Pangea Ze volgden een traject over autostrades en informatiesnelwegen, langs Brussel en de website www.psychedelic.be, dan Luik, dan Durbuy, volgens een geheime routebeschrijving, afkomstig van
[email protected], verder, de Ourthe over, tot hier, een bocht in de vallei, waar Sander, hoewel hij nog niets horen kon, de trillingen reeds meende te voelen. Een bord, beschilderd met fluorescente letters, hing op aan een boom. ‘Pangea!’ las Rik luidop. Ze sloegen de landweg in, volgden een kleurrijk busje de heuvel over. Rechts van hen meanderde de Ourthe en links verhief zich het begin van een rotsformatie. ‘Ik ga uit m’n dak!’ riep Sander. ‘Wat?’ vroeg Rik, die de auto bestuurde. Hij antwoordde niet, maar voegde de daad bij het woord. Door het dakraam stak hij zijn hoofd naar buiten. De wind waaide heerlijk door zijn haar. Achter hem weerklonk een claxon. Hij draaide zich om en wuifde naar Astrid. Zij was hen, samen met haar passagiers Nils, Bjorn en Sien, het hele eind hierheen gevolgd. Ook Bjorn en Nils worstelden zich doorheen hun vensters, zij het dan die van de zijkant, tot ze op de rand ervan zaten. ‘Hey Sander!’ riep Nils. ‘Kijk uit voor die tak!’ Hij trok zijn hoofd in, maar het bleek een grap te zijn. Ze weken uit voor een groepje voetgangers. Aan hun kledij te oordelen, waren ook zij op weg naar het festival. Hij stak zijn hand op ter begroeting en kreeg meteen, als een spirituele trilling, een groet terug. Horen echter deed hij de trillingen pas echt, toen ze over het hoogste punt van de helling klommen. De strakke baslijn van de goa-muziek spatte op tegen de rotswanden, sloeg over en rolde de vallei van de Ourthe in. TEST. Het woord, geschilderd op een stuk karton, glitterde hen tegemoet. Terwijl ze naderden, werd ook het onderschrift leesbaar. Voor een veilig en verantwoord gebruik, analyseer uw drugs eerst hier! Een man, die op het eerste zicht nog in de hoogdagen van het hippiedom verwijlde, zat in de aanpalende tent. Breed lachend en langdurig knikte hij hen toe. Bjorn overhandigde hem plechtig een pil. ‘Weten wat je gebruikt, is de eerste vereiste om goed te gaan,’ zei de hippie. ‘Wat denk je dat er in zit?’ ‘MDMA,’ zei Bjorn. ‘Dat zullen we meteen weten.’ De man schraapte met een zakmes over de pil, liet een beetje poeder op een schaaltje vallen en druppelde daar wat vloeistof over. Terwijl zijn vrienden zich nieuwsgierig over de tafel bogen, kwam een meisje langs de achterflap de tent binnen. Ze had een karamelkleurige huid, was slechts een tikkeltje mollig en had een vrolijk gezicht dat hem uitnodigde mee te lachen. 1
‘Wil je ook drugs laten testen?’ vroeg ze. ‘Neen, dat niet,’ zei hij, zijn glimlach bedwingend. ‘Ik gebruik geen chemische dope.’ Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Hoor je dat, pa?’ vroeg ze, zich naar de hippie wendend. ‘Toch nog iemand met verstand in zijn hoofd.’ Haar hippie vader had echter slechts oog voor de test. ‘Wellicht verstandig genoeg om je naam te onthouden,’ zei Sander. ‘Positief!’ riep haar vader, blij alsof de drugs van hem waren. ‘Ashani,’ zei ze. ‘En jij? Hoe heet jij?’ ‘Sander,’ antwoordde hij. Zijn vrienden maakten aanstalten om verder te gaan. ‘We zien elkaar nog, Sander,’ zei ze. ‘Positief!’ riep hij, al even blij als haar vader daarnet. Het onderwerp van gesprek was de naam van het festival. Daarover bestond verwarring. De flyers en affiches spelden Pangea, de bandjes rond hun polsen Pangoa. ‘Pangaia kan ook,’ zei Sander. ‘Of Panga,’ grapte Bjorn. Terwijl ze vorderden, plooide de wand van de Ourthe-vallei terug. Beneden hen dansten mensen in de krater van een uitgeputte steengroeve. Overal hingen kleurrijke doeken, de rotsgrond was beschilderd en aan de overkant van de mijn waakten twee reusachtige poppen. Terwijl Bjorn de MDMA verdeelde onder de gegadigden, kreeg Sander, omdat hij het pilletje weigerde, een grammetje wiet van Rik. Daarvan rolde hij een joint en stak deze meteen op. Als thermiek liftte de roes hem uit zijn eigen hersenpan. Ze wandelden verder en vonden, niet ver van de DJ, een plaatsje op een purperen verfvlek. Met plezier zag hij hoe de vlek uitmondde in lijnen die wegvoerden naar andere plekken, andere feestgangers. Uitgedost in al even psychedelische motieven als de omgeving, danste iedereen op zijn of haar eigen manier. Sommigen leken te huppelen, andere wiegelden meer, maar allemaal deden ze dat op hetzelfde trance-opwekkende ritme. Hij was zijn vrienden kwijt. Of beter, ze dwaalden nu allemaal afzonderlijk rond, zodat hij af en toe een glimp opving van Sien, Bjorn, Astrid, Nils of Rik, maar nooit samen. Dat hoefde ook niet meer, want op het feest was nu iedereen sociaal met iedereen. Aan de overkant van het festival lonkten de twee enorme poppen. Hindoeïstische goden, stelde hij vast, maar hun namen kende hij niet. Eentje had verdubbelde ledematen, de andere een olifantenkop. Majestueus keken ze uit over de dansende massa. Hij wandelde langs deze beelden de chill-out binnen. Daar botste hij bijna tegen Ashani.
2
‘Ashani!’ riep hij en gebaarde met zijn duim over zijn schouder. ‘De goden zijn ons gunstig gezind!’ ‘Ja,’ lachte ze. Haar ogen fonkelden in het discolicht. Ze droeg een zwart jurkje vol spiegeltjes en zilverdraad en een rode jeans. ‘Pintje?’ vroeg hij. ‘Ik trakteer.’ ‘Graag,’ zei ze. Ze volgde hem naar de drankstand. ‘Een leuk festival, vind je niet?’ vroeg hij. ‘Dank je, Sander,’ zei ze. ‘Waarvoor?’ ‘Ik heb het mee helpen organiseren!’. ‘Wow,’ zei hij. ‘Dat is cool.’ Hij kreeg twee pintjes aangereikt, gaf er haar één. ‘Wat doe je dan zoal, naast het testen van drugs?’ vroeg hij. ‘Die testen, dat is meer mijn pa zijn ding,’ antwoordde ze. ‘Zelf zit ik in de deco-groep. Ik heb meegewerkt aan de poppen, doeken en schilderingen.’ Hij lachte. ‘Daarom dus zijn de goden ons gunstig gezind!’ Ashani gidste hem rond op het festival. Ze liet hem de decoratie zien, vertelde hem hoe deze tot stand was gekomen en wat haar inbreng was geweest. Vaak verwees de kleurrijke versiering naar Indië, het land van haar kinderjaren. Hij vond het allemaal erg mooi. ‘Zo mooi als jij bent,’ voegde hij daar aan toe. ‘Wat ik zo leuk aan je vind,’ zei ze. ‘Wat dan?’ ‘Is dat je nuchter ook goed gezind bent.’ ‘Dat is toch normaal? Hoop ik?’ Ze schonk hem een diepe blik. ‘Weet je, m’n ouders zijn hippies. Dat lijkt leuk. Peace and love en al dat. Maar die peace en love gaat ze een stuk gemakkelijker af als ze high zijn.’ ‘Dus gebruik je geen drugs?’ ‘Ik heb gezien wat die bij mensen aanrichten.’ ‘En toch hou je van goa?’ vroeg hij, na een tijdje te hebben nagedacht. ‘Ja,’ zei ze. ‘Ik ben er geboren. Ik ben ermee opgegroeid. Het is de soundtrack van mijn leven.’ Hij zat met Ashani op dezelfde rots. Beiden waren ze stil, maar dat gaf niet, want de Ourthe had hun gesprek overgenomen. Dus luisterden ze naar de vrolijke rivier en hun vingers verstrengelden zich met elkaar. Hij bracht haar hand naar zijn lippen, zoende haar daar, waarna ze het gebaar overnam en hem terug zoende, op de rug van zijn eigen hand. Hij twijfelde niet langer, kuste haar op de lippen en sloot er de ogen van.
