SPRINGPLANK
AAN:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
Springplank Beschrijving van de interventie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
[10-02-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie Springplank................................................................................... 3 1.1 Kernachtige omschrijving ...................................................................................................... 3 1.2 Doel van de interventie........................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 3 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 4 1.4.1 Methodiek .......................................................................................................................... 4 1.4.2 Onderbouwing: probleem- of risicoanalyse ....................................................................... 7 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak............................................................ 7 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging........................................................................... 8 1.5 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................... 9 1.6 Beschrijving onderzoek naar effectiviteit............................................................................... 9 1.7 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 12 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 14
2
1
Beschrijving van de interventie Springplank
1.1
Kernachtige omschrijving
Naam interventie: Springplank Kernachtige omschrijving Springplank is een combinatie van intensieve re-integratiebegeleiding en intensieve rechtmatigheidcontrole, gericht op klanten uit de gemeente Groningen die - langdurig een WWB-uitkering hebben, en - bij wie voorgaande re-integratie-inspanningen geen uitstroomeffect hebben gesorteerd, en/of - jegens wie in het verleden een of meerdere maatregelen (sanctiebeleid) zijn getroffen, of - jegens wie een vermoeden van fraude bestaat (t.a.v. inkomen en/of samenwonen). Een verplichte werkstage van 36 uur per week bij DSW Stadspark (Groningen, de sociale werkvoorziening) vormt het hoofdonderdeel van de interventie. Achterliggende gedachte hierbij is dat het effectief kan zijn om aan de tijd van klanten te komen, aangezien in het verleden opgelegde sanctiemaatregelen geen effect hebben gesorteerd. In de werkstage wordt eenvoudig productiewerk gecombineerd met o.m. groeps- en individuele gesprekken, sporten en aandacht voor persoonlijke verzorging. Twee consulenten van de Dienst SOZAWE Groningen zijn fulltime aanwezig bij het programma; zij werken samen met meerdere werkbegeleiders van DSW Stadspark. Lang niet altijd is vooraf een heldere diagnose te stellen of klanten behoren tot de groep ‘niet-willers’, dan wel ‘niet-kunners.’ Springplank wordt binnen de Dienst Sociale Zaken van Groningen daarom niet alleen toegepast als een ‘laatste middel’ om re-integratie te bewerkstelligen, maar soms ook om een duidelijke diagnose te stellen.
1.2
Doel van de interventie
Het doel van de interventie is het verkrijgen van regulier of gesubsidieerd werk (eventueel - als tussenstap - een passend traject, vrijwilligerswerk of opleiding). Een nevendoelstelling is het stopzetten van onterecht verstrekte uitkeringen. Ten aanzien van een deel van de doelgroep bestaat namelijk een vermoeden van fraude (zwart werk). Aanvankelijk werd verwacht dat minstens 25 procent binnen drie maanden zou uitstromen uit de uitkering. Inmiddels is het doel dat op jaarbasis een derde van de deelnemers uitstroomt. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? Springplank is bedoeld voor klanten van SOZAWE Groningen: - die langere tijd (meer dan twee jaar) een WWB-uitkering ontvangen (het zogeheten granieten bestand), en 3
-
