkaar samen te werken en fysiek gehuisvest te zijn in een op onze werkzaamheden afgestemd gebouw. De burger een breed welzijnsplein aanbieden waar diensten op het gebied van wonen, welzijn, zorg, werk en inkomen bij elkaar worden gebracht. Dit concept is uitgangspunt in onze plannen voor het bedrijfsverzamelgebouw in de Poort van Limburg. Door het wegvallen van het UWV en de gemeentelijke sociale dienst als huurders in het pand is verhuizing naar die locatie ook ter discussie gesteld. Omdat wij niet langer konden wachten op een andere accommodatie is ter oplossing (korte termijn) van onze accommodatieproblematiek een extra pand gehuurd in de Maasstraat (Maasstraat 36). Daarmee is het knelpunt ten aanzien van het aantal werkplekken voorlopig opgelost doch

16

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn blijven de knelpunten ten aanzien van kwalitatief goede werkplekken en optimale dienstverlening overeind. We blijven aandacht vragen voor het oplossen van onze huisvestingsknelpunten. Een huisvesting die past bij de werkwijze en huidige behoeften van deze tijd.

Samenwerken en verbinden Zoals al aangegeven verandert de rol van Punt Welzijn steeds meer in die van verbinder. Het leggen van verbindingen tussen vraag en aanbod, tussen kwetsbare burgers en degene die hen daarbij ondersteunen, tussen vrijwilliger en organisatie en zelfs tussen organisaties onderling en met het bedrijfsleven in Weert. Door het wegvallen van de Chinese muren in de financieringsstructuur tussen zorgorganisaties en welzijnsorganisaties zien wij nieuwe initiatieven ontstaan en samenwerking. Als netwerkorganisatie gaan wij, waar mogelijk deze verbindingen realiseren en versterken.

17


18


De dienstenkaarten 2013

19


20


Dienstnaam

Burgerparticipatie

Wmoprestatievelden

1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten

Doelstelling(en)

•

Het ondersteunen op maat van wijken dorpsraden bij het opstellen van de leefbaarheidagenda’s;

•

Het ondersteunen bij uitvoering van leefbaarheidactiviteiten in het kader van Mijn Straat Jouw Straat;

•

Het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid en participatie van burgers op de thema’s schoon, heel, veilig en ontmoeting;

• •

Het bevorderen van sociale cohesie in wijken en dorpen; Het leveren van een bijdrage aan het vergroten van zelfredzaamheid, voorkomen sociaal isolement en het leren begrijpen van de Nederlandse samenleving; Het ondersteunen van deelnemers bij het leren/verbeteren van de Nederlandse taal (spreken, lezen en schrijven); Het vergroten van mobiliteit en mogelijkheden tot maatschappelijke participatie;

• • • Indicator 2013

Het veilig –fietsend- leren deelnemen aan het verkeer.

Mijn Straat Jouw Straat: •

het op vraag van één van de 16 wijk-/dorpsraden, ondersteunen van die raad bij (de voorbereiding van) de bewonersavond(en);

•

ondersteuning bij de uitvoering en het opstellen van 16 leefbaarheidsagenda’s;

•

een bijdrage leveren aan 10 coördinatie overleggen met betrekking tot Mijn Straat Jouw Straat; het leveren van een bijdrage aan de 4 vergaderingen van de werkgroep ‘communicatie wijkgericht werken’; een bijdrage leveren aan (de voorbereiding) van de jaarlijkse partnerdag en andere overlegsituaties met (alle) partners;

• • •

Nationale Burendag onder de aandacht brengen bij 16 wijken dorpsraden en waar nodig ondersteuning bieden;

•

Ondersteunen van de organisatie van de Nationale Buitenspeeldag in 8 wijken/dorpen.

Burgerinitiatieven: 20% van het totaal aantal uren worden gereserveerd voor: • ondersteuning van buurtopbouwactiviteiten of op basis van signalen vanuit de bewoners en/of partners; • het inzetten van 5 BuurTerrassen om signalen vanuit (één van) de partners te onderzoeken. Doel is om activiteiten die hieruit voortvloeien te koppelen aan de leefbaarheidsagenda’s; • Ondersteunen bij de organisatie van eetpunten. Conversatielessen: • 2 lessenreeksen (12-15 lessen van 1,5 uur) in vier wijken van Weert; • 35 deelnemers; • 12 vrijwilligers.

21


Fietslessen: • 2 cursussen; • 25 deelnemers; • 95% kan fietsen na één cursus te hebben gevolgd; • 30% ontvangt na één cursus een certificaat, zijn in staat al fietsend, veilig en zelfstandig deel te nemen in het verkeer; • 65% stroomt door naar een vervolgcursus; • 4 informatiebijeenkomsten over thema’s die aansluiten bij de interesses van de doelgroep (bijvoorbeeld opvoeding, voeding, vrijwilligerswerk of informatie over wonen, welzijn, zorg en inkomen); • 2 vrijwilligers en 4 stagiaires voeren de lessenreeksen uit. Doelgroep/ gebied

Wijk- en dorpsraden die samen met burgers de leefbaarheidagenda opstellen en uitvoeren; Burgers uit heel Weert die zich willen inzetten voor de leefbaarheid in hun straat/buurt/wijk/dorp; Mannen en vrouwen, die op een laagdrempelige wijze de Nederlandse taal willen leren spreken; Vrouwen, die willen leren om fietsend deel te nemen aan het verkeer.

Deelnota

Notitie “Samen-werken aan Weert” wijkgericht werken met partners Mee(r) doen in Weert, beleidsplan Wmo Weert 2009-2012 Kadernota en actieprogramma Wmo begeleiding 2013-2014

Terugblik op resultaten eerste helft 2012

Het initiatief tot het opzetten van een dorpenplatform is ondersteund. Tevens zijn wijken dorpsraden ondersteund bij het opstellen van de leefbaarheidsagenda’s en de uitvoering van leefbaarheidactiviteiten waaronder 4 buurt/wijkfeesten, 1 buitenbioscoop. Ook zijn 3 acties opgezet rondom thema “Schoon” (hondenpoep en zwerfvuil). 5 bewonersgroepen zijn ondersteund bij het organiseren van activiteiten en is de oprichting van wijkraad Graswinkel voltooid. Naast het bovenstaande zijn bewonersinitiatieven ondersteund en hebben er 5 BuurTerrassen plaatsgevonden. In 2012 zijn 2 nieuwe eetpunten opgestart en in 9 wijken is de Nationale Buitenspeeldag (NBSD) ondersteund. Er is een fietscursus georganiseerd in het voorjaar waar 8 vrouwen aan deelnamen. 5 deelnemers hebben hun certificaat behaald. Er is 1 gastles verzorgd door de VrijwilligersVacatureBank. Het aantal deelnemers aan de fietslessen was het eerste half jaar laag ten opzichte van andere seizoenen. Voor aanvang van het tweede seizoen van 2012 is extra ingezet op bekendmaking van het project. Dit heeft geleid tot een stijging in het aantal aanmeldingen. 13 vrijwilligers hebben, verdeeld over 4 wijken de lessenreeks conversatie(lessen) uitgevoerd. Er waren 39 deelnemers. Het aantal deelnemers stijgt. Zij hebben een uitstapje gemaakt naar het Natuur- en Milieucentrum Weert en de bibliotheek.

Consequenties voor 2013

In het kader van het veranderingsproces ‘Welzijn Nieuwe Stijl’, is de verwachting dat binnen Mijn Straat Jouw Straat, nog meer zelfstandigheid wordt gevraagd van de wijken dorpsraden. In de eerste aanzet zal meer ondersteuning gevraagd worden van het opbouwwerk.

22


Wij zijn en blijven betrokken bij de opzet van de kadernota Wmo begeleiding. In het kader van de decentralisatie AWBZ-Wmo en ook andere maatschappelijke ontwikkelingen, zal er steeds meer van de burger, van de maatschappij zelf, gevraagd worden. Ook de inzet en ondersteuning van buurtbewoners is daarbij een bijzonder aspect. De sociale cohesie in buurten en dorpen zal verder versterkt dienen te worden. Deze ‘kanteling’ in denken en doen zal vanaf 2013 meer vorm gegeven worden. Het opbouwwerk kan en zal daarin een stimulerende rol hebben, door te opereren als bruggenbouwer en drempels tussen “kwetsbare” bewoners en (wijk)organisaties te verlagen. Voor de fietslessen blijft PR van belang. De conversatielessen worden voortgezet. Het organiseren van een uitstapje in Weert en het bezoek van de bibliotheek zal jaarlijks plaatsvinden. Dit draagt bij aan een verhoging van de kennis over Weerter voorzieningen en de maatschappelijke participatie. Samenwerking / Keten

Wonen Weert, gemeente Weert, politie en alle wijken dorpsraden en Mensana, SGL, PSW, PGZ, DAC, RIAGG Zuid, st. Land van Horne, RICK, Voortgezet Onderwijs, Basis Onderwijs, Gilde Opleidingen, het Keenter hart, bibliotheek Weert, Diensten Punt Welzijn; Vraagwijzer, opvoedingsondersteuning.

Kwaliteitsmeting

Evaluatieformulier met wijken dorpsraden; 1x per jaar evaluatie professionele partners MSJS; 1x per jaar evaluatie wijken dorpsraden en professionele partners; 2 jaarlijks een evaluatiebijeenkomst over de conversatielessen met vrijwilligers, docent van Gilde Opleidingen en Punt Welzijn; 2 jaarlijks een tevredenheidsmeting onder de deelnemers van de conversatielessen; Door midden van afgeven certificaten beoordelen wij deelnemers van de fietslessen op hun vorderingen; 2 jaarlijks een evaluatiebijeenkomst met fietsdocenten en Punt Welzijn; Verbeterpunten worden in de opvolgende lessenreeks verwerkt.

Welzijn Nieuwe Stijl

Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. Bij burgerinitiatieven de kern van de vraag achterhalen: wat is de werkelijke behoefte? Zowel bij de conversatie- als bij de fietslessen is een grote signaleringsrol weggelegd. Het laagdrempelige contact met een professional maakt het voor de deelnemers mogelijk om vragen te stellen of onderwerpen ter sprake te brengen. Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. De opbouwwerker ondersteunt de burger om zo veel mogelijk zelf actie te ondernemen. Baken 3: Direct er op af. Nog meer oog hebben voor de burgers die voorheen niet bereikt werden via de reguliere communicatiekanalen (Flyer, wijkkrant, etc): de niet mondige kwetsbare burgers; Baken 5: Doordachte balans van collectief en individueel. De conversatielessen worden collectief vormgegeven, maar wanneer blijkt dat iemand op individueel niveau ondersteuning nodig heeft, wordt er gekeken naar een passend aanbod. Denk hierbij o.a. aan doorverwijzing

23

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn naar het Maatjesproject, De Vraagwijzer, vrijwilligerswerk. Voor het opbouwwerk geldt, dat het gezamenlijke belang nog meer benadrukt moet worden bij de burgers om samen iets op te pakken. De opbouwwerker wordt nog meer een procesbegeleider waarbij de doelen van burgers en wijken dorpsraden voorop staan. Activiteiten (directe ureninzet)

financiering gemeente Weert 2013

vrijwilligers

Stage/PIO

uren 2012

regulier subs.

Burgerparticipatie

2.360

2.100

1.900

Burgerinitiatieven

260

520

100

Fietslessen

60

70

400

135

100

650

2.815

2.790

1.050

Conversatielessen TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

projectsubs.

overige financiering

L. Aarts, M. Crolla, T. Hurkmans, B. Kouters, M. Sanders en S. Kuepers

400

2.400 4.102.0 4.102.1 4.102.2 4.102.3 4.102.4 4.161.0 4.161.1

24


Dienstnaam

Wijkaccommodaties

Wmoprestatievelden

1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

Doelstelling(en)

•

Het exploiteren van de wijkaccommodatie het Keenter hart en het Buurtcentrum Moesel, waarbij wij ons richten op de volgende pijlers: 1. Het creëren van ontmoetingsplekken (de wijk voor jong en oud en kwetsbare burgers; 2. Het organiseren van activiteiten voor buurtbewoners en jongeren en (kwetsbare) ouderen in het bijzonder; 3. Het aanbieden van werkervaringsplekken voor stagiaires van het Kwadrant, ROC, Gilde, cliënten Sociale Dienst, Mensana en RCGGZ; 4. Het exploiteren van de diverse ruimtes in beide wijkaccommodaties.

Indicator 2013

Keenter Kidsclub: •

36 middagen op jaarbasis;

•

15 kinderen in de leeftijd van 5 t/m 12 jaar per middag

•

2 activiteiten in de zomervakantie;

Keenter hart activiteiten: •

Wekelijks een open inloop op dinsdag en donderdag;

•

2 keer per week eetpunt;

•

minimaal 2 activiteiten per week;

•

Wekelijks aanbod MBvO;

•

4 computercursussen op jaarbasis;

•

In samenwerking met Land v. Horne/ Zuyderborgh 2 activiteiten organiseren voor burgers en in het bijzonder voor kwetsbare ouderen uit de wijk;

•

Het Keenter hart 11.000 uur per jaar verhuren en 50.000 bezoekers.

Buurtcentrum Moesel 3.000 uur per jaar verhuren en 7.000 bezoekers. Doelgroep/ gebied

Burgers (jong en oud) en organisaties uit de wijk Keent, Moesel en Graswinkel.

