A
bevestigingspunt van de harnasgordel valbeveiligingssysteem
VERBODEN!
bevestigingspunt van de harnasgordel
A valbeveiligingssysteem
Gebruiksaanwijzing Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de uitrusting gaat gebruiken
Cat. nr.: SX 102 344 EN 358:2000
!
het verankeringspunt (apparaat) voor het valbeveiligingssysteem moet een stabiele constructie hebben en dusdanig gesitueerd zijn dat de kans op een val wordt beperkt en de vrije valafstand geminimaliseerd. Het verankeringspunt van de uitrusting dient zich boven de werkplek van de gebruiker te bevinden. De vorm en constructie van het verankeringspunt moeten een permanente verbinding met de uitrusting waarborgen en voorkomen dat hij per ongeluk losschiet. Wij bevelen het gebruik aan van gecertificeerde en gemarkeerde verankeringspunten voor de uitrusting, conform de norm EN 795. ! u bent verplicht om de vrije ruimte te controleren onder de werkplek waar het persoonlijke valbeveiligingssysteem gebruikt zal gaan worden, om tijdens het breken van de val botsingen met voorwerpen of een lager gelegen vlak te voorkomen. De vereiste vrije valruimte onder de werkplek kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van de beveiligingsuitrusting die u van plan bent toe te passen. ! let tijdens het gebruik van de uitrusting goed op gevaarlijke verschijnselen die de werking van de uitrusting en de veiligheid van de gebruiker kunnen beïnvloeden. U dient met name te letten op: ! in de knoop raken en schuren van de touwen langs scherpe randen, ! alle mogelijke beschadigingen zoals sneetjes, slijtplekken, corrosie, ! negatieve werking van klimaatfactoren, ! slingerend vallen, ! inwerking van extreme temperaturen, ! inwerking van chemicaliën, ! stroomgeleiding, ! het persoonlijke beveiligingssysteem moet worden vervoerd in verpakkingen die beschermen tegen beschadiging en vocht, bijvoorbeeld in tassen van geïmpregneerde stof of koffers of kisten van staal of plastic. ! het persoonlijke beveiligingssysteem moet zodanig worden schoongemaakt en gedesinfecteerd dat het materiaal (de grondstof) waarvan het apparaat is gemaakt, niet beschadigd raakt. Gebruik voor textiele materialen (band, touwen) schoonmaakmiddelen voor tere stoffen. U kunt ze op de hand of in de machine wassen. Spoel zorgvuldig na. Was de kunststof onderdelen alleen in water. Uitrusting die tijdens het schoonmaken of het gebruik nat is geworden moet onder natuurlijke omstandigheden goed worden gedroogd, ver verwijderd van warmtebronnen. Metalen onderdelen en mechanismen (veren, scharnieren, sluitingen etc.) moeten regelmatig worden gesmeerd om hun werking te verbeteren. ! het persoonlijke beveiligingssysteem moet losjes verpakt worden bewaard in droge, goed geventileerde ruimten, beschermd tegen licht, UV-straling, stof, scherpe voorwerpen, extreme temperaturen en agressieve substanties. ! het gebruik van de valdemper in combinatie met andere geselecteerde elementen van het valbeveiligingssysteem moet in overeenstemming zijn met de geldende voorschriften, de gebruiksaanwijzingen van de uitrusting en de geldende normen: ! EN 361- voor harnasgordels; ! EN 353-1, EN 353-2, EN 354, EN 360, EN 362 - voor valbeveiligingssystemen. ! EN 795 - voor vaste bevestigingspunten (verankeringspunten). Het bedrijf waar de gegeven uitrusting in gebruik is, Is verantwoordelijk voor de notities op de gebruikskaart. De gebruikskaart moet voor de eerste Ingebruikname van de uitrusting worden ingevuld. Alle informatie over de veiligheidsuitrusting (naam, serienummer, Aankoopdatum en datum van ingebruikname, gebruikersnaam, Informatie over reparaties en servicebeurten en uitgebruikname) Moet worden vermeld op de gebruikskaart van het gegeven apparaat. De persoon die bij het bedrijf verantwoordelijk Is voor de veiligheidsuitrusting vult de kaart in. Gebruik van een persoonlijk beschermingssysteem Zonder ingevulde gebruikskaart is niet toegestaan.
GEBRUIKSKAART NAAM VAN HET APPARAAT MODEL
CATALOGUSNUMMER
WERKPOSITIONERINGSAPPARAAT
Het werkpositioneringsapparaat SX 102 344 is een aanvulling op een valbeveiligingssysteem bij het werken op masten, in bomen, op bouwkundige constructies etc. Het apparaat is onmisbaar overal waar werkpositionering noodzakelijk is. Het apparaat voldoet aan de norm EN 358 - Persoonlijke systemen voor werkpositionering en het voorkomen van vallen - gordels voor werkpositionering en het voorkomen van vallen en werkpositioneringslijnen. CONSTRUCTIE ! positioneringslijn met een doorsnede van ø14 mm; ! lengteregelaar van de lijn; ! beschermhuls van de lijn. OPGELET! Het werkpositioneringsapparaat SX 102 344 mag uitsluitend worden uitgerust met gecertificeerde karabijnhaken conform de norm EN 362. kernmanteltouw ø 14 mm
kenmerk apparaat beschermhuls van de lijn vrij lijnuiteinde
lengteregelaar van de lijn
GEBRUIKSPERIODE Het apparaat mag maximaal 5 jaar worden gebruikt, gerekend vanaf de datum van eerste ingebruikname. Na het verstrijken van 5 gebruiksjaren moet het apparaat worden onderworpen aan een servicebeurt. De servicebeurt kan worden uitgevoerd door: - de producent van het apparaat; - een door de producent geautoriseerde persoon; - een door de producent geautoriseerde onderneming. Tijdens de servicebeurt wordt de positioneringslijn vervangen en de gebruiksperiode van het apparaat tot de volgende servicebeurt vastgesteld. Het apparaat moet uit gebruik worden genomen en afgeschreven (fysiek vernietigen), als hij is gebruikt voor het breken van een val.
