BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
De Kamer online 52e zittingsperiode
van 26/04/2010 tot 30/04/2010
95
Commissies
DINSDAG 27 APRIL 2010
BEZOEK VAN DE ALBANESE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Op 27 april 2010 werd de heer Ilir Meta, Albanees vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, ontvangen door de heer Geert Versnick, voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen. De heer Meta werd vergezeld door de Albanese ambassadeur mevrouw Mimoza Halimi. De heer Meta onderstreepte hoeveel belang Albanië hecht aan de bilaterale betrekkingen met België. Hij herinnerde eraan dat zijn land nu lid is van de NAVO en wees erop dat het ook naar toetreding tot de Europese Unie streeft. Albanië hoopt dan ook dat de Europese Commissie in de herfst een positief advies zal uitbrengen over de toekenning van het statuut van kandidaatlidstaat; het land is er zich evenwel terdege van bewust dat het nog een lange weg te gaan heeft, nadat het gedurende vele jaren veruit het meest geïsoleerde land van het Europese continent is geweest. Zijn wil tot integratie heeft Albanië ertoe gebracht mee te werken aan de stabilisatie van de regio (het land gaat prat op een goede verstandhouding met al zijn buurlanden) en deel te nemen aan de internationale strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad. Dat engagement, evenals de veiligheid en de stabiliteit waarop Albanië zich thans laat voorstaan (in weerwil van de aanhoudende politieke impasse waarin het land zich sinds de verkiezingen van vorige zomer bevindt), maken dat de minister optimistisch is over de voortzetting van het aangevatte proces. Op de vraag van de heer Versnick naar de redenen voor zijn eis tot hervorming van de kieswetgeving, antwoordde de heer Meta dat het huidige systeem, dat door een grote verscheidenheid van verkiesbaarheidsdrempels wordt gekenmerkt en het tweepartijenstelsel in de hand werkt, niet de optimale democratische representativiteit waarborgt en zeker niet de meest aangewezen formule is voor een Staat met een totalitair verleden. De heer Versnick benadrukte dat de eerbied voor de democratische geest en het behoud van de politieke stabiliteit noodzakelijke voorwaarden zijn voor de ontwikkeling van een welvarende economie.
De Kamer online - 52 / 95
Spoorwegveiligheid BIJZONDERE COMMISSIE BELAST MET HET ONDERZOEK NAAR DE VEILIGHEID VAN HET SPOORWEGENNET IN BELGIË NAAR AANLEIDING VAN HET DRAMATISCH TREINONGEVAL IN BUIZINGEN Voorzitter : de heer François Bellot MAANDAG 26 APRIL 2010 Regeling van de werkzaamheden. Uiteenzetting van de heer Patrick Lafontaine, deskundige van de commissie, over veiligheidsmanagement in de spoorwegsector. - Inleidende uiteenzetting door de heer Patrick Lafontaine. -.Een gedachtewisseling heeft plaatsgevonden - Hebben het woord gevoerd : de heer Bart Van der Herten, expert van de commissie en de heren David Geerts, Ludo Van Campenhout, François Bellot, Jef Van den Bergh en Ronny Balcaen. WOENSDAG 28 APRIL 2010 Hoorzitting met de heren Pierre Forton, André Latruwe en Joan Peeters (FOD Mobiliteit en Vervoer). - Inleidende uiteenzetting van de heren Pierre Forton, André Latruwe en Joan Peeters. - Een gedachtewisseling heeft plaatsgevonden - Hebben het woord gevoerd : mevrouw Linda Musin, de heren David Geerts, Jan Mortelmans, Ronny Balcaen en François Bellot. Volgende vergadering : maandag 3 mei 2010.
Parlementaire overlegcommissie GEMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN DE PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE Voorzitters : de heren Patrick Dewael en Armand De Decker DONDERDAG 29 APRIL 2010 1. Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de medeeigendom te moderniseren en het beheer ervan transparanter te maken, nr. 4-1409/1-8. Verzoek tot verlenging van de onderzoekstermijn (toepassing van de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van de wet van 6 april 1995 houdende organisatie van de parlementaire overlegcommissie). - De onderzoekstermijn wordt verlengd met 30 dagen. 2. Wetsontwerp tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, nr. 4-1521/2. Verzoek tot verlenging van de onderzoekstermijn (toepassing van de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van de wet van 6 april 1995 houdende organisatie van de parlementaire overlegcommissie). - De onderzoekstermijn wordt verlengd met 30 dagen.