Deelnota

Mee(r) doen in Weert, beleidsplan Wmo Weert 2009-2012 Kadernota en actieprogramma Wmo begeleiding 2013-2014 Kadernota integraal accommodatiebeleid


Tientallen organisaties uit de wijken en omgeving organiseerden hun activiteiten in het Keenter hart en het Buurtcentrum Moesel. Ook vanuit het Keenter hart zelf werden er diverse activiteiten georganiseerd voor de diverse doelgroepen. Kijkende naar de indicatoren die gesteld zijn, is het volgende behaald:

25


Keenter KidsClub: Er zijn in het eerste half jaar 20 bijeenkomsten geweest met gemiddeld 17 kinderen per middag. Er is 1 activiteit geweest in de zomervakantie. Keenter hart activiteiten: Wekelijks was er een open inloop op dinsdag en donderdag. Twee keer per week werd er een eetpunt georganiseerd. In het eerste half jaar zijn er 4 computercursussen van 14 bijeenkomsten georganiseerd en wekelijks vond Meer Bewegen voor Ouderen plaats. Er is een start gemaakt voor een grote activiteit met Land van Horne/ Zuyderborgh voor kwetsbare ouderen uit de wijk. Leerlingen van het Kwadrant, ROC, Gilde, cliënten Sociale Dienst en de Reclassering doen werkervaring op in het Keenter hart. Op 1 januari 2013 loopt het driejarig huurcontract voor het Keenter hart af. Punt Welzijn beheert en exploiteert het Keenter Hart. Deze wijkaccommodatie is een echte ontmoetingsplek voor jong, oud en kwetsbare burgers geworden. Voor Punt Welzijn staat het belang en nut van het Keenter Hart, nu en in de toekomst, buiten kijf en zij wilt het huurcontract voortzetten. Op verzoek van het voormalige bestuur van het Buurtcentrum Moesel heeft Punt Welzijn sinds 1 januari 2012 de exploitatie en het beheer van het Buurtcentrum overgenomen. Het Buurtcentrum verhuurt vooral ruimtes aan diverse verenigingen en organisaties uit de wijk. Consequenties voor 2013

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het Keenter hart echt een ontmoetingsplek voor jong en oud is. Enkele aandachtpunten voor 2013 zijn: de bekendheid en toegankelijkheid van het Keenter hart vergroten door meer pr en behoeftepeiling. Ook zal er meer promotie komen voor de open inloop en het eetpunt. Verder willen we de samenwerking met Mensana, Zuyderborgh en andere zorginstellingen versterken/vergroten. Vanuit onderzoek in aanleunwoningen Zuyderborgh en WoZoCo Kerkstraat inspelen op de behoefte van de bewoners. Buurtcentrum Moesel was vooral een locatie waar ruimten gereserveerd konden worden. In overeenstemming met het Keenter hart willen we meer gericht naar de wijk gaan werken en met activiteiten inspelen op specifieke behoeften. Samenwerking met Mensana, Riagg, de Loods en andere partners is daarbij uitgangspunt.

Samenwerking / Keten

Basisschool het Dal, lokaal jeugdwerk (onder andere harmonie en scouting) die activiteiten voor kinderen organiseren, Wijkraden Keent, Moesel en Graswinkel en Land van Horne, Mensana, Riagg, SGL, de Loods, de Risse, huisartsenpraktijken, ouderenadviseurs en huurders.

Kwaliteitsmeting

Keenter Kidsclub:via een logboek en een tevredenheidsonderzoek 1x per jaar. Keenter hart activiteiten: behoefte onderzoek onder de bezoekers van het Keenter Hart, WoZoCo Zuyderborgh en bewoners Appartementencomplex Kerkstraat. Huurderstevredenheidsonderzoek

26



Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. Wat is de werkelijke behoefte aan een wijkvoorziening en hoe kunnen we daar nog meer op inspelen? Bijvoorbeeld door het uitvoeren van een behoefte onderzoek. Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Het accent ligt op het ‘zelf organiseren’; het zoeken naar de balans tussen ondersteunen, faciliteren en zelf organiseren. Activiteitencommissie en vrijwilligers organiseren. Punt Welzijn faciliteert.

Activiteiten (directe ureninzet) Keenter Hart

financiering gemeente Weert 2013 uren 2012

regulier subs.

520

514

projectsubs.


vrijwilligers

Stage/PIO

1.800

600

1.600

800

250

100

3.650

1.500

Activiteiten Keenter Hart Beheer

3.000

2.760

Buurtcentrum Moesel TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

800 3.520

514

2.760

P. van Horne, A. Sensen, M. Sanders en M. Crolla

4.110.0 4.110.1 4.110.2 4.110.3 4.115.0

27


28


Dienstnaam

Schoolondersteunende activiteiten

Wmoprestatievelden

2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Het ondersteunen van scholen met activiteiten zoals de Taalspeelgroep, Plusgroep, Vakantiepas en de Schakelklas;

•

Het bevorderen van de taalontwikkeling van kinderen middels activiteiten;

•

Het aanbieden van studievaardigheidstraining voor kinderen uit de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs;

•

Het bieden van mogelijkheden voor een zinvolle vrijetijdsbesteding;

•

Het organiseren van ouderactiviteiten om kennis en kunde inzake de taalontwikkeling van het kind te vergroten bij ouders.

•

Vakantiepas: ca. 20.000 exemplaren verspreid rond 4 schoolvakanties;

•

De Taalspeelgroep op 4 basisscholen voor kinderen van de groepen 3 t/m 6, ca. 70 deelnemers in totaal;

•

De Plusgroep op 3 basisscholen aan leerlingen uit de groepen 7 en 8.

•

Op 6 basisscholen ouderactiviteiten middels tweewekelijkse bijeenkomsten. In totaal 90 bijeenkomsten met elk 10 deelnemers.

Doelgroep/ gebied

Basisscholen in de gemeente Weert.

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda 2012-2015

Kinderen van basisscholen in de gemeente Weert en hun ouders.

Deelnota WMO jeugd 2009-2012 Terugblik op resultaten eerste helft 2012

Er wordt steeds gezocht naar vernieuwende alternatieven om ouders effectief bij school en ontwikkeling van hun kind te blijven betrekken. Door de overlap tussen Opstap en de VVE-activiteiten voor ouders van peuters bleek het wenselijk de samenwerking met het onderwijs te intensiveren. De Taalspeelgroepen en Plusgroepen werden goed bezocht. Ze hadden resp. 60 en 20 deelnemers in totaal. Wij willen nog meer de ouders van de deelnemende kinderen bereiken en bij de activiteiten betrekken. De Vakantiepas verloopt volgens planning.


In 2013 worden op 6 basisscholen zogenaamde OuderOntmoetingsMomenten (OOM) georganiseerd. Het programma bestaat uit themabijeenkomsten, gericht op diverse groepen ouders. Als voorbeeld noemen wij bijeenkomsten ‘Overstap’ (een vervolg op Opstap voor ouders van kinderen in groep 3). Ook zullen met regelmaat ketenpartners worden uitgenodigd, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin of de jeugdgezondheidszorg. De Taalspeelgroep en Plusgroep veranderen inhoudelijk niet. Wel zal meer aandacht besteed worden aan afstemming met de school en aan de

29

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn ouderbetrokkenheid. De Vakantiepas brengt 4 edities uit. Samenwerking / Keten

Centrum voor Jeugd en Gezin, basisscholen in de gemeente Weert, Jeugdgezondheidszorg, bibliotheek etc. Deze dienst heeft een sterke relatie met de dienstenkaart Peuterspeelzalen, Opstap en Ouderondersteunende activiteiten.

Kwaliteitsmeting

De programma’s voor de ouderactiviteiten worden samengesteld in overleg met de school, het Opstapprogramma dat daar wordt uitgevoerd en met eventuele ketenpartners. Met de school en de deelnemers wordt na afloop geëvalueerd. Verbeterpunten worden verwerkt in de opzet van toekomstige programma’s. De programma’s van de Taalspeelgroep en Plusgroep worden opgesteld in afstemming met de werkwijze van de school. Zowel met de school als met de deelnemers wordt na afloop van de cyclus bijeenkomsten geëvalueerd.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van burgers. Ouders worden gemotiveerd door de opvoedondersteuner en de leerkracht. De uiteindelijke beslissing over wel/geen deelname ligt bij de ouder, immers zij zijn eindverantwoordelijk. Baken 4: Doordachte balans van collectieve voorziening en/of individuele oplossing. Ouders nemen deel aan groepsbijeenkomsten. Waar dit niet mogelijk is, vinden huisbezoeken plaats.

Activiteiten (directe ureninzet)


vrijwilligers

regulier subs.

Schoolondersteunend

550

185

100

150

Taalspeelgroep

595

380

410

240

Plusgroep

200

120

120

50

50

1.395

735

Vakantiepas TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

projectsubs.


uren 2012

Stage/PIO

410 120

1.000 630

N. Soudant en M.Sanders

1.390

530 4.212.0 4.225.0 4.227.0 4.240.0

30


Dienstnaam

Ouderondersteunende activiteiten

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Ouders actief betrekken bij Voor- en Vroegschoolse educatie;

•

Ouders met opvoedproblemen maatwerk bieden;

•

Ouders informeren, ondersteunen en begeleiden met betrekking tot de opvoeding en ontwikkeling van hun kind;

•

Ouders de kans bieden om ervaringen en tips uit te wisselen met andere ouders of met professionals;

•

Ouders praktische handvatten bieden om de opvoeding en ontwikkeling positief te laten verlopen;

•

Peuters toeleiden naar een voorschoolse voorziening.

•

Op 6 basisscholen in Weert vinden twee-wekelijks OuderOntmoetingsMomenten (OOM) plaats tussen eind oktober 2012 en eind mei 2013 met 8 deelnemers per bijeenkomst.

•

Samen Praten Samen Spelen vindt wekelijks plaats op basisschool Aan de Bron tussen 1 oktober 2012 en 1 juni 2013 met een groep van ca. 15 deelnemers per keer.

•

20 ouders, wiens kind (vanaf 8 weken) door de Jeugdgezondheidszorg wordt geïndiceerd als (mogelijk) doelgroepkind voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden doorverwezen naar Punt Welzijn.

Doelgroep/ gebied

Ouders met kinderen tussen 0 en 6 jaar in de gemeente Weert.

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota WMO jeugd, 2009-2012


Door de veranderde structuur (vroegere peuterspeelzalen, kinderopvang) en de veranderde werkwijze tussen de ketenpartners, is de doelgroep minder snel in beeld bij Punt Welzijn. Mede door dezelfde omvormingen, is de Verteltas niet of moeizaam op gang gekomen. Samen Praten Samen Spelen (SPSS) kreeg een groeiende groep van 15 vaste deelnemers. Het voldeed aan een behoefte van ouders aan geïnformeerd te worden over diverse thema’s. Ook de de uitwisseling van ervaringen met andere ouders en tips en adviezen van professionals worden als positief ervaren.


Ouders van kinderen die in aanmerking kunnen komen voor een VVEtraject, worden niet meer geselecteerd op basis van informatie van de gemeente (‘welk kind neemt niet deel aan een voorschoolse voorziening?’), maar op grond van de criteria van de VVE-indicatie door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Dit betekent een meer gerichte vorm van werving. Er is een achterstand of risico vastgesteld en ouders worden door de JGZ direct aangesproken en kunnen meteen aangeven of ze ondersteuning door Punt Welzijn willen. Afhankelijk van de situatie, zoals bijvoorbeeld de leeftijd van het kind, wordt een programma aangeboden. Indien nodig in de vorm van huisbezoeken. In 2013 wordt SPSS breder toegepast. Er komt een laagdrempelige 31

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn inloopochtend met een programma in de vorm van thema’s, gastsprekers en regelmatige deelname door ketenpartners. Het wordt niet beperkt tot ouders van peuters, maar doorgetrokken in de basisschool. Samenwerking / Keten

Centrum voor Jeugd en Gezin, Jeugdgezondheidszorg, ouders, kinderopvang, basisscholen, Algemeen Maatschappelijk Werk, ZorgAdviesTeam 0-4 etc.

Kwaliteitsmeting

Met ouders wordt individueel of als groep geëvalueerd of het aanbod meerwaarde heeft geboden. De kwaliteit wordt bewaakt middels intern teamoverleg en periodiek overleg met de ketenpartners.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. We blijven een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van ouders en er is veel aandacht voor het tussen ouders onderling uitwisselen van informatie. Dilemma: In de gevallen, waarin ouders niet of onvoldoende de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van hun kind oppakken, moeten wij deze dan toch overnemen. Het gaat immers primair om het kind. Dit heeft per definitie nog geen vaardigheden om deze eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Het kind is afhankelijk van in eerste instantie de ouder. Wij moeten voorkomen dat dit kind de dupe wordt van ouders die hun verantwoordelijkheid niet nemen. De consequenties van het niet nemen van de verantwoordelijkheid door ouders komen uiteindelijk voor rekening van de samenleving. Baken 4: Doordachte balans van collectieve voorziening en/of individuele oplossing. Er worden groepsbijeenkomsten voor ouders georganiseerd. Huisbezoeken zijn alleen in specifieke situaties aan de orde.

Activiteiten (directe ureninzet) Ouderonderteund


regulier subs.

projectsubs.

1.174

400

Samen praten samen spelen

200

Huisbezoeken

173

TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

1.174

773

N. Soudant


vrijwilligers

Stage/PIO

100

100

100

100 4.202.0

32


Dienstnaam

Opstap

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Het ondersteunen van ouders van kleuters, zodat zij weten hoe ze de ontwikkeling van hun kind kunnen stimuleren.

•

Het geven van tips en adviezen rondom de opvoeding.

•

70 ouder-kindkoppels volgen een volledig jaar het Opstapprogramma;

•

Er vinden 14 groepsbijeenkomsten plaats;

•

5 gezinnen ontvangen thuisbegeleiding.

Doelgroep/ gebied

Ouders van kinderen in groep 1 en 2 die woonachtig zijn in de gemeente Weert.

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota WMO Jeugd, 2009-2012 De gezonde en veilige school


47 ouders en hun kind hebben het eerste jaar van het Opstapprogramma afgerond en 24 ouders en hun kind het tweede jaar. Bij 5 gezinnen werden structurele huisbezoeken afgelegd. Verder bleek dat het niveau van de Cito-toetsen is gestegen. Gekeken wordt hoe Opstap nauwer aan te laten sluiten bij de schooleisen.


Ouders willen praktijkoefeningen om stevig in hun schoenen te staan wat betreft de opvoeding. Hiertoe zullen 1 à 2 gastlessen Rots en Water worden verzorgd. Opstap meer laten aansluiten bij de betreffende schoolmethode, zodat het kind goed voorbereid wordt op de volgende groep. De cursus ‘Praten met je kind’ wordt verzorgd door de GGD.


O.a. Centrum voor Jeugd en Gezin, basisscholen en GGD.