PRODUCTIEDATUM
APPARAATNUMMER
BESCHRIJVING MARKERINGEN
NAAM VAN DE GEBRUIKER AANKOOPDATUM
type apparaat symbool van het apparaat*
DATUM VAN INGEBRUIKNAME
TECHNISCHE SERVICEBEURTEN DATUM SERVICEBEURT
SX 102 344
REDENEN VOOR HET UITVOEREN VAN DE SERVICEBEURT OF REPARATIE
GECONSTATEERDE BESCHADIGINGEN, UITGEVOERDE REPARATIES, ANDERE OPMERKINGEN
DATUM VOLGENDE SERVICEBEURT
HANDTEKENING VAN DE VERANTWOORDELIJKE PERSOON
1
serienummer productiemaand en -jaar nr. en jaartal van de Europese norm waaraan het apparaat voldoet
2 3
CE-merk en nummer van de aangemelde instantie die toezicht houdt op de productie van het apparaat (art. 11)
4
aanduiding van de producent of distributeur
EC-onderzoek uitgevoerd door CETE APAVE SUDEUROPE. BP 193. 13322 Marseille. France 0082 Prof. Praxis N.V. ; Bouwgereedschappen, Scheibeekstraat 29 ; 1540 Herne ; Belgium
WERKPOSITIONERINGSAPPARAAT Ref.: SX 102 344 LENGTE: x,x m
Apparaatnummer: 0000002 Productiedatum: 08.2011
EN 358:2000 Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de uitrusting gaat gebruiken
AANBRENGEN VAN HET APPARAAT 1. Maak de karabijnhaak van de lengteregelaar van de lijn vast aan de rechter bevestigingsgesp (of de linkerbevestigingsgesp voor linkshandigen) van de riem voor werkpositionering of de heupgordel van de harnasgordel - afb. [1] 1 2. Leg de lijn om de constructie en maak de karabijnhaak vast aan de tweede (vrije) bevestigingsgesp van de riem - afb. [2] 2 3. Pas de lengte van de positioneringslijn aan met de lengteregelaar totdat u een stabiele werkpositie heeft verkregen. De lengte en spanning van de lijn moeten zodanig worden gekozen, dat de vrije valweg wordt beperkt tot max. 0,5 m - afb. [3] 3 a) Verlengen van de positioneringslijn - afb. [3A] 3A - pak met de linkerhand (rechterhand) de positioneringslijn vast tussen de constructie en de lengteregelaar; - zorg ervoor dat er een lichte spanning op de positioneringslijn komt te staan door de romp gecontroleerd van de constructie af te bewegen; - knijp met de rechterhand (linkerhand) in de hefboom van de lengteregelaar; - het loslaten van de hefboom stopt het verschuiven van de lijn in de regelaar.
1
b) Inkorten van de positioneringslijn - afb. [3B] 3B - houd met de linkerhand (rechterhand) de lengteregelaar vast en trek met de rechthand het vrije uiteinde van de lijn naar achteren terwijl u de romp in de richting van de constructie beweegt.
! Tijdens het gebruik van het apparaat moeten de karabijnhaak van de lijn en de lengteregelaar aan verschillende bevestigingsgespen van de gordel zijn bevestigd. Het is verboden om: - de karabijnhaak van de lijn en de lengteregelaar aan dezelfde bevestigingsgesp van de gordel vast te maken, - de lengteregelaar vast te maken aan de bevestigingsgesp aan de zijkant van de gordel en de karabijnhaak van de lijn aan het vaste bevestigingspunt. - de lengteregelaar vast te maken aan de bevestigingsgesp aan de zijkant van de gordel en de karabijnhaak van de lijn vast te haken aan de lijn zelf. ! Het werkpositioneringsapparaat SX 102 344 is geen valbeveiligingssysteem en mag niet als zodanig worden gebruikt. ! De harnasgordel met heupgordel en het apparaat SX 102 344 vormen geen valbeveiliging. De werknemer moet extra worden beveiligd met een onafhankelijk valbeveiligingssysteem. ! Het vaste bevestigingspunt waar het valbeveiligingssysteem aan wordt bevestigd moet zich boven de werkplek bevinden en een statische draagkracht hebben van min. 15 kN. Wij bevelen het gebruik aan van gecertificeerde en gemarkeerde verankeringspunten, conform de norm EN 795. ! Controleer voor ieder gebruik van een valbeveiligingssysteem waar SX 102 344-apparaat onderdeel van uitmaakt, of alle apparaten op de juiste manier met elkaar zijn verbonden, zonder belemmering met elkaar samenwerken.
OPGELET: Tussen haakjes staat aangegeven welke kant u moet gebruiken als u linkshandig bent.
GOED
FOUT
FOUT
FOUT
2 GOED
FOUT
FOUT
ALGEMENE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN EEN PERSOONLIJK VALBEVEILIGINGSSYSTEEM ! !
3
3A
WERK ALTIJD MET EEN KARABIJNHAAK MET VASTGEDRAAIDE SCHROEFSLUITING
! ! ! ! ! ! ! ! !
3B
!