bij wie eerdere deelname aan re-integratievoorzieningen negatief is verlopen, bijvoorbeeld door veelvuldig te laat komen, niet-verschijnen of ongemotiveerd zijn, en - tegen wie een- of meermalen een maatregel in het kader van sanctiebeleid is getroffen. Algemene klantkenmerken: - 23 jaar of ouder - bijstandsgerechtigd - arbeidsplichtig - in beginsel tot werken in staat Jegens de meeste kandidaten bestaat het vermoeden van zwartwerken en/of andersoortige fraude, zoals samenwonen, echter dit vermoeden kan niet worden gestaafd met ‘gewone’ re-integratie interventies binnen de gemeente. Financiële sancties en maatregelen hebben in het verleden geen effect gesorteerd. Mogelijk is er een verkeerde moraliteit: men heeft de vaardigheden om te werken, maar ontvangt desondanks een uitkering. Veelal ontstaan in de loop der tijd bij deze mensen nieuwe problemen: men verliest vertrouwen (in werkgevers, in de Dienst SOZAWE, in de maatschappij in het algemeen) en ontwikkelt een minderwaardigheidsgevoel, er ontstaan schulden etc. In de loop der tijd is voor deze laatste aspecten meer aandacht gekomen in de interventie; zie ook onder 1.4 en 1.6 Prevalentie De groep die langere tijd een WWB-uitkering ontvangt en gewend is geraakt aan een leven met een uitkering, is aanzienlijk. Deze groep is vooral geconcentreerd in de middelgrote- en grote steden, veelal in specifieke buurten en wijken met goedkope woningen. Te denken valt aan 45+ ers, maar ook aan jongere klanten die in een omgeving leven waarin niet werken eerder regel dan uitzondering is. Indicatiecriteria Zie onder: ‘Voor wie is de interventie bedoeld?’ Contra-indicatiecriteria Gezien de aanpak zullen klanten met grote belemmeringen, zoals verslaving en zeer ernstige psychosociale problematiek (zwaar afwijkend gedrag als gevolg waarvan iemand niet te handhaven is binnen een groep) niet voor Springplank in aanmerking komen. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Uitnodiging/selectie klanten Er wordt strak op toegezien dat klanten, wanneer zij te horen hebben gekregen dat ze geselecteerd zijn voor Springplank, ook daadwerkelijk verschijnen. Bij niet-verschijnen kan de uitkering worden opgeschort, dan wel niet worden toegekend. Voor sanctiebeleid tijdens de interventie: zie Verzuimbegeleiding.
4
Aanmelding Aanmelding gebeurt via wijkteams, het Work First-project en door fraudecontroleurs, wanneer deze vermoeden dat een klant ‘zwart werkt’ dan wel onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie, ondanks waarschuwingen en sancties. Vooronderzoek Elke klant wordt ‘gevalideerd’ door het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF), onderdeel van SOZAWE. Hierbij wordt het klantprofiel volgens gegevens van de dienst SOZAWE vergeleken met gegevens van andere instellingen, zoals het Kadaster, RDW, het Handelsregister, suwi-net, de belastingdienst en banken ((spaar-)rekeningen). Indien gegevens niet met elkaar overeenkomen, wordt dit als aandachtspunt meegenomen en besproken als onderdeel van de diagnose en vaststelling van de rechtmatigheid. Het validatieonderzoek van het RCF vormt onderdeel van het vooronderzoek. Het vooronderzoek bestaat verder uit dossieronderzoek, systeemtechnisch onderzoek en een (extra) check betreffende de arbeidsverplichtingen van de klant in de gegevens die Sozawe zelf al heeft verzameld gedurende het uitkerings- en/of re-integratietraject. Intakegesprek Het doel van een zorgvuldige intake is om te onderzoeken of Springplank het juiste traject is voor de klant. Springplank wordt gezien als een laatste kans; mogelijk zijn voorliggende programma’s meer geschikt. In het intakegesprek met de klant wordt aandacht besteed aan de achtergrond van de klant en aan zijn of haar persoonlijke situatie. Zo nodig wordt de uitslag van het validatieonderzoek besproken. Tot slot wordt in de intake uitgebreid de inhoud van de interventie