De Kamer online - 52 / 95
3. Wetsontwerp betreffende de vereenvoudiging van de banenplannen, nr. 52-2526/1. Spoedbehandeling gevraagd door de Regering (toepassing van artikel 80 van de Grondwet en van artikel 12, § 2, van de wet van 6 april 1995 houdende organisatie van de parlementaire overlegcommissie). - Het verzoek tot spoedbehandeling is ingetrokken. 4. Wetsontwerp tot machtiging van de minister van Financiën om leningen aan de Helleense Republiek toe te staan; nr. 52-2576. Spoedbehandeling gevraagd door de regering (toepassing van artikel 80 van de Grondwet en van artikel 12, § 2, van de wet van 6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie). - De evocatietermijn is vastgesteld op 5 dagen en de onderzoekstermijn op 15 dagen.
Financiën en Begroting COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN EN DE BEGROTING Voorzitter : de heer François-Xavier de Donnea DONDERDAG 29 APRIL 2010 1. Wetsontwerp tot machtiging van de minister van Financiën om leningen aan de Helleense Republiek toe te staan, nr. 2576/1. - Rapporteur : de heer Luk Van Biesen. - De algemene bespreking werd aangevat. - Hebben het woord gevoerd : de heren Daems, Van de Velde, Goyvaerts, Gilkinet, Flahaux, Van Biesen, de Donnea, Bogaert, mevrouw Pas en de heren Van den Eynde en Laeremans.
De Kamer online - 52 / 95
Plenaire vergadering
DONDERDAG 29 APRIL 2010 NAMIDDAG (0151), AVOND (0152)
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN 1.
Voorstel van resolutie (de heer David Clarinval, mevrouw Kattrin Jadin, de heren Denis Ducarme en Daniel Bacquelaine, mevrouw Jacqueline Galant, de heren Jean-Jacques Flahaux en Olivier Hamal en mevrouw Carine Lecomte) betreffende de aantrekkelijkheid van de huisartsgeneeskunde, in het bijzonder in landelijke gebieden, nrs. 1546/1 tot 6. Het voorstel van resolutie (nr. 1546) wordt unaniem aangenomen met 140 stemmen
2.
Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de aanwijzing van tot de inruststelling toegelaten magistraten als plaatsvervangende magistraten betreft, nrs. 270/1 tot 7. Dit wetsvoorstel beoogt de korpschefs van de magistratuur de mogelijkheid te bieden een beroep te doen op de plaatsvervangend magistraten van meer dan zeventig jaar die dat wensen, zodat ze hun ambt kunnen blijven uitoefenen voor een tijdspanne van één jaar, die tweemaal kan worden hernieuwd. Het wetsontwerp (n° 270) wordt aangenomen met 112 stemmen tegen 27 en 1 onthouding
3.
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 1 maart 2000 tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen, nrs. 2467/1 tot 4. Het wetsontwerp (n° 2467) wordt aangenomen met 126 stemmen tegen 14 en 1 onthouding
4.
- Wetsvoorstel (de heren Daniel Bacquelaine en Xavier Baeselen, de dames Françoise Colinia en Corinne De Permentier en de heren Daniel Ducarme, Denis Cucarme en Eric Libert) tot instelling van een verbod op het dragen van kleding die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt, nrs. 2289/1 tot 6. - Wetsvoorstel (de heren Filip De Man, Bart Laeremans, Bert Schoofs en mevrouw Annick Ponthier) tot wijziging van het Strafwetboek inzake de invoering van een verbod op het dragen van gelaatverhullende gewaden in openbare ruimten en op openbare plaatsen, nrs. 433/1 tot 3. - Wetsvoorstel (de heer Georges Dallemagne, mevrouw Catherine Fonck en de heren Christian Brotcorne en Josy Arens) betreffende de uitoefening van de vrijheid van gaan en staan op de openbare weg, nrs. 2442/1 tot 3. - Wetsvoorstel (mevrouw Leen Dierick en de heren Michel Doomst en Luc Peetermans) houdende instelling van een verbod tot het overmatig bedekken van het gelaat, nrs. 2495/1 et 2.
