datum x
kenmerk x
uw kenmerk/brief van x
onderwerp x
X
behandeld door/e-mail x
R41/
bouwvergunning tweede fase (nummer 20090304) bouwen verzorgingshuis en 129 appartementen aan de Reigerlaan
doorkiesnummer x
010 284 8653
C.N. Schaap
[email protected]
Geachte Op 23 december 2009 hebben wij van u een aanvraag om bouwvergunning tweede fase ontvangen voor het bouwen van een verzorgingshuis en 129 appartementen aan de Reigerlaan. Deze aanvraag is onder nummer 20090304 opgenomen in het openbaar register. Besluit Voor dit bouwplan is op 22 september 2009 onder nummer 20080197 een reguliere vergunning eerste fase verleend. Gelet hierop hebben wij, met de hierna vermelde motivering, besloten u een reguliere vergunning tweede fase te verlenen voor de uitvoering van het bouwplan met inachtneming van de door ons in rood op de tekeningen aangegeven wijzigingen/aanvullingen overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlagen Start en gereedmelding De uitvoering van de werkzaamheden zal worden begeleid door de heer R.A.K.A. Pattiwaël van de unit Handhaving en Vergunningen, telefoon: 010 2848656. Voor de start- en gereedmelding van de werkzaamheden kunt u bijgevoegde antwoordkaarten gebruiken, of een e-mail sturen aan:
[email protected]. Correspondentie We verzoeken u op alle correspondentie en de eventueel nog nader in te dienen gegevens over het bouwwerk het registratienummer (20090304) en het bouwadres (Reigerlaan) te vermelden. Wilt u bij beantwoording het kenmerk vermelden. Rivierweg 111 Postbus 70 2900 AB Capelle aan den IJssel www.capelleaandenijssel.nl
[email protected]
Telefoon: 010 - 2848688 Telefax: 010 - 2848800 BTW nummer: 001877045B05 Rabobank: 38.18.22.222 ING: 54061
Behorende bij brief nummer:
pagina: 2
Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders, namens deze, het hoofd van de unit Handhaving en Vergunningen,
Ing. J.A. de Blaauw. z.o.z.
MOTIVERING VAN HET BESLUIT In artikel 56a, lid 2 van de Woningwet is bepaald dat een bouwvergunning tweede fase alleen mag en dan ook moet worden geweigerd indien een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 44, lid 1, onderdeel a of b van toepassing is, te weten: a. het bouwwerk niet voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit; b. het bouwwerk niet voldoet aan de voorschriften van de Bouwverordening; Daarom zijn de door u ingediende gegevens getoetst aan deze bepalingen. Ten aanzien van het gestelde onder a. Het bouwwerk en de uitvoering daarvan moeten voldoen aan de bepalingen van het Bouwbesluit. Ten aanzien van het gestelde onder b. Het bouwwerk en de uitvoering daarvan moeten voldoen aan de bepalingen van de Bouwverordening.
LEGES Bij het in behandeling nemen van uw aanvraag om bouwvergunning is vermeld dat het legesbedrag 132.000,00 is. Gedurende de behandeling van de aanvraag zijn er geen wijzigingen opgetreden waarvoor een aanpassing van de leges noodzakelijk is. Er zal daarom geen herberekening van de leges plaatsvinden. BEZWAAR Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft elke belanghebbende de bevoegdheid om tegen dit besluit bij ons een bezwaarschrift in te dienen. Het gemotiveerde bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van zes weken na de dag van verzending van dit besluit. AANVANG WERKZAAMHEDEN De aanvang van de werkzaamheden moet ten minste twee dagen tevoren bij de unit Handhaving en Vergunningen worden gemeld. Voor de start- en gereedmelding van de werkzaamheden kunt u bijgevoegde antwoordkaarten gebruiken, of een e-mail sturen aan:
[email protected]. (artikel 4.5, lid 1 van de Bouwverordening). UITVOERING De houder van de bouwvergunning moet ervoor zorgdragen dat de vergunning te allen tijde op het werk aanwezig is en op eerste aanvrage aan de unit Handhaving en Vergunningen ter inzage wordt gegeven (artikel 4.2 van de Bouwverordening). INTREKKING VERGUNNING Als niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van deze vergunning met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen of, als (voor de voltooiing) de werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken hebben stilgelegen, kan de bouwvergunning door ons worden ingetrokken (artikel 4.1 van de Bouwverordening).