besproken, waaronder het verplichte onderdeel van de stage van maximaal drie maanden bij DSW Stadspark. Een verlenging is mogelijk. Uitvoering en activiteiten Wordt een klant doorverwezen naar Springplank, dan dient deze zich de maandag volgend op de dag van aanmelding om 7.40 uur aan te melden bij de DSW Stadspark, het SW-bedrijf van de gemeente Groningen. Deelnemers gaan 36 uur per week aan de slag in een verplichte stage in een omgeving die een goede controle mogelijk maakt. Door zonder tijdsdruk schoon, veilig en laaggeschoold werk uit te voeren op het SW- bedrijf, zoals theedozen vouwen, werken zij aan het verbeteren van hun werknemersvaardigheden. De exacte invulling van het traject wordt afgestemd op de individuele mogelijkheden/belemmeringen van de klant. Deelnemers worden intensief begeleid door zowel medewerkers van de dienst SOZAWE, die fulltime aanwezig zijn, als DSW Stadspark. Achterliggende gedachte hierbij: 36 uur per week contact maakt dat consulenten de klanten echt leren ‘kennen’, wat niet gebeurt tijdens spaarzame contacten van achter een bureau. Een ander voordeel is het nauwe contact tussen de consulenten en de voormannen van de DSW Stadspark. De begeleiding bestaat uit het ondersteunen in de bemiddeling naar regulier werk door onder meer het aanbieden van reguliere vacatures en ondersteuning bij sollicitaties, alsmede het meedenken in het vinden van werk. Medewerkers hebben kennis van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De begeleiding heeft verder tot doel het opheffen van weerstand, belemmeringen, schulden en sociale problemen. De eerste zes weken ligt het accent van het programma op solliciteren, inschrijven bij uitzendbureaus, vacatures opzoeken, opstellen cv etc. Behalve dit plus de productiewerkzaamheden bestaat het programma uit de volgende onderdelen: - sport en spel (in groepsverband onder professionele begeleiding) - psychologische (groeps-)spelen
5
-
probleemanalyse: waarom het niet lukt aan het werk te komen of te blijven analyse: is iemand een niet-willer of niet-kunner? analyse: is er sprake van zwart werk of andere bezigheden waardoor de klant vaak weg moet of zich ziek meldt? ondersteuning bij “het weer grip op eigen leven krijgen” van klanten zo nodig aandacht voor persoonlijke hygiëne en representatieve vaardigheden aandacht voor waarden en normen (o.m. omgangsnormen, het spreken van de Nederlandse taal, ook onderling) bezoeken aan bedrijven, banenbeurzen, opleidingsinstituten (o.m. Centrum Vakopleiding en volwassenenonderwijs)
Er is een aanbod aan korte cursussen, zoals sociale hygiëne (t.b.v. werk in de horeca), VCA (veiligheidscertificaat voor productiewerk) en taalcursussen (Nederlands) Wanneer klanten aangeven dat er fysieke belemmeringen zijn die deelname aan Springplank in de weg staan wordt direct bij het UWV een medische test uitgevoerd door een keuringsarts, alsmede een diagnose gesteld door een arbeidsdeskundige. Dit wordt teruggekoppeld in een driegesprek met klant, consulent werk en arbeidsdeskundige. Dit geeft voor alle partijen volledige helderheid over de situatie. Er is regelmatig overleg met de accountmanagers van de werkgeversbenadering ‘Groningen Werkt’. Interesses en werkervaring van deelnemers worden met de accountmanager besproken; vacatures worden besproken met de klant. Geregeld wordt overleg gevoerd met Weerwerk om te bezien of er mogelijkheden zijn om klanten voor wie dit zinvol is, via een werkstage aan het werk te krijgen. (De afdeling Weerwerk voert de gesubsidieerde arbeid uit.) Verzuimbegeleiding/sancties Verzuimbegeleiding wordt ingezet om consequent te kunnen handhaven en om snel in te kunnen spelen op (medische) belemmeringen. Gedurende het gehele werkproces vindt verzuimbegeleiding plaats. Met de klant worden duidelijke afspraken gemaakt. Als de klant zich niet houdt aan deze afspraken