Kwaliteitsmeting

Er wordt gebruik gemaakt van de landelijk gebruikte en gestaafde methodiek Opstap. Eind van het Opstapjaar (mei) wordt geëvalueerd met de deelnemers en met de leerkracht.


Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. Medewerkers werken gezinsbreed, vaak komen er andere vragen en problemen aan bod dan alleen rondom het Opstapkind. Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van burgers. Ouders worden gemotiveerd door de opvoedondersteuner en de leerkracht. De uiteindelijke beslissing over wel/geen deelname ligt bij de ouder, immers zij zijn eindverantwoordelijk. Baken 4: Doordachte balans van collectieve voorziening en/of individuele oplossing.

33


Ouders nemen deel aan groepsbijeenkomsten. Waar dit niet mogelijk is, vinden huisbezoeken plaats. Baken 5: Integraal werken. Bij opvoeding/opvoeden, vindt de integrale benadering plaats volgens de levensdomein methode. Bij de gesprekken komen ook knelpunten aan de orde die indirect met opvoeden te maken hebben. Medewerkers leiden dan zaken door. In die zin zal de sociale omgeving van een kind meer betrokken worden bij de opvoeding. Activiteiten (directe ureninzet)


vrijwilligers

Stage/PIO

uren 2012

regulier subs.

Opstap

2.298

2.342

750

TOTAAL

2.298

2.342

750

Uitvoeringsverantwoordelijke

projectsubs.


M. Heijnsdijk

4.210.0

34


Dienstnaam

Peuterspeelzalen

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen tussen 2 en 4 jaar, vooral op de gebieden sociaal-emotioneel en spraak/taal;

•

Ouders van deze kinderen opvoedingsondersteuning bieden;

•

Het vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsachterstanden;

•

Het exploiteren van de peuterspeelzalen Pinokkio (Leuken) en ’t Spoeëkske (Swartbroek, voorheen ‘Het Speelkasteel’).

Peuterspeelzaal Pinokkio: •

3 groepen van maximaal 16 kinderen; met 2 professionele leidsters.

•

Kinderen bezoeken de speelzaal 2 dagdelen per week.

•

VVE-kinderen komen 4 dagdelen per week. Of: 3 dagdelen per week in de reguliere groep en 1 dagdeel in de tutoringgroep.

Peuterspeelzaal ’t Spoeëkske: •

1 groep van maximaal 16 kinderen met 1 professionele leidster en 1 vrijwilligster.

•

Kinderen bezoeken de speelzaal 2 dagdelen per week.

•

Aan ouders wordt middels individuele gesprekken of op ouder- c.q. thema-avonden opvoedingsondersteuning geboden.

Doelgroep/ gebied

Kinderen tussen 2 en 4 jaar oud in de wijk Leuken (Weert) en in Swartbroek.

Deelnota



Pinokkio: Pinokkio zal als peuterspeelzaal tot het moment dat de nieuwbouw van de brede school Leuken gereed is, aangehouden worden. Middels gerichte VVE-activiteiten werd de ontwikkeling van kinderen gestimuleerd. Tevens werd de ontwikkeling gevolgd en in geval van zorg nader besproken met ouders en met de verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. ’t Spoeëkske: In het kader van het bevorderen of in stand houden van de leefbaarheid in Swartbroek is extra budget beschikbaar gesteld om deze peuterspeelzaal open te houden. Per 1 februari 2012 exploiteert Punt Welzijn de speelzaal in de vorm van ureninzet van een coördinator en een peuterleidster.


Pinokkio: Voortzetting van de huidige werkwijze met betrekking tot het ontwikkelingsgericht werken met peuters, ondersteuning van ouders en samenwerking met ketenpartners. Voor de VVE-peuters is een zgn.

35

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn tutoringprogramma ontwikkeld, waarin zij in een klein groepje extra activiteiten krijgen aangeboden met betrekking tot spraak- en taalontwikkeling. De Spoeëkskes:De peuterspeelzaal voortzetten op verzoek van de gemeente. Samenwerking / Keten

Centrum voor Jeugd en Gezin, ouders, basisscholen Leuken en St. Laurentius, Jeugdgezondheidszorg, ZorgAdviesTeam 0-4, de Dorpsraad Swartbroek, bestuur van mfa Het Corneel.

Kwaliteitsmeting

De wijze van uitvoering is vastgelegd in het pedagogisch werkplan en in de methode Startblokken. Een kwaliteitsmeting wordt periodiek uitgevoerd door de GGD. Eind 2012 wordt bij Pinokkio een herinspectie uitgevoerd. De onderwijsinspectie voert eind 2012 een VVE-inspectie uit.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Signalen van mogelijke ontwikkelingsachterstand zijn altijd in een vroeg stadium met ouders besproken. Zij krijgen informatie en advies om hun kinderen (extra) te stimuleren. Zo wordt er een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van ouders. Baken 4: Doordachte balans van collectieve voorziening en/of individuele oplossing. In sommige gevallen is het wenselijk om ouders middels individuele gesprekken te begeleiden. Dit is afhankelijk van de specifieke situatie.

Activiteiten (directe ureninzet) Pinokkio VVE Pinokkio


regulier subs.

1.752

1.694

projectsubs.

272


2.024

vrijwilligers

Stage/PIO

700 247

Psz Swartbroek TOTAAL


1.694

N. Soudant

340

250

100

587

250

800 4.203.0 4.220.0 4.221.0

36


Dienstnaam

Vindplaatsgericht jongerenwerk

Wmoprestatievelden

2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden

Doelstelling(en)

• • • • • •

Indicator 2013

• • •

Jongeren ondersteunen bij het vinden van een zinvolle vrijetijdsbesteding; Contact leggen met jongeren(groepen); In beeld krijgen van wensen en behoeften van jongeren en zo nodig en mogelijk daarop inspelen (vraag/aanbod); Jongeren bekend maken met de jongerencentra; Optreden als belangenbehartiger van jongeren; Een bijdrage leveren aan de aanpak van overlastsituaties. 2 maal per week een ambulante ronde door jongerenwerkers; 5 keer per jaar een ambulante ronde in samenwerking met Vincent van Gogh Verslavingspreventie; Tweewekelijks geanonimiseerde registraties opstellen voor vastgelegde netwerkpartners;

Doelgroep/ gebied

Jongeren in de leeftijd van 12 t/m 23 jaar bij formele (buitenJOP) en informele ontmoetingsplekken.

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota WMO jeugd, 2009-2012 Weer(t) veiliger! Integraal Veiligheidsbeleid 2010 Notitie Toekomstvisie jongerencentra gemeente Weert. Langer(e) termijn ontwikkeling in relatie tot de inzet van het jongerenwerk (2 november 2011)


Het jongerenwerk was wekelijks ambulant werkzaam. De jongeren waren (vergeleken met voorgaande jaren) meer bekend met het aanbod van het jongerenwerk. Ongeveer de helft van de jongeren die de jongerenwerkers in het veld ontmoetten, bezocht een of meerdere jongerencentra. Op een aantal vindplekken werd in de maanden mei-juli door bewoners jeugdoverlast ervaren. Deze situaties zijn in samenwerking met ketenpartners en bewoners aangepakt en opgelost. Voor Stramproy gold dat er periodes waren die meer of minder om een ambulante inzet vroegen. De reden hiervoor was dat jongeren zich verplaatsten tussen verschillende keten, de JOP en andere plekken in Stramproy. Bij de inrichting van het zeskampterrein waren jongeren actief betrokken, zowel de ‘Joppers’ als een groepje skaters.


Het ambulant werk voorzetten om in contact te blijven met de bestaande doelgroep. Jongeren blijven benaderen om het JC te bezoeken. Door het ambulant werken en de georganiseerde activiteiten, weten de jongeren de jongerenwerkers en de jongerencentra gemakkelijk te vinden. De nieuwe JOP, het nieuwe skate terrein, het nieuwe pannaveldje en de overige voorzieningen op het zeskampterrein in Stramproy alsmede het buitenterrein bij de nieuwe brede school in Weert, worden meegenomen in de rondes van het Jongerenwerk, zowel op preventief als op agogisch gebied. Het gebruik van social media leidt er toe dat contacten met jeugd ook op een andere manier bereikt worden. Het jongerenwerk gaat meer gebruik

37

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn maken van dit medium. Zorg- en talentkaarten worden opgesteld om de ontwikkeling van jongeren individueel of als groep te kunnen volgen. Samenwerking / Keten

Gemeente, politie, Vincent van Gogh verslavingspreventie, BJZ, CJG, Voorgezet Onderwijs.

Kwaliteitsmeting

Door middel van de registraties en zorgen talentkaarten wordt de informatie vastgelegd die bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van de jongeren.


Baken 1: De vraag achter de vraag. Vragen zullen door jongeren minder specifiek gesteld worden. Vaak is hun gedrag/houding daar wel een indicatie voor. Door het opbouwen van een relatie willen we jongeren vooral zelf hun vraagstelling laten ontdekken. Hun ontwikkeling kan zich dan daarop richten. Baken 3: Direct er op af. Dit baken kenmerkt het vindplaatsgericht werken. De jongeren worden in hun eigen omgeving op een laagdrempelige wijze benaderd om zo informatie te verschaffen die hen kan helpen de eigen kracht van de jongere te versterken. Dit is Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Contactmomenten met de jeugd zijn vaak spaarzaam. Contacten worden steeds vluchtiger en het jongerenwerk kan vaker jeugd op een bepaalde plek of tijdstip niet treffen/ vinden. Daarnaast blijft het lastig om jongeren “op hun eigen plek” te activeren.



regulier subs.

Vindplaatsen

945

878

TOTAAL

945

878


projectsubs.

B. Kouters, S. Douven, M. Leeder, V. Bergmans en T. Lesnjak

38


vrijwilligers

Stage/PIO

4.251.0


Dienstnaam

Jongerencentra

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

• • •

Indicator 2013

M29: • • •

Een bijdrage leveren aan sociale ontwikkeling van jongeren; Een bijdrage leveren aan empowerment en talentontwikkeling van jongeren; Het onderhouden van contact en het opbouwen van een vertrouwensrelatie met jongeren.

4 openingsdagen per week (maandag-donderdag); 5 activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling en Empowerment; Gemiddeld 14 bezoekers;

HangOut: • 2 inloopavonden; • 3 activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling en Empowerment; • Gemiddeld aantal bezoekers 25; Jeugdinloop Njoy: • 1 inloopmiddag (woensdag); • 3 activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling en Empowerment; • Gemiddeld 25 deelnemers; JC Stramproy: • 2 inloopavonden (woensdagavond tweewekelijks, vrijdagavond wekelijks); • 2 activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling en Empowerment; • Gemiddeld 15 bezoekers. Doelgroep/ gebied

M29: jongeren van 12 t/m 23 jaar JC Stramproy: jongeren van 12 t/m 16 jaar HangOut: jongeren van 12 t/m 21 jaar Jeugdinloop Njoy: jongeren van 6 t/m 12 jaar

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota WMO jeugd, 2009-2012 Weer(t) veiliger, Integraal Jeugdbeleid 2010 Notitie Toekomstvisie jongerencentra gemeente Weert. Langer(e) termijn ontwikkeling in relatie tot de inzet van het jongerenwerk (2 november 2011)


In de meeste jongerencentra werden de vooraf geplande activiteiten uitgevoerd. M29: 84 openingsdagen (vier avonden per week) en 1.141 bezoekmomenten; gemiddeld zo’n 15 bezoekers per avond. De beheerdersfunctie is anders ingevuld. HangOut: Er waren gemiddeld 25 bezoekers per avond, waarbij laagdrempelige vrijetijdsbesteding centraal stond. Het jongerenwerk 39

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn organiseerde 4 projecten die talentontwikkeling en empowerment bevorderden: 2 graffitiopdrachten voor ondernemers, NL Doet en het Klusproject Pimp the HangOut. Vanaf februari startte een meidenactiviteit met een tiental meiden van allerlei nationaliteiten van bijna 12 jaar. De voorbereidingen rondom PR activiteiten werden afgerond. Met 4 jongeren werd een traject ingezet richting hulpverlening. Mini Walhalla (vanaf najaar 2012 Njoy): Er waren gemiddeld 29 kinderen per woensdagmiddag. De methode Rots en Water werd aangeboden en gevolgd door de bezoekers (en teamleden) De beoogde 3 projecten werden uitgevoerd. (Urban Sporttour, Klusproject in samenwerking met de kinderboerderij, cursus Rots & Water). De kloof tussen inloop en thuissituatie werd door huisbezoeken verkleind en met succes werd een allochtone vrijwilliger aan het team toegevoegd. JC Stramproy: Er was een afname van het aantal vaste bezoekers. De gemiddelde groepsleeftijd steeg waardoor het jongerencentrum waarschijnlijk minder aantrekkelijk werd. Het jongerenwerk zal zich nog meer richten op een wervingsactie van de jongere doelgroep. Consequenties voor 2013

De lijn die is ingezet binnen de JC’s wordt voortgezet in 2013. Talentontwikkeling en empowerment blijven speerpunten, naast aandacht voor de problematieken van de jongeren/groepen jongeren. Het jongerenwerk zal op creatieve manieren het jongerenwerk en haar aanbod onder de aandacht brengen. Inzet van social media is hier een voorbeeld van. Via dit medium is contactleggen met jongeren gemakkelijk en snel. Het werven van een nieuwe doelgroep, ‘nieuwe’ jongeren en bekendheid van de jongerencentra blijft een aandachtspunt. De bestaande groep moet vooral vindplaatsgericht benaderd worden. Voor het verbreden van de doelgroep wordt JC Stramproy uitgebreid naar de kernen Altweerterheide en Tungelroy.