Behorende bij brief nummer:
pagina: 3
TERUGGAAF LEGES Als u van deze vergunning in het geheel geen gebruik wil maken kan deze worden ingetrokken. Indien u hier binnen een jaar na verlening van de vergunning om verzoekt, ontvangt u een teruggaaf van 50% van de leges voor het in behandeling nemen van de vergunning. (3.3.2.1. van de Legesverordening). OVERDRAAGBAARHEID VERGUNNING Op uw verzoek, of op verzoek van uw rechtverkrijgende, zullen wij de vergunning overschrijven op naam van een ander. Voor deze handeling is leges verschuldigd (artikel 10.3 van de Bouwverordening). INGEBRUIKGEVING/-NEMING Het is verboden een nieuw of geheel vernieuwd gebouw of een gedeelte daarvan in gebruik te geven of te nemen indien: a. het bouwwerk niet schriftelijk gereed is gemeld bij de unit Handhaving en Vergunningen en/of b. er niet is gebouwd overeenkomstig de bouwvergunning; ANDERE WETTELIJKE BEPALINGEN Vergunninghouder dient zich ervan te vergewissen dat geen andere wettelijke bepalingen, zoals bijvoorbeeld bepalingen in het koopcontract, toestemming van de eigenaar of het "burenrecht", de uitvoering van deze vergunning belemmeren. Bijlagen: 1. aanvraagformulier, gedateerd 30 januari 2009; 2. tekening bladnummer BV - 100, gedateerd 18 december 2009; 3. tekening bladnummer BV - 101, gedateerd 18 december 2009; 4. tekening bladnummer BV - 102, gedateerd 18 december 2009; 5. tekening bladnummer BV - 103, gedateerd 18 december 2009; 6. tekening bladnummer BV - 104, gedateerd 18 december 2009; 7. tekening bladnummer BV - 105, gedateerd 18 december 2009; 8. tekening bladnummer BV - 106, gedateerd 18 december 2009; 9. tekening bladnummer BV - 107, gedateerd 18 december 2009; 10. tekening bladnummer BV - 108, gedateerd 18 december 2009; 11. tekening bladnummer BV - 109, gedateerd 18 december 2009; 12. tekening bladnummer BV - 110, gedateerd 18 december 2009; 13. tekening bladnummer BV - 111, gedateerd 18 december 2009; 14. tekening bladnummer BV - 112, gedateerd 18 december 2009; 15. tekening bladnummer BV - 113, gedateerd 18 december 2009; 16. tekening bladnummer BV - 114, gedateerd 18 december 2009; 17. tekening bladnummer BV - 115, gedateerd 18 december 2009; 18. tekening bladnummer BV - 116, gedateerd 18 december 2009; 19. tekening bladnummer BV - 117, gedateerd 18 december 2009; 20. tekening bladnummer BV - 118, gedateerd 18 december 2009; 21. tekening bladnummer BV – 119, gedateerd 18 december 2009; 22. tekening bladnummer BV - 201, gedateerd 18 december 2009; 23. tekening bladnummer BV - 202, gedateerd 18 december 2009; 24. tekening bladnummer BV - 203, gedateerd 18 december 2009; 25. tekening bladnummer BV - 204, gedateerd 18 december 2009; 26. tekening bladnummer BV - 301, gedateerd 18 december 2009; 27. tekening bladnummer BV - 302, gedateerd 18 december 2009; 28. tekening bladnummer BV - 303, gedateerd 18 december 2009; 29. tekening bladnummer BV - 304, gedateerd 18 december 2009; 30. EPC berekeningen, gedateerd 28 januari 2009; 31. Ventilatieberekening, gedateerd 29 januari 2009; 32. Modelblad aansluiting huisriolering.