door bijvoorbeeld niet te verschijnen op een afspraak bij SOZAWE of bij DSW Stadspark, wordt de verzuimbegeleider ingeschakeld. Ook wanneer de klant zich conform de regels ziek meldt, wordt deze thuis bezocht. De achterliggende reden is dat jegens veel klanten de verdenking van (zwart) werk bestaat. Ziekmelden kan dan een oplossing zijn om het tijdgebrek als gevolg van deelname aan Springplank in te lopen. In sommige gevallen wordt zelfs twee keer per dag op huisbezoek gegaan; het zou anders te voorspelbaar zijn wanneer verzuimcontroleurs langskomen en dan zou de aanwezigheid thuis daar op afgestemd kunnen worden. De verzuimbegeleider legt na melding dezelfde dag een huisbezoek af. De reden van verzuim wordt nagevraagd en besproken. De klant krijgt zo nodig de mogelijkheid dit verzuim te herstellen. Indien de klant zich wederom niet houdt aan de gemaakte afspraken, kan dit uiteindelijk leiden tot een korting op de uitkering of beëindiging van de uitkering (“lik op stuk” beleid). Andere vormen van sanctionering zijn: tijd inhalen op de vrije vrijdagmiddag; geen scholing aanbieden; de klant nog niet geschikt vinden voor uitzending naar werkgevers. Sancties kunnen uiteindelijk oplopen tot 100%. Positieve prikkels Naast sanctiebeleid worden ook positieve prikkels toegepast. Zo kan een sanctiemaatregel worden opgeheven. Hierin beslist de consulent van SOZAWE zelfstandig. Locatie van uitvoering Springplank wordt uitgevoerd bij het SW bedrijf van de gemeente Groningen (DSW Stadspark). Dit is een andere locatie dan de sociale dienst.
6
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
X
1.4.2 Onderbouwing: probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem De kans om aan het werk te komen en te blijven, wordt kleiner naarmate een klant langer een uitkering ontvangt. Problemen die samenhangen met een langdurige uitkeringssituatie zijn o.m. verslaving, psychische problemen, schulden en een ongezond levenspatroon met gezondheidsrisico’s van dien; factoren die de kans op werk of een geslaagd activeringstraject weer verder verkleinen. Uit landelijk onderzoek is bekend dat een deel van de doelgroep de uitkering beschouwt als een basisvoorziening die men zelf aanvult met meer of minder structurele inkomsten uit zwartwerken. Dergelijke klanten hebben als het ware een – wankel – evenwicht geschapen in hun leven. Zij zijn niet gemotiveerd tot activering, want dit betekent - op de korte termijn: uit evenwicht brengen. Al bestaat jegens de meeste kandidaten het vermoeden van zwartwerken en/of andersoortige fraude (bijv. Samenwonen) kan dit niet worden gestaafd met ‘gewone’ re-integratie interventies die binnen de gemeente worden uitgevoerd. Financiële sancties en maatregelen hebben in het verleden geen effect gesorteerd. Mogelijk is er een verkeerde moraliteit: men heeft de vaardigheden om te werken, maar ontvangt desondanks een uitkering. Als gevolg hiervan ontstaan veelal in de loop der tijd nieuwe problemen bij deze mensen: men verliest vertrouwen (in werkgevers, in de Dienst SOZAWE, in de maatschappij in het algemeen) en ontwikkelt een minderwaardigheidsgevoel; er ontstaan schulden etc. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X X
Nee
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen – aanpak Hypothese Effectief bij het bevorderen van uitstroom van voornoemde doelgroep is: een ‘strakke aanpak’ (met alertheid jegens mogelijke inkomens- of huisvestingsfraude) in combinatie met het leren kennen van de klant en oog hebben voor diens problemen en middelen hebben om die problemen aan te pakken. Onderbouwing Voor klanten die min of meer in evenwicht leven in de uitkeringssituatie, is het van belang hen uit hun zogeheten comfortzone te halen. Enige druk hierbij is noodzakelijk. Sanctiemaatregelen hebben in het verleden te weinig effect gesorteerd; bij Springplank wordt getracht klanten uit de comfortzone te halen door, middels de 36-urige werkweek, hun ‘tijd’ te nemen. Hierdoor alsmede door de voortdurende 7