De Kamer online - 52 / 95
Dit wetsvoorstel strekt ertoe het Strafwetboek in die zin te wijzigen dat het dragen van kleding die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt, strafbaar wordt gesteld. Het wetsvoorstel (nr. 2289) wordt aangenomen met 136 stemmen en 2 onthoudingen
5.
Voorstel van resolutie betreffende de werking van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, nrs. 2502/1 en 2. Het voorstel van resolutie (nr. 2502) wordt aangenomen met 93 stemmen en 44 onthoudingen
6.
Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en van het Burgerlijk Wetboek, wat de behandeling in raadkamer van gerechtelijke procedures inzake familierecht betreft, nrs. 2380/1 tot 10. Het wetsontwerp (nr. 2380) wordt aangenomen met 140 stemmen en 1 onthouding
7.
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake Volksgezondheid, nrs. 2486/1 tot 7 Het wetsontwerp (nr. 2486) wordt aangenomen met 126 stemmen en 15 onthoudingen
8.
Wetsontwerp houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen, nrs. 2493/1 tot 5. Het wetsontwerp (nr. 1546) wordt unaniem aangenomen met 141 stemmen
9.
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, nrs. 2468/1 tot 5. - Wetsvoorstel (de heer François-Xavier de Donnea, mevrouw Jadin en de heren David Clarinval en Olivier Hamal) tot wijziging van artikel 85 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, nrs. 328/1 tot 4. - Wetsvoorstel (de heer Hans Bonte) tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet voor wat betreft het doorlopend krediet, nrs. 582/1 en 2. - Wetsvoorstel (de dames Katrien Partyka, Mia De Schamphelaere en Liesbeth Van der Auwera en de heren Stefaan Vercamer en Joseph George) tot wijziging van de wetgeving inzake consumenten- en hypothecair krediet voor wat betreft de reclame, nrs. 793/1 tot 4. - Wetsvoorstel (de dames Linda Musin, Karine Lalieux en Colette Burgeon) tot aanvulling van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet teneinde het toezicht op de kredietgevers en –bemiddelaars te versterken, nrs. 860/1 en 2. - Wetsvoorstel (de dames Meyrem Almaci en Muriel Gerkens, de heer Wouter De Vriendt en mevrouw Zoé Genot) tot wijziging van de wetgeving betreffende de consumentenkredieten, nrs. 1538/1 en 2. - Wetsvoorstel (de heer Josy Arens) tot responsabilisering van de bij het consumentenkrediet betrokken actoren en ter bestrijding van overmatige schuldenlast, nrs. 1726/1 en 2. - Wetsvoorstel (de dames Colette Burgeon en Karine Lalieux en de heer Alain Mathot) tot vaststelling van een nulstellingstermijn voor kredietopeningen, nrs. 1779/1 en 2. De Kamer online - 52 / 95
- Wetsvoorstel (de dames Karine Lalieux en Colette Burgeon en de heer Alain Mathot) tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, houdende diverse bepalingen voor de strijd tegen « makkelijk krediet », nrs. 1801/1 en 2. - Wetsvoorstel (de heer André Frédéric, mevrouq Karine Lalieux, de heer Yvan Mayeur en mevrouw Colette Burgeon) tot wijziging van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren, teneinde de reële schuldenlast van de consumenten te meten, nrs. 1847/1 en 2. - Wetsvoorstel (de heer Alain Mathot en de dames Colette Burgeon en Karine Lalieux) tot herinvoering van artikel 61 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en betreffende de jaarlijkse kostenpercentages, nrs. 1940/1 en 2. - Voorstel van resolutie (de dames Brigitte Wiaux, de heer David Lavaux en mevrouw Isabelle Tasiaux-De Neys) betreffende de invoering van een standaardformulier voor kredietaanvragen, ten einde het risico op insolventie bij de kredietnemer tegen te gaan, nrs. 1986/1 tot 5. - Wetsvoorstel (de heer Hans Bonte) tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet voor wat de persoonsgerichte kredietreclame betreft, nrs. 2146/1 en 2. - Wetsvoorstel (de heer Hans Bonte en mevrouw Cathy Plasman) tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet wat betreft kredietgevers en kredietbemiddelaars die geen kredietinstelling zijn, nrs. 2403/1 en 2. Dit wetsontwerp heeft tot doel om enerzijds richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG (hierna genoemd “de richtlijn”) om te zetten en, anderzijds, de bestaande wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (afgekort “WCK”) bij te schaven in functie van de verdere evolutie van het consumentenkrediet. Er werd geopteerd om de structuur en het begrippenarsenaal van de bestaande wet te weerhouden en geen totaal nieuwe wet te ontwerpen, zij het met een zekere bijsturing: — verouderde bepalingen, bv. de verplichting tot het betalen van een voorschot bij een verkoop op afbetaling of het verbod tot het in betaling geven van een gefinancierd goed worden, gelet ook op het advies van de Raad voor het Verbruik, weggelaten; — het algemeen gedeelte van de WCK inzake precontractuele en contractuele informatie wordt overeenkomstig de richtlijn gevoelig uitgebreid terwijl tal van bepalingen die enkel gelden voor sommige bijzondere kredietsoorten zo veel mogelijk worden weggelaten; — daar waar nodig worden een aantal bepalingen die betrekking hebben op onrechtmatige bedingen aangevuld of bijgestuurd. Bovendien, de erkenning van kredietgevers, de inschrijving van kredietbemiddelaars en het prudentieel toezicht hierop is eveneens aan herziening toe en zal worden toevertrouwd aan de CBFA. Hiertoe wordt nog een aangepaste regeling uitgewerkt. Ten slotte zijn er in dit wetsontwerp wijzigingen voorzien van sommige bepalingen betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en alsook van sommige bepalingen die de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren wijzigen. De werking van deze Centrale dient immers afgestemd te worden op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de WCK en het onderscheid dat thans dient gemaakt te worden tussen de verschillende soorten van kredietopening ingevolge de omzetting van de richtlijn. Het wetsontwerp (nr. 2468) wordt aangenomen met 102 stemmen en 38 onthoudingen
De Kamer online - 52 / 95
10. Wetsvoorstel (mevrouw Sarah Smeyers en de heer Raf Terwingen) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de huwelijksbeletselen bij adoptie betreft, nrs. 1338/1 tot 5. Het huwelijksverbod tussen aanverwanten in de rechte lijn is vatbaar geworden voor dispensatie, geïnspireerd door rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Grondwettelijk Hof. De huwelijksbeletselen na gewone adoptie zijn evenwel niet aangepast. Hierdoor is het familierecht op bepaalde vlakken inconsistent geworden. Dit wetsvoorstel wil hierin verandering brengen. Het wetsvoorstel (nr. 1338) wordt aangenomen met 128 stemmen en 11 onthoudingen
De Kamer online - 52 / 95
Mededeling van de voorzitter
De voorzitter: Vorige week was er geen plenaire zitting vanwege de redenen die iedereen kent. De fractieleden van het Vlaams Belang hebben dit plenum - dat symbool staat voor ons democratisch bestel – toen misbruikt om actie te voeren. Ik keur dit ten stelligste af, want in dit halfrond moeten de Kamerleden op vreedzame wijze met elkaar in discussie treden. De Kamer mag niet worden ingepalmd door een enkele groep. Dit is de kern van de democratie en ik verwacht van alle Kamerleden dat ze dit ook respecteren. (Langdurig applaus op alle banken, behalve bij Vlaams Belang, N-VA en LDD).
De Kamer online - 52 / 95
Alarmbel
Ik heb een motie ontvangen die ingediend is met toepassing van artikel 54 van de Grondwet en artikel 104 van het Reglement. De motie is ondertekend door ten minste drie vierde van de leden van de Franse taalgroep. De motie verklaart dat de bepalingen van het wetsvoorstel van de heer Servais Verherstraeten, mevrouw Sonja Becq, de heer Michel Doomst en mevrouw Katrien Partyka tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (nr. 37/1) en het wetsvoorstel van de heren Bart Somers en Hendrik Daems, mevrouw Maggie De Block en de heer Luk Van Biesen tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (2) (nr. 39/1) de betrekkingen tussen de Gemeenschappen ernstig in het gedrang kunnen brengen. Ik zal deze motie onmiddellijk naar de ministerraad verwijzen. Deze zal binnen 30 dagen een advies moeten uitbrengen. De parlementaire procedure wordt dus opgeschort. Het feit dat de regering ontslagnemend is, doet geen afbreuk aan artikel 54 van de Grondwet en artikel 104 van het Reglement. Zodra de alarmbel is geluid, moet de parlementaire behandeling worden opgeschort, zelfs tot een nieuwe regering is gevormd – zo heeft de Kamer het in 1991 zelf bepaald.