! ! !
REGELS VOOR HET OP DE JUISTE MANIER WERKEN MET HET SX 102 344-APPARAAT ! Het apparaat moet worden gebruikt door personen die zijn geschoold in het werken op hoogte. ! Het apparaat is een persoonlijke uitrusting en dient slechts door één persoon te worden gebruikt. ! Controleer voor ieder gebruik van het apparaat zorgvuldig alle onderdelen (positioneringslijn, lengteregelaar, karabijnhaak, beschermkoker en naden) op mechanische chemische en thermische beschadigingen. De persoon die het apparaat gebruikt voert de controles uit. Neem het apparaat uit gebruik zodra u beschadigingen vaststelt.
! ! ! ! !
een persoonlijk beveiligingssysteem mag uitsluitend worden toegepast door personen die zijn geschoold in het gebruik ervan. een persoonlijk beveiligingssysteem mag niet worden toegepast door personen waarvan de gezondheidstoestand van invloed kan zijn op de veiligheid bij dagelijks gebruik of in reddingssituaties. er dient een reddingsplan opgesteld te worden dat indien noodzakelijk toegepast kan worden. het is verboden om veranderingen aan te brengen in de uitrusting zonder schriftelijke toestemming van de producent. eventuele reparaties van de uitrusting mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de producent van de uitrusting of een door hem geautoriseerde vertegenwoordiger. het persoonlijke beveiligingssysteem mag niet worden gebruikt voor doeleinden die niet overeenkomen met zijn bestemming. het persoonlijke beveiligingssysteem is persoonlijk en dient slechts door één persoon te worden gebruikt. zorg ervoor dat alle elementen van het valbeveiligingssysteem op de juiste manier met elkaar samenwerken voordat u het gaat gebruiken. Controleer regelmatig de koppelingen en de pasvorm van de onderdelen van de uitrusting om te voorkomen dat ze per ongeluk verslappen of losschieten. het is verboden om beveiligingssystemen te gebruiken, waarvan de werking van een willekeurig onderdeel wordt gehinderd door de werking van een ander onderdeel. kijk het persoonlijke beveiligingssysteem voor ieder gebruik goed na en controleer of het nog in goede staat verkeert en goed werkt. controleer tijdens de inspectie alle elementen van de uitrusting en let vooral op allerlei soorten beschadigingen, overmatig verbruik, corrosie, slijtageplekken, sneetjes en verkeerde werking. Let bij de volgende onderdelen van de uitrusting met name op: bij harnasgordels en riemen voor werkpositionering: gespen, regelelementen, bevestigingspunten (gespen), banden, naden, lussen; bij valdempers: bevestigingslussen, band, naden, behuizing, koppelingen; bij touwen en geleiders van textiel: touw, lussen, kabelkousen, koppelingen, regelelementen, vlechtwerk; bij touwen en geleiders van staal: touw, draad, klemmen, lussen, kabelkousen, koppelingen, regelelementen; bij valstopapparaten: het touw of de band, juiste werking van het oprolsysteem en blokkeringsmechanisme, behuizing, valdemper, koppelingen; bij lijnklemmen: het lichaam van het apparaat, het goed glijden langs de geleider, werking van het blokkeringsmechanisme, rollertjes, schroeven en klinknagels, koppelingen, valdemper; bij de koppelingen (karabijnhaken): draaglichaam, klinknagelwerk, hoofdsluiting, werking van het blokkeringsmechanisme. minimaal eenmaal per jaar, na 12 maanden gebruik, moet het persoonlijke beveiligingssysteem uit gebruik worden genomen om een periodieke servicebeurt uit te voeren. De periodieke servicebeurt mag worden uitgevoerd door de persoon die bij het bedrijf verantwoordelijk is voor de veiligheidsuitrusting en die op dit gebied is geschoold. De periodieke servicebeurt kan ook worden uitgevoerd door de producent van de uitrusting of door personen of bedrijven die zijn geautoriseerd door de producent. Controleer alle elementen van de uitrusting grondig en let vooral op allerlei soorten beschadigingen, overmatig verbruik, corrosie, slijtageplekken, sneetjes en verkeerde werking (zie het voorgaande punt). In sommige gevallen, met name wanneer de veiligheidsuitrusting een gecompliceerde constructie heeft zoals valstopapparaten, moeten de periodieke servicebeurten worden uitgevoerd door de producent van de uitrusting of zijn geautoriseerde vertegenwoordiger. Na uitvoering van de periodieke servicebeurt wordt de termijn van de volgende servicebeurt vastgesteld. regelmatig uitgevoerde periodieke servicebeurten zijn van fundamenteel belang voor de toestand van de uitrusting en de veiligheid van de gebruiker die afhankelijk is van volledige functionaliteit en duurzaamheid van de uitrusting. controleer tijdens de periodieke servicebeurt de leesbaarheid van alle markeringen op de veiligheidsuitrusting (kenmerk van het gegeven apparaat), alle informatie over de veiligheidsuitrusting (naam, serienummer, aankoopdatum