aanwezigheid van medewerkers van de dienst SOZAWE, wordt het leven van de klant grotendeels blootgelegd en wordt de klant gedwongen uit zijn comfortzone te treden. Ook wordt deelnemers duidelijk gemaakt dat er geen ‘weg terug’ is: linksom of rechtsom gaat het traject tot uitstroom leiden. Binnen de interventie treedt een soort competitie-effect op: ‘Als hij een leuke baan/opleiding kan krijgen, kan ik het zeker.’ Gaandeweg vindt een verschuiving plaats bij de klant in de manier waarop deze naar de wereld kijkt: er is wel werk te vinden, werk kan ook leuk zijn etc. Tegelijkertijd worden eventuele problemen waarmee de klant kampt (bijv. verslaving, schulden) eerder zichtbaar. Hieraan wordt ook aandacht besteed binnen de interventie. Samenvatting (verondersteld) werkzame ingrediënten - Aan de tijd van de klant komen - 36 uur per week aanwezigheid van medewerkers SOZAWE en daarmee contact met de klanten, met als gevolg een beter beeld van de doelgroep, een directer ingrijpen/bijstellen waar nodig - een consequente en duidelijke bejegening van de doelgroep. - toepassen van sanctiebeleid - zo mogelijk wegwerken van belemmeringen (waar mogelijk door of op initiatief van de klant) - verplichte werkstage + werken aan werk en/of opheffen belemmeringen - werk dat ‘niet al te leuk’ is als middel om mensen in beweging te krijgen (uit comfortzone halen) - consequente handhaving: veel energie steken in voorkomen en bestrijden van uiteenlopende vormen van fraude. De samenvatting hiervan kan luiden: de klant in een richting werk dwingende, ‘no escape’-situatie plaatsen. Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders In Springplank wordt gewerkt door medewerkers van verschillende afdelingen. Over de afgelopen periode is gemiddeld 2,2 fte ingezet voor de uitvoering van traject Springplank door de dienst SOZAWE. Medewerkers van Springplank moeten in staat zijn tot een consequente en duidelijke bejegening van deelnemers. Eerlijk durven zijn, zaken durven benoemen (zoals een vermoeden of constateren van fraude). Overige benodigde competenties zijn empathie, samenwerken en doorzettingsvermogen. Bovendien moet men zelf stabiel zijn en bereid kritisch naar het eigen gedrag en handelen te kijken en te leren.
8
1.5
Overige voorwaarden voor toepassing
Kosten De kosten voor de ingekochte werkstageplaatsen bij DSW Stadspark zijn afhankelijk van de bezetting en bedragen gemiddeld ca. € 500, - per deelnemer per maand (excl. BTW). Dit wordt betaald uit het Wdeel van de WWB. Daarnaast zijn er kosten van de DSW alsmede salariskosten van de SOZAWE consulenten. Bij 2,2 fte komen deze neer op €132.000,-
1.6
Beschrijving onderzoek naar effectiviteit
Procesevaluatie Er is thans geen schriftelijke documentatie beschikbaar die als basis kan dienen voor de procesevaluatie (‘werkt de interventie als bedoeld?’). Projectadviseurs van Interventies naar Werk hebben consulenten en een stafmedewerker van SoZaWe Groningen meermalen geïnterviewd (ter plekke en telefonisch). Hieruit is informatie verkregen waaruit blijkt dat het verloop van de interventie steeds wordt gevolgd en waar nodig bijgesteld. Hieronder wordt beschreven hoe ook de visie op de klant in de loop van de interventie is gewijzigd, met als gevolg een wijziging in de aanpak. Aanvankelijke visie op klant Springplank richtte zich op zogeheten ‘nietwillers’: mensen die objectief gezien in staat zijn te werken, maar dat niet doen. Sancties hebben op deze groep geen vat, wat vermoedelijk samenhangt met inkomsten (naast de uitkering) uit zwart werk. Het hoofdprobleem van deze groep, zo was de gedachte, is dat de wet- en regelgeving niet wordt nageleefd en dat toepassing van sancties geen vat heeft op deze groep.