De Kamer online - 52 / 95
Ordemotie
Ik heb van de heer Annemans een ordemotie ontvangen waarin hij verzoekt om overeenkomstig artikel 54 van het Kamerreglement en dus bij ordemotie het woord te mogen voeren omtrent de indiening van de alarmbelprocedure door de Franstaligen. Ik beroep mij op artikel 54 van ons Reglement: “Iedere ordemotie moet vooraf schriftelijk worden meegedeeld aan de voorzitter, die oordeelt of ze ontvankelijk is.” Gelet op mijn argumentatie van daarnet, verklaar ik de ordemotie onontvankelijk.
De Kamer online - 52 / 95
Parlementaire Overlegcommissie
De voorzitter: De Parlementaire Overlegcommissie heeft vanmiddag vergaderd. Overeenkomstig artikel 12, §2, van de wet met toepassing van artikel 80 van de Grondwet heeft de commissie de termijnen bepaald waarbinnen de Senaat zich moet uitspreken over het wetsontwerp tot machtiging van de minister van Financiën om leningen aan de Helleense Republiek toe te staan, een ontwerp waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft gevraagd. De commissie heeft beslist de evocatietermijn op vijf dagen en de onderzoekstermijn op vijftien dagen vast te stellen.
Overeenkomstig artikel 2, 2, en 12, §1, van voormelde wet en met toepassing van artikel 82 van de Grondwet, heeft de commissie de termijn verlengd waarbinnen de Senaat zich moet uitspreken over twee wetsontwerpen. Voor het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van mede-eigendom te moderniseren heeft de commissie beslist de onderzoekstermijn met dertig dagen te verlengen. Voor het wetsontwerp tot invoering van het Sociaal Strafwetboek heeft de commissie beslist de onderzoekstermijn te verlengen met dertig dagen.
De Kamer online - 52 / 95
Publicaties
In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer.
KAMER Parlementaire stukken:
4-1606/5 (SENAAT) 52 2378/005 (KAMER) VAN 23 FEBRUARI 2010 Verslag over de prioriteiten van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie (julidecember 2010)
4-1606/7 (SENAAT) 52 2378/07 (KAMER) VAN 23 FEBRUARI 2010 Verslag over de prioriteiten van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie
Bulletin van vragen en antwoorden: 52/099 VAN 22 MAART 2010 Schriftelijke vragen en antwoorden
Benelux: 813/1 VAN 11 MAART 2010 Verslag over het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie (1 juli - 31 december 2010) 814/1 VAN 11 MAART 2010 Verslag over de vierenvijftigste gezamenlijk verslag van de Belgische, Nederlandse en Luxemburgse regeringen aan de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad inzake de totstandkoming en de werking van de Economische Unie tussen de drie Staten – 2009.
De Kamer online - 52 / 95
Ministerraad van 29 april 2010
SPOORWEGVEILIGHEID Ontwerpen van koninklijk besluit rond spoorwegveiligheid. Op voorstel van eerste minister Yves Leterme en staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe heeft de ministerraad vier ontwerpen van koninklijk besluit goedgekeurd over spoorwegveiligheid. Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2009 tot vaststelling van het regelgevend kader van de nationale spoorwegveiligheidsvoorschriften: Het ontwerp stelt de nationale veiligheidsdoelstellingen en -methodes vast. De wijziging sluit aan op de wijziging van artikel 6 van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen door de wet van 26 januari 2010. Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2007 betreffende de veiligheidsvergunning, het veiligheidscertificaat, de indienststelling van rollend materieel en het jaarlijks veiligheidsverslag en van het koninklijk besluit van 16 januari 2007 houdende veiligheidsvereisten en -procedures van toepassing op de spoorweginfrastructuurbeheerder en de spoorwegondernemingen: Het ontwerp werkt de reglementering in deze besluiten bij op terminologisch vlak en op basis van de ervaringen, en vereenvoudigt de structuur van die reglementering. Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2007 tot vaststelling van sommige regels betreffende de onderzoeken naar ongevallen en incidenten bij de spoorwegen: De onderzoekscel krijgt een bijkomende taak toevertrouwd, namelijk de oprichting en het bijhouden van een gegevensbank over onderzoeken en analyses. De wijziging volgt op de wijziging van de wet van 19 december 2006 door de wet van 26 januari 2010. Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen wat betreft de gemeenschappelijke veiligheidsindicatoren en gemeenschappelijke methoden voor de berekening van de kosten van ongevallen. Het ontwerp zet de Europese richtlijn 2009/149/EG van de Commissie van 27 november 2009 tot wijziging van richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad in Belgisch recht om. De ontwerpen worden voor advies overgemaakt aan de Raad van State.