Behorende bij brief nummer:
pagina: 4
Aanwijzingen en voorwaarden verbonden aan vergunning 20090304 1. Met het bouwen van het bouwwerk mag niet worden begonnen, alvorens door of namens het college van burgemeester en wethouders voorzover nodig: a. het straatpeil is aangegeven; b. de rooilijnen en/of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet; (artikel 4.4 van de Bouwverordening). 2. Het is verboden bij de uitvoering van een bouw- of grondwerk een werktuig of een stof te gebruiken, indien daardoor gevaar voor de omgeving optreedt; (artikel 4.10 van de Bouwverordening). 3. Het is niet toegestaan een werktuig, dat schade of ernstige hinder voor de omgeving veroorzaakt of kan veroorzaken, te gebruiken; (artikel 4.10 van de Bouwverordening). 4. Ter voorkoming van ontoelaatbare overlast in de omgeving kan worden voorgeschreven, dat voor een op een werk te gebruiken krachtwerktuig: a. uitsluitend een bepaalde brandstof wordt gebezigd en/of b. de aandrijving elektrisch geschiedt en/of c. het werktuig gedurende bepaalde delen van een etmaal niet mag worden gebruikt; (artikel 4.10 van de Bouwverordening). 5. Het bouwafval moet op de bouwplaats ten minste worden gescheiden in de navolgende fracties: a. gevaarlijk afval, als bedoeld in het het derde lid van artikel 4 van de Regeling Europese Afvalstoffenlijst" (EURAL; Stcr. 17 augustus 2001, nummer 158, bladzijde 9); b. steenwol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwproject bedraagt; c. glaswol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwproject bedraagt; d. overig afval. Indien overig afval bestaat uit meer dan één afvalstof, dan moet het worden afgevoerd naar een inrichting die bevoegd is deze afvalstoffen ongesorteerd te ontvangen. Overig afval dat uit één afvalstof bestaat, evenals de fracties bedoeld in het voorgaande lid onder a, b en c, moeten worden afgevoerd naar een bewerking- of verwerkingsinrichting, dan wel een inzamelaar die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen. Indien de totale hoeveelheid bouwafval die vrijkomt bij een bouwproject minder bedraagt dan de inhoud van één container van 10 m³, dan mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag; (artikel 4.11 van de Bouwverordening). 6. Het bouwen en verrichten van alles wat daarmee in verband staat moet op veilige wijze gebeuren, onder meer zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen ten behoeve van de weg en de in de weg gelegen werken en de weggebruikers en ten behoeve van naburige bouwwerken open erven en hun gebruikers; (artikel 4.8 van de Bouwverordening) 7. Op een terrein, waarop een bouw- of grondwerk wordt uitgevoerd, moeten, wanneer er niet wordt gewerkt, rustpauzes tijdens de dagelijkse werktijd niet inbegrepen: a. tijdelijke elektrische installaties ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden, in hun geheel op zodanige wijze zijn uitgeschakeld, dat het weer in gebruik stellen van de installaties door anderen dan daartoe
Behorende bij brief nummer:
pagina: 5