3
Het knuffelen duurde voort tot het gloren van de dag. Toen nam Ashani afscheid. ‘We zien elkaar morgen,’ zei ze. Hij besloot ook te gaan slapen. Bij zijn tent aangekomen, deed hij eerst zijn lenzen uit, haalde toen zijn zakken leeg. Als laatste kwam het zakje wiet tevoorschijn. Hij had een kus te vieren. Dus rolde hij een korte joint. Door de openhangende tentflap blies hij de rook naar buiten. Zonder zijn lenzen zag hij niet veel. Wel merkte hij dat de wereld lichter werd met elke teug die hij nam. De hitte dreef hem uit zijn slaap. Zwetend kroop hij uit de verschillende lagen textiel die hem omgaven. Buiten bracht een briesje verkoeling. ‘Goedemorgen,’ zei Astrid. Hij rende naar de dichtstbijzijnde boom en liet de druk wegvloeien. Na het plassen, wenste hij Astrid en Sien alsnog een goede dag. ‘Ga je mee zwemmen?’ vroeg Sien. ‘Graag,’ zei hij, De Ourthe friste hem meteen op. Op zijn rug liet hij zich drijven. Kabbelend voerde de rivier hem mee. Plots stootte hij op iets zachts, vermoedelijk een been. ‘Wat is er, Sander?’ vroeg Sien, aan wie het been toebehoorde. ‘Aan het dromen?’ Hij knikte. Sien keek naar Astrid. ‘Sander is verliefd,’ zei ze. ‘Zeg eens, hoe heet ze?’ ‘Ashani,’ zei hij, waarna hij de bodem opnieuw los liet. ‘En, heb je er al mee gekust?’ vroeg Astrid. De stroming nam hem weer mee. Hij wuifde slechts ten antwoord. Op de camping was Ashani nergens te bespeuren. Ook niet bij het labo van haar pa, die wel aanwezig was, maar lag te slapen. Dus schraapte hij zijn keel en zei hallo. De man ontwaakte niet. Sander besloot te wachten. Hij vond een plekje onder een boom, vanwaar hij zowel het labo als de ingang tot het festival in het oog houden kon. De goa maalde door de lucht, feestgangers wandelden af en aan, de schaduwen verlegden zich. Een poos later dook ze op. ‘Dag Ashani,’ groette hij. ‘Dag schat!’ riep ze. Ze keek bezorgd over haar schouder, naar het labo. ‘Je pa slaapt nog,’ zei hij. ‘Hij is hier?’ ‘Ja,’ zei hij. Ze nam even een kijkje. ‘De eerste keer dat ik hem zie vandaag,’ zei ze. ‘Ik dacht dat hij paddenstoelen plukken was. Maar hij ligt dus te maffen. Gelukkig.’
4
Naast de officiële cocktailbar, een paar standen met cd’s, kledij en andere koopwaar en een berbertent met muntthee en waterpijpen, stonden er in de chill-out ook enkele kraampjes die fastfood verkochten. Hij koos noedels en Ashani spaghetti. Ze aten traag en met smaak. Elke hap werd afgewisseld met een flard conversatie. ‘Was je al lang aan het wachten, daarnet?’ vroeg ze. ‘Dat weet ik niet precies,’ zei hij. ‘Toch niet te lang?’ vroeg ze. Hij haalde zijn schouders op. ‘Festivaltijd, weet je wel. Soms gaat hij snel, soms traag, maar nooit is hij saai.’ Ze knikte, pakte een flyer van de tafel en schreef er met balpen een rijtje cijfers op. ‘Hier,’ zei ze. ‘Mijn telefoonnummer.’ ‘Bedankt,’ zei hij. Hij leunde voorwaarts over de gesjorde tafel en drukte een kus op haar lippen. ‘Zin in een muntthee?’ vroeg ze. ‘Ik trakteer.’ ‘Graag,’ zei hij. Er kwam net plaats vrij in de berbertent. Hij liet zich in het zeteltje zakken. Ashani vlijde zich tegen hem aan. Een extatische energie manifesteerde zich in de dans. Hij keek met Ashani in zijn armen toe. Soms balanceerde deze energie op de tip van een schoen, dan weer sprong ze uit een blik, soms vertoefde ze in het wuiven van een arm, andere keren verraadde ze zich in een lichaam dat eventjes strakgespannen stil stond. Rik, Nils en Sien dansten naast hen. Ze hadden LSD gedeeld, wist hij. In hun ogen lag een zachte, inwaartse blik. Ongetwijfeld toverde