De Kamer online - 52 / 95
Ministerraad van 29 april 2010
KANSSPELEN Regeling van de vergunningen voor kansspelen. De ministerraad heeft het aantal organisatoren van kansspelinrichtingen beperkt tot 34. De beperking geldt voor de periode van 1 september 2010 tot 1 september 2019 en kan worden verlengd. Het gaat om de organisatoren van weddenschappen die volgens de kansspelwet (wet van 7 mei 1999) over een vergunning F1 moeten beschikken. Het voorstel van minister van Justitie Stefaan De Clerck en staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Justitie Carl Devlies wijzigt een aantal koninklijke besluiten die de inrichting van kansspelen regelen. Als het maximum aantal vergunning is bereikt, worden de vrijgekomen vergunningen in het Staatsblad en op de website van de kansspelcommissie bekend gemaakt. De aanvragen voor die vergunningen moeten binnen de maand toekomen. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt rekening gehouden met de betrouwbaarheid en de bekwaamheid van de uitbater. Daarnaast heeft de ministerraad ook het maximumaantal vaste en mobiele kansspelinrichtingen klasse IV (wedkantoren) op 1000 en 60 vastgelegd. Het gaat om vaste en mobiele inrichtingen die weddenschappen organiseren voor de duur van een evenement, sportwedstrijd of sportcompetitie. Voor de vrijgekomen vergunningen F2 voor deze klasse, geldt dezelfde procedure als voor de weddenschappen. De inrichtingen moeten bovendien gescheiden zijn van drankgelegenheden. Wat de spreiding van de wedkantoren betreft, geldt dat ze ten minste een kilometer van elkaar moeten verwijderd zijn, tenzij de kansspelcommissie een afwijking toestaat. De kansspelcommissie behandelt de aanvragen voor vergunning binnen een termijn van twee maanden.
De Kamer online - 52 / 95
Ministerraad van 29 april 2010
GENDER BUDGETING Omzendbrief over de uitvoering van de gender budgeting. De ministerraad heeft het ontwerp van omzendbrief goedgekeurd over de uitvoering van de gender budgeting dat minister van Gelijke Kansen Joëlle Milquet voorstelde (in overeenstemming met de wet van 12 januari 2007 strekkende de controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking plaatshad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen). Gender budgeting is de toepassing van de geïntegreerde aanpak van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in het budgettaire proces. Dat betekent een beoordeling van de budgetten op alle niveaus van de begrotingsprocedure, gebaseerd op een genderperspectief, en een herstructurering van de ontvangsten en uitgaven met als doel de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bewerkstelligen. De omzendbrief beschrijft op welke manier de dossierverantwoordelijke in zijn dossiers de genderdimensie moet integreren en de begrotingsoverste moet inlichten. De basisallocaties zijn onderverdeeld in drie categorieën: kredieten voor dossiers die geen genderdimensie bevatten kredieten voor acties om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te realiseren kredieten die een genderdimensie bevatten waarvoor een diepgaande analyse nodig is Alle federale overheidsdiensten moeten aan de FOD Budget en Beheerscontrole de inlichtingen meedelen om de genderdimensie in de federale begroting te integreren. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen begeleidt de uitvoering van de controle op gender budgeting.