Bijgestelde visie op klant Nog steeds ligt de focus op klanten binnen het granieten bestand die minimaal een keer een maatregel opgelegd hebben gekregen. Echter gaandeweg is meer oog gekomen voor de problemen van de klant zelf en het besef dat deze, wil men duurzaam resultaat behalen, ook een plek in de aanpak moeten krijgen. Men constateerde dat nogal wat klanten die in de aanvankelijke aanpak snel uitstroomden, na enige tijd terugkeerden met grotere problemen dan ze aanvankelijk hadden. Het niet toepassen van de wet- en regelgeving, alsmede het feit dat sancties geen effect lijken te hebben op het gedrag van de klant, is een probleem van de overheid, de maatschappij; niet iedere klant ervaart dit ook persoonlijk als zijn/haar probleem. Zijn/haar probleem is veeleer, naast problemen gerezen rond gezondheid, huisvesting, financiën etc.: een verlies aan vertrouwen in werkgevers, de overheid en de dienst SOZAWe in het bijzonder. Ook is men veelal het vertrouwen in zichzelf verloren, is een gevoel van minderwaardigheid gegroeid. Samengevat kan men stellen dat de visie van de klant gaandeweg is veranderd van ‘de frauderende klant’ naar ‘de klant in zijn totale systeem, d.w.z. naast oog voor fraude ook oog
9
Aanvankelijke aanpak Springplank Doel was: in maximaal 3 maanden tijd uitstroom bewerkstelligen. Hiertoe werd nagenoeg alle energie ingezet op handhaving, toepassing van sancties. Contact met de klant op basis van de machtspositie van de consulent. E.e.a. in combinatie met het klanten verplichten tot simpel en eentonig productiewerk, waarbij de achterliggende gedachte is dat mensen die neveninkomsten hebben, dan snel eieren voor hun geld zullen kiezen en besluiten voortaan zonder uitkering te kunnen leven.
voor zijn kansen en belemmeringen. Bijgestelde aanpak Springplank Het doel blijft: snelle uitstroom van klanten die goed in staat zijn tot een bestaan zonder uitkering. Echter om duurzame (en dus effectievere) uitstroom te realiseren, is naast het strikt toepassen van sanctiebeleid ook zorg nodig. Achterliggende problemen worden zo mogelijk meegenomen binnen de aanpak van Springplank. Er is meer aandacht voor de ‘mens achter de (mogelijke) fraudeur’, men kijkt niet langer eenmaar meerdimensionaal naar de klant: wat zijn zijn mogelijkheden, welke zorgen kunnen worden aangepakt, hoe wordt bewerkstelligd dat de klant anders naar zichzelf leert kijken, zijn eigen mogelijkheden inziet. E.e.a. heeft ervoor gezorgd dat de attitude van de consulent gaandeweg is veranderd van ‘handelen vanuit een machtspositie’ naar een meer menselijke aanpak. Dit sluit een confronterende aanpak geenszins uit; wel wordt confrontatie selectiever (en zeker niet als enige middel) ingezet. Het aanbod van activiteiten binnen Springplank is uitgebreid met onder meer sport, (psychologische) spelvormen, groeps- en individuele sessies. Om onderlinge feedback te bevorderen zijn werktafels groepsgewijs gerangschikt. De week wordt gezamenlijk afgesloten met een evaluatie. Dit alles naast de gehandhaafde oorspronkelijke pijler onder Springplank: fraude bestrijden.