en datum van ingebruikname, gebruikersnaam, informatie over reparaties en servicebeurten en uitgebruikname) moet worden vermeld op de gebruikskaart van het gegeven apparaat. Het bedrijf waar de gegeven uitrusting in gebruik is, is verantwoordelijk voor de notities op de gebruikskaart. De persoon die bij het bedrijf verantwoordelijk is voor de veiligheidsuitrusting vult de kaart in. Gebruik van een persoonlijk beveiligingssysteem zonder ingevulde gebruikskaart is niet toegestaan, bij verkoop van de uitrusting buiten het grondgebied van het land van herkomst is de leverancier van de uitrusting verplicht om de uitrusting te voorzien van een gebruiksaanwijzing, een onderhoudshandleiding en informatie over periodieke servicebeurten en reparaties in de officiële taal van het land waarin de uitrusting zal worden gebruikt. het persoonlijke beveiligingssysteem moet onmiddellijk uit gebruik worden genomen wanneer er ook maar enige twijfel bestaat over de juiste staat of goede werking ervan. De uitrusting kan opnieuw in gebruik worden genomen nadat de producent de uitrusting een grondige servicebeurt heeft gegeven en schriftelijk toestemming verleent tot verder gebruik. wanneer het persoonlijke beveiligingssysteem is gebruikt om een val te dempen, moet hij onmiddellijk uit gebruik worden genomen en afgeschreven (fysiek vernietigen). alleen een harnasgordel (conform norm EN 361) is toegelaten als uitrusting voor het vasthouden van het lichaam in een persoonlijk valbeveiligingssysteem. het valbeveiligingssysteem mag uitsluitend vastgemaakt worden aan de bevestigingspunten (gespen, lussen) van de harnasgordel die zijn aangeduid met een hoofdletter "A". Een markering van het type "A/2" of een halve letter "A" betekent dat het noodzakelijk is dat er twee op eendere wijze gemarkeerde bevestigingspunten aan vastgemaakt moeten worden. Het is verboden om een beveiligingssysteem vast te maken aan een enkel bevestigingspunt (gesp, lus) dat is gemarkeerd met "A/2" of een halve letter "A". Zie onderstaande afbeeldingen:
LA MISE DU MATERIEL 1. Les mousquetons du régulateur de la longueur de la corde doivent être attachés au crampon droit (ou gauche si la personne est gauchère) latéral de la ceinture de montage ou de la ceinture des hanches de l'harnais de sécurité - dessin 11 2. Mettre la corde autour de la construction et agrafer le mousqueton au deuxième crampon (libre) de la ceinture - dessin 2 3. A l'aide du régulateur accorder la longueur de la corde ceignant pour obtenir une position de travail stable. La longueur et la tension de la corde doivent être bien choisies afin de limiter le trajet de la chute libre à 0,5 m au maximum - dessin 33 a) L'allongement de la corde ceignant - dessin 3A a) Le raccourcissement de la corde - dessin 3B
- attraper la corde ceignant de la main gauche (droite) entre la construction et le régulateur ; - provoquer une faible tension de la corde ceignant par un écart contrôlé du torse de la construction ; - serrer avec la main droite (gauche) le levier du régulateur de la longueur de la corde ; - le desserrage du levier provoquera l'arrêt du glissement de la corde dans le régulateur.
Correct
Incorrect
- retenir avec la main gauche (droite) le régulateur de la longueur de la corde, et avec la main droite (gauche) retirer à l'arrière l'extrémité libre de la corde en penchant le torse vers la construction. ATTENTION : Entre parenthèses ont été données les côtés dont il faut se servir quand la personne est gauchère.
Incorrect
1
2
Correct
3
Incorrect
3A
Incorrect
LES PRINCIPALES REGLES D'UTILISATION DE L'EQUIPEMENT INDIVIDUEL DE PROTECTION CONTRE LA CHUTE D'UNE HAUTEUR ! !
3B
Incorrect
TRAVAILLEZ TOUJOURS AVEC L’ ECROU DE BLOCAGE DU MOUSQUETON BIEN SERRE
! ! ! ! ! ! ! ! !
! Pendant l'utilisation de la longe le mousqueton et le régulateur de la longueur de la corde doivent être joints aux crampons latéraux séparés de la ceinture. Il est interdit : - de joindre le mousqueton et le régulateur de la longueur au même crampon latéral de la ceinture, - de joindre le régulateur de la longueur au crampon latéral de la ceinture et le mousqueton de la corde au point de la construction solide, - de joindre le régulateur de la longueur au crampon latéral de la ceinture et agrafer le mousqueton à la corde. ! La longe de maintien au travail réglable n'est pas un sous-ensemble de jonction et d'amortissement de l'équipement de protection contre la chute d'une hauteur et ne peut pas être utilisée comme tel. ! L'harnais de sécurité avec la ceinture de maintien au travail et l'équipement ne constituent pas une protection contre une chute de hauteur. Le travailleur doit être supplémentairement protégé par un système indépendant de protection contre la chute d'une hauteur.
!