bevoegde personen niet zonder meer mogelijk is Deze bepaling is niet van toepassing op de voeding van een elektrische verlichtingsinstallatie of van één of meer elektrisch aangedreven bemalingpompen, indien de omstandigheden vereisen dat de voeding niet wordt onderbroken en de veiligheid voldoende is gewaarborgd; b. machines en werktuigen worden achtergelaten in een zodanige toestand dat deze niet zonder meer door anderen dan de daartoe bevoegde personen in werking kunnen worden gesteld; (artikel 4.8 van de Bouwverordening). 8. Het bouwterrein moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden indien gevaar of hinder te duchten is. De afscheiding moet zodanig zijn geplaatst en ingericht, dat het verkeer zo min mogelijk hinder ervan ondervindt en de toegang tot brandkranen en andere openbare voorzieningen, zoals leidingen, er niet door wordt belemmerd. Als het terrein niet van de weg en/of van het aangrenzende open erf of terrein is afgescheiden, moet het, wanneer er niet wordt gewerkt, worden bewaakt; (artikel 4.9 van de Bouwverordening). 9. Zolang de bouwwerkzaamheden niet zijn voltooid moeten alle opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoeken worden verricht, die de unit Handhaving en Vergunningen in het kader van de controle op de naleving van het Bouwbesluit en de Bouwverordening nodig acht; (artikel 4.6 van de Bouwverordening). 10. De vergunninghouder moet aan de unit Handhaving en Vergunningen kennis geven van: a. de aanvang van de werkzaamheden, ontgravingwerkzaamheden daaronder begrepen, ten minste twee werkdagen tevoren; b. de aanvang van de heiwerkzaamheden, ten minste twee werkdagen tevoren; c. de aanvang van het storten van beton, ten minste één werkdag tevoren; (artikel 4.5 van de Bouwverordening). 11. Met de uitvoering van de navolgende werkzaamheden mag niet worden begonnen alvorens de vergunninghouder de nodige nadere gegevens daarvan zoals tekeningen en/of berekeningen in tweevoud bij de unit Handhaving en Vergunningen heeft ingediend en een gewaarmerkt exemplaar heeft ontvangen: a. het inheien van de funderingspalen; b. het storten van beton voor de gewapend betonconstructies; c. het aanbrengen van de systeemvloeren; d. het aanbrengen van houten constructiedelen; e. het aanbrengen van de stalen draagconstructies en bevestigingsmiddelen daarvan; f. het aanbrengen van prefab onderdelen; g. het aanbrengen van de rioleringswerken (installatietekeningen op een schaal van ten hoogste 1 : 50, waarop leidingverloop, -doorsneden, -ophanging, hulp- en ontstoppingsstukken tenminste moeten zijn aangegeven); (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningvereisten en de Bijlage onder 1.5 behorende bij dat besluit). 12. Met het aanbrengen van onderstaande materialen, onderdelen en/of constructiedelen van het bouwwerk mag niet worden begonnen alvorens hiervan een schriftelijke verklaring van een door het college van burgemeester en wethouders aanvaarde deskundige instantie of persoon bij de unit Handhaving en Vergunningen is overgelegd waaruit blijkt dat deze materialen, onderdelen en/of constructiedelen voldoen aan het Bouwbesluit. Een attest, afgegeven door de stichting KOMO, kan worden aangemerkt als verklaring van een deskundige instantie:
Behorende bij brief nummer:
pagina: 6
a. b. c. d.
de buitenkozijnen; de systeemvloeren; de isolatiematerialen; de fabrieksmatig vervaardigde constructiedelen zoals funderingspalen, lateien, trappen en dergelijke; e. de dakplaten/-panelen; (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningvereisten en de Bijlage onder 1.5 behorende bij dat besluit).