Gemeente Weert, Politie, Vincent van Gogh Verslavingspreventie, Voortgezet Onderwijs, BJZ, leerplichtambtenaar, Bemoeizorg, Algemeen Maatschappelijk Werk, GGD;

Kwaliteitsmeting

Alle activiteiten/projecten gebaseerd op talentontwikkeling en empowerment worden mondeling dan wel schriftelijk geëvalueerd. Deze resultaten worden vastgelegd in een activiteitenformulier. Door middel van de zorgen talentkaarten wordt informatie vastgelegd, die bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van de jongeren.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Dit is uitgangspunt bij talentontwikkeling en empowerment, dat al sinds drie jaar centraal staat binnen het jongerenwerk. Uitdaging hierbij is het niveau en de sociaal economische situatie van de doelgroep, waarbij maatwerk en aansluiten bij de mogelijkheden van de jongeren van belang is. Moeilijkheid is de verscheidenheid in psychisch en sociaal niveau van de jongeren en hun specifieke individuele problematieken.

40


Activiteiten (directe ureninzet) M29


vrijwilligers

Stage/PIO

1.891

180

1.280

847

125

200

uren 2012

regulier subs.

2.727

HangOut


projectsubs.

JC Stramproy

583 438

676

230

N Joy

180

180

86

Meidenwerk

203

160

86

4.131

3.754


305

1.882

B. Kouters, S.Douven, M. Leeder, V. Bergmans, S. Loots,

4.255.1

Y. Brouns en T. Lesnjak

4.255.2 4.255.3 4.255.4 4.260.0

41


42


Dienstnaam

Weerbaarheid en Zelfsturing

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Het versterken van de persoonlijke weerbaarheid van kinderen, jongeren en volwassenen (ouders, professionals);

•

Het bijdragen aan de sociale veiligheid op scholen en in de maatschappij in het algemeen;

•

Het versterken van de mogelijkheden om zelf richting te geven aan de inzichten van je persoonlijke ontwikkeling.

•

Op 11 basisscholen wordt vanuit gemeentelijke subsidie aan 1 groep de Rots en Watertraining aangeboden of het programma ‘Wanoe en Mila’;

•

Op 7 basisscholen trainingen geven, door de scholen gefinancierd;

•

Per schooljaar 6 groepen Rots en Watertraining voor kinderen tussen 7 en 12 jaar, die hiervoor individueel zijn aangemeld;

•

‘Zeker naar het voortgezet onderwijs’ voor leerlingen van groep 8: 4 bijeenkomsten, 8 deelnemers;

•

Op de school voor VMBO: 3 SoVa-trainingen geven;

•

In de bovenschoolse voorziening ‘Pluspunt’ (cq. ‘Opmaat’) 3 maal per schooljaar een combinatieprogramma aanbieden bestaande uit een SoVa-training en sportlessen;

•

Een Opfrisdag ‘Rots en Water’ met 30 deelnemers;

•

De jaarlijkse 3-daagse training ‘Rots en Water’ met 40 deelnemende professionals;

•

20 deelnemers aan een trainingsdag Corepower;

•

Een oudercursus van 3 bijeenkomsten met 20 deelnemers voor de ouders die klassikaal of individueel de Rots en Watertraining hebben gevolgd.

Doelgroep/ gebied

Kinderen en volwassenen in Weert en omgeving.

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota WMO jeugd, 2009-2012 Gezonde en Veilige School


Naast de reguliere Rots en Watertrainingen op basisscholen, werd Punt Welzijn, meer dan voorheen, gevraagd in uitzonderlijke situaties met betrekking tot leerlingen, klassikaal én individueel, en in teams van leerkrachten.


De trainingen vanuit de gemeentelijke subsidie worden conform voortgezet. Alle andere trainingen worden aangepast of uitgebreid al naar gelang vragen, die vanuit de verschillende doelgroepen worden gesteld. Ten aanzien van de training ‘Zeker naar het voortgezet onderwijs’ zal afstemming en indien mogelijk, samenwerking worden gezocht met de GGD.

43



Primair onderwijs en voortgezet onderwijs, ouders en ketenpartners van Punt Welzijn

Kwaliteitsmeting

Individuele evaluaties met deelnemers, leerkrachten en ouders. Intervisies waaraan alle trainers deelnemen.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Ouders zijn en blijven altijd verantwoordelijk. Maar door het meedoen aan en de aanpak/opzet van de trainingen worden zij en/of kinderen ondersteund en wordt hun handvatten gegeven, waardoor ze weerbaarder worden. Rots en Water is daarvoor een beproefde methode. Doelstelling is dat kinderen, ouders, burgers voldoende ‘bagage’ in hun eigen rugzak hebben om de dagelijkse gang van zaken zelf op te kunnen pakken. Om voldoende zelfsturing te kunnen geven aan ‘het leven’ is weerbaar zijn aan alle ‘verleidingen en bedreigingen’ wenselijk.

Activiteiten (directe ureninzet) R&W


regulier subs.

862

967

projectsubs.


vrijwilligers

Stage/PIO

100

bs. Weert div trainingen weerbaarheid

884


400 967

400

N.Soudant

100 4.230 4.231 4.232

44


Dienstnaam

Coaching2Gether/Coaching 4 Kids

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

Doelgroep/ gebied

•

Het begeleiden van leerlingen uit het basisonderwijs bij de overgang naar het voortgezet onderwijs;

•

Het ondersteunen van leerlingen in het voortgezet onderwijs om de schoolloopbaan zo optimaal mogelijk te laten verlopen;

•

Het koppelen van een coach aan een leerling om te werken aan knelpunten op het gebied van motivatie, sociaal/emotioneel welbevinden.

•

Coaching4Kids biedt 7 trajecten aan voor leerlingen van basisscholen;

•

Coaching2Gether biedt 20 trajecten aan voor leerlingen in het voortgezet onderwijs (vooral VMBO);

•

Begeleiden en opleiden van (nieuwe) 25 coaches;

•

Organiseren van een teambuildingsactiviteit om de band coachcoachee te versterken en tussen coaches onderling te versterken.

Aandachtsleerlingen en jongeren met motivatie- of beroepskeuzeproblemen binnen het voortgezet en basisonderwijs in Weert. Jongeren, die als coach opgeleid en werkzaam willen zijn.

Deelnota



Coaching4Kids is niet opgestart in de eerste helft van 2012. Coaching2Gether begeleidde in het voortgezet onderwijs 10 leerlingen. Het project blijkt niet bij alle mentoren en ouders bekend te zijn. Het project richt zich nog meer op de VMBO-leerling. Deze blijkt het vaakst een beroep te doen op een coach. Door het plaatsen van deze focus ontstaat de mogelijkheid om de werkwijze, bijvoorbeeld de toegepaste methodiek, meer toe te spitsen. Voor een meer gerichte coaching én om het project in materiële of immateriële zin te ondersteunen, is contact gelegd met het Weerter bedrijfsleven. De positieve, eerste contacten hebben al geleid tot het verleggen van de eerder genoemde focus. De maximale leeftijdsgrens voor coaches werd losgelaten.


In 2013 gaan we actiever op zoek naar (oudere) vrijwilligers. Het komend jaar zal Coaching2Gether meer onder de aandacht gebracht worden in (meer) informatieve contacten met docenten en/of teams in het voortgezet onderwijs. In 2013 ligt er een profielschets van de VMBO-leerling en is onderzocht welke methodieken het meest effectief en bruikbaar zijn. Deze worden ingevoerd in het ‘Handboek voor coaches’.

45


De contacten met het bedrijfsleven worden uitgebreide en geconcretiseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van andere invalshoeken in het inhoudelijk verstevigen van Coaching2Gether. Samenwerking / Keten

Centrum voor Jeugd en Gezin, basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, Gemeente Weert, bedrijfsleven in Weert e.o.

Kwaliteitsmeting

Frequent worden voortgangsgesprekken gevoerd met leerlingen, coaches, docentcoaches (zijnde leerkrachten), ouders. Hierin wordt de kwaliteit en effectiviteit van de geboden ondersteuning besproken en worden verbeterpunten vastgesteld.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger.


De leerling blijft zelf verantwoordelijk voor het verloop van de schoolloopbaan en het creëren van toekomstperspectief. Hij/zij stelt zelf doelen op en wordt verwacht ernaar te streven deze daadwerkelijk te bereiken. De coach of de coördinator van Punt Welzijn volgen dit en spreken de leerling hier zo nodig op aan. financiering gemeente Weert 2013

vrijwilligers

Stage/PIO

795

1.500

580

795

1.500

580

uren 2012

regulier subs.

Coaching2Gether

732

TOTAAL

732



projectsubs.

M. Sanders, N. Peulen, N. Soudant

46

4.265.0


Dienstnaam

ProPunt Naschoolse activiteiten

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

De deelnemer komt in aanraking met vrijetijdsaanbod op het gebied van sport, muziek, cultuur en creativiteit;

•

De deelnemer neemt op een positieve, sociaal vaardige manier deel aan de activiteit;

•

De leerlingen van het praktijkonderwijs zijn de op de hoogte van het bredere aanbod van het jongerenwerk;

•

20 activiteiten uitvoeren;

•

Per activiteit nemen minimaal 5, maximaal 15 leerlingen deel;

•

30 verschillende leerlingen (onderbouw) maken gebruik van het aanbod.

Doelgroep/ gebied

Leerlingen van het Praktijkonderwijs (12 t/m 19 jaar), accent op de onderbouw.

Deelnota

Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota Wmo Jeugd 2009-2012


Er werden 17 activiteiten uitgevoerd met een totaal aantal van 132 deelnemers. Er namen 40 unieke leerlingen deel. Het PraktijkOnderwijs is een goede vindplek. Er was een doorstroom van deelnemers van ProPunt naar de Jongerencentra. De activiteiten zorgen voor horizonverbreding op het gebied van vrijetijdsbesteding. Dit is voor deze groep jongeren erg belangrijk. Docenten geven aan dat een deel van de leerlingen een ‘lege agenda’ heeft na school. Door de jongeren actief te benaderen over de programma-invulling bereiken we een zo breed mogelijke groep leerlingen.


Huidige werkwijze voortzetten en waar mogelijk uitbreiden.


Praktijkonderwijs Het Kwadrant, RICK

Kwaliteitsmeting

Leerlingen worden benaderd om hun interesses in kaart te brengen. Van iedere uitgevoerde activiteit wordt een evaluatie gemaakt. Hierin is de mondelinge nabespreking met de deelnemers verwerkt.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Wanneer dit uitgangspunt verder wordt doorgevoerd in de samenleving is voor deze kwetsbare groep belangrijk dat zij tools aangereikt krijgen om met deze vraag om zelfstandigheid en participatie om te kunnen gaan. ProPunt is een laagdrempelige activiteit die hieraan bijdraagt.

47


Activiteiten



vrijwilligers

Stage/PIO

(directe ureninzet)

uren 2012

regulier subs.

1. ProPunt

70

70

150

TOTAAL

70

70

150


projectsubs.

B. Kouters

4.256.0

48


Dienstnaam

Jongerenraad Weert (JRW)

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

Indicator 2013

• •

Het laten participeren van jongeren in het maatschappelijk veld; Jongeren laten kennis maken met politiek;

•

Jongeren laten adviseren/mening laten vormen over maatschappelijke onderwerpen.

•

10 x ondersteuning bieden bij (voortgangs)overleggen;

•

Uitvoering geven aan 2 concrete thema’s;

•

Contact leggen met 3 V.O. leerlingenraden (College, Philips van Horne en Kwadrant);

•

12 maatschappelijke stage plekken aanbieden.

Doelgroep/ gebied

Een gevarieerde groep jongeren (veelal meiden) in de leeftijd van 14 tot 20 jaar oud. Ze zijn van verschillende nationaliteiten en afkomst. De samenstelling is niet representatief voor alle jongeren in Weert.

Deelnota

Deelnota WMO Jeugd 2009-2012


JRW is een kweekvijver voor jonge talenten. Jongeren krijgen de mogelijkheid zichzelf te ontwikkelen en te participeren. Er bleven 5 jongeren lid van de JRW. 8 Maatschappelijke stagiairs voltooiden hun stage bij de JRW. Er vonden 6 bijeenkomsten plaats en de JRW heeft bijgedragen aan 2 grote thema-activiteiten op de NL Doet dag en 5 mei. Met een politieke partij is contact gelegd en zij hebben deelgenomen aan een JRW overleg.


Aan de hand van een opgesteld plan van aanpak zal in 2013 het accent liggen op zichtbaarheid (PR) en werving van nieuwe leden. De jongerenraad is een goede stageplaats voor onder andere Maatschappelijke stages. Dit wordt voortgezet in 2013.


Gemeente Weert, gemeenteraad, 5 mei comité en Voortgezet

Kwaliteitsmeting

1 keer per jaar wordt met de JRW geëvalueerd over de behaalde resultaten en het verloop van het proces. Jaarlijkse evaluatie met de ambtenaar jeugdbeleid over kwaliteit, uitvoering en resultaat.


Baken 4: Formeel en informeel in optimale verhouding.

Onderwijs

Behalve een beroep te doen op de eigen mogelijkheden van de burger of de inzet van professionals, wordt ook ingezet op sociale netwerken, vrijwilligersinitiatieven of wijkverbanden. De optimale verhouding moet gezocht worden naar wat de burger (JRW lid) zelf kan en wat de professional doet (Punt Welzijn). Dit betekent een forse verandering van houding en aanpak. Jongeren zijn moeilijk te activeren. Er zit een verschil 49

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn in wat de jongeren kunnen en willen doen. De uitdaging voor de professional is om dit toch naar boven te halen. Activiteiten (directe ureninzet)


Stage/PIO

200

1.200

80

200

1.200

80

regulier subs.

Jongerenraad Weert

200

TOTAAL

200



vrijwilligers

uren 2012

projectsubs.

T. Lesnjak

4.261.0

50


Dienstnaam

Let’s Move

Wmoprestatievelden

Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen

Doelstelling(en)

met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. • •

• •

Coördineren van Let’s Move activiteiten; Onderhouden van netwerken met partners (sportverenigingen, onderwijs, kinderopvang, gemeente, GGD e.d.); Uitvoeren van de buurtsportactiviteiten; Uitvoeren van de sportkennismakingsactiviteiten; Ondersteunen van sportverenigingen die een combinatiefunctionaris (willen) hebben; Wekelijks verzorgen van gymlessen op diverse basisscholen; Coördineren en begeleiden van de Let’s Move leerafdeling.