De Kamer online - 52 / 95
Wetsontwerpen, wetsvoorstellen en commissieverslagen
Alle bij de Kamer ingediende wetsontwerpen of wetsvoorstellen en de desbetreffende commissieverslagen, worden als parlementair stuk gedrukt. Bij het drukken van het stuk, krijgt elk wetsontwerp of wetsvoorstel een volgnummer alsook een reeksnummer dat aan de verschillende documenten (advies van de Raad van State, amendementen, commissieverslagen…) die op de basistekst volgen, wordt gegeven. Ten slotte wordt de zitting vermeld tijdens welke het ontwerp of voorstel werd ingediend. Alle parlementaire stukken kunnen geraadpleegd worden op www.dekamer.be, onder de rubriek “Wetgeving”. Een subrubriek vermeldt de recentste documenten. De parlementaire stukken bestellen kan onder de rubriek “Publicaties” (in de kolom rechts). U vindt op onze website ook de verslagen van de plenaire vergaderingen en van de commissies. Onder "Plenum" vindt u de beknopte verslagen en de integrale verslagen. Onder "Commissies" vindt u enerzijds een bespreking van wetteksten en anderzijds een bespreking van de interpellaties en de mondelinge vragen.
De Kamer online - 52 / 95
Advies van de Raad van State
De afdeling wetgeving van de Raad van State geeft een beredeneerd advies over de tekst van een wetsontwerp of –voorstel, wanneer zij ertoe door de Kamervoorzitter wordt uitgenodigd. De voorzitter is verplicht dit advies te vragen wanneer tenminste 71 Kamerleden of de meerderheid in een taalgroep erom verzoekt. Hij kan het advies vragen over elk ontwerp, voorstel of amendement op een ontwerp of voorstel. (Ter herinnering: alle voorontwerpen van wet van de regering dienen aan het advies van de Raad van State onderworpen te worden). Het document vermeldt de adviezen van de Raad van State op verzoek van de Voorzitter van de Kamer; deze worden als parlementair stuk gepubliceerd. De teksten waarover de voorzitter het advies van de Raad van State vraagt worden eveneens vermeld.
DOC 52 0062/004 VAN 23 APRIL 2010 Advies van de Raad van State nr. 47.693/VR/1 van 9 maart 2010 over het wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 133 en 289ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde te voorzien in een verhoging van de belastingvrije som voor de kinderen die hoger onderwijs volgen en in een verhoging van het belastingkrediet. DOC 52 0478/002 VAN 23 APRIL 2010 Advies van de Raad van State nr. 47.694/VR/1 van 9 maart 2010 over het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met het oog op het toekennen van een fiscale tegemoetkoming aan studenten en aan ouders van studenten. DOC 52 2041/004 VAN 23 APRIL 2010 Advies van de Raad van State nr. 47.706/VR/1 van 9 maart 2010 over het wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 132 en 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
De Kamer online - 52 / 95
Europa
« EUROPA 2020 » EEN STRATEGIE VOOR SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI Thematische aanpak De EU moet bepalen hoe zij ervoor wil staan in 2020. Daarom stelt de Commissie de volgende centrale EU-streefcijfers voor: 75% van de bevolking tussen 20-64 jaar moet werk hebben; 3% van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling; de "20/20/20"-klimaat- en energiedoelstellingen moeten worden gehaald (dit met inbegrip van een grotere reductie van 30% als aan de voorwaarden daarvoor wordt voldaan); het percentage voortijdige schoolverlaters moet minder dan 10% bedragen, en minstens 40% van de jongere generatie moet een hogeronderwijsdiploma hebben; het aantal mensen voor wie armoede dreigt, moet met 20 miljoen zijn gedaald. Om ervoor te zorgen dat iedere lidstaat de Europa 2020-strategie op zijn eigen situatie kan toesnijden, stelt de Commissie voor de EU-doelstellingen te vertalen naar nationale streefcijfers en trajecten. De landenverslagen dragen bij tot het verwezenlijken van de doelstellingen van Europa 2020. Op een voorbereidende vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken in april 2010 bleek dat het niet eenvoudig zal zijn om de kosten van de doelstellingen per lidstaat vast te leggen. (bron: belga).
Nadere informatie Raadpleeg de mededeling «Europa 2020» (COM 2010 25) via hiernavolgende link: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2010:2020:FIN:NL:PDF
De Kamer online - 52 / 95