l'équipement individuel de protection doit être utilisé uniquement par des personnes formées dans le cadre de son utilisation. l'équipement individuel de protection ne peut pas être utilisé par des personnes dont l'état de santé influe sur la sécurité de l'utilisation quotidienne ou lors d'action de sauvetage. il faut préparer un plan d'action de secours qui sera réalisable en cas d'apparition d'un tel besoin. il est interdit d'effectuer quelconques modifications dans l'équipement sans l'autorisation écrite du fabriquant. toutes réparations de l'équipement peuvent être effectuées uniquement par le fabriquant de l'équipement ou par son représentant autorisé. l'équipement individuel de sécurité ne peut pas être utilisé contrairement à son but d'utilisation. l'équipement individuel de sécurité est un équipement personnel et doit être utilisé par une seule personne. avant l'utilisation assurez vous que tous les éléments de l'équipement qui forme le système de protection contre la chute coopèrent entre eux correctement. Vérifiez périodiquement les raccords et les ajustements des éléments de l'équipement afin d'éviter leur détachement ou desserrement spontané. il est interdit d'utiliser des ensembles d'équipement de protection où un quelconque élément de l'équipement est gêné par le fonctionnement d'un autre. avant chaque utilisation de l'équipement individuel de protection il faut effectuer un examen visuel précis afin de vérifier son état et son fonctionnement correct. lors de l'examen visuel il faut vérifier tout les éléments de l'équipement en prêtant une attention particulière au moindre endommagement, usure excessive, corrosion, débit, coupure et fonctionnement incorrect. Il faut prêter une attention particulière pour le matériel suivant : - aux crampons, éléments de réglage, points (crampons) d'attaches, bandes, coutures, passants des harnais de sécurité et des ceintures de maintien au travail ; - aux courbes d'accrochage, à la bande, aux coutures, à l'enveloppe, aux raccords de l'absorbeur d'énergie ; - aux cordes, boucles, cosses, raccords, éléments de réglage, tresses des cordes et des glissières textiles ; - aux cordes, fils, pinces, courbes, cosses, raccords, éléments de réglage des cordes et des glissières en acier ; - à la corde ou la bande, au fonctionnement correct de l'enrouleur et du mécanisme de blocage, à l'enveloppe, l'absorbeur, aux raccords des dispositifs d'arrêt automatique ; - à la cage de l'appareil, au déplacement correct le long de la glissière, au fonctionnement du mécanisme de blocage, aux poulies, vis et rivets, raccords, à l'absorbeur d'énergie, des dispositifs de serrage automatique ; - à l'enveloppe porteuse, au rivetage, cliquet principal, au fonctionnement du mécanisme de blocage des raccords (mousquetons). au moins une fois par an, après chaque 12 mois d'utilisation l'équipement individuel de sécurité doit être mis hors service afin d'effectuer une révision périodique précise. La révision périodique peut être effectuée par une personnes de l'établissement de travail responsable des révisions périodiques de l'équipement de protection et formée dans ce cadre. Les révisions périodiques peuvent être également effectuées par le fabriquant de l'équipement ou une personne ou une entreprise autorisée par le fabriquant. Il faut vérifier avec précision tout les éléments de l'équipement en prêtant une attention particulière au moindre endommagement, usure excessive, corrosion, débit, coupure et fonctionnement incorrect (voir le point précédent). Dans certains cas si l'équipement de protection a une construction complexe et compliquée comme par exemple les dispositifs d'arrêt automatique, les révisions périodiques peuvent être effectuées uniquement par le fabriquant de l'équipement ou son représentant autorisé. Une date d'une prochaine révision sera fixée après la révision périodique.
ANBRINGUNG DES SICHERUNGSSEILS 1. Karabinerhaken der Längeneinstellung in die rechte (bei Linkshändern in die linke) seitliche Öse des Werkzeuggurts bzw. des unteren Haltegurts des Auffanggurts einhängen (Abb. 1). 2. Seil um das jeweilige Strukturelement legen und Karabinerhaken in die andere (freie) Öse des Gurts einhängen (Abb. 2). 3. Mit dem Seillängenregler die entsprechende Länge einstellen, damit sich eine sichere Arbeitsposition ergibt. Länge und Spannung des Seils müssen so eingestellt werden, dass der freie Fall auf maximal 0,5 m beschränkt ist (Abb. 3). a) Verlängerung des Sicherungsseils (Abb. 3A): - Sicherungsseil mit der rechten (linken) Hand zwischen dem Anschlagelement und dem Seillängenregler aufnehmen. - Seil vorsichtig spannen, indem der Körper langsam vom Anschlagelement weg bewegt wird. - Mit der rechten (linken) Hand den Hebel des Seillängenreglers eindrücken. - Sobald der Hebel des Seillängenreglers wieder losgelassen wird, wird die Verlängerung des Sicherungsseils unterbrochen.
1
! ! !
b) Verkürzung des Sicherungsseils (Abb. 3B):
!
- Seillängenregler mit der linken (rechten) Hand aufnehmen und das freie Seilende mit der rechten (linken) Hand nach hinten ziehen. Dabei den Körper gleichzeitig nach vorne in Richtung auf das Anschlagelement bewegen.
!
Das längenverstellbare Sicherungsseil stellt keine Falldämpfungs- und Verbindungseinheit der persönlichen Fallschutzausrüstung dar und darf deshalb auch nicht als solches zum Einsatz gebracht werden. Der Werkzeuggurt und das Sicherungsseil sind kein Fallschutz. Der Arbeiter muss zusätzlich über eine unabhängige Fallschutzausrüstung abgesichert sein. Der feste Anschlagpunkt, an dem die persönliche Fallschutzausrüstung befestigt wird, muss sich oberhalb des jeweiligen Arbeitsplatzes befinden und eine statische Festigkeit von mindestens 10 kN aufweisen. Diesbezüglich wird empfohlen, nur zertifizierte Anschlagpunkte nach EN 795 zu verwenden. Vor jeder Verwendung der persönlichen Fallschutzausrüstung, zu dem das längenverstellbare Sicherungsseil gehört, muss sichergestellt werden, dass alle Einzelteile sicher miteinander verbunden sind und störungsfrei zum Einsatz gebracht werden können. Jede auf eigene Faust erfolgende Reparatur oder bauliche Abänderung der Vorrichtung ist strikt untersagt.
RICHTIG
ANMERKUNG: Die in Klammern hinzugefügten Seiten gelten für Linkshänder.
2 RICHTIG
3
3A
Achtung! Die Sicherheitsmutter am Karabinerhaken muss stets fest angezogen sein.