de drug nu in hun hoofd. Bjorn was moeilijker te lokaliseren. Hij stond niet vaak stil, bleef ook niet op één plek, maar bliksemde eerder rond op de dansvloer. Steeds wanneer hij verscheen, was hij één en al glimlach. Dat was het effect van paddenstoelen. Astrid krulde af en toe een joint. Ook bevoorraadde ze zich geregeld aan de drankstand. Dat maakte haar erg sociaal. En populair. Zelf verkoos hij om bij Ashani te zijn. Verslavend genoeg. En terwijl de goa onder DJ Ge-Ob tot een hoogtepunt groeide, voelde hij zich alles behalve nuchter. Hij liet zich in Ashani’s tent zakken, landde daarbij op zijn knieën tussen haar benen. Vervolgens leunde hij, steunend op één arm, naar voren, tot hij op haar lag. Hun lippen maakten opnieuw contact. Terwijl ze in de weer was met haar kleding, ritste hij de tentflap toe. ‘Wat doe je?’ vroeg hij in het duister. ‘Voel maar,’ fluisterde ze. ‘Wow,’ zei hij. Onbelemmerd hield hij haar borstjes in zijn hand. 5
‘Wat?’ vroeg ze. ‘Zo zacht,’ antwoordde hij. Hij ontdeed zich van zijn broek. Zoekend naar een condoom, voelde hij zich echter onzeker worden. Ze beroerde zijn penis, hij verkende haar even intieme plaatsen. Ze hielp hem haar slipje uit te trekken. Zijn erectie won opnieuw aan kracht. Het condoom was om. Een onbeholpen moment later drong hij in haar binnen. Haar vagina was nog zachter dan haar borstjes. Hij werd wakker met pijnlijke oogleden. Zijn lenzen. Die was hij vergeten uit te doen. Toen hij zijn ogen eindelijk pijnloos openen kon, zag hij Ashani liggen. Ze keek hem lachend aan. Hij lachte terug. ‘Hoe laat is het eigenlijk?’ vroeg hij. ‘Tien uur,’ zei ze. ‘De goa moet net gestopt zijn.’ ‘Ach, de stilte heeft me gewekt,’ zei hij. ‘Mij ook,’ zei ze. Hij luisterde een tijdje naar het ontbreken van de muziek. ‘Sander?’ Hij hoorde iemand aan de tent schudden. ‘Ben je wakker?’ Het was Rik. ‘Nu wel,’ gromde hij. Ashani, tegen hem aangeplakt, giechelde. ‘We vertrekken over een uur. Als je een lift wil, kom je best je gerief inpakken.’ ‘Oké,’ zei hij. ‘Ik ben daar over negenenvijftig minuten!’ Hij pakte zijn laatste spullen in en ging toen naast Bjorn, Sien en Nils zitten. Ze wachtten op Rik en Astrid, die de auto’s halen waren. Een boom verschafte hen wat schaduw. ‘Voor mij een joint,’ zei Bjorn. ‘Voor mij een proper toilet,’ zei Sien. ‘En een lekkere douche.’ ‘Voor mij koffiekoeken,’ zei Nils. ‘Die joint zal ik wel draaien,’ zei hij. ‘Ik heb nog wat over.’ ‘Super,’ zei Bjorn. ‘Maar dat wordt mijn allerlaatste,’ zei hij. Zijn lenzen had hij opgeborgen, wat de zoektocht achter een tip bemoeilijkte. ‘Wat?’ vroeg Bjorn. ‘Waarom?’ Hij vond een stevig papiertje in één van zijn broekzakken. ‘Ashani heeft niet graag dat ik drugs gebruik,’ zei hij. ‘Ze heeft al genoeg problemen met haar ouders. Die zijn verslaafd.’ ‘Ach,’ zei Bjorn. Hij stak de joint aan. Om de beurt namen ze een pufje. Ze spraken af de bakker in het nabijgelegen dorp te plunderen. Ook Rik en Astrid, die toekwamen, stemden daarmee in. Onderweg huiswaarts vertelde hij het verhaal aan zijn vriend. ‘Ga je haar nog terug zien?’ vroeg Rik. Ze waren nu ter hoogte van Luik. 6
‘Natuurlijk,’ zei hij. ‘Ik heb haar nummer!’ Hij haalde het flyertje te voorschijn. Een onzekere hartslag later besefte hij wat hij zag. ‘Nee!’ schreeuwde hij. Waar het filtertipje voor de joint had gezeten, ontbraken nu de cijfers. ‘Wat is er?’ vroeg Rik. Hij kon geen woord meer uitbrengen. Ashani. Het voelde aan als een oercontinent dat in twee scheurde, met de breuk dwars tussen hen in.
Jan Van Dyck @ Fantasmania.be
7