•

4 combinatiefunctionarissen bewegingsonderwijs;

•

1 combinatiefunctionaris buurtsport;

• • •

Indicator 2013

•

6 combinatiefunctionarissen sport en activiteiten;

•

250 buurtsportactiviteiten;

•

300 sport-na-school activiteiten, waaraan wekelijks 175 kinderen aan mee doen;

•

Deelname van 7 basisscholen aan de Nationale Sportweek;

•

Wekelijks uitvoering geven aan 13 pakketten bewegingsonderwijs en 1 pakket beweegcoach;

•

25 stagiaires een leerwerkplek bieden;

•

7 verenigingen worden ondersteund;

•

Wekelijks wordt er 35 uur aan gymlessen verzorgd door vakleerkrachten L.O. op 7 verschillende basisscholen.

Doelgroep/ gebied

Kinderen en jongeren tot 19 jaar wonende of naar school gaand in de gemeente Weert.

Deelnota

Beleidsnotitie Let’s Move Deelnota Wmo Jeugd 2009-2012 Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015


De afname van combinatiefunctionarissen door scholen neemt toe. De zeven scholen die op dit moment een combinatiefunctionaris afnemen blijven dit continueren, daarnaast zal Aan de Bron komend schooljaar een combinatiefunctionaris inzetten. Deze uitbreiding betekent dat we de maximale inzet van combinatiefunctionarissen binnen het basisonderwijs bereikt hebben binnen de huidige financiële middelen. Let’s Move leverde wederom zijn bijdrage bij belangrijke evenementen zoals Bevrijdingsdag en Dag van de Sport. Rondom Markeent een dagelijks beweegaanbod creëren, is nagenoeg gehaald. Vanaf half augustus wordt er op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag sport aangeboden. Op de woensdag zal er nog een aantal keer een Urban Sport Tour activiteit georganiseerd worden. Het initiatief om beweegteam Zuid en Noord op te pakken, heeft wisselend succes. Bij Beweegteam Noord geven verenigingen aan te weinig tijd en kaderleden te hebben om hier aan deel te nemen. Initiatief 51

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn ligt daarom stil. Beweegteam Zuid is reeds twee keer bij elkaar gekomen. De Nationale Sportweek(NSW) is in 2012 groter opgezet. In plaats van 8 studenten die zich bezig hielden met de NSW, waren het dit jaar 30 studenten. Daarnaast deden dit jaar 6 scholen mee. Door de groei in de organisatie zijn er meer activiteiten uitgevoerd. Er is goed samengewerkt met partners en deze waren tevreden. Let’s Move neemt deel aan de start bijeenkomsten van het platform “Weert in beweging” en de werkgroepen “Alle leerlingen in beweging” en “Lokaal beweeg en preventie aanbod”. Sport4Girls is van start gegaan. Het aantal deelneemsters wisselde sterk. Binnen de leerafdeling hebben diverse Professionals In Opleiding (PIO’s) met diverse achtergronden hun stage afgerond. Naast de vaste samenwerkende opleidingen zoals het CIOS en de Fontys Sporthogeschool zijn er studenten geweest van de Hogeschool van Amsterdam, HEAO Sittard, Johan Cruijff academie en ROC Eindhoven. Consequenties voor 2013

Beweegteam Zuid en Centrum continueren; Inzet beweegteam Noord zal heroverwogen worden; Sport na school en kidssportclub continueren; In 2013 zullen er 7 scholen deelnemen aan de NSW 2013; Sport4Girls in 2013 continueren; Een Let’s Move nieuwsbrief wordt gemaakt; De sportverenigingen met een combinatie functionaris ondersteunen.


Combinatiefunctionarissen, sportverenigingen, het onderwijs, het Jeugdsportfonds, de GGD, Centrum Management Weert, de kinderopvang;

Kwaliteitsmeting

Let’s Move registreert en rapporteert over activiteiten en deelnemers. De gemeente onderzoekt periodiek de outcome van de Impulsregeling. In november 2012 worden gegevens uit het onderzoek naar de effecten van de combinatiefunctionaris bekend gemaakt uit onderzoek van Kennispraktijk.


Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Initiatieven vanuit burgers worden ondersteund door bijv. de Urban Sport Tour met ondersteuning van burgers. Baken 3: Direct er op af. Combinatiefunctionarissen hebben een directe doorverwijsfunctie voor sportverenigingen en activiteiten. Baken 6: Integraal werken. Samenwerking ontwikkelen door middel van de inzet van beweegteams. Sport is een middel om met welzijn bezig te zijn. Echter, de tijdsinvestering die gevraagd wordt, is te groot voor het kader van verenigingen in gebied Noord. Hierdoor is het (nog) niet mogelijk een optimaal/gewenst resultaat te bereiken.

52


Activiteiten


(directe ureninzet)

uren 2012

Let’s Move

911

1.600

Bewegingsonderwijs

3.243

3.337

Sportverenigingen

3.337

3.995

TOTAAL

7.491

8.932


regulier subs.

projectsubs.


vrijwilligers

W. van Someren, N. Peulen, D. Wismans, M. Seerden, L. Neele, C. Hakkel, S. Wilson en A. ten Bloemendal

Stage/PIO

10.000

10.000 4.140.0 4.141.0 4.142.0

53


54


Dienstnaam

Netwerkoverleggen Jeugd en Onderwijs

Wmoprestatievelden


Doelstelling(en)

• • •

Indicator 2013

Het vervullen van een brugfunctie tussen ketenpartners; Het bevorderen van samenwerking en afstemming met en tussen ketenpartners; Het uitwisselen van signalen en probleemsituaties met belanghebbenden.

Punt Welzijn neemt deel aan onderstaande overleggen en/of werkgroepen: •

Lokaal Educatieve agenda (LEA)

•

Regionaal OOGO-overleg jeugd 0-12 jaar

•

Overleg Centrum Jeugd en Gezin (CJG) 0-12

•

Overleg 1 Gezin 1 Plan: aanpak van jeugd met meervoudige problematiek

•

Samenwerkingsverband Click: jongeren betrekken bij de samenleving om te voorkomen dat ze langdurig uitvallen

•

Zorgoverleg (ZAT) 0-4 jaar

•

Brede scholenoverleg 0-12 jaar

•

Meldpunt Overlast Jeugd (MOJ) 12+

•

Signaleringsoverleg 12+

•

ZAT 12+, Kwadrant, Philips van Horne en incidenteel het College

•

Werkgroep Jeugd en Veiligheid 12+ (wordt LEA werkgroep)

•

Overleg ambtenaar Jeugdbeleid 12+

Doelgroep/ gebied

Ketenpartners zijn o.a.: Centrum voor Jeugd en Gezin, Algemeen Maatschappelijk Werk, GGD, primair en voor voortgezet onderwijs, Kinderopvang, Gemeente.

Deelnota

Gemeentelijk Onderwijsachterstanden beleid Voor-en Vroegschoolse educatie Lokaal Educatieve Agenda Weert-Nederweert 2012-2015 Deelnota WMO jeugd, 2009-2012


Vanuit de gemeentelijke Lokaal Educatieve Agenda(LEA) is een structuur neergezet met werkgroepen rond diverse thema’s. Punt Welzijn is partner in 4 van de 5 werkgroepen en neemt deel aan de regie- en stuurgroep. Het ZorgAdviesTeam (ZAT) 0-4 jaar komt elke 6-8 weken samen om enerzijds casuïstiek te bespreken en anderzijds de samenwerking in de keten te optimaliseren. Het streven is om meer bekendheid te geven over het bestaan van ZAT 0-4 bij beroepskrachten en ouders, zodat meer casussen worden ingediend. Brede School Aan de Bron: het overleg van de projectgroep stagneerde. Samenwerking in praktijk loopt moeizaam. Deelname aan een tweewekelijks overleg met consulenten CJG, MEE en Punt Welzijn was succesvol. Casuïstiek werd besproken en afstemming vond plaats. De lijnen zijn nu korter en men weet elkaar te vinden.

55


12+: De ambtenaar Jeugdbeleid werd vervangen. De gemeente vervult nu niet meer de regiefunctie. Verantwoordelijkheden zijn bij de ketenpartners gelegd. Punt Welzijn heeft de voorzittersrol op zich genomen. Consequenties voor 2013

Punt Welzijn is partner in 4 werkgroepen van de Gemeentelijke Lokaal Educatieve Agenda(LEA) en maakt deel uit van de Regie- en stuurgroep; Punt Welzijn zal deelnemen aan het LEA-overleg; Deelname aan de projecten 1 Gezin 1 Plan en Click; De regiefunctie van de gemeente bij 12+ overnemen door ketenpartners.


O.a.: Centrum voor Jeugd en Gezin, Algemeen Maatschappelijk Werk, Jeugd Gezondheidszorg, Politie; Gemeente, Vincent van Gogh Verslavingspreventie (VVGI), Geestelijke gezondheidsdienst (GGD), Basisonderwijs en Voortgezet onderwijs, Leerplichtambtenaar, Bureau Jeugdzorg e.a.

Kwaliteitsmeting

De gemeente voert de regie over de ketensamenwerking op het gebied van jeugdbeleid en is verantwoordelijk voor de kwaliteitsmeting van de overleggen.


Ook met de ketenpartners is overleg over de invulling van WNS in de verschillende werkvelden.



regulier subs.

Netwerkoverleggen

296

480

TOTAAL

296

480


projectsubs.

N. Soudant, M. Heijnsdijk, T.Lesnjak, T. van Ekerschot.

56


vrijwilligers

Stage/PIO

4.280.0


Dienstnaam

De Vraagwijzer / Welzijnsplein

Wmoprestatievelden

3. Het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning

Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Burgers van Weert en netwerkpartners worden laagdrempelig en via alle mogelijke kanalen geïnformeerd over regelingen en voorzieningen binnen het Nederlandse zorgen welzijnsaanbod en in het bijzonder binnen de gemeente Weert.

•

Cliënten, eventueel samen met familie/netwerk, zijn na kortdurende ondersteuning, in staat zelfstandig hun weg te vinden binnen de veelheid aan regelingen en voorzieningen.

•

De Vraagwijzer is 10 dagdelen geopend inclusief een avondopenstelling;

•

3000 contactmomenten;

•

3500 hulpvragen;

•

5 specialisten werken op afspraak (inclusief huisbezoeken);

•

Er vinden 350 huisbezoeken/keukentafelgesprekken plaats;

•

50 ouderen worden middels kortdurende ondersteuning begeleid door de (allochtone) ouderenadviseurs;

•

175 ouderen (> 75 jaar), als ook nieuwe klanten persoonsalarmering en boodschappenplusbus worden door vrijwillige seniorenvoorlichters thuis bezocht waarbij informatie over wonen, welzijn, zorg en inkomen wordt verstrekt;

•

Elke 3 weken wordt het Belastingspreekuur Nieuwe Stijl georganiseerd.

Doelgroep/ gebied

Alle burgers van de gemeente Weert.

Deelnota

Mee(r) doen in Weert, beleidsplan Wmo Weert 2009-2012

(Allochtone) ouderen en hun familie/netwerk in de gemeente Weert waarbij sprake is van kwetsbaarheid op één of meerdere levensdomeinen.

Kadernota en actieprogramma Wmo begeleiding 2013-2014 Terugblik op resultaten eerste helft 2012

Conform afspraak is De Vraagwijzer het eerste halfjaar 10 dagdelen per week geopend geweest. Er zijn meer dan 2400 hulpvragen gesteld en er hebben ruim 2000 contactmomenten met burgers en samenwerkingspartners plaatsgevonden. Er is een toename van hulpvragen op het gebied van financiën/schulden geconstateerd. De Vraagwijzer zet in op preventie onder andere door in een vroeg stadium ‘niet gebruik van voorzieningen’ en ‘fouten’ in bijvoorbeeld jaarbedragen te signaleren. Zodoende worden beginnende schuldsituaties vroegtijdig aangepakt en grotere schulden voorkomen. De avondopenstelling en het afsprakenspreekuur voor arbeidsmigranten zijn een succes. Er zijn 21 Poolse burgers tijdens het afsprakenspreekuur geholpen. De ouderenadviseurs hebben ruim 180 huisbezoeken afgelegd en ruim 39 ouderen werden aangemeld voor kortdurende ondersteuning. De vrijwillige seniorenvoorlichters bezochten ruim 100 ouderen thuis en ruim 900 mensen maakten gebruik van de invulservice Belastingen.

57



Een gevolg van de ruimere openingstijden is een toename van het aantal contactmomenten. Door het steeds meer inzetten op de vraag achter de vraag zijn ook het aantal hulpvragen toegenomen. Hierdoor worden steeds vaker multicomplexe situaties gesignaleerd. Om cliënten hierbij beter te ondersteunen is een andere aanpak gewenst. In 2013 zal een pilot ‘keukentafelgesprekken’ gestart worden. Met cliënten zal aan de hand van de levensloopbenadering de vraag/problematiek worden geanalyseerd. De verwachting is dat mensen door deze aanpak sneller (verder) geholpen zijn om het vervolgens zelf(standig) te kunnen en minder gebruik hoeven te maken van het Vraagwijzerloket of andere (zorg)instanties. Ook de steeds verdergaande digitalisering van de samenleving, in het bijzonder bij overheidsinstanties, maakt dat bij (kwetsbare) burgers vaak geen of onvoldoende zicht is op multicomplexe problemen. De Vraagwijzer vervult een verbindende en signalerende taak. Het digitaal vaardig maken van burgers is gewenst. Maatwerk, een goed gefaciliteerde en stimulerende omgeving zijn hierbij van cruciaal belang. Bovenstaande ambities vragen maatwerk dat op de cliënt is toegesneden. Tevens vraagt dit een integrale benadering waarbij verbindingen worden gelegd met alle vormen van dienstverlening die kunnen bijdragen aan de oplossing. Om De Vraagwijzer/ het Welzijnsplein een verdergaande ontwikkeling te laten doormaken die aan bovenstaande bijdraagt is een goede ketenaanpak met een zorgvuldige regierol noodzakelijk. Dit vraagt tevens bezinning over de openingstijden van De Vraagwijzer. We zullen ons bezig moeten houden met de vraag hoe dit alles het beste gerealiseerd kan worden. Uitbreiding van uren is hierbij gewenst. Om burgers te bereiken blijft het van belang PR activiteiten te ontwikkelen.