3B
HINWEISE ZUR KORREKTEN VERWENDUNG DES LÄNGENVERSTELLBAREN SICHERUNGSSEILS Das Sicherungsseil darf nur von Personen mit entsprechenden Vorkenntnissen zum Einsatz gebracht werden. ! Das Sicherungsseil ist ein individuell ausgelegtes System, das nur von einer einzigen Person verwendet werden darf. ! Vor jedem Einsatz des Sicherungsseils muss dieses sorgfältig auf den Zustand der einzelnen Bauteile untersucht werden (Halteseil, Seillängenregler, Karabierhaken, Schutzmantel und Nähte), um mechanische, chemische oder temperaturbedingte Beschädigungen voll ausschließen zu können. Die Überprüfung muss von der Person vorgenommen werden, die die Vorrichtung dann auch selbst zum Einsatz bringt. Sollten irgendwelche Schäden festgestellt werden, muss die Vorrichtung sofort ausgesondert werden. ! Bei Verwendung des Sicherungsseils müssen der Karabinerhaken am Seil und der Seillängenregler an verschiedenen Ösen am Haltegurt eingehängt werden. ! Es ist verboten: - den Karabinerhaken am Seil und den Seillängenregler in die gleiche Öse am Haltegurt einzuhängen; - den Seillängenregler in die seitliche Öse am Haltegurt und den Karabinerhaken am Seil am jeweiligen Anschlagpunkt einzuhängen. - den Seillängenregler in die seitliche Öse am Haltegurt und den Karabinerhaken am Seil am Seil einzuhängen. !
FALSCH
FALSCH
FALSCH
FALSCH
FALSCH
ALLGEMEINE HINWEISE ZUR KORREKTEN VERWENDUNG DER PERSÖNLICHEN FALLSCHUTZAUSRÜSTUNG ! Die persönliche Fallschutzausrüstung darf nur von Personen mit entsprechenden Vorkenntnissen zum Einsatz gebracht werden. ! Die persönliche Fallschutzausrüstung darf nicht von Personen verwendet werden, deren Gesundheitszustand die Sicherheit bei einem normalen Einsatz oder bei einer Rettungsaktion in Frage stellen kann. ! Als Vorbereitung für den Notfall ist ein entsprechender Rettungsplan zu erarbeiten. ! Die Ausrüstung darf nur mit der schriftlichen Einwilligung des Herstellers verändert werden. ! Die Ausrüstung darf nur vom Hersteller oder einer von diesem hierzu ermächtigten Person repariert oder nachgebessert werden. ! Die persönliche Fallschutzausrüstung darf nur für den vom Hersteller vorgesehenen Zweck zum Einsatz gebracht werden. ! Die persönliche Fallschutzausrüstung ist ein individuell ausgelegtes System, das nur von einer einzigen Person verwendet werden darf. ! Vor jeder Verwendung der persönlichen Fallschutzausrüstung muss überprüft werden, ob alle Einzelteile sicher miteinander verbunden sind und korrekt zum Einsatz gebracht werden können. Die Verbindungen und Einstellungen der verschiedenen Komponenten müssen in regelmäßigen Abständen überprüft werden, damit sie sich nicht ungewollt lösen oder lockern können. ! Die persönliche Fallschutzausrüstung darf nicht für Einsätze zur Verwendung kommen, bei denen sie durch andere Systemkomponenten in ihrer Funktion behindert wird. ! Vor Verwendung der persönlichen Fallschutzausrüstung müssen deren Zustand und Betriebssicherheit sorgfältigst überprüft werden. ! Bei der Inspektion müssen alle Einzelelemente sorgfältig auf eventuelle Beschädigungen, Abnützungen, Rost-, Kratz-und Schnittstellen und andere Mängel überprüft werden. Nachstehend die Teile, denen hierbei eine ganz besondere Aufmerksamkeit zugewandt werden muss: - Bei Auffang-und Haltegurten: Schnallen, Einstellvorrichtungen, Verbindungsösen, Gurte, Nähte, Durchzüge. - Bei Falldämpfern: Verbindungsschlaufen, Gurte, Nähte, Gehäuse, Karabinerhaken. - Bei Halte-und Führungsseilen: Seil, Schlaufen, Schlaufenverstärkungen, Karabinerhaken, Einstellvorrichtungen, Gurtwesten. - Bei Stahlseilen und Stahlführungen: Seil, Drähte, Klammern, Schlaufen, Schlaufenverstärkungen, Karabinerhaken, Einstellvorrichtungen. - Bei Abseilgeräten mit Bremse: Seil oder Gurt, korrekter Betrieb der Seilwinde und des Bremsmechanismus, Walzen, Schrauben und Bolzen, Karabinerhaken und Falldämpfer. - Bei mitlaufenden Auffanggeräten: Gehäuse, korrekter Lauf der Führung, Betrieb des Bremsmechanismus, Walzen, Schrauben und Bolzen, Karabinerhaken und Falldämpfer. - Bei Karabinerhaken: Haken, Bolzen, Hauptsicherung und Funktion des Verschlussmechanismus. ! Nach einem einjährigen Einsatz muss die persönliche Fallschutzausrüstung mindestens einmal pro Jahr für eine eingehende Überprüfung außer Betrieb genommen werden. Diese regelmäßige Überprüfung kann von einem entsprechend ausgebildeten Mitarbeiter vorgenommen werden. Sie kann ferner auch vom Hersteller der Vorrichtung oder von einer von diesem beauftragten Person oder Firma vorgenommen werden. Hierbei müssen alle Einzelelemente auf eventuelle Beschädigungen, Abnützungen, Rost-, Kratz-und Schnittstellen und andere Mängel überprüft werden (siehe weiter oben). In begründeten Fällen (wenn die Vorrichtung beispielsweise eine relativ komplizierte oder technisch anspruchsvolle Struktur aufweist, so wie dies etwa bei automatischen Blockiersystemen der Fall ist), dürfen die regelmäßigen Überprüfungen nur vom Hersteller oder dessen Vertreter vorgenommen werden. Bei Abschluss der Überprüfung ist der Termin für die nächste Inspektion festzulegen.