13. Bij de unit Handhaving en Vergunningen moeten ter nadere goedkeuring materiaalmonsters van de gevelmaterialen worden overgelegd; (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningvereisten en de Bijlage onder 1.5 behorende bij dat besluit). 14. Met de volgende werkzaamheden mag niet worden begonnen alvorens de vergunninghouder de nadere gegevens daarvan zoals tekeningen en/of berekeningen in drievoud bij de unit Handhaving en Vergunningen heeft ingediend en een gewaarmerkt exemplaar heeft ontvangen: a. het aanbrengen van de nodige brandslangen en overige brandblusmiddelen; b. het aanbrengen van de droge blusleidingen; c. het plaatsen van de bovengrondse (of ondergrondse) brandkranen; d. het aanbrengen van de noodverlichtingsinstallatie en transparanten; e. het aanbrengen van de brandmeldinstallatie; f. het aanbrengen van de ontruimingsalarminstallatie; g. het aanbrengen van de automatische alarameringsinstallatie; h. het aanbrengen van de mechanische ventilatie (leidingverloop, capaciteit, eventuele brandkleppen enzovoorts); i. het aanbrengen van de doorvoersystemen van kabels, leidingen, kanalen en dergelijke in brandwerende scheidingen (hiervan een TNO-rapport te overleggen); (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningvereisten en de bijlage § 1.2.5 van dat besluit). 15. Indien bouwmaterialen of bouwdelen voorzien zijn van een kwaliteitsverklaring die is afgegeven door een deskundig onafhankelijk instituut dat is aangewezen door de minister, is dit een voldoende bewijs dat dit bouwmateriaal of bouwdeel voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Bouwmaterialen of bouwdelen waarvoor geen kwaliteitsverklaring is afgegeven mogen niet worden verwerkt voordat deze zijn goedgekeurd door de unit Handhaving en Vergunningen; (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningvereisten en de Bijlage onder 1.5 behorende bij dat besluit). 16. De stalen constructiedelen en bevestigingsmiddelen van het bouwwerk, die zich in een vochtig milieu bevinden, moeten zodanig zijn behandeld dat zij voldoende bestand zijn tegen vocht- en temperatuursinvloeden, corrosie en bederf; (artikel 2.1. van het Bouwbesluit). 17. De aard, lengte, inheidiepte, afmetingen en het uitvoeringssysteem van en de toelaatbare belasting op de funderingspalen moeten worden vastgesteld naar de uitkomsten van ten genoegen van de unit Handhaving en Vergunningen uit te voeren sonderingen, grondboringen en/of andere onderzoekingen naar de aard en het draagvermogen van de bodem en/of de paal, zodat aangetoond wordt dat de in NEN 6702 bedoelde uiterste grenstoestand van de bouwconstructies niet wordt overschreden, die constructies duurzaam bestand zijn tegen de daarop werkende krachten en de in die norm bedoelde fundamentele belastingcombinaties niet worden overschreden; (artikel 2.1 van het Bouwbesluit).
Behorende bij brief nummer:
pagina: 7
18. Daar waar de grondleiding van de riolering het gebouw verlaat, moet, ter voorkoming van leidingbreuk, deze leiding worden voorzien van een flexibele aansluiting op een wijze zoals is aangegeven op bijgaand modelblad of op een (naar het oordeel van het gemeentelijke bouwtoezicht) gelijkwaardige wijze; (artikel 3.31 van het Bouwbesluit). 19. De buiten het gebouw gelegen gedeelten van de grondleiding van de riolering moeten voorzien zijn van een ontstoppingsstuk nabij de erfgrens, op een wijze zoals is aangegeven op bijgaand modelblad of op een (naar het oordeel van het gemeentelijke bouwtoezicht) gelijkwaardige wijze; (artikel 3.31 van het Bouwbesluit). 20. De vloeren, wanden, kolommen en liggers, die deel uitmaken van de hoofddraagconstructie van het gebouw, moeten een brandwerendheid bezitten gebaseerd op het criterium van bezwijken bepaald overeenkomstig NEN 6069 dan wel, voorzover van toepassing, NEN 6071, 6072 en 6073 van ten minste 120 minuten. (artikel 2.9 van het Bouwbesluit). 21. Op ten hoogste 40 meter van de hoofdingangen moet, ten behoeve van de bluswatervoorziening, een op de drinkwaterleiding aangesloten bovengrondse brandkraan zijn aangebracht van het type AVK I PN 10 09 met separate afsluiter en inbouwgarnituur. Bij gebruik van de brandkraan moet een waterlevering van ten minste 60 m³/h zijn gegarandeerd; (artikel 2.5.3, lid 5 van de Bouwverordening). 22. De brandcompartimenten mogen geen groter vloeroppervlak bezitten dan 1000 m², tenzij het gehele gebouw is voorzien van een door het bureau voor sprinklerbeveiliging gecertificeerde automatische sprinklerinstallatie; (artikel 2.105 van het Bouwbesluit).