Resultaatevaluatie In de periode van 1 nov. 2005 – 1 juli 2007 hebben 119 personen deelgenomen aan Springplank. Op de peildatum 1 juli 2007 is van 51 procent (61 klanten) de uitkering beëindigd. Dit ligt ruim boven de verwachting van 25 procent. 29 procent (34 klanten) is aan het werk. 23 procent (27 klanten) is uitgestroomd uit de uitkering, zonder een baan. In de evaluatie (periode nov. 2005 – juli 2007) staat vermeld wat de redenen zijn van uitstroom: Reden uitstroom - aantal personen- (percentage binnen de populatie uitgestroomde klanten) • werkaanvaarding - 30 - (49%) • zelfstandig ondernemerschap - 4 - (6,5%) • niet meewerken re-integratie/niet verschenen oproep - 10 - (16%) • recht niet vast te stellen - 5 - (8%) • vertrokken buiten gemeente – 4 - (6,5%) • eigen verzoek - 3 - (5%) • overige uitkering, bijvoorbeeld UWV, IBG - 3 - (5%) • detentie - 1 - (2%)
10
• partner heeft inkomsten - 1 - (2%) Totaal aantal definitieve beëindigingen Wwb uitkering 61 (100%) In de periode van 1 nov. 2007 – 25 dec 2008 hebben 167 personen deelgenomen aan Springplank. Deze meetperiode - die overigens niet geheel aansluit bij de eerste meetperiode - hangt samen met de komst van nieuwe consulenten van SOZAWE, die vanaf de start van hun werkzaamheden bij Springplank alle resultaten heeft bijgehouden). 1 november 2007 kan tevens als startdatum gelden voor de gewijzigde aanpak binnen Springplank. Dat de gewijzigde aanpak werkelijk effectiever is ten opzichte van de oorspronkelijke, is niet aan de uitstroomcijfers af te lezen. In beide perioden werd ruim 50 procent uitstroom gerealiseerd. Volgens de betrokken consulent zegden in de eerste groep echter meer klanten eigener beweging hun uitkering op. Cijfers periode 1 nov. 2007 – 25 dec 2008: Uit de WWB uitgestroomd Op traject* Deelname Springplank Terug naar het Wijkteam Totaal aantal deelnemers
86 pers (52%) (w.o. ca. 40% van het totaal 7 pers (4%) 40 pers (24%) 34 pers (20%) (afgekeurd/AO, waardoor deelname geen optie) 167 pers (100%)
*Indien deelnemers niet tijdens de interventie uitstromen, wordt een vervolgtraject ingezet. Invulling hiervan gaat in overleg met de klant en hangt af van zijn of haar individuele situatie. In 2009 waren er 160 deelnemers aan Springplank. In november was de stand van zaken als volgt: Geen WWB (dus uit de uitkering, door zelf opzeggen, sanctie of als gevolg van doorlopen interventie): 100 personen (63%) Opleiding/ander traject: 12 personen (7%) Actief binnen Springplank of op de wachtlijst: 31 personen (19%) Terugverwezen naar het wijkteam: 17 personen (11%) De uitstroom ligt dus aanzienlijk hoger dan in voorgaande periodes. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X
Nee X X
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Nee X
X X
11
1.7
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting De interventie is gebaseerd op de redenering dat een strakke aanpak die ‘tijd’ kost van de klant, in combinatie met het aanpakken van belemmeringen (zoals schulden, huisvestingsproblemen, psychische problemen) en waarbij aandacht is voor fraude, voor deze doelgroep positief werkt bij de uitstroom uit de WWB-uitkering. Een verwijzing naar wetenschappelijk onderzoek wordt niet gedaan. Bij de beoordeling van de interventie plaatst het panel van INW een aantal opmerkingen, die er samengevat op neerkomen dat zowel de probleemanalyse (welke klantengroep, welk(e) proble(e)m(en)) als de gekozen aanpak nogal diffuus zijn en te weinig consequent zijn uitgepakt. Het gevolg is dat over de werkzame bestanddelen weinig met zekerheid te zeggen valt. 1) Voor de aanpak had verwezen