! ! ! !
! !
!
a full body harness is the only acceptable body holding device that can be used, in a fall arrest system. the anchor device or anchor point for the fall arrest system should always be positioned, and the work carried out in such a way, as to minimise both the potential for falls and potential fall distance. The anchor device/point should be placed above the position of the user . The shape and construction of the anchor device/point shall not allowed to self-acting disconnection of the equipment. Minimal static strength of the anchor device/point is 15 kN. It is recommended to use certified and marked structural anchor point complied with EN795. it is obligatory to verify the free space required beneath the user at the workplace before each occasion of use the fall arrest system, so that, in the case of a fall, there will be no collision with the ground or other obstacle in the fall path. The required value of the free space should be taken from instruction manual of used equipment. there are many hazards that may affect the performance of the equipment and corresponding safety precautions that have to be observed during equipment utilization, especially: - trailing or looping of lanyards or lifelines over sharp edges, - any defects like cutting, abrasion, corrosion, - climatic exposure, - pendulum falls, - extremes of temperature, - chemical reagents, - electrical conductivity. personal protective equipment must be transported in the package (e.g.: bag made of moisture-proof textile or foil bag or cases made of steel or plastic) to protect it against damage or moisture. the equipment can be cleaned without causing adverse effect on the materials in the manufacture of the equipment. For textile products use mild detergents for delicate fabrics, wash by hand or in a machine and rinse in water. Plastic parts can be cleaned only with water. When the equipment becomes wet, either from being in use or when due cleaning, it shall be allowed to dry naturally, and shall be kept away from direct heat. In metallic products some mechanic parts (spring, pin, hinge, etc.) can be regularly slightly lubricated to ensure better operation. Other maintenance and cleaning procedures should be adhered to detailed instructions stated in the manual of the equipment. personal protective equipment should be stored loosely packed, in a well-ventilated place, protected from direct light, ultraviolet degradation, damp environment, sharp edges, extreme temperatures and corrosive or aggressive substances.
IT IS THE RESPONSIBILITY OF THE USER ORGANISATION TO PROVIDE THE IDENTITY CARD AND TO FILL IN THE DETAILS REQUIRED. THE IDENTITY CARD SHOULD BE FILLED IN BEFORE THE FIRST USE BY A COMPETENT PERSON, RESPONSIBLE INTHE USER ORGANIZATION FOR PROTECTIVE EQUIPMENT. ANY INFORMATION ABOUT THE EQUIPMENT LIKE PERIODIC INSPECTIONS, REPAIRS, REASONS OF EQUIPMENT'S WITHDRAWN FROM USE SHALL BE NOTED INTO THE IDENTITY CARD BY A COMPETENT PERSON. THE IDENTITY CARD SHOULD BE STORAGED DURING A WHOLE PERIOD OF EQUIPMENT UTILIZATION. DO NOT USE THE EQUIPMENT WITHOUT THE IDENTITY CARD. ALL RECORDS IN THE IDENTITY CARD CAN BE FILLED IN ONLY BY A COMPETENT PERSON.
Instruction Manual EN 358:2000
The work positioning device SX 102 344 is the component of the personal protective equipment for work positioning and prevention of falls from a height. It complies with EN 358. The function of the device is to prevent an occurrence of a fall from the height. SX 102 344 is very useful performing works at the height on the pillars, trees, lattice constructions. It is needful when the job you are performing require a stable work position, very often without holding on with hands. The device SX 102 344 complies with EN 358. BASIC EQUIPMENT ! kernmantle rope of diameter ø14 mm; ! aluminium adjuster of the rope length; ! rope protecting tube.
ATTENTION! The work positioning device SX 102 344 can be equipped only with certified (according to EN 362) snap hooks. polyamide kernmantle rope of diameter ø14 mm
IDENTITY CARD
identity label
MODEL AND TYPE OF EQUIPMENT DATE OF MANUF.