AMW/De Wegwijzer, MEE, Kredietbank, UWV, Trajectbegeleiding Dementie, PGW, CPM, Juridisch Loket, Anti Discriminatie Voorziening Limburg, CJG, Land van Horne, Thuiszorgorganisaties en de gemeente Weert, Huisartsengroep Weert, Praktijkondersteuners, SJG, RCggz, fysioen ergotherapeuten.

Kwaliteitsmeting

-Tijdens de wekelijkse cliëntbespreking worden door middel van intervisie volgens het Kolb model collegiale consultaties gehouden. -Periodiek worden cliënten benaderd voor een klanttevredenheidsonderzoek. -Mogelijkheden tot uiten reacties/klachten middels klachtenreglement.


Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. Meer en meer wordt er samen met de cliënt op zoek gegaan naar de vraag achter de vraag. Dit vraagt van de medewerkers een open houding, waarbij zij moeten luisteren naar de cliënt, in plaats van op hun routine te varen. Anderzijds dient de burger de ‘’zekerheid’’ van het vertrouwde, concrete dienstverleningaanbod los te laten. Beide partijen moeten zich serieus genomen voelen en er samen op vertrouwen dat mogelijkheden en alternatieven binnen handbereik liggen. Voorwaarde hierbij is erkenning van zowel mogelijkheden als beperkingen. Maatwerk en een goed gefaciliteerde en stimulerende omgeving zijn hierbij van cruciaal belang.

58


Baken 2: Gericht op de eigen kracht van de burger. De ouderenadviseur werkt als ‘smeerolie’ om orde te scheppen in de veelheid van hulp- en zorgverleners en is een stimulator voor eigen kracht ontwikkeling van ouderen. Daarbij is het van belang om sociale interventies in te zetten en zo empowerment van ouderen te stimuleren. Dit laatste kan gebeuren door het aanboren van macht en kracht van ouderen en hun omgeving. Hoewel er aan de ene kant de eigen kracht van de ouderen wordt aangesproken hebben we daarnaast ook te maken hebben met zeer kwetsbare ouderen. De ouderenadviseurs combineren dan baken 2 met baken nr. 8 “gebaseerd op ruimte voor de professional’. Zij handelen zelfstandig, outreachend en zetten op basis van vrijheid hun kennis en kunde in. Niet alleen ouderen maar ook overige cliënten worden steeds meer aangesproken op eigen kracht. Het erkennen van die eigen kracht is het erkennen van een volwaardig burgerschap. Juist ook van mensen die af en toe steun nodig hebben. De kunst is contact te maken met de cliënt en met kleine concrete stappen hen meer grip te laten krijgen op de eigen situatie. Activiteiten


(directe ureninzet)

uren 2012

regulier subs.

Vraagwijzerloket

1.815

1.809

Client en ouderenadviseurs

3.757

3.925

Allochtone ouderenadviseur

projectsubs.



Stage/PIO

4.100

800

639 807 (AMW)

288

288

Belastingspreekuur Nieuwe Stijl TOTAAL

vrijwilligers

500

5.860

6.022

1.446

I. den Mulder

4.600

800 4.302.0 4.302.1 4.310.1

59


60


Dienstnaam

Vluchtelingenwerk

Wmoprestatievelden

3. Het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning

Doelstelling(en)

• •

Indicator 2013

Het begeleiden en ondersteunen van nieuwe medeburgers bij hun maatschappelijke en culturele integratie in de Nederlandse en Weerter samenleving; Het bevorderen van het geestelijk en maatschappelijk welzijn van vluchtelingen.

•

Drie werkdagen per week vinden spreekuren plaats met een open inloop voor hulp en advies op maatschappelijk, sociaal en juridisch gebied;

•

Alle nieuwkomers maatschappelijk begeleiden;

•

Eén jaarlijkse activiteit organiseren ten behoeve van de ontmoeting en integratie van vluchtelingen;

•

Tweemaal per week wordt er taalbegeleiding gegeven in de vorm van huiswerkbegeleiding, thema bespreking en praktijkbegeleiding.

Doelgroep/ gebied

Alle legale vluchtelingen in de gemeente Weert.

Deelnota

Artikel 60 Huisvestingswet; Wet Inburgering Nieuwkomers


3 dagen per week was er een inloop spreekuur. Alle nieuwkomers zijn maatschappelijk begeleid. Het totaal aantal hulpvragen over het eerste half jaar 2012, is in vergelijking met het 1e half jaar 2011 toegenomen met 327 hulpvragen (van 619 naar 946!). Door middel van interviews bij cliënten achterhalen we wat de oorzaken zijn van geringe participatie aan activiteiten In februari vond er een energievoorlichting plaats waaraan 20 cliënten deelnamen. Aanleiding vormde het grote aantal hulpvragen op dit gebied en het gebrek aan kennis over de omgang met energie in Nederland. Vrijwilligers zijn geworven om een nieuw taalproject voor vluchtelingen, TaalOndersteuning Weert (TOW), vorm te geven. Dit project zal vanaf september 2012 van start gaan. Het doel hiervan is om zowel op theoretische als op praktische wijze ondersteuning te bieden aan vluchtelingen die met de Nederlandse taal bezig zijn. Uiteindelijk wordt hiermee een bijdrage geleverd aan de prestaties voor de inburgeringscursus.


Het aantal vrijwilligers dient op peil gehouden te worden. Deskundigheidsbevordering speelt een belangrijke rol in het behouden van de kwaliteit in de dienstverlening. Nieuwe vrijwilligers dienen de basiscursus te volgen. Elk jaar wordt één extra cursus of training gevolgd om kennis te vergroten of te verdiepen. Het nieuwe taalproject vormgeven, zowel inhoudelijk als qua mankracht en daarbij horende ondersteuning/coördinatie. De basisdoelstellingen zullen zijn: huiswerkbegeleiding, thema bespreking, praktijkbegeleiding en een bijdrage leveren aan de inburgering.


Gemeente Weert, Landelijk Bureau VluchtelingenWerk Nederland, IND, De Vraagwijzer, ambassades, advocaten, Algemeen Maatschappelijk Werk,

61

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn Gespecialiseerde Thuis Begeleiding, COA Kwaliteitsmeting

Regelmatig wordt er tijdens teamvergaderingen geëvalueerd met het team van vrijwilligers. Activiteiten worden schriftelijk geëvalueerd bij cliënten.


Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. De medewerkers van vluchtelingenwerk dienen erachter te komen wat de onderliggende oorzaak of reden is dat vluchtelingen met een specifieke vraag komen. Vaak speelt een gebrek aan kennis een grote rol. Vluchtelingen komen vaak met vragen omtrent te hoge energierekeningen. Achter die vraag ligt de vraag: ‘ik zou graag meer kennis willen hebben over hoe ik het beste met energie kan omgaan’. Baken 2: Gericht op de eigen kracht van de burger. De stijging van het aantal hulpvragen is opmerkelijk, zeker omdat het aantal openingsdagen is afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Het doel blijft zelfredzaamheid, wat impliceert dat uiteindelijk het aantal hulpvragen zou moeten afnemen Vrijwilligers kunnen bovendien vaak de neiging hebben om op de korte termijn resultaten te willen boeken, dat wil zeggen zelf hulpvragen van cliënten overnemen en ze oplossen. Op de lange termijn betekent dit dat een afhankelijkheidsrelatie ontstaat.



Stage/PIO

839

4.000

400

839

4.000

400

regulier subs.

Vluchtelingenwerk

842

TOTAAL

842



vrijwilligers

uren 2012

projectsubs.

V. Bergmans, M. Leeder

4.321.0

62


Dienstnaam

Ondersteuning Zelforganisaties

Wmoprestatievelden

3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning

Doelstelling(en)

Indicator 2013

Doelgroep/ gebied

•

Het ondersteunen van de werkgroep Internationaal Kinderfestival (bij voorbereiding, uitvoering, administratieve en financiële zaken);

•

Op aanvraag ondersteunen en/of adviseren van (allochtone) zelf organisaties (reeds bestaand of in oprichting) met het uitgangspunt: vergroten/benadrukken van de zelfstandigheid;

•

Ondersteunen van het Cliënten Platform Minima (CPM) en het Platform Gehandicapten Weert (PGW);

•

Ondersteunen van de Stichting Dagopvang Weert;

•

Ondersteunen Lokaal Zorgvragers Overleg (LZO);

•

Ondersteunen seniorenverenigingen/ouderenafdelingen op aanvraag;

•

Ondersteunen van besturen seniorencomplexen en gemeenschappelijke ruimtes.

•

De vrijwilligers van de werkgroep Internationaal Kinderfestival worden ondersteund middels 8 werkgroepbijeenkomsten en het groepsproces in zijn geheel;

•

3 (allochtone) zelforganisaties ondersteunen bij bijvoorbeeld oprichting, uitvoering van een activiteit of de versterking van bestuurlijke kwaliteiten;

•

Voor het Cliëntenplatform Minima: verzorging secretariaat, organisatie 10 reguliere bijeenkomsten, 8 thema bijeenkomsten en 2 studiedagen;

•

Voor het Platform Gehandicapten Weert (PGW): verzorging secretariaat, redactie van 3 uitgaven van het PGW Nieuws, organisatie van 6 reguliere bijeenkomsten, 1 achterbanbijeenkomst en 6 redactievergaderingen;

•

Voor het Lokaal Zorgvragersoverleg: verzorging secretariaat, bijhouden van het archief, organisatie van 5 reguliere bijeenkomsten en bijeenkomsten van de signaleringscommissie. Het bijwonen van 5 bijeenkomsten van het Wmo-platform;

•

Seniorenverenigingen: 1 maal per jaar bijwonen van een bijeenkomst;

•

Besturen gemeenschappelijke ruimtes en seniorencomplexen: 3 bijeenkomsten bijwonen.

Allochtone zelforganisaties in Weert Organisaties als PGW, CPM, LZO. Dit zijn vertegenwoordigers van mensen met een beperking en chronisch zieken, minima en andere zorgvragers; Stichting dagopvang; Zelfstandige besturen van seniorenverenigingen en seniorencomplexen.

Deelnota

Mee (r) doen in Weert Beleidsplan Wmo Weert 2009–2012 Kadernota en actieprogramma Wmo begeleiding 2013-2014 Kadernota Integraal accommodatiebeleid

63



De werkgroep Internationaal Kinderfestival werd ondersteund met als resultaat een goed programma in het Munttheater met 250 deelnemende kinderen en +/- 1300 bezoekers. Met de Somalische Gemeenschap Weert werd een proces ingezet om te komen tot een zelforganisatie. Er vonden drie gesprekken plaats die uiteindelijk leidden tot drie bijeenkomsten voor de Somalische gemeenschap (twee voor de mannen, een voor de vrouwen). Hier waren 40 personen bij aanwezig en er werd een voorlopig bestuur gekozen. CPM: de eerste helft van 2012 stond in het teken van ingrijpende wetswijzigingen. Deze vaak moeilijke materie heeft veel van het Platform gevraagd met een intensievere ondersteuning. Naast de verzorging van het secretariaat,zijn 8 bijeenkomsten ondersteund en 3 externe bijeenkomsten bezocht. PGW: “de organisatie het PGW” stond centraal. Er zijn te weinig bestuursleden en geen kandidaten. Punt Welzijn ondersteunt secretarieel. Het PGW heeft zich beziggehouden met Agenda 22 en Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid van gebouwen. Er zijn 3 bestuursvergaderingen en 4 redactiebijeenkomsten voor/van PGW nieuws ondersteund. De ondersteuning van het LZO was vooral gericht op alle ontwikkelingen binnen de verschuiving AWBZ-Wmo en secretariële ondersteuning. Tevens zijn signaleringsoverleggen bijgewoond. De gemeenschappelijke ruimtes en seniorencomplexen kampen met een aantal gelijkaardige problemen: financiële exploitatie van de ruimtes, vinden van nieuwe bestuursleden, ontwikkelen van nieuwe activiteiten.


Ruimte houden om vragen van zelforganisaties op te kunnen vangen, vooraf is niet te schatten welke organisaties met welke vragen zullen komen. Het huidige aantal uren (150) biedt hiervoor genoeg buffer. Afhankelijk van actuele ontwikkelingen en de vraag van de organisaties zal de secretariële, inhoudelijke, facilitaire en beleidsmatige ondersteuning gecontinueerd worden. Seniorencomplexen: beheren financiële exploitatie, werving van vrijwilligers en de rol/taakverdeling binnen de complexen. Per complex zullen werkafspraken gemaakt worden met betrekking tot prioriteiten en te behalen resultaat voor 2013.


Verscheidene zelforganisaties, werkgroep IKF, Gemeente Weert, Provinciaal Platform Minderheden, MaS. De Vraagwijzer, SKW, CPM, PGW, LZO en Wonen Limburg Stichting dagopvang Diverse seniorenverenigingen

Kwaliteitsmeting

Aan het eind van ieder proces worden resultaten geëvalueerd middels een overleg tussen de verschillende partners. De resultaten worden schriftelijk vastgelegd en zijn inzet voor toekomstige acties.

64



Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. Dikwijls ligt er onderliggende problematiek ten grondslag aan een direct oplosbare vraag van de zelforganisatie. Denk hierbij aan interpersoonlijke verhoudingen binnen besturen. Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Dit is een uitdaging. Juist bij deze dienst ligt het accent op het ‘zelf organiseren’. Het zoeken naar de balans tussen stimuleren van zelfredzaamheid en het ‘professioneel’ oplossen van een situatie vergt goede kennis van draagkracht van de zelforganisatie. Dit is niet altijd mogelijk door kwantitatieve en kwalitatieve tekorten van vrijwilligers van bijvoorbeeld de platforms. Daardoor wordt er meer gevraagd (verwacht) van de ondersteuner. Baken 4: Formeel en informeel in optimale verhouding. Naast het professionele circuit dienen initiatieven vooral ook uit sociale netwerken te komen en uit vrijwilligersgroepen. Daar waar interventies nodig zijn komt de professional weer om de hoek kijken. Dilemma is dat we merken dat een duidelijke afname is in de belangstelling voor bestuursfuncties en het moeilijker is om vrijwilligersgroepen/organisaties te behouden of vorm te geven. De professional moet op dat moment de afweging maken wat belangrijk is om overeind te houden en hoe dit verder inhoud te geven.



regulier subs.