kunnen worden naar de Benchmark ‘Work First werkt’ van Divosa (auteurs o.a. dr. Els Sol, uitgave 2007). Hierin wordt een aantal mogelijke doelstellingen aangegeven van een Work Firstachtige aanpak als bij Springplank. De interventie Springplank is gestart als middel om klanten te disciplineren en af te schrikken, frauderende klanten te ‘nagelen’. Gaandeweg is die aanpak uitgebreid tot een meerzijdig re-integratiemiddel, waarbij ook werknemersvaardigheden worden getraind. Echter, het is de vraag in hoeverre alle doelgroepen waarop Springplank zich richt, lijden onder een gebrek aan werknemersvaardigheden. Van ‘harde fraudeurs’, die in staat zijn tot aanzienlijke, langdurige fraude, mogen wel degelijk vaardigheden verwacht worden die iemand nodig heeft om aan werk te komen. 2) In de probleemanalyse wordt gesteld dat het gedrag van de klant als oorzaak van de werkloosheid moet worden gezien. Het gevolg is een aanpak op gedrag en vaardigheden. De analyse zou aan kracht winnen wanneer ook andere ooraken van werkloosheid worden betrokken, zoals de arbeidsmarkt. 3) Op grond van verkregen informatie valt moeilijk te beoordelen of de beoogde doelgroep daadwerkelijk is geselecteerd. 12
4) Het selectiecriterium hanteren van ‘een maatregel opgelegd’ krijgen is wat dubieus, aangezien dit niet per definitie fraude impliceert. (Ook wanneer een klant bijvoorbeeld zijn inkomstenbriefje te laat inlevert, leidt dit tot een maatregel.) 5) ‘Tijd nemen van de klant’ kan een werkzaam bestanddeel zijn, echter vooral voor het deel van de doelgroep dat aanzienlijke bijverdiensten heeft – en daar tijd in stopt. Het wordt niet aannemelijk gemaakt waarom tijd nemen ook zou werken voor overige voor Springplank geselecteerde klanten. 6) T.a.v. het argument van ‘een dagstructuur bieden’ gedurende 36 uur per week: niet voor elke voor Springplank geselecteerde zal gelden dat er een gebrek aan dagstructuur is.
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht, of de organisatorische context is in kaart gebracht In het onderzoek zijn zowel de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep, als de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
Toelichting De werking van de interventie alsmede de uitwerking op de doelgroep zijn niet op schrift in kaart gebracht. Voor deze beoordeling van de interventie via INW is een beschrijving van de procesevaluatie tot stand gekomen via interviews (door adviseurs van INW) met betrokken consulenten, alsmede stafleden van de dienst SoZaWe. Hieruit bleek dat het proces is gevolgd en aan de hand van de verkregen informatie bijsturingen zijn gedaan, mede op grond van het feit dat consulenten van SoZaWe 36 uur per week aanwezig zijn. Echter harde conclusies m.b.t. werkende bestanddelen kunnen niet worden getrokken. Een uitgebreide procesevaluatie kan meer inzicht geven in het ‘soortelijk gewicht’ van elk van de componenten waaruit Springplank bestaat. Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting In de evaluatie van de interventie staan de resultaten weergegeven over de eerste periode van Springplank, die de oorspronkelijke 13
visie en aanpak beslaat. Uitstroomcijfers over de tweede periode waarin visie en aanpak zijn bijgesteld, zijn bijgehouden door een van de betrokken consulenten. Uit de resultaten blijkt niet dat de nieuwe aanpak tot meer resultaat leidt. Metingen over 2009 laten een stijging zien in het percentage deelnemers dat uitstroomt.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie DSW Stadspark Groningen, t. (050) 367 50 00 Overige informatie nvt Lijst met aangehaalde literatuur N.v.t.
14