USER NAME DATE OF PUTTING INTO OPERATION DATE OF PURCHASE REASON FOR ENTRY PERIODIC EXAMINATION OR REPAIR
DEFECTS NOTED, REPAIRS CARRIED OUT AND OTHER REVELANT INFORMATIONS
NAME AND SIGNATURE OF COMPETENT PERSON
SX 102 344 PERIODIC EXAMINATION NEXT DUE DATE
1 2 3 4 EC type examination carried out by CETE APAVE SUDEUROPE, BP 193, 13322 Marseille, France - 0082 Prof. Praxis N.V. ; Bouwgereedschappen, Scheibeekstraat 29 ; 1540 Herne ; Belgium
rope protecting tube
ADMISSIBLE TIME OF USE Work positioning device can be used for 5 years. After this period the device must be withdrawn from use to carry out manufacturer's detailed inspection The manufacturer's inspection can be carried out by: - manufacturer - or person recommended by manufacturer - or company recommended by manufacturer. During this inspection the rope will be changed and will be established admissible time of device use till next manufacturer's inspection. CONTENT OF THE DEVICE IDENTITY LABEL
PERIODIC EXAMINATION AND REPAIR HISTORY DATE
adjuster of the rope length
free ending of the rope with protecting knot
REF. NUMBER
SERIAL NUMBER
WORK POSITIONING DEVICE Ref.: SX 102 344
READ CAREFULLY BEFORE USE THE EQUIPMENT
WORK POSITIONING DEVICE
Ref. SX 102 344 LENGTH: xx m
Serial number: 00003 Date of manufacture: 02/2001
name of the device type of the device reference number of the device number of the manufacturing series month/year of the device manufacture CE marking and number of a notified body controlling manufacturing of the equipment (art. 11) caution: read the manual
EN 358:2000 number / year of the European standard the equipment conform marking of the manufacturer or distributor
INSTALLATION OF THE DEVICE 1. Connect snap hook of the rope adjuster to the right attaching buckle of the work positioning belt (or left for left-handed employee)drawing 1. 2. Put the rope around the construction element and connect rope snap hook to the left attaching buckle of the work positioning belt (or right for left handed employee) - drawing 2. 3. Using the rope adjuster, adjust the length and the tension of the rope to assure a stable work position and restrict the free fall of the worker. The distance of the free fall should not exceed 0,5 m (according EN 358) - drawing 3. A. Lengthening the rope (3A): , catch the rope with the left (right) hand in point between the rope adjuster and the construction; , lightly stretch the rope by controlled deflection of the body till the rope is lengthening; , squeeze the adjuster lever with the right (left) hand; , releasing the lever will stops moving the rope inside the adjuster.
1
Incorrect
Incorrect
Incorrect
B. Shortening the rope (3B): , keep the rope adjuster with the left (right) hand and pull the free ending of the rope, with the right (left) hand, in the back direction, inclining the body in the direction of the construction either; ATTENTION - Inside the brackets: there are sides that the left-handed employee should use.
2
Correct
3
Correct
Incorrect
Incorrect
3A THE ESSENTIAL PRINCIPLES FOR USERS OF PERSONAL PROTECTIVE EQUIPMENT
3B
NECESSARILY PROTECT THE SNAP HOOK GATE WITH THE LOCKING GEAR
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
! during work the rope snap hook and the adjuster snap hook must be connected to the side buckles of the work positioning belt. The snap hooks of the work positioning device SX 102 344 mustn’t be connected to the attaching points of the safety harness destined for attach the fall protective equipment. ! it is strictly forbidden: ! - to connect both snap hooks to the same, single belt buckle; ! - to connect the adjuster snap hook to the belt buckle and the rope snap hook to the structural anchor point; ! - to connect the adjuster snap hook to the belt buckle and connect the second snap hook on the rope. ! work positioning device SX 102 344 is not the fall protection and it should not be used as the protection against the fall from a height. The independent fall arrest system must be used to protect the worker during the work at the height.
! ! ! ! ! !
personal protective equipment shall only be used by a person trained and competent in its safe use. personal protective equipment must not be used by a person with medical condition that could affect the safety of the equipment user in normal and emergency use. a rescue plan shall be in place to deal with any emergencies that could arise during the work. it is forbidden to make any alterations or additions to the equipment without the manufacturer's prior written consent. any repair shall only be carried out by equipment manufacturer or his certified representative. personal protective equipment shall not be used outside its limitations, or for any purpose other than that for which it is intended. personal protective equipment should be a personal issue item. before use ensure about the compatibility of items of equipment assembled into a fall arrest system. Periodically check connecting and adjusting of the equipment components to avoid accidental loosening or disconnecting of the components. it is forbidden to use combinations of items of equipment in which the safe function of any one item is affected by or interferes with the safe function of another. before each use of personal protective equipment it is obligatory to carry out a pre-use check of the equipment, to ensure that it is in a serviceable condition and operates correctly before it is used. during pre-use check it is necessary to inspect all elements of the equipment in respect of any damages, excessive wear, corrosion, abrasion, cutting or incorrect acting, especially take into consideration: - in full body harnesses and belts - buckles, adjusting elements, attaching points, webbings, seams, loops; - in energy absorbers - attaching loops, webbing, seams, casing, connectors; - in textile lanyards or lifelines or guidelines - rope, loops, thimbles, connectors, adjusting element, splices; - in steel lanyards or lifelines or guidelines - cable, wires, clips, ferrules, loops, thimbles, connectors, adjusting elements; - in retractable fall arresters - cable or webbing, retractor and brake proper acting, casing, energy absorber, connector; - in guided type fall arresters - body of the fall arrester, sliding function, locking gear acting, rivets and screws, connector, energy absorber; - in connectors - main body, rivets, gate, locking gear acting. after every12 months of utilization, personal protective equipment must be withdrawn from use to carry out periodical detailed inspection. The periodic inspection must be carried out by a competent person for periodic inspection. The periodic inspection can be carried out also by the manufacturer or his authorized representative. In case of some types of the complex equipment e.g. some types of retractable fall arresters the annual inspection can be carried out only by the manufacturer or his authorized representative. regular periodic inspections are the essential for equipment maintenance and the safety of the users which depends upon the continued efficiency and durability of the equipment. during periodic inspection it is necessary to check the legibility of the equipment marking. it is essential for the safety of the user that if the product is re-sold outside the original country of destination the reseller shall provide instructions for use, for maintenance, for periodic examination and for repair in language of the country in which the product is to be used. personal protective equipment must be withdrawn from use immediately when any doubt arise about its condition for safe use and not used again until confirmed in writing by equipment manufacturer or his representative after carried out the detailed inspection. personal protective equipment must be withdrawn from use immediately and destroyed (or another procedures shall be introduced according detailed instruction from equipment manual) when it have been used to arrest a fall.