Zelforg.

150

150

CPM/ PGW

296

296

90

100

85

81

0

40

621

667

LZO Dagopvang/

projectsubs.


vrijwilligers

Stage/PIO

Seniorenverenigingen Seniorencomplexen TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

B. Kouters, G. Crins, M. Verhaegh, I. de Pauw, P. van Hulzen

65

4.113.0 4.302.3 4.302.7 4.320.0 4.360.0


66


Dienstnaam

Servicepunt Vrijwilligers

Wmoprestatievelden

4. Ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zodat zij in staat zijn zelfstandig hun doelen te bereiken • •

Doelstelling(en)

Het ondersteunen van vrijwilligers(organisaties); Het makelen tussen vraag en aanbod (bij voorkeur vanuit het informele netwerk). Daar waar een professionele ondersteuning is gewenst zal deze geboden worden.

Wij zijn actief voor iedere burger en organisatie, vereniging of bedrijf in onze maatschappij en specifiek voor vrijwilligers, leerlingen (in het kader van Maatschappelijke stage) en vrijwilligersorganisaties Onze taken zijn conform het gemeentelijke beleid: • Het bieden van ondersteuning aan…; • Het vinden en binden van vrijwilligers aan de vraag (makelen); • Het stimuleren van waardering van vrijwilligerswerk; • Het promoten van vrijwilligerswerk en het verbeteren van het imago. Indicator 2013

• • • • • • • • • •

•

2 bijeenkomsten voor vrijwilligersorganisatie met als doel ontmoeting en uitwisseling; 6 workshops of themabijeenkomsten; 2 nieuwsbrieven naar vrijwilligersorganisaties; 2 nieuwsbrieven naar contacten van de vacaturebank; 2 nieuwsbrieven naar contacten maatschappelijke stage; Tijdens kantooruren bereikbaar en open inloop, tijdens schoolvakanties beperkte openingstijden; 4 dagdelen open inloop bij de Vrijwilligersvacaturebank (VVB); De VVB bemand minimaal 5 vrijwilligers; Minimaal 20 organisaties zijn ondersteund met betrekking tot de werving van vrijwilligers; Op de 2 bemiddelingssites van de VVB en De Jonge Vrijwilliger (DJV) staat iedere 2 maanden een ander promotiefilmpje; Promotie NL DOET;

Doelgroep/ gebied

Vrijwilligersorganisaties, vrijwilligers, potentiële vrijwilligers uit de regio Weert, bedrijven en overige organisaties.

Deelnota

Kadernota “vrijwilligersbeleid 2012-2015” Actieprogramma “vrijwilligersbeleid 2012-2015” Mee(r) doen in Weert, beleidsplan Wmo Weert 2009-2012


In de eerste helft van 2012 zijn geen noemenswaardige afwijkingen te zien. De gemeente Weert heeft de kadernota ‘Vrijwilligersbeleid 2012-2015’ vastgesteld en het daaraan gekoppelde ‘actieprogramma vrijwilligers 2012-2015’. In het actieprogramma zijn grote ambities verwoord uit te voeren met de bestaande formatie. Om deze ambities geleidelijk door te voeren zullen er eerst een aantal condities en voorwaarden gerealiseerd moeten worden. In 2012 is gestart met een klankbordgroep met vertegenwoordigers van bedrijven en een met vertegenwoordigers van vrijwilligersorganisaties. Deze klankbordgroepen ontwikkelen samen een projectvoorstel

67

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Consequenties voor 2013

2013 is het jaar om de kanteling binnen het vrijwilligerswerk een gezicht te geven. •

Wij werken toe naar 1 loket voor vrijwilligerswerk. Zowel fysiek als digitaal.

•

Wij realiseren een sociaal makelaar. Het Servicepunt bemiddelt tussen vraag en aanbod. Het Servicepunt gaat uit van de kracht van de samenleving en zoekt in eerste instantie daar naar de match;

•

Bij het sociaal makelaarschap kunnen nieuwe doelgroepen aansluiten; bedrijven, gezinnen en collega (vrijwilligers) organisaties.

Het Servicepunt zal het basispakket zoals beschreven in het “Actieprogramma vrijwilligersbeleid 2012-2015” beperkter uitvoeren om zodoende personele ruimte te creëren om de toekomstvisie en de andere werkwijze/benadering (kanteling) en de bijbehorende ambities vorm te geven. In de maanden januari t/m mei zullen nadere ambities en een plan van aanpak worden geformuleerd die in de maanden mei t/m augustus geïmplementeerd worden. Voor de dienstverlening betekent dit dan een beperkt aanbod. (Bijvoorbeeld minder aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering, waardering en advies.) De informatie zal zich richten op de ontwikkelingen binnen het Servicepunt en de consequenties daarvan voor de vrijwilligers(organisaties). Met andere woorden: de winkel is beperkt geopend en er wordt hard gewerkt aan een nieuw fundament voor de dienstverlening. Een basis die helemaal aansluit op de ontwikkelingen van de maatschappij en aansluit bij de visie van Welzijn Nieuwe Stijl. Samenwerking / Keten

Gemeente Weert, bedrijven, scholen Voortgezet Onderwijs en (vrijwilligers)organisaties.

Kwaliteitsmeting

Door een vertegenwoordiging van de verschillende doelgroepen te betrekken bij de vormgeving van de dienstverlening van de toekomst wordt draagvlak gecreëerd en ontstaat een goede afstemming.

Welzijn Nieuwe Stijl (WNS)

De dilemma’s binnen de 8 bakens zullen leidraad zijn bij de ontwikkeling en de visie. Om de kanteling zoals bedoeld binnen Wmo/WNS vorm te geven en te implementeren, ontstaat er een spanningsveld. 2013 richt zich meer op de afweging wat er minimaal aan diensten aan de doelgroep verzorgd dient te worden en hoe wij aan de andere kant voldoende aandacht kunnen hebben voor het herinrichten van de dienstverlening van het Servicepunt Vrijwilligers zodat deze Wmo proof genoemd kan worden.

68


Activiteiten (directe ureninzet) Ondersteuning vrijwilligers-


regulier subs.

1.021

2.099

projectsubs.


vrijwilligers

Stage/PIO

1.200

400

organisaties De Jonge Vrijwilliger/MAS TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

934 2.155

875 2.099

875

250 1.200

650

F. Clout, J. Levels, A.ten.Bloemenal, A.van der Wurff,

4.381.0

S. Kuepers, S. de Back

4.382.0 4.383.0

69


70


Dienstnaam

Mantelzorgondersteuning

Wmoprestatievelden

4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers

Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Mantelzorgers worden concreet ondersteund bij hun hulpvragen;

•

Door het inzetten van preventieve maatregelen worden vroegtijdig -soms nog voordat de mantelzorger het zelf weet- signalen van een dreigende overbelasting opgepakt en verminderd;

•

Begeleiden en werven van nieuwe mantelzorg-vrijwilligers voor verschillende activiteiten (o.a. respijtzorg);

•

Ondersteunen van vrijwilligers binnen de één voor één projecten.

•

1 loket voor alle zorgvragers, respijtzorgers en mantelzorgers;

•

150 contactmomenten (persoonlijk, telefonisch, digitaal);

•

175 hulpvragen;

•

5 (collectieve) voorlichtingsbijeenkomsten voor mantelzorgers;

•

2 themabijeenkomsten voor vrijwilligers;

•

5 actieve en geschoolde dementievrijwilligers;

•

40 vrijwillige respijtzorgers worden begeleid;

•

2 keer verspreiding nieuwsbrief;

•

5 vrijwillige coördinatoren worden begeleid en ondersteund;

•

Organiseren van een activiteit rondom de Dag van de Mantelzorg.

Doelgroep/ gebied

Mantelzorgers en (potentiële) vrijwilligers in de gemeente en uit de regio Weert

Deelnota

Mee® doen in Weert, beleidsplan Wmo Weert 2009-2012 Kadernota en actieprogramma Wmo begeleiding 2013-2014 Weert op Koers; deelnota keten hulpbehoevende thuiswonende ouderen en gehandicapten (2002) Kadernota “vrijwilligersbeleid 2012-2015” Actieprogramma “vrijwilligersbeleid 2012-2015”


Begin 2012 is het project mantelzorg vanuit de zorgondersteuner ondergebracht bij Punt Welzijn. Punt Welzijn heeft het onderdeel vrijwilligersondersteuning ondergebracht bij het Servicepunt Vrijwilligers en het onderdeel mantelzorgers en zorgvragers bij de Vraagwijzer. Het Servicepunt Vrijwilligers en de Vraagwijzer werken aan 1 fysiek loket samen. Mantelzorgondersteuning is zowel individueel als collectief breed onder de aandacht gebracht bij burgers en netwerkpartners. Aan het loket van De Vraagwijzer zijn cliënten bewust gemaakt van het feit dat zij mantelzorger zijn (ook al was hun hulpvraag hieraan niet gerelateerd). Er zijn 102 mantelzorgers geregistreerd en er hebben 60 kortdurende contactmomenten met de mantelzorgadviseur plaatsgevonden. Daarbij zijn er 81 hulpvragen opgepakt. De meeste hulpvragen hadden betrekking op het onderwerp inkomen (c.q. mantelzorgcompliment). Ruim 50% van de hulpvragen werden telefonisch afgehandeld. 2 cliënten werden

71

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn aangemeld voor kortdurende ondersteuning. Er hebben 3 themabijeenkomsten plaats gevonden. Alle vormen van maatjesprojecten worden voortgezet onder de naam één voor één. Consequenties voor 2013

Hulpvragen die bij de ouderenadviseurs binnen komen, hebben vaak een relatie met mantelzorg. Doordat deze hulpvragen nauw met elkaar zijn verweven, kunnen ze integraal, zonder doorverwijzing, door elke ouderenadviseur worden opgepakt. Dit biedt synergievoordelen waarbij tevens sneller de vraag achter de vraag wordt achterhaald. Door de ontwikkelingen rondom de AWBZ/Wmo, Welzijn Nieuwe Stijl en de “Kanteling”, wordt er steeds meer een beroep gedaan op de eigen kracht van burgers en het inschakelen van hun netwerk, waaronder de mantelzorger. Integrale samenwerking met diverse netwerkpartners blijft daarom noodzakelijk om signalen van (dreigende) overbelasting tijdig aan te kunnen pakken. Mantelzorgers blijken behoefte te hebben aan collectieve bijeenkomsten gericht op lotgenotencontact en ontspanning. Door volledige ureninzet gericht op m.n. individuele mantelzorgondersteuning is er vrijwel geen ruimte om in deze behoefte te kunnen voorzien. De huidige ureninzet blijkt nauwelijks mogelijkheden te bieden voor verdieping en deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers. De ingezette lijn om toe te werken naar 1 loket voor alle één voor één projecten wordt voortgezet en verder uitgebreid. Het is wenselijk toe te werken naar 1 pool van vrijwilligers. Het werken via 1 loket heeft de meerwaarde dat vrijwilligers elkaar leren kennen en nadrukkelijk de mogelijkheid hebben tot uitwisseling van kennis en inzet. Door er 1 pool van te maken krijgen vrijwilligers meer mogelijkheden om zich breder in te zetten of te switchen van vrijwilligerswerk.


Huisartsengroep Weert, praktijkondersteuners, trajectbegeleiding dementie, GGZ, transferverpleegkundigen van het ziekenhuis, fysioen ergotherapeuten AMW/ De Wegwijzer, MEE, Kredietbank, PGW, Juridisch Loket, Anti Discriminatie Voorziening Limburg, CJG, Land van Horne, thuiszorgorganisaties en de gemeente Weert (o.a. de sociale dienst), UWV, Huis voor de Sport, POVL, NOV, Movisie.

Kwaliteitsmeting

Tijdens de wekelijkse cliëntbespreking worden door middel van intervisie volgens het Kolb model collegiale consultaties gehouden. Periodiek worden cliënten voor een klanttevredenheidsonderzoek. Mogelijkheid tot uiten van reacties/klachten middels klachtenreglement. Na bijeenkomsten vinden er evaluaties plaats met de deelnemers (meestal schriftelijk). Hierdoor kunnen we indien nodig de aanpak/werkwijze bijstellen. Verder is het te allen tijde mogelijk om reacties en klachten te uiten middels het reactieformulier dat te vinden is op de diverse websites.


Meerdere bakens zijn van toepassing op mantelzorgondersteuning. Baken 1: De vraag achter de vraag. Binnen dit baken is het van belang dat de vrijwilligers kennis en vaardigheden hebben in het achterhalen van de vraag achter de vraag. En

72

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn deze weten door de sluizen naar de professional of vrijwillige coördinator. Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger. Ook binnen dit baken is het van belang dat de ondersteunende professional erop toeziet dat de vrijwilliger stimulerend werkt naar de zorgvrager zodat deze in zijn kracht wordt gezet. Baken 3: Direct er op af. Deze sluit naadloos aan op de traditionele signaleringsfunctie van het welzijnswerk. Binnen De Vraagwijzer is gestart met het in beeld brengen van mantelzorgers, ook als de hulpvraag niet gerelateerd is aan mantelzorg. Het blijft belangrijk om gezamenlijk en met behulp van netwerkpartners problemen te signaleren en naar de juiste plek weten te verwijzen, om zo als professional contact achter de voordeur te kunnen maken. Enerzijds gericht op vertrouwen en anderzijds om daar waar nodig via een coachende stijl oplossingsgericht te kunnen werken. Baken 4 Formeel en informeel in optimale verhouding. Veel mantelzorgers vinden het moeilijk om een beroep te doen op hun sociale netwerk. Dit betekent dat vaak een beroep op de professional wordt gedaan terwijl deze zich terughoudend dient op te stellen en samen met de hulpvrager zijn sociale netwerk in beeld dient te brengen en te activeren. Als ondersteuner van vrijwilligers is dit baken het dilemma dat telkens terug komt. In hoeverre mag je verantwoordelijkheden en kwalitatieve benaderingswijze verwachten van vrijwilligers. Er is moeilijk eenduidigheid in te brengen omdat de situaties andere benadering verwachten maar ook omdat niet van iedere vrijwilliger hetzelfde gevraagd mag worden. Tegelijkertijd krijg je te maken met het dilemma formeel en informeel. Baken 6: Integraal werken. Hulpvragers hebben vaak problemen waarbij meerdere organisaties betrokken zijn. De vraag centraal stellen vraagt daarom een integrale en samenhangende aanpak van professionals, zowel intern als extern, zodat maatwerk mogelijk wordt gemaakt. Activiteiten (directe ureninzet)

Financiering gemeente Weert 2013

vrijwilligers

Stage/PIO

regulier subs.

150

150

ÉÉN voor ÉÉN

250

250

2.500

400

TOTAAL

400

400

2.500

700

Mantelzorg-

Projectsubs.


uren 2012

300

adviseur


F. Clout en I. den Mulder

4.316.0

73


74


Dienstnaam Wmoprestatievelden Doelstelling(en)

Indicator 2013

Op Maat Bewegen 4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Het bevorderen van de sociale fitheid bij ouderen middels een beweegprogramma, uitgevoerd door vrijwillige bewegingsagogen. • • • •

Ontwikkelen van een beweegprogramma; ontwikkelen van een handboek; opleiden van 10 vrijwilligers tot vrijwillige bewegingsagogen; 20 ouderen die meedoen aan de pilot.

Doelgroep/ gebied

Het project richt zich op inactieve ouderen, vrijwilligers en mantelzorgers woonachtig in Weert

Deelnota

Deelnota WMO Mantelzorg en vrijwilligers in de zorg Kadernota “vrijwilligersbeleid 2012-1015” Actieprogramma “vrijwilligersbeleid 2012-2015”


Het project is 1 juni 2012 gestart voor een periode van 3 jaar. Op dit moment is de projectcoördinator bezig met het inrichten van de projectorganisatie. Tot op heden ontvangen partnerorganisaties het project met veel interesse en enthousiasme.


Voortzetten op de ingeslagen weg. Continueren project. Werken aan netwerk van partners en programma starten. Met ontwikkeling van beweegprogramma starten en werving en opleiding vrijwilligers starten.


Huisartsen, fysiotherapeuten, ziekenhuis, zorginstellingen, welzijnsinstelling, maatschappelijk werk, GGD, vrijwilligersorganisaties zoals de Zonnebloem, ouderenverenigingen, huiskamerprojecten, mantelzorg, MEE e.d.

Kwaliteitsmeting

Er worden standaard intakegesprekken gevoerd. Deze gegevens worden gebruikt in een nulmeting. Aan het eind van de eerste projectperiode, juni 2013 wordt een 1-meting gedaan. Daarnaast worden vrijwilligers opgeleid door professionals.


In de ontwikkeling van de methodiek wordt Welzijn Nieuwe Stijl in zijn totaliteit meegenomen. In deze ontwikkelfase zijn niet alle mogelijke dilemma’s in beeld gebracht. Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag. Door in eerste instantie een beweegprogramma aan te bieden in een veilige omgeving (thuissituatie) is het waarschijnlijk dat achterliggende vragen/problemen naar boven komen. Wat betekent dat voor je dienstverlening, voor de houding van vrijwilligers en hoe train je deze het beste op het vinden van de vraag achter de vraag.

75




regulier subs.

projectsubs.


vrijwilligers

Stage/PIO

Op maat bewegen

440

736

250

400

600

TOTAAL

440

736

250

400

600


A. ten Bloemendal

4.385.0

76


Dienstnaam

Zelfstandig wonen en sociale contacten

Wmoprestatievelden

5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.

Doelstelling(en)

Indicator 2013

•

Kwetsbare burgers in staat stellen hun zelfstandigheid te behouden en/of te vergroten middels deelname aan activiteiten en diensten;

•

Het verminderen van eenzaamheidsgevoel en sociaal isolement bij kwetsbare burgers door middel van het aanbieden van activiteiten en ontmoetingsmogelijkheden;

•

Het exploiteren van de ontmoetingscentra De Roos & het Trefcentrum Stramproy.

•

32 leners maken gebruik van Boek aan Huis;

•

420 mensen maken gebruik van persoonsalarmering;

•

36 kwetsbare burgers doen wekelijks de boodschappen met de BoodschappenPlusBus;

•

Organiseren van minstens 2 uitstapjes per maand met de BoodschappenPlusBus;

•

250 mensen volgen in De Roos en het Trefcentrum Stramproy 10 verschillende computercursussen;

•

50 mensen nemen deel aan educatieve activiteiten gericht op het vergroten van zelfstandigheid;

•

Ontwikkelen van minstens 2 nieuwe activiteiten met een specifieke insteek naar sociaal isolement en/of eenzaamheid;

•

10 mensen begeleiden in hun sociale contacten;

•

De ontmoetingscentra zijn 5 tot 7 dagen geopend met inzet van 300 vrijwilligers;

•

50 eenzame ouderen nemen deel aan een zomer- en weekendprogramma;

•

Het eetpunt Stramproy is 7 dagen per week geopend.

Doelgroep/ gebied

Burgers uit gemeente Weert met een hulpvraag of zorgbehoefte, vereenzaamden, mensen met een chronische ziekte of een beperking.

Deelnota

Meer doen in Weert, Beleidsplan WMO Weert 2009-2012 Kadernota & actieprogramma WMO begeleiding 2013-2014 Weert op koers: deelnota keten hulpbehoevende thuiswonende ouderen en gehandicapten (2002) Visie en draaiboek Wonen, Welzijn en Zorg (2005) “55+ monitor 2008 gemeente Weert”door GGD Noord-Limburg in opdracht van de gemeente Weert (2010) Kadernota Integraal accommodatiebeleid


Het aantal deelnemers aan het project persoonsalarmering bleef constant, rond de 420 personen. Er werd meer dan voorheen gestreefd naar alarmopvolging door het eigen sociale netwerk.

77


Voor het eerst was er sprake van een duidelijke marktwerking door thuiszorgaanbieders. In De Roos en het Trefcentrum Stramproy volgden 150 mensen computerlessen. In kleine groepen en met begeleiding en ondersteuning van ervaren computerdocenten was er sprake van maatwerk. Internet bankieren was een nieuwe cursus. In het zomerprogramma zijn 6 nieuwe activiteiten geïntroduceerd. Deze nieuwe activiteiten zijn bezocht door 50 deelnemers en vrijwilligers. Het gehele zomerprogramma en weekendprogramma kon rekenen op ruim 210 bezoekers. De dansmiddagen waren daarin het meest succesvol met ruim 100 bezoekers. In het kader van de decentralisatie van de begeleiding van AWBZ naar Wmo is het contact met zorgaanbieders zoals Mensana en Land van Horne geïntensiveerd. Dit heeft onder andere geresulteerd tot deelname aan de projectgroep ‘Nedermazehof’, het starten van activiteiten aldaar en het opstarten van een ketenoverleg op uitvoerend niveau. Door stagiaires is een onderzoek uitgevoerd om een beeld te krijgen van de bezoekers van de Roos. Opvallend was dat mensen omwille van verminderde mobiliteit of wegvallen van sociale contacten, ook afstand namen van de Roos. Door de organisatorische veranderingen van de bibliotheken in de gemeenten Leudal, Maasgouw,Nederweert en Weert tot Bibliocenter worden de plaatselijke Initiatieven van Boek aan Huis samengevoegd. Daardoor wordt het totaal aantal lezers en vrijwilligers groter. Consequenties voor 2013

De decentralisatie van de begeleiding naar de Wmo biedt kansen voor afstemming en vervlechting van activiteiten met zorgaanbieders. Hiermee komt op termijn een doelgroep binnen met een grotere zorgbehoefte en daaruit volgend ook een intensievere begeleiding. In de samenwerking met zorgaanbieders worden pilots opgestart. Er zal ingezet moeten worden op de juiste verhouding professionele ondersteuning van vrijwilligers. Tevens zal ook aandacht moeten zijn voor de samenstelling van de vrijwilligersteams die de groepen/activiteiten gaan begeleiden. Hoe de marktwerking bij de persoonsalarmering zich zal ontwikkelen en welke gevolgen dit heeft is nog niet duidelijk. Er blijft een groep kwetsbare burgers die geen (geschikt) netwerk hebben, door allerlei redenen. Bij deze burgers zal ingezet moeten worden om de eigen zelfredzaamheid (in en met de eigen omgeving) te versterken. Wanneer dit niet lukt, kan deze burger terug vallen op professionele ondersteuning. In de keten goede afspraken maken. De vraag naar andere cursussen en workshops neemt toe. Voorbeelden zijn foto’s bewerken, social media, ipad en tablet, usenet. In samenwerking met SeniorWeb wordt getracht een vraaggericht en actueel cursusaanbod aan te blijven bieden. Het weekendprogramma en zomerprogramma worden voortgezet. Er is aandacht voor voortdurende vernieuwing van het aanbod. Interesse voor en bekendheid met een aanbod is een motivatie voor (eenzame) ouderen om de deur uit te komen. Een (af)wisselend programma kan en moet ook ‘nieuwe’ mensen/andere doelgroepen aantrekken. Ouderen zijn moeilijker in staat om nieuwe sociale contacten aan te knopen als de oude wegvallen. In het kader van sociaal isolement en terugdringen van eenzaamheid zullen methodieken geïntroduceerd worden om ontmoeting en sociale contacten te bevorderen.

78


Voor Vrijwilligers die zich in de ontmoetingscentra inzetten is het vrijwilligerswerk tevens een belangrijk onderdeel van/in hun sociale contacten. De voor hun vertrouwde omgeving, het laagdrempelige werk, en het ontmoeten van andere mensen stelt hun in de gelegenheid om tot op hoge leeftijd vrijwilligerswerk te doen (zingeving). Het betrekken van ouderen die door een verminderde mobiliteit/gezondheid niet langer deel nemen aan hun activiteit is een belangrijk aandachtspunt komend jaar. Door de voortdurende promotie van Boek aan Huis door bibliocenter wordt een groei van het project verwacht. Door verbindingen te leggen en steeds weer nieuwe activiteiten op het programma te zetten, wordt ingezet op zinvolle dagbesteding van specifieke doelgroepen te realiseren. Faciliteren, informeren en adviseren staan daarbij centraal. Extra aandacht wordt uitgegaan naar diegenen die “normaal” niet in beeld zijn. Eenzamen zullen we nog meer dan voorheen betrekken bij deze activiteiten. Samenwerking / Keten

Diverse zorgorganisaties (Mensana, Land van Horne, SGL, Riagg, Zorggroep, Daelzicht enz) zijn partner als het gaat om een passend en dekkend activiteitenaanbod te realiseren, Keenter hart, Buurcentrum Moesel wijkaccommodaties met betrekking tot beheer seniorencomplexen Partners binnen het Wonen, Welzijn, Zorg overleg

Kwaliteitsmeting

Bij activiteiten worden gestandaardiseerde klanttevredenheidsformulieren gebruikt. Deze worden aangeboden aan het eind van de activiteiten. De resultaten worden met betrokken medewerkers geëvalueerd en de activiteiten vervolgens daar waar nodig bijgesteld. Voor ons terugkerende aanbod worden 2-jaarlijks klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Daarnaast houden wij 2jaarlijks een vrijwilligerstevredenheidsonderzoek. Nieuw aanbod wordt meteen na afloop geëvalueerd. Op basis van de resultaten worden actiepunten geformuleerd en uitgevoerd.


Baken 1: De vraag achter de vraag. Interesse voor een bepaalde activiteit of vrijwilligerswerk heeft regelmatig een eenzaamheidsgevoel als achtergrond. Medewerkers dienen hierop alert te blijven teneinde deze personen ook geschikte alternatieven te bieden en bij de organisatie van een activiteit te betrekken. Waar mogelijk introduceren wij hun in andere netwerken. Baken 2: Eigen kracht van de burger. Uitgangspunt voor deelname aan activiteiten is eigen kracht en verantwoordelijkheid van de burger. Daar waar nodig wordt gezocht naar informele en vervolgens formele ondersteuning. (zie ook “De Vraagwijzer”) Vooral op het vlak van vrijwilligersinzet wordt een beroep gedaan op de talenten en kwaliteiten die mensen bezitten. Voor oudere vrijwilligers vraagt dit een omschakeling van een vaste routine. Baken 6: Balans collectief en individueel & Integraal werken. In samenwerking met zorgaanbieders worden de mogelijkheden van het integreren van dagvoorzieningen afgewogen. Dit vraagt in de praktijk om organisaties die veel intensiever met elkaar communiceren. Tot op een bepaalde hoogte is integratie van diverse dagvoorzieningen mogelijk. Echter daar waar de zorgproblematieken complexer worden 79

Diensten-activiteitenboek 2013 Punt Welzijn dient de balans zorgvuldig afgewogen te worden. Uitgangspunt is dat de taken zoveel mogelijk worden uitgevoerd door de vrijwilligers, met professionele ondersteuning. Dit is niet altijd mogelijk door kwantitatieve en kwalitatieve tekorten van vrijwilligers.



vrijwilligers

Stage/PIO

851

24.750

500

450

450

5.900

500

88

88

300

uren 2012

regulier subs.

De roos Weert

651

Trefcentrum Stramproy, BoodschappenPlusBus Persoonsalarmering

106

88

88

Computercursussen

45

45

Eetpunten

149

150

10

0

Nieuwe vrienden maken TOTAAL Uitvoeringsverantwoordelijke

projectsubs.

102

Maatjesproject

Bieb aan huis


1.000

5.000

0 1.583

5.400

400 1.672

506

42.350

I. de Pauw, G. Crins, M. Verhaegh, S. Kuepers, B.Slaats en J. Levels

1.000 4.302.0 4.331.0 4.332.0 4.333.2 4.360.0 4.361.0 4.365.0 4.366.0 4.370.0 4.371.0

80

